Regionaal projectplan Basismobiliteit 2015
Datum: 10 april 2015 Opdrachtgever: Portefeuillehoudersoverleg Basismobiliteit Stedendriehoek Opdrachtgever Bestuurlijk: Jos Penninx Opdrachtgever ambtelijk: Remco Iedema Opsteller: Marijke Eppink / Andreas Noordam
Inhoud 01| Aanleiding......................................................................................................................................... 3 02| Beoogd (maatschappelijke) resultaat ............................................................................................... 4 03| Randvoorwaarden ............................................................................................................................ 6 04| Planning in grote lijnen ..................................................................................................................... 7 05| Organisatiestructuur met de provincie ............................................................................................. 8 06| Projectorganisatie ............................................................................................................................ 9
Regionaal Projectplan Basismobiliteit
2
01 mei 2015
Regionaal Projectplan Basismobiliteit 2015 Onder Basismobiliteit verstaan we dat iedereen zich binnen de regio zo zelfstandig mogelijk tegen een redelijk tarief met een vorm van (openbaar) vervoer kan verplaatsen.
01| Aanleiding Per 2015 zijn de gemeentelijke vervoerstaken toegenomen, zowel op basis van de Jeugdwet als op basis van de Wmo. Denk hierbij aan vervoer naar dagbesteding, dagopvang, behandeling en weekendopvang. Nu koopt de provincie nog Regiotaxi namens de gemeenten in, maar met ingang van 2017 is ook het aanvullende openbaar vervoer een taak van de Gelderse gemeenten. Voor het uitvoeren van het maatwerkvervoer en het aanvullende OV is een regionaal vervoerssysteem nodig. Gemeenten hebben te maken met bezuinigingen in het sociale domein en met bezuinigingen in het openbaar vervoer. Meer taken en minder geld. Dat vraagt om een fundamenteel andere koers in andere samenwerkingsverhoudingen tussen gemeenten onderling en met de provincie. Om een regionaal vervoerssysteem te realiseren wordt de samenwerking tussen de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Hattem, Heerde, Lochem, Voorst en Zutphen juridisch verankerd. De samenwerking tussen de regio en de provincie wordt bekrachtigd met een overeenkomst. Per augustus 2016 moet een regionaal, solide, efficiënt en klantvriendelijk vervoerssysteem gerealiseerd zijn in onze regio. Uitgangspunt daarbij is dat reizigers waar mogelijk gebruikmaken en overstappen op het reguliere lijngebonden openbaar vervoer (bus en trein). Naast het aanbieden van dit systeem wordt beoogd de eigen vervoersoplossing van burgers meer dan nu te benutten. In de onderliggende Kadernota Basismobiliteit (titel: Op Weg) is uitgelegd hoe we uit regionaal invulling gaan geven aan het regionale vervoerssysteem. De kadernota is in februari / maart 2015 door alle colleges van de genoemde gemeenten geaccordeerd en voor inspraak vrijgegeven. Dit projectplan is een nadere uitwerking van de regionale kadernota Basismobiliteit. Voor een goed begrip van dit projectplan is kennis van de kadernotitie noodzakelijk.
