REFLECTIONS 6 Huisvesting Herbekeken
Inhoud Voorwoord. Inleiding. Hoofdstuk 1: Huisvesting Herbekeken – context en concreet. 1. 1.1. 1.2. 1.3.
De wedstrijd. Oorsprong van de wedstrijd. Doel en opzet van de wedstrijd. De wedstijd – concreet. Beoordelingscriteria.
2. 2.1. 2.2. 2.3.
Het vervolg op de wedstrijd. Van HH1 naar HH2, HH3. Structurele samenwerking met architectuuronderwijs. Van HH1 naar HH2. De Laureaten en juryverslag van HH2. Huisvesting Herbekeken 3 – HH 3: samenwerking tussen VMSW en Sint-Lucas Brussel.
1. 1.1. 1.2.
Ontwerpen in concrete materialen. Inleiding. Samenwerking met verschillende bedrijven.
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
Ontwerpen binnen 5 verschillende themasituaties. Wonen in overstromingsgebied. Wonen versus snelwegen. Wonen rond luchthavens. TRANSIT- en asielwoningen. De RECUP-, RE-USE, RE-DUCE woningen.
Hoofdstuk 3: Huisvesting Herbekeken en Sint-Lucas. Colofon.
inhoud
Hoofdstuk 2: Huisvesting Herbekeken 4: zoeken naar oplossingen binnen actuele themasituaties.
Waarde lezer,
prof. dr. Johan Verbeke departementshoofd Sint-Lucas Architectuur
voorwoord
HUISVESTING HERBEKEKEN
Reflections 6 is een bijzonder themanummer. Onder leiding van een enthousiast team docenten werkten de studenten van het tweede jaar architectuur op de campus Sint-Lucas te Gent een semester lang rond de thematiek van het sociale wonen. Deze voor een architectuuropleiding bijzonder belangrijke en maatschappelijk relevante opgave werd door de docenten en betrokkenen van de VMSW (Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen) bovendien gekoppeld aan een aantal actuele (en soms zelfs controversiële) thema’s om op die manier de discussie open te trekken en vernieuwende inzichten te genereren. De resultaten werden beoordeeld en de beste projecten werden geproclameerd in juli ll. Ze zijn van bijzondere kwaliteit! Als departementshoofd Architectuur Sint-Lucas ben ik bijzonder blij dat daarna is verder gewerkt en dat door de docenten ism. het ARC (Architectuur Reflectie Centrum) deze publicatie wordt gerealiseerd. Het geeft aan dat studenten, aangestuurd door de docenten en geprikkeld door externe impulsen, op een boeiende wijze een creatief antwoord kunnen ontwikkelen op hedendaagse maatschappelijke problemen. Ik hoop dat de ontwikkelde inzichten via deze publicatie een maatschappelijk debat kan stofferen en tegelijkertijd een aanzet kan geven voor toekomstige beleidsvorming. Ik wens alle studenten van het tweede jaar architectuur 2006-2007 te feliciteren met hun resultaten en hun doorgedreven inzet en energie. Het is dank zij hun werk dat via ontwerpmatig denken in dit nummer boeiende en vernieuwende standpunten zijn terug te vinden. Ik wens de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen te danken voor hun bijdrage en steun aan dit project en in het bijzonder Kurt Herregodts voor zijn enthousiasme en bijzondere inzet. We zijn bijzonder blij met de samenwerking. Verder ook alle sponsoren, hier verder vermeld, zonder hun bijdrage was dit project niet mogelijk geweest. Daarnaast moet ik alle betrokken docenten feliciteren met de resultaten en dit boeiend nummer Reflections 6; in het bijzonder coördinator Martine Valembois die als initiatiefnemer dit project uitgebouwd heeft tot een bijzondere ervaring voor de studenten en voor het departement Architectuur Sint-Lucas en hierdoor inhoud gegeven heeft aan de samenwerking met de VMSW. Tot slot het ARC en iedereen die direct of indirect bijgedragen heeft aan de totstandkoming van Reflections 6. Ik wens u veel leesplezier!!
Inleiding REFLECTIONS 6 is de neerslag van een uniek gebeuren: de wedstrijd Huisvesting Herbekeken. REFLECTIONS 6 wil een rijk geïllustreerde ontwerpbundel zijn vol frisse ideeën. REFLECTIONS 6 wil de doorgedreven visie duiden van de editie Huisvesting Herbekeken 4 omtrent acute en actuele thema’s. HH2 (Gent), HH3 (Brussel) en HH4 (Gent) bewijzen dat jonge studenten architectuur, begeleid door hun docenten -hun engagement tegenover- en hun visie op de maatschappij kunnen omzetten in innovatieve ideëen omtrent huisvesting .
HUISVESTING HERBEKEKEN
Met het opzet van HH4 wil Sint-Lucas Gent in een samenwerking met 8 bedrijven, FEBELCEM en het VMSW maatschappelijke relevant zijn. Het hoofdaccent ligt op diverse vormen van sociaal wonen binnen 5 uiterst actuele thema’s: 1. Wonen op overstromingsgebied 2. Wonen rond luchthavens 3 Wonen op / langs / onder snelwegen 4. Transit- en Asielwoningen 5. De Recup-, Re-use-, maar vooral Re-duce-woningen In de eerste plaats richt ik me tot de studenten om hen oprecht te feliciteren voor hun inzet. Alleen studenten kunnen zo belangeloos, onpartijdig, onbevangen maar betrokken ageren. Zij bewijzen dat de opleiding professionaliteit, visievorming en de juiste architecturale mentaliteit bijbrengt.
inleiding
Ik richt mij eveneens tot mijn directe collega-docenten, Marcel Heistercamp, Annemie Demeulemeester, Sophie Laenen en Jules Mellemans die het HH4-initiatief mede hebben mogelijk gemaakt. Studenten ontvangen de prijzen, maar ook hun titularissen zijn winnaars. Dank voor deze belangeloze, constante inzet en de gedrevenheid die een normale opdracht ruim overschrijdt.
De meewerkende bedrijven en het instituut Febelcem wil ik eveneens oprecht danken voor hun gevatte “to the point” lezingen. In het bijzonder : Sévérine Vandekerkhove (Renson), Jan Devroey (Carrière du Hainaut), Johan Dewaele (Viessmann), Frank Vanhove (Foamglas), Tom Devinck (Deceuninck), Carl Maes (Knauf), Jef Apers (Febelcem), (Modular), en Iréne Rauch voor de atelierbegeleiding vanuit VMSW. Het was bijzonder aangenaam om met jullie samen te werken. Jullie zijn een (h)echte ploeg .
HUISVESTING HERBEKEKEN
Mijn dankbaarheid en oprecht respect gaat uit naar Kurt Herregodts (VMSW) (oud-student Sint-Lucas), mijn medewerker van het eerste uur, die het initiatief mee op de rails zette en Carl Maes (KNAUF) (oud-student Sint-Lucas) die de sponsoring op gang bracht en uiteindelijk realiseerde. Kurt Herregodts en Carl Maes bewijzen dat Sint-Lucas naast een opleiding, ook garant staat voor het meegeven van integriteit en idealisme. Sarah Martens en Ben Robberechts hebben Reflections 6 in goede banen geleid. Dank daarvoor. Tenslotte wil ik mijn departementshoofd Johan Verbeke oprecht danken voor het vertrouwen, de “blanco cheque” voor deze en andere initiatieven. Martine Valembois Initiatiefnemer Coördinator 2A Docent architectuur
hoofdstuk
Huisvesting Herbekeken: context en concreet
1
De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen organiseert, in samenwerking met de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst, Departement Sint-Lucas Architectuur / Campus Gent 2A, een ideeën& ontwerpwedstrijd voor het wonen van morgen. [1] De wedstrijd. Deze wedstrijd: Huisvesting Herbekeken is een uniek gebeuren, waarbij jonge studenten architectuur, begeleid door hun docenten, hun engagement tegenover, en hun visie op de maatschappij vertalen in innovatieve ideeën over huisvesting.
de wedstrijd
HUISVESTING HERBEKEKEN
[1.1] Oorsprong van de wedstrijd. In 1992 startte op de technische dienst van de VHM ( nu VMSW) het project “basisnormwoning”a, met als doelstelling maximale kwaliteit te bieden tegen een minimale prijs. Op basis van een theoretisch ontwerp werd gezocht naar een aanvaardbaar evenwicht tussen een goed basiscomfort op een minimale oppervlakte en realiseerbaar met voldoende degelijke maar goedkope bouwtechnieken. Het toenmalig onderzoek resulteerde met de medewerking van SHMb “Gewestelijke Maatschappij voor Huisvesting van Beveren” en architect J.R. Van Kerckhove in de realisatie van twee concrete projecten. Als prototypes voor wit-product-woningen werd het accent hierbij echter voornamelijk gelegd op de goedkope prijs, meer dan op enige architecturale vernieuwing. In 2001 verscheen ABC 2001c, een publicatie waarin de concept- en ontwerponderrichtingen grondig geëvalueerd en aangepast werden, en kwam ook de idee “Basisnormwoning(-en)” weer aan bod. Gezien de lange wachtlijsten en hoge nood aan meer sociale woningen, gekoppeld aan een beperkte financiële draagkracht van de sector, is het nodig om te blijven zoeken naar alternatieve, beter betaalbare woon- en bouwconcepten. “Is het mogelijk optimale combinaties tussen comfort, oppervlakte en kostprijs te vinden zonder te verglijden in de architecturale banaliteit?” Een nieuwe werkgroep werd samengesteld. Dit nieuwe onderzoek resulteerde in drie gepubliceerde artikels in het VHM infoblad. “Hoe maakt u het?” beschreef de conclusies van het onderzoek naar bouwmethoden, -techniek, kostprijs en samenlevingsmodellen voor een basisnormwoning. 12
13
HUISVESTING HERBEKEKEN
Na afloop bleek dat het onderzoek, gevoerd met beperkte middelen en tijd, verder uitgediept kon worden. De in het eerste artikel beloofde eigen ideeën bleken te tijdsrovend om door de VHM uitgevoerd te worden. Het vertalen van het onderzoek naar concrete voorbeelden was wel een noodzakelijkheid om het “wonen van morgen” te verduidelijken. Huisvesting Herbekeken was een logisch gevolg van een zoektocht binnen de VHM naar kwaliteitsvolle sociale huisvesting. Die zoektocht begon echt vorm te krijgen met de ontwikkeling van de basisnormwoning en werd verdergezet met de opmaak van ontwerponderrichtingen. Huisvesting Herbekeken gaat nu nog een stapje verder en wil ook de hele sector betrekken bij die zoektocht naar kwalitatief wonen van morgen. [1.2] Doel en opzet van de wedstrijd. Huisvesting Herbekeken is een ideeën- en ontwerpwedstrijd met als doel samen met architectuurinstituten, studenten en (ir-)architecten te zoeken naar vernieuwende planconcepten en/of bouwtechnische ontwerpoplossingen voor het sociaal wonen van morgen. Om de scope zo ruim mogelijk te houden, stelt de VMSW zelf geen contextuele randvoorwaarden zoals een concreet bouwterrein of programma. De voorgestelde oplossingen moeten worden geïllustreerd met een concreet ontwerp, waarbij het de ontwerpers uiteraard vrij staat hun idee, typologie of model te toetsen aan een door hen zelf uitgekozen site. [1.3] De wedstrijd – concreet. De beoordelingscriteria. De wedstrijd is een zuiver theoretische oefening; reeds gerealiseerde of reeds ingediende ontwerpen worden bijgevolg uitgesloten van deelname. Het winnen van de wedstrijd leidt niet tot een architectuuropdracht, noch tot de uitvoering van een huisvestingsproject. Niettemin kan de VMSW, indien zij interesse zou tonen voor een bepaald ontwerpidee, steeds een eventuele samenwerking aangaan met de auteur ervan. De meerwaarde 14
voor de deelnemers ligt, naast de mogelijk te winnen prijs, in de uitbouw van het eigen curriculum (via digitale publicaties) en in het verwerven van naamsbekendheid en erkenning binnen de sociale huisvestingssector. De vier hieronder besproken criteria zullen door de jury als leidraad worden gehanteerd bij de beoordeling van de inzendingen en de toekenning van de prijzen. Het ingediende ontwerp moet hiernaast voldoen aan één van de vooropgestelde thema’s. (zie hoofdstuk 3: de antwoorden van de studenten Sint-Lucas op de verschillende thema’s). De beoordelingscriteria: 1. Flexibiliteit Het inbouwen van voldoende flexibiliteit is essentieel en moet toelaten een ruimtelijk antwoord te formuleren op nieuwe vormen van (samen)leven, zeker binnen sociale huisvesting. Gezinsstructuren en woonwensen zijn in permanente evolutie, waardoor, naast een traditionele gezinssamenstelling, evenzeer rekening moet worden gehouden met alleenstaanden, ouderen, jonge samenwonenden, gescheiden ouders met kinderen, niet-westerse gezinnen, personen met een handicap. SociaIe woningbouwconcepten moeten dan ook voldoende mogelijkheden voorzien om diverse doelgroepen – met uiteenlopende verwachtingspatronen - kwalitatief te laten wonen, waarbij het woningaanbod en/of de wooneenheden flexibel kunnen worden afgestemd op wijzigende noden en leefgewoonten. Deze flexibiliteit kan zich situeren op het niveau van de wooneenheid zelf, maar evenzeer op het niveau van de woninggroep. Hierbij kan gefocust worden op het doordacht groeperen en clusteren van (diverse types van) wooneenheden. De standaard woonkwaliteit van iedere individuele woning en van het geheel van woningen blijft steeds een belangrijk aandachtspunt, en mag zeker niet ten koste gaan van de gewenste verhoogde flexibiliteit. Zo moeten de materialen, technieken, thermische en geluidsisolatie, ... steeds aan de geldende kwaliteitsnormen voldoen. De schakeling van woningen moet een evenwichtige combinatie opleveren van voldoende sociale veiligheid en privacy. Een mooie illustratie hiervan is het ontwerp van de laureaat Malysse Verbeeck Verstraete HH1: http://www.vmsw.be/VMSW/professioneel.jsp?page=2273
de wedstrijd
“Hoe doet u het?” belichtte een selectie van 5 projecten uit het architectuurjaarboek, getoetst aan de ´basisnormen´. “Hoe doen zij het?” toonde enkele voorbeelden uit de niet-sociale woningbouw.
15
16
de wedstrijd
HUISVESTING HERBEKEKEN
2. Dichtheid Binnen het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en gezien de hoge grondprijzen is het streven naar verdichtingsprojecten een permanente en essentiële opdracht binnen de sociaIe huisvesting. Een groter aantal woningen op eenzelfde oppervlakte biedt de mogelijkheid om het grondaandeel per woongelegenheid te beperken en tevens de infrastructuurkosten binnen de perken te
houden. Niet enkel inbreidingsgerichte projecten kaderen binnen dit streven, maar ook vernieuwde concepten inzake verdicht wonen zijn daarbij belangrijk. Op dat vlak bieden diverse sociale huisvestingsprojecten al een meerwaarde (zie publicatie ‘Dichter Wonen’ van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap). De VMSW wil met Huisvesting Herbekeken de grenzen van het verdicht 17
3. Duurzaamheid Het streven naar een hoge mate van flexibiliteit en hoge dichtheid houdt op zich al een duidelijke keuze voor duurzaamheid in. Daarnaast verdient ook de meer technologische benadering van duurzaamheid de nodige aandacht. Energievoorziening en (beperking van het) energieverbruik, waterverbruik en -zuivering en doeltreffend gebruik van hernieuwbare grondstoffen zijn belangrijke aandachtspunten, maar kunnen wellicht minder in detail worden uitgewerkt binnen het bestek van het gevraagde wedstrijdontwerp. Duurzaamheid kan ook verkregen worden door de planindeling, het concept en de oriëntatie van de woning en/of woninggroep. Deze aspecten moeten in het ontwerp wel voldoende uitgewerkt worden. Als algemene richtlijn betreffende duurzaamheid kan worden vermeld dat duurzame maatregelen per definitie volgende eigenschappen vertonen: . brongericht, . essentieel en eenvoudig, - compact, . kosteneffectief, . gebruiks- en onderhoudsvriendelijk, . herkenbaar, bevatbaar en functioneel, - beproefd, voorspelbaar en controleerbaar, . algemeen toepasbaar, . open voor bewonersinitiatieven. 18
Een mooie illustratie hiervan is de minimumwoning “minder is meer” van laureaat BLAF uit Lokeren van HH1: http://www.vmsw.be/VMSW/professioneel.jsp?page=2273
4. Bouwbudget Toelichting op 20/02/07 door K. Herregodts. De Vlaamse overheid stelt middelen ter beschikking van de VMSW en haar 115 erkende sociale huisvestingsmaatschappijen voor de realisatie en/of renovatie van sociaIe woningen. De VMSW stelt dan duidelijk dat er kwaliteit moet worden geleverd tegen een uiterst betaalbare prijs. Om de prijsvorming in de hand te houden worden door de VMSW maximum oppervlakte- en prijsnormen gehanteerd (op basis van een simulatietabel op maat van ieder project). Gezien er hoge nood is aan een groot aantal degelijke en betaalbare woongelegenheden is het van belang de beschikbare middelen zo zuinig mogelijk aan te wenden, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit. Binnen de algemene opzet en randvoorwaarden van deze wedstrijd moet dus worden gezocht naar kwaliteitsvolle concepten, die tegelijk een prijsgunstige realisatie moeten toelaten (schakeling, graad van compactheid, rationaliteit en opvatting van fundering en draagstructuur, materiaalgebruik...).
(Endnotes) a Werkgroep basisnormwoning: Régine Jacquart , Wouter Bosmans , Alain Wuyckens b SHM: Sociale Huisvesting Maatschappij, .... c Na de opmaak van het vernieuwde bouwtechnische bestek (B2005) actualiseerde VMSW ook haar ontwerponderrichtingen : van C2001 naar C2005. Tal van ideeën uit Huisvesting Herbekeken 1 & 2 werden verwerkt in deze C2005, naast vernieuwde wetgeving (o.a. grondverzet, Energie Prestatieregeling …) en diverse reeds gerealiseerde voorbeelden van de betere sociale huisvesting rond DUURZAAM WONEN. Diverse aspecten van duurzaam (sociaal) wonen en ideeën uit Huisvesting Herbekeken maken een belangrijk deel uit van de hoofdstukken over de standaardkwaliteit, maar ook van het afsluitende hoofdstuk over het wonen van morgen. Hierin wil VMSW het kader schetsen voor de nabije toekomst op het gebied van : ecologisch bouwen, wonen van ouderen, levenslang wonen, aanpasbaar bouwen, ... . C2001-C2005: staat voor concept- en ontwerponderrichtingen. Het is een verhelderende introductie op de ontwerpproblematiek en kwaliteitsverwachtingen van sociale woningbouw. Het biedt ontwerpers een handige leidraad bij de opmaak van een voorontwerp en de uitwerking van een definitief ontwerp aan de hand van schema’s, planvoorbeelden en foto’s. het bevat algemene ontwerpcriteria, prijs- en oppervlaktenormen, prestatievoorschriften en aanbevelingen inzake lebvenslang wonen en ecologisch en duurzaam bouwen. B2005: is een bouwtechnisch bestek.
19
de wedstrijd
HUISVESTING HERBEKEKEN
wonen nog verder verkennen. Beperking van het grondgebruik en beperking van de infrastructuur(kost) zijn dus essentiëIe aspecten die een weerslag hebben op de kostprijs, leefbaarheid en duurzaamheid van het project. Richtwaarden voor de woningdichtheid: 1. voor eengezinswoningen: minimaal 25 w/ha, 2. meergezinswoningen van maximaal 4 verdiepingen: 40-80 w/ha. Bij de schakeling van de woningen moet steeds worden gestreefd naar voldoende privacy voor elke woning, voldoende uitzicht en een buitenruimte. Een mooie illustratie hiervan is het ontwerp van de laureaat Lieven Standaert uit Maldegem van HH1: “De Intelligente Hut” - industriële technieken betrekken bij het wonen van morgen. http://www.vmsw.be/VMSW/professioneel.jsp?page=2273
20 21
de wedstrijd
HUISVESTING HERBEKEKEN
22 23
de wedstrijd
HUISVESTING HERBEKEKEN
[2]
Het vervolg op de wedstrijd. Van HH1 naar HH2, HH3.
[2.1] Structurele samenwerking met architectuuronderwijs. Van HH1 naar HH2.
