Rechtssociologie Jonathan Van Dooren
(Les 1)
Inleiding: Wat is rechtssociologie?
Overzicht • (1) Inleiding: het recht en de samenleving • (2) Wat is rechtssociologie? • (3) Waarom rechtssociologie? • (4) Hoe gaat de rechtssocioloog te werk? • (5) Praktische afspraken voor de cursus Teksten uit de e-reader: • Raes, K. (1999). Het belang van de sociologie voor de beoefening van het recht. In: Het recht van de samenleving. Brussel: VUBPress, 19-‐34 (NIET: vanaf ‘7. De marginaliteit van de (rechts)sociologie’, p. 34 (onderaan) e.v.) o Scherpe pen Aanklacht tegen de wijze waarop het recht in onze maatschappij functioneert o Geïnspireerd op Zola Een soort van aanklacht o Ook kritiek op het recht op onderwijs • Schuyt, C.J.M. (1981). Sociologie van het recht. In: L. Rademaker (ed.), Toegepaste sociologie. Utrecht: Het Spectrum, 318-‐333 (‘2. Karakteristiek van de rechtssociologie’) (1) Inleiding: het recht en de samenleving • ‘Salduz-‐wet is ideologische ingreep in ons rechtssysteem’ (Knack, 11 januari 2012) o Kritiek van de Gentse advocaat-‐generaal op de Salduz-‐wet o Salduz-‐wet Bijstand advocaat bij het eerste verhoor o Stelling: ‘Angelsaksische praktijk die geïnjecteerd wordt in ons continentaal Europees systeem Dit wringt’ Het past goed in het Angelsaksisch systeem maar past niet in ons systeem o Een vraagstelling van de sociale genese o Ook een vraagstelling over de sociale werking van het recht Als de wet geïmplementeerd wordt zal dit voor sociale problemen zorgen Hij stelt dat de wet niet de beoogde effecten zal realiseren, er zullen negatieve neveneffecten bestaan De Rechtssociologie heeft 2 grote vragen • De sociale genese van het recht Het waarom van het ontstaan van bepaalde regels • De sociale werking van het recht Het effect van de regels op onze samenleving
2
•
•
•
•
•
‘Rekenhof doet aanbevelingen voor meer planmatige aanpak’ (DS, 1 februari 2012 ) o Het Rekenhof heeft een kritische audit uitgevoerd op onze strafuitvoering Of de genomen maatregelen effectief geweest zijn? o Vernietigend Zeer negatief rapport Er is een gebrek aan een planmatige aanpak Bepaalde wetten worden niet geïmplementeerd omdat het systeem zelf niet langer fatsoenlijk kan functioneren Bv. De nieuwe wet op de internering (van 2007) zal nog tot 2015 uitgesteld worden ‘Diamant schrijft eigen wet’ (DS, 17 januari 2012) o Artikel naar aanleiding van de uitbreiding van de minnelijke schikking o Stelling: ‘Eigenlijk heeft de diamantsector in belangrijke mate deze wet mee geschreven’ De diamantsector heeft baat bij dergelijk systeem o Sociale genese van het recht Wetten ontstaan omdat bepaalde belangengroepen in de samenleving een belangrijke rol spelen bij het uitschrijven van wetten ‘Straf afkopen schendt gelijkheidsbeginsel’ (DS, 21 augustus 2012) o Kritiek van de voorzitter van de liga voor mensenrechten o Gaat over hetzelfde dan bijlage 3 o Stelling: ‘Met het geld van de schikkingen zullen gevangenissen worden gebouwd’ o Sociale genese van het recht Relatie recht – macht ‘Zinsconstructies van Belgische rechters willen wel eens ingewikkeld zijn’ (Juristenkrant, 4 april 2012) o Voorzichtig geformuleerd o De complexiteit van het juridische taalgebruik Veel terugkerend thema in de rechtssociologie Wetten zijn een belangrijk communicatiemiddel Als wetten onverstaanbaar en onbegrijpbaar zijn komt de boodschap niet aan Complicaties voor de legitimiteit van het rechtssysteem In welke mate kan je dan verwachten dat het legitiem wordt geacht door de rechtsonderhorigen ‘Obama gaat voluit voor nieuwe wapenwet’ (GvA, 31 december 2012 – 1 januari 2013) o De poging om een nieuwe wet in te voeren zal hier geblokkeerd worden door bepaalde belangengroepen (de NRA, National Rifle Association)
3
Juridisering van de samenleving Enerzijds: Het recht komt een almaar grotere rol spelen in onze samenleving 3 aspecten • Alomtegenwoordigheid van recht o Het recht zit overal! Van een ongeboren kind tot een overleden persoon o Heel wat aspecten van ons dagelijks leven zijn verbonden met het recht o We beseffen dit pas soms als we er concreet mee in contact komen Bv. Een huis bouwen Vergunning • Groeiende groep ‘mensen van het recht’ o Juristen o Het aantal advocaten in België is lange tijd ongewijzigd gebleven o Vanaf 1970 gaat dit pijlsnel de hoogte in Verviervoudiging o De samenleving krijgt steeds meer juridisch geschoolde mensen in haar midden o Ook internationaal merkbaar, niet enkel in België o ‘Een wettelijke Tsunami’ Heel veel en steeds meer nieuwe regels • Groeiende consumptie van recht o Mensen maken meer en meer gebruik van het recht Men zal sneller zijn rechten afdwingen en er gebruik van te maken Anderzijds: • omzeilen, overtreden, negeren, …van wetten o Bv. Zwartwerk, fiscale fraude, criminaliteit o Ondanks de vele wetten • Scepsis over het sturend vermogen van het recht o Ondanks het feit dat het recht groeit, blijkt dat we er meer sceptisch tegenover staan, het niet altijd vertrouwen (2) Wat is rechtssociologie? Sociologie van het recht • Specialisatie in de sociologie o Verschillende specifieke vormen van sociologie (Godsdienstsociologie, onderwijssociologie, …) o Sociologen bestuderen de samenleving Hoe functioneert ze ? Regelmatigheden in het sociaal handelen van mensen? • ‘Law in books’ vs ‘law in action’ (Pound 1910) o Pound Amerikaan Spanning tussen het recht in de boeken (zoals de wetgever heeft uitgedacht) en het recht dat zich manifesteert in de samenleving Neveneffecten
4
o ‘De jurist zoek uit wat de regel is, de socioloog kijkt wat er van terecht komt. Zo zou men in een bondige zin het karakter van de rechtssociologie kunnen weergeven’ (Schuyt 1981: 318) (Eigenlijk een herformulering van Pound) Tweerichtingsverkeer tussen recht en samenleving • Sociale genese van het recht o Krachten die aanwezig zijn in de samenleving die ervoor zorgen dat het recht op een bepaalde manier ontstaat Wat is de invloed van de samenleving op het recht? o Bv. Waarom juridisering? Modernisering • Specialisatie, industrialisatie Geen kleinschalige persoonlijke netwerken meer • Een meer abstracte en anonieme samenleving Meer afhankelijkheid van vreemden • Bv. Voeding We weten niet waar onze lasagne vandaan komt Slechts op momenten dat het systeem niet werkt worden we geconfronteerd met onze abstracte, anonieme samenleving Emancipatie • Vooral vanaf het einde van de 19e eeuw Emancipatiegolf van verschillende groepen in de samenleving o Arbeiders Sociale wetgeving, arbeidswetgeving • Groepen in de samenleving verkrijgen meer rechten en kunnen er dan ook meer beroep op doen Verhoogde scholingsgraad • Mensen zijn beter op de hoogte van hun rechten • Makkelijker toegang tot het recht Aanbod juristen • Naast de stelling dat er behoefte is aan juristen • Het grote aanbod aan juristen De samenleving juridiseert Dit zwengelt de vraag om juristen op zich weer aan • Sociale werking van het recht Wat doet het recht met die samenleving? o In welke mate worden de effecten die wetgever beoogt daadwerkelijk gerealiseerd? o Sociale werking betekent niet noodzakelijk dat het beoogde effect ook gerealiseerd wordt Wetten kunnen andere functies vervullen dan wat de wetgever initieel beoogde
5
Karakteristiek van de rechtssociologie • Ideële karakter van de rechtsnormen Vs. actuele karakter van de sociale feiten o Maar tegenstelling ook nuanceren • Rechtswetenschappelijke benadering o Weergave en bestudering van de normen in hun onderlinge relatie tot elkaar o In ons actueel handelen oriënteren wij ons ook op rechtsregels o Een dogmatische kijk op het recht • Sociologische benadering o Bestudering van de normen in hun relatie met alle mogelijke andere sociale verschijnselen o In welke mate kan je de regels verbinden met andere sociale verschijnselen Vergelijking met taal • Syntaxis van het recht (dogmatiek) o Heeft betrekking op de orde, de volgorde van woorden in een zin Er zijn bepaalde regels die bepalen hoe zinsdelen worden geordend • Semantiek (rechtslogica en rechtsmethodologie) o Heeft betrekking op de betekenis van woorden • Pragmatiek (rechtssociologie) o Heeft betrekking op het gebruik van woorden • Geen conflict tussen dogmatische kijk en sociologische kijk op het recht o De Dogmatiek is de Syntaxis van het recht Gaat net in op de ordening, de hiërarchie van het rechten de relatie tussen rechtsregels o Rechtssociologie is de pragmatiek van het recht o ‘De rechtssociologie kijkt naar andere dingen en verschijnselen dan de dogmatiek en als ze wel dezelfde verschijnselen in ogenschouw neemt, zal de rechtssociologie andere samenhangen gaan leggen dan de dogmatiek. De rechtssociologie is iets anders, niet iets beters of slechters dan de traditionele rechtsdogmatiek’ (Schuyt 1981: 319)
6
Thema 1: De effectuering van regels en recht • Studie van het actuele gebruik van rechtsregels – gebruikswaarde van het recht Sterk vervat in de sociale werking van het recht • Dit kan verschillende vormen aannemen: o Onderzoek naar één regel Bv. Onderzoek naar de regel dat politieambtenaren een verdachte moeten wijzen op hun recht om te zwijgen o Onderzoek naar een bepaald regelcomplex Een stelsel van regels Bv. Regels rond de vrijheid van meningsuiting Lastiger om te onderzoeken o Onderzoek naar juridische idealen – rechtsbeginselen Bv. Een studie van het legaliteitsbeginsel Zeer abstract Kritiek: Kan ertoe leiden dat de socioloog zijn eigen agenda projecteert op het onderzoek Thema 2: Rechtsverhoudingen en machtsverhoudingen • Spanning tussen recht en macht als onderzoeksterrein voor rechtssociologie o Een wat cynische kijk op het recht • Recht als ideologie (neomarxistische interpretatie) o Het recht als een instrument van de macht o Sterk verbonden met een Marxistische analyse van de maatschappij o Maar: wat is doel en wat is effect? Het is niet dat een wet een bepaald effect heeft dat dit ook het doel van de wet is • Onderzoek op gebied van klassejustitie en rechtsongelijkheid o Niet iedereen heeft op gelijke mate toegang tot het recht o Repeat-‐Players Vs. De One Shotter Mensen die vaak geconfronteerd worden met het recht Gaan een expertise opbouwen Thema 3: Recht en organisatie • Formele Vs. informele organisatie o Basisonderscheid • Spanningen tussen rechtsregels en informele normenpatronen o Bv. Formele regel in fabriek Arbeidsloon wordt bepaald door stukloon met het oog op productiviteit te verhogen o Het kan zijn dat deze formele regel tegengewerkt wordt door een informele regel, een afspraak onder de arbeiders ‘niet boven een bepaald aantal per dag gaan’ Want anders is er een nieuwe maatstaf en die zou hen zuur kunnen opbreken
7
Thema 4: Recht en sociale verandering • Rechtsregels die ‘achter’ lopen bij maatschappelijke ontwikkeling o Bv. Rond seksueel moraal De rechtsregels hinken wat achterop • Vraagstuk in hoeverre het recht sociale verandering kan bewerkstelligen o Sommigen zeggen dat rechtsregels enkel de schijn van verandering bewerkstelligen Als het strookt met de informele veranderingen die zich voordoen in de samenleving Er is als het ware een congruentie Dan kan je spreken van verandering o Bv. Rookverbod Mensen waren er al van overtuigd dat roken in openbare plaatsen niet kon • Studie van rechtssystemen in ontwikkeling o Maatschappelijke ontwikkeling van rechtssystemen o Bv. Ontwikkeling in het afschaffen van lijstraffen (3) Waarom rechtssociologie? Tekst van Raes ‘De jurist moet een sociaal deskundige zijn’ (Raes 1999: 42) ‘Let us not become legal monks’ (Pound 1910: 36) Het belang van de sociologie voor de beoefening van het recht • Koen Raes (1954-‐2011) • Willy Calewaert Leerstoel, Vrije Universiteit Brussel, lezingen gebundeld als Het recht van de samenleving (VUBPress, 1999) • Provocerende openingsles, over juridisch onderwijs, sociologie, enzovoort o Met zeer scherpe taal een analyse van het recht in onze samenleving en de rol van juristen -‐ intellectuelen in onze hedendaagse samenleving • Belang van de toenmalige context: justitie onder vuur, rol van intellectueel in openbaar debat, … o Tekst van einde jaren ’90 o Dutroux-‐Crisis o Octopus-‐akkoord Regering en oppositie samen rond de tafel voor hervorming van politiële en gerechtelijke apparaat Veertigduizend juristen: om wat te doen? • ‘De veertigduizend gediplomeerden in het recht die ons land rijk is, zijn daarom nog geen ‘juristen’, die zich in een bepaalde ‘deontologie’ zouden (h)erkennen. Zij worden in de meest diverse beroepstakken ingezet en beschouwen ‘het recht’ daarbij eerder als een bruikbaar instrument, dan als een ordeningsmechanisme met een eigensoortige finaliteit. ‘Het recht’ is niet meer dan een verzameling regels die, al naar gelang het geval, met succes kunnen worden ingezet om concrete belangen vooruit te helpen. De jurist beschikt over de vaardigheid daartoe en meer heeft hij niet om het lijf’ (Raes 1999: p. 20)
8
Maar ook andere beroepsgroepen: o Hoogleraren, journalisten, enzovoort Er wordt veel et weinig gekekene naar de intrinsieke waarde van het werk o Zie Zola J’accuse Ralf Dahrendorf (1964) over rechtenstudenten in Duitsland • In verhouding tot andere opleidingen volgen meer studenten uit de hogere klassen de rechtenopleiding • Van alle faculteiten heeft de rechtsfaculteit het minst specifieke wetenschappelijk imago, waardoor het erop lijkt dat Those who do not know what they want will take up law • Opmerkelijk weinig vrouwelijke studenten volgen de rechtenopleiding • Rechtenstudenten zijn beter gekleed, hebben vaker een eigen auto en hebben zeer actieve studentenclubs, die hun maatschappelijke elitaire status accentueren. De organisatie van dure galabals is hiervan een voorbeeld • Ze zijn meer geïnteresseerd in (partij)politiek en maatschappij dan in kunst en hard werken • Ze hebben, in tegenstelling tot hun hoogleraren, nauwelijks enige theoretisch-‐ wetenschappelijke belangstelling voor het recht en gaan er soms zelfs prat op dat het recht hen niet echt interesseert • Ze zijn aldus meer geïnteresseerd in wat ze maatschappelijk met hun diploma kunnen ‘doen’, dan in de theoretisch-‐wetenschappelijke ‘kennis’ die dit diploma dekt • Vaststelling op basis van onderzoek begin jaren ‘60 • Is dit nog steeds ene correcte beschrijving van de rechtenstudent vandaag de dag? o Democratisering van het onderwijs Ook uit lagere klassen o Vrouwen zijn veel meer vertegenwoordigd in de rechtenstudies o Voor de rest is het nog steeds een vrij correcte beschrijving Rechtenstudie als beroepsopleiding • Onderwijs in nuttigheidsperspectief o Opleiding instrumentaliseert Studenten moeten bepaalde vaardigheden aangeleerd krijgen die nuttig zijn Bv. Pleitoefenignen voor advocaten in spe Bv. Cursus boekhouden, accountancy voor bedrijfsjuristen o Onderwijsgebeuren instrumentaliseert Studenten zouden vooral opgeleid worden in het beantwoorden van de vragen Als het ware ‘kant en klare’ paketten Enkel beantwoorden op de vragen van het examen • Het belang van de rechtssociologie: •
o
‘Ik meen ….dat de moderne jurist juist veel te weinig met het recht als globaal ordeningsmechanisme wordt geconfronteerd, met het recht als ‘systeem’ van regels en beginselen, dat eigensoortige implicaties heeft, en een eigensoortig maatschappelijk ordeningsideaal incorporeert. Meer in het bijzonder ontbreekt het hem aan inzicht in ‘de sociale werking van recht’, het studieobject bij uitstek van de rechtssociologie’ (Raes 1999: 27)
9
•
Waar zit dit belang? o Sociologisch anti-‐instrumentalisme De opleiding van rechten en het beroep van de jurist instrumentaliseert heel fel (Cursus wetgevingstechniek voor studenten politiek, pleitoefeningen voor toekomstige advocaten). Regels worden gezien als stukken gereedschap waarmee je bepaalde dingen kan doen. Raes zegt dat daarmee komaf moet worden gemaakt en rekening houden met neveneffecten en hierbij kan de sociologie helpen Het gaat niet om sociaal anti-‐instrumentalisme, maar om sociologisch anti-‐instrumentalisme Raes stelt vast Het onderwijs wordt vooral vanuit een nuttigheidsperspectief vormgegeven Het onderwijsgebeuren zelf wordt geïnstrumentaliseerd Studenten worden opgeleid om voorgekookte antwoorden te antwoorden op vragen (alles wat niet tot examenstof wordt gerekend, wordt beschouwd als niet-‐relevant) Waarom dan een sociologisch anti-‐instrumentalisme? Het recht is niet zomaar een middel tot het verwezenlijken van een bepaald doel. Het recht is niet zomaar een naakt instrument om ene bepaald doel te realiseren • Het recht Ook een doel op zich De sociologie kan erbij helpen om dergelijke anti-‐instrumentalistische aspecten naar boven te brengen
(4) Hoe gaat de rechtssocioloog tewerk? Alledaags Vs. wetenschappelijk onderzoek • Verschil tussen alledaags en wetenschappelijk onderzoek: o Zoektocht naar waarheid en steeds weer ter discussie stellen van onderzoeksresultaten Voldoende kritisch zijn en als er nieuwe inzichten komen deze in vraag durven stellen o Gebruik van systematische methoden Bepaalde spelregels die je moet hanteren om onderzoek te doen o Onderzoek is een georganiseerd sociaal proces Bv. Publiceren van onderzoeksresultaten Hierbij klunen ze getoetst worden, in vraag gesteld worden, er kan op worden verdergewerkt • Theoretisch en praktijkgericht onderzoek o Praktijkgericht Een bepaald probleem doet zich voor Oplossing hiervoor zoeken o Theoretisch Verwerven van nieuwe kennis
10
Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek • Kwantitatief vs. Kwalitatief onderzoek o Kwantitatief onderzoek Cijfergegevens, tellen van fenomenen o Kwalitatief onderzoek Mensen van vlees en bloed • Interview o Bv. Gesloten interview Vooraf opgestelde vragen • Survey Vragenlijsten (Vooral bij kwantitatief onderzoek) o Een groot aantal mensen kunnen bevragen en daarbij bepaalde gegevens in te zamelen o Kan veralgemeend worden omdat men een steekproef trekt die de hele bevolking representeert • Experiment • Observatie Wat er in concreto plaatsgrijpt (Vooral bij kwalitatief onderzoek) o Bv. Kijken hoe een strafrechter communiceert met een gedetineerde • Bronnen Documenten, archiefmateriaal Wat is goed onderzoek? • Criteria voor kwaliteitsbeoordeling o Controleerbaarheid Het moet et controleren zijn of er een fout gemaakt is Duidelijk documenteren en een zekere openbaarheid o Weerlegbaarheid of falsifieerbaarheid Binnen de sociale wetenschappen niet onderzoeken of ‘God al dan niet bestaat’ Het moet weerlegbaar zijn o Betrouwbaarheid Bij herhaling van hetzelfde onderzoek moet dit dezelfde resultaten opleveren Er mogen geen toevalsfouten zijn o Generaliseerbaarheid Of je de resultaten die je bekomt mag veralgemenen naar de samenleving ? Bv. onderzoek in gevangenis van Sint-‐Gillis Kan je dit veralgemenen naar alle gevangenissen van België? Neen, bepaalde een setting o Representativiteit In welke mate zijn de respondenten die je selecteert voor je onderzoek een getrouwe afspiegeling van de bevolking In concreto Representatieve steekproef nemen beperkte groep ondervragen en deze resultaten transponeren naar de gehele bevolking
11
(Les 2)
De ontwikkeling van de rechtssociologie
Overzicht • (1)Inleiding • (2) Wetenschapstheoretisch perspectief o (2.1) De rechtswetenschap o (2.2) Marxisme o (2.3) Algemene sociologie o (2.4) Naoorlogse sociologie • (3) Wetenschapssociologisch perspectief • (4) Rechtssociologische vraagstukken: enkele klassieke teksten o (4.1) Welke functies worden vervuld door (dysfunctionele) wetgeving? o (4.2) Waarom zijn openbare strafvoltrekkingen verdwenen? o (4.3) Waarom houden zakenlui zich niet aan het contractenrecht? o (4.4) Recht als instrument? Teksten uit de e-reader: • Schuyt, C.J.M. (1981). Sociologie van het recht. In: L. Rademaker (ed.), Toegepaste sociologie. Utrecht: Het Spectrum, 313-‐317 (‘1. Ontwikkeling van de rechtssociologie’) • Aubert, V. (1971). Enkele sociale functies van wetgeving. In: B. Peper & K. Schuyt (eds.), Proeven van rechtssociologie. Uit het werk van Vilhelm Aubert. Rotterdam: Universitaire Pers Rotterdam, 46-‐66 (niet: paraf ‘Het vervolgonderzoek van de wet op het huishoudelijk personeel’ (pp. 66-‐73)) • Spierenburg, P. (1978). De sociale functie van openbare strafvoltrekkingen. Centrum voor Maatschappijgeschiedenis. Mededelingen no. 4. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam. • Macaulay, S. (1996). De sociale werking van het contractenrecht in de zakenwereld. In: J. Griffiths (ed.), De sociale werking van recht (derde druk). Nijmegen: Ars Aequi, 69-‐87 (origineel: Macaulay, S. (1963). Non-‐contractual relations in business: a preliminary study. American Sociological Review, 28(1), 55-‐67)) • Hertogh, M. (2005). Van naleving naar beleving van regels: bouwwereld en bouwfraude vanuit een rechtssociologisch perspectief. In: T. Barkhuysen, W. den Ouden & J.E.M. Polak (eds.), Recht realiseren: bijdragen rond het thema adequate naleving van regels. Deventer: Kluwer, 51-‐68. • Podgorecki, A. (1962). Law and social engineering. Human Organization, 21(3), 177-‐181. • Adams, A. & Van Aeken, K. (1998). Evaluatie van wetgeving. Element van een wetgevingskwaliteitsbeleid. Parl. St. Senaat, 1998-‐99, 1-‐955/3, 98-‐107 (niet: vanaf paraf ‘ V. Institutionele organisatie van regelgevingsbeleid en wetgevingsevaluatie: de Nederlandse situatie’ (pp. 108-‐114)).
