Rapportage Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid Recreatie
In samenwerking met: Rijnland Advies
Inhoud
pagina
Voorwoord
1
1.
Inleiding
2
1.1
Even terugkijken…
2
1.2
Het onderzoek nader toegelicht
2
1.3
Dit rapport
3
2.
Resultaten werkgevers
4
2.1
Profiel van de bedrijven
4
2.2
Trots op het werk
6
2.3
Opleiden en ontwikkelen
7
2.4
Vitaliteit
10
2.5
De toekomst
12
2.6
Ondersteuning door sectoren en brancheverenigingen
15
3
Resultaten werknemers
16
3.1
Profiel van de werknemers
16
3.2
Trots op het werk
20
3.3
Opleiden en ontwikkelen
21
3.4
Vitaliteit
25
3.5
De toekomst
28
3.6
Opmerkingen
31
Samenvatting
Bijlagen 1. Vragenlijst werkgevers 2. Vragenlijst werknemers 3. Rechte tellingen werknemers 4. Opmerkingen werknemers 5. Verslag Expertsessie
32
Voorwoord Voor u ligt de sectorale rapportage recreatie van het project Baan je toekomst. Een belangrijke en bovenal interessante mijlpaal binnen dit project. Het project Baan je toekomst is een avontuur waarmee Atrium groep begin 2013 is gestart. In het najaar van 2013 heeft dit project zijn definitieve vorm gekregen doordat drie branches zich hebben gecommitteerd aan dit project. Hetgeen een definitief ‘go’ betekende. Vanaf die tijd is er door de sectoren en het projectteam hard gewerkt aan de eerste fasen van het onderzoek, namelijk het onderzoek en de expertsessies. Medewerkers werden benaderd, er werd ‘gefacebookt’, Ipads zijn uitgereikt en we zijn door het hele land gereisd voor interviews met diverse bedrijven. Voor het tot stand komen van deze rapportage is nauw samengewerkt met onderzoeksbureau Rijnland Advies. Zij hebben ons ondersteund en geadviseerd om te komen tot een gedegen en representatief onderzoek. Waarvoor onze dank! Daarnaast een woord van dank richting de werknemers en de bedrijven die zich hebben ingezet voor het leveren van input voor dit onderzoek. Zonder input immers geen resultaat en geen goede basis voor een rapport. Wij wensen u veel leesplezier en hopen dat u nuttige informatie aantreft. Het projectteam Baan je Toekomst
1
1.
Inleiding
1.1 Even terugkijken….. De komende jaren verandert de arbeidsmarkt door vergrijzing, nieuwe technieken en globalisering. Deze veranderingen hebben effect op bedrijven en medewerkers. Werkgeversorganisaties, vakbonden en O&O-fondsen in diverse sectoren zijn bij uitstek de regisseur van deze veranderingen. Atrium groep adviseert deze organisaties over duurzame inzetbaarheid. Duurzame inzetbaarheid is “de mate, waarin medewerkers productief, gemotiveerd en gezond willen en kunnen blijven werken binnen en/of buiten het bedrijf/de organisatie/maatschappij”. Om dit onderwerp meer handen en voeten te geven en een leidraad te beiden voor sectoren en hun medewerkers en bedrijven, is Atrium groep in 2013 het project Baan je toekomst gestart met een drie Sectoren; de contractcatering, de recreatie en de watersportindustrie. Doelstellingen - Intersectoraal samenwerken en zo de inzetbaarheid van werknemers verhogen en de productiviteit van bedrijven te vergroten (per sector). - Een intersectorale denktank vormen voor (open sociale) innovatie. - Een doorkijk geven naar de toekomst van het O&O fonds / cao partijen. - Een dialoog op gang brengen dialoog met de achterban en nog niet aangesproken werkgevers en werknemers bereiken. - Passende instrumenten voor bedrijven en de loopbaan van werknemers ontwikkelen. Het project tot nu toe Binnen het project is het thema van duurzame inzetbaarheid vormgegeven langs drie thema’s: trots, vitaliteit en opleiden. De volgende stappen zijn inmiddels gezet: Onderzoek naar de huidige stand van zaken in de sectoren middels een enquête onder de medewerkers in de sectoren en interviews met werkgevers. Dit onderzoek ligt aan de basis van deze rapportage. Tevens is deze rapportage uitgebreid met het verslag van de expertsessie (zie bijlage 5). Tijdens deze expertsessie zijn de voorlopige resultaten van het onderzoek in een brainstormsessie besproken met vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers en experts op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Dit alles heeft geleid tot aanbevelingen per sector welke separaat van deze rapportage opgeleverd zijn. Deze aanbevelingen in combinatie met deze rapportage bieden een aanzet tot het opstellen van toekomstig beleid in de sector. Wat kunt u nog verwachten? Na de sectorale expertsessie zal er nog een intersectorale expertsessie plaatsvinden. Tijdens deze sessie schuiven vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers in de drie sectoren aan evenals experts op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Tijdens deze sessie zullen de intersectorale vergelijkingen van het onderzoek besproken worden. Het project zal worden afgesloten met een intersectorale eindrapportage en een congres. 1.2 Het onderzoek nader toegelicht Voor elke deelnemende sector zijn twee vragenlijsten gemaakt; één voor bedrijven en één voor werknemers. De vragen hebben betrekking op de relevante thema’s van sociale innovatie. De branches hebben samen met Atrium groep twee conceptvragenlijsten opgesteld, met de aangegeven thema’s als uitgangspunt, en Rijnland Advies heeft deze nog verder aangevuld en bewerkt. De definitieve vragenlijsten zijn ter fiattering voorgelegd aan de opdrachtgever. Deze vragenlijsten treft u aan in bijlage 1 en 2.
2
Vragenlijst werknemers De definitieve internetvragenlijsten zijn gebouwd, opgemaakt in de gewenste stijl en voorzien van de eigen logo’s van de bedrijfstakken. De werknemers werden uitgenodigd via een kaart. De kaart is verstuurd naar een random steekproef van 5.000 werknemers uit de totale populatie van werknemers die vallen onder de werkingssfeer van het Sociaal Fonds Recreatie. Na zes weken is de vragenlijst voor de werknemers afgesloten. Statische betrouwbaarheid De respons in de recreatie heeft een hoge statistische betrouwbaarheid. In totaal zijn er voor de recreatie 389 ingevulde vragenlijsten verwerkt. Deze respons biedt een hoge statistische betrouwbaarheid. De onnauwkeurigheidsmarge bedraagt maximaal 5%. Een voorbeeld: Stel een score op een vraag bedraagt 50%. Dan zou het resultaat, dat verkregen zou zijn als de gehele populatie zou zijn ondervraagd, met een waarschijnlijkheid van 95% liggen tussen (50-5=) 45% en (50+5=) 55%. Als de score verder ‘uit het midden ligt’, is de onnauwkeurigheidsmarge kleiner. Vragenlijst werkgevers De bedrijven zijn benaderd door Atrium groep. Met 9 bedrijven -een mix van grote en kleine bedrijven en zwembaden en bedrijven in de verblijfsrecreatie, verspreid over Nederland- is door middel van een interview de vragenlijst voor werkgevers ingevuld. Atrium groep heeft de ingevulde vragenlijsten opgestuurd naar Rijnland Advies, daar zijn de vragenlijsten ingevoerd in SPSS en geanalyseerd. 1.3 Dit rapport In deze rapportage treft u eerst de resultaten van de interviews met de werkgevers, gevolgd door de resultaten van de enquête onder de werknemers. Deze resultaten zijn onderverdeeld in de thema’s trots, vitaliteit, opleiden en de toekomst. Aan het einde van de rapportage treft u de samenvatting aan. De resultaten per vraag (rechte tellingen) treft u aan in bijlage 3. Als er gesproken wordt over verschillen tussen groepen medewerkers, gaat het om significante verschillen.
3
2.
Resultaten werkgevers
In totaal zijn er negen werkgevers in de recreatie geïnterviewd (zie bijlage 1 voor vragenlijst). Vier respondenten zijn HR-manager/HR-adviseur en de anderen zijn directeur, accommodatiemanager, directeur exploitatie, hoofd zwemzaken en administratief medewerker. 2.1 Profiel van de bedrijven Zeven van de negen bedrijven zijn onderdeel van een groter geheel. De (hoofdkantoren van de bedrijven zijn gevestigd in Zuid-Holland (4x), Noord-Holland (3x), Utrecht (1x) en Overijssel (1x). Voor 44% van de ondervraagde bedrijven in de recreatie is het zwembad de belangrijkste hoofdactiviteit. Belangrijkste activiteiten van het bedrijf (n=9) zwembad
44%
bungalowpark
22%
camping
22%
anders
11%
Het bedrijf dat iets anders doet, noemt de combinatie van zwembad en sporthal/sauna/fitness en horeca. Gemiddeld hebben de negen bedrijven 752 medewerkers in dienst. Aantal medewerkers van het bedrijf (n=9) 10 medewerkers of minder
0%
tussen de 11 en 20 medewerkers
11%
tussen de 21 en 50 medewerkers
33%
tussen de 51 en 100 medewerkers
22%
meer dan 100 medewerkers
33%
De verhouding mannen en vrouwen binnen de ondervraagde bedrijven in de recreatie is 40% – 60%. De verdeling naar geslacht (n=9) mannen
40%
vrouwen
60%
4
Bij 44% van de bedrijven ligt het zwaartepunt van de leeftijden bij de groep 25 tot en met 44 jaar. De verdeling over leeftijdsklasse ziet er als volgt uit: De verdeling naar leeftijdsklasse (n=9) 15 t/m 24 jaar
33%
25 t/m 44 jaar
44%
45 jaar en ouder
22%
In de gesprekken is de precieze onderverdeling naar het opleidingsniveau van de medewerkers in de recreatie niet overal duidelijk geworden. Gemiddeld heeft iets meer dan de helft (56%) van de medewerkers volgens de HR-managers een opleiding op mbo-niveau. Een functie op het gebied van recreatie en vermaak komt het vaakst voor onder de medewerkers. De verdeling naar functiegroepen (n=9) recreatie en vermaak
32%
voedselbereiding en bediening
15%
ontvangst en beveiliging
11%
techniek en groen
9%
schoonmaak en logistiek
9%
ondersteuning management
8%
management/bedrijfsleider
6%
administratie/secretariaat
5%
winkelverkoop
5%
wellness en sauna
1%
Gemiddeld heeft 56% van de medewerkers een vast dienstverband (voor onbepaalde tijd). Iets meer dan een kwart (28%) heeft een tijdelijk contact en 16% van de medewerkers heeft een oproepcontract of 0-urencontract. Soorten dienstverband (n=9) contract voor onbepaalde tijd
56%
tijdelijk contract (voor bepaalde tijd)
28%
oproepcontract
16%
anders
0%
5
2.2 Trots op het werk De werkgevers hebben een aantal stellingen voorgelegd gekregen. Twee derde van de geïnterviewden vindt dat de werknemers trots op het bedrijf en trots op hun werkzaamheden zijn. De toelichting op de antwoorden staat hieronder.
Volgens 67% van de werkgevers zijn werknemers over het algemeen trots op het bedrijf. Toelichting Trots op het bedrijf Elk jaar is er een medewerkerstevredenheidsonderzoek. 86% is tevreden en 5% meer dan tevreden, 12% ontevreden. Medewerkers scoren op passie, drive en discipline. Hoe meer delight medewerker je bent, hoe meer delight de gast is. Dit komt uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek dat ieder jaar wordt uigevoerd. Men is niet zozeer trots op het bedrijf, maar op de accommodatie waar men werkt. De benaming trots ligt wat gevoelig. Er heerst eerder het idee: doe maar normaal. Door het wegvallen van het schoolzwemmen zijn er oriëntatiegesprekken gevoerd met medewerkers waarin aan de orde is gekomen hoe tevreden men is. Dezelfde groep werknemers (67%) is volgens de werkgevers trots op hun werkzaamheden. Toelichting Trots op de werkzaamheden Het werk heeft ook minder leuke kanten. De organisatie hanteert de filosofie dat gezamenlijk het werk wordt opgepakt. Dus als het zo uitkomt, moet je weleens de wc schoonmaken. De meningen zijn iets meer verdeeld over of werknemers zich over het algemeen gewaardeerd voelen in hun werk. 56% is het er niet mee eens, maar ook niet mee oneens. Een toelichting van een van de respondenten: “Waardering wordt gemeten in betrokkenheid: 54% is betrokken, 5% zeer betrokken en 46% is weinig betrokken.” Volgens alle ondervraagden wordt er naar de ideeën van de medewerkers geluisterd en wordt er ook wat mee gedaan. Wat de bedrijven er mee doen, staat in het overzicht. Toelichting Wat er met de ideeën van medewerkers wordt gedaan Deze worden in de MT-vergadering besproken, een keer per zes weken. De ideeën worden praktisch toegepast. Maar er kan beter geluisterd worden, want de medewerkers hebben niet altijd het gevoel dat er iets mee wordt gedaan. Er wordt 4 à 5 keer per jaar overleg gevoerd met alle medewerker. Die ideeën worden uitgevoerd zodra de mogelijkheden aanwezig zijn. Er wordt gepaste aandacht geschonken aan de ideeën in de diverse teamoverleggen. Het idee wordt serieus genomen en indien mogelijk ook uitgevoerd. Er wordt opgeroepen suggesties te delen via intranet en een magazine.
6
Er is een open cultuur en duidelijk overlegstructuur. Een idee wordt doorgevoerd, maar men is wel kritisch op de financiën. We hebben een ideeënbus. Je kunt er niet altijd wat mee. Er is een spanningsveld met de financiën. Wel gelden er ‘golden rules’ die op elk park uitgevoerd moet worden, over performance, management en communicatie. Er is een uitgebreide vergadercultuur met ruimte voor ideeën. Er wordt een 5jarenplan opgesteld, bottum up, vanuit de filosofie dat de medewerkers het beste weten wat gasten willen. Opleidingen zoeken.
2.3 Opleiden en ontwikkelen Volgens de meeste respondenten hebben de medewerkers over het algemeen de juiste opleiding voor hun werk. Eén van de ondervraagden vindt dat de opleiding over het algemeen te laag is en één HRmanager zegt dat men vaak opgeleid is voor een ander beroep. Eén van de ondervraagden voegt er aan toe dat medewerkers zelf vinden dat ze voldoende zijn opgeleid, maar dat het management daar anders over denkt. Opleiding is niet hetzelfde als ervaring. Vooral bij de jonge medewerkers ontbreekt veel ervaring, aldus de HR-manager van een groot bedrijf. Juiste opleiding medewerkers (n=9) ja
67%
nee, vaak te laag opgeleid
11%
nee, vaak opgeleid voor een ander beroep
11%
geen mening
11%
7
Belangrijke opleidingen en cursussen De bedrijven hebben vooral behoefte aan opleidingen op mbo- en hbo-niveau en cursussen vooral op vmbo- en mbo-niveau. Een aantal bedrijven geeft aan dat er veel intern wordt opgeleid.
Belangrijke opleidingen en cursussen Administratie en receptie. Techniek en groen. Opleidingen gericht op schoonmaak (bungalow). Cursus gastgerichtheid/hospitality. Praktijkopleiding SFR. Sport en Bewegen. Zwem ABC/Lifeguard/reddend zwemmen. BHV/EHBO. Agressietraining. Themagerichte workshops. Cursus Kinderen met beperking. Sociale hygiëne. Praktijkbegeleider. Omgaan met gereedschap. Aanvulling op doelgroepactiviteiten. Fitvak A&B.
Volgens de meeste (78%) bedrijven bezitten de medewerkers voldoende werkervaring.
Werkervaring medewerkers (n=9) voldoende werkervaring
78%
te weinig werkervaring
22%
8
Er is gevraagd wat de bedrijven doen zodat hun werknemers zo goed mogelijk (bij)blijven. Alle bedrijven zorgen ervoor dat men kan leren van collega’s of leidinggevende en men kan korte cursussen volgen. Bij zes bedrijven hebben werknemers ook de mogelijkheid om beroepsopleidingen te volgen. Ook worden er nog andere mogelijkheden genoemd, als het organiseren van trainingsweekenden voor met name seizoensmedewerkers, het talentenprogramma waarbij men mensen met specifieke talenten of kwaliteiten een cursus laat verzorgen of afspraken maken over kwaliteit van het eigen werk. Doen om bij te blijven (n=9) volgen van korte cursussen
100%
leren van collega/leidinggevende (coaching)
78%
volgen van beroepsopleiding
44%
iets anders
33%
Bij acht van de negen (89%) bedrijven worden er afspraken gemaakt met werknemers over hoe ze goed (bij)blijven in hun vak. Veelal worden hier de functionerings- en beoordelingsgesprekken voor gebruikt.
Toelichting Vastleggen van afspraken In functioneringsgesprekken: 3x per jaar start-, voortgangs- en beoordelingsgesprek. Via functioneringsgesprekken en vastleggen in POP. Het is geen verplichting, maar een verzoek. Er wordt gepusht tijdens evaluatiegesprekken, maar het is vrijwillig. Als men wil, kan er veel. Maar men moet wel flexibel zijn. Er worden afspraken vastgelegd, maar op vrijwillige basis.
