Kleuters in actie
Hand-out: Kleuters in actie 2013
“
RiskCare junior biedt programma’s aan voor kinderen en hun gezin waarmee met een resultaatgerichte aanpak succesvol overgewicht wordt gereduceerd en een gezonde leefstijl wordt eigen gemaakt. Hierbij beperken we ons niet enkel tot een preventieve aanpak of behandelperiode, maar richten we ons vooral ook op het actief begeleiden naar een permanent gezonde leefsituatie. Wij werken vanuit actuele wetenschappelijke inzichten, op basis van ‘evidence based’ methodieken. Daarnaast verrichten wij onderzoek waarvan de behaalde resultaten naar opdrachtgevers worden gerapporteerd.
Inhoudsopgave
Inleiding
1
RiskCare junior in het kort
2
Kleuters in actie
3
Inhoud methodiek
4
Onderbouwing methodiek
5
Leerlingvolgsysteem
8
Ondersteuning “on the job”
9
Evaluatie en rapportage
10
Planning, taken en verantwoordelijkheden
11
Inleiding
Bewegen is van essentieel belang voor de totale ontwikkeling van kinderen. Een brede bewegingsbekwaamheid, op een plezierige manier verworven, draagt bij aan een duurzame sportdeelname, een actieve leefstijl en vrijetijdsbesteding. Het primair onderwijs heeft tot taak om leerlingen bekwaam te maken voor een zelfstandige, verantwoorde, kansrijke en blijvende deelname aan de bewegingscultuur. Er is een toegenomen aandacht voor bewegen en bewegingsonderwijs in onze samenleving. Veel scholen staan daardoor voor de vraag welke rol bewegingsonderwijs dient te spelen binnen het onderwijsaanbod van de school en op welke wijze ze dit onderwijs kunnen vormgeven.
Kracht van motoriek De motorische ontwikkeling, bewegingsarmoede en de toename van overgewicht onder kinderen zijn zorgwekkend. De leeftijd 3 tot 7 jaar betreft een kritische periode waarin de basis voor (in)activiteit op latere leeftijd wordt gelegd. Jonge kinderen leren alle motorische vaardigheden (zowel fijne als grove motoriek). In deze periode komen verbindingen en vertakkingen van hersencellen tot stand. De snelheid in geleiding van prikkels van spieren naar hersenen en omgekeerd neemt toe. Er ontwikkelt zich een verfijnde samenwerking tussen het gezichtsvermogen, evenwichtszintuig en de sensoren in de spieren, pezen en gewrichten enerzijds en het zenuwstelsel anderzijds. De samenwerking tussen de linker en rechter hersenhelft wordt ontwikkeld. Ook is dit een belangrijke fase voor de botontwikkeling en het uithoudingsvermogen. Wanneer het bewegen in deze periode afgeremd wordt, betekent dit dat het kind inactief wordt en nooit structureel gaat bewegen. Door de achterstand in motorische vaardigheden en conditie, bovenop eventueel overgewicht, wordt bewegen steeds moeilijker. Het motorische niveau is mede van invloed op het zelfbeeld van een kind. De kwaliteit van het opgebouwde motorische fundament is van invloed op de psychische en sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind. Bewegingsachterstand vormt vaak de voedingsbodem voor bijvoorbeeld angsten (bijv. faalangst), laag zelfbeeld, onzekerheid, isolement, integratieproblemen en depressies. Preventieve maatregelen om de motorische achterstand bij kinderen tegen te gaan, kan veel problemen voorkomen en levert een breed en gezond resultaat.
1 / 12
RiskCare junior in het kort
Een “leven lang gezond” begint met een gezonde basis. In deze basis is het van belang om kinderen te stimuleren hun eigen talent en ambitie op sportief gebied te ontdekken. Motorisch, lichamelijk en mentaal moet de juiste balans worden gevonden. RiskCare junior ontwikkelt en coördineert projecten ter bevordering van vitaliteit, gezondheid en structurele gedragsverandering van kinderen. Hierbij ligt de focus op collectieve preventie en behandeling van overgewicht en obesitas. Het is onze missie om door middel van het aanbieden van een lokaal multidisciplinaire aanpak een gedragsverandering te creëren bij individuele personen, het gezin en in de maatschappij. RiskCare junior is het expertise- en behandelcentrum op het gebied van preventie, behandeling en (na)zorg voor kinderen van 0 tot 19 jaar met overgewicht en obesitas in Nederland. Wij maken kinderen en hun ouders bewust van het belang van een gezonde leefstijl en zetten hen daadwerkelijk aan tot een duurzaam behoud hiervan.