12
(1) Inleiding Twee manieren om naar de ontwikkeling van de rechtssociologie te kijken: • Vanuit wetenschapstheoretisch perspectief o Meest voor de hand liggend: Discussie over geschiedenis van bepaalde theorieën/onderzoeken/empirische bevindingen o 4 grote invloeden • Vanuit wetenschapssociologisch perspectief o Waarom ontstaat deze wetenschappelijke discipline op dit moment? o Bv. waarom kent de rechtssociologie een grote groei na WOII? Institutionalisering: • Bv. Wie gaat naar de universiteit? • Zijn er congressen? Is er een leerstoel? Indicatoren van wetenschappelijk onderzoek (2) Wetenschapstheoretisch perspectief • (2.1) De rechtswetenschap o Algemeen Einde 19e – begin 20e eeuw Een wegbereider voor de rechtssociologie (wegbereider maar geen grondlegger) Sociologie als bondgenoot in kritiek op een sterk normatief-‐ deductieve, dogmatische rechtswetenschap • Kritiek op het gangbare denken over het recht • Dogmatische rechtswetenschap Was heel in zichzelf gekeerd Vroege vertegenwoordigers: • Jhering (1818-‐1892) en kritiek op ‘Begriffsjurisprudenz’ • Kantorowicz (1877-‐1940) Freie Rechtslere: denkrichting begin 20e eeuw in Duitsland: Het recht zoals het in de maatschappij leeft Het recht in de samenleving, niet uit de boeken o Eugen Ehrlich (1862-‐1922) Grundlegung der Soziologie des Rechts (1913) Verzamelt alle kritieken over recht ‘Levend Recht‘ • Recht dat niet in wetboeken ligt • Mensen leven ook naar regels die niet noodzakelijk in wetboeken vervat liggen • Was zeer kritisch ten opzichte van de dogmatische visie op het recht Kritiek mondt uit in pleidooi voor nieuwe rechtswetenschap Hij is zelf een jurist die een voorstel doet voor iets nieuws, maar hij is geen socioloog •
‘The living law is the law which dominates life itself even though it has not been posited in legal propositions’ (geciteerd in Hertogh 2005: 10)
13
o Roscoe Pound (1870-‐1964) ‘Sociological jurisprudence’ • Het recht als een proces zien (niet statisch, maar dynamisch) Recht en ‘social engineering’ • Recht als middel om een bepaald doel te verwezenlijken Recht als instrument om sociaal beleid mee vorm te geven • Context: o Amerika jaren 1920 Beurscrash o 1930: Roosevelt geen beleid o Opmars voor het recht als sturingsmiddel o Programma ‘sociological jurisprudence’ (1) to make study of the actual social effects of legal institutions and legal doctrines (2) to promote sociological study in connection with legal study in preparation of legislation (3) to make study of the means of making rules effective and to lay stress upon the social purposes which law subserves rather than upon sanctions (4) study a sociological legal history, that is what social effects the doctrines of law have produced in the past and how they have produced them (5) to stand for what has been called equitable application of law (Rechtvaardige toepassing van het recht) (6) finally the end, towards which the foregoing points are but some of the means, is to make effort more effective in achieving the purposes of law
(Bron: Pound 1912, Harvard Law Review, geciteerd in Schuyt 1971: 51.)
DUS: • 1) De actuele sociale effecten = reële effect dat onze instituties teweeg brengen • 2) Hoe komt de wetgeving tot stand? Inzicht in de maatschappij kan ons helpen • 3) De middelen kunnen meer efficiënt • 4) Welke sociale objectieven zitten in recht vervat? Sociologie ingang doen vinden in recht
o Rechtswetenschap en sociologie Rechtswetenschappers die een rechtstheorie op sociologische wijze willen grondvesten • Normatief = ‘voortdrijven van…’ • Sociologie als hulpwetenschap Sociologen die streven naar een sociologische theorie over het recht • Descriptief = bekijken en bepaalde verklaringen uitbouwen • Zelfstandige rol voor sociologie
14
•
(2.2) Marxisme o Karl Marx (1818-‐1883) (3 grote figuren Durcheim, Weber en Marx) o Geen uitgewerkte rechtstheorie Recht werd als instrument gehanteerd om grondbezitters te vrijwaren, dus geen uitgewerkte rechtstheorie, maar voornamelijk anderen die met zijn opvattingen aan de slag zijn gegaan Invloed op analyses van privaatrecht, o.m. Renner (Die Instituten des Privatrechts und ihre soziale Funktion (1902)) en Menger (Das bürgerliche Recht und die besitzlose Volksklassen (1890)) o Vroegere Vs. latere werk Vroegere Marx: Het recht moest vrijheid en gelijkheid vrijwaren. Hij zag dat dit in de praktijk niet het geval was, het was maar een idealistische visie Latere Marx: Recht bekijken in maatschappijtheorie. Het recht is een bovenbouwfenomeen.. o Recht als bovenbouwfenomeen De onderbouw wordt gevormd door de economie (productierelatie, kapitalisme,... ), maar door de bovenbouw ontwikkelt zich het recht Conflictsperspectief in de maatschappij: het recht is een bovenbouwfenomeen, geen zelfstandig iets Onderbouw is harde realiteit Met de 2 klassen, recht staat ten dienste van de 2 klassen
o Invloed op analyses van privaatrecht, o.m. Renner (Die Instituten des
Privatrechts und ihre soziale Funktion (1902)) en Menger (Das bürgerliche Recht und die besitzlose Volksklassen (1890))
o Relatie recht – macht; thema van klassenjustitie o Drie benaderingen: Instrumentalistische benadering • Het recht wordt een instrument. Recht weerspiegelt de belangen van de levensklassen ( bezitters vs. Productiemiddelen) • Instrument van bezittende klasse • Bv. arbeiders onder de knie houden Andere klasse laten gehoorzamen Structuralistische benadering • Kijken naar de basis, de structuur van de samenleving • Bv. Wat is de impact van winst op de verdere ontwikkeling van de samenleving. Staat die instaat voor de waarborgen van de economie? Gramsciaanse benadering • Culturele hegemonie = Hoe bepaalde klasse bepaalde woorden gebruiken die enkel gelden voor die klasse
15
•
•
Het wordt op zo’n manier voorgesteld dat ze voor iedereen lijken te gelden, iedereen heeft er belang bij. Het individueel/particulier belang wordt veralgemeend naar publiek belang Recht geldt niet voor iedereen gelijk, maar het zegt wel zelf dat het wel voor iedereen gelijk is
•
(2.3) Algemene sociologie o Directe en indirecte invloed Directe invloed Durkheim en Weber schrijven direct over recht Indirecte invloed De sociologie die Durkheim en Weber zelf hebben ontwikkeld, was later een grote invloed en dus een grote bijdrage aan de ontwikkeling van de sociologie o Emile Durkheim (1858-‐1917) De la division du travail social (1893) • = Integratie en cohesie Kijkt naar wat mensen bindt ( Marx : Conflict) Relatie recht en sociale solidariteit • Mechanische Repressief • Organische Restitutief
Mechanische Vs. organische solidariteit • Mechanische solidariteit (primitief) o De algemene normen die gelden heel sterk Sterk collectief bewustzijn o Het is een homogene samenleving weinig differentiatie = conscience collectif o Bij overtreding van de normen sterke reacties dus repressief recht o WEL arbeidsverdeling zoals in moderne samenleving • Organische solidariteit (moderne) o Arbeidsverdeling zet zich verder door. De algemene normen gaan veel minder hun stempel trekken, waardoor zich een evolutie voordoet, nl. recht wordt eerder herstellend dan repressief. Het conscience collectif wordt afgezwakt door het restitutieve recht o Sociale genese van het recht, de theorie van Durkheim: EVOLUTIE Repressief vs. restitutief recht Waarom is Durkheim een functionalist? Hij heeft oog voor de effecten/gevolgen van sociale verschijnselen o Illustratie Voor Durkheim is bestraffing een irrationeel, emotioneel gebeuren. Maar in tweede orde is de bestraffing ook functioneel Door de •
16
persoon te straffen die de collectieve waarden schendt, worden deze waarden opnieuw bevestigd, versterkt (draagt bij tot sociale integratie, sociale cohesie)
o Max Weber (1864-‐1920) Recht in relatie tot beheersingsrationaliteit en ontstaan van het kapitalisme (Lijkt enkel naar moderne westerse maatschappij, moderne samenleving tracht natuur en samenleving te beschermen) • Kapitalisme en protestantse ethiek o = Productie van goederen met als doel winst om opnieuw te investeren (Er wordt niet alleen geproduceerd om een bepaalde behoefte te bevredigen) o Bij Weber invloed van religie, nl. protestantisme, arbeidsmoraal en winningsmoraal ( Marx ) o Protestantisme: de mens is op aarde om boete te doen Bidden en werken en niet overmatig consumeren creëert surplus dat opnieuw wordt geïnvesteerd •
o Verschilpunt tussen Durkheim en Weber Indirect hebben ze beiden veel invloed gehad op sociologie
Verstehen en methodologisch individualisme van Weber • Sociale verschijnselen verklaren door sociale actoren, interpretatie en methodologisch individualisme Actoren staan centraal ( kwalitatief) • Bv. Wat is een appel Bv. Koningin Fabiola met appel na dreigementen dat ze zou neergeschoten worden met een pijl en boog • Vanuit het perspectief van Weber staat de actor centraal, het komt erop aan te kijken naar de sociale betekenis die actoren aan de omstandigheden van hun gedrag verbinden
Structureel-functionalisme en methodologisch collectivisme van Durkheim • Betekenis veel minder van belang, maar sociale structuren • Hoeveelheid communicatie en interactie tussen mensen, hiërarchie in de samenleving Methodologische collectivisme (kwantitief )
Formele juridische rationaliteit als voorwaarde voor ontstaan kapitalisme o Recht zorgt voor voorspelbaarheid, handelen van actoren wordt voorspelbaar o De kapitalistische maatschappij heeft nood aan voorspelbaarheid, vaste procedures
17
•
•
Bij Durkheim wordt de actor naar de achtergrond geschoven Hij is vooral geïnteresseerd in sociale feiten Zaken die het individu overstijgen Komt sterk tot uiting in conscience collectif
(2.4) Naoorlogse sociologie o Zie verder: Cf selectie teksten onder punt (4)
(3) Wetenschapssociologisch perspectief • Maatschappelijke context waarbinnen rechtssociologie tot stand kwam: o Scandinavië o Verenigde Staten o Duitsland • Institutionalisering van rechtssociologie in ons taalgebied o Vereniging voor de Sociaal Wetenschappelijke Bestudering van het Recht (VSR) (http://vsr.ruhosting.nl/ ) o Tijdschrift: Recht der Werkelijkheid o Vlaams handboek Dialogen tussen recht en samenleving: Een handboek over het rechtssociologisch onderzoek in Vlaanderen (Hubeau e.a. (eds), Acco, 2012)
18
(Les 3) (4) Rechtssociologische vraagstukken: Enkele klassieke teksten (4.1)Welke functies worden vervuld door (disfunctionele) wetgeving? Algemeen • Tekst: ‘Enkele sociale functies van wetgeving’ o = een van de grote klassieke teksten binnen de rechtssociologie o Situeren in het naoorlogse Noorwegen (Scandinavië was in die tijd het Mekka voor mensen die vraagstukken hadden betreffende rechtssociologie) • Vilhelm Aubert (1922-‐1988) o Noors rechtssocioloog, Universiteit Oslo o Mede-‐oprichting van Norwegian Institute for Social Research (1950) Enkele sociale functies van wetgeving • Waarom is deze tekst interessant? o Eerste belangrijk empirisch-‐rechtssociologisch onderzoek van Vilhelm Aubert o Discrepantie tussen wet en praktijk Discrepantie tussen law in the books en law in action Dit maakt voor een stuk de bestaansreden uit van de rechtssociologie Hij zal vaststellen dat die wet (ondanks dat ze bedoeld is om de rechtspositie van de huisboden te verstevigen) nauwelijks gekend is en nauwelijks effecten teweegbrengt De wet is disfunctioneel (Hij zal dit analyseren) o De impliciete invloed van Robert Merton Merton is onderhuids aanwezig in de tekst van Aubert Manifeste functies • De beoogde functies Open en bloot wordt hierover gecommuniceerd en gedebatteerd (hier het verstevigen van de rechtspositie voor de huisboden) Latente functies • De latente functie wordt vervuld maar is niet beoogd Wetten die eigenlijk disfunctioneel zij kunnen wel latent functioneel zijn (functies die initieel niet beoogd werden) o Brede waaier aan methoden Methodologie Pioniersstudie in de rechtssociologie Brede waaier • Enquêtes • Experiment • Documentanalyse
19
•
Kleine opmerking In de tekst wordt de term huisvrouw gehanteerd o Dit is niet wat wij hieronder verstaan Een persoon die de huishoudelijke taakjes opknapt o Het gaat om de bazin van het huis die hiërarchisch toezicht uitoefent (in de tekst gaat het om de relatie tussen iemand die zijn huishoudhulp aanbied en de huisvrouw die deze persoon aanneemt)
De manifeste functies van de wet op het huishoudelijk personeel • Casus over ‘Wet op het huishoudelijk personeel’ (1948) o ‘…laten zien welke mechanismen er werken wanneer men door middel van wetgeving het gedrag van mensen wil beïnvloeden’ (p. 46) o Het thema van de wet is niet zo representatief Niet iets dat velen in die toenmalige Noorse samenleving aanbelangde (een vrij perifeer gebied van het arbeidsrecht) o Maar niettemin is dit interessant omdat er mechanismen in kunnen gezien worden die ook voor andere wetten van belang kunnen zijn Universele mechanismen o Tot het midden van de 19e eeuw waren de relaties tussen boden en werkgever vooral vanuit het perspectief van de werkgever uitgewerkt Een paternalistische houding De werkgever kon vrij beschikken over de arbeid van de huisboden De enige beperking kon men vinden in de gewoonte Dus geen wettelijk geregelde rechtspositie voor deze huisbodes o In deze periode Ontwikkeling van sociale wetgeving • Doel van de wet: bescherming van de dienstboden (manifeste functie) • Maar: praktijk is weerbarstig o Aubert komt tot vaststelling dat het gedrag weinig verandert De manifeste functie zou niet verwezenlijkt worden o ‘De resultaten m.b.t. het gedrag kunnen gemakkelijk in één zin worden samengevat: niet meer dan 1/10 van de geïnterviewde paren gedroeg zich volledig volgens de eisen van de wet’ (p. 48) (Paren = Huisvrouw en dienstbode) • Er bestaat een redelijke mate van kennis over de regels die gaan over beëindiging van het dienstverband, vrije dagen en vakantie. Maar de normen van de arbeidsduur en vooral die van overwerk en betaling, schijnen meer ‘law in the books’ te zijn dan ‘law in action’’ (p. 51) o In welke mate zijn mensen vertrouwd met de boodschap van deze wet? Enquête In welke mate ze op de hoogte zijn van de wetsbepalingen Bij bazinnen en boden een gelijkaardige trend • Sommige zaken zijn schijnbaar wel gekend • Op andere vlakken is dat geheel niet zo Hoe komt dit?
