Regionaal inkoopplan 2014 ten behoeve van de inkoop in de regio Noord-Holland Noord
Juni 2013
Inkoopplan 2014 regio Noord-Holland Noord
Inhoudsopgave 1 INLEIDING ................................................................................... 3 2 ANALYSE VAN DE REGIO .................................................................. 4 2.1 2.2
Regionaal kwalitatief beeld ............................................................................... 4 Regionaal kwantitatief beeld ............................................................................. 7
3 INKOOP DOELSTELLINGEN 2014 ...................................................... 11 3.1 3.2
Inkoopdoelstellingen Wijknetwerken ................................................................. 11 Inkoopdoelstellingen Verpleging en Verzorging ..................................................... 11 3.2.1 Extramuralisering .................................................................................. 11 3.2.2 Inkoopdoelstellingen Dementie .................................................................. 11 3.2.3 Doelmatigheid /kosten ............................................................................ 11 3.3 Inkoopdoelstellingen Gehandicaptenzorg ............................................................ 11 3.3.1 Extramuralisering .................................................................................. 12 3.3.2 Ketenzorg ............................................................................................ 12 3.3.3 Doelmatigheid /kosten ............................................................................ 12 3.4 Inkoopdoelstellingen Langdurige GGZ ................................................................. 12 3.4.1 Extramuralisering .................................................................................. 12 3.4.2 Ketenzorg ASS ....................................................................................... 12 3.4.3 Doelmatigheid /kosten ............................................................................ 13
4 PRIORITERING ............................................................................ 14
2
1
Inleiding
Net als voorgaande jaren voeren de Zorgkantoren Coöperatie VGZ U.A. de AWBZ uit in de regio’s Nijmegen, Noord- en Midden Limburg, Noordoost-Brabant, Midden-Brabant, MiddenHolland, Waardenland en Noord-Holland Noord. Voor een beschrijving van het inkoop- en contracteringsproces 2014 verwijzen wij naar onze inkoopsystematiek op www.vgz-zorgkantoren.nl Opzet regionale inkoopplannen Om onze centrale beleidsdoelstellingen te vertalen naar de situatie in de regio Noord-HollandNoord hebben wij dit regionale inkoopplan opgesteld. Dit beschrijft in essentie wat het zorgkantoor in de regio wil bereiken, uw offerte dient zich te richten op de doelstellingen zoals deze in dit plan zijn opgenomen. In het inkoopplan kan verwezen worden naar de relatie tussen de betreffende regio en de overige VGZ regio’s, de analyse waarop dit is gebaseerd vindt u terug in het bestand Vergelijking VGZ Zorgkantoorregio’s zoals gepubliceerd op onze website. Landelijke taakstelling Voor de inkoop 2014 zal er als uitvloeisel van landelijke maatregelen door de zorgkantoren extra aandacht zijn voor de doelmatige inzet van middelen, een viertal elementen zijn hierbij van belang: Afspraken over productmix Afspraken over tarief Afspraken over volumes Afspraken over gemiddelde kosten per cliënt Wij verzoeken aanbieders dan ook met klem om in hun offerte al rekening te houden met de forse taakstelling die wij allen dienen te behalen. Met name de uitkomsten van het Zorgakkoord en de doorrekening van de gevolgen van de extramuralisering hebben een forse impact. Aanpassing van de productieafspraak in lijn met deze maatregelen is onvermijdelijk. Nieuwe aanbieders en PGB maatregel Op het moment van publicatie van dit document is er landelijk nog onduidelijkheid over de uitwerking van een aantal maatregelen uit het regeerakkoord. Onder andere de contractering van nieuwe aanbieders in relatie tot de beperking van het PGB valt hieronder. Vooralsnog hanteren de zorgkantoren van Coöperatie VGZ net zoals voorgaande jaren de stelregel dat nieuwe aanbieders die in aanmerking willen komen voor een contract voor het leveren van AWBZ zorg in de regio ook inzichtelijk moeten maken dat ze een meerwaarde hebben voor de regio. Een duidelijke en ook vast te stellen motivatie op dit onderdeel dient door aanbieders die in aanmerking willen komen dan ook aangeleverd te worden bij de offerte. Samenhang tussen inkoopdocumenten. De centrale visie op langdurige zorg van het zorgkantoor is beschreven in het visiedocument Duurzaam en Dichtbij 2014. Daarnaast zijn op onze website de overige relevante documenten gepubliceerd waarvan u kennis dient te nemen om tot een overeenkomst te komen.
