RAPPORTAGE MEIERIJ ZELFEVALUATIEONDERZOEK Robuustheidsanalyse VTH kwaliteitscriteria 2.1. voor de gemeente Boxtel, gemeente Haaren, gemeente Sint-Michielsgestel en gemeente Vught
Uitgevoerd door MasterMeester 2013
1
Inleiding Deze rapportage bevat de gezamenlijke resultaten en uitwerking van de invullen van de zelfevaluatietool voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhavingstaken kwaliteitscriteria 2.1 voor gemeente Boxtel, Haaren, Sint-Michielsgestel en Vught.
Achtergrond Tool Voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.1 gaat niet vanzelf. Er is daarom landelijk een implementatietraject gestart dat ongeveer twee jaar gaat duren. Het doel van dit implementatietraject is het faciliteren van alle bevoegde gezagen zodat zij in staat worden gesteld om aan het einde van het implementatietraject te kunnen voldoen aan de kwaliteitseisen en dat die kwaliteit dan ook geborgd wordt. De coördinatie van dit faciliteringstraject ligt bij de provincies. De kwaliteitscriteria zijn ten opzichte van 2.0 op een aantal punten aangescherpt.
Implementatietraject VTH-kwaliteitscriteria 2.1 Fase 1 Zelfevaluatie, startmeting (februari – mei 2013 ) Het implementatietraject begint met het invullen van de zelfevaluatietool. Dit is een hulpmiddel waarmee de situatie van de organisatie in beeld kan worden gebracht. Op basis van de uitkomsten van deze startmeting is het voor de organisatie duidelijk aan welke kwaliteitscriteria wordt voldaan en waar nog een verbeterslag nodig is. Fase 2 Het verbeterplan (mei – september 2013 ) Kunnen er nog verbeterslagen gemaakt worden, dan dient hiervoor een verbeterplan te worden opgesteld. Fase 3 Professionaliseren (oktober 2013 – oktober 2014) In deze periode worden de verbeteringen doorgevoerd en geborgd. Fase 4 Zelfevaluatie, eindmeting (november – december 2014) Aan het eind van het verbetertraject wordt nogmaals de zelfevaluatietool ingevuld om te laten zien dat de organisatie voldoet aan de kwaliteitscriteria. Om dit te verifiëren wordt een intervisie methodiek ontwikkeld. Gezien de nieuwe set kwaliteitscriteria en de uitplaatsing van de milieutaken naar de Omgevingsdienst willen de Meierij weten of zij gezamenlijk aan de nieuwe kwaliteitscriteria voldoen. Aan MasterMeester is gevraagd om onderzoek te doen naar de robuustheid van de VTH samenwerking met als deelnemende gemeenten Boxtel, Haaren, Sint-Michielsgestel en Vught, hierna de Meierij. Deze rapportage bevat de resultaten van dit onderzoek.
2
De rapportage volgt de opbouw van de tool en bestaat uit 2 onderdelen:
1. Kritieke massa 2. Procescriteria Ad 1) Kritieke Massa
Het fundament van kwaliteit is het afleveren van een zo goed mogelijk product. Hiervoor is vooral vakmanschap nodig. De criteria voor kritieke massa adresseren dit vakmanschap in termen van voldoende opleiding, ervaring, kennis en het onderhouden en borgen daarvan. Organisaties en medewerkers die aan deze criteria voldoen moeten in de kern in staat zijn om producten af te leveren met de gewenste kwaliteit. Met de kwaliteitscriteria voor kritieke massa kan een antwoord gegeven worden op de vraag of een organisatie en haar medewerkers in principe in staat zijn om de taken en onderliggende operationele activiteiten uit te voeren, gegeven de minimaal benodigde deskundigheid voor de uitvoering van deze taken en de continuïteit daarvan.
Deskundigheid • Opleiding: de minimale basisopleiding en een indicatie van de aard en de omvang van de benodigde aanvullende opleidingen waarmee de kennis is te verkrijgen. • Werkervaring: het minimale aantal jaren relevante werkervaring die men nodig heeft om de taak zelfstandig uit te kunnen voeren. • Aanvullende kennis: de minimaal benodigde basiskennis en diepgaande kennis voor de zelfstandige uitvoering van de taak, in aanvulling op de opleidingen.
3
Continuïteit • •
•
Frequentie: de minimale frequentie per jaar waarmee een taak zelfstandig moet worden uitgevoerd om de deskundigheid te behouden. Aantal: het minimale aantal medewerkers met de omschreven deskundigheid en frequentie waarover de organisatie moet kunnen beschikken om de noodzakelijke deskundigheid te kunnen borgen. Borging: de omgeving waar deze activiteiten uitgevoerd moeten worden (binnen de overheid of uitbesteed) en de mogelijkheden die er zijn om in te huren.
Afhankelijk van de afbakening die in de ‘Scope van de zelfevaluatietool’ worden de deskundigheidsgebieden, activiteiten en kwaliteitscriteria getoond.
De deskundigheidsgebieden in de tool zijn gelijk aan de criteria onderverdeeld in 5 subhoofdstukken, namelijk: • generiek • juridisch • specialistisch (accent bouwen) • specialistisch (accent milieu) • specialistisch (accent ruimtelijke ordening)
De bovenstaande onderverdeling is hetzelfde als in deze rapportage.
