Persmededeling
Regering-Bourgeois heeft Vlaanderen twee jaar in de steek gelaten
"Een pak landen en regio's zijn in een hogere versnelling gegaan. Maar de Vlaamse regering blijft onverstoord surplacen. De regering-Bourgeois laat zo de Vlamingen in de steek". Dat is de conclusie die Groen-fractieleider Björn Rzoska maakt op basis van een uitgebreide analyse van 2 jaar beleid van de Vlaamse regering-Bourgeois. "Voor de verkiezingen van 2014 maakten N-VA, CD&V en Open Vld grote beloftes. De regeringBourgeois beloofde 'kracht van verandering'. Maar als we de verschillende beleidsdomeinen overlopen, is er niets te merken van zo een trendbreuk. We zien eerder de kracht van achteruitgang", zegt Björn Rzoska woensdag op een persconferentie in het Vlaams Parlement. Uit de evaluatie die de Groen-fractie van 2 jaar Bourgeois maakt, blijken de volgende kernpunten.
De regering Bourgeois beloofde om na twee jaren besparen weer volop te investeren. Haar doel blijft een nominaal begrotingsevenwicht in 2017. Maar het probleem is dat de Vlaamse overheidsschuld fors oploopt, naar meer dan 30 miljard op het einde van de regeerperiode. Bovendien gebeuren er te weinig productieve investeringen om onze economie een boost te geven. Dat zegt ook de SERV.
De werkzaamheidsgraad van 71,9% ligt nog ver onder de doelstelling van Pact 2020. In mei 2016 waren nog altijd 37 407 jongeren onder de 25 jaar werkloos. Zij worden extra hard getroffen door het schrappen van de inschakelingsuitkeringen. Inzake werkzaamheidsgraad bij allochtonen scoort Vlaanderen dramatisch slecht in vergelijking met andere regio’s.
Er komen veel nieuwe ondernemingen, maar meer dan een kwart van de startende ondernemingen overleeft de eerste vijf jaar niet. De Vlaamse regering investeert te weinig in onderzoek en ontwikkeling en haalt de beloofde 1% overheidsinvesteringen in O&O niet.
Meer dan 1 op 10 Vlamingen leeft in armoede. Het huidige beleid van facturen en taksen maakt dit nog erger. Een gemiddeld Vlaams gezin met vier kinderen verliest door de besparingen 2 473 euro per jaar. Elk gezin met kinderen verliest bovendien bijna 90 euro kinderbijslag, per kind per jaar doordat de regering van N-VA, Open VLD en CD&V de kinderbijslag bevriest.
De regering Bourgeois heeft grote problemen om haar klimaatdoelstellingen te halen op langere termijn. De minister-president geeft zelf toe dat nog een trendbreuk nodig is. Maar die is voorlopig niet in zicht. Het doel van hernieuwbare energie voor Vlaanderen van de klimaattop van Parijs is nog ver af. De Turteltaks is nog steeds niet afgeschaft. De inspanningen om zonne-energie te promoten zijn wel een goede stap.
Elke dag verdwijnt er in Vlaanderen 0,72 hectare bos. De Vlaamse regering voorziet te weinig geld om gekapte bossen te compenseren. De betonstop in 2050 is veel te laat als de minister de overstromingen wil aanpakken. Ze zal waarschijnlijk onvoldoende schrappen in de reserve van woonuitbreidingsgebieden.
"De regering voert op vele vlakken een beleid tegen wil van de mensen in. Dat is de reden waarom de Vlamingen geen vertrouwen hebben in de regering-Bourgeois. Het kan nochtans anders. Met een alternatieve Zuurstofbegroting aan het begin van de legislatuur gaf Groen aan hoe de Vlaamse regering toekomstgericht, sociaal en ecologisch kan investeren in Vlaanderen. We stellen vast dat de analyse van de SERV dinsdag op dezelfde lijn zit", merkt Björn Rzoska op. "Vlaanderen verdient beter. Het kan anders. Deze regering moet een investeringsregering worden: investeren in onze kinderen (kinderbijslag en onderwijs), investeren in de economie van morgen (geen Uplace, wel startende ondernemingen en jobs) en investeren in gezondheid (natuur en ruimtelijk ordening). Maar we stellen vast dat de regering-Bourgeois deze hervormingen nalaat. Ze laat de Vlamingen in de steek. Het enige wat de regering-Bourgeois zegt, is 'trek uw plan'", besluit de fractieleider van Groen.
Persdossier
Rapport van de Vlaamse Regering
De Vlaamse regering van N-VA, CD&V en Open VLD trad aan met de belofte om de kracht van verandering in Vlaanderen voelbaar te maken. De ploeg-Bourgeois ging voor niets minder dan een trendbreuk. De minister-president beloofde vast te houden aan de doelstellingen van Pact 2020 die werden geformuleerd onder Kris Peeters. Geert Bourgeois pakte bovendien zelf uit met een nieuwe ambitieuze visie op Vlaanderen in 2050. Hij legde de lat hoog. Na twee jaar regering-Bourgeois is het tijd om een eerste tussenbalans op te maken. We brengen evoluties in kaart op sociaal, economisch en ecologisch vlak. De cijferdata geven aan dat de regering-Bourgeois geen grote verandering waarmaakt. Integendeel eerder. Wat opvalt is de grote continuïteit met het beleid onder de twee regeringen van Kris Peeters, waar CD&V en N-VA overigens deel van uitmaakten. Dezelfde problemen slepen aan: te weinig investeringen, wachttijden in de zorg, files, ongelijke kansen op de arbeidsmarkt, verlies van open ruimte. De nieuwe ontwikkelingen die zich sinds 2014 voordoen, gaan eerder in een negatieve richting: verlies aan koopkracht, meer ruimte voor de auto, verlies aan groen beleid. Dit rapport gaat over lange termijn-tendensen. Toegegeven, die zijn op korte termijn moeilijk te keren. Maar het is wel tekenend dat de regering-Bourgeois zelfs geen geloofwaardige aanzet tot trendbreuk biedt. In andere gevallen is het beleid van de nieuwe centrumrechtse coalitie wel degelijk nu al aanwijsbaar: de aangehouden besparingen, de overheid die zich terugtrekt en zo 'trek uw plan' zegt aan de mensen en verenigingen in Vlaanderen. De regering voert op vele vlakken een beleid tegen wil van de mensen in. Dat is de reden waarom de Vlamingen geen vertrouwen hebben in de regering-Bourgeois. Het kan nochtans anders. Met een alternatieve Zuurstofbegroting aan het begin van de legislatuur gaf Groen aan hoe de Vlaamse regering toekomstgericht, sociaal en ecologisch kan investeren in Vlaanderen. We stellen vast dat de analyse van de SERV dinsdag op dezelfde lijn zit. Vlaanderen verdient beter. Deze regering moet een investeringsregering worden: investeren in onze kinderen (kinderbijslag en onderwijs), investeren in de economie van morgen (geen Uplace, wel startende ondernemingen en jobs) en investeren in gezondheid (natuur en ruimtelijk ordening). Maar we stellen vast dat de regering-Bourgeois deze hervormingen nalaat. Ze laat de Vlamingen in de steek. Het enige wat de regering-Bourgeois zegt, is 'trek uw plan'.
