RAPPORTAGE ONTWIKKELING OPZET CLUSTER 3-VOORZIENING IN ALMERE
Februari 2008 – Juni 2008
INHOUDSOPGAVE
1
DE OPDRACHT EN HET PROCES ...................................................................................................................... 2
2
DE ONTWIKKELAGENDA ................................................................................................................................ 4 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
3
AMBITIE EN GLOBALE INDELING LEERROUTES .................................................................................................... 7
3.1 3.2 3.3
4
Het bepalen van risico’s......................................................................................................................... 21 Afspraken/aanbevelingen..................................................................................................................... 23
KWALITEIT EN KWALITEITSZORG .....................................................................................................................24 8.1 8.2
9
Naar inhouden ......................................................................................................................................... 17 Zorgstructuur............................................................................................................................................. 19 Afspraken/aanbevelingen..................................................................................................................... 20
FINANCIËLE RISICO’S ...................................................................................................................................21 7.1 7.2
8
Kwalificatiestructuur ................................................................................................................................ 14 Bestaande kwalificaties.......................................................................................................................... 14 Uitstroom.................................................................................................................................................... 14 Afspraken/aanbevelingen..................................................................................................................... 15
VAN CONCEPT NAAR INHOUDEN EN VORMGEVING ZORGSTRUCTUUR ............................................................17 6.1 6.2 6.3
7
Uitgangspunten ....................................................................................................................................... 10 Invulling...................................................................................................................................................... 10 Nadere invulling VSO .............................................................................................................................. 11 Afspraken/aanbevelingen..................................................................................................................... 12
VSO EN KWALIFICATIES/PROFIELEN ..............................................................................................................14 5.1 5.2 5.3 5.4
6
Collectieve ambitie van ‘Onze School’ ................................................................................................ 7 Mogelijke indeling in leerroutes voor specifieke doelgroepen ......................................................... 8 Afspraken en aanbevelingen ................................................................................................................. 9
EEN GLOBAAL ONDERWIJSCONCEPT VOOR ‘ONZE SCHOOL’........................................................................10 4.1 4.2 4.3 4.4
5
Context........................................................................................................................................................ 4 Uitgangspunten ......................................................................................................................................... 4 Ontwikkelweg............................................................................................................................................. 5 Werkwijze..................................................................................................................................................... 5 Product ........................................................................................................................................................ 6 Planning....................................................................................................................................................... 6 Afspraken/aanbevelingen....................................................................................................................... 6
Aanpak kwaliteitszorg............................................................................................................................. 24 Afspraken/aanbevelingen..................................................................................................................... 25
KWALITEIT EN PROFESSIONALISERING.............................................................................................................26 9.1 9.2
Aanpak professionalisering.................................................................................................................... 26 Afspraken/aanbevelingen..................................................................................................................... 26
10
TOTAALOVERZICHT VAN AFSPRAKEN/AANBEVELINGEN ..................................................................................28
11
PLANNING .................................................................................................................................................32 11.1 11.2
Planningsoverzicht................................................................................................................................... 32 Ontwikkelorganisatie............................................................................................................................... 34
BIJLAGEN..............................................................................................................................................................35
Februari 2008 – Juni 2008
1
1
DE OPDRACHT EN HET PROCES
Na een gesprek met de beheerscommissie voor de ontwikkeling van een cluster 3 voorziening in Almere in december 2007, is er een opdracht (1) geformuleerd voor de projectleider. Op 6 februari 2008 vond er vervolgens, na formele accordering van de opdracht, een introductiegesprek plaats met de directies van de betrokken partners. Hier is de ontwikkelcontext doorgenomen en zijn er nadere afspraken gemaakt over de start van het ontwikkelingsproces, de instelling en samenstelling van een projectgroep en de tijdsplanning. Vanaf 5 maart 2008 is de projectgroep vervolgens gestart met een eigen werkplanning op basis van een gezamenlijk vastgestelde ontwikkelagenda. Bij de inzet van de projectwerkzaamheden is uitdrukkelijk niet gekozen voor het nader ‘inkleuren’ van de ontwikkelcontext (bestuurlijk, organisatorisch, structureel), maar voor het onderwijs-zorg-vragende kind in Almere als centraal vertrekpunt. Immers, enerzijds is er een kind in Almere, dat vraagt om een onderwijs-zorgarrangement binnen cluster 3, anderzijds zijn er een viertal partners met veel expertise, die zich voorstellen een gezamenlijk antwoord te willen geven op deze vraag. Bij dit ontwikkeluitgangspunt is gekozen voor het gezamenlijk (in gelijkwaardigheid) ontwikkelen van een nieuwe totale onderwijs-/zorgvoorziening in Almere binnen cluster 3, gevormd door de drie partners. Als werknaam is daarbij gekozen voor de ontwikkeling van ‘Onze School’. Dit aansprekende uitgangspunt van werken, passend binnen de overtuigingen van het tot stand brengen van een thuisnabij, sluitend en passend aanbod voor alle kinderen in Almere, heeft er mede toe bijgedragen, dat de projectgroep op een zeer constructieve en ambitieuze wijze haar taak heeft opgevat. In een goede sfeer is hard gewerkt aan een ontwikkelproduct, waarbij de projectgroep binnen de opgestelde werkplanning nagenoeg op alle bijeenkomsten in volledige bezetting intensief aan het werk kon. De gehanteerde werkwijze was: het per bijeenkomst in een ‘werkgroepverband’ vanuit de eigen expertise doorwerken van tevoren aangereikte thema’s en inhouden. Vanuit de projectleiding werd de discussie voorbereid en werden er voorbereidingsstukken aangereikt. In de tussentijd werd er vanuit de eigen expertise, vanuit de eigen instelling gewerkt aan: expliciteren van de in te brengen expertise, voorbereiden van de inbreng, ontwikkelen van de materialen. Ook werd er gebruik gemaakt van schoolplannen, schoolgidsen van de partners, alsmede bestaande projectplannen voor diverse thema’s. Zo ontstond ‘werkendeweg’ een ‘ontwikkelscenario’ voor de werkelijke inrichting van de nieuwe onderwijsvoorziening. Dit ‘ontwikkelscenario’ bevat de hoofdlijnen (hier en daar al concreet ingevuld, hier en daar nog nader in te vullen) voor de invulling van de nieuwe onderwijsvoorziening in Almere. In een volgende ontwikkelfase zal er een nog concretere invulling moeten worden gegeven aan dit scenario, op basis waarvan gestart kan worden met de nieuwe onderwijsvoorziening. Dit rapport zal ook een globale planning bevatten voor een mogelijke vervolgaanpak. Bijkomend resultaat van de intensieve werkbijeenkomsten was, dat de aanwezige mensen bij het gezamenlijk doordiscussiëren van de thema’s/onderwerpen ook ter plekke tot noodzakelijke afstemmingsafspraken en afstemmingsideeën kwamen. Dit gold ook voor zaken, die niet direct tot de ontwikkelplanning behoorden, maar die een positief effect hadden op de voortgang van de samenwerking. Om deze punten te borgen, is er gewerkt met een ‘lopende agenda’, waar ook de nog nader te behandelen aandachtspunten, werden geïnventariseerd en bijgehouden. Zo leverde het werken met deze enthousiaste projectgroep niet alleen een ‘ontwikkelscenario’ op voor de tot stand te brengen cluster 3 voorziening in Almere, maar
2
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
vormde het ook een soort ‘vliegwiel’ voor het starten van andere samenwerkingsinitiatieven vanuit de partners. Dit onderschrijft nog een keer de gezamenlijke inzet van de projectgroep om ‘Onze School’ tot een nieuwe onderwijsvoorziening te maken die z’n weerga niet kent…! De leden van de projectgroep verdienen in ieder geval waardering voor hun inzet en energie, die ze naast hun ‘gewone beslommeringen’ konden wijden aan dit doel. De groep bestond uit: Henny van den Berg (Trappenberg) Corrie Sinoo (Trappenberg) Elly Dumond (Trappenberg) Annemieke Timmerman (Gewoon Anders) Marloes Hoogendoorn (Weerga) Conny Grotendorst (Weerga) Dorien Breedveld (Weerga) Dunja ten Oort (Mozarthof) Esther Jobsen (Mozarthof) Marc Cantrijn (LVC3/WEC-Raad) Albert Boelen (LVC3/WEC-Raad)
Februari 2008 – Juni 2008
3
2 2.1
DE ONTWIKKELAGENDA CONTEXT
Er is een convenant gesloten met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, door de gezamenlijke Almeerse schoolbesturen, gericht op het ontwikkelen van een ‘sluitende aanpak’ voor alle kinderen in Almere. Met betrekking tot de behoeften aan onderwijs/zorgarrangementen binnen die ‘sluitende aanpak’ is er onderzoek gedaan bij ondermeer ouders. Daar werd duidelijk, dat er leemtes waren in het bestaande aanbod van wonen, dagbesteding en arbeid, met name voor laagfunctionerende kinderen, kinderen met ernstige lichamelijke beperkingen die ook therapeutische behoeften hebben, en oudere ZML-kinderen. In het spreidingsplan van het REC, REaCtys (REC binnen cluster 3) was eveneens sprake van ‘witte vlekken’ in de regio Almere, voor wat betreft het ‘passende aanbod’. Er is daarop een ontwikkelscenario opgesteld door een groep deskundigen rond Jaap van Petegem, ‘Werkgroep Almere Speciaal – Ontwikkelscenario’, juni 2006. Op grond van vastgestelde hiaten in het onderwijs/zorgaanbod pleit de werkgroep in haar eindrapport voor: a. ontwikkeling van cluster 3 onderwijs voor met name kinderen met lichamelijke beperkingen en/of gezondheidsproblemen in samenhang met mogelijkheden voor intensieve therapie en/of kinderrevalidatie. b. Cluster 3 eindonderwijs, gericht op arbeidsintegratie in samenhang met praktijkonderwijs en het vso- cluster 4. Er is vervolgens een convenant - ‘Almere Speciaal’ - ter ondertekening voorgelegd aan de besturen van de Stichting Gewoon Anders in Almere, de stichting de Kleine Prins, het bevoegd gezag van de mytylschool De Trappenberg in Huizen, en de stichting Mozarthof, het bevoegd gezag van de school voor ZMLK-onderwijs in Hilversum. Na ondertekening van dit convenant (25 maart 2007) is ook een beheersstructuur (‘beheersstructuur cluster 3 voorziening Almere’) ontworpen voor deze ontwikkeling in de vorm van het inrichten van een beheerscommissie. Deze beheerscommissie heeft een werkgroep ter voorbereiding van deze cluster 3 voorziening ingesteld en een extern projectleider aangesteld voor de periode januari 2008 tot juni 2008.
2.2
UITGANGSPUNTEN
a. De vier partners willen gezamenlijk en vanuit het principe van gelijkwaardigheid werken aan de nadere inrichting van een cluster 3 voorziening in Almere. b. De partners nemen de onderwijs/zorgbehoefte van kinderen als uitgangspunt en erkennen dat ieder kind speciale aandacht verdient in een zo regulier mogelijke setting, maar dat in een aantal gevallen gespecialiseerde aandacht noodzakelijk is, c.q. tussenvoorzieningen nodig zijn. c. De partners zijn bereid om hun eigen expertise maximaal in te brengen in de nieuwe cluster 3 voorziening in Almere: bij de met name orthodidactische aanpak zal het pedagogische uitgangspunt: kinderen via passende leeractiviteiten begeleiden tot maximale zelfstandigheid, leidend zijn. d. De verschillende expertise van de partners zal zo effectief mogelijk worden ingezet bij het gezamenlijke traject volgens de principes van ‘eenheid in verscheidenheid’ (eigen kleur is mogelijk) en zal ook maximaal beschikbaar gemaakt moeten worden (organisatie, indicatie, structuur, bereikbaarheid). e. Bij het inrichten van de onderwijs/zorgarrangementen, met behulp van zowel onderwijsdeskundigheid, als (para-)medische deskundigheid, zullen de principes van ‘één kind, één plan’ worden gevolgd: het kind (en de ouders) zijn leidend, de ondersteuners/helpers/behandelaars/scholers zijn op een gelijkwaardige wijze betrokken.
4
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
f.
De partners zijn zich bewust, ondanks het ontwikkelen van een voorziening binnen cluster 3, van de ontwikkelingen in aanpalende onderwijssoorten (clusteroverstijgende aanpak, samenwerking VSO/VO, afstemming inzake kwalificaties met Pro en MBO, ‘overvloeiende’ doelgroepen, ondersteunings- en begeleidingsinstellingen, reïntegratiebureaus etc.) en zij willen daar ook maximaal gebruik van maken. g. Bij de instroom, doorstroom en uitstroom van kinderen/jongeren vanuit de in te richten voorziening, gaan we uit van een eenduidig begeleidings- en indicatietraject; dit punt zal in de ontwikkeling geen prioriteit krijgen; het een en ander wordt elders separaat ontwikkeld. h. De werkgroep wil bij haar ontwikkeling starten bij de onderwijs/zorgbehoeften van het kind: bij de ‘vulling’ hiervan met een onderwijs/zorgarrangement, voorzien van professionals in een professionele en goed gefaciliteerde omgeving, richt de werkgroep zich op de ontwikkeling van ‘Onze School’ (dit is een werktitel) i. ‘Onze School’ wordt een school, die z’n weerga niet kent…..!
2.3
ONTWIKKELWEG
a. Visie op cluster 3 onderwijs (opdracht van ‘Onze School’, schoolconceptuele aanduidingen; het een en ander zal gezamenlijk worden ontwikkeld/beschreven. b. Definiëren van doelgroepen c. Definiëren van leerroutes/ontwikkelroutes, voorzien van ontwikkelingsperspectief en uitstroomprofielen d. Oriëntatie op reeds ontwikkelde leerroute-inhouden – leerlijnen – onderwijsinhouden/materialen/middelen (o.a. implementatieproject leerlijnen, CED-leerlijnen, SLO-tussendoelen etc.) e. Onderwijsinhoudelijke prioriteiten (keuze voor ‘transitie’, arbeidstraining, stages, branchegerichte cursussen, praktijkoriëntatie/praktijksimulatie, sociale vaardigheden, werkhoudingprogramma’s, etc. f. Onderwijsorganisatorische prioriteiten (toetsing/evaluatie, monitoring, leerlingvolgsysteem, stage-systeem, groepssamenstelling, groepsgrootte etc.). g. Concrete invulling van de leergebieden/vakgebieden/onderdelen h. Benodigde en aanwezige deskundigheid medewerkers (scholing, professionalisering, inzet medewerkers). i. Benodigde faciliteiten (inrichting werkruimtes, materialen, middelen, specifieke arbeidsruimtes etc.). j. Inspelen op de externe omgeving: de kwalificatiestructuur, inhouden met het PrO, specifieke te certificeren onderdelen van het MBO, tussenvoorzieningen in het kader van passend onderwijs, etc. k. Inrichting van de leerlingenzorg: leerlingenzorg ‘in de groep’, rol interne begeleiding, orthopedagoog/psycholoog, maatschappelijk werk, (para-)medici; inrichting Commissie van Begeleiding; opstelling/hantering handelingsplanning. l. Cyclische aanpak van de kwaliteitszorg. m. Inzet personeel, materieel, financiën. n. Het zetten van a t/m m in een planningsoverzicht vormt het scenario voor de ontwikkeling van een cluster 3 voorziening (‘Onze School’) in Almere.
2.4
WERKWIJZE
Als werkgroep kwam de projectgroep eens per drie weken een dagdeel bijeen. De bijeenkomsten hadden de vorm van werkbijeenkomsten. Er werd gediscussieerd, er werden materialen beoordeeld en becommentarieerd en er werden ideeën gelanceerd. Uit efficiencyoverwegingen werden er ter plekke geen formuleringen gezocht of stukken geschreven. Dit laatste gebeurde in de tussentijd en/of in de bilaterale contacten. De projectleiding zorgde voor agendering van de bijeenkomsten, het aandragen van onderwerpen/thema’s, het beknopt voorbereiden van de onderdelen en het verzamelen van informatie.
Februari 2008 – Juni 2008
5
De projectleiding zorgde vervolgens voor verwerking van de resultaten van de werkbijeenkomsten tot ‘behapbare’ stukken. De stukken werden vervolgens kort in de werkgroep besproken en van commentaar voorzien; daarna vormden ze na vaststelling in een volgende bijeenkomst, de onderdelen voor een op te leveren ontwikkelscenario.
2.5
PRODUCT
De werkgroep stelde zich voor, om in juni een ontwikkelscenario op te leveren, dat al in meerdere of mindere mate een aantal uitwerkingen omvat, voor een nader te maken schoolplan voor ‘Onze School’; (inclusief tijdpad en ijkpunten) De volgende onderdelen kregen daarin de nodige aandacht: -
2.6
de school, de opdracht en de collectieve ambitie de onderwijskundige vormgeving de onderwijsdoelen en het schoolconcept de groeperingsvormen, leerroutes en indelingscriteria de leerlingenzorg de inhoudelijke onderwijsvormgeving en ontwikkelingen (leerlijnen, leerinhouden, materialen/middelen) aanpak van de cyclische kwaliteitszorg personeel en deskundigheidsbevordering financiën/risico’s planningsoverzicht voor de verdere ontwikkeling PLANNING
woensdagochtend 5 maart 2008 woensdagochtend 19 maart 2008 woensdagochtend 9 april 2008 woensdagochtend 23 april 2008 woensdagochtend 14 mei 2008 woensdagochtend 04 juni 2008 woensdagochtend 25 juni 2008
2.7
9.00-11.00 uur 10.00-12.00 uur 9.00-11.00 uur 9.00-11.00 uur 9.00-11.00 uur 9.00-11.00 uur 9.00-11.00 uur aansluitend beheerscommissie 11.00 -12.00 uur
AFSPRAKEN/AANBEVELINGEN
a. Bij de voorziening richten we ons op de totale populatie van cluster 3 (van kinderen met een ontwikkelingsniveau tot 24 maanden, tot aan het VWO-niveau), waarbij we ons ook verantwoordelijk voelen voor gedragsmatig beperkte kinderen in afstemming met cluster 4. b. Een aantal centrale uitgangspunten/kenmerken van onze doelgroep zijn: - Structuurbehoefte, - Behoefte aan verduidelijking regels, - Grote differentiatie aan beperkingen, - Zorgbehoefte, - Gebruik kunnen maken van een brede range aan voorzieningen, - Noodzaak voor werkelijk thuisnabij ‘passend onderwijs’ (als er nieuwe tussenvoorzieningen nodig zijn, dan zorgen we dat die er komen) c. Zorgen voor een optimaal voorlichtings- en p.r.circuit om zowel intern op de partnerscholen, als naar ouders/kinderen, als naar betrokken instellingen, maximale duidelijkheid te scheppen over ons bestaan en onze aanpak. d. Het totale zorg/onderwijssysteem voor kinderen in en om Almere is essentieel; afhankelijk van ‘zorgzwaarte’ zal er voor elk kind een passende plek moeten zijn met een passend pedagogisch klimaat; daarbij zal er voor de ouders ook iets te kiezen moeten zijn (veelkleurigheid en behoud van kleinschaligheid.)
6
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
3
AMBITIE EN GLOBALE INDELING LEERROUTES
3.1 COLLECTIEVE AMBITIE VAN ‘ONZE SCHOOL’ ‘Onze school’ is een expertisepunt voor het onderwijs en de zorg aan kinderen met een lichamelijke, verstandelijke, meervoudige beperking of een langdurige ziekte. Het voorziet in een thuisnabije, hoogwaardige voorziening voor alle kinderen binnen het cluster 3 onderwijs in en rondom Almere. Het voegt tevens een belangrijk onderdeel toe aan het brede aanbod van onderwijs en zorg voor alle kinderen in en om Almere. We organiseren deze onderwijs/zorgarrangementen zoveel als mogelijk ‘op maat’, afhankelijk van de mogelijkheden van het kind en doen dit op een ‘lerende wijze’ (‘lerende kinderen en lerende medewerkers’), waarbij het kind leidend is en er sprake is van een partnerschap tussen school en ouders. Bij het ontwikkelen van dit vernieuwde aanbod voor kinderen in en om Almere zal ten principale uitgegaan worden van de vragen van kinderen/ouders in plaats van de bestaande onderwijsvoorzieningen; het ontwikkelen van vernieuwende ‘tussenvoorzieningen’ binnen het Almeerse onderwijsspectrum behoort daarbij tot de mogelijkheden. Het bieden van een ‘passende plek’ voor ieder kind vormt daarbij het hoofdmotief. Alle benodigde zorg en ondersteuning zal daarbij zo effectief mogelijk worden ingezet vanuit de gedachte ‘een kind, een plan’. Het beschikbaar stellen van deze ‘ondersteunende zorg’ (medische, paramedische, zorgondersteunende en behandelende) vormt daarbij één van de organisatiedoelen van ‘Onze School’. Centrale gedachte hierbij is het aanbrengen van een ‘sluitende zorgstructuur’, waardoor elk kind en ook elke medewerker voldoende ondersteuning kan krijgen om maximale resultaten te kunnen behalen in het onderwijs- zorgtraject. We richten ons daarbij op de ‘totale ontwikkeling’ van het kind in de richting van een zo zelfstandig mogelijke deelname aan de samenleving (zelfstandigheid, wonen, arbeid, vrije tijd). We maken daarbij gebruik van een flexibele en zo optimaal mogelijk ingerichte leeromgeving waarin kinderen zich maximaal kunnen ontwikkelen: een professionele en veilige leeromgeving met professionele medewerkers en toegesneden faciliteiten. Het proces van het zoeken naar een zo passend mogelijk onderwijs- zorgarrangement voor ieder kind, doen we in samenwerking met externen op basis van de meest actuele expertise. Dit betekent samenwerking en afstemming met zowel expertise uit aanpalend onderwijs (andere clusters in het speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs, het beroepsonderwijs, het basis- en voortgezet onderwijs) als uit de sectoren van zorg (KDC’s, Jeugdzorg, Jeugdpsychiatrie, MEE), behandeling en ondersteuning. Het werken met onze leerlingen wordt gekenmerkt door principes van: -
-
-
respect voor ieder kind, het hebben van hoge positieve verwachtingen van ieder kind, het hanteren van een ontwikkelingsgerichte onderwijsstijl, waarbij de vorm afhankelijk zal zijn van de behoeften van de doelgroep (variërend van ‘open’ tot gestructureerd’), het nastreven van de kerndoelen voor PO/SO (zml/mg), alsmede de doelen van VO, arbeidsmatige kerndoelen en doelen rond de invulling van ‘wonen’ en ‘vrije tijd’ (afhankelijk van de mogelijkheden van het kind), het invullen van een ononderbroken leerweg voor kinderen met een ‘warme overdracht’ van de PO naar de VSO-voorziening alsmede naar vervolgonderwijs, het werken binnen een multiculturele en veelkleurige samenleving,
Februari 2008 – Juni 2008
7
-
het aanbrengen van zinvolle integratieve elementen, ook al volgen kinderen onderwijs in specifieke leerroutes.