4
Vraagstelling Naar aanleiding van het bovenstaande hebben wij de volgende centrale vraag geformuleerd: Voldoen de Meierij gezamenlijk, na uitplaatsing van de milieutaken naar de omgevingsdienst, aan de kwaliteitscriteria 2.1? Om deze vraag te beantwoorden zijn de volgende deelvragen opgesteld: 1. Wat zijn voor de Meierij de achterblijvende taken? Waar wijken de Meierij af? Hoeveel formatie wordt aan de uitvoering van deze taken besteed? 2. Wat betekenen de toepassing van de kwaliteitscriteria 2.1. (op de achterblijvende taken) voor de gemeenten als zij de taken gezamenlijk gaan uitvoeren? 3. Welke medewerkers zijn belast met de achterblijvende taken en hoeveel tijd kost dit?
Antwoord op vraag 1: Wat zijn voor de gemeente de achterblijvende taken? Om antwoord te kunnen geven op deze vraag heeft MasterMeester in een startsessie alle activiteiten van alle deskundigheidsgebieden besproken. Iedere gemeente afzonderlijk heeft kunnen aangeven welke taken zij in de Meierij samenwerking willen meenemen. Uit deze sessie is gekomen dat iedere gemeente de deskundigheidsgebieden Ketentoezicht, BOA’s en Afvalwater als basistaak ziet. Deze taak komt GEEL terug in de rapportage. Het deskundigheidsgebied Brandveiligheid is alleen door Sint Michielsgestel beoordeeld de overige gemeenten zien dit als taak voor de Veiligheidsregio. Alle deskundigheidsgebieden op het gebied van Bouw en Milieu willen de gemeenten unaniem onderbrengen bij de Meierij. Het gaat hierbij om: Bouwfysica Constructieve veiligheid Bouwakoestiek Sloop en Asbest Bodem Bouwstoffen en Water Externe Veiligheid Geluid Groen en Ecologie Cultuurhistorie De volgende deskundigheidsgebieden leveren geen eenduidigheid op:
Casemanagement (MT-GT) Vergunningverlening bouwen en RO (MT-GT) Vergunningverlening Milieu (BT-MT)
5
Toezicht en Handhaving RO (MT- GT) Toezicht en Handhaving Milieu (BT-MT) Toezicht en Handhaving Bodem (BT-MT) Toezicht en handhaving groene wetten (MT-GT) Juridische aspecten vergunningverlening (MT-GT) Juridische aspecten handhaving (MT-GT) Juridische aspecten afwijkingsbesluit (MT-GT) Stedenbouw en inrichting openbare ruimte (MT-GT) Exploitatie en planeconomie (MT-GT)
( BT= basistaak, MT= Meierijtaak en GT gemeentelijke Taak) Om te kunnen consolideren heeft MasterMeester het volgende als uitgangspunt genomen. Door het invullen van de scope voor iedere gemeente afzonderlijk is er antwoord gegeven op de vraag welke deskundigheidsgebieden de gemeenten op zichzelf van toepassing verklaren. Volgens de kwaliteitscriteria zijn deskundigheidsgebieden van toepassing indien de gemeente deze zelf uitvoert. Als een bepaald deskundigheidsgebied door 1 van de gemeenten wordt uitgevoerd dan is deze voor de scope op de totale Meierij van toepassing. De scopebepaling is als volgt tot stand gekomen.
2. Welke deskundigheidsgebieden zijn uitbesteed? Om de scope van de VTH samenwerking te kunnen maken is het relevant om te weten welke taken door de gemeente worden uitbesteed. De spelregels van de kwaliteitscriteria zijn ten opzichte van de oude kwaliteitscriteria veranderd. Indien een van de activiteiten door de gemeente zelf wordt uitgevoerd dan is deze niet uitbesteed en dient de gemeente aan de kwaliteitscriteria voor de activiteiten van het deskundigheidsgebied te voldoen. Onderstaande tabel geeft inzicht in welke deskundigheidsgebieden door elke gemeente zijn uitbesteed. De rode kleur betekent dat het deskundigheidsgebied is uitbesteed (Ja ). De groene kleur betekent dat de vermelde activiteiten intern worden uitgevoerd binnen het deskundigheidsgebied (Nee ). Uitbesteding
Boxtel
Haaren
St M
Vught
Specialisme bouwfysica Specialisme constructieve veiligheid Specialisme bouwakoestiek Specialisme sloop en asbest Specialisme afvalwater Specialisme bodem, bouwstoffen en water
6
Specialisme externe veiligheid Specialisme geluid Specialisme groen en ecologie Specialisme luchtkwaliteit Specialisme stedenbouw en inrichting openbare ruimte Specialisme planeconomie Specialisme cultuurhistorie
3 . Welke criteria zijn van toepassing? Dit is afhankelijk van de volgende omgevingsfactoren: • Aard en complexiteit aanvragen • Aard en omvang van bouw- en verbouwactiviteiten • Klasse inrichtingen en inrichtingen per sector De groene kleur ( ) betekent dat de activiteiten binnen de betreffende gemeente plaatsvindt. De rode kleur ( ) geeft aan dat deze activiteiten en of inrichtingen niet voorkomen binnen de betreffende gemeente. Boxtel
Haaren
St M
Vught