Waar die afspraken over gaan of over zouden moeten gaan? Met name over het volgen van korte cursussen een coaching op de werkvloer. Afspraken ontwikkeling medewerkers (n=8) volgen van korte cursussen
78%
coaching op de werkvloer
56%
volgen van beroepsopleidingen
44%
ervaring opdoen in een andere functie
33%
ervaring opdoen in een hogere functie
33%
carrièremogelijkheden
33%
gebruik maken van EVC
11%
loopbaanplanning/-check/-advies
11%
ervaring opdoen bij een ander bedrijf
11%
anders
22%
9
Bij de meeste bedrijven wordt er gesproken over de plannen die het bedrijf met de werknemers heeft. Bij twee bedrijven is dit geen onderwerp van gesprek. Eén bedrijf geeft aan dat het een platte organisatie is en het andere bedrijf zegt dat het lastig is binnen een klein bedrijf. Gesprek over plannen met werknemer (n=9) ja, daar is wel eens over gesproken
44%
ja, elk jaar
33%
nee
22%
2.4 Vitaliteit Aan de vertegenwoordigers van de bedrijven is gevraagd hoe de werknemers hun werk ervaren en hoe het met de belasting zit. Volgens de bedrijven hebben werknemers last van lichamelijke belasting. Volgens 33% hebben enkele werknemers daar last van en volgens 33% heeft een minderheid er last van. Volgens de andere drie bedrijven hebben werknemers geen last van lichamelijke belasting Bij last van psychische belasting geven twee bedrijven dat de meeste werknemers er last van hebben, twee respondenten zeggen dat enkele medewerkers daar last van hebben en zegt een bedrijf dat een minderheid hier last van ondervindt. Volgens vier bedrijven ervaren werknemers geen psychische belasting. De geïnterviewden gaven een toelichting op de klachten. Toelichting Klachten medewerkers Lichamelijke klachten vooral bij de buitendienst (groen en techniek). Klachten aan de longen (chloor) en reumatische klachten door temperatuurswisselingen. Soms hebben werknemers last van druk van ouders bij de zwemles. Het verzuim is heel laag. Komt mogelijk door betrokkenheid en goede sfeer. Agressie en lastige ouders. Weinig klachten door goede sfeer, vakantiegangers, vrolijke mensen. Werkdruk door het niet altijd volgen van de juiste methode bij met name housekeeping. Vaak in combinatie met privé. Burnout werkgerelateerd is zeldzaam. Met name lichamelijke klachten bij housekeeping en bediening.
10
Twee ondervraagden denken dat het percentage werknemers met last in de toekomst groter zal worden. Volgens 56% blijft het percentage gelijk en 22% weet het niet. Toelichting Klachten medewerkers in de toekomst De druk op de financiën in gezinnen wordt groter en dat leidt tot meer druk bij ouders om hun kinderen het zwemdiploma snel te laten halen. Dat leidt tot meer druk bij de zwemonderwijzer. We zullen moeten schakelen op de vergrijzing. Nieuwe werkmethodes en nieuwe manieren, waardoor minder mensen hetzelfde werk doen. Ik heb er geen ervaring mee.
Bijna alle (89%) bedrijven zeggen dat het bedrijf iets doet om werknemers gezond en fit aan het werk te houden. Wat ze doen, is hieronder weergegeven. Toelichting Inzet bedrijf om werknemers gezond en fit te houden Aanschaffen of inhuren van bepaalde apparatuur en hulpmiddelen. Drie keer per jaar een zwemtest. Fitness, kortingsregelingen en arbo-voorwaarden. We bieden aan, maar het is vrijblijvend. Gebruik van fitness voor vast personeel. Hulpmiddelen, tiltraining, veiligheidstraining, tillift, aanpassingen op de werkvloer, preventie arbo-consulten, promotie van sportactiviteiten, parkvoetbalwedstrijd en vitaliteitsprogramma. Ophangsysteem duikscherm, oordopjes op maat bij toezicht, regelmatig pauze. RI&E’s uitvoeren. Medewerkers wijzen op arbocatalogus. We voldoen aan de arbo-wetgeving. We hebben een fitte groep mensen.
44% van de bedrijven vindt dat er in de toekomst afspraken gemaakt moeten worden over wat er gedaan kan worden om fit te blijven. De andere vijf bedrijven vinden dat niet.
11
Waar die afspraken over gaan of over zouden moeten gaan? Afspraken (n=4) lichamelijke werkbelasting
75%
psychische werkbelasting
75%
scholing
50%
gezonde voeding
50%
werkrooster
50%
werkinhoud
50%
sporten
50%
aantal te werken uren per week/maand
25%
gezonde leefwijze
25%
gezonde werkplek (arbo verantwoord) regelmogelijkheden (zelf bepalen tempo, volgorde taken en werkonderbrekingen) extra vakantiedagen
25%
anders
50%
25% 25%
Andere punten die nog genoemd zijn: - financiële gezondheid; - afhankelijk van de persoon. Eén bedrijf merkt op dat het gezond en fit blijven vooral een persoonlijke verantwoordelijkheid is. Uiteraard is er een protocol ziekteverzuim en krijgen medewerkers boven de 50 jaar een medische keuring aangeboden, maar daar wordt geen gebruik van gemaakt. 2.5 De toekomst Aan de respondenten is gevraagd wat de drie belangrijkste redenen voor werknemers zijn om van baan te wisselen. Een manager die ‘anders’ aan gegeven heeft, zegt dat de kleine contracten (housekeeping) een reden is om weg te gaan en dat medewerkers ook vertrekken omdat de ze niet in het team passen of verhuizen. De belangrijkste redenen om van baan te wisselen (n=9) salaris
56%
inhoud van het werk
44%
weinig carrière/doorgroeimogelijkheden
44%
reistijd
33%
werktijden
22%
lichamelijke belasting
11%
privé-werk balans
11%
leeftijd
11%
weinig opleidingsmogelijkheden
11%
anders
33%
12
Mocht het in de toekomst nodig zijn dat personeel uitgewisseld dient te worden, ligt dit het meest voor de hand met de horeca en de zorg- en sportsector. Meer dan de helft noemde toch ook de recreatie (andere bedrijfstakken). De respondenten konden meerdere antwoorden geven. Bij ‘anders’ wordt nog gezegd dat de branche niet zo veel uitmaakt. Een praktische instelling en relativeringsvermogen zijn noodzakelijk. Uitwisseling personeel met andere branches (n=9) horeca
67%
schoonmaak
44%
zorg en sport
44%
techniek
33%
overheid, onderwijs
33%
groen
22%
beveiliging
22%
anders
11%
Een van ondervraagden merkte op dat uitwisseling in theorie heel mooi is, maar in de praktijk heel lastig blijkt, bijvoorbeeld vanwege andere uren. Zij hebben het wel eens geprobeerd met een schoonmaakbedrijf. Een ander voegt toe dat seizoensgebonden werkzaamheden uitwisseling lastig maakt. In Frankrijk zie je bijvoorbeeld dat mensen in de zomer surfles geven en in de winter skiles. Bij twee van de negen (22%) bedrijven zijn er de laatste 12 maanden gedwongen ontslagen gevallen. Het aantal medewerkers met ontslag is niet genoemd. Eén bedrijf heeft de laatste 12 maanden moeilijk vervulbare vacatures gehad: manager en zweminstructeur in Zeeland. Voor de overige bedrijven geldt dat er voldoende aanbod is op de arbeidsmarkt en dat men soms iets meer moeite moet doen, bijvoorbeeld voor specialistische functies als online marketing. Aan de bedrijven is gevraagd in welke provincie het het moeilijkst is om aan geschikt personeel te komen. Zeven bedrijven (78%) hebben hier helemaal geen moeite mee, maar voor twee bedrijven is het lastig om in de provincie Zeeland aan goede mensen te komen.
13
Zeven van de negen bedrijven (78%) denken dat het aantal banen bij het bedrijf in de komende twee jaar gelijk zal blijven. Een bedrijf verwacht dat het aantal banen kleiner zal worden en het ander bedrijf denkt dat het aantal banen zal groeien. De toelichting staat in het overzicht. Toelichting Ontwikkeling banen in de komende twee jaar Het plafond aan activiteiten is bereikt. Het ledenaantal blijft gelijk. Na de klap van het wegvallen van het schoolzwemmen, is de basis bereikt. Geen uitbreiding in de toekomst verwacht. De zittende medewerkers blijven zitten. Dit is marktgerelateerd. Het aantal op het hoofdkantoor blijft gelijk. Met de overname is er veel gebeurd: 180 personen weg. Het bedrijf is al heel lean and mean ingericht. Er zal nog strakker op de uren gestuurd worden. Het aantal banen blijft gelijk, maar het aantal vacatures groeit. Uitstoom ouderen, minder instroom en vergrijzing. Uitbreiding van activiteiten bij sporthal en horeca.
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt Volgens de ondervraagden is er een aantal positieve ontwikkelingen zichtbaar, dat van invloed zal zijn op de arbeidsmarkt en de bedrijfsvoering. Toelichting Positieve ontwikkelingen op de arbeidsmarkt Het aanbod is groot. Er zijn veel werkzoekenden. Er is een ruim aanbod aan werkzoekenden. Veel aandacht voor gezondheid en gezond ouder worden. Verbetering van de economie en positieve leeftijdsdiscriminatie. Meer banen in de toekomst. Zeker geen tekort. Voldoende aanbod.
14
Er wordt een aantal negatieve ontwikkelingen genoemd.
Toelichting Negatieve ontwikkelingen op de arbeidsmarkt Blijvende onzekere economie, meer werkzoekenden voor minder banen en vergrijzing. Tekort aan specialisten en verplaatsing internationale arbeidsmarkt. De komende generatie is verwend. Minder aanbod door het aantrekken van de economie. De betere krachten worden weggekaapt door bedrijven die wel vaste banen kunnen bieden. Ouders zijn kritischer en er is minder zwemonderwijs. Het schoolzwemmen vervalt en minder subsidie van gemeenten voor zwembaden Vergrijzing en de groep 55+ groeit. Er is geen geld voor een coachende rol. Minder mensen op vakantie door de crisis en er wordt minder gekampeerd.
2.6 Ondersteuning door sectoren en brancheverenigingen Aan de mensen is gevraagd hoe de sector en de branchevereniging de bedrijven kunnen ondersteunen bij de inzetbaarheid van mensen. Het faciliteren of (financieel) ondersteunen van cursussen wordt vier keer genoemd. Loopbaanadvies, sollicitatietraining, begeleiding van stagiairs en jonge medewerkers, arbeidsbemiddelingstrajecten, leertrajecten en coaching van oudere werknemers worden allen twee keer genoemd. Ondersteuning bij werk-naar-werkbegeleiding, begeleiden van duaal/deeltijd hbo en het aannemen van Wajongers worden één keer genoemd. De geïnterviewden hadden nog andere suggesties of opmerkingen. Die staan in het overzicht.
Toelichting Ondersteuning door de branchevereniging Elkaar ondersteunen, bijvoorbeeld therapie. Het is een meerwaarde om branches samen te voegen. Stimuleren netwerk intersectorale mobiliteit met als doel bewustwording van de mogelijkheden. Bij stagiairs is het nu een doolhof met veel onduidelijkheden. Mede door het opheffen van kenniscentra. Er is veel bureaucratie. Het zou eenvoudiger kunnen via bijvoorbeeld Recron.
15
3.
Resultaten werknemers
In totaal hebben 389 werknemers in de recreatiebranche de vragenlijst (zie bijlage 2) ingevuld. De vragenlijst heeft 6 weken opengestaan in vanaf de laatste week van januari 2014. Dit wil zeggen dat de vragenlijst in het laagseizoen is uitgezet en de kans klein is dat seizoensmedewerkers de vragenlijst hebben ingevuld. 3.1 Profiel van de werknemers Twee derde van de medewerkers die de vragenlijst hebben ingevuld is vrouw. De verdeling naar geslacht (n=389) mannen
34%
vrouwen
66%
De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 37 jaar. De verdeling over leeftijdsklasse ziet er als volgt uit. De verdeling naar leeftijdsklasse (n=389) 15 t/m 24 jaar
31%
25 t/m 44 jaar
32%
45 jaar en ouder
37%
Twee derde van de medewerkers in de recreatie heeft een beroepsopleiding als hoogst afgemaakte opleiding. 43% van de ondervraagden heeft een opleiding op mbo-niveau en een kwart (24%) van de medewerkers heeft een afgeronde opleiding op hbo-of universitair niveau. De verdeling naar opleidingsniveau (n=389) basisonderwijs
3%
vmbo
17%
havo/vwo
13%
mbo
43%
hbo/universiteit
24%
16
De verdeling van opleidingsniveau naar leeftijd laat zien dat een aantal jongeren nog geen diploma heeft, de 25 tot en met 44-jarigen vaker hoger opgeleid zijn en dat de ouderen vaker een opleiding op vmbo-niveau hebben.
Opleidingsniveau basisonderwijs vmbo havo/vwo mbo hbo/universiteit Totaal
15 t/m 24 jaar 7% 12% 25% 41% 17%
Leeftijd 25 t/m 44 jaar
n=121
Totaal
0% 7% 8% 44% 40%
45 jaar en ouder 1% 30% 8% 46% 16%
n=122
n=145
n=388
3% 17% 13% 44% 24%
De medewerkers zijn werkzaam bij verschillende soorten bedrijven in de recreatiesector. Het gaat met name om bungalowparken (inclusief groepsaccommodatie), zwembaden en campings. Belangrijkste activiteit van het bedrijf (n=389) bungalowpark
32%
zwembad
31%
camping
24%
anders
12%
Bij zwembaden werken de meeste personen van 45 jaar en ouder (43%) en bij campings is de laagste leeftijdscategorie (34%) de grootste. Belangrijkste activiteit bedrijf Bungalowpark/groepsaccommodatie zwembad camping anders Totaal
15 t/m 24 jaar
Leeftijd 25 t/m 44 jaar
45 jaar en ouder
Totaal
29%
35%
33%
32%
22% 34% 15%
27% 24% 14%
43% 15% 9%
31% 24% 12%
n=121
n=122
n=145
n=388
Gemiddeld hebben de bedrijven waar men werkzaam is 57 medewerkers in dienst. Aantal medewerkers van het bedrijf (n=389) 10 medewerkers of minder
23%
tussen de 11 en 20 medewerkers
19%
tussen de 21 en 50 medewerkers
38%
tussen de 51 en 100 medewerkers
11%
meer dan 100 medewerkers
9%
17
De verdeling van het aantal medewerkers naar de bedrijfstak laat zien dat de bungalowparken de grootste bedrijven zijn.
Aantal medewerkers
zwembad
10 of minder 11 t/m 20 21 t/m 50 51 t/m 100 meer dan 100 Totaal
9% 51% 57% 12% 3% n=122
Bedrijfstak bungalowpark/ camping groepsaccommodatie 23% 38% 18% 20% 28% 28% 14% 10% 18% 4% n=126
n=93
anders
Totaal
29% 23% 35% 6% 6%
23% 19% 38% 11% 9%
n=48
n=389
De grootste groep medewerkers is werkzaam in de regio Zuid (provincies Noord-Brabant en Limburg) en daarna in de kustprovincies (Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland). De regio Midden omvat de provincies Utrecht, Gelderland en Flevoland en regio Noord de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel. Regio waar men werkt (n=389) Noord
23%
Midden
22%
Kust
27%
Zuid
28%
De functie ‘medewerker’ komt het vaakst voor onder de respondenten. De verdeling naar functiegroepen (n=389) medewerker
75%
leidinggevende (meer dan 5 medewerkers)
14%
leidinggevende (minder dan 5 medewerkers)
6%
anders
5%
De respondenten die een andere functie vervullen, noemen: (assistent)manager (4x); meerdere of wisselende functies (3x); beheerder (2x); stagiair (2x;) doelgroep-instructeur; praktijkbegeleidster; directeur; zelfstandige; hulpkracht; schoonmaker.
18
Iets meer dan de helft (53%) van de medewerkers heeft een vast dienstverband (voor onbepaalde tijd). Een kwart (25%) van de medewerkers heeft een tijdelijk contract en 21% een oproepcontract of 0-urencontract. Soort dienstverband (n=389) contract voor onbepaalde tijd
53%
tijdelijk contract (voor bepaalde tijd)
25%
oproepcontract
21%
anders
2%
De verdeling van dienstverband naar leeftijd ziet er als volgt uit. De oudere medewerkers hebben vaker een vast contract.
Soort contract onbepaalde tijd tijdelijk contract oproepcontract of 0-urencontract anders
15 t/m 24 jaar 7% 37%
Totaal
Leeftijd 25 t/m 44 jaar
Totaal
66% 25%
45 jaar en ouder 79% 14%
51%
8%
6%
21%
4%
0%
1%
2%
n=121
n=122
n=145
53% 25%
n=388
De verdeling naar soorten contract en de bedrijfstak laat zien dat medewerkers bij de zwembaden vaker een vast contract hebben.
