Vakblad voor mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector en het bedrijfsleven
Jaargang 31, februari 2010
Redders in nood Radioamateurs wereldwijd verbonden
Radiocommunicatie Radio en luchtvaart een onafscheidelijk duo
Praktijk Defensie test verbindingsnetwerk Titaan
Technologie EZ wil kraamkamer voor cognitieve radio
Bart?!
Koud dat het is! En mistig! Maar dat beton moet vandaag gestort worden. Je kijkt omhoog en ziet dat Bart de kubel te laag heeft hangen. Dat gaat mis. Je weet wat je te doen staat en je roept via de portofoon: “Bart!”
Wat volgt is een kakofonie aan gesprekken en Bart geeft net aan zijn maat door, hoeveel pintjes hij gisteren gedronken heeft. Daar moet je toch niet aan denken!
Flash zorgt ervoor dat je bereik optimaal is. Altijd en overal Flash Services Nederland Moezelweg 136-C Haven 5602 3198 LS Europoort Rotterdam Tel
+31 (0)181 25 00 25
E-mail
[email protected]
Web
www.flash-services.com
P.S. En met Bart is het goed gekomen hoor! Hij is een café begonnen op het industriegebied.
Verbinding februari 2010
redactioneel | inhoud
Crisissituatie Computerproblemen bij de politiekorpsen in Noord- en Oost-Nederland leidden in januari tot een ‘crisissituatie’. Althans, volgens Pieter-Jaap Aalbersberg, korpschef van de Politie IJsselland, die deze term hanteerde in een brief aan de vtsPN. “De problemen hebben in z’n totaliteit catastrofale vormen aangenomen. Het niet functioneren van onze systemen raakt de slagader van mijn organisatie.” Als we de berichten in de media mogen geloven, is daar geen woord van gelogen. In het getroffen gebied kon slechts een beperkt aantal agenten tegelijkertijd inloggen, aangiften op het bureau konden niet direct in de systemen worden vastgelegd en de voorzieningen die wel werkten, waren traag en vielen halverwege uit. “In één regio zijn de gegevens van veelplegers weg”, gooide Jan-Willem van de Pol van de Nederlandse Politie Bond tegenover Nova nog wat olie op het vuur. De problemen kwamen niet geheel onverwacht, zo blijkt onder andere uit een brief die minister Guusje ter Horst op 26 januari naar de Tweede Kamer stuurde. “De ict-systemen in het computercentrum van het verzorgingsgebied Noord-Oost van de vts Politie Nederland vertonen al enige tijd problemen. Deze ict-problemen zijn in de week van 18 januari geculmineerd.” Overigens wordt verderop in deze brief een mogelijke oorzaak van de culminatie aangegeven: “Ook wordt de recente installatie van nieuwe software voor kantoorautoma tisering teruggedraaid, zodat kan worden gewerkt met een configuratie die ook bestond vóórdat de ernstige problemen ontstonden.” Een uitermate vervelende situatie voor alle betrokkenen. Niet in de laatste plaats voor diegenen die verantwoordelijk zijn voor de ict-voorzieningen, want zij leken voor een bijna onmogelijke taak te staan. In dat opzicht vond ik een verklaring van de vtsPN op dinsdag 25 januari op zijn zachtst gezegd verontrustend. “De verwachting is dat dit zeker tot na het weekend gaat duren.” Volgens de vtsPN was nog niet duidelijk waardoor de problemen werden veroorzaakt. Maar als je een week nodig hebt om computerproblemen op te lossen die al een week spelen, dan gaan de problemen verder dan een omgevallen switch of een paar doorgebrande servertjes. Met recht een crisissituatie, om de term van Aalbersberg te citeren. Eind januari drongen de SP en VVD dan ook aan op een parlementair onderzoek naar de problemen met de politiecomputers. Dat wordt lachen nu de vtsPN voor de opdracht staat over het begrotingsjaar 2010 maar liefst 20 miljoen euro te bezuinigen op inkoop en 50 miljoen op ict. Ondertussen moet de ict-dienst tegen zijn netwerkgebruikers zeggen: “Komt u volgende week maar terug.”
3
Inhoud Radiocommunicatie
Radiozendamateurs als redders in nood Radio en luchtvaart: een onafscheidelijk duo
Portofoonantenne altijd een compromis Praktijk
Defensie test verbindingsnetwerk tijdens Crazy Ed
Technologie
EZ wil kraamkamer voor cognitieve radio Nieuws
Explosieveilige telefoon met online tracking Trend
Java opmaat naar Teds?
9 16 22 12 14 20 26
En verder Kort Nieuws
4
Productnieuws
29
Column
34
René Frederick: Cognitieve radio
Ferry Waterkamp
[email protected]
Foto cover: Eduard van der Worp, Haarlem
Meld je nu aan voor de nieuwsbrief van Verbinding Kijk op www.verbinding.nl!
kort nieuws
4
Verbinding februari 2010
Nederlandse nominaties voor Cisco’s Innovation Awards Defensie is door Cisco genomineerd voor een ‘Innovation Award’ voor het meest innovatieve mobiliteitsproject van het jaar. De nominatie is toegekend aan het C2 Support Center, een project waarbij Cisco samen met defensie aan een oplossing werkte voor ad-hocnetworking. De voertuigen van defensie zijn hiervoor onder andere uitgerust met Cisco Mobile Access Router en Ad-Hoc Mobility Protocol. Het moet hierdoor mogelijk worden informatie te delen tussen rijdende voertuigen tijdens militaire missies met wisselende organisatiesamenstellingen. Beveiligingsleverancier Niscayah en energie everancier Electrabel zijn genomineerd voor het meest innovatieve videosolutionsproject. Momenteel wordt in de Rotterdamse haven een nieuw energiebedrijf van Electrabel gebouwd, waarvoor een betrouwbare fysieke beveiligingsoplossing noodzakelijk is. Cisco heeft samen met Niscayah een beveiligingssysteem opgezet dat volledig is gebaseerd op IP. Daarnaast zijn toegangscontrole en beheer geïntegreerd met videosurveillance, indringersalarmering en intercomsystemen. De prijzen zijn uitgereikt tijdens Networkers at Cisco Live!, een evenement dat van 25 tot 28 januari plaatshad in Barcelona. Op het moment van schrijven was nog niet bekend of de Nederlandse genomineerden de awards ook daadwerkelijk in de wacht hebben gesleept.
Defensie Zweden beveiligt radiocommunicatie met Sectra Het Zweedse FMW, dat verantwoordelijk is voor het defensiematerieel, heeft bij Sectra een grote order geplaatst voor cryptografische producten. De bestelling heeft een waarde van bijna 800.000 euro. De Zweedse strijdkrachten gaan de producten van Sectra inzetten om de radiocommunicatie tussen de voertuigen en de troepen in het veld te beveiligen tegen afluisteren. De producten worden in de zomer van 2010 geleverd. FMW heeft al cryptografische systemen in gebruik voor de beveiliging van de communicatie tussen de hoofdkwartieren en de troepen in het veld.
Verbinding februari 2010
5
Elephant Talk: twee nummers op één sim-kaart Elephant Talk introduceert samen met TeleCombination een dienst die twee telefoonnummers op één sim-kaart mogelijk maakt. TweedeNummer.nl is ontwikkeld door Elephant Talk in nauwe samenwerking met TeleCombination International. Elephant Talk ondersteunt TweedeNummer.nl verder als MVNE (mobile virtual network enabler) met zijn geavanceerde technologieplatform. Met Tweedenummer.nl hoeven bellers met twee telefoonnummers niet langer twee mobiele handsets te gebruiken. Daardoor kan nu iedere beller met een Nederlands mobiel telefoonnummer profiteren van twee nummers op één sim-kaart.
Huawei vestigt snelheids record op Edge-netwerk
‘Afluisteren van gsm-communicatie stap dichterbij’ Het Nederlandse Computer Emergy Response Team Govcert luidt de noodklok over de beveiliging van gsm-communicatie. Al meer dan tien jaar geleden zijn de eerste theoretische kwetsbaarheden van gsmencryptie gepresenteerd. Een recente presentatie van onderzoeker Karsten Nohl bij de Chaos Computer Club heeft afluisteren van gsm-communicatie echter nog een stap dichterbij gebracht, zo waarschuwt Govcert. Tijdens zijn presentatie liet Nohl zien hoe de A5/1 gsm-beveiliging tussen het basisstation en de mobiele telefoon kan worden gekraakt. Dit algoritme wordt vooral in West-Europa en NoordAmerika gebruikt voor de versleuteling van gesprekken, sms en data. ‘Als deze kraak aantoonbaar succesvol is, kunnen gemakkelijker mobiele telefoongesprekken worden afgeluisterd’, zo staat in een document van Govcert. ‘Voor de verzending van sms-berichten tussen mobiele telefoon en basisstation wordt van hetzelfde (kwetsbare) algoritme A5/1 gebruikgemaakt als voor de versleuteling van gesprekken.’
In gsm-communicatie worden naast A5/1 A3 voor de authenticatie en A8 voor sleutelgeneratie gebruikt. Maar ook in de implementatie van A3 en A8 door het cryptografisch algoritme Comp-128 is in de loop der jaren een aantal kwetsbaarheden blootgelegd. De overheidsinstantie raadt organisaties dan ook aan om voor vertrouwelijke gesprekken niet langer te vertrouwen op de gsm-beveiliging. ‘Umts heeft een beter encryptie-algoritme en biedt daarmee een hoger niveau van vertrouwelijkheid. Zorg bij de aanschaf van nieuwe mobiele apparatuur dat de apparatuur een umtsonly mogelijkheid heeft. Zo kan worden voorkomen dat de telefoon (ongemerkt) overschakelt op gsm in verband met betere ontvangst. Overweeg het gebruik van aparte cryptotelefonietoepassingen, zeker als het gaat om staatsgeheim gerubriceerde informatie.’ Aanbieders van bestaande smsauthenticatiediensten moeten bovendien op korte termijn bepalen hoe zij met de veranderende risico’s van smsberichten omgaan, zo stelt Govcert. ‘Voer bijvoorbeeld een risicoanalyse uit en overweeg de implementatie van aanvullende preventieve, detectieve of correctieve maatregelen.’
Huawei zegt een nieuw datasnelheidrecord te hebben gevestigd. Het bedrijf behaalde onlangs een snelheid van 564 Kbps met een downlink dual carrier-test voor Edge (Enhanced data rate for gsm evolution). De behaalde snelheid is volgens het bedrijf een verdubbeling van het eerdere record op een Edge-netwerk. Huawei maakte voor het record gebruik van een oplossing die zij Edge+ noemt. Door het nieuwe record moeten operators in staat zijn kosteneffectief de datacapaciteit op het netwerk te vergroten en 2G-gebruikers een 3G-beleving geven op een gsm-netwerk. Denk hierbij aan mobiele datadiensten die hoge snelheden vereisen als live video broadcasting en video on demand. De verbeterde Edge-techniek moet naast hogere datasnelheden zorgen voor een betere ‘quality of service’ en minder netwerkvertraging.
Avaya rondt Nortelovername af Avaya heeft de overname van Nortel Enterprise Solutions definitief afgerond en bekendgemaakt hoe de producten van de overgenomen partij worden geïntegreerd in het portfolio. De nieuwe roadmap die Avaya introduceert, bouwt voort op het bestaande Avaya-portfolio, met daarin geïntegreerd functionaliteit uit de Nortel Enterprise Solutions. Avaya Aura gaat de kern vormen van zowel het unified communications- als contactcenterportfolio.
6
Verbinding februari 2010
Motorola voorziet Delhi van Tetra-netwerk Motorola gaat samen met partner HCL Infosystems de Indiaase hoofdstad New Delhi voorzien van een Government Radio Network. Het Tetra-netwerk moet tijdens de Commonwealth Games in oktober en daarna dienst doen voor onder andere politie, brandweer, ziekenhuizen en de transportsector. 46 basisstations moeten dekking bieden in het volledige, stedelijke gebied van New Dehli inclusief tunnels en luchthaventerminals. Het project heeft een waarde van ongeveer 21 miljoen dollar.
a d v e r t e n t i e
verbinding-abiom 100127.indd 1
27-01-2010 16:30:56
Verbinding februari 2010
Universiteit ontwikkelt flexibele antennes
Onderzoekers van de universiteit van North Carolina hebben een antenneontwerp ontwikkeld, waarbij de antenne van vorm kan veranderen. De nieuwe antenne is van een legering die kan buigen, rekken en draaien en die daarna terugkeert naar haar originele vorm. De legering bevat de metalen gallium en idium, die bij kamertemperatuur vloeibaar zijn. Deze vloeistof is geïnjecteerd in kleine kanalen die de grootte hebben van een menselijke haar. Na het injecteren oxideert de vloeistof, waarna een soort omhulsels
ontstaat die de vloeistof op zijn plaats houdt. Doordat de legering vloeibaar blijft, neemt het de mechanische eigenschappen van het materiaal waar het in zit over. Volgens de onderzoekers is flexibiliteit vooral voor antennes een belangrijke eigenschap, omdat de kwaliteit van de ontvangst mede wordt bepaald door de vorm van de antenne. Ook zien de onderzoekers volledig nieuwe toepassingen, bijvoorbeeld voor militair gebruik. Zo kan de antenne worden opgevouwen tot een minuscuul pakketje en weer worden ‘uitgepakt’ met behoud van functionaliteit.