Onderwijsinhoudelijk ligt de nadruk op de cognitieve, sociaal-emotionele, praktische, motorische en creatieve ontwikkeling in de richting van een zo zelfstandig mogelijk optreden in de samenleving. Er wordt via vakspecifieke en leergebiedoverstijgende leergebieden gewerkt aan zaken als: werkhouding, basale vaardigheden, zelfredzaamheid, spel en beweging, creatieve vaardigheden, taalontwikkeling, cognitieve- en motorische ontwikkeling en sociale ontwikkeling. Zelfstandig kunnen werken vormt daarbij een belangrijk aandachtspunt. De vakinhouden, combinaties van inhouden en de verhouding tussen de belangrijkste inhouden en werkvormen is afhankelijk van het ontwikkelingsperspectief van het kind.
3.2 MOGELIJKE INDELING IN LEERROUTES VOOR SPECIFIEKE DOELGROEPEN Met het oog op het ontwikkelingsperspectief van het kind, het stellen van hoge maar realistische verwachtingen aan kinderen en het inrichten van de optimale leeromgeving, werken we op ‘Onze School’ met een aantal leerroutes. Voor deze leerroutes zijn zogenaamde ‘leerlijnen’ ontwikkeld (een specifieke ontwikkelingsweg door het onderwijsprogramma, voorzien van methoden, middelen en aanpak - vgl. leerlijnen CED -) De voortgang van de kinderen zal kritisch worden gevolgd op grond van de onderwijsresultaten op de genoemde leerlijn(en) via ons leerlingvolgsysteem (LVS – Data Care) en zal de belangrijkste ‘input’ vormen voor het evalueren en bijstellen van het individueel handelingsplan, samen met de ouders van de leerling. De leerroutes zullen de volgende groepen leerlingen omvatten: Een definitieve indeling zal worden gemaakt aan de hand van een nader op te stellen matrix, waarin de huidige groepsindeling bij de partners betrokken zal worden. a. ‘normaal lerenden’ (gericht op het bereiken van de kerndoelen PO en de eindtermen VO) a.1. (IQ > 90) kerndoelen basisonderwijs 7-8 – Cito A/B – NL-1 / VO: VMBO: kader, gemengd, theoretische leerweg; VMBO-diploma en hoger (HAVO/VWO) a.2. (IQ 80-90) kerndoelen basisonderwijs t/m 6 – Cito C/D – NL-2 / VO: VMBO: basisber.ger. leerweg; VMBO-certificaat b. ‘moeilijk lerenden’ (gericht op het bereiken van aangepaste kerndoelen PO/ kerndoelen SO en eindtermen Praktijkonderwijs) b.1. (IQ 70-80) kerndoelen basisonderwijs 3/4/5 – kerndoelen SO – Cito D (Moeilijk lerenden)/VO: Praktijkonderwijs – schoolcertificaat of Pro-certificaten c. ‘zeer moeilijk lerenden’ (gericht op de kerndoelen SO en VO gericht op arbeidsaktiviteiten/beschermd werken/wonen) c.1. (IQ 50-70) kerndoelen basisonderwijs 3 en lager – kerndoelen SO / VO: VSO ZML- schoolcertificaat, evt. combinaties met Pro/Aka/branchecursussen. d. ‘laagfunctionerenden’ (gericht op laagfunctionerende kinderen, eventueel met veel zorgbehoeften, begeleidingsintensief, gericht op verhoging zelfstandigheidsniveau en vaardigheidsniveau) d.1. (IQ 35-50) e. ‘emg-groep’ (zeer laagfunctionerende kinderen – KDC-doelgroep – zeer zorgbehoeftig c.q. begeleidingsbehoeftig) e.1. (IQ onder de 35) zie: doelen Vijfwijzer De matrix is in de bijlagen van dit rapport opgenomen.
8
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
In de ontwikkeling van leerroutes, het vinden van integratieve elementen en het recht doen aan de verschillen tussen de leerlingen, zal er ook specifieke aandacht zijn voor de problematiek van kinderen met een licht verstandelijke beperking in combinatie met gedragsproblematiek (overgangsgebied tussen cluster 3 en cluster 4), alsmede voor de inzet bij de toeleiding tot arbeidssituaties vanuit de principes van transitie en het streven naar het behalen van beroepskwalificaties (in samenwerking met PRO/MBO/Branches)
3.3 AFSPRAKEN EN AANBEVELINGEN a. ‘Onze School’ vormt een brede voorziening in Almere met een even breed aanbod van leerwegen met diverse ‘kleuren’, waarbij het kind in feite de kleur bepaalt. De afzonderlijke partners, die deze nieuwe voorziening vormgeven, ‘laten hun eigen huis los’ en werken samen binnen het nieuwe concept. b. ‘Onze School’ werkt met een eenduidige intake (na centrale indicatie via één loket), en een gezamenlijke Commissie van Begeleiding, die samen met de ouders zoekt naar de meest passende plek voor het kind; een observatieperiode kan onderdeel uitmaken van dit keuzeproces. c. Op basis van het ontwikkelingsperspectief van het kind kan gekozen worden uit: ‘kind in groep’- ‘groep in school’- cluster 3-stromen met ‘meer of mindere’ vormen van integratie. d. De ‘volle breedte’ van cluster 3- doelgroepen willen we ‘bedienen’: lg – lg/mg – zmlk – zmlk/mg – epilepsie – lzk – zeer laagfunctionerende kinderen: emg – zmolkers (verstandelijk beperkte kinderen met gedragsproblematiek) e. Binnen de ontwikkelingsweg naar ‘Onze School’ zal vanaf heden al gewerkt worden aan een eenduidig gezamenlijk aanbod voor de groep ‘zeer laagfunctionerende kinderen’. Hiertoe wordt een werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers vanuit alle partners.
Februari 2008 – Juni 2008
9
4
EEN GLOBAAL ONDERWIJSCONCEPT VOOR ‘ONZE SCHOOL’
4.1 UITGANGSPUNTEN Voortbouwend op de geformuleerde collectieve ambitie van ‘Onze School’ als expertisepunt voor het onderwijs en de zorg aan kinderen met een lichamelijke, verstandelijke, meervoudige beperking of een langdurige ziekte, zal het onderwijs worden verzorgd vanuit de volgende principes: -
-
-
ontwikkelingsgerichtheid een onderwijsstijl passend bij het kind (van open naar meer gestructureerd) het leren van en aan elkaar als voorbereiding op de toekomst het bieden van een ononderbroken ontwikkeling het werken met zowel vakken, vakinhouden, als met vakdoorbrekende, themagerichte elementen (bijvoorbeeld via het aanbieden van ‘workshops’) het nader structureren van de onderwijsweg van kinderen/jongeren via ontwikkelde leerlijnen (ontwikkeld door het CED en via deelname aan trainingen geïmplementeerd voor ‘Onze School’) (in een bijlage wordt een recente samenvatting meegezonden van ontwikkelde producten in den lande op het terrein van leerlijnen, gemaakt in opdracht van een LVC3-project: ‘kennismanagement leerlijnen cluster 3’) bij het ‘plaatsen’ van kinderen op een leerlijn, is oriëntatie en tijd voor de oriëntatie een groot goed de invulling van het onderwijsproces gebeurt aan de hand van het schoolplan voor de school als geheel, het groepsplan voor de leergroep en het individueel handelingsplan voor de individuele leerling het intensief volgen van de resultaten van de leerlingen via een inzichtelijk en hanteerbaar leerlingvolgsysteem (via Data Care), op basis waarvan de ouderinformatie ook simpel gegenereerd kan worden.
4.2 INVULLING Het onderwijs wordt ingevuld vanuit de te bereiken doelen (kerndoelen, opleidingsdoelen) in een aantal centrale domeinen te weten: -
cognitieve ontwikkeling (vakken, vakoverstijgende onderdelen, thema’s etc.) emotionele ontwikkeling (houding, spel, relationele vorming etc.) sociale ontwikkeling (zelfredzaamheid, sociale vaardigheden etc.) participatie in de sociaal-culturele-natuurlijke werkelijkheid (burgerschap, oriëntatie op de wereld etc.) zorg (motorische ontwikkeling, (para-)medische ondersteuning, lichamelijke verzorging etc.)
De kerndoelen geven vervolgens ‘vulling’ aan de vakonderdelen in de opleidingsweg (vgl. WPO, Kerndoelen Basisonderwijs en Kerndoelen ZML): -
10
Nederlandse Taal Rekenen/Wiskunde Oriëntatie op jezelf en de wereld Bewegingsonderwijs Creatieve vakken Levensbeschouwing
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
In het VSO wordt onderwijs verzorgd, afhankelijk van de ‘stromen’ in de vakgebieden (vgl. WEC, WVO) : -
Engels Verzorging Koken – Huishoudkunde Levensbeschouwing Groene activiteiten Techniek Handvaardigheid Muziek Bewegingsonderwijs Drama Beroepsvaardigheden Certificaatonderwijs c.q. onderwijs op VMBO/HAVO/VWO-niveau
Het arbeidsvoorbereidende onderwijs zal met name gericht zijn op de voorbereiding op arbeidsvaardigheden (horeca, techniek, facilitair, groen, verzorging, expressie), stages, leerwerkplekken etc.
4.3 NADERE INVULLING VSO Het Voortgezet Speciaal Onderwijs binnen ‘Onze School’ is gericht op: a. het voorbereiden op vervolgopleidingen b. het voorbereiden op arbeid c.q. arbeidsmatige situaties (beschermd werken, activiteitencentra etc.) c. het voorbereiden op wonen, vrije tijd (woon- en leefvoorzieningen) Bij ‘a’ zal de voorgeschreven inhoud van de desbetreffende ‘stroom’ (VMBO-HAVO-VWOPrO/MBO) leidend zijn bij de verdere invulling van het onderwijs. Het onderwijs is daarbij certificaatgericht en zal zoveel mogelijk kwalificerend van aard zijn. Tijdens de opleidingsweg zullen er momenten zijn van directe uitwisseling met reguliere scholen voor VO/MBO: oriëntatieactiviteiten, ‘meeloopactiviteiten’, ‘leren op locatie’, dan wel uitbesteding van (delen van) de opleidingsweg van/aan deze reguliere scholen voor VO/MBO. Bij ‘b’ zal het principe van ‘transitie’ leidend zijn bij de invulling van het onderwijs. Een aantal assessments zullen worden ingezet om vooraf de mogelijkheden van de jongere goed in beeld te kunnen brengen (ontwikkelingsperspectief), tussentijds de specifiekere vaardigheden te kunnen meten en aan het eind de beroepscompetenties te kunnen vaststellen (uitstroomprofiel – competentieprofiel). Een individueel transitieplan is leidend voor de te volgen opleidingsweg in de richting van arbeid. Dit plan zal ook met ouders worden doorgenomen en is aanvullend op het individueel handelingsplan. De te organiseren stages zullen aanvankelijk beroepsorïënterend van aard zijn en in een later stadium beroepsvoorbereidend van aard. De begeleiding zal plaatsvinden door gekwalificeerde medewerkers. De lessen zullen met name de vorm kennen van praktijklessen, werkervaringstrajecten, leerwerkplaats-werkzaamheden, gebruik makend van de mogelijkheden van een arbeidstrainingscentrum in Almere in samenwerking met PRO/MBO en workshops. Aan ‘Onze School’ zal een ‘loopbaancentrum’ verbonden zijn, van waaruit jobcoaching en arbeidsbemiddeling zal worden aangeboden aan de jongeren. Dit zal in nauwe samenhang met MBO/Pro en het UWV tot stand komen. Onze jongeren zullen in een regionaal Zorg-Advies-Team-Arbeid ingebracht worden, waarbij ook externe ondersteuningsinstanties en reïntegratiebedrijven betrokken zijn om de gang
Februari 2008 – Juni 2008
11
naar duurzame arbeid te optimaliseren en de samenwerking tussen alle betrokken partijen bij dit proces eveneens te optimaliseren. Bij de ‘warme’ overdracht van onze jongeren naar vervolgonderwijs (bijv. MBO) en/of werksituaties zal het gebruik van een eenduidig systeem van overdracht van leerlingengegevens (b.v. ‘Digidoor’) aan te bevelen zijn. Ook zal er sprake zijn van een gestructureerd overleg met het bedrijfsleven (brancheverenigingen, MKB) in de regio. Bij het beroepsgericht voorbereiden en beroepsgericht opleiden zal ook gebruik gemaakt worden van branchegerichte cursussen (ontwikkeld door bijv. het KPC), alsmede kwalificerende onderwijsonderdelen van MBO en/of PRO (bijv. de AKA-opleiding), die op ‘Onze School’ in licentie verzorgd kunnen worden, c.q. door onze leerlingen gevolgd kunnen worden op de instellingen voor Pro en/of MBO. Met betrekking tot de kwalificatie zullen we als school werken met een ‘competentiepaspoort’: Een porfolio wordt gedurende de opleidingsweg ‘gevuld’ op basis van bereikte competenties, waarbij het gaat om wat jongeren wél kunnen, in plaats van wat ze niet kunnen. De competenties en met name het competentiepaspoort zal in overleg met branches in de regio zoveel mogelijk worden voorzien van civiel effect (betekenisvolheid). Bij ‘c’ zal ook het principe van transitie leidend zijn (voorbereiden op wonen en dagbesteding). Hier zal ook maximaal gebruik worden gemaakt van ondersteuningsmogelijkheden vanuit de AWBZ en/of de WMO (zorg, jeugdzorg, psychiatrische ondersteuning, activerende en ondersteunende begeleiding). Activiteiten, zelfredzaamheid, vaardigheidsonderwijs en zorg, zullen de voornaamste ingrediënten zijn van dit onderwijsaanbod. Samenwerking met allerlei instellingen rondom ‘Onze School’ en uitwisselingen daarmee, zullen onderdeel van het programma vormen. Bij het VSO zal gebruik gemaakt worden van enerzijds vakdocenten voor specifieke vakonderdelen en anderzijds van vakmensen (beroepsbeoefenaren, beroepsdeskundigen) voor de praktijklessen en de praktijkbegeleiding. Ook in het op te richten loopbaancentrum zullen andere competenties worden gevraagd, dan waarover een docent vanuit een lerarenopleiding doorgaans beschikt. Tenslotte zullen de uitwerkingen van bovenstaande uitgangspunten, principes, keuzes de nodige gevolgen hebben voor de gebouwelijke eisen van een nieuw in te richten VSOafdeling in Almere. Met andere woorden: besluiten over deze uitgangspunten zullen vertaald moeten worden in een plan van eisen voor deze (vernieuwde) huisvesting.
4.4 AFSPRAKEN/AANBEVELINGEN a. Bij de totstandkoming van ‘Onze School’ zal getracht worden, om de toegang tot noodzakelijke therapieën voor alle leerlingen zo breed mogelijk te maken. De mogelijkheden daartoe worden door de partners geïnventariseerd en er worden plannen gemaakt om dit te bereiken. b. Met betrekking tot het gebruiken van ICT-middelen bij het hanteren van een leerlingvolgsysteem zal zo eenduidig mogelijk worden geopereerd. Vanuit de projectgroep wordt geadviseerd om in deze te werken met Data Care, waarbij vanuit de gedachte van ‘één kind, één plan’ ook een digitale koppeling tot stand wordt gebracht met het volgsysteem in de zorg, c.q. in aanpalend onderwijs (Pro, MBO, VO) c. Evenals bij de overige ontwikkelonderdelen, zal het onderdeel ‘communicatie’ (met zowel interne collega’s als externe instanties) gezamenlijk en eenduidig ingevuld moeten worden. d. Een sociale kaart (in de projectgroep aan de orde geweest) zal in ieders bezit moeten zijn, om een snelle en maximale aansluiting te vinden bij relevante derden.
12
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
e. Bij de bouw van de nieuwe VSO-voorziening, zullen de adviezen van een nader in te stellen ontwikkelgroep VSO moeten worden meegewogen: - gebruik en inrichting ruimtes, - noodzakelijke voorzieningen, - gebruik N-factor bij groepsindeling, - nevenruimtes, - ruimtes en faciliteiten voor arbeidsvoorbereiding etc. f. Bij de criteria voor de indeling van de groepen op ‘Onze School’ zullen in ieder geval worden meegewogen: - de specifieke zorgvraag (communicabel, redzaam), de specifieke zorgbehoefte (eventuele zorg+ -groepering), - het verschijnsel ‘structuurgroepen’ wordt meegenomen in het geheel van de groepering, hier worden geen aparte groepen voor geformeerd) - laag functionerenden: rolstoelafhankelijk/niet-nauwelijks, zelfzorg/niet-nauwelijks, communicabel/hoge zorgbehoefte. Centraal zal moeten staan: • wat vragen deze kinderen? • het nader vormgeven van profielen • het bezien van de eigen mogelijkheden als school • het beantwoorden van de vraag: “Hoe lossen we onze eventuele handelingsverlegenheid op?” g. Een ontwikkelgroep ‘laag functionerenden’, naast een ontwikkelgroep ‘VSO-ontwikkeling’ en een ontwikkelgroep ‘steunpunt epilepsie’ van start laten gaan. h. De ontwikkelingen van ‘Onze School’ betrekken bij het eventueel aanvragen van ‘veldinitiatief c.q. experiment’ inzake passend onderwijs. Immers we streven na: regionaal netwerk, inzet startsubsidie, vwo-havo betrokken, zorginstellingen meedoen, personeel betrokken, ouders betrokken, integraal indiceren, registratiesysteem hebben en ontwikkelings- en uitstroomprofiel beschrijven, alsmede het hebben van een sluitend netwerk.
Februari 2008 – Juni 2008
13
5
VSO EN KWALIFICATIES/PROFIELEN
5.1 KWALIFICATIESTRUCTUUR In het kader van de ontwikkelingen van passend onderwijs, gekoppeld aan de actuele problematiek van het groeiend aantal Wajong-gerechtigden, is er voor het VSO vanuit OCW een opdracht geformuleerd om op korte termijn te komen tot een kwalificatiestructuur. We zullen onze VSO-leerlingen zoveel mogelijk in staat moeten stellen, om onze school te verlaten met kwalificaties (betekenisvolle verklaringen, certificeringen, diploma’s, bij voorkeur met een civiel effect). Aan de SLO is de opdracht verstrekt om met aanwijzingen hiervoor te komen. De rapportage vanuit de SLO is nog niet helemaal af, maar er zijn al wel wat lijnen te trekken, waar we met de opzet van ‘VSO Onze School’ rekening kunnen/moeten houden.
5.2 BESTAANDE KWALIFICATIES In een inventarisatieronde langs de verschillende VSO-afdelingen in den lande zijn een aantal kwalificaties al te onderscheiden: -
-
-
-
Het regulier diploma vmbo-t, havo, vwo (lastig voor wat betreft de omvang, deskundige docenten, diplomering als formele SO-school)(via bijv. staatsexamens, symbiose, samenwerking) Het regulier diploma vmbo-basis, kader en gemengd (gebrek aan vaklokalen, docenten, diplomering als formele SO-school) (via bijv. staatsexamens, symbiose, samenwerking) Beroepsopleidingen niveau 2, 3 en 4 binnen het mbo (aantallen, ervaring ROCdocenten, begeleidingsintensiteit) (ROC-aanpak, ZAT’s, samenwerking REA-College) Beroepskwalificerende assistentenopleidingen BKA (begeleidingsintensiteit op ROC, arbeids/leerplekken bij BBL) (via inzet ROC, ZAT, UWV/MEE, REA-College, symbiose met PrO) Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (AKA) niveau 1 (passendheid, uitval, experiment) (ingeschreven bij PrO, volgen op VSO, extra begeleiding op MBO) Landelijk erkende deelkwalificaties voor de algemene vakken (KSE is strak en sterk gericht op AVO-systeem) (via IVIO, certificering via KSE) Branchegerichte kwalificaties/cursussen (SVA richt zich met name op PrO, praktijklokalen) (via SVA van KPC, afsluiten met toets, verklaringen) Branchegerichte regionale kwalificaties (regionale branches en voorbeelden met certificaten) (landelijke geldigheid?) Schoolspecifieke certificering (betekenis voor werkgevers?) (goed overleg met bedrijfsleven, gebruik maken van evc’s)
Kortom: hoewel er allerlei wegen ontwikkeld zijn, is het landelijk gezien nogal divers en ontbreekt vooralsnog een heldere landelijke structuur met erkende trajecten (op basis van transitie). Wel kunnen we gebruik maken van deze bestaande wegen, om onze eigen trajecten vorm te geven en goed te structureren.
5.3 UITSTROOM Een mogelijke indeling naar uitstroom vanuit onze VSO-afdeling zou in aanvulling van het vorige hoofdstuk kunnen zijn: a. gericht op vervolgopleidingen b. gericht op voorbereiding voor reguliere arbeid c. gericht op het voorbereiden van reguliere arbeid met ondersteuning d. gericht op beschermd werken (swv) e. gericht op arbeidsmatige activiteiten in een dagcentrum (awbz)
14
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
ad a Hier zijn goed uitgewerkte trajecten voor nodig, voorbereidend op reguliere diploma’s en reguliere ‘toegangsbewijzen’ voor doorstroming. Ook zijn er deskundige vakdocenten nodig en een goede afstemming met het regulier onderwijs (delen uitbesteden, delen zelf verzorgen etc.) ad b/c Hier is in de eerste plaats een formele opdracht voor nodig om voor te bereiden op arbeid vanuit het principe van transitie, via 1. arbeidsoriëntatie/loopbaanoriëntatie en 2. arbeidsvoorbereiding en uiteindelijk naar 3. arbeidstoeleiding/arbeidsintegratie. Deze drie onderdelen zouden ook voorzien moeten worden van gelijkgenoemde stages: van oriënterende stages tot aan beroepsvoorbereidende c.q. plaatsende stages. Ook is hier specifieke deskundigheid van personeel voor nodig, alsmede specifieke faciliteiten zoals vaklokalen, materialen/middelen, machines etc. ad d Hier zijn voorbeelden van uitgewerkte doelen op scholen samen met SVW-instellingen. Een probleem vormen de wachtlijsten van deze instellingen (het advies van de SER was ook om het aantal plaatsen uit te breiden). ad e Hier zijn goede voorbeelden voorhanden van scholen die intensief samenwerken met dagcentra, waarbij de overgang niet alleen ‘warm’, maar ook geleidelijk gaat. Inhoudelijk kunnen we gebruik maken van reeds ontwikkeld materiaal op het PrO, bijv. de uitgaven van ‘Promotie’, die nu ook voor het VSO bewerkt zullen worden (met subsidie van OCW). (bij dit stuk is gebruik gemaakt van inventarisatie- en ontwikkelwerk van Leo Damen van de SLO)
5.4 AFSPRAKEN/AANBEVELINGEN a. Belangrijke aandachtspunten voor de ingestelde ontwikkelgroep VSO: - einddoelen - leerlingenstromen - instroom- en uitstroomprofielen - leerlijnen - arbeidsgerelateerde werkwijze(trainingen) - opbouw praktijkleren - transitie en transitieplannen - uitstroomkwalificaties - externe relaties (Pro, MBO) - personele kwalificaties - Wajong/WEC-ontwikkelingen - het meenemen van uitgangspunten vanuit de projectgroep en een eerder voorbereidingsstuk vanuit de Trappenberg/Mozarthof. Gezien de problematiek wordt voor deze groep externe ondersteuning aanbevolen. b. Er wordt zo spoedig mogelijk contact opgenomen met het PrO in Almere over zaken als: - verkenning werkgebieden, - afstemming, - samenwerkingsafspraken etc. c. Met betrekking tot de toeleiding van leerlingen naar ‘Onze School’ in Almere zal de beheerscommissie worden verzocht de afspraken in deze bij de partners zo eenduidig
Februari 2008 – Juni 2008
15
mogelijk vast te leggen. Het gaat hierbij om zowel het SO- als het VSO aanbod in Almere en de doorverwijzing vanuit andere plekken. Vooral de ‘hardheid’ van het advies in deze is van belang.