Voor mijn organisatie zijn complexe situaties m.b.t. casemanagen van toepassing. Voor mijn organisatie zijn complexe situaties m.b.t. bouwen van toepassing. Voor mijn organisatie zijn complexe situaties m.b.t. afwijkingsbesluiten van toepassing. Voor mijn organisatie zijn complexe situaties m.b.t. geluid van toepassing. Klasse inrichtingen milieu en inrichtingen per sector Voor mijn organisatie zijn eenvoudige klasse II inrichtingen van toepassing
7
Voor mijn organisatie zijn complexe klasse II inrichtingen van toepassing Voor mijn organisatie zijn klasse III inrichtingen (procesindustrie) van toepassing Voor mijn organisatie zijn klasse III inrichtingen (agrarisch) van toepassing Voor mijn organisatie zijn klasse III inrichtingen (afval) van toepassing Voor mijn organisatie zijn klasse III inrichtingen (BRZO) van toepassing Voor mijn organisatie zijn klasse III inrichtingen (overig) van toepassing
Voor iedere gemeente geldt dat de aard en de complexiteit van de aanvragen en de aard en omvang van bouw- en verbouwactiviteiten hetzelfde beeld oplevert. Bij iedere gemeente is er sprake van complexe situaties omtrent casemanagement, bouwen, afwijkingsbesluiten en geluid. De klasse inrichting levert landelijk en bij de Meierij discussie op voor wat de keuze of Klasse II inrichtingen eenvoudig en Klasse II Inrichtingen complex op de organisatie van toepassing is. Gemeente Boxtel, Haaren en Vught hebben ervoor gekozen om Klasse II Inrichtingen complex van toepassing te verklaren en bepalen daarmee de scope voor de gezamenlijke Meierij. Met de antwoorden op bovenstaande vragen is duidelijk geworden wat onder de achterblijvende taken is verstaan en hebben we daarmee de scope bepaald voor de gezamenlijke scope van de VTH samenwerking.
Invulsessies Voorafgaand aan de invulsessie is het FTE schema toegestuurd en deze is ingevuld op tijdens de invulsessie dag op locatie. De gemeente hebben na het invullen van de tool eenmaal de gegevens kunnen wijzigen. Voor de Meierij zijn alle tools individueel ingevuld en staan allemaal op 99%. De individuele invulsessie maakt voor iedere gemeente afzonderlijk inzichtelijk of de gemeente op organisatieniveau voldoet aan de kwaliteitscriteria. Op basis van de gegevens van de individueel ingevulde zelfevaluatietools en de FTE schema’s wordt een geconsolideerde versie ingevuld die inzicht geeft in hoeverre de Meierij gezamenlijk aan de kwaliteitscriteria voldoen.
8
De resultaten van dit onderzoek geeft uitsluitend een antwoord op de vraag of de gemeenten gezamenlijk aan de kwaliteitscriteria voldoen. Hierbij is GEEN rekening gehouden met het werkaanbod en levert geen businesscase op! De resultaten van de tool kunnen wel worden gebruikt voor het maken van een verbeterplan dat voor 30 september 2013 opgeleverd dient te worden.
Hoeveel formatie wordt aan de uitvoering van deze taken besteed?
Generiek Juridisch Bouw Milieu RO Totaal
Boxtel 5.25 4.3 0.05 0.35 2.45
Haaren 6.4 2.2 0.1 0.5 2.7
St M 6.2 3.9 0.8 0.4 XXX
Vught 4.7 1.9 1.25 0.15 0.85
totaal 22.55 12.30 2.2 1.4 6.0
12.4
11.9
11.3
8.85
44.45
Antwoord op vraag 2: Wat betekenen de toepassing van de kwaliteitscriteria 2.1. (op de achterblijvende taken) voor de gemeenten als zij de taken gezamenlijk gaan uitvoeren? Deze kleuren in de rapportage zijn overeenkomstig met de uitleg van de tool: Groen
Mijn organisatie voldoet.
Geel
Mijn organisatie voldoet niet, want het criterium is niet toepasbaar of bruikbaar binnen mijn organisatie.
Oranje
Mijn organisatie voldoet niet, maar er zijn maatregelen getroffen zodat mijn organisatie binnen een jaar voldoet.
Rood
Mijn organisatie voldoet niet.
Generieke deskundigheidsgebieden: 1 Casemanagement complex Iedere gemeente heeft aangegeven in de scope dat ze te maken hebben met complexe aanvragen inzake casemanagement.
Casemanagen
Boxtel 0.7
Haaren 0.1
St M 0.2
Vught 0.2
Totaal 1.2
Groen
9
complex Dit betekent dat de Meierij robuust/niet robuust is voor deze deskundigheid. Voor casemanagen complex is 0.67 Fte benodigd en in totaal is er 1.2 Fte. Hiermee is er een overscore van 0.53 Fte. o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
2 Vergunningverlening Bouwen en RO complex
VV bouwen en RO complex Act 1 Act 2- 3 Act 4
Boxtel
Haaren
St M
Vught
0.55 0.95 0.35
1.4 1.4 0
1.6 0.9 0
0.65 1.4 0.25
Totaal 9.45
Kleur Rood
Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. Voor bouwen en RO complex is 4 Fte benodigd en in totaal is er 9.45 Fte. Hiermee is er een overscore van 5.45 Fte. o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
Activiteit 4 behaalt de frequentie eis van 2 medewerkers die 2/3 van de tijd met deze werkzaamheden dienen bezig te houden niet. Het werkaanbod blijft te gering. Hiervoor is 1.33 Fte nodig en in totaal is er 0.6 Fte aanwezig. Dit punt dient opgenomen te worden in het verbeterplan.