20
De verklaring die Aubert geeft is dat de inhoud van de hoogst scorende wetsbepalingen overeenstemt met de gewoonten die al voor de wet aanwezig waren en de praktijk al stuurden Deze bepalingen hebben dus niets of weinig bijgebracht, louter een bekrachtiging van de bestaande situatie De vernieuwende bepalingen die erop gericht zijn om de werkelijkheid te veranderen en de rechtspositie te verstevigen scoren veel lager ‘Tabel 2 laat zien dat een juist beeld van de normen erg afhankelijk is van de mate waarin de respondent ervaring heeft met de wet. Zij die de wet gelezen hebben, kennen vaker de bepalingen in kwestie dan zij die alleen iets over de wet gehoord hebben, terwijl degenen, die zelfs niet van de wet gehoord hebben, in mindere mate de geldende bepalingen kennen’ (p. 51) o In welke mate hebben de respondenten ervaring met de wet? Zij die de wet gelezen hebben kennen de bepalingen vaker dan diegenen die ze gehoord hebben of niet gehoord hebben Dit zegt veel over de communicatie De boodschap komt schijnbaar niet zo evident toe o Waarom was de wet dan niet effectief in het bereiken van haar doelpubliek? (Men had dit in het parlement kunnen verwachten) Kijken naar het doelpubliek = een publiek dat in zeer beperkte mate ervaring heeft met wetten en openbaar bestuur. Het gaat om ongeorganiseerde vrouwen, een groep die traditioneel weinig kennis heeft van wetten en het openbaar apparaat De arbeidsplek waar men terechtkomt Huiselijke omgevingen, het private terrein Plaatsen die men tracht af te schermen van overheidsinspectie, hier kan men moeilijk met publieke wetgeving interveniëren De werkplek is ook geïsoleerd Aparte huizen waar de verschillende dienstboden en huisvrouwen actief zijn Arbeidsverhouding Verhouding 1 op 1 Moeilijk om een dergelijke relatie te regelen De kenmerken van de dienstbodes zelf Vooral zeer jonge onervaren plattelandsmeisjes die naar de steden trekken om hier hun arbeid aan te bieden. Ze zijn nauwelijks vertrouwd met wetten en komen in een afhankelijkheidsrelatie met deze bazin/huisvrouw De wet is dus niet het meest efficiënte middel om de boodschap over te brengen o Naast dit zijn er ook 2 algemene aspecten Het juridisch taalgebruik Enkele procedurele aspecten uit de wet
•
21
•
Het juridisch taalgebruik o Graad van begrijpelijkheid Aubert onderzoekt dit via experiment in wetsinterpretatie • De respondenten krijgen een artikel uit die wet voorgeschoteld en moeten dit interpreteren Kunnen ze de wet doorgronden? komt de boodschap over ? De meeste respondenten hadden weinig of geen kennis van de wet (heeft voor een stuk te maken met de terminologie van de wet) Hij stelt vast dat dit helemaal niet zo evident is Het juridisch taalgebruik wordt door de bestemmelingen niet begrepen
o Wet heeft als functie het beïnvloeden en informeren van leken, maar is geschreven in taal van de jurist en dit ondanks het feit dat geschillenoplossing voor de rechter niet werd verwacht Eigenlijk geschreven in een taal die niet voor de huisboden bedoeld was De functie is leken informeren maar de taal is niet toegankelijk • Spanning! • En deze wordt nog sterker, want eigenlijk komen juristen er niet aan te pas omdat er geen officieel apparaat voorzien is om inbreuken op deze wet te detecteren
Eigenlijk zou je over een inspectieorgaan moeten beschikken die inbreuken aan het licht kan brengen Men hangt dus volledig af van het privé initiatief van de dienstbode zelf Een dienstbode zal sneller opteren om te zoeken naar een ander gezin/andere job dan om een rechtsgeding in te leiden tegen haar bazin het hele idee om dergelijke geschillen via juridische weg af te handelen werkt niet Geen inspectie Initiatief huisbodes De huisbodes hebben geen enkele incentive om zo’n juridische een procedure in te zetten Wetgeving en groepsconflicten o Het functioneren van de wet wordt ook gehinderd door: Zwak ontwikkeld handhavingsapparaat • De bazin moet de bode herhaaldelijk in strijd met de wet hebben laten werken • De huisbode moet ook geprotesteerd hebben • Deze 2 elementen werken drempelverhogend om de sanctie toepasbaar te maken
•
Vaagheid van de sancties
22
o Welke (latente) functie vervult ze dan wel? De vraag waarom de wet dan wel in het leven geroepen wordt, ook al geeft men ze geen tanden • Waarom geen efficiënt sanctionerings-‐ en handhavingsmechanisme ? De latente functie van de wet = De noodzaak om compromissen te sluiten in het parlement Dit heeft te maken met het oplossen van groepsconflicten in de samenleving • De wet verbetert de positie van de huisbodes niet, maar is wel latent functioneel om bepaalde groepsconflicten in de Noorse samenleving te verzachten ‘Het antwoord moet gezocht worden in de analyse van een functie van de wetgeving, die niets te maken heeft met het proces van het overdragen van de normen en het bereiken van conformiteit aan die normen bij een bepaalde bevolkingsgroep. Deze functie heeft te maken met de noodzaak om compromissen te sluiten in de wetgevende vergadering. Daarmee wordt de wetgeving gemaakt tot een middel om groepsconflicten op te lossen of te verzachten’ (p. 61) o Studie van parlementair debat, ambivalentie: Wet is codificatie van bestaande praktijk • De bestaande gewoonten worden in een wettelijk jasje gestoken, maar de wet zal dus niets veranderen
Wet is uit op verandering en hervorming • Visie van meer socialistisch geïnspireerde parlementsleden Beide fracties stemmen in met de wet (volledig eensgezind) Compromis komt omdat je een samengaan hebt van deze 2 strekkingen waarbij eigenlijk wordt gezegd dat ze de rechten gaan verstevigen, maar het handhavingsapparaat wordt zodanig uitgekleed dat de wet in de praktijk eigenlijk niet veel verandert aan de rechtspositie van de huisboden De indruk wordt gewekt dat er iets aan de rechtspositie wordt gedaan, maar eigenlijk weinig verandering zodat de rijkdom van de huisvrouw niet zal worden gepenetreerd door de nieuwe wet
o ‘Dit bijzondere en unieke compromis, zoals geformuleerd in de strafbepaling, kan slechts
begrepen worden als een resultaat van twee tegengestelde krachten. Aan de ene kant wilde de wetgever zijn serieuze bedoelingen demonstreren door de wet uit te vaardigen. Traditioneel wordt dit gedaan door met sancties te dreigen, door de wet ‘tanden te geven’; dit moest vooral dienen ter geruststelling van degenen, die de hervormingsfunktie van de wet benadrukten en die het op zich genomen hadden het standpunt van de dienstboden te vertegenwoordigen. De andere kant echter kreeg zijn deel met de overduidelijke inefficiëntie van de strafbepaling, en de grote onwaarschijnlijkheid dat deze ooit toegepast zou worden. Zo zouden het privédomein (het huis) en de belangen van de huisvrouwen in praktijk beschermd worden, hoewel deze op papier in principe aan een lichte bedreiging waren blootgesteld. De inhoud van de wet is geheel ten gunste van de huishoudelijke hulpen, terwijl de procesregels de huisvrouwen beschermen. Het idee van wetshandhaving is in ere gehouden, terwijl zij in praktijk zonder effect blijft’ (p. 66)
23
(4.2) Waarom zijn openbare strafvoltrekkingen verdwenen? Algemeen • Tekst ‘De sociale functie van openbare strafvoltrekkingen’ o Een van de eerste teksten die Spierenburg geschreven heeft (gebaseerd op Robert Elias) o In ‘The spectacle of suffering’ in 1984 Dit artikel verder uitgewerkt o Thema: Openbare strafvoltrekkingen Executies (galg, vuurstapel) Bestraffing die niet tot de dood leiden o Dit lijkt veraf te liggen in de tijd Maar is niet zo, de middeleeuwen zijn eigenlijk nog niet zo lang geleden De moderne gevangenis Pas in 19e eeuw (Ducpétiaux) • Pieter Spierenburg, hoogleraar Erasmus Universiteit Rotterdam o Nederlander • Put inspiratie uit civilisatietheorie van Norbert Elias • Intellectuele sparringpartner -‐-‐> Michel Foucault Twee kritieken op Michel Foucault • Michel Foucault, Franse filosoof (1926-‐1984) o Immens invloedrijk in het bijzonder in de geschiedenis van de menswetenschappen (geschiedenis van de criminologie) o Auteur van Surveiller et punir (1975) De eerste 10 bladzijden De bloederige executie van Damien in 1757 Beschrijft de openbare executie van iemand die de koning probeerde te vermoorden • Beschrijft vierendelen, gebruik van tangen Het vernietigen van het menselijk lichaam • Illustreert hoe de soevereine macht botgevierd wordt op het lichaam van de veroordeelde • Destructieve, negatieve soevereine macht Hij contrasteert dit met een instelling voor delinquente jongeren, 80 jaar later Droge discussie van het dagschema waaraan deze jongeren zijn onderworpen (Opstaan, gebed, eten, werken, …) • Heel strak schema : Het doel hiervan (heel anders dan bij Damien) Het disciplineren van het lichaam De jongeren moeten tot gehoorzame productieve lichamen omgebouwd worden • Er is een heel andere macht van toepassing Een positieve, constructieve disciplinerende macht De moderne gevangenis dus situeren in de overgang van een soevereine macht naar een disciplinerende macht
24
•
o Idee van Panopticon – disciplinerende macht / kennis De kritiek van Spierenburg o De dichotomie van Foucault Foucault heeft geen aandacht voor ontwikkeling, geen aandacht voor processen Hij introduceert een dichotomie Hij beschrijft de tegenstelling tussen Damien en de jongeren, maar op het proces hiertussen heeft Foucault niet veel te zeggen o Foucault heeft geen theorie Foucault beschrijft goed, maar hij verbindt dit niet met bepaalde socio-‐economische ontwikkelingen in de ruime samenleving Waarom kritiek? Om zijn eigen sociologische theorie naar boven te brengen
De civilisatietheorie van Norbert Elias • Norbert Elias (1897-‐1990) o Duitse socioloog o Veel invloed gehad in Nederland Verklaart de beïnvloeding bij Spierenburg • Über den Prozess der Zivilisation. Soziogenetische und psychogenetische Untersuchungen (1939) • Elias heeft niet over bestraffing geschreven Spierenburg past dit toe • Menselijke geboden en menselijke verboden Hij bekijkt hoe allerhande menselijke gedragingen in West-‐Europa aan bepaalde beperkingen worden onderworpen (Vandaar civilisatieproces) In ons dagdagelijks handelen worden we aan allerhande restricties onderworpen • In de loop van de West-‐Europese geschiedenis gaan mensen die tot de bovenlagen van de samenleving behoren zichzelf steeds beschaafder vinden • Studie van etiquetteboeken: o +/-‐ 15e eeuw –> +/-‐ 18e eeuw o Dit zijn boekjes waarin bepaalde manieren van handelen worden voorgeschreven Bv. hoe neus schoonmaken, hoe bedrijf je de liefde o Hoe de meest primaire menselijke behoeften en emoties aan banden worden gelegd: eten en drinken, behoefte doen, neus snuiten, spuwen, slapen, vechten, vrijen, …
25
•
Van Fremdzwang naar Selbstzwang o Fremdzwang Schikken naar voorschriften van buitenaf Deze restricties worden verinnerlijkt (langetermijnproces) o Selbstzwang = Zelfdwang
Illustratie: het snuiten van de neus • Vroeger binnenkant van je elleboog, later is er de zakdoek • Eerst in de bovenlagen van de samenleving en sijpelt daarna langzaam door naar de lagere bevolkingslagen Het fameuze civilisatieproces • Elias stelt vast dat er een algemeen proces werkzaam is = het fameuze civilisatieproces (Eenzelfde ontwikkeling/trend) • Kenmerkend is een vorm van privatisering (niets te maken met economie) Het onttrekken aan de publieke sfeer van bepaalde dagdagelijkse menselijke handelingen (verwijderd uit het zicht) • Elias zelf schreef niet over de straf, volgens Spierenburg is dit civilisatieproces ook van toepassing op de ontwikkeling van de straffen o Proces waarbij de openbare strafvoltrekking (vroeger spektakel, zeer bloederig) naar aparte, niet-‐openbare ruimtes verschuift (Het smerig werkje van de straffen wordt toegeschoven aan speciale ambtenaren achter de hoge muren van de gevangenis) Waarom heeft de beul zo een lage status? • Op eerste zicht paradoxaal: hoge tolerantiegraad van geweld in toenmalige samenleving o De beul heeft schijnbaar een lage status (men veracht hem) Op zich is dit vreemd want de middeleeuwen was een zeer gewelddadige samenleving Geweld was een dagdagelijkse activiteit • Waarom wordt de beul dan toch veracht? Twee verklaringen: o Beul symboliseert de ‘ontvreemding’ van de privé-wraak door de overheid De ontwikkeling naar een strafsysteem waarbij de staat de uitvoering van de straf meer en meer op zich begint te nemen • De strafuitvoering is lange tijd een privézaak geweest (een zaak van het slachtoffer zelf of mensen in hun omgeving) Het privégeweld domineerde • Pas geleidelijk aan zal de staat de geweldmonopolie naar zich toe trekken De beul maakt zijn opwachting De beul is het zichtbare symbool van een staat die het geweld naar zich toetrekt De staat tornt aan het principe van de private wraak en trekt zich het geweldsmonopolie toe
26
o De executie door de beul druist in tegen het krijgers-ethos, een unfair gevecht Geweld werd aanvaard, maar dit gevecht was aan bepaalde regels gebonden Een hulpeloos slachtoffer sabel je niet neer! Wat Spierenburg doet is die beul oplichten uit het proces van de civilisering van de straf De beul zit middenin dit proces, op het scharniermoment waarop de overheid de strafuitvoering naar zich zal toetrekken • Ceremonieel en de magistraten o De publieke gezagsdragers nemen een meer een afstand van de fysieke strafuitvoering • Executies en het publiek o Vroeger omringd door opstanden, tumult o Het publiek zal zich daarna neerleggen bij de rol van de staat
27
(Les 4)
(4.3) Waarom houden zakenlui zich niet aan het contractenrecht?
• •
Tekst: ‘De sociale werking van het contractenrecht in de zakenwereld’ Stewart Macaulay o Aangesteld tot docent contractenrecht aan Universiteit van Wisconsin in 1957 o ~ Weber: recht moest voor berekenbaarheid zorgen o Start empirische studie: gesprek met schoonvader, gepensioneerd bedrijfsleider Schoonvader wijst hem op de praktijk, die totaal anders is dat wat hij doceerde
•
Interview met Stewart Macaulay (‘Conversations in Law and Society’, april 2010, Berkeley, University of California): http://www.law.berkeley.edu/9603.htm Opzet en inzet van het onderzoek o Onderzoeksopzet: (empirisch onderzoek) Interviews met 68 zakenlieden en advocaten o Vraag: Wanneer wordt het contractenrecht (niet) gebruikt? Waarom (niet)? ‘This study represents the effort of a law teacher to draw on sociological ideas and empirical investigation. It stresses, among other things, the functions and dysfunctions of using contract to solve exchange problems and the influence of occupational roles on how one assesses whether the benefits of using contract outweigh the costs’ (p. 56) Wanneer = beschrijvend Waarom = verklarend o Wat is een ‘contract’? Bepaald type verhouding, twee elementen: Rationele planning van een transactie, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met bepaalde onzekerheden Juridische sancties ofwel om contract te doen naleven, ofwel bij niet-‐naleving schadevergoeding o Opmerking Contract: Transacties kunnen meer of minder dan een contract zijn Het aangaan van ruilrelaties o In eerste instantie twee voorafgaande vragen: o a) Wat kan er gepland worden? (1) wat ieder moet doen of nalaten te doen (2) welke gevolgen bepaalde onzekere gebeurtenissen zullen hebben voor de aangegane verplichtingen (3) wat er moet gebeuren als één van de partijen gebrekkig presteert (4) juridisch afdwingbaar maken van de overeenkomst
•
•
28
•
o Gestandaardiseerde transacties Routinematig Vaste vorm o Macauly: Zakenlieden hebben de mogelijkheid om te plannen, maar doen dat heel vaak niet. Ze geven de voorkeur aan het woord van de medecontractant of gaan uit van de normale normen van waarheid/eerlijkheid/... Zakenlieden willen enkel prijs en product kennen DUS: Heel wat overheden hebben hoge graad van planning, maar meeste transacties hebben op vlak van juridische sancties of het gebrekkige uitoefenen van de tegenpartij geen planning
•
o b) In welke mate kan er gepland worden? (1) zorgvuldig en uitdrukkelijk plannen (2) partijen zijn het stilzwijgend eens over een bepaald punt (3) partijen hebben strijdige, onuitgesproken veronderstellingen (4) geen van beide partijen heeft gedacht aan een bepaalde kwestie Vaststellingen o ‘Thus one can conclude that (1) many business exchanges reflect a high degree of planning about the four categories – description, contingencies, defective performances and legal sanction – but (2) many, if not most, exchanges reflect no planning, or only a minimal amount of it, especially concerning legal sanctions and the effect of defective performances. As a result, the opportunity for good faith disputes during the life of the exchange relationship often is present’ (p. 60) o Belangrijke transacties Hoge graad van planning Niet alledaagse transacties
Het aanpassen van ruilrelaties en het regelen van geschillen o Aanpassen Verplichtingen van een van beide partijen zijn gewijzigd tijdens de overeenkomst (mits toestemming) o Regeling van geschillen Een van beide partijen blijkt in gebreke te zijn en wat moet er dan gedaan worden? ‘if something comes up, you get the other man on the telephone and deal with the problem. You don’t read legalistic contract clauses at each other if you ever want to do business again. One doesn’t run to lawyers if he wants to stay in business because one must behave decently’ (citaat interview koper, p. 61) 29
‘You can settle any dispute if you keep the lawyers and accountants out of it. They just do not understand the give-‐and-‐take needed in business’ (citaat interview zakenman, p. 61) o Besluit van Macaulay: ‘One can conclude that while detailed planning and legal sanctions play a significant role in some exchanges between businesses, in many business exchanges their role is small’ (p. 62) Het contractenrecht speelt weinig rol bij het aangaan van een contract, maar het speelt nog een kleinere rol bij het regelen van geschillen. Zo vormt aanpassen van een overeenkomst vaak geen probleem, geschillen worden vaak zonder verwijzing naar het contract geregeld. Er wordt vaak zelfs geaarzeld om over rechten te spreken, veel vaker zal men het onderling proberen oplossen. • ‘Je loopt niet naar advocaten als men nog handel wil drijven’ = opbouw duurzame relaties • ‘Advocaten begrijpen de zakenwereld niet’ = ROL CONTRACT KLEIN Waarom komen tamelijk niet-contractuele praktijken veelvuldig voor? o (1) ‘contract’ is meestal niet nodig omwille van Voorkomen van problemen Risicomijding en –spreiding (door deze toe te passen, worden evt. wanprestaties geneutraliseerd) • Bv. Enkel handeldrijven met bedrijven met goede naam • Bv. Verzekering afsluiten • Bv. Koper zal zijn bestellingen bij 2 of meer leveranciers bestellen Niet-‐juridische sancties (de normen van de bedrijfswereld, verplichtingen moeten onder bijna alle omstandigheden worden nagekomen en men moet een goed product afleveren, men moet achter zijn product staan ) • Intern: verkoopseenheid/productie-‐eenheid • Extern: relaties tussen bedrijven, slechte naam
•
o (2) Vaak is ‘contract’ niet wenselijk Omdat het bepaalde disfuncties in de wereld heeft geroepen Het vraagt veel tijd, energie hoewel het vaak vlug moet gaan Heel stipte uitvoering van het contract kan door andere partij als wantrouwig worden aangevoeld Als je dreigt met rechtszaak, dan zet dit je relaties onder druk
30
•
o Irrationele factor Bedrijfsleider voelt aan dat men met zijn voeten speelt, daarom contract om te kunnen produceren
•
•
Waarom komen tamelijk ‘contractuele’ praktijken wél voor? o Voordelen > nadelen (rationeel) Gedetailleerd contract kan een duidelijke planning vormen voor de verschillende afdelingen in het bedrijf Over (mid)lange termijn hebben bepaalde acties veel gevolgen ( groot risico) • Bv. Luchtvaartmaatschappij: koper van vliegtuigen vraagt aan constructeur bepaalde garanties inzake veiligheid, duurzaamheid,...
Een weerlegging van Weber? o Cf. punt (2.3) (boven): Het recht (formele juridische rationaliteit) is volgens Weber een noodzakelijke voorwaarde voor het ontstaan van het kapitalisme Het recht is functioneel voor het kapitalisme (recht is een belangrijke factor om voorspelbaarheid in het economische systeem in te bouwen ‘(E)conomic exchange is quite overwhelmingly guaranteed by the threat of legal coercion …(A) stable private economic system of the modern type …(would be) unthinkable without legal guarantees’ (Weber 1954: 29-‐30) o Macaulay lijkt het hiermee oneens te zijn (voor een stuk een weerlegging van Weber): ‘Longterm continuing relations, extended family ties and what Sally Moore calls ‘fictive friendships’ …play a more important role in modern economies than Weberian formally-‐rational systems of contract law’ (Macaulay 1996: 117) Recht niet zo belangrijk in het bedrijfsleven. Er zijn andere niet-‐ juridische ordeningssystemen actief, vnl. de duurzaamheid. Daarmee reageert hij ook dat de berekenbaarheid niet zozeer nodig is Waarom toch geen weerlegging van Weber? o Risiciomijding en –spreiding: Gebeurt vaak door aangaan van nieuwe contracten en op rationele wijze Bedrijven gaan zich indekken tegen bepaalde risico’s door andere contracten af te sluiten (Bv. verzekering Indekken tegen bepaalde verliezen) Vaak meerdere contracten Verschillende leveranciers Risico spreiden
31
o Reden waarom men andere partij niet aan contract houdt Economische rationaliteit, duurzame relatie in stand houden of de zeer hoge kosten op korte termijn niet opwegen tegenover proces o MACAULY IS GEEN WEERLEGGING VAN WEBER! Hij nuanceert Weber in belangrijke mate •
o Wat betekent dit voor zijn analyse? Geen weerlegging, maar thans zijn de duurzame relaties veel minder aanwezig in de zakenwereld. Deze duurzame relaties zijn net de voedingsbodem van Macauly’s theorie. De theorie blijft, maar het menselijke gedrag is veranderd
•
Wat met Macaulay’s bevindingen voor het huidige tijdperk? o Tekst in context: Artikel van Macaulay is bijna halve eeuw geleden gepubliceerd o Zakenwereld is veranderd Hele reeks aanwijzingen die wijzen op toegenomen gebruik van het recht bij contractuele verhoudingen Waarom? Externe omgeving voor bedrijven verandert: stabiliteit (ten tijde van Macaulay’s analyse) maakt plaats voor toegenomen instabiliteit, ten gevolge van (internationale) concurrentie Meer juridische sancties • Bedrijven maken veel meer gebruik van juridische dienstverlening • Groei van de advocatenkantoren, in bijzonder groei procesvoering • Ook bij bedrijven aangroei van de bedrijfsjuristen • Het aantal zaken dat aanhangig gemaakt wordt in contractenrecht verveelvoudigd • Toename gebruik arbitrage/bemiddeling
De regels van de bouwwereld: een bevestiging van Macaulay o Tekst: ‘Van naleving naar beleving van regels: bouwwereld en bouwfraude vanuit een rechtssociologisch perspectief’ o Marc Hertogh, hoogleraar rechtssociologie, Rijksuniversiteit Groningen o Een toepassing van Macaulay op de Nederlandse bouwsector o Centrale vraag: Waarom wordt het wettelijk verbod op prijsafspraken (en vooroverleg) in de bouwsector zo slecht nageleefd? o ‘In de bouw is … op een aantal terreinen het officiële recht naar de achtergrond verdwenen en wordt de sector volledig beheerst door een gedetailleerd stelstel van eigen, interne regels. De belangrijkste vraag is daarom niet of de regels wel of niet worden nageleefd, maar veeleer welke regels worden nageleefd en waarom’ (p. 2)
32
o De casus: Focus van het onderzoek: de grond-‐, weg-‐ en waterbouw Empirisch materiaal? Hoorzittingen van de Nederlandse Enquêtecommissie Bouwnijverheid Juridisch: verbod of prijsafspraken sinds 1992 Praktijk: verbod wordt niet of nauwelijks nageleefd Hoe dit verklaren? • Verklaring enquêtecommissie: resultaat van een gebrek aan rechtshandhaving • Rechtssociologische verklaring: resultaat van een bijzondere ‘rechtsbeleving’ in de bouw Hoe ervaart men het recht? (recht als onafhankelijke variabele) • Recht wordt niet in vraag gesteld • Vergelijking Macauley Recht als obstakel om duurzame relaties te construeren Recht schaadt het vertrouwen • Cf. ‘Stel dat wij met drie advocaten achter elkaar de contracten moeten tekenen! Er moet toch een stuk vertrouwen zijn naar elkaar toe. Wij moeten weten wat wij met elkaar aan het doen zijn.’ Beter bellen met klant in plaats van met advocaat Recht als inflexibel • Cf. ‘Juristen zijn eerbiedwaardige mensen, maar bouwen is in eerste instantie een technisch werk dat op een bepaalde plaats moet gebeuren en waarbij je de producten niet van de schappen kunt halen. Je moet voorkomen dat je in een contractvorm terecht komt, waarbij je de uitzonderingen en de voorwaarden steeds meer formuleert, terwijl je, als het even tegenzit, weer naar een rechter of een andere juridische instantie moet...’ Recht wordt ervaren als een obstakel om efficiënt aan zaken te doen Wat ervaart men als recht? (Recht als afhankelijke variabele) • Recht wordt in vraag gesteld • Gedetailleerd stelsel van rechten en plichten o Cf. ‘Als een bestekje werd uitgegeven, ging een van de partijen na welke partijen een bestekje hadden. Dat waren er dan 3, 4, of 5. Een dag van tevoren kwam je bij elkaar een maakte je een afspraak. Je doet dan aan een stukje werkverdeling...Bij het overleg wordt met elkaar bekeken wie het meest in aanmerking komt voor een werk. Als je niet in aanmerking kwam, deed je gewoon een stapje terug en was je de volgende keer aan de beurt’
33
Bij afspraken wordt de koek verdeeld in een systeem van rechten en plichten = eigen systeem dat men wil handhaven Handhaving door uitsluiting De normen van de bouw o Reciprociteit Tegenover bepaalde rechten staan bepaalde plichten o Gelijkheid in eigen kring Eigen rechten en plichten ‘vereffenen tot je erbij neervalt’ o Welk recht tegenover welke plicht? o Om het recht buiten spel te houden
• •
•
•
•
• •
•
(4.4) Recht als instrument? Adam Podgorecki (1925-‐1998) o Rechtsonderzoek in het communistische Polen, maar zeker geen slaaf van het overheidsapparaat Recht en ‘social engineering’ of ‘sociotechnique’ o ~ Roscou Pound ( social prudence ) o Recht meer en meer zien als een beleidinstrument o Social engineering: sturen/vormen van de samenleving door recht o ‘Sociotechnique is an applied (or practical) social science which serves to inform the practitioner on how to find effective means to realize intended social goals when a given set of values is accepted and a given body of tested propositions describing human behavior is accessible’ (Podgorecki en Schulze 1968: 142-‐3) Teleologische kijk op recht Wetenschap en rationeel beleid o Wetenschap moet de wetten van de samenleving bloot leggen, dus een positivistische benadering. Via technologie bekijken hoe men deze samenleving kan sturen door middel van recht. Dus geen empirische studie maar eerder een programmatorische met een teleologische kijk op recht ‘Law and social engineering’ o Retrospectieve houding = De neiging om elke toestand van onevenwicht te transformeren naar vroegere toestand van evenwicht (achteruitkijken) o Prospectief-accidentele houding = Bij onevenwichtsitutatie hier en nu gaat men via ‘trial and error’ voor de toekomst een oplossing zoeken ( vooruitkijken/ad hoc benadering)
34
o Prospectief-rationele houding = Toekomstgericht, maar op een meer systematische wijze. Doelgericht laat men zich inspireren door de bevindingen van wetenschappelijk onderzoek o ‘Presently legislators have a ‘retrospective’ or a ‘prospective-‐accidental’ attitude toward legal decision-‐making. These attitudes are based on practical experience which is far from a systematic or reliable guide to action. Thus it is necessary to provide the legislator with the means to think in a prospective-‐rational and teleological way’ (p. 177) o Opmerking: Podgorecki is voorstander van prospectief-‐rationele houding, hoewel de andere twee houdingen meer aanwezig zijn in de maatschappij •
De vier principes van Podgorecki o The principle of sufficient description = Het principe van de goede beschrijving van de situatie Voordat je overweegt in te grijpen met recht, moet je eerst voldoende geïnformeerd zijn Bv. Nieuwe regeling loonberekening bij openbare sector, vroeger was het loon afhankelijk van de beroepscategorie, nu is het loon afhankelijk van enerzijds de formele kwalificatie en anderzijds de anciënniteit. Het draait negatief uit voor de meeste mensen, want heel wat actieve mensen beschikten niet over de formele kwalificatie Podgorecki: werkgever had een studie moeten doen naar de doelgroep en hun kenmerken o The principle of analysis of value judgments = Het principe van waardeoordelen Het kan zijn dat de waarde die de wetgever beoogt in conflict staat met andere warden die de wetgever ook beoogt; onverwachte negatieve neveneffecten o The principle of verification of hypotheses Het causale element van de wet bloot leggen. Een verklaring waarom bepaalde veranderingen tot stand zouden komen Bv. Stijging van industriële ongevallen, hoe gaan we dit oplossen? Door middel van veiligheidskledij, maar hoe? Er zijn 3 manieren om dit aan te pakken: • 1) Werknemers krijgen som geld waarmee ze die kledij kopen • 2) Bedrijf koopt zelf kledij en blijft die ook bezitten, dus gaat over op nieuwe werknemer • 3) Bedrijf geeft kledij aan werknemer en werknemer wordt eigenaar
35
•
Podgorecki: We kunnen stellen dat in het laatste geval de werknemer het meeste zorg zal dragen voor de kledij. Want in de eerste hypothese zullen ze het geld ergens anders aan spenderen en in de tweede hypothese zullen de nieuwe werknemers de (gebruikte) kledij weigeren en bedrijven willen niet stockeren/onderhouden. Deze hypothese kan je in acht nemen bij het opstellen van de wet
o The principle of research on the effects of existing laws Loonbeleid obers Polen (Voorbeeld van het effect van bestaande wetten) Tussen 1945 en 1959: 6 verschillende systemen om het loon te bepalen van obers 1) Obers kregen 10% van de rekening (fooi) + basissalaris. Dit systeem bestond voor de oorlog, maar werd geacht in strijd te zijn met de socialistische samenleving 2) Gedeelde van het loon werd bepaald door omzet van het restaurant. Dit was een inefficiënte maatregel, omzet steeg niet en het loon ook niet, waardoor er geen groepsprikkel is 3) Deel van het loon werd berekent door de individuele omzet van de obers. Obers zouden dure producten en alcoholische producten aansmerenóofficiële beleid 4) Variabele deel van het loon afhangen van het aantal borden, hierdoor is er een individuele prikkel, maar het feit dat men maaltijden probeerde te versnipperen op verschillende borden, zorgde ervoor dat ook dit niet efficiënt was 5) Individuele omzet met aftrek van de alcoholconsumptie. Het probleem was dat het niet overal werd ingevoerd 6) Bepaald gedeelte van de individuele omzet + vast bedrag voor bedeling van alcohol Deze systemen vormen een duidelijk voorbeeld van ‘Trial and error’, dus prospectief-‐accidentieel en daarom wil Podgorecki overgaan tot een prospectief-‐rationele houding Enkele kanttekeningen bij recht en ‘social engineering’ o Rechtssociologie of wetssociologie? Het gaat om de studie van bepaalde rechtsregels, dus meer wetssociologie. Weinig over rechtsbeginselen, juridische organisatie, etc. Dit kan een nadeel zijn, want weinig structuur want door focus verliest men de samenhang. o Probleem van generalisatie Het gaat voornamelijk om case-‐studies. In welke mate zijn de bevindingen veralgemeenbaar, Hypotheses gelden vaak maar voor één wet, de wetenschap wil een algemene kijk!
