RBG ADVIESBUREAU VOOR. Rapport r01 Bouter Kaas, Ambachtsweg 2-4b, Groot Ammers Masterplan brandveiligheid

RBG ADVIESBUREAU VOOR BRANDVEILIGHEID

Rapport 115225r01 Bouter Kaas, Ambachtsweg 2 - 4b, Groot Ammers Masterplan brandveiligheid


Rapportnummer:

115225r01

Datum:

02-02-2016

Versie:

004

Opdrachtgever:

Van Es Architecten

Postadres:

Rivierdijk 72a

Postcode en plaats

3361 AR SLIEDRECHT

Telefoon:

0184 - 61 55 69

Contactpersonen:

De heer T. Schumacher

Uitvoerend adviesbureau: Bezoek- en postadres:

RBG adviesbureau voor brandveiligheid (onderdeel van RBG Brandveiligheid B.V.) Zilverschoon 18

Postcode en plaats

6922 GC DUIVEN

Telefoon:

0316 - 84 40 80

E-mail:

[email protected]

Internet:

www.rbg-bv.nl

BTW-nummer:

NL819883384B01

K.v.k.-nummer:

09186670 te Arnhem

Projectmedewerker:

De heer J. Otter

Adviseur en ondertekening:

De heer ing. B.A.G. Rietbergen

20160202 115225r01

2


Inhoudsopgave

Pagina

1

Inleiding

4

2

Uitgangspunten

5

3

Situatie beschrijving

6

4 4.1

Beheersbaarheid van brand - brandcompartimentering Brandcompartiment indeling

7 7

5 5.1

Brandoverslag – brandwerendheid gevels/daken Probleemstelling

9 9

6 6.1 6.2 6.3 6.4

Veilig vluchten Maximale loopafstanden Samenvallende vluchtroutes (ruimtebewaking en rookmelders) Vluchtdeuren zonder sleutel te openen Paniekbalken

12 12 13 13 13

7 7.1 7.2 7.3 7.4

Constructieve brandveiligheid Draagconstructie brandwerendheden Draagconstructie ter plaatse van de brandwerende scheiding Draagconstructie ten behoeve van vluchtroutes Doorvoeringen

14 14 14 15 15

8

Brandveiligheidsinstallaties

16

9

Materiaaltoepassing

18

10

Bluswater, bereikbaarheid en opstelplaatsen brandweervoertuigen

19

11

Conclusie

20

Bijlage 1 Beoogde situatie Bijlage 2 Brandveiligheidstekeningen

20160202 115225r01

I II

3


1

Inleiding

In opdracht van Van Es architecten heeft RBG adviesbureau voor brandveiligheid met betrekking tot de sloop/verbouw en uitbreiding van een bedrijfsgebouw van Bouter Kaas aan de Ambachtsweg 2 - 4b te Groot Ammers een brandveiligheidsonderzoek uitgevoerd. Aanleiding is het voornemen een bestaand bedrijfsgebouw (huisnummer 2) te slopen/verbouwen en uit te breiden, zodat deze tegen het naastliggende bestaande pand op nummer 4b komt te staan. In dit andere bedrijfspand op nummer 4b, wordt ook een verbouwing voorgenomen in de twee meest oostelijke (rechter) units 6 en 7. Het onderzoek beperkt zicht tot deze gebouwdelen. Het doel van het onderzoek is te beoordelen welke brandtechnische voorzieningen minimaal vereist zijn om een volgens de regelgeving brandveilig gebouw te realiseren. Het bouwplan zal daarbij worden beoordeeld op basis van het Bouwbesluit 2012. Een brandoverslag berekening valt vooralsnog buiten dit onderzoek. Het resultaat van het onderzoek is weergegeven in deze rapportage en de bijbehorende brandveiligheidstekeningen in bijlage 2.

20160202 115225r01

4


2

Uitgangspunten

Het onderzoek is gebaseerd op onderstaande bouwkundige tekeningen van Van Es architecten met projectnummer 151591: bladnummer

Onderdeel

Datum

B-101

Gevels

02-02-2016

B-102

Begane grond en verdieping

02-02-2016

S-101

Situatie – Nieuw

02-02-2016

B-02

Plattegrond bestaand (BC2)

02-02-2016

Aantal personen Het werkelijk aantal personen per verblijfsruimte, benodigd voor een beoordeling van de samenhangende eisen vanuit Bouwbesluit 2012, is bepaald aan de hand van de weergegeven indeling.

20160202 115225r01

5


3

Situatie beschrijving

Het project betreft de ten minste gedeeltelijke sloop van een bestaand bedrijfsgebouw van Bouter Kaas aan de Ambachtsweg 2 en de verbouw van twee units in het naastliggende gebouw (nr. 4b). Ter plaatse van het gebouw op nummer 2 wordt een groter bedrijfsgebouw gerealiseerd tot aan de oostgevel van het bestaande gebouw met huisnummer 4b. Na de realisatie vormen deze twee bedrijfsgebouwen één geheel. Meerdere percelen Conform de beschikbare kadastergegevens is het onderzochte gebouwdeel gelegen op meerdere kadastrale percelen. Een brandcompartiment strekt zich in beginsel niet uit over meer dan één perceel volgens Bouwbesluitartikel 2.89 lid 3. De verschillende kadastrale percelen kunnen echter worden aangemerkt als “hetzelfde perceel” als bedoeld in artikel 1 lid 1 van Bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht (Bor). Hierdoor is het niet noodzakelijk om ter plaatse van de kadastrale perceelgrenzen een brandwerende scheidingsconstructie te realiseren of om de percelen kadastraal samen te voegen. Het gebouw heeft een lichte industrie- en kantoor-/bijeenkomstfunctie op een perceel dat aan meerdere zijden grenst aan de openbare weg / openbaar groen. Het perceel is toegankelijk vanaf de zuidzijde via de Ambachtsweg. Het onderzochte gebouwdeel heeft op de begane grond meerdere ruimten met lichte industriefunctie en een kleine entresolvloer en “kantoordeel” op de verdieping in het bestaande gebouwdeel (nummer 4b / BC2). De hoogste verblijfsgebiedsvloer is gelegen op de verdieping op circa 2,8 m boven het aansluitende terrein ter plaatse van de hoofdingang. In het gebouwdeel met huisnummer 2 (BC1) is geen verdieping gelegen. De situatie en plattegronden zijn weergegeven in bijlage 1 en 2.

20160202 115225r01

6


4

Beheersbaarheid van brand - brandcompartimentering

4.1

Brandcompartiment indeling

Een

gebouw

dient

te

worden

onderverdeeld

in

één

of

meer

brandcompartimenten.