Onze doelgroepen De primaire doelgroep van RiskCare junior zijn kinderen van 0 tot 19 jaar en hun ouders. Er is gerichte aandacht voor verschillende subgroepen van kinderen met een verhoogd risico, zoals: inactieve kinderen, kinderen met overgewicht en kinderen met een achterstand in hun motorische ontwikkeling. Daarnaast richt RiskCare junior zich op zorgverleners, (plaatselijke) overheid, leerkrachten, pedagogisch medewerkers, lokale sportaanbieders en anderen.
2 / 12
Kleuters in actie
Resultaten uit wetenschappelijk onderzoek en bevindingen uit de praktijk zijn het uitgangspunt geweest voor het bewegingsprogramma “Kleuters in actie”. Tijdens één schooljaar komen alle bewegingseigenschappen, die zorgen voor een goed motorisch fundament in combinatie met diverse spelsituaties, aan bod. Primaire doelstellingen Kleuters in actie Het doel is middels samen spelen en bewegen: t Uitbreiden, verbeteren en automatiseren van motorische vaardigheden; t Samen leren spelen; t Plezier beleven aan bewegen.
Methodiek Er is gekozen voor een methodiek waarin motorische bewegingssituaties en spelsituaties worden gecombineerd. Hierdoor krijgen de kinderen veel variatie en uitdagingen aangeboden. Daarnaast is het van belang om de kinderen te laten ervaren hoe het is om samen met, tegen, naast en door elkaar te oefenen. Ze leren zo rekening met elkaar en met de beweegomgeving te houden. Tevens is een gecombineerd aanbod velen malen efficiënter, dan een apart spelaanbod gezien het gebrek aan ruimte. Ervaring met betrekking tot spellessen Uit ervaring blijkt dat veel kleuters hun bewegingslessen krijgen in een zogenaamd kleuterzaaltje. Deze zaaltjes zijn vaak te klein om 30 kinderen tegelijkertijd een spelsituatie uit te laten voeren. Gevolg zou dan zijn dat veel kinderen stil gaan staan, niet betrokken worden in de situatie etc. Tevens is de concentratiespanne van kleuters te laag om 45 minuten een spel te spelen. Vandaar onze keuze om de ruimte anders te benutten en kinderen “rijke” en intensieve spelsituaties aan te bieden gecombineerd met motorische bewegingssituaties. Zo is en blijft iedereen in beweging. De bewegingssituaties worden op verschillende niveaus gepresenteerd en dwangmatige omgangsbanen worden vermeden. Hierdoor kunnen de kinderen zichzelf uitdagen en spelenderwijs hun grenzen naar eigen inzicht en niveau verleggen.
Lesopbouw Bij Kleuters in actie is het heel belangrijk dat een kind zelfvertrouwen krijgt en zich thuis gaat voelen in de les en met de verschillende bewegingssituaties. Het lesmenu wordt daarop aangepast, ieder kind beweegt op zijn/haar eigen niveau.
1. 2. 3.
Inleiding en warming-up: vormen van voortbewegen zonder of met materiaal. In dit lesdeel wordt aandacht besteed aan verschillende vormen van lopen en springen. Kern: er zijn drie of vier situaties uitgezet. Afsluiting: een gezamenlijke afsluiting van de les. Dit kan gebeuren door middel van een tikspel of een estafettevorm, maar ook door een zogenaamd stiltespel waarbij zang en beweging gekoppeld worden. 3 / 12
Inhoud methodiek Motorische bewegingssituaties Tijdens de bewegingssituaties wordt er veel aandacht besteedt aan de motorische ontwikkeling van de kinderen. De bewegignssituaties worden zo aangeboden dat het gehele motorische fundament (coördinatie basiseigenschappen) aan bod komt. Zeven van de twaalf leerlijnen* staan centraal binnen de motorische bewegingssituaties en worden methodisch opgebouwd en aangeboden, namelijk: t t t t t t t
Balanceren; Jongleren; Klimmen; Mikken; Over de kop gaan; Springen; Zwaaien.