1. Begroting De beloftes De Vlaamse regering streeft officieel nog steeds naar een begroting in evenwicht in 2017. Dat mantra gebruikt ze om haar hele besparingslogica te justifiëren. Gezinnen en KMO’s hebben al een zware prijs moeten betalen. Maar intussen loopt de geconsolideerde schuld toch op. Anderzijds blijft de Vlaamse regering zichzelf voordoen als een investeringsregering. De voorbije jaren werden ondanks de besparingen, toch al met mondjesmaat de nodige miljoenen vrij gemaakt. En volgens de meerjarenraming zouden de investeringen de laatste jaren van de bestuurstermijn de hoogte ingaan. Zodat nu al geschermd wordt met hoge investeringsbedragen die slaan op de hele legislatuur (bijv. voor scholenbouw, welzijn, onderzoek & ontwikkeling). Maar de Vlaamse regering hanteert hierbij steeds een zeer ruime definitie van investeringen, zodat een vertekend beeld ontstaat. Dat is ook de mening van de SERV. De sociale partners vinden een tijdelijke toename van een begrotingskort verantwoord, als er meer geld gaat naar investeringen in publieke infrastructuur, “omwille van het groeibevorderend effect op de Vlaamse economie en gezien een inhaalbeweging qua volume van overheidsinvesteringen in vergelijking met het buitenland aangewezen is”. 1 De SERV pleit er dan ook voor “om de definitie van investeringen te beperken tot de investeringsmiddelen die vanuit de Vlaamse begroting effectief naar de Vlaamse economie doorstromen”. Gisteren nog zei de SERV dat de Vlaamse regering haar begrotingskoers dringend moet bijsturen, dat ze de Oosterweel-verbinding in de begroting moet opnemen, en die structureel in evenwicht moet brengen. Eerder dan Oosterweel eruit te houden om volgend jaar een gekunsteld evenwicht te bereiken 2. De SERV pleit ook voor investeringen die de economie ten goede komen. Vlaanderen heeft op het vlak van productieve overheidsinvesteringen inderdaad een achterstand tegenover de buurlanden. De Vlaamse regering van N-VA, Open VLD en CD&V moet zich dus dringend herpakken en een nieuwe begrotingskoers inslaan.
De feiten en de cijfers Als we naar de cijfers kijken, stellen we vast dat de geconsolideerde schuld gevoelig stijgt, van 18,8 miljard € in 2014 en 2015 naar 24,5 miljard €. 3 Volgens de meerjarenraming zou die geconsolideerde schuld oplopen tot 32,2 miljard € in 2021. Volgens de eigen definitie van overheidsinvesteringen zit de Vlaamse regering goed. Maar als we naar de echt “productieve investeringen” kijken zoals de SERV dat vraagt, zitten we veel minder goed. Het beeld van investeringsregering valt zowel voor Vlaanderen als België helemaal in duigen als we de vergelijking maken met andere landen of als we de investeringsvolumes vergelijken over een langere tijdsperiode. Dan blijkt dat Vlaanderen op een nooit geziene manier onder- investeert, zeker als het gaat om investeringen in publieke infrastructuur: verzorgingstehuizen, wegen, energienetten.
1
SERV-advies “Begrotingsopmaak 2016”, zie ook SERV-advies “Evaluatierapport begroting 2015”. Advies van de SERV over de Vlaamse begroting 2017 3 Begrotingsaanpassing 2016. 2
Het kan anders Om duidelijk te maken waar Groen voor staat, stelden we in het najaar van 2014 een alternatieve meerjarenbegroting 2015 – 2019 - de Zuurstofbegroting- voor. Daarin gaven we aan hoe we de komende jaren toekomstgericht, sociaal en ecologisch willen investeren in Vlaanderen. We gaven ook aan welke besparingen en nieuwe inkomsten voor ons wél verantwoord zijn. Het grote toekomstproject voor Vlaanderen is voor Groen het realiseren van een rechtvaardige transitie naar een duurzame economie en een zorgzame samenleving.