Conform Bouwbesluitartikel 2.83 lid 1 (Bouwbesluit 2012) mag de gebruiksoppervlakte van een 2 brandcompartiment met een industriefunctie in beginsel niet groter zijn dan 2.500 m bij niveau nieuwbouw en niet groter dan 3.000 m² bij niveau bestaande bouw. Het rechter gebouwdeel (BC1) heeft circa 2.458 m² gebruiksoppervlak. Het onderzochte linker gebouwdeel (meest rechter twee units) omvat circa 1.205 m² (exclusief verdieping). Het is in beginsel mogelijk om beide onderzochte brandcompartimenten (BC1 en BC2) samen te voegen in één brandcompartiment op basis van gelijkwaardigheid. In deze situatie is echter gekozen om het gebouwdeel bouwkundig op te delen in twee brandcompartimenten. Het linker deel (tussen as G en I) zal daarbij onderdeel uitmaken van het bestaande brandcompartiment welke drie units omvat (tussen as E/F en I; zoals in de huidige situatie ook het geval is; < 2.000 m² gebruiksoppervlakte). Het uitgangspunt daarbij is dat de scheiding op as E/F daadwerkelijk fungeert als begrenzing van het brandcompartiment met een minimale brandwerendheid van 30 minuten. De indeling in brandcompartimenten is weergegeven in bijlage 2. WBDBO-eis Conform Bouwbesluitartikel 2.84 geldt in deze situatie een WBDBO-eis ter plaatse van het nieuwe brandcompartiment, van in beginsel 60 minuten tussen brandcompartimenten onderling gelegen op hetzelfde perceel en tussen een brandcompartiment en een (fictief) gelegen brandcompartiment op naastgelegen percelen. Als de betreffende brandcompartiment niet groter zouden zijn dan 1.000 m², dan mag de 60 minuten WBDBO-eis tussen de brandcompartimenten onderling gelegen op hetzelfde perceel, worden gereduceerd naar 30 minuten. Doordat in deze situatie de industriefunctie brandcompartimenten BC1 en BC2 meer dan 1.000 m², maar minder dan 2.500 m² omvatten is een 60 minuten WBDBO-eis van toepassing. Met het realiseren van een ten minste 60 minuten brandwerende scheiding tussen BC1 (huisnummer 2) en BC2 (huisnummer 4b) kan worden voldaan aan de “beheersbaarheid van brand” eisen zonder gelijkwaardige oplossing. Vanuit het bestaande brandcompartiment BC2 naar BC1 geldt een WBDBO-eis van 30 minuten. De aanwezige WBDBO dient in beginsel te worden bepaald volgens NEN 6068.

20160202 115225r01

7


Zelfsluitende deuren De deuren gelegen in inwendige brandwerende scheidingen (niet zijnde de gevels) dienen zelfsluitend te worden uitgevoerd en eenzelfde brandwerendheid als de wand te bezitten. Een brandwerendheid ter plaatse van een dergelijke opening kan worden gerealiseerd door een brandwerende deur-/kozijnconstructie. Indien in de dagelijkse praktijk een open situatie is gewenst, kan de betreffende deurconstructie worden aangesloten op een kleefmagneet of vrijloopdranger die wordt gekoppeld aan de brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie. Hierdoor staat de deur in de dagelijkse praktijk altijd open en sluit alleen in geval van brand.

20160202 115225r01

8


5

Brandoverslag – brandwerendheid gevels/daken

5.1

Probleemstelling

Conform de NEN 6068 dient de WBDBO bepaald te worden tussen gevel- en/of dakopeningen. Een gevel- en/of dakopening is daarbij gedefinieerd als zijnde een onderdeel van een gevel of dak die een brandwerendheid bezit van minder dan 30 minuten (bepaald volgens NEN 6069). Om te bepalen of wordt voldaan aan de WBDBO-eis vanaf de verschillende brandcompartimenten, dient te worden uitgegaan van een brand in de te beschouwen brandcompartimenten. In geval van brand mag de warmtestralingsflux ter plaatse van de gevel- en/of dakopening van het (fictieve) naasten of bovengelegen brandcompartiment niet meer dan 15 kW/m² bedragen. Bij een warmtestraling niet hoger dan 15 kW/m² wordt er voldaan aan een WBDBO-eis door middel van afstand. Randvoorwaarden Een randvoorwaarde om de bepalingsmethode toe te mogen passen is dat 95% van de gevels en constructiematerialen bevestigd aan een gevel ten minste moeten voldoen aan een klasse 2 van bijdrage tot brandvoortplanting (bepaald volgens NEN 6065) of klasse B van het materiaalgedrag bij brand (bepaald volgens NEN 13501-1). Een steenachtige gevel of gevel van stalen afwerking voldoet hieraan. Tevens mag het dak niet brandgevaarlijk zijn uitgevoerd conform de NEN 6063. Bepalen WBDBO Als in deze rapportage of de bijbehorende bijlagen een brandwerendheid wordt aangegeven van bijvoorbeeld een wand, vloer, dak, gevel, gevelopening of deel daarvan, dan is dit een brandwerendheid die dient te zijn bepaald conform de NEN 6069. Deze brandwerendheid kan gevolgen hebben voor de brandwerendheid van de relevante draagconstructie. Hierdoor wordt geadviseerd om dit voor te leggen aan de constructeur, zodat eventuele aanvullende constructie brandwerendheden inzichtelijk kunnen worden gemaakt.