Leerkrachten krijgen op motorisch gebied ondersteuning in het aanbieden van rijke bewegingssituaties, efficiënt gebruik van de ruimte, (creatief ) gebruik van materiaal, differentiatie, veiligheid en niveauverschillen.
Spelsituaties Naast het stimuleren van de motorische ontwikkeling bij de kinderen wordt er tijdens het programma veel aandacht besteedt aan de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling. Met behulp van de diverse spelsituaties wordt gewerkt aan de samenwerking en communicatie tussen de kinderen en de verschillende rollen die ze binnen een spel kunnen krijgen. Ze dienen rekening met elkaar te houden, regels te onthouden en deze ook na te leven. De trainer/leerkracht geeft de kinderen de juiste handvatten om het spel op een goede manier uit te voeren en differentieert daar waar nodig. Iedere les vindt er minimaal één spelsituatie plaats. De spelsituatie wordt voor de kinderen op een zelfregulerende manier aangeboden. Bijvoorbeeld: minder regels en met een duidelijk doel. Er worden ook momenten ingelast waarbij de lessen volledig in het thema van “bewegen op muziek” zullen staan. Net als bij de motorische bewegingssituaties zijn de spelsituaties ontwikkeld met de ondersteuning van de twaalf leerlijnen*. Vijf van de twaalf leerlijnen staan centraal tijdens de spelsituaties en fungeren als hoofdthema, te weten: t t t t t
Hardlopen Doelspelen Tikspelen Stoeispelen Bewegen op muziek
Tijdens de spelsituaties wordt gebruik gemaakt van verschillende materialen die in de speelzaal beschikbaar zijn. De materialen worden mogelijk ingezet met andere doeleinden dan tijdens de motorische bewegingssituaties. Zo maken zowel de leerkrachten als de kinderen kennis met de verschillende functies van de materialen tijdens de lessen. * De twaalf leerlijnen staan verder uitgelegd op pagina 7
4 / 12
Onderbouwing methodiek Vijf grondmotorische eigenschappen Het programma Kleuters in actie is onderbouwd aan de hand van de vijf grondmotorische eigenschappen. Bij het indelen van de bewegingssituaties kan het aanbod van de grondmotorische eigenschappen naar verhouding aangeboden worden, d.w.z. de meeste oefeningen zijn gericht op de ontwikkeling van de coördinatie, oefeningen met een krachtcomponent zullen daarna het meest voorkomen, vervolgens oefeningen met een snelheidscomponent, uithoudingsvermogen en als laatste flexibiliteit. 1. Coördinatie Deze vaardigheid is voor kinderen in de kleuterperiode veruit de belangrijkste. In de eerste twee levensperiodes (jong kind en schoolkind) ligt het accent op de ontwikkeling van de veelzijdige coördinatie (ritme, balans, oriëntatie in tijd en ruimte etc.). Alle vormen van bewegen op latere leeftijd (rennen, springen, correcte houding etc.) komen voort uit een goede coördinatie. Vaak gaat coördinatie gepaard met kracht. Een goede coördinatie zorgt voor efficiënte krachtsoverbrenging. 2. Kracht We spreken hier niet over grote krachten die getild kunnen worden. Rompkracht is belangrijker bij kinderen, dit is essentieel voor een goede lichaamshouding. Ook belangrijke activiteiten als klauteren en rollen hebben een krachtcomponent die vanuit de romp gegenereerd wordt. Op de lagere schoolleeftijd zal de factor kracht gericht zijn op de ontwikkeling van de botstructuur. 3. Snelheid Deze vaardigheid is bij kinderen van veel minder groot belang dan de twee voorgaande. Het is ook iets dat vanzelf ontstaat bij kinderen van deze leeftijd. Zij rennen van nature veel. Bij deze vaardigheid dient men te kijken of het kind in staat is te rennen en of de vorm waarin dit gebeurt het niveau heeft van wat verwacht mag worden op deze leeftijd. 4. Uithoudingsvermogen Deze vaardigheid is op kleuterleeftijd nog niet afzonderlijk te ontwikkelen. Daar hebben jonge kinderen ook de aandachtsspanne nog niet voor. Daarnaast zijn jonge kinderen snel uitgeput. Er wordt gesteld dat oefeningen en spelletjes voor kinderen niet langer moeten duren dan hun aandachtsspanne. 5. Flexibiliteit Kinderen hebben van nature een hoge flexibiliteit door een hoge elasticiteit van hun gewrichtskappen en -banden. Aparte flexibiliteitsoefeningen zijn daardoor niet nodig. Tijdens oefeningen zal goed moeten worden geobserveerd of beperkingen in bewegingen niet veroorzaakt worden door gebrekkige flexibiliteit van gewrichten.