3
2 Analyse van de regio 2.1
Regionaal kwalitatief beeld
Dit onderdeel beschrijft de stand van zaken in de ontwikkeling van onze centrale beleidsdoelstellingen voor de regio en gemeenten in de regio: Beleid wijknetwerken Beleid dementiezorg Beleid langdurige zorg GGZ Autisme Spectrum Stoornis Overige fricties (gespecificeerd en benoemd in doelgroepen en omvang) Beleid wijknetwerken (zie wijknetwerken inkoopbeleid 2013) In de regio Noord-Holland Noord lopen vijf projecten in het kader van het beleid wijknetwerken. Het gaat hierbij om twee projecten in Alkmaar, een project in Medemblik, Heerhugowaard en Den Helder. Het betreffen initiatieven waarbij de nadruk ligt op meer integrale samenwerking. Kenmerkend voor deze initiatieven is de samenwerking tussen welzijn, AWBZ, ZVW, zorgaanbieders en huisartsen met als doel voor een wijk/gebied tot een samenwerking te komen en een kosten verschuiving te laten plaatsvinden van Zorg naar welzijn en van professionele zorg naar vrijwilligerszorg. De projecten richten zich met name op de kwetsbare ouderen waarbij het doel is de ouderen langer op een goede manier zelfstandig thuis te laten wonen. De projecten komen deels voort uit de inkoop 2011 en krijgen in 2014 een vervolg, waarna ze afgezet tegen het centrale beleid geëvalueerd zullen worden. Gezien de spreiding van de projecten ziet zorgkantoor Noord-Holland Noord het als wenselijk om ook in Hoorn een project te starten. Beleid dementiezorg Het zorgkantoor Noord-Holland Noord stimuleert al jaren een regionaal integraal beleid voor het gehele dementietraject. In 2014 wil het zorgkantoor het ingezette beleid continueren tot een samenhangend trajectaanbod, waarbij integrale zorg wordt geleverd door een regionaal netwerk (platform) van samenwerkende zorg- en welzijnsaanbieders. Het zorgkantoor streeft naar het bestendigen van het ‘Geriant- model’, het inmiddels gerealiseerde casemanagement en de samenwerkingsafspraken op het vlak van vroegsignalering en -diagnostiek. In 2009 zijn twee projecten gestart die gericht zijn op klanten met dementie te weten ‘Meer dan wonen’ en ‘Thuis Team Dementie’ Ook in 2014 wil het zorgkantoor deze werkwijzen continueren. Daarnaast wil het zorgkantoor bestendiging en verdere uitrol van integrale zorg voor mensen met dementie thuis en hun mantelzorgers, op geleide van één zorgplan voor alle betrokken zorgaanbieders. Daarnaast is het project “Warm welkom” ontwikkeld. Dit is voor cliënten en hun partner met dementie die van uit de thuissituatie direct worden opgenomen in een verpleeghuis. Naast het regionale integrale dementietraject worden in de regio algemene (wijk)netwerken ontwikkeld voor kwetsbare burgers. Daarin hebben de huisarts/POH en wijkverpleging een spilfunctie. Naast deze spilfunctie heeft de casemanager voor mensen met dementie een duidelijke rol. Afstemming tussen huisarts/POH en andere partijen in wijknetwerkverband enerzijds en casemanagement dementie anderzijds is gedurende het gehele zorgtraject van belang. Het is essentieel dat op cliëntniveau, duidelijke afspraken gemaakt worden over de regierol en de taakverdeling. Het zorgkantoor heeft als doel dat beide organisatievormen uniform en complementair gaan werken. Naast het zorgkantoor hebben de gemeenten, vanuit de Wmo, een verantwoordelijkheid in de informatievoorziening en gidsfunctie voor deze doelgroep. Verder is het de verwachting dat de gemeenten, door de decentralisatie, de verantwoordelijkheid krijgen voor de uitvoering van de functie begeleiding. Veel mensen met dementie ontvangen de extramurale begeleiding als onderdeel van een groter pakket aan zorg en ondersteuning. Mantelzorgondersteuning is een
4
belangrijk onderdeel van dit pakket en wordt, als onderdeel van de Wmo, ook de verantwoordelijkheid van gemeenten. Het zorgkantoor wil samen met de kerngemeenten en de regionale ketenpartners invulling geven aan enerzijds de invulling van de gids- en informatiefunctie en anderzijds aan een goede samenwerking en afstemming voor de extramurale begeleiding inclusief mantelzorgondersteuning. Voor 2014 wil het zorgkantoor de afspraken uit 2013 continueren. Beleid langdurige zorg GGZ De GGZ heeft in 2008 te maken gehad met een splitsing in de financiering van producten die voorheen onder de AWBZ vielen. De producten gekoppeld aan behandeling/genezing worden door de zorgverzekeraars ingekocht en gefinancierd middels de