Regionaal Projectplan Basismobiliteit
3
01 mei 2015
02| Beoogd (maatschappelijke) resultaat Drie sporen Wij zien drie sporen die leiden tot een betaalbaar en duurzaam regionaal vervoerssysteem: 1. Vergroten zelfredzaamheid van de reizigers 2. Efficiënter organiseren van regionale vervoersstromen 3. Ontwikkelen van maatwerkvervoer in samenhang met het OV Ad 1) Het eerste spoor heeft te maken met de toegang tot het maatwerkvervoer. Uitgangspunt is dat iedere gemeente zelf de toegang tot het maatwerkvervoer bepaalt. Heeft een reiziger toegang tot het maatwerkvervoer, dan is het vervoerssysteem er op gericht dat een reiziger hiermee alleen reist, als er geen adequaat goedkoper vervoersalternatief is. Bepaalde ritten kan de reiziger misschien wel met het OV reizen. Ook kan reisinformatie aan reizigers over andere vervoervormen (OV, Buurtbus, vrijwilligersinitiatieven) mogelijk de zelfredzaamheid vergroten. Ad 2) en Ad 3) hebben te maken met de wijze waarop we regionaal het vervoerssysteem willen inrichten. We hanteren de volgende uitgangspunten De regio hanteert de volgende uitgangspunten voor het regionale vervoersysteem: 1. Hoogwaardige kwaliteit; 2. Vervoeraanbod op maat, gericht op zelfredzaamheid; 3. Herkenbaar vervoerssysteem; 4. Toegang tot het vervoerssysteem bepaalt iedere gemeente zelf; 5. Regionaal bundelen van vervoersstromen uit verschillende regelingen (aanbesteding; planning; financiering); 6. Ritbijdrage is regionaal afgestemd en betaalbaar; 7. Buitengebieden zijn bereikbaar; 8. Het regionaal vervoerssysteem is niet belemmerend voor de ontwikkeling van het reguliere OV. 9. Regulier OV en het regionaal vervoersysteem zijn zoveel mogelijk in samenhang ontwikkeld en op elkaar afgestemd. 10. We benutten de expertise van de Provincie en het huidige Beheerbureau. Daar waar waardevol werken we bovenregionaal samen. 11. We investeren in deskundigheid in onze eigen vervoersregio. 12. Het is mogelijk voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars om gebruik te maken van het regionaal vervoerssysteem.
Regionaal Projectplan Basismobiliteit
4
01 mei 2015
Wat realiseren we 1. Een juridisch bestuurlijke verbinding tussen de gemeenten in de regio via een WGRBedrijfsvoeringsorganistie (BVO). 2. Een samenwerkingsovereenkomst tussen de regio en de provincie. 3. Een Beheerorganisatie. De beheerorganisatie draagt onder andere zorg voor de financiële afwikkeling van het vervoer, managementrapportage, contractbeheer, verantwoording, ontwikkeling, informatie en aanbesteden van het vervoer. De Beheerfunctie maakt onderdeel uit van de BVO. 4. Een regiecentrale. De regiecentrale zorgt voor het aannemen van de ritaanvraag door de klant, OV advies en individuele informatie en de planning van de rit. De regiecentrale wordt publiek vorm gegeven en wordt een geheel met de beheerorganisatie. 5. ICT ten behoeve van planning en monitoring. Realiseren van een passende vorm van bekostiging voor het vervoer. 6. Inkoop van van vervoer en de functies voor de regiecentrale. 7. Bekostiging gebaseerd op kilometers (huidige situatie: zones). Beslispunten regionale vervoerssysteem 1. Hoeveel vervoerders dienen er gecontracteerd te worden? Overwegingen hierbij zijn onder andere: a. Welke hoeveelheid draagt bij aan een efficiënte organisatie? b. Bij welke hoeveelheid krijgt het MKB voldoende kans? c. Welke hoeveelheid draagt bij aan een maximale flexibiliteit en inzetbaarheid? d. Bij welke aantal is de kwetsbare afhankelijkheid van één vervoerder doelmatig verminderd? 2. Welke ICT structuur en software is nodig (welke functionaliteit) en wie is eigenaar? 3. Aan welke kwaliteit(en) en kenmerken dient het vervoer te voldoen? 4. Hoe zorgen we via de bekostigingssystematiek voor stabiliteit in het vervoersaanbod? 5. Aan welke kwaliteiten en kenmerken dient de regiecentrale te voldoen? 6. Op welke wijze wordt de beste balans tussen kwaliteit, efficiëntie en doelmatigheid bereikt? Beslispunten intergemeentelijke samenwerking 1. 2.
Hoe wordt de BVO juridisch en praktisch vormgegeven? Op welke (praktisch ingevulde) wijze dient de samenwerking tussen provincie en regio vorm te krijgen?