16
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
6
VAN CONCEPT NAAR INHOUDEN EN VORMGEVING ZORGSTRUCTUUR
6.1 NAAR INHOUDEN In het stuk ‘Naar een globaal onderwijsconcept ‘Onze School’ worden een aantal uitgangspunten geformuleerd voor het nader invullen van het onderwijsprogramma voor ‘Onze School’ (zowel voor SO, als voor VSO). Het aanbieden van inhouden (via vakken, vakgebieden, thema’s) etc. door een ononderbroken ontwikkelingslijn, geënt op de mogelijkheden van het kind, vraagt om nadere structurering van de inhouden en vooral van de ‘leerlijn’ van deze inhouden. Op veel scholen is er al langere tijd intensief gewerkt aan de opzet van tussendoelen, leerlijnen en de ontwikkeling van de vakinhoud. Ook op landelijk niveau zijn er veel ontwikkelingen te zien waarvan gebruik gemaakt kan worden. Voor alle duidelijkheid: Een ‘leerlijn’ beschrijft de ontwikkeling- en leerprocessen die kinderen doorlopen op basis van het gegeven onderwijs. Een drietal componenten zijn daarbij veelal aan de orde: -
de ‘leerlijn’ de ‘onderwijslijn’
-
de ‘leerstoflijn’
: een globaal overzicht van de leerprocessen van leerlingen : met vakdidactische aanwijzingen aangegeven wijze van aansluiting van het leerproces op het onderwijs van kinderen : aangeven, welke kernonderdelen van een leergebied achtereenvolgens aan bod moeten komen.
Het CED heeft nadere uitwerkingen gemaakt van de kerndoelen voor zml-mg in zogenaamde leerlijnen. In een samenwerking tussen SLO en CED wordt verder gewerkt aan specifieke uitwerkingen voor ‘normaal lerenden’ (‘enkelvoudige beperkingen’). Onder regie van de WEC-Raad is er een project gestart, gericht op implementatie van de ontwikkelde leerlijnen op de eigen school. SLO, CED en KPC zijn daarbij ook betrokken. Voor SO/VSO zml/mg is het volgende ontwikkeld: -
tussendoelen/leerlijnen zml/mg door de SLO leerlijnen voor het zml door het CED leerlijnen VSO, door het CED evaluatie en plannen van leren door de SLO
Ook zijn er allerlei vakinhoudelijke ontwikkelingen door diverse instituten ondernomen (zie stuk: ‘Overzicht kerndoelen, tussendoelen, leerlijnen en vakinhoudelijke ontwikkeling, een groeidocument voor cluster 3). Voor SO ‘normaal lerenden’ is er ontwikkeld: -
tussendoelen/leerlijnen bij leergebiedoverstijgende kerndoelen SO voor normaal lerenden (SLO)
Voor met name Nederlands en de motorische ontwikkeling zijn er ook vakinhoudelijke uitwerkingen. Voor meervoudig complex gehandicapten is er ontwikkeld: -
-
Vijfwijzer Een project van de SLO voor deze doelgroep (mogelijke toepasbaarheid van een deel van de kerndoelen zml/mg: taal, communicatie, oriëntatie op ruimte, oriëntatie op tijd, tekenen en handvaardigheid, muziek en leerstofoverstijgende gebieden) Een project van CED: verder met onderwijs aan leerlingen met een IQ tot 35 (Plancius)
Februari 2008 – Juni 2008
17
-
Diverse ontwikkelingslijnen voor zml/mcg: sensomotoriek, motorische ontwikkeling, totaal communicatie en praktische redzaamheid KPC-producten (ondermeer ‘aan zijn wenkbrauwen zie ik of hij gelukkig is…) Een in LVC3-verband ontwikkelde ‘lijn’, waarbij een synthese is geprobeerd te maken tussen de producten van de diverse instellingen.
Ook hier horen een aantal vakinhoudelijke producten bij, ondermeer ‘ervaar ’t maar’ van Thyra Koeleman, Opmaat van Eduware, KLINc, etc. Voor arbeidstoeleiding is ontwikkeld: -
Kerndoelen AT Tussendoelen/leerlijnen AT Schoolontwikkelingen o.m. Herderscheeschool Almelo
Ook hier passen een aantal meer inhoudelijke producten bij: -
Inhoudelijke keuzes maken (SLO), Landelijk kader arbeidstoeleiding (SLO), Competentieprofiel PrO arbeidstoeleiding (SLO), ESF-project-resultaten, LIESA, branchegerichte cursussen KPC etc.
Voor diplomagerichte VSO-inhouden: -
Kwalificatiestructuur voor het VSO (zeer binnenkort op te leveren rapport van de SLO)
Belangrijke vragen hierbij: -
Welke ontwikkelingen zijn er op de drie samenwerkende scholen aan ‘Onze School’ met het oog op leerlijnontwikkeling Welke van deze ontwikkelingen zijn ‘één-op-één’ over te nemen voor ‘Onze School’ Waar zitten nog ontwikkelingsleemtes op dit terrein Hoe kunnen we die leemtes z.s.m. opvullen b.v. deelname van een team van ‘Onze School’ per komend jaar aan het project ‘implementatie leerlijnen’ van de WECRaad en/of directe contacten met scholen, die deze onderdelen al hebben uitgewerkt.
Mozarthof:
De Trappenberg:
De Weerga:
dit jaar zullen alle leerlijnen zijn ingevuld en zullen ook gevolgd worden. Aan het eind van het komend schooljaar (2008/2009) zal er een totaalinvulling zijn voor alle leerlijnen: daarna volgt nog een ‘nadere aankleding’ met middelen/materialen/methoden etc. eind volgend schooljaar (2008/2009) zullen de leerlijnen zijn geïmplementeerd, inclusief scoring in Data Care; dit geldt ook voor het VSO en ook voor het operationeel zijn van leerlijnen vanuit het Planciusproject (CED) voor laagfunctionerenden. ontwikkelingstraject leerlijnen is gestart (lezen, mondeling taalgebruik). Nog geen goed werkend leerlingvolgsysteem; men wil graag met Data Care gaan werken.
Samenvattend kan gesteld worden, dat (naast de verschillen in tempo, volgorde en aanpak) er geen principiële verschillen zijn in de aanpak van de invoering van de leerlijnen. De lopende trajecten zullen nu in samenwerking verder afgewerkt worden: ‘Onze School’ kan eind 2008/2009 in principe beschikken over alle leerlijnen voor het geboden onderwijs. De voor leerlingen nader te ontwikkelen specifieke leerwegen kunnen dan met behulp van leerlijnen verder ingevuld worden. Een goede inventarisatie, een helder plan van aanpak bij de verdere uitwerking, implementatie en het hanteren van landelijke bronnen (zoals een groeidocument vanuit LVC3 en een implementatietraject van de leerlijnen van de WECRaad), zal nog moeten gebeuren.
18
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
6.2 ZORGSTRUCTUUR Van belang bij dit onderdeel zijn de vragen: -
Hoe werkt ons toets- en evaluatiesysteem: wanneer toetsen we wat, hoe verzamelen we gegevens, hoe rapporteren we, op basis waarvan stellen handelingsplannen bij, hoe loopt de procedure in deze (zowel binnen de ‘muren’ van ‘Onze School’, als daarbuiten bij ‘kind in groep’ en ‘groep in school’).
-
Hoe werkt het zorgsysteem op ‘Onze School’ in z’n algemeenheid: van intake tot aan verlaten van de school, wie ‘leidt’ het begeleidingsproces van de leerling, wat zijn daarbij de uitgangspunten? Bijvoorbeeld: -
-
-
-
De leerkracht is ‘hoofdaannemer’ Deskundigen assisteren/coachen de leerkracht en de assistent (IB-er, psycholoog, orthopedagoog) Extra begeleiding vindt zoveel mogelijk plaats binnen de eigen groep Er is sprake van een helder systeem van overleg over ‘specifieke zorg’: De Commissie van Begeleiding is verantwoordelijk voor de voortgang van het handelingsplan en er is daarnaast sprake van een interdisciplinair zorgteam dat maandelijks bijeenkomt onder leiding van de afdelingsleider/directeur Elk opleidingsteam heeft een eigen intern begeleider en heeft vaste contacten met één psycholoog en/of orthopedagoog (voor onderzoek, consultatie, opzet specifieke programma’s ) In elke afdelingsvergadering staat het onderdeel ‘zorg’ vast op de agenda; daarnaast is er een wekelijks afstemmingscontact tussen teamleider en intern begeleider inzake de agendering voor dit vergaderonderdeel. Het groepsoverleg, gericht op de zorg, wordt voorgezeten door de groepsleerkracht. De rol van ouders in het zorgoverleg. Centrale vragen voor de Commissie van Begeleiding zijn steeds: waar zijn specifieke interventies noodzakelijk bij dit specifieke kind, waar liggen de mogelijkheden voor integratie bij dit kind.
Inventarisatie van de huidige zorgsystemen op de drie partnerscholen kan leiden tot een nieuw zorgsysteem voor ‘Onze School’. Ter vergadering is het een en ander nader geïnventariseerd en zijn een aantal ‘centrale aandachtspunten’ voor een in te vullen zorgsysteem geformuleerd. De Trappenberg:
Mozarthof:
De Weerga:
Uitgewerkt zorgsysteem, inclusief de bijbehorende functionarissen. De Commissie van Begeleiding speelt een centrale rol bij de bewaking van het handelingsplan. Regelmatige besprekingen per ‘bouw’ waar de afdelingsleider een regierol speelt (geen IB- ers meer). Intake-proces, specialistenoverleg en werken met ‘melding hulpvraag’. Commissie van Begeleiding richt zich met name op de instroom. Groepsbesprekingen, afstemming ouders en rol voor afdelingsleider als regisseur; er zijn geen IB-ers meer. ‘Leerteam’ als steun voor de leerkracht bij zorgproblemen. IB- er ondersteunt dit ‘leerteam’. Commissie van Begeleiding als algemene regiegroep. Groepsbesprekingen, groepsplannen, maar nog geen leerlingvolgsysteem (inclusief individuele handelingsplannen). Zorgteam is specialistenteam. Ontwikkeling naar bouwcoördinatoren is ingezet, plus IB-ers per bouw.
Samenvattend zijn er geen principiële verschillen te constateren: de basis van de zorg ligt in de groepen, ondersteuning wordt gegeven vanuit de commissie van begeleiding als regiegroep. Er wordt gewerkt in betekenisvolle eenheden: bouw en afdeling, waarbij er voor
Februari 2008 – Juni 2008
19
de eenheid specifieke zorgondersteuning is. Qua functionarissen is er nog geen eenduidigheid, qua werkzaamheden wel.
6.3 AFSPRAKEN/AANBEVELINGEN a. De ontwikkelgroepen voor – laagfunctionerenden, - vso-ontwikkeling en – ontwikkeling als steunpuntschool epilepsie, worden voorzien van een planmatige opzet en worden tevens voorzien van een ‘trekker’ en bemensing. Laagfuncionerenden: Henny (trekker), Maura Dammers, Esther (Mozarthof,) Lori van Pinksteren (Trappenberg), Mariska en Dorien (Weerga, casemanager van Gewoon Anders). VSO-ontwikkeling: Elly (trekker), Dunja, Frans, Esther (Mozarthof), Irma, Albert Jan (Trappenberg) en Laura en Marloes (Weerga). Epilepsie: Annemieke (trekker), Corrie (Trappenberg), Dorien (Weerga), Maura (Mozarthof). b. Bij het instellen van ontwikkelgroepen hanteren we het planningsformulier voor Projectgroepen van de Trappenberg. c. Het product van de landelijke werkgroep ‘wajongeren’ van OCW/SZW/UWV en de onderwijsorganisaties, wordt voorgelegd aan de ontwikkelgroep VSO. d. Met betrekking tot de leerlijnontwikkeling zal voor ‘Onze School’ eind 2008/2009 een complete set leerlijnen gereed ligge, waarmee dan gewerkt kan worden. Een inventarisatie van aanwezige leerlijnen, een nadere bestudering van landelijk materiaal (LVC3 en WEC-Raad) en een specifieke invulling voor de specifiek te vormen groepen zal dan ook plaatsvinden. Tenslotte zal met name bij dit punt de communicatie met medewerkers eenduidig en zorgvuldig moeten worden georganiseerd. e. Met betrekking tot de leerlingenzorg zal er eind 2008/2009 een heldere zorgorganisatie zijn voor ‘Onze School’, inclusief functionarissen, competentieprofielen, taakomschrijvingen en een organisatiemodel. De Commissie van Begeleiding zal in dit geheel een regisserende functie hebben. f. Bij het vormgeven van bouwadviezen vanuit de ontwikkelgroep VSO voor de nieuw te bouwen VSO-afdeling, zal ook de input van de stagewerkgroep van REC REaCtys worden gebruikt.
20
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
7
FINANCIËLE RISICO’S
7.1 HET BEPALEN VAN RISICO’S Bij het ontwikkelen van een nieuwe onderwijsvoorziening tellen uiteraard in eerste instantie leerlingen, leerkrachten-onderwijspersoneel, onderwijsinhouden en onderwijsvormen. Voor het gedurig laten ‘draaien’ van zo’n nieuwe voorziening komen uiteraard ook andere onderdelen aan de orde. Immers, de voorziening moet niet alleen inhoudelijk succesvol zijn, met goede passende en sluitende onderwijs/zorgarrangementen, maar ook bedrijfsmatig zal het goed moeten gaan. De onderdelen ‘kwaliteit’ en ‘financiën’ staan vermeld op de ontwikkellijst en behoeven dus de nodige aandacht. Bij een met name inhoudelijk gerichte projectgroep, hoeft uiteraard niet meteen het totale financiële beleid bepaald te worden, maar het is goed dat ook vanuit deze projectgroep een aantal ‘schoten voor de boeg’ gedaan worden uit het oogpunt van beheersbaarheid, risico en kwaliteit. Belangrijk bij het financieel beleid is a. Het goed inschatten van beheersrisico’s, b. het borgen van financiële continuïteit (lange termijnplanning) en c. het beheren van de financiële ruimte (korte termijnplanning). Om deze drie doelen te bereiken zijn een aantal instrumenten van groot belang: - risico-analyse - risicobeheersing - weerstandsvermogen - meerjarenbegroting - liquiditeitsprognose - begroting Als we dan naar de twee belangrijkste factoren kijken, de kosten en de risico’s, dan hebben we het bijvoorbeeld over:
risico’s:
kosten:
. brand, maleur . een dalend leerlingenaantal . het stijgen van de gemiddelde personeelslasten . het stijgen van de kosten per leerling . het stijgen van de onderhoudskosten . het dalen van de kwaliteit van het personeel . etc. . spaarverlof . bapo . vervangingskosten . ouderschapsverlof . T-1-effect . scholing/professionalisering . werving/selectie medewerkers . ICT . onderhoud . energie . lesmethoden . etc.
Februari 2008 – Juni 2008
21
Het is dan de kunst om de risico’s zo goed mogelijk in kaart te brengen en via goed beleid er zo weinig mogelijk last van te hebben. Met betrekking tot de kosten is het zaak om deze zo goed mogelijk in te kunnen schatten op grond van een aantal nader vast te stellen kengetallen. In onze projectgroep hebben we vanuit een inhoudelijk perspectief gekeken naar een aantal risicofactoren c.q. succesfactoren (risico’s hangen immers altijd samen met successen) vanuit onze eigen inhoudelijke bril. We kunnen daarmee anderen, die het financieel- en kwaliteitsbeleid verder uit moeten werken, een aantal ‘schoten voor de boeg’ geven voor wat betreft hun werkzaamheden. Uiteindelijk zal dit beleid geënt moeten zijn op de behoeften op de werkvloer ! Om dit te kunnen doen, nemen we hieronder een niet uitputtende lijst op van een aantal factoren, waarbij we per punt aan zouden kunnen geven of we daar problemen verwachten, of er extra aandacht aan moet worden gegeven en of er, vanuit onze visie gezien, belangrijke risico’s liggen: Succes-risico-factoren
toelichting
Strategisch beleid Positie leerlingen Toelatingsbeleid/criteria Samenwerking zorg/onderwijs Formele kant van samenwerking Leerlingenprognoses Groepsgrootte Integratie/differentiatie Ouders Diagnostiek Protocol toelating/verwijdering Zorg/onderwijs-arrangementen: Diagnostiek, behandelvorm, onderwijs, Dagopvang Kengetallen Vervoer Onderwijskundig personeel Personeelszorg Ondersteunend personeel Omvang functies Werving personeel Externe samenwerking Financiering huisvesting Inrichting gebouw(en) Onderwijskundige middelen P.R. Bestuurlijke structuur Locatie-management Zorgorganisatie Onderwijsevaluatie Speciale kwaliteiten personeel Interne samenwerking/afstemming Financiële stromen Ondersteuning deskundigen Leerlingenpopulatie Communicatie
22
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
pos/neg x
x x
x
x x
x x
x x x x x
x
De geplaatste kruisjes geven de keuze aan vanuit de projectgroep voor wat betreft de risicovolle onderdelen c.q. de onderdelen die speciale aandacht behoeven tijdens de ontwikkeling en daarna. Met betrekking tot strategisch beleid gaat het dan met name om de vertaling van dit beleid in de managementstructuur en het schoolbeleid: de bestuursstructuur, de invulling van het (locatie- ) management, de bevoegdheden, het proces van komen tot één organisatie met één bestuur. Met betrekking tot de communicatie gaat het met name om de voorbereiding van de medewerkers op de nieuwe situatie: informatie, ontwikkeling, structuur, werkwijze etc. Met betrekking tot de VSO-afdeling gaat het met name om het programma van eisen voor de nieuw te bouwen afdeling: het passend maken aan de nieuwe eisen van een volwassen VSO-afdeling met een financiering/inrichting op grond van realistische normen. De relatie met ouders vormt vanuit het principe van ‘partnerschap’ een belangrijk onderdeel voor wat betreft voorlichting, aanmelding, intake, verwijzing, plaatsing, indicatie etc. Het personeelsbeleid vergt een zorgvuldig samengesteld integraal personeelsbeleid waar al vroeg mee zal moeten worden begonnen. De externe relaties strekken zich uit tot relaties die belangrijk zijn voor de inhoud en afstemming (PrO, MBO, VO), maar ook relaties die bestuurlijk/strategisch van belang zijn als bijv. gemeente en provincie. De professionalisering van personeel is een risicofactor, aangezien er met een veranderende doelgroep steeds nieuwe vormen van professionaliteit gevraagd worden waar men zich werkendeweg op moet kunnen voorbereiden, alsmede waarvoor men intrinsiek gemotiveerd zal moeten zijn; in bestuurlijk verband zal vooral vanuit rechtspositioneel oogpunt gewaakt moeten worden voor het ‘stellen voor de klus’, terwijl de basishouding/basisvaardigheid niet aanwezig is. In een opbouwende organisatie is, op het gebied van administratieve en automatiseringsondersteuning, het ondersteunende personeel van groot belang. De zorgorganisatie zal het ‘hart’ van de organisatie moeten zijn: immers de combinatie van zorg en onderwijs is onze ‘core business’; ook de afstemming met de ZorgAdviesTeams, de aanwezigheid van professionals in het zorgteam, de aanwezigheid van specifieke deskundigheid, de helderheid van de zorgorganisatie en de efficiënte inzet zal de nodige aandacht behoeven. De leerlingprognoses zullen zo nauwgezet mogelijk opgesteld moeten worden, waarbij met name de nieuwe doelgroepen goed in kaart gebracht moeten worden.
7.2 AFSPRAKEN/AANBEVELINGEN a. De projectgroep verzoekt de beheerscommissie om speciale aandacht te schenken aan de verdere (financiële)planning van ‘Onze School’ aan: bestuurlijke structuur, communicatie, personeelsbeleid, relatie met gemeente, professionalisering personeel, positie ouders, ondersteunend personeel, zorgorganisatie en leerlingprognoses. b. Met betrekking tot de bestuurlijke structuur van de nieuwe voorziening in Almere, verzoekt de projectgroep de beheerscommissie om zorg te dragen voor een eenduidige en gelijksoortige informatiestroom naar medewerkers en externen. Als directies van de partnerscholen opdracht krijgen, om bepaalde informatie naar de medewerkers te verzorgen, dan zal dit op eenzelfde wijze ook bij de andere scholen dienen te gebeuren. Hierbij wordt ook uitdrukkelijk gewezen op het belang van eenduidige en transparante financiële stromen. Het vooralsnog, bij één van de partners, ontbreken van een zelfstandig brinnummer werkt daarbij belemmerend. c. Met betrekking tot de nadere invulling van het personeelsbeleid, adviseert de projectgroep om de totstandbrenging van het IPB-handboek, zoals dat nu op de Trappenberg/Mozarthof gebeurt, in samenwerking verder ter hand te nemen.