36
•
•
o Recht als middel én recht als doel Niet alle wetten zijn teleologisch/doelgericht Cf. zie hiervoor het college na het paasreces ‘Autonoom recht en totale instellingen’ Het vraagstuk van wetsevaluatie o Zijn wetten zoals worsten? Je wil liever niet weten hoe ze gemaakt worden Wetsevaluatie: waarom, hoe? o Aandacht voor wetgeving omwille van klachten met betrekking tot Kwantiteit van regelgeving is sterk toegenomen Kwaliteit van regelgeving is sterk gedaald Implicaties voor het functioneren van de rechtsstaat (rechtszekerheid, toegankelijkheid)
o Wetsevaluatie = ‘het criteriumgebonden beoordelen van wetten in de ruime zin op grond van juridische, empirische en sociaal-‐ wetenschappelijke gegevens en volgens wetenschappelijke methoden’ (Adams & Van Aeken 1998: 102) o Twee soorten evaluatie: Prospectieve of ex ante-‐evaluatie Evaluatie gebeurt voor dat wetsontwerp een wet wordt • Bv. Wet begrijpelijk, uitvoerbaar, normen handhaafbaar?
Retrospectieve of ex post-‐evaluatie Evaluatie gebeurt na invoering wet • Bv. Worden de normen nageleefd, wordt het doel bereikt (instrumentele opzet), zijn de wetten toegankelijk en bieden ze rechtszekerheid (rechtsbeschermende opzet), treden er neveneffecten op?
37
•
Zinvolle wetsevaluatie in drie fases: o 1) Juridische en legistieke maatstaven = Van technische aard, tegenstrijdigheden, formulering? Deze juridische zaken worden vnl. ex-‐ante worden geanalyseerd, maar Kan ook ex-‐post, problemen in de praktijk, waardoor er vragen rijzen
Juridisch
o 2) Samenhang = Bestudering van wettekst met aanleunende wetteksten, de relatie Met andere relevante wetgeving, maar ook andere rechtsbeginselen
•
o 3) Doeleinden = In hoeverre worden de beoogde effecten bereikt en in welke mate zijn deze ook toe te schrijven aan de wet. Deze sociologische wetenschap zal ex-‐post Sociaal -‐ worden geëvalueerd. Bij bestudering van wetenschappelijk doeleinden kan je langs 2 stappen werken, nl. toepassing, naleving en handhaving of doeltreffendheid, effectiviteit, efficiëntie, impact Toepassing Naleving Handhaving • Doeltreffendheid 4 beoordelingscriteria • Effectiviteit • Efficiëntie • Impact Bron: M. Adams & K. Van Aeken (1998). ‘Evaluatie van wetgeving. Element van een wetgevingskwaliteitsbeleid’, Parl. St. Senaat 1998-‐99, 1-‐ 955/3, p. 107. Parlementair Comité belast met de wetsevaluatie o Wet van 25 april 2007 tot oprichting van een Parlementair Comité belast met de wetsevaluatie, B.S. 11 mei 2007 o ( ex post ), 11 senatoren, 11 leden van de Kamer. Wetten moeten reeds 3 jaar geldig zijn, nodig opdat de impact duidelijk is. Buigt zich over zaken als: leemtes, gebrek aan precisering, gebrek aan samenhang, .. ( opgericht bij wet van 25 april 2007 )
38
•
Interuniversitair Centrum voor Wetgeving (ICW) o Het ICW heeft als voornaamste doelstelling het wetenschappelijk onderzoek inzake wetgeving te bevorderen. Het beoogt daartoe: 1° het onderzoek aan te moedigen of zelf te ondernemen, dat kan bijdragen tot de bevordering van de kwaliteit van wetgeving; 2° te voorzien in een betere doorstroming van informatie over wetgeving en wetgevingsonderzoek; 3° het bevorderen van de contacten tussen onderzoekers, centra en overheidsinstellingen; 4° de coördinatie van wetenschappelijke initiatieven en onderwijs-‐ en vormingsinitiatieven.
39
(Les 5)
De mensen van het recht
Overzicht • (1) Inleiding: wie zijn de mensen van het recht? • (2) Juristen in België • (3) De magistratuur • (4) Het profiel van de Vlaamse advocaat • De empirische rechtssociologie staat nog in zijn kinderschoenen Pragmatisch te werk gaan • Waarom Vlaamse advocaten? Recent werd de Vlaamse advocaat in een studie in kaart gebracht (Gepubliceerd Tekst e-‐reader) Tekst uit de e-reader: • Ponsaers, P. & Parmentier, S. (2009). De Vlaamse advocatuur, een empirisch onderzoek. In : G. Martyn, G. Donker, S. Faber & D. Heirbaut (eds.), Geschiedenis van de advocatuur in de Lage Landen. Hilversum: Uitgeverij Verloren, 371-‐398 • (NIET: punt 1 ‘De stand van het rechtssociologisch onderzoek over de advocatuur in België’, pp. 371-‐384). (1) Inleiding: Wie zijn de mensen van het recht? • De rechtswetenschap is vooral bezig met de inhoud van de rechtsregels Hoe moet je ze op bepaalde casussen toepassen, interpreteren • De rechtswetenschap kijkt veel minder naar de personen die het recht maken, toepassen en uitvoeren Het recht is een zaak van mensen Soms staat men hier niet voldoende bij stil o Grote groep? o Hoe zit het met de verhouding vrouwen/mannen? Het intreden van de vrouw in de juridische wereld is van vrij recente datum (2) Juristen in België ‘Juristologie’: • ‘…een leer van de plaats van de jurist in de samenleving’ (C.J.M. Schuyt (1983), Recht en samenleving, p. 123) • Schuyt gebruikt deze term om de ganse kwestie van de mensen van het recht in de kijker te plaatsen • De analyse in: Huyse, L. & Sabbe, H. (1997). De mensen van het recht. Leuven: Van Halewyck. o = Boek over juridische beroepen (met cijfergegevens uit de jaren ‘90) o Recentere cijfers komen van de FOD justitie Spectaculaire aangroei van juristen • (a) Evolutie nieuw-‐gediplomeerden (grootste groep) • (b) Economisch actieve juristen
40
(a) Evolutie nieuw-‐gediplomeerden • Geen gestage, geen ononderbroken ontwikkeling Fases van expansie, fases waarin het aantal stagneert en fases van terugval o Einde 19e eeuw Eerste groeifase o Kort na WOII Tweede groeifase o 1955-‐1965 Terugval met als dieptepunt 1963 o Vanaf 1970 Exponentiële aangroei • Vanwaar die toename vanaf 1970? o Ontwikkelingen in hoger onderwijs Babyboom van na WO II levert studenten aan Demografisch Meer studenten (met inbegrip van de juridische opleidingen) Investeren in hoger onderwijs Van overheidswege groeit de overtuiging dat investeren in het hoger onderwijs bijdraagt aan de welvaart van de samenleving • Bv. Uitbreiding beurzensysteem Omnivalentie van humanioradiploma’s • De toegangsvereisten tot de rechtenopleiding werden versoepeld • Voorheen mochten enkel de klassiek geschoolden (Grieks en Latijn) starten met de rechtenopleiding o Twee emancipatiebewegingen Vlaamse ontvoogding (emancipatie van de Vlaamse student) • 1960 Amper 40% van wie afstudeerde was Nederlandstalig • In 1990 was dit al meer dan 65% Emancipatie van de vrouw • In 1965 Amper 50 vrouwen met een diploma universitair onderwijs • Rond 1970 Stijgende lijn Meer vrouwen in de rechtenopleiding (b) Economisch actieve juristen • = Zij die met hun diploma aan de slag gaan o De nieuw gediplomeerden kunnen we zien als de ‘bruto-‐juristen’ De economisch actieve juristen zijn de ‘netto-‐juristen’ • 1850-‐1920 Zeer weinig evolutie, nauwelijks beweging o Lichte stijging aan het einde van de 19e eeuw Sociaal onrustige periode (veel stakingen, vormen van de socialistische partij) o Ontstaan wet Lejeune van 1888 Op nauwelijks 3 maanden ontstaan
• •
Reden: Een aantal zeer vooraanstaande stakingsleiders waren net gearresteerd en tot zware straffen veroordeeld Grote druk op de regering Één van de eersten die onder deze wet voorlopig vrijkwam was één van deze stakingsleiders
o Eerste bouwstenen van de sociale wetgeving worden gelegd Notarissen licht dalende lijn (misleidend: veel gewoon juridisch personeel op notariskantoren) De magistratuur Lange tijd een vlakke ontwikkeling en rond 1970 een lichte stijging
41
• •
De advocatuur Tussen 1920-‐1950 ene stijging en vooral van 1970 stijging Overige juristen Bedrijfsleven, overheidsadministraties Zeer grote expansie, vooral vanaf 1970
•
Waarom is er behoefte aan zoveel juristen? o Waaruit bestaat de vraag naar juridische bijstand? Wat doen juristen? Advies Relaties contractueel vastleggen • Gaat zeer ver Van samenwonen, huren en verhuren tot relaties tussen werkgevers en werknemers • Hier wordt ook de notaris gesitueerd Procedurele bijstand o Ontwikkelingen die de vraag stimuleren: Culturele factoren • Bv. Groei van het verkeer Snelheidsbeperkingen, ongevallen • Bv. Conflicten tussen man en vrouw De echtscheiding is een fenomeen van de afgelopen decennia Nieuw samengestelde gezinnen • Bv. De consument wordt mondiger Ook tegen de overheid Economische factoren • Dienstensector uitgebouwd • Organisatie van de industrie Politieke factoren • Nieuwe regeringen (proces van de opeenvolgende staatshervormingen) • Ook de impact van het Europese niveau Enorm veel regelgeving Moet omgezet, geïnterpreteerd en toegepast worden Juridisering • Meer maatschappelijk fenomeen Menselijke relaties worden vaker in juridische termen gevat
42
(3) De magistratuur • Van oudsher een vrij onbekende beroepsgroep Vooral een groep die zichzelf lang heeft afgeschermd van de buitenwereld o Lange tijd buiten de samenleving, het publieke debat o Lange tijd weinig interesse in de magistratuur • Veel veranderd Belangrijk sleutelmoment Crisis Dutroux • Heel wat kritiek over de inmenging van de politiek bij de selectie en bevorderingen van magistraten Oprichting Hoge raad van justitie • Deze groep kwam meer en meer ‘in the picture’ • Historisch: 1850 – 1996 o 1850 – 1940 (net voor WOII) Geleidelijk aan een afname (relatief) van het aantal magistraten In het midden van de 19e eeuw (1850) 12 magistraten per 100 000 inwoners In 1940 8 magistraten per 100 000 inwoners o Na WOII Expansie Nood aan rechters Dossiers rond collaboratie verwerken o 1960 Zelfde relatief aantal als in 1860 o 1960-‐1970 Stijging Gerechtelijke hervorming Oprichting arbeidsrechtbank o Midden jaren ’80 Opnieuw een stijging Sleutelmomenten Oorlogssituatie na 1945 Hervorming van het gerechtelijk landschap begin jaren ‘70 • Samenstelling: recente cijfergegevens (Bron: FOD Justitie (2012) Justitie in cijfers 2011. Brussel: FOD Justitie) o Evolutie aantal magistraten Lichte stijging Iets minder dan 100 magistraten tussen 2003 en 2010 1/3 van de magistraten behoort tot de staande magistratuur 2/3 behoort tot de zittende magistratuur o Verhouding volgens jurisdictie Meer dan de helft behoort tot de rechtbanken van eerste aanleg (52%) Tweede grootste groep Hoven van beroep (15%) Derde grootste Arbeidsrechtbanken (9%)
43
o Verhouding geslacht Vrouwen in de magistratuur Lange tijd taboe Bv. in 1961 1% van het magistratenkorps was vrouw Tot 1970 heeft het geduurd alvorens een vrouw op het niveau van het hof van beroep geraakt 1975 Eerste vrouw op het niveau van het hof van Cassatie 1996 1/3 van de magistraten was een vrouw Algemene evolutie • Vrouwen gaan verder in stijgende lijn • Bij de mannen zien we verhoudingsgewijs een daling 2 plaatsen waar de vrouwen de meerderheid hebben De arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van eerste aanleg Het Hof van Cassatie = een mannenbastion Naarmate je hoger in de gerechtelijke hiërarchie klimt Steeds minder vrouwen Glazen plafond is ook in de juridische wereld aanwezig o Evolutie taalrol Blijft ongeveer gelijk 55% Nederlandstalig 45% Franstalig o Leeftijd Vrij grijze bevolking (1/3 is 50+)
44
(4) Het profiel van de Vlaamse advocaat • Cf tekst uit e-‐reader: Ponsaers, P. & Parmentier, S. (2009). ‘De Vlaamse advocatuur, een empirisch onderzoek’ • Verslag van onderzoek (K.U. Leuven & Universiteit Gent) naar het profiel van de Vlaamse advocatuur (juli 2006 – juni 2007) • Volledige verslag: Parmentier, S. & Ponsaers, P. (eds.) (2008). De Vlaamse advocaat. Wie, wat, hoe? Den Haag: Boom Juridische uitgevers Onderzoek in Gent en Leuven Opbouw en methodologie van het onderzoek • Vier onderzoeksfasen: o De voorbereidingsfase (juli 2006 -‐ november 2006) Uitwerking vragenlijst Grondige vragenlijst samengesteld Pretests Uittesten van de vragenlijst • Waarom? Om te kijken of de vragenlijst werkt, of de informatie die gezocht wordt ook verkregen wordt o De fase van de dataverzameling (november 2006 -‐ januari 2007) Elektronische vragenlijst Verstuurd met medewerking van de Orde van de Vlaamse Balies (Antwoorden in golven vaak 2 herinneringen) o De analysefase (februari -‐ mei 2007) Vaststellingen doen Kwantitatief onderzoek Vooral cijfergegevens Vooral statistische analyse • Variabelen in kaart brengen en relateren met elkaar • 1 variabele Univariate analyse • Meerdere variabelen Bi-‐ of multivariate analyse o De rapportagefase ( mei -‐ juni 2007) o Eigenlijk hierna nog een fase Valorisatiefase De onderzoeksresultaten worden naar buiten gebracht Het boek dat gepubliceerd wordt in 2008
45
De internetenquête • Een onlinebevraging via internetenquête o Voor-‐ en nadelen Het internet is zeer interessant om mee te werken, maar ook zeer vluchtig Men is vaak met verschillende dingen tegelijk bezig Voor de groep van juristen is een internetenquête zeer interessant Zeer vertrouwd met internet-‐computer-‐email o Waarom wordt geopteerd voor dergelijke enquête? Omvang vragenlijst Had te maken met de opdrachtgever Ook de Orde van de Vlaamse Balies had concrete eisen over welk type info bevraagd moest worden Comfort voor respondenten Hangt samen met het idee dat de hedendaagse jurist goed overweg kan met de nieuwe media • Representativiteit van de enquête o Klassiek Men neemt een representatieve steekproef Kleine groep en dan veralgemeend naar de algemene populatie o In dit geval Geen steekproef, wel bevraging volledige populatie Onlinebevraging maakt dit mogelijk (bereikbare populatie) Gebrek aan achtergrondgegevens maakt dit wenselijk Men had onvoldoende gegevens om een representatieve steekproef te nemen Onderzoeksresultaten • (LET OP: fout in één van de noten in tekst e-‐reader: noot 47, p. 389 bevat verkeerde verwijzing naar een tekst van Vilhelm Aubert, NIET ‘Enkele sociale functies van wetgeving’, WEL: ‘Aubert, V. (1970) Law as a way of Resolving Conflict: The Case of a Small Industrial Country' in Laura Nader (ed) Law in Culture and Society, Chicago: Aldine.) Het ongelijk van Aubert (1970) • Auberts (1970) hypothese over de teruggang van de advocaat o Aubert deed een studie van de juridische beroepen in Noorwegen (1815-‐ 1965) Op basis van deze studie stelt hij vast dat er lange tijd een opmars was van de juridische beroepen (vooral advocaten) door de opmars van de industriële samenleving Volgens Aubert verhoogden de advocaten de voorspelbaarheid van de transacties/relaties die voorkwamen in deze industriële samenleving o Naar de toekomst zou deze opmars verminderen volgens Aubert Waarom teruggang? Opkomst van de wetenschappelijke experten Rol van het recht om voorspelbaarheid te creëren neemt af De rol van de advocaat zal verminderen door de opkomst van de wetenschappers Neergang juridische beslissingsmethode Rol van onderhandeling en bemiddeling neemt toe en zal belangrijker worden dan de klassieke beslissingsmethode van de juristen
46
•
o Aubert stond niet alleen in die periode Delegalisering Deincarceratie (minder mensen in de gevangenis) Maar: Hypothese wordt weerlegd door de cijfers
Groeiende beroepsgroep, feminisering en vernederlandsing • Groei o Evolutie van het aantal advocaten in België In 2006 boven de 15.000 o Vlaamse advocaten 56% behoort tot de Vlaamse balies • Feminisering o Nationale cijfers 1935 1,7% vrouwen 1975 Grote spong naar 17,7% 1993 1/3 (32%) van de advocaten is een vrouw o Vlaamse cijfers 2006 37% van de advocaten is een vrouw • Vernederlandsing o Nationale cijfers Per regio 1950 34,9% Vlaams en 35,5% Brussel 1996 44,1% Vlaams en 34,7% Brussel o Evolutie in de verschillende balies Brussel 45% stijging Hasselt 21% stijging Ieper -‐ 10% Daling Enkele andere bevindingen Going solo Vs. Samenwerking o Advocaat als ‘organizational (wo)man’ of ‘team player’ Advocaten gaan zich meer en meer associëren en samenwerken ‘Waarde’ van bijkomende (buitenlandse) diploma’s o Het hebben van een bijkomend diploma is een (financiële) meerwaarde Specialisatie o Specialiseren Lange tijd had men het beeld dat de advocaat alle rechtstakken moest kunnen beheersen Tendens Specialisatie opvoeren • Ook kaderen binnen het samenwerken Des te groter het kantoor, des te kleiner het aantal rechtsgebieden waarop men werkzaam is
47
o Verschillen mannen – vrouwen Mannen specialiseren zich meestal in andere rechtsdomeinen dan vrouwen • Mannen vooral administratief recht, handelsrecht, vennootschapsrecht en fiscaal recht • Vrouwen vooral sociaal recht en familierecht Verloning o Berekening ereloon doorgaans op basis van combinatie van methoden Aan de ene kant Uurloon, de tijd die men erin steekt Aan de andere kant De waarde van de zaak
48
(Les 6)
Meningen over recht