5 / 12
Inhoud t Bewegingslessen voor groep 1 en/of 2, tijdens schooltijd; t Lessen worden gegeven door gekwalificeerde trainers; t Assistentie door en coaching van de groepsleerkracht. Door de betreffende groepsleerkrachten bij te staan met wekelijkse coaching leren zij bepaalde ontwikkelingen en uitdagingen te regisseren.; t Programma van één schooljaar, verdeeld in 32 bewegingslessen en 3 testmomenten; t Testen vinden plaats in het begin, in het midden en aan het einde van het schooljaar; t Elke periode heeft zijn eigen doelen; t Leidraad is het werkboek “Kleuters in actie” en de daarin geplaatste leskaarten; t Kleuters in actie vindt één keer per week plaats op de gymlocatie van de betreffende school. 6 1/ 12 /2
Zeven coördinatie basiseigenschappen In het voorgaande stuk wordt beschreven dat de grondmotorische eigenschap coördinatie veruit de belangrijkste eigenschap is voor de algehele motorische ontwikkeling van een kind. Alle vormen van bewegen op latere leeftijd komen voort uit een goede coördinatie. Om die reden is er tijdens de ontwikkeling van het programma gekeken naar bewegingssituaties die een rijk aanbod waarborgen en zo veel mogelijk betrekking hebben op de zeven coördinatie basiseigenschappen. Dit zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Motorisch koppelingsvermogen: Het verkorten of verlengen van een beweging. Motorisch differentiatievermogen: Een of meer deelbewegingen gelijktijdig uitvoeren. Motorisch reactievermogen: Snelheid waarmee kinderen reageren. Motorisch coördinatievermogen: Wat is wat en wie, en waar ben ik? Motorisch adaptievermogen: Bewegingen aanpassen aan steeds andere omstandigheden. Motorisch evenwichtsvermogen: Bewegingen uitvoeren in een goede balans. Motorisch ritmegevoel: Bewegingen uitgevoerd op een bepaald ritme.
Twaalf leerlijnen van SLO Bij de ontwikkeling van het bewegingsprogramma van Kleuters in actie is rekening gehouden met de landelijk richtlijnen voor bewegingsonderwijs, de twaalf leerlijnen van SLO. Om het bewegingsonderwijs te kunnen structureren, zijn er door het Ministerie kerndoelen gesteld. Deze kerndoelen geven het belang van het bewegingsonderwijs weer en geven ook richting aan de beoogde doelstellingen van het bewegingsonderwijs. De twaalf leerlijnen die gehanteerd worden in de methodiek zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Balanceren Jongleren Klimmen Mikken Over de kop gaan Springen Zwaaien Hardlopen Doelspelen Tikspelen Stoeispelen Bewegen op muziek
Iedere leerlijn wordt methodisch opgebouwd en aangeboden. De leerlijnen worden zo aangeboden dat alle kinderen op hun eigen niveau kunnen deelnemen aan de bewegingsactiviteit. In de methodiek worden diverse niveauverschillen per leerlijn beschreven.
7 / 12
Leerlingvolgsysteem
Tijdens het bewegingsprogramma worden de kinderen drie keer getest op hun motorische vaardigheden. Dit wordt gedaan middels het leerlingvolgsysteem, beschreven in “Zorg voor beweging in de basisschool”. Het leerlingvolgsysteem geeft een duidelijk beeld van de algehele motorische vaardigheden van het kind.