Soort contract onbepaalde tijd tijdelijk contract oproepcontract of 0-urencontract anders Totaal
zwembad 66% 16%
Bedrijfstak bungalowpark/ camping groepsaccommodatie 56% 40% 27% 28%
anders
Totaal
38% 33%
53% 25%
17%
14%
31%
27%
21%
1%
3%
1%
2%
2%
n=122
n=126
n=93
n=48
n=389
Gemiddeld werken de ondervraagde medewerkers in de recreatiesector 24 uur per week. Gemiddeld werkt men 8 jaar en 2 maanden bij het huidige bedrijf en werkt men gemiddeld 10 jaar en 4 maanden in de recreatiesector.
19
3.2 Trots op het werk De werknemers hebben een aantal stellingen voorgelegd gekregen. De meeste medewerkers (79%) zijn trots op hun werkzaamheden en 60% is ook trots op het bedrijf waar men werkt. 58% van de medewerkers in de recreatiesector voelt zich gewaardeerd in het werk, een derde antwoordt neutraal en 9% voelt zich niet gewaardeerd. Verschillen tussen groepen medewerkers: De medewerkers uit een groot bedrijf met meer dan 100 medewerkers zijn het vaker ‘oneens’ met de stelling ‘ik ben trots op mijn bedrijf (werkgever): 15% tegenover 7% gemiddeld. Oudere medewerkers zijn vaker trots op hun werkzaamheden dan hun jongere collega’s in de branche: 80% van de 45-plussers tegenover 74% van de medewerkers onder de 25 jaar. Daarentegen voelen oudere werknemers zich minder gewaardeerd in het werk dan jongeren. 69% van de jongeren tot 25 jaar is het volledig eens met de stelling ‘ik voel me gewaardeerd in mijn werk’ tegenover 52% van de 25 t/m 44-jarigen en 54% van de 45-plussers. Medewerkers van een camping zijn het meer eens met de stelling over de waardering: 68% tegenover 58% gemiddeld. Plezier in het werk Driekwart (76%) van de ondervraagden heeft altijd plezier in het werk. 21% heeft soms plezier in het werk en 2% heeft zelden plezier in zijn of haar werk. 1% zegt nooit plezier te hebben in het werk. Hulp en informatie 60% van de medewerkers vindt dat men van collega’s of leidinggevende genoeg hulp of informatie krijgen als men daar om vraagt. 31% zegt die hulp enigszins te krijgen en 8% krijgt niet genoeg hulp of informatie.
20
91% van de medewerkers uit zijn of haar ideeën over verbeteringen in het bedrijf: 40% doet dit veel en 51% enigszins. 9% houdt de ideeën voor zich. Volgens 82% van de ondervraagden die hun ideeën uiten in het bedrijf, doet de leidinggevende iets met de ideeën van de medewerkers. Doet je leidinggevende iets met jouw ideeën? (n=354) ja, veel
38%
ja, maar weinig
45%
niets
7%
weet niet
11%
Verschillen tussen groepen medewerkers: 76% van de jongeren tot 25 jaar denkt dat de leidinggevende iets doet met de aangedragen ideeën tegenover 85% van de oudere leeftijdsgroepen. 10% van de medewerkers tussen de 25 en 45 jaar denkt dat de leidinggevende niets doet met de ideeën. Bij de jongeren onder de 25 jaar is dat 3%. Ook de medewerkers van een groot bedrijf met meer dan 100 medewerkers denken significant vaker dat de leidinggevende niets doet met de ideeën: 16% tegenover 7% gemiddeld. 3.3 Opleiden en ontwikkelen De helft van de medewerkers heeft over het algemeen de juiste opleiding voor het werk. 21% zegt dat men is opgeleid voor een ander beroep. Juiste opleiding medewerkers (n=389) ja
51%
nee, mijn opleiding is niet voor dit beroep
21%
nee, mijn opleiding is te hoog
18%
nee, mijn opleiding is te laag
3%
geen mening
7%
Verschillen tussen groepen medewerkers: Oudere medewerkers zeggen vaker dat men de juiste opleiding heeft: 65% tegenover 51% gemiddeld. Jongeren tot 25 jaar zijn vaker voor een andere beroep opgeleid: 35% tegenover 14% van de medewerkers tussen de 25 en 44 jaar en 15% van de 45-plussers. Medewerkers in zwembaden zijn significant vaker specifiek voor het vak opgeleid: 71%. Medewerkers op een camping zeggen vaker dat ze voor een ander beroep zijn opgeleid: 29% tegenover 21% gemiddeld. Volgens 51% van de ondervraagden biedt de werkgever voldoende opleidingsmogelijkheden. Van die groep zegt 46% dat de werkgever hen niet concreet een opleiding heeft aangeboden, maar dat men wel weet dat er voldoende mogelijkheden zijn (23% van het totaal).
21
De verschillende opleidingen en cursussen die worden geboden door de werkgever, staan in het overzicht. Aangeboden opleidingen en cursussen (n=102) BHV/EHBO/AED/VCA. Zwemonderwijs/ABC-opleiding/aqua sporten/ doelgroepenopleiding/zwangerschapszwemmen/fifty fit/overlevingszwemmen voor jonge kinderen. Praktijkbegeleider/leermeester/stagebegeleider.
33x
Klantvriendelijkheid/omgaan met gasten/gastvrouw.
9x
Duits/Frans/talencursus.
8x
Computercursus/social media.
7x
Bosonderhoud/zaagcursus/groenvoorziening/spuitlicentie.
6x
Verkooptraining/telefonische verkoop.
6x
Communicatiecursus/zakelijk communiceren. (Kwaliteits)management/assistent-manager/Tourism management. Fitnessinstructeur/groepslesdocent.
5x
Sociale hygiëne.
5x
Lifeguard.
4x
Schrijfcursus/schrijven voor internet.
4x
Receptie/kassa/reserveringssysteem.
3x
Financieel/boekhouding/praktijkdiploma loonadministratie. Leidinggevende/teamleidersopleiding/coachend leidinggeven. Elektro/installatietechniek/gaskeurmeester.
3x
Omgaan met agressie.
2x
(Recreatie)marketing.
2x
Objectief observeren.
1x
Horeca (bbl).
1x
Afwassen in een restaurant.
1x
Fit en Vitaal.
1x
Animatiebegeleiding.
1x
Legionella-preventie.
1x
Preventiemedewerker.
1x
HRM.
1x
Functioneringsgesprekken voeren.
1x
Golfkarrijles.
1x
22
24x 11x
5x 5x
3x 3x
De meeste (81%) medewerkers bezitten naar eigen zeggen voldoende werkervaring voor hun huidige baan. Werkervaring medewerkers (n=389) voldoende werkervaring
81%
te veel werkervaring
17%
te weinig werkervaring
2%
geen werkervaring
0%
Er is gevraagd of medewerkers zelf iets doen om zo goed mogelijk (bij) te blijven in het vak. De meeste mensen (63%) leren van collega’s. 19% van de medewerkers doet zelf niets om goed te blijven in het vak. De respondenten konden meerdere antwoorden geven. Zelf doen om bij te blijven (n=389) leren van collega/leidinggevende (coaching)
63%
volgen van korte cursussen
21%
niets
19%
volgen van beroepsopleiding
7%
iets anders
11%
11% van de medewerkers doet nog iets anders om goed te blijven in het vak. Wat dat is, staat in het overzicht. Toelichting Ik doe iets anders om bij te blijven in het vak (n=43) Lezen van vakliteratuur/lezen artikelen op internet/op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen.
8x
E-learning/workshops volgen.
5x
Bezoeken beurzen, congressen, seminars, bedrijven, leveranciers.
5x
Ervaring opdoen door het werk uit te oefenen/ik leer dingen zelf in de praktijk.
3x
Informatie via branchevereniging.
2x
Contact met collega-managers/collega-bedrijven.
2x
Coaching persoonlijke ontwikkeling.
1x
Discussies via LinkedIn en andere internetfora.
1x
Zelf sporten.
1x
Zelf collega’s opleiden.
1x
Alert blijven.
1x
Deelnemen aan samenwerkingsverbanden.
1x
23
Afspraken eigen ontwikkeling 81% vindt het goed om afspraken te maken met de leidinggevende over hoe men zich ontwikkelt in het vak. Hiervan zegt 42% dat dit al is gebeurd en 39% zou wel willen dat er afspraken gemaakt gaan worden. Voor 19% is het niet nodig om afspraken te maken over de eigen ontwikkeling. Waar die afspraken over gaan of over zouden moeten gaan, staat in het overzicht hieronder. Het volgen van korte cursussen, coaching op de werkvloer en carrièremogelijkheden worden het vaakst genoemd. De respondenten konden meerdere antwoorden geven. Afspraken eigen ontwikkeling (n=316) volgen van korte cursussen
40%
coaching op de werkvloer
37%
carrièremogelijkheden
31%
loopbaanplanning/-check/-advies
22%
ervaring opdoen in een andere functie
19%
ervaring opdoen in een hogere functie
14%
volgen van beroepsopleidingen
9%
gebruik maken van EVC
6%
ervaring opdoen bij een ander bedrijf
5%
ervaring opdoen in andere branche/sector
4%
iets anders
5%
De respondenten die ‘iets anders’ aangaven, noemen functioneringsgesprek (2x); regelmatige evaluatie; beloning in verband met trouwe dienst; hoger salaris; contract met meer uren; meer verantwoordelijkheden; andere vormen van bijscholing; vergoeding van de opleiding; herhaling van cursus in verband met geldigheid bewijs; informatie over het werk zelf krijgen; indeling van werkroosters; hulp door derden bij PR; passend werk; stageplek.
24
Bij bijna twee derde (63%) van de bedrijven wordt er gesproken over de plannen die het bedrijf met de werknemers heeft. Bij 40% is er wel eens over gesproken en bij bijna een kwart (23%) gebeurt dit ieder jaar. Bij meer dan een derde (37%) van de bedrijven is er nog nooit een gesprek geweest over bijvoorbeeld de functie in de toekomst of welke rol de medewerker heeft in de toekomst in het bedrijf. Gesprek over plannen met werknemer (n=389) ja, daar is wel eens over gesproken
40%
ja, elk jaar
23%
nee, nog nooit over gesproken
37%
3.4 Vitaliteit Aan de werknemers is gevraagd hoe zij hun werk ervaren en hoe het met de belastbaarheid zit. Heeft men op dit moment last van lichamelijke belasting doordat men pijn heeft of te moe wordt? En heeft men last van psychische belasting doordat men bijvoorbeeld hoofdpijn of stress heeft of omdat het niet prettig voelt als men over het werk nadenkt? 34% van de werknemers heeft last van lichamelijke belasting tijdens het werk, waarvan 4% veel. 58% zegt helemaal geen last van lichamelijke belasting te hebben. Last van lichamelijke belasting (n=389) ik heb er veel last van bij mijn werk
4%
ik heb er last van bij mijn werk
9%
ik heb er een beetje last van bij mijn werk
21%
ik heb er geen last van bij mijn werk
8%
nee, ik heb geen last van lichamelijke belasting
58%
Verschillen tussen groepen medewerkers: Ouderen hebben vaker last van lichamelijke belasting tijdens het werk dan jongeren: 41% van de 45plussers, 39% van de medewerkers tussen de 25 en 45 jaar en 22% van de medewerkers onder de 25 jaar (gemiddeld 34%). 65% van de jongeren heeft geen last van lichamelijke belasting en 52% van de medewerkers van 45 en ouder heeft geen last. Medewerkers die werkzaam zijn in bungalowparken (48%) zeggen het vaakst dat zij last hebben van lichamelijke belasting en medewerkers op een camping het minst (22%). 21% van de werknemers heeft last van geestelijke/psychische belasting tijdens het werk, waarvan 4% veel. 73% zegt helemaal geen last te hebben van psychische belasting. Last van psychische belasting (n=389) ik heb er veel last van bij mijn werk ik heb er last van bij mijn werk ik heb er een beetje last van bij mijn werk ik heb er geen last van bij mijn werk nee, ik heb geen last van psychische belasting
25
4% 6% 11% 6% 73%
Verschillen tussen groepen medewerkers: Ouderen hebben vaker last van psychische belasting tijdens het werk dan jongeren: 26% van de 45plussers, 27% van de medewerkers tussen de 25 en 45 jaar en 8% van de medewerkers onder de 25 jaar (gemiddeld 21%). 88% van de jongeren heeft geen last van psychische belasting en 66% van de medewerkers van 45 en ouder heeft geen last (73% gemiddeld). Medewerkers op een camping hebben het minst vaak last van psychische belasting tijdens het werk (18%). De meeste ondervraagden denken niet dat men in de toekomst bij het werk meer last zal krijgen van lichamelijke of psychische belasting. 13% denkt wel er meer last van te zullen krijgen. Ruim een derde vindt het lastig om de vraag te beantwoorden. Meer klachten in de toekomst? (n=389) ik verwacht dat ik er in de toekomst meer last van zal krijgen
13%
ik verwacht niet dat ik er in de toekomst meer last van zal krijgen
43%
ik verwacht dat ik er in de toekomst minder last van zal krijgen
6%
dat weet ik niet
38%
Verschillen tussen groepen medewerkers: Oudere medewerkers verwachten significant vaker dat men er in de toekomst meer last van zal krijgen: 21% van de 45-plussers, 14% van de medewerkers tussen 25 en 44 jaar en 4% van de jongeren onder de 25 jaar. Ondersteuning door het bedrijf Van alle ondervraagden zegt 27% dat het bedrijf waar men werkt iets doet om werknemers gezond en fit aan het werk te houden. Bij 55% is dat niet het geval en 17% weet het niet. Welke maatregelen de werkgever treft, wordt hieronder toegelicht. Toelichting Inzet bedrijf om werknemers gezond en fit te houden (n=105) Bedrijfsporten/gratis sporten/deelname aan sportevenementen/gratis zwemmen/korting op sportles. Arbo-faciliteiten/aangepaste werkplek/passende stoel/hulpmiddelen/veilig werken. Arbo-training/advies/cursus tillen.
51x 21x 9x
Wisselen in taken/goede werkplanning/gunstige werktijden/zware werkzaamheden verdelen over de week/als je moe bent iets anders kunnen doen/afwisseling van lopen en zitten.
7x
Logopedie/gratis naar de podo/stoelmassages.
3x
Bedrijfsuitjes.
3x
Twee keer per jaar gesprek met floormanager/in gesprek gaan.
3x
Fittest/fitpunten waar je mee naar de sportschool kunt.
2x
Gezond eten/zelf koken op het werk.
2x
Rekening houden met lichamelijke beperkingen en klachten.
2x
26
Toelichting Inzet bedrijf om werknemers gezond en fit te houden – vervolg (n=105) Gezond verstand gebruiken.
1x
Vrijheid geven.
1x
Goede voorlichting.
1x
Fietsplan.
1x
Buitenwerk.
1x
Ook is aan de werknemers gevraagd wat men zelf doet om fit, gezond en productief aan het werk te blijven. De werknemers konden meerdere antwoorden geven. Toelichting Inzet werknemers zelf om gezond en fit te blijven (n=389) leef gezond (voldoende rust nemen, sporten/bewegen)
63%
beweeg genoeg, sport
60%
eet gezond
57%
blijf bij in mijn vak (lezen vakbladen, leren van een collega)
33%
niets
3%
iets anders
3%
De respondenten die ‘iets anders’ aangaven, noemen: fysiotherapie; bewust worden van wat er op mijn pad komt; rust en regelmaat; niet drinken en roken; veel wandelen en fietsen; we praten en denken veel over het werk en ik kan zelf initiatieven ontwikkelen.