Februari 2008 – Juni 2008
23
8
KWALITEIT EN KWALITEITSZORG
8.1 AANPAK KWALITEITSZORG Alle partners in het ontwikkelproces van ‘Onze School’ stellen zich als onderwijsvoorziening een aantal essentiële vragen. Samenvattend gaat het dan om centrale vragen als: -
Doen we goede dingen? (Analyseren kwaliteitsonderdelen) Doen we die dingen goed? (Meten, beoordelen van deze onderdelen) Hoe weten we dat? (Evalueren, standaardiseren, onderzoeken van vragenlijsten, scans) Vinden anderen dat ook? (Horizontale verantwoording, omgaan met ‘partners’) Wat doen we? (Opnemen in de planning)
Alle partners willen dit proces hanteren op de volgende wijze: -
Planmatig - veelal wordt de PDCA-cirkel hierbij gebruikt - (Plannen, Activiteiten ondernemen, Controleren hoe het uitpakt en in bijstellende zin weer doorgaan met Activiteiten Cyclisch (ook hier wordt bedoeld om in een vaste sequentie te meten en te evalueren) Lerend (alle gegevens leveren input voor bijstellingen, nieuwe doelen en nieuwe aanpak) Met behulp van specifieke instrumenten
Het instrument en/of het gekozen systeem is daarbij minder relevant; misschien is het handig, om het INK-model (dat ook de basis vormt voor de externe kwaliteitstoetsing door de inspectie) als centraal model te hanteren. Het omgaan met dit model, het nader inkleuren, het hanteren van middelen van zelfevaluatie - doen alle partners via vragenlijsten, scans, kijkwijzers - en externe evaluatie (oudertevredenheidsonderzoeken etc.) kunnen dan de kwaliteitsaanpak van ‘Onze School’ nader bepalen. Belangrijke items (domeinen) zijn daarbij: -
zorg voor kwaliteit (visie, leiderschap, schoolcultuur) onderwijs en leren (leer-, onderwijs- en begeleidingsprocessen), mensen en middelen opbrengsten (resultaten, waarderingen)
Met name het laatste punt wordt steeds belangrijker gevonden door de overheid en de onderwijsinspectie getuige het onlangs verschenen inspectieverslag over cluster 3. Hier waren items als ‘handelingsplanning, evaluatie van onderwijs, onderwijsopbrengsten en vastleggen leerlingenvorderingen’ belangrijke kritiekpunten. Ook geven alle partners aan, zich aan te sluiten bij de opzet van kwaliteitszorg zoals die binnen REaCtys is ontwikkeld (of nog ontwikkeld wordt). Met andere woorden: Bij ‘Onze School’ gaan we bij het nader invullen van de kwaliteitszorg uit van een aantal centrale vragen, proberen we de vragen te beantwoorden op een planmatige en cyclische wijze, gebruiken we instrumenten waarbij we zowel de zelfevaluatie organiseren als ook andere partijen over ons laten oordelen en gebruiken we de inhouden van het INK-model om onze kwaliteitszorg nader te systematiseren. Voor het onderdeel ‘zelfevaluatie’ kan daarbij gebruik gemaakt worden van de ZEKsystematiek, ontwikkeld bij ‘Kwaliteit Speciaal’ van de WEC-Raad en voor het verder invullen van het kwaliteitssysteem kan gebruik worden gemaakt van de ‘branche-code cluster 3’, zoals dat is ontwikkeld door LVC3.
24
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
Dit systeem is met name gericht op het strategische opereren binnen een school in het kader van kwaliteit en is gebaseerd op een viertal ‘perspectieven’, te weten: -
het klantperspectief (hoe beoordelen onze klanten ons?) het intern perspectief (inzet van personeel, middelen voor het primair proces) het maatschappelijk perspectief (hoe verantwoorden we ons naar derden ?) het continuïteitsperspectief (hoe houden we onze eigen schoolplanning up-to-date via een cyclische aanpak?)
De perspectieven kennen een aantal domeinen: missie, visie, strategische doelen, strategisch beleid, leerlingen, ouders, partners, onderwijs/vorming, integraal personeelsbeleid, inzet van middelen, maatschappelijke relaties, kwaliteit van onderwijs, toelichting jaarrekening, aangepaste collectieve ambitie en aangepast strategisch beleidsplan. Ook is het een en ander nog nader in te delen in een groot aantal ‘aspecten’. Het geheel past in het denken over ‘beleidsrijke scholen’, die strategische kwaliteitszorg uitvoeren om zich openbaar te verantwoorden. In feite is dit model waar te maken via instrumentarium vanuit elke hoek: INK, Balance Score Card, Q-primair, WMK en ga zo maar door. Bij de nadere uitwerking van de wijze van hantering van kwaliteitszorg voor ‘Onze School’ zal het met name gaan om de visie en de uitwerking van het werken aan kwaliteit. De keuze voor een instrument is daarbij in feite veel minder relevant. Met betrekking tot de verder ontwikkeling adviseert de projectgroep, om gezamenlijk uit te gaan van de systematiek van Oberon, zoals die nu al gehanteerd wordt bij de Trappenberg en de Mozarthof. Basis van deze systematiek wordt gevormd door het INK-model, dat ook als basis wordt gehanteerd bij de onderwijsinspectie. Reeds ontwikkelde onderdelen van deze systematiek: vragenlijsten voor personeel, vragenlijsten voor ouders, kunnen zo voor ‘Onze School’ ook gebruikt worden.
8.2 AFSPRAKEN/AANBEVELINGEN a. De projectgroep beveelt aan, om bij de ontwikkelingen van de kwaliteitszorg van ‘Onze School’, de systematiek van Oberon als uitgangspunt te nemen. b. Reeds ontwikkelde onderdelen van het instrumentarium (vragenlijsten) kunnen voor ‘Onze School’ ook worden gehanteerd. c. Aansluiting van het kwaliteitssysteem van ‘Onze School’ bij de systematiek van RECREaCtys is vervolgens ook van belang; het een en ander loopt vooralsnog goed ‘in lijn’. d. De planmatigheid, cyclische aanpak en het gedurig trekken van conclusies voor de verdere vormgeving van ‘Onze School’ is van essentieel belang.
Februari 2008 – Juni 2008
25
9
KWALITEIT EN PROFESSIONALISERING
9.1
AANPAK PROFESSIONALISERING
Een van de belangrijkste items van het denken over en het werken aan kwaliteit is de aanwezigheid van de benodigde kwaliteit van onze medewerkers om de onderwijsdoelen met de leerlingen te kunnen bereiken. Ook de evaluatie van de uitwerking van de handelingsplannen kan voor een groot deel samenhangen met deze al dan niet aanwezige kwaliteit. Bij het verder invullen van ‘Onze School’ kunnen we wellicht op basis van zicht op de personele kwaliteit van de partners, bij dit ontwikkelingsproces alvast een paar inschattingen maken van de belangrijkste items voor professionalisering. Zo zullen vanuit onze eerdere beraadslagingen ongetwijfeld aan de orde komen: -
handelingsgericht werken deskundigheid met betrekking tot arbeidstoeleiding in het VSO werken met zeer laagfunctionerenden in ons onderwijs omgaan met ernstige gedragsproblematieken werken met zgn. ‘multi-problematiek’ multidisciplinair werken in een team etc.
Bij de verdere vormgeving van deze professionalisering zullen we ons moeten realiseren dat er veelal veel expertise ‘in eigen huis’ is bij bijv. onze eigen partnerscholen, bij het REC of bij collega-instellingen ‘om de hoek’. Maatwerk, inzet van instrumenten voor personeel op alle niveaus en inpassing van scholing als integraal onderdeel van de normjaartaak, zijn daarbij van belang. Voor elke medewerker van ‘Onze School’ moet er in feite sprake zijn van het voldoen aan een basiskwalificatie, vertaald in competentieprofielen. Bij het bezien van deze competentieprofielen zullen de volgende vragen van een antwoord moeten worden voorzien: -
waar zijn we sterk in? waar zit de professionele deskundigheid? waar zitten voor ons leemtes?
Deze professionalisering zal verder planmatig aangepakt moeten worden.
9.2
AFSPRAKEN/AANBEVELINGEN a. Aandachtsgebieden bij professionalisering van ‘Onze School’ zijn vooralsnog: - Epilepsie (in het kader van worden van steunpuntschool), - Laagfunctionerenden (in het kader van de ontwikkelgroep), - Omgaan met ernstige gedragsproblematiek (in het kader van zmolkers, lvg en cluster 3-4 kinderen), - Ambulante begeleiding (contacten met ab-ers op de werkvloer blijven daarbij essentieel), scholing voor gezamenlijke orthopedagogen (n.a.v. specifieke opdrachten, casuistiek) en specifieke scholing in het kader van arbeidstoeleiding (specifieke opdracht VSO-afdeling) b. Bij scholing moet het aspect van ‘bindend element voor personeel’ ook nadrukkelijk in ogenschouw worden genomen. c. Bij het maken van een professionaliseringsplan zal in eerste instantie gekeken moeten worden naar interne deskundigheid, deskundigheid in de directe omgeving; daarnaast zal ondersteuning vanuit specialistische instituten, bureaus etc. van belang kunnen zijn.
26
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
d. Gezamenlijke scholing met belangrijke partners (bijv. PrO, MBO, regulier VO/PO) kan ook van belang zijn met het oog op nadrukkelijke samenwerkingsvormen. e. Instellen van een eigen steunpunt autisme voor Almere (initiatief van Gewoon Anders).
Februari 2008 – Juni 2008
27
10
TOTAALOVERZICHT VAN AFSPRAKEN/AANBEVELINGEN 1. Bij de voorziening richten we ons op de totale populatie van cluster 3 (van kinderen met een ontwikkelingsniveau tot 24 maanden, tot aan het VWOniveau), waarbij we ons ook verantwoordelijk voelen voor gedragsmatig beperkte kinderen in afstemming met cluster4. 2. Een aantal centrale uitgangspunten/kenmerken van onze doelgroep zijn: - Structuurbehoefte, - Behoefte aan verduidelijking regels, - Grote differentiatie aan beperkingen, - Zorgbehoefte, - Gebruik kunnen maken van een brede range aan voorzieningen, Noodzaak voor werkelijk thuisnabij ‘passend onderwijs’ (als er nieuwe tussenvoorzieningen nodig zijn, dan zorgen we dat die er komen) 3. Zorgen voor een optimaal voorlichtings- en PR- circuit, om zowel intern op de partnerscholen, als naar ouders/kinderen, als naar betrokken instellingen, maximale duidelijkheid te scheppen over ons bestaan en onze aanpak. 4. Het totale zorg-/onderwijssysteem voor kinderen in en om Almere is essentieel: afhankelijk van de ‘zorgzwaarte’ zal er voor elk kind een passende plek moeten zijn met een passend pedagogisch klimaat; daarbij zal er voor ouders ook iets te kiezen moeten zijn (veelkleurigheid en behoud kleinschaligheid). 5. ‘Onze School’ vormt een brede voorziening in Almere met een even breed aanbod van leerwegen met diverse ‘kleuren’, waarbij het kind in feite de kleur bepaalt. De afzonderlijke partners, die deze nieuwe voorziening vormgeven, ‘laten hun eigen huis los’ en werken samen binnen het nieuwe concept. 6. ‘Onze School’ werkt met een eenduidige intake (na centrale indicatie via één loket), en een gezamenlijke Commissie van Begeleiding, die samen met de ouders zoekt naar de meest passende plek voor het kind; een observatieperiode kan onderdeel uitmaken van dit keuzeproces. 7. Op basis van het ontwikkelingsperspectief van het kind kan gekozen worden uit: ‘kind in groep’ of ‘groep in school’, cluster 3- stromen met ‘meer of mindere’ vormen van integratie. 8. De ‘volle breedte’ van cluster 3- doelgroepen willen we ‘bedienen’: lg, lg/mg, zmlk, zmlk/mg, epilepsie, lzk , zeer laagfunctionerende kinderen: emg – zmolkers (verstandelijk beperkte kinderen met gedragsproblematiek) 9. Binnen de ontwikkelingsweg naar ‘Onze School’ zal vanaf heden al gewerkt worden aan een eenduidig gezamenlijk aanbod voor de groep ‘zeer laagfunctionerende kinderen’. Hiertoe wordt een werkgroep ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers vanuit alle partners 10. Bij de totstandkoming van ‘Onze School’ zal getracht worden om de toegang tot noodzakelijke therapieën voor alle leerlingen zo breed mogelijk te maken. De mogelijkheden daartoe worden door de partners geïnventariseerd en er worden plannen gemaakt om dit te bereiken. 11. Met betrekking tot het gebruiken van ICT-middelen bij het hanteren van een leerlingvolgsysteem, zal zo eenduidig mogelijk worden geopereerd. Vanuit de projectgroep wordt geadviseerd om in deze te werken met Data Care, waarbij vanuit de gedachten van ‘één kind, één plan’ ook een digitale koppeling tot stand wordt gebracht met het volgsysteem in de zorg, c.q. in aanpalend onderwijs (PrO, MBO, VO). 12. Evenals bij de overige ontwikkelonderdelen, zal het onderdeel ‘communicatie’ (met zowel interne collega’s als externe instanties) gezamenlijk en eenduidig ingevuld moeten worden.
28
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
13. Een sociale kaart (in de projectgroep aan de orde geweest)zal in ieders bezit moeten zijn om snelle en maximale aansluiting te vinden bij relevante derden. 14. Bij de bouw van de nieuwe VSO-voorziening, zullen de adviezen van een nader in te stellen ontwikkelgroep VSO moeten worden meegewogen: - gebruik en inrichting ruimtes, - noodzakelijke voorzieningen, - gebruik N-factor bij groepsindeling, - nevenruimtes, - ruimtes en faciliteiten voor arbeidsvoorbereiding etc. 15. Bij de criteria voor de indeling van groepen op ‘Onze School’ zullen in ieder geval worden meegewogen: - specifieke zorgvraag (communicabel, redzaam), - specifieke zorgbehoefte (eventuele zorg+-groepering), - het verschijnsel ‘structuurgroepen’ wordt meegenomen in het geheel van de groepering: geen aparte groepen hiervoor formeren, - laagfunctionerdenden: rolstoelafhankelijk/niet-nauwelijks zelfzorg/nietnauwelijks communicabel/hoge zorgbehoefte. Centraal zal moeten staan: - wat vragen deze kinderen? - het nader vormgeven van profielen - het bezien van de eigen mogelijkheden als school - het beantwoorden van de vraag: “Hoe lossen we onze eventuele handelingsverlegenheid op?” 16. Een ontwikkelgroep ‘laagfunctionerenden’, naast een ontwikkelgroep ‘VSOontwikkeling’ en een groep ‘steunpuntschool epilepsie’, van start laten gaan. 17. Ontwikkelingen van ‘Onze School’ betrekken bij eventueel aanvragen van ‘veldinitiatief c.q. experiment’ inzake passend onderwijs, immers we streven na: regionaal netwerk, inzet startsubsidie, vwo-havo betrokken, zorginstellingen meedoen, personeel betrokken, ouders betrokken, integraal indiceren, registratiesysteem hebben en ontwikkelings- en uitstroomprofiel beschrijven, alsmede het hebben van een sluitend netwerk. 18. Belangrijke aandachtspunten voor de ingestelde ontwikkelgroep VSO: - Einddoelen - Leerlingenstromen - Instroom- en uitstroomprofielen - Leerlijnen - Arbeidsgerelateerde werkwijze(trainingen) - Opbouw praktijkleren - Transitie en transitieplannen - Uitstroomkwalificaties - Externe relaties (PrO, MBO) - Personele kwalificaties - Wajong/WEC- ontwikkelingen Het meenemen van uitgangspunten vanuit de projectgroep en een eerder voorbereidingsstuk vanuit de Trappenberg/Mozarthof. Gezien de problematiek wordt voor deze groep externe ondersteuning aanbevolen. 19. Er wordt zo spoedig mogelijk contact opgenomen met het PrO in Almere over zaken als: - verkenning werkgebieden, - afstemming, - samenwerkingsafspraken etc. 20. Met betrekking tot de toeleiding van leerlingen naar ‘Onze School’ in Almere zal de beheerscommissie worden verzocht om de afspraken bij de partners zo eenduidig mogelijk vast te leggen. Het gaat zowel om het SO- als het VSO-
Februari 2008 – Juni 2008
29
21.
22. 23. 24.
25.
26.
27.
28.
29.
30. 31. 32.
30
aanbod in Almere en de doorverwijzing vanuit andere plekken. Vooral de ‘hardheid’ van het advies in deze is van belang. De ontwikkelgroepen voor – laagfunctionerenden, - vso-ontwikkeling en – ontwikkeling als steunpuntschool epilepsie, worden voorzien van een planmatige opzet en worden tevens voorzien van een ‘trekker’ en bemensing. Laagfuncionerenden: Henny (trekker), Maura Dammers, Esther (Mozarthof,) Lori van Pinksteren (Trappenberg), Mariska en Dorien (Weerga, casemanager van Gewoon Anders). VSO-ontwikkeling: Elly (trekker), Dunja, Frans, Esther (Mozarthof), Irma, Albert Jan (Trappenberg) en Laura en Marloes (Weerga). Epilepsie: Annemieke (trekker), Corrie (Trappenberg), Dorien (Weerga), Maura (Mozarthof). Bij het instellen van ontwikkelgroepen hanteren we het planningsformulier voor projectgroepen van de Trappenberg. Het product van de landelijke werkgroep ‘wajongeren’ van OCW/SZW/UWV en de onderwijsorganisaties wordt voorgelegd aan de ontwikkelgroep VSO. Met betrekking tot de leerlijnontwikkeling zal voor ‘Onze School’ eind 2008/2009 een complete set leerlijnen gereed liggen waarmee dan gewerkt kan worden. Een inventarisatie van aanwezige leerlijnen, een nadere bestudering van landelijk materiaal (LVC- 3 en de WEC-Raad) en een specifieke invulling voor de specifiek te vormen groepen zal dan ook plaatsvinden. Tenslotte zal met name bij dit punt de communicatie met medewerkers eenduidig en zorgvuldig moeten worden georganiseerd. M.b.t. leerlingenzorg zal er eind 2008/2009 een heldere zorgorganisatie zijn voor ‘Onze School’, inclusief functionarissen, competentieprofielen, taakomschrijvingen en een organisatiemodel. De Commissie van Begeleiding zal in dit geheel een regisserende functie hebben. Bij het vormgeven van bouwadviezen vanuit de ontwikkelgroep VSO voor de nieuw te bouwen VSO-afdeling, zal ook de input van de stagewerkgroep van het REC REaCtys worden gebruikt. De projectgroep verzoekt de beheerscommissie om speciale aandacht te schenken aan de verdere (financiële)planning van ‘Onze School’ aan: bestuurlijke structuur, communicatie, personeelsbeleid, relatie met gemeente, professionalisering personeel, positie ouders, ondersteunend personeel, zorgorganisatie en leerlingprognoses. Met betrekking tot de bestuurlijke structuur van de nieuwe voorziening in Almere, verzoekt de projectgroep de beheerscommissie om zorg te dragen voor een eenduidige en gelijksoortige informatiestroom naar medewerkers en externen. Als directies van de partnerscholen opdracht krijgen om bepaalde informatie naar medewerkers te verzorgen, dan zal dit op eenzelfde wijze ook bij de andere scholen dienen te gebeuren. Hierbij wordt ook uitdrukkelijk gewezen op het belang van eenduidige en transparante financiële stromen. Het vooralsnog, bij één van de partners, ontbreken van een zelfstandig brinnummer werkt daarbij belemmerend. Met betrekking tot de nadere invulling van het personeelsbeleid, adviseert de projectgroep om de totstandbrenging van het IPB-handboek, zoals dat nu op de Trappenberg/Mozarthof gebeurt, in samenwerking verder ter hand te nemen. De projectgroep beveelt aan, om bij de ontwikkelingen van de kwaliteitszorg van ‘Onze School’, de systematiek van Oberon als uitgangspunt te nemen. Reeds ontwikkelde onderdelen van het instrumentarium (vragenlijsten) kunnen voor ‘Onze School’ ook worden gehanteerd. Aansluiting van het kwaliteitssysteem van ‘Onze School’ bij de systematiek van het REC- REaCtys is vervolgens ook van belang; het een en ander loopt vooralsnog goed ‘in lijn’.
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
33. De planmatigheid, cyclische aanpak en het gedurig trekken van conclusies voor de verdere vormgeving van ‘Onze School’ is van essentieel belang. 34. Aandachtsgebieden bij professionalisering van ‘Onze School’ zijn vooralsnog: -
Epilepsie (in het kader van worden van steunpuntschool), Laagfunctionerenden (in het kader van de ontwikkelgroep), Omgaan met ernstige gedragsproblematiek (in het kader van zmolkers, lvg en cluster 3-4 kinderen), Ambulante begeleiding (contacten met ab-ers op de werkvloer blijven daarbij essentieel), scholing voor gezamenlijke orthopedagogen (n.a.v. specifieke opdrachten, casuistiek) en specifieke scholing in het kader van arbeidstoeleiding (specifieke opdracht VSO-afdeling)
35. Bij scholing moet het aspect van ‘bindend element voor personeel’ ook nadrukkelijk in ogenschouw worden genomen. 36. Bij het maken van een professionaliseringsplan zal in eerste instantie gekeken moeten worden naar interne deskundigheid, deskundigheid in de directe omgeving; daarnaast zal ondersteuning vanuit specialistische instituten, bureaus etc. van belang kunnen zijn. 37. Gezamenlijke scholing met belangrijke partners (bijv. PrO, MBO, regulier VO/PO) kan ook van belang zijn met het oog op nadrukkelijke samenwerkingsvormen. 38. Instellen van een eigen steunpunt autisme voor Almere (initiatief van Gewoon Anders).
Februari 2008 – Juni 2008
31
11
PLANNING
11.1 PLANNINGSOVERZICHT De verdere ontwikkeling op basis van dit ontwikkelscenario kent nadere uitwerkingen van de volgende onderdelen: a. Collectieve ambitie b. Indicatie, toelating, plaatsing, doelgroepen, leerroutes c. Onderwijsconcept, onderwijskundig model, leerlijnontwikkeling d. Zorgsysteem: uitgangspunten, Commissie van Begeleiding , functionarissen, afstemming, rollen e. Invulling SO-afdeling f. Invulling VSO-afdeling g. Epilepsie-steunpuntschool h. ‘Stream’ laagfunctionerenden i. Randvoorwaarden: ict, gebouw, externe contacten, materialen/middelen j. Kwaliteit k. Personeel en Professionalisering l. Bestuurlijke en organisatorische vormgeving Door alle onderwerpen heen, speelt het onderwerp: Communicatie. Collectieve ambitie: Wat:
Wie: Wanneer:
In personeelsbijeenkomsten de visie ‘doorwerken’, consequenties bespreken en ‘vastleggen’. Ook zal een gezamenlijke bijeenkomst van het relevante personeel worden georganiseerd. Directies van de huidige partners Personeelsbijeenkomsten: sept-dec Algemene personeelsbijeenkomst januari 2009 Werken met visie en daarbijbehorende praktijkvoorbeelden
Indicatie, toelating, plaatsing, doelgroepen, leerroutes Wat:
Wie: Wanneer:
Vastleggen procedures, instelling Commissie van Begeleiding met protocol, vastleggen leerroutes en principes van ‘plaatsing van leerlingen’ inclusief observatie-afspraken. Coördinatoren leerlingenzorg/IB- ers van de partners maken voorstel voor de Stuurgroep. Voorbereiden september/december – voorstel in januari/februari – vastleggen in februari 2009.
Onderwijsconcept, onderwijskundig model, leerlijnontwikkeling Wat:
Wie: Wanneer:
32
Vastleggen onderwijsconcept (uitgangspunten), onderwijskundig model (van intake tot uitstroom qua onderwijs/begeleiding/zorg) en coördineren/stimuleren van de ontwikkeling van leerlijnen voor de gehele opleiding, inclusief implementatie Onderwijskundigen/orthopedagogen en afdelingshoofden Onderwijsuitgangspunten: december 2008 – leerlijnontwikkeling: inventarisatie: september/oktober – start implementatie: november 2008, Gereed voor operationeel inzetten: juni 2009.