De leerlingen worden getest op de volgende vier onderdelen: t 4UJMTUBBO t 4QSJOHFOLSBDIU t 4QSJOHFODPÚSEJOBUJF t 4UVJUFO
Het leerlingvolgsysteem heeft een objectief karakter. Dit zorgt voor een verhoogde mate van betrouwbaarheid en de testonderdelen kunnen door alle groepsleerkrachten en trainers zonder moeite uitgevoerd worden. Het leerlingvolgsysteem kan tevens gebruikt worden voor de gehele basisschoolperiode van het kind. Er wordt een niveauaanduiding gehanteerd van 2 t/m 13 jaar. Het eerste testmoment, de 0-meting, vindt plaats tijdens de tweede les van Kleuters in actie. Vervolgens worden de kinderen halverwege het schooljaar nogmaals getest, de zogenaamde tussentijdse observatie of 1-meting. De eindobservatie (2-meting) vindt plaats aan het einde van het programma. In totaal zullen er twee perioden plaatsvinden. De score per testonderdeel kan gekoppeld worden aan een niveau. De score geeft weer of het kind op leeftijdsniveau, eronder of erboven scoort. Tevens wordt de exact gemeten score genoteerd. Bijvoorbeeld, Kim kan 3 seconden op haar linkerbeen staan (niveau voor een 4-jarige). Mocht het zo zijn dat Kim tijdens de tussentijdse observatie 6 seconden op haar linkerbeen kan staan, dan scoort ze nog steeds op het niveau van een 4-jarige maar is ze wel vooruit gegaan. De uitslag van de test wordt besproken met de groepsleerkracht. De groepsleerkracht bespreekt dit vervolgens weer met de ouders. Zo kan er ook advies worden gegeven voor doorverwijzing naar bijvoorbeeld kinderfysiotherapie of KidsXtra (gericht op kinderen met overgewicht, motorische achterstand en/of bewegingsangst).
8 / 12
Ondersteuning “on the job”
Er zal begonnen worden met de leerkrachten te laten kennismaken met het programma. Hierin wordt de methode van uitleg voorzien, evenals het gebruik van materialen en de toepassing van het werkboek. Leerkrachten gaan assisteren op verschillende onderdelen. Het is de bedoeling dat de leerkrachten de laatste twee maanden van het schooljaar de lessen volledig zelfstandig kunnen gaan uitvoeren. De trainer zal ze dan gaan assisteren in plaats van andersom. Om dit te bereiken willen we de leerkrachten graag intensief ondersteunen en begeleiden. De aandacht die er wordt besteed aan deze vorm van begeleiding en overdracht is gericht op het in stand houden van de kwaliteit van het programma. Hieronder staat beschreven wat de leerkrachten kunnen verwachten, met betrekking tot het komen tot een volledige en succesvolle overdracht.
Fasering ondersteuning “on the job” Begin schooljaar: Fase 2 Inleiding en toonzetting t Kennismaken en observeren t Assisteren Halverwege schooljaar: Fase 3 Kantelmoment t Begeleid lesgeven t Zelfstandig lesgeven met evaluatie en feedback
Praktische invulling fase 3
Hieronder staan enkele punten die in deze fase aan de orde komen gericht op het overdragen van de uitvoering aan de leerkracht. Verdeeld over wat de leerkracht van de trainer verkrijgt en wat de leerkracht vervolgens zelf op zich gaat nemen. Leerkracht verkrijgt: t Tips en instructies betreft het opzetten van een circuit; t Tips en inzicht in gebruik van (alternatieve) materialen; t Instructies betreft het geven van een goede inleiding en het eigen maken van een warming-up en situatie; t De mogelijkheid om vaste routines van de trainer over te nemen (indien gewenst). Leerkracht neemt de volgende taken op zich: t Het geven van uitleg aangaande een situatie (en vervolgens meerdere situaties); t De verantwoordelijkheid nemen voor een situatie (wordt in de loop ter tijd uitgebreid); t Het opzetten van een circuit en de desbetreffende materialen; t Het maken van groepen kinderen en deze naar de juiste hoek te laten gaan; t Het begeleiden van de kinderen tijdens het bewegen in de hoeken; t Het creëren van vertrouwen en weten waar begeleiding echt noodzakelijk is (veiligheid); t Het volledig uitvoeren van de lessen, met de trainer op de achtergrond.