27
Afspraken over fit blijven 40% van de ondervraagden zou in de toekomst afspraken willen maken met de leidinggevende over wat er gedaan kan worden om fit te blijven, zowel door het bedrijf als door medewerkers zelf. Waar die afspraken over zouden moeten gaan? Afspraken (n=154) gezonde werkplek (arbo verantwoord)
47%
scholing
45%
sporten
44%
werkinhoud
39%
werkrooster
39%
aantal te werken uren per week/maand
31%
lichamelijke werkbelasting regelmogelijkheden (zelf bepalen tempo, volgorde taken en werkonderbrekingen) gezonde voeding
25%
psychische werkbelasting
19%
gezonde leefwijze
12%
extra vakantiedagen
11%
anders
6%
21% 19%
Bij ‘anders’ werd genoemd: beter pensioen/pensioen partner mee verzekeren; taakverlichting; betere vergoeding reiskosten en kleedgeld; hoger salaris; betere stoelen; gratis sportkaart; eigen initiatieven. 3.5 De toekomst Aan de medewerkers is gevraagd of men van plan is een andere baan te zoeken. 80% van de medewerkers wil de huidige baan de komende drie jaar behouden. Wil je je baan de komende drie jaar houden? (n=389) ja, ik wil deze baan houden en ga geen andere baan zoeken
41%
ja, ik wil deze baan wel houden, maar ik kijk ook om me heen naar andere banen
39%
nee, ik wil deze baan niet houden en ga de komende jaren op zoek naar een andere baan
12%
nee, ik ben al serieus op zoek naar een andere baan
8%
Verschillen tussen groepen medewerkers:
28
Mannen willen hun huidige baan significant vaker houden: 87% tegenover 77% van de vrouwen. Ook oudere medewerkers willen hun baan vaker houden: 92% van de 45-plussers, 78% van de medewerkers tussen 25 en 44 jaar en 69% van de jongeren onder de 25 jaar. 88% van de medewerkers bij een zwembad wil graag de baan de komende drie jaar behouden. Dat is vaker dan bij de andere groepen. 13% van de campingmedewerkers is serieus op zoek naar een andere baan, tegenover 6% van medewerkers bij een bungalowpark en zwembad. Medewerkers met een tijdelijk contract of een oproepcontract zijn of gaan vaker op zoek naar een andere baan (25% respectievelijk 30% tegenover 20% gemiddeld). 11% van de jongeren is al op zoek naar een andere baan, terwijl dat bij de 45-plussers 6% is. 84% van de medewerkers denkt dat men deze baan de komende drie jaar ook kan houden. Denk je dat je je baan de komende drie jaar kunt behouden? (n=389) ja, ik zal mijn baan de komende drie jaar blijven houden
38%
ja, ik verwacht dat ik mijn baan behoud, maar weet het niet zeker
46%
nee, ik denk dat ik deze baan zal verliezen nee, ik weet zeker dat ik deze baan in de komende drie jaar zal verliezen
9% 9%
Verschillen tussen groepen medewerkers: Mannen denken significant vaker dat zij de huidige baan de komende drie jaar kunnen behouden: 87% van de mannen tegenover 79% van de vrouwen. 77% van de jongeren onder de 25 denkt de baan te kunnen behouden, 84% van de werknemers tussen de 25 en 44 jaar en 88% van de 45plussers (84% gemiddeld). Oudere medewerkers hebben dan ook vaker een vast contract. Medewerkers met een tijdelijk contract en een oproepcontract of andere vorm denken of weten significant vaker dat ze de baan zullen verliezen: 25% en 26% tegenover 9% van de medewerkers met een vaste baan. Zowel medewerkers bij een klein bedrijf met 10 medewerkers of minder en medewerkers bij een groot bedrijf met meer dan 100 medewerkers vrezen het vaakst hun baan te zullen verliezen: 20% en 23% tegenover 18% gemiddeld.
29
Aan de medewerkers is gevraagd wat de drie belangrijkste redenen zouden zijn om van baan te wisselen. Salaris, weinig doorgroeimogelijkheden en de werksfeer worden het vaakst genoemd. De belangrijkste redenen om van baan te wisselen (n=389) salaris
41%
weinig carrière/doorgroeimogelijkheden
30%
werksfeer
25%
inhoud van het werk (taken)
20%
werktijden
18%
lichamelijke belasting
14%
privé-werk balans moeilijk
13%
werkdruk
11%
reistijd
10%
soort werk
10%
leeftijd
10%
weinig opleidingsmogelijkheden
9%
psychische belasting weinig regelmogelijkheden (zelf bepalen tempo, volgorde taken) anders
4% 3% 20%
Andere redenen die men nog heeft om van baan te wisselen: het aantal uren; afwisseling; andere ambities; te weinig verantwoordelijkheid; geen vaste aanstelling/contract; bedrijfsbeleid (treiterijen van hogerop); vertrek naar buitenland/verhuizen; diploma in ander vakgebied/op zoek naar baan die aansluit bij mijn diploma en niveau; gezondheidsklachten; eigen baas willen zijn; bezuinigingen/overname; pensioen; dit is een bijbaan; geringe waardering. Verschillen tussen de groepen medewerkers: Oudere medewerkers van 45 jaar of ouder scoren vaker hoger op werksfeer (28%), lichamelijke belasting (24%), werkdruk (16%), leeftijd (13%) en geestelijk belasting (7%). De medewerkers tussen de 25 en 44 jaar scoren gemiddeld hoger op salaris (48%), werksfeer (30%), privé-werk balans (20%), werktijden (20%), reistijd (14%) en weinig opleidingsmogelijkheden (13%). De jongeren scoren hoger op weinig carrièremogelijkheden (41%), inhoud van het werk (24%), soort werk (15%) en leeftijd (14%).
30
Mocht het in de toekomst nodig zijn dat medewerkers naar een andere branche overstappen, dan ligt het meest voor de hand de overstap naar de zorg en overheid/onderwijs. De ondervraagden konden meerdere sectoren aangeven. Veel respondenten (29%) vulden hier toch ook de recreatiesector in. Overstap naar andere branches (n=389) gezondheids- en welzijnszorg, sport
28%
overheid, onderwijs
20%
financiële of zakelijke dienstverlening
17%
handel (winkels ed)
16%
horeca
14%
techniek
10%
vervoer, communicatie
8%
landbouw, industrie, bouw
4%
groen (hoveniers ed)
3%
schoonmaak
3%
beveiliging
2%
anders
22%
Bij ‘anders’ worden diverse sectoren genoemd: cosmetica/visagie; creatieve sector/kunstsector/cultuur/muziek; evenementen/entertainment; haven; glastuinbouw; bloemenbranche; kinderopvang; logistiek; media/vormgeving/reclame; milieu en duurzaamheid; retail; toerisme; voedingsmiddelenbranche; eigen bedrijf.
3.6 Opmerkingen De respondenten hebben nog een aantal opmerkingen gemaakt. Deze hebben vooral te maken met de beloning, randvoorwaarden, de cao, het ouder worden en de onzekere toekomst. De relevante opmerkingen staan in bijlage 4.
31
Samenvatting Trots op het werk De meeste medewerkers zijn trots op hun werk, trots op het bedrijf en voelen zich gewaardeerd. De perceptie van werkgevers komt daarmee in grote lijnen overeen. Meer dan de helft (58%) van de werknemers voelt zich gewaardeerd. Volgens de werkgevers is dat 44%. Stellingen
werknemers (n=389)
werkgevers (n=9)
60% 79% 58%
67% 67% 44%
Trots op het bedrijf Trots op het werk Gewaardeerd voelen
Volgens alle werkgevers wordt er naar de ideeën van de medewerkers geluisterd. 91% van de werknemers uit zijn of haar ideeën over verbeteringen in het bedrijf. Volgens 82% van de werknemers die hun ideeën bekend maken, doet de leidinggevende ook iets met die ideeën. Opleiden en ontwikkelen Leren van collega’s is de meeste gebruikte vorm om bij te blijven voor werknemers. 63% van de werknemers doet dit om bij te blijven en ruim driekwart van de werkgevers maakt dit mogelijk. Alle bedrijven bieden de mogelijkheid aan hun medewerkers om korte cursussen te volgen, maar niet meer dan 21% van de werknemers volgt ook daadwerkelijk cursussen. Ook bij het aanbieden van beroepsopleidingen is er een gelijksoortig verschil: 44% van de werkgevers biedt beroepsopleidingen aan en 7% van de medewerkers volgt beroepsopleidingen. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat werkgevers inderdaad cursussen en beroepsopleidingen aanbieden, maar niet aan alle werknemers. werknemers werkgevers (n=389) (n=9)
Zelf doen om bij te blijven leren van collega/leidinggevende (coaching)
63%
78%
volgen van korte cursussen
21%
100%
Niets
19%
0%
volgen van beroepsopleiding
7%
44%
iets anders
11%
33%
Er wordt bij de meeste bedrijven en met de meeste werknemers wel eens gesproken over de plannen die het bedrijf heeft met de werknemers in de toekomst. Dat gebeurt bij een deel van de bedrijven “wel eens” en bij een minderheid van de bedrijven en werknemers gebeurt het elk jaar.
Gesprek over plannen toekomst werknemer in het bedrijf ja, daar is wel eens over gesproken ja, elk jaar nee, nog nooit over gesproken
32
werknemers (n=389)
werkgevers (n=9)
40%
44%
23%
33%
37%
22%
Bij acht van de negen (89%) bedrijven worden er afspraken gemaakt met werknemers over hoe ze goed (bij)blijven in hun vak. Veelal worden hier de functionerings- en beoordelingsgesprekken voor gebruikt. Bij de werknemers vindt 81% het goed om afspraken te maken met de leidinggevende over hoe men zich ontwikkelt in het vak. Hiervan zegt 42% dat dit al gebeurt en 39% zou wel willen dat er afspraken gemaakt gaan worden. Voor 19% is het niet nodig om afspraken te maken over de eigen ontwikkeling. Werkgevers vinden afspraken maken over het volgen van korte cursussen en coaching op de werkvloer het belangrijkst. Voor werknemers staan afspraken over carrièremogelijkheden ook hoog, terwijl geen enkele werkgever hier afspraken over wil maken. Werkgevers hechten meer belang aan het volgen van beroepsopleidingen (44%) dan werknemers: 9% volgt een beroepsopleiding. werknemers werkgevers (n=316) (n=8)
Afspraken eigen ontwikkeling volgen van korte cursussen
40%
78%
coaching op de werkvloer
37%
56%
carrièremogelijkheden
31%
33%
loopbaanplanning/-check/-advies
22%
11%
ervaring opdoen in een andere functie
19%
33%
ervaring opdoen in een hogere functie
14%
33%
volgen van beroepsopleidingen
9%
44%
gebruik maken van EVC
6%
11%
ervaring opdoen bij een ander bedrijf
5%
11%
ervaring opdoen in andere branche/sector
4%
0%
iets anders
5%
22%
Vitaliteit 34% van de werknemers zegt tijdens het werk last te hebben van lichamelijke belasting. Werkgevers herkennen dit: 33% zegt dat enkele werknemers daar last van hebben en volgens 33% heeft een minderheid van het personeelsbestand er last van. 21% van de werknemers zegt last te hebben van psychische belasting tijdens het werk. Volgens werkgevers is die psychische belasting groter: volgens 22% hebben de meeste werknemers hier last van tijdens het werk, 22% van de werkgevers zegt dat enkele werknemers daar last van hebben en 11% zegt dat een minderheid van het personeel er last van heeft. 13% van de werknemers verwacht dat men in de toekomst meer last zal krijgen van klachten (lichamelijk en/of psychisch). 22% van de werkgevers verwacht dat het percentage werknemers met last in de toekomst groter zal worden en ruim de helft (56%) van de werkgevers denkt dat dit percentage gelijk zal blijven. Bedrijven zorgen voor bedrijfssport en gratis zwemmen, arbo-faciliteiten en hulpmiddelen in en geven tiltraining om de werknemers gezond en fit te houden. De werknemers zelf proberen zo gezond mogelijk te leven, genoeg te bewegen en gezond te eten.
33
44% van de werkgevers vindt dat er afspraken gemaakt moeten worden over wat er gedaan kan worden om fit te blijven. 40% van de werknemers wil afspreken wat zowel het bedrijf als de medewerker zelf kan doen. De afspraken zouden vooral moeten gaan over de gezonde werkplek, scholing en sporten. Opvallend is dat werkgevers meer belang hechten aan afspraken maken over psychische werkbelasting. werknemers werkgevers (n=154) (n=4)
Afspraken (om fit te blijven) gezonde werkplek (arbo verantwoord)
47%
25%
scholing
45%
50%
sporten
44%
50%
werkinhoud
39%
50%
werkrooster
39%
50%
aantal te werken uren per week/maand
31%
25%
lichamelijke werkbelasting regelmogelijkheden (zelf bepalen tempo, volgorde taken en werkonderbrekingen) gezonde voeding
25%
75%
21%
25%
19%
50%
psychische werkbelasting
19%
75%
gezonde leefwijze
12%
25%
extra vakantiedagen
11%
25%
anders
6%
50%
34
Toekomst De belangrijkste redenen om van baan te wisselen zijn salaris en gebrek aan carrièremogelijkheden. Werkgevers noemen ook de inhoud van het werk als een belangrijke reden. Werksfeer wordt door de werknemers vaak genoemd, terwijl de werkgevers deze niet noemen. Werkgevers noemen reistijd vaker dan werknemers als reden om van baan te veranderen. De belangrijkste redenen om van baan te wisselen
werknemers werkgevers (n=389) (n=9)
salaris
41%
56%
weinig carrière/doorgroeimogelijkheden
30%
44%
werksfeer
25%
0%
inhoud van het werk (taken)
20%
44%
werktijden
18%
22%
lichamelijke belasting
14%
11%
privé-werk balans moeilijk
13%
11%
werkdruk
11%
0%
reistijd
10%
33%
leeftijd
10%
11%
soort werk
10%
0%
weinig opleidingsmogelijkheden
9%
11%
psychische belasting weinig regelmogelijkheden (zelf bepalen tempo, volgorde taken) anders
4%
0%
3%
0%
20%
33%
Voor de hand liggende sectoren om personeel mee uit te wisselen, die door zowel werkgevers als werknemers vaak worden genoemd, zijn de zorg- en sportsector. Werkgevers noemen vaker de horeca als mogelijke sector dan de werknemers. Werknemers noemen vaker overheid/onderwijs als optie. Beiden noemen overigens (andere bedrijfstakken binnen) de recreatie als sector: 56% van de werkgevers en 29% van de werknemers.
35
Bijlage 1
Vragenlijsten werkgevers Recreatie
1
Vragenlijst werkgevers Bij bedrijven worden HR-managers of de werkgevers geïnterviewd naar aanleiding van onderstaande leidraad. De vragen worden in het gesprek beantwoord (voor vergelijking vragen die voorgelegd zijn aan de werknemers), maar het is ook de bedoeling dat er een gesprek ontstaat zodat de knelpunten en behoeften boven komen en wie weet oplossingen en ideeën door bedrijven zelf aangedragen worden. Er zijn vragen bij die je misschien niet zo maar op kunt lepelen. Wellicht kunt u deze vooraf achterhalen/opzoeken.
Bedrijfsgegevens 1.
2.
3.
Wat is uw functie? Ondernemer/werkgever Bedrijfsleider HR-manager Anders…………………………………………………………………………………………………………………………………
Wat zijn de (hoofd)activiteiten van het bedrijf (percentage% eventueel)? Bungalowpark…………..% Camping…………..% Groepsaccommodatie…………..% Zwembad…………..% Anders…………..%
Is uw organisatie onderdeel van een groter geheel, bijvoorbeeld een keten of concern? Ja Nee
4. Hoeveel medewerkers heeft het bedrijf? Als u het niet precies weet kunt u een schatting geven? Aantal medewerkers: ................ Eventueel per vestiging………….. 5.
Het bedrijf is gevestigd in de provincie (hoofdkantoor)? Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
Vragenlijsten werkgevers Recreatie
2
6. Vraag voor ketenbedrijven / concerns: In welke provincie is het het moeilijkst om aan geschikt personeel te komen? Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 7. Is uw bedrijf het gehele jaar geopend voor gasten? Ja Nee, zo niet hoeveel maanden…………………………………………………………………………………………… 8 Hoe is de verdeling naar mannelijk en vrouwelijke werknemers binnen het bedrijf? …………..% mannen ……………% vrouwen 9. Hoe is de verdeling naar leeftijdsklasse binnen het bedrijf? 15 t/m 24 jaar……………….% 25 t/m 44 jaar……………….% 45 jaar en ouder……………….% 10. Hoe is de verdeling naar opleidingsniveau binnen het bedrijf? Basisonderwijs (lagere school) ……………….% VMBO (Ambachtsschool, LBO, LTS, MULO, mavo) ……………….% HAVO/VWO (HBS) ……………….% Middelbaar beroepsonderwijs (MBO, Leerlingstelsel) ……………….% Hoger beroepsonderwijs (HBO) ……………….% Wetenschappelijk onderwijs (Universiteit) ……………….% 11. Welke functiegroepen zijn aanwezig in uw bedrijf (percentage% eventueel)? Management/ Bedrijfsleider……………….% Ondersteuning management (personeelszaken, marketing, secretariaat, inkoop)……….% Administratie ………………..% Techniek en groen ……………….% Ontvangst en veiligheid……………….% Voedselbereiding en bediening……………….% Winkelverkoop ……………….% Recreatie en vermaak (waaronder zwembad- en sportmedewerkers) ……………….% Schoonmaak en logistiek……………….% Wellness en sauna……….% Anders……%
Vragenlijsten werkgevers Recreatie
3
13.
Wat voor dienstverbanden zijn er bij het bedrijf? Dienstverband voor onbepaalde tijd (vaste baan) …………..% Dienstverband voor bepaalde tijd (tijdelijk contract) …………..% Oproepcontract of 0-urencontract…………..% Anders…………..% Hoe trots ben ik op wat ik doe? 14. Wat vind je van de stelling: Werknemers zijn over het algemeen trots op het bedrijf?
Ja, volledig mee eens Niet mee eens, maar ook niet mee oneens Nee, mee oneens 15. Wat vind je van de stelling: Werknemers zijn over het algemeen trots hun werkzaamheden?
Ja, volledig mee eens Niet mee eens, maar ook niet mee oneens Nee, mee oneens 16. Voelen werknemers zich over het algemeen gewaardeerd in hun werk?