Licenseren van 2,6 GHz-band cruciaal voor groei lte Het strekken van licenties voor de 2,6 GHz-band is cruciaal om wereldwijde economieën in de mobiele breedbandmarkt mogelijk te maken, aldus een rapport van onderzoeksbureau Global View Partners in samenwerking met de GSM Association. De 2,6 GHz-band is noodzakelijk om te kunnen voorzien in de groeiende vraag naar capaciteit voor mobiele breedband en de implementatie van de volgende generatie netwerken, zoals lte. De 2,6 GHz-band is in Hongkong, Noorwegen, Finland en Zweden inmiddels gelicenseerd. Dit proces heeft uitgewezen dat er meer vraag is naar het FDD-spectrum dan het TDD-spectrum. Ook werd duidelijk dat het Option 1-plan van de International Telecommunications Union de beste structuur is marktgroei te stimuleren in een technologieneutrale en competitieve omgeving. De toewijzing van de 2,6 GHz-frequentie verloopt. zoals gespecificeerd in het ITU Option 1-plan. Mogelijke uitdagingen zijn volgens het rapport onder andere interferencemanagement, waardoor een vermindering van bruikbare bandbreedte en dekking in grensgebieden kan optreden. Daarnaast kan dit hogere kosten en vertraagde beschikbaarheid van apparatuur opleveren.
7
Duitse deelstaat bestelt 25.000 Sepura-radio’s De Duitse deelstaat NoordrijnWestfalen gaat in totaal zo’n 25.000 Tetra-radio’s en accessoires afnemen bij Sepura. De stp-portofoons en srg-mobilofoons worden in gebruik genomen door de politie. In de voertuigen worden de digitale portofoons als onderdeel van het Radio Concept 3000 gecombineerd met consoles van het Duitse bedrijf Elektronik-Labor Carls. Hierdoor wordt het mogelijk digitale naast analoge apparatuur uit te rollen. Tijdens een officiële ceremonie op 15 januari zijn de eerste radio’s overhandigd door de Duitse Sepurapartner Selectric die de deal met een waarde van 30 miljoen euro wist binnen te halen. Volgens Sepura heeft Noordrijn-Westfalen in totaal behoefte aan 100.000 nieuwe terminals.
Experimenteervergunningen voor 500 kHz Agentschap Telecom heeft twee experimenteervergunningen verleend aan de belangenverenigingen voor radiozendamateurs Veron en VRZA. Hiermee kan onderzoek worden uitgevoerd in het frequentiegebied van 501 – 504 kHz met een maximaal vermogen van 5 W EIRP en een bandbreedte van 100 Hz. De vergunningen zijn verleend voor de periode 1 januari tot uiterlijk 31 december 2010. Voor meer informatie en eventuele deelname aan het experiment kunnen radiozendamateurs contact opnemen met de Veron en VRZA.
Ericsson levert eerste hspanetwerk aan 3 Scandinavië Ericsson levert ‘s werelds snelste 3G-netwerk aan 3 Scandinavië. Deense en Zweedse klanten van de operator profiteren daarmee van een verhoging van de netwerksnelheid van 21 Mbps naar 84 Mbps. Door het nieuwe 900 MHz 3G-netwerk wordt het gebruiken van applicaties voor social networking, online gaming en videoconferencing nog makkelijker. Ericsson is naast de implementatie ook verantwoordelijk voor de ondersteuning van het netwerk. Het contract tussen Ericsson en 3 Scandinivië is gesloten voor drie jaar.
8
Verbinding februari 2010
Alcatel-Lucent test mobiele tv per satelliet Alcatel-Lucent test samen met Solaris Mobile (een joint venture van Eutelsat en Astra) en zendmasteneigenaar towerCast (onderdeel van mediabedrijf NRJ Group) in en rond Parijs een systeem om digitale radio en tv naar de mobiele telefoon te brengen. Het betreft hier een hybride systeem, waarbij het ‘aardse netwerk’ van zendmasten wordt aangevuld met een satelliet. De standaard die hiervoor wordt gebruikt, is DVB-SH (Digital video broadcasting - Satellite handheld). De pilot zal vier maanden duren en de satelliet in kwestie is de W2A van Eutelsat. Voordeel van deze aanpak is volgens AlcatelLucent dat de kosten om mobiele tv-diensten aan te bieden omlaag gaan, terwijl het bereik wordt verbeterd, omdat ook het platteland hiermee zonder dure investeringen kan worden bediend. En op plaatsen waar satellietontvangst lastig of niet mogelijk is, zoals in gebouwen, nemen aardse repeaters het over. Volgens Alcatel-Lucent werkt een en ander zeer efficiënt. DVB-SH is een Europese standaard en onderdeel van de bredere dvb-familie. Het is een evolutie van de bestaande DVB-T- (digitale tv) en DVB-H-standaarden (dvb naar handhelds) en maakt directe ontvangst van multimediamateriaal via zowel satelliet als aardse repeaters mogelijk. Het systeem zou voor de eindgebruiker volledig transparant zijn – en het schijnt ook niet nodig te zijn met een satellietschotel op de rug rond te lopen! De uitzendingen verlopen via de S-band op 2,0 GHz. Deze is gereserveerd voor hybride mobiele diensten die via satelliet en aardse repeaters worden aangeboden. De S-band zit vlak naast de umts-frequenties (2,4 GHz) die door heel Europa worden gebruikt voor 3G-diensten.
Moskee legt gsm-verkeer plat De moskee van de Tilburgse imam Salam blijkt al het mobiele telefoonverkeer in een straal van tientallen meters te hebben stilgelegd om zo rustig te kunnen bidden. In het gebouw aan de Von Suppéstraat was een zogenoemde gsm-jammer geplaatst. De Islamitische Stichting voor Opvoeding en Overdracht van de imam Salam werd in januari door de rechter in Breda veroordeeld tot een boete van 650 euro wegens het verstoren van het belverkeer, zo meldt dagblad BN/De Stem.
Een gsm-jammer zendt sterke radiosignalen uit waardoor bellen in de nabij omgeving onmogelijk wordt gemaakt. Een dergelijk apparaat is verboden, omdat de frequentie waarop het uitzendt van de belproviders is. Bovendien worden ook de telefoonlijnen van alle hulpdiensten platgelegd. Mensen uit de omgeving hadden geklaagd dat ze niet meer mobiel konden bellen. De rechter vond dat de moskee maar gewoon een bordje moet ophangen.
9
Fotografie: Eduard van der Worp, Haarlem
radiocommunicatie
Verbinding februari 2010
Blik in de COPI tijdens FloodEX.
Radiozendamateurs als redders in nood
Iresc verbindt vrijwilligers wereldwijd ‘Emergency communications’ (kortweg: emcomm), verzorgd door gelicenseerde radiozendamateurs, kan in tijden van nood een waardevolle aanvulling zijn op de communicatie-infrastructuren van overheden en hulpdiensten. Michel Versteeg geeft inzicht in de organisatie en werkwijze van twee ‘Ham Radio Emcomm’-organisaties: het Nederlandse ‘DARES’ en het internationale ‘IRESC’. De combinatie van lokale kennis en internationale samenwerking vormt hierbij de sleutel voor succes.
Januari 1953. Nederland ondervindt het aan den lijve: een grootschalige overstroming ontwricht de samenleving en brengt grote groepen mensen in levensgevaar. Terwijl
je verwacht dat hulpdiensten dan snel ter plaatse zijn, blijkt dit niet altijd mogelijk door uitval van de communicatie-infrastructuur. Kortsluiting in voedingssystemen maakt een
einde aan vrijwel alle verbindingen, en wie nog wel aan zenden toekomt, vindt aan de andere zijde van de lijn waarschijnlijk geen gehoor.
10
Verbinding februari 2010
Ook andersoortige rampen, zoals aardverschuivingen, grootschalige bosbranden en langdurige stroomuitval kunnen voor ernstige problemen zorgen. Vandaar dat gelicenseerde radiozendamateurs de handen ineen hebben geslagen om ten tijde van grootschalige calamiteiten en rampen de samenleving bij te staan met hun apparatuur, kennis en kunde. Bijvoorbeeld door radioverkeer mogelijk te maken voor ‘welfare communications’. Zendamateurs wisselen dan via de ether berichten uit, waardoor mensen kunnen worden geïnformeerd over het wel en wee van hun geliefden. Accommodaties die als tijdelijk opvangcentrum fungeren worden door zendamateurs voorzien van communicatiemiddelen die onafhankelijk van het
PD0MAC in actie tijdens FloodEX.
De Iresc faciliteert het berichtenverkeer tussen radiozendamateurs in het getroffen gebied en de buitenwereld. lichtnet kunnen werken. Deze apparatuur is doorgaans analoog (een verbinding in de ruis kan nog steeds effectief zijn), vraagt weinig energie (kan dagenlang worden gebruikt) en kan zonodig door de zendamateurs zelf worden gerepareerd. Relatief eenvoudige, soms geïmproviseerde antennes blijken verrassend effectief te zijn.
De situatie in Nederland September 2009. De ‘Dutch Amateur Radio Emergency Service’ (DARES) laat tijdens de Europese rampenoefening ‘FloodEX’, in de kop van Noord-Holland, zien dat zij een waardevolle aanvulling vormt op de communicatiestructuren van overheid en hulpdiensten. Een ad hoc ingericht netwerk van radiostations (onder andere naast de Copi’s, op diverse
dataverkeer worden gefaciliteerd. Via een zogenoemd Winlink RMS (radio mail server) is het mogelijk vanuit het veld e-mailberichten, Radio amateurs are requested to keep desgewenst versleuteld, te verzenden. 7.045MHz and 3.720MHz clear for any Internettoegang wordt dan verkregen door emergency traffic resulting from the een Wifi-verbinding met richtantennes op Earthquake which struck Haiti on 12th een vaste locatie, maar eventueel ook door January 2010 in case any Haitian hams koppeling aan de satellietverbindingen manage to get on the air, and in case van defensie. Als satellietverbindingen niet of other related events in surrounding slagen, bijvoorbeeld door hoge bebouwing, areas, including aftershocks. kunnen de zendamateurs via de kortegolf verbinding maken met mailservers in andere regio’s of in landen waar zendamateurs nog locaties in het veld en bij de meldkamer alwel over toegang tot internet beschikken. waar het Regionaal Operationeel Team actief Waar in 1953 maar enkele, zeer ervaren is, blijkt als back-up in staat te zijn de meest zendamateurs (vaak oud-verbindingsofficieren essentiële informatie uit te wisselen. van de marine) een radionoodnet hebben Behalve verbindingen in telefonie kan ook opgezet, zouden er anno 2010, in ons land, wel duizenden zendamateurs elkaar ‘goed bedoeld’ voor de voeten lopen. Door een goede afstemming met de hulpdiensten en een strakke coördinatie van beschikbare vrijwilligers is dit te voorkomen. Convenanten worden afgesloten, die aansluiten op de tendens van een nauwere samenwerking tussen overheid en burgers. Hierbij spreken hulpdiensten en gelicenseerde zendamateurs af structureel samen te gaan werken én te oefenen. Zo kunnen zij zich optimaal voorbereiden op eventuele calamiteiten. Wordt een bepaalde veiligheidsregio getroffen door een ramp of calamiteit, dan kunnen Schermafdruk zendamateurs uit de omliggende regio’s (of van Echolink desnoods uit heel Nederland) een helpende VoIP. hand toesteken. Gelukkig zijn er over de hele
Bericht van 12 januari 2010
Verbinding februari 2010
wereld organisaties, zoals DARES opgericht. Want als een heel land zichzelf probeert te redden, moet je het toch van de beproefde internationale contacten hebben.
Internationale samenwerking is een must Januari 2010. Haïti wordt getroffen door een zeer zware aardbeving. Al snel blijkt dat de schade en het aantal slachtoffers extreem hoog is. De chaos en ontreddering van burgers zijn groot. Amerikaanse radiozendamateurs weten bijna sneller dan de seismologische instituten dat een grote ramp heeft plaatsgehad. Dit nieuws bereikt de IRESC (‘International Radio Emergency Support Coalition’), die acuut groot alarm
radiozendamateurs uit Haïti en de Dominicaanse Republiek op. De informatie-uitwisseling binnen het IRESC-netwerk heeft grotendeels plaats via de kortegolf, maar ook via internet. Het al jarenlang door zendamateurs gebruikte systeem ‘Echolink VoIP’ is een uitstekend middel om verbindingen te maken als de propagatie van onvoldoende kwaliteit is of als je last ondervindt van storingen in de ether. De ‘signalen’ verspreiden zich niet alleen via de glasvezels van het wereldwijde web, maar komen op verschillende plaatsen in lucht via repeaters en node-stations. Zo kan op de plaats van de ramp met relatief eenvoudige communicatiemiddelen, soms gevoed door batterijen en met een laag
11
Bericht van 22 januari 2010 Father John Henault (callsign: HH6JH), in the midst of the Haiti disaster, has been trying to contact his brother since the onset of the earthquake. However, Father John was unable to get an international phone line out of Haiti. Today, radio conditions were poor and Father John was garbled and barely readable. Finally, at 10:18 AM local time, on January 22, after passing information regarding needed supplies to Fred Moore, W3ZU, in Florida, Father John was able to chat briefly with his brother, Gerald Henault, WA1WOB, in Sutton Massachusetts. With phone lines in Father John’s area unreliable and the Internet unavailable, this contact was only possible via amateur radio, with the aid of the Intercontinental Traffic Net on 14.300 mHz.
beschikken. Van deze eenvoudige, maar bijzonder robuuste infrastructuur kunnen ook overheden en hulpdiensten goed gebruikmaken.