20160202 115225r01

9


Brandoverslag vooralsnog niet berekend De aanwezige WBDBO dient in beginsel te worden bepaald volgens NEN 6068. De NEN 6068 geeft daarbij twee mogelijkheden. 1. De gevel en gevelopeningen 30 minuten brandwerend uitvoeren*; OF 2. Met behulp van een NEN 6068 brandoverslag berekening beoordelen of dat op basis van de aanwezige afstanden invulling kan worden gegeven aan de WBDBO-eis. *Opmerking: dit heeft ook consequenties voor de achterliggende constructies. In deze situatie is vooralsnog geen berekening uitgevoerd. Hierdoor dienen formeel alle gevels en gevelopeningen 30 minuten brandwerend te worden uitgevoerd. Opgemerkt moet worden dat aannemelijk wordt geacht dat ter plaatse van de gevels die grenzen aan de openbare weg (Ambachtsweg), invulling wordt gegeven aan de eisen op basis van de aanwezige afstand. Deze hoeven derhalve niet brandwerend te worden uitgevoerd. Inwendig hoek Ter plaatse van de inwendige hoek tussen BC1 en BC2 is de afstand relatief beperkt en dient deze gevel 30 minuten brandwerend te worden uitgevoerd. Deze eis wordt ingevuld door aan de binnenzijde een 60 minuten brandwerende constructie van de koelcellen te realiseren. Opmerking: deze 60 minuten komt voort uit de eis dat de inwendige wandconstructie een brandwerendheid van 60 minuten dient te bezitten en de staalconstructie van de hal derhalve ook gedurende 60 minuten niet mag bezwijken. Aan de buitenzijde wordt deze eis ingevuld door een 30 minuten brandwerend beplating toe te passen. Deze brandoverslag voorziening is grafisch weergegeven in bijlage 2. Achtergevel Ter plaatse van de achtergevel grenst het perceel aan een ander perceel. Ook deze gevel dient vooralsnog 30 minuten brandwerend te worden uitgevoerd (inclusief deurconstructies). Deze eis wordt ingevuld door aan de binnenzijde een 60 minuten brandwerende constructie van de koelcellen te realiseren. Opmerking: deze 60 minuten komt voort uit de eis dat de inwendige wandconstructie een brandwerendheid van 60 minuten dient te bezitten en de staalconstructie van de hal derhalve ook gedurende 60 minuten niet mag bezwijken. Aan de buitenzijde kan deze eis worden ingevuld door een 30 minuten brandwerend beplating en deurconstructies toe te passen. In het aansluitende traject kan desgewenst een brandoverslag onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de gevelbeplating en de aanwezig deuren niet brandwerend hoeven te worden uitgevoerd. Indien kan worden aangetoond dat de aanwezige afstand daadwerkelijk voldoende is om invulling te geven aan de eisen, hoeven de betreffende bovengenoemde gevel en gevelopeningen niet 30 minuten brandwerend te worden uitgevoerd. Dit kan leiden tot een besparing in de bouwkosten.

20160202 115225r01

10


Dak opgaande gevel Tussen het dak van het bestaande gebouwdeel (BC2) en de opgaande gevel van het nieuwe gebouwdeel (BC1) is sprake van een brandoverslagtraject. Door de toepassing van de beoogde minimaal 30 minuten brandwerende koelcelconstructie in BC2 en minimaal 60 brandwerende koelcelconstructie in BC1 wordt invulling gegeven aan de WBDBO-eis tussen de twee brandcompartimenten.

20160202 115225r01

11


6

Veilig vluchten

6.1

Maximale loopafstanden

Conform Bouwbesluitartikel 2.102 lid 4 mag de maximale gecorrigeerde loopafstand tussen elk punt in een verblijfsruimte of een ruimte in een gebruiksgebied en een subbrandcompartiment uitgang, maximaal 30 m bedragen. Bij een lager aantal toegestane personen, 1 persoon per 12 m² of 1 persoon per 30 m² geldt respectievelijk een maximale gecorrigeerde loopafstand van 45 m en 60 m. In deze situatie is alleen in de industriefunctie ruimten een maximale loopafstand van 45 m van toepassing (overige delen 30 m) Een korte opsomming van de situatie: - Met de toepassing van de op tekeningen weergegeven indeling in (sub)brandcompartiment,

-

-

-

kan overal in het beoordeelde gebouwdeel op basis van een vrij indeelbare ruimte worden voldaan aan de maximale loopafstanden. Het grootste deel van het onderzochte gebouwdeel heeft een lichte industriefunctie ten behoeve van de opslag van kaas. De aanwezigheid van personen is hier van ondergeschikt belang (opslag geen productie). Hierdoor kan met een lagere bezetting worden gerekend. In alle industriefunctie delen van het onderzochte gebouwdeel kan hierdoor op basis van vrij indeelbare ruimten worden voldaan aan de maximale loopafstand. De begane grond tekening van BC2 (twee oostelijke units in bestaande gebouwdeel met huisnummer 4b) geeft een opmerking weer dat een verdieping aanwezig is met een “overblijfruimte”. Een tekening van deze verdieping is vooralsnog niet beschikbaar. Verwacht wordt dat dit slechts een kleine verdieping betreft met slechts één verblijfsruimte. De loopafstand vanaf deze verblijfsruimte tot het punt waar in twee richtingen kan worden gevlucht is meer dan 10 m. Ook is deze samenvallende vluchtroute gelegen in een ruimte met meer dan 200 m². Hierdoor is conform Bouwbesluit ruimtebewaking vereist voor de ruimten op de verdieping evenals een aantal ruimten op de begane grond. Zie paragraaf 6.2 voor meer informatie. Als de kleine verdieping (overblijfruimte) zich beperkt tot de vloer boven de hal, kleedruimte, toilet en wc, dan kan worden voldaan aan een 30 m maximale loopafstand. Een aantal opslagruimten is enkel toegankelijk via snelloopdeuren. Conform Bouwbesluit kan een snelloopdeur geen vlucht- of nooddeur zijn, tenzij deze gelijkwaardig is aan bijvoorbeeld een enkele draaiende vluchtdeur. Het handmatig open duwen/trekken van een snelloopdeur is niet gelijkwaardig aan een reguliere vluchtdeur. Geadviseerd wordt een snelloopdeur toe te passen die (normaal) blijft functioneren bij stroomuitval (aansluiten op een voorziening voor noodstroom), of het toepassen van een naastliggende vluchtdeur (reguliere draaiende deur). In bijlage 2 is grafisch aangegeven welke snelloopdeuren dit betreft.

Zie bijlage 2 voor een grafische weergeven van de voorzieningen.

20160202 115225r01

12


6.2

Samenvallende vluchtroutes (ruimtebewaking en rookmelders)

Conform Bouwbesluitartikel 6.20 lid 5 dient een ruimte in een vluchtroute te worden voorzien van ruimtebewaking (rookmelders aangesloten op de brandmeldinstallatie) indien: 1. De loopafstand tussen de uitgang van een verblijfsruimte en het punt van waaruit in meer dan één richting kan worden gevlucht meer dan 10 m bedraagt. OF 2. De totale vloeroppervlakte van de ruimten waardoor een enkele vluchtroute voert, alsmede de daarop aangewezen verblijfsruimten meer dan 200 m² bedraagt. OF 3. Het aantal aan de enkele vluchtroute gelegen verblijfsruimten meer dan twee is. Door de aanwezigheid van een verblijfsruimte op de kleine verdieping in BC2 is ruimtebewaking vereist op de kleine verdieping (overblijfruimte) in BC2 en in meerdere ruimten op de begane grond die grenzen aan de ruimte waarin de vluchtroute vanaf deze verdieping samenvalt. In bijlage 2 is dit grafisch weergegeven.