Deze tweede editie maakte VMSW een gewaardeerde partner voor Sint-Lucas. Door Huisvesting Herbekeken 1 & 2 is VMSW erin geslaagd om een veelheid aan verfrissende en waardevolle ideeën en concepten te genereren als antwoord op de verschillende uitdagingen van onze woonmaatschappij, zoals mobiel wonen, samenwonen, flexibel wonen, duurzaam wonen, goedkoop wonen, gestapeld wonen, wonen in een verkaveling, wonen met andere technieken en materialen, tijdelijk wonen… Daarnaast leverde Huisvesting Herbekeken 1 & 2 ook een grote groep van waardevolle ontwerpers op, waarvan: 1/ een deel reeds interessante sociale huisvestingsprojecten heeft gerealiseerd, 2/ een deel nieuw is binnen de sociale huisvestingssector en 3/ een deel aankomende talenten zijn (studenten). Hierdoor zal het wonen van morgen binnen sociale huisvesting een blijvende uitdaging zijn en acht VMSW in dat perspectief de structurele samenwerking met het Vlaams Architectuuronderwijs van primordiaal belang. Martine Valembois
van HH1 naar HH2
SAMENWERKING MET HET ONDERWIJS
Huisvesting Herbekeken 1 kreeg een vervolg door een structurele samenwerking tussen enkele onderwijsinstellingen en VMSW. Docenten van Sint-Lucas Gent (2de jaar architectuur) zetten een intensieve en structurele samenwerking op met de technische dienst van de VMSW. Op verzoek van Martine Valembois, ateliercoördinator, richtte de VMSW een tweede editie in van Huisvesting Herbekeken, weliswaar informeler en zonder prijzengeld. In totaal ging het om meer dan 200 studenten. Het accent lag op het ontwerpproces, waarbij vanuit de VMSW de nodige toelichting en ondersteuning geboden werd. Studenten kregen een uitgebreide uiteenzetting over de doelstellingen en activiteiten van het VMSW. Deze ervaringsuitwisseling opende voor beide partijen mogelijkheden en kansen en het voornemen werd genomen om deze formule structureel in te bedden in beider activiteiten De respons was andermaal groot: 110 inzendingen, een 50-tal uiterst waardevolle ideeën, 10 laureaten.
24
25
De Laureaten en juryverslag van HH 2.
“De jury is van mening dat het 2de jaar Architectuur – W&K Sint Lucas Gent in deze editie van Huisvesting Herbekeken (HH²) meerdere interessante ideeën en concepten heeft aangeboden. Zij waardeert sterk het geheel van de ingediende ontwerpen of ideeën dat: van een hoog en kwalitatief conceptgehalte is; diverse invalshoeken omvat in de benadering van het onderzoeksprobleem; ver uitgewerkte plannen en concepten bevat (gelet op de beschikbare tijd); diverse actuele thema´s inzake wonen van morgen in vraag stelt en er antwoorden bij formuleert; een maatschappelijk engagement aantoont; tevens ook professioneel en communicatief sterk gevisualiseerd wordt. Zoals bij de eerste editie van Huisvesting Herbekeken, stelde de jury vast dat de inzendingen moeilijk met elkaar te vergelijken zijn, gezien het conceptuele karakter en de verschillende invalshoeken van waaruit de studenten vertrokken. Zij besliste dan ook om uit de eerste selectie van 50 inzendingen géén rangorde te maken maar wel 10 laureaten te kiezen. Stuk voor stuk zijn het waardevolle inzendingen met verschillende aanvullende kwaliteiten, die bovendien de verschillende dimensies van de sociale huisvesting belichten, zoals experimenteel karakter, dichter bouwen, sociale betekenis en stedenbouwkundige context. De jury heeft ook rekening gehouden met de specificiteit en de exclusiviteit van de doelgroep (studenten architectuur) in haar beoordeling van de inzendingen en het selecteren van de 10 laureaten. Gelet op deze vaststellingen, is de jury dan ook aangenaam verrast dat het Vlaams Architectuuronderwijs zich als een volwaardige partner positioneert bij het zoeken naar het (sociaal) wonen van morgen. In deze editie van Huisvesting Herbekeken resulteert de specifieke maatschappelijke positie van ´dé architectuurstudent´ in een onbevangen, open en belangeloze manier van benadering van het wonen van morgen, waarbij het traditionele denken op diverse vlakken in vraag wordt gesteld. De jury is van mening dat door 26
de interessante, diverse conceptbenaderingen en de geslaagde voorstellen in dat verband, de pragmatische benadering van sociale huisvesting een conceptmatige input krijgt. De jury wenst haar waardering uit te spreken voor de deelnemende studenten en de begeleidende docenten van W&K departement Architectuur en vindt het opportuun om in de toekomst structureel gezamenlijk (VHM en Vlaams Architectuuronderwijs) verder te zoeken naar het (sociaal) wonen van morgen, met een vruchtbare samenwerking als middel daartoe.” De juryleden: Ann Bollen, Alain Wuyckens, Paul Claus, Jan Wouters, Kurt Herregodts
juryverslag laureaten
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
[2.2]
27
65+ (Kangoeroewonen)
De jury waardeert het zoeken naar een eenvoudige oplossing voor een steeds urgentere maatschappelijke vraagstelling inzake samenleven tussen en zorgdragen voor verschillende generaties. Het project is van een doordachte eenvoud en is geënt op de concrete Vlaamse realiteit. Het is een architecturaal antwoord (met een goed concept en een goede planopbouw) op het maatschappelijk en hedendaags debat inzake intergeneratie-wonen. Het geeft een waardevolle combinatie in samenwonen tussen ouderen en jonge gezinnen, waarbij het samenleven wordt bevorderd, maar tevens de mogelijkheid wordt gegeven om kwalitatief gescheiden te wonen. Deze oplossing is vlot toepasbaar in de Vlaamse dorpen en steden, en dat zowel als invulbouwproject als verkavelingsvorm. Juryverslag VMSW.
juryverslag laureaten
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
Martijn Lybaert & Alexander Mackelberg
Naarmate we ouder worden vermindert de behoefte aan een grote woning. Vele “ouderen” zoeken een kleinere woning op. Vaak is hulp in het huishouden welkom. Ons concept gaat in op het combineren van bejaardenwoningen en gezinswoningen. Martijn Lybaert & Alexander Mackelberg
28
29
SUPERMARKT Sara Callebaut
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
Dit concept speelt in op de problematiek van de grondschaarste door het beschikbaar maken van niet-evidente bouwmogelijkheden of sites. Het idee om de verloren, maar interessante 5de gevel van bestaande grote industriële gebouwen (in casu magazijnen) te gaan benutten, is waardevol en interessant als denkoefening. De oplossing die hier wordt aangereikt, geeft een antwoord dat uitgaat van en verdergaat op de kwaliteiten en gebreken van de gekozen startsituatie (in casu het dak van een magazijngebouw). Zo worden kwaliteiten verder uitgewerkt, zoals weids uitzicht, bestaande constructiestructuur, geconcentreerd bouwen … door een geconcentreerde, flexibele en zuivere schakelstructuur te voorzien. Op die manier wordt niet enkel een nieuw maaiveld gecreëerd maar wordt tevens een bijkomende woonkwaliteit gegenereerd. Praktische randfenomenen worden ook opgelost en uitgewerkt zoals toegang, schakeling van woningtypes. Er wordt wel opgemerkt dat de indeling van woningen planmatig juist zit, maar dat deze woningen te ruim zijn voor sociale huisvesting en dat deze niet van hetzelfde rationele gehalte zijn dan de omkaderende structuur. Verder uitwerking van de woningen en van de haalbaarheid op een concrete locatie is aan te bevelen.
juryverslag laureaten
Juryverslag VMSW.
30
31
32 33
juryverslag laureaten
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
TOOLBOX
Het project ´Toolbox´ is een antwoord op de problematiek van de grondschaarste door het zoeken naar niet-evidente maar wel bestaande bouwmogelijkheden of sites. Het idee om bestaande units in te pluggen op of aan bestaande gebouwen is niet nieuw, maar wordt in dit concept concreet uitgewerkt, waarbij er enerzijds een interessante symbiose met de bestaande locaties wordt gecreëerd en anderzijds aandacht is besteed aan de praktische haalbaarheid en leefbaarheid. De boxen zijn flexibel, moduleerbaar, schakelbaar, inrichtbaar (mét interessante leefkeuzes) en hebben een goede maatvoering en duidelijke structuur. Door uit te gaan van deze basismodule is het project goedkoop, snel en in serieproductie uit te voeren, zodat kan ingespeeld worden op zeer acute noden en woonmobiliteit in de samenleving. Het project introduceert vernieuwende technieken en materialen binnen (sociale) huisvesting. De jury waardeert ook de speelsheid van het geheel, waardoor (sociale) huisvesting met dergelijke projecten een positieve rol kan spelen in onze samenleving, zowel op het locale als op het algemene niveau.
Celine Menten & Hannelore Elias
Juryverslag VMSW.
juryverslag laureaten
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
Celine Menten & Hannelore Elias
De Toolbox is een modulair systeem bestaande uit een hoofdmodule “ THE BOX” met een opp. van 16,5 m2 . Deze module wordt in serie gemaakt, waarna het op diverse manieren aan elkaar wordt geplugd. De samenstelling van de volumes vormt een woning die ingaat op de noden van de bewoner. FLEXIBILITEIT Er bestaan 8 soorten modules, waaronder die voor een gezamenlijke traphal en buitenruimte. De overige 6 worden enkel toegepast als binnenruimte. Het enige verschil bij deze modules is de plaatsing van de ramen. BOUWBUDGET Om het bouwbudget laag te houden werd gekozen voor een serieproductie die vervaardigd wordt door het toepassen van standaardmallen. Stellingen en stijve driehoeken worden aangebracht om de modules op bestaande restruimtes in te pluggen.
34
35
CONCEPT MEUBEL Kristof Van Den Berghe
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
Dit concept geeft een nieuwe benadering aan wonen in zijn zuiverste en flexibele vorm door uit te gaan van interieur binnen een duidelijk exterieur. Met als basis een casco-woning waarin een flexibel en multifunctioneel woonmeubel wordt geplaatst, speelt dit ontwerp in op de problematiek van beperkte oppervlaktes, bouwkost, flexibiliteit … Dit project bekijkt dan ook (sociale) huisvesting vanuit een ander perspectief en is daarom al interessant. Maar het gaat een stap verder dan enkel een idee ; door de doorgedreven flexibiliteit en compactheid van het interieur is het mogelijk om deze woonmeubels in te zetten bij een grote verscheidenheid aan woonprojecten zoals casco´s, reconversies, renovaties, nieuwe projecten … Een groter woonprobleem wordt op die manier op een concrete woonschaal opgelost om dan weer te transformeren naar ruimere toepassingsgebieden. Het woonmeubel is uiterst compact en is tot in detail uitgewerkt. Ook de gehele schakeling van de gekozen casco is uitgewerkt met alle randvoorwaarden zoals gemeenschappelijke tuin en parking. De jury waardeert ook de professionele voorstelling van dit concept.
juryverslag laureaten
Juryverslag VMSW.
36
37
38 39
juryverslag laureaten
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
ONDER DEN TOREN
Dit project stelt de terechte vraag naar verdicht wonen en multifunctioneel leven bij bestaande hoogbouwcomplexen. Het stelt een aantal maatschappelijke vragen bij de bestaande realiteit van modernistische complexen, maar de analyse is niet diepgaand genoeg gevoerd. Het antwoord op deze problemen met de voorgestelde structuur voedt de discussie omtrent woondichtheid versus open ruimte / wonen versus andere functies / ….. Het voorstel houdt rekening met de historische denkwijzen van de diverse modernistische hoogbouwarchitectuur, maar dient nog verder uitgewerkt te worden, zowel qua structuur als invulling en woonplan. Het concept is een prima aanzet tot de maatschappelijke, stedenbouwkundige en architecturale discussie omtrent wonen en leven in bestaande hoogbouwblokken en hun omgeving.
Bram Vandemeulebroucke & Maarten Jolie
Juryverslag VMSW.
juryverslag laureaten
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
Bram Vandemeulebroucke & Maarten Jolie
We vertrekken vanuit een grote staalstructuur met een spanwijdte 12m volgens de ideale 20-60-20 verhouding. De overspanning is dus 7.20 m. De structuur is een opeenvolging van traveeën van 3.60 m breed. Het maaiveld wordt volledig vrijgelaten op uitzondering van de kernpunten voor leidingen, circulatie, sociale interactie… . Deze basisstructuur kan een andere invulling krijgen. Deze licht overgedimensioneerde structuur laat een vrij plan toe. Ze bevat holtes die afhankelijk van hun positie terras, rustruimte of groendak worden. Alle aan -en afvoeren, nutsruimte en circulatie van de woningen worden gecentraliseerd in verticale kokers.
40
41
CLUSTERS
Steven De Bruyne & Nathalie Lemaitre
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
De jury waardeert in dit concept de interessante oplossing voor het samen-wonen in kleine woonomgevingen. De uitwerking van 3 clusters met telkens een verschillend aantal geschakelde woningen, geeft een belangrijke impuls in het nadenken over verdicht samenwonen. Het is een no-nonsense concept dat een aanzet kan geven tot de verzoeting van de door haar gecreëerde mini-samenleving. De mix tussen privaat en semi-privaat en tussen verschillende woningtypes en de diverse toepassingsmogelijkheden in Vlaanderen dragen bij tot het meervoudig en gedifferentieerd inzetten van deze clusters. Dit concept speelt in op belangrijke maatschappelijke uitdagingen maar wordt tevens ook heel concreet en rationeel uitgewerkt. De plannen en de architectuur staan op hetzelfde niveau als het concept. Het klopt. Dit concept verdient de nodige aandacht om eventueel te toetsen aan praktische uitvoeringen. Juryverslag VMSW.
Steven De Bruyne & Nathalie Lemaitre 42
43
juryverslag laureaten
Clustering behandelt het idee van verdichting, het groeperen van woningen rond een gemeenschappelijk binnengebied. Binnen de verschillende clusters is het binnengebied de constante. Van daaruit worden de verschillende woningen bereikt. De bewoners wandelen van het publieke gedeelte, over het semipublieke “groene” domein binnen om tenslotte de private sfeer van de woning te betreden. De “ binnentuin” is tevens ontmoetingsplaats en “speelruimte” die vanuit de woningen constant in het oog kan worden gehouden. Het aantal woningen rond de clusters verschilt en zorgt voor de nodige diversiteit van de binnengebieden.
44 45
juryverslag laureaten
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
SILO
Dit concept wordt gewaardeerd omwille van de keuze voor nieuwe materialen en vormentaal in het debat rond wonen van morgen. Het is een praktisch model dat aanpasbaar is, maar steeds zijn basisstructuur en uitgangspunt behoudt. De moduleerbaarheid is een sterke troef, maar terecht werden de beperkingen getoond van het begrip moduleerbaarheid, waarbij de eindeloosheid ervan als nietoptie werd naar voren geschoven. De nieuwe materialen in combinatie met een ´traditioneler´ gebouwde kern, geven een evenwichtige mix aan tussen traditie en vernieuwing, die ook de uitdrukking is van de mix tussen de verschillende functies en volumes. Er is een duidelijke en logische opdeling in de woningen met dag-, nacht- en natgedeelte, in combinatie met een goed plan. Door de compactheid van de woningen, de structuur en materiaalkeuze speelt dit concept in op de vraag naar urgente woonmobiliteit. Een gehele context ontbreekt echter om de inzetbaarheid op grond van de problematiek van woonmobiliteit aan te tonen, maar de potenties zijn er. Ook hier waardeert de jury specifiek de aantrekkelijke en professionele voorstelling van het project. Juryverslag VMSW.
Een 2de centrale deel, is een volume dat de rechtlijnigheid van de cilinders doorbreekt maar niet verstoort. Hier situeren zich alle sanitaire functies. Het deel wordt ter plaatse vervaardigd. en staat door zijn vorm en materiaal (Corten-staal) in contrast met de volumes waardoor het ingesloten wordt. Doordat dit volume inspringt, kan men dwars door het huis heen kijken zonder de privacy te verstoren. Een 3de deel, evenals zoals het eerste cilindervormig, bevat de slaapkamers en de ruimte om te studeren. De verschillende slaapkamers zijn zodanig geplaatst dat ze compact zijn maar een gevoel van openheid uitstralen. Deze 2de ruimtelijke “tent” kenmerkt zich door de opengewerkte randen. De woning bestaat enkel uit een gelijkvloers.Dit biedt mogelijkheden voor bejaarden. Brede doorgangen maken de woning geschikt voor minder-validen. De inkompartij, gesitueerd buiten de woning, is gemeenschappelijk voor 2 geschakelde woningen. Een trap lijdt naar het dakterras.
juryverslag laureaten
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
Katrien Blanckaert
De woning is samengesteld uit 3 onderscheiden delen, die door de manier waarop ze in elkaar geschoven zijn een duidelijke eenheid vormen. 1ste deel : het hoge leef-, eet-, kookgedeelte is gesitueerd in een polyester- cilinder. Dit is een open ruimte want het leven vereist een gevoel van vrijheid, onbeperkte beweging en is een grote geprefabriceerde tentconstructie.
46
47
CONTAINER
Michaël Van Haegenborgh & Pieter Van den Eede
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
De jury waardeert dit concept omwille van het recycleren van maatschappelijke elementen om maatschappelijke problemen op te lossen, nl. het inzetten van de in de maatschappij overspoelde containers als antwoord op verdicht wonen, aansnijden van nietevidente sites, woonmobiliteit en het dure wonen. De container, net hét symbool van de mondialisering, wordt ingezet om een oplossing te bieden aan de woonbehoeften van deze samenleving en woonmobiliteit. Het strakke keurslijf van een container is géén belemmering voor een goede invulling, maar net de start voor een goede woonoplossing. De verschillende aangehaalde aspecten worden concreet uitgewerkt, behalve voor het aspect zuinigheid is geen afdoende oplossing geboden, terwijl dat zeker mogelijk moet zijn binnen de uitgangspunten van dit concept. Ondanks het innoverende idee en de conceptmatige omkadering van het geheel, zijn de wooncontainers tot in het woondetail uitgewerkt. Deze inzending geeft een goede oplossing voor woonmobiliteit en is toepasbaar in vrijwel alle situaties/locaties. Deze inzending is smaakvol, fris en duidelijk voorgesteld.
juryverslag laureaten
Juryverslag VMSW.
48
49
juryverslag laureaten
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
Er wordt gezocht naar formules van economisch bouwen door gebruik van bestaande structuren. Scheepvaartcontainers zijn hier een sprekend voorbeeld van. Zij zijn bestand tegen een grote inwerking van krachten door de combinatie van een slanke ribbenstructuur en een invulling met geplooid plaatmateriaal en zijn schakelbaar. Naar een nieuw modern nomadisme toe werden verplaatsbare woning ontwikkeld, die op een vrachtwagen passen en zo gemakkelijk verscheept kunnen worden. Michaël Van Haegenborgh & Pieter Van den Eede 50
51
ST
Het project ´ST´ is een antwoord op diverse vraagstukken van het hedendaags wonen, zoals dichtheid, mix, niet-bebouwbare plekken, niet-grondgebonden wonen …. Het gaat uit van een zelf gecreëerd verhoogd maaiveld, waardoor dit concept de wereld opent van b.v. het wonen in overstromingsgebieden. Deze ruime toepassingsmogelijkheden werden echter niet ten volle aangetoond, maar de mogelijkheden zijn er zeker. Het project biedt duidelijke potenties op kleine schaal en niet zoals voorgesteld op schaal van het maxi-model ; daarvoor ontbreekt de invulling van de nodige randvoorwaarden. De schakeling van de woningen worden geïntegreerd in een basisstructuur dat snel en goedkoop kan geproduceerd worden. Door de goede basiswoningen, en de consequente toepassing van de basisstructuur, kan dit project een antwoord geven op de hedendaagse gewijzigde wooncultuur, waarbij de nodige aandacht gaat naar de mix van woningtypes en naar samenleven versus individualiteit. Het concept ´ST´ heeft daarom duidelijke potenties en verdient verder onderzoek op een concrete locatie op beperkte schaal en op basis van duidelijke randvoorwaarden. De jury waardeert de sobere en leesbare presentatie. Juryverslag VMSW.
juryverslag laureaten
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
Elke Schoonackers & Pieter Tanghe
52
53
MULTIPLE CHOICE
Paul Devriendt & Lamia El Bouazzaoui
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
´Multiple Choice´ is een waardevol concept dat inspeelt op een bepaald aspect van het sociaal wonen van vandaag, nl. snelheid, bouwbudget, meegroeien, flexibiliteit. Door te kiezen voor een goed basistype, dat door het hanteren van een bouwsysteem kan uitgebreid worden, geeft ´Multiple Choice´ een concreet antwoord op het snel meegroeien in de woning. Het concept gaat uit van een standaardisatie en prefabricatie, binnen een strak maar moduleerbaar bouwsysteem, dat kan aangroeien met diverse bijkomende functies. De verschillende meegroeimogelijkheden worden afdoend aangetoond, zodat de theorie ook in de praktijk is uitgewerkt. De indeling van de woningen (mét uitbreidingsmodules) zit goed evenals de gevelmaterialen. Ondanks de vraag of het aspect ´moduleerbaarheid´ dit concept wel effectief makkelijk realiseerbaar is, waardeert de jury zowel het idee als de concrete uitwerking. Dit concept verdient om concreet onderzocht te worden. De presentatie is helder en duidelijk.
juryverslag laureaten
Juryverslag VMSW.