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
Zorgsysteem Wat:
Wie: Wanneer:
Definitieve vormgeving zorgsysteem: rol CvB, rol deskundigen, afstemming onderling, afstemming met groepsleerkrachten/assistenten, soorten overleg, verslaggevingen, contacten ouders etc. Coördinatoren leerlingenzorg/ib-ers met afdelingshoofden c.q. directieleden Voorstel in december 2008, vastleggen in stuurgroep: februari 2009
Invulling SO-afdeling Wat:
Wie: Wanneer:
Vormgeving van de afdeling: groepen, bezetting groepen, onderwijsinhouden, groepsplanopzet, handelingsplanopzet, curriculum en methoden/materialen. Afdelingshoofden Eerste invulling: januari 2009 – vaststelling in stuurgroep: april 2009
Invulling VSO-afdeling Wat: Vormgeving van de afdeling: groepen, uitstroomprofielen, bezetting, onderwijsinhouden, groepsplanopzet, transitieplanopzet, curriculum, methoden/materialen/faciliteiten, deskundigheid personeel Wie: Afdelingshoofden – ontwikkelgroep VSO Wanneer: Eerste invulling: januari 2009 – vaststelling in stuurgroep: april 2009 Steunpuntschool epilepsie: Wat: Plan voor invulling steunpuntschool – deskundigheid, contacten, aanpak, samenwerking met De Waterlelie Wie: ontwikkelgroep epilepsie Wanneer: Plan gereed: december 2008, vaststelling in stuurgroep januari 2009 Leerroute laagfunctionerenden: Wat: Plan voor invulling van deze leerroute, voorwaarden, deskundigheid, aanpak, curriculum, zorginvulling Wie: ontwikkelgroep laagfunctionerenden Wanneer: Plan gereed: januari 2009, vaststelling in stuurgroep maart 2009 Randvoorwaarden: Wat: Plan voor concrete invulling benodigde randvoorwaarden: ictonderwijsondersteuning, gebouw, materialen/middelen, faciliteiten, alsmede de benodigde externe contacten (b.v. PrO, MBO, PO/VO) etc. Wie: één vertegenwoordiger vanuit elke partner met affiniteit met onderwerp. Gezien de breedte van het onderwerp zullen delen ook elders ‘ondergebracht’ kunnen worden. Wanneer: Voorstel gereed: december 2008, bespreking in stuurgroep januari 2009 Kwaliteit, personeel, personeelsbeleid, scholing: Wat: Plan voor hantering kwaliteitsbeleid, invulling IPB-aanpak en professionaliseringsplan voor ‘Onze School’ Wie: personeelsfunctionarissen, kwaliteitsfunctionarissen van de partners Wanneer: Plan gereed in januari 2009, bespreking in stuurgroep: april 2009
Bestuurlijke en organisatorische vormgeving: Wat: Bestuurlijke vormgeving, invulling management, organisatie van de nieuwe onderwijsvoorziening: competenties, rollen, verantwoordelijkheden Wie: bestuurders (beheerscommissie) Wanneer: Januari 2009 gereed met oog op implementatie v.a. augustus 2009
Februari 2008 – Juni 2008
33
11.2 ONTWIKKELORGANISATIE Werken met een kleine slagvaardige stuurgroep bestaande uit bestuurders en directeuren van de samenwerkende scholen, die voorstellen van ontwikkelgroepen inwachten en bespreken en vaststellen. Deze stuurgroep draagt ook zorg voor de algehele coördinatie van de ontwikkelorganisatie en de communicatie naar binnen en buiten. De planning wordt ook hier bewaakt en er is direct contact met de coördinatoren van de verschillende ontwikkelgroepen. Een projectleider geeft inhoudelijk leiding aan het ontwikkelproces, formuleert de opdrachten, draagt zorg voor noodzakelijke bijstellingen, bewaakt het tijdschema en onderhoudt contact met de coördinatoren van de ontwikkelgroepen. Hij/zij adviseert de stuurgroep bij het bespreken en vaststellen van de producten en bewaakt de integraliteit van het uiteindelijke product.
34
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
BIJLAGEN Het rapport kent de volgende bijlagen: 1. Opdracht aan de huidige projectleider 2. Matrix voor invulling van aantallen leerlingen per doelgroep/leerroute 3. De projectplannen van de drie ontwikkelgroepen: laagfunctionerenden, vsoontwikkeling en epilepsiesteunpuntschool (voorzover geaccordeerd door de projectgroep – de overige volgen in augustus/september) 4. De verslagen van de bijeenkomsten van de projectgroep
Februari 2008 – Juni 2008
35
BIJLAGE 1:
INHOUD OPDRACHT
Inhoud werkzaamheden (onderdeel van de offerte voor projectleiderschap) Vanuit een afgesloten convenant tussen de Almeerse schoolbesturen (verenigd in het bestuur van de Stichting Gewoon Anders) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 april 2007, zal in Almere een gedifferentieerd aanbod worden ontwikkeld voor kinderen met een cluster 3 indicatie. Geconstateerde leemtes in het aanbod van ‘passend onderwijs’ in Almere vormden de basis voor dit convenant. Er dient een aanbod te komen voor leerlingen met lichamelijke beperkingen die zijn aangewezen op intensieve therapeutische ondersteuning. Er dient een aanbod te worden ontwikkeld voor oudere cluster 3 leerlingen (VSO-leeftijd) gericht op oriëntatie op (beschermd) werken en arbeidsintegratie. De scholen zijn inmiddels samengebracht en de samenwerking is gestart. Er zal een gedifferentieerd inhoudelijk programma tot stand moeten komen, dat recht doet aan de vraag van leerlingen en ouders. De besturen van de convenantpartners zijn vertegenwoordigd in een beheerscommissie, welke als opdrachtgever zal optreden bij het uitwerking geven aan de inhoud van het convenant. Er zal leiding worden gegeven aan een proces van ontwikkeling van dit nieuwe aanbod met de drie aanbieders, te weten de Mozarthof – de Trappenberg en de Weerga. Hierbij zal rekening worden gehouden met de aanbevelingen van de Werkgroep Almere Speciaal (juni 2006) en met het aanbod van andere groepsmodellen (kind in groep, groep in school), zoals die Almere zijn uitgewerkt. De ontwikkelproducten zullen worden beoordeeld door de beheerscommissie, die e.e.a. voorlegt aan het bestuur de Stichting Gewoon Anders ter vaststelling. In deze beheerscommissie zal ook worden gewerkt aan een bestuursstructuur voor de op te richten cluster 3 voorziening. Er zal een ontwikkelgroep worden gevormd, bestaande uit vertegenwoordigers (inhoudelijke en procesmatige deskundigen) vanuit de drie scholen. Het zal daarbij gaan om 1 á 2 vertegenwoordigers per school, waarbij op essentiële momenten een beroep gedaan zal worden op andere deskundigen vanuit de scholen. Ook zal een vertegenwoordiger vanuit de Stichting Gewoon Anders deel uitmaken van de ontwikkelgroep. De doorlooptijd van de procesgang is: januari 2008 tot juni 2008. Er zullen dan basisproducten liggen, die de grondslag van werken zullen kunnen vormen voor het daadwerkelijk verzorgen van een verantwoord onderwijsaanbod voor de genoemde doelgroep. Vanuit de WEC-Raad c.q. de Landelijke Vereniging Cluster 3 zal deskundigheid worden geleverd, om deze projectleiding inhoud te geven. Dit zal gebeuren door dhr. Albert Boelen, met ondersteuning van dhr. Marc Cantrijn.
36
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
BIJLAGE 2: DE DOELGROEPENMATRIX Almere, cluster 3 voorziening – Doelgroepenmatrix. Alle leerlingen beschikken over een cluster 3 indicatie. Er zijn in cluster 3 de navolgende indicaties te onderscheiden: - LG - ZMLK - MG - LZK Binnen de indicaties zijn verschillende doelgroepen te onderscheiden waardoor onderstaande matrix ontstaat . Geef in de matrix aan welke doelgroepen je ‘in huis’ hebt. Geef ook aan hoeveel kinderen. Als je geen kinderen hebt uit de doelgroep: een ‘X’ invullen. IQ
LG
Bijkomende problematieken Denken aan: ASS
Weerga
Trappenberg
MZH
‘normaal’ 70 – 90
ZMLK
55 – 70 35 – 55
MG (LG)
35 – 70 25 – 35 < 25
MG (ZMLK)
25 – 35 <25
LZK
‘normaal’ 70 - 90 Epilepsie
Februari 2008 – Juni 2008
37
BIJLAGE 3: PROJECTPLANNEN ‘Onze School’ Innovatief project: Steunpuntschool Epilepsie
Titel van het (deel)project
Opdrachtgever Opdrachtnemer / projectleider
Steunpuntschool Epilepsie “Onze School”
Beheerscommissie “Onze School” Annemieke Timmerman
Projectgroep
Beoogde start- en einddatum
Datering en status (concept / def.) van dit projectplan Projectvoorstel gereed Naar welke andere notities verwijs je (bv uitgewerkt onderzoeksvoorstel d.d. …) Hang die notities als bijlage hieraan.
Waterlelie: Teus v.d. Brink? , Dick Kuijt? Mozarthof: Maura Dammers Trappenberg: Corrie Sinoo Weerga: Dorien Breedveld Gewoon Anders: Remke Reuvekamp Corine van Holten Startdatum: 4 Juni 2008 Einddatum: 1 januari 2009
Concept
4 Juni 2008 Bijlage 1: Notitie steunpuntschool epilepsie van de Waterlelie Bijlage 2: Kwaliteitseisen steunpuntschool epilepsie van de Waterlelie
1. KARAKTERISERING Korte samenvatting projectidee Geef een beknopte samenvatting (maximaal ½ A4) van het project. Houd het kernachtig. Deze samenvatting wordt o.a. gebruikt om informatie te verstrekken over het project op de website. Projectidee: Met ingang van januari 2009 kunnen leerlingen met epilepsie, cognitief niveau van laag tot hoog functionerend, onderwijs volgen op SO en VSO in Almere op “Onze School”. Om dit te realiseren is een projectgroep gevormd van de betrokken partijen van “Onze School”en het epilepsiecentrum de Waterlelie in Cruquius. Uitgangspunten hiervoor zijn de twee bijlagen: Bijlage 1: Kwaliteitseisen steunpuntschool Bijlage 2: Notitie steunpuntscholen
38
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
2. AANLEIDING EN PROBLEEMSTELLING Probleemstelling Op welke kwestie in het werkveld en/of op de scholen gaat dit in? Vraagstelling Bijv. Hoe wordt taalgericht biologieonderwijs uitgevoerd, gewaardeerd en wat levert het op voor leerlingen en docenten Praktisch belang Wat is het belang voor het werkveld en/of de scholen
In Almere kunnen kinderen met ernstige vormen van epilepsie geen onderwijs volgen. Voorzieningen hiervoor zijn niet aanwezig. Welke voorwaarden zijn er nodig om het doel te realiseren?
Het is belangrijk dat deze doelgroep leerlingen onderwijs kunnen volgen in Almere en niet aangewezen zijn op onderwijs in Cruquius op de school voor epilepsie de Waterlelie.
Bijv. Indien uit het onderzoek helder naar voren komt dat …. duidelijk hogere leeropbrengsten brengt, zal dit een aanleiding (kunnen) zijn voor veel docenten om deze werkwijze breder te gaan toepassen en daarmee het succes van hun leerlingen te vergroten.
3.
INHOUDELIJKE ACHTERGRONDEN
Geef indien mogelijk aan op welk werk dit project verder bouwt Noem eerdere innovaties waarop dit een vervolg is of noem publicaties en plaats jouw werk t.o.v. dat eerder verrichte werk. Wie zijn er zover jij weet met deze inhoudelijke vragen verder bezig (in het land?) Hoe verhoudt jouw werk zich tot dat werk
4.
Verspreid over Nederland zijn er maar een paar epilepsiecentra met daaraan verbonden een onderwijsinstelling. Er zijn al diverse steunpuntscholen epilepsie gestart om de kinderen zo nabij mogelijk onderwijs te kunnen geven.
OPZET VAN HET INNOVATIEVE PROJECT
Typeer de aard van je innovatieve project Bijv. Het onderzoek is ontwikkelend van aard. Er wordt materiaal ontwikkeld en op basis van het onderzoek bijgesteld. Het design bestaat uit casestudies
Februari 2008 – Juni 2008
39
5. RESULTATEN Resultaten Specificeer welke concrete resultaten het project oplevert o t.b.v leraren of opleiders: Bijv. argumenten om…. o
t.b.v. wetenschappelijke wereld (onderzoeksverslag in vakblad? Artikel t.b.v. tijdschrift X? Presentatie op conferentie Y?)
o
Studiemateriaal voor studenten, namelijk….
Als je dat nog niet weet, beschrijf dan wanneer je dat gaat beslissen. Afbakening Beschrijf waar de grenzen van het project liggen: wat wordt niet opgeleverd / ontwikkeld?
Leerlingen met epilepsie kunnen vanaf januari 2009 onderwijs volgen in Almere op “Onze School”.
Het project beperkt zich tot het onderzoek rondom …
6. COMMITMENT EN COMMUNICATIE Probleemeigenaar/ opdrachtgever Vermeld hier welke persoon /personen als ‘probleemeigenaar’ zijn opgetreden/ (bv Managementteam school…) (naam, functie, afdeling, emailadres).
Belanghebbenden Wie zijn de betrokkenen? Welke scholen? Welke bereidheid hebben zij uitgesproken over meedenken en – werken aan het project? Of bij wie ga je dat nog checken? Communicatie Welke afspraken zijn gemaakt om met bovengenoemde betrokkenen de voortgang door te nemen? Hoe zorg je dat bij start en tijdens de rit de belanghebbenden kunnen volgen en beïnvloeden wat je doet? (denk aan inbrengen in teambesprekingen e.d.)
40
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
Beheerscommissie bestaande uit directies van: Mytylschool “De Trappenberg” ZML school “Mozarthof” Cluster 3 voorziening “De Weerga” Epilepsieschool “De Waterlelie” Expertisecentrum stichting Gewoon Anders
Mytylschool “De Trappenberg” ZML school “Mozarthof” Cluster 3 voorziening “De Weerga” Epilepsieschool “De Waterlelie” Expertisecentrum stichting Gewoon Anders Betrokkenen maken deel uit van de werkgroep “Onze school”, tijdens bijeenkomsten van de werkgroep wordt verslag gedaan van de voortgang van de projectgroep.
7. CONTEXT EN RELATIE MET BELEID Relatie met andere projecten Is er een relatie met andere projecten en Naast deze projectgroep starten er nog twee zo ja met welke? projecten m.b.t. onderwijs aan: 1. Laagfunctionerenden 2. VSO vormgeven
Relatie met meerjarenbeleidplan van de school
Meerjarenbeleid: Alle leerlingen met een cluster 3 indicatie moeten onderwijs kunnen volgen op “Onze School”
8. EVALUATIE EN AFRONDING VAN HET PROJECT Evaluatievragen Geef aan welke vragen geformuleerd zijn om met de betrokkenen het succes van het werk te kunnen bepalen.
Zijn alle voorwaarden aanwezig voor onderwijs aan leerlingen met epilepsie, cognitief laag en hoog functionerend,op “Onze School”?
Implementatie Op welke manier wordt in het project geanticipeerd op het feitelijk gebruik van de projectresultaten bij de ontwikkelaars en liefst ook daarbuiten? 9.
PLANNING
ACTIVITEITENPLANNING: BENOEM ONDER DEZE RUBRIEK PER FASE WAT DE BELANGRIJKSTE ACTIVITEITEN ZULLEN ZIJN. BIJVOORBEELD: Te onderscheiden stappen 1. Voorbereiding
2. Uitvoering 3. Afronding & evaluatie 4. Implementatie
Hoofdactiviteit
Omschrijving
Uitwerken projectplan Specificeren projectresultaten Inrichten projectteam en inhoudelijke start met projectteam Noem hier de fasen die passen bij het project Schrijven eindproducten Activiteiten
Februari 2008 – Juni 2008
41
10.
ORGANISATIE/PROJECTTEAM
Naam
Verantwoordelijk voor Projectleider Mede projectleider Auteur Uitvoerder (?) Aanspreekpunt methodologische steun Auteur Auteur Uitvoerder flankerend onderzoek
Email/telefoon
Beschrijf werkafspraken o Hoe vaak komt de werkgroep bijeen, om wat te doen? o Wordt verslag gelegd van (afspraken van) werkgroepbijeenkomsten? Door wie? o Is er een gezamenlijke website o.i.d. voor de communicatie beschikbaar?
Suggestie: Periodieke uitwerking van planning Maak met je collega’s een planning voor steeds circa 3 maanden vooruit. Geef daarin per week aan hoe de werkzaamheden gepland worden en wie wat moet doen. In het schema staan voorbeelden opgenomen. Verwijderen alvorens te starten. Week 2e helft april 2007
Mei 2007
Juni 2007
42
Activiteit - IB-s benaderen over docenten die kunnen meewerken - Maken lesbrieven - Lesbrieven omzetten naar Lesfabriek - Observatie - Onderzoeksplan verder uitwerken - Werven leraren bij wie geobserveerd mag worden
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
Uitvoerders
Opmerkingen
11. BEGROTING Geef aan welke inzet in tijd en geld is vastgelegd gekoppeld aan de betrokken medewerkers. Medewerker / taak
Inzet in tijd/periode
Betaald door
NB dit schrijfkader is grotendeels gebaseerd op de sjablonen voor een DU-projectschets in combinatie met een aantal categorieën uit NWO-aanvragen. Als je er niet mee uitkomt, wijzig dan naar eigen inzicht, het is immers een hulpmiddel!
Februari 2008 – Juni 2008
43
Bijlage 1
Kwaliteitseisen steunpuntschool LWOE060522 De SO-school heeft de erkenning van de belangrijkste partners (REC, LWOE, LVC3, samenwerkingsverbanden PO/VO) als regionale steunpuntschool voor epilepsie. Medische zorg Faciliteiten: verpleegkundige, rustruimte, video-opnamemogelijkheden Epilepsieprotocol per leerling Afspraken omtrent medicatietoediening en bewaring Veiligheidsmaatregelen mbt inrichting Paramedische hulp Mogelijkheden voor paramedische zorg in de vorm van logopedie, fysiotherapie, ergotherapie, Psychosociale hulpverlening sociaal-emotionele begeleiding voor leerlingen, ouderondersteuning d.m.v. maatschappelijk werk Onderwijsaanbod Brede opvang van leerlingen qua cognitief niveau van laag tot hoog functionerend SO en VSO Epilepsie dient te zijn opgenomen als specifiek aandachtsgebied in handelingsplanning en leerlingenbesprekingen RT-mogelijkheden Deskundigheidsbevordering Basiscursus epilepsie, leren en gedrag Structurele deskundigheidsbevordering d.m.v. verdieping en update Competenties personeel m.b.t. kennis en vaardigheden • Leerkracht: o epilepsie en medicatie o epilepsie in relatie met leren en gedrag o observeren/signaleren van aanvalsverschijnselen en gedragskenmerken o EHBA • klassenassistent: o epilepsie en medicatie o observeren/signaleren van aanvalsverschijnselen en gedragskenmerken o EHBA • verpleegkundige o epilepsie o medicatie en mogelijke bijwerkingen o opstellen van een epilepsieprotocol o EHBA o observeren/signaleren van aanvalsverschijnselen en gedragskenmerken o de sociale epilepsiekaart • schoolarts o epilepsie
44
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
•
•
o medicatie en mogelijke bijwerkingen o observeren/signaleren van aanvalsverschijnselen en gedragskenmerken o EHBA o kennis van de sociale epilepsiekaart psycholoog/ orthopedagoog o epilepsie en medicatie o epilepsie in relatie met leren/ gedrag o specifieke diagnostiek m.b.t. leren/gedrag in relatie met epilepsie o observeren/signaleren van aanvalsverschijnselen en gedragskenmerken o EHBA paramedici/ maatschappelijk werk/ RT o epilepsie en medicatie o epilepsie in relatie met leren en gedrag o epilepsie in relatie met specifiek paramedisch/ psychosociaal/onderwijskundig vakgebied (taal/spraak, motoriek, psychosociale problematiek, leerstoornissen/problemen) o observeren/signaleren van aanvalsverschijnselen en gedragskenmerken o EHBA
Februari 2008 – Juni 2008
45
Bijlage 2
Beleidsnotitie Steunpuntscholen Een uitbreiding van de landelijke steunpunten voor Onderwijs en Epilepsie 1. Huidige situatie Aan de hand van het beleidsplan “Landelijke Steunpunten voor Onderwijs en Epilepsie” en het actieplan “Ontwikkeltraject Steunpunten” is in de schooljaren 2002-2003 en 20032004 het landelijke netwerk van steunpunten ingericht. De samenwerking tussen het LWOE en de REC’s van cluster 3 is officieel vastgelegd in convenants of werkafspraken. Vanuit de steunpunten wordt thans de landelijke dienstverlening van het LWOE verzorgd. Er worden contacten onderhouden met de diverse REC-scholen en AB-diensten in de regio. Naast de hoofdlocaties van De Waterlelie in REC Noord Holland en De Berkenschutse in REC Zuid Oost Brabant, zijn de volgende steunpunten ingericht binnen de diverse REC’s van cluster 3: Steunpunt Utrecht – REC Reactys Steunpunt Beetsterzwaag – REC Fryslân Steunpunt Haren/Emmen – REC Noordoost Nederland Steunpunt Zwolle – REC De Vier Provinciën Steunpunt Enschede – REC Oostmarke Steunpunt Arnhem – REC Groot Gelre Steunpunt Nijmegen – REC Rivierenland Steunpunten Venlo en Valkenburg – REC Limburg Steunpunt ’s Hertogenbosch – REC Balein Steunpunt Tilburg – REC Midden Brabant Steunpunt Breda – REC West Brabant Steunpunt Goes – REC Zeeland Met REC Nachtegaal (steunpunt Rotterdam), REC Zuid Holland Noord (steunpunt Leiden) en REC Haagwinde/ Het Groene REC/ REC Zuid Holland Midden (steunpunt Den Haag) zijn werkafspraken gemaakt, doch in deze regio’s zijn geen fysieke steunpunten ingericht. In 2004 en 2005 wordt de samenwerking met de REC’s vanuit de steunpunten verder uitgebouwd. In dit kader zijn het beleidsplan en actieplan eind 2004 geëvalueerd en bijgesteld. De beleidsnotitie “Steunpuntscholen, een uitbreiding van de landelijke steunpunten Onderwijs en Epilepsie” luidt een volgende fase in van het ontwikkeltraject landelijk netwerk van steunpunten voor onderwijs en epilepsie. Deze beleidsnotitie sluit aan bij de notities van de Landelijke Vereniging Cluster 3 (LVC3) “Hier zijn we dan” en “De positie van de speciale onderwijszorg”. Hierin staan de uitgangspunten verwoord om te komen tot het optimaliseren van de onderwijskundige zorg, als gezamenlijke verantwoordelijkheid van de cluster 3 scholen, voor kinderen met een beperking in de regio waarin het kind woonachtig is. Hierbij is het van belang de beschikbaarheid van de epilepsie-expertise van het LWOE te waarborgen en het uitwisselen van expertise tussen de scholen van REC 3 te bevorderen.