Regionaal Projectplan Basismobiliteit
5
01 mei 2015
03| Randvoorwaarden Randvoorwaarden 1. Regionale instemming met het projectplan. Daarbij: a. binnen iedere gemeente is voldoende ambtelijk en bestuurlijk draagvlak b. iedere gemeente stelt voldoende menskracht beschikking voor dit project. 2. De deelnemers aan de projectgroep vertegenwoordigen hun gemeenten in zijn volle omvang en zijn op de hoogte van de wensen van collega’s, managers, bestuurders en Wmo-adviesraden van hun gemeente. Kritische succesfactoren De voornaamste kritische succesfactoren zijn: 1. Voldoende ambtelijk en bestuurlijk draagvlak. De leden van de projectgroep en het portefeuillehoudersoverleg Basismobiliteit hebben hierin een belangrijke rol. 2. Het behalen van de planning. De beschikbare tijd is zodanig gering, dat vertraging tot ernstige problemen leidt. De planning is overeenkomstig opgezet. Financiën Voor het project in 2015 is naar schatting € 125.000 nodig. Een belangrijk deel is als stelpost opgenomen in de begroting op pagina 14. De beschikbaarheid van voldoende budget is van belang om slagvaardig te kunnen werken. Voor een deel van de werkzaamheden is externe deskundigheid nodig. Voor de programmamanager en de inzet door ambtenaren van de gemeente Apeldoorn is totaal € 70.000 opgenomen. Daarbij is uitgegaan van een bovengemiddelde inzet (gemiddeld twee of meer dagen per week).
Regionaal Projectplan Basismobiliteit
6
01 mei 2015
04| Planning in grote lijnen Planning uitwerking regiecentrale en maatwerkvervoer 2015 Wat Wie Ondertekenen van samenwerkingsovereenkomst Basismobiliteit provincie Gelderland Intergemeentelijke samenwerking (WGR, BVO) Vaststelling Kadernota Basismobiliteit
Wanneer
Burgemeester gemeente Voorst
1 april 2015
Colleges / gemeenteraden Alle gemeenteraden
19 mei / 9 november 2015 9 juli 2015
FASE 1: Ontwikkelen afwegingskader, voorwaarden regiecentrale Afwegingskader en besluitvorming publiek / privaat Functionele eisen
colleges afzonderlijke gemeenten Kerngroep
Besluit colleges 19 mei Besluit colleges 19 mei 2015
FASE 2: Inrichten regiecentrale Implementatie en ontwikkeling regiecentrale Kerngroep / BVO Regiecentrale gereed Kerngroep / BVO FASE 3: Uitwerken/aanbesteden (regionale) uitvoering maatwerkvervoer
Vanaf november 2015 Juni 2016
Adviesaanvraag Wmo-raden op kwalitatieve aspecten vervoer Opstellen PvE en bestek vervoer Selectie criteria en gunningsystematiek maatwerkvervoer Omzetting zones naar kilometers
Kerngroep / projectgroep
31 maart – 13 mei
Kerngroep Kerngroep
Besluit colleges najaar 2015 Besluit colleges najaar 2015
Kerngroep
Gereed juni 2015
05| Organisatiestructuur met de provincie
Adviesgroep Regiotaxi Voorzitter: Connie Bieze (gedeputeerde)
Portefeuillehoudersoverleg Basismobiliteit Stedendriehoek Voorzitter: Jos Penninx (voorzitter)
Vijf vervoersregio’s waaronder S3H Vanuit S3H: Patricia Withagen Jan Kottelenberg (Jos Penninx)
Wethouders uit alle deelnemende gemeenten waaronder Jan Kottelenberg en Patricia Withagen
Voortgang overheveling Regiotaxi naar de regio; ontwikkeling OV
Doorontwikkeling OV en maatwerkvervoer
De Adviesgroep Regiotaxi is hét bestuurlijk overleg tussen vervoersregio’s en de provincie. De adviesgroep Regiotaxi stopt per 1 januari 2017, wanneer het contract Regiotaxi stopt. Behalve deze Adviesgroep is er ook bestuurlijk overleg over OV.