4. Beoordelen melding voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van bouwwerken a. beoordelen eventuele monumentale status, situatie beschermd stads,- en dorpsgezicht en andere geldende kaders; b. beoordelen wanneer specialisten (slopen, monumenten e.a.) moeten worden ingeschakeld;
10
c. opstellen conceptbesluit op basis van integrale afweging van (eventuele) bijdragen van jurist en specialisten (o.a. sloop en asbest en monumentenzorg); d. inhoudelijk input leveren voor vooroverleg, overleg adviseurs en beoordelen zienswijzen en bezwaren.
3 Vergunningverlening Milieu Klasse I en II
VV Milieu
Boxtel 0.0
Haaren 0.7
St M 0.2
Vught 0.1
Totaal 1.0
kleur Rood
Landelijk bestaat er discussie over activiteit 3 het afhandelen van meldingen bij vergunningverlening Milieu klasse I en II. Voor de consolidatie hebben we het voor iedere gemeente beoordeeld. Iedere gemeente heeft aangegeven dat de overige activiteiten bij de omgevingsdienst liggen. Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. Benodigd is 1.33 Fte benodigd en in totaal is er 1.0 Fte. Hiermee is er een te kort van 0.33 Fte o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
4 Toezicht en Handhaving bouwen en RO complex
T & HH bouwen & RO complex
Boxtel 1.1
Haaren 1.9
St M 2.4
Vught 1.55
Totaal 6.95
kleur Groen
Dit betekent dat de Meierij robuust is voor deze deskundigheid. Benodigd is 1.33 Fte en in totaal is er 6.95 Fte. Hiermee is er een overscore van 5.62 Fte o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
11
5 Toezicht en handhaving Milieu T & HH Milieu
Boxtel 1.35
Haaren 0.3
St M 0.8
Vught 0.55
Totaal 3.0
kleur Groen
Dit betekent dat de Meierij robuust is voor deze deskundigheid. Benodigd is 1.33 Fte en in totaal is er 3.0. Hiermee is er een overscore van 1.66 Fte o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
6 Toezicht en Handhaving bodem T & HH bodem
Boxtel 0.1
Haaren 0
St M 0.1
Vught 0
Totaal 0.2
kleur Rood
Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. Benodigd is 0.67 Fte benodigd en in totaal is er 0.2 Fte. Hiermee is er een onderscore van 0.47 Fte o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
7 Toezicht en Handhaving groene wetten T & HH Groene Wetten
Boxtel 0
Haaren 0
St M 0
Vught 0
Totaal 0
kleur Rood
Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. Benodigd is 1.33 Fte benodigd en in totaal is er 0 Fte. Hiermee is er een onderscore van 1.33 FTE o
Opleiding
12
o o o o
Ervaring Kennis Frequentie Aantal
Juridische deskundigheidsgebieden 8 Juridische aspecten vergunningverlening
JAVV
Boxtel 0.95
Haaren 0.7
St M 1.4
Vught 0.7
Totaal 3.8
kleur Groen
Dit betekent dat de Meierij robuust is voor deze deskundigheid. Het aantal procedures en het benodigd Fte is behaald. 1.33 Fte benodigd en in totaal is er 3.8 Fte. Hiermee is er een overscore van 2.47 FTe o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
9 Juridische aspecten handhaving JAHH
Boxtel 1.7
Haaren 1
St M 2.2
Vught 0.25
Totaal 5.15
kleur Groen
Dit betekent dat de Meierij robuust is voor deze deskundigheid mits de werkzaamheden anders georganiseerd gaan worden. 1.33 Fte benodigd en in totaal is er 5.15 Fte. Hiermee is er een overscore van 3.82 FTe o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
13
10 Behandelen juridische aspecten afwijkingsbesluit
JAA Act 1 Act 2-4 Act 5
Boxtel
Haaren
St M
Vught
0.6 0.6 0.45
0 0.5 0
0.2 0.1 0
0.35 0.4 0.2
Totaal 3.4
Groen
Dit betekent dat de Meierij robuust is voor deze deskundigheid. 2 Fte is benodigd en in totaal is er 3.4 Fte. Hiermee is er een overscore van 1.4 Fte o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
11 Ketentoezicht en 12 BOA Deze deskundigheidsgebieden zijn een basistaak en daarmee geel.
Specialistische deskundigheidsgebieden Bouw 13 Bouwfysica complex Bouwfysica Act 1-5 Act 6-8 Act 9-10
Boxtel
Haaren
St M
Vught
0 0 0
0 0 0
0.1 0 0
0.1 0.25 0.15
Totaal 0.6
Rood
Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. 2 Fte is benodigd en in totaal is er 0.6 Fte. Hiermee is er een onderscore van 1,4 fte o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
14
14 Brandveiligheid Dit deskundigheidsgebied is geregeld in de veiligheidsregio. Sint Michielsgestel heeft dit deskundigheidsgebied wel beoordeeld en kleurt rood op alle onderdelen.