46
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
Naast de Steunpunten Onderwijs en Epilepsie binnen de REC’s van cluster 3 wordt thans ook de samenwerking met de epilepsie(poli)klinieken van SEIN, Kempenhaeghe en Hans Berger Kliniek geoptimaliseerd. Er wordt naar gestreefd, dat op zoveel mogelijk epilepsiepoli’s een LWOE-ambulant begeleider structureel aanwezig is (zie notities “Samenwerking Berkenschutse-Kempenhaeghe op poliklinieken”, “Onderwijskundig spreekuur poli’s SEIN” en “Polikliniek voor onderwijs en epilepsie Hans Berger Kliniek”). Op diverse poliklinieken wordt geëxperimenteerd met de inzet van de AB-dienst t.b.v. poliklinische dagbehandeling (Diagnose Behandel Combinatie i.o.), multidisciplinaire patiëntenbespreking en onderwijskundig spreekuur. 2. VISIE De twee onderwijscentra voor leerlingen met epilepsie, De Berkenschutse en De Waterlelie, streven naar bevorderen van integratie in de samenleving van leerlingen met een beperking, in samenhang met epilepsie. Hierbij dient het onderwijs aan deze kinderen zoveel mogelijk thuis nabij gerealiseerd te worden en de zeggenschap van de ouders te worden vergroot. De epilepsie-expertise van het LWOE moet voor iedereen toegankelijk zijn d.m.v.: -
de reeds ingerichte LWOE-steunpunten voor ambulante begeleiding voor leerlingen met epilepsie; de aanwezigheid van het LWOE op de epilepsiepoliklinieken in het land; het inrichten van steunpuntscholen voor epilepsie in de REC’s van cluster 3. De steunpuntscholen bieden ouders de mogelijkheid te kiezen voor een specifieke school voor speciaal onderwijs binnen het REC waarin de leerling woonachtig is. De steunpuntscholen zijn gespecialiseerd in onderwijs aan kinderen met epilepsie en ontwikkelen/ onderhouden hun epilepsie-expertise in samenwerking met en met ondersteuning van het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie.
3. DOELSTELLINGEN •
•
•
Met het inrichten van steunpuntscholen wordt een goede onderwijskundige zorg voor speciaal onderwijs aan leerlingen met epilepsie zo dicht mogelijk bij de leefomgeving van het kind geoptimaliseerd en gewaarborgd. De dienstverlening vanuit het LWOE is gericht op het ondersteunen van schoolmedewerkers van de steunpuntscholen en van de andere REC-scholen bij vragen rond epilepsie in relatie tot onderwijsvraagstukken. Dit betreft bijv. consultatie en advisering, ondersteuning bij indicatie, observatie en aanvullende diagnostiek in verband met handelingsplanning. Ouders, maar ook scholen voor regulier onderwijs en andere professionals kunnen bij het LWOE in de regio terecht met vragen over epilepsie en leer- en/ of gedragsproblemen op school.
4. UITGANGSPUNTEN • • • •
•
De LWOE-centra ontwikkelen de epilepsie-expertise in samenwerking met de epilepsieklinieken. Vanuit de epilepsiekliniek is de LWOE-AB-er de contactpersoon voor de onderwijscentra van de REC’s, m.n. de steunpuntschool. De epilepsie-expertise is en blijft bereikbaar voor alle ouders, scholen (regulier en speciaal onderwijs) en andere professionals in de regio waar het kind woonachtig is. Het LWOE behoudt het recht Rugzak-AB voor leerlingen met (complexe) epilepsie uit te voeren, waarbij deze leerlingen rechtstreeks bij De Waterlelie en De Berkenschutse worden ingeschreven. Het LWOE verzorgt deskundigheidsbevordering met betrekking tot epilepsie voor het team van de steunpuntschool.
Februari 2008 – Juni 2008
47
5. ORGANISATIE •
• •
•
De LWOE AB-er in de regio onderhoudt het onderwijskundige netwerk en het medische epilepsienetwerk, waaronder de epilepsieklinieken en de neurologen/ kinderartsen van de algemene ziekenhuizen, en benut deze netwerken voor het beantwoorden van vraagstellingen. De LWOE-AB-er is de contactpersoon voor het AB-steunpunt en de steunpuntschool. Bij voorkeur is dit een en dezelfde persoon. Tevens is de LWOE-AB-er telefonisch bereikbaar voor ouders, scholen voor regulier onderwijs en andere professionals in verband met vragen/ advies betreffende epilepsie en schoolproblemen. Het LWOE biedt ondersteuning bij het inrichten van de steunpuntschool. Dit kan gericht zijn op: o deskundigheidsbevordering d.m.v. scholing en/of studiebijeenkomst voor het team van de steunpuntschool; o casusgerichte collegiale consultatie voor leerlingen met epilepsie op de steunpuntschool, door middel van dossieranalyse, observatie van aanvallen en functioneren in relatie met epilepsie en aansluitend een adviserend gesprek met de leerkracht; o deelnemen aan multidisciplinaire leerlingenbesprekingen en het adviseren ten aanzien van de handelingsplanning betreffende de leerlingen met epilepsieproblematiek; o aanvullende diagnostiek door diagnostici vanuit het LWOE of de epilepsieklinieken; o leerlingengerichte begeleiding in de vorm van: epilepsievoorlichting aan leerlingen met epilepsie en/ of de klasgenoten; psychosociale gesprekjes t.b.v. acceptatieproblemen.
6. PLAN VAN AANPAK •
•
•
•
Een ontwikkeltraject voor een steunpuntschool dient in gezamenlijkheid door het REC/De Steunpuntschool en LWOE nader te worden uitgewerkt in de vorm van een actieplan (wie – wat – wanneer/ streefdatums). De keuze van steunpuntschool wordt door het REC bepaald. De steunpuntschool moet net als De Waterlelie en De Berkenschutse een brede opvangmogelijkheid hebben (ZML, LZK, MG), een groot voedingsgebied bestrijken en een breed draagvlak hebben binnen het REC. Indien REC’s dit wensen, zal het LWOE de inrichting van een steunpuntschool ondersteunen. In het 1e jaar zal een pilot met een beperkt aantal REC-scholen (1 á 2) plaatsvinden (Mariëndael en evt. ???) en op basis van de ervaringen kunnen meerdere regio’s volgen. Om te komen tot het inrichten van steunpuntscholen dienen tussen het REC/De Steunpuntschool en het LWOE in onderling overleg afspraken te worden gemaakt, m.b.t. o.a.: o financiën (o.a. inzet LWOE-formatie tijdens inrichtingsfase op korte termijn en zonodig ook de uitvoeringsfase op langere termijn, reiskosten) o inzet verschillende LWOE-disciplines (o.a. AB, therapeuten, gedragsdeskundigen) o koppeling tussen het LWOE-steunpunt voor ambulante begeleiding aan leerlingen met epilepsie en de steunpuntschool.
Landelijk Werkverband Onderwijs & Epilepsie April 2005
48
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
BIJLAGE 4: VERSLAGEN VAN DE BIJEENKOMSTEN VAN DE PROJECTGROEP 2103/almere/050308/ab Besluitenlijst bijeenkomst werkgroep cluster 3 Almere d.d. 05 maart 2008 Kennismakingsronde Hennie van den Berg – de Trappenberg Corry Sinoo – de Trappenberg Conny Grotendorst – de Weerga Elly Dumond – de Trappenberg Annemiek Timmermans – Gewoon Anders Dunja ten Oort – Mozarthof Esther Jobsen – Mozarthof Marloes Hoogendoorn – de Weerga (was wegens ziekte afwezig) Marc Cantrijn – WEC-Raad/LVC3 Albert Boelen – WEC-Raad/LVC3 Startideeën voor het inrichten van een cluster 3 voorziening (schoten voor de boeg) . Iets nieuws aanpakken – van elkaar leren . Kinderen hebben een passende onderwijsplek nodig – ze zouden niet de polder uit moeten – ze zitten hier en daar zelfs nog thuis: daar iets aan doen . Eigen plek voor onze doelgroep creëren, plek voor speciale vragen, waarbij samenwerken een groot goed is . In Almere moet het gebeuren: kinderen moeten niet ‘ver weg’ moeten . Ook een voorziening voor kinderen, die nog niet hier komen (b.v. i.v.m. zorgzwaarte); naar een goed zorgsysteem met een goed pedagogisch klimaat . Een kans om een ‘echter cluster 3 school’ neer te zetten, ondanks de verschillen tussen de diverse doelgroepen binnen cluster 3 . Een eigen plek voor kinderen; mensen moeten iets te kiezen hebben: fysiek en qua identiteit; denk om de verschillen in kleuring en behoudt kleinschaligheid Conclusie: keuze voor een plek voor kinderen, keuze voor intensieve samenwerking, keuze voor het geven van een verantwoord antwoord op speciale vragen van kinderen/ouders. Bespreking voorbereidingsstuk ‘Contouren van de ontwikkeling’ (nr. 2092) 1. akkoord 2. denk ook aan tussenvormen / bij b. gaat het om maximale inzet plegen om dit voor elkaar te krijgen / bij d. is het gebruik van elkaars expertise van belang b.v. paramedische zorg: daar zal nog wel het e.e.a. aan gedaan moeten worden; denk hierbij ook aan de eigen kleur m.a.w. ‘eruit halen, wat erin zit’ bij dit punt / bij f. Pro: wel benaderd, MBO: geen structureel contact, VO: geen regulier contact: ook bij dit punt: ‘voorzover nodig, eruit halen, wat er in zit’/ punt g. begeleidings- en indicatietraject: naar achteren schuiven v.w.b. de ontwikkelaandacht: eerst naar de inhoud / punten h. en i. akkoord. 3. deze punten zullen ook in de werkgroep aan de orde komen; de volgorde wordt geaccordeerd. Het formuleren van de visie zullen we in ieder geval samen doen. 4. dit punt wordt geaccordeerd 5. we streven naar een ontwikkelscenario, gezien de tijd en de mogelijkheden: in juni zullen we dit opleveren: inclusief tijdpad en ijkpunten voor de te volgen weg. Qua planning zullen we de woensdagochtenden gebruiken (zie lijstje); m.u.v. de 19e maart (10-12), zullen we van 09.00-11.00 uur werken. Op 25 juni zullen we gelijk aansluitend een bijeenkomst met de beheerscommissie plannen, om het product aan te kunnen bieden. De vergaderdatum 27/6 kan dan vervallen.
Februari 2008 – Juni 2008
49
Verdere afspraken . schoolplannen en schoolgidsen (inclusief jaarplannen) aan elkaar toezenden . bij afwezigheid van een deelnemer is het criterium voor doorgang: tenminste één vertegenwoordiger van een partner moet aanwezig zijn. . m.b.t. de problematiek van cluster 3-4 richten we ons op cluster 3, waarbij we de kinderen met een gedragsmatige beperking ook zullen betrekken bij de ontwikkeling. . we richten ons op de totale populatie van cluster 3, conform indicatiecriteria van de CvI’s. . kenmerk is b.v.: structuurbehoefte, verduidelijking regels, herkenbaarheid, grote differentiatie: van 24 maanden ontwikkelingsniveau tot VWO-niveau, gebruik maken van alle voorzieningen, streven naar ‘echt passend onderwijs’ en dit ook tegen de inspectie zeggen. . volgende keer: visie-doelgroepen-leerroutes inclusief randvoorwaarden b.v. arbeid/zorg i.v.
2105/almere/190308/ab BEKNOPTE AANTEKENINGEN WERKBIJEENKOMST (2) 19.03.08 ‘ONZE SCHOOL’ ALMERE Aanwezigen: Alle deelnemers aan de werkgroep zijn aanwezig: Henny, Corrie, Conny, Elly, Annemieke, Dunja, Esther, Marloes, Marc en Albert Agenda: . vaststelling stukken vorige keer (nr. 2103, 2090a) . visie/missie – collectieve ambitie voor een cluster 3 voorziening . leerlingenkenmerken en indeling leerlingen Vaststelling stukken: ‘De Contouren van de ontwikkeling van een cluster 3 voorziening in Almere’, bijgestelde stuk nr. 2090a, wordt vastgesteld. De besluitenlijst van de vorige keer (05/03/08) wordt eveneens vastgesteld, met een paar wijzigingen in de exacte schrijfwijze van de namen van de aanwezigen. Afspraak n.a.v. vorige bijeenkomst: N.a.v. de vraag naar para-medische zorg voor alle leerlingen van de nieuwe voorziening, heeft Elly e.e.a. kortgesloten met het revalidatiecentrum te Huizen. Er zal nu een officieel verzoek aan het revalidatiecentrum worden gedaan namens de aanwezige partners, om therapieën te leveren voor die leerlingen, die daarvoor in aanmerking komen. Mw. Heinen van de Trappenberg wacht dit verzoek in. Het verzoek wordt ondersteund door de beheerscommissie. Visie-elementen: Naar aanleiding van voorbereidingsstuk nr. 2102: “onze school’, collectieve ambitie en leerroutes”, volgen een aantal spontane aanduidingen van de meest essentiële visieelementen: . eigen kleur . gezamenlijke zorg op alle gebieden . structuur . zelfstandigheid . vanuit mogelijkheden ontwikkelen . per individu . integratie . speciaal pedagogisch klimaat De daaropvolgende discussie over ‘kleur’ levert uiteindelijk een gezamenlijk beeld op (= visie) van de nieuw te ontwikkelen ‘Onze School’:
50
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
‘Onze School’ vormt een brede voorziening met een even breed aanbod van leerwegen met diverse ‘kleuren’ (ontwikkelingsgericht, sturend, meer of minder integratief etc.), waarbij het kind de kleur bepaalt. De afzonderlijke partners, die de nieuwe voorziening vormgeven, laten daarbij ‘hun eigen huis’ los en werken samen binnen dit nieuwe concept. Op basis van een gezamenlijke intake (na een centrale indicatie vanuit één loket), een gezamenlijke Commissie van Begeleiding, wordt er samen met kind/ouders gezocht naar de meest passende ‘stroom’ en de meest passende mogelijkheden voor het kind. Ook zal er bij twijfel een observatieperiode worden georganiseerd. Het ontwikkelingsperspectief van het kind geeft de belangrijkste indicatie voor het kiezen van een bepaalde ‘stroom’. Mogelijkheden zijn dan: . kind in groep . groep in school . cluster 3 interne stromen met ‘meer of mindere’ vormen van integratie. Doelgroepen: We richten ons op de volle breedte van de gediagnosticeerde en geïndiceerde cluster 3 populatie: . lg . lg/mg . zmlk . zmlk/mg . epilepsie . lzk . zeer laagfunctionerende kinderen (emg) . zmolkers (verstandelijke beperking met gedragsproblemen) De inventarisatie van de aanwezige doelgroepen bij de partners, zal leiden tot een matrix van doelgroepen en indicaties, om tot die doelgroepen te komen. Het team van de Weerga heeft op dinsdag a.s. een studiedag, waarin men zich o.m. zal bezighouden met de beschrijving van de doelgroepen. Afspraak n.a.v. deze doelgroepinventarisatie: Er zal door de partners worden gestreefd, om op korte termijn te komen tot één aanbod voor de groep zeer laagfunctionerende kinderen. Aan deze groep kinderen (plm. 5á6 op dit moment) kan zo ‘passend onderwijs’ worden geboden binnen een pilotgroep voor ‘Onze School’. De groep zal gevormd worden via één intake en zal worden begeleid onder regie van één Commissie van Begeleiding. Visie-elementen uit stuk nr. 2102 . Leerlijnen / bij alle partners wordt gewerkt met of gewerkt aan de CEDleerlijnen. . de ontwikkelingsgerichte onderwijsstijl anders formuleren / ook andere stijlen ernaast . Marc legt ontwikkeling van leerlijnen laagfunctionerende uit / er komt een landelijk aanbod, waarbij de scholen zelf keuzes kunnen maken. . profielen leerlingen zullen aan elkaar worden toegezonden voor de volgende keer. Afspraken voor volgende keer . aan elkaar toezenden van leerlingprofielen – doelgroepprofielen . visie vastleggen / stuk 2102 wordt aangepast door marc-albert . doelgroepmatrix vaststellen n.a.v. stuk van marc/albert en toegezonden profielen . voortgang werkzaamheden met leerroutes-leerlijnen-onderwijsinhoudelijke prioriteringen etc. . volgende bijeenkomst is op 9 april, 09.00/11.00 uur de Weerga te Almere
i.v.
Februari 2008 – Juni 2008
51
2110/almere/090408/ab BEKNOPTE AANTEKENINGEN WERKBIJEENKOMST (3) 09.04.08 ‘ONZE SCHOOL’ ALMERE Aanwezigen: Henny, Corrie, Conny, Elly, Annemieke, Dunja, Esther, Marloes, Dorien, Marc en Albert Agenda: . vaststelling notulen van 19.03 . vaststelling stuk ‘collectieve ambitie en leerroutes’ . bespreking doelgroepenmatrix . bespreking stuk ‘globaal onderwijsconcept’ (bijgeleverd is landelijke inventarisatie van leerlijnproducten) Vaststelling stukken: - De besluitenlijst van 19.03.08 wordt vastgesteld, met de aantekening dat we in een later stadium terug zullen komen op de expliciete rol van ouders bij de toelating/intake/plaatsing van leerlingen bij ‘Onze School’. - Het stuk ‘collectieve ambitie en leerroutes’ wordt in de nieuwe bijgestelde versie (2102a) eveneens vastgesteld. Dorien Breedveld (Weerga) wordt welkom geheten als nieuwe werkgroeplid – ze zal worden opgenomen in de adreslijst. N.a.v. afspraken vorige keer plus ‘lopende zaken’:
52
-
vraag naar levering therapieën voor meerdere kinderen: dit punt is ingebracht in de beheerscommissie en is ook besproken met Revalidatiecentrum De Trappenberg. Er is nu behoefte aan een inventarisatie: welke kinderen, welke leeftijden, welke therapiebehoefte ? Daarop is er een aanbod in principe mogelijk en zal het revalidatiecentrum in overleg treden met de ziektekostenverzekeraar. Ook wordt hier de vraag aangekoppeld naar een mogelijke ‘groepsscreening’ (wellicht onder ‘groepstherapie’ te ‘vatten’?) (vanuit de Weerga). Deze vraag zal daarbij ook worden voorgelegd aan de Trappenberg. De inventarisatie kan verzonden worden aan Elly; zij zal ook de vraag naar ‘groepsscreening’ voorleggen.
-
afspraak gezamenlijke aanpak: ‘laagfunctionerenden’: Er wordt geïnventariseerd om hoeveel kinderen dit zou kunnen gaan en er blijkt een kleine groep gevormd te kunnen worden. We besluiten nogmaals, tot bundeling van de mogelijke kinderen in deze (nog even nagaan, welke aanvragen er liggen) en richten ons op de groep < 35/40 IQ. Vanuit de Mozarthof heeft men behoefte binnen de ‘brugklasleeftijd’, bij de Weerga ligt dit rond de 6-9 jaar. De afspraak, dit gezamenlijk op te pakken als ‘Onze School’ wordt herbevestigd en een pilot per komend schooljaar zal dan starten. Ook zal er gekeken worden naar het beleid van de KDC’s in de regio inzake deze doelgroep.
-
de kwestie rond de hantering van ICT-middelen bij het leerlingvolgsysteem is in principe opgelost, ware het niet dat het gaat om een ‘leeg systeem’, dat op de server staat. Er ontbreekt nog een implementatieplan voor het ‘vullen’ van het systeem met gegevens: leerlinggegevens, leerlijnen etc. Dit zal met name tijd, energie en inzet kosten.
-
Het punt: ‘communicatie’ moet nog wel even op ons aandachtspuntenlijstje blijven staan: hoe communiceren we onze werkzaamheden, onze opzet, onze doelen als werkgroep met onze achterbannen ? De insteek voor samenwerking zullen we in
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
ieder geval voldoende dienen ‘uit te stralen’ naar de medewerkers: hier en daar wordt er via mededelingen gewerkt, via een nieuwsbrief, via mededelingen op een studiedag etc. We blijven elkaar hierover informeren. -
Annemieke heeft contact gehad met Teus van der Brink van De Waterlelie/Sein (expertisecentrum voor kinderen met epilepsie). Het ligt in de bedoeling, dat ‘Onze School’ als steunpuntschool epilepsie zal gaan functioneren. Er is ook een opzet, waarbij er intensief wordt samengewerkt tussen de casemanagers (ab-ers) van G.A. en de trajectbegeleider vanuit SEIN: de ‘expertisegroep cluster 3 GA’ heeft hier al in positieve zin over gesproken. E.e.a. vereist een nader oordeel van de werkgroep en een voorstel aan de beheerscommissie. Het bijbehorende stuk wordt door Annemieke uitgedeeld; alle deelnemers zullen het bekijken en we zullen ons als werkgroep hier een oordeel over vellen. Denk ook aan: scholing, deskundigheid, te leveren inzet, bestuurlijke afdekking, kwaliteitseisen etc.