2. Werk
De beloftes Het doel van Pact 2020 was dat in 2020 76% van de 20- tot 64-jarigen aan het werk zou zijn. Bij de lancering van Pact 2020 betekende dit dat elk jaar een half percent mensen extra aan werk moest geraken. Deze doelstelling werd herhaald in de regeringsverklaring van deze regering in 2014. De Vlaamse regering en minister Philippe Muyters willen vooral inzetten op de doelgroepen van jongeren, ouderen en mensen met een handicap. Veel minder op langdurig werklozen. Allochtonen worden niet als een aparte doelgroep beschouwd. Die lijn wordt ook doorgetrokken naar erkende vluchtelingen. Aanpak van discriminatie op de werkvloer is voor de minister geen prioriteit. Hij kant zich tegen praktijktesten. Hij pleit voor zelfregulering door bedrijven. Voor werkbaar werk is er te weinig aandacht. Minister Muyters wou de workability index afschaffen. De feiten en cijfers In 2015 haalde Vlaanderen een werkzaamheidsgraad van 71,9%. Als we de doelstelling van Pact 2020 nog willen halen moet de komende vijf jaar elk jaar 0,8% Vlamingen meer werk vinden. In vergelijking met andere OESO-landen, zitten we met deze werkzaamheidsgraad niet bij de koplopers. Het aantal werkzoekenden en de werkzaamheidsgraad stagneren als je het over de laatste 15 jaar bekijkt. Bijzonder dramatisch is de werkzaamheidsgraad bij allochtonen. Slechts 53,7% van de mensen met een buitenlandse origine heeft werk gevonden in Vlaanderen. Een verschil van maar liefst 20% met de autochtone bevolking die een werkzaamheidsgraad van 73,6% haalt.4 Internationaal bengelen we daardoor aan de staart. In de jeugdwerkloosheid is wel een positieve trend merkbaar: het aantal jongere werklozen daalt licht. Maar in mei 2016 waren nog altijd 37. 407 jongeren onder de 25 jaar werkloos. In de Vlaamse steden ligt de werkloosheid hoog. 5 In Antwerpen op 27,2%, Brussel 26,1 %, Gent 25,8 %, Genk 25,1 %, Mechelen 22,8% en Hasselt 20,9 %. De daling van de jeugdwerkloosheid is in de context van het wegvallen van de federale inschakelingsuitkering niet noodzakelijk een ‘positieve’ indicatie. Wat we weten is dat er minder jongeren een uitkering krijgen, maar er is geen indicatie dat er meer jongeren aan een job geraakt zijn. Ook het aantal not in education, employment or training -jongeren6 daalt de laatste twee jaar (tot 9,8% in 2015), maar het aantal NEET-jongeren blijft bijvoorbeeld in Antwerpen een stuk hoger (12,1%).7 In de sector van de sociale economie ging het de voorbije maanden erg moeilijk. Op 26 januari 2016 heeft de Raad van State het uitvoeringsbesluit voor het maatwerk geschorst. Dat zorgde voor een malaise in de sector van de sociale economie. Waardoor veel minder nieuwe aangepaste jobs konden aangeboden worden en bestaande jobs onzeker werden. Dit zou op 1 juli rechtgezet zijn via Reparatiebesluiten.
4
Steunpunt Werk, “Vlaanderen binnen Europa. Een gekleurde blik op de arbeidsmarkt”. (cijfers VDAB en Actiris – februari 2016). 6 NEET = “not in education, employment or training”. 7 “NEET-jongeren in Antwerpen,,Kwantificering”, in opdracht van stad Antwerpen en VDAB, juni 2015. 5
De evolutie naar meer werkbaar werk verloopt in Vlaanderen bijzonder traag. Veel Vlamingen vinden hun job weinig zinvol en daar treedt voorlopig weinig of geen verandering in. De hoge cijfers voor ziekteverzuim in Vlaanderen sluiten hierbij aan. Het ziekteverzuim in Vlaanderen in 2015 schommelt tussen 6 en 8%, vooral langdurig ziekteverzuim is een probleem: 4-5% van de werknemers is langer dan een maand ziek. Tussen 2014 en 2015 nam het deel langdurige ziekteverzuim (van langer dan een jaar) toe met 0,5 %. Overal zit 2,5 à 3,5% van de werknemers langer dan een jaar ziek thuis.
Het kan anders Groen pleit voor een Vlaamse taks shift. Daardoor kunnen we 500 miljoen € extra investeren in doelgroepen en 500 miljoen € extra uittrekken voor een loonbonus Daarbij ook voldoende steun voor maatwerk- en sociale dienstenbedrijven Invoering praktijktesten om discriminatie op de werkvloer aan te pakken Behoud en uitbreiding workability index
3. Ondernemen De beloftes De Vlaamse regering streeft naar meer economische groei, liefst ook duurzame groei. In de Visienota 2050 zegt de regering dat ze de transitie wil maken naar een Industrie 4.0. Wat een doortrekking is van het ‘nieuw industrieel beleid’ onder Kris Peeters. "Vlaanderen wil koploper worden in nieuwe technologieën en concepten, zoals het internet der dingen, 3D-printen, artificiële intelligentie, nanotechnologie, robotica, digitale technologie en andere innovaties”. Minister Muyters beloofde de zin voor ondernemen zoveel mogelijk te stimuleren, bijv. bij jongeren, en de administratieve ballast voor ondernemers zoveel mogelijk afbouwen. Minister Muyters wil de zin voor ondernemen zoveel mogelijk stimuleren, bijv. bij jongeren. Hij wil beginnende ondernemers en zelfstandigen zoveel mogelijk steunen en de administratieve ballast voor ondernemers zoveel mogelijk afbouwen. De belofte van Pact 2020 was om de 1%-BBP-norm voor overheidsinvesteringen te halen in 2020. Op dit moment komt 70% van de investeringen in O&O van de privé. 8 Minister-president Geert Bourgeois getroost zich de nodige inspanningen (cf. vele handelsmissies) om samen met Flanders Investment & Trade de Vlaamse uitvoer zoveel mogelijk te bevorderen en zoveel mogelijk buitenlandse investeerders naar Vlaanderen te halen. De feiten en cijfers Het Bruto Binnenlands Product voor Vlaanderen ligt hoog (32.801 € per inwoner). Daarmee scoren we in vergelijking met andere Europese (top)regio’s in de middenmoot. Maar het BBP deugt niet als graadmeter voor duurzame welvaart. In het Milieurapport (MIRA) wordt de vergelijking gemaakt tussen het BBP en een indicator voor duurzame welvaart (ISEW). Waar het Bruto Regionaal Product voor Vlaanderen de voorbije decennia steeg, blijft het ISEW sinds 1990 op hetzelfde niveau hangen. In Vlaanderen startten veel nieuwe ondernemingen (13.470 in 2014). Maar meer dan een kwart overleeft de eerste vijf jaar niet. Op het vlak van het aantal falingen is geen trendbreuk merkbaar. We zakken iets onder de 5.000 falingen per jaar. Volgens de SERV haalt Vlaanderen tegen het huidig investeringstempo de doelstelling niet van 1% overheidsinvesteringen in Onderzoek & Ontwikkeling tegen 2020. Tegen 2020 moesten de overheidsinvesteringen in O&O met 500 miljoen € toegenomen zijn. Van dat groeipad werd in 2015 en 2016 samen amper 25 miljoen € afgelegd. Dus nog 475 miljoen € te gaan. Het Rekenhof is hierover dan ook bijzonder kritisch bij haar commentaar op de begrotingsaanpassing 2016. Of de hoge bedragen voor O&O ingeschreven in de meerjarenraming effectief gehaald worden de komende jaren, is twijfelachtig. De Vlaamse uitvoer zit op recordhoogte: boven 300 miljard € in 2015. Dat is goed voor 83 % van de Belgische uitvoer. De uitvoer naar de BRICS-landen valt wel terug. En het aantal uitvoerende bedrijven daalt. Maar een belangrijke kanttekening is wel dat slechts 68% van de uitvoer afkomstig is van binnenlandse productie. In Duitsland is dat 74,6%. De nadruk blijft dus sterk liggen op Vlaanderen als logistieke draaischijf, en te weinig op eigen productie en het zelf creëren van meerwaarde. Het bedrag aan buitenlandse investeringen in Vlaanderen ligt hoog (2,77 miljard € in 2014). Maar het gaat maar voor de helft over echte greenfield investeringen. In 28% van de gevallen
8
Volgens VOKA.
