Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
Reactie op Jaarverslag 2010 over het Meerjaren Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid en Milieu (MUP 2010 – 2013) 26 maart 2011 Samenvatting NMP complimenteert de gemeente met de gedetailleerde verslaglegging en met de behaalde resultaten. Bijzonder in het oog springen de concrete resultaten bij verschillende projecten op het gebied van aardwarmte en warmte-koude-opslag, en de bereikte energiebesparing bij de verbouwing van de Viergang. NMP constateert echter ook dat de gemeente op een aantal belangrijke onderdelen nog weinig vooruitgang boekt danwel neigt tot een relatief magere invulling van de geformuleerde doelen. Ook hebben we een aantal vragen bij de rapportage. Onze belangrijkste punten zijn: • De doelstelling m.b.t. de energetische kwaliteit van de bestaande woningvoorraad is onduidelijk geformuleerd. De meest voor de hand liggende interpretatie leidt tot de conclusie dat het gemiddelde label van het bestaande woningbestand pas over 20 tot 30 jaar met één labelstap is verbeterd. Dat schiet niet op. • In het gemeentelijk beleid is verbeteren van de energieprestatie van bestaande woningen de minst ambitieus ingevulde doelstelling. NMP vraagt de gemeente uit zich te oriënteren op state-of-the-art beleidsinitiatieven die in andere gemeenten worden genomen, en te bezien welke daarvan in Pijnacker-Nootdorp kunnen worden ingezet om het beleid te intensiveren. Te denken valt aan een wijk- en straatgerichte aanpak, aansluiting bij natuurlijke momenten, en samenwerking zoeken met ondermeer lokale makelaars, installatiebedrijven, bouw- en klusbedrijven, doe-het-zelfzaken en energiebedrijven. • NMP kan zich vinden in het voorstel om voor de komende jaren de doelstelling los te laten om woningen te bouwen met een EPC die 0,1 onder de eis uit het Bouwbesluit ligt. De recente verlaging van de norm maakt het echter makkelijker om de doelstelling m.b.t. de EPL te realiseren zonder gebiedsgerichte maatregelen. NMP verzoekt de gemeente om expliciet aan te geven dat aanscherping van de EPC niet ten koste gaat van de implementatie van warmte-koude-opslag en warmtelevering op basis van aardwarmte. • NMP stelt de gemeente voor om aspirant-kopers en andere potentiële belanghebbenden te betrekken bij de voorbereiding van het experiment met zeer energiezuinige woningen in Keizershof. Een dergelijke aanpak verkleint het risico voor de projectontwikkelaar en maakt het mogelijk binnen dit experiment woningen te realiseren met een ambitieuzere doelstelling dan EPC < 0,4. • Bezuiniging op beheer van groene gebieden mag niet ten koste gaan van de ecologische waarden. Met verstandige maatregelen hoeft dat ook niet zo te zijn. NMP vraagt de gemeente om lokale natuurorganisaties bij deze besluiten te betrekken zodat zij hun ecologische kennis kunnen inzetten voor maatregelen die zowel kosten als natuur sparen. • NMP constateert dat de realisatie van ecologische verbindingen in Keizershof niet in overeenstemming is met gemaakte beloften. Daarmee laat de gemeente kansen liggen voor de beoogde versterking van het ecologisch netwerk. Hieronder wordt per onderdeel van het rapport onze reactie weergegeven en toegelicht.
www.nmpijnacker.nl
1
Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
Toelichting Energielabel / energieprestatie gemeentelijke gebouwen, p. 2 Eén van de doelen is dat energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 10 jaar of korter worden uitgevoerd. In het verslag staat dat in 2010 door VH engineering 7 gebouwen zijn onderzocht i.v.m. energielabelling. Dit onderzoek heeft als het goed is inzicht opgeleverd in het potentieel van maatregelen met een terugverdientijd van 10 jaar of minder en de mate waarin deze kunnen bijdragen aan realisatie van de doelstelling van 3% energiebesparing per jaar. Zijn deze onderzoeksresultaten reeds beschikbaar? En wat is het beeld dat hier uit naar voren komt? Energiebesparingen bestaande woningen en web-pagina, p. 6 M.b.t. doelstelling: De doelstelling is “Verbeteren van de energetische kwaliteit van de bestaande woningvoorraad met gemiddeld 1 % (ofwel één labelsprong)” is onduidelijk geformuleerd. Waarop heeft de genoemde 1% betrekking en over welke periode geldt dat? De energielabelklasse wordt bepaald op basis van de energie-index. Dit is het berekende getal dat de energetische kwaliteit van het betreffende type woning aangeeft. Op basis van de energie-index wordt bepaald in welke klasse (A++ t/m G) de woning valt.