DBC-systematiek, terwijl de overige AWBZ producten ingekocht en gefinancierd worden via het zorgkantoor. Veel cliënten ontvangen naast geïndiceerde AWBZ zorg, curatieve zorg (behandeling) die door de verzekeraars wordt betaald. Deze zorg is vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormt een integraal pakket. Het ontbreken van een schakel kan de behandeling en rehabilitatie van cliënten in de maatschappij nadelig beïnvloeden. Het zorgkantoor en zorgverzekeraars stemmen daar waar nodig met elkaar af. Scheiden van Wonen en Zorg Binnen de AWBZ is er draagvlak voor de verdere ontwikkeling van ambulantisering van de zorg. Ook het zorgkantoor onderschrijft deze ontwikkeling. Centraal blijft staan de zorgvrager met diens behoefte. Dit zal bepalend zijn voor de invulling van de zorgvraag door de zorgaanbieder. Per 1 januari 2014 wordt naar verwachting Scheiden van Wonen en Zorg doorgevoerd voor lage ZZP’s in de verschillende sectoren (GZ/GGZ/V&V). Wij verwachten van de zorgaanbieders dat zij zich actief inzetten om nieuwe cliënten met een lage ZZP goede en op de vraag afgestemde (extramurale) alternatieven aan te bieden. Voor de intramurale capaciteit willen wij zoveel mogelijk dat de huisarts de primaire behandelaar blijft. Voor de cliënt met dementie kan de huisarts hierbij gebruikmaken van de expertise van Geriant, in de verzorgingshuizen conform het concept ‘Meer dan Wonen’. Het zorgkantoor acht de omzetting van intramurale capaciteit zonder behandeling naar capaciteit met behandeling in individuele gevallen bespreekbaar in de komende jaren. Als trend ziet men verder de ontwikkeling van nieuwe zorgmodellen. Zo worden verschillende rehabilitatiemethodieken ontwikkeld en komt er een grotere nadruk op systeembenaderingen. Een zorgmodel in ontwikkeling, waarbij rehabilitatie in de vorm van de Individual Placement en Support (IPS) methodiek een essentieel onderdeel is, betreft Functie Assertive Community Treatment (FACT) in de GGZ. Het vaststellen van de exacte zorgvraag is lastig, de instroom binnen de GGZ is diffuus en niet los te zien van de maatschappelijke ontwikkelingen. Bij de bekostiging van FACT zijn naast het zorgkantoor/AWBZ ook de zorgverzekeraars en de gemeenten in het kader van de Wmo betrokken. Partijen moeten hier gezamenlijk in optrekken om tot een adequate financiering te komen. NAH Mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) zijn in twee groepen te onderscheiden: NAH als gevolg van een trauma (externe oorzaak) zoals val of ongeval; NAH door interne oorzaak (intern trauma) zoals TIA of beroerte. Mensen met NAH doen een beroep op zorg van thuiszorginstellingen, verpleeghuizen en instellingen voor lichamelijk gehandicapten. In het bijzonder NAH-cliënten, waarbij naast een lichamelijke beperking als gevolg van het hersenletsel ook sprake is van gedragsproblematiek, vragen om een specifieke zorgaanbod. Dit aanbod vertaalt zich naar een zo normaal mogelijke woonomgeving waarbij specialistische zorg (op afroep) kan worden geboden, vooral gericht op de gedragsproblematiek. De zorgvraag naar dergelijke gespecialiseerde voorzieningen wordt steeds explicieter.
5
Hierbij is de vraag niet alleen afkomstig van NAH-cliënten die gebruikmaken van de bestaande voorzieningen voor lichamelijk gehandicapten, maar ook van NAH-cliënten die op dit moment zorg krijgen binnen de GGZ (behandeling van NAH) en V&V (verzorging van NAH). Voor de NAH-doelgroep is er een toenemende vraag naar zelfstandigheidtrainingen om een terugkeer in de maatschappij goed mogelijk te maken. De vraag richt zich op een keten van wonen, dagbesteding en vervolgzorg in de thuissituatie. Doel hierbij is op termijn met ondersteuning zelfstandig te kunnen wonen. Cerebro Vasculair Accident (CVA) In de afgelopen jaren is door het zorgkantoor onderzoek gedaan met betrekking tot de zorg voor CVA-cliënten. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat de zorg in de regio, inclusief A1 gemeenten niet conform de landelijke standaarden wordt uitgevoerd. De regio Noord-Holland Noord bestaat uit drie sub regio’s te weten: Noord-Kennemerland, WestFriesland en de Kop van Noord-Holland. Elk van de drie regio’s heeft een eigen dynamiek en invulling gegeven aan de kwaliteit van CVA-zorg. In 2011 is besloten de landelijke standaarden en werkmethoden tot inkoopdoel te maken. In 2013 is de revalidatie van deze CVA-cliënten overgegaan van de AWBZ naar de Zvw. Het is dus noodzakelijk, willen aanbieders in aanmerking komen voor het leveren van CVA-zorg, dat ze per 1 januari 2014 aantoonbaar voldoen aan de CBO-richtlijn voor CVA. Dit alles in afstemming met de zorgverzekeraar. Autisme Spectrum Stoornis (ASS) De Zorgkantoren Coöperatie VGZ willen een concrete invulling geven aan doelstellingen uit het centrale beleidsdocument omtrent ASS zorg. Op basis van het centrale beleid en de onderzoeken daaruit constateren wij de volgende fricties bij de zorg aan mensen met een ASS: Er dient meer aandacht te zijn voor vroegdiagnostiek. Professionalisering hiervan leidt tot veel gezondheidswinst; Het huidig aanbod van zorg sluit niet altijd aan op de transities in levensfasen; Er wordt binnen het convenant autisme gewerkt aan een samenhangend aanbod rondom de zorg voor ASS; De vraag en het aanbod voor deze doelgroep is onvoldoende inzichtelijk mede omdat veel zorg vanuit PGB wordt gefinancierd. De Zorgkantoren Coöperatie VGZ zijn van mening dat juist door de organisatie van zorg dicht bij de (thuissituatie van de) cliënt volgens de principes van levensloopbegeleiding moet worden gerealiseerd, zodat de cliënt zo goed en lang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen of zelfstandig kan functioneren. Op basis van deze beleidsuitgangspunten zijn in de regio Noord-Holland Noord binnen het convenant autisme de volgende acties gedefinieerd: Vraag en aanbod in de regio is inzichtelijk gemaakt; De invulling van het zorgaanbod past binnen het convenant autisme; Via werkgroepen waarin alle aanbieders zijn betrokken wordt een afgestemd zorgaanbod voor autisme gerealiseerd; Ketensamenwerking rondom autisme versterken met als doel te komen tot regionale netwerkstructuren met sluitende zorgketens; Mensen met ASS zo lang mogelijk in de eigen omgeving te houden; Samenwerking met gemeenten ten aanzien van de zorg aan mensen met een ASS versterken. Om deze doelstellingen te kunnen realiseren, verwachten wij dat, indien u offreert voor de doelgroep ASS, uw initiatieven zijn besproken, afgestemd en ondersteund door de partijen van het convenant autisme.
6
2.2
Regionaal kwantitatief beeld
Inleiding Zorgkantoor Noord-Holland Noord heeft als werkgebied de regio Noord-Holland Noord (NHN). Dit betreft de lijn Heiloo - Hoorn en alle gemeenten ten noorden daarvan inclusief Texel. Het aantal inwoners in 2013 in de regio NHN bedraagt 607.625. Binnen de regio NHN zijn drie sub regio’s te onderscheiden te weten; Noord-Kennemerland, West-Friesland en Kop van Noord-Holland. In de regio zijn na de laatste gemeentelijke fusies 19 gemeenten. Noord-Kennemerland kenmerkt zich als overwegend stedelijk gebied waarbij Alkmaar en Heerhugowaard de grootste conglomeraties zijn. In Noord-Kennemerland zijn relatief veel zorgaanbieders actief. Per 1 januari 2015 fuseren de gemeenten Alkmaar, Schermer en Graft- de Rijp. West-Friesland kenmerkt zich als een landelijk gebied met veel lintbebouwing. Hoorn is qua inwonertal veruit de grootste gemeente en daarna Medemblik. De Kop van Noord-Holland kenmerkt zich als een landelijk gebied waarbij Wieringen en Wieringermeer een van de dunst bevolkte gebieden binnen Nederland zijn. Den Helder is de grootste gemeente en kent als havenstad veel nationaliteiten en sociale problematiek. Als gevolg van de gemeentelijke herindeling is Hollands Kroon inmiddels ook een grote gemeente. Per 1 januari 2013 is de nieuwe gemeente Schagen ontstaan. Kwantitatieve fricties en kenmerken. Het aantal inwoners in de regio NHN zal zich als volgt ontwikkelen (bron CBS 02/05/13): 2013 2015 2020 2025
612.100 615.700 624.200 631.700
41.700 (75+) 46.100 (75+) 57.200 (75+) 75.800 (75+)
10.700 (85+) 12.000 (85+) 14.500 (85+) 18.000 (85+)
Binnen de V&V sector zijn in 2012 30 partijen gecontracteerd. Daarnaast vindt voor vier zorgaanbieders overheveling naar een ander zorgkantoor plaats. Voor de gehandicaptenzorg zijn 9 partijen gecontracteerd en voor de GGZ betreft het 15 aanbieders. Voor 2013 zijn in de regio Noord-Holland Noord voor de V&V 5.356 bedden gecontracteerd. Voor de gehandicapte sector 3.230 en in de GGZ 470. Op peildatum 1 april 2013 staan in AZR ruim 1.500 actief en/of wenswachtenden. De onderverdeling hiervan is als volgt: Intramuraal V&V Intramuraal GHZ Intramuraal GGZ Extramuraal V&V Extramuraal GHZ Extramuraal GGZ
AW 25 4 1 22 3 0
WW 807 258 36 57 122 2