Overzicht: • (1) Inleiding • (2) Vraagstukken van legitimiteit, effectiviteit en publieke opinie • (3) Publieke opinie meten: Justitiebarometer en European Social Survey o (3.1) De Justitiebarometer o (3.2) European Social Survey (ESS) • (4) Een uitloper uit de Justitiebarometer: de rol van procedurele rechtvaardigheid Tekst e-reader: • De Mesmaecker, V. (2009). Ervaring met justitie als differentiërende factor in het oordeel over justitie. Een introductie tot procedurele rechtvaardigheid. Rechtskundig Weekblad, 14, 562-‐576, NIET: vanaf ‘IV. Procedurele rechtvaardigheid in de Belgische strafrechtspleging’ (pp. 567-‐576) Gepubliceerd voor het verschijnen van de derde justitiebarometer in 2010 Gaat over de eerste 2 barometers (1) Inleiding • Meningen over het recht o Heel veel publieke opinie onderzoek o Ook heel andere meningen: Bv. Magistratuur, advocaten, slachtoffers van criminaliteit, gedetineerden o Veel meer dan enkel publieke opinie • Meningen over iets worden ook op andere plaatsen, via andere kanalen gecommuniceerd (aan de toog op café, aan tafel met Pasen, in een cartoon) (2) Vraagstukken van legitimiteit, effectiviteit en publieke opinie • Algemeen o Oud vraagstuk: openbaarheid en verantwoording Vooral voor een belangrijk deel aan de oppervlakte bij de kritiek op het Ancien Regime in Frankrijk Geheimzinnige rechtsbedeling, overdreven straffen Verlichting heeft net te maken met het schijnen van licht op duistere plekken De duisterheid verdrijven o Bijvoorbeeld: Jeremy Bentham (1748-‐1832) en het zgn. ‘PANOPTICON’ Bentham was één van de grondleggers van de utilitaristische kijk op het strafrecht Panopticon gaat uit van de ideale gevangenis (nooit geconstrueerd) • Vooral gekenmerkt door zichtbaarheid, effectieve controle
49
Centrale toren cellen rondom De mogelijkheid dat er iemand in de toren zit zou de gedetineerden tot kalm gedrag brengen o Zichtbare gevangenen, zichtbare gevangenissen Maar ook zeer actueel o De zgn. kloof burger – politiek o De ‘witte mars’ van 20 oktober 1996 o Justitie in brandpunt van belangstelling In de zomer van ’96 breekt de Dutroux-‐crisis uit Deze discussie was eigenlijk al langer aan de gang (Bv. Bende van Nijvel) Meer aandacht voor transparantie De justitiebarometer is uitgewerkt begin jaren 2000 Hangt samen met de maatschappelijke context van einde jaren ‘90 o Bezoedeld imago van politie en justitie o Impact vertrouwenscrisis: Effectiviteit Politie en justitie zijn per definitie afhankelijk van burgers • Politie Vooral afhankelijk van de aangifte van burgers (van misdrijven en criminaliteit) Legitimiteit De burger moet ook vertrouwen hebben in de instellingen en het functioneren ervan, vooral belangrijk voor Justitie (Justitie heeft geweldmonopolie Dit geweld moet legitiem en transparant zijn) Diverse ‘gebruikers’ en mensen van het recht, diverse meningen over het recht o Meningen van magistraten Onderzoeksequipe van 3 mensen die in 5 gerechtelijke arrondissementen een 40tal magistraten hebben bevraagd • Bv. Gebrek aan een geharmoniseerd seponeringsbeleid •
•
•
Bv: L. Dupont, S. Christiaensen en P. Claes, ‘Knelpunten betreffende het functioneren van het strafrechtelijk vooronderzoek. Samenvattend verslag van een empirische studie’, Panopticon, 1992, 215-‐243
o Meningen van advocaten Ervaringen die de Vlaamse advocaten hebben met de gerechtelijke diensten
Bv. Orde van Vlaamse Balies, Justitierapport 2010: De Vlaamse advocaat en de rechterlijke diensten. Brussel: Orde van Vlaamse Balies
o Meningen van (potentiële) slachtoffers De Vicitim-‐Surveys Er wordt personen gevraagd naar gevoelens van onveiligheid, ervaring met justitie als slachtoffer, …
Bv. J. Van Dijk, J. Van Kesteren en P. Smit (2007). Criminal Victimisation in International Perspective. Key Findings from the 2004-‐05 ICVS and EU ICS. Den Haag: WODC
50
o Meningen van gedetineerden Jaren ’50 Controversieel onderzoek in Nederland In die tijd veel kritiek op dit onderzoek 50 jaar later is dit onderzoek nog eens overgedaan Bv. M.Moerings, M. Boone & A.A. Franken, Meningen van gedetineerden – Vijftig jaar later. Boom: Boom Juridische uitgevers, 2008, 130p
o Meningen van burgers
(3) Publieke opinie meten: Justitiebarometer en European Social Survey (ESS) • Twee illustraties: o Een nationale meetinstrument ‘Justitiebarometer’ o Een Europees meetinstrument ‘European Social Survey’ (ESS) • (3.1) De Justitiebarometer o De Justitiebarometer Meetinstrument dat houding van Belgische bevolking t.a.v. justitie in kaart brengt (dat ook herhaaldelijk kon gebruikt worden, niet éénmalig) Ontstaan in 2000 Drie afname’s tot dus ver (2002, 2007, 2010); vierde afname is gepland voor 2013 Hoge Raad voor de Justitie • Het is niet de Hoge Raad die dit onderzoek uitvoert Privé bureau o Tabellen en cijfers komen uit Justitiebarometer 2010 o
Referentie: GfK Significant, Rapport Justitiebarometer 2010. 83p. http://www.csj.be/sites/5023.fedimbo.belgium.be/files/press_publications/baro-‐2010-‐ n_0.pdf
o Methodologie justitiebarometer 2010 Representatieve Steekproef: 3237 inwoners (Antwoorden kunnen dus getransponeerd worden naar de gehele samenleving) Bevraging: 27 april – 1 juni 2010 Telefonische bevraging (CATI: Computer Assisted Telephone Interviewing) Op het scherm verschijnt voor de interviewer de vragenlijst Onmiddellijk ingegeven Gemiddelde duurtijd van enquête: 22 minuten (vrij lang voor een telefonische enquête) • Hoe komen ze aan die telefoonnummers De telefoonnummers hebben enkel betrekking tot mensen die een vast toestel hebben Kritische kanttekening: Veel jonge mensen hebben geen vast toestel (meer) Ze ertoe kunnen leiden dat een bepaalde groep mensen wegvalt uit de studie
51
Zes delen in het rapport: • Vertrouwen in justitie, in het algemeen • De werking van het gerechtelijk apparaat • Ervaring met justitie • De actoren van justitie • Burgerlijk recht • Strafrecht We behandelen een selectie figuren uit de in het rood aangeduide secties van het rapport o Vertrouwen in justitie, in het algemeen Telkens een formulering van de vraag
• • •
Meest vertrouwen in onderwijs Daarna Politie Vooral de Religieuze instellingen kunnen niet op vertrouwen rekenen
52
• • •
Het onderwijs blijft bovenaan de lijst Politie gaat in stijgende lijn Ook hier staan de Religieuze instellingen achteraan
•
Bijna ¾ van de correspondenten is van mening dat er leemte is op vlak van informatie voor de burger Publieke opinie onderzoek gaat op zoek naar houdingen/meningen Vaak zal je je moeten afvragen wat de waarde is van de mening van de persoon in kwestie als hij niet weet waar het precies over gaat
•
53
•
Evolutie
•
Landen die vooral in onze buurt liggen of in het Noorden van Europa scoren hoog Veel minder vertrouwen in Zuid-‐Europa In Oost-‐Europa is het vertrouwen helemaal zoek
• •
54
o De werking van het gerechtelijk apparaat
Bijna 1/3 Belgen hebben geen interesse over wat een politieke partij vindt van Justitie
55
95% is van mening dat het te lang duurt Op vlak van procedurefouten is 1/3 van de Belgen het er mee eens dat dit tot vrijspraak moet lijden Juridische taal is onvoldoende duidelijk (72%)
56
o Ervaring met justitie Waarom misschien interessanter? Hier zijn het mensen die effectief ervaring met justitie hebben
57
58
59
o Strafrecht
60
60% van de respondenten wordt de voorwaardelijke invrijheidsstelling als niet wenselijk geacht
Veel voorstanders van elektronisch toezicht Moeilijk te rijmen met hierboven waar men overwegend tegen de voorwaardelijke invrijheidstelling is Schijnbare tegengestelden mogelijk Beperkte vraagstelling (weinig mogelijkheid voor nuances)
61
62
•
(3.2) European Social Survey (ESS) o Verschillende thema’s Ronden o Ronde 5 van ESS: bijzondere aandacht voor vertrouwen in justitie 45 vragen rond ‘Trust in Justice’ Bevraging einde 2010, in 28 Europese landen o Eerste analyse op 20 landen waarvan vergelijkbare data beschikbaar waren (november 2011) 39.000 face-‐to-‐face interviews ‘Trust in Justice: Topline Results from Round 5 of the European Social Survey’ o Resultaten In bepaalde landen zijn de mensen zeer tevreden over het optreden van de politie In andere lande dan weer totaal niet Onpartijdigheid van beslissingen van de politie • Scandinavische landen scoren steeds goed • Rusland scoort slecht Vertrouwen in de rechtbanken Corruptie bij politie en rechterlijke organisatie • Hoe vaak nemen politieagenten een steekpenning aan/ laten zich omkopen? • Gelijkaardige vraag voor de rechtbanken • Rusland scoort hoog voor deze vragen • De Scandinavische landen scoren laag o Enkele kanttekeningen bij publieke opinie-‐onderzoek (1) Een methodologische kritiek op Justitiebarometer 2010 (enkel hier) In de presentatie van de resultaten is er een categorie weggevallen • Wat is er gebeurd met antwoordcategorie ‘geen mening’? o Dit is een belangrijke categorie o Het onderzoeksbureau heeft de categorie ‘geen mening’ verdeeld over de andere antwoorden (niet gecommuniceerd) moeilijker om evoluties in kaart te brengen • Welke vertekeningen levert dit op in de presentatie van de resultaten? o Een aantal procentpunten op bepaalde vragen zouden op die manier vertekend zijn Tussen de 0 en de 8 % (in absoluut aantal niet zo groot maar voor evoluties is dit wel van belang) • Wat zijn de gevolgen voor (toekomstige) studies van evoluties in houdingen t.a.v. justitie? o Ze spelen voornamelijk in de positieve beeldvorming van justitie Voordeel voor Justitie Cijfers mooier voorgesteld • Mercelis en Hubeau (2011: 2)
63
(2) Wat is ‘de’ publieke opinie? • Een eerste groep die kan geïdentificeerd worden, zijn de verschillende personen die beroepsmatig actief zijn in Justitie Bv. Rechters, griffiers, advocaten • Een tweede groep Mensen die niet rechtstreeks in dat systeem functioneren, maar toch nog steeds ruim over geïnformeerd zijn Bv. Academici, gerechtsjournalisten, beleidsmakers • Een derde groep De gebruikers van Justitie die direct ervaring hebben met Justitie • Een vierde groep Potentiële gebruikers zonder directe ervaring • Als men spreekt over ‘de publieke opinie’ is het belangrijk te weten over welke sectie men het heeft (3) Wat is de waarde van bepaalde meningen? Is elke mening ‘even-‐waardig’? • Als een magistraat een bepaalde uitspraak doet over de gerechtelijke achterstand dan heeft die uitspraak een andere waarde dan de uitspraak hierover van de man in de straat die er niets van weet (4) Een band / welke band met het beleid? • Inspiratie voor beleid? Welke inspiratie voor beleid? • Of …: ‘Politicians use public opinion surveys in a manner that a drunk uses a lamppost, for support rather than illumination’ (Flanagan & Longmire 1997) Wanneer de cijfers handig zijn om iets te ondersteunen, dan zal men ze gebruiken, anders niet (4) Een uitloper uit de Justitiebarometer: de rol van procedurele rechtvaardigheid • Vaststelling: De Belg die ervaring heeft met justitie beoordeelt justitie minder positief dan de Belg zonder dergelijke ervaring Discussie over procedurele rechtvaardigheid • Hoe komt dit? o Omwille van het resultaat? Of o Omwille van de procedure zelf? Stelling: Het heeft vooral te maken met de procedure. De procedure wordt belangrijker geacht dan het resultaat Artikel: ‘Preken tegen kinderen helpt niet’ Kinderen hebben geen problemen met regels, wel met de dreigende manier waarop ze uitgesproken worden
64
•
Een procesgerichte benadering o Elementen uit Justitiebarometer die ruimte laten voor procesgerichte kijk: Wie ervaring heeft met justitie beoordeelt de bestraffing in het algemeen als voldoende streng ( In tegenstelling tot totale groep respondenten, waar bestraffing in het algemeen als onvoldoende streng wordt beoordeeld) De uitkomst wordt als voldoende streng beoordeeld Meerderheid van burgers met ervaring met justitie is ontevreden over de manier waarop zijn zaak werd behandeld Argumenten dat het vooral gaat over het procesaspect en minder over de uitkomst
•
Theorie van procedurele rechtvaardigheid (De wijze waarop de mensen worden behandeld zou zwaarder doorwegen dan de uitkomst bij de beoordeling van Justitie) o Distributieve Vs. procedurele rechtvaardigheid Distributief Uitkomst Procedureel Het ganse gebeuren o Thibaut & Walker (1975) • Percepties van de burger van de rechtvaardigheid van het rechtsgebeuren en tevredenheid over dat rechtsgebeuren zijn niet enkel afhankelijk van het resultaat, maar ook van kenmerken van de procedure die tot het resultaat leidde o Drie belangrijke principes: (1) Rechtvaardigheidsoordeel van partijen omtrent het geheel van de rechtspleging wordt positiever naarmate rechtvaardiger procedures worden gehanteerd Hoe rechtvaardiger de procedures, hoe positiever het oordeel van de burger (2) Een negatieve beslissing blijkt beter aanvaardbaar te zijn wanneer deze het resultaat is van een rechtvaardige procedure (3) Het gebruik van procedures die als rechtvaardig worden beschouwd vergroot de legitimiteit van het rechtsstelsel en daardoor ook de nakoming van de wet door de burger Normconformiteit zal gestimuleerd worden door processuele aspecten Subjectieve procedurele rechtvaardigheid o Objectieve Vs. subjectieve procedurele rechtvaardigheid Objectieve procedurele rechtvaardigheid heeft betrekking op objectieve standaarden Bv. Onpartijdigheid, onbevooroordeeld vooronderzoek
•
65
o Subjectieve procedurele rechtvaardigheid Percepties, de persoonlijke ervaring die men heeft bij ervaringen met Justitie Vier componenten: • (1) Controle De mate dat men als partij zelf controle heeft over de gang van zaken • (2) Participatie In welke mate kan de persoon in kwestie participeren aan het ganse rechtsgebeuren (Bv. Mogelijkheid om mening te uiten) • (3) Respectvolle en onpartijdige behandeling Hoe wordt men door de verschillende actoren behandeld Relationele factoren o Stand (Verlangen om met respect, met waardigheid behandeld te worden) o Trust (Verwachtingen ten aanzien van Justitie) o Neutrality (Neutraliteit) • (4) Resultaat (Niet het belangrijkste, meer een component binnen het ruimere plaatje)
66
(Les 7)
Toegang tot recht
Overzicht: • (1) Inleiding • (2) Marc Galanter: De duivel schijt altijd op de grote hoop • (3) Doodstraf, sociale wetenschap en discriminatie (geen tekst in e-‐reader) Tekst e-reader: • Galanter, M. (1996). De duivel schijt altijd op de grote hoop. Bespiegelingen over de grenzen van rechtshervorming. In: J. Griffiths (ed.), De sociale werking van recht (derde druk). Nijmegen: Ars Aequi, 389-‐421. o § 5 alternatieven voor het officiële systeem Niet kennen (406-413) (1) Inleiding • Google suggesties bij ‘Need a lawyer’ But have no money, can’t afford one • Google suggesties bij ‘Need legal advice’ Free, now free, divorce o Toegang tot het recht Voor de gewone mensen meestal geen rechtstreekse toegang Je moet deskundigen ter zake (juristen) raadplegen o Bij Aubert Jonge meisjes als huishoudelijke hulp Ontoegankelijke juridische taal Heel veel drempels o Toegang tot het recht is voor de meesten van ons pas mogelijk via het raadplegen van juristen De eenmalige gebruiker van het recht zit in een ondergeschikte positie tegenover de veelgebruiker van het recht • Enkele klassieke studies o Vooral in de jaren ’60 en ’70 Periode waarin de rechten van allerhande groepen meer en meer op de agenda komen o D. Caplowitz The poor pay more (1963) Studie Betrekking op privaatrecht Het kopen op afbetaling Heel wat kopers op afbetaling komen in financiële moeilijkheden • Vaak te wijten aan onwetendheid over het contract dat men afsluit • De bedrijven die het aanbieden maken het de kopers zeer makkelijk om dingen aan te schaffen op afbetaling o Snelle levering o Mogelijkheid om ‘te gebruiken’ en gratis terug te sturen Vooral de zwakkere groepen in de samenleving getroffen Het recht beschermt deze groepen niet (genoeg)
67
o J. Reiman The rich get richer and the poor get prison (1979) Strafrecht De rijken bezondigen zich meer aan fiscale fraude, witteboordencriminaliteit Brengen veel meer maatschappelijke schade dan Bv. een kleine diefstal. De rijken vallen door de mazen van het net en de armen gaan wel naar de gevangenis o R. Goldfarb Ransom: a critique of the American bail system (1965) Het systeem van de borgsom Vooral de armen voelen de weerslag van het borgsysteem Ze kunnen er geen gebruik van maken en worden ze dus extra hard geraakt Ze kunnen het geld niet ophoesten en belanden in de gevangenis voor hun proces voorkomt en zullen dus langer in de gevangenis verblijven o R.D. Schwartz & J.H. Skolnick Two studies of legal stigma (1962) Wat is de impact van een veroordeling? Het feit dat men in contact is gekomen met het strafrechtsysteem
Student moest gaan solliciteren bij 100 verschillende bedrijven • A 25 niets vermeld • B 25 beschuldigd van aanranding maar vrijgesproken met brief van de rechter • C 25 beschuldigd van aanranding maar vrijgesproken • D 25 beschuldigd van aanranding en veroordeeld Juridisch gezien dezelfde situatie bij vrijspraak Maar wel verschil door brief van de rechter Stigma dat aan de persoon van de veroordeelde/verdachte kleeft De kwestie van rechtshulp o J. E. Carlin & J. Howard Legal representation and class justice (1969) In welk mate maken mensen gebruik van rechtshulp? De hogere klassen huren veel couranter een advocaat in dan mindere klassen en ook betere advocaten Waarom?