Ja, volledig mee eens Niet mee eens, maar ook niet mee oneens Nee, mee oneens 17. Wordt er naar ideeën van werknemers geluisterd en wordt er wat mee gedaan? Nee naar 19 Ja 18. Zo ja, wat wordt er mee gedaan?
Hoe blijf ik goed in mijn vak? 19. Hebben werknemers over het algemeen de juiste opleiding voor hun werk? (kruis aan, meerdere antwoorden mogelijk) Ja Nee, opleiding is vaak te hoog Nee, opleiding is vaak te laag Nee, opleiding is vaak voor een ander beroep Geen mening
20. Welke reguliere opleidingen zijn belangrijk voor het bedrijf? …………………………………………………………………………………………………………………….
Vragenlijsten werkgevers Recreatie
4
21. En op welk niveau? Vmbo Mbo Hbo Anders 22. Welke cursussen zijn belangrijk voor het bedrijf? ……………………………………………………………………………………………………………….. 23. En op welk niveau? Vmbo Mbo Hbo Anders 24. Wat kun je over het algemeen zeggen over de werkervaring van de werknemers? Te veel werkervaring Voldoende werkervaring Te weinig werkervaring Geen werkervaring
25. Doet het bedrijf iets zodat werknemers zo goed mogelijk in hun vak (bij)blijven? (kruis aan, meerdere antwoorden mogelijk) Nee Ja, leren van collega’s / leidinggevenden (coaching) Ja, werknemers kunnen korte cursussen volgen (bijvoorbeeld taalcursus, cursus vaktechnieken, cursus leidinggeven, cursus veilig werken?) Werknemers kunnen beroepsopleidingen volgen (bijvoorbeeld bij een mbo of hbo instelling) Anders, namelijk ...............................................................................................................................................
26. Worden er afspraken gemaakt met werknemers over hoe ze goed in hun vak blijven (of zou u dat willen)? Ja Nog niet, maar dat zouden we wel willen Nee Naar 28
Vragenlijsten werkgevers Recreatie
5
27. Waar gaan deze afspraken over of waar zouden ze over moeten gaan? (kruis aan, meerdere antwoorden mogelijk) Coaching op de werkvloer Volgen van korte cursussen (bijvoorbeeld taalcursus, cursus leidinggeven, vakinhoudelijke cursussen, cursus veilig werken) Volgen van officiële beroepsopleidingen (bijvoorbeeld bij een vmbo, mbo of hbo instelling) Ervaring opdoen in een andere functie Ervaring opdoen in een hogere functie Ervaringen opdoen bij ander bedrijf Ervaringen opdoen in andere branche/sector Loopbaanplanning/-check/-advies Gebruik maken van EVC (diploma op basis van opgedane ervaring) Carrièremogelijkheden Anders 28. Wordt er gesproken met werknemers over de plannen die het bedrijf met hen heeft? Bijvoorbeeld wat hun functie in het bedrijf in de toekomst is, of welke rol ze in de toekomst in het bedrijf hebben? Ja, elk jaar Ja, daar is wel eens over gesproken Nee
Hoe ervaren werknemers hun werk? 29. Hebben werknemers op dit moment volgens u last van lichamelijke belasting? Ja, de meeste werknemers hebben last tijdens hun werk Ja, een minderheid van de werknemers heeft last tijdens hun werk Ja, enkele werknemers hebben last tijdens hun werk Nee, werknemers hebben geen last tijdens hun werk
30. Hebben werknemers op dit moment volgens u last van geestelijke/psychische belasting /niet mee kunnen komen met veranderingen? Ja, de meeste werknemers hebben last tijdens hun werk Ja, een minderheid van de werknemers heeft last tijdens hun werk Ja, enkele werknemers hebben last tijdens hun werk Nee, werknemers hebben geen last tijdens hun werk 31. Verwacht je dat het percentage werknemers dat last heeft van lichamelijke en/of geestelijke belasting in de toekomst groter of kleiner zal worden? Wordt groter Blijft gelijk Wordt kleiner Dat weet ik niet
Vragenlijsten werkgevers Recreatie
6
32. Doet het bedrijf iets om werknemers fit en gezond aan het werk te houden? Bijvoorbeeld hulpmiddelen bij zwaar werk, trainingen in goed tillen, (mogelijk maken van) sporten en dergelijke. Ja Nee naar 34 Weet niet naar 34 33. Zo ja, wat doet het bedrijf?
34. Zouden binnen het bedrijf in de toekomst afspraken gemaakt moeten worden tussen werkgever en werknemers wat gedaan kan worden om werknemers fit, gezond en productief te laten blijven/worden? Ja Nee Naar 36 35. Waarover zouden afspraken gemaakt moeten worden? (kruis aan, meerdere antwoorden mogelijk)
Sporten Regelmogelijkheden (bijvoorbeeld zelf bepalen werktempo, volgorde taken en werkonderbrekingen) Scholing Lichamelijke werkbelasting Geestelijke/psychische werkbelasting Gezonde voeding Gezonde leefwijze (bijvoorbeeld stoppen met roken, voldoende rust nemen) Gezonde werkplek (arbo verantwoord) Werkinhoud Werkrooster Extra vakantiedagen Aantal te werken uren per week/maand Anders 36. Anders, namelijk……….................................................................................................................
Vragenlijsten werkgevers Recreatie
7
37. Wat zijn volgens jou de drie belangrijkste redenen voor werknemers om van baan te veranderen? (kruis aan, meerdere antwoorden mogelijk) Inhoud van het werk (de taken) Soort werk (werken met mensen etc.) Werkdruk Geestelijke belasting Lichamelijke belasting Werksfeer Salaris Werktijden Reistijd Privé-werk balans moeilijk Weinig carrière/doorgroei mogelijkheden Weinig opleidingsmogelijkheden Weinig regelmogelijkheden (bijvoorbeeld zelf bepalen werktempo, volgorde taken en
werkonderbrekingen) Leeftijd Anders 38. Anders, namelijk ……………………………………………………………………………………………………….. 39. Als uitwisseling van personeel in de toekomst nodig is, met welke branches ligt dat dan het meest voor de hand? (kruis aan, meerdere antwoorden mogelijk) Landbouw, industrie of bouw Handel (winkels e.d.) Horeca Beveiliging Vervoer, communicatie Groen (hoveniers e.d.) Techniek Financiële of zakelijk dienstverlening Overheid, onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg en sport Recreatie Schoonmaak Anders 40. Anders, namelijk…………………………………………………………………………………………………………..
Vragenlijsten werkgevers Recreatie
8
41. Hoe kunnen sectoren/brancheverenigingen bedrijven helpen/ondersteunen met bovenstaande? Faciliteren en/of ondersteunen (financieel ) van loopbaanadvies Faciliteren en/of ondersteunen (financieel ) van arbeidsbemiddelingstrajecten Faciliteren en/of ondersteunen (financieel ) van werk-naar-werkbegeleiding Faciliteren en/of ondersteunen (financieel ) van sollicitatietraining Faciliteren en/of ondersteunen (financieel ) coaching jongere werknemers door oudere werknemers Faciliteren en/of ondersteunen (financieel ) van coaching van oudere werknemers Faciliteren van (regionale) personeelspoule / talentenpoule Faciliteren en/of ondersteunen (financieel ) bij het aannemen van Wajongers/arbeidsgehandicapten Faciliteren en/of ondersteunen (financieel ) van begeleiding van stagiairs en jonge werknemers Faciliteren en/of ondersteunen (financieel ) van een gezondheidscheck Faciliteren en/of ondersteunen (financieel ) cursussen Faciliteren en/of ondersteunen (financieel ) leerwerktrajecten (BBL) Faciliteren en/of ondersteunen (financieel ) duaal/deeltijd hbo Anders, namelijk..........................................................................................................................................................
Tenslotte 42. Hoe denkt u dat het aantal banen bij uw bedrijf zich de komende twee jaar zal ontwikkelen? Het aantal banen wordt groter Het aantal blijft gelijk Het aantal banen wordt kleiner 43 Waarom verwacht u dit?
44. Heeft uw bedrijf de laatste 12 maanden moeilijk vervulbare vacatures? Zo ja, hoeveel? Zo ja, welke? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 45. Heeft uw bedrijf de laatste 12 maanden gedwongen werknemers moeten ontslaan? Zo ja, hoeveel? Zo ja, welke? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
46. Welke (sociaaleconomische) positieve ontwikkelingen zie je op de arbeidsmarkt waarvan je verwacht dat ze invloed hebben op de bedrijfsvoering: Nu……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Toekomst (2 jaar)…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 47. Welke (sociaaleconomische) negatieve ontwikkelingen zie je op de arbeidsmarkt waarvan je dat ze invloed hebben op de bedrijfsvoering: Nu……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Toekomst (2 jaar)…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 48. Heeft u nog opmerkingen of suggesties? Wij horen het graag! …………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
Vragenlijsten werkgevers Recreatie
9
Bijlage 2
1
Vragenlijst werknemers We gaan allemaal langer doorwerken. Hoe zorg je dat je fit genoeg blijft? Moet je aanvullende opleidingen doen? Ben je trots op je werk? Dit zijn belangrijke onderwerpen voor jou maar ook voor je werkgever. Bedrijven en medewerkers in de recreatie doen hier onderzoek naar. We willen weten hoe het er nu voor staat. Jouw antwoorden helpen bij het maken van plannen voor de toekomst om iedereen trots, fit en up to date te houden. Uiteraard bespreken we je antwoorden niet met je collega’s, werkgever of leidinggevende. Je kunt dus volledig vrij antwoorden. Als je meedoet en de vragenlijst helemaal invult en verzendt, kun je een Ipad winnen. Wel moet je dan je naam en e-mailadres invullen. Wij zullen deze gegevens alleen gebruiken om de prijs te verloten. Je ontvangt geen mailings, nieuwsbrieven of ander e-mails van ons omdat je hier je gegevens hebt ingevuld. Het invullen van de vragenlijst duurt 10 minuten.
1. Wat is je geslacht? Man Vrouw 2. Wat is je leeftijd? ……………. jaar 3. Wat is de hoogste opleiding die je hebt afgemaakt? Basisonderwijs (lagere school) VMBO (Ambachtsschool, LBO, LTS, MULO, mavo) HAVO/VWO (HBS) Middelbaar beroepsonderwijs (MBO, Leerlingstelsel) Hoger beroepsonderwijs (HBO) Wetenschappelijk onderwijs (Universiteit) 4. Hoeveel medewerkers heeft het bedrijf waar je werkt? Als je het niet precies weet kun je een schatting geven. Aantal medewerkers: ................ 5. In welke provincie werk je? Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland
2
Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 6. Wat is je functie bij je bedrijf ? medewerker leidinggevende (geef leiding aan minder dan 5 medewerkers) leidinggevende (geef leiding aan meer dan 5 medewerkers) anders, namelijk 7. Wat voor dienstverband heb je bij dit bedrijf? Dienstverband voor onbepaalde tijd (vaste baan) Dienstverband voor bepaalde tijd (tijdelijk contract) Oproepcontract of 0-urencontract Anders 8. Hoeveel uur werk je gemiddeld per week? ……….uren per week 9. Wat is de belangrijkste activiteit bij het bedrijf waar je werkt? Bungalowpark Camping Groepsaccommodatie Zwembad Anders 10. Hoe lang werk je bij dit bedrijf? ………………….. jaar en …………………………. maanden 11. Hoe lang werk je (ongeveer) in de recreatiesector (verblijfsrecreatie of bij een zwembad) ………………….. jaar en …………………………. maanden
3
Hieronder staan vragen met hoe TROTS je bent op wat je doet. Waarom willen we dit weten? Trots en waardering werkt motiverend. Ben je trots op wat je doet en krijg je waardering dan heb je zin om goed je werk te doen. Wat motiveert jou?
12. Heb je plezier in je werk? Ja, ik heb altijd plezier in mijn werk Ja, ik heb soms plezier in mijn werk Nee, ik heb zelden plezier in mijn werk Nee, ik heb nooit plezier in mijn werk 13. Wat vind je van deze stelling: Ik ben trots op mijn bedrijf (werkgever)? Ja, volledig mee eens Niet mee eens, maar ook niet mee oneens Nee, mee oneens 14. Wat vind je van deze stelling: Ik ben trots op mijn werkzaamheden? Ja, volledig mee eens Niet mee eens, maar ook niet mee oneens Nee, mee oneens 15. Voel je je gewaardeerd in je werk? Ja, ik voel me voldoende gewaardeerd Ik voel me niet voldoende, maar ook niet onvoldoende gewaardeerd Nee, ik voel me onvoldoende gewaardeerd 16. Krijg je van collega’s of je leidinggevende genoeg hulp of informatie als je daarom vraagt? Ja Ja, enigszins Nee, ik krijg niet genoeg hulp of informatie als ik iets vraag Niet van toepassing, ik vraag nooit iets 17. Uit je je ideeën over verbeteringen in je bedrijf? Ja, veel Ja, enigszins Nee 18. Weet je of je leidinggevende iets met deze ideeën doet? Ja, veel Nee Weet niet
4
Hoe blijf je goed in je vak? Hieronder staan vragen die te maken hebben met hoe je goed blijft in je vak Waarom willen we dit weten? We willen bekijken wat mensen in de branche nodig hebben om in de toekomst hun vak goed te kunnen blijven uitoefenen.
19. Vind je dat je voor je huidige baan de juiste opleiding hebt? Ja Nee, mijn opleiding is te hoog Nee, mijn opleiding is te laag Nee, mijn opleiding is niet voor dit beroep Geen mening
20. Biedt je werkgever je voldoende opleidingsmogelijkheden? Ja Nee naar 22 21. Ja, welke opleidingen heeft je werkgever je aangeboden? ………………………………………………………………………………………………………………………. 22. Vind je dat je voor je huidige baan voldoende werkervaring hebt? Te veel werkervaring Voldoende werkervaring Te weinig werkervaring Geen werkervaring
23. Doe je zelf iets om goed in je vak te blijven? (kruis aan, meerdere antwoorden mogelijk) Nee Ja, ik leer van collega’s /leidinggevenden (coaching) Ja, ik volg korte cursussen (bijvoorbeeld taalcursus, cursus leidinggeven, cursussen vaktechnieken cursus veilig werken?) Anders, namelijk ........................................................................................................................................ 24. Vind je het goed om afspraken te maken met je leidinggevende over hoe je ontwikkelt in je vak? Ja, dat is al gebeurd Ja, dat zou ik wel willen Nee Naar 26
5
25. Waar gaan deze afspraken over of waar zouden deze afspraken over moeten gaan? (kruis aan, meerdere antwoorden mogelijk) Coaching op de werkvloer Volgen van korte cursussen (bijvoorbeeld taalcursus, cursus leidinggeven, vakinhoudelijke cursussen, cursus veilig werken) Volgen van officiële beroepsopleidingen (bijvoorbeeld bij een vmbo, mbo of hbo instelling) Ervaring opdoen in een andere functie Ervaring opdoen in een hogere functie Ervaringen opdoen bij ander bedrijf Ervaringen opdoen in andere branche/sector Loopbaanplanning/-check/-advies Gebruik maken van EVC (diploma op basis van opgedane ervaring) Carrièremogelijkheden Anders , namelijk ......................................................................................................................................
26. Spreek je wel eens met je leidinggevende over de plannen die het bedrijf met je heeft? Bijvoorbeeld wat je functie in het bedrijf in de toekomst is, of welke rol je in de toekomst in het bedrijf hebt? Ja, elk jaar Ja, er is wel eens over gesproken Nee, er is nog nooit over gesproken
Hieronder staan vragen die te maken hebben met hoe je je werk ervaart? Waarom willen we dit weten? Vitaliteit staat voor kracht en energie. Kracht en energie heb je nodig om elke dag de dingen te kunnen doen, die je wilt en moet doen. Dus ook je werk. Hoe vitaal ben je en wat heb je nodig om in de toekomst vitaal te blijven.
27. Heb je op dit moment last van lichamelijke belasting, bijvoorbeeld doordat je pijn hebt of te moe wordt? Ik heb er veel last van bij mijn werk Ik heb er last van bij mijn werk Ik heb er een beetje last van bij mijn werk Ik heb er geen last van bij mijn werk Nee, ik heb geen last 28. Heb je op dit moment last van geestelijke/psychische belasting, bijvoorbeeld doordat je hoofdpijn of stress hebt, te moe wordt, of je voelt je niet prettig als je over je werk nadenkt? Ik heb er veel last van bij mijn werk Ik heb er last van bij mijn werk Ik heb er een beetje last van bij mijn werk Ik heb er geen last van bij mijn werk Nee, ik heb geen last
6
29. Verwacht je dat je in de toekomst bij je werk meer last zult krijgen van lichamelijke en/of geestelijke belasting? Ik verwacht dat ik er in de toekomst meer last van zal krijgen Ik verwacht niet dat ik er in de toekomst meer last van zal krijgen Ik verwacht dat ik er in de toekomst minder last van zal krijgen Dat weet ik niet 30. Doet je bedrijf iets om je fit en gezond aan het werk te houden? Bijvoorbeeld hulpmiddelen bij zwaar werk, trainingen in goed tillen, (mogelijk maken van) sporten en dergelijke. Ja Nee naar 32 Weet niet naar 32 31. Zo ja, wat doet het bedrijf? .............................................................................................................................................................. 32. Doe je zelf iets om fit, gezond en productief aan het werk te blijven? (kruis aan, meerdere antwoorden mogelijk) Blijf bij in mijn vak (lezen vakbladen, leren van een collega) Eet gezond Beweeg genoeg, sport Leef gezond ( voldoende rust nemen, sporten/bewegen) Niets Anders, namelijk ………………………………………… 33. Zou je met je leidinggevende afspraken willen maken over dingen die het bedrijf en jij zelf kunnen doen om fit, gezond en productief te blijven? Ja Nee Naar 35 34. Waarover zou je afspraken willen maken? (kruis aan, meerdere antwoorden mogelijk) Sporten Scholing Regelmogelijkheden (bijvoorbeeld zelf bepalen werktempo, volgorde taken en werkonderbrekingen) Lichamelijke werkbelasting Geestelijke/psychische werkbelasting Gezonde voeding Gezonde leefwijze (bijvoorbeeld stoppen met roken, voldoende rust nemen) Gezonde werkplek (arbo verantwoord) Werkinhoud Werkrooster Extra vakantiedagen Aantal te werken uren per week/maand Anders, namelijk……………………………………………………..