Totaal 832 262 37 79 125 2
7
Intramuraal Binnen de V&V zijn er ±825 cliënten die actief en/of wenswachtend staan voor opname. Ten opzicht van 2012 betekent dit een stabilisatie. Het zorgkantoor is er de afgelopen jaren in geslaagd voldoende concrete afspraken te maken voor de uitbreiding van de intramurale capaciteit en alternatieven daarvoor. Gezien de toekomstige ontwikkelingen voor de lagere ZZP’s achten wij een verdere uitbreiding van de intramurale capaciteit, behoudens gemaakte afspraken uit het verleden, niet wenselijk. De ZZP-systematiek geeft zicht op de zorgzwaarte binnen de instellingen. Het algemene beeld in de afgelopen jaren is een verzwaring van de zorgvraag. In de regio wordt gestimuleerd cliënten met lagere ZZP’s zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Het gevolg is dat de gemiddelde zorgzwaarte van de cliënten hoger wordt. In de zorg voor mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking zien wij dat de vraag naar woonplekken steeds meer maatwerkvragen betreft. De standaard antwoorden zijn niet meer voldoende voor de beantwoording van de vragen. Er is nog steeds sprake van de doelgroepen licht verstandelijk beperkten of jeugdigen met een autisme spectrum stoornis die aangewezen zijn op een 24-uurs setting vanuit de AWBZ of juist zijn aangewezen op zelfstandig wonen met een duidelijk aanwezige ambulante begeleiding. Hiervoor is het bieden van een passende oplossing echter complex. Bestaande plaatsen voldoen vaak niet aan de eisen van de zorgvragers waardoor leegstand ontstaat, terwijl uitbreiding ambulant nodig is. Dat brengt in toenemende mate de discussie op het ‘versneld’ omzetten van bestaande capaciteit naar nieuwe woonvormen, om te voorkomen dat een aanbieder wordt geconfronteerd met toenemende kapitaalskosten vanwege leegstand. Hier ontstaat een dilemma tussen laveren op geleide van de vraag of op geleide van het beschikbaar aanbod. Er wordt in feite gesteld dat de infrastructuur in de kleinschalige woonomgeving van dezelfde kwaliteit dient te zijn als op een instellingsterrein. Samenwerking tussen aanbieders onderling en gemeentelijke regie zijn hierin twee kernbegrippen. Gezien de afbouw van de lagere ZZP’s achten wij een verdere uitbreiding van de intramurale capaciteit, behoudens gemaakte afspraken uit het verleden, niet noodzakelijk. Het tempo van realisatie van nieuwe verblijfsplaatsen is daarom mede afhankelijk van het beschikbare budget voor capaciteitsmutaties binnen het regiobudget en daarnaast veelal afhankelijk van het beschikbaar komen van woningen. Dit verklaart het aantal wenswachtenden. De meeste aanbieders hebben een goede samenwerking met woningbouwverenigingen en gemeenten. De vraag naar verblijf voor licht verstandelijk gehandicapte jongeren overstijgt het beschikbare aanbod. Een gedeelte van de oorzaak van deze aanhoudende problemen heeft te maken met het gebrek aan doorstroomvoorzieningen voor uitbehandelde cliënten. Een betere samenwerking en organisatie moeten zorgen voor een diversiteit van zorg die meer aansluit bij de behoeften en wensen van deze groep. Kijkend naar de GGZ, zoals deze binnen de AWBZ valt, kunnen een aantal ontwikkelingen worden weergegeven. Binnen de GGZ zijn de laatste jaren verblijfsvoorzieningen gerealiseerd voor speciale doelgroepen. Verder lijkt er een toenemende vraag te zijn naar ambulante woonbegeleiding en kleinschalig wonen. Het totaal aantal plaatsen dat in de GGZ beschikbaar is voor verblijf (met en zonder behandeling) is in 2013 licht gestegen. De groei is toe te schrijven aan plaatsen voor Autisme en RIBW ‘s. Evenals voor wat betreft de ambulante zorg proberen de zorgaanbieders het beschikbare aanbod van verblijf zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de vraag van de cliënt. Voor 2014 is het streven het aantal reguliere bedden te stabiliseren of af te bouwen door middel van afbouw lagere ZZP’s c.q. ambulantisering van de zorg. De ZZP-systematiek geeft zicht in de zorgzwaarte binnen de instellingen. Het algemene beeld in de afgelopen jaren is een verzwaring van de zorgvraag. In de regio wordt gestimuleerd cliënten zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Het gevolg is dat de gemiddelde zorgzwaarte van de opgenomen cliënten hoger wordt. Het zorgkantoor wil voor 2014 behoudens gemaakte afspraken in het verleden, geen extra afspraken maken voor intramurale capaciteit.