“This is IRESC net control…”
Commandopost tijdens FloodEX.
slaat en dringend verzoekt de internationale noodfrequenties voor gelicenseerde zendamateurs zoveel mogelijk vrij te houden. Deze organisatie bestaat uit vrijwilligers die over vrijwel de gehele wereld actief zijn, en die bovendien goede contacten onderhouden met het internationale Rode Kruis en het Leger des Heils. Enkele uren na de aardbeving vangen zij de eerste noodberichten van
zendvermogen, toch een enorme afstand worden overbrugd. Via het eigen, goed beveiligde extranet kunnen de ‘officers’ van IRESC vertrouwelijke informatie uitwisselen met elkaar en met de autoriteiten, waar dan ook ter wereld. Deze informatie wordt geregistreerd in logboeken en in een ‘incident database’, waarmee alle vrijwilligers gelijktijdig over dezelfde informatie kunnen
Berichten van 13 januari 2010 Radio communications has now been established with HH6JH in Haiti, frequencies in use for this disaster are now: 14.300MHz, 14.265MHz, 7.045MHz, 7.265MHz, and 3.977MHz. The International Radio Emergency Support Coalition (IRESC) is also active on EchoLink node 278173. Some HAM radio activity from Haiti is beginning to be heard, following yesterday’s devastating earthquake: Father John Henault, HH6JH, in Port-au-Prince, made contact late Wednesday morning with the Intercontinental Assistance and Traffic Net (IATN) on 14300 KHz, the IARU Global Centre of Activity frequency for emergency communications. Based on relays monitored at W2VU, Father John reported that he and those with him were safe, but had no power and no phone service. He was operating on battery power and hoping to get a generator running later in the day.
De IRESC faciliteert het berichtenverkeer tussen radiozendamateurs in het getroffen gebied en de buitenwereld op verschillende manieren. De vrijwilligers luisteren continu de noodfrequenties en veelgebruikte regionale frequenties uit en ze relayeren boodschappen. Daarnaast zet de IRESC zich in om met hulp van de Verenigde Naties, de hulpverleningsdiensten en het leger de Haïtiaanse zendamateurs te voorzien van reserveonderdelen voor apparatuur, accu’s en brandstof voor stroomgeneratoren. Dat is geen eenvoudige opgave in een gebied met een zwaar beschadigde infrastructuur, dat bovendien bijzonder onveilig is. De tomeloze energie en inzet van de vrijwilligers toont wel aan hoe hecht de internationale zendamateurgemeenschap is. Door Michel Versteeg Michel Versteeg (callsign: PD0MAC) is werkzaam als communicatieadviseur bij de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) en vanuit zijn hobby als gelicenseerd radiozendamateur betrokken bij ‘emergency communications’. Hij is liaison officer voor IRESC The Netherlands, actief deelnemer binnen DARES-regio Gelderland-Zuid en beheerder van ‘emcomm.startpagina.nl’.
12
Verbinding februari 2010
praktijk
Defensie test verbindingsnetwerk tijdens Crazy Ed
Titaan aangewend voor civiele ondersteuning Onder de titel ‘Crazy Ed’ hield defensie tussen 18 en 22 januari een verbindingsoefening in Noord-Holland en Friesland. Een oefening met middelen die gewoonlijk worden ingezet om de krijgsmachtdelen te ondersteunen tijdens uitzendingsmissies, maar die tijdens deze oefening werden aangewend voor een nationale taakstelling: steunverlening aan de civiele autoriteiten tijdens een crisissituatie met een grote verbindingsbehoefte. Hoe het militaire systeem Titaan ook burgemeesters en hun crisisstaven kan bedienen. van de beschikbaarheid van personeel en materieel en het moment van de aanvraag.
‘Crazy Ed’
Straalzender en satelliet-zendontvanger bij Den Oever.
Betrouwbare verbindingen op elke plek en op elk moment zijn de specialiteit van het 101 Communication and Information Systems Bataljon (101 Cisbat). Regelmatig oefenen eenheden van het bataljon met andere krijgsmachtonderdelen in een militaire setting; soms ook samen met civiele autoriteiten. Het leveren van back-upvoorzieningen voor informatie
en telecommunicatie is een van de specialistische taken waarvoor defensie een inzetverplichting heeft krachtens het convenant Intensivering Civiel-Militaire samenwerking. Defensie biedt de garantie dat technische ondersteuning voor command & controlvoorzieningen binnen 24 uur na aanvraag beschikbaar is voor civiele crisis centra, maar het kàn sneller, afhankelijk
Oefening Crazy Ed in januari was een militaire oefening met een civiele achtergrond. Het scenario was de grootschalige uitbraak van een besmettelijke veeziekte, waarbij defensie op meerdere plaatsen bijstand verleende bij het afzetten van besmette gebieden en het verzorgen van logistieke steun. Het scenario ging uit van drie inzethaarden: in het Noord-Hollandse Andijk en Den Oever en in het Friese Stavoren. Een command & controlondersteuningspeloton van 101 Cisbat rukte uit om de eenheden te voorzien van de benodigde spraak- en dataverbindingen. De inzet van de operationele eenheden van de luchtmobiele brigade, een logistieke brigade en een pantserinfanteriebrigade, zoals in het scenario vermeld, was fictief. Alleen de ondersteunende ict- en verbindingsinfrastructuur werd getest. Bestuurders en ambtelijke vertegenwoordigers van de betrokken veiligheidsregio’s en gemeenten werden uitgenodigd om een kijkje te nemen op de oefenlocaties en zo meer inzicht te krijgen in wat defensie in crisistijd voor hen kan betekenen. Op de drie locaties leverden de specialisten van 101 Cisbat een complete ict-infrastructuur
Verbinding februari 2010
met werkplekken voorzien van computerterminal en VoIP-telefonie. Via het Titaansysteem (Theatre Independant Tactical Army and Airforce Network) werd op alledrie de locaties een lokaal netwerk gerealiseerd, gebaseerd op functionaliteiten die gelijk zijn aan functies van civiele ict-netwerken. De ondersteunende verbindingsinfrastructuur weefde de drie local area networks aaneen tot één wide area network, waardoor over de regiogrenzen heen snelle informatie-uitwisseling mogelijk was. Het belang van snelle en betrouwbare verbindingen is het sneller delen van relevante informatie over de crisis, waardoor betere en snellere beeldvorming en dus ook betere en snellere besluitvorming mogelijk is: de systematiek van netcentrisch werken. Hierin loopt defensie vóór op het civiele domein. De verbindingen tussen de locaties werden onderhouden door straalzenders met een bereik van 30 tot 60 km, militaire satellietcommunicatie en drie HF-radionetwerken: twee korte afstandsverbindingen op 150 W en een lange afstandsverbinding op 400 W. Het opzetten van verschillende radiowegen parallel aan elkaar vergroot de redundantie en beschikbaarheid in crisistijd, belangrijk in situaties waarin de druk op de verbindingen groot is of als openbare netwerken door inbreuken van buitenaf niet beschikbaar zijn. Met deze opgebouwde netwerkinfrastructuur kunnen crisisstaven gebruikmaken van spraak- en datacommunicatie en indien gewenst ook van videoconferencing. De straalzenders zijn in principe de eerste keus voor het onderling koppelen van de regionale LAN’s van de eenheden, gevolgd door satellietcommunicatie. De drie radionetten bieden een fall-backoptie met beperktere mogelijkheden, al is ook over deze transmissiewegen dataverkeer mogelijk.
Netwerk naar behoefte De via Titaan aangeboden ict-faciliteiten zijn gelijk aan de functionaliteit van reguliere ict-netwerken, zodat civiele functionarissen die ermee werken in een crisisstaf, zonder veel problemen kunnen overschakelen. Dat betekent niet dat zij ook zonder meer van hun eigen applicaties gebruik kunnen maken, al kunnen op verzoek wel aanvullende functionaliteiten worden geleverd. “Het bevoegde gezag moet duidelijk maken
13
Compagniescommandant Metin Öge met op de achtergrond een ingerichte werkplek voorzien van Titaan-apparatuur.
aan welke voorzieningen zij behoefte hebben en dan onderzoeken wij in hoeverre we daarin kunnen voorzien”, verklaart majoor Metin Öge, compagniescommandant van de Alfa-compagnie van 101 Cisbat. “Wij leveren standaardwerkplekken met spraak en datafunctionaliteit, maar aanvullende wensen, zoals open source-toegang tot internet en bepaalde werkapplicaties, zijn mogelijk. Het netwerk kan door ons op basis van de wensen verder op maat worden geconfigureerd.” Burgemeester Marjan van Kampen van gemeente Wieringen, die een deel van de oefening in Den Oever volgde, zegt zich in zekere zin gerustgesteld te voelen door de voorzieningen die defensie in crisistijd kan leveren om haar gemeentelijke crisisorganisatie te ondersteunen. “We kunnen ons als gemeente immers niet zelf op alle denkbare crisissituaties voorbereiden. Dat geldt ook op het gebied van noodvoorzieningen voor het geval onze eigen telecommunicatie- en ict-voorzieningen falen. We moeten met beide benen op de grond blijven en kunnen niet alles van tevoren regelen. Bij een echte grootschalige of langdurige crisis schieten onze voorzieningen altijd tekort en hebben we ondersteuning nodig van onze buren, de regio of van defensie. Goed te weten wat de defensiespecialisten ons allemaal te bieden hebben voor als de nood echt aan de man is.”
Praktijkervaringen Voor de verbindings- en ict-specialisten van 101 Cisbat is hun core-business het ondersteunen van krijgsmachteenheden tijdens uitzendingsmissies en tijdens tactische militaire oefeningen, maar ook in civiele ondersteuningstaken hebben zij inmiddels
Op de drie locaties leverden de specialisten van 101 Cisbat een complete ict-infrastructuur.
enige ervaring opgedaan. Bekende operaties zijn het leveren van ondersteuning bij de Elfstedentocht in 1997 en bij de landelijke voorbereiding op de millenniumwisseling. Het millenniumbug-spook voedde de vrees dat tijdens de jaarwisseling van 1999 naar 2000 ict- en verbindingsnetten massaal konden uitvallen. Ter voorbereiding op zo’n mogelijke communicatiecrisis werden op tal van plaatsen HF-radioverbindingen op grotere politiebureaus en andere crisiscentra gerealiseerd. Minder acuut maar niet minder belangrijk in maatschappelijk opzicht was de ondersteuning van de organisatie van de Elfstedentocht in 1997; een organisatie die qua logistiek en veiligheid een enorm beroep doet op verbindingscapaciteit. Majoor Öge: “Ook dat was een bijstandsaanvraag die in principe voldeed aan de eisen voor militaire ondersteuning. Dat wegen wij altijd mee in de beslissing om wel of niet daadwerkelijk ondersteuning te geven. Bij de Elfstedentocht moet in korte tijd zo’n enorme organisatie met zoveel deeltaken uit de grond worden gestampt, dat de bestaande openbare netwerken en overheidsvoorzieningen nooit de piekbehoefte aan communicatie kunnen dekken. Als bij een volgende Elfstedentocht of een ander groot mega-evenement wederom een beroep op ons wordt gedaan en de aanvraag wordt door de top van onze organisatie gehonoreerd, dan zullen we er ook staan met onze mensen en middelen. Dergelijke operaties zijn voor ons ook van belang als praktijkoefening voor situaties waarin sprake is van een acute crisis. We willen elke gelegenheid om met civiele autoriteiten te oefenen in samenwerking optimaal benutten. Zo raken we goed op elkaar ingespeeld en is er een betere waarborg dat we elkaar op het uur U weten te vinden en dat we onze civiele partners soepel en naar behoefte kunnen ondersteunen met de ict- en communicatievoorzieningen die zij nodig hebben.” Door Rob Jastrzebski
Verbinding februari 2010
technologie
14
EZ wil kraamkamer voor cognitieve radio
“Focus nog niet te ontdekken” Als het aan het ministerie van Economische Zaken ligt krijgt Nederland op korte termijn een ‘Competence Center’ dat als kraamkamer moet dienen voor cognitieve radio. Tijdens een speciale bijeenkomst van het Nationaal Frequentie Overleg (NFO) in Den Haag werd echter snel duidelijk dat nog lang niet duidelijk is wat onder cognitieve radio wordt verstaan. Senior beleidswerker Peter Anker van het ministerie van Economische Zaken verzorgde tijdens de NFO-special in Den Haag de inleidende presentatie en direct werd al duidelijk dat er veel onduidelijkheid heerst rondom het begrip ‘cognitieve radio’. Volgens Anker kan een
cognitieve radio een applicatie zijn die op zoek gaat naar witte vlekken in het spectrum. “Maar wat is nu wit? Niets is helemaal wit en misschien moeten we het wel hebben over grijs.” Een andere verschijningsvorm van cognitieve radio is een radio die intelligent het juiste netwerk
voor de optimale verbinding kiest. Een voorbeeld daarvan is een pda die zelfstandig afweegt of verbinding wordt gelegd via Wifi, umts of misschien wel Tetra. Standaardiseringsorganisatie Etsi gebruikt daarvoor echter niet de term cognitieve radio maar ‘reconfigurable radio’.
Sensing versus geo-location Een marktpartij die al druk experimenteert met cognitieve radio is Philips die cognitieve radio vooral ziet als middel om te speuren naar ‘white spaces’ in het televisiespectrum. Daarbij maakt het concern
Verbinding februari 2010
onderscheid tussen ‘sensing’ en ‘geo-location’. In het geval van sensing is de cognitieve radio een onafhankelijke, zelflerende applicatie die zelfstandig op zoek gaat naar witte vlekken. In het geval van geo-location maakt de cognitieve radio in zijn zoektocht naar beschikbaar spectrum gebruik van databases en gps. Volgens Eric van Nijhuis, die namens Philips een presentatie verzorgde, ligt het voor de hand dat de cognitieve radio’s die uiteindelijk op de markt komen, gebruikmaken van zowel sensing als geo-location. Vooralsnog ontbreekt het echter aan concrete producten. Philips heeft wel de technologie beschikbaar, maar laat het maken van een product over aan andere partijen. “Het is nu aan de wetgever om spectrum beschikbaar te stellen voor trials”, stelt Van Nijhuis.