54
55
juryverslag laureaten
HUISVESTING HERBEKEKEN 2 - 2005
[De 3 in 1 unit] De basismodule bevat een unit van 3 X 3 m. die een keuken, een badkamer en een uitklapbed bevat. Het uitklapbed kan gemakkelijk vervangen worden door een ingebouwde kast. De keuken kan uitgebreid worden met een uitklapaanrecht. Door de verschillende modules en de basismodules te schakelen op allerlei manieren bekomt men verschillende plattegronden. MULTIPLE CHOICE Wie? Wat? Waar? Voor wie: voor studenten, bejaarden, alleenstaanden, jonggehuwden. Voor wat: voor alle budgetten van sociale woningbouw tot luxevilla’s. Waar: alle plaatsen zoals restruimtes, moerassige gebieden, heuvelachtige gebieden, in stedelijke context, als noodwoning in verwoeste gebieden, als parasietwoning op of naast bestaande gebouwen. Paul Devriendt & Lamia El Bouazzaoui
56
57
Het derde jaar architectuur gaat met de bachelorproef 2006 in op de uitdaging van de wedstrijd Huisvesting Herbekeken. Het uitgangspunt van VMSW, namelijk: het grondig herbekijken van mogelijkheden voor collectieve vormen van huisvesting, werd gezien als een boeiend uitgangspunt voor het eindexamen van een bachelordiploma. De samenwerking met VMSW bood de studenten een voordeel wat betreft het vormen van hun uitgangspunt en concept. Maar ook in hun inzicht en basis van de bouwtechnieken en voorstellingstechnieken was de aanbreng van VMSW zowel historisch, professioneel als praktisch zeer nuttig. Het aspect van her-bekijken vormde de hoogste moeilijkheidsgraad van de opdracht, een moeilijkheid en vraag die aansluiten bij de vorming van architecten. Voortdurend moet immers uitgekeken worden naar realistische alternatieven voor de bouwmarkt. Net als de vraag en zoektocht naar flexibele planvormen bij scherpe woonoppervlakte, die studenten met bouwtechnisch inzicht en op een duurzame manier tot een synthese moesten brengen in collectieve woonvormen ‘voor morgen’. Al deze aspecten, onderbouwd door de deskundigen van VMSW, vormden belangrijke uitgangspunten voor het eindproject. Voor studenten uit een derde bachelor is het niet evident om grote vernieuwingen te suggereren, gelet op de strakke wetgeving en de nationale en internationale knowhow op vlak van collectief wonen. De jury was dan ook verrast om enkele zeer boeiende voorstellen te kunnen bekronen, die werden gerealiseerd door de inzet van de studenten en de kennis en goede begeleiding van de praktijkdocenten atelier en bouwtechnieken. Het project van Pieterjan Ginckels en Sylvester Vandeweghe illustreert wat de verwachtingen voor een bachelorproef mogen zijn en voldoet in hoge mate aan de voorop gestelde eisen. Jan Bruggemans, lid van de jury
58
Concreet: de opdrachtomschrijving. Herwaarderen van een voorgesteld gebied met de inplanting van huisvesting volgens de normering van de huidige VMSW, gecombineerd met commerciële en publieke functies. Van de student wordt een kritische reflectie verwacht van de gangbare normen en opvattingen betreffende sociale huisvesting en andere collectieve woonvormen. In de Lehon-Kesselssite te Schaarbeek werden 5 locaties aangeduid. De sites werden gekozen in functie van hun verschillende potenties: 1. Mogelijkheid tot ontwikkeling van de binnengebieden en omsluiting ervan na volledige of gedeeltelijke sloop van inpandige ateliers. 2. Invoegen en/of versterken van de bestaande publieke ruimte, doorsteek, parkaanleg, pleinvorming... 3. Herbestemming van waardevolle gebouwen of onderdelen tot voorzieningen op stedelijk en wijkniveau. 4. Verbetering van het wooncomfort, de omsluiting, de leefbaarheid van de bestaande woningen. 5. Bestuderen en vermengen van de privaat-publiek problematiek. 6. Herdefinitie en/of relocatie van sportinfrastructuur, supermarkt, museum, handelsruimte... Beoordelingscriteria 1. Inzicht en visie i.v.m. de opdracht 2. Conceptvorming en persoonlijke aanpak 3. Duidelijk programma en aanzet tot constructieve en structurele logica 4. Inzicht in de context 5. Duidelijke voorstellingstechnieken en accurate verbale verdediging Verder ter info, de beste resultaten per atelier: Atelier An Fonteyne: Platteeuw Tom, Boogaerts Tom Atelier Dirk Coopman: Ginckels Pieterjan, Van Hemelryck Kristien Atelier Jan Devylder: Gressens Jelle, Maartens Ilse Atelier Lieven Dejaeghere, (coördinator) Saldien Hanneliese, Vandeweghe Sylvester 59
vmsw - Sint-Lucas Brussel
HUISVESTING HERBEKEKEN 3- 2006
[2.3] Huisvesting Herbekeken 3 – samenwerking tussen VMSW en Sint-Lucas Brussel.
60 61
vmsw - Sint-Lucas Brussel
HUISVESTING HERBEKEKEN 3- 2006
62 63
HUISVESTING HERBEKEKEN 3- 2006
vmsw - Sint-Lucas Brussel
Sylvester Vandeweghe
64 65
vmsw - Sint-Lucas Brussel
HUISVESTING HERBEKEKEN 3- 2006
66 67
HUISVESTING HERBEKEKEN 3- 2006
vmsw - Sint-Lucas Brussel
Pieterjan Ginckels
hoofdstuk
snelwegen
Huisvesting Herbekeken 4
2
[1.] Ontwerpen in concrete materialen: samenwerking met bedrijven
ontwerpen in concrete materialen
[1.1.] Inleiding De hieronder vernoemde bedrijven werden gevraagd om in seminarievorm toelichting te geven over hun producten naar toepasbaarheid binnen de probleemstelling van de diverse wedstrijdthema’s, met andere woorden meer dan zomaar een voorstelling van hun bedrijf. De seminaries werden door de verschillende firma’s optimaal gebracht. De studenten hadden na de uiteenzetting de mogelijkheid om vragen te stellen aan de verschillende sprekers. De bedrijven gaven hun coördinaten aan de studenten om rechtstreeks bepaalde vragen te kunnen stellen aan hun technische medewerkers. Op deze manier waren de studenten gewapend om met concrete materialen hun ontwerp te onderbouwen. Op deze wijze werd pedagogisch de directe betrokkenheid van de bouwtechnieken in het ontwerpproces geïntegreerd. Deze werkwijze benadrukt de doelstelling om in een 2de jaar materiaalgebonden te ontwerpen “in de sfeer van het ontwerp” in tegenstelling tot een eventueel risico op een objectmatige aanpak via maquettebouw. Zowel de betrokken docenten, de vertegenwoordigers van de bedrijven en de studenten hadden een goede ervaring met dit opzet. Marcel Heistercamp
[1.2.]
De inbreng van verschillende bedrijven.
inleiding
N.V. Carrieres du Hainaut Foamglas Renson Deceuninck Knauff Viessman Febelcem
72
73
Belgische blauwe hardsteen is een materiaal van een uitzonderlijke kwaliteit en duurzaamheid. Het merendeel van de ontginning gebeurt in de steengroeven van Henegouwen in Soignies (Wallonië). Uit deze groeven kwam de blauwe steen die werd gebruikt in grote Belgische architecturale projecten zoals de tentoonstellingspaleizen van de Heizel (Paleis 5 van Brussels Expo), het Horta-museum, het Paleis voor Schone Kunsten van Brussel en Charleroi, de galerij van het Jubelpark, maar ook voor buitenlandse projecten.
ontwerpen in concrete materialen
De BLAUWE STEEN uit Henegouwen ® wordt gekenmerkt door de zeelelies en schelpen die zorgen voor een karakteristiek uitzicht. De steen heeft zich, 345 miljoen jaar geleden, traag gevormd onder de zee en bedekte een groot deel van Wallonië. Hij bevat 96 % calciet , een mineraal dat de kwaliteit en de hardheid van de steen bepaalt. Hij is makkelijk te onderhouden. Het feit dat hij niet poreus is, maakt hem ongevoelig voor vuil. Vandaag wordt de BLAUWE STEEN uit Henegouwen ® erg veel gebruikt in de architectuur: als vloertegels voor binnen en buiten, voor werkbladen in de keuken, voor badkamers, zwembaden, gevelelementen, decoratieve elementen, stadsinrichting, … Overal waar hij wordt gebruikt, en dan vooral in combinatie met hout, creëert hij op een erg natuurlijke wijze een discrete harmonie, zowel in een zuiver klassiek als in een soepel design. De Belgische blauwe steen geniet van een traditionele, drie eeuwen oude knowhow en van de modernste zaag-, kap- en bewerkingstechnieken, alsook plaatsings- en assemblagemethoden. In tegenstelling tot imitaties, krijgt de authentieke Henegouwse blauwe steen een patina door de veroudering die voor prestige en karakter zorgt. Hij past zich aan alle hedendaagse architectuurstijlen en de vereisten van het moderne comfort, zoals vloerverwarming, aan. De tijdloze blauwe steen past perfect bij elk kwaliteitsmateriaal, zowel klassiek als hedendaags, zoals baksteen, hout, metaal en glas. De steen is verkrijgbaar in een ruwe of gladde afwerking en in een kleurenwaaier van licht blauwgrijs tot bijna zwart. De onderneming stelt bijna 500 mensen tewerk (bedienden en arbeiders) en werkt met piektechnologie. De jaarlijkse omzet van de onderneming ligt boven de drieënvijftig miljoen euro. De ontginningszone is 200 ha groot. N.V. Carrières du Hainaut werkte mee aan de oprichting van een leerschool voor steenhouwers. Zo wil de onderneming het voortbestaan van de verwerking van de blauwe steen verzekeren. De N.V. Carrières du Hainaut werd opgericht in 1888. Het sociale doel van de onderneming was de ontginning en bewerking van de BLAUWE STEEN uit Henegouwen ®, ook wel ‘petit granit’ genoemd.
FOAMGLASS Wat is FOAMGLAS® - cellenglas? FOAMGLAS® - cellenglas is thermische isolatie en dat zijn sterke, unieke eigenschappen dankt aan de hermetisch gesloten cellen waarvan de wanden bestaan uit glas en die gevuld zijn met sterk isolerend inert gas. Door zijn unieke eigenschappen zoals : waterdicht, waterdampdicht, bestand tegen ongedierte, gemakkelijk te verwerken, onbrandbaar (A1), hoge drukweerstand, maat- en vormvast, bestand tegen de meeste zuren en zonder gevaar voor de gezondheid, blijft de isolatiewaarde permanent behouden in de tijd. FOAMGLAS® is een ecologisch geproduceerd isolatiemateriaal op basis van gerecycleerd glas en recycleerbaar op het einde van zijn levensduur! FOAMGLAS® wordt toegepast om volgende bouwonderdelen duurzaam te isoleren: Platte- en hellende daken Geventileerde gevelsystemen Vloeren zowel onder als boven de betonplaat Ondergrondse muren Koude bruggen op te lossen www.foamglas.be RENSON HEALTHY DOMESTIC COMFORT: ELKE WONING VERDIENT EEN COMFORTABEL BINNENKLIMAAT!
ENERGIEZUINIG,
GEZOND
EN
Vanaf 1 januari 2006 is de energieprestatieregelgeving (EPB) van kracht. EPB stelt eisen op vlak van ventilatie en aanbevelingen voor zonwering met als doel het binnenklimaat in de woningbouw te verbeteren. Met het HEALTHY DOMESTIC COMFORT systeem gaat RENSON nog een stap verder dan EPB. Met dit systeem garandeert RENSON naast een gezond binnenklimaat het hele jaar ook de ideale binnenhuistemperatuur tijdens de warme zomermaanden.
bedrijven
N.V. CARRIERES DU HAINAUT BLAUWE HARDSTEEN: KLASSIEKE EN TEGELIJK HEDENDAAGSE ESTHETIEK
De integratie van dit concept staat borg voor een uitstekende design en een laag energieverbruik. Het steunt op drie pijlers: 1. Continue en gecontroleerde basisventilatie Naast permanente natuurlijke ventilatie (systeem A: schoorsteenprincipe) biedt RENSON nu ook een mechanisch gecontroleerd ventilatiesysteem aan. Het combineert een zelfregelende natuurlijke luchttoevoer (INVISIVENT® 75
2. Intensieve nachtventilatie Een tweede principe is ‘Night Cooling’. Hierbij koelen grote natuurlijke luchtstromen het gebouw en de binnenlucht ’s nachts af. In de zomer zorgt dit voor een aangename temperatuur met een minimum aan energieverbruik. Dit principe vereist de nodige thermische massa om de koelte op te slaan en luchttoevoer in de woning via intensieve ventilatieroosters (foto 3). De lucht wordt afgevoerd via schoorstenen, dwarsventilatie of eenzijdige ventilatie. 3. Externe zonwering voor glasgevels Het derde principe is een goede buitenzonwering. Die houdt de warmte buiten en zorgt voor visueel comfort. Duurzame aluminium buitenzonwering - zoals ICARUS® (foto 4,5) of SUNCLIPS® weren tijdens de zomermaanden de zon uit de woning en voorkomen op die manier oververhitting. Toch blijft een optimale lichtinval mogelijk. SCREENVENT® gaat nog een stapje verder: het is een zeer esthetische combinatie van een zelfregelende raamverluchting met een extern zonweringsscreen, die tegelijkertijd zorgt voor de toevoer van verse lucht (zonder tochthinder) en beperking van zonnelast (foto 1).
Foto 1: SCREENVENT® combineert ventilatie en zonwering
Foto 3: Roosters nachtventilatie
voor
intensieve
Kortom, het HEALTHY DOMESTIC COMFORT systeem draagt niet alleen bij tot een gezondere woonomgeving, maar ook tot een prachtig design en bovendien kost het minder! www.renson.be
Foto 2: Systeem C+®: natuurlijke luchttoevoer gecombineerd met gecontroleerde mechanische afvoer
76
Foto 4: Structurele zonwering type ICARUS® (binnenaanzicht)
Foto 5: Structurele zonwering type ICARUS® (buitenaanzicht)
77
bedrijven
ontwerpen in concrete materialen
en SCREENVENT®, foto 1) met een gemoduleerde mechanische afvoer (XTRAVENT®Modus). Dit is een verbeterde versie van de huidige systemen C, namelijk systeem C+® (foto 2). Op die manier wordt er geventileerd op basis van de behoeften, continu en gecontroleerd. Met het systeem C+® garandeert RENSON u een globale energiebesparing tot 10% en aldus een verbeterd E-peil (10 punten).
Design zendow® heeft zowel langs de binnen- als buitenzijde exact dezelfde licht afgeronde vorm. Het subtiele design maakt de profielen bij uitstek ook geschikt voor gebogen ramen. Door de afgeronde lijn komt de boogvorm van het raam immers extra tot haar recht. Telkens zijn buiten- en binnenzicht qua vormgeving volledig identiek. Comfort De geometrische studie van het profiel verzekert een perfecte drainage. Dit dankzij de uitgekiende opbouw van het profiel die, via een hellend vlak, borg staat voor een optimale waterafvoer. Het multifunctionele dichtingssysteem heeft een dubbele functie. Enerzijds dient het als afdichting tussen beglazing en profiel en anderzijds als aanslagdichting tussen kader en vleugel. Op die manier wordt een permanente wind- en waterdichtheid gegarandeerd. Door extra aandacht te besteden aan zowel de thermische als akoestische prestaties voldoet het zendow® meerkamersysteem aan de strengste eisen op het vlak van isolatie. Ruimte Lichte, luchtige leefruimtes zijn tegenwoordig erg in trek. Het nieuwe raamsysteem zendow® speelt hier actief op in en maximaliseert de oppervlakte van het glas terwijl het de aanzichtbreedte van het profiel versmalt. Grotere ramen met slankere profielsecties zijn het resultaat. Veiligheid Het profielconcept van zendow® is compatibel met alle op de markt verkrijgbare types veiligheidsbeslag. De profielen worden standaard versterkt met gegalvaniseerd staal en de sluitplaten, ingebouwd in de droge zone van het profiel, worden via een extra barrière onder de vorm van een nokje beter afgeschermd. Door dit extra obstakel is het beslag zo goed als onbereikbaar voor mogelijke inbrekers. Kleur Deceuninck introduceerde samen met zendow een nieuwe kleurencollectie, deuctone genaamd. De kleuren uit de nieuwe collectie laten zich niet meeslepen door trendgevoelige en dus tijdelijke modefenomenen. TWINSON®: EEN NIEUW REVOLUTIONAIR MATERIAAL Twinson is een nieuw revolutionair materiaal, vervaardigd uit hout en pvc. Door de voordelen van beide materialen te verenigen in één nieuwe grondstof brengt Twinson het beste uit twee werelden samen : het natuurlijke en warme uitzicht van hout én de duurzaamheid en onderhoudsvriendelijkheid van pvc. Het Twinson gamma bestaat uit één terrasconcept en meerdere gevelpanelen. Twinson 78
Met Twinson beantwoordt Deceuninck aan de comforteisen van de hedendaagse architectuur: waterbestendig en mosvrij, robuust, splinteren rotvrij, natuurlijke look en esthetische meerwaarde. Van strak design tot speelse geometrische vormen. In z’n fysische vorm is Twinson absolute schoonheid. Een warm, natuurlijk visueel aspect gecombineerd met een bijzonder aangename tactiliteit. Niet minder dan acht natuurkleuren stellen u in staat de meest uiteenlopende projecten te realiseren. Van zoethoutzwart over olijfgroen tot amandelbeige. Toepassing Twinson kan zowel voor interieur- als exterieure toepassingen gebruikt worden. Zowel voor eenvoudige renovaties als voor prestigieuze nieuwbouwprojecten. Het materiaal is vrij makkelijk te be- en verwerken, snel te plaatsen en de bevestiging gebeurt volledig verdoken. Deceuninck lanceert momenteel de eerste met Twinson geproduceerde producten. Het gaat om buitenvloerbekleding voor terrassen en gevelbekleding. Enerzijds is er o-face, het gevelconcept dat bestaat uit één verticale + meerdere horizontale profielvormen, anderzijds is er o-terrace, een buitenvloerbekleding met omkeerbare plank die de keuze laat uit twee verschillende esthetische afwerkingen. Twinson is tevens een ecologisch product en 100% recycleerbaar. Het bevat dennenhout dat snel groeit in bossen die permanent worden heraangeplant. Op die manier draagt het materiaal bij tot een duurzaam bosbeheer. BEE_BO: ARCHITECTURALE INTERIEURBEKLEDING Bee_bo® is een nieuw, zuiver & creatief concept. Het product laat toe te spelen met de polariteit tussen hightech – de industriële uitstraling van het product- en natuurlijke materialen en/of elementen in ruimtes. Door haar sober en geometrisch design is Bee_bo® uitstekend geschikt voor het bekleden van o.a. (glooiende) wanden en plafonds. Het onderhoudsvriendelijk karakter, de eenvoudige plaatsing en de ecologische duurzaamheid van het product zijn kwaliteiten die inherent aan Bee_bo® verbonden zijn. Meerdere structuren Structuren vormen de basis. Ze zorgen voor creaties en worden bepaald door een samenspel van elementen, die hun uiteindelijke kracht bepalen. Kracht die schoonheid wordt, uitgedrukt in vormentaal. Het Bee_bo® gamma omvat drie structuren “lined”, “squared” en “waffled”. Ecologische duurzaamheid Bee_bo®, in zijn volledige levenscyclus beschouwd en rekening houdend met de toekomstige behoeften, draagt als duurzaam product positief bij tot het ecologisch systeem. De producten zijn geproduceerd op basis van volledig gerecycleerd pvc. Na het aanbrengen van de afwerkingslaag wordt een nieuw product bekomen dat voor meer dan 80% uit gerecycleerd materiaal is vervaardigd. De producten zijn op het einde van hun levenscyclus opnieuw 100% recycleerbaar.