gaat het over uitbreidingsinvesteringen, in 27% van de gevallen over investeringen in het zog van fusies of overnames. Het aantal investeringsprojecten daalt licht.
Het kan anders
Een gericht investeringsbeleid dat ook uitdrukkelijk kiest voor het creëren van lokale jobs.
In onze Zuurstofbegroting pleitten we voor een groeipad van 70 miljoen € overheidsinvesteringen in O&O in 2016 klimmend naar 185 miljoen € in 2019 om zo de 1% BBP-norm te halen.
We willen de steun voor ondernemingen toespitsen op ecologische innovatie en op creatie van nieuwe jobs (top runners principe).
Meer nadruk op lokale productie, het creëren van toegevoegde waarde, minder op verplaatsing van vrachten die louter logistiek zijn.
4. Gezinsinkomen en sociaal beleid De Vlaamse regering koos voor forse besparingen. Annemie Turtelboom Bart Tommelein
Hilde Crevits Ben Weyts Jo Vandeurzen
Joke Schauvliege Sven Gatz Liesbeth Homans Philippe Muyters
Sterke verhoging elektriciteitsfactuur door invoering energieheffing (minstens met 100€, soms oplopend tot 750 €), verhoging distributienettarieven en afschaffing gratis kWh. Optrekking inschrijvingsgeld met 270 €. Verhoging tarieven de Lijn : gemiddeld tarief verhoogt van 249 naar 294 € (stijging van 18%). Besparing door twee indexsprongen voor de kinderbijslag, verhoging tarieven kinderopvang en verhoging premie zorgverzekering. Verhoging waterfactuur: gemiddeld 100 € per gezin. Besparingen in de culturele sector, bij de VRT. Inperking woonbonus (deze middelen werden niet geïnvesteerd in de private huurmarkt). 125 miljoen € loonlastenverlaging voor bedrijven voor twee jaar opgeschort.
Daarbij beloofde de Vlaamse regering de sociaal zwaksten te ontzien door bij alle besparingsmaatregelen, voldoende sociale correcties te voorzien. Minister Liesbeth Homans (N-VA) beloofde het aantal mensen in armoede in Vlaanderen tegen 2020 met 30% verminderen en de kinderarmoede te halveren. Het budget voor haar Vlaams actieplan armoede is echter bijzonder beperkt. Haar voorstel van één-euro-maaltijden bereikt weinig kinderen. De feiten en cijfers Door de besparingen van de Vlaamse regering worden de Vlaamse gezinnen wel degelijk getroffen. In 2015 berekende de Gezinsbond dat een Vlaams gezin met vier kinderen door de besparingen 2.473 € per jaar verliest. Ook de sociale correcties vermijden niet dat de sociaal zwaksten in Vlaanderen getroffen worden. Dat bleek uit de berekeningen van Decenniumdoelen begin dit jaar. Door de besparingen van de Vlaamse én federale regering samen gingen de laagste 20% van de inkomens er de laatste 2 jaar op achteruit. De Vlaamse Armoedemonitor 2015 geeft aan dat bijna 11% van de Vlamingen (680.000) in armoede leeft. De kinderarmoede treft 12% van de Vlaamse kinderen van 0 tot 17 jaar (140.000). Bijna 7% van de kinderen wordt in Vlaanderen geboren in een gezin waar niemand werkt. Met het huidig beleid en de beperkte middelen die hiervoor beschikbaar zijn, zal de Vlaamse regering de beoogde doelstelling van een halvering van de kinderarmoede in 2020 niet halen. Vooral nu bij de hervorming van de kinderbijslag uitdrukkelijk niet gekozen werd om de kinderarmoede terug te dringen. Volgens professor Bea Cantillon zou het armoederisico voor gezinnen met twee kinderen niet dalen, maar zelfs stijgen. De gezinnen slikken een besparing van 140 miljoen € door de niet-indexering van de kinderbijslag in 2015 en 2017. Het kan anders Onze economie en de koopkracht van de mensen niet kapot besparen, maar de gezinnen en bedrijven zuurstof geven via nieuwe investeringen. Een structureel armoedebeleid (cf. Decenniumdoelen”) – één uitgewerkt voorstel: ons voorstel van resolutie rond een ‘refter-revolutie’ met gezonde en lekkere 1 € -maaltijden op school.
5. Wonen
De beloftes Pact 2020 voorzag de bouw van 43.000 extra sociale woningen tegen 2020. Recent pakte de minister uit met nieuwe doelstellingen: de komende jaren komen er 23.000 nieuwe sociale woningen bij en daarnaast worden nog eens 15.000 sociale huurwoningen gerenoveerd.