8
Extramuraal Er zijn geen signalen bekend dat er binnen de sector V&V extramuraal capaciteitsknelpunten zijn. In de voorgaande jaren hebben zorgaanbieders in NHN kunnen voldoen aan de vraag naar extramurale zorg. In de regio zijn momenteel extramuraal beperkte wachtlijsten. In Noord-Holland Noord hebben alle klanten in de V&V minimaal drie keuzemogelijkheden voor aanbieders. In AZR (peildatum 2 april) staan 79 cliënten binnen de V&V te wachten. Met het orthopedagogisch centrum zijn afspraken gemaakt om meer en eerder ambulant te werken. De zorgvraag voor deze groep cliënten ontwikkelt zich op alle vlakken binnen de keten van JLVG-zorg. Het betreft zowel ondersteuning van het systeem rondom de cliënt, passende (arbeidsmatige) dagbesteding en zeer specifieke gedragsbehandeling maken onderdeel uit van de zorgvraag. Onder het motto ‘gewoon waar kan, specifiek waar moet’ worden jongeren opgevangen en behandeld met hun eigen netwerk met residentiële opname als achtervang (integrale teams). Wij willen alleen afspraken maken met nieuwe zorgaanbieders als zij vanuit de optiek van het zorgkantoor aantoonbaar een onderscheidend aanbod bieden. Er kunnen afspraken worden gemaakt over extramurale uitbreiding als de zorgaanbieder concreet kan aantonen: waarin de zorg onderscheidend is van het bestaande aanbod (het kan bijvoorbeeld gaan om specifieke doelgroepen en nieuwe zorgconcepten) en de zorgaanbieder kan concreet aangeven waar de klanten vandaan komen en van welk aanbod de klanten gebruik maakten. Daarnaast eist het zorgkantoor van de potentiële nieuwe aanbieder een doelmatige zorginvulling. Dit ter beoordeling van het zorgkantoor. Het aanbod van dagbesteding en begeleiding GGZ in de regio lijkt in evenwicht. Het aanbod is de afgelopen jaren verbreed met zorgboerderijen en andere aanbieders die hun diensten via een Persoonsgebonden budget aanbieden. Hiermee wordt een breed aanbod geboden dat in de vraag voorziet. De verwachtingen is dat de benodigde zorg in 2014 op het begrote niveau van 2013 zal liggen. In het kader van de overgang van begeleiding naar de Wmo zullen met ingang van 2014 nieuwe cliënten voor dagbesteding (BG-GR) geen beroep meer kunnen doen op de AWBZ. Deze zorg is op (FACT) wijkniveau. De bedoeling is in 2013 aansluiting te vinden met de (centrum)gemeenten (Alkmaar, Heerhugowaard, Hoorn en Den Helder) en het daarna de komende jaren uit te breiden naar de overige gemeenten in de regio Noord-Holland Noord. Het zorgkantoor wil de ontwikkeling van zelfstandig (geclusterd) wonen stimuleren voor cliënten met een lagere ZZP-indicatie. Er moet hierbij veiligheid aan de cliënten geboden worden, continuïteit en kwaliteit van zorg en een bij het individu passende dagbesteding. Domotica, wijknetwerken, gemeenten en woningbouwverenigingen kunnen hierbij een meerwaarde bieden. Het zorgkantoor is van mening dat door een doelmatige inzet van de zorg buiten kantooruren en de onplanbare zorg de kosten voor zowel de zorgaanbieders als het zorgkantoor gereduceerd kunnen worden. Zorgaanbieders moeten het belang van doelmatige zorg inzien, waarbij zaken als financiële afhandeling, het borgen van kwaliteit en hoe om te gaan met elkaars klanten onderdeel zijn. De samenwerkingsafspraken op het gebied van doelmatige zorg moeten voldoen aan de richtlijnen van de NMa. In de regio wordt een productmix geleverd binnen de in 2013 regionaal bepaalde verhoudingen. Het zorgkantoor meent dat een doelmatige levering van zorg afhankelijk is van de situatie waarin de zorg wordt geleverd en de plaats van levering. Voor de klant die in de directe nabijheid van een instelling verblijft, liggen de kosten voor het leveren van zorg anders dan de klant waarvoor langere aanrijdtijden worden gemaakt. Hierbij heeft het zorgkantoor als standpunt dat de beschikbaarheid van personeel geleverd vanuit van een intramurale zorginstelling deel uitmaakt van de inkoop van de intramurale zorg en derhalve al wordt bekostigd.