bedrijven
ontwerpen in concrete materialen
DECEUNINCK ZENDOW® : ONTDEK VANDAAG HET RAAM VAN MORGEN Kwaliteit in harmonie met doordachte universele kleuren. Een elegant design. Comfort, ruimte, veiligheid, exclusiviteit. De nieuwe zendow® raamprofielen zijn zo ontworpen en getest dat ze op de meest uiteenlopende vlakken éénieders woonplezier verhogen.
www.deceuninck.be 79
ontwerpen in concrete materialen
Lawaai en comfort gaan niet samen. De mens is meer dan ooit gesteld op rust en stilte, maar anderzijds wordt hij steeds meer belaagd door allerhande hinderlijke geluiden. Logisch dus dat de lat inzake geluidsisolatie en -absorptie steeds hoger gelegd wordt. Om aan de steeds strengere eisen te voldoen, heeft Knauf voor alle mogelijke constructie-elementen een brede waaier aan oplossingen ontwikkeld waarmee je het geluid op bijzonder efficiënte wijze buitenspel kan zetten. Absorptie versus isolatie De geluidsproblematiek is een heel complexe thematiek waarover nogal wat misverstanden circuleren. Eerst en vooral moet er een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen akoestische isolatie en akoestische absorptie. Bij akoestische isolatie komt het er op aan om zo veel mogelijk te vermijden dat geluiden afkomstig van buitenaf (vb. lawaai van de straat of lawaai van een aanpalende ruimte binnen het gebouw) een bepaalde ruimte binnendringen. Akoestische absorptie daarentegen is er op gericht om de nagalm van de geluiden geproduceerd binnen een bepaald vertrek zo veel mogelijk te beperken. Akoestische isolatie Bij akoestische isolatie onderscheiden we twee belangrijke aandachtspunten: luchtgeluids- en contactgeluidsisolatie. Luchtgeluiden Luchtgeluiden zijn de geluiden die doorgegeven worden tussen twee naast elkaar gelegen ruimtes. Hier kan men zich baseren op de massawet om geluiden tegen te houden en gebruik maken van zware materialen, type Isolava Gipsblokken. Hoe hoger de massa, hoe beter de isolatie. Naast de massawet kan men zich ook beroepen op het massa-veer-massa-principe. Of zijnde een ontdubbelde wand, met gipsblokken of gipsplaten. Met wanden waarbij een aantal gipsplaten gecombineerd wordt met glaswol, of een ontdubbelde gipsblokkenwand met isolatiemateriaal tussen, kan men heel efficiënt een dam opwerpen tegen luchtgeluiden. De gipsplaten of gipsblokken vormen de massa, de glaswol fungeert als veer die ervoor zorgt dat de geluidstrillingen van de ene gipsplaat /blokkenwand zo weinig mogelijk overgedragen worden op de andere gipsplaten/blokkenwand. De akoestische isolatiewaarde van een dergelijke wand kan onder meer verhoogd worden door het aantal en de dikte van de gipsplaten of de lagen glaswol op te drijven, of de dikte van de blokkenwanden. 80
Talrijke opnamestudio’s, concertzalen en andere ruimtes waar lawaaihinder volstrekt uit den boze is, bewijzen dat dergelijke wanden op zeer efficiënte wijze het geluid buitenspel zetten. Akoestische lekken moeten in dergelijke constructies wel ten alle tijden vermeden worden. De akoestische laag mag nergens doorbroken worden. Vooral ter hoogte van lichtschakelaars moet daar bijzondere aandacht aan besteed worden. Contactgeluiden Contactgeluiden (ook impactgeluiden genoemd) zijn geluiden die overgedragen worden tussen twee ruimtes. Een vallend voorwerp, voetstappen of verplaatsingen van meubels doen de vloer trillen en die trillingen worden doorgegeven aan de rest van het gebouw. Met behulp van zwevende vloeren of een isolerende vloerbekleding kan die geluidshinder al enigszins beperkt worden, maar voor een meer structurele oplossing is de verdubbeling van het plafond, de wand of de vloer aangewezen. Ook daarvoor reikt Knauf een aantal uiterst efficiënte oplossingen aan. Behalve de vloerisolatieplaten op basis van glaswol zijn er ook de Vidifloorelementen van gipsvezel die aan de onderzijde voorzien zijn van een laag rotswol of geëxpandeerd polystyreen. Akoestische absorptie Akoestische absorptie kan je omschrijven als het verminderen van nagalmgeluiden. De absorptie wordt uitgedrukt door de coëfficiënt Alpha Sabine ( ) die zich tussen 0 en 1 bevindt. Bij 1 heb je een maximale absorptie, bij 0 is er geen enkele geluidsabsorptie. In een woonruimte zijn er met de geluidsabsorptie meestal geen problemen. Daar zorgen onder meer tapijten, gordijnen, zetels, kussens en andere elementen uit het interieur voor. In bepaalde ruimtes waar veel volk over de vloer komt (vb. openbare gebouwen, kantoorgebouwen,…) of waar bijzonder hoge eisen gesteld worden aan het akoestisch comfort (vb. concertzalen, opnamestudio’s,…) is het een absolute must om nagalmgeluiden uit te schakelen. Daarvoor kan je gebruik maken van de glaswolproducten van Knauf Thermolan en van het uitgebreide gamma geperforeerde Sound Design-gipsplaten. Glaswol is uitstekend geschikt voor de absorptie van de hoge frequenties. Door de dikte te verhogen, worden de resultaten beter voor de lage en middelhoge frequenties. De Sound Design-platen van Knauf koppelen de geluidsabsorptie aan een geslaagde esthetiek. De perforaties verlenen de platen een sfeervol ritme en zorgen voor een afdoende opslorping van de nagalmgeluiden. Fibralith houtwolcementplaten. Net zoals dat bij de platen en de gipsen het geval is, beperkt Knauf zich voor zijn isolatiegamma niet tot de standaardproducten, maar biedt het ook materialen aan die uit de band springen en voor een heel valabel alternatief zorgen voor bepaalde situaties. Mooi voorbeeld daarvan zijn de Fibralith houtwolcementplaten die niet alleen de thermische en
bedrijven
KNAUF HOE HET GELUID BUITENSPEL ZETTEN?
81
De platen worden bijvoorbeeld gebruikt als verloren bekisting voor de isolatie van vloeren van parkings. Als mechanisch bevestigde isolatie tref je ze aan tegen de muren en plafonds van parkings en industriële gebouwen maar evenzeer in commerciële complexen, scholen, sportzalen en andere gebouwen waar nood is aan een bijkomende thermische en akoestische isolatie alsook geluidsabsorptie. Verder kunnen deze platen ook als afgehangen plafond geplaatst worden of als beplating in de houtskeletbouw. www.knauf.be
VIESSMAN Warmte van de zon : gratis aan huis geleverd De zon is niet alleen een onuitputtelijke energiebron, ze stuurt ook geen factuur. Geen wonder dus dat steeds meer mensen deze economische en milieuvriendelijke energievorm ontdekken. De nieuwe generatie condensatieketels geeft reeds een forse besparing op de energiefactuur. Zonnepanelen kunnen bovendien zorgen voor een extra besparing bij het stijgend verbruik van sanitair warm water. Terwijl 5 tot 10 jaar geleden in een klassiek huis gemiddeld 10 tot 20% van het totaal energieverbruik naar de aanmaak van sanitair warm water ging, is dat vandaag immers opgelopen tot 30% en meer. De badkamer bijvoorbeeld is dan ook stilaan geëvolueerd naar een waar ontspanningsoord – denk maar aan douches met zijsproeiers, bubbelbaden, e.d. Vandaar ook het grote voordeel van de implementatie van zonnepanelen. Want hoe groter het verbruik van warm water, hoe groter het relatieve voordeel dat een zonnepaneel oplevert voor de verwarming ervan. Met de zonnesystemen van VIESSMANN bespaar je jaarlijks immers tot 60% op de energiekosten voor de sanitaire warmwaterproductie. In de zomermaanden kan de tapwateropwarming zelfs volledig met zonne-energie gebeuren. VIESSMANN heeft voor zonne-energie twee verschillende technologieën in huis: de klassieke vlakke collectoren (Vitosol 100) en de vacuümbuiscollectoren (Vitosol 200 en Vitosol 300). De technieken delen eenzelfde topkwaliteit, maar verschillen in rendementen en toepassingsmogelijkheden. Kortom, voor elke behoefte biedt VIESSMANN een oplossing op maat. Vlakke collectoren: Vitosol 100 Deze vlakke collectoren koppelen een optimaal rendement aan een aantrekkelijke verhouding tussen prijs en opbrengst. Ze zijn er in twee uitvoeringen (horizontaal of verticaal) – geschikt voor montage op platte (met chassis) of hellende daken. Vacuümbuiscollector Vitosol 200 en 300 Waar klassieke zonnepanelen niet meer gebruikt kunnen worden, bieden vacuümbuiscollectoren van VIESSMANN een oplossing. Ze kunnen zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden, waarbij elke buis in de collector naar de zon gedraaid kan worden. Dit systeem is uniek voor VIESSMANN zonne-installaties en zorgt voor een hoger rendement bij diffuus licht (winter).
bedrijven
ontwerpen in concrete materialen
akoestische isolatie verhogen, maar daarnaast ook interessante decoratieve mogelijkheden bieden. De houtwolcementplaten zijn isolatieproducten opgebouwd uit gemineraliseerde lange houtvezels van naaldbomen. De vezels zijn omhuld met wit cement. Gecombineerd met andere isolerende materialen zoals EPS, rotswol en resolschuim resulteren deze platen in een aanzienlijke verbetering van de thermische en de akoestische absorptie/isolatie alsook de brandwerendheid. Opmerkelijk voor een isolatieproduct is dat deze platen niet noodzakelijk bekleed moeten worden. De structuur van in elkaar grijpende vezels oogt immers heel decoratief. De platen zijn trouwens te verkrijgen in alle mogelijke RAL-kleuren. De Fibralith-platen zijn makkelijk te verwerken en te plaatsen, zijn sterk en zeer goed bestand tegen de meest vochtige omgevingen. Daardoor vormen ze een ideale oplossing voor heel specifieke situaties.
Vandaag kunt u genieten van allerlei steunmaatregelen, zoals belastingvermindering (40% van de investering met een maximum van 3.380 euro) en regionale en lokale premies. Dit betekent dat de investering in een 82
83
zonne-installatie is terugverdiend op 6 à 7 jaar tijd. Deze schatting houdt bovendien nog geen rekening met de stijgende energieprijzen. Hoe duurder de brandstof, hoe groter de besparing als je werkt met alternatieve energie!
www.viessmann.be
De Belgische cementbedrijven — CBR, HOLCIM en CCB — hebben zich in 1949 verenigd in een beroepsorganisatie die sinds 1994 de naam FEBELCEM draagt. Zij verdedigt het standpunt van de Belgische cementnijverheid op sociaal-economisch en juridisch vlak, en in milieu-aangelegenheden. FEBELCEM neemt actief deel aan de werkzaamheden van de Europese Cementvereniging (CEMBUREAU), werkt samen met andere Belgische instanties uit de bouwnijverheid, en onderhoudt contacten met de diverse overheden. Het beste gebruik van cement en beton bevorderen is een van de belangrijkste taken van FEBELCEM. Het streven van de Belgische cementindustrie naar voortdurende vernieuwing, naar kwalitatieve producten en naar de bescherming van het leefmilieu staat hierin centraal. FEBELCEM wenst de gebruiker van cement en beton zo goed mogelijk te informeren. Hij kan terecht in een uitgebreid en vrij toegankelijk documentatiecentrum en beroep doen op ingenieurs die gespecialiseerd zijn in verschillende marktsegmenten. Zij verlenen niet alleen technische assistentie, maar richten ook studiedagen, cursussen en werfbezoeken in, geven lezingen in architectuurscholen en technische faculteiten en publiceren over verschillende onderwerpen in relatie tot cement en beton. Naar de media toe is FEBELCEM de spreekbuis van een dynamische industriële sector die vastbesloten is zich kenbaar te maken bij het grote publiek en bij de economische verantwoordelijken. www.febelcem.be
bedrijven
ontwerpen in concrete materialen
Comfortabel, zuinig en milieuvriendelijk warmte opwekken en deze al naargelang de behoefte ter beschikking stellen met baanbrekende innovaties en topkwaliteit: dat is het doel waarvoor Viessmann zich al 3 generaties lang engageert. Met het huidige programma biedt Viessmann een compleet en gelaagd aanbod met vermogens van 1,5 kW tot 20.000 kW: vloer- en wandketels op stookolie of aardgas in conventionele en condenserende uitvoeringen evenals regeneratieve energiesystemen zoals zonnepanelen, warmtepompen en ketels voor vaste brandstoffen. Het assortiment omvat tevens componenten voor regeling en datacommunicatie tot radiatoren en vloerverwarming. Met 12 fabrieken in Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Canada, Polen en China en met verkooporganisaties in Duitsland en 35 andere landen, evenals wereldwijd 112 verkoopkantoren is Viessmann dé toonaangevende wereldspeler bij uitstek.
FEBELCEM
84
85
[2]
Ontwerpen binnen vijf verschillende themasituaties
De opgave beoogt een antwoord op volgende subthema’s die de visie van VMSW vertolken omtrent de aanpak van sociale woningbouw in de huidige conjunctuur. Elk thema werd gedurende 4 weken uitgebreid behandeld via een discussieplatform op TOLEDO(1), op basis van internetpublicaties in pro & contra. Een eerste deel van de discussieopdracht bestond uit het verzamelen van informatie met betrekking tot het thema, om die vervolgens via het leerplatform te verspreiden onder alle studenten . De gevonden informatiestromen behandelen heel diverse invalshoeken die de studenten voer voor discussie geven. Doelstelling van deze werkwijze is informatie verzamelen, om met meer kennis van zaken aan het ontwerpen te kunnen starten.
vijf themasituaties
In een tweede deel werd een internetpublicatie of stelling als aanzet gegeven, als bewijs dat er reeds veel over dit onderwerp is nagedacht. “Geef per team uw duidelijke mening over dit artikel onder de vorm van uitgesproken pro en contra. Staaf uw mening met opgezochte info die u bij de posting voegt in de vorm van beeldmateriaal. Ga grondig in op de ideeën van minstens 2 andere teams van hetzelfde forum.” Na drie weken discussie binnen de verschillende en gescheiden themaplatformen dreigen de studenten echter enkel ‘themagebonden’ over de opdracht na te denken, terwijl de wedstrijd uiteindelijk in eerste instantie draait om het ontwerpen van sociale woningen en pas in tweede instantie om het zoeken van een antwoord op een maatschappelijk en actueel themavraagstuk. Als 3de fase van de Toledo-discussie werd daarom aan alle groepen gevraagd om binnen elk thema in te gaan op volgende stelling om alle studenten terug op het hoofddoel te wijzen, namelijk een woonwijk ontwerpen: 86
87
“In Nederland (...) worden dit soort wijken vooral gevonden in de buitenwijken en (voormalige) arbeiderswijken van de Randstad, en dan voornamelijk in de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht), maar ook in de industriële en periferiezones van Nederland. Vele etnische achterstandswijken en verpauperde achterbuurten zijn hier te vinden, en veelal liggen de criminaliteit en werkloosheid boven het landelijk gemiddelde).” (2) Houdt het ontwerpen van sociale woonwijken een risico op gettovorming in? Zal de aanbreng van dit thema in grote mate zorgen voor het creëren van nieuwe getto’s en criminaliteitsclusters? Ter afsluiting van de digitale discussie werd de studenten gevraagd ongezouten hun mening te geven over dit “e-learning initiatief”. Martine Valembois
[2.1.]
Wonen in overstromingsgebied
Wonen versus overstromingen behandelt het thema van economisch oninteressante gronden die regelmatig blank komen te staan bij overvloedige regen. Het water wordt als een bondgenoot gezien. Een element dat de beleving van het wonen kan versterken en ook aan de schakeling en circulatie van de woningen een meerwaarde kan bieden. Het gaat hier niet over “wonen op rivieren”. Er wordt vanuit gegaan dat de grond 98 % van de tijd droog is. De hier geselecteerde projecten gaan in op de voortdurend veranderende toestand van overstromingsgebieden. Zo ontstaan verschillende belevingsmomenten die andere circulatiemogelijkheden bieden en een duidelijke meerwaarde geven aan de wijk. Er ontstaat een interactie met het water. In het ontwerp ‘Social Energy’ wordt een overstromingsmoment een sociaal moment. Het ontwerp ‘Urban Submarine’ kenmerkt zich met een logische planopbouw, gedragen door een vaste kern die zich doorheen de woning boort. Het project ‘Dencity’ toont een mooie oplossing van verhoogde densiteit. De patio’s zorgen voor voldoende licht en een interessante beleving. De eenvoudige maar doordachte plannen bieden een flexibele oplossing waar de verschillende types uit elkaar voortvloeien. Zowel densiteit als flexibiliteit werden aangepakt en boeiend opgelost.
1 TOLEDO: Toetsend LEren Doeltreffend Ondersteunen, het digitale leerplatform van de Associatie KULeuven. 2 Stelling gekopieerd uit
88
Juryverslag VMSW van de laureaten Lieselotte Slembrouck en Daphné Impens met hun project: “Als een paal boven water”. Het voorgestelde flexibele systeem met vaste kokers en geschakelde woonunits, geeft een antwoord op het wonen aan, in en boven water. Het project gaat verder dan wonen aan water, maar geeft kwalitatieve antwoorden op de verschillende situaties in overstromingsgebieden, waardoor niet enkel wordt gefocust op de overstroomde situatie. Het systeem met vaste kernen en putten/bassins geeft een kwalitatieve ordening in het gebied, waardoor de leesbaarheid verhoogt. De combinatie van dit principe met de zeer hoogwaardige uitwerking op woningniveau (plannen, structuren …) maakt van dit project een sterk weloverwogen geheel. De jury waardeert tevens de rijkelijke realistische sfeerbeelden.
situering thema
OVERSTROMING
Martine Valembois
89
bestaat uit een flexibel systeem van kokers en woonunits. In het systeem kunnen vier verschillende types woningen vrij geschakeld worden. De kokers bevinden zich telkens in een put, omwald met bermen die de wijkcirculatie bepalen. Bij een overstroming wordt het water via waterspuwers van op de koker over de daken naar de putten geleid. Na regen lijken de units op water te drijven.
OVERSTROMING
Circulatie De wegen bevinden zich op de bermen tussen de putten. Ze zijn 5 meter breed. De voetganger bereikt zijn woning vanop de berm via de loopbrug over de put. De putten die bij droog weer worden gebruikt als gemeenschappelijk groen, zijn bereikbaar via trappen vanop de bermen.
Constructie De koker is een gewapende betonnen structuur die 2 units draagt. De units bestaan uit een licht staalskelet, opgevuld met glas. De overkraging wordt overbrugd met trekkabels, bevestigd in de betonnen koker. De buitenzijde van de koker wordt bekleed met onbewerkt staal zodat elke regenbui een roestspoor nalaat. De koker draagt niet enkel de woningen, hij bevat ook: de verticale circulatie; de traphal, en de natte cel; badkamer en keuken, van elk type woning.
als een paal boven water
Als een paal boven water
90
91
OVERSTROMING
model 1/2 Dit type bevat 2 woningen per unit. Gelijkvloers, bereikbaar via loopbrug. Optimaal beglaasd. Terras wordt afgesloten met schuiframen, net als slaapgedeelte. Aan de randen van het dak zie je de waterspuwers die het water naar de put loodsen. Oppervlakte woning.: 54m2 Oppervlakte terras: 21 m2 model 2/3 Dit type bevat 1 woning. Bereikbaar via trap in koker, via type 1/2 eronder. Oppervlakte woning.: 72m2 Oppervlakte terras: 26 m2
MODEL 1/2
MODEL 3/4
model 3/4 Dit type bevat 1 woning. Gelijkvloers, bereikbaar via loopbrug. Slaapgedeelte achter vaste wanden. Oppervlakte woning: 87m2 Oppervlakte terras: 28m2 model 4/5 Dit type bevat 1 woning. Bevindt zich boven type 3/4. Oppervlakte woning: 103 m2 Oppervlakte terras: 30 m2
MODEL 2/3
MODEL 4/5
Daphne Impens-Lieselotte Slembrouck
92
93
als een paal boven water
[types] De wijk is opgebouw uit een flexibele schakeling. 4 types nemen elke hun vaste plaats in op de koker, maar kunnen geschakeld worden naar wens. De 1/2 en 3/4 bevinden zich op het gelijkvloers, de 2/3 en 4/5 worden er dwars op geschakeld. [schakeling] De schakeling van de units wordt aangepast aan de vraag. Er kunnen woningen worden bijgeschakeld tot aan een capaciteit van 25 à 40 woningen per hectare.