De feiten en de cijfers Eén op vijf Vlamingen heeft een slechte woning. Er zijn te weinig sociale woningen beschikbaar in Vlaanderen, waardoor veel mensen lange tijd moeten wachten op een sociale woning. Volgens de meest recente cijfers van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen gaat het over 120.000 unieke kandidaat huurders voor een sociale woning 9 en een wachttijd van om en bij de 1.000 dagen. Na de meest recente actualisatie van de wachtlijst door VMSW zou het nog 92.000 unieke kandidaat huurders gaan (cf. minister Homans tijdens begrotingsaanpassing 2016). Bij de begrotingsaanpassing voor 2016 werd uitgepakt met 200 miljoen € extra voor de bouw van sociale woningen – nog maar 10 miljoen € daarvan werd effectief opgenomen. Door de toestroom van vluchtelingen wordt de crisis op het vlak van sociaal wonen nog scherper. Alle Vlaamse verenigingen bezig met sociaal wonen en vluchtelingen slaakten in twee open brieven 10 een noodkreet en smeekten de bevoegde minister om werk te maken van een woonbeleid dat de positie van alle kwetsbare groepen op de woningmarkt versterkt. Ze kaartten de problematiek aan van de wooncrisis, stelden alternatieven voor en nodigden de minister uit om hierover constructief in dialoog te gaan. Het kabinet van de minister ontkende en wees op de 20 miljoen € die werd vrij gemaakt voor de lokale besturen voor de opvang van vluchtelingen.
Het kan anders
Zuurstofbegroting : extra investeringen in wonen, jaarlijks 443 miljoen € van 2016 tot 2019.
Gelijktijdige aanpak van de wooncrisis voor alle Vlamingen en van de huisvestingsproblemen van vluchtelingen (met o.m. de inzet van leegstaande lokale opvanginfrastructuur voor de huisvesting van erkende vluchtelingen i.s.m. sociale verhuurkantoren - de realisatie van een veralgemeende huurtoelage).
9
Dit cijfer is zonder dubbeltellingen. Open brieven van 2 november 2015 en 25 april 2016 van Netwerk tegen Armoede, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, Minderhedenforum vzw, Vluchtelingenwerk Vlaanderen, 11.11.11, Sector Samenlevingsopbouw, Vlaams Huurdersplatform vzw, Orbit vzw, HUURpunt vzw en Beweging.net 10
6. Klimaat en energie De beloftes In haar Visienota 2050 gaat de Vlaamse regering voor een koolstofarme samenleving, een energiesysteem dat maximaal hernieuwbaar is én voor een circulaire economie. Het eerste anderhalf jaar van deze legislatuur was gekenmerkt door een heus kwakkelbeleid op vlak van klimaat. Het meest frappante voorbeeld was het ontbreken van een intra-Belgische klimaatakkoord over de verdeling van de inspanningen, en dat op het moment dat de klimaattop van Parijs al begonnen was. Vooral Vlaanderen hield toen het been stijf. De minister-president beloofde daarna door de organisatie van twee Vlaamse klimaattoppen zelf het heft in handen te nemen. Naar eigen zeggen zit de Vlaamse regering op schema om de klimaatdoelstellingen voor 2020 te halen. Maar ze geeft nu zelf toe dat er nog een trendbreuk nodig is om ook de aangescherpte doelstellingen van de klimaattop van Parijs tegen 2030 te halen. Minister Bart Tommelein wil ook een (stroom)versnelling brengen in het beleid rond energiebesparing en hernieuwbare energie. Hij nam de ‘fastlane wind’ over van minister Annemie Turtelboom. En hij komt zelf met een nieuw zonneplan en met een nieuw Vlaams energieplan. In de Visienota 2050 en in de beleidsbrieven van minister Schauvliege wordt sterk ingezet op de transitie naar een circulaire economie waarin Vlaanderen efficiënter omgaat met grondstoffen, materialen, energie, water, ruimte en voedsel door kringlopen slim te sluiten. Natuurlijke hulpbronnen wil men zoveel mogelijk gaan hergebruiken. In Pact 2020 werd de doelstelling vastgelegd om van Vlaanderen een groen stadsgewest te maken. Met meer natuur, meer bos en wat Joke Schauvliege betreft, een betonstop in 2050.
De feiten en cijfers Om de klimaattop van Parijs te respecteren zal Vlaanderen tegen 2030 een vermindering van 31% à 37,5% minder broeikasgassen moeten realiseren. We zitten nu op 12% vermindering, dus nog niet de helft. Daarmee zullen we wellicht de doelstelling halen voor 2020. Maar er is dringend nood aan een lange termijnstrategie om vorm te geven aan de transitie naar een koolstofarme samenleving in 2050. Dat moet de Vlaamse regering waarmaken op de klimaattop in december 2016. Hopelijk wordt de zelfgenoegzame houding van de voorbije jaren voor goed afgelegd. En stopt men dan ook het zelfbedrog van het afkopen van onze CO2-schuld in het buitenland. In de plaats daarvan moet de Vlaamse regering kiezen voor investeringen in klimaatbeleid in eigen land, die onze economie een boost kunnen geven en veel groene jobs kunnen scheppen. Wat hernieuwbare energie betreft zijn er nog grote inspanningen nodig om de doelstelling te halen tegen 2020 (we zitten nu op 61% van het doel). Of minister Tommelein dit gaat doen zonder grootschalige biomassa-installaties is nog niet zeker. Intussen is de consensus gegroeid dat grootschalige biomassa geen duurzame oplossing is. Het zonneplan van minister Tommelein werd goed onthaald. De minister loopt over van goede wil, maar de concrete maatregelen die hij voorstelt, bieden nog te weinig houvast.
