Werk graad 2
Rechtvaardige Rechters in actie Lesvoorbereiding Print de personagestickers op etiketten of maak er kaartjes van (zie richtlijnen bij Verwondering). Print en knip de identiteitskaarten uit, in overeenstemming met de personagestickers. Voor elke personagesticker, moet er een bijpassende identiteitskaart zijn. Voorzie een wereldkaart. Voorzie een leuke, opzichtige envelop en steek de identiteitskaarten er in. Print de spelopdracht zoveel keer als er groepen zijn en eentje extra die je in een tweede envelop steekt en op je lessenaar legt om voor te lezen. Print de missie van de Rechtvaardige Rechters (evenveel als er groepen zijn) en steek ze elk in een envelop. Voorzie een hoed. Opmerking: Er zijn dus meerdere enveloppen: grote, opzichtige envelop met de identiteitskaarten een gewone envelop die je op je lessenaar legt met de Spelopdracht in zoveel enveloppen als er groepen zijn met telkens de missie van de Rechtvaardige Rechters in
Verwondering Stickers plakken in het geheim Plak bij aanvang van de les de personagestickers op de boekentassen. Elke leerling krijgt zo een personage toebedeeld. Doe dit bij voorkeur als de leerlingen het niet zien, bijvoorbeeld tijdens de speeltijd. Richtlijnen bij het uitdelen van de stickers: De personagestickers zijn gegroepeerd per land.(zie identiteitskaarten) Elk land bevat ideaal gezien 5 personages. Eenzelfde land mag meerdere keren voorkomen, naargelang het leerlingenaantal in de klas. Als je een land twee keer laat terugkomen, zet dan een herkenbaar teken op de stickers, zodat de twee groepjes elk dezelfde personages hebben. Als je een groepje met 4 moet maken, laat je een rechtvaardige rechter weg.
Als je een groepje met 3 moet maken, laat je een rechtvaardige rechter en een personage zonder of met een klein loon weg. Stickers ontdekt Leg op 1 lessenaar een opzichtige envelop met de identiteitskaarten van alle leerlingen. Laat de leerlingen op hun gemak de stickers en de envelop ontdekken en onder elkaar uitwisselen wat er op hun sticker staat en in de envelop zit. Laat hen zoveel mogelijk zelfstandig uitvissen. De ware toedracht onthuld Organiseer de leerlingen in een kring voor een klasgesprek. Leg de identiteitskaarten op de grond in het midden van de kring. De leerlingen stellen hun eigen personage (sticker) voor. De Rechtvaardige Rechters hebben uiteraard nog niet veel te vertellen. Hun functie wordt later duidelijk. Ze leggen het verband met de identiteitskaarten en krijgen telkens hun identiteitskaart. Als een leerling een identiteitskaart krijgt, zoeken ze het land van oorsprong op de wereldkaart. Als iedereen zijn identiteitskaart heeft gekregen, overloop je de landen: België, Ecuador, Zuid-Afrika en China. Hang de kaart aan de muur of op het bord. Vertel nu dat je zelf ook een envelop hebt gevonden op je lessenaar. Open deze en laat een leerling de spelopdracht voorlezen.
Kennis Rechtvaardige Rechters in actie De leerlingen gaan per land zitten. Geef aan elke groep de spelopdracht en de envelop met de missie van de Rechtvaardige Rechters. De envelop mag nog niet geopend worden. De leerlingen lezen om de beurt hun identiteitskaart voor. Alle informatie moet duidelijk worden voorgelezen. De Rechtvaardige Rechters stellen zich als laatste voor. Als iedereen is voorgesteld, doen de Rechtvaardige Rechters de envelop met hun missie open en lezen hem voor. De Rechtvaardige Rechters maken samen met de andere groepsleden een balans op van hun leven zonder één van de 3 personages van hun groepje. Ze doen dit voor elk personage. Op die manier evalueren ze impliciet het sociaal belang van de 3 personages. De 3 personages mogen zich in de evaluatie mengen. Ze mogen zichzelf als het ware 'verkopen', maar evengoed mogen ze zichzelf wegstemmen als ze zelf van mening zijn dat zij minder belangrijk zijn voor de gemeenschap. De Rechtvaardige Rechters schrijven alle gevolgen van het verdwijnen van de personages op het blad dat ze in de envelop vonden. De uiteindelijke beslissing wordt ook opgeschreven. De personages mogen zich wel verdedigen, maar moeten zich wel bij de beslissing van hun groepje neerleggen.