7
Hieronder staan vragen die te maken hebben met de Toekomst Waarom willen we dit weten? We willen bekijken of mensen van plan zijn een andere baan te zoeken. Als dat namelijk zo is willen we kijken hoe we je kunnen helpen om je voor de branche te behouden.
35. Wil je je huidige baan de komende drie jaar houden? Ja, ik wil deze baan houden en ik ga geen andere baan zoeken Ja, ik wil deze baan wel houden, maar ik kijk ook om me heen naar andere banen Nee, ik wil deze baan niet houden en ga de komende jaren op zoek naar een andere baan Nee, ik ben al serieus op zoek naar een andere baan 36. Denk je dat je je baan de komende drie jaar kan houden? Ja, ik zal mijn baan de komende drie jaren blijven houden Ja, ik verwacht dat ik mijn baan de komende drie jaar blijf houden, maar ik weet het niet zeker Nee, ik denk dat ik deze baan de komende die jaar zal verliezen Nee, ik weet zeker dat ik deze baan in de komende drie jaar zal verliezen
37. Wat zouden voor jou de drie belangrijkste redenen zijn om van baan te wisselen? (kruis aan, 3 antwoorden mogelijk) Inhoud van het werk (de taken) Soort werk (werken met mensen etc.) Werkdruk Geestelijke belasting Lichamelijke belasting Werksfeer Salaris Werktijden Reistijd Privé-werk balans moeilijk Weinig carrière/doorgroei mogelijkheden Weinig opleidingsmogelijkheden Weinig regelmogelijkheden (bijvoorbeeld zelf bepalen werktempo, volgorde taken en werkonderbrekingen) Leeftijd Anders, namelijk …………………………………………………….
8
38. Als je naar een andere branche zou willen overstappen, welke zou dat dan zijn? (kruis aan, meerdere antwoorden mogelijk) Landbouw, industrie of bouw Handel (winkels e.d.) Horeca Beveiliging Vervoer, communicatie Groen (hoveniers e.d.) Techniek Financiële of zakelijk dienstverlening Overheid, onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg en sport Recreatie Schoonmaak Anders, namelijk…………………………………………………………………………………………………………..
39. Heb je nog opmerkingen of suggesties? Wij horen het graag! …………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
Toevoegen: Naam bedrijfsnaam/vestiging Naam: e-mail/telefoonnummer:
in verband met eventueel winnen iPad
9
Bijlage 3
Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid WERKNEMERS RECREATIE Onderzoek voor Atriumgroep
Hilde Kraaijvanger 13 maart 2014
Inhoud pagina 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Recreatie Resultaten werknemers Profiel van de werknemers Trots op het werk Opleiden en ontwikkelen Vitaliteit De toekomst Opmerkingen
3 3 3 6 7 10 14 16
1.
Recreatie
1.1 Resultaten werknemers In totaal hebben 389 werknemers in de recreatiebranche de vragenlijst ingevuld. 1.2 Profiel van de werknemers Twee derde van de medewerkers die de vragenlijst hebben ingevuld is vrouw. De verdeling naar geslacht (n=389) mannen
34%
vrouwen
66%
De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 37 jaar. De verdeling over leeftijdsklasse ziet er als volgt uit.
De verdeling naar leeftijdsklasse (n=389) 15 t/m 24 jaar
31%
25 t/m 44 jaar
32%
45 jaar en ouder
37%
Twee derde van de medewerkers in de recreatie heeft een beroepsopleiding als hoogst afgemaakte opleiding. 43% van de ondervraagden heeft een opleiding op mbo-niveau en een vijfde (22%) van de medewerkers heeft een afgeronde opleiding op hbo-niveau. De verdeling naar opleidingsniveau (n=389) basisonderwijs
3%
vmbo
17%
havo/vwo
13%
mbo
43%
hbo
22%
universiteit
2%
3
De medewerkers zijn werkzaam bij verschillende soorten bedrijven in de recreatiesector. Het gaat met name om zwembaden, bungalowparken en campings. Belangrijkste activiteit van het bedrijf (n=389) zwembad
31%
bungalowpark
29%
camping
24%
groepsaccommodatie
3%
anders
12%
Gemiddeld hebben de bedrijven waar men werkzaam is 57 medewerkers in dienst. Aantal medewerkers van het bedrijf n=389) minder dan 10 medewerkers
17%
tussen de 10 en 50 medewerkers
63%
tussen de 51 en 100 medewerkers
11%
tussen de 101 en 500 medewerkers
8%
meer dan 500 medewerkers
1%
De grootste groep medewerkers is werkzaam in Noord-Brabant en Limburg. Provincie waar men werkt (n=389) Groningen
1%
Friesland
8%
Drenthe
6%
Overijssel
9%
Flevoland
5%
Gelderland
11%
Utrecht
5%
Noord-Holland
7%
Zuid-Holland
11%
Zeeland
10%
Noord-Brabant
17%
Limburg
12%
4
De functie ‘medewerker’ komt het vaakst voor onder de respondenten. De verdeling naar functiegroepen (n=389) medewerker
75%
leidinggevende (meer dan 5 medewerkers)
14%
leidinggevende (minder dan 5 medewerkers)
6%
anders
5%
De medewerkers die een andere functie vervullen, noemen: (assistent)manager (4x); meerdere of wisselende functies (3x); beheerder (2x); stagiair (2x); doelgroep-instructeur; praktijkbegeleidster; directeur; zelfstandige; hulpkracht; schoonmaker.
Iets meer dan de helft (53%) van de medewerkers heeft een vast dienstverband (voor onbepaalde tijd). Een kwart (25%) van de medewerkers heeft een tijdelijk contract en 21% een oproepcontract of 0-urencontract.
Soorten dienstverband (n=389) contract voor onbepaalde tijd
53%
tijdelijk contract (voor bepaalde tijd)
25%
oproepcontract
21%
anders
2%
Gemiddeld werken de ondervraagde medewerkers in de recreatiesector 24 uur per week. Gemiddeld werkt men 8 jaar en 2 maanden bij het huidige bedrijf en men werkt gemiddeld 10 jaar en 4 maanden in de recreatiesector.
5
1.3 Trots op het werk De werknemers hebben een aantal stellingen voorgelegd gekregen. De meeste medewerkers (79%) zijn trots op hun werkzaamheden en 60% is ook trots op het bedrijf waar men werkt. 58% van de medewerkers in de recreatiesector voelt zich gewaardeerd in het werk, een derde antwoordt neutraal en 9% voelt zich niet gewaardeerd.
ik ben trots op mijn bedrijf (werkgever)
60%
ik ben trots op mijn werkzaamheden
33%
79%
ik voel me gewaardeerd in mijn werk
19% 3%
58%
0%
20%
7%
33%
40%
volledig mee eens
60% neutraal
80%
9%
100%
mee oneens
Driekwart (76%) van de ondervraagden heeft altijd plezier in het werk. 21% heeft soms plezier in het werk en 2% heeft zelden plezier in zijn of haar werk. 1% zegt nooit plezier te hebben in het werk. Hulp en informatie 60% van de medewerkers vindt dat men van collega’s of leidinggevende genoeg hulp of informatie krijgen als men daar om vraagt. 31% zegt die hulp enigszins te krijgen en 8% krijgt niet genoeg hulp of informatie. 91% van de medewerkers uit zijn of haar ideeën over verbeteringen in het bedrijf: 40% doet dit veel en 51% enigszins. 9% houdt de ideeën voor zich. Volgens 82% van de ondervraagden die hun ideeën uiten in het bedrijf, doet de leidinggevende iets met de ideeën van de medewerkers.
Doet je leidinggevende iets met jouw ideeën? (n=354) ja, veel
38%
ja, maar weinig
45%
niets
7%
weet niet
11%
6
1.4 Opleiden en ontwikkelen De helft van de medewerkers heeft over het algemeen de juiste opleiding voor het werk. 21% zegt dat men is opgeleid voor een ander beroep. Juiste opleiding medewerkers (n=389) ja
51%
nee, mijn opleiding is niet voor dit beroep
21%
nee, mijn opleiding is te hoog
18%
nee, mijn opleiding is te laag
3%
geen mening
7%
Volgens 51% van de ondervraagden biedt de werkgever voldoende opleidingsmogelijkheden. Van die groep zegt 46% dat de werkgever hen niet concreet een opleiding heeft aangeboden, maar dat men wel weet dat er voldoende mogelijkheden zijn (23% van het totaal). De verschillende opleidingen en cursussen die worden geboden door de werkgever, staan in het overzicht. Aangeboden opleidingen en cursussen (n=102) BHV/EHBO/AED/VCA. Zwemonderwijs/ABC-opleiding/aqua sporten/ doelgroepenopleiding/zwangerschapszwemmen/fifty fit/overlevingszwemmen voor jonge kinderen. Praktijkbegeleider/leermeester/stagebegeleider.
33x
Klantvriendelijkheid/omgaan met gasten/gastvrouw.
9x
Duits/Frans/talencursus.
8x
Computercursus/social media.
7x
Bosonderhoud/zaagcursus/groenvoorziening/spuitlicentie.
6x
Verkooptraining/telefonische verkoop.
6x
Communicatiecursus/zakelijk communiceren. (Kwaliteits)management/assistent-manager/Tourism management. Fitnessinstructeur/groepslesdocent.
5x
Sociale hygiëne.
5x
Lifeguard.
4x
Schrijfcursus/schrijven voor internet.
4x
Receptie/kassa/reserveringssysteem.
3x
Financieel/boekhouding/praktijkdiploma loonadministratie. Leidinggevende/teamleidersopleiding/coachend leidinggeven. Elektro/installatietechniek/gaskeurmeester.
3x
7
24x 11x
5x 5x
3x 3x
Aangeboden opleidingen en cursussen (n=102) - vervolg Omgaan met agressie.
2x
(Recreatie)marketing.
2x
Objectief observeren.
1x
Horeca (bbl).
1x
Afwassen in een restaurant.
1x
Fit en Vitaal.
1x
Animatiebegeleiding.
1x
Legionella-preventie.
1x
Preventiemedewerker.
1x
HRM.
1x
Functioneringsgesprekken voeren.
1x
Golfkarrijles.
1x
De meeste (81%) medewerkers bezitten naar eigen zeggen voldoende werkervaring voor hun huidige baan. Werkervaring medewerkers (n=389) voldoende werkervaring
81%
te veel werkervaring
17%
te weinig werkervaring
2%
geen werkervaring
0%
Er is gevraagd of medewerkers zelf iets doen om zo goed mogelijk (bij) te blijven in het vak. De meeste mensen (63%) leren van collega’s. 19% van de medewerkers doet zelf niets om goed te blijven in het vak. De respondenten konden meerdere antwoorden geven. Zelf doen om bij te blijven (n=389) leren van collega/leidinggevende (coaching)
63%
volgen van korte cursussen
21%
niets
19%
volgen van beroepsopleiding
7%
iets anders
11%
8
11% van de medewerkers doet nog iets anders om goed te blijven in het vak. Wat dat is, staat in het overzicht.
Toelichting Ik doe iets anders om bij te blijven in het vak (n=43) Lezen van vakliteratuur/lezen artikelen op internet/op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen.
8x
E-learning/workshops volgen.
5x
Bezoeken beurzen, congressen, seminars, bedrijven, leveranciers.
5x
Ervaring opdoen door het werk uit te oefenen/ik leer dingen zelf in de praktijk.
3x
Informatie via branchevereniging.
2x
Contact met collega-managers/collega-bedrijven.
2x
Coaching persoonlijke ontwikkeling.
1x
Discussies via LinkedIn en andere internetfora.
1x
Zelf sporten.
1x
Zelf collega’s opleiden.
1x
Alert blijven.
1x
Deelnemen aan samenwerkingsverbanden.
1x
Afspraken eigen ontwikkeling 81% vindt het goed om afspraken te maken met de leidinggevende over hoe men zich ontwikkelt in het vak. Hiervan zegt 42% dat dit al is gebeurd en 39% zou wel willen dat er afspraken gemaakt gaan worden. Voor 19% is het niet nodig om afspraken te maken over de eigen ontwikkeling. Waar die afspraken over gaan of over zouden moeten gaan, staat in het overzicht hieronder. Het volgen van korte cursussen, coaching op de werkvloer en carrièremogelijkheden worden het vaakst genoemd. De respondenten konden meerdere antwoorden geven. Afspraken eigen ontwikkeling (n=316) volgen van korte cursussen
40%
coaching op de werkvloer
37%
carrièremogelijkheden
31%
loopbaanplanning/-check/-advies
22%
ervaring opdoen in een andere functie
19%
ervaring opdoen in een hogere functie
14%
volgen van beroepsopleidingen
9%
gebruik maken van EVC
6%
ervaring opdoen bij een ander bedrijf
5%
ervaring opdoen in andere branche/sector
4%
iets anders
5%
9
De respondenten die ‘iets anders’ aangaven, noemen functioneringsgesprek (2x); regelmatige evaluatie; beloning in verband met trouwe dienst; hoger salaris; contract met meer uren; meer verantwoordelijkheden; andere vormen van bijscholing; vergoeding van de opleiding; herhaling van cursus in verband met geldigheid bewijs; informatie over het werk zelf krijgen; indeling van werkroosters; hulp door derden bij PR; passend werk; stageplek.
Bij bijna twee derde (63%) van de bedrijven wordt er gesproken over de plannen die het bedrijf met de werknemers heeft. Bij 40% is er wel eens over gesproken en bij bijna een kwart (23%) gebeurt dit ieder jaar. Bij meer dan een derde (37%) van de bedrijven is er nog nooit een gesprek geweest over bijvoorbeeld de functie in de toekomst of welke rol de medewerker heeft in de toekomst in het bedrijf. Gesprek over plannen met werknemer (n=389) ja, daar is wel eens over gesproken
40%
ja, elk jaar
23%
nee, nog nooit over gesproken
37%
1.5 Vitaliteit Aan de werknemers is gevraagd hoe zij hun werk ervaren en hoe het met de belastbaarheid zit. Heeft men op dit moment last van lichamelijke belasting doordat men pijn heeft of te moe wordt? En heeft men last van psychische belasting doordat men bijvoorbeeld hoofdpijn of stress heeft of omdat het niet prettig voelt als men over het werk nadenkt? 34% van de werknemers heeft last van lichamelijke belasting tijdens het werk, waarvan 4% veel. 58% zegt helemaal geen last van lichamelijke belasting te hebben.
Last van lichamelijke belasting (n=389) ik heb er veel last van bij mijn werk
4%
ik heb er last van bij mijn werk
9%
ik heb er een beetje last van bij mijn werk
21%
ik heb er geen last van bij mijn werk
8%
nee, ik heb geen last van lichamelijke belasting
58%
10
21% van de werknemers heeft last van geestelijke/psychische belasting tijdens het werk, waarvan 4% veel. 73% zegt helemaal geen last te hebben van psychische belasting. Last van psychische belasting (n=389) ik heb er veel last van bij mijn werk ik heb er last van bij mijn werk ik heb er een beetje last van bij mijn werk ik heb er geen last van bij mijn werk nee, ik heb geen last van psychische belasting
4% 6% 11% 6% 73%
De meeste ondervraagden denken niet dat men in de toekomst bij het werk meer last zal krijgen van lichamelijke of psychische belasting. 13% denkt wel er meer last van te zullen krijgen. Ruim een derde vindt het lastig om de vraag te beantwoorden.
Meer klachten in de toekomst? (n=389) ik verwacht dat ik er in de toekomst meer last van zal krijgen
13%
ik verwacht niet dat ik er in de toekomst meer last van zal krijgen
43%
ik verwacht dat ik er in de toekomst minder last van zal krijgen
6%
dat weet ik niet
38%
Ondersteuning door het bedrijf Van alle ondervraagden zegt 27% dat het bedrijf waar men werkt iets doet om werknemers gezond en fit aan het werk te houden. Bij 55% is dat niet het geval en 17% weet het niet. Welke maatregelen het bedrijf treft, wordt hieronder toegelicht.