NMP neemt aan dat de verbetering van 1% bedoeld is als een reductie van de gemiddelde energie-index van bestaande woningen in Pijnacker-Nootdorp met 1% per jaar. Aannemende dat het huidige gemiddelde label D is, komt één labelsprong overeen met een afname van de energie-index met 0,3 tot 0,4. Op basis van een verbetering van 1% per jaar is daarvoor 20 tot 30 jaar nodig. Dat schiet dus niet op! M.b.t. gemeentelijke plannen Bestaande woningen hebben het grootste aandeel in energiegebruik en CO2-emissies binnen de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Verbeteren van de energieprestatie van bestaande woningen is derhalve de belangrijkste maatregel voor het realiseren van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. In het gemeentelijk beleid is dit echter de minst ambitieus ingevulde doelstelling. De Wonen++ campagne was te vrijblijvend en moet vooral daardoor als een mislukking worden beschouwd. De in het verslag voorgestelde vervolgactiviteiten, in de vorm van informatievoorziening via een website, betekenen de facto een verdere afzwakking van de inspanningen. Naar de mening van NMP is juist een intensivering van de inspanningen nodig. www.nmpijnacker.nl
2
Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
NMP vraagt de gemeente uit zich te oriënteren op state-of-the-art beleidsinitiatieven m.b.t. bestaande woningen die in andere gemeenten worden genomen, en te bezien welke daarvan in Pijnacker-Nootdorp kunnen worden ingezet om het beleid te intensiveren. Belangrijke elementen daarbij zijn: • Een wijk- en straatgerichte aanpak, waarbij kan worden samengewerkt met wijk- en bewonersorganisaties, lokale installateurs en energiebedrijven. M.n. in wat oudere nieuwbouwwijken kan gezamenlijke vervanging van cv-ketels en toepassing van aanvullende isolatiematerialen een kansrijke optie zijn; • Aansluiting bij natuurlijke momenten, zoals de (ver)koop van een woning. Dit kan worden georganiseerd door samenwerking te zoeken met lokale makelaars, installatiebedrijven, aannemers en klusbedrijven, doe-het-zelfzaken en energiebedrijven. Een dergelijke samenwerking helpt deze bedrijven ook om ervaring op te doen zodat zij na eerste proefprojecten zelf de kar kunnen trekken. • Meer gebruik maken van sociale netwerken, zoals bewonersverenigingen. • Organisatie van een energiebesparingsmarkt waarop voorlichting wordt gegeven en aanbieders van energiebesparende technieken hun producten presenteren. • Instelling van een revolverend fonds om de financiering van energiebesparende maatregelen door huizenbezitters te vergemakkelijken. Een dergelijk fonds kan voor de gemeente nagenoeg kostenneutraal worden opgezet. Ervaring in andere gemeenten leert dat het in alle geval belangrijk is om de ingestelde maatregelen lang vol te houden. Campagnes moeten meerdere jaren worden herhaald om een voldoende groot aandeel van de bevolking werkelijk te bereiken en tot actie aan te zetten. Energieprestatieafspraken met woningcorporaties, p.7 M.b.t. doelstelling: De doelstelling is “Verbeteren van de energetische kwaliteit van de bestaande woningvoorraad met gemiddeld 1 % (ofwel één labelsprong)” is onduidelijk geformuleerd. Waarop heeft de genoemde 1% betrekking en over welke periode geldt dat? M.b.t. gemeentelijke plannen NMP is het er mee eens dat het monitoren van energiegebruik in verhouding tot de benodigde inspanning weinig meerwaarde biedt. Het monitoren van de gerealiseerde label-sprongen is echter wel een zinvolle maatregel om de voortgang m.b.t. het verbeteren van de energetische kwaliteit van de bestaande woningvoorraad te bewaken. Gedragscampagne inwoners, p.7 NMP is sterk voorstander van de energiemarkt die onder dit kopje wordt overwogen. De focus van die markt moet echter niet alleen op gedrag zijn. De markt moet vooral zichtbaar maken welke technische maatregelen eigen-woningbezitters kunnen realiseren.