6.3

Vluchtdeuren zonder sleutel te openen

Alle deuren in een vluchtroute dienen direct geopend te kunnen worden zonder gebruik te maken van bijvoorbeeld een sleutel. Indien deuren worden toegepast die afsluitbaar zijn, wordt geadviseerd om in de vluchtrichting knopcilinders toe te passen bij de betreffende deuren. De bovengenoemde eis geldt ook voor alle deuren in de vluchtroutes vanaf de buitendeuren tot het aansluitende terrein. Zoals eerder aangegeven is er een bijzondere veilig vluchten situatie aanwezig in de opslag ruimten in BC1. Hier zijn meerdere ruimten aanwezig die enkel bereikbaar zijn via snelloopdeuren. Ook deze deuren dienen direct over de volledige breedte en ten minste 2,3 m hoogte geopend te kunnen worden, zonder gebruik van bijvoorbeeld een sleutel. Bij brand en/of stroomuitval dienen deze snelloopdeuren gelegen in vluchtroutes te blijven functioneren, zodat deze gelijkwaardig kunnen worden geacht aan een reguliere (draaiende) vluchtdeur. Een alternatief is het realiseren van een vluchtdeur naast de snelloopdeuren.

6.4

Paniekbalken

Conform Bouwbesluit is het noodzakelijk een deur te voorzien van een paniekbalk, indien op die betreffende deur meer dan 100 personen zijn aangewezen. In deze situatie kan door het relatief lage aantal personen in relatie met de beschikbare vluchtdeuren aan deze eis worden voldaan, zonder aanvullende voorzieningen.

20160202 115225r01

13


7

Constructieve brandveiligheid

7.1

Draagconstructie brandwerendheden

Het beoordeelde gebouwdeel bestaat uit twee naast elkaar gelegen brandcompartimenten. Doordat er geen vloer is gelegen boven de 5,0 m boven meetniveau is conform Bouwbesluitartikel 2.10 lid 4 in beginsel geen constructie brandwerendheid* vereist. Wel kunnen eisen van toepassing zijn door de aanwezigheid van WBDBO-eisen. Deze staan hieronder weergegeven. * voorheen bekend onder de definitie van ‘hoofddraagconstructie’

7.2

Draagconstructie ter plaatse van de brandwerende scheiding

Het is essentieel dat het mogelijk bezwijken van een brandcompartiment niet zal leiden tot het bezwijken van eventuele brandwerende scheidingen (wanden, gevels, vloeren of daken). Dit zal er toe leiden dat de draagconstructie van een gebouw zo moet worden/zijn gerealiseerd dat ook in geval van brand de (sub)brandcompartiment scheidingen in deze situatie gedurende de minimale brandwerendheid van deze wanden, gevels, vloeren of daken zullen moeten standhouden (afhankelijk van de eis; deze is weergegeven op de brandveiligheidstekeningen). Door de toepassing van de beoogde minimaal 60 brandwerende koelcelconstructie in BC1 wordt invulling gegeven aan de WBDBO-eis van BC1 naar BC2. Met de minimaal 30 brandwerende koelcelconstructie in BC2 wordt bij brand in de twee rechter units in BC2 invulling gegeven aan de WBDBO-eis. Om echter vanaf de meest linker unit in BC2 (hal 5 zonder koelcellen) te kunnen voldoen aan de 30 minuten WBDBO-eis naar BC1, zijn mogelijk aanvullende voorzieningen vereist: - De scheidingsconstructie ter plaatse van as I/A dient onafhankelijk te worden uitgevoerd. Bij brand in BC2 (hal5, 6 en/of 7) mag de (nieuwe) staalconstructie van BC1 niet binnen 30 minuten bezwijken. - Eveneens is een 30 minuten brandwerende scheiding vereist ter plaatse van as I/A die onafhankelijk is van de constructie van BC2. Het bezwijken van een dak en/of vloer mag daarbij niet leiden tot het bezwijken van een eventuele brandwerende wand of gevel (bepaald volgens NEN-EN 1990 de daarbij behorende materiaalnormen). Geadviseerd wordt deze punten voor te leggen aan de constructeur, zodat de hiervoor mogelijk aanvullende voorzieningen kunnen worden bepaald.

20160202 115225r01

14


7.3

Draagconstructie ten behoeve van vluchtroutes

Conform Bouwbesluitartikel 2.10 lid 1 mag een vloer, trap of hellingbaan waarover een vluchtroute voert niet bezwijken binnen 30 minuten bij een brand in een ander (sub)brandcompartiment. Als er wordt voldaan aan de brandwerendheidseisen ten behoeve van de (sub)brandcompartiment scheidingen, dan kan invulling worden gegeven aan de bovenstaande eis.

7.4

Doorvoeringen

Zoals eerder aangegeven grenzen er meerdere brandcompartimenten direct aan elkaar. Het is daarom van belang dat bij de detaillering zorgvuldig wordt gekeken naar de mogelijkheid van branddoorslag. Dit is vooral van belang bij eventuele leiding doorvoeren. Deze openingen dienen dezelfde brandwerendheid te bezitten als nodig is voor de brandwerende scheiding waarin ze zich bevinden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van brandkleppen, brandmanchetten of brandwerende pasta. Aandachtspunt: de installateur dient na oplevering een attest te overleggen waarop is weergegeven dat de voorzieningen conform de geldende normen/praktijkrichtlijnen zijn gerealiseerd/aangebracht.

20160202 115225r01

15


8

Brandveiligheidsinstallaties

Brandslanghaspels (conform Bouwbesluitartikel 6.28): Het onderzochte gebouwdeel heeft voor het overgrote deel een licht industriefunctie, waardoor conform Bouwbesluitartikel 6.28 brandslanghaspels in beginsel niet zijn vereist (niveau nieuwbouw). Op basis van Bouwbesluitartikel 6.31 dienen echter wel handbrandblussers te worden aangebracht. Een mogelijke projectering van de handbrandblussers is weergegeven op de brandveiligheidstekeningen in bijlage 2. Noodverlichting (conform Bouwbesluitartikel 6.3): Door de afwezigheid van (extra) beschermde vluchtroutes, verblijfsruimten voor meer dan 75 personen en liftkooien, is noodverlichting niet vereist. Brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie (conform Bouwbesluitartikel 6.20 en 6.23) Doordat het onderzochte gebouwdeel (twee aparte brandcompartimenten) voornamelijk bestaat uit ruimten met een lichte industriefunctie, is een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie in beginsel niet vereist. Doordat echter ruimtebewaking is vereist voor de overblijfsruimte op de kleine verdieping in BC2, dient een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie van het type “niet automatisch” met ruimtebewaking te worden toegepast bij alleen BC2. BC1 (huisnummer 2) hoeft niet te worden voorzien van een een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie. Dit betekent dat handbrandmelders dienen te worden geplaatst in BC2 combinatie met plaatselijke rookmelders (ruimtebewaking). Een doormelding naar de brandweer is daarbij niet vereist. Zie paragraaf 6.2 voor een toelichting over de vereiste ruimtebewaking. In de brandveiligheidstekening staat aangegeven welke ruimten moeten worden voorzien van ruimtebewaking. De installatie dient daarbij te voldoen aan de NEN 2535 en NEN 2575. Voorafgaand aan de realisatie dient hiervoor een Programma van Eisen te worden opgesteld en ter goedkeuring aan de toetsende instantie te worden voorgelegd. Doordat een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie moet worden geplaatst is het noodzakelijk dat er een ontruimingsplan met ontruimingsplattegronden worden gerealiseerd. RBG adviesbureau voor brandveiligheid kan dit desgewenst voor de gebruiker uitwerken.