94 95
als een paal boven water
OVERSTROMING
urban submarine
OVERSTROMING
[overstromingsstadia]
Overstromingen zijn geen zwart/wit situaties, ze zijn een voortdurende toestand van verandering. Bij variërende gradaties van overstroming ontstaan verschillende belevingen en circulatiemogelijkheden. Bij grote overstromingen kunnen de clusters van woningen via uitschuifbare bruggetjes met elkaar verbonden worden. Elke woning heeft 2 toegangen. In de droge periode via een sluisdeur onderaan in de kern die uitgeeft op de trappenkoker. Tijdens zware overstroming kunnen de woningen bereikt worden via een hogere ingang op de basis. De andere ingang is volledig waterdicht af te sluiten. 96
Elisabeth Blotrock-Gijs De Cock
97
urban submarine
OVERSTROMING
[de schakeling] densiteit: tot +/- 70 woningen / ha Woningen worden gegroepeerd in een cluster van 10 en zitten vast aan een grote basis, deze basis is een verhoging van het maaiveld met 2,5 meter.
98
99
Social Energy Circulatie droge toestand De woningen zijn via paden aan de achterzijde te bereiken. Het vaste ponton kan voor sociale activiteiten gebruikt worden. droog seizoen
OVERSTOMINGSGEBIEDEN
voordelen: - contact met de natuur - beleving met het water - goedkoop Charlotte Vanparys-Stefanie Taillieu
Schakelmogelijkheden
Nathalie Van Bastelaere en Marieke Smet
overstroming
100
101
ter land, ter zee en in de lucht
[probleemstelling] - te weinig bouwgrond - te dure bouwgrond [oplossing] - gebieden die niemand wil / restgebieden
Circulatie natte toestand Bij een overstroming zijn de bewoners op elkaar aangewezen. De panelen die de privéterrassen scheiden, worden open gezet, de circulatie kan via deze terrassen gebeuren. Het centraal gelegen vaste ponton wordt als laad-en losplaats gebruikt.
social energy
nat seizoen
[densiteit] hoge dichtheid [introverte] woningen met patio compenseren de hoge densiteit. De patio integreert het water, zorgt voor licht in de woning en vormt een ruimtelijke uitbreiding van het interieur. Translucente kunststof (polycarbonaat) in verschillende kleuren verhogen de [herkenbaarheid] [overstoming] De dubbele circulatie geeft een antwoord op de overstomingsproblematiek. [flexibiliteit] De organisatie in de wijk is even flexibel als het interieur van de woningen.
denCity
OVERSTROMING
Dominen Wuyts en Charles Van Canneyt
102
103
104 105
denCity
OVERSTROMING
Eva Devlies en Mira De Winne
stalen lenigheid in overstromingsgebied
stalen lenigheid
OVERSTROMING
Met een overdekte parking wordt het autoverkeer gescheiden van de zwakke weggebruiker. de parking fungeert als drager voor de verschillende woningen, de woningen blijven droog bij overstroming.
106
107
108 109
stalen lenigheid
OVERSTROMING
MEERwoonst [zwevende balk] doorboort [massieve kern] [extravert] versus [introvert] [meer publieke] versus [intiemere ruimtes] [speels] versus [orthogonaal interieur] niveau 0: toekomen en parkeergelegenheid niveau 1: groen dak (sociale ontmoetingsplaats) meerwaarde van het water: betrokkenheid in de woningen zelf door middel van patio’s: binnentuin wordt bij overstoming binnenvijver meer voor minder: hoge standaardkwaliteit (aangename en open leefruimtes) meer woningen op een kleine oppervlakte Alle natte functies bevinden zich in de vaste kernen omdat deze rechtsreeks in verbinding staan met de ondergrond.
meerwoonst
OVERSTROMING
Veerle Bilcke en Annelies Comptdaer
110
111
type 2/3 woonoppervlakte : 75 m2 type 3/4 woonoppervlakte : 92 m2
[de gezinskatalysator] De woonblokken vomen een eenheid met de stijgende of dalende waterstand. Naarmate het waterpeil stijgt, verandert de stand van de woning. Op deze manier volgt de woning het water. De inwoners brengen hun dagen bij overstroming door hoog boven de grond, of vlak onder de lucht. We vertrekken van een grote staalstructuur opgebouwd uit kokerprofielen van 20 op 20 cm. Er wordt een raster gevormd dat later vrij in te vullen is. Er ontstaan holtes die afhankelijk van hun positie: circulatie, terras of groenruimte kunnen vormen. Langs de woonblokken loopt een gallerij die zorgt voor de bereikbaarheid van iedere woonmodule. Bij stijging van het waterpeil wordt wandelen langs het water mogelijk.
OVERSTROMING
gezinskatalysator
Sofie Devolder Eva Frooninckx
112
113
[The watercode ...]
situatie 1
situatie 2
114
[Mogelijke schakelingen] Voor het schakelen van de woningen vertrekken we van een standaardmodule, die kan uitgebreid worden naargelang het aantal gewenste type’s woningen. Het gebied overstroomt in meerdere fasen. Naargelang de dichtheid van de schakeling, kan een densiteit van 40 tot 60 woningen per hectare gehaald worden. Michael Graffius-Björn Bracke
de watercode ...
OVERSTROMING
Het ontwerp is gebaseerd op het gecontroleerd overstromingsgebied, een systeem dat op Europees niveau reeds heeft bewezen een doeltreffende manier te zijn om de veiligheid te garanderen in overstomingsgebieden. In dit gebied is er een extra dijk geplaatst die zorgt voor verschillende situaties. Het gebied overstroomt in 3 fasen. [situatie 1]: normale situatie De bewoners kunnen gebruik maken van de toegangsweg om tot bij hun woning te rijden en hun wagen te parkeren in de voorziene carports. Vanaf het moment dat de rivier tot een risicohoogte is gestegen, wordt de dam afgesloten en is het niet meer mogelijk om de woningen te bereiken per auto via de toegangsweg, wel via de voetpaden. [situatie 2]: 10-20 dagen per jaar In deze situatie zijn de woningen niet meer toegankelijk via de rijweg, maar enkel via de voetpaden. Deze paden lopen boven de tussendijk en bieden een prachtig zicht op het water, net als vanuit de woningen. [situatie 3]: 2-10 dagen per jaar Enkele dagen per jaar staat de volledige site onder water. Het water is nu tot boven de tussendijk gestegen en loopt over in de tuinen. Op de tussenpleinen in de woningblokken kan je het water over de dijk in de tuinen zien stromen. De woningen aan de achterzijde hebben zicht op het water. Het terras, gebouwd op een blok polystyreenschuim, drijft nu mee met het water en komt tot op het niveau van de woning.
situatie 3
115
116 117
de watercode ...
OVERSTROMING
WATER INSIGHT DE
5% van het jaar overstroomt het gebied en wordt de wagen op een externe parking (vaste land) geplaatst, vanwaar ook het ciruclatieparcours vertrekt bij hoogtij. Men bereikt de woningen via de publieke dakterrassen. Zo wordt een overstromingsmoment, een sociaal moment. Toevoer / afvoer van water / gas / electriciteit en andere voorzieningen situeren zich rond eenzelfde wand die telkens tussen 2 units van 4 woningen terugkomt. Hierdoor blijven leidingen controleerbaar en beheersbaar. De ontdubbeling van de wanden bevat een tweedelig circulatieparcours: enerzijds de binnen circulatie van de types 3/4 en 4/5 tussen nachten daggedeelte, anderzijds de buiten-circulatie, publiek in gebruik door de 4 types onderling.
water insi-de/ght
OVERSTROMING
Evi Verbrugge en Stephanie Vercauteren
118
119
[2.2.]
Wonen versus snelwegen
Ook deze discussie werd uitgebreid gevoerd op de discussieruimte van Toledo. De volgende stellingen vormden het startpunt voor de discussie: Stelling A: In 2001 schreef het Nederlandse ministerie voor Verkeer en Waterstaat een wedstrijd omtrent “wonen om, rond en boven snelwegen” uit. “(…) Het projectteam Wegarchitectuur 2030 heeft in het kader van het innovatieprogramma Wegen naar de Toekomst de openbare ideeënprijsvraag uitgeschreven. Aan de architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten wordt gevraagd om ideeën te ontwikkelen voor een snelweghuis: verblijfsruimtes in de onmiddellijke omgeving van een snelweg. (…)b http://www.oosterhuis.nl/quickstart/index.php?id=158 http://www.arch-lokaal.nl/activiteiten/snelweghuis.html http://www.onx-architectu.nl/?mod=portfolio&com=showltem&id=381 http://www.delta.tudelft.nl/archief/j33/n25/3556
Gilles Retsin en Kevin Nechelput, laureaten HH2
120
121
situering thema
SNELWEGEN
Wonen versus snelwegen behandelt het woonthema om, rond en boven snelwegen. Als autonome structuur, als transformatie van de snelweg, als integratie van de snelweg of als nieuw scenario. Op het eerste gezicht een uiterst controversiële stelling. Uitlaatgassen en verkeerslawaai rond de snelweg zijn niet geschikt om gezond te wonen. Nochtans wordt verwacht dat tegen 2030 het wonen op en rond snelwegen bijna helemaal onschadelijk zal zijn. ”Maar niet alle autoconstructeurs zien de hybride elektroaandrijving als een oplossing op lange termijn voor de schadelijke uitlaatgassen en beperkte olievoorraden. Merken experimenteren volop met waterstof als aandrijfmiddel. Vooral de zogenaamde brandstofcelauto, die haast geen schadelijke stoffen uitstoot, biedt mogelijkheden. ...” a De discussie baseert zich op het Nederlandstalige boek van het Ministerie van Waterstaat. Een boeiende illustratie hiervan is het ontwerp van de laureaten van HH2 Wonen op snelwegen, Gilles Retsin en Kevin Nechelput.
Nu 6 jaar later … “… Bijna helemaal onschadelijk. Maar niet alle autoconstructeurs zien de hybride elektroaandrijving als een oplossing op lange termijn voor de schadelijke uitlaatgassen en beperkte olievoorraden. Merken experimenteren nog volop met waterstof als aandrijfmiddel. Vooral de zogenaamde brandstofcelauto, die haast geen schadelijke stoffen uitstoot, biedt mogelijkheden. (…)d a Het snelweghuis” Uitg. Ministerie van Waterstaat Febr. 2002 ISBN 90-369-1772-7, www. snelweghuis.nl b ibidem c ibidem d ibidem
SNELWEGEN
Het thema snelwegen draait rond zien en gezien worden, rond de overgang publiek-privé. Het onderzoek van deze grens en het aanvoelen van de subtiliteit ervan bracht de studenten een stap verder in de opdracht. In het project ‘Pack it in’ zorgt een semi-publieke doorstroomruimte voor een relatie met de snelweg. Achter de woningen worden subtiel en in verschillende gradaties van privacy, zones gecreëerd voor privétuinen. Intern maken verrijdbare modules verschillende configuraties mogelijk, waarmee dit project interessante oplossingen biedt naar flexibiliteit. Ook ‘Link-it by the dashbordlight’ doet een onderzoek naar flexibiliteit: verschillende mogelijke sites worden ingevuld. Er wordt een flexibele structuur ontwikkeld die zowel dragend als omhullend is. Voor 122
de overgang naar meer privé kan de structuur naar behoefte met panelen bekleed wordt. Flexibel is ook het project ‘Under the Bridge’. De studenten spelen in op de consumptie- en catalogusmaatschappij. Mensen kunnen vrij modules kiezen, zelfs een tuinkamer zit in het gamma ‘Tube way’ verzekert privacy met patio’s die naar wens kunnen afgesloten worden en zo extra ruimte bieden. De plannen spreken aan met hun eenvoudige opbouw in zones. Verschuifbare kasten bieden extra ruimte. Martine Valembois
Juryverslag VMSW Eva De Hovre en Tim De Messemaeker, met hun project Link-it by the dashboard light. Dit concept is een interessante oplossing voor het wonen op nietevidente plaatsen met vooral lawaaihinder. De woonslang is als vorm op zich ondergeschikt aan de logische opbouw van deze schakelingen, omdat aan het wonen in dergelijke situaties op microniveau een verrassend concrete en flexibele oplossing wordt geboden. Interessant zijn de schakelingen, de 2de huid als buffer en de binnenstraat. De jury prijst ook de flexibele planoplossingen binnen eenzelfde basis. De woonunits zijn aanpasbaar volgens behoeften, en dit wordt op vele manieren aangetoond. Hierdoor verdient dit aspect al zeker verder concreet onderzoek. van de laureaten Freek Dendooven en Tim Deltour met hun project ‘Under the bridge’.
situering thema
Stelling B: http://www.architectenwerk.nl/box/archief.2001.07.a.html “(…) Het is onbegrijpelijk dat een dergelijke prijsvraag door het ministerie van V en W werd geëntameerd … . De uiterst toxische omgeving met uitlaatgassen en verkeerslawaai rond de snelweg – ook in 2030 nog niet geschikt voor het openen van je slaapkamerraam – zou eerder moeten leiden tot de reeds jaren geleden geformuleerde voorstellen van industrieel Friso Kramer: al het gemotoriseerde transport onder de grond. Echt verstandige partijen doen dat natuurlijk ook. (…)c
Dit concept geeft op een conceptmatige én toch een concrete manier een antwoord op het wonen op ‘onmogelijke’ plaatsen. De brug als drager én verbinding wordt verder uitgewerkt op het niveau van de woninggroep en de woning zelf. De woonkwaliteit zit in de schakelingen en de ruimte-ervaring van de meeste woningen. Ondanks het niet-uitgewerkte toegangsniveau zit het geheel logisch en ‘realistisch’ in elkaar, waarbij rekening wordt gehouden met de eigenheid van deze plekken. De plannen van de woningen zijn op niveau en hebben een hoge graad van flexibiliteit. 123
;:, ;:, ;:,
LQSODQWLQJ YDULDELOLWHLW LQSODQWLQJYDULDELOLWHLW VWUXFWXXU VWUXFWXXU
LQSODQWLQJ
Pack It In
Zien en gezien worden Het uitgangspunt voor dit ontwerp: flexibiliteit is allesomvattend: het is zowel te vinden bij de inplanting als bij de structuur van het complex.
YDULDELOLWHLW
VWUXFWXXU
Daarnaast huist er DUALITEIT tussen privé en publiek. Dit oa door de verbindingen van de woningen naar de privé-tuinen. Toch zorgt de gangstrook voor een vlotte overgang en SOCIAAL VERKEER. Deze doorstroom biedt iedereen zicht op de snelweg als op elkaar en creëert een enorme mogelijkheid aan flexibiliteit. Om het sociale gegeven te bevorderen werd er gekozen voor gemeenschappelijke wasserijen, dit dmv modulaire boxen. Doch de PRIVACY van de bewoners blijft gerespecteerd.
pack it in
SNELWEGEN
Pieter Heylen - Daphné Janssens
124
125
XU LDWL YDU LQWHULH
VWUXFWXUHOHHYROXWLH
VWUXFWXXU
RGXOHV YDULDWLH Y YHUULMGEDUHP LQWHULHXU DGKY
OHV
X
G PR DUH GE HUQ M L U YHU WHN _ YDV H W\S R Y L Q
QLYHDX VWDDOVWUXFWXXU_NRORPPHQHQGZDUVEDONHQ
HEDGUXLPWH W\SH_ YDVW QJ ZFEHUJL _ KDO _NRRN_VODDS[ ERLOHU WH LP _ ]LW GUX VWHED H_ YD W\SW_ _ZHUN[_HH YDVWH H_ W\SF EHUJLQJ Z S[_ DO F _NRRN_VODD _KZ DS[ RLOHU _NRRN_VOD E _HHW_]LW_ HHW VWHRLE _ W_YDE _ZHUN[_Z _]L W\SH HUN[_
QLYHDX VWDDOVWUXFWXXU_NRORPPHQHQGZDUVEDONHQ
H U X LDWL YDU LQWHULH
QHQGZDUVEDONHQ QLYHDX
HQHQGZDUVEDONHQ
;:,
J
HOLQ
QG
QLYHDX
W HH QJ N UJL NRR WEH L _ ] UDV H W\S X WHU [ DS HD QLY VOD H KDO W P UXL J EDG JLQ _ EHU H W\S X HD QLY
HL DVW
Y
YDULDWLH YDULDEHOHLQGHOLQJ LQWHULHXU DGKYYHUULMGEDUHPRGXOHV
QLYHDX VWDDOVWUXFWXXU_NRORPPHQHQGZDUVEDONHQ QLYHDX VWDDOVWUXFWXXU_NRORPPHQHQGZDUVEDONHQ
,
: ;
QLYHDX_QLYHDX VWDDOVWUXFWXXU_VWDOHQWUDSSHQNRNHU QLYHDX_QLYHDX
U LQ
YD
VWDDOVWUXFWXXU_VWDOHQWUDSSHQNRNHU
SNELWEGEN
U WLH HX LD WHUL
V
OH
X RG
OLQ P GH UH LQ ED OH LMG EH HUU ULD Y YD GKY D
QLYHDX W\SH_ QLYHDX W\SH_
J
W\SH_ YDVWHEDGUXLPWH _NRRN_VODDS[_ ZFEHUJLQJ _ZHUN[_HHW_]LW_ ERLOHUKDO V
OH
X RG P H DU HUQ E LMG N UU VWH YH YD _ SH W\ LYR Q
QLYHDX
W\SH_ _NRRN_VODDS[_ EHUJLQJERLOHUKDO _ZHUN[_HHW_]LW_ J
OLQ
GH
LQ H
VW
Stalen frame met windverbanden 126
NRRNDIZDVEHUJLQJ YDVWHEDG W\SH_EHUJLQJ IURQW NHXNHQ_EDFN ZFEH
_ _NRRN_VODDS[ ERLOHU W_]LW HHH _ _YDVWHEDGUX _ZHUN[_W\S ZFEHUJ _NRRN_VODDS[_ ERLOHUK W_ W\SH_ YD _ZHUN[_HHW_]L
J RN_VODDS[_ HW Q_NR H UJL EH_ZHUN[_HHW_]LW_ N R W\SH_ [ NR ]LW UDV DS WHU OD _ V DO RRN_VODDS[_ H S _N X W\ HD WH K Y P HHW_]LW_ QL XL QJ_ZHUN[_ GU UJL ED EH SVODDSSNOHHUNDVW _ SH X EHGRPYRUPEDDUWRWWDIHO]LWEDQN HQ W\ HD Y L YDVWHEDGUXLPWHZF Q
QLYHDX_QLYHDX VWDDOVWUXFWXXU_ZLQGYHUEDQGHQKRUL]RQWDDO YHUWLFDDO VWDDOVWUXFWXXU_VWDOHQWUDSSHQNRNHU YDULDWLH VWDOHQIUDPH VWUXFWXXU PHWZLQGYHUEDQGHQ QLYHDX VWDDOVWUXFWXXU_ZLQGYHUEDQGHQKRUL]RQWDDO QLYHDX YHUWLFDDO VWDDOVWUXFWXXU_ZLQGYHUEDQGHQKRUL]RQWDDO Inplanting structurele evolutie YHUWLFDDO
HEDGUXLP W\SH_ YDVW EHUJLQJE _ _NRRN_VODDS[ LP HHW_ __ YDVWHEDGUX H]LW _ZHUN[_W\S E HUJLQJ E YDV _NRRN_VODDS[_ W\SH_ E HW_]LW_ _ZHUN[_H _NRRN_VODDS[_
HW_]LW_ _ZHUN[_H W\SH_ YDV EH [_ DS _NRRN_VOD W_ ]L W_ _ZHUN[_HH
EHNOHGLQJVSULQFLSH UHVRSODQSODDWPDWHULDDOQLYHDX JHYHO LQGHOLQJYROJHQVJXOGHQVQHGH VWDDOVWUXFWXXU_NRORPPHQHQGZDU VEDONHQ Q
QLYHDX_QLYHDX VWDDOVWUXFWXXU_VWDOHQWUDSSHQNRNHU
ZF [_ _NRRN_VODDS ERLOH _ ]LW _ _ZHUN[_HHW
H
YD
Y
WL H LD HUL DU LQW
XU
pack it in
LQSODQWLQJ
VWHE W\SH_ YD EHUJ _ S[ DD VO _NRRN_ W__]LW_YDVWHED HH H W\S _ZHUN[_ HUJLQ _ E S[ ODD _V _NRRN W_ _]L HW _H _ZHUN[
Variabele indeling adhv verrijdbare modulesW\SH_ 127
Y
_NRRN_VODDS[_ _ZHUN[_HHW_]LW_
Bestaande structuren benutten om autonome woonvolumes op te enten (vb: magazijnen, winkels, bruggen.