9
Het zorgkantoor koopt geen extra componenten (PV-extra, VP-extra of BG-extra) in bij zorgaanbieders die deze zorg vanuit een intramurale instelling in dezelfde viercijferige postcode van de intramurale instelling leveren. De zorgverlening per functieklasse zal gemiddeld maximaal 50% van de bandbreedte bedragen. Om in aanmerking te komen voor extramurale groei dient een offerte ingeleverd te worden waarin gespecificeerd wordt hoeveel cliënten in 2014 extra in zorg genomen worden (groei in concrete aantallen ten opzicht van 1 juni 2012) en welk volume daarvoor nodig is (gespecificeerd in producten). Het zorgkantoor zal alleen extramurale groei afspreken als sprake is van aantoonbare doelmatige zorg. Verpleging Speciaal Het zorgkantoor kocht in 2013 ‘Verpleging speciaal’ alleen in bij zorgaanbieders die voor deze zorg aantoonbaar gespecialiseerde verpleegkundige teams hadden. Het zorgkantoor stelde als voorwaarde voor deze teams een 24-uurs beschikbaarheid voor de hele regio inclusief de mogelijkheid voor collega zorgaanbieders om van de diensten van dit team gebruik te maken. In het afgelopen jaar is deze methodiek bekritiseerd door zorgaanbieders. Hierom is besloten twee opties te hanteren voor het contracteren van Verpleging Speciaal. De grotere thuiszorgorganisatie met een aantoonbaar gespecialiseerd team brengt voor de collega zorgaanbieders voor het leveren van deze diensten niet meer in rekening dan het tarief van de reguliere producten. Hierover moet tussen de zorgaanbieders overeenstemming zijn over de facturering en het tarief. Het zorgkantoor continueert de afspraken met de grotere thuiszorgorganisatie. Er is geen overeenstemming tussen de zorgaanbieders over facturering en het tarief. Het zorgkantoor wil ook met kleinere thuiszorgaanbieders in overleg gaan waarbij een van de opties is dat er afspraken over het product ‘Verpleging speciaal’ gemaakt worden. Voorwaarde is dat deze organisaties aantoonbaar gespecialiseerde verpleegkundige teams hebben met een 24-uurs bereikbaarheid voor het betreffende werkgebied. In 2013 zijn twee nieuwe organisaties voor dit product gecontracteerd. De consequentie hiervan is dat het volume en het tarief voor de grotere thuiszorgorganisatie met het aantoonbaar gespecialiseerde team, verlaagd wordt. Crisisopvang Het zorgkantoor wil de crisisregelingen doelmatig inkopen. Het is van belang dat er een regionale dekking is en optimaal gebruik gemaakt wordt van de verschillende opvangmogelijkheden, te weten: extramurale zorg, kortdurend verblijfplaatsen en crisisopvang in verpleeghuizen. Op dit moment signaleert het zorgkantoor geen problemen met betrekking tot de crisisopvang. Het zorgkantoor wil voor 2014 de huidige capaciteit voor crisisopvang continueren. Binnen de gehandicaptenzorg is voortdurend vraag naar crisisopvang. Deze opvang is kortdurend en vraagt vaak een specifieke expertise. Punt van aandacht hierin is capaciteit vrij te hebben op de juiste plaats voor het invullen van deze specifieke zorgvraag. Binnen de regio bestaat een protocol crisis- en noodopvang. De opvang is geregeld via het Meldpunt Acute Zorg. Het zorgkantoor wil voor 2014 de huidige capaciteit voor crisisopvang continueren.
10
3 Inkoop doelstellingen 2014 In dit hoofdstuk beschrijven wij de doelstellingen die voortkomen uit de regionale analyse.
3.1
3.2
Inkoopdoelstellingen Wijknetwerken Verder uitwerken van de vijf projecten, het uitbreiden met de gemeente Hoorn en evalueren van de projecten. Komen tot een nauwere samenwerking met de betreffende gemeenten en sluiten van een convenant.
Inkoopdoelstellingen Verpleging en Verzorging Continuïteit van zorg Contracteren van CVA–zorg conform laatste CBO-richtlijn in samenwerking met de Cure Verkorten van de wachtlijst Actief Wachtenden middels extramurale initiatieven Afbouw van intramurale bedden zodat ook in de toekomst het aanbod en vraag in overeenstemming is. (afbouw ZZP1 t/m 3)
3.2.1 Extramuralisering Nieuwe klanten gaan voor bestaande klanten Meer klanten voor het zelfde budget.
3.2.2 Inkoopdoelstellingen Dementie Continueren beleid dementie inclusief casemanagement en de projecten dementie (Meer dan wonen, Thuis team dementie en Warmer welkom). 3.2.3 Doelmatigheid /kosten Inkopen van extramurale zorg en dan met name voor de zorgprestaties extra en speciaal volgens vaste verhoudingen ten opzichte van de basisprestatie. Daarnaast hanteren wij als doelstelling een gemiddeld gebruik van de bandbreedte per functieklasse.