15 Constructieve veiligheid complex
Constructieve veiligheid
Boxtel Uitbesteed
Haaren Uitbesteed
St M 0.1
Vught 0.45
Totaal 0.55
kleur Rood
Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. 1.33 Fte is benodigd en in totaal is er 0.55 Fte. Hiermee is er een onderscore van 0.78 FTe o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
16 Bouwakoestiek complex Boxtel Bouwakoestiek 0
Haaren 0
St M 0
Vught 0.05
Totaal 0.05
kleur Rood
Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. 1.33 Fte is benodigd en in totaal is er 0.05 Fte. Hiermee is er een onderscore van 1.28 Fte. o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
15
17 Sloop en Asbest
Sloop en asbest
Boxtel 0.15
Haaren 0.1
St M 0.3
Vught 0.25
Totaal 0.8
kleur Groen
Dit betekent dat de Meierij robuust is voor deze deskundigheid. 0.67 Fte is benodigd en in totaal is er 0.8 Fte. Hiermee is er een oversore van 0.13 FTe o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
Specialistische deskundigheidsgebieden Milieu 18 Afvalwater Uitbesteed aan waterschap
19 Bodem bouwstoffen en water
BBW Act 1 Act 2Act 4
Boxtel
Haaren
St M
Vught
0.05 0.15 0.05
0 0 0
0 0.1 0.1
0.05 0.05 0
Totaal 0.45
kleur Rood
Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. 1.33 Fte is benodigd en in totaal is er 0.45 Fte. Hiermee is er een onderscore van 0.98 FTe o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
16
20 Externe veiligheid
Externe veiligheid Act 1-2 Act Act 4 Act 5 Act 6
Boxtel
Haaren
St M
Vught
0.1 0.1 0.1 0.05
0.2 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Totaal 0.55
kleur Rood
Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. 2.66 Fte is benodigd en in totaal is er 0.55 Fte. Hiermee is er een onderscore van 2.12 FTe o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
21 Geluid complex
Geluid Act 1-7 Act 8-9 Act 10
Boxtel
Haaren
St M
Vught
0.1 0.1 0
0.2 0 0
0.1 0 0
0.05 0 0
Totaal 0.55
kleur Rood
Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. 2 Fte is benodigd in totaal is er 0.55 Fte. Hiermee is er een onderscore van 1.45 FTe o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
17
22 Groen en ecologie Groen en ecologie Act 1 Act 2-4
Boxtel
Haaren
St M
Vught
0.1 0
0 0
0 0
0
Totaal 0.1
kleur Rood
Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. 2 Fte is benodigd en in totaal is er 0.1 Fte. Hiermee is er een onderscore van 1.9 Fte. o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
23 Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Act 1 Act 2-5 Act 6
Boxtel
Haaren
St M
Vught
0.05 0 0
0.1 0 0
0.1 0.1 0
Uitbesteed
Totaal 0.35
kleur Rood
Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. 2.66 Fte is benodigd en in totaal is er 0.35 Fte. Hiermee is er een onderscore van 2.31 FTe o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
18
Specialistische deskundigheidsgebieden RO
24 Stedenbouw
Stedenbouw Act 1 Act 2 Act 3 -4
Boxtel
Haaren
3 1.55 1.3
0 1.5 1
St M Geel
Vught
Totaal 8.85
kleur Groen
0 0.45 0.05
Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. 2 is benodigd en in totaal is er 8.85 Fte. Hiermee is er een overscore van 6.85 FTe o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
25 Exploitatie planeconomie
Exploitatie planeconomie
Boxtel 0.2
Haaren 0.2
St M Geel
Vught 0.3
Totaal 0.7
kleur Groen
Dit betekent dat de Meierij robuust is voor deze deskundigheid. 0.66 Fte is benodigd en in totaal is er 0.7 Fte. Hiermee is er een overscore van 0.04 Fte. o o o o o
O Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
19
26 Cultuurhistorie Boxtel Cultuurhistorie Act 1-5 Act 6-9 Act 10-1 Act 14-18 Act 19-20
0.25 0 0 0 0
Haaren Geel
St M Geel
Vught
Totaal 0.3
kleur Rood
0 0.05 0 0
Dit betekent dat de Meierij niet robuust is voor deze deskundigheid. 3.33 Fte is benodigd en in totaal is er 0.3 Fte. Hiermee is er een onderscore van 3.03 FTe o o o o o
Opleiding Ervaring Kennis Frequentie Aantal
20
Conclusies Meierij Gezamenlijk kleuren de gemeente GROEN op de volgende deskundigheidsgebieden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Casemanagement complex Toezicht en handhaving bouwen en RO complex Toezicht en handhaving milieu klasse I en II Juridische aspecten vergunningverlening Juridische aspecten handhaving Juridische aspecten afwijkingsbesluiten Sloop en asbest Stedenbouw en inrichtingsplannen Exploitatieplaneconomie
De overige deskundigheidsgebieden kleuren rood en/of op Aantal, Frequentie, Opleiding, Kennis en Ervaring. Deskundigheidsgebieden die ROOD op Aantal (het minimale aantal medewerkers met de omschreven deskundigheid en frequentie waarover de organisatie moet kunnen beschikken om de noodzakelijke deskundigheid te kunnen borgen) betreffen: 1. Toezicht en handhaving Groene wetten 2. Externe veiligheid 3. Geluid complex De deskundigheidsgebieden die ROOD kleuren op Frequentie (de minimale frequentie per jaar waarmee een taak zelfstandig moet worden uitgevoerd om de deskundigheid te behouden) betreffen: 1. Vergunningverlening bouwen en RO complex. De eis wordt uitsluitend niet behaald bij de sloopmeldingen omdat er niet twee medewerkers zijn die 2/3 van de tijd daarmee bezig zijn. Landelijk gezien wordt de frequentie eis van activiteit 4 door bijna geen enkele gemeente behaald. 2. VV Milieu 3. Toezicht en handhaving Bodem 4. Toezicht en handhaving Groene wetten 5. Bouwfysica complex 6. Constructieve veiligheid complex 7. Bouwakoestiek complex 8. Bodem, Bouwstoffen en Water 9. Geluid complex 10. Groen en ecologie 11. Luchtkwaliteit 12. Externe veiligheid 13. Cultuurhistorie