Toelichting Inzet bedrijf om werknemers gezond en fit te houden (n=105) Bedrijfsporten/gratis sporten/deelname aan sportevenementen/gratis zwemmen/korting op sportles. Arbo-faciliteiten/aangepaste werkplek/passende stoel/hulpmiddelen/veilig werken. Arbo-training/advies/cursus tillen.
51x 21x 9x
Wisselen in taken/goede werkplanning/gunstige werktijden/zware werkzaamheden verdelen over de week/als je moe bent iets anders kunnen doen/afwisseling van lopen en zitten.
7x
Logopedie/gratis naar de podo/stoelmassages.
3x
Bedrijfsuitjes.
3x
Twee keer per jaar gesprek met floormanager/in gesprek gaan.
3x
Fittest/fitpunten waar je mee naar de sportschool kunt.
2x
Gezond eten/zelf koken op het werk.
2x
Rekening houden met lichamelijke beperkingen en klachten.
2x
11
Toelichting Inzet bedrijf om werknemers gezond en fit te houden (n=105) vervolg Gezond verstand gebruiken.
1x
Vrijheid geven.
1x
Goede voorlichting.
1x
Fietsplan.
1x
Buitenwerk.
1x
Ook is aan de werknemers gevraagd wat men zelf doet om fit, gezond en productief aan het werk te blijven. De werknemers konden meerdere antwoorden geven.
Toelichting Inzet werknemers zelf om gezond en fit te blijven (n=389) leef gezond (voldoende rust nemen, sporten/bewegen)
63%
beweeg genoeg, sport
60%
eet gezond
57%
blijf bij in mijn vak (lezen vakbladen, leren van een collega)
33%
niets
3%
iets anders
3%
De respondenten die ‘iets anders’ aangaven, noemen: fysiotherapie; bewust worden van wat er op mijn pad komt; rust en regelmaat; niet drinken en roken; veel wandelen en fietsen; we praten en denken veel over het werk en ik kan zelf initiatieven ontwikkelen.
12
Afspraken over fit blijven 40% van de ondervraagden zou in de toekomst afspraken willen maken met de leidinggevende over wat er gedaan kan worden om fit te blijven, zowel door het bedrijf als door medewerkers zelf. Waar die afspraken over zouden moeten gaan? Afspraken (n=154) gezonde werkplek (arbo verantwoord)
47%
scholing
45%
sporten
44%
werkinhoud
39%
werkrooster
39%
aantal te werken uren per week/maand
31%
lichamelijke werkbelasting regelmogelijkheden (zelf bepalen tempo, volgorde taken en werkonderbrekingen) gezonde voeding
25%
psychische werkbelasting
19%
gezonde leefwijze
12%
extra vakantiedagen
11%
anders
6%
Bij ‘anders’ werd genoemd: beter pensioen/partner pensioen mee verzekeren; taakverlichting; betere vergoeding reiskosten en kleedgeld; hoger salaris; betere stoelen; gratis sportkaart; eigen initiatieven.
13
21% 19%
1.6 De toekomst Aan de medewerkers is gevraagd of men van plan is een andere baan te zoeken. 80% van de medewerkers wil de huidige baan de komende drie jaar behouden.
Wil je je baan de komende drie jaar houden? (n=389) ja, ik wil deze baan houden en ga geen andere baan zoeken
41%
ja, ik wil deze baan wel houden, maar ik kijk ook om me heen naar andere banen
39%
nee, ik wil deze baan niet houden en ga de komende jaren op zoek naar een andere baan
11%
nee, ik ben al serieus op zoek naar een andere baan
8%
84% van de medewerkers denkt dat men deze baan de komende drie jaar ook kan houden. Denk je dat je je baan de komende drie jaar kunt behouden? (n=389) ja, ik zal mijn baan de komende drie jaar blijven houden ja, ik verwacht dat ik mijn baan behoud, maar weet het niet zeker nee, ik denk dat ik deze baan zal verliezen nee, ik weet zeker dat ik deze baan in de komende drie jaar zal verliezen
38% 46% 9% 9%
Aan de medewerkers is gevraagd wat de drie belangrijkste redenen zouden zijn om van baan te wisselen. Salaris, weinig doorgroeimogelijkheden en de werksfeer worden het vaakst genoemd. De belangrijkste redenen om van baan te wisselen (n=389) salaris
41%
weinig carrière/doorgroeimogelijkheden
30%
werksfeer
25%
inhoud van het werk (taken)
20%
werktijden
18%
lichamelijke belasting
14%
privé-werk balans moeilijk
13%
werkdruk
11%
reistijd
10%
soort werk
10%
leeftijd
10%
weinig opleidingsmogelijkheden
9%
14
De belangrijkste redenen om van baan te wisselen (n=389) - vervolg psychische belasting
4%
weinig regelmogelijkheden
3%
anders
20%
Andere redenen die men nog heeft om van baan te wisselen: het aantal uren; afwisseling; andere ambities; te weinig verantwoordelijkheid; geen vaste aanstelling/contract; bedrijfsbeleid (treiterijen van hogerop); vertrek naar buitenland/verhuizen; diploma in ander vakgebied/op zoek naar baan die aansluit bij mijn diploma en niveau; gezondheidsklachten; eigen baas willen zijn; bezuinigingen/overname; pensioen; dit is een bijbaan; geringe waardering. Mocht het in de toekomst nodig zijn dat medewerkers naar een andere branche overstappen, dan ligt het meest voor de hand de overstap naar de zorg en overheid/onderwijs. De ondervraagden konden meerdere sectoren aangeven. Veel respondenten (29%) vulden hier toch ook de recreatiesector in. Overstap naar andere branches (n=389) Gezondheids- en welzijnszorg, sport
28%
Overheid, onderwijs
20%
Financiële of zakelijke dienstverlening
17%
Handel (winkels ed)
16%
horeca
14%
techniek
10%
Vervoer, communicatie
8%
Landbouw, industrie, bouw
4%
Groen (hoveniers ed)
3%
schoonmaak
3%
beveiliging
2%
anders
22%
15
Bij ‘anders’ worden diverse sectoren genoemd: cosmetica/visagie; creatieve sector/kunstsector/cultuur/muziek; evenementen/entertainment; haven; glastuinbouw; bloemenbranche; kinderopvang; logistiek; media/vormgeving/reclame; milieu en duurzaamheid; retail; toerisme; voedingsmiddelenbranche; eigen bedrijf.
1.7 Opmerkingen De respondenten hebben nog een aantal opmerkingen gemaakt. Deze hebben vooral te maken met de beloning, randvoorwaarden, de CAO, het ouder worden en de onzekere toekomst. De relevante opmerkingen staan in de bijlage.
16
Bijlage 4
1
Opmerkingen medewerkers recreatie naar aanleiding van vragenlijst Hieronder de opmerkingen per categorie Trots en Waardering (7 opmerkingen), Opleiden en Ontwikkelen (8 opmerkingen), Vitaliteit, Baan je Toekomst (11 opmerkingen) en overige opmerkingen (7 opmerkingen). Als laatste staan de Opmerkingen van de medewerkers over de vragenlijst zelf (16 opmerkingen)
Trots en Waardering (7 opmerkingen) Ik ben heel tevreden over alle facetten in mijn werk, wat mij veel voldoening geeft. Ik vind dat we te weinig waardering krijgen. Er wordt veel van ons gevraagd, flexibel zijn, geen 9 tot 5 mentaliteit, werken wanneer iedereen vakantie heeft, met feestdagen werken maar wat krijgen we ervoor terug? Een mager loontje, ik vind de CAO niet erg positief. Uiteraard kan de werkgever ook voor meer waardering zorgen maar dat krijgen wij helaas niet. Ik werk voor een bedrijf dat in het verleden ontzettend vernieuwend en innovatief was, maar inmiddels is gedegradeerd tot B-park. Er zitten te weinig creatieve mensen in het bedrijf en ze durven op geen enkel vlak risico te nemen. Ze bezuinigen erop los, waar ze juist zouden moeten zoeken naar vernieuwing en originaliteit. Waardoor ze weer een park met klasse kunnen worden. Is het niet raar dat sommige leidinggevenden leidinggevende zijn geworden dmv een pakkie boterzegels. dat zie je bij heel veel werkgevers. Leidinggevenden die er totaal niets van bakken en wel de hand boven het hoofd gehouden wordt. Maar de mensen die dat roepen die worden alleen maar tegen gewerkt. Blijkt dus dat goede functies worden gegeven aan personen die er tot de elleboog inzitten. En dat de personen die daar over beslissen (de top dus) een machtsspelletje spelen. Ook dat zie je overal... helaas. Medewerkers worden vaak ondergewaardeerd. Een complimentje op zijn tijd zou voor veel bedrijven goed zijn. Daarnaast ook een positieve houding, veel mensen zijn altijd negatief. Wanneer je er positief in staat, werkt het fijner en is de werksfeer ook beter. Meer teambuilding, bijvoorbeeld team uitje of opdrachten. Verbetert de sfeer en het team gevoel, dit uit zich dan ook vaak in het werk. Ik heb het mooiste vak van de wereld. Wij vormen een badmeesterteam van 12 personen, waarvan 3 universitair niveau hebben, 5 HBO en 4 MBO. Toch krijgt onze baas het voor elkaar om niet naar ons te luisteren, ons geen verantwoordelijkheden te geven en om onze motivatie weg te nemen. We hebben geen uitdaging en verantwoordelijkheden in ons werk behalve schoonmaken en toezicht houden. De enige intrinsieke motivatie die overblijft is de relatie onderling. Wil onze baas gemotiveerd personeel, dat ook met haar op kan schieten? Dan moet zij toch eens gaan kijken naar de competentie, relatie en autonomie die zij aan ons geeft.
2
Opleiden en Ontwikkelen (8 opmerkingen) Bij het bedrijf waar ik werk, werken voornamelijk jongeren die nog studeren, maar een opleiding wordt niet betrokken bij deze enquête. Het baantje wat ik nu heb is een weekend- en vakantiebaan, dus ik verwacht bijvoorbeeld niet dat ik hier over een aantal jaar nog werkzaam ben. Bij mijn werkgever is het onmogelijk om een leidinggevende functie parttime te vervullen. Omdat ik vanwege gezinsuitbreiding minder ben gaan werken ben ik gedwongen om een stap terug te doen in functie (en salaris). Dit werkt zeer demotiverend. Tevens ben ik ervan overtuigd dat er voldoende mogelijkheden zijn om een leidinggevende functie op parttime basis te vervullen. Ik vind het belangrijk dat je bij je huidige baan doorgroeimogelijkheden hebt zowel op het werk zelf als opleidingen. Wat ik zelf heel belangrijk vind is het ontplooien van mezelf. Er moet binnen vele branches veel meer geïnvesteerd worden in opleidingen, ik denk dat daar wel behoefte aan is. Werkgever moet werknemers met een 0 urencontract zelfde cursus / opleidingsmogelijkheden moeten geven als mensen met een meerder uren contract. Zelf denk ik dat je goedkoop met kennis in huis collega's wegwijs kunt maken. Zo ben ik erg goed in het beheren van social mediakanalen maar merk dat andere collega's hier moeite mee hebben. Een cursusdag verzorgd door mij zou een uitkomst zijn. Zo zou ik graag meer willen leren over het aansturen van personeel waar anderen weer meer ervaring in hebben. Vraag ook aan de directie hoe zij er instaan, want ik vind dat maar weinig medewerkers gebruik maken van alle stagemogelijkheden en/of opleidingsmogelijkheden. Kansen genoeg maar niet iedereen pak ze! Zorg er aub voor dat bedrijven meer letten op doorgroeimogelijkheden van het eigen personeel! Uiteraard gepaard gaande met opleiding en daarbij behorend salaris.
Vitaliteit (11 opmerkingen) Ben 65 en vind het super dat ik toch een 0-uren contract heb gekregen helaas doordat er iemand ziek is geworden, Maar zo kwamen ze er wel achter dat er bij langdurige ziekte te weinig personeel is. Denk dat het voor iedereen fijn zou zijn om wat vastere roosters te hebben, zodat je duidelijkheid hebt welke dagen je ‘s avonds en ‘s morgens en hele dag moet werken. Zodat je weet wanneer je kunt gaan sporten, dat je je niet bezwaard hoeft te voelen. Dit werk is behoorlijk zwaar geworden de laatste twee jaar: stress, werkdruk erg hoog en mijn gezondheid is er door terug aan het lopen. Jammer. Door bezuinigingen in personeelskosten, wordt de druk alleen maar hoger. Als ik mijn vak goed wil uitoefenen worden deze uren niet meer betaald! We staan strak in de lessen, daarbuiten is bijna alles eigen tijd. Bellen van ouders, materiaal opruimen. Ik vind het schandalig! Zo word je beperkt in je kunnen. Ik vind het een hele foute zaak dat er elk jaar weer meer bezuinigd moet worden op
3
personeelskosten. Het wordt er allemaal niet beter op! Het gaat ten koste van de werksfeer. Overleg is ook al bijna geschrapt, de communicatie is ver te zoeken. Gezien mijn leeftijd en gezondheidstoestand ben ik heel blij dat ik deze baan heb. Ik hoop dit tot mijn pensioen vol te houden. Goed dat er aandacht aan gezondheid/fitheid wordt besteed. Toevallig studeer ik volgende week af als Health Promotor dus vind de aandacht hiervoor in het werkveld erg belangrijk. Op de werkvloer zie ik hier helaas nog weinig in terug. Mogelijk kan hier in functioneringsgesprekken aandacht aan worden besteed of kan een jaarlijkse PMO mensen bewust maken van het belang van een goede gezondheid. Het geven van sportlessen zal, naar mate je ouder wordt, moeilijker gaan lichamelijk. Ik weet niet hoe de regering en zo hierover denkt, maar ik zie mezelf geen aquarobics-lessen meer geven tot ik 67 ben. Hier is in de branche recreatie niet zo goed over nagedacht. Kan je baas je blijven verplichten deze lichamelijk zware lessen te blijven geven, omdat je een contract hebt voor onbepaalde tijd? hoe houd je een zwaar beroep vol tot je pensioen??? Ik hoop dat de financiële beloning verbeterd kan worden: werken in een warm en vochtig klimaat vergt heel wat van de mens zeker als zwemonderwijzer heb je een belangrijke taak. Lichter werk voor 65 plussers. Van bad naar kassa. Blijven werken zou niet aan leeftijd gebonden moeten zijn. Veel werken met jonge enthousiaste mensen......dan komt je pensioen altijd te vroeg.......
Baan je Toekomst (12 opmerkingen) De baan in de Receptie zoals ik nu heb is prima. Is alleen de vraag of er bij een eventuele overname van het zwembad deze functie nog steeds van mij is! Er is veel onduidelijkheid over je baan doordat er veel jaarcontracten worden afgesloten. Dit geeft veel onzekerheid over je toekomst. Er zijn ook zwembaden die sluiten en/of waar nieuwbouw gepland staat. ( nieuwbouw 2015..maar bad wordt kleiner dan huidige bad) Niet ieder werknemer kan straks mee...toekomst is dan onzeker!? Je kunt dan nog zo breed opgeleid zijn, maar als je 'n medische geschiedenis hebt zal dat best meetellen...evenals leeftijd! Helaas kan ik door ernstige rugproblemen dit werk niet meer doen en ben binnen de organisatie bezig om te re-integreren. Het is vaak zo dat de randvoorwaarden niet optimaal zijn waardoor onrust de kop opsteekt en frustraties een rol spelen. Het werk zelf is leuk en bevredigend. Teveel veranderingen in een betrekkelijke korte tijd heeft vaak zijn weerslag op de werk sfeer/situatie. Ik ben uitgekeken op mijn huidige baan hier en er zijn binnen dit bedrijf geen mogelijkheden tot nieuwe impulsen.
4
Ik werk al 35 jaar met veel plezier op de camping en hoop dit ook na mijn pensionering nog deels te mogen blijven doen. Ik wil graag opmerken dat voor al het personeel op ons park recent ontslag is aangevraagd en verleend. Ik zou graag weer op de receptie van een camping willen werken. Het is jammer dat de camping er mee op moet houden. Helaas zit ik zonder werk, het was ook alleen voor zwangerschapsverlof. Als u nog suggesties heeft voor campings in de buurt, dan hou ik me aanbevolen. In de recreatiebranche zijn te weinig mogelijkheden voor een vast contract. Je hebt er geen toekomst in. Mijn antwoorden worden mede bepaald door mijn leeftijd. Over ruim 3 jr. ga ik met pensioen. Ons bedrijf is recent overgenomen, nog niet alles is duidelijk voor iedereen. Ik hoop dat dit snel gebeurt, geeft nu wel onrust onder de collega`s. Op het moment is er geen leidinggevende op het bedrijf. Hierdoor ook weinig tot geen mogelijkheden om iets te bespreken. Contract verloopt omdat er maximaal 3 keer een contract verlengd kan worden. Wegens crisis, parttime banen naast een studie, is een verschrikking om te vinden. Werken met druk dat het zwembad over een jaar of twee niet meer bestaat is niet prettig, en dit duurt nu al 10 jaar.