Benutten van dode ruimte en verbinden van leefnetwerk met mobiliteitsnetwerk opent een nieuw stedenbouwkundig perspectief
Op macro-schaal kunnen de balkvormige volumes op uiteenlopende sites geschakeld worden. De uiteindelijk bekomen schakeling is steeds uitbreidbaar. Op meso-schaal kunnen de balkvormige volumes zowel op bestaande structuren als volledig autonoom geplaatst worden. Op micro-schaal kan men volledig vrij kiezen hoe de types ten opzichte van elkaar gelinkt worden. De woning bestaat telkens uit een vaste strook die de functies herbergt. De ruimte hierrond kan volgens de behoeften van de bewoners ingericht worden door middel van schuifwanden. [ Dichtheid] De dichtheid kan aangepast worden naargelang de schakeling van de balken. In het vooropgestelde voorbeeld wordt er gestreefd naar een dichtheid van70 woningen/ha. [ Duurzaamheid] Op de buffer, die bestaat uit schuine vlakken, worden zonnepanelen aangebracht. De helling van deze vlakken zorgt voor een optimale bezonning. [ Bouwbudget] Het ontwerp bestaat uit een skeletstructuur bekleed met relatief goedkope acrylaatplaten en trespa-panelen. Door de buffer die zowel akoestisch als thermisch functioneert, wordt er zowel bespaard in isolatie als stookkosten. Dankzij deze buffer wordt de compactheid van de wooneenheden verhoogt (niet in rekening gebracht bij verdere berekeningen) Eva De Hovre - Tim Demessemaeker 128
link-it by the dashboard light
SNELWEGEN
Link-it by the dashboard light [ Flexibiliteit]
129
link-it by the dashboard light
[type 1/2]: totaal woonoppervlakte: 61,9 m²
SNELWEGEN
[type 2/4]: totaal woonoppervlakte: 82 m²
130
131
Under The Bridge
België bezit vele kilometers snelwegen en bijgevolg ook: ‘viaducten’. Viaducten komen zowel in stedelijke als natuurlijke omgevingen voor. Zie: viaduct van Vilvoorde, viaduct aan het Zuid (Gent), valleien in de Ardennen, ... . De 2 grote voordelen van het bouwen rond viaducten: goedkope gronden en de wegen-infrastructuur. De wijk wordt als een cluster die rond de kolommen van het viaduct opgebouwd. De raakpunten met het maaiveld worden beperkt, wat vlotte circulatie en open ruimtes garandeert. Bestaande verkeerswegen worden behouden. De snelweg zelf doet zo dienst als ‘goedkoop’ afdak. Een cluster bevat +/- 16 woningen, afhankelijk van de site (het project is niet plaatsgebonden). De woningen bestaan uit modules die door de bewoners zelf gekozen en geschikt worden binnen een vaste structuur. De woning kan altijd uitgebreid worden door modules toe te voegen. De modules worden gekozen uit een catalogus, afhankelijk van de samenstelling van het gezin, leefgewoonten e.d. zijn er verschillende units ontworpen.
Per type is er keuze uit 3 verschillende module. Met of zonder bergruimte, grotere leefruimte, grotere keuken, ... . Afhankelijk van de leefgewoontes kan de hoofdmodule bepaald worden. Deze modules zijn volledig prefab en opgebouwd uit polyesterwanden. Aansluitingen met electriciteit, water e.d. worden voorzien in de structuur. Modules worden ingeplugd op de centrale gang, deze gang heeft haar eigen identiteit door het gekleurde glas. Ook de kleur van beglazing is aangepast volgens de smaak van de bewoner.
SNELWEGEN
under the bridge
Onder het viaduct blijft de geluidshinder beperkt, het overtollige geluid wordt opgevangen met isolerende voorzetpanelen die aan de modules bevestigd worden.
Catalogus: Er zijn 3 types leefruimtes beschikbaar: type 1 (+/- 6 pers.) / type 2 (+/- 4 pers.) / type 3 (+/- 2 pers.)
132
133
Naast de hoofdmodules bestaan er ook kleinere modules. Deze bestaan naast basisunits (slaapkamers, badkamers) ook uit extra units zoals bergruimte, tuinmodules, ... .
De cluster bestaat uit 2 plateau’s die structureel de modules dragen en het mogelijk maken om de woningen te bereiken. Een voorbeeld van de uitbreiding in de tijd: een koppel krijgt kinderen. Zoals het gezin groeit, groeit de woning mee.
SNELWEGEN
under the bridge
Tim Delltour - Freek Dendooven
134
135
136 137
under the bridge
SNELWEGEN
[HIGHLIGHT]
In het ontwerp proberen we de snelheid van de snelweg weer te geven. De slang die ontstaat, vormt ’s nachts langgerekte lichtbundels als de lichten van het voorbijrazende verkeer.
De inplanting van de woonunits geeft de nodige densiteit en maakt het mogelijk gebruik te maken van de aanwezige infrastructuur. Persoonlijk transport wordt ontmoedigd en publiek transport en carpooling wordt vooropgesteld. Via aangelegde paden en circulatieplatformen bereikt men op een aangename manier de woning. De publieke ruimte bestaat uit groen, ontspanning en beleving. Op deze manier kunnen de units geschakeld worden in een mum van tijd. De slang die zo ontstaat kan elke vorm aannemen en kronkelt zich zonder moeite tussen het netwerk van palen die de snelweg ondersteunen. De houten skeletstructuur wordt afgewerkt met rodecapanelen. Op deze manier lichten de units ‘s nachts op door het licht van de gebruikers. De panelen vormen daarnaast een perfecte geluidsisolatie tegen het lawaai van de wegen.
highlight
SNELWEGEN
Frederik Geraldo - Mark Stuyck
138
139
macro
meso
micro
Wonen langs snelwegen. Vooroordelen: geluidshinder-gevaarlijk-snelheid / dynamica vs statica Voordelen: bezienswaardigheid - snelweg als visuele attractiebereikbaarheid - lagere grondprijzen - (her)bruikbare gronden Tube Way: snelheid – vlotheid van het verkeer doortrekken in het ontwerp. Het ritme van de snelweg op zowel macro-, meso- als microschaal doorheen de rust van het wonen.
SNELWEGEN
De woning geeft een meerwaarde aan de snelweg en vice versa. De woningen kunnen op verschillende manieren aan elkaar geschakeld worden. Lineaire schakelmogelijkheden met vertakkingen verwijzen naar de op- en afritten van een autosnelweg. De tubes worden ritmisch onderbroken door negatieve tubes: carports en rustplaatsen. De combinatiemogelijkheden zijn onbeperkt toepasbaar op ieder terrein. Tube Way behoudt zijn identiteit in zowel groot- als kleinschalige projecten. De schakeling kan op zichzelf staan maar wordt economisch interessant door hergebruik van de bestaande structuur van de snelweg en bermen. 140
Carports onderbreken de tube maar niet de continuïteit.
141
wonen langs snelwegen
Macro: snelweg versus open ruimte Meso: tubes+patio’s versus groene ruimte + gemeenschappelijke zones voor sociaal contact Micro: voorzieningstube versus maximaal comfort
Type 1/2
Type 3/4
Gebogen staalprofielen met holtes gekoppeld aan horizontale liggers: maakt de constructie lichter en is economischer. De ondersteuning kan: op een andere woning - op kolommen of op de bestaande structuren van de snelweg.
wonen langs snelwegen
Privé-terrassen volgens voorkeur afsluitbaar door middel van een translucent rolluiksysteem. Gesloten toestand: optimale privacy zonder verlies van lichtinval, extra geluidsbuffer. Open toestand: open tuin - sociale interactie - visueel contact met de snelweg - sightseeing Halfopen toestand: privé-buitenruimte – afgesloten van (ongewenste) blikken en gevaar – geluidsbuffer
Type 4/5
SNELWEGEN
Karolien Andries - Kaat Balcaen
142
143
De constructie is gebaseerd op doordachte loodsarchitectuur, wat de prijs drukt. Ze is opgebouwd uit gelijke spanten.
Duralayer , of hoe de snelweg verdwijnt onder een duurzame woonlaag.
Circulatie De secundaire weg duikt onder het gebouw, naar een overdekte parkeerzone. Het gebouw is zelf ietwat opgelicht om de parking licht en luchtig te houden.
duralayer
SNELWEGEN
Hoe de snelweg het landschap verscheurt ...
144
145
De densiteit werd verhoogd door het boven elkaar plaatsen van 2 typewoningen. Rond een centrale trappengang zitten 4 woningen. Aan weerszijden van de snelweg maakt dit 8 woningen. Dit zien we als de basismodule. De basismodule kan zich ook beperken tot één zijde van de snelweg. De basismodule kan x-aantal keren naast elkaar geplaatst worden. Doch pleiten we voor een spatie na elke 8ste woning in rij. Bijkomend zijn er de duurzame aspecten: duurzaam én betaalbaar. 1. Het groendak heeft een zeer gunstige isolatiewaarde. 2. Op de flank van het groendak worden zonnecollectoren en zonnepanelen bevestigd waarmee de woningen van warm water en elektriciteit voorzien worden.
Kenneth Vandenbroele en Joris Van Raemdonck
duralayer
SNELWEGEN
De anders verloren ruimte onder de trappen wordt op deze manier eveneens benut.
146
147
De “SNEL-WEG punten” moeten meer bieden dan enkel een woonfunctie en evenzeer aantrekkelijk zijn voor gebruikers van de snelweg. Antonin De Kimpe
SNELWEGEN
De gekozen lineariteit beperkt gedeeltelijk de flexibiliteit. Een hoge graad van flexibiliteit is niet noodzakelijk voor een doorgangswoning. Daarentegen laat het strakke raster voldoende invulmogelijkheden toe zoals: de plaatsing van de terrassen, materiaalkeuze (bekleding) van de verschillende blokken, het aantal woonniveau’s (meer dan 3)… De lineaire schakeling van de woonblokken, die in theorie onbeperkt is, wordt afgewisseld met blokken voor gemeenschappelijke voorzieningen.
De snelweg is een vlugge, directe verbinding voor lange afstanden, van punt naar punt, van stad naar stad, van wonen naar werkplaats, ... . Daar waar de lintbebouwing ontstaat langs secundaire verbindingswegen, kan er nu worden gedacht aan de “SNEL-WEG punten”, langs autostrades. De inplanting is er naargelang de noodzaak en vraag. De woningen fungeren als “doorgangswoning” waar de bewoners een onbepaalde tijd kunnen verblijven, afhankelijk van de woon-werk afstand.
flexibiliteit versus strakheid
Flexibiliteit versus Strakheid
148
149
[2.3.]
Wonen rond luchthavens
Meer dan ooit is de problematiek van het wonen rond luchthavens brandend actueel. Het isoleren van woningen is een technische aangelegenheid. We willen dit probleem echter als een uitdaging beschouwen en woningen ontwerpen die enerzijds -heel introverteen aparte leefkatalysator betekenen overdag en een subliem isolerende buffer ’s nachts. http://www.2bangkok.com/06/living-near-an-airport.gif/ http://www.architectenwerk.nl/wiwo/inzendingen.072.html
situering thema
LUCHTHAVENS
Studenten werden op het digitaal forum gevraagd hun mening te geven over volgende boutade: “Het probleem is opgelost met het isoleren van de woningen.” Het thema lijkt immers op het eerste gezicht vrij eenvoudig te herleiden tot een geluidsprobleem. De discussie hieronder toont echter dat veel meer elementen en denkpisten kunnen aangesneden worden. Een samenvatting volgt hieronder. Doelstelling hierbij is om het eigen standpunt te relativeren door het luisteren naar anderen. Docenten zijn bij dergelijke discussies “guide on the side”. Dit impliceert dat zij de discussie uitsluitend bijsturen wanneer van het thema wordt afgeweken en aldus de doelstelling niet zou worden bereikt. Er wordt dus geenszins met de docenten gediscussieerd, wat de drempelvrees tot het gebruik van het medium enorm verlaagt. Studenten konden per duo posten. Dergelijke. discussies geven aan de docenten extra voeling met wat als mening bij de studenten leeft. Daardoor kunnen zij beter ‘to the point’ inspelen in de atelierbegeleiding. Martine Valembois
150
www.sxc.hu
151
LUCHTHAVENS
... Als we zoals de stelling de problemen zouden oplossen door te isoleren; denk ik dat je weinig interessante woningen krijgt. Dit zou een oplossing voor vele problemen zijn. Naast geluidsoverlast zouden we ook in koudere klimaatszones woningen kunnen zetten door ze gewoon extra te isoleren. Dit zou volgens mij resulteren in een woningenarchitectuur die overal hetzelfde is maar enkel isolatiedikte als variabele heeft. Woning x in zweden zou exact gelijk zijn aan woning y in België, alleen heeft x tien centimeter meer isolatie dan y. Allemaal goed en wel; maar is het niet interessanter om oplossing te vinden die losgekoppeld zijn van de universele isolatieplaten? (...) We kunnen toch ook nog plaatselijk meer gaan differentiëren naar gelang de noden. Zo krijgen we bijvoorbeeld een architectuur rond zaventem die juist die extra dimensie krijgt door vernieuwingen op allerlei vlakken die veel boeiender zijn dan 10cm extra isolatie. In overstromingsgebieden gaan we toch ook niet zweren bij een fermette die tot op anderhalve meter hoogte volledig met een waterkering is bekleed? (...) groeten sil en tim Waarom denk je dat je weinig interessante woningen krijgt als je gewoon isoleert? En dat alle woningen op elkaar lijken als je gaat gebruik maken van een hele dikke isolatielaag? Ook al moet er in gebieden rond luchthavens gebruik gemaakt worden van een zeer dikke laag isolatie, belet dit toch niet dat je geen variatie in de architectuur kunt maken? Hier kunnen we jullie even niet volgen. Waar we jullie wel in kunnen volgen is dat het interessanter zou zijn om een oplossing te vinden die losgekoppeld is van de universele isolatieplaten. Misschien : -kan je dit oplossen door gebruik te maken van een groene buffer -kan je gebruik maken van water in de architectuur -of zoek je de oplossing in de architectuur/vorm? -... Eva en Hanne
152
Wanneer we bouwen nabij een vliegveld hebben we vooral last van geluidsoverlast. Wat normaal is, want een groot vliegtuig zoals een boeing 747 veroorzaakt bij vertrek op 6 km afstand nog 100 dB wat zeer veel is. Normale isolatie gaat tot 30dB en akoestische isolatie kan tot 40 dB gaan. Wat zeker niet genoeg is. Als we dat willen is het mogelijk om een woning te isoleren tot 100 dB, maar dan moeten we wel zeer drastische maatregelingen treffen. We zouden dan woningen hebben met 4 dubbele akoestische ramen en muren van 1 m dik volgepropt met isolatie. Ten eerste: we zouden daardoor veel plaatsverlies hebben. Ten tweede:: is het wel gezond om in een huis te wonen die extreem geïsoleerd is ? Moet de woning niet kunnen ademen en verluchting hebben ? Ten derde: zoveel isolatie kost stukken van geld en is voor de meeste mensen financieel niet verantwoord. Zoals we zien kunnen we het probleem van het geluidsoverlast zeker oplossen door extreem te gaan isoleren, maar dan hebben we te maken met andere problemen, (…). http://www.agalevde.bewoner.antwerpen.be/pc0713.htm http://www.mina.be/uploads/AMB_studiedag24032006_RO_ luchthavens_RG.pdf http://www.mina.be/uploads/AMB_studiedag24032006_ geluidisolatie_GG.pdf Robin (...) Waarom proberen we dan uit alle macht dit gebied te veroveren? Zou het dan niet logischer zijn om de natuur ruimte te gunnen op plaatsen die voor ons toch minder geschikt zijn en ons te concentreren op geschiktere terreinen en daar het maximum uit te halen? (...) Groeten, Bea
discussie Toledo
AANZET : Stelling: “ Het probleem is opgelost met het isoleren van de woningen ”
Maar wat zijn die geschiktere tereinen dan? Natuur/bossen? Want krijgen we deze opdracht ook niet met het oog op de toekomst? Wanneer België volgebouwd zal zijn zullen we moeten gebruik maken van de op het eerste gezicht minder geschikte plaatsen. En daar moeten we nu juist een oplossing voor vinden. Dus het uit de weg gaan van de problemen lijkt ons nu niet echt van toepassing. Eva en Hanne
153
(...) Laten we nu eens stellen dat we inderdaad alle vliegvelden wegdoen. Hoe geraken we dan nog aan de andere kant van de wereld ? Alles via boten ? En wie wil er nu dagen of weken op een boot zitten als hij in 18 uur aan de andere kant van de wereld staat met een vliegtuig. Misschien moeten we onze vliegvelden maar op zee maken. Soorten schiereilanden voor de kust, met windmolens die voor energie zorgen. Robin
LUCHTHAVENS
Is een heel leuk idee de schiereilanden als vliegvelden. Maar hoe ver in de zee moeten ze dan wel niet staan? En zo vervuil je toch ook delen van de zee. En tijdens de zomervakantie willen de vakantiegangers niet echt op een vlieghaven kijken of gestoord worden door om de 5 min een vliegtuig boven hun hoofd te horen. allemaal zaken die erbij komen kijken. Pauline Van Oost Dat is volledig correct, maar het is een feit dat de gronden naast een luchthaven stukken goedkoper zijn, dus vele mensen willen er het ongemak bijnemen en komen pas achteraf tot de conclusie dat het toch niet zo’n ideale leefomgeving blijkt te zijn. Zal er in de toekomst niet sowieso rondom een nieuwe luchthaven in bosrijk gebied gebouwd worden (met dezelfde redenen...)? En kunnen we trouwens luchthavens vermijden nabij grootsteden zoals Brussel, Parijs, London? Wat misschien wel zou kunnen als oplossing van buitenaf; is bv. het verleggen van vliegroutes, onderzoek naar stillere motoren, verminderen van de hoeveelheid nachtvluchten, ... vriendelijke groeten Gert en Brecht Stel dat je inderdaad het vliegveld zou verplaatsen naar een bos of ergens ver weg van de bewoonde wereld. Je gaat wegen moeten aanleggen om het vliegveld bereikbaar te 154
maken. Deze wegen kunnen daarbij ook maar slechts voor 1 doeleinde gebruikt worden: het gaan van en toekomen bij deze luchthaven. Één functie dus. Ze kosten veel geld om aan te leggen, en ze nemen dan ook veel plaats in van deze eventuele bossen. Judith en Liselore (....) We proberen de woonkwaliteit te verhogen, maar krijgen de indruk dat wonen enkel draait om een gebouw. Voor een gebouw kán isolatie een oplossing zijn en voor de bewoners stilte creeëren op de plaats waar het het meest noodzakelijk is. Maar als het over leefbaarheid gaat, zijn ook zaken als verse lucht of een buurtleven relevant. Als men met isolatie van een woning een geluidsdicht geheel maakt, sluit men de bewoners er ook in op. Een raam open zetten, van een tuin genieten of vlot contact hebben met de buren is zo bijna onmogelijk. M. Valembois Onderzoek wijst aan dat mensen die jarenlang bij een luchthaven wonen, zich afsluiten voor geluid, en maw er overdag aan kunnen wennen. Wat dan weer niet te vermijden valt zijn bv. slaapstoornissen. Daarom is het in onze ogen belangrijk eerst en vooral de problematiek van de luchthaven de volle honderd procent te snappen en te kennen, vooraleer je er een oplossing voor kunt vinden in de architectuur. Neem nu het voorbeeld van de slaapstoornissen: Je weet dat je aan het geluid kunt wennen overdag, maar wel kans op slaapstoornissen hebt ‘s nachts, dan is het zinloos om het hele gebouw zwaar te isoleren, maar zoek je bv. beter een oplossing in het schikken van je ruimtes zodat de slaapruimtes centraal komen te liggen, omringd door een buffer van ruimtes die het geluid snachts kunnen afremmen (...) Brecht en Gert (...) Ik denk inderdaad ook dat we moeten zoeken in het anders schikken van ruimtes en gebruiken van natuurlijke buffers. Bijvoorbeeld: deels ondergronds bouwen zodat men een natuurlijke buffer heeft. Het verstandig gebruiken van groenzones. Enzovoorts Maarten
discussie Toledo
Als je het probleem niet kan oplossen, moet je het dan niet wegnemen? Sommige vliegvelden liggen in een bosrijk gebied of aan de kustrand, zodat de vliegroutes niet over woongebieden gaan.