•
68
Hebben lagere klassen minder juridische problemen? • Zowel de lagere als de hogere klassen kunnen potentieel nood hebben aan juridische dienstverlening Vooral de inhoud van de dienstverlening zal verschillen Worden de belangen van de lagere klassen via andere wegen behartigd? • Tot op zekere hoogte Ja, maar niet voldoende om een verklaring te beiden voor het grote verschil Werkelijke oorzaak Lagere klassen beseffen veel meer niet dat een probleem ook een rechtsprobleem is Het identificeren van de juridische dimensie gebeurt bij de lagere klasse niet goed
(2) Marc Galanter: De duivel schijt altijd op de grote hoop • Marc Galanter, professor aan de Universiteit van Wisconsin • Tekst e-‐reader is ingekorte + vertaalde versie van het oorspronkelijke artikel: M. Galanter (1974) ‘Why the “haves” come out ahead: speculations on the limits of legal change’, Law and Society Review, 95-‐150. Klassieke tekst • De duivel schijt altijd op de grote hoop = De rijken worden altijd rijker Wie over macht beschikt heeft de neiging om dit altijd verder uit te breiden • Toegang tot het recht o Individueel bekijken Omwille van de opleiding, info waarover ze beschikken Psychologie o De tekst vertrekt niet vanuit een individueel perspectief Een sociologische kijk Galanter kijkt naar de relaties tussen de verschillende partijen De positie van waaruit men optreedt in het rechtssysteem o De kern van het verhaal is de focus op de partijen • Inzet van het artikel o Doel: ‘….een aantal hypothesen …formuleren over hoe de fundamentele structuur van het rechtssysteem de mogelijkheden schept en beperkt om het systeem te gebruiken als een middel tot herverdeling’ (p. 389) In welke mate schept het systeem mogelijkheden of belemmeringen om het systeem te gebruiken o Rechtssysteem bestaat uit vier elementen: Regels Wetgeving Rechtbanken Instellingen die de regels toepassen Juristen De mensen van het recht De personen die over een gespecialiseerde deskundigheid beschikken om zich in die instellingen en met die regels vakkundig en deskundig uit de penarie te helpen Partijen De mensen die zich met bepaalde eisen (of verweer) komen aanbeiden bij de rechtbanken
69
•
•
o Volgorde behandeling door Galanter Partijen, juristen, rechtbanken, regels Typologie van partijen o Kernbegrippen van Galanter o One-shotter (OS) Die personen of organisaties die slechts éénmalig of alleszins niet systematisch hun toevlucht zoeken tot het recht • Bv. Scheidingszaak Er staat dus veel op het spel Die ene zaak kan belangrijke gevolgen hebben o Repeat-player (RP) Personen of organisaties die zeer vaak gebruik maken van het recht Bv. Bedrijven, verzekeringsmaatschappijen, het OM Er is dus minder in het geding Bepaalde risico’s kunne gespreid worden over verschillende rechtsgedingen o De RP bouwen een bepaalde deskundigheid op en kunnen bepaalde risico’s nemen die de OS niet kan Voordelen van de RP o Overzicht Veel makkelijker overzicht bewaren dan OS o Deskundigheid / toegang tot specialisten Verschillende keren meermaals in contact met het recht Vaardig worden met het recht o Informele contacten Men leert mensen kennen, wekt vertrouwen o Onderhandelingsreputatie Belang bij om reputatie op te bouwen en te handhaven Goed voor de geloofwaardigheid o Litigation als kansspel De hele rechtspleging zien als een kansspel Voor een OS is het alles of niets Voor een RP kunnen er risico’s gespreid worden en kan dus inzetten/gokken o Totstandkoming van de regels De OS kan maar één keer in contact komen met de regels Voor een RP is het interessant om te kijken of de regels waar men veel mee in contact komt niet vatbaar zijn om te veranderen Lobby o Litigation om de regels Rechtsvorming Regels en de inhoud van de regels zijn van belang voor de RP o Regels die penetreren onderscheiden De RP kan veel beter inschatten welke rechtsregels zullen penetreren naar het werkveld en dus echt van belang zijn o Middelen inzetten voor penetratie gunstige regels
70
•
•
Vier typen van litigation
o Cel II De RP die het recht vaak op een routinematige wijze hanteert Lopende band afhandeling van conflicten o Wanneer bepaalde RP banden met elkaar hebben opgebouwd kan het interessant zijn om hun conflicten buiten het recht te regelen Advocaten o Vraagstuk met betrekking tot de aard / verdeling van juridische dienstverlening o RP in het voordeel De RP krijgen toegang tot betere advocaten dan de OS Advocaten zullen zich makkelijker identificeren met een RP (advocaten zijn zelf RP) o Specialisatie in voordeel van OS? Galanter is pessimistisch: Specialisten (in Galanters tijd) behoren meestal tot lagere echelons van beroep Ze hebben vaak problemen met mobiliseren van klantenkring Geïsoleerde relatie met OS leidt tot stereotiepe / onvruchtbare rechtshulpverlening (want éénmalig) Ze hebben problemen met ontwikkelen van lange termijnstrategie Logisch als men met OS werkt
71
•
•
•
Institutionele voorzieningen en regels o Twee kenmerken van institutionele voorzieningen (rechtbanken) Opnieuw in het voordeel van de RP: Passief Ze gaan niet zelf op zoek naar rechtsgeschillen RP vindt makkelijker zijn weg naar de rechtbank Overbelast Fameuze gerechtelijke achterstand Zij zoeken dus ook naar alternatieve wegen om conflicten af te handelen o Regels die ‘oudere, cultureel dominante belangen’ bevoordelen (p. 405) De RP hebben voordeel bij deze bestaande regels Deze stelling is niet noodzakelijk marxistisch getint Geen ‘conspiracy-‐theory’ De stelling is vooral dat door de positie van de RP Hij dus de regels veel beter kent en effectief kunnen gebruikt worden Samenvattend: waarom de ‘haves’ het gewoonlijk beter doen
Alternatieven voor het officiële systeem (niet)
72
•
Hervormingsstrategieën o Belangrijkste Ingrijpen in de verschillende elementen om de positie van de OS sterker te maken tegenover de RP o Regelverandering o Uitbreiding van de institutionele voorzieningen o Uitbreiding van de juridische dienstverlening o Verhoging van de organisatiegraad van ‘have-‐not’-‐partijen Belangrijkst De OS moeten zich meer gaan organiseren als RP Als zij zich kunnen verenigen tot RP, zullen zij ook over de voordelen van RP kunnen beschikken en zich makkelijker kunnen verweren tegen deze RP
(3) Doodstraf, sociale wetenschap en discriminatie • Doodstraf en sociale wetenschap: een moeilijke relatie • Gelijk hebben =/= gelijk krijgen • McCleskey v. Kemp (1987) één van de meest controversiële zaken in geschiedenis Amerikaanse Hooggerechtshof o Bepaalde groepen belanden blijkbaar gemakkelijker op death row dan anderen o Casus illustreert de moeilijke relatie tussen de juridische logica (het onderbrengen van bepaalde feiten in bepaalde wettelijke categorieën) en de wetenschap (proberen de feiten te beschrijven, te verklaren) o Resultaat De wetenschap zal terzijde geschoven worden McCleskey zal op de elektrische stoel belanden • Doodstraf in Amerika: achtergrond o Furman v. Georgia (1972) Beslist dat de toepassing van de doodstraf in Amerika Dat die niet de toets van de Amerikaanse grondwet doorstond De doodstraf werd willekeurig toegepast De verschillende staten in de VS die nog beschikten over de doodstraf hebben een probleem Fundamentele vaststelling dat er problemen waren met de procedures van de doodstraf In 1972 Moratorium Geen executies voor enkele jaren Tot 1976 Nieuwe zaak De nieuwe procedures bieden meer waarborgen o Gregg v. Georgia (1976) Even opgeworpen om de doodstraf af te schaffen om fundamentele redenen zoals in Europa Onmenselijke sanctie Maar de Amerikaanse samenleving vindt dat de doodstraf nog steeds kan Deze zaak brengt een einde aan dat moratorium (hierboven) De nieuwe procedures bieden meer waarborgen
73
•
•
o Verdere ontwikkelingen Super Due Proces Soort van doorgedreven aandacht voor procedures waardoor death row zaken vele jaren kunnen aanslepen (Sociale) wetenschap en debat over doodstraf o Afschrikking: Vaak ingeroepen als rechtvaardiging voor de doodstraf Schrikt de doodstraf af? Nooit echt aangetoond o Kosten: Is de doodstraf ‘kostenbesparend’? Één executie van 1 persoon kost de samenleving 2 miljoen dollar Advocaten kosten veel meer dan gevangenisbewakers o Rechterlijke dwaling: Is de doodstraf vrij van fouten? In welke mate staan de nieuwe super due proces procedures garant voor een feilloos rechtssyteem? Er vinden nog steeds onschuldigen de dood o Discriminatie: Heeft elkéén, ongeacht huidskleur, een gelijke kans op de doodstraf? Eén van de heikele thema’s: discriminatie tegen zwarten o In de 17e eeuw heel wat zwarten uit Afrika getransporteerd naar Amerika om het tekort aan arbeidskrachten op te vangen Bv. Tabaksplantages o De rol van ‘race’ en segregatie in Amerikaanse geschiedenis: slavernij Als slaven moesten ze arbeiden Jim Crow-‐wetten Na de afschaffing van de slavernij Nog steeds segregatie • Zwarten in aparte ruimtes onderbrengen • Aparte restaurants voor zwarten o De geschiedenis van lynching Tussen 1890 en 1930 Zwarten die door een blanke massa opgepakt worden en worden verbrand, opgehangen, … Niet toevallig De staten (Vooral zuiderse staten) waar deze lynchings vooral doorgingen Nu nog het meeste executies o Wanneer een verdachte veroordeeld wordt voor moord op een blank slachtoffer is de kans veel groter dat hij op death row belandt dan als het gaat om een zwart slachtoffer
74
•
•
•
•
De zaak Warren McCleskey: enkele feiten o 12 oktober 1978: Veroordeling McCleskey (Zwart) voor gewapende overval en moord op een blanke politieagent McCleskey krijgt de doodstraf o Lange beroepsprocedure, met als hoogtepunt: de bekende zaak voor het Hooggerechtshof McCleskey v. Kemp (1987) o 28 september 1991: executie McCleskey te Georgia, via elektrische stoel Het onderzoek van David Baldus en collega’s o Zeer omvangrijke statistische studie o Hoe discriminatie vaststellen? Enkele eerdere belangwekkende studies Dus niet de eerste keer dat een wetenschappelijke studie wordt gebruikt in de rechtbank om discriminatie aan te tonen o Het onderzoek van Baldus, Pulaski & Woodworth (1983) Ingeroepen door de verdediging van McCleskey Onderzoek van + 2000 moordzaken in Georgia (1973-‐1979) Controle via 230 variabelen Belangrijkste bevinding: Verdachten die aangeklaagd worden voor moord op blanke slachtoffers hebben 4,3 keer méér kans op de doodstraf dan verdachten die aangeklaagd worden voor moord op zwarte slachtoffers De uitkomst in McCleskey v. Kemp (1987) o 5 tegen 4: negatief Nipte beslissing o Beslissing van de meerderheid (auteur: Justice Lewis Powell) De bevindingen van de studie werden niet in vraag gesteld De studie toont niet aan dat er sprake is van een bewuste opzettelijke discriminatie (er is geen intentie) o Dissenting opinions (auteurs: Justices Brennan, Blackmun en Stevens) Stevens Openlijk gezegd in 2010 dat hij spijt heeft van zijn standpunt destijds Nasleep o Statistieken horen niet thuis in de rechtszaal? Het statistisch wetenschappelijk onderzoek wordt verbannen uit de rechtbank o Onderzoek heeft soms tijd nodig om door te dringen Een aantal van de rechters die bij McCleskey gezeteld hebben na hun ambt gezegd dat zij hun beslissing hebben betreurd o Bevestiging van de spanning tussen beoordeling in individuele gevallen enerzijds en het totale plaatje anderzijds Juridische logica Vs. sociaal-‐wetenschappelijke logica Spanning in het thema over de ongelijke toegang tot het recht
75
(Les 8)
Mensenrechten en de sociologie van ontkenning Overzicht • (1) Inleiding • (2) De sociologie van ontkenning • (3) Mensenrechten, folterpreventie en de sociologie van ontkenning o (3.1) De preventieve wende o (3.2) Meer dan twee decennia folterpreventie in Europa o (3.3) België en het CPT o (3.4) Het CPT en de sociologie van ontkenning Tekst uit de e-reader: • Cohen, S. (1996). Human rights and crimes of the state: the culture of denial. In: J. Muncie, E. McLaughlin & M. Langan (eds), Criminological Perspectives. A Reader. Londen: Sage, 489-‐507. vanaf paraf ‘The culture of denial’ (p.495 tot einde) (1) Inleiding • Een overvloed aan informatie over (schendingen van) mensenrechten, maar wat gebeurt er met al die informatie? o In ons dagelijks leven worden we geconfronteerd met onprettige informatie (hongersnood, oorlogsgeweld in de wereld Bv. Syrië) o Vaak zit er een oproep tot actie in bepaalde info Typisch bij media-‐ acties (Bv. Music For Life) o Wat doen we met al die info? Komt die ook terecht bij de personen waar ze terecht zou moeten komen? Vaak komt ze niet juist terecht Vaak wordt er niet gehandeld naar de feiten die worden meegedeeld o Gaan we reageren of ontkennen? o Hoe gaan overheden om met vervelende info met betrekking tot de schending van mensenrechten? (2) De sociologie van ontkenning • Stanley Cohen (1942 -‐ 2013) o Ook de uitvinder van het concept van de morele paniek (overreageren op bepaalde verschijnselen) o Ook veel aandacht aan de ontkenning Het onvoldoende reageren o Gespecialiseerd in processen van overreageren en onderreageren • Persoonlijke achtergrond: o Groeit op in Apartheid Zuid Afrika o 1980-‐1994: woont en werkt in Israël Vooral interessant omdat hij daar betrokken werd bij de mensenrechtenorganisatie B’Tselem
76
• • •
•
o Verleent medewerking aan mensenrechtenorganisatie B’Tselem Rapport over ondervraging van Palestijnen tijdens de Intifada (Het protest van de Palstijnen tegen de bezetting van Israël dat zich intwikkelt vanaf 1987) Marteling en foltering van Palestijnen om de Intifada te onderdrukken Het rapport wil deze folteringen in kaart brengen (er kan niet meer gediscussieerd worden over de feitelijkheid ervan) Cohen is zeer teleurgesteld Intellectuelen die deelnemen aan het publieke debat in Israël spreken zich niet uit over het geweld (Er is een kloof tussen de beschikbare info door het rapport en de actie (het handelen van de intellectuelen in de Israëlische samenleving) De centrale vraag: Wat doen mensen met overvloed aan informatie over gruwel en lijden? >>> interesse in ontkenningsmechanismen Volgende twee slides: o Enkele foltertechnieken (‘closet’ en ‘Al-‐Shabah’) besproken in S. Cohen & D. Golan (1991). The Interrogation of Palestinians during the Intifada: ill-‐ treatment, ‘moderate physical pressure’ or torture? Jerusalem: B’Tselem, pp. 48-‐49. o Interpretatieve ontkenning = de feiten worden anders benoemd Is iets foltering of gaat het louter om een matige vorm van fysieke druk? Criminologie en criminaliteit door de staat o Vroege fase van radicale criminologie (einde ‘60 – midden ‘70): aandacht voor ‘crimes of the powerful’ – met inbegrip van de staat Kritische criminologie De klassiek criminologie was veel te veel gefocust op de kleine crimineel De grote vissen glipten door de mazen van het net Meer aandacht voor de staat, overheden, grote bedrijven, als overtreders van wetten o Daarna (midden ‘70—midden ’80): criminaliteit door de staat verdwijnt grotendeels van criminologische onderzoeksagenda
77
•
•
o Vanaf midden ‘80: criminaliteit door de staat keert terug op de agenda onder invloed van: 2 redenen Externe context: groei van de internationale mensenrechtenbeweging Interne ontwikkeling in de criminologie: de groei van de victimologie = Een deeldiscipline van de criminologie die zich bezighoudt met slachtoffers (lange tijd had de criminologische wetenschap enkel aandacht voor de plegers van misdrijven) • Slachtofferschap in kaart brengen • Aandacht voor opvang van slachtoffers Beide redenen gecombineerd zorgen ervoor dat slachtoffers van grove mensenrechtenschendingen terug op de agenda zullen komen Spiraal van ontkenning o Allerhande technieken om te ontkennen o It doesn’t happen here Letterlijke ontkenning o I fit dies, ‘it’ is something else Niet ontkend dat er iets plaatsgrijpt, maar de betekenis wordt gecontesteerd Interpretatieve ontkenning o Even if it is what you say it is, it is justified Heeft berekking op de gevolgen Ontkenning van bepaalde implicaties Ontkenning nader onderzocht: drie sporen o (1) Psychologie van ontkenning (Vrij kort Cohen is socioloog) Psychoanalyse: ontkenning als een onbewust verdedigingsmechanisme (met bepaalde psychische realiteiten omgaan) Meer toegepaste domeinen: bv ontkenning van ziekte, seksueel geweld in familie, enz. Typische voorbeeld Echtgenote die als het ware tot de vaststelling komt dat haar man al jaren de dochter misbruikt heeft Cognitieve bias De werkelijkheid wordt als het ware gefilterd Bepaalde informatie die te bedreigend zou zijn, wordt weg gefilterd o (2) Literatuur over bijstaanders: waarom interveniëren getuigen niet? Waarom laten ze slachtoffers aan hun lot over? Cf. moord op Kitty Genovese in 1964 Drie redenen: • Diffusion of responsibility Als er zoveel anderen toekijken, hebben we de neiging om aan anderen over te laten om te reageren • Inability to identify with the victim De onmogelijkheid om je te kunnen identificeren met het slachtoffer ( Bv. geen sympathie voor het slachtoffer, sociale afstand te groot)
78
Inability to conceive of effective intervention Je voelt je misschien wel verantwoordelijk en ook jezelf kan identificeren met het slachtoffer Maar je ziet simpelweg geen weg om de situatie te verhelpen, een gevoel van machteloosheid o (3) Neutralisatietheorie (geïnspireerd door Sykes en Matza (1957)) Neutralisatietechnieken Technieken waarbij het foutieve van bepaalde handelingen wordt geneutraliseerd Denial of injury Door de schade, pijn, lijden te minimaliseren of ontkennen • Bv. Bankoverval plegen Eigenlijk is er geen schade, ‘banken hebben genoeg geld’ Denial of victim Wel de schade erkend, maar er wordt geargumenteerd dat er geen sprake is van een echt slachtoffer • Bv. Gevecht waarbij de ene zegt dat de andere het uitgelokt heeft Denial of responsibility Bepaalde handelingen kunnen Bv. gesteld worden op bevel • Bv. Het proces Eichmann ‘Ik handelde onder bevel’ • Bv. Het gevangenisschandaal van AbuGraib Condemnation of condemners Techniek waarbij de aandacht verschoven wordt naar de critici zelf • Bv. De politie is zelf brutaal/corrupt Appeal to higher loyalty Het verkeerde van het gedrag wordt geneutraliseerd door naar een hoger doel te verwijzen • Bv. verwijzen naar religie, ideologie om handelingen te rechtvaardigen Telkens gericht om het verkeerde van de handeling te neutraliseren •
79
•
Drie vormen van ontkenning o Denial of the past Ontkennen van het verleden Kan op individueel vlak Bepaalde aspecten van onze persoonlijke levensgeschiedenis verdringen/ontkennen Kan op collectief vlak Hele staten die een deel van hun geschiedenis gaan verdraaien en ontkennen • Bv. Turkije en de hele genocide van Armeniërs op georganiseerde wijze (propaganda, vernietigen archieven, …) o Literal denial Letterlijke ontkenning Bv. Clinton – Lewinski I did not have sexual relationship with that woman Eigenlijk interpretatieve ontkenning aan toevoegen • Bv. Bill Clinton verschuift zijn uitspraak naar ‘improper physical relationship’ o Implicatory denial Gevolgen worden ontkend Criminaliteit uit gehoorzaamheid: • Authorisatie We worden opgedragen om de handelingen te stellen of men laat het ooglijkend toe • Routinisatie Als de authorisatie is doorlopen, zal men komen tot routinisatie • Dehumanisering Deze stappen worden gevolgd bij het analyseren van de Holocaust
(3) Mensenrechten, folterpreventie en de sociologie van ontkenning (3.1) De preventieve wende (Het zal blijken dat vanaf de jaren `70 meer en meer vragen zullen worden gesteld bij een reactieve benadering bij de aanpak van foltering) • Amnesty International, Report on Torture (1973) o ‘…the use of torture has by all indications increased over the last few years. The continual limited wars of our time – civil wars, colonial wars, and territorial wars – account for part of this, but an increasing proportion is accounted for by states who use torture as a means of governing. Torture in those countries plays an integral role in the political system itself. Its function is not only to generate confessions and information from citizens believed to oppose the government; it is used to deter others from expressing opposition’ (Amnesty International 1973: 17-‐18) o = Startmoment voor de internationale belangstelling voor foltering
80
•
•
•
Midden – einde jaren ‘70: voorstel J-‐J Gautier / geïnspireerd op de ervaringen van het International Committee of the Red Cross/ oprichter Comité suisse contre la torture (1977) o Gautier legt zich toe op de studie van foltering Reactieve benaderign schiet tekort Hij zal op zoek gaan naar een preventieve methode o Inspiratie bij het IC van het Rode Kruis Het IC krijgt in tijden van oorlog toegang tot plaatsen van detentie o Gautier wil dit veralgemenen naar vredestijd Vrije toegang voor een speciaal comité tot gesloten instellingen om met mensen te praten, insepcties te doen o Comité suisse contre la torture (1977) (vandaag APT) NGO om het voorstel van Gautier ook in realiteit om te zetten Het voorstel van Gautier Een nieuw wapen in de strijd tegen foltering o ‘-‐instead of a dramatic enquiry, routine visits to which the State will agree to submit its territory In plaats van dramatisch onderzoek, routinematige bezoeken o -‐instead of a charge made against a State, a system of mutual assistance and collaboration to improve the protection of prisoners In plaats van een staat aan te vallen, de staat als het ware helpen o -‐instead of a State being found guilty of a violation, stress will be laid on prevention In plaats van de schuldverklaring van een staat na te streven, vooral streven naar preventie o -‐instead of a time-‐consuming procedure, full of pitfalls, a possibility of swift action In plaats van een lange procedure, snelle actie o -‐instead of clashes between governments, a nucleus of committed states in the fight against torture, determined to ensure full openness in the treatment of their prisoners’ Een aantal verlichte staten vinden die bereid zijn hun gevangenissen open te stellen (Gautier 1980: 35) De weg van het voorstel: van Verenigde Naties naar Raad van Europa en terug o Onderhandelingen VN-‐Antifolterconventie -‐ Niall MacDermot (International Commission of Jurists) lanceert piste van optioneel protocol bij het UNCAT Niet integreren in het ontwerpverdrag, maar wel verwoorden in een optioneel protocol bij het verdrag MAAR: voorstel krijgt weinig navolging binnen VN in de jaren ’80 o Verandering strategie: focus op het regionale (Europese) niveau European Convention on the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment (1987) en oprichting CPT (1989) In Europa lukt dan wel wat op wereldniveau niet lukte o Begin jaren ‘90: Costa Rica herlanceert voorstel op VN-‐niveau; gevolgd door decennium van (vruchteloze) discussie in werkgroep o Optioneel protocol bij UNCAT (OPCAT) aangenomen door General Assembly in december 2002
81
•
•
Oprichting VN-antifoltercomité o Conventie van ’84 waar dit wordt aan toegevoegd Optional Protocol to the Convention against Torture and other Cruel, Inhuman or Degrading Treatment or Punishment (2002) Inwerking juni 2006; SPT operationeel: februari 2007 Preventieve missie: • ‘The objective of the [Optional] Protocol is to establish a system of regular visits undertaken by independent international and national bodies to places where people are deprived of their liberty, in order to prevent torture and other cruel, inhuman or degrading treatment or punishment.’ (art 1 OPCAT) o OP = Optional o CAT = Convention against torture Groot verschilpunt met CPT: de tweepijlerstructuur Tweepijlerstructuur (van OPCAT) o (i)Subcommittee on Prevention of Torture (SPT) (internationaal orgaan) Oorspronkelijk 10 leden; sinds januari 2011: 25 leden (na 50e ratificatie in september 2010 (art 5, §1 OPCAT)) Bezoeken van detentieplaatsen Adviesverlening en bijstand aan lidstaten m.b.t. ontwikkelen en functioneren van de NPM’s Samenwerking met relevante VN-‐organen en internationale, regionale en nationale organen o (ii)National Preventive Mechanism (NPM) (nationale organen) Lidstaten beslissen of ze een bestaand orgaan als NPM aanwijzen dan wel overgaan tot oprichting van nieuw orgaan Bezoeken van detentieplaatsen Aanbevelingen aan autoriteiten De NPM’s zijn niet opgenomen in het Europese anti-‐folterverdrag!