Regionaal Projectplan Basismobiliteit
8
01 mei 2015
06| Projectorganisatie De projectorganisatie is als volgt opgebouwd: 1. Bestuurlijke afstemming 1. Bestuurlijke Carrousel Stedendriehoek 2. Portefeuillehoudersoverleg Basismobiliteit Het portefeuillehoudersoverleg Basismobiliteit is gelieerd aan de Bestuurlijke Carrousel Stedendriehoek. De betrokken bestuurders vormen gezamenlijk een evenwichtige vertegenwoordiging van de colleges en beleidsgebieden (Leerlingenvervoer, Wmo-vervoer, Jeugd vervoer, OV vervoer). Gezamenlijk dragen zij zorg voor richting en bestuurlijk- en maatschappelijk draagvlak. Bovendien draagt het portefeuillehoudersoverleg bij aan het realiseren van noodzakelijke randvoorwaarden. Het portefeuillehoudersoverleg wordt voorgezeten door de Jos Penninx, burgemeester van Voorst. De voorzitter treedt namens het portefeuillehoudersoverleg op als bestuurlijk opdrachtgever naar de ambtelijk opdrachtgever. 2. Ambtelijke afstemming a. Ambtelijk opdrachtgeverschap De ambtelijk opdrachtgever is verantwoordelijk voor het eindresultaat van het programma. Hij stuurt de programmamanager aan. Omdat het zwaartepunt van de werkzaamheden voor het programma door medewerkers van de gemeente Apeldoorn wordt ingevuld, wordt het ambtelijk opdrachtgeverschap wordt ingevuld door Remco Iedema, eenheidsmanager bij de gemeente Apeldoorn. b. Programmamanager De programmamanager verzorgt de dagelijkse leiding aan het programma. De programmamanager draagt zorg voor een goed verloop van alle aspecten van het programma waaronder: ontwerp, voortgang, risicomanagement. Het programmamanagement wordt ingevuld door Andreas Noordam, gemeente Zutphen. c.
Kerngroep i. Werkgroep Intergemeentelijke samenwerking ii. Werkgroep Regionale ontwikkeling OV iii. Aanbesteding vervoer, realiseren Regiecentrale en Beheerorganisatie De kerngroep bestaat uit medewerkers Beleid, Inkoop, Planning en Strategie. De kerngroep bereidt alle overleg voor, ambtelijk en bestuurlijk. Het zorgt voor de realisatie van alle voor besluitvorming en uitvoering noodzakelijk en ondersteunend materiaal, waaronder programma’s van eisen, bestekken en beleidsnotities. De kerngroep komt wekelijks bijeen onder voorzitterschap van de programmamanager.
d. Projectgroep De projectgroep bestaat uit vertegenwoordigers uit alle deelnemende gemeenten. Ieder lid vertegenwoordigt zijn eigen gemeente. De leden zijn op de hoogte van de wensen en opvattingen van hun collega’s, managers, bestuurders en Wmo-raad van hun gemeente en draagt tevens bij aan draagvlak voor de te behalen resultaten bij deze functionarissen. De projectgroep geeft mede richting aan de werkzaamheden van de kerngroep en draagt bij aan draagvlak voor de te behalen resultaten. De projectgroep komt maandelijks bijeen onder voorzitterschap van de programmamanager. e. Tweetal werkgroepen onder verantwoordelijkheid van de kerngroep: 1. Werkgroep intergemeentelijke samenwerking. Deze werkgroep draagt zorg voor een afwegingskader, keuzeadvies en een overeenkomst. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende gemeenten en wordt voorgezeten door Hinnie Bolt. 2. Werkgroep visie OV en doelgroepenvervoer. Deze werkgroep levert een regionale ontwerpvisie op OV, samenhangend met maatwerkvervoer. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende gemeenten en wordt voorgezeten door Harry van Vliet. 3. Bovenregionale samenwerking De zes vervoersregio’s in Gelderland hebben gezamenlijk adviesbureau Forseti ingehuurd voor het maken van basisdocumenten. In het geval van deze vervoersregio gaat het om Programma’s van Eisen en bestekken voor een regiecentrale en voor vervoer. De bovenregionale werkgroep komt geregeld bijeen onder leiding van Forseti. Namens de regio’s treedt Ede op als opdrachtgever. De op te leveren documenten moeten op maat gemaakt worden voor onze regio. Hiervoor wordt Forseti apart ingehuurd. Deelnemers namens het project Basismobiliteit Stedendriehoek zijn: Marijke Eppink, Rieke Horsman en Andreas Noordam. 4. Samenstelling vergaderingen Regionaal portefeuillehoudersoverleg Basismobiliteit Voorzitter Jos Penninx Apeldoorn Paul Blokhuis Apeldoorn Johan Kruithof Brummen Luuk Tuiten Deventer Jan Jaap Kolkman Epe Dick van Norel Epe Robert Scholten Hattem Martijn Hospers Heerde Jolanda Pierik-van der Snel Lochem Jan Kottelenberg Voorst Wim Vrijhoef Voorst Hans van der Sleen Zutphen Patricia Withagen Frequentie vergaderingen: afhankelijk van planning
Regionaal Projectplan Basismobiliteit
10
01 mei 2015
Kerngroep Basismobiliteit Stedendriehoek Andreas Noordam (Zutphen) Sanne Tengker (Apeldoorn) Hinnie Bolt (Apeldoorn)
Rol projectgroep achtergrond Programma manager Lid Planning Lid Mobiliteit / strategie
Marijke Eppink (Apeldoorn)
Lid
Wmo
Rieke Horsman (Apeldoorn)
Lid
Wmo / mobiliteit
Elly Brinkhof (Deventer) Anne Denissen (Deventer) Harry van Vliet (Zutphen)
Lid Lid Lid
Wmo Inkoop mobiliteit
Taak Plannen Voorzitter werkgroep Verankeren Intergemeentelijke Samenwerking. Verbindende schakel naar Stedendriehoek Carrousel Deelnemer bovenregionale samenwerking Implementatie, uitvoering, Deelnemer bovenregionale samenwerking Beleidsontwikkelaar Advisering Inkoop Voorzitter werkgroep Doorontwikkeling OV
Frequentie vergaderingen: wekelijks
Werkgroep Verankeren intergemeentelijke samenwerking Rol projectgroep Hinnie Bolt (Apeldoorn) Projectleider/ Voorzitter Marceline Scheps (Apeldoorn) Lid Marijke Eppink (Apeldoorn) Lid Marijn de Keizer (Hattem) Lid Evert Gerrits (Voorst) Lid Michel Wasser (Zutphen) Lid Mieke van Lammerts- van Bueren Lid Frequentie vergaderingen: afhankelijk van planning
achtergrond Adviseur bestuurlijke zaken Jurist Wmo Jurist Jurist Jurist Management
Doorontwikkeling OV Rol projectgroep Harry van Vliet (Zutphen) Projectleider/ Voorzitter Rieke Horsman (Apeldoorn) Lid Oscar Martijn (Apeldoorn) Lid Tom Mulder (Apeldoorn) Lid Tom Draisma (Deventer) Lid Frequentie vergaderingen: afhankelijk van planning
achtergrond Verkeer en Vervoer Wmo Verkeer en Vervoer Verkeer en Vervoer Verkeer en Vervoer
Bovenregionale Samenwerking Deelnemers uit deze regio: Rol projectgroep Rieke Horsman (Apeldoorn) Lid Marijke Eppink (Apeldoorn) Lid Andreas Noordam (Zutphen) Lid Frequentie vergaderingen: afhankelijk van planning
Regionaal Projectplan Basismobiliteit
11
achtergrond Wmo / Mobiliteit Wmo Wmo
01 mei 2015
Regionale ambtelijke projectgroep Basismobiliteit Stedendriehoek De voornaamste kritische succesfactor is de niet aflatende inspanning van de projectgroep medewerkers om bij de vele betrokkenen zowel ambtelijk als bestuurlijk voldoende draagvlak te creëren. De ambtelijke projectgroep bestaat uit de volgende personen per gemeente: Rol projectgroep achtergrond Programma manager