20160202 115225r01

16


Vluchtroute aanduiding bordjes (aanwezigheid conform Bouwbesluitartikel 6.24) De verkeersroutes dienen te worden voorzien van vluchtrouteaanduidingsbordjes conform de NEN-EN-ISO 7010 en NEN 3011. Deze dienen te worden verlicht en te worden aangesloten op een voorziening voor noodstroom als er in deze ruimten noodverlichting is vereist (conform NEN-EN 1838:1999). In de brandveiligheidstekeningen in bijlage 2 is aangegeven waar deze bordjes kunnen worden geplaatst. Het is echter aan de installateur om exact aan te geven welke soort bordjes waar moeten komen te hangen, aangezien de installateur een attest moet overleggen dat installatie conform de normen is geplaatst.

20160202 115225r01

17


9

Materiaaltoepassing

In het Bouwbesluit worden eisen gesteld aan de toepassing van materialen. De constructieonderdelen dienen een volgens de NEN-EN 13501-1 bepaalde maximale bijdrage tot brandvoortplanting te bezitten. Tevens dienen de constructieonderdelen een volgens de NEN-EN 13501-1 bepaalde maximale bijdrage tot rookproductie te bezitten. Hieronder is een overzicht weergegeven van de eisen aan de toe te passen materialen. De volgende eisen zijn van toepassing voor alle ruimten (geen (extra) beschermde vluchtroutes): · binnenwanden en plafonds:

Brandklasse D; Rookklasse s2;

· beloopbaar vlak:

Brandklasse Dfl; Rookklasse s1fl;

· gevels:

Brandklasse B*; Rookklasse niet van toepassing.

* Conform de NEN 6068 is het noodzakelijk dat de gevels ten minste voldoen aan brandklasse B. Bovenop de genoemde eisen zijn de volgende aanvullende eisen/uitzonderingen van toepassing: · Bij een deur, een raam, een kozijn of een daarmee gelijk te stellen constructieonderdeel kan in alle gevallen worden volstaan met een brandklasse D. · Op ten hoogste 5 procent van de totale oppervlakte van de constructieonderdelen van elke afzonderlijke ruimte zijn de materiaaleisen niet van toepassing. · De dakconstructies mogen niet brandgevaarlijk worden uitgevoerd (te bepalen volgens NEN 6063). · Doordat de hoogste vloer van een gebruiksgebied lager is gelegen dan 5 m, is het conform Bouwbesluitartikel 2.68 lid 3 niet noodzakelijk de gevels tot ten minste 2,5 m hoogte te laten voldoen aan brandklasse B (conform NEN-EN 13501-1). Deze eis geldt altijd voor de geveldelen boven de 13 m hoogte. Geadviseerd wordt de leverancier een attest te laten overleggen dat wordt voldaan aan de betreffende bovenstaande eis dan wel eisen.

20160202 115225r01

18


10

Bluswater, bereikbaarheid en opstelplaatsen brandweervoertuigen

Bereikbaarheid Het gebouw dient bereikbaar te zijn voor brandweervoertuigen. Hieraan worden eisen gesteld. Toegang tot het perceel, waarop het gebouw is beoogd, is mogelijk via de inrit aan de zuidzijde via de Ambachtsweg. Opstelplaatsen / brandweeringangen Conform het Bouwbesluit dient een bouwwerk te worden voorzien van een brandweeringang en een opstelplaats voor het brandweer voertuig. De ingangen van de beide onderzochte brandcompartimenten aan de zuidzijde zullen worden aangewezen als brandweeringang. Het gebouw dient tot op 10 m te kunnen worden benaderd. Hiervoor dient een opstelplaats te worden gerealiseerd. Aan de zuidzijde van het gebouw is een opstelplaats beoogd. Op de situatie tekening in bijlage 1 is deze opstelplaats weergegeven. Bluswatervoorziening Om een brand (van enige omvang) te kunnen bestrijden is voldoende bluswater noodzakelijk. Gezien de korte afstand tot de voorgelegen openbare weg, wordt aangenomen dat in de bestaande situatie (voor de uitbreiding) reeds voldoende openbare bluswater voorzieningen aanwezig zijn binnen 40 m van de brandweer ingangen. In bijlage 1 is de situatie weergegeven.

20160202 115225r01

19


11

Conclusie

In opdracht van Van Es architecten is een brandveiligheidsonderzoek uitgevoerd voor de sloop/verbouw en uitbreiding van een bedrijfsgebouw van Bouter Kaas aan de Ambachtsweg 2 - 4b te Groot Ammers. Uit het onderzoek is gebleken dat diverse brandtechnische voorzieningen noodzakelijk zijn. Als de voorzieningen, weergegeven in deze rapportage en aangegeven op de bijbehorende brandveiligheidstekeningen worden getroffen en aan de gestelde eisen wordt voldaan, dan zal een brandveilig gebouw worden gerealiseerd. Geadviseerd wordt de in deze rapportage en op tekening aangegeven wijzigingen c.q. aanvullingen te verwerken in de bij de omgevingsvergunningsaanvraag in te dienen stukken. Als het bouwplan wordt aangepast, de afstand tot de omliggende gebouwen, openbaar wegen en/of perceelgrenzen veranderd, extra gebouwen worden gerealiseerd op hetzelfde perceel of het aantal personen per verblijfsruimte wijzigt of de gebruiksfunctie dan is het noodzakelijk deze aanpassingen te verwerken in het brandveiligheidsonderzoek.