De transitie naar een circulaire economie in Vlaanderen kan dan weer te lijden krijgen van ‘de wet op de remmende voorsprong’. Doordat we in Vlaanderen recyclagekampioen zijn, zouden we de volgende stap, nl. van een recyclage- naar een echte circulaire economie (met nadruk op afvalpreventie, producthergebruik en nieuwe product-diensten-systemen) kunnen rateren. En dat ondanks alle inspanningen van Plan C, Summa en het Vlaams Materialenprogramma. Een voluntaristisch actieprogramma is nodig. En dat zou er komen dit najaar. Intussen vallen de doelstellingen in het nieuw plan ‘Milieuverantwoord beheer van afvalstoffen (2016-2022)’ veel te mager uit. Tenminste als het ons menens is en we echt willen evolueren naar een samenleving waar afval steeds een nieuwe grondstof wordt. Op vlak van natuur en bos heeft Vlaanderen traditioneel een groot probleem: voor de instandhouding van soorten en hun leefgebieden scoren we ronduit slecht. Amper 15% van de soorten en 11% van de habitats scoren “gunstig”. Ook voor het bosareaal doen we het slecht. Volgens de laatste Bosbarometer van Bos Plus gaat er in Vlaanderen nog altijd 0,72 ha bos per dag verloren. Minister Schauvliege liet een nieuwe Boswijzer ontwikkelen om de achteruitgang van bos in Vlaanderen te verdoezelen. Maar kreeg daarbij bijzonder veel tegenwind. Met de symbolische beslissing rond het kappen van het bos naast het bedrijf Essers, verloor ze haar geloofwaardigheid. De vele overstromingen die ons land teisteren zijn een gevolg van het verharden van heel wat grond door de uitgebreide verkavelingen en industriezones. De betonstop die minister Schauvliege naar voor schuift, moet er inderdaad komen, maar veel vroeger dan 2050. En dan moet de minister er nu ook naar handelen. Ze kan een eerste stap zetten door ernstig te schrappen in de voorraad van 13.748 ha woonuitbreidingsgebieden. Heel wat van die uitbreidingsgebieden zijn waterziek. Ze toch ontwikkelen zou slecht nieuws zijn voor de Vlaamse waterhuishouding. Recent bleek ook dat de minister van de 56 gebieden met een te hoog overstromingsrisico, nog maar 3 gebieden beschermd heeft.
Het kan anders
Groen voorzag in haar Zuurstofbegroting de nodige middelen om te investeren in de transitie naar een koolstofarme economie en samenleving. We investeren jaarlijks 900 miljoen € in energie-efficiëntie en in hernieuwbare energie. In milieu & natuur wilden we jaarlijks 275 miljoen € investeren tussen 2016 en 2019.
We dienden zelf een voorstel van decreet in om de investeringen in windturbines op land te versnellen (door de burgers en omwonenden er nauwer bij te betrekken) en een voorstel van resolutie voor de realisatie van een “fastlane voor zonne-energie”.
We verdedigen scherpere doelstellingen voor afvalpreventie en hergebruik voor het Uitvoeringsplan afvalstoffen en we legden een eigen conceptnota neer om de transitie naar een circulaire economie te versnellen.
7. Mobiliteit De beloftes In de Visienota 2050 van de Vlaamse regering zegt ze te streven naar een duurzaam verkeerssysteem met in 2050 nul verkeersslachtoffers. Daarmee neemt de regering de zero visie – filosofie over van andere landen met een progressief verkeersveiligheidsbeleid (Zweden, Nederland), maar dan wel op de lange termijn. Minister Ben Weyts heeft een nieuw verkeersveiligheidsplan klaar waarmee hij op kortere termijn streeft naar maximum 200 verkeersdoden in 2020 en 133 in 2030. Tegen 2020 belooft de Vlaamse regering het aandeel van de auto in woon-werk-verplaatsingen terug te dringen tot 60% en het fietsen sterk te stimuleren. Minister Weyts beloofde 15% investeringen in nieuwe fietspaden of herstellingen van fietspaden. En met het plan ‘Clean Power for Transport’ wou minister Annemie Turtelboom gaan voor een vergroening van het wagenpark. Minister Tommelein neemt dit nu over, En gaat nog een hele stap verder: volgens hem zullen er vanaf 2030 in Vlaanderen alleen nog groene wagens mogen verkocht worden.
De feiten en de cijfers Het verkeer in Vlaanderen blijft veel slachtoffers eisen: het aantal verkeersdoden na 30 dagen tussen mei 2015 en mei 2016 bedroeg 390 (bijna het dubbel van de doelstelling voor 2020). Het verkeersveiligheidsplan vergt nieuwe middelen voor de aanpak van nieuwe zwarte punten of het “vergevingsgezind” inrichten van wegen zodat men rekening houdt met mogelijke fouten van weggebruikers. Om de files te bestrijden moeten nieuwe beslissingen die extra verkeer met zich brengen, zoals Uplace of het Saeftinghedok, vermeden worden. En is er nood aan structurele maatregelen, zoals de invoering van een slimme kilometerheffing voor personenwagens, waar de minister in principe voor is, maar die er toch niet komt deze legislatuur. De regering-Bourgeois bespaarde fors op de Lijn, hoewel het vervoersbedrijf haar belangrijkste instrument is in het terugdringen van de files. De minister profileert zich graag als een groot voorstander van snelle fietswegen (fiets-o-strades), maar de investeringen in nieuwe fietspaden volgen onvoldoende. Met het huidige beleid zal de Vlaamse regering haar belofte niet kunnen waarmaken om tegen 2020 het aandeel van autoverkeer in woon-werkverplaatsingen terug te dringen tot 60% en zal het fietsgebruik tegen 2030 zelfs 1% afnemen, aldus het Federaal Planbureau. Minister Weyts maakte zijn belofte om te komen tot 15% investeringen in nieuwe fietspaden of herstellingen van fietspaden, niet waar: hij kwam bij het laatste bilan dat we opmaakten op basis van parlementaire vragen slechts aan 7,7 %. Rond de leefbaarheid van grote infrastructuurprojecten neemt de minister steeds meer een onverzoenlijke houding aan: de schop moet in de grond, voor de verbreding van de Brusselse ring en voor de aanleg van de Oosterweelverbinding in Antwerpen. Hij tracht deze projecten zoveel mogelijk een groen etiket te geven (fietssnelwegen en drie tramlijnen in Brussel, stukken overkapping van de ring in Antwerpen), maar uiteindelijk komt het er toch op neer dat hij volop de kaart trekt in het aanleggen van extra wegen en beton.
Rond de financiering van deze projecten is nog onduidelijkheid. Zo wil de minister de financiering van de Oosterweelverbinding, waarvan de totale kostprijs nu al op 3,5 miljard € euro geraamd is, buiten de begroting houden. Hoewel de Europese regels dit niet toelaten, zoals het Rekenhof al herhaaldelijk verklaarde. De vergroening van het wagenpark staat in de praktijk nog nergens. Zeker als we het aantal volelektrische wagens in Vlaanderen gaan tellen. In juni 2015 waren dat er 3.000. In Noorwegen zijn dat er vandaag 100.000.
Het kan anders
Zuurstofbegroting, investeringen in openbaar vervoer: 120 miljoen € elk jaar tussen 2016 en 2019 - 40 miljoen € extra investeringen per jaar in fietspaden en zwarte punten.