9 / 12
Evaluatie en rapportage Evaluatie Aangezien wij grote waarden hechten aan een structureel kwalitatieve inbedding van Kleuters in actie vragen wij de betreffende leerkrachten halverwege en aan het einde van het schooljaar naar hun mening en ervaringen. Dit wordt gedaan middels een evaluatieformulier met daarin ongeveer 20 vragen. Tegelijkertijd geeft dit ons de mogelijkheid om, indien nodig, tijdig bij te sturen, planningen te wijzigen etc. Wij zien kritische argumentatie en verbeterpunten altijd als een mogelijkheid om te groeien en de kwaliteit te verbeteren.
De vragen hebben betrekking op: t Algemene ervaringen; t Ervaringen met betrekking tot communicatie en organisatie van RiskCare junior; t Ervaring en meningen over de inhoud van Kleuters in actie; t Ervaringen en stappen met betrekking tot ondersteuning “on the job”; t Mogelijkheden materiaalgebruik; t Continuering volgend schooljaar.
Rapportage Tijdens het schooljaar wordt er tweemaal een rapportage gemaakt door RiskCare junior, te weten de tussen- en eindrapportage. In de planning wordt aangegeven gedurende welke fase, welke rapportage plaatsvindt. Deze rapportages worden besproken met de opdrachtgever. Tevens wordt de inhoud van beide rapportages gecommuniceerd met de schoolleiding en betreffende groepsleerkrachten.
In een rapportage wordt beschreven: t Een samenvatting van de resultaten; t Een korte samenvatting van de evaluatie met de leerkrachten; t Het verloop van de ondersteuning “on the job”; t Een cijfermatige (SPSS) weergave van de testgegevens; t De volledige tussenevaluatie van de leerkrachten.
Registratie van de metingen en testresultaten vindt plaats door gebruik te maken van het leerlingvolgsysteem. Om valide testresultaten te verkrijgen zullen wij adviseren om alleen de resultaten van de kinderen die vanaf de 0-meting hebben deelgenomen, te vermelden in de rapportages. Resultaten van “instromers” worden wel besproken met de leerkracht.
10 / 12
Planning, taken en verantwoordelijkheden Gezien de beoogde intensiteit van samenwerking tussen de school (leerkracht) en RiskCare junior (trainer) gedurende het schooljaar, is het van belang dat iedereen goed op de hoogte is van de werkwijze en planning van RiskCare junior. Deze dient afgestemd te worden op die van de betreffende leerkrachten/school en vice versa. Hieronder wordt een planning weergegeven die in eerste instantie wordt gecommuniceerd met de opdrachtgever, directie en leerkrachten. Uiteraard is het altijd mogelijk hier tussentijds vanaf te wijken, indien gewenst en onderbouwd door één van bovengenoemde partijen.
EERSTE FASE: VOORBEREIDING ACTIE
PLANNING
EINDVERANTWOORDELIJKE
Projectbespreking met opdrachtgever.
8 weken voor start programma
Projectcoördinator
Projectleider en technische leiding contacteren en informeren projectplanning.
7 weken voor start programma
Projectcoördinator
Informeren van schooldirectie over de inhoud van het project.
6 weken voor start programma
Projectcoördinator
Projectleider
Kennismaken met de leerkracht(en).
4 weken voor start programma
Projectleider
Technische leiding
Bespreken van de mogelijke lestijden en jaarplanning.
4 weken voor start programma
Projectleider
Technische leiding
Voorbespreken van leerlingen met leerkracht.
4 weken voor start programma
Projectleider
Technische leiding
Materiaalinventarisatie.
4 weken voor start programma
Projectleider
Technische leiding
Lesmateriaal werkboek “Kleuters in actie” en diploma’s aanvragen.
3 weken voor start programma
Projectcoördinator
Technische leiding
Formaliseren van jaarrooster en versturen naar technische leiding en projectcoördinator.