(3.2) Meer dan twee decennia folterpreventie in Europa • European Convention for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment (1987) o In werking sinds februari 1989; eerst ontmoeting Europees antifoltercomité (CPT) op 13 – 16 november 1989 o Preventieve missie o 47 lidstaten (Raad van Europa) o Op 19 / 04 / 2013: 340 bezoeken (204 periodieke + 136 ad hoc bezoeken) Periodiek = om de 4 a 5 jaar elke lidstaat bezoek door het CPT Ad hoc = speciale bezoeken Ingelegd naar aanleidign van bepaalde wantoestanden • Bij belgië ad hoc bezoek naar aanleiding van de problemen met de gevangenis in Vorst o 282 CPT rapporten gepubliceerd De staat moet toestemming geven om het rapport vrij te geven
82
•
• • •
CPT is uitgegroeid tot belangrijke speler op de Europese mensenrechtenscène o Direct door de ‘onafgebroken dialoog’ met de lidstaten o Indirect door EHRM, consultatie EPR (2006), OPCAT, enzovoort EPR = European prison rules In 2006 herzien, met advies van CPT >> Op heel wat vlakken een succesverhaal CPT niet actief in Wit-‐Rusland Ook geen lid van de Raad van Europa Maar: ruis op de lijn o CPT klaagt over gebrek aan opvolging van zijn aanbevelingen, bv: ‘As the CPT’s President recently emphasised before the Parliamentary Assembly, the Committee does not exist to simply carry out visits and maintain cordial relations with States; its purpose is to bring about necessary change with a view to strengthening protection against ill-treatment. Only if the CPT’s dialogue with a State leads to the achievement of that purpose can one speak of effective cooperation’ (17th General Report, CPT/Inf (2007) 39, §15) CPT is er niet zomaar om bezoeken te brengen, maar om noodzakelijke veranderingen teweeg te brengen ‘As has been stressed before, a country’s cooperation with the CPT cannot be described as effective in the absence of action to improve the situation in the light of the Committee’s recommendations. Over the years, there has been no shortage of ‘success stories’. However, it is also the case that the failure of States to implement recommendations repeatedly made by the CPT on certain issues remains a constant refrain of the Committee’s reports. Few countries visited over the last twelve months have escaped this criticism’ (18th General Report; CPT/Inf (2008) 25, §16) Landen die verschillende keren bezocht worden, volgen de aanbevelingen niet op
(3.3) België en het CPT (Kijken hoe België met de info omgaat die het CPT biedt en de aanbevelingen die het doet) • Ook hier: ruis op de lijn o ‘Il convient en outre de souligner que le principe de la coopération qui prévaut entre le CPT et les autorités d’une Partie à la Convention ne se limite pas aux initiatives prises pour faciliter la mission des délégations au cours de leur visite. Il suppose également que des mesures convaincantes soient prises pour améliorer la situation à la lumière des recommandations formulées par le Comité. A cet égard, le CPT a été très préoccupé de constater que des recommandations qu'il avait formulées de longue date n'avaient, pour l'essentiel, toujours pas été mises en œuvre, notamment en ce qui concerne l'accès à un avocat pour les personnes privées de liberté par la police et la mise en place d'un service garanti dans le secteur pénitentiaire, pendant les grèves du personnel pénitentiaire. Le CPT en appelle aux autorités belges de prendre des mesures décisives dans un proche avenir
83
pour assurer la mise en œuvre des deux recommandations précitées, conformément au principe de coopération énoncé par l'article 3 de la Convention et à la lumière de la procédure prévue à l'article 10, alinéa 2, de la Convention’ (CPT/Inf(2010) 24, para 7) CPT heel bezorgd dat heel wat aanbevelingen nog niet zij geïmplementeerd o ‘…le CPT est très préoccupé de constater que des recommandations formulées de longue date n’ont, pour l’essentiel, toujours pas été mises en œuvre, en particulier en ce qui concerne la mise en place d’un service garanti pendant les grèves et autres mouvements sociaux en milieu pénitentiaire, ainsi qu’en matière de lutte efficace contre la surpopulation pénitentiaire. Le CPT en appelle aux autorités belges afin qu’elles prennent des mesures décisives, dans un avenir proche, pour assurer une mise en œuvre effective des recommandations précitées, conformément au principe de coopération énoncé par l’article 3 de la Convention et à la lumière de la procédure prévue à l’article 10, alinéa 2, de la Convention’ (CPT/Inf(2012) 36, para 7) Ook hier bezorgd van het niet implementeren van aanbevelingen (minimumdienstverlening gevangenissen, overbevolking wordt niet voldoende bekampt)
(3.4) Het CPT en de sociologie van ontkenning • Bevindingen en aanbevelingen van CPT betreffen informatie die vaak dysfuncties, probleempunten, ... aan het licht brengen • Vaak confronterend, gezichtsverlies, ongemakkelijk, … • Hoe wordt er met die informatie omgegaan? Welke strategieën hanteren lidstaten om lastige vragen te beantwoorden of te omzeilen? Welke (ontkennings-‐)strategieën worden hierbij aangewend? • >>>> We bekijken tien antwoordstrategieën • (a) Het instemmend antwoord o Dit is het meest eenvoudige in het rijtje: De vaststellingen van het CPT worden onderschreven en men gaat akkoord met de aanbevelingen of men bevestigt dat het aangekaarte euvel intussen van de baan is:
•
‘A Bruges, l’obligation de travail imposée aux femmes non condamnées a été supprimée immédiatement après la visite du Comité’ (CPT/Inf(95) 6 p. 48) ‘Les autorités compétentes confirment que le chauffage a été réparé’. (CPT/Inf (2011) 7, p. 35)
(b) Het corrigerende antwoord o Bij het corrigerende antwoord worden observaties of aanbevelingen van het CPT in twijfel getrokken. Het kan zijn dat het CPT een fout heeft gemaakt of de situatie niet juist heeft ingeschat. Het is ook mogelijk dat de aanbevelingen in de ogen van de betrokken overheid weinig zinvol zijn of dat er alternatieven voorhanden zijn: ‘C’est à tort que le séjour dans la zone de transit est présenté comme une détention de personnes. Les étrangers qui arrivent à l’aéroport sans les documents d’entée requis ne sont pas enfermés : l’accès au territoire belge leur est refusé’ (CPT/Inf(95) 6 p. 32) Interpretatie wordt gecontesteerd De
transitzone in de luchthaven kan niet gelijkgesteld worden met een detentieplaats
84
•
‘…tirer de telles conclusions (“manque de professionnalisme flagrant, attitude nonchalante, ... ) à partir de données si fragmentaires ne paraît pas faire preuve d’une totale objectivité’ (CPT/Inf(99) 6 p. 13) ‘La prison de Tilburg est une annexe de la prison de Wortel et, à ce titre, est considérée comme une prison belge. Il n’est donc nullement question d’un transfèrement interétatique, mais d’une mesure d’ordre intérieur à l’administration pénitentiaire belge. De ce fait, le consentement du détenu n’est pas davantage requis que pour un transfèrement vers une autre prison belge.’ (CPT/Inf (2011) 7, p. 27) Het gaat niet om een interstatelijke overbrenging, maar een interne ordemaatregel van België ‘Le Gouvernement précise que les chiffres avancés par le Comité (1 psychologue et 2 assistants sociaux) pour la prison de Forest ne correspondent pas à la réalité’ (CPT/Inf (2012) 37, p. 7)
(c) Het ‘De schuld ligt niet bij ons’ – antwoord o Gedetineerden dragen schuld: ‘La relative médiocrité de l’équipement résulte non seulement de certaines
restrictions budgétaires mais aussi du fait que des détenus sont eux-mêmes souvent responsables de très nombreuses dégradations volontaires’ (CPT/Inf(95) 6 p. 47)
Het meubilair in de gevangeniscellen is minderwaardig, maar dit komt niet enkel door budgettaire beperkingen maar ook door de gedetineerden die het beschadigen
o o
o o
Tekorten op de arbeidsmarkt (bv. verpleegkundig personeel) Economische realiteit (vrije markt) ‘Dans ces conditions, la Régie ne peut se lancer dans la fabrication de produits qui ne pourraient pas être écoulés sur le marché ni exercer une concurrence déloyale vis à vis des entrepreneurs privés’ (CPT/Inf(99) 6 p. 40) Gebrek aan middelen Andere autoriteiten dragen schuld (lokaal, gemeenschappen, etc)
‘Si le système d’interphone est hors d’usage à la suite de nombreuses dégradations commises par les détenus, le système d’appel par voyant lumineux fonctionne et une équipe d’entretien s’efforce de répondre au jour le jour aux pannes et défectuosités constatées’ (CPT/Inf(95) 6 p. 48) La malpropreté et la négligence de certains détenus peu soucieux du bien-être collectif sont à déplorer’ (CPT/Inf(96) 7 p. 17) ‘Si les mauvaises conditions matérielles dans les ailes non encore rénovées ne sont pas contestables, il convient cependant de souligner que le vandalisme de certains détenus ne fait qu’aggraver la situation et oblige à d’incessantes remises en état. Un tel vandalisme se rencontre également dans les ailes rénovées’ (CPT/Inf(99) 6 p. 51)
‘L’autorité locale ne désire pas, pour les raisons que l’on peut deviner, fournir un matelas aux personnes qui se trouvent en état d’ivresse’ (CPT/Inf(95 6 p. 9) ‘Pour la direction de cet établissement, l’installation d’une table et de chaises dans une cellule de punition (cachot) ne semble pas opportun. Un tel matériel augmenterait le risque de suicide (pendaison) et pourrait être utilisé comme une arme’ (CPT/Inf(99) 6 p. 71)
85
•
(d) Het ‘in de praktijk loopt alles op rolletjes’ – antwoord o Bij dit type antwoord worden de vaststellingen van het CPT niet zozeer betwist. Vaak wordt ook erkend dat de voorgestelde of geplande (wettelijke) hervormingen (nog) niet hebben plaatsgegrepen. De indruk wordt echter gewekt dat er zich op het terrein geen noemenswaardige problemen stellen. De ernst van de gesignaleerde problematiek wordt impliciet afgezwakt: in de praktijk loopt alles op rolletjes:
•
‘Il n’est pas possible de réduire le nombre de ‘duos’ dans la conjoncture actuelle. Par ailleurs, il convient de noter que de nombreux détenus sont demandeurs de ‘duos’’ (CPT/Inf(95) 6 p. 49) ‘le Gouvernement fédéral confirme sa volonté d'inscrire les normes qualitatives générales et de sécurité qui existent pour les bâtiments de justice (y compris donc ceux qui abritent éventuellement des complexes cellulaires et/ou des espaces d'attente pour mineurs) dans des textes légaux. Il est à rappeler que dans les complexes cellulaires des bâtiments de justice, les détenus ne restent que quelques heures’ (CPT/Inf(2011) 7, p. 12) ‘L’instauration d’un service minimum en prison n’est, actuellement, pas à l’ordre du jour’ (CPT/Inf(2011) 7) ‘Le Gouvernement précise toutefois que les personnes hébergées dans les ailes A et B disposent d’un régime quasi-ouvert et travaillent en journée, ce qui leur permet l’accès à des toilettes. L’aile B dispose par ailleurs d’une toilette et d’un urinoir utilisable par les détenus lorsqu’ils sont hors de leur cellule. Sauf cas particuliers, le seau hygienique n’est utilisé par les détenus que la nuit’ (CPT/Inf(2012) 37, p. 5)
(e) Het ‘kunnen, maar niet willen’-antwoord o Soms is er onenigheid over de aanbevelingen van het CPT: zo kan het gebeuren dat de betrokken overheid de nood aan remediëring betwist of de voorgestelde oplossing niet wenselijk of werkbaar acht Men legt de aanbeveling gewoon naast zich neer:
‘A Bruges, il est exact que la présence d’un mur en béton diminue la vue vers l’extérieur et pourrait être démoli sans dimunition de la sécurité. Cette destruction ne constitue cependant pas une priorité de l’Administration’ (CPT/Inf(95) 6 p. 45)
Geen prioriteit
•
(f) Het ‘willen, maar niet kunnen’ – antwoord o Dit type antwoord is het spiegelbeeld van het voorgaande. Een overheid kan het volmondig eens zijn met de bevindingen van het CPT en de aanbevelingen principieel onderschrijven, maar desondanks lukt het haar niet om gehoor te geven aan de verzuchtingen: de indruk ontstaat (of wordt gewekt) dat men wel wil, maar niet kan. Bv. politieke crisis (bij meest recente bezoek)
‘….l’absence de gouvernement fédéral pleinement en fonction au niveau fédéral depuis sa démission le 22 avril 2010 a une implication importante sur la mise en oeuvre des observations émises par le CPT; de telles circonstances faisant obstacle à la prise d’initiatives politiques’ (CPT/Inf(2011) 7, p. 4)
86
•
•
(g) Het onderzoekende antwoord o Hier stelt de betrokken overheid dat het de bevindingen of aanbevelingen van het CPT aan verder onderzoek, studie, overleg, enzovoort wenst te onderwerpen. Voor het CPT is dit wellicht één van de moeilijkste antwoorden om greep op te krijgen: moet het antwoord gekaderd worden binnen een ernstige aanpak van de aangekaarte problematiek of maakt het onderdeel uit van een meer cynische strategie die gericht is op het winnen van tijd of het op de lange baan schuiven van de gevraagde hervormingen? ‘We gaan het onderzoeken’ (h) Het antwoord dat een nieuwe vraag oproept o Dit type antwoord is eigenlijk een variant van het partiële antwoord(zie verder), maar het onderscheidt zich hiervan op één vlak: in het antwoord komen weldegelijk alle componenten van de vraag of aanbeveling aan bod, maar dit gebeurt op dermate wijze dat het onmiddellijk een nieuwe vraag oproept. Het antwoord lijkt daardoor niet ‘af’ te zijn: het stopt als het ware halfweg Bv, als antwoord op aanbeveling om gedetineerden niet langer vast te ketenen aan meubilair wanneer deze dossier inkijken: >> ‘Une attention particulière sera apportée à cette question’ (CPT/Inf (2011) 7, p. 14) Een bijzondere aandacht zal gewijd worden aan dit vraagstuk (techniek om het op de nage baan te schuiven)
•
•
‘L’accord du gouvernement formé depuis décembre 2011 prévoit des ‘mesures plus contraignantes’ en cas, d’évaluation négative du protocole d’accord du Comité de Secteur III-Justice n 351 du 19 avril 2010 (voir ci-dessous), ou en cas de grèves ne respectant pas le protocole. Deux propositions de loi visant à instaurer un service garanti sont également déposées au Parlement’ (CPT/Inf(2012) 37 p. 17) ‘La direction générale des établissements pénitentiaires a procédé à une évaluation du protocole 351, celle-ci fait maintenant l’objet d’une analyse interne au sein du Cabinet. L’objectif de l’évaluation est de garantir les droits de base des détenues, en adaptant le protocole afin de garantir ces droits et de dégager des pistes d’amélioration dont notamment un outil de management des grèves’ (CPT/Inf(2012) 37 p. 17)
(i) Het partiële antwoord o Soms blijven delen van een vraag om informatie of een verzoek om een standpunt onbeantwoord. Het gebeurt ook dat er niet nader wordt ingegaan op (een onderdeel van) een aanbeveling(en) van het CPT. In dergelijke gevallen is het antwoord partieel: de betrokken overheid laat zijn licht schijnen op een deel van het aangekaarte probleem, maar tezelfertijd blijven andere aspecten in het duister. (j) Het ontbrekende antwoord o Bv. CPT/Inf(2003) 32, p. 23 (over het niet langer ketenen van gedetineerden) Er is simpelweg geen antwoord
87
(les 9)
Autonoom recht en totale instituties (In contrast met social engineering) Overzicht • (1) Inleiding • (2) Recht als systeem van intrinsieke waarden • (3) Philip Zimbardo en het Stanford-‐gevangenisexperiment • (4) Erving Goffman over totale instituties • (5) Autonoom recht en totale instituties Tekst e-reader • Kelk, C. (1983). Recht voor geïnstitutionaliseerden. De functies van het recht in penitentiaire inrichtingen, psychiatrische ziekenhuizen en andere totalitaire instituties. Arnhem: Gouda Quint (NIET: p 25 ev. vanaf ‘In mijn beschouwingen stond het beklagrecht voor strafrechtelijk gedetineerden tot nog toe in het middelpunt …’). • Traditie in Nederland aan het begin van zijn carrière hoogleraar Oratie (1) Inleiding • Terugblik: ‘recht en social engineering’ Recht dat als instrument wordt ingezet bij het beleid o Podgorecki recht als instrument om bepaalde doelstellingen te verwezenlijken • Recht als middel én recht als doel • De notie autonoom recht o Idee De burger als het ware via het recht in staat stellen zich te verweren tegen de overheid o Vaak ook een vervelend recht voor de overheid (2) Recht als systeem van intrinsieke waarden • Los bekeken van instrumentele overwegingen o De focus ligt niet meer op materiële normen maar op de rol van formele beginselen • De rol van formele beginselen (vs. materiële normen) o Welke regels moet de overheid hanteren wanneer ze bepaalde zaken wil verwezenlijken (regels Kwaliteitseisen) • De ‘rule of law’ o Iedereen dient zich aan het recht te houden De overheid én de burgers o ‘government not by men, but by law’ o Recht als maatstaf van machtsuitoefening o Iedereen is gebonden door het recht. De burger (in een kwetsbare positie) kan zich wenden tot het recht en de overheid tot de orde roepen
88
•
•
‘By rule of law we mean to denote a setting in which official action even at the highest levels of authority, is governed by a body of accepted general rules. The essential element in legality, or the rule of law, is the restraint of power by rational principles of civic order. Where this ideal exists, and is effectively embodied in social institutions no power is immune for criticism nor complete free to follow its own bent, however well intentioned it may be’ (Philip Selznick geciteerd in Schuyt 1971: 48) Skolnick, Justice without trial: Law enforcement in democratic society (1967) o Skolnick (Berkley) Empirisch onderzoek bij een politiekorps Hoe de politie dagdagelijks haar werk uitvoert 2 grote thema’s • Belangrijkste taak van de politie Het uitoefenen van sociale controle? • Of is de politie een instelling die vooral gebodnen is door het recht, zelf als zou dit leiden tot een vermindering van die sociale controle Het is niet het ene of het andere In een democratische samenleving verwachten we dat de politie zowel de formele sociale controle vooropstelt alsook het houden aan de regels o Over de spanning tussen ordehandhaving en legaliteit in de politiefunctie o Er wordt verwacht van de politie dat ze doelgericht optreedt Resultaat bereiken Soms verleidelijk om de regels/beperkingen onder de mat te vegen
(3) Philip Zimbardo en het Stanford-gevangenisexperiment • Philip Zimbardo (1933 -‐ …), emeritus professor psychologie, Universiteit van Stanford • Gevangenisexperiment, zomer van 1971 o Er werd een gevangenis gesimuleerd in de kelder van een universiteit. Aan het experiment namen 24 studenten deel, die ofwel gedetineerde (12) ofwel bewaker (12)waren o De selectie gebeurde zodanig dat alleen gezonde, normale jongeren overbleven, de rolverdeling gebeurde toevallig o Het experiment zou twee weken duren maar werd na 6 dagen stopgezet omdat het volledig uit de hand liep o Kan het recht hier een rol vervullen Kan het recht de personen die opgesloten worden, beschermen? o Wat doet een slechte omgeving van een totale institutie met goede mensen? Hoe komt het dat schijnbaar normale, psychologisch stabiele, gezonde personen toch uitgroeien tot kleine monstertjes met sadistische neigingen?