21
De deskundigheidsgebieden die ROOD kleuren op Opleiding( de minimale basisopleiding en een indicatie van de aard en de omvang van de benodigde aanvullende opleidingen waarmee de kennis is te verkrijgen), Kennis (het minimale aantal jaren relevante werkervaring die men nodig heeft om de taak zelfstandig uit te kunnen voeren of Aanvullende kennis ( de minimaal benodigde basiskennis en diepgaande kennis voor de zelfstandige uitvoering van de taak, in aanvulling op de opleidingen) betreffen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Toezicht en handhaving Bodem Toezicht en handhaving Groene wetten Externe veiligheid Geluid complex Luchtkwaliteit Cultuurhistorie
Dit betekent dat de volgende deskundigheidsgebieden op een onderdeel ROOD scoren: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Vergunningverlening bouwen en RO complex Vergunningverlening Milieu Toezicht en handhaving Bodem Toezicht en handhaving Groene wetten Bouwfysica complex Constructieve veiligheid Bouwakoestiek complex Bodem, Bouwstoffen en Water Externe veiligheid Geluid complex Groen en ecologie Luchtkwaliteit Cultuurhistorie
De deskundigheidsgebieden die GEEL kleuren zijn: 1. 2. 3. 4.
Ketentoezicht BOA’s Brandveiligheid Afvalwater (indirecte lozingen)
22
Conclusies Meierij
23
24
Bijlage 1 format verbeterplan
format Verbeterplan implementatie VTH-kwaliteitscriteria organisatie >
Versie 26 mei 2013
25
Oplegnotitie Voor een goede uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn door VNG, IPO en het Rijk (I&M) landelijke kwaliteitseisen ontwikkeld. Provincies en gemeenten zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de VTH-taken. Met de vorig jaar vastgelegde kwaliteitscriteria 2.1 zijn er afspraken gemaakt over de minimale kwaliteit van de uitvoering. Dit geldt zowel voor de taken die worden uitgevoerd door een regionale uitvoeringsdienst als voor VTH-taken die gemeenten, provincies, waterschappen en rijksdiensten in eigen beheer uitvoeren. De kwaliteitscriteria 2.1 bevatten criteria voor kritische massa, inhoud en proces. Kritische massa criteria geven aan welke capaciteit, kennis en ervaring tenminste in een organisatie aanwezig moet zijn om de VTH-taken goed uit te voeren. Nu de kwaliteitseisen zijn vastgesteld, gaat het er om dat er ook naar gewerkt gaat worden. Hiervoor is vanuit gemeenten en provincies een gezamenlijk opgezet implementatietraject gestart dat ongeveer twee jaar zal duren. Het doel van dit implementatieproces is dat vanaf 2015 uitvoeringsorganisaties een overeengekomen kwaliteitsniveau behalen en dit binnen hun organisatie geborgd hebben. De set met kwaliteitscriteria wordt wettelijk geborgd maar zal pas vanaf 1 januari 2015 worden toegepast. Tot die tijd krijgen de betrokken uitvoerders de gelegenheid om hun organisatie en inzet zo te regelen dat zij aan die criteria kunnen voldoen. De set geldt voor de VTH-taken met betrekking tot het bepaalde bij en krachtens de Wabo en de in artikel 5.1 Wabo genoemde wetten voor zover dat in die wetten is bepaald (dit betreft milieu, bouw, ruimtelijke ordening, monumenten, natuurbescherming, flora en fauna, water). De implementatie begint met een “startmeting” bij alle betrokken overheden. Voor de taken die door een RUD worden uitgevoerd kan de startmeting door de RUD worden uitgevoerd. Voor dit doel is een hulpmiddel ontwikkeld, waarmee men zelf de eigen situatie in beeld kan brengen (de zogenaamde zelfevaluatietool VTHkwaliteitscriteria of kortweg zelfevaluatietool). Na het in beeld brengen van de eigen situatie kan de betrokken overheid zonodig zelf een verbeterplan opstellen, de voortgang monitoren en aan het eind van dit implementatietraject een eindmeting uitvoeren met hetzelfde hulpmiddel als waarmee de beginsituatie is bepaald. De betrokken overheid is er verantwoordelijk voor dat de kwaliteit wordt geborgd. Het afronden van het implementatietraject is namelijk het begin van het systematisch blijven voldoen aan de kwaliteitseisen en het verbeteren van de beleids- en uitvoeringscyclus. Vanaf 2015 moet de kwaliteit op niveau gehouden worden via onder meer collegiale toetsing en horizontale verantwoording. Ook blijf de zelfevaluatietool nog enige tijd beschikbaar. Vrijwillig, maar niet vrijblijvend Dit implementatietraject is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. De provincies bevorderen in overleg met gemeenten de implementatie van de kwaliteitscriteria bij RUD’s, gemeenten, provincies, waterschappen en rijksdiensten. De provincies hebben deze coördinerende procesrol op grond van paragraaf 5.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; deze rol is ook opgenomen in het wetsvoorstel VTH. Concreet betekent dit dat de provincies de implementatie en borging van de kwaliteitscriteria coördineren.