Competence Center Cognitieve radio bevindt zich duidelijk nog in de beginfase van de ontwikkeling en, zoals bij Wifi het geval was, kan het nog twintig jaar duren voordat de echte doorbraak komt. Concrete oplossingen zijn nu nog nauwelijks voorhanden. “Er zijn veel actoren actief op het gebied van cognitieve radio en er gebeurt van alles, maar een echte focus heb ik nog niet kunnen ontdekken”, concludeerde Anker. “Het is nu zaak de kip, het ei en het nest bij elkaar te brengen. Het zou wel eens kunnen zijn dat er meerdere kippen zijn die gouden eieren opleveren.” Telecommarketeer Koen Mioulet riep namens EZ op tot de vorming van een ‘Cognitive Radio Competence Center’, waar industriëlen en dienstverleners, onderzoekers en de regelgever samen aan de
15
“Het zou wel eens kunnen zijn dat er meerdere kippen zijn die gouden eieren opleveren.” verdere ontwikkeling van de technologie kunnen werken. Het staat nog niet vast wat de definitieve naam wordt van deze ontmoetingsplaats en in welke vorm dit initiatief wordt gegoten. Volgens Mioulet variëren de mogelijkheden van vrijblijvende bijeenkomsten tot de oprichting van een bureau met eigen personeel en budget voor de financiering van onderzoek en projecten. Wolter Lemstra van de Technische Universiteit Delft bood tijdens het NFO spontaan aan het
op te richten centrum te gaan faciliteren en op te treden als aanspreekpunt. Oproep aan het publiek was om brede ‘use cases’ aan te dragen, zodat het centrum aan de slag kan met concrete voorbeelden van marktbehoeften. De hoop is dat Nederland nadrukkelijk zijn stempel kan drukken op een nieuwe radiotechnologie, zoals het eerder heeft gedaan bij de Nederlandse vindingen Wifi, Dect en Bluetooth. Door Ferry Waterkamp
a d v e r t e n t i e www.ceotronics.com
Nieuw: CT-MultiCom
Multifunctioneel: * Grote zendknop * Softkey voor b.v. volumeregeling * Softkey met beschermring voor b.v. noodoproep * 4-polige (Nexus) of 12-polige (Hirose) aansluiting * 3,5 mm aansluiting voor oortelefoon * LED werkingsaanduiding * Omnidirectionele microfoon * Kunststof behuizing: slagvast en moeilijk ontvlambaar * Riemclip 360º draaibaar * IP65 (bescherming tegen waterstralen) * Ook in ATEX verkrijgbaar
CT-MultiCom: De robuuste CeoTronics RemoteUnit voor portofoons, met geïntegreerde luidspreker/microfoon en aansluitmogelijkheden voor spreek- / luistersystemen.
[email protected] • Tel +31 78 6510299
16
Verbinding februari 2010
radiocommunicatie
Geschiedenis tot vandaag en morgen
Radio en luchtvaart: een onafscheidelijk duo
De VOR zendt twee tonen uit op een VHF-draaggolffrequentie (108 - 117,95 MHz): de referentie en de variabele toon.
De gemiddelde toerist, zakenman of -vrouw die gebruikmaakt van een vliegtuig, zal zich niet bewust zijn van het grote aantal verschillende radiosystemen die nodig zijn om een vlucht te kunnen uitvoeren. Radiosystemen die niet alleen voor communicatie, maar ook voor navigatie en plaatsbepaling belangrijk zijn, met als inzet de veiligheid van de vlucht waarborgen.
Verbinding februari 2010
De start van de ontwikkeling van radiotechniek valt ongeveer samen met die van de luchtvaart. Radio en luchtvaart hebben elkaar sindsdien steeds versterkt, ondersteund en verbeterd tot de hoog ontwikkelde systemen die wij nu kennen. In twee artikelen over dit onderwerp wordt dit proces beschreven en worden de van belang zijnde radiosystemen geïntroduceerd en uitgelegd. In dit eerste artikel de geschiedenis over het ontstaan en de ontwikkeling van radiosystemen voor de luchtvaart. Radiosystemen die heden ten dage nog steeds worden toegepast. Het tweede artikel in deze miniserie beschrijft de latere luchtvaarttoepassingen van radio en de recentste ontwikkelingen.
De startmomenten van radio en luchtvaart liggen opmerkelijk dicht bij elkaar aan het begin van de vorige eeuw. Na enig voorbereidend werk van wetenschappers, zoals James Clerke Maxwell en Heinrich Hertz, slaagde de Italiaan Guglielmo Marconi in 1901 erin de eerste transatlantische radioverbinding tot stand te brengen tussen Poldhu, Cornwall in Engeland en St. Johns, Newfoundland (nu Canada), een afstand van circa 3500 km. Nog geen twee jaar later, in 1903, maakten Wilbur en Orville Wright de eerste gemotoriseerde vlucht met de Flyer over 37 m met een duur van 12 s op het strand van Kitty Hawk, North Carolina, Verenigde Staten. De groei en de ontwikkeling van de luchtvaart betekenden tevens een continue ontwikkeling van de radiotechnieken. De Canadese ontwerper en piloot J.D.A. McCurdy schreef de eerste radioverbinding met een grondstation vanuit zijn Curtiss watervliegtuig al in 1910 op zijn naam. Een paar maanden later herhaalde een militaire vlieger in Engeland deze prestatie door via zijn boordradio het bericht ‘enemy in sight’ door te geven aan een grondstation op circa 400 m afstand. In beide gevallen was al sprake van echte ‘air-to-ground-radiolinks’, maar dan wel beperkt tot gebruik van telegrafie.
een radiozender die signalen uitzond naar ontvangststations in Duitsland. Bepalen van de richting van het radiosignaal bij minimaal twee ontvangststations is voldoende om de Zeppelin (of liever gezegd de radiozender) te peilen, waarmee de positie bekend is. De positie werd vervolgens weer naar de bemanning van de Zeppelins gestuurd. Deze toepassing van radio kan worden gezien als de eerste radiopeilinstallatie. Na de Eerste Wereldoorlog werd radio steeds vaker en en steeds meer op verschillende toepassingen ingezet voor de luchtvaart. Het voorzag piloten in informatie over het weer, informatie over de lokale luchtdruk (van belang voor de instelling van de drukhoogtemeter) en dergelijke. Voor de korte afstand werden al vrij snel spraakverbindingen ingezet. Voor de lange afstandsverbindingen
vliegtuigen voor het vervoer van post en passagiers. Aanvankelijk werden luchtroutes aangegeven door lichtbakens die lichtflitsen produceerden. Echter bij slecht weer waren deze niet zichtbaar. De lichtbakens werden vervangen door radiobakens met twee zenders (190 – 535 kHz-band, 1.500 W) die gebruikmaakten van een dubbele ringantenne. Deze antenne vormt door de twee ringantennes die haaks op elkaar staan, vier radiobundels die samen een kruis vormen, waarmee luchtroutepunten (waypoints) en vliegvelden konden worden aangegeven. Deze bakens werden op zo’n 300 km uit elkaar geplaatst en vormden daarmee een luchtroute. De radiobundels werden geïdentificeerd door de letters ‘A’ en ‘N’ in morsecode gescheiden uit te zenden met de twee zenders, respectievelijk ‘punt-streep’ en ‘streep-punt’. Deze tegengestelde codes werden vervolgens slim toegepast: als het vliegtuig op koers lag, hoorde de vlieger in zijn hoofdtelefoon een continue toon (‘A’ en ‘N’ samengesteld), maar als het vliegtuig van koers afweek, hoorde hij één van beide letters op de voorgrond. Dit is het begin geweest van de ontwikkeling van een groot aantal verschillende radionavigatiehulpmiddelen (radio navigation aids). Ook in Europa werden vergelijkbare systemen ontwikkeld, waar in plaats van loopantennes werden de bekende dipoolantennes gebruikt.
De startmomenten van radio en luchtvaart liggen opmerkelijk dicht bij elkaar aan het begin van de vorige eeuw.
Eerste radiopeilinstallatie Vliegtuigen werden tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) volop als wapens gebruikt. Toepassingen waren onder meer concentratie en herkenning van vijandelijke troepen, en verstrekking van de feitelijke impactlocatie van artilleriebeschietingen. Deze laatste toepassing vereiste een, wat wij nu zouden noemen, realtime applicatie in de vorm van de door radio beschikbare ‘air-to-groundradiolink’. Op basis van de via radio doorgegeven locaties van impact kon het geschut beter en sneller op het doel worden gericht. Naast deze radiocommunicatietoepassing werd dit medium ook gebruikt voor plaatsbepaling en navigatie. De Duitse luchtmacht paste radio op een listige manier toe om de Zeppelins die op weg waren naar Londen om de stad te bombarderen, te geleiden naar hun doel. Het konvooi Zeppelins was voorzien van
17
was telegrafie (morsecode) nog de manier waarmee informatie werd doorgegeven. Met telegrafie kon het toen nog vrij lage zendervermogen in een smalle frequentiebandbreedte (van de draaggolf die ‘aan’ en ‘uit’ wordt gezet) worden uitgezonden. Hierdoor was de invloed van statische interferentiesignalen minimaal in vergelijking met spraakuitzendingen met een hogere bandbreedte. Kortom: morseradiosignalen kwamen altijd beter door.
Twee ontwikkelingen Voor de plaatsbepaling van vliegtuigen werden tevens aanvullende middelen bedacht: radiobakens en radar. De eerste verschijningsvorm van een radio baken was een Amerikaanse uitvinding: ‘radiorange’. In het Amerika van na 1920 werd al flink commercieel gebruikgemaakt van
Bakenzenders voor geleiding en plaatsbepaling Het gebruik van lage MF-frequenties voor de beschreven radiorangesystemen leidde nog wel eens tot problemen, zoals nachteffect en afwijkingen. Vandaar dat eind jaren veertig werd besloten te onderzoeken of frequenties in de VHF-band voor dit soort radiobakens toepasbaar waren. In die tijd was het mogelijk geworden deze (voor die tijd) hoge frequenties te genereren en het bleek dat het gebruik ervan een beter resultaat opleverde. Een zich nog steeds voordoend probleem was dat een piloot nog wel eens gedesoriënteerd raakte door het radiorangesysteem: er zijn immers twee kwadranten met A en twee met N. De oplossing was een uitbreiding op het systeem met een tweede set zenders met loopantenne, waarmee samen met de
18
Verbinding februari 2010
oorspronkelijke set alle vier assen (koersen) werden benoemd. De indicatie van de tweede set kwam niet met morsecode op de hoofdtelefoon terecht, maar op een indicator waarop een wijzer aangaf waar men zat ten opzichte van de koersassen. Elk kwadrant krijgt nu een eigen identificatie in morsecode en kleur. Dit systeem werd het ‘visual-aural radiorangesysteem’ genoemd en hiermee konden dus in feite vier koersen worden gedefinieerd. Omdat dit uiteindelijk toch te beperkt werd gevonden, werd nagedacht over een radiobaken waarop men elke denkbare koers kon volgen en niet beperkt was tot vier koersen.
VOR en NDB Een dergelijk systeem werd eerst ontwikkeld met gebruikmaking van een 6,5 MHz-frequentie, maar door de opkomst van VHF is uiteindelijk daarvoor gekozen en nu heet het type radiobaken een VOR (VHF omnidirectional range). De VOR zendt twee tonen uit op een VHF-draaggolffrequentie (108 - 117,95 MHz): de referentie en de variabele toon. Bij de variabele toon varieert de fase met de koers: de koersen (0-360) ten opzichte van de VOR worden dus gecodeerd in een faseverschil tussen de twee uitgezonden tonen. Een VOR-ontvanger in een vliegtuig ontvangt het signaal, detecteert de twee tonen, meet het faseverschil en geeft de koers weer een indicator. Weergave van de koers gebeurt met een indicatornaald die de afwijking weergeeft van het vliegtuig van de op de indicator ingestelde koers, is de afwijking 0 dan zit het vliegtuig op de ingestelde koers. Een VOR wordt geïdentifeerd aan de hand van een door de VOR uitgezonden unieke morsecode. VOR’s worden in de tegenwoordige luchtvaart nog volop toegepast voor navigatiedoeleinden.
DME Met DME (distance measuring equipment) kan de afstand van het baken tot het vliegtuig worden gemeten en in het vliegtuig weergegeven. DME bestaat uit een UHF-zender-ontvanger (interrogator) in het vliegtuig en een ontvanger-zender (transponder) op de grond. In feite berust de werking op het meten van het tijdverschil tussen het moment van uitzenden van een puls door de interrogator en het ontvangen van de antwoordpuls door de transponder. Dit tijdsverschil (minus de verwerkingstijd van transponder = 50) gedeeld door 2 is een maat voor de afstand tot de DME. Een DME vervangt in veel gevallen de marker beacons. Dit instrument leidt tot een nauwkeurigere afstandsmeting dan met de marker beacons (de afstand wordt in tienden van een nautical mile = 1.852 m weergegeven) en er hoeven geen radiobakens buiten het vliegveldterrein te worden geïnstalleerd.
De tegenhanger van de VOR is de NDB (nondirectional beacon). Zoals de naam al aangeeft levert een NDB geen koersinformatie. Voor NDB’s worden meestal hoog-vermogenzenders (in enkele gevallen zelfs > 2.000 W) gekozen, zodat ze over grote afstanden te ontvangen zijn en erop kan worden genavigeerd. Behalve het uitgezonden morsecodeidentificatiesignaal zendt een NDB in veel gevallen nog vliegveldinformatie (Atis) en gegevens over het weer, zoals Volmet, uit.