89
•
•
Weerlegging van zgn. ‘dispositional hypothesis’ o Dispositional hypothesis Stelt dat de verkalring voor de ontsporing te vinden is bij het individu Ofwel te wijten aan de gedetineerden Ofwel aan de eigenschappen van de persoon van de bewakers o Weerlegging Het is niet de persoon, maar de sociale situatie waarin mensen worden gebracht die voor de ontsporing zorgt De setting waarin mensen worden gebracht Leidt tot de uitspattingen • Een groep bewakers Machtspositie • Andere groep Gedetineerden • Er wordt tussen de oorspronkelijk gelijke studenten een machtsonevenwicht gecreëerd Er wordt verwezen naar Milgram (stroomstoten) o Bevelen waaraan de proefpersonen moesten gehoorzamen o Hier in de gevangenis geen bevelen De dingen ontstaan spontaan
(4) Erving Goffman over totale instituties • Erving Goffman (1922-‐1982) o Kelk gaat ook zelf aan de slag met Goffman o Hij introduceert notie van totale institutie o Amerikaanse socioloog Symbolisch interactionitsiche ideëen • Participerende observatie, St. Elizabeths Hospital, Washington • Asylums (1961) bevat 4 essays – het eerste: ‘On the Characteristics of Total Institutions’ o Brengt verslag uit van een onderzoek dat hij deed midden jaren ’50 Tijd in psychiatrisch hospitaal 1 jaar lang observeren • Een totale institutie = ‘... a place of residence and work where a large number of like-‐situated individuals, cut off from the wider society for an appreciable period of time, together lead an enclosed, formally administered round of life’ (p. 11) o Mensen worden afgesloten van de ruimere samenleving voor een bepaalde periode van tijd en men wordt in die afgesloten ruimte verplicht om zijn leven verder te zetten (in het licht van de regels van die institutie) • On the Characteristics of Total Institutions o ‘A basic social arrangement in modern society is that the individual tends to sleep, play, and
work in different places, with different co-participants, under different authorities, and without an overall rational plan. The central feature of total institutions can be described as a breakdown of the barriers ordinarily separating these three spheres of life. First, all aspects of life are conducted in the same place and under the same single authority. Second, each phase of the member’s daily activity is carried on in the immediate company of a large batch of others, all of whom are treated and required to do the same thing together. Third, all phases of the day’s activities are tightly scheduled, with one activity leading at a prearranged time into the next, the whole sequence of activities being imposed from above by a system of explicit formal rulings and a body of officials. Finally, the various enforced activities are brought together in a single rational plan purportedly designed to fullfil the official aims of the institution’ (p. 17) 3 belangrijkste conclusies:
90
De bewoners van dergelijke instituties worden verplicht om al de deelaspecten van hun leven te verrichten op éénzelfde palats en onder éénzelfde gezag (slapen, werken, vrijetijdsbesteding) In het gezelschap van mensne die je niet zelf hebt gekozen Men wordt eraan gehouden om volgens een strak schema te functioneren Het dagelijks leven wordt zeer nauwgezet gereguleerd Eigenschappen van totale instituties o (1) Organisatie-‐sociologische Vanuit organisatie-‐sociologisch perspecteif Weerbarstige instituties en dus weinig flexibel Er wordt sterk ingezet op routines, op bepaalde vastgelegde patronen o (2) Micro-‐sociale Wat er gebeurt met mensen die een dergelijke institutie betreden Self mortification = ‘het afsterven van het zelf’ = Mensen die toekomen worden aan een aantal procedures onderworpen waardoor hun zelf komt af te sterven • Bv. Persoonlijke kledij, spullen afgeven • Bv. Fouillering • Bv. Geen naam maar een nummer (vroeger) o (3) Juridische Plichten zijn duidelijk omschreven, duidelijk gecommuniceerd De rechten worden vaag of niet omschreven o (4) Communicatieve Communicatie verloopt zeer stroef tussen bewakers en geïnstitutionaliseerden o (5) Professioneel-‐hulpverlenende Gaat om de spanning tussen het verhogen en verbeteren van het welzijn van de bewoners en aan de andere kant het dwangmatie kader waarin dat moet gebeuren Spanning tussen belang van individu en belang van institutie o ‘The obligation of the staff to maintain certain humane standards of treatment for inmates presents problems in itself, but a further set of characteristic problems is found in the constant conflict between human standards on one hand and institutional efficiency on the other’ (Goffman 1961: 76) o Ook hier ontstaat een spanning Een continu conflict tussen enerzijds menswaardige normen (Human standards) en anderzijds insitutional efficiency = de veiligheid en ordehandhaving in de institutie
•
•
91
Kanttekening bij gevangenis als totale institutie o Twee kenmerken waardoor gevangenis verschilt van de andere totale instituties: Primair doel is niet het welzijn van inwoners bevorderen, maar wel bescherming van de maatschappij tegen gedetineerden (veel meer veiligheidsvereisten); Het grotere machtsonevenwicht tussen gevangenen en bewakend personeel – grotere mate van afhankelijkheid (cf gevangenisexperiment van Philip Zimbardo) (5) Autonoom recht en totale instituties • Constantijn Kelk (1943 …) o Hij zal aan de hand van de studie van Goffman descriptief zoeken naar de kenmerken van dergelijke instituties en daaraan gekoppel Welke antwoord kan het normatief recht in dergelijke situaties bieden? o Het autonoom recht is dus een opvatting van het recht die zich in de ogen van de auteur perfect laat toespitsen op deze context • 1969-‐2008: Universiteit Utrecht, Willem Pompe Instituut o Hoogleraar • Promoveert met proefschrift Recht voor gedetineerden (Utrecht, 1978) o Dit thema zal hem zijn ganse carrière bijblijven Welke functie kan het recht spelen in dergelijke besloten omstandigheden • Rechtsburgerschap van gedetineerden o Het feit dat iemand gestraft wordt betekent nog niet dat hij zijn fundamentele rechten verliest Iedereen behoudt zijn rechtsburgerschap • Tekst e-‐reader = oratie bij aanvaarding leerstoel gewoon hoogleraar straf-‐ en strafprocesrecht en penitentiair recht (1983) o Oratie = plechtige toespraak bij aanvaarding leerstoel • Achtergrond van de tekst uit de e-reader: Invloed van A.A.G. Peters en de nieuwe Utrechtse school o A.A.G. Peters (1936-‐1994) Kelk is zelf een leerling van deze man Bekende rechtsgeleerde o Universiteit Utrecht o Hoogleraar straf(proces)recht (1970-‐1975), daarna: rechtssociologie, tot aan zijn overlijden Boeiend Iemand die juridisch gevormd is die overstapt naar leerstoel rechtssociologie Hij heeft gestudeerd aan Berkley Peters zal daar ideëen van de Amerikaanse rechtssociologie meenemen naar Europa en in een eigen programma verwerken •
92
•
•
o Het rechtskarakter van het strafrecht (oratie, 1972) Kern Het strafrecht moet niet instrumenteel opgevat worden, maar wel als een verweerinstrument tegen de overheid Het strafrecht gaat niet om ‘policing the people’ maar wel om ‘policing the police’ o De ‘nieuwe geest van de tijd’ (jaren ’70) Vruchtbare periode voor de rechtssociologie Maatschappijkritiek, democratiseringsbewegingen, bewustwording van menselijke vrijheid en autonomie, bevraging van gevestigde maatschappelijke verhoudingen o Strafrecht: versterking van rechtspositie van justitiabele (tegenover straffende overheid), grotere solidariteit met justitiabele, machtskritisch Een visie van het recht die erop gericht is de positie van de burger als rechtsconsument te verstevigen ten opzichte van de overheid Autonoom recht = machtskritische visie o A.A.G. Peters deed aan ‘schoolvorming’ Inspireerde grote groep jonge onderzoekers die verschillende aspecten van het recht hebben uitgewerkt volgens zijn kritische kijk op het recht Richtinggevend voor hun onderzoek De grote invloed van zijn oratie Het rechtskarakter van het strafrecht uit 1972 Kernidee bij A.A.G. Peters o Het specifiek-‐juridisch ligt in SECUNDAIRE controle: niet controle van gedrag van burgers, maar wel normering van optreden van de overheid o >>> De juridische taak van het strafrecht is niet POLICING SOCIETY maar wel POLICING THE POLICE Niet het controleren van het gedrag van de burgers van de vrije samenleving, maar wel het gedrag van de overheid Packer (1964): ‘Crime control’ model en ‘due process’ model o Crime control model – beeld van de ‘lopende band’ instrumentele visie op het recht ( de strafrechtspleging) ‘...down which moves an endless stream of cases, never stopping, carrying the cases to workers who stand at fixed stations and who perform on each case as it comes by the same small but essential operation that brings it one step closer to being a finished product, or, to exchange the metaphor for the reality, a closed file’ (p. 11) De strafrechtsbedeling is erop gericht om op een zo efficiënt mogelijk wijze zaken af te handelen, mensen te straffen en straffen uit te voeren Het beeld van de lopende band (snel, doelgericht en doeltreffend) Sleutelwoord Efficiëntie
93
•
o Due process model – beeld van een ‘parcours met obstakels’ rechtsbeschermende visie op het recht ‘Each of its successive stages is designed to present formidable impediments to carrying the accused any further along in the process’ (p. 13) Betrouwbaarheid boven efficiëntie ‘Precisely because of its potency in subjecting the individual to the coercive power of the state, the criminal process must …be subjected to controls and safeguards that prevent it from operating with maximal efficiency. According to this ideology, maximal efficiency means maximal tyranny’ (p. 16) • Streven naar max. efficiëntie leidt tot tirrannie Mensen maken fouten Er moeten dus garanties (Bv. toezichtsmomenten) worden ingebowud dat deze fouten kunnen gedetecteerd worden Rem op de voortvarendheid van een gulzige overheid Sleutelwoord Betrouwbaarheid Autonoom recht o ‘...in de jaren zeventig stond de ontmaskering van het strafrecht als politiek machtsinstrument voorop, maar tegelijkertijd de noodzaak om juist de macht van het recht te gebruiken om zijn disfunctioneren aan te tonen en te redresseren, zodat het kan bijdragen tot bescherming en emancipatie van de (sociaal zwakkere) burger. Het rechtskarakter van het strafrecht maakt het ook tot een machtig instrument van politieke kritiek, waarmee het met eigen argumenten om de oren kan worden geslagen’ (Brants 2008: 10) Geschreven naar aanleiding van de pensionering van kelk o ‘…een naast elkaar bestaan van de ordenende, criminaliteitsbestrijdende functie naast een zelf-‐kritische, a.h.w. gewetensfunctie, krachtens dewelke controle op het eigen handelen alsmede het verschaffen van rechten aan de verdachten tegen het eigen optreden, een intrinsiek element van het straf(proces)recht was geworden. Men zou menen dat vrouwe justitia behalve met zwaard en weegschaal eveneens met een geweten is toegerust’ (Kelk 1983: 6-‐7) o De notie van autonoom recht komt uit een boek van Selznick 3 verschillende modellen van het recht Het autonoom recht zet zich af tegen het model van het repressieve recht Recht dat ten dienste staat van de repressieve macht (onderdrukking) Het autonome recht is er net op gericht om dit repressief recht in te tomen, te temmen
94
•
•
•
Tekst e-reader: de geïnstitutionaliseerden o Toen (1983) ca 40.000 in Nederland (penitentiaire inrichting, jeugdbeschermingsinstelling, tbr-‐inrichting, psychiatrisch ziekenhuis) Niet enkel gedetineerden o Sterk geïnspireerd door Goffman o Geïnstitutionaliseerden zijn: ‘...degenen, die gedurende kortere of langere tijd noodgedwongen moeten verblijven in een inrichting met een gesloten karakter, met een hiërarchische organisatiestructuur en met een van boven af opgelegd en minutieus gereglementeerd leefschema (‘regiem’), waarin zijn vierentwintig uur van de dag tezamen met niet-‐zelf gekozen medegeïnstituitonaliseerden dienen te vertoeven en waarin de verschillende levenssferen, zoals werken, slapen en ontspannen, in één en hetzelfde gebouw zijn verenigd’ (p. 5) Kelk spreekt (in navolging van Goffman) van ‘totale instituties’ Recht in totale instituties o Het beklagrecht in Nederland (sinds 1977) In België bestaat dit nog steeds niet ‘Het komt me ...voor, dat de evolutie van het beklagrecht voor gedetineerden op allerlei niveau buitengewoon leerzaam is, zowel voor wat betreft de betekenis van recht en rechtsbeginselen in het algemeen, als voor wat betreft de ontwikkeling van recht in vergelijkbare instituties, zoals jeugdbeschermingsinrichtingen en psychiatrische ziekenhuizen’ (p. 8) ‘Welke functies kunnen in deze op het eerste oog wat deprimerende context worden vervuld door de rechtspositie van de geïnstitutionaliseerden en met name door het meest dynamische element daarvan, de procedure op tegenspraak?’ (p. 13) Zestal functies van beklagprocedures o (1) Concretisering / specifiëring van individuele rechten en toepasselijke rechtsbeginselen Via het beklagrecht kunnen bepaalde vaag geformuleerde normen meer concreet gemaakt worden o (2) Effectueren van uitdrukkelijk toegekende rechten voor zover deze over het hoofd dreigen te worden gezien o (3) Verduidelijken van conflicten en belangentegenstellingen Door het beklagrecht wordt het mogelijk om conflicten die zich kunnen voordoen in een instelling mogelijk om die te verduidelijken o (4) Op spoor komen en zo mogelijk herstellen van fouten Gedetineerde kan bepaalde dysfuncties in de institutie naar voor brengen
95
•
o (5) Geldig verklaren van motieven voor handelingen en beslissingen van functionarissen Het beklagrecht is niet enkel goed voor de zwakkere partij, maar ook voor functionarissen (bewakers) Door het feit dat er een dergelijek ruimte gecreëerd wordt om te praten Functionarissen staan steviger in hun schoenen o (6) Bevorderen van een geordende vorm van communicatie Via beklagcommissies kan beter gecommuniceerd worden o Beklagrecht is autonoom recht ‘Het autonome recht stelt zich kritisch op ten aanzien van het repressieve recht, dat vooral de bestaande orde dient, door een arsenaal van op zich zelf staande rechtswaarden en rechtsbeginselen voorop te stellen ter beteugeling van willekeur en met als centraal thema de ‘rule of law’’ (p. 16) Het rechtsburgerschap blijft bestaan, ook in deze instellingen o Beklagrecht werkt ook preventief Door het feit dat functionarissen in de ze instellingen weet hebben van dergelijke procedures, zullen zij zich voor een stuk daar ook op richten (je gedrag kan achteraf ter discussie gesteld worden, je kan ter verantwoording worden geroepen Je gedrag aanpassen) o Maar Kelk is ook bewust van een aantal bezwaren: Het is strikt individueel van aard Een individuele geditneerde die zijn klacht bij de beklagcommissie brengt De effecten zullen toegenseden worden op die individuele gedetineerde Aan de problematische omgeving zelf zal niets veranderen Taakverzwaring voor directie en personeel Nieuwe procedures, motivering van beslissingen, meer papierwerk Gevaar voor aantasting van een informele inrichtingssfeer Risico dat door het formaliseren en juridiseren van deze relaties, dat de spontaniteit verdwijnt tussen de fucntionaris en de geïnstitutionaliseerde Autonoom recht vs. totale institutie als gummiebal o Kelk houdt echter vast aan de waarde van het autonome recht: ‘Een juridisch ‘harde’ procedure moge op zich zelf risico’s in zich dragen, bijvoorbeeld van verharding van het inrichtingsklimaat, anderzijds is de afdwingbaarheid van juridisch-‐behoorlijk handelen en beslissen en niet het minst de preventieve werking die ervan kan uitgaan op de functionarissen, van niet te onderschatten betekenis’ (p. 22) Afweging tussen de voor-‐ en nadelen ‘Wij dienen ons buitendien te realiseren, dat de totale institutie – als een gummiebal, die na te zijn ingeknepen terugspringt – de neiging heeft steeds weer in oude ‘natuurlijke’ eigenschappen en patronen terug te vallen als niet bij voortduring en met grote alertheid van buiten af wordt gehamerd op de realisering van recht
96
en rechtsbeginselen’ (p. 23) Het moment dat het recht de instelling zou verlaten, zal de instelling weer zijn oorspronkelijke -‐ niet zo koosjere-‐ vorm aannemen
97
(Laatste les) Terugblik leerstof Over het examen: • Dinsdag, 11 juni 2013, 9h, NB II • Schriftelijk + gesloten boek • Maximum 2 uur • Kennis-‐ en inzichtvragen Vragen examen rechtssociologie Examen 2012 • Ligt het onderscheid tussen manifeste en latente functies van het recht toe aan de hand van Aubert – huishoudelijk personeel? (Heel blad Grote vraag 5 punten) • Macauley: “you can settle any dispute if you keep lawyers and accountants out of it ? Waarom is deze uitspraak illustratief voor de centrale boodschap van Macauley (Max halve pagina 2punten) • Begrippen Licht toe (Per begrip 1 punt (normaal 3) o Neutralisatietheorie o Procedurele rechtvaardigheid • Som de 4 basisprincipes op van social engineering en geef er dan 3 kritische kanttekeningen bij (5 punten) o (podgorecki) • Toegepaste vraag Uitbreiding van de minnelijke schikking (Actua!) Klassejustitie (Heel blad Grote vraag 5 punten) o Gallanter Enkele voorbeeldvragen: • Waar ligt volgens Koen Raes de meerwaarde van de rechtssociologie voor het onderwijs in de rechten? • Tot op zekere hoogte werkt Adam Podgorecki verder in de traditie van Roscoe Pound. Juist of fout? Waarom? • Constantijn Kelk vergelijkt totale instituties met gummieballen. Waar komt deze vergelijking vandaan? Welke rol speelt het recht in zijn verhaal? • Stewart Macaulay stelt vast dat contracten vaak niet nodig én niet wenselijk zijn. Licht dit toe. • Geef drie kritische kanttekeningen bij de visie op recht als ‘social engineering’. • Soms wordt wel eens gesteld dat wetten zoals worsten zijn. Wat wordt hiermee bedoeld? Hoe kan de rechtssociologie hieraan verhelpen? • Hoe kunnen we de opmerkelijke stijging van het aantal afgestudeerde juristen sinds 1970 verklaren? • Over welke voordelen beschikt de repeat-‐player in vergelijking met de one-‐ shotter? Noem er zes.
98
Slachtoffer van verkeersongelukken die moeten procederen tegen verzekeringsmaatschappijen zullen vaak het onderspit delven. Interpreteer dit aan de hand van de analyse van Marc Galanter. • “Gelijk hebben is niet hetzelfde als gelijk krijgen”. Licht deze uitspraak toe aan de hand van de zaak McKleskey v. Kemp (1987). • Volgens A.A.G. Peters is de belangrijkste taak van het strafrecht niet ‘policing society’ maar wel ‘policing the police’. Wat bedoelt hij hiermee? Hoe werkt dit door in de visie op recht van Constantijn Kelk? Vragenronde (> Minerva, 12/5, 17h) • “In de tekst van Aubert wordt er gesproken over manifeste en latente functies van de wet op het huishoudelijk personeel van 1948. De manifeste functie van die wet was het verbeteren van de (rechts)positie van de dienstbode. Het is me echter niet helemaal duidelijk wat nu de latente functie(s) is/zijn... Vanuit mijn notities uit de les zou ik denken dat het gaat om de compromissen in het parlement, maar de tekst lijkt het juridisch taalgebruik en wetgeving & groepsconflicten als latente functies aan te geven. Uit mijn nota's blijkt dat die 2 gegevens redenen zijn (samen met het feit dat het doelpubliek niet is bereikt) waarom de manifeste functie in dit geval gefaald heeft. Wie kan hierin duidelijkheid scheppen?” o Je hebt eigenlijk impliciet de invloed van Merton in de analyse van Aubert o Manifeste functies Beoogde gevolgen van de wetgeving, openlijk bediscussieerd o Latente functies De onderliggende functies die vervuld worden maar die eigenlijk niet openlijk bediscussieerd worden o Het doel van de wegeving op het huishoudelijk personeel Manifest op gericht om de positie van de dienstboden te verbeteren Manifeste functie wordt niet vervuld Redenen • Juridisch taalgebruik is één van de obstakels om de manifeste functie te realiseren • Nog andere obstakels o Eigenlijk geen handhavingsapparaat voorzien Waar zit dan de latente functie? • Omdat je met bepaalde conflicten zit in de samenleving Kan wetgeving toewerken naar compromissen • P 61 bovenaan Deze (latente functie) … • P 66 !! • “Wat bedoelt Marc Galanter juist met de term 'litigation'? Hij gebruikt dit woord zeer vaak in de tekst, kan dit verduidelijkt worden? Ik kan er mij iets bij voorstellen, maar dat is niet voldoende om het goed te begrijpen.” o Lastige term o “Litigation vat ik op in de ruimste zin” Hij geeft er als het ware een eigen invulling aan Zowel het procederen voor rechtbanken (de beperkte betekenis) Opentrekken Ook de hele schemertoestand van dreigen met een rechtzaak •
99