Doelgroepenmatrix De conceptmatrix wordt ter plekke ingevuld door de deelnemers in de werkgroep. We constateren, dat we als ‘Onze School’ in principe alle mogelijke doelgroepen (LG, ZMLK, MGLG, MG-ZMLK en LZK) binnen cluster 3 ‘in huis’ hebben en er dus ook een passend onderwijsaanbod zal moeten zijn. Ook de ‘ZMOLK-ers’ (we moeten daar een betere naam voor bedenken) en kinderen met een ASS-stoornis hebben we ‘in huis’. Voor de laatste groep functioneert een ‘steunpunt autisme’ (ook samenwerking met cluster 2 en 4) in de regio. Ook REC-Flevoland heeft zo’n steunpunt en G.A. heeft plannen voor een eigen steunpunt autisme. M.a.w. expertise is ‘in huis’ We missen op dit moment een sluitende ‘sociale kaart’ van Almere e.o.: scholen, ondersteuners, zorg, begeleiders etc. Annemieke zoekt dit uit; er schijnt in te zijn voorzien. De exacte cijfers vanuit de verschillende partners, om de matrix te ‘vullen’ worden nog nagezonden naar Marc/Albert. Ook de indeling naar SO/VSO zal dan worden gemaakt. Naar aanleiding van een mailwisseling over toepassing van groepsgrootte, komt naar voren dat de definitieve situatie van ‘Onze School’ ervoor kan zorgen, dat er meer flexibiliteit ontstaat in het hanteren van verschillende groepsgroottes, naar aanleiding van de zorgvraag van leerlingen. Voor de bouw van de nieuwe VSO-voorziening zal er ook een goed doortimmerd plan moeten liggen. (doelgroepen, inzet onderwijs, N-factoren, extra ondersteuningsruimte bij b.v. arbeidstoeleiding etc.) Vervolgens discussiëren we over de mogelijke criteria voor het indelen van groepen: - afhankelijk van de zorgvraag: communicabel, zelfredzaamheid - indeling ‘plusgroep’ MZH: zorgbehoefte bepaalt in feite de groep - ‘structuurgroepen’: zijn we (MZH en Trapp) op teruggekomen: structuur is voor ieder kind (met nuances) noodzakelijk: het bepaalt nog wel ‘de kleuring’ van de samenstelling van de groep. - groep ‘laagfunctionerenden’: (Trap): rolstoelafhankelijkheid, zelfzorg niet/nauwelijks mogelijk, totale afhankelijkheid in functioneren, niet/nauwelijks communicabel. - Basis zal moeten zijn: profielen m.b.t. in- en uitstroom. - team heeft opdracht, om criteria te vormen (Weerga) vanuit studiedag: aanvankelijk ging het met name om lokaliteit en noodzakelijke voorzieningen; nu is de vraag opnieuw ‘uitgezet’. Conclusie: uitgangspunten moeten we vinden in de centrale vraag: ‘wat vragen deze kinderen…?’ Er zullen op basis daarvan profielen gemaakt moeten worden, die de groepsindeling, groepssamenstelling bepalen. Daarbij komt dan de vraag: ‘waartoe zijn we
Februari 2008 – Juni 2008
53
in staat, om het kind te bieden ?’ Formeel kunnen we geen kinderen ‘weigeren’(mits er een gebouw is en er medewerkers zijn). Belangrijke punten bij deze overwegingen zijn: ‘hoe deskundig zijn we’ – ‘wat doen we aan scholing/deskundigheidsbevordering in deze ?’ ‘hoe lossen we de handelingsverlegenheid bij onszelf op ?’ VSO ‘Onze School’ In het stuk ‘naar een globaal onderwijsconcept’ worden een aantal uitgangspunten genoemd voor het onderwijs binnen de VSO-afdeling. Bij de Weerga vormt het VSO een pilot-aanpak met een redelijk eenduidige groep (<40 IQ), waarbij er nog geen uitstroomprofiel is bepaald. Per januari 2008 is er toestemming voor bouw van een nieuwe VSO-school, met 22 klassen en lijkt er een locatie gevonden te zijn. Mozarthof en Trappenberg kwamen met hun VSO-coördinatoren al eens bijeen, om uitgangspunten te formuleren – dit zal ook in deze werkgroep moeten gebeuren en er zal dan ook VSO-deskundigheid vanuit de Weerga toegevoegd moeten worden. De Weerga zal voor de komende bijeenkomst proberen, een VSO-vertegenwoordiger (VSOcoördinator) aan te wijzen, die in deze discussie mee kan doen. De VSO-coördinatoren van Mozarthof en Trappenberg (Frans en Albert-Jan) zullen dan de volgende keer, naast deze Weerga-coördinator worden uitgenodigd voor de werkgroepbijeenkomst. De prognoses voor instroom in het VSO zullen dan ook scherper gemaakt worden vanuit de drie partners. Voor het SO zijn er geen bouwplannen; het gebouw van de Weerga is daartoe bedoeld. De uitgangspunten in ‘naar een globaal onderwijsconcept’ zullen v.w.b. het VSO in de volgende bijeenkomst worden besproken. De werkgroepleden zullen op voorhand nog op dit stuk reageren vóór de volgende bijeenkomst. Afspraken: 1. ‘positie ouders’ bij intake/toelating als aandachtspunt nog even vasthouden 2. stuk over steunpuntscholen Epilepsie bestuderen en er als werkgroep een oordeel over vormen 3. ‘sociale kaart’ Almere e.o. wordt via Annemieke geregeld 4. cijfers voor de doelgroepenmatrix (aantallen ook so/vso) worden toegezonden aan Marc/Albert 5. volgende keer vergaderen we in aanwezigheid van de drie afdelingscoördinatoren VSO 6. pilot ‘laagfunctionerenden’ gezamenlijk vormgeven per komend schooljaar 7. inventarisatievraag rond aanbod therapieën beantwoorden bij Elly – Elly vraagt de mogelijkheden voor ‘groepsscreening’ 8. plan maken voor implementatie LVS op de Weerga 9. communicatie blijft aandachtspunt voor ons allen 10. deelnemers reageren op stuk: ‘naar een globaal onderwijsconcept’ tot aan ‘nadere invulling VSO’ dit komt de volgende keer aan bod in de discussie 11. Dorien opnemen in adreslijst. 12. Volgende bijeenkomst is op 23 april, 09.00-11.00 uur Weerga, Almere i.v.
2116/almere/230408/ab
54
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
AANTEKENINGEN PROJECTGROEP ‘ONZE SCHOOL’ ALMERE D.D. 23.04.08 (4) Aanwezigen Alle leden van de projectgroep met als gasten: Frans Oomen (VSO-Mozarthof), Albert Jan Dokter (VSO-Trappenberg), Irma van Dijk (adj.dir.VSO-Trappenberg), Mariska Meijer (VSOdeWeerga) VSO-ontwikkeling Mozarthof en de Trappenberg hebben in het kader van de gezamenlijke ontwikkeling VSO al e.e.a. voorbereid. Men heeft elkaar ‘gevonden’ op de uitstroom van leerlingen; daar bleken overeenkomsten/verbindingen. Op deze basis is ‘terug te ontwikkelen’ welke opleidingsweg leidt tot welk uitstroomprofiel. Daarbij bleek al gauw meerwaarde. Qua uitstroomprofielen denkt men aan: . awbz-gefinancierde instellingen (wonen, dagbesteding) . beschermd werken (wsw-bedrijven) . reguliere arbeid (loonvormende arbeid in bedrijven) . voorbereiding op vervolgopleidingen (vmbo-mbo-andere vormen van vo) Met betrekking tot de werkwijze en de inhoud, denkt men in de richting van ‘trainingen’ (woon-training, arbeidstraining): dit veronderstelt bepaalde eisen aan gebouw en faciliteiten. Met betrekking tot interne trajecten denkt men aan: . arbeidsinteressetest met daarop gebaseerde oriëntatietrajecten (‘brugklas’) . werkervaringsstages . beroepsvoorbereidende en beroepsopleidende stages . uitstroom naar werk Ook in tijd is er een overgang aan te geven van algemene basisvaardigheden, oriëntatie, naar beroepsvaardigheden. Er zal op basis van inhoudelijke ideeën/plannen m.b.t. de invulling van het gezamenlijke VSO (dwz VSO ‘Onze School) een plan van eisen moeten ontstaan (nb: trainingsfaciliteiten, speciale ruimtes als b.v. ‘huiskamer’, gezamenlijke werkruimtes, klaslokalen etc.) m.b.t. de bouw van een nieuwe VSO-school in Almere. Er is momenteel een bouwprojectgroep werkzaam; deze dient gevoed te worden met inhoudelijke planvorming vanuit de onderwijseisen. (daarnaast uiteraard ook vanuit de formele bouwvoorwaarden vanuit de Verordening Onderwijshuisvesting, waarbij de in de verordening opgenomen N-factoren van de cluster 3 leerlingen gehanteerd wordt) Het is zaak, om zo snel mogelijk nu een integrale (Mozarthof, Trappenberg, Weerga) inhoudelijke werkgroep te starten v.w.b. de VSO-vormgeving. Aandachtspunten zijn in ieder geval: . doelen . leerlingenstromen . instroom- en uitstroomprofielen . leerlijnen . arbeidsgerelateerde werkwijze (trainingen) . opbouw praktijkleren . transitie en transitieplannen . uitstroomkwalificaties: b.v. AKA, BKA, branchegerichte cursussen, IVIO-certificeringen, Cinop-contacten, KPC, etc. . externe relaties met PrO/MBO en branches (werkgevers) . personele kwalificaties (arbeidsgerelateerde competenties) . meenemen WEC-ontwikkelingen in het kader van de Wajong-aanpak (en aandeel van VSO bij de oplossing van deze problematiek) . meenemen van geformuleerde uitgangspunten vanuit de projectgroep
Februari 2008 – Juni 2008
55
We richten ons daarbij op een overall-aanbod VSO voor al onze leerlingen na 12 jaar, onafhankelijk van het niveau. Er ligt momenteel een concept voor een VSO-opzet bij het bestuur van de Trappenberg en de Mozarthof. Dit concept zal startpunt zijn voor de besprekingen in de werkgroep. De inhoudelijke integrale voorbereidingsgroep zal zeer binnenkort worden gestart (Trappenberg, Weerga, Mozarthof); Elly Dumond zal het initiatief nemen: allen sturen gegevens van deelnemers door aan Elly. Het op te leveren plan zal worden ingebracht bij de projectgroep ‘Onze School’ en zal daarna worden voorgelegd aan de beheerscommissie ‘Onze School’. Vanuit de beheerscommissie zal dan initiatief worden genomen voor het opstellen van een plan van aanpak voor de bouw. Met betrekking tot het externe contact met PrO, zal Annemieke een eerste contact leggen; de uitkomst daarvan zal ze melden aan projectgroep/beheerscommissie.
Verslaggeving projectgroep d.d. 09 april 2008 -
-
m.b.t. levering therapieën: fysiotherapeut Mozarthof komt naar Trappenberg op 6/5 a.s. om gegevens door te geven. – fysiotherapeut de Weerga is bezig met het inventariseren – Trappenberg heeft behoefte aan muziektherapie en speltherapie al aangegeven. m.b.t. ict-ontwikkeling: toevoeging bij de Weerga: fysiotherapie en ergotherapie. m.b.t. pilot laagfunctionerenden: nog niet alles blijkt helder m.b.t. de start en de concrete invulling van deze pilot. Formatietechnische argumenten, aantallen aspirant leerlingen, aantal huidige thuiszitters uit deze doelgroep, aantallen bestaande leerlingen, die nu in andere groepen zijn ondergebracht en de beschikbaarheid van lokaliteiten komen hierbij aan de orde. De start van de pilot per 1 januari wordt eveneens ter discussie gesteld.
De Weerga heeft ambitie om met één groep te starten (lokaliteit beschikbaar in voorlopige formatieplannen); er lijken nog een tweetal ‘thuiszitters’ te zijn, die eventueel ook voor deze groep in aanmerking zouden kunnen komen. De Trappenberg heeft 3 leerlingen voor deze groep en heeft ze voorlopig ‘ondergebracht’ in andere groepen. Het formatieplan is gereed en er zijn geen uitbreidingsmogelijkheden meer per augustus 2008. De Mozarthof wil zich bij deze groep met name richten op kinderen in de brugklasleeftijd; het gaat dan om een 3-tal kinderen. ‘Virtueel’ lijkt er sprake te zijn van een 10-tal kinderen, waarbij leeftijden nogal verschillen. Technisch gesproken, zouden er twee groepen van 5 kinderen gevormd kunnen worden; in concreto levert dit op korte termijn nogal problemen op: formatie, inkomsten, lokaliteiten, docenten/assistenten. Haalbaar lijkt een pilot, waarbij: . gestart wordt met een inventarisatie van de aanwezige kinderen voor deze groep(en); kindkenmerken, onderwijsbehoeften. . daarna wordt bekeken, welk aanbod te doen is tegen de achtergrond van de beschikbare mogelijkheden . daarna kan met streefdatum: 1 januari 2008, mogelijk een aanbod worden gedaan vanuit de gezamenlijke aanpak: groepssamenstelling, locatie, begeleiding, curriculum. Voor dit overleg wordt door Esther het initiatief genomen. Naar aanleiding van de discussie over deze pilot, komt de toeleiding van leerlingen naar onze onderwijsvoorzieningen, en in het bijzonder in Almere, aan de orde.
56
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
Er ligt daarbij een afspraak vanuit de start van het project ‘gezamenlijke aanpak (v)so in Almere’,dat bij aanwezigheid van een realistisch onderwijsaanbod voor kinderen, aan ouders/kinderen een onderwijsplek in Almere wordt geadviseerd. De hardheid van deze afspraak zal in de beheerscommissie nog eens aan de orde worden gesteld. Het gaat om een ‘voorschot op ‘Onze School’ met zowel een SO- als een VSO-aanbod. De keuze van de ouders, de vervoersvoorzieningen en de hardheid van het advies van de school, spelen hierbij een rol. Ook spelen meer: (para-)medische ondersteuningsvoorzieningen voor ernstig therapie-behoeftige leerlingen, het feit dat de Mozarthof vooralsnog geen SO-aanbod in Almere heeft en de Weerga nog maar pas is gestart met een VSO-aanbod. -
plan tot ontwikkeling tot steunpuntschool epilepsie i.s.m. Waterlelie/Sein:
Annemieke leverde hiervoor een notitie, die door de projectgroepleden is doorgenomen. De projectgroep is van mening, dat het in principe een goede zaak is, om als steunpuntschool te gaan fungeren, mits er een degelijk projectplan komt met inhouden als: scholing, financiering, opbouw expertise etc. Na de zomer kan een projectgroep hiermee aan de gang. Dhr. Teus van der Brink (Waterlelie) heeft de bereidheid uitgesproken om in projecgroepverband of werkgroepverband nog de nodige toelichting te verzorgen over deze problematiek. Elly stuurt de projectopzet van de Trappenberg in deze, naar de projectgroepleden. -
sociale kaart
Annemieke heeft gezorgd voor een sociale kaart van Almere e.o. en deze wordt ter vergadering rondgedeeld. De notulen (hierbij gehanteerd als discussiehandleiding…) worden vastgesteld. Beheerscommissiebijeenkomst 21.04.08 Elly doet kort verslag van een bijeenkomst van de beheerscommissie van ‘Onze School’ van maandag 21 april. Albert had een korte tussenrapportage geleverd aan de beheerscommissie, waarover is gesproken in de samenstelling: beheerscommissie plus directeuren van de samenwerkende scholen. Er is duidelijk gemaakt, dat het meest haalbare product vanuit de projectgroep een ‘ontwikkelscenario’ zal zijn. Op basis van dit scenario zal er komend jaar verder gewerkt moeten worden. De directeuren hebben aangegeven, dat men dit graag wil doen met externe ondersteuning en met de benodigde facilitering voor dit ontwikkelingswerk. De vorm van ons eindproduct zal dus ook een planonderdeel moeten bevatten voor de werkzaamheden van volgend jaar. Er wordt nog bekekenen, of er daarbij gebruik gemaakt kan worden van gelden vanuit ‘passend onderwijs’ (b.v. de startsubsidie) Volgende bijeenkomst De volgende bijeenkomst is op woensdag 14 mei , 09.00-11.00 uur de Weerga Almere. Henny zal afwezig zijn.
Afsprakenlijst 1. Instellen werkgroep VSO, bestaande uit vertegenwoordigers vanuit alle drie de partners. Plan, dat nu bij twee besturen ligt, wordt nader uitgewerkt (meenemen: aandachtspunten vanuit de projectgroep, aandachtspunten vanuit deze notulen, landelijke ontwikkelingen) en komt bij de projectgroep terug – daarna wordt e.e.a. voorgelegd aan de beheerscommissie en zal er een ‘input’ plaatsvinden in een plan
Februari 2008 – Juni 2008
57
2. 3.
4. 5.
6.
van eisen voor de bouw. Elly D. zal de groep bijeenroepen op basis van aanmeldingen van de collega-scholen. Annemieke T. legt contact met PrO en doet hiervan verslag in de projectgroep. Ook aan de beheerscommissie zal dit vervolgens worden voorgelegd. De pilot ‘laagfunctionerenden’ gaat starten op basis van een ‘stappenplan’ (zie notulen): streefdatum is 1 januari 2008. Esther J. neemt het initiatief tot een eerste overleg hierover. In beheerscommissie zullen de afspraken over de leerlingenstroom van Almeerse kinderen naar onderwijs in Almere (bij voldoende aanbod), worden herbezien. Projectgroep stemt in met ontwikkeling tot steunpuntschool epilepsie (voor ‘Onze School’). Een projectplan voor dit doel wordt opgesteld. Annemieke T. neemt initiatief en Elly D. stuurt projectopzet in deze vanuit Trappenberg rond. Op basis van voortgangsnotitie voor beheerscommissie is de status van het door de projectgroep op te leveren plan toegelicht (‘ontwikkelscenario’). In dit product zal ook een deel gewijd moeten zijn aan planvorming voor komend jaar.
2122/almere/140508/ab
AANTEKENINGEN PROJECTGROEP ‘ONZE SCHOOL’ ALMERE D.D. 14.05.08 (5) Aanwezigen: Op Dunja en Hennie na (dringende bezigheden elders), waren alle leden van de projectgroep aanwezig. Agenda: De voorgestelde agenda vanuit de ‘lopende agenda’ (nr. 2113) wordt gevolgd: . verslag vorige keer (23.03.08) . agendavaststelling/mededelingen . landelijk voorstel inspanningen VSO inzake Wajong-doelgroep . ‘naar een globaal onderwijsconcept’(nr. 2106) . stand van zaken leerlijnontwikkeling . zorgsysteem Verslaggeving 23.03.08 (2116): Pag. 1: . bij de VSO-aandachtspunten gaat het om ‘einddoelen’ i.p.v. ‘doelen’ . de ingestelde VSO-werkgroep start op 19/6/08 – 16.00 uur op de Weerga: de stukken vanuit de projectgroep inzake VSO-ontwikkeling worden aan hen voorgelegd via Elly; ook de voorbereidingsnotitie vanuit MZH/Trapp hoort hierbij. . bemensing van deze werkgroep: Dunja, Frans, Esther (MZH), Irma, Albert Jan (Trappb) en Laura en Marloes (Weerga) Pag. 2: . Annemieke had nog geen contact met PrO-Almere; Annemieke en Elly gaan nu samen met Bertine op bezoek. Orthopedagoge/onderwijskundige van Pro-Almere, mw. Astrid Jacobs zocht ondertussen contact met de WEC-Raad inzake de veranderingen in de indicatiecriteria, waarbij ze het probleem aangaf van de verlaging van 60-55 bij de ZMLpopulatie, waardoor de begeleiding van deze groep op het Pro op de tocht komt te staan. Ook gaf ze een verschil in interpretatie aan tussen de CVI van GA en de CVI van Reactys inzake deze wijziging. . N.a.v. de eerste bijeenkomst van de werkgroep VSO, zal Elly alvast een projectformulier invullen voor deze groep op basis van de stukken tot nu toe.
58
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
. bij inventarisatie therapiebehoeften: dit doet Marloes op de Weerga i.p.v. een fysiotherapeut. Pag. 3: . n.a.v. de pilot laagfunctionerenden: niet Esther, maar Hennie zal gevraagd worden om als ‘trekker’ op te treden. . bemensing van deze werkgroep: Maura Dannes en Esther (MZH), Lori van Pinksteren (Trapp), Mariska en Dorien (Weerga), een casemanager van GA via Annemieke. . de samenwerking/afstemming met KDC zal hier nadrukkelijk bij worden betrokken. (evt. orthopedagoog van ‘Zeedauw’ bij de werkgroep betrekken. Vanuit G.A. is er al een goed afstemmingscontact met het KDC (o.m. voorlichting voor SBO en gezamenlijk werken aan diagnostiek/verwijzing) . ook voor deze werkgroep zal Elly een planformulier invullen. . Annemieke zal een werkgroep ‘trekken’ m.b.t. de ontwikkeling tot epilepsie-steunpunt: Samenstelling van deze groep: Corrie (Trappb), Dorien (Weerga), Maura (MZH). . de sociale kaart was aangeleverd door Dorien i.p.v. door Annemieke De projectgroep besluit voor projecten/werkgroepen het planformulier van de Trappenberg te hanteren. De ingevulde projectplanformulieren komen de a.s. keer ter tafel bij de projectgroep. . n.a.v. de afspraken rond verwijzing/instroom van leerlingen in Almere, zal Albert e.e.a. aan de beheerscommissie voorleggen. Afsprakenlijst: Aan alle genoemde afspraken is voldaan. Agenda voor vandaag: De voorgestelde agenda in stuk 2113a wordt gevolg. Landelijk (concept) voorstel aanpak Wajong-doelgroep: Het concept-stuk, als basis voor het antwoord van Minister Donner in mei aan de Kamer zal geven inzake de aanpak van de Wajong-doelgroep, vanuit een werkgroep van OCW/SZW/UWV en de onderwijsbrancheorganisaties, zal worden voorgelegd aan de werkgroep VSO. Elly stuurt het stuk door. Ook is er een ReActys-werkgroep stages, waarmee er dwarsverbanden zijn met de werkgroep VSO van ‘Onze School’. Ook deze groep zal het stuk (in concept) ontvangen. Bij de werkzaamheden van de werkgroep wordt de afstemming met PrO nog eens bepleit: omgaan met werkplekken, inrichting ‘eigen bedrijfjes’, ‘semi-bedrijven’, inrichting stagemodel, begeleiding op de werkplek en ook structureel overleg met het bedrijfsleven in/rondom Almere b.v. MKB etc. Er wordt in de ReActys-werkgroep ook een werkplekformulier ontwikkeld: ook dit zal door de werkgroep VSO worden meegenomen. De link naar de ‘adviescommissie bouw VSO’ moet hierbij nadrukkelijk in het oog worden gehouden. Naar een globaal onderwijsconcept (nr. 2106) De uitgangspunten in dit stuk worden door de projectgroep geaccepteerd als ‘voorliggend’ voor de ontwikkelingen van leerlijnen en leerinhouden (inclusief materialen/middelen). Ook worden er in dit stuk verwijzingen gepleegd naar wetteksten, waar in ieder geval het onderwijs op gebaseerd moet zijn. De in het stuk opgenomen uitgangspunten voor VSO worden meegenomen in de werkgroep VSO. Van onderwijsconcept naar onderwijsinhoud (nr. 2120)
Februari 2008 – Juni 2008
59
Het stuk geeft een aantal uitgangspunten en inleidingen op de leerlijnontwikkeling. De leerlijnontwikkeling op de partnerscholen voor ‘Onze School’ worden geïnventariseerd: Mozarthof: Er wordt momenteel gewerkt met een soort ‘fluistercampagne’ vanuit de LVSuitgangspunten (leerlingvolgsysteem vanuit Reactys); essentialia als ‘zelfstandig werken’ en ‘planning’ zijn hierbij al aanpakt. Aan de eindgroepen is verzocht leerlijnen in te voeren: dit leverde positieve resultaten op. E.e.a. is daarna vrij snel verspreid. Dit jaar zullen alle leerlijnen zijn ingevuld en zullen ook gevolgd worden. Het werkt nu ook als planningssysteem. Het streven is gericht op een totaalinvulling aan het eind van komend schooljaar van alle leerlijnen. Daarnaast zullen de leerlijnen nog meer moeten worden ‘aangekleed’ (voorzien van bijbehorende materialen, hulpmiddelen, methoden etc.). E.e.a. zal gecombineerd worden met het werken met periode-werk-plannen. Trappenberg: Men is vorig schooljaar gestart met de implementatie van leerlijnen. Mondeling taalgebruik is gereed. Dit jaar wordt gewerkt aan Taal, Lezen, Rekenen: ook de verwerking in het eerste rapport zal zeer binnenkort plaatsvinden. Volgend jaar wordt de rest aanpakt (sociale competenties) en eind volgend schooljaar zullen in principe alle leerlijnen gereed zijn, inclusief scoring via Data Care. (leerlinggegevens zullen dan alle opgenomen zijn binnen Data Care) Voor het VSO is het dlvs dan omgezet in leerlijnen (ook binnen Data Care). Het ‘trap-verslag’ (vgl. KinderRap in het kader van Een-kind-een-plan) zit dan nog niet integraal in één operationeel bestand (onderwijs en revalidatie): hiervoor is binnen Data Care wel inmiddels een oplossing gevonden. Volgend jaar zullen ook de leerlijnen voor de laagfunctionerenden (vanuit Plancius) operationeel zijn. Er is op de ontwikkeling veel geïnvesteerd, maar e.e.a. heeft dan ook aanwijsbare resultaten. Weerga: Er is een langer durend traject gestart; e.e.a. kost veel tijd en energie, maar er wordt voortgang geboekt. Met lezen is men gestart (na een korte tussenstop weer gestart), maar de ontwikkeling is hier nog niet afgerond. Volgend jaar zal lezen worden geïmplementeerd, een methode zal worden aangeschaft. Na de vakantie wordt rekenen en mondeling taalgebruik opgepakt (begeleid door CED). Er is nog geen goed werkend lvs; men wil graag snel met Data Care aan de gang. Geconstateerd wordt, dat er weliswaar verschillen zijn in tempo en aanpak, maar dat er geen principiële verschillen zijn inzake de doelen en de invoering. De projectplannen en projectopzetten van de partners zijn voor elkaar beschikbaar. Lopende trajecten zullen nu vanuit één projectopzet aangepakt dienen te worden. Adviezen: . gebruik ervaringen partners . stel prioriteiten in deze ontwikkeling . leg contact met ReActys . bezie werkaanpak kritisch (inzet mensen, aanpak, ondersteuningsstructuur etc.) Inzet: voor ‘Onze School’ liggen aan het eind van cursusjaar 2008/2009 alle leerlijnen gereed voor alle leerlingen/leerlingenstromen en er kan dan ook mee gewerkt worden. Op basis van specifieke wensen van leerlingen (specifieke aanpak, specifieke beperkingen) zijn er dan individuele wegen verder te ontwikkelen. Daarnaast zal er een inventarisatie plaatsvinden bij de partners van de beschikbaarheid van bronnen, hulpmiddelen, materialen, methoden. Ook zal de landelijke inventarisatie (groeidocument) vanuit LVC3 (i.s.m. SLO) hierbij gebruikt worden. Het hanteren van een ‘schoolbulletin’ hierbij wordt nog als tip meegegeven.