Het implementatieproces VTH-kwaliteitscriteria kent de volgende fases: Fase 1 De startmeting (maart – mei 201 )
26
Het implementatietraject begint met het invullen van de zelfevaluatietool. Dit is een hulpmiddel waarmee organisaties hun eigen situatie in beeld kunnen brengen. De startmeting biedt inzicht in hoe de organisatie zich (eventueel met partners) verhoudt tot de VTH-kwaliteitscriteria 2.1. Op basis van de uitkomsten van deze startmeting weet men op welke punten de organisatie voldoet aan de kwaliteitscriteria en waar nog een verbeterslag nodig is. Fase 2 Het verbeterplan (juni – september 2013 ) Kunnen er nog verbeterslagen gemaakt worden, dan wordt hiervoor een verbeterplan opgesteld. Fase 3 Professionaliseren (oktober 2013 – oktober 2014) In deze periode worden de verbeteringen doorgevoerd en in de organisatie geborgd. Fase 4 De eindmeting (november – december 2014) Aan het eind van het verbetertraject wordt nogmaals de zelfevaluatietool ingevuld om te laten zien dat de organisatie voldoet aan de kwaliteitscriteria. Fase 5 Kwaliteitsborging (vanaf 2015) Hoewel het implementatietraject formeel is afgerond per 1 januari 2015, is er daarna natuurlijk ook nog aandacht voor kwaliteitsborging: het kwaliteitsniveau moet onderhouden worden. Het uitgangspunt hierbij is dat alle organisaties voor alle taken aan de kwaliteitseisen voldoen op 1 januari 2015 en dat het ieders taak en verantwoordelijkheid is om te zorgen dat dat zo blijft. Instrumenten die hierbij kunnen worden ingezet zijn bijvoorbeeld de collegiale toets en horizontale verantwoording. De zelfevaluatietool blijft nog enige tijd beschikbaar voor uitvoeringsorganisaties.
In de periode maart – mei 201 hebben wij onze huidige uitvoeringskwaliteit tegen het licht gehouden door een zelfevaluatie aan de hand van een landelijke vragenlijst (zelfevaluatietool). Vanuit deze situatie is bepaald wat wij nog moeten organiseren om de kwaliteit en professionaliteit van de uitvoering van onze VTH-taken op het gewenste niveau te krijgen. Het resultaat hiervan is verwoordt in dit verbeterplan. In dit verbeterplan zijn bestuurlijke opties geformuleerd die redelijkerwijs waarborgen dat de uitvoering van de VTH-taken per 1 januari 2015 aan het vereiste kwaliteitsniveau voldoet. In het plan wordt beschreven hoe de te realiseren verbeteringen worden aangepakt. Er is duidelijk aangegeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan om de verbeteringen te kunnen realiseren en of deze voorwaarden vervulbaar zijn. Voor alle verbeterpunten geldt, dat de portefeuillehouder > bestuurlijk verantwoordelijk en > ambtelijk verantwoordelijk is. Voor onze organisatie betekent dit het volgende: >
27
Inhoud verbeterplan
Hoofdstuk 1:
Resultaten startmeting
Hoofdstuk 2:
Verbetertraject
Hoofdstuk 3 :
Borging
Hoofdstuk 4:
Besluitvorming en communicatie
28
Hoofdstuk 1
Resultaten startmeting
Wij hebben de zelfevaluatietool ingevuld en inzicht gekregen of wij in 2015 kunnen voldoen aan de VTHkwaliteitscriteria en de uitvoering van onze taken goed geborgd hebben. Dit levert de volgende resultaten op: Hier invoegen: het individueel rapport dat u met de rapportagemogelijkheid in de zelfevaluatietool genereert. Verklaring van de tekens: groen = akkoord, geel = niet van toepassing/niet bruikbaar, oranje = maatregelen treffen, rood = voldoet niet
Hieruit blijkt dat wij voldoen aan de VTH-kwaliteitscriteria / nog niet op alle punten voldoen aan de kwaliteitscriteria. We scoren overwegend groen / deels oranje / op onderdelen rood. > (hier kunt u een nadere toelichting op deze resultaten opnemen)
29
Hoofdstuk 2:
Verbetertraject