Duiven RBG Adviesbureau voor brandveiligheid

20160202 115225r01

20


Bijlage 1 Beoogde situatie

20160202 115225r01

I

Kadastraal bekend : Sectie E , nrs. 1306 + 1307 Gemeente Groot-Ammers Bestaande situatie Kadastraal bekend : Terreinoppervlakte: Sectie E , nrs. 1306 + 1307 Totaal bebouwd: Gemeente Groot-Ammers

5210 m2 2397 m2 (46,0%)

Nieuwe situatie Bestaande situatie Terreinoppervlakte: Terreinoppervlakte: Totaal bebouwd: Totaal bebouwd:

5210 5210 3647 2397

m22 m2 m2 (70,0%) m (46,0%)

Nieuwe situatie Terreinoppervlakte: 5210 m2 Totaal bebouwd: 3647 m2 (70,0%) Bebouwingsmogelijkheid (met gebruikmaking van art. 36 bestemmingsplan) Maximaal te bebouwen 77%: 15043 m2 Te slopen kantoor: 365 m2 Maximaal nieuw te bouwen: Bebouwingsmogelijkheid 15043-14758+365: 650 m2 (met gebruikmaking van art. 36 bestemmingsplan) Maximaal te bebouwen 77%: Te slopen kantoor: Maximaal nieuw te bouwen: 15043-14758+365:

perceeelsgrens

15043 m2 365 m2 650 m2

49.000

perceelsgrens

30.185

nr.2 50.340

hal 6+7

Ambachtsweg

40.380

hal 1 t/m 5

nr.4b nieuwbouw (2474 m²)

OPDRACHT

NIEUWBOUW BEDRIJFSHUISVESTING

laadkuil

Opstelplaats brandweervoertuig

perceelsgrens

6 pp

PLAATS

trafo

GROOT-AMMERS

olie-/vetafscheider 3 pp

Ambachtsweg Voorgestelde brandweeringang BC2 (huisnummer 4b)

OPDRACHTGEVER

19 pp

Opstelplaats brandweervoertuig totaal 28

ADRES

nieuwe beplanting

H. BOUTER BEHEER BV AMBACHTSWEG 12 l 2964 LG l GROOT-AMMERS

parkeerplaatsen

FASE

Voorgestelde brandweeringang BC1 (huisnummer 2)

TEKENING TEKENINGNUMMER SCHAAL PROJECTNUMMER DATUM FORMAAT

PRINCIPEVERZOEK

SITUATIE NIEUW S-101 1:500

151591 15-12-2014

420x841

architecten

van

Rivierdijk 72A 3361 AR Sliedrecht T : (0184) 61 55 69 F : (0184) 61 88 72

E : [email protected] W : www.vanesarchitecten.nl


Bijlage 2 Brandveiligheidstekeningen

20160202 115225r01

II

Brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie De onderzocht gebouwdelen (BC1 en BC2) hoeven conform Bouwbesluit 2012 in beginsel niet te worden/zijn voorzien van een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie. Doordat er echter ruimtebewaking is vereist voor een verblijfsruimte op de verdieping in BC2, dient een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie van het niveau "niet automatisch" met ruimtebewaking te worden toegepast in BC2 (niet BC1). Een doormelding naar de brandweer is niet vereist.

LEGENDA VLUCHTROUTEAANDUIDING, PICTOGRAMMEN Vluchtroute naar beneden conform NEN-EN-ISO 7010 en de NEN 3011 Vluchtroute rechtdoor of naar boven conform NEN-EN-ISO 7010 en de NEN 3011 Veranderingsrichting van de vluchtroute naar rechts conform NEN-EN-ISO 7010 en de NEN 3011

Deze installatie dient te worden uitgevoerd conform NEN 2535 en NEN 2575 en voorafgaand aan een aanpassing dient een PvE te worden opgesteld.

LEGENDA VOORZIENINGEN BRANDVEILIGHEID De scheidingsconstructie dient te worden uitgevoerd met een brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie van ten minste 60 minuten. (conform NEN 6068). Let op: elke brandwerendheid heeft ten minste eenzelfde constructie brandwerenheid tot gevolg. Neem contact op met de constructeur om te bepalen welke gevolgen dit heeft. De scheidingsconstructie dient te worden uitgevoerd met een brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie van ten minste 30 minuten. (conform NEN 6068). Let op: elke brandwerendheid heeft ten minste eenzelfde constructie brandwerenheid tot gevolg. Neem contact op met de constructeur om te bepalen welke gevolgen dit heeft. De scheidingsconstructie van een subbrandcompartiment dient te worden uitgevoerd met een brandwerendheid van ten minste 20 minuten conform Bouwbesluitartikel 2.94 en NEN 6068. Voor deze scheiding hoeft enkel rekening te worden gehouden met de vlamdichtheid, waardoor dit geen constructie brandwerendheid tot gevolg heeft.

$

Een deur op een vluchtroute is bij aanwezigheid van personen in het bouwwerk uitsluitend gesloten indien die deur tijdens het vluchten, zonder gebruik te moeten maken van een sleutel onmiddellijk over de ten minste vereiste breedte kan worden geopend. In de tekening wordt dit enkel bij de belangrijkste deuren aangegeven. Een dergelijke deur dient ook bij bijvoorbeeld een stroomuitval te blijven functioneren. Bij de snelloopdeuren betekent dit dat een noodstroomvoorzieningen moet worden toegepast.

Veranderingsrichting van de vluchtroute naar links conform NEN-EN-ISO 7010 en de NEN 3011

Let op: 1) In ruimten waar noodverlichting is vereist, dienen alle vluchtroute aanduidingen te worden voorzien van noodstroom en deze dienen daarbij ook te voldoen aan de zichtbaarheidseisen van de NEN-EN 1838. 2) Als reeds oudere vluchtroute aanduiding aanwezig is op basis van de NEN 6088, wordt geadviseerd vluchtroute aanduiding conform deze (verouderde) norm ook te gebruiken voor de nieuwe aanduidingsbordjes. Hierdoor worden niet allemaal verschillende bordjes door elkaar gebruikt. Het is formeel niet vereist reeds bestaande NEN 6088 bordjes te vervangen. 3) In de brandveiligheidstekening is aangegeven waar deze bordjes kunnen worden geplaatst. Het is echter aan de installateur om exact aan te geven welke soort bordjes waar moeten komen te hangen, aangezien de installateur een attest moet overleggen dat installatie conform de normen is geplaatst.

Uitgangspunten: - Uitgangspunt is dat er geen ruimte in het gebouw aanwezig is met een CV met meer dan 130 kW nominaal vermogen, die NIET in een apart brandcompartiment is ondergebracht. - Er zijn nooit meer personen toegestaan dan aangegeven in de verschillende verblijfsruimten, tenzij uit aanvullend onderzoek blijkt dat meer personen zijn toegestaan. - Bij het brandcompartiment BC1 wordt getoetst op niveau nieuwbouw (maximaal 2.500 m² in een brandcompartiment met een 60 minuten WBDBO-eis). - Doordat er sprake is van verbouw ter plaatse van BC2, dient er conform Bouwbesluit te worden voldaan aan het rechtens verkregen niveau met een WBDBO-eis niet lager dan 30 minuten. Volgens de gegeven uit de BAG viewer is dit gebouwdeel uit 1985 (geen gegevens over recentere verbouwing), waardoor als uitgangspunt wordt gehanteerd dat het rechtens verkregen niveau hier nagenoeg gelijk is aan niveau bestaande bouw, met een WBDBO-eis van 30 minuten en maximaal 3.000 m² in een brandcompartiment (industriefunctie). - Een brandoverslag berekening valt vooralsnog buiten het bereik van dit onderzoek.