Taak
Lid
Secretariaat
Secretariële Ondersteuning
Lid Lid
Planning mobiliteit
Marijke Eppink (Apeldoorn)
Lid
Wmo
Rieke Horsman (Apeldoorn)
Lid
Wmo
Arthur Senff (Brummen) Elly Brinkhof (Deventer) Wouter de Jong (Epe) Marcus Rietveld (Hattem) Ties Beumer (Heerde) Rienk Planje (Lochem) Mary Vlassak (Voorst) Harry van Vliet (Zutphen)
Lid Lid Lid Lid Lid Lid Lid Lid
Werken Wmo
Plannen Verankeren intergemeentelijke samenwerking. Verbindende schakel naar Stedendriehoek Carrousel Inhoudelijk projectleider Apeldoorn Deelnemer bovenregionale samenwerking Implementatie, uitvoering, Deelnemer bovenregionale samenwerking Projectleider Brummen Projectleider Deventer Projectleider Epe Projectleider Hattem Projectleider Heerde Projectleider Lochem Projectleider Voorst Regionaal projectleider doorontwikkeling OV Projectleider Zutphen
Andreas Noordam (Zutphen) Antoinette van Eck-Voois, Kim Plattel Sanne Tengker (Apeldoorn) Hinnie Bolt (Apeldoorn)
Wmo Wmo Wmo mobiliteit
Frequentie vergaderingen: 1 keer per maand
Regionaal Projectplan Basismobiliteit
12
01 mei 2015
Regionaal Projectplan Basismobiliteit
13
01 mei 2015
07|
Financieel
Werkbudget project basismobiliteit. In juni 2014 is colleges gevraagd €50.000 ter beschikking te stellen voor de uitvoering van het project. Dit bedrag is niet ingezet en niet geïnd en . In februari 2015 is de colleges opnieuw om €50.000 verzocht voor de inrichting van een regionale projectorganisatie en de inkoop van externe expertise. Tijdens het portefeuillehoudersoverleg van 10 april 2015 is besloten het toegezegde bedrag uit 2014 opnieuw aan te vragen, aangevuld met de extra € 25.000. Er wordt uitgegaan dat in 2015 totaal € 125.000 nodig is. Deze kosten zijn bedoeld om de genoemde activiteiten te verrichten tot het moment van daadwerkelijke aanbesteding. Kosten van bijvoorbeeld de begeleiding bij de aanbesteding zijn nog niet opgenomen, omdat deze nog niet bekend zijn. De kosten worden naar rato van het inwoneraantal verdeeld:
Tabel 1
Begroting 2015
Wat Inhuur zorgbelang Gelderland Planning, Secretariële ondersteuning / beleidsontwikkeling Apeldoorn Projectleider Adviesbureau Forseti; Bovenregionaal PvE en Bestekken Adviesbureau Forseti; Regionaal maatwerk PvE en Bestekken Controle bestek op formulering kwalitatieve uitvraag Controle bestek op vervoerskundige en organisatorische uitvraag Externe expertise (regiecentrale, intergemeentelijke samenwerking Omzetting zones naar kilometers Onvoorzien Totaal Met uitzondering van nummer 2 en 3 zijn de overigen stelposten. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Tabel 2
Bedrag € € € € € € € € € € €
1.000 35.000 35.000 10.000 10.000 5.000 5.000 10.000 5.000 9.000 125.000
Verdeling regionale kosten naar gemeenten inwoners
percentage
Gemeente Apeldoorn
157.545
35,50
€
Gemeente Brummen
21.177
4,77
€
5.964,73
Gemeente Deventer
98.322
22,15
€
27.693,47
Gemeente Epe
32.351
7,29
€
9.112,01
Gemeente Hattem
11.732
2,64
€
3.304,45
Gemeente Heerde
18.490
4,17
€
5.207,91
Gemeente Lochem
33.248
7,49
€
9.364,66
Gemeente Voorst
23.767
5,36
€
6.694,24
Gemeente Zutphen
47.164
10,63
€
13.284,26
443.796
100,00
€
125.000,00
totaal
Regionaal Projectplan Basismobiliteit
14
bijdrage 44.374,27
01 mei 2015