We investeren niet meer in de infrastructuurprojecten van de vorige eeuw, maar in toekomst- gerichte projecten zoals Ringland.
8. Zorg De beloftes In de Visienota 2050 van de Vlaamse regering lezen we: “In 2050 is de Vlaamse gezondheids-, welzijns- en gezinszorg kwaliteitsvol en toegankelijk voor iedereen. Vlaanderen zorgt voor de emancipatie en ondersteuning van de zorgbehoevenden en hun netwerk.” Minister Jo Vandeurzen kiest voor het principe van de “vermaatschappelijking van de zorg”. De idee daarachter is dat mensen voor elkaar zorgen, in de eigen omgeving. Om vermaatschappelijking waar te maken, is er echter ondersteuning en omkadering nodig: thuishulp, ruimte voor mantelzorg en lokale voorzieningen. Minister Vandeurzen hervormde vorige legislatuur de jeugdhulp, kinderopvang en steun voor mensen met een handicap. Met de bedoeling de wachtlijsten gradueel af te bouwen.
De feiten en de cijfers Minister Jo Vandeurzen zegt niet te besparen op welzijn en zorg en hier juist extra in te investeren. Maar dit verhaal klopt niet. Er wordt inderdaad geïnvesteerd (officieel 500 miljoen € over de hele legislatuur). Maar er wordt nog meer bespaard. Dat bleek al uit de cijfers voor 2015: in het eerste begrotingsjaar van de regering Bourgeois werd 65 miljoen € geïnvesteerd in de zorg. Maar daartegenover stonden wel 247 miljoen € aan besparingen in welzijn. Alleen al voor 2015 waren de besparingen dus 4 keer zo groot als de investeringen. In de praktijk blijkt dat de wachttijden in de zorg nog lang niet weg zijn en wellicht nog een lang leven beschoren zijn. In de kinderopvang moesten er 20.000 plaatsen bijkomen tegen 2020. Bij de invoering van het nieuwe decreet kinderopvang beloofde de minister alvast 17.500 extra plaatsen. Via de rekentool van Kind & Gezin kunnen we de evolutie volgen tot eind vorig jaar. Eind 2015 waren er 2.376 opvangplaatsen bijgekomen. Dus er is nog een lange weg te gaan. In de jeugdhulp was er eind 2015 een wachtlijst voor opvang in niet-rechtstreeks toegankelijke hulp van 7.347 unieke minderjarigen. 11 De wachttijd voor jongeren die dikwijls met grote problemen zitten kan voor 12- tot 17-jarigen oplopen tot 50 dagen voor een eerste intake-gesprek en zelfs tot 100 dagen (en voor 3/4de van hen zelfs langer) voor de start van een echte behandeling. Het aantal zelfdodingen ligt in Vlaanderen nog altijd schrikwekkend hoog. In 2014 waren er 2.147 geregistreerde suïcidepogingen bij 2.071 personen. Dat is ook hoog in vergelijking met andere landen. Mensen met een handicap zien aan tegen lange wachttijden. Eind 2015 stonden er 14.549 mensen op de wachtlijst. In 2014 waren dat er 13.965, in 2013 13.888. Van de 451 mensen met een hoogdringend probleem (PTB12) moesten er 130 toch langer dan een jaar wachten. Bij de minder dringende gevallen moesten 10.472 mensen van de 13.462 mensen langer dan een jaar wachten. In de woonzorgcentra ligt de bezettingsgraad wel op een aanvaardbaar niveau. Er zijn natuurlijk wachtlijsten, maar die geven in de praktijk minder problemen. Er is een ruim aanbod van woonzorgcentra (al dan niet met RVT-erkenning), van centra voor kortverblijf, van dagverzorgingscentra. De erkenningskalender van de minister (zoals aangegeven in zijn beleidsbrief)
11 12
Dus geen dubbeltellingen. PTB = prioritair te bemiddelen.
voorziet tussen 2015 en 2018 in 8.413 extra woongelegenheden. Terwijl er voor de periode 20152016 al 5.635 nieuwe woongelegenheden in realisatie zijn. De minister kondigde een nieuw financieringssysteem aan voor de woonzorgcentra (met een investeringsforfait per dag). De conceptnota is er, maar er is nog geen decretale regeling. De alternatieve financiering voor VIPA is eind 2014 gestopt. Een time-out van twee jaar voor investeringen in woonzorg dreigt. Voor de thuiszorg werd door de minister bespaard op het aantal noodzakelijke uren subsidiabele gezinszorg, waardoor het aantal uren zorg aan huis stagneert. En dat ondanks de toenemende vraag. Het aanbod aan thuiszorg is sterk in Vlaanderen en internationaal zitten we hiermee goed.
Het kan anders
Vermaatschappelijking van zorg moet een uitdrukkelijke keuze voor meer autonomie en thuiszorg waar mogelijk zijn, met tegelijk voor een sterk professioneel en residentieel kader, waar nodig.
In onze Zuurstofbegroting, investeringen in zorg: 400 miljoen € (2016) oplopend tot 1,2 miljard € (2019) voor het wegwerken van de wachtlijsten zodat iedereen die dat nodig heeft een plaats krijgt in kinderopvang, de gehandicaptenzorg, de bijzondere jeugdzorg, de ouderenzorg, de geestelijke gezondheidszorg, zonder op een wachtlijst terecht te komen.
In onze Zuurstofbegroting stelden we een systeem voor van inkomensafhankelijke bijdragen voor de zorgverzekering. Daardoor wordt een extra inkomst gegenereerd van 190 miljoen € oplopend tot 238 miljoen in 2019.