60
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
Leerlingenzorg: Over deze inhoudelijke ontwikkeling heen, speelt het werken met een systeem van individuele leerlingenzorg: hoe worden kinderen ondersteund, wie doet wat etc. Het gaat dan om een helder systeem van instroom van kinderen tot de uitstroom. De zorgsystemen worden geïnventariseerd: Trappenberg: Er is een schema beschikbaar van het functionerende zorgsysteem. Elly zal dit zorgsysteemschema doorsturen naar de projectgroep. Een gehanteerd formulier inzake de handelingsgerichte diagnostiek, is al doorgestuurd aan de projectgroepleden. De commissie van begeleiding (cvb) staat centraal bij de bewaking van het handelingsplan, dus de ‘gang van de leerling door de school’. Elke week wordt er in deze commissie een ‘bouw’ besproken. De reguliere zorg hoort in de klas, onder regie van de afdelingsleider. De orthopedagoog van de afdeling, de maatschappelijk werker van de afdeling (per afdeling verdeeld), ondersteunen daarbij. Er zijn geen i.b.-ers meer. De afdelingsleider is in feite interne coördinator leerlingenzorg en i.b.-er voor haar/zijn afdeling. Ouders tekenen het handelingsplan; ook bij een overstap naar een andere afdeling/stroom. Er is sprake van een ‘drie-maandelijkse score’: bij afwijkingen wordt extra begeleiding ingezet. 1x per jaar is er een gesprek tussen ouders, revalidatiecentrum en school en 2x per jaar is er een rapportbespreking met ouders. Mozarthof: Er is sprake van een speciaal intake-team, een specialistenoverleg (logo,ortho,ergo,fysio) n.a.v. de ‘melding hulpvraag’, een afdelingsoverleg en een commissie van begeleiding. De commissie van begeleiding houdt zich met name bezig met de instroom-leerlingen en bewaakt verder het handelingsplan. De start van de instroom wordt voorzien van introductie, observatie, schoolartsbezoek; cvb bepaalt dan de aanpak, de plaatsing in een ‘stroom’ en het profiel. Groepsbesprekingen vinden plaats, 2x per jaar: okt/mrt; specialisten dragen hier aan bij. De periode-werkplannen worden gevormd door groepsplannen en de individuele leerlingplannen; het plan wordt door ouders getekend (jaarlijks): 1e periode-werkplan met ouders (nov), evaluatie van het plan (mrt), plan plus evaluatie en overdracht (juni). Afdelingsleider controleert handelingsplan en heeft zitting in commissie van begeleiding. De afdelingsleider is in feite interne coördinator leerlingenzorg. Het specialistenteam is alleen voor de ‘melding hulpvraag’ – de basis van de zorg wordt geboden door de groepsleerkracht. Er zijn geen i.b.-ers – er is wel didactisch onderzoek, psychologisch onderzoek, schoolmaatschappelijk werk. Verschil tussen MZH/Trapp: hgd-startdocument, gerelateerd aan stroom van de leerling, getekend door ouders voor langere tijd (Trapp) – jaarlijks plan (als onderdeel van het groepsplan) getekend door ouders. We bezien nog even, hoe dit wettelijk ligt. Weerga: Bij leerlingproblematiek beziet de leerkracht in eerste instantie, wat te doen. Daarna is er een ‘leerteam’ beschikbaar (1 x 6 wkn) (= bouw plus i.b.-er), om e.e.a. in te brengen. Dit overleg werkt oplossingsgericht. Komt i.b.-er en leerteam niet tot een oplossing, dan beziet de commissie van begeleiding e.e.a.. In het cvb komen alle complexe leerlingen aan de orde. De cvb behandelt ook de instroom en de plaatsingsafspraken (ging van casemanager/leerkracht plus de ouders, over naar de school zelf). Daarnaast zijn er groepsbesprekingen (2x per jaar), waar alle leerlingen aan de orde komen en waar ook het groepsplan tot stand komt.
Februari 2008 – Juni 2008
61
Het individuele plan was in feite het leerlingvolgsysteem: hiermee zit de school in een tussenfase: nog geen complete individuele handelingsplannen. Het zorgteam is in feite het specialistenteam. Men zet de ontwikkeling in (qua organisatie) naar bouwcoördinatoren (volgend jaar) plus i.b.-ers. De bouwcoördinatoren hebben in eerste instantie geen specifieke zorg-taak. Wellicht, dat dit in een later stadium nog anders gaat uitkristalliseren. \ Samenvattend zijn er geen grote principiële verschillen te constateren: basis van de zorg ligt in de groepen, ondersteuning wordt daarnaast specifiek georganiseerd met de commissie van begeleiding als regisseur van het handelingsplan. Er wordt gewerkt in afdelingen/bouwen, waarbij er in elke afdeling/bouw specifieke aandacht en specifieke ondersteuning is voor leerlingenzorg (door diverse functionarissen). De commissie van begeleiding is ook leidend bij de instroom: plaatsing in een groep/stroom. We spreken af, dat we elkaar de beschikbare informatie over de opzet van het zorgsysteem toesturen. Afspraken: 1. een drietal werkgroepen: laagfunctionerenden, vso-ontwikkeling en ontwikkeling tot steunpunt epilepsie, worden ingesteld en worden voorzien van een ingevuld planformulier door Elly (2x) en Annemieke. ‘Trekkers’ zijn: Hennie, Elly en Annemieke. 2. bij projecten,werkgroepen wordt gebruik gemaakt van planformulier van de Trappenberg. 3. Annemieke, Elly en Bertine gaan op bezoek bij PrO – Almere 4. KDC Almere wordt betrokken bij werkgroep laagfunctionerenden 5. vraagstelling rond verwijzing leerlingen, wordt voorgelegd aan beheerscommissie door albert 6. Wajong-stuk wordt doorgezonden aan werkgroep VSO door Elly 7. Werkgroep VSO, zal samen met werkgroep stages van Reactys gegevens opleveren voor ‘bouwadviescommissie nieuwbouw vso’ 8. planning: eind 2008/2009 liggen alle leerlijnen er voor ‘Onze School’ en kan ermee worden gewerkt. 9. planning: eind 2008/2009 ligt er een uitgewerkt en effectief ingericht systeem van leerlingenzorg voor ‘Onze School’ 10. schema’s/opzetten zorgsystemen worden aan elkaar toegezonden – bij ontwikkelingen bij de partners zal maximaal gebruik worden gemaakt van elkaars werk 11. projectplannen voor de drie werkgroepen komen a.s. keer op de agenda. i.v.
2134/almere/060608/ab
AANTEKENINGEN PROJECTGROEP ‘ONZE SCHOOL’ TE ALMERE D.D. 04 JUNI 2008 (6) Aanwezigen: Henny, Corrie, Conny, Elly, Annemieke, Dunja, Esther, Dorien, Marloes, Albert (Marc is wegens ziekte afwezig) Agenda 1. opening 2. verslag van 14.05.08 (2122) 3. bespreking projectplannen: laagfunctionerenden, VSO-ontwikkeling, steunpuntschool epilepsie 4. aanvullende vragen n.a.v. zorgstructuur 5. financiën en risico’s
62
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
6. 7. 8. 9.
kwaliteitsaanpak professionalisering rondvraag sluiting
Verslag van 14.05.08 (5) n.a.v. pagina 1: aanpassing naam Henny bemensing werkgroep VSO-ontwikkelingen is nu: Dunja, Frans, Esther (MZH), Irma, Albert Jan (Trapp) en Laura, Marloes en Mariska (Weerga) M.b.t. verzoek ‘trekker’ voor werkgroep laagfunctionerenden: Henny is bereid dit op zich te nemen. Bemensing werkgroep laagfunctionerenden: Maura Dammers, Esther (MZH), Lori van Pinksteren (Trapp), Mariska en Dorien (Weerga), casemanager van GA. n.a.v. pagina 2: n.a.v. pagina 3: bij stukje over inventarisatie leerlijnen bij Mozarthof op pagina 2/3: naast het volgen van de leerlijnen, gaat het ook om het volgen van het eigen besturingssysteem. n.a.v. pagina 4: n.a.v. pagina 5: afspraken: . werkgroepen zijn nu ingevuld (naam Henny aangepast) . Elly zal contact leggen met directeur Hoek van PrO; ze schijnt moeilijk bereikbaar te zijn. Rest van de afspraken wordt óf aan gewerkt, óf is inmiddels aan voldaan. Bespreking projectplannen De projectplannen van ‘laagfunctionerenden’ en ‘VSO-ontwikkeling’ zullen de volgende keer ter tafel liggen. Ze zullen ook nog worden besproken op de MT-dagen van de Trappenberg. Op 19/6 zal het plan voor ‘VSO-ontwikkeling’ in ieder geval daar aanwezig zijn. De plannen zullen ook als bijlage worden meegenomen in het projectplan 2008/2009 en het rapport van Marc/Albert. Het plan voor steunpuntschool epilepsie wordt door Annemieke rondgedeeld ter vergadering. Het zal nog worden aangevuld na overleg met Teus van den Brink van de Waterlelie. De werkgroep gaat daarna aan de gang. Ook zal de Waterlelie worden verzocht om ondersteuning aan deze werkgroep te verlenen. De reacties op het stuk zijn ter vergadering positief. Een ieder zal de opmerkingen op de inhoud nog doormailen aan Annemieke. Reacties zorgstructuur Naar aanleiding van aan elkaar toegezonden materiaal zal over en weer worden gereageerd, in aanvulling op de bespreking van de vorige vergadering. Financiën en risico’s Het eerste deel van stuk 2129 is aan de orde. Het is de bedoeling, dat de vergadering vanuit inhoudelijk,onderwijskundige deskundigheid reageert op eventuele risico’s bij de inrichting van ‘Onze School’. Deze risico’s zullen vervolgens een rol kunnen spelen bij het opstellen van een realistische begroting voor ‘Onze School’. De checklist in het stuk wordt vervolgens doorgenomen door de projectgroep. Het strategisch beleid voor de onderwijsvoorziening is ‘in zich’ geen risico-factor; de hantering, uitvoering en bewaking van dit beleid is dit wel degelijk: het gaat dan om aandacht aan de bestuursstructuur, de inrichting van het locatiemanagement, bevoegdheden, het proces om vanuit strategie te komen tot één organisatie onder één bestuurlijke structuur zal wel de nodige energie gaan kosten. Hier zal ook in geïnvesteerd moeten worden. (managerial, structuur, strategie)
Februari 2008 – Juni 2008
63
Communicatie vormt daarbij ook een punt van aandacht en zorg: informatieverstrekking, voorbereiding op aanpassingen/veranderingen, eenduidige benadering van personeel, eenduidig in verwachtingen rond inzet, aandacht, reacties etc. Als voorbeeld komt hier het Programma van eisen van de VSO-afdeling aan de orde; vanuit de werkgroep VSOontwikkeling zal hier een directe lijn gelegd moeten worden en er zal ook de nodige verwerkingstijd moeten zijn, om tot een afgewogen plan te komen. De informatie naar medewerkers over de na te streven bestuursstructuur, is in het kader van dit onderwerp ook van essentieel belang. De beheerscommissie wordt verzocht, om deze eenduidigheid goed te bewaken, zowel qua vorm, als qua tijdstip en hierover nauwgezet afstemming te onderhouden met de schooldirecties en medezeggenschapsorganen. Op dit moment lijken er verschillen op te treden, aangezien vanuit het bestuur van de Weerga al een opdracht is verstrekt tot het doen van mededelingen aan het personeel. De relatie met ouders vormt ook een belangrijk aspect voor aandacht: voorlichting, aanmelding, verwijzing, instroom, toelating, plaatsing, indicatie etc., alsmede het partnerschap bij het inrichten en uitvoeren van het onderwijs. Het personeelsbeleid is eveneens een erg belangrijk onderdeel bij de inrichting van een nieuwe onderwijsvoorziening: functiebouwwerk, intergraal personeelsbeleid, personeelszorg, taakbelasting, personele verantwoordelijkheden, kwaliteitsaspecten, competentieprofielen etc. Het nu al intensief samenwerken inzake de opzet van ipb (totstandbrenging ipb-handboek) is aanbevelenswaardig. (zie ook ‘spiegel van cluster 3 onderwijs’, LVC3, mei 2008) (denk aan invoeren nieuwe functies, omgaan met professionalisering, formulering competentieprofielen etc.). Dit geldt ook voor ‘groep in school’ en ‘kind in groep’ in Almere. De relatie met de plaatselijke overheden (gemeente) is van groot belang bij de nadere structurering van ‘Onze School’. Andere belangrijke aspecten vanuit deze checklist bleken: Professionalisering personeel: nieuw onderwijs vraagt om nieuwe competenties: VSO, steunpunt epilepsie, laagfunctionerenden etc. Hier zal in de begroting rekening mee moeten worden gehouden. Ondersteunend personeel: Juist in de opbouwfase van een nieuwe onderwijsvoorziening is het hebben van goede ondersteuning (administratieve ondersteuning, ict-ondersteuning, conciërgerie, huishoudelijk personeel etc.) van groot belang. Het kan met name voor het locatiemanagement een mogelijkheid bieden, om zich daadwerkelijk met onderwijskundig beleid bezig te kunnen houden. Zorgorganisatie: In de ontwikkelingen naar passend onderwijs, zal de organisatie van het zorgsysteem in belang alleen nog maar toenemen: afstemming met reguliere zorg, ondersteuning van ZAT’s, omvang van functies in het zorgsysteem, specifieke deskundigheid (i.b.-coördinatie, coördinatie leerlingenzorg etc.) en de efficiënte inzet van specialismen, verdienen veel aandacht. Leerlingprognoses: zeker bij de opbouw van een onderwijsvoorziening zijn zo correct mogelijke prognoses van levensbelang. Er bestaan prognoses voor cluster 3 in Almere; in die prognoses lijkt de Weerga vooralsnog niet te zijn meegenomen; ook ontbreken de ABontvangende kinderen vanuit de Weerga in deze cijfers. (AB vanuit ReActys) Financiering huisvesting: bij dit punt gaat het met name om het op een goede wijze opzetten van een plan van aanpak, voorzien van de onderwijskundige wensen/eisen, alsmede een passende financiering daarvoor op basis van realistische normen uit de huisvestingsverordening. (hierbij dus ook: inrichting gebouw) De overige punten uit de checklist geven geen directe aanleiding tot specifieke aandacht. Kwaliteit en kwaliteitszorg Ook bij dit punt hanteren we als projectgroep stuk nr. 2129 als uitgangspunt. De centrale vragen en uitgangspunten zijn voor alle drie de partners van belang, het inrichten van het daarop gebaseerde proces moet ook: planmatig, cyclisch en lerend worden ingericht met behulp van specifieke instrumenten. Met betrekking tot het instrumentarium wordt er door Trappenberg en Mozarthof gebruik gemaakt van de vragenlijsten en de verwerking via Oberon. De andere ReActys-scholen gebruiken dit inmiddels ook, voorzien van een eigen inbreng.
64
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere
De Weerga doet hierin nu nog niet meer v.w.b. het onderzoek naar personeelstevredenheid. Almere hanteert een eigen instrument. In het kader van de ontwikkelingen van ‘Onze School’ geeft de projectgroep aan, de voorkeur te geven aan de systematiek van Oberon. Ook de Weerga zal hierbij kunnen aansluiten. Basis van deze systematiek wordt gevormd door het INK-model, dat ook als basis wordt gehanteerd door de onderwijsinspectie bij hun toezichtskader. Professionalisering Met betrekking tot de aanpak van professionalisering gaat de projectgroep uit van een bepaalde basiskennis voor iedere werknemer binnen ‘Onze School’. Op basis daarvan wordt gekeken: ‘waar zijn we sterk in ‘? ‘waar bevindt zich de specifieke deskundigheid’. In het kader van Integraal Personeelbeleid, wordt op basis van deze vragen en andere, een professionaliseringsplan opgesteld. Gebruik maken van interne deskundigheid, deskundigheid in de directe omgeving, staat daarbij centraal. In bepaalde gevallen zal de hulp worden ingeroepen van specialistische bureaus en de opleidingsinstituten voor het speciaal onderwijs (OSO). Scholing is daarbij hét middel voor binding van personeel ! Ook kan het gebruikt worden in de samenwerking tussen ‘Onze School’ en b.v. KDC, PrO, MBO. Kijkend naar inhouden, komt de projectgroep op voorhand tot: . epilepsie (in het kader van het worden van steunpuntschool epilepsie) . laagfunctionerenden (in het kader van de pilot) . omgaan met ernstige gedragsproblematieken (zmolkers, lvg+, cluster3-4 kinderen etc.) . ab-ers (waarbij de contacten van de ab-medewerkers met de ‘werkvloer’ van de school van groot belang zijn/blijven) . autisme (naar een steunpunt autisme in Almere) . scholing voor de groep orthopedagogen (a.d.h.v. opdrachten/casuistiek) . specifieke scholing in het kader van arbeidstoeleiding . etc.
Rondvraag De volgende keer komt de concept-eindrapportage aan de orde, eventueel voorzien van een plan van aanpak voor 2008/2009. Er zal de volgende keer gezorgd worden voor een lunch, door de leerlingen van de ZMLafdeling (MZH) M.b.t. inzet therapieën op ‘Onze School’: voor inzet via het revalidatiecentrum is een revalidatie-indicatie vereist. Via een verwijzing van de huisarts naar de revalidatiearts kan deze verkregen worden. Het inzetten van een specifieke fysiotherapeut (vanuit de periferie) in Almere, blijft ook aandachtspunt. De therapieruimtes verdienen daarbij de nodige aandacht. Conny dankt voor de plezierige en constructieve samenwerking in deze projectgroep en wenst allen een hele goede toekomst. De projectgroep dankt Conny voor haar inbreng en de even plezierige en constructieve samenwerking en wenst haar veel goeds toe. Afspraken: 1. namen leden van de drie werkgroepen zijn aangevuld 2. de drie werkplannen komen a.s. keer aan de orde – het VSO-plan zal 19/6 al ter tafel liggen bij een bijeenkomst van de werkgroep 3. aandacht voor inbreng werkgroep VSO bij plan van aanpak nieuwbouw VSO 4. aandacht voor therapie-ruimte (fysieke) in nieuwbouwplannen 5. Elly neemt contact op met collega Bertien Hoek van PrO Almere 6. leden van de projectgroep reageren schriftelijk op werkplan ‘epilepsiesteunpuntschool’ bij Annemieke 7. de drie werkplannen worden toegevoegd aan de eindrapportage van de projectgroep
Februari 2008 – Juni 2008
65
8. specifieke aandachtspunten bij Financiën zullen in ieder geval moeten zijn: . bestuurlijke structuur, locatiemanagement, bevoegdheden, afstemming etc. . communicatie . aandacht voor eenduidige informatie over toekomstige bestuursstructuur (naar beheerscie.) . personeelsbeleid (werken aan gezamenlijk ipb) . relatie met gemeente . professionalisering personeel . positie ouders . ondersteunend personeel . zorgorganisatie . leerlingprognoses 9. de projectgroep beveelt aan om voor ‘Onze School’ gebruik te maken van de diensten van Oberon, bij het invullen van het kwaliteitssysteem 10. aanbevelingen aan ‘Onze School: gezamenlijke ipb-opzet (ipb-handboek) – deelnemen aan kwaliteitscyclus Mozarthof/Trappenberg via Oberon – werken met Data Care als leerlingvolgsysteem en managementondersteuningssysteem. 11. bij professionalisering: uitgaan van eigen kracht, middel tot binding van personeel, aandachtspunten: epilepsie, laagfunctionerenden, gedragsproblematieken, ab-ers, autisme, groep orthopedagogen 12. streven naar de inrichting van een steunpunt autisme 13. m.b.t. inzet therapie: revalidatieindicatie is te verkrijgen na verwijzing door huisarts naar revalidatiearts – inzet fysiotherapeut in Almere vanuit periferie is ook inzet – therapieruimtes verdienen aandacht – inventariseren, wie wat in huis heeft en hoe e.e.a. optimaal ingezet kan worden, is van belang. 14. volgende keer: eindrapport en planning 15. lunch wordt volgende keer verzorgd door leerlingen van de Mozarthof i.v.
66
Rapportage Cluster 3-voorziening Almere