Instrumentlandingsysteem De doorontwikkeling van de radiorangezender heeft ook geleid tot het ILS (instrumentlandingsysteem), een systeem dat ook nog volop wordt toegepast. Het ILS is bedoeld om onder slecht-zichtomstandigheden toch te kunnen landen op een vliegveld. Er wordt dan niet meer op zicht, maar op vliegtuiginstrumenten (ook wel blind genoemd) gevlogen. Het ILS is een vliegtuiggeleidingsysteem op basis van radiotechniek dat het vliegtuig in de nadering
ILS bestaat uit een localizerzender voor de horizontale geleiding en een GS-zender (glide slope) voor de verticale geleiding.
tot aan de landing (touch down) geleid. Voor de ontwikkeling van het ILS moet worden teruggegrepen op het radiorangesys teem. De twee morsecodes (voor ‘A’ en ’N’) van dit systeem werden vervangen door de tonen 65 Hz en 87,5 Hz. Na de detectie van het signaal in de vliegtuigradio-ontvanger werden de tonen met filters van elkaar gescheiden en ze dienden vervolgens als inputsignaal voor een zogenoemde centre-zerometer. Als de intensiteit van de ontvangen tonen even groot was, gaf de meter ‘0’ aan en was het vliegtuig op koers. Als de meternaald naar links of naar rechts uitsloeg, was het vliegtuig van koers af. In een experiment werd een dergelijk radiorangesysteem opgesteld bij een landingsbaan, de antenne van het systeem werd zodanig gericht dat de aangegeven koers op de centre-zerometer in een naderend vliegtuig exact overeenkwam met de richting van de landingsbaan. In 1938 werd op grond van dit soort experimenten door een commissie een rapport gemaakt, waarin de contouren van het ILS, zoals we dat nu nog kennen, werden vastgesteld. De belangrijkste aanbevelingen in dit rapport voor ILS zijn: • het systeem moet werken in de 108 – 112 MHz-band; • het verticale geleidingspad moet een rechte lijn zijn; • het systeem voorziet in twee distance markers (soms zijn er drie markers: ‘inner’, ‘middle’ en ‘outer marker beacons’). Deze specificaties hebben over de jaren en na talrijke technische verfijningen geleid tot het tegenwoordig nog steeds toegepaste ILS. ILS bestaat uit een localizerzender voor de horizontale geleiding en een GS-zender (glide slope) voor de verticale geleiding. De localizer-zender voorziet in een identificatiesignaal voor de ILS, een morsecode. De gebruikte tonen door de localizer zijn gewijzigd in 90 en
Verbinding februari 2010
19
150 Hz. De marker beacons worden nog wel eens vervangen door een DME.
Radar Net als in de maritieme wereld en op vele andere terreinen wordt radar in de luchtvaart op uitgebreide schaal toegepast. Toepassingsgebieden voor de civiele luchtvaart zijn grondradar voor vliegtuigbewegingen op het vliegveld en radar voor de luchtverkeersleiding (in de diverse vormen). In het civiele vliegtuig wordt ook gebruikgemaakt van een specifieke vorm van radar in de vorm van de radiohoogtemeter waarmee een nauwkeurige hoogtemeting mogelijk is. De al eerder genoemde radiopionier Marconi sprak in 1922 de Institute of Electrical Engineers en de Institute of Radio Engineers toe met het idee een apparaat te ontwikkelen waarmee een radiostralingsbundel in elke richting vanaf een schip zou kunnen worden uitgezonden. Wanneer deze radiostraling een metalen object (zoals een ander schip) zouden raken, zouden deze stralen worden teruggereflecteerd naar het zendende schip. Een ontvanger zou dan de aanwezigheid en de koers van het andere schip kunnen weergeven. Kortom: een treffende weergave van het in 1941 bedachte acroniem ‘radar’ dat staat voor ‘radio detection and ranging’. Dit radarprincipe werd in feite toegepast door de Amerikaanse onderzoekers Tuve en Breit die de hoogte van de ionosfeer konden
Hedendaagse radarinstallatie voor de luchtvaart.
ontwikkeling van een dodelijke radiostraling de ‘death rays’. Met een paar calculaties kon deze gedachte naar de prullenmand worden verwezen, er werd echter wel geopperd dat detectie van vliegtuigen met radiostraling wel
De eerste verschijningsvorm van een radiobaken was een Amerikaanse uitvinding: ‘radiorange’. bepalen door radiopulsen te zenden en te ontvangen. Dit onderzoek was het begin van een groot aantal onderzoeken aan de atmosfeer, waarbij dit soort radarachtige meetmethoden werden gebruikt. Dankzij de kennis die daarbij werd opgedaan, kwam in verschillende landen gelijktijdig de ontwikkeling van radar op gang.
Diverse landen In Engeland werden ontwikkelingsexperi menten gehouden met vliegtuigen. De ‘Air Ministry’ financierde in de jaren dertig een klein team wetenschappers die de radiodetectie van vliegtuigen onderzocht. Aanleiding voor dit onderzoek was de angst bij de Britten dat Duitsland bezig was met de
een mogelijkheid zou kunnen zijn. In mei 1935 verhuisde het team naar Orfordness in Suffolk. Op basis van de atmosfeeronderzoeken werd een meetopstelling opgericht bestaande uit een 25 m hoge mast met daarin de antennes voor een pulszender en ontvanger. In juni was men reeds in staat om een vliegtuig op 17 mijl afstand te detecteren. Twee maanden daarna kon men de hoogte van het vliegtuig meten door twee antennes te gebruiken die op verschillende hoogte in de mast waren gemonteerd. In januari 1936 werd het ook mogelijk de koershoek op basis van ‘direction finding’ technieken te meten. Hiervoor werden twee dipoolantennes gebruikt die loodrecht op elkaar werden gemonteerd.
Ook in Duitsland en vele andere landen werden radarsystemen ontwikkeld die uiteindelijk mede hebben geleid tot de hedendaagse radarinstallaties voor de luchtvaart. De manier waarop een radiogolf reflecteert op een object hangt af van de afmeting (en vorm) van het object en de lengte van de radiogolf. Als de golflengte veel korter is dan de afmeting van het object, zal de reflectie lijken op de reflectie van licht in een spiegel. Als de golflengte veel groter is dan de afmeting van het object, zal het object worden gepolariseerd (positieve en negatieve deeltjes worden gescheiden) als bij een dipoolantenne. De eerste radarinstallaties gebruikten lange radiogolven, die langer waren dan de objecten. Hierdoor waren de reflecties slecht en werden zwakke signalen ontvangen. Moderne radarsystemen gebruiken zeer hoge frequenties, waardoor de golflengten in de orde van een paar centimeters liggen. Hierdoor worden de reflecties sterker en scherper (grotere resolutie). De ontwikkeling van hogeresolutieradars is behoorlijk vertraagd door de problemen die wetenschappers en technici hadden met de opwekking van hoogvermogenradiogolven met een stabiele frequentie groter dan 500 MHz. De ontwikkeling van de ‘cavity magnetron’ bleek de oplossing van dit probleem, en daar zijn we allen thuis nog heel erg blij mee! Wil Haasdijk
Verbinding februari 2010
nieuws
20
Bartec gaat mobiel met Pegasus
Explosieveilige telefoon met online tracking Bartec, producent en leverancier van explosieveilige componenten en systemen, presenteert met Pegasus een nieuwe, mobiele telefoon voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen. Pegasus is speciaal ontwikkeld voor toepassing in zware industriële omgevingen, zoals de offshore, chemische, petrochemische en farmaceutische industrie. De firma Bartec heeft zonder voort te borduren op een reeds bestaande telefoon een mobiele telefoon ontwikkeld voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen. Het voordeel van deze aanpak is onder andere dat alle beschermingsmethoden voor de explosiebeveiliging in het
ontwikkelingstraject mee zijn genomen. Bartec heeft besloten de telefoon voor de wereldmarkt, inclusief de Amerikaanse markt, beschikbaar te maken. Daarom is de telefoon uitgevoerd met een quadband gsm-module (850/900/1800/1900 MHz).
Extreme omstandigheden De hoge beschermingsgraad IP65 van de Pegasus in combinatie met de hoge valbescherming en een breed temperatuurbereik van -20 – +60 °C, stelt de gebruiker in staat zelfs onder extreme omgevingscondities de telefoon te blijven
Verbinding februari 2010
gebruiken. Het toetsenbord is speciaal ontwikkeld om eenvoudig te kunnen bedienen, ook met handschoenen aan. Alle toetsen, evenals de alfanumerieke toetsen, hebben een voelbare feedback. Onder zeer slechte lichtcondities kan het full colour
21
class I II III div 2). Het is de optimale telefoon voor elke regio en elk applicatiegebied. Een belangrijk aspect hierbij is dat de Pegasus 7010ex en 7020ex een veelvoud aan nationale en internationale toelatingen in een apparaat combineren.
Met de geïntegreerde gps-ontvanger en de uitgebreide software is de Pegasus ook geschikt voor professionele online tracking en tracing. Oled-display met 128x160 pixels eenvoudig worden afgelezen. De oplaadbare lithiumpolymeeraccu met 3,7 V/2.650 mAh zorgt er vervolgens voor dat de unit geruime tijd kan worden gebruikt. De telefoon is verder voorzien van een geïntegreerde luidspreker, zodat de gebruiker – indien gewenst – gebruik kan maken van de hands free optie, om zodoende beide handen bij het werk te kunnen houden. Om geen enkel gesprek te missen heeft de Pegasus behalve de luide speaker ook een vibreerfunctie, zodat ook in zeer luidruchtige omgevingen een oproep zal worden opgemerkt. Als telefoneren even geen optie is, kan met de sms-functie een sms-bericht worden verzonden en/of ontvangen. Pegasus is beschikbaar in drie modellen; de Pegasus 7000 (industrieel model), 7010ex (Atex-zone 1,2, 21,22, IEC Ex; UL class I II III div 1, div 2) en 7020ex (Atex-zone 2, 22; UL
Man down Afgezien van het telefoonaspect is besloten bij Pegasus een persoonsbeveiliging in de telefoon aan te brengen. Het is dan ook een optie de Pegasus uit te voeren met een ‘man-downfunctie’. De geïntegreerde bewegingssensor reageert op het moment dat de telefoon niet meer beweegt. Na een vooraf te definiëren tijdsperiode wordt een lokaal alarmsignaal gegeven. Hierop moet de gebruiker dan weer binnen een gedefinieerde tijd te reageren. Reageert hij niet, dan wordt een alarmsignaal, bijvoorbeeld via sms, naar een centraal punt verzonden. Om tijdvertraging die door het verzenden van een sms-bericht kan ontstaan te voorkomen, bestaat de mogelijkheid het alarm onmiddellijk via een gprs of TCP-IP naar een server te verzenden. Optioneel is de mogelijkheid de Pegasus uit te voeren met gps en een schaalbare kaart.
De Pegasus 7020ex van Bartec.
De laatst getraceerde locatie van de telefoon kan grafisch worden weergegeven. De alarmmelding, inclusief gps-locatie, kan dan eventueel nog worden verzonden als sms of als gesproken bericht. Met de geïntegreerde gps-ontvanger en de uitgebreide software is de Pegasus geschikt voor professionele online tracking en tracing (binnen gebouwen is dit nu slechts beperkt mogelijk). Voor deze toepassing levert Bartec een dedicated server, waar klanten via een licentiecode toegang hebben tot hun individuele gebruiksgebied. Speciaal voor bedrijven kan Bartec de applicatie op hun eigen onafhankelijke server installeren. De trackingsoftware kan gps-gegevens synchroniseren, analyseren en opslaan. Datamanagement is dus zowel online als achteraf mogelijk. Via de ‘history’-functie kan een afgelegde route worden aangegeven en vervolgens worden opgeslagen. Vooral voor logistieke firma’s betekent dit een optimalisatie van zowel de kosten als de efficiëntie. Door Marco Bekker Marco Bekker is Business Development Manager bij Bartec.
De trackingsoftware kan gps-gegevens synchroniseren, analyseren en opslaan.
22
Verbinding februari 2010
radiocommunicatie
Portofoon bij zenden niet tussen duim en wijsvinger
Portofoonantenne altijd een compromis Velen van ons staan er misschien niet bij stil, maar de soort antenne die wordt gebruikt, maakt bij portofoons enorm veel uit voor het bereik. Overigens is een nog veel grotere factor in het bereik hoe een portofoon wordt gebruikt, dat wil zeggen hoe zo’n apparaat ongeveer wordt vastgehouden.
De SRH-805S van het merk Diamond, bijgenaamd ‘het dopje’. Speciaal handig voor radioverkeer tijdens beursbezoek, en in de nabijheid van relaisstations. Rekening houdend met de afmetingen zeker geen slechte antenne die werkt op 144 MHz, 430 MHz en 1.296 MHz.