www.nmpijnacker.nl
3
Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
Duurzaam bouwen in nieuwbouwlocaties, p.10 M.b.t. EPC en EPL Gegeven de recente aanscherping van de EPC-norm van 0,8 naar 0,6, en de in het Lenteakkoord tussen gemeenten en bouwers gemaakte afspraken, kan NMP zich vinden in het voorstel van de gemeente om voor de komende jaren de doelstelling los te laten om woningen te bouwen met een EPC die 0,1 onder de in het Bouwbesluit geëiste waarde ligt. NMP verzoekt de gemeente echter wel om expliciet aan te geven dat deze aanscherping niet ten koste gaat van overige structurele duurzaamheidsmaatregelen die op nieuwbouwlocaties gerealiseerd kunnen worden. Dit heeft te maken met de interactie tussen EPC en EPL. Wanneer in een nieuwbouwwijk alle woningen een EPC van 1 hebben en er geen aanvullende maatregelen op gebiedsniveau worden genomen, dan resulteert dit automatisch in een EPL van 6. Onder dezelfde condities resulteert een gemiddelde EPC van 0,8 in een EPL van 6,6. Dat betekent dat het simultaan realiseren van de doelstellingen EPC = 0,8 en EPL = 7 alleen kan als op gebiedsniveau aanvullende maatregelen worden genomen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om WKO zoals nu in Keizershof wordt toegepast of gebruik van aardwarmte. Een gemiddelde EPC van 0,6 (nieuwe norm) leidt zonder aanvullende maatregelen tot een EPL van 7 of meer. Dit betekent dat projectontwikkelaars voor het realiseren van de gemeentelijke doelstelling m.b.t. de EPL geen aanvullende maatregelen meer zouden hoeven nemen. Op dit moment reeds gerealiseerde of in uitvoering zijnde projecten laten echter zien dat WKO, warmtenetten en aardwarmte zeer aantrekkelijke opties zijn om wijken en andere gebieden structureel duurzamer van energie te voorzien. De gemeentelijke initiatieven op dit gebied zijn bovendien niet alleen voor Pijnacker-Nootdorp van belang maar helpen ook op landelijke schaal om de transitie naar duurzame warmtevoorziening te versnellen. Het zou zonde zijn als deze belangrijke ontwikkeling vertraagd of gestopt wordt als gevolg van de aanscherping van de EPC. Het niet toepassen van deze technieken op nieuwbouwlocaties zou er bovendien toe leiden dat de doelstellingen m.b.t. “Projectplan warmtetransitie” niet gehaald worden. NMP vraagt de gemeente zich expliciet uit te spreken over deze kwestie en aan te geven hoe zij er voor gaat zorgen dat de doelstellingen m.b.t. warmtetransitie toch gehaald gaan worden. M.b.t. Keijzershof NMP is verheugd te lezen dat de planontwikkeling m.b.t. het experiment met een beperkt aantal zeer energiezuinige woningen (EPC < 0,4) in Keijzershof inmiddels door Heijmans Vastgoed is opgestart. We hebben echter wel enkele vragen en opmerkingen over dit onderwerp. Op basis van landelijke afspraken moet vanaf 2020 alle nieuwbouw CO2-neutraal zijn. Hoe dat wordt uitgewerkt in een vereiste EPC en eventuele externe levering van CO2-neutrale energie is vooralsnog niet duidelijk. Het ligt echter voor de hand dat de EPC in 2020 op het niveau van 0,2 of minder ligt. Voor 2015 is in ieder geval al een aanscherping naar 0,4 www.nmpijnacker.nl
4
Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
voorzien. De woningen die nu voor het zuidelijk deel van Keizershof worden ontwikkeld worden naar verwachting pas over enkele jaren opgeleverd. In vergelijking met de norm voor 2015 is dan een EPC < 0,4 niet meer zo ambitieus. Woningen met een EPC ver beneden 0,4 en zelfs met EPC = 0 zijn technisch realiseerbaar. De meerkosten zijn te overzien, maar kunnen voor kopers zonder duidelijk duurzaamheidsoogmerk wel een hindernis zijn. Meerkosten zullen echter dalen als er meer van deze woningen gerealiseerd worden. Het Pijnackerse experiment levert zo een belangrijke bijdrage aan de transitie naar duurzame woningbouw. NMP