3.3
Inkoopdoelstellingen Gehandicaptenzorg Continuïteit van zorg; Het zorgkantoor koopt alleen initiatieven in die voldoen aan de specifieke zorgvragen van cliënten en waar nog geen passend aanbod voor is in de regio. De verwachting is dat dit kan gebeuren binnen de huidige capaciteit van aanbieders; De huidige capaciteit moet de diversiteit van de doelgroep weerspiegelen, dat heet normaal waar het kan (bijvoorbeeld wonen in de wijk) en specifieke woningen voor specifieke doelgroepen indien dit nodig is; Afgesproken capaciteitsuitbreidingen zullen voornamelijk gerealiseerd worden via substitutie van vrijgevallen plaatsen met lage ZZP’s.
11
3.3.1 Extramuralisering Uitbreiding van extramurale uren zal voornamelijk worden gerealiseerd via substitutie van lage ZZP’s; Het zorgkantoor wenst een benadering van de extramurale zorg en dagbesteding zoals beschreven in bij het thema “wijknetwerken”. Afbouw van intramurale bedden zodat ook in de toekomst het aanbod en vraag in overeenstemming is. (afbouw ZZP’s). 3.3.2 Ketenzorg Initiatieven ten behoeve van de LVG-cliënten worden beoordeeld op hun bijdrage aan een betere samenwerking en organisatie van de zorg voor LVG-cliënten en van zorg die meer aansluit bij de behoeften en wensen van deze groep; Initiatieven voor NAH-cliënten die een bijdrage leveren aan een doelmatig en afgestemd zorgaanbod gericht op terugkeer in de maatschappij. 3.3.3 Doelmatigheid /kosten Inkopen van extramurale zorg en dan met name voor de zorgprestaties extra en speciaal volgens vaste verhoudingen ten opzichte van de basisprestatie. Daarnaast hanteren wij als doelstelling een gemiddeld gebruik van de bandbreedte per functieklasse.
3.4
Inkoopdoelstellingen Langdurige GGZ Continuïteit van zorg; Doelmatige inzet in de langdurige GGZ intramurale zorg; Streven om het aantal reguliere bedden te stabiliseren of af te bouwen door middel van afbouw lagere ZZP’s c.q. ambulantisering van de zorg.
3.4.1 Extramuralisering Doelmatige inzet in de langdurige GGZ voor wat betreft extramurale zorg, noodzakelijke zorg daadwerkelijk inzetten, maar ook duidelijke inzet van voorliggende voorzieningen, en aanspraak op eigen steunsysteem; Opbouw van FACT teams, zorg dichtbij, waar nodig, teneinde burgerschap, participatie en eigen verantwoordelijkheid te bevorderen, aanhaking met wijknetwerken; Streven om het aantal reguliere bedden te stabiliseren of af te bouwen door middel van afbouw lagere ZZP’s c.q. ambulantisering van de zorg. 3.4.2 Ketenzorg ASS Initiatieven om cliënten meer begeleid zelfstandig of volledig zelfstandig te laten wonen hebben voorkeur boven intramurale vormen; Op basis van de huidige regionale capaciteit en de wachtlijst zijn wij zeer terughoudend ten aanzien van uitbreiding van intramurale capaciteit; Instellingen die cliënten gericht begeleiden van intramurale zorg naar ambulante zorg zullen worden gehonoreerd; Instellingen die een concrete rol (gaan) spelen in de zorgketen ASS, en in de offerte SMART aangeven hoe dit is afgestemd met partijen in het kader van de uitwerking van het convenant autisme; In het kader van afspraken binnen het convenant autisme wordt een groei van circa 8 verblijfsplaatsen verwacht in 2014.
12
3.4.3 Doelmatigheid /kosten Inkopen van extramurale zorg en dan met name voor de zorgprestaties extra en speciaal volgens vaste verhoudingen ten opzichte van de basisprestatie. Daarnaast hanteren wij als doelstelling een gemiddeld gebruik van de bandbreedte per functieklasse.
13
4 Prioritering Doelstelling 1 Basiszorg ter waarborging van de continuïteit van zorg. Waarbij de landelijk financiële en inhoudelijke taakstellingen (vertaald naar de VGZ zorgkantoorregio’s)voor de AWBZ 2014 kader stellend zullen zijn. Doelstelling 2 Uitbreiding extramurale zorg in relatie tot gerichte afbouw van intramurale zorg en daaraan gekoppelde afspraken. Doelstelling 3 Capaciteitsmutaties voor gespecificeerde doelgroepen, op basis van het doelgroepenbeleid en voor gespecificeerde doelgroepen. Capaciteitsmutaties GZ/GGZ op basis van wachtlijsten, gemaakte capaciteitsafspraken uit het verleden in relatie met de afbouw plaatsen lage ZZP’s. Uitbreiding capaciteit V&V op basis van in het verleden gemaakte afspraken. Doelstelling 4 Gezamenlijke inkoop FACT: de in te kopen zorg betreft beschermd wonen, dagbesteding en de functie inloop. Voor deze zorg moet de aanbieder een integraal voorstel doen waarin opgenomen het aandeel per deelnemer (zorgverzekeraar, zorgkantoor en gemeente(n))
14