1
Verbinding februari 2010
Radioamateurs experimenteren graag met antennes. De reden daarvan is dat er tegen relatief weinig extra kosten soms grote winst kan worden behaald. Een portofoon heeft doorgaans honderden euro’s gekost, maar een nieuwe portofoonantenne zal niet snel duurder zijn dan 100 euro. Ook voor de meeste professionele portofoons zijn verschillende typen antennes leverbaar, bij aanschaf, maar ook daarna. Kortere antennes zijn daarbij vooral handig, en de langere werken doorgaans effectiever. Een verschil met een antenne van de professionele gebruiker is dat een antenne voor radioamateurs het niet op alle afstanden even goed hoeft te doen: radioamateurs zijn vaak uitsluitend geïnteresseerd in de grootst mogelijke afstand. Op de korte golf hoeft een antenne die het op grote afstand goed doet, lokaal niet per definitie goed te presteren. Bij portofoons is dat echter veel minder aan de orde. Als het daar op een afstand goed werkt, dan functioneert het dichterbij doorgaans ook goed. Een portofoonantenne is in feite altijd een compromis. Wat het beste werkt is een full size dipool of nog iets groters en dan het liefst ook nog op een iets hogere plek dan waar een portofoon normaal wordt gebruikt. Op de VHF-frequenties is zo’n betrekkelijk ideale antenne gewoonlijk al snel 1 m lang of nog langer. Op UHF moet je zeker denken aan 30 tot 40 cm lengte. Dat is niet zo handig aan je broeksriem of in je binnenzak. In de praktijk worden antennes dus veel korter gemaakt, hoewel je heel af en toe ook wel full-sizeantennes ziet, op UHF als een zeer dunne, vaak zwarte spriet van 15 – 17 cm, en op VHF in de uitvoering van een telescoopantenne van ongeveer 50 cm lang. Dergelijke antennes werken gewoonlijk beter dan de kortere en dikkere rubberen antennes die je meestal ziet.
De tegencapaciteit Een portofoonantenne is iets wonderlijks. Wat veel mensen zich niet realiseren is dat de
2
23
3
De breedbandige originele met de portofoon meegeleverde antenne.
De SRH-536 voor zenden op 144 en 430 MHz.
kan bij een middengolf- en kortegolfantenne ook worden gevormd door het grondwater (om die reden staan dit soort antennes voor omroepzenders gewoonlijk ook in drassige polders), of beter nog door het water waarin een boot met de antennes zich bevindt. Zeezenders konden in het verleden niet alleen functioneren, omdat ze niet onder de wetgeving van een nabijgelegen land vielen, maar ook omdat ze door het zeewater als tegen capaciteit zo’n enorm zenderbereik hadden. De tegencapaciteit kan overigens ook in
VHF is dat echter al vlug 50 cm, en op nog lagere banden is dit op 50 MHz en op 27 MHz respectievelijk 1,5 m en 2,7 m.
Minder belangrijk Dat zo’n antenne zonder die tegencapaciteit toch werkt komt door twee redenen. Allereerst is bij ontvangst een tegencapaciteit veel minder belangrijk dan bij zenden. Vandaar dat zo’n apparaat als het bij ontvangst op tafel ligt, het ook gewoon redelijk tot accep tabel doet. Bij zenden werkt het doordat de
Ook voor de meeste professionele portofoons zijn verschillende typen antennes leverbaar, bij aanschaf, maar ook daarna. tegencapaciteit voor zo’n antenne grotendeels ontbreekt. Althans wanneer de porto los op tafel ligt. Een dergelijke tegencapaciteit bestaat bij voertuigantennes wel: het signaal kan zich afzetten tegen de grote metalen massa van het voertuig. Een tegencapaciteit
de antenne zelf ingebouwd zitten, zoals bij een dipool of een GP-antenne het geval is. Bij een UHF-portofoon zou de benodigde tegencapaciteit zonder spoelen en condensatoren minimaal 15 – 17 cm groot moeten zijn. Groter dus dan de portofoon zelf. Voor
gebruiker van de antenne ook een beetje meedoet. Via de capaciteit van de portofoon naar de hand toe, of gewoon via geleiding met de handpalm is de arm (en ook de rest) van degene die de portofoon gebruikt dus onderdeel van de antenne. Een mens bestaat
24
Verbinding februari 2010
De meegeleverde antenne functioneert bij zenden soms iets minder, omdat de tegenwoordige apparaten ook allerlei andere frequentiebanden kunnen ontvangen. immers grotendeels uit water en is zo zelf van binnen ook een geleider. Op UHF is die koppeling met de eigenaar van het apparaat het effectiefst. Daar is heel weinig capaciteit (pF) tussen hand en portofoon al voldoende. Ook op VHF zijn er geen problemen. Maar portofoons op 50 MHz en zeker op 27 MHz komen duidelijk tegencapaciteit tekort. Vooral op die laatste band zijn portofoonantennes niet erg effectief meer doordat de apparaten als tegencapaciteit alleen een heel hoge weerstand zien. Tenzij je er als tegencapaciteit dus een onpraktische (struikel)draad van minimaal de bovengenoemde lengten aan bevestigt. Overigens komen ook eigenaren die erg zuinig op hun aanschaf zijn, lelijk op de koffie: een kunststof- of leren tas verkleint de koppeling tussen mens en apparaat aanzienlijk en daardoor kun je ook verwachten dat een portofoonantenne op VHF en daaronder zo minder goed gaat werken. Het snoer van een externe microfoon kan afhankelijk van de frequentieband echter wel als een prima tegencapaciteit functioneren.
Een halve golf Bij een professioneel apparaat speelt het niet zo, maar bij een amateurapparaat
f unctioneert de meegeleverde antenne bij zenden soms iets minder omdat de tegenwoordige apparaten ook allerlei andere frequentiebanden kunnen ontvangen. Sommige apparaten ontvangen ononderbroken tussen 0,5 en 1.000 MHz, en een antenne die goed de middengolf- en kortegolfbanden ontvangt doet het op VHF en UHF misschien net een fractie minder. Dit klopt ook uit de praktijktests: hoewel de betreffende antennes bij ontvangst geschikt zijn voor meer frequentiebanden dan waarop ze voor zenden werken, deed een van de twee beste antennes voor 430 MHz het in tegenstelling tot de met de portofoon meegeleverde antenne voor ontvangst geheel niet in de FM-omroepband. De eerste vergeleken antenne is de SRH-536 van het merk Diamond (afbeelding 3). Het betreft hier een 36 cm lange zeer flexibele spriet. De onderste 2 cm bevatten de aanpassing en de SMA-type antenneconnector. De overige 34 cm, en dat is vrijwel precies een halve golf op 430 MHz, vormen de zendantenne. De maximale uitstraling bij zo’n antenne zit precies in het midden. Misschien dat het nog wat uitmaakt als hierdoor het hoofd (80 % water) van de gebruiker dat veld niet in de weg zit. Bij de meeste traditionele
Praktijkproefjes
4 De SRH-999 van Diamond. Geschikt voor zenden op 50 MHz, 144 MHz, 430 MHz en 1.296 MHz.
Onlangs hebben twee radioamateurs, onder wie de auteur van dit artikel, een aantal proefjes gedaan met verschillende antennes voor radioamateurs die zij in de loop der tijd hebben aangeschaft voor eigen gebruik. Deze proefjes waren geen wetenschappelijk gefundeerde tests, maar gewoon praktijkproefjes waarbij de radioamateurs tijdens enkele verbindingen van antennes wisselden, en zij keken naar de resultaten. Tijdens de tests werden twee frequentiebanden geprobeerd: de 430 MHz (70 cm), te vergelijken met de professionele UHF-band van 460 MHz, en de frequentieband van 50 MHz (6 m), die in het mobilofoonverkeer in dit deel van de wereld nogal ongebruikelijke is. In totaal zijn vijf typen antennes geprobeerd: drie alleen op 430 MHz, eentje op 50 MHz en eentje op zowel 430 als 50 MHz. De directe aanleiding voor deze tests was dat de twee radioamateurs eerder geen bereik hadden met de antenne die bij hun portofoon was meegeleverd. Vervolgens hadden zij met een ander antennetype op dezelfde plek naar hetzelfde relaisstation een uitstekend bereik. Overigens is bij amateurportofoons niet alleen de extra reikwijdte welkom. Als een antenne effectiever werkt, kan een lager zendvermogen worden gekozen en gaat de accu dus langer mee, iets wat bij lang niet alle professionele portofoons het geval is.
Verbinding februari 2010
antennes zit de stroombuik die de meeste veldsterkte geeft, in het deel net boven waar de aansluitconnector zich bevindt. Een prettig idee aan de SRH-536 is dat hij door zijn flexibelheid en lichte gewicht de antenneconnector op de portofoon nauwelijks belast. Bij veel portofoons zit de connector slechts op de printplaat bevestigd en alleen losjes in de portofoonbehuizing geklemd. Bij de summiere praktijktest is slechts naar één van de beschikbare frequentiebanden gekeken, en niet naar omgevingsinvloeden, bandbreedte, het effect van verschillende portofoonbehuizingen op de uitstraling en een aantal andere factoren. Toch is de SRH-536 een duidelijke verbetering ten opzichte van de uiteraard ook kleinere meegeleverde antenne. Was het signaal op de ene antenne verdwenen, dan was het op de andere antenne nog goed verstaanbaar.
25
Gebruik portofoons Het effect van een betere antenne is doorgaans groter dan dat van een groter zendvermogen. Bovendien werkt een betere antenne voor zenden en voor ontvangen. Zoals reeds aangestipt is uit de manier waarop een portofoon wordt gehanteerd vaak nog meer winst te behalen dan uit het type antenne. Er is een aantal do’s en don’ts bij het gebruik van portofoons.
Do’s
Dont’s
• Hoogte is bijna alles. • Vrij zicht is bijna letterlijk alles. • Gebruik een portofoon buitenshuis. Vooral in voertuigen zijn de raamopeningen te klein om het signaal effectief genoeg door te laten. De meeste treinramen zijn overigens voor VHF te klein en voor UHF groot genoeg om het signaal doorheen te laten. • Houd de portofoon zo hoog mogelijk. Indien gebruikt met een losse microfoon, kan de portofoon zelf met de gestrekte arm zo hoog mogelijk worden gehouden waarbij in de microfoon wordt gesproken. Dit maakt heel veel uit. • Houd een portofoon zoveel mogelijk stevig in de handpalm vast, dus bij een klein type portofoon bij voorkeur ook niet tussen duim en wijsvinger.
• Pak bij zenden nooit de antenne vast, dat werkt desastreus voor het bereik. Oudere typen portofoons kunnen hierdoor zelfs defect raken. Het deel van de antenne met de meest bruikbare veldsterkte (bij de meeste antennes het dichtst bij de portofoon) is overigens juist het minst gevoelig voor aanraking. • Houd niets zelfs maar in de nabijheid van het uiteinde van de antenne. • Houd de antenne (vooral dus het uiteinde) bij spreken niet dicht tegen het lichaam aan. Vooral met een losse microfoon is het aantrekkelijk het apparaat vanaf de broeksriem of vanuit de binnenzak te gebruiken. Doe dat niet!
De tweede geteste antenne is een type SRH-999 van hetzelfde merk (afbeelding 4). Bij deze antenne vervalt elke voorzichtigheid met betrekking tot de antenneconnector op de portofoon. Deze antenne van 51,5 cm lang is nauwelijks flexibel op het stukje helemaal bovenaan na. Behalve een grote verdikking met een aanpasnetwerk in de voet heeft
Bij tests bleek dat het verschil tussen deze antenne en de SRH-536 nog groter was dan dat tussen de laatstgenoemde en de originele portofoonantenne. In feite een vrij spectaculaire verbetering dus. Dat kan afhankelijk van het terrein een vergroting van het portofoon bereik betekenen met enkele tientallen procenten. Met deze laatste antenne werd
Een kunststof- of leren tas verkleint de koppeling tussen mens en apparaat aanzienlijk.
5 Driebandenportofoon met meegeleverde antenne voor 50 MHz. De spoel bovenaan kan worden losgeschroefd en vervangen door een korte punt. De antenne is dan geschikt voor 144 en 430 MHz.
deze onderweg nog twee verdikkingen voor verdere aanpassingen. De voet sluit echter wel uitstekend aan op de portofoonbehuizing wat daar alsnog een goede stabiliteit geeft. Het is echter niet aan te raden deze antenne op de fiets of bij al te harde wind op de meeste portofoontypen te gebruiken. De reden voor de vele verdikkingen is overigens dat deze antenne in tegenstelling tot de SRH-536 (alleen zenden op 144 en 430 MHz) geschikt is voor zenden op 50 MHz, 144 MHz, 430 MHz en 1.296 MHz.
nog een soortgelijke test gedaan met een portofoon op 50 MHz ten opzichte van de met de portofoon meegeleverde 50 MHz-antenne. Daarbij was het resultaat geheel vergelijkbaar met dat op 430 MHz. Iets om in gedachten te houden. Wanneer je tenminste de praktische bezwaren voor lief wilt nemen. Door John Piek
Verbinding februari 2010
trend
26
Applicaties voor Tetra
Java opmaat naar Teds? Onlangs organiseerde de Tetra Association in Londen een dag die geheel in het teken stond van ‘applicaties voor Tetra’. Maar liefst vijftien bedrijven lieten tijdens presentaties zien welke toegevoegde waarde zij Tetragebruikers kunnen bieden. De term Java viel daarbij opmerkelijk vaak.
Verbinding februari 2010
27
“Voor eenvoudige applicaties is het niet nodig een extra apparaat mee te zeulen.” formulier dat wordt getoond op het scherm van de portofoon, zodat een dienstdoende agent tijdens een aanhouding alvast enkele persoonsgegevens kan invullen. Dit bespaart uiteindelijk weer papierwerk op het bureau.