vraagt de gemeente om de voorbereiding van het experiment niet alleen met Heijmans Vastgoed uit te voeren maar om daar vooral ook aspirant-kopers en andere potentiële belanghebbenden bij te betrekken. Dit zal beter inzicht geven in de wensen van aspirantkopers en in hun bereidheid om meer te betalen voor energieneutrale woningen of woningen met een EPC die significant onder 0,4 ligt. NMP verwacht dat er binnen de gemeente zeker 5 tot 10 gegadigden voor dit soort woningen te vinden zijn. Mogelijk kunnen zelfs voorlopige koopcontracten worden gesloten met aspirant-kopers. Een dergelijke aanpak verkleint het risico voor de projectontwikkelaar en maakt het mogelijk binnen dit experiment te laten zien dat woningen met een ambitieuzere doelstelling dan EPC < 0,4 goed realiseerbaar zijn. Regionaal warmtenetwerk, p.13 De rapportage meldt een in 2010 uitgevoerd onderzoek naar benodigde maatregelen en technische randvoorwaarden voor de realisatie van een warmtenetwerk in het Stadsgewest Haaglanden. Zijn de resultaten hiervan al beschikbaar? Het verbinden van lokale warmtenetten maakt het in principe makkelijker om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen en kan zo de behoefte aan relatief onrendabele voorzieningen voor bijverwarming met fossiele energie verminderen. Warmtetransport over langere afstanden is echter in de regel niet rendabel. NMP verwacht dan ook dat het nut van een regionaal warmtenet vooral gezocht moet worden in het verbinden van naburige lokale netten. In die zin is het belangrijker te focussen op verbindingen tussen lokale netten binnen de gemeente dan op verbindingen tussen verschillende gemeenten binnen het Stadsgewest Haaglanden. CO2 monitor, p.14 NMP vraagt de gemeente om in het jaarverslag duurzaamheid en milieu 2011 de eerste resultaten van de CO2-monitor op te nemen. Controle van EPC bij nieuwbouwwoningen, p. 14 Ervaring in andere gemeenten heeft laten zien dat sturen op gerealiseerde EPC-waarden i.p.v. ontwerpcijfers belangrijk is. NMP vraagt de gemeente derhalve niet te streven naar een structurele controle bij nieuwbouwprojecten maar te beloven dat zij dat ook daadwerkelijk gaat doen.
www.nmpijnacker.nl
5
Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
Uitvoeringsprogramma ecologische kaart, p.15 Het verslag geeft aan dat in de “Inventarisatienota Op weg naar een duurzame begroting 2012-2014” bezuinigingsmaatregelen worden voorgesteld op het gebied van onder meer ecologie en dat deze maatregelen kunnen mogelijk resulteren in second best oplossingen binnen de reguliere budgetten. NMP is er van overtuigd dat bezuiniging op beheer van groene gebieden niet ten koste mag gaan van de ecologische waarden. NMP is er tegelijkertijd van overtuigd dat dat met verstandige maatregelen ook niet zo hoeft te zijn. NMP vraagt de gemeente om lokale natuurorganisaties bij deze besluiten te betrekken zodat zij hun ecologische kennis kunnen inzetten om bij te dragen aan maatregelen die zowel kosten als natuur sparen. Overige kansen ecologie, p.16 NMP constateert dat de realisatie van ecologische verbindingen in Keijzershof niet in overeenstemming is met eerder gemaakte beloften. De inrichting van de gebieden, met onder andere geasfalteerde wandelpaden, levert niet de natuurwaarden die nodig zijn om dergelijke ecologische verbindingen naar behoren te laten functioneren. Daarmee worden niet alleen beloften geschonden, maar laat de gemeente bovendien kansen liggen voor versterking van het ecologisch netwerk, zoals bedoeld onder “Overige kansen ecologie”. Nestvoorzieningen, p. 16 NMP moedigt de gemeente aan om de vermelde overweging om nestvoorzieningen als onderdeel van duurzaam bouwen in het programma van eisen voor bouwplannen op te nemen om te zetten in een besluit dit ook echt te gaan doen!
www.nmpijnacker.nl
6