9. Onderwijs De beloftes In de Visienota 2050 van de Vlaamse regering wordt kennisontwikkeling als drijvende kracht gezien. In 2050 moeten alle Vlamingen de kans krijgen om levenslang kennis te verwerven en hun talenten te ontplooien. In Pact 2020 werd gesteld dat het aantal vroegtijdige schoolverlaters moest halveren. Minister Crevits ging akkoord met een nieuw compromis rond de hervorming van het secundair onderwijs. Zij beschouwt dit als een definitieve bekrachtiging van het Masterplan Secundair Onderwijs van de vorige legislatuur. De minister beloofde daarnaast ook in andere dossiers een doorbraak te forceren: het lerarenloopbaanpact, een betere omkadering voor het M-decreet (inclusief onderwijs voor kinderen met een handicap) en de uitwerking van een nieuw pakket eindtermen. De minister wil via haar beleid werk maken van het bieden van gelijke kansen aan alle schoolgaande kinderen. Volgens de minister is het capaciteitsprobleem (voldoende plaatsen op school voor alle kinderen) onder controle en wordt fors geïnvesteerd in nieuwe schoolgebouwen en de renovatie van schoolgebouwen. Ze stelde een ‘Masterplan Scholenbouw’ voor. De feiten en de cijfers Ouders, leerkrachten en directies voelen de druk van de besparingen in het onderwijs. In totaal werd voor 130 miljoen € bespaard. De maximumfactuur in het kleuter- en lager onderwijs ging omhoog met 10 € en het inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs steeg van 620 naar 890 euro. De evolutie rond vroegtijdige schoolverlaters is eerder gunstig. Uit het laatste Schoolverlatersrapport van de VDAB blijkt dat de uitstroom van jongeren zonder diploma is teruggevallen van 1 op 10 naar 1 op 13. Het gaat nog om 7,98 % van de leerlingen. Het streefdoel van Pact 2020 (halvering van de ongekwalificeerde uitstroom) was 7%. We zitten dus op schema. Een probleem blijft wel de uitval in een stad als Antwerpen (meer dan 20%). De indicatieve cijfers voor de democratisering van het onderwijs ogen minder fraai. Het aantal jongeren met een diploma in Vlaanderen stijgt wel, maar er is nog steeds een sterke correlatie tussen het diploma dat ouders behaalden, en het diploma dat de jongeren halen. Het nieuw akkoord over de hervorming van het secundair onderwijs zal volgens deskundigen niets verhelpen aan het watervalsysteem en geen nieuwe trend naar meer democratisering inzetten. Eerder integendeel. “Er komt geen brede eerste graad, er is geen uitstel van de studiekeuze, we behouden het aso, in de lagere school introduceren we vakleraars: voor mij is dat een perfecte hervorming,” dixit Bart De Wever. Uit cijfers van de Labour Force Survey (LFS), kan geconcludeerd worden dat Vlaanderen eerder slecht scoort als het om deelname aan opleiding en vorming van de volwassen bevolking gaat en dat het groeitempo achterblijft. 13 Dat betekent dat Vlaanderen relatief achterloopt t.o.v. andere landen en een herstel van het groeitempo dringend nodig is om de 15%-doelstelling van Pact2020 tegen 2020 te halen. De kloof in de opleidingsdeelname tussen de verschillende groepen zijn in Vlaanderen niet hoger dan gemiddeld in de Europese Unie. Vooral op vlak van scholingsongelijkheid is nog veel werk aan de winkel. 13
http://www.steunpuntwerk.be/system/files/overwerk_2014_2_07.pdf
Volgens het Masterplan Scholenbouw van de minister zelf is er 5 miljard € nodig om te investeren in het wegwerken van de wachtlijst voor scholenbouw, dus voor de (ver)nieuwbouw en renovatie van scholen. Scholen moeten lang wachten voor ze investeringssteun krijgen: in 2015 bijv. kwamen scholen aan de beurt die al een aanvraag indienden in 2002. In bijna de helft van onze scholen staan containers die kinderen huisvesten en die dikwijls al 20 – 30 jaar oud zijn en versleten. Voor investeringen in nieuwe bouwdossiers beloofde de minister voor de hele legislatuur 500 miljoen € extra (dus 100 miljoen € bovenop de huidige 250 miljoen € per jaar). Die belofte maakt ze niet waar. Voor capaciteitsuitbreiding voorzag minister Crevits een provisie van 50 miljoen € in 2015 en 2016, waarvan ze in werkelijkheid 10 miljoen € uitbetaalde in 2015 en 5 miljoen € in 2016.De minister heeft veel geld nodig voor de betaling van de beschikbaarheidsvergoedingen voor het PPSprogramma “Scholen van Morgen” (65 miljoen € in 2016). Het gaat hier om de afbetaling van engagementen van vorige onderwijsministers. Het afgelopen jaar komt er ook alsmaar meer kritiek op de financiering van het onderwijs: die is niet efficiënt en niet transparant. In december 2015 publiceerde het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een rapport over de economische toestand van ons land.14 Opvallend is dat het IMF de nadruk legt op de problemen in ons onderwijs. Volgens het IMF heeft België de uitgaven in onderwijs sterk verhoogd, zonder dat dit tot betere resultaten leidt. De aanbeveling is dat de investeringen in onderwijs best herzien worden en meer gefocust moeten worden ingezet op die gebieden waar de onderwijsachterstand het grootste is.
Het kan anders
Zuurstofbegroting, investeringen in onderwijs (personeel en infrastructuur): 629 miljoen € (2016) oplopend tot 729 miljoen € (2019)
Hervorming secundair onderwijs, onze voorstellen: o een geïntegreerde eerste graad ; o uitstel van het moment van de studiekeuze tot 14 jaar ; o wegwerken van de beschotten tussen ASO, TSO, KSO en BSO ; o opwaardering van technische en beroepsopleidingen ; o vermijden van een opbod en een nieuwe concurrentieslag tussen scholen ; o het bestaand aanbod van richtingen vereenvoudigen en niet nog eens extra complex maken ; o afstappen van een systeem van vrijblijvendheid, minimumnormen voor het aanbod van scholen en sterke incentives om te evolueren naar domeinscholen ; o meertaligheid echt bevorderen door CLIL en immersie uit te breiden en mogelijk te maken in het secundair én het lager onderwijs ; o om op die manier op een veel sterkere manier een antwoord te bieden op het probleem van het watervalsysteem dat het Vlaams onderwijs nog steeds kenmerkt.
Lerarenloopbaanpact is essentieel ; Duaal leren en werken grondig uitbouwen ; Prioriteit voor democratisering van het onderwijs.
14
Zie Belgium: Staff Concluding Statement of the 2016 Article IV Mission (December 2015), via http://www.imf.org/external/np/ms/2015/121515a.htm
Bijlage: Zuurstofbegroting, ons voorstel ingediend in 2014