Zelfsluitende opening. De opening dient dezelfde brand- en/of rookwerendheid te bezitten als de scheidingsconstructie waarin deze is opgenomen.

N.V.

De verlichting in deze ruimte dient te worden aangesloten op een voorziening voor noodstroom conform NEN-EN 1838: 1999 Draagbaar blustoestel: 6 kg poederblusser

Brandslanghaspel, slanglengte maximaal 30 m. Ruimtebewaking

Ruimtebewaking (conform NEN 2535 en conform NEN 2575). De exacte projectering binnen de aangegeven ruimten dient te worden bepaald door de installateur. Deze deur voorzien van panieksluiting conform NEN-EN 1125 of deze deur dient door een lichte druk op de deur geopend te kunnen worden of gelijkwaardig.

Bouter Kaas, Ambachtsweg 2 - 4b, Groot Ammers

Deze tekeningenset maakt onderdeel uit van rapportage 115225r01 versie 004, neem altijd deze rapportage ter hand bij het bekijken van deze tekeningen. Draagconstructie en richting brandwerendheid Een op tekening aangegeven brandwerendheid betreft een brandwerendheid in beide richtingen (van binnen naar buiten en omgekeerd), tenzij dit anders is aangegeven. Een brandwerendheidseis aan een constructieonderdeel (ook bij een enkelzijdige brandwerendheid) kan indirect een constructiebrandwerendheid tot gevolg hebben. Geadviseerd wordt deze situatie voor te leggen aan de constructeur.

ADRES:

Zilverschoon 18 6922 GV Duiven

TELEFOON:

0316 84 40 80

E-MAIL:

[email protected]

INTERNET:

www.rbg-bv.nl

Legenda (sub) brandcompartimentering Voorzieningen brandveiligheid PROJECTNUMMER

OPDRACHTGEVER

DATUM

115225t04

Van Es architecten

02-02-2016

GETEKEND

J. Otter

BLADEN

1

VAN

2

HWA naar sloot

Deze gevel van BC1 dient 30 minuten brandwerend te worden uitgevoerd. Deze eis wordt van binnen naar buiten beoogd te worden ingevuld met de toepassing van 60 minuten brandwerende wanden van de koelcellen. Hierdoor wordt tevens de staalconstructie beschermd. Van buiten naar binnen dient de situatie te worden beoordeeld met behulp van een brandoverslag berekening op basis van spiegelsymmetrie. Verwacht wordt dat met de aanwezige afstand invulling kan worden gegeven aan de eis, zonder dat deze gevelbeplating brandwerend hoeft te worden uitgevoerd. Desgewenst kan dit in het aansluitende worden aangetoond door middel van een berekening, zodat een besparing in de bouwkosten kan worden gerealiseerd.

HWA naar sloot

Tussen het dak van het bestaande gebouwdeel (BC2) en de opgaande gevel van het nieuwe gebouwdeel (BC1) is sprake van een brandoverslag traject. Door de toepassing van de beoogde minimaal 60 brandwerende koelcelconstructie in BC1 wordt invulling gegeven aan de WBDBO-eis van BC1 naar BC2. Een ten minste 30 minuten brandwerende scheiding ter plaatse van as I/A, ten minste 30 minuten onafhankelijk van de constructie van BC2 is vereist, om onder andere ter plaatse van het bovendaks geveldeel te kunnen voldoen aan de WBDBO-eis.

projectgrens Bouter

Bestaande loods

HWA naar sloot

nieuwe loods

onderheide betonplaat voor container koelinstallatie

nieuw kozijn + deur als bestaand vluchtroute vluchtroute

vluchtroute vluchtroute

A


30 60

$S

$S

$S 30 m

hwa

hwa

30 m 30 m


Géén VR nieuwe opslag kaas in boxen

nieuwe opslag kaas in boxen



Géén VR


stalen trap naar 20 m bordes

stalen trap breedte 1000mm leuning h=1000mm geen openingen >100mm

900x1400mm

bordes

Géén VR

hal 5

Pluvia verzamelleiding

vluchtroute

$

metselwerk h=2000mm + staal + isolatie (glaswol)

Doordat er hier sprake is van verbouw, dient er conform Bouwbesluit te worden voldaan aan het rechtens verkregen niveau met een ten minste 30 minuten WBDBO-eis. Uitgangspunt is dat vanuit het rechtens verkregen niveau een 30 minuten WBDBO-eis moet worden toegepast vanaf dit gebouwdeel. Deze drie units (hal 5, 6 en 7) vormen samen één brandcompartiment van minder dan 2.000 m². dakluik

Pluvia verzamelleiding

bestaande lic htstraat

bestaande lic htstraat

lichtstraat

Ruimtebewaking

Aanname: minder dan 1 persoon per 12 m². Hierdoor bedraagt de maximale gecorrigeerde loopafstand 45 m.

vluchtroute

S snelloopdeur dagmaat 4,00x4,50m (bxh) vluchtroute

vluchtroute

transportroute

transportroute


Géén VR


vluchtroute

vluchtroute

snelloopdeur dagmaat 4,00x4,50m (bxh)


2.457,5 m² GO

Géén VR

transportroute

bovenkant vloer PEIL = 0

$ $


Géén VR

Nieuwe loods

bovenkant vloer PEIL = 0

BC 1 SBC 1.01

$

S branddeur 60 min.

Elten-machine beschikbare ruimte ca. 19,50x6,00m


Dit bestaande gebouwdeel (hal 5) valt buiten dit onderzoek

nieuwe doorgang

Uitgangspungspunt is het bordes (waar deze trap naartoe leidt) geen verblijfsruimten heeft

sandwichpaneel d=100mm S

$ 30 m

Verblijfsruimte bedoeld voor maximaal 20 personen

B30

BC 2 SBC 2.01

B30

hal 13

B30 vluchtroute vluchtroute

B60

Géén VR

Uitgangspunt: in BC2 is overal sprake van een lichte industriefunctie, behalve in deze sandwichpaneel d=100mm ruimte. Hierdoor zijn onder andere een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie en brandslanghaspels niet vereist.

1.205,4 m² GO (excl. verdiepingen) sandwichpaneel d=100mm

Conform Bouwbesluit kan een snelloopdeur geen vlucht- of nooddeur zijn, tenzij deze gelijkwaardig is aan bijvoorbeeld een enkele draaiende transportroute vluchtdeur. Geadviseerd wordt een snelloopdeur toe te passen die (normaal) blijft functioneren bij stroomuitval, of het toepassen van een naastliggende vluchtdeur (reguliere draaiende deur).