Eenvoudige en rijke applicaties
Paul Leighton, international product marketingmanager van Sepura, schetste tijdens zijn presentatie op de Tetra Association-dag in Londen wat er op dit moment allemaal al mogelijk is op het gebied van datadiensten voor Tetra. De basis wordt gevormd door SDM (short data messaging), zoals eenvoudige tekstberichten met SDS, status- en groepsberichten. Deze diensten zijn altijd wel beschikbaar. Kijken we naar de data-applicaties die vandaag de dag worden ondersteund, dan zien we onder andere SDA (short data applications), ‘status triggered’-applicaties en ondersteuning van externe applicaties via Wap, Bluetooth of een fysieke verbinding. Een voorbeeld van een SDA is een beknopt
“Je kunt een heleboel doen op een Tetraradio. De bandbreedte van Tetra is daarbij niet direct een beperking”, vulde vicepresident Nick Koiza van Portalify aan. “Voor eenvoudige applicaties is het niet nodig een extra apparaat mee te zeulen.” Het is volgens Koiza dan wel noodzakelijk applicaties eenvoudig en intuïtief te houden met een minimale invoer van data. Het Finse Portalify is gespecialiseerd in mobiele informatievoorziening voor vooral de publieke veiligheid. Het bedrijf biedt een DMS (data messaging server) om zaken als rapporten, databaseverzoeken en AVL/APL vanuit de meldkamer af te leveren op Tetra-radio’s en gsm-handsets. De mobiele apparaten worden daarvoor voorzien van een Portalify secure client. Eads ziet de Teds (Tetra Enhanced Data Service) nog altijd als de oplossing van de toekomst om rijke applicaties op Tetra-radio’s aan te bieden. “In de aanloop naar Teds is het echter zaak dat we een ‘informatiecentrische manier van werken’ gaan omarmen”, stelde Tuomas Korpilahti, solution marketingmanager bij Eads. Java en krachtige applicaties spelen daarbij een belangrijke rol. “Java-applicaties op Tetra-terminals maken basisgegevens beschikbaar voor iedereen.”
Volgens Korpilahti kan dan worden gedacht aan foto’s versturen naar mensen in het veld of databases mobiel bevragen.
Specifieke aplicaties Sami Honkaniemi van de Finse Mentura Group liet tijdens zijn presentatie zien hoe Java-applicaties op de radio kunnen worden beheerd. Volgens Honkaniemi is het met de Java 2 Micro edition betrekkelijk eenvoudig voor elke gebruikersorganisatie specifieke applicaties te maken die de productiviteit van de radiogebruiker verbeteren. Daarbij is het mogelijk voor applicaties die draaien op gsmhandsets of pda’s dezelfde data en clientcode te hergebruiken. “Ontwerp niet voor Tetra, maar voor de gebruiker”, was het advies van de spreker. Voordat Java-applicaties succesvol kunnen draaien op de portofoon, moeten volgens Honkaniemi eerst nog wel enkele obstakels worden weggenomen. De applicaties moeten bijvoorbeeld nog wel worden geïnstalleerd op het mobiele apparaat. Installatie via een kabel vereist dat de portofoons worden teruggeroepen, terwijl installatie ‘over the air’ het risico met zich meebrengt dat het netwerk dichtslibt. Voor de distributie van applicaties over the air heeft Mentura het Tetra Download centre ontwikkeld. De beheerder kan hier applicaties aan toevoegen en aangeven wie toegang heeft tot de applicaties. Ook kan de beheerder in de gaten houden hoe vaak een applicatie wordt gedownload en gebruikt. Via het Download centre kan tevens ondersteuning worden
28
Verbinding februari 2010
geboden aan de gebruikers. De gebruikers ontvangen bookmarks naar applicaties die ze vervolgens kunnen downloaden en installeren. Ook is dat mogelijk door de beschikbare applicaties te browsen. Voor het dynamisch updaten van applicaties over the air heeft Mentura de Dynamic client ontwikkeld. Een heikel punt blijft dan nog de ondersteuning van de gebruikers. “Hoe weet je welke radio welke applicatie heeft geïnstalleerd”, vroeg Honkaniemi zich af. Uiteraard heeft Mentura een antwoord op deze vraag in de vorm van beheerproducten, zoals TNIB terminalmanagement en de Mentura Java-server. MJS is een combinatie van het Tetra Download centre, de Dynamic client en een SDS-servicegateway. Een voorbeeld van een Java-applicatie die Mentura zelf heeft ontwikkeld, is de Rocsclient waarmee een portofoon eenvoudig kan worden aangesloten op de Role oriented
“Ontwerp niet voor Tetra, maar voor de gebruiker.” commmunications server van het Finse bedrijf. Met Rocs wordt niet een gesprek met een bepaalde terminal opgezet, maar met de persoon die een bepaalde rol vervult. De juiste persoon wordt bereikt via een ‘Role number’. Rocs wordt onder andere gebruikt op de luchthaven van Düsseldorf.
Multi-toestellen Honkaniemi merkte tijdens zijn presentatie ook nog op dat er nu vooral grote behoefte
ontstaat aan ‘data input devices’, oftewel terminals die zijn uitgerust met bijvoorbeeld een smartcardreader, vingerafdruklezer, barcodescannner en rfid. Korpilahti liet tijdens zijn presentatie aan de hand van de ‘PD400’ zien hoe dergelijke multi-apparaten de productiviteit van surveillerende agenten kunnen verhogen. De PD400 in het voorbeeld van Korpilahti is een randapparaat dat via Tetra, een seriële kabel of de PEI (peripheral
equipment interface) aan de portofoon wordt verbonden of via Teds of Wifi aan de Teds-radio van Eads. Het randapparaatje beschikt over een geïntegreerde kaartlezer, een lezer voor elektronische paspoorten, nummerplaatherkenning, een rfid-lezer en een lezer voor vingerafdrukken. Door de combinatie van deze functies is het bijvoorbeeld mogelijk persoonsgegevens op te halen door de elektronische identiteitskaart van een aangehouden persoon in de lezer te schuiven. Vervolgens kan de identiteit worden geverifieerd aan de hand van de vingerafdruk, waarna kan worden opgezocht of iemand voorkomt in een lokale of remote database. Het resultaat is wat Eads noemt een ‘full circle of security’. Door Ferry Waterkamp
a d v e r t e n t i e
Alles wordt duurder… maar onze batterijen worden goedkoper! E Battery Europe verlaagt dit jaar de prijzen. Dit kunnen we doen door grotere inkoopvolumes en dat voordeel geven we graag aan onze klanten door! E Battery Europe is in meerdere landen actief en levert ook aan grote internationale organisaties. Deze vertrouwen op de kwaliteit van onze producten, wij kunnen scherper inkopen en behalen hierdoor schaalvoordeel. Dus daarom kunnen wij onze prijzen verlagen. MTP 700 MTH 800 MTP 850 THR 880 Sepura
(1880 mAh-Li-Ion) (1880 mAh-Li-Ion) (1880 mAh-Li-Ion) (1880 mAh-Li-Ion) (1880 mAh-Li-Ion)
van van van van van
€ 79,€ 24,95 € 44,95 € 36,50 € 44,95
nu € 76,- (inclusief clip) nu € 22,50 nu € 37,50 nu € 29,95 nu € 37,50
(met max. volumekorting € 62,32)* (met max. volumekorting € 18,45)* (met max. volumekorting € 30,75)* (met max. volumekorting € 25,56)* (met max. volumekorting € 30,75)*
Volumekorting is 5, 10, 15 of zelfs 18% per jaar als u per type meer dan respectievelijk 50, 100, 150 of 250 stuks inkoopt.
Centrale inkoop? E Battery Europe blijft hoe dan ook voordeliger! LARA contractant? Het staat u vrij om bij ons in te kopen.
Meld u aan als klant op www.e-battery.eu en ontvang een leuk We lkomstgeschenk.
E Battery Europe BV – Varenkade 7, NL-2661 PB Bergschenhoek – The Netherlands Tel + 31-(0)615-028249 Fax + 31 (0)10-2263371 –
[email protected] – www.e-battery.eu verbinding-ebattery 100127.indd 1
28-01-2010 09:07:00
productnieuws
Verbinding februari 2010
29
Axis onthult thermische netwerkcamera’s
Cameraspecialist Axis brengt twee thermische netwerkcamera’s op de markt: de Axis Q1910 voor gebruik binnen en de Axis Q1910-E voor buitentoepassingen. “Beide thermische netwerkcamera’s zijn geschikt om bestaande camera’s aan te vullen voor de beveiliging van gebouwen en terreinen”, zegt Edwin Beerentemfel, salesmanager bij Axis Communications in Nederland. “Ze zijn ook inzetbaar bij de bewaking van snel- en spoorwegen, inclusief bruggen, tunnels en perrons.” Thermische camera’s creëren beelden op basis van de warmte die een object, voertuig of persoon altijd uitstraalt. Hierdoor kunnen thermische camera’s in het donker beelden leveren, waarmee verdachte activiteiten
zijn waar te nemen. Ook kunnen thermische camera’s onder slechte weersomstandigheden meer zien dan traditionele camera’s. Ze kunnen bijvoorbeeld door nevel, stof en rook kijken. De Q1910 en Q1910-E beschikken over een 160x128 resolutie, 8.33 fps en een 17˚ beeldhoek. Bovendien ondersteunen ze H.264 en Motion jpeg, audio, lokale opslag van beelden en PoE (power over ethernet). Intelligentie video is een belangrijk onderdeel van de thermische camera. De Axis Q1910/-E beschikken bijvoorbeeld over een sabotagealarm, bewegingsdetectie en ondersteuning voor het Axis Camera Application Platform. Meer informatie: www.axis.com
Navteq maakt navigatie driedimensionaal Navigatiespecialist Navteq introduceerde begin dit jaar tijdens de Consumer Electronics Show 2010 in Las Vegas zijn enhanced 3D City models. Dit product maakt realtime, navigeerbare 3D-animaties mogelijk. Texturen en cameraperspectieven zijn door de klant aan te passen. Het driedimensionaal weergeven van objecten op de route moet het gidswerk en de oriëntatie verbeteren, zo redeneert Navteq. Door enkel de meest relevante, visuele details en de goede hoeveelheid textuur te bieden op het juiste moment, wordt voorkomen dat gebruikers worden afgeleid door een overvloed aan informatie. Enhanced 3D City models is nu al beschikbaar in de Verenigde Staten. Europa, Azië en Zuid-Amerika volgen later dit jaar. Meer informatie: www.navteq.com
30
Verbinding februari 2010
Sonim presenteert nieuwe XP3 Sonim Technologies introduceerde tijdens de Consumer Electronics Show 2010 in Las Vegas de XP3.2 Quest Pro, een robuuste mobiele telefoon met IP67-certificering. XP3.2 Quest Pro heeft een gesprekstijd tot 18 uur en 1.500 uur standbytijd, is onderdompelbaar in water en werkzaam bij temperaturen van -20 en 55 °C. Daarnaast is de telefoon bestand tegen grote hoeveelheden stof en voorzien van een ingebouwde assisted gps. De telefoon heeft een drukbestendig en krasvast Gorilla-displayglas en is voorzien van extra grote toetsen, zodat deze ook kunnen worden bediend met werkhandschoenen aan. Daarnaast is de XP3.2 Quest Pro voorzien van push-to-talk, waarmee het apparaat kan worden gebruikt als walkietalkie. Meer informatie: www.sonimtech.com
RealVNC beheert mobiele apparatuur op afstand RealVNC grijpt het Mobile World Congress, dat half februari plaatsheeft in Barcelona, aan voor de introductie van zijn ‘Mobile solution’. Hiermee is het mogelijk een onbeperkt aantal mobiele apparaten of applicaties waar ook ter wereld op afstand te beheren. De oplossing bestaat uit een kleine serverapplicatie en een speciale VNC-viewer waarmee vanaf een desktop toegang kan worden verkregen tot het mobiele apparaat. Het product wordt geleverd in de vorm van een SDK (software developer kit) die door partners kan worden gebruikt om de VNC-techniek te integreren in hun eigen producten. Meerdere OEM-partners zullen op de stand van RealVNC tonen hoe zij de mobiele beheeroplossing hebben geïntegreerd. Voorbeelden daarvan zijn oplossingen voor het geautomatiseerd en op afstand testen van mobiele handsets, terminals en pda’s en een beheerdienst waarmee een helpdeskmedewerker toegang krijg tot het mobiele apparaat. De platformen die de RealVNC Mobile Solution ondersteunt zijn Windows Mobile, Symbian en Blackberry. Ook zijn er testversies voor de iPhone, Android-toestellen en Linux Mobile. Aan ondersteuning van Maemo en Palm Pre wordt nog gewerkt. Meer informatie: www.realvnc.com
HPS komt met 2.2 Core2Duo nautische Box-pc van Lauer
HPS Industrial, leverancier van industriële computers en rackmountservers, introduceert een nieuwe nautische Box-pc van Lauer. Het apparaat beschikt over een 2.2 GHz Core2Duoprocessor van Intel en kan worden geleverd met zowel 24 VDC- als 230 VAC-voeding. De
computer heeft een lange gebruiksduur en het is mogelijk onderdelen te vervangen zonder dat dit gevolgen heeft voor het ontwerp. De Core2Duo-serie is goedgekeurd door nautische instanties, zoals DNV en Lloyd’s Register. Het systeem is leverbaar in hard-
disk- en flashcardvariant en beschikt over een IP20-cover. Daarnaast beschikt de serie over een 2.5” Automotive 40 GB harde schijf en vier usb 2.0-poorten Meer informatie: www.hpsindustrial.nl
Verbinding februari 2010
Rohde & Schwarz test lte-devices Rohde & Schwarz heeft zijn CMW500-tester uitgebreid met de optie voor het testen van het umts lte-protocol. Het apparaat kan een lte-toegangsnetwerk nabootsen dat van dienst kan zijn bij de ontwikkeling van lteapparatuur. De CMW500 is uitgerust met verschillende interfaces naar lte-apparatuur en kan worden ingezet gedurende de gehele ontwikkeling van een lte-device, vanaf de test van de initiële softwaremodule tot aan het testen van de performance van de protocolstack. Meer informatie: www.rohde-schwarz.com
Seal Shield introduceert afwasbare gsm Seal Shield kondigt de nieuwe Seal Cell waterproof cell phone aan, een mobiele telefoon die afwasbaar is. De telefoon kan eenvoudig worden gereinigd onder de kraan of in een vaatwasser, waardoor de verspreiding van bacteriën, virussen en ziektekiemen wordt tegen gegaan. Uit een onderzoek van MRSA-deskundige dr. Charles Gerba van de Universiteit van Arizona blijkt dat mobiele telefoons de hoogste concentratie bacteriën met zich meebrengen. Gemiddeld bevat een telefoon 25.000 ziektekiemen per vierkante inch, wat neerkomt op 500 keer zoveel bacteriën als het gemiddelde toilet. Meer informatie: www.sealshield.com
31
32
Verbinding februari 2010
Distributeur voor de Benelux van ICOM radiocommunicatie Gannexion bv
AMCOM Luzernestraat 24 Postbus 215 2150 AE Nieuw Vennep
T F E I
+31 (0) 252-629370 +31 (0) 252-629371
[email protected] www.amcom.nl
T F E I
Transistorstraat 71A Postbus 60187 1320 AE Almere
(036) 5498814 (036) 5498815
[email protected] www.gannexion.com
Aggregaten & Noodstroom voorzieningen Parkweg 9, 4153 XK Beesd T 0345 684000 - F 0345 680907 info @ voetverhuur.nl - www.voetverhuur.nl
Importeur van o.a.