2 weken voor start programma
Projectleider
Uitwerken van de planning, afspraken en jaarrooster en versturen naar de directie, leerkracht en opdrachtgever.
2 weken voor start programma
Projectleider
Informatiebrief voor de ouders versturen naar leerkracht.
2 weken voor start programma
Projectcoördinator
Groepsleerkracht geeft de namen van leerlingen uit de betreffende groep door aan technische leiding en projectleider.
2 weken voor start prgramma
Groepsleerkracht
Namen leerlingen verwerken op de verzamelstaat.
MEDEVERANTWOORDLIJKE
Projectleider en technisce leiding
Projectleider
Informeren van de ouders over de start van het project.
2 weken voor start programma
Groepsleerkracht
Bestellen materialen, ophalen en bezorgen.
1 week voor start programma
Projectleider
Interne evaluatie.
1 week voor start programma
Projectcoördinator
11 / 12
Projectleider en technische leiding
TWEEDE FASE: UITVOERING TECHNISCH KADER ACTIE
PLANNING
EINDVERANTWOORDELIJKE
MEDEVERANTWOORDLIJKE
Voorbereiden 0-meting.
Projectleider
Uitvoeren 0-meting, incl op- en afbouw en reistijd.
Projectleider
Gegevens 0-meting digitaal verwerken op verzamelstaat en deze mailen naar groepsleerkracht, technisch kader en projectcoördinator.
Projectleider
Starten met het eerste blok van 16 lessen, incl voorbereiding, op- en afbouw en reistijd.
Technische leiding
Diploma’s maken voor afsluiting tweede fase.
Projectleider
Voorbereiden 1-meting.
Projectleider
Uitvoeren 1-meting.
Projectleider
Verwerken gegevens 1-meting op verzamelstaat en deze mailen naar groepsleerkracht, technische leiding en projectcoördinator.
Projectleider
Evaluatieformulier versturen naar de leerkracht.
Projectleider
Gegevens 0- en 1-meting uitslagen verwerken SPSS voor tussenrapportage.
Projectcoördinator
Gegevens testuitslagen doornemen met groepsleerkracht en informeren over mogelijkheden naschoolse trajecten.
Projectleider
Leerlingen waarbij een bewegingsachterstand is, bespreken met ouders.
Groepsleerkracht
Tussentijdse evaluatie met de leerkracht en directie.
Technische leiding
Projectleider
Tussentijdse evaluatie “intern”.
Projectcoördinator
Projectleider en technische leiding
Schrijven tussenrapportage opdrachtgever.
Projectcoördinator
Tussentijdse evaluatie met opdrachtgever.
Projectcoördinator
Projectleider
EINDVERANTWOORDELIJKE
MEDEVERANTWOORDLIJKE
Technische leiding
Technische leiding
DERDE FASE: KANTELMOMENT EN OVERDRACHT ACTIE
PLANNING
Starten met het laatste blok van 16 lessen.
Technische leiding
Diploma’s maken voor afsluiting derde fase.
Projectleider
Voorbereiden 2-meting.
Projectleider
Uitvoeren 2-meting.
Projectleider
Verwerken gegevens 2-meting op verzamelstaat en deze mailen naar groepsleerkracht, technische leiding en projectcoördinator.
Projectleider
Evaluatieformulier versturen naar de leerkracht
Projectleider
Gegevens 0-, 1- en 2-meting verwerken SPSS voor eindrapportage.
Projectcoördinator
Gegevens meting uitslagen doornemen met groepsleerkracht en informeren over mogelijkheden naschoolse trajecten.
Technische leiding
Leerlingen waarbij een bewegingsachterstand is, bespreken met ouders.
Groepsleerkracht
Eindevaluatie met de leerkracht en directie.
Projectcoördinator
Projectleider en technische leiding
Eindevaluatie “intern”.
Projectcoördinator
Projectleider en technische leiding
Schrijven eindrapportage opdrachtgever
Projectcoördinator
Eindevaluatie met opdrachtgever.
Technische leiding
12 / 12
Technische leiding
Projectleider
Copyright © 2013 RiskCare junior RiskCare junior Jan Campertstraat 5 6416 SG Heerlen +31(0) 45 707 41 17
[email protected] www.riskcarejunior.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.