Aan de hand van de resultaten van de startmeting constateren wij dat wij geen / een aantal acties moeten ondernemen om te kunnen voldoen aan de VTH-kwaliteitscriteria. Wij hebben hiertoe het volgende plan van aanpak opgesteld. Per verbeterpunt is een analyse gemaakt en uitgewerkt welke verbeteractie wij uitvoeren. De verbeterpunten kunnen op verschillende wijzen worden aangepakt. Er kan gekozen worden voor oplossingen op verschillende niveaus. Wij kunnen er voor kiezen om de verbetering in onze eigen organisatie door te voeren, aanhaken bij bestaande of nieuwe samenwerkingsverbanden, de taak onderbrengen bij een regionale uitvoeringsdienst of eventueel kiezen voor uitbesteding. Per verbeteractie is in onderstaand overzicht aangegeven voor welke niveau wij hierbij kiezen. Vervolgens is opgenomen wie verantwoordelijk is voor uitvoering van de desbetreffende actie en wordt een overzicht gegeven van de fasering in tijd en de middelen die benodigd zijn voor de uitvoering van ons verbetertraject. Voor de uitwerking van de verbeterpunten is (beleids)capaciteit aanwezig. De structureel benodigde middelen worden geborgd in onze begrotingscyclus. Tot slot zijn mogelijke risico’s vermeld. > hier kunt u een nadere toelichting op het verbeterplan invoegen
30
Kwaliteitscriterium
Verbeterpunt
Verbeteractie
Niveau van aanpak
Verantwoordelijk voor uitvoering
Realisatiedatum
Benodigde middelen
Risico’s
> neem hier het nummer op van het kwaliteitscriterium waar nog niet aan voldaan wordt
> beschrijf hier het verbeterpunt (wat moet er gebeuren?)
> beschrijf hier welke verbeteractie wordt ondernomen (hoe gaat u dat doen?)
> beschrijf hier voor welk niveau u kiest bij de verbeteractie (zelf doen, aanhaken bij nieuwe of bestaande samenwerkingsverban den, taak onderbrengen bij RUD, uitbesteding)
> geef hier aan wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de verbeteractie
> geef hier aan op welke datum de verbeteractie gerealiseerd moet zijn, zonodig met vermelding van fasering
> geef hier aan welke middelen benodigd zijn om de verbeteractie te kunnen uitvoeren
> beschrijf hier mogelijke risico’s bij het uitvoeren van de verbeteractie
N.B. : Dit is een voorbeeld van het plan van aanpak. De elementen die in dit overzicht genoemd staan, moeten in ieder geval zijn opgenomen in het verbeterplan. Indien u de voorkeur geeft aan een andere opmaak, bijvoorbeeld m.b.v. excell, dan is dat mogelijk.
Hoofdstuk :Borging Hoewel het implementatietraject formeel is afgerond per 1 januari 2015, hebben wij daarna uiteraard ook aandacht voor kwaliteitsborging. Het uitgangspunt bij dit traject is immers dat wij er voor zorgen dat al onze VTH-taken aan de kwaliteitseisen voldoen op 1 januari 2015. Het is onze taak en verantwoordelijkheid om te zorgen dat dat zo blijft. Wij zullen dit monitoren en de provincie ziet hier ook op toe vanuit haar interbestuurlijke toezichtsrol. Bij de monitoring en het op peil houden van het kwaliteitspeil zetten wij de volgende instrumenten in: horizontale verantwoording; collegiale toets; zelfevaluatietool; (blijft na 1 januari 2015 nog enige tijd beschikbaar) waarstaatjegemeente.nl (KING). (deze tool bevat het instrument toezichtinformatie, een set kernindicatoren, waarmee een basis wordt gevormd voor de horizontale verantwoording. Slechts enkele van deze indicatoren gaan over de kwaliteitscriteria VTH (“Uitvoering takenpakket Wabo VTHtaken conform kwaliteitscriteria 2.1” en “Mate van uitvoering achterblijvende taken Wabo VTH-taken in relatie tot kwaliteitscriteria (in procenten)”). Het instrument ondersteunt gemeenten invulling te geven aan de Wet revitalisering generiek toezicht die inzet op het versterken van de horizontale verantwoording en een afbouw van de verticale toezichtlast. Het is een compact basispakket van indicatoren en informatie die inzicht biedt op de uitvoering van medebewindstaken.)
32
Hoofdstuk 4:
Besluitvorming en communicatie
In dit verbeterplan wordt beschreven hoe de te realiseren verbeteringen worden aangepakt. Er is duidelijk aangegeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan om de verbeteringen te kunnen realiseren en of deze voorwaarden vervulbaar zijn. Voor alle verbeterpunten geldt, dat de portefeuillehouder > bestuurlijk verantwoordelijk en > ambtelijk verantwoordelijk is. De uitvoering van dit verbeterplan wordt gemonitord door > (hier kunt u de wijze van monitoring vermelden) Dit verbeterplan is op ambtelijk niveau voorbereid en op > (datum invullen) aan > voorgelegd voor bestuurlijke besluitvorming. De bestuurlijk vastgestelde versie van dit verbeterplan wordt ter informatie aan gedeputeerde staten van de provincie > gezonden, ter attentie van de provinciale coördinator implementatie VTH-kwaliteitscriteria.
33