Ruimtebewaking


snelloopdeur dagmaat 3,20m

nieuwe doorgang

dichtmetselen

B

vluchtroute


$

Overblijfruimte op verdieping: Ruimtebewaking

boiler vluchtroute

Ruimtebewaking

w.k. w.c.

plafond +3.000

kantoor

vluchtroute

techn. ruimte

$

S


Ruimtebewaking

techn. ruimte

mv

dockleveller

was- en kleedruimte

dockleveller

best. hwa

electrakast

30

$

S


bestaande deur handhaven als toegangsdeur


pompput bestaande overheaddeur vervalt

bestaande deur vervalt


bestaand trafohuis

Doordat de gehele (stalen) draagconstructie brandwerend is afgescheiden vanuit de twee rechter units in BC2, zal de constructie niet bezwijken bij brand in deze twee units in BC2 en wordt er vanuit deze units in BC2 invulling gegeven aan een 30 minuten WBDBO-eis naar de omliggende brandcompartimenten.

laadkuil

Om echter vanaf de meest linker unit in BC2 (hal 5) te kunnen voldoen aan een 30 minuten WBDBO-eis naar BC1 zijn mogelijk aanvullende voorzieningen vereist: - De scheidingsconstructie ter plaatse van as I/A dient onafhankelijk te worden uitgevoerd. Bij brand in BC2 (hal5, 6 en/of 7) mag de (nieuwe) staalconstructie van BC1 niet binnen 30 minuten bezwijken. - Eveneens is een 30 minuten brandwerende scheiding vereist ter plaatse van as I/A die ten minste 30 minuten onafhankelijk is van de constructie van BC2. Geadviseerd deze punten voor te leggen aan de constructeur, zodat de hiervoor mogelijk aanvullende voorzieningen kunnen worden bepaald.


Géén VR B30

B30

Conform opdrachtgever is het voornemen de vereiste brandwerendheid van BC2 naar BC1 te realiseren door het brandwerend uitvoeren van de koelcelwanden en plafonds. De brandwerendheid wordt derhalve van binnen naar buiten uitgevoerd ter plaatse van de wand, gevel en het plafond.

betonwand d=200mm

De verdieping (waar deze trap naartoe leidt) omvat één verblijfsruimte (de overblijfruimte) met een loopafstand van meer dan 10 m, voordat in twee richtingen kan wieldwingers vereist op worden gevlucht. Hierdoor is ruimtebewaking deze verdieping en de aangegeven ruimten op de begane grond. betonwand d=200mm

Alle openingen en doorvoeringen in de wanden en het plafond moeten hierdoor ook 30 minuten brandwerend worden uitgevoerd (bijvoorbeeld ventilatie kanaal openingen). De aansluiting van deze brandwerende wanden met bijvoorbeeld gevelopeningen of deuren naar een ander brandcompartiment moeten zorgvuldig worden bekeken, om eventuele branddoorslag te voorkomen naar de ruimte boven het plafond.

Dit gearceerde gedeelte maakt onderdeel uit van een vluchtroute en dient te allen tijde vrij gehouden te worden over ten minste 0,85 m breedte


60

olie-/vetafscheider

Conform opdrachtgever is het voornemen de vereiste brandwerendheid van BC2 naar de omliggende brandcompartimenten te realiseren door het brandwerend uitvoeren van de koelcelwanden en plafonds. De brandwerendheid wordt derhalve van binnen naar buiten uitgevoerd ter plaatse van de wand, gevel en het plafond.

transportroute

$

S

vloerluik+schoonloopmat boven meterput

30


gang


bestaande overheaddeur handhaven als toegangsdeur

B

vluchtroute

Géén VR

vluchtroute


Uitgangspunt: in BC1 is alleen sprake van een lichte industriefunctie, waardoor onder andere een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie en brandslanghaspels niet zijn vereist.


mv

u.g.

30 m

stalen trap Verblijfsruimte bedoeld voor breedte 1000mm maximaal 20 personen leuning h=1000mm geen openingen >100mm

Doordat BC1 minder dan 2.500 m² gebruiksoppervlak omvat, kan direct aan de "beheersbaarheid van brand" eisen worden voldaan.


vluchtroute

vluchtroute

S

$

30 m

Alle openingen en doorvoeringen in de wanden en het plafond moeten hierdoor ook 60 minuten brandwerend worden uitgevoerd (bijvoorbeeld ventilatie kanaal openingen). De aansluiting van deze brandwerende wanden met bijvoorbeeld gevelopeningen of deuren naar een ander brandcompartiment moeten zorgvuldig worden bekeken, om eventuele branddoorslag te voorkomen naar de ruimte boven het plafond. Doordat de gehele (stalen) draagconstructie brandwerend is afgescheiden vanuit BC1, zal de constructie niet bezwijken bij brand in BC1 en wordt er vanuit BC1 invulling gegeven aan een 60 minuten WBDBO-eis naar de omliggende brandcompartimenten.

$

S

30 m

30 vluchtroute vluchtroute


A

Deze brandwerendheid geldt in twee richtingen. Dit wordt ingevuld door de binnendoos van de koelcellen 30 minuten brandwerend uit te voeren. Hierdoor wordt ook de staalconstructie beschermd. Aan de buitengevel worden 30 minuten brandwerende panelen toegepast. Hierdoor wordt invulling gegeven aan de eis.

VWA Eltenmachine naar gemeenteriool

VWA naar gemeenteriool

VWA naar gemeenteriool

Bestaande loods

nieuwe loods

Verdieping

Doordat een brandoverslag berekening buiten het bereik van dit onderzoek valt, is enkel voor het zeer kritische brandoverslag traject bij de inwendige hoek tussen BC1 en BC2 een indicatieve voorziening weergegeven. Met een NEN 6068 berekening kunnen de minimaal vereiste voorzieningen worden bepaald.

mv

Ruimtebewaking

bovenkant vloer 2800+P

Bouter Kaas, Ambachtsweg 2 - 4b, Groot Ammers

stalen trap breedte 1000mm leuning h=1000mm vluchtroute geen openingen >100mm

overblijfruimte

$

ADRES:

Zilverschoon 18 6922 GV Duiven

TELEFOON:

0316 84 40 80

E-MAIL:

[email protected]

INTERNET:

www.rbg-bv.nl

Begane grond en verdieping (sub) brandcompartimentering Voorzieningen brandveiligheid FORMAAT

PROJECTNUMMER

OPDRACHTGEVER

DATUM

A0

115225t04

Van Es architecten

02-02-2016

SCHAAL

1:100

GETEKEND

J. Otter

BLADEN

2

VAN

2

RBG ADVIESBUREAU VOOR. Rapport r01 Bouter Kaas, Ambachtsweg 2-4b, Groot Ammers Masterplan brandveiligheid

Recommend Documents