(...) Ook gaat de woning voor mij verder dan de ruimte tussen de vier muren, de ruimte rondom zoals de tuin 155
LUCHTHAVENS
We hebben eens nagedacht over de trillingen die kunnen veroorzaakt worden bij vliegverkeer. Misschien kan het concertgebouw in Brugge (Robbrecht & Daem) als voorbeeld dienen voor een mogelijke oplossing van dit probleem. De luchtkussens aanwezig in het gebouw zorgen voor de geluidsisolatie en dat geluidstrillingen opgevangen worden. http://concertgebouw.be/ (foto’s) C&A (...) Hierbij denken wij dat er nadruk moet gelegd worden op de combinatie, het totaalpakket. Zowel vliegtuigen moeten milieuvriendelijker, en stiller (met de wetenschap en de technologie van tegenwoordig moet alles mogelijk zijn, maar er moet zoals men zegt een grote wil zijn om de weg te vinden) en de architect moet ervoor kunnen zorgen dat het wonen in de probleemgebieden aangenamer wordt. Judith en Liselore Er moet in het gebied rond de luchthaven zeker extra belang worden gehecht aan de isolatie, maar dit alleen is niet voldoende. Er moet ook architecturaal gedacht worden aan hoe men op een zo efficiënt mogelijke wijze de geluidsoverlast tegen gaat. Het lijkt ons vrij nutteloos om de oplossing tot dit probleem te zoeken bij de luchtvaart zelf. Vliegverkeer vinden wij persoonlijk nog altijd een efficiënte en 156
veilige manier om te reizen. Over vervuiling hebben we het natuurlijk niet hier. Isoleren is maar een gedeelte van de oplossing dat een architecturaal ontwerp kan bieden. Wat Lieselore en Judith aanbrengen is correct volgens ons: geluidshinder overdag, daar kan je aan wennen, maar ‘s nachts niets kunnen slapen maakt iedereen’s leven onaangenaam. Muren van 1m dikte door meer isolatie kosten een fortuin en dan vragen wij ons ook af of dat nog gezond is. Moest men nu in het ontwerp voorzien dat ten eerste de slaapruimtes centraal liggen zodat de omliggende ruimtes als buffer kunnen dienen en ten tweede misschien de wanden die de slaapruimte(s) afgrenzen, voorzien van een dubbele, geïsoleerde wand. Voor het dak zou men kunnen opteren voor een groendak, wat trillingen opneemt en een natuurlijke buffer is. Bovendien komt men dan in aanmerking voor subsidies als ik me niet vergis. Wij vragen ons af: moest het mogelijk zijn om een soort waterbassin te voorzien op het dak, opvulbaar met regenwater, zou die dan niet ongelooflijk goed trillingen dempen? Karolien en Stijn Stuttgart 21: Een ondergronds treinstation ontworpen om de vele problemen die het huidige spoorwegennetwerk met zich meebrengt op te lossen. De spoorwegen in de stad liggen immers midden in het woongebied en palmen heel wat stadsterrein in. Door ondergronds te werken wil men die ruimte vrij krijgen; op die wijze zouden woningen kunnen gebouwd worden voor 10 000 mensen en tegelijk kantoren voor evenveel tewerkgestelden. http://duits.skynetblogs.be/post/3774373/stuttgartwordt-futuristisch In dit voorbeeld wordt ondergronds gebouwd om meer ruimte te creëren in de stad. Deze methode kan ook toegepast worden binnen het kader van luchthavens om op die manier de grond als buffer te gebruiken die de woning afschermt van het lawaai. Tegelijkertijd verstoort dit ondergronds bouwen het landschap niet en krijg je bovengronds heel wat vrije ruimte. Charlotte en Annelies
discussie Toledo
behoort ook tot de woning en deze kunnen we niet isoleren dus daar blijft het probleem. Joke Francois GELUID MET EEN VOORDEEL?! Het is ondertussen duidelijk geworden dat een gebouw volledig akoestisch isoleren onmogelijk is. We kunnen ook gaan kijken naar geluidsdempende constructie buiten het gebouw. En misschien moeten we proberen voordeel te halen uit het overaanbod aan geluidsdruk. Welke geluidsdempende constructie kennen we? - geluidsdempende schermen (cfr. Autosnelwegen) - absorberende bekledingen - overkappingen, luifels - structurele elementen Pauline Van Oost
.... 157
Box in the box (into the box)
‘Plug-In’ De tweede schil is een overkoepelend geheel waarop verschillende woningen kunnen worden ‘ingeplugd’.
box in the box
LUCHTHAVENS
Er zijn drie schillen die akoestisch isoleren, drie zones. De buitenste zone bestaat uit de inkom en badkamer. Die dienen als eerste buffer voor de slaapkamers, die zich in de kern bevinden en op zich al extra geïsoleerd zijn met cyclofoam. Langs boven zorgt de leefruimte voor nog een buffer. De slaapkamers zijn op die manier driedubbel beschermd.
Een schildpad trekt zichzelf terug in zijn schild bij gevaar of problemen. Op dezelfde manier wordt de woning beschermd tegen geluidsoverlast. Elke woning kan zich ‘terugtrekken’ in een schild. Bij voorkeur ‘s nachts voor een goede nachtrust. Hanne Defloor-Judith De Pau 158
159
160 161
box in the box
LUCHTHAVENS
LUCHTHAVENS
We hebben beslist om te werken met plasieken zeilen en schuine daken. Het geluid wordt dus constant van de grond gehouden en er is rekening gehouden met het feit dat het geluid de neiging heeft om steeds te dalen. Om dit uit te drukken hebben we een fictieve term gebruikt. SO.NOR.DY.NA.MISCH (bn.) 1. betr. hebbende op de sonordynamica SO.NOR.DY.NA.MI.CA (de ~ (v.).) 1. leer van de beweging van het geluid Tim De Taeye-Arnout De Sutter
162
163
sonordynamica
Uit de studie van het geluid hebben we volgende conclusies getrokken : -enkel rechte muren als buffers hebben geen zin -de woonwijk ver weg van de autosnelweg plaatsen heeft ook geen zin -in de hoogte werken heeft geen zin Daaruit is het volgende concept gegroeid : Het geleiden van het geluid over alle daken van de wijk en zorgen dat het geluid de grond op geen enkele plaats raakt.
164 165
sonordynamica
LUCHTHAVENS
166
167
rock around the box
LUCHTHAVENS
Jolien Gorris-Joachim Keunen
rock around the box
LUCHTHAVENS
Jolien Gorris-Joachim Keunen
168
169
rock around the box
LUCHTHAVENS
Jolien Gorris-Joachim Keunen
170
171
Airko_Ker
De kokers bevatten de verticale crculatie. Ze zorgen voor licht en lucht. Ze verschaffen ook toegang tot de dakterrassen.
Elk woonblok heeft een koker. Per blok is er ook een uitsparing voorzien die zorgt voor licht, lucht en buitenruimte. 172
Simon Van Steenhuysen-Gert Verstraete
173
airko_ker
LUCHTHAVENS
Wonen rond luchthavens staat gelijk aan wonen met een enorme geluidsoverlast. Vooral ‘s nachts is deze zeer hinderlijk. Dit concept vindt een oplossing...
nachtsituatie: ingepakte slaapcellen 175
airko_ker
LUCHTHAVENS
dagsituatie: koker verlucht slaapcellen via passage 174
Stille Heuvels
Charlotte Van Maele-Pauline Oost
176
177
stille heuvels
LUCHTHAVENS
Dak wordt geopend door hydraulische cylinder. De tuin is een verlengstuk van de leefruimte geworden.
[2.4.] TRANSIT- en asielwoningen
Wooncarriere van 3 bewoners. De WoonHub is een oplossing voor korte overbruggingen.
Levensloop van 3 woningtypes, achtereenvolgens koopwoning, huurwoning en de WoonHub. Het aantal bewoners van het laatste type is beduidend hoger dan types voor kopen en huren en vereist daarom een ander soort beheer en onderhoudsplan.
“Het onderweg-huis” behandelt als thema de problematiek van transit- & asielwoningen, hiermee wordt bedoeld dat de tijdsdimensie van essentieel belang is. Het ontwerp “tussen 2 huizen” – letterlijk en figuurlijk te interpreteren - biedt een reële oplossing voor een tijdelijke situatie nl. voor de periode tussen 2 “echte” woningen. Asielwoningen zijn het voorbeeld bij uitstek, maar toch zijn transitwoningen veel ruimer te beschouwen, denk bvb. aan de vele Poolse arbeiders die momenteel in de bouw werkzaam zijn. Hier wordt vnl. gefocust op een aangepaste en specifieke woonfilosofie in tijd en ruimte. Onderstaand ontwerp maakt bovendien gebruik van “verloren” gronden. De centrale stadsligging zal de integratie optimaliseren. Er wordt duidelijk geopteerd voor max.2 à 3 units per locatie om gettovorming tegen te gaan. Als illustratie bij het thema werd het volgende ontwerp van twee laureaten van HH1 uitvoerig toegelicht: Tussen twee huizen (B6R3B) – serviceboxen als flexibele woonkwaliteit van Ruben Cattrysse en Bert Gellynck (Brugge). http://www.vmsw.be/VMSW/professioneel.jsp?page=2273
Studenten werden op het digitaal forum van dit thema gevraagd hun mening te geven over volgende boutade: “Onderweg-huizen zijn eigenlijk een soort vakantieverblijven” http://www.slimsnelwonen.nl/interieur_fotos.htm
situering thema
TRANSIT
Martine Valembois
Ruben Cattrysse en Bert Gellynck
178
179
Juryverslag (VMSW) van de laureaten Rukiye Karanfil, Katelijne Vanhoutte en Veerle Van De Walle, Jan Vuegen. CULTUUR-update - Rukiye Karanfil De jury is van mening dat dit project een interessante oplossing aanreikt voor het multi-cultureel (transit-)wonen. Het geheel biedt een scala aan goed geschakelde woningen met een veelheid aan functionele plannen. De flexibiliteit situeert zich op het niveau van het geheel ; het uitgangspunt met de vaste structuur laat toe een diversiteit aan verschillende woonvormen aan te bieden. Het project werd in plandetail uitgewerkt waardoor het concept ook op niveau van de plannen kan werken, maar het projectniveau van ontsluiting en toegang is onvoldoende uitgewerkt. Het project is inzetbaar in diverse locaties. Het project is economisch, gaat uit van een logisch basismodel en kan gesitueerd worden in stedelijke en landelijke context.
Ruben Cattrysse en Bert Gellynck
180
WONEN OP TOPLOCATIES - Jan Vuegen Door gebruik te maken van het dakniveau van bestaande oude sociale woonblokken en door deze plek kwalitatief in te vullen met sociale transitlofts, geeft de ontwerper een oplossing (mét meer eigenwaarde voor de sociale bewoner) om bestaande woonproblemen op te lossen, zoals dichtheid, oude sociale wooncomplexen, hoge grondkosten, beperkt meegroeiwonen … Het geheel combineert een maximale benutting van de potenties van dergelijke plekken, nl. wijdsheid, met degelijke uitgewerking op gebied van circulatie, planopbouw en constructie. Dit project gaat verder dan enkel concept, maar zet tevens de stap naar het concrete woonniveau, waardoor het potenties heeft om de stap te zetten naar de woonrealiteit.
juryverslag
TRANSIT
PARK + RIDE - Katelijne Vanhoutte en Veerle Van De Walle De student heeft met het concept van verhoogd en tijdelijk wonen op parkings, belangrijke maatschappelijke uitdagingen aangegaan, nl. onbenutte en doodse open air van de parkings, woonmobiliteit, gezinsflexibiliteit en de nood aan transitwoningen. Het voorstel is een afgewogen concept met interessante manieren van wonen, waarbij tevens de economisch invalshoek wordt meegenomen (reclame). Het concept geeft een veelheid aan leefbare woningen, met een basisunit van 2 solide boxen én met de mogelijkheid tot flexibel meegroeien en inrichten. Het geheel is op maat van de huidige ‘parkingpercelering’ en wordt in verschillende schakelmogelijkheden steeds getest op deze startmaten. Dit concept kan uitgroeien tot een mogelijk valabel alternatief inzake woonnood, woonmobiliteit en flexibel wonen in Vlaanderen.
181
Spreaded Wings
spreaded wings
De 3 loopbruggen zorgen niet enkel voor toegang tot de woonmodules, maar bieden tevens ook een semi-publieke ruimte aan waar diverse functies in kunnen beoefend worden. Naarmate de bevolking groeit, zal ook de vraag naar tijdelijke woningen stijgen. De mast werd zodanig ontworpen dat uitbreiding naar de volgende masten mogelijk is via 3 horizontale loopbruggen. Aan de langse zijden van deze loopbruggen kunnen woningen opgehangen worden die zich boven het bestaande maaiveld situeren. Zo creëren we een volledige nieuwe leefwereld zonder de bestaande aan te tasten.
TRANSIT
Elke Callant en Miquel Vandenbroucke
182
183
Roomservice.
Aanbevolen oppervlaktes voor de verschillende typologieën variëren niet zozeer door de living of de keuken, maar worden sterker bepaald door het aantal slaapkamers, en dus door de samenlevingsvorm. De flexibiliteit voor mensen in een transit-situatie bestaat er dan ook uit dat deze samenstelling van bewoners gemakkelijk gewijzigd moet kunnen worden. Elke woonunit kan dan ook slaapmodules weghalen en bijvoegen, naargelang de gewenste room-service.
TRANSIT
roomservice
Ruben Depraetere - Jan D’Haenens
184
185
TRANSIT
“Kennis van en waardering voor een andere cultuur kan heel goed samengaan met het bewaren en herbevestigen van de eigen traditie.” (Ludo Abicht)
[Onderzoek] Voor het thema “TRANSIT” vond ik het boeiend om andere, niet-westerse culturen te bestuderen om zo de onderlinge verschillen in woongebruiken of -wensen te achterhalen. Iedereen de maximale vrijheid bieden om te kunnen kiezen en beslissen in welke woning men graag woont, welke gebruiken men hanteert: moet kunnen. Hierbij zocht ik naar de voornaamste en meest voorkomende woongebruiken in enkele culturen. Een klein overzicht: De Joodse cultuur bijvoorbeeld, heeft twee keukens nodig om zuivel- en vleesproducten gescheiden te bereiden. In Japanse woningen blijft de tatami aanwezig en omvat het alle functies: men slaapt, eet, judoot,.. in dezelfde ruimte. Het meubilair wordt telkens opgeborgen in een ingebouwde nis (tokonoma). In de Islamitische cultuur is er een behoefte aan twee aparte woonkamers. Opdat mannen en vrouwen, indien gewenst, apart kunnen zitten en opdat er altijd een kamer netjes gehouden kan worden voor de gasten. Daarnaast verlangt men een sterke scheiding tussen private en publieke ruimten, een afgesloten keuken en uitbreidmogelijkheden. Het komt vaak voor dat de grootouder(s) bij de kinderen gaat inwonen of dat de getrouwde zoon en schoondochter bij de ouders blijven wonen. In dit geval kan een uitbreiding van de woning interessant zijn. Ook bij de Chinezen is deze flexibiliteit belangrijk: in deze collectivistische samenleving leeft en eet men graag in groep. Een ander belangrijk punt betreft de keuken: de geur van kruiden mag zich niet in de woning verspreiden. Een afgesloten keuken of een keuken grenzend aan een patio kan hierbij een oplossing bieden. Deze verschillen in woonstijlen heb ik in mijn ontwerp willen integreren en combineren met Westerse interieurs
belangrijk punt, er kunnen verschillende gemeenschappelijke functies gekoppeld worden aan het “wonen”. Ik heb gekozen voor een groene buitenruimte; een polyvalente ruimte om elkaar te ontmoeten en om samen te koken; een wasserette, en een badhuis - dat ook de mogelijkheid biedt om van andere culturen te proeven: de hamam, het Japanse houten bad, de Finse sauna, ... . Dit zal zonder twijfel de sociale contacten bevorderen. Om het voor iedereen toegankelijk te maken opteer ik voor een gescheiden badhuis (mannen – vrouwen apart, zie Islamitische cultuur). De RENSON zonneweringen en VIESSMANN zonne-energie heb ik in mijn ontwerp gebruikt om de lamellen die als zonnewering dienen, te voorzien van zonne-energie installaties om op een esthetische manier de nodige energie (cfr. Badhuis) te halen. Voor de bekleding van de passerelle en de terrassen heb ik gekozen voor TWINSON, vooral omwille van de onderhoudsvriendelijkheid van het materiaal. Rukiye Karanfil.
Westers gezin - open plan type 3/4
Islamitisch gezin - tweede woonruimte - type 3/4
[Ontwerp] Een modeltype voor de typologieën 1/2, 2/3, 3/4 vormt de basis en daaruit wordt een variatie, een uitbreiding gemaakt om de verschillende woonwensen of -gebruiken te kunnen realiseren. Vooral in het thema “TRANSIT en ASIEL” is de sociale omgang een 186
Joods gezin - tweede keuken type 3/4
cultuur-update
CULTUUR-update
187
Centrum van Gent = geschikte steeg om een transit-woning in te planten.
Squeezed in Society
Transit-woningen: de woning dient als tijdelijke verblijfplaats. Alle mensen uit binnen- en buitenland die een woning zoeken die slechts als overgang naar een andere woning wordt beschouwd zijn mogelijke bewoners. Stadsproblematiek: door in de stegen woningen te bouwen wordt een onaantrekkelijke plaats omgevormd tot een nuttige en aangename ruimte in het stadscentrum. Het is ook een oplossing voor het tekort aan betaalbare grond in de binnenstad.
TRANSIT
squeezed in society
Mattias Staelens - Nathen Vos
188
189
Micro
De transitwoningen worden geïntegreerd in het stedelijk weefsel op plaatsen waar fietsenstallingen een noodzaak vormen; We krijgen zo geen gettowijk, maar een concept dat op verschillende plaatsen in de stad terugkeert. Een rode draad nestelt zich zo op de schaal van de stad (micro), maar ook op de schaal van Europa (macro)
micro
TRANSIT
Birger Wyffels - Maarten Verhelst
190
191
TRANSIT
Concept: optoppen Vele oude wijken met woningen in de lage sociale huursector uit de jaren vijftig en zestig kampen met een afnemende bezetting. Het woningaanbod, het voorzieningenniveau, de sociale structuur en de inrichting van de openbare ruimten sluiten niet langer meer aan bij de hedendaagse behoeften van bewoners en bedrijven. Een pluspunt van deze woningen is, dat ze goedkoop zijn. Daarom zijn ze van groot belang voor de Vlaamse woningvoorraad en is instandhouding gewenst. Door instandhouding met nieuwbouw kan worden ingespeeld op de vraag van specifieke groepen bewoners, namelijk transit. Voordelen. [Duurzaamheid] Optoppen brengt zelden grond –of funderingskosten met zich mee. Door het toevoegen van nieuwbouw krijgt het oorspronkelijke complex een langere levensduur. [Vergroting van de woningdifferentiatie] Afhankelijk van locatie, constructie en ontsluiting, is het mogelijk om op het dak van bestaande woningen andere woningtypen tot stand te brengen. [Verdichting] Herstructurering van wijken richt zich niet alleen op de differentiatie van het woningbestand, maar ook op het aantrekken en vasthouden van functies op het gebied van werk en recreatie. Door verdichting van de bestaande wijk wordt het draagvlak voor dit soort voorzieningen vergroot. Dit heeft tevens voordelen voor het gebruik van de bestaande ontsluiting én er is sprake van duurzaam ruimtegebruik. Optoppen past dan ook goed in de compacte-stadgedachte. [Verbijzondering van het gebouw] Het bouwen van dakwoningen biedt de mogelijkheid om aan het complex een bijzondere laag toe te voegen. Daardoor kan de uitstraling en het beeld van het gebouw verbeteren.
192
Voorwaarden. Stedenbouwkundig Het is van belang dat optoppen een plaats vindt binnen de gehele aanpak van de wijk. Mogelijke woningdifferentiatie, de stedenbouwkundige uitwerking, financieringsmogelijkheden, parkeren, bezonning zijn bepalend voor het al of niet slagen van de ingreep. Draagvlak bij bewoners Constructie. Fysiek licht bouwsysteem: bvb een staalframe-draagconstructie bestaande uit geprefabriceerde bouwdelen voor vloeren, wanden en daken. Bij opzet van de plattegronden worden de dakwoningen aangesloten op de bestaande leidingkokers. Projectkeuze. TT-wijk, Hasselt, Limburg, Uitbreiding met 6 woningen
Jan Veugen
wonen op toplocaties
Wonen op Toplocaties.