IN-CAR LAAD EN MONTAGE OPLOSSINGEN WWW.GLOBAL.NL
Safety-Lux Nederland BV Nijverheidswerf 37 1402 BV Bussum
T F E I
(035) 6914476 (035) 6915474
[email protected] www.safety-lux.nl
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
GPS, C2000 EN GSM ANTENNE OPLOSSINGEN WWW.GLOBAL.NL
Selecsys
T (0529) 488888 Mobiele Communicatie Nederland B.V. F (0529) 488889 Rollecate 65-11 E
[email protected] I www.selecsys.nl 7711 GG Nieuwleusen
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
www.ceotronics.com
CeoTronics AG Communication Headset & Systems Tel. +49 60 74 87 51-0 Mobile +31 6 53 56 92 41 E-Mail
[email protected]
DTM-Products BV Postbus 2148 6020 AC Budel
T F E I
(0495) 492335 (0495) 493710
[email protected] www.dtm.nl
Hutronic Telecommunicatie bv T Johan van Oldenbarneveltlaan 44 F E 3705 HH Zeist I
MULTIMEDIA EN COMMUNICATIE OPLOSSINGEN WWW.GLOBAL.NL
VER
(030) 6999100 (030) 2213330
[email protected] www.hutronic.nl
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
Raca Batteries Nederland B.V. Satellietbaan 10A 2181 MH HILLEGOM Postbus 75 2180 AB HILLEGOM
HUUR
-VERKOOP-ONDERHOUD ING (Ex)PORTOFOONS & TRUNK
www.flash-services.com
Tel: +31 (0)252-227070 Fax: +31 (0)252-533922 Internet: www.racabatteries.nl
Voorhout Data Connection Productieweg 7 3481 MH Harmelen
T F E I
(0348) 443557 (0348) 444951
[email protected] www.vdcinfo.nl
Wilt u uw bedrijfsgegevens plaatsen in Verbinding én uw logo op de homepage van verbinding.nl? Voor tarieven en reserveringen kunt u contact opnemen met: Kyra Veenhuijsen Tel: 023-5714745
[email protected]
ADVERTEERDERS INDEX Abiom CeoTronics E Battery Europe Flash Services Nederland Rohde & Schwarz
6 15 28 2 36
Accessoires
Meetapparatuur
Producent
Advisering
Meldkamer apparatuur
Provider
Amateurapparatuur
Meldkamer inrichting
Randapparatuur
Antennes
Netwerkaanleg
Software
Batterijen
Netwerken
System integrator
Beveiliging
Operator
Telecomdealers
Groothandel
P(A)RM
Verhuur
GSM
Paging
Verlichting
Importeur
Plaatsbepaling
Verbinding februari 2010
33
Netgear biedt internettoegang op afgelegen locaties Netwerkfabrikant Netgear presenteerde tijdens de Consumer Electronics Show 2010 in Las Vegas twee nieuwe draadloze 802.11n-routers. Opmerkelijk is dat deze optioneel kunnen worden uitgerust met een extern 3G/4G/Wimax-modem. Voordeel hiervan is dat deze routers ook verbinding met internet kunnen maken op plekken waar geen dsl voorhanden is, of wanneer dit is uitgevallen. Volgens Netgear zijn deze apparaatjes dan ook ideaal voor mobiele professionals of hulpdiensten of voor gebruik op afgelegen locaties. De Netgear 3G/4G mobile broadband wireless-N router (MBRN3000), het uitgebreidste model, kan met de optionele 3G/4G/Wimax-modem ook fungeren als vast of mobiel draadloos toegangspunt – of
hotspot – en zo internettoegang bieden aan andere apparaten met mobiele toegang, zoals pc’s, netbooks of iPhones. Het andere model is de Netgear wireless-N 300 router met dsl-modem – mobile broadband edition (DGN2200M). Deze router beschikt naast een ingebouwd dsl-modem eveneens over een tweede Wan-optie. Ook hier kan een 3G/4G/Wimax-modem worden aangehangen, die dienst kan doen als failoververbinding ingeval de reguliere dsl-lijn uitvalt. Het opzetten van een hotspot is met deze router overigens niet mogelijk. Beide Netgear-routers komen in het voorjaar op de markt, prijzen worden tegen die tijd bekend gemaakt. Meer informatie: www.netgear.com
Willtek maakt 3G-testsysteem ‘zelfstandig’ Willtek Communications heeft een nieuwe 2261-testoptie beschikbaar gesteld voor zijn 2201 ProLock 3G-testsysteem. Door deze uitbreiding is het voor de werking van het systeem niet meer nodig om een externe pc aan te sluiten. Voorheen was het voor de uitvoering van de testscripts noodzakelijk een pc in te zetten met daarop de Windows-gebaseerde Lectorsoftware. Met de uitbreiding die Willtek nu aankondigt blijven de scripts op het testinstrument staan, waardoor een externe pc overbodig wordt. “Met de nieuwe autotestoptie hebben gebruikers de keuze tussen de Windows-gebaseerde Lector-software en een ruimtebesparend, zelfstandig testsys-teem”, zegt Matthias Schuster, productmanager bij Willtek. Meer informatie: www.willtek.com
34
Verbinding | februari 2010
Colofon Verbinding is een vakblad over mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector.
column
Jaargang 31, februari 2010, nr 2
Cognitieve radio Het ministerie van Economische Zaken heeft eind januari een speciale sessie van het Nationaal Frequentie Overleg georganiseerd over cognitieve radio. Hoor ik u zeggen: “Wat voor radio?” Nou, cognitieve radio. Dit is een relatief nieuwe technologie die op een intelligente manier in het radiospectrum zoekt naar frequenties zodat die kunnen worden benut. Deze zogenoemde witte vlekken in het spectrum blijven nu namelijk nog onbenut en kunnen met cognitieve radio wel worden gebruikt. De techniek is vooral handig voor operators en andere (private) netwerkbeheerders die bij de inzet van hun netwerken te maken hebben met schaarste in het spectrum. Met cognitieve radio is flexibeler en doelmatiger frequentiegebruik mogelijk. Want iedereen met een beetje mobiele en draadloze netwerkkennis weet dat er veel meer schaarste is in ‘de lucht’ dan menigeen denkt. Vanuit het perspectief van frequentiebeheer biedt cognitieve radio ook kansen. De frequenties en het spectrum voor draadloze en mobiele communicatie worden beheerd door het ministerie en dus is cognitieve radio voor EZ een uitgelezen mogelijkheid om de flexibilisering van het spectrumbeleid die enige jaren geleden in gang is gezet, verder vorm te geven. Daarnaast zijn de hulpdiensten gebaat bij cognitieve radio, zo veel is uiteraard duidelijk. Ook dr. Qiwei Zhang van het Centrum voor Telematica en Informatietechnologie aan de Universiteit Twente is die mening toegedaan en hij concludeerde dit al in het voorjaar van 2009 in zijn promotieonderzoek. Zhang redeneert terecht dat hulpdiensten vooral in situaties moeten opereren waarin sprake is van piekbelastingen op netwerken. In dergelijke situaties is het dus bij uitstek handig om de witte vlekken in de eigen frequenties en die van anderen te vinden en deze snel te kunnen ‘lenen’, zoals hij het noemt. Zhang heeft zelfs een processor ontwikkeld met de aandoenlijke naam Montium die verwijst naar een kameleon. Zoals ik het begrijp, heeft Montium speciale algoritmen om het zendsignaal aan te passen aan de lokale omstandigheden en om ongewenste interferentie met andere gebruikers te voorkomen. Interessant, lijkt me. We zullen eens kijken of we dr. Zhang in een komende editie van Verbinding eens kunnen laten uitleggen hoe hij de techniek ziet. Cognitieve radio is dus best complexe technologie en de grootschalige invoering zou wel eens een tijd op zich kunnen laten wachten. Niet de complexiteit van de techniek zullen hierin remmend zijn, zoals sommige andere sectoren van de ict soms worden geremd door de traagheid van de ontwikkeling van techniek. Nee, mijn gevoel is dat ook, of misschien wel vooral, regelgeving een remmende rol zal gaan spelen in de discussie over cognitieve radio. Cognitieve radio vraagt een totaal andere benadering van netwerkbeheer en bovendien moet voor effectief gebruik ervan ook veel aan de regelgeving veranderen. Reden voor EZ om hierin de kar te trekken en de meningen uit de markt te willen peilen in het NFO. Helaas werden de discussies tijdens het NFO gedomineerd door onduidelijkheid over definities en zijn ook allerlei andere technologieën de revue gepasseerd. Zo is gesproken over hybride radio’s, software defined radio, frequency hopping, shared spectrum en ga zo maar door. Dat is jammer want als de industrie en de overlegorganen onduidelijk zijn, wordt het voor de gebruikersorganisaties al helemaal onoverzichtelijk. Ren Frederick Uitgever Verbinding
Verbinding verschijnt tienmaal per jaar. Toezending geschiedt op abonnementsbasis en middels controlled circulation. Uitgever René Frederick Hoofdredactie Ferry Waterkamp Eindredacteur M. Rubel Redactie Postadres Postbus 82, 2460 AB Ter Aar Telefoon: 0172-782120 Administratie:
[email protected] Abonnementen:
[email protected] Redactie:
[email protected] Website: www.verbinding.nl Advertentie-exploitatie Bureau van Vliet B.V. Postbus 20, 2040 AA Zandvoort Telefoon: 023-5714745
[email protected] In dit nummer bijdragen van Marco Bekker, René Frederick, Wil Haasdijk, Wouter Hoeffnagel, Rob Jastrzebski, John Piek, Michel Versteeg, Ferry Waterkamp Ontwerp en opmaak ONTWERPERS DIE MEEDENKEN.NL Druk 3L Drukkerij BV, Rotterdam Een jaarabonnement op VERBINDING kost € 54,95 inclusief 6% BTW, over te maken op bankrekening 1062.74.619 t.n.v. FenceWorks B.V. in Alphen aan den Rijn, onder vermelding van ‘jaarabonnement Verbinding’. Een jaarabonnement loopt gelijk met het kalenderjaar. Een jaarabonnement wordt aangegaan tot schriftelijke wederopzegging en automatisch gecontinueerd indien niet voor één november van het lopende jaar schriftelijk is opgezegd. Kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. Geplaatste artikelen hoeven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie te vertegenwoordigen. De redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. Fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘Overgenomen uit Verbinding, vakblad voor professionele telecommunicatie’. Met de vermelding van het jaar en het nummer. ISSN-nummer 1386-4300 VERBINDING is een uitgave van FenceWorks BV.
Abonneer nu op
en mis geen nummer van hét vakblad voor mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector en het bedrijfsleven
Verbinding voor slechts E 54,95 per jaar?
Wilt u een abonnement op
(incl. 6% BTW)
Mail uw persoonsgegevens naar
[email protected]
Uw mobiele netwerk al onder controle? De ROMES Drive Test software en TSMx Serie Network Scanner geven u een compleet beeld van de kwaliteit van uw mobiele netwerk J J J J J J
GSM/EDGE, WCDMA/HSPA, WLAN, WiMAX, DAB, DVB-T/H, TETRA Gelijktijdig meten met max. 16 testmobielen TSMx Serie scanners voor veldsterkte metingen tot 6 GHz Handover/Neighborhood/Interference analyzer Data Quality/PESQ Speech Quality/Network Problem Analyzer Nu ook ROMES2GO Walk Test System
De FSH4/8 Handheld Signal Analyzer is hét instrument voor metingen aan uw antenne-installaties en van de veldsterkte rond uw basisstations J J J J J
3,6 of 8 GHz frequentiebereik TDMA en WCDMA Tx metingen VSWR en Distance to Fault metingen Vector Network Analyzer LAN en USB interface met krachtige FSH-View software
Bel of mail ons voor meer informatie: Tel: 030-6001721 E-mail:
[email protected] Web: www.rohde-schwarz.com Kijk voor prijsgunstige test en meetapparatuur van ROHDE & SCHWARZ, HAMEG, e.a. ook op