Het vonnis Bespreek de beslissingen van alle groepjes klassikaal. Wie is er weggestemd? Waarom? Ga hier zo veel mogelijk in op de functie van elk personage voor de medemens. Elk beroep, of het nu betaald is of niet, heeft een maatschappelijke functie. Het ene beroep is onmisbaarder of belangrijker voor de maatschappij dan het andere. Bespreek telkens ook het loon. Is de meest belangrijke job ook de meest betaalde? Waarom zou dit zo zijn? Zijn er belangrijke beroepen die niet betaald worden? Wat vind je daarvan? Vind je dat elk werk moet betaald worden? Waarom wel/niet? Als jij minister was en mocht beslissen over de lonen van de mensen: welke beroepen zou jij het meest betalen? Waarom Vind je het eerlijk dat sommige mensen heel veel betaald krijgen en anderen weinig of niets? Waarom wel/niet? Bedoeling is om de leerlingen zoveel mogelijk te laten nadenken over de maatschappelijke meerwaarde van bepaalde jobs. Ook hier hebben de personages recht van spreken. Let wel dat het vonnis al gevallen is en ze zich niet meer moeten verdedigen. In deze groepsdiscussie geeft iedereen zijn mening.
Filosoferen Maak van je leerlingen veerkrachtige en kritische wereldburgers door met hen te filosoferen. Zet je samen met de leerlingen in een kring. Zorg dat je elkaar in de ogen kan kijken. Vertel hen dat je gaat nadenken over één vraag (zie voorbeeld). Hoe meer vragen die ene vraag oproept, hoe beter. Het is helemaal niet erg als de leerlingen geen pasklare antwoorden vinden. Er zijn slechts drie regels: 1) Ze mogen allerlei opmerkingen maken als ze bereid zijn het uit te leggen. 2) Ze luisteren naar elkaar. 3) Alles wordt in vertrouwen gezegd. Voorbereiding: Je bereidt een filosofisch gesprek voor door een discussieplan op te stellen (zie hieronder). Je start met één thema uit de les als concept. Daaruit leid je opnieuw verschillende concepten af. Deze concepten helpen je om de hoofdvraag en bijvragen te formuleren. De bijvragen kunnen aan bod komen om een antwoord te vinden op de hoofdvraag. Let wel, het is niet de bedoeling om tijdens het filosofisch gesprek het discussieplan letterlijk te volgen. Laat ruimte voor de inbreng van de leerlingen. Het discussieplan is als een kompas dat je door het gesprek kan leiden.
Gemeenschappelijke beleving: Laat de leerlingen per twee/drie surfen naar http://www.samsam.net/thema/wereldwijdhelp-keuzes-maken en laat ze onderaan op de knop JOB QUIZ klikken. Laat ze de quiz spelen.
werk
kiezen
belangrijk
graag doen
jezelf
anderen
helpen
geld verdienen
samenwerken
Hoofdvraag:
Mag je meer verdienen dan iemand anders? Subvragen: Wat is stout zijn? Hoe weten we wat we mogen verdienen? Zijn alle mensen gelijk? Moet iedereen die hetzelfde werk doet evenveel verdienen? Moet werk leuk zijn?
Smaakt dit naar meer? In de nascholing 'initiatie in filosoferen met kinderen' reiken we een houvast aan om een filosofisch gesprek te begeleiden aan de hand van inspirerende vragen. Of bekijk wat een coaching voor jou (en je team) kan betekenen. Interessante informatie over filosoferen met kinderen vind je bij de links.
Actie In de bloemetjes gezet: Stel de leerlingen voor om een beroep dat erg belangrijk is voor de medemens in de bloemetjes te zetten. Overloop het personeel op school (poets- of keukenpersoneel, ziekenjuf, ...) of uit de leefwereld van de leerlingen. Bespreek welk beroep ze in de bloemetjes willen zetten. De leerlingen maken allemaal samen of in kleine groepjes een collage met het belang van het gekozen beroep in korte, krachtige zinnetjes. Voor de zinnetjes knippen de leerlingen letters uit tijdschriften. Hang de collage(s) bij voorkeur op een goed zichtbare plaats.
Reflectie Leg een hoed vooraan in de klas. De leerlingen schrijven hun bevindingen van de les op briefjes en steken ze in de hoed. De briefjes mogen anoniem zijn. Ga samen in een kring zitten en bespreek alle briefjes.