193
Park and Ride
TRANSIT
park + ride
Park en Ride is een opkomend parkeerfenomeen in de stadsrand. Een P+R heeft eerst en vooral een ‘regionale’ functie. Bedoeling is de automobilisten die naar de stad komen, de mogelijkheid te bieden hun wagen te parkeren aan de rand van de stad en over te stappen op het openbaar vervoer. De P+R heeft ook een lokale functie: bewoners van de hele wijk rond de parking komen te voet, met de fiets of met de auto naar de P+R en kunnen vanaf de parking gebruik maken van optimaal openbaar vervoer. Heel het park + ride fenomeen sluit perfect aan bij de situatie van transitters. Je geeft hen de kans te integreren met de maatschappij en de stad, maar geeft hen ook de ruimte om de stadsrand te verkennen. P+R terreinen zijn in elke stadsrand overvloedig aanwezig (gent: p+r oostakker, wondelgem, flanders expo, gentbrugge) en bieden een goedkoop alternatief tot bouwgrond voor sociaal wonen. Bouwen op P+R terreinen kan bovendien ook de sociale controle op dergelijke terreinen verbeteren. Park+rides zijn terreinen waar advertering optimaal werkt. Door combinatie van sociaal wonen en advertering kan de architectuur opbrengen. Een tijdelijke woning vraagt om een flexibel grondplan dat het komen en gaan van verschillende groepen mensen zonder problemen opvangt.
194
195
Flexibel woonplan. Een module die twee woningen omvat, bestaat uit twee solide boxen en een lichte box. In elke solide box bevinden zich slaapkamers, een badkamer en toegang tot een woning. De leefbox bevindt zich tussen de twee volle boxen en omvat keuken en leefruimte. Door een schuifsysteem in de leefbox worden de twee woningen gescheiden en kunnen zij variëren naar bezetting. Veerle Van De Walle en Katelijne Vanhoutte
TRANSIT
park + ride
Moduleren op parking. De modules zijn op twee verschillende manieren over de parkings geplaatst: module1 hangt over de baan tussen twee parkeerstroken en module 2 is alleen boven parkeerplaatsen geplaatst. De trapkokers naar de woning nemen telkens een halve parkeerplaats in, de andere helft van deze parkeerplaats wordt benut als openbare toiletvoorziening, plaatsing van automaten en dergelijke.
196
197
H-rage, bouwen boven bestaande garage
De idee van ons project vertrekt vanuit de realiteit dat veel asielzoekers en mensen die in een verzwakte positie komen te staan (o.a. mensen in nood) heel wat potentieel in zich dragen dat hier in België niet meer naar waarde wordt geschat. Dit is een verlies van rijkdom en mogelijkheden. Daarom willen wij een geheelconcept ontwikkelen waarin de mogelijkheden van de asiel-/transitzoeker aan bod komen. We willen ontmoetingen stimuleren, culturele hokjes doorbreken en kliekjes van etniciteiten aanmoedigen ten gunste van interculturele contacten.
Sofie Lattré en Layla Lavens
multiflexplex
Het project bestaat uit 3 delen: - woningen - wereldcafé-restaurant / polyvalente ruimte - Opleidingscentrum Een plaats bij uitstek om veel verschillende mensen tegen te komen is een station. Vandaar dat we dit als type locatie gekozen hebben. Het centrale punt is het wereldcafé-restaurant/polyvalente ruimte. Het is de ontmoetingsplaats voor alle buurtbewoners en de stationbezoekers. (sociale & economische verweving) Justine Lelieur - Sylvie Vandenbroecke
198
h-rage, bouwen boven bestaande garages
MultiFlexPlex
199
[2.5.]
De RECUP-, RE-USE, RE-DUCE woningen
In tijden waar ontzettend veel wordt verkwist en weggegooid, wil deze oefening onderzoeken en in kaart brengen hoe reeds gebruikte materialen, grondstoffen of voorwerpen een herbestemming kunnen krijgen. Glas en staal worden gerecycleerd, bepaalde kunststoffen (polymeren) zijn 100% herbruikbaar (air-chair van Jasper Morrison, PET-flessen voor vasttapijt en polartec, enz.). In principe kunnen vele materialen eindeloos worden herbruikt. Door recyclage ontstaat een meerwaarde, en dit in alle opzichten: ecologisch, economisch, vormgevend, … . Deze meerwaarde zou hergebruik moeten aanmoedigen. Eenvoudigweg komt het erop neer de cirkel te sluiten. Nu worden nog veel grondstoffen ontgonnen, verwerkt, getransporteerd, gebruikt, gesloopt en weggegooid. Dat is in wezen een simpel, maar niet efficiënt, eerder toevallig proces van roofbouw, waar grote hoeveelheden energie voor nodig zijn, zonder return, zonder winwin situatie, alleen resten, overschot, nutteloze fragmenten. Er kan/ zal in de toekomst een nieuwe stroom ontstaan waarbij gebruikte producten worden teruggenomen door de producent, gerecycleerd en terug vrijgegeven, altijd maar opnieuw ... . Het is een uitdagende idee te stellen en te beseffen dat de toekomst een bijproduct is van elke beslissing die je neemt, of met andere woorden, dat elke beslissing die je neemt de toekomst maakt.
RECUP
situering thema
“Even as severe environmental disruption continues to press ahead, I see signs that the world may be approaching the threshold of a sweeping change - a social threshold that, once crossed, could be the most profound economic transformation since the Industrial Revolution itself. It will affect every facet of human existence, not only reversing the environmental declines with which we now struggle, but also bringing us a better life.” - Lester Brown, Worldwatch Institute, March 1999. De opdracht bestaat erin kleinschalige woon-, werk- en ontspanningsprogramma’s en –concepten te bedenken en te ontwikkelen: iets nog onbekend en onbenoemd, in een toevallige omgeving, in wasteland…ergens. 200
201
Het uitgangspunt is recyclage, recuperatie, hergebruik. En dat zal evenzeer van toepassing zijn op de locaties of de ruimtes waarin, waarop, waaronder, waarlangs… het concept wordt ontwikkeld, dus deze locatie moet wel degelijk worden benoemd en kan/zal inspirerend zijn voor het ontwerp. Er worden dus enkel gerecupereerde en/of gerecycleerde materialen gebruikt, na onderzoek naar de intrinsieke kwaliteiten, mogelijkheden en verborgen potenties. In de voorstellen dient expliciet zichtbaar te zijn welke materialen worden gebruikt, hoe ze zijn toegepast of gedeformeerd, hoe geconstrueerd, hoe geknoopt, hoe gesampeld, … De beeldvorming is belangrijk: het ontwerp is de boodschap. “Recup, Re-Use” maar vooral re-duce is het sleutelwoord voor dit thema! Volgende link maakt duidelijk hoe ruim dit thema beschouwd kan worden. http://www.earthship.org. Studenten werden op het digitaal forum gevraagd hun mening te geven over volgende boutade: Recup-huizen zijn de “bidon-villes” van de toekomst. Geef per team uw duidelijke mening onder de vorm van pro en contra. http://www.cadc.auburn.edu/soa/rural-studio/mission.htm Martine Valembois
Keep it cool
[Recup] Wegens de huidige dure grondprijzen hergebruiken we de ruimte die overblijft boven gebouwen van één bouwlaag. Voor beiden een winwin-situatie, want 1) grondkosten worden gedeeld 2) gemeenschappelijk overdekt terras 3) mogelijkheid tot uitbreiden van gebouw van oorspronkelijke eigenaar blijft. [Re Cycle] Afgedankte koelcontainers worden hergebruikt. De basis van de woning wordt gevormd door het samenvoegen van 2 koelcontainers van 12 cm lang. Naargelang het type woning worden modules toegevoegd. De structuur van de gebruikte koelcontainers is zodanig dat hij deze modules met gemak kan dragen. Door de specifieke opbouw kunnen gemakkelijk openingen worden gecreëerd. De panelen bestaan volledig uit isolatie en zijn aan de binnen- en buitenkant bekleed met polyester. [Re Duce] Het koelsysteem van de koelwagen wordt hergebruikt: door omschakeling van de koelcyclus wordt een uitstekende verwarmingscapaciteit geboden. Deze wordt aangedreven door de zonne-energie opgewekt door de fotovoltaïsche cellen op het dak. Het overschot aan energie overdag opgewekt wordt opgeslagen in een batterij en ‘s nachts gebruikt. Deze bevindt zich samen met de zonneboiler, aangedreven door de zonnecollectoren op het dak in de technische ruimte.
De jury waardeert in project de mix tussen de realistische Vlaamse woonuitdagingen (verdicht wonen, wonen op moeilijke plaatsen, wonen boven garages …) en het zeer uitgesproken conceptmatige project. Dit project maakt gebruik van bestaande bouwpotenties, voorziet in de recyclage van bestaande containers, toont technische mogelijkheden inzake flexibel wonen en speelt in op duurzaam ecologisch wonen. Ondanks deze duidelijke uitgangspunten blijft het geheel steken in een warrige presentatie. 202
keep it cool
RECUP
Juryverlag (VMSW) van de laureaten Annelore Vercouter en Eline Van Wynsberghe met hun project “Keep it Cool”.
203
[Flexibiliteit] Voor een maximale ruimtebeleving werden een aantal wanden voorzien van scharnieren en een wiel. Daardoor heeft de bewoner zelf het seizoensgericht wonen in handen. In de winter is er een maximale oppervlakte in de leefruimte, terwijl men in de zomer een buitenterras creëert zowel op het gelijkvloers als bij de slaapkamers boven.
keep it cool
Om de ventilatie op het voetpad niet te belemmeren met een vaste trap, werd er een scharnierende trap voorzien. Deze wordt enkel uitgeklapt wanneer men hem nodig heeft.
RECUP
De ramen zijn opgebouwd uit 3-dubbel isolerend glas dat met rubbers is verbonden aan de binnenkant van de koelcontainer. Zo is het mogelijk een raam in verschillende posities te plaatsen. Op deze manier kan men zelf bepalen welke sfeer de woning uitstraalt en hoe het licht binnenvalt. Eline Van Wynsberghe - Annelore Vercouter
204
205
transitwoning
RECUP
Annelies Truyens- William Timperman
206
207
208 209
transitwoning
RECUP
Containerpark
Koelcontainers Kostenverlaging, goede isolatiewaarde (=reduce), modulair. Ze bevatten reeds een vaste structuur op zich: makkelijk te schakelen op speelse wijze en mogelijkheid tot uitbreiding.
Locatie Economisch oninteressante plaats: supermarkten, magazijnen, garageboxen, ... = Reeds betaalde maar ongebruikte blinde gevels en daken. pluspunt: snelle integratie in de omgeving.
Door middel van een substructuur geklemd rondom het bestaande gebouw worden woningen in de lucht verheven met een gerichtheid van de leefruimte op het groene dak = een buffer. Het groene dak creëert een rustplaats op hoge hoogte en bevordert sociale contacten. Mogelijke locaties: zijkant en achterzijde winkelketen Merelbeke en Gentbrugge. De substructuur is opgebouwd uit HEA-profielen. Het voordeel van een staalskelet is de flexibiliteit: aanpasbaar aan elke locatie. Maarten Claeys
210
Door de opkomst van grote winkelketens zijn de bovenste verdiepingen van de winkels in onbruik geraakt. De uitbaters zijn tegenwoordig bedienden die na 18 uur terug huiswaarts keren. De winkelstraat is dood van 18 tot 8 uur. Daarnaast moet verlofting tegengegaan worden (rijke burgers die op hun eigen eilandje wonen) Alle sociale klassen moeten terug geïntegreerd worden in het sociaal weefsel. Dit kan door goedkope woningen midden in de stad aan te bieden. Te midden de stad wonen brengt ook met zich mee dat alles dichtbij is en er een goed openbaar vervoer beschikbaar is. Door de verdiepingen opnieuw te gebruiken wordt ook de verloedering van het gebouw tegengegaan. De woningen kunnen relatief snel opgebouwd en ingericht worden. (antwoord op wachtlijsten) De kraker-woning biedt een oplossing voor in onbruik geraakte verdiepingen in winkelstraten. Door circulatie te creëren op niveau van de woningen is er ook geen toegang via de winkel meer nodig! Matthias Hemelsoet - Jan Lefevere
211
architecturaal kraken
containerpark
Architecturaal Kraken
hoofdstuk
Huisvesting Herbekeken en Sint-Lucas
3
Huisvesting Herbekeken en Sint-Lucas Medewerking: HH, HH2, HH3, HH4
HUISVESTING HERBEKEKEN
HH2 2005 Wedstrijdeditie voor studenten, deelname door Sint-Lucas Gent en VUB. Initiatiefnemers: Martine Valembois voor W&K St.-Lucas Gent en Kurt Herregodts voor VMSW. Ontwerp van groepswoningbouw op een niet gedefinieerde context. Medewerkende docenten: Martine Valembois (coördinator), Marcel Heistercamp, Annemie Demeulemeester, Martin Herman, Wilfried Eggermont, Ferdinand Schlich. HH3 2006 Wedstrijdeditie uitsluitend voor studenten, deelname door SintLucas Brussel en VUB. Ontwerp van groepswoningbouw in een niet-gedefinieerde context. Medewerkende docenten: An Fonteyne, Dirk Coopman, Jan Devylder, Lieven Dejaeghere, coördinator. Leden van de jury: Peeters Bruno, Doucet Isabelle, Godts Marc, De Bethune Livia, Gantois Gisèle, Apers Jan, De Kooning Mark, Jaspaert Dirk, Schaeverbeke Robin en Bruggemans Jan (Sint-Lucas Brussel). Wouters Jan, Herregodts Kurt en Struyf Els (VMSW). Claessens Els, Van Mieghem Tom (KULeuven ASRO).
216
217
medewerking Sint-Lucas
HH 2004 Wedstrijdeditie voor afgestudeerde architecten, tevens deelname door: PHL, Henry Vandevelde, Sint-Lucas Brussel + Gent, Kuleuven en VUB. Initiatiefnemer: Kurt Herregodts voor VMSW.
HH4 2007 Wedstrijdeditie uitsluitend voor studenten, deelname door SintLucas campus Gent. Initiatiefnemers: Martine Valembois voor Sint-Lucas Gent en Kurt Herregodts voor VMSW. Ontwerp van groepswoningbouw in een niet-gedefinieerde maar themagebonden context. Keuze uit 5 thema’s: 1. wonen op overstromingsgebied 2. wonen langs snelwegen 3. wonen in luchthavengebied 4. de transit-woning 5. de recup, re-use, re-duce woning
HUISVESTING HERBEKEKEN
Medewerkende docenten: Martine Valembois (Coördinator), Marcel Heistercamp, Annemie Demeulemeester, Sophie Laenen, Jules Mellemans.
Besluit. Door in te gaan op de wedstrijd van VMSW zoeken we een oefening die maatschappelijke relevant kan zijn. Hiermee willen we deels inspelen op een vraag vanuit de arbeidsmarkt maar ook aansluiten bij actuele maatschappelijke ontwikkelingen, om te kunnen antwoorden op de huidige maatschappelijke noden. We willen mee het maatschappelijk debat voeren op een belangeloze, onpartijdige, onbevangen maar betrokken manier en dit omdat vooral studenten volgens ons op een dergelijke manier kunnen ageren. In die optiek zijn studenten architectuur een constante denktank. Zij analyseren, evalueren en vanuit een onderscheid tussen hoofdbijzaken integreren ze nieuwe bevindingen en oplossingen. Met overtuiging proberen ze onbevangen te ontwerpen. Hierin worden ze begeleid door externe deskundigen uit andere sectoren, in casu VMSW, die mee helpen waken over een brede maatschappelijke relevantie. Synergie tussen verschillende sectoren is nodig en verrijkend. De wederzijdse uitwisseling tussen VMSW en het departement Architectuur is verrijkend voor beide partijen, een win-winsituatie.
besluit
Na een succesvolle eerste editie voor uitsluitend studenten (HH2) in 2005 werd gezocht naar een synergie met het bedrijfsleven. We willen ons hiermee toetsen aan de technologische ontwikkelingen en vooruitgang. Het Instituut voor Cementverwerkende bedrijven FEBELCEM, de Vlaamse maatschappij voor Sociaal wonen VMWS, KNAUF, FOAMGLAS, CARRIERE DU HAINAUT, VIESSMANN, RENSON, DECEUNINCK zijn de uitdaging aangegaan en hebben de studenten met raad en daad bijgestaan. Bedrijven die bijspringen, verrijken het onderwijs. De vooropgestelde doelstellingen die de docenten hadden gehoopt, werden daarmee ruim gehaald.
218
219
Een wedstrijd moet gezien worden als een “booster”. Het is een positieve bekrachtiging en vraagt een verhoogde aandacht, een extra inspanning. Deze manier van werken kan niet bij elke oefening worden toegepast, het zou aan effect inboeten. Jaarlijkse of 2-jaarlijkse herhaling lijkt wel aangewezen, omdat het effect dan versterkt wordt: er wordt naar gewerkt, het is een bekroning, het wordt traditie.
HUISVESTING HERBEKEKEN
Dergelijke uitgangspunten zoals het opeisen van verhoogde aandacht via het creëren van een uitdaging in wedstrijdvorm zijn schering en inslag in de publiciteitswereld. Het sensibiliseert de publieke opinie. Het is een marketingstrategie als een ander. Dat is VMSW ook niet ontgaan bij het opstarten van de eerste versie van “Huisvesting herbekeken”. Zowel het Instituut “Onderwijs” als het Instituut “VMSW” zijn een soort non-profitbedrijven geworden die af willen van hun gesloten en statische imago. De wedstrijden “Huisvesting Herbekeken” 1, 2, 3, & 4 zijn alvast een stap in de goede richting. Even op een rijtje. 1. De WISH-wedstrijden richtten zich tot afgestudeerde architecten, en beloofden uitvoering. De WISH-wedstrijden van de jaren 80 leverden kwaliteitsvolle projecten. De geselecteerde en uitgevoerde projecten bewijzen dat betere projecten mogelijk maar nog altijd moeilijk zijn. Dit leidde tot frustraties in beide kampen. Architecten hebben het nut niet altijd begrepen van – laat ons eerlijk zijn - soms voorbijgestreefde en zinloze regelgevingen. Na enkele jaren was alle idealisme zoek. 220
2. In Europees perspectief kennen we de EUROPAN-wedstrijden, opgestart in ‘89. De eerste Europese huisvestingswedstrijd richtte zich opnieuw uitsluitend tot afgestudeerde architecten (tot 40 jaar), kende geen regelgeving en beloofde uitvoering naast een geldprijs. Ondanks de belofte van uitvoering is daar in België niets van in huis gekomen. 3. De ideeënwedstrijd “Huisvesting Herbekeken” (1ste versie van VMSW) in 2004, gericht op afgestudeerden en studenten . Uitvoering is niet langer het uitgangspunt. De hemel klaart op… Het idee als uitgangspunt zegeviert en wordt daardoor uitgerekend het uitgangspunt voor deelname van studenten. Het juryverslag en de keuze van de laureaten van de volgende versies van “Huisvesting Herbekeken” bewijzen eveneens dat studenten in het denkproces niet de meerdere maar ook niet de mindere zijn van hun afgestudeerde collega’s. Studenten hoeven zich niet langer “underdog” te voelen. De wedstrijdvraag en de 5 voorgestelde thema’s zijn innoverend, waarbij een eventuele exploratie van nieuwe scenario’s niet initieel in de kiem wordt gesmoord. Het opgevraagde dossier kan zelfs de meest gedreven ontwerper bekoren omdat bij de samenstelling van het dossier wordt vermeld: “ volgende documenten dienen bij voorkeur te worden opgenomen.” De toevoeging: “bij voorkeur” maakt voor de echte ontwerper, potentiële deelnemer, een wereld van verschil. Kortom, “to the point” en bovendien positief geformuleerd. Geen regelgeving gebaseerd op voorbijgestreefde vooroordelen en vastgeroeste gewoonten maar een regelgeving die naar de geest wordt gevolgd en de letter daardoor ruimschoots voorbijsteekt. Martine Valembois
besluit
Belang van de wedstrijdvorm voor zowel VMSW als het architectuuronderwijs
221
Colofon
V.U. Johan Verbeke, Hoogstraat 51, 9000 Gent 225
colofon
Redactie: Martine Valembois, Marcel Heistercamp, Annemie Demeulemeester, Sophie Laenen Digitale beeldverwerking: Ben Robberechts Kaftontwerp: Paul Gees Druk: Drukkerij Sintjoris Eindredactie en productie: Sarah Martens, ARC Publicatiedatum: december 2007 ISSN 1784-7052