Overige opmerkingen (vaak cao gerelateerd) (7 opmerkingen) Als in de recreatie de lonen volgens de CAO zouden lopen in plaats van dat er maar wat af gerommeld wordt, dan zou de branche aantrekkelijk blijven. Maar contracten en lonen kloppen nooit en er wordt nog steeds te veel zwart gewerkt, vooral in familiebedrijven want familie is goedkoper dan ander personeel. Suggestie: meer onaangekondigde controles bij bedrijven. Bedrijven werken ook liever met ongeschoold jong goedkoop personeel en dit gaat ten koste van kwaliteit en ouder personeel wat de rotzooi van de jongeren ruimen mag. Dit is een bij baantje voor mij, zelf zit ik nog op school richting de pabo. Ik vond het daarom lastig om dit in te vullen omdat je het toch hebt over een echte "baan". Dit is voor mij een bijbaan/vakantiebaan, dus sommige vragen zijn niet heel relevant voor mij. Er staat nergens iets over seizoenswerk en als bijbaan, dus naast mijn opleiding. Dat doe ik namelijk, alleen van april tot oktober. Met mij zijn er waarschijnlijk vele anderen die in de recreatie alleen in het seizoen werken. Op zich een goede enquête, maar in mijn geval is het werken in de recreatie altijd een bijbaan geweest en dat is het nog steeds. Ik werk fulltime bij een ingenieursbureau en in het weekend in de recreatie/horeca. Dit geldt bij praktisch iedereen bij ons bedrijf. Ik zou graag zien dat het vak van zwemonderwijzer in een andere CAO zou zitten. Bijvoorbeeld de CAO Sport. Het vak zwemonderwijzer zoals ik het beleef heeft nog meer met onderwijs te maken, dan met recreatie. Bij Onderwijs zal het nooit komen, maar Sport is dan een mooi alternatief.
5
In de CAO recreatie wordt veel over plusuren gesproken. In de praktijk merk ik dat ik als flextimer minuren draai. (Te veel personeel voor de uren). Wat zijn de consequenties van min-uren?
Opmerkingen over de vragenlijst (16 opmerkingen) Mooi zo'n vragenlijst voor de bewustwording van wat er allemaal goed gaat! Ik vind het wel een goed initiatief om een beter beeld te krijgen van deze branche. Duidelijk en heldere vraagstelling. Een goede enquête. Prima enquête! Dit was een leuke enquête om in te vullen, ben benieuwd naar de resultaten van dit onderzoek. Echter raad ik aan bij de vraag "Doet je leiding iets met jouw ideeën?" ook de antwoordmogelijkheid "voldoende" aan te bieden. Het is namelijk nogal en groot verschil tussen de antwoordmogelijkheid "veel" en "weinig". Verder interessante vragen! Kan en zal zijn niet synoniem. Voorbeeld: Ik verwacht dat ik mijn baan kan houden, dan kunnen jullie niet als antwoord voorstellen: ja, ik zal 'm houden. Verder zijn de vragen wel heel algemeen gesteld, succes met jullie statistiek! Goede vragenlijst! Goede enquête! GOEDE ENQUETTE!! Graag verneem ik t.z.t. de resultaten van het onderzoek. Succes met de dataverwerking. Het was een leuke enquête om te doen! Ik vind de vragenlijst weinig vragen hebben over de branche waar je in werkt, vandaar dat je ook geen goed overzicht kunt krijgen op de antwoorden. Deze zijn te algemeen. Ik vind deze enquête weinig relevante vragen en antwoorden bevatten. Als het de bedoeling is om echt iets te betekenen voor de werknemer, dan mag er best dieper worden ingegaan op werkinhoudelijke problemen. Deze enquête geeft mij niet het gevoel, dat er werkelijk interesse wordt gesteld in mijn doen en laten, maar vooral wensen om het werk boeiend te laten blijven. Leuke vragen quiz, juiste vragen komen er in voor :) Succes met het onderzoek!
6
Bijlage 5
Leerpunten Expertsessie Recreatie, 24 maart 2014
Leerpunten Expertsessie Recreatie, 24 maart 2014 VOOR
:
Baan je toekomst
DATUM
:
24 maart 2014
PLAATS
:
Bij Atrium groep in Gorinchem
NUMMER
:
20316217
AANWEZIG
:
Center Parcs, Sportfondsen Nederland, Werkend Nederland Gezond, NPZ│NRZ, OR-lid van zwembad, Abvakabo FNV, Achmea, Atrium groep
In de expertsessie zijn de voorlopige resultaten van de enquête onder medewerkers besproken. Voor de bijeenkomst zijn HR-medewerkers van bedrijven uitgenodigd, vakbondsvertegenwoordigers en medewerkers die zitting hebben in PVT’s en OR’s. Daarnaast zijn experts op gebied van duurzame inzetbaarheid van Achmea en Werkend Nederland Gezond aanwezig. Tijdens de sessie stelt iedereen zich eerst aan elkaar voor waarna het project Baan je toekomst uitgelegd wordt en de doelstelling van de expertsessies wordt toegelicht. Aan de hand van de voorlopige resultaten van de enquête onder medewerkers zijn stellingen geformuleerd op basis waarvan de experts hun kennis en inzicht kunnen delen en input kunnen geven aan het project. Na de sessie wordt nog lang nagepraat tijdens de borrel met gezonde hapjes.
Trots Stelling 1: Medewerkers van recreatiebedrijven en zwembaden zijn trots! ……….. op hun bedrijf mee oneens neutraal volledig meeeens
7% 33% 60% 0% 20% 40% 60% 80%
“Medewerkers worden vaak ondergewaardeerd. Een complimentje op zijn tijd zou voor veel bedrijven goed zijn. Daarnaast ook een positieve houding, veel mensen zijn altijd negatief. Wanneer je er positief in staat, werkt het fijner en is de werksfeer ook beter. Meer teambuilding, bijvoorbeeld team uitje of opdrachten.”
ik ben trots op mijn bedrijf “ik heb het mooiste vak van de wereld.”
Leerpunten Expertsessie Recreatie, 24 maart 2014
……….op hun werkzaamheden mee… neutraal
3% 19%
volledig… 0%
79% 50%
100%
ik ben trots op mijn werkzaamheden
Experts: medewerkers van zwembaden zijn wel trots op hun bedrijf en op hun werkzaamheden, maar wordt wel steeds minder. Dit is het gevolg van de toenemende werkdruk en de toename van de concurrentie op de arbeidsmarkt. Concurrentie zit hem vooral in dat de gemeenten de inzet van vrijwilligers in zwembaden bevorderd*. De toename van het aantal kleine contracten motiveert medewerkers ook niet. De werkdruk wordt verhoogd door bezuinigingen en de noodzaak om efficiënter te gaan werken. Hierdoor worden werkoverleggen afgeschaft en blijft er weinig tijd over voor het bespreken van problemen waar men tegenaan loopt met collega’s en/of leidinggevenden. Daarnaast worden gasten steeds mondiger, veeleisender en zelfs agressief. Door de bezuinigingen is er minder geld voor opleidingen (Omgaan met agressie, gastgerichthandelen, sturen op gedrag, communicatie met gasten etc.). Gevolgen zijn dat medewerkers zich ondergewaardeerd voelen, omdat ze bang zijn hun baan te verliezen durven medewerkers zich niet meer ziek te melden, onderlinge concurrentie en concurrentie van medewerkers op de werkvloer. Oplossingen:
meer overleg met management en medewerkers; complimenten geven aan medewerkers (en gasten). Bijvoorbeeld Center Parcs Delighted medewerker en Delighted gast), uitdelen van kaartjes met ‘like’ duimpje aan collega’s onderling en gasten en het blijven herhalen van positieve aandacht; geen vrijwilligers op bedrijfskritische functies; medewerkers zelfs meer verantwoordelijk maken voor bepaalde taken (en daar ook tijd en ruimte voor geven). Bijvoorbeeld arboveiligheid niet bevorderen door procedures op te stellen en op te hangen maar medewerkers zelf verantwoordelijk maken voor eigen veiligheid en die van collega’s en gasten; inwerkprogramma’s opstellen en uitvoeren voor nieuwe (seizoens)medewerkers, stagiaires en vrijwilligers (zwembaden). Bijvoorbeeld Center Parcs doet inwerkprogramma 2 maanden per jaar. Eerste 2 weken zijn intensief met een programma. Daarna wordt een vinger aan de pols gehouden door intensief gesprekken te voeren met een (praktijk)begeleider.
* Vrijwilligers –zonder ervaring en opleiding – worden in plaats van ervaren en gediplomeerden krachten ingezet bij zwembaden. Gemeenten hebben een beleidsdoelstelling om een x aantal vrijwilligers in te zetten in de gemeenten. Deze vrijwilligers vormen ook een gevaar voor de veiligheid in zwembaden en geven het idee aan ervaren gediplomeerde medewerkers niet veel voor te stellen. En holt trots uit.
Leerpunten Expertsessie Recreatie, 24 maart 2014
Stelling 2: Volgens medewerkers doen leidinggevenden veel met de ideeën van medewerkers
Experts:
45%
Door nadruk door crisis op efficiënt werken bij zwembaden en in de verblijfsrecreatie wordt werkoverleg wegbezuinigd, waardoor medewerkers hun ideeën niet goed kunnen delen en uiten. Dat is jammer want er wordt geconcludeerd dat juist op dit punt communicatie erg belangrijk is.
38%
11% 7%
ja, veel
ja, maar weinig
niets
weet niet
Leerpunten Expertsessie Recreatie, 24 maart 2014
Opleiden Stelling 3: meer 50% van de medewerkers vindt het een goed idee om afspraken te maken over hun ontwikkeling
Nee
19%
Ja, dat zou ik wel willen
42%
ja, dat is al gebeurd
“Wat ik zelf heel belangrijk vind is het ontplooien van mezelf. Er moet binnen vele branches veel meer geïnvesteerd worden in opleidingen, ik denk dat daar wel behoefte aan is.”
39% 0% 10% 20% 30% 40% 50%
Vind je het goed om afspraken te maken met je leidinggevende over hoe je ontwikkelt in je vak
“Werkgever moet werknemers met een 0 urencontract zelfde cursus / opleidingsmogelijkheden moeten geven als mensen met een meerder uren contract.”
Experts: De experts herkennen dat een kwart van de medewerkers het werken gewoon ‘best’ vindt. Niet te veel poespas, gewoon ‘je ding doen’ en weer naar huis. Dit geldt zeker voor medewerkers met kleine contracten. Waar moeten afspraken over gaan? volgen van cursussen (40%) coaching op de werkvloer (37%) loopbaanplanning, -check, -advies (31%) ervaring op doen in andere functie (19%)
Experts: De experts vinden het opvallend dat 81% van de medewerkers aangeeft afspraken te willen maken over hun ontwikkeling. Dit betekent dat de bewustwording er al enigszins is bij medewerkers dat ze zelf ook iets kunnen doen aan hun inzetbaarheid. Dit is belangrijk voor de eigen preventie en zelfredzaamheid van de medewerker. De experts hebben er geen verklaring voor dat dit bij 42% van de medewerkers nog niet gebeurd is. Experts geven aan dat hier ook een rol is weggelegd voor de medewerkers zelf en niet alleen naar de werkgever gekeken moet worden. Zij moeten aangeven behoefte te hebben aan een gesprek over je ontwikkelingen en je toekomst. Centraal in dit punt staat het nemen van eigen verantwoordelijkheid door de medewerker, rekening houdend met het spanningsveld tussen goed werkgeverschap en eigen verantwoordelijkheid van de medewerker. Oplossing:
Vanaf het begin af aan met medewerkers in gesprek gaan.
Leerpunten Expertsessie Recreatie, 24 maart 2014
Vitaliteit Stelling 4. In de branche hebben medewerkers relatief (in vergelijking met Nederlandse gemiddelde) meer last van psychische en lichamelijke belasting waardoor hun werk in meer of mindere mate belemmerd wordt
voldoen aan psychische werkeisen
90% 79%
voldoen aan lichamelijke werkeisen
89%
“Het geven van sportlessen zal, naar mate je ouder wordt, moeilijker gaan, lichamelijk. Ik weet niet hoe de regering en zo hierover denkt, maar ik zie mezelf geen aquarobicslessen meer geven tot ik 67 ben. Hier is in de branche recreatie niet zo goed over nagedacht. Kan je baas je blijven verplichten deze lichamelijk zware lessen te blijven geven, omdat je een contract hebt voor onbepaalde tijd?”
66% 0%
50%
100%
Nederland recreatie en zwembaden Baan je toekomst 2014 (atrium groep) en Nationale enquête arbeidsomstandigheden 2012 (TNO/CBS)
Experts: Volgens de experts zijn veel psychische klachten het gevolg van de toenemende agressiviteit in de maatschappij. Vooral in zwembaden groeit dit explosief. Assertieve ouders bij zwemles en jongeren bij recreatief zwemmen.
Uit de voorlopige resultaten is nog niet te zien of er grote verschillen zitten tussen de beleving van de lichamelijke belasting van medewerkers bij zwembaden en de verblijfsrecreatie. Door de experts wordt verwacht dat de lichamelijke klachten vaker voorkomen bij oudere medewerkers en medewerkers bij zwembaden. Dit laatste omdat medewerkers lang achtereen moeten staan in vochtige, lawaaierige, warme werkomgeving met chloordampen en er minder mogelijkheden zijn voor taakroulatie. Daarnaast zijn de medewerkers van zwembaden gemiddeld een stuk ouder dan de medewerkers in de verblijfsrecreatie. In de verblijfsrecreatie zijn minder belastende omgevingsfactoren en (vaak) meer mogelijkheden voor taakroulatie. Bij zwembaden is re-integratie na lichamelijke klachten moeilijk omdat er weinig soorten werkplekken beschikbaar zijn met andersoortige werk-/omgevingsomstandigheden. Soms worden na 3 maanden medewerkers al op spoor 2** gezet, omdat intern geen mogelijkheden zijn. Belangrijk is dat dit voordat het gebeurt al bekend is bij (alle) medewerkers. Niet pappen en nathouden, maar concrete afspraken de maken. Er moet hier open en eerlijk over gesproken worden. Het is uiteraard niet zo dat 2 spoor trajecten alleen ten goede komt aan de werkgever. Als een medewerker bijvoorbeeld knieproblemen (ligt aan soort klacht uiteraard) heeft, gaan deze waarschijnlijk niet meer over. Ook voor de loopbaan van de medewerker kan dit nadelige gevolgen hebben. Wanneer klachten erger worden, kan de medewerker wellicht nooit meer werken. Daarnaast kan de veiligheid in het geding komen wanneer een (zwembad)medewerker niet meer adequaat kan optreden in onveilige situaties.
Leerpunten Expertsessie Recreatie, 24 maart 2014
6
Bij psychische klachten ligt dit wat genuanceerder. Tegenwoordig zie je steeds vaker dat psychische klachten te maken hebben met financiële problemen (buiten de scope van hun baan). Als de werkgever dit signaleert moet hij contact opnemen met andere instanties die de medewerker daarbij kan helpen. Daarnaast zijn de experts van mening dat de oplossingen en besluiten per medewerker verschillen. Het is belangrijk om in gesprek te blijven met de medewerker en het is altijd maatwerk. In de bedrijven waar de experts werken, worden preventief PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen; oordoppen, helm etc.) ter beschikking gesteld. Niet iedereen maakt daar even goed gebruik van. In sommige bedrijven/vestigingen is de cultuur daar niet naar en worden de arboregels bewust of onbewust niet nageleefd. Ophangen van procedures en voorschriften helpt niet. Leidinggevenden moeten gesprek aangaan en het goede voorbeeld geven. Vroeger was het zo dat de werkgever altijd aansprakelijk gesteld werd bij ongevallen waar gasten of medewerkers bij betrokken zijn. Tegenwoordig ziet men steeds vaker dat ook de medewerker aansprakelijk gesteld wordt als nalatigheid geconstateerd wordt. Overgewicht wordt op dit moment (nog) niet gezien als probleem in de sector. Maar is wel goed dit nu al bespreekbaar te maken. In de toekomst gaat dit vast een probleem worden, omdat veel functies een actieve component hebben. Preventief beleid bij ‘jonge’ medewerkers nu, leidt waarschijnlijk op de lange termijn tot besparingen op curatieve maatregelen. **Spoor 1: werkgever en werknemer kijken na ziekteperiode samen naar een interne oplossing om weer aan de slag te kunnen. Spoor 2: Wanneer er geen oplossing kan worden gevonden tijdens het eerste spoor, is de werkgever verplicht het tweede spoor (spoor 2) van re-integratie te starten. De werkgever moet zich dan inspannen om voor de werknemer passend werk te vinden bij een andere werkgever. In veel gevallen schakelt de werkgever een re-integratiebureau in om deze begeleiding te verzorgen.
Wat moeten medewerkers volgens zichzelf doen om fit te blijven?
gezond leven (63%) genoeg bewegen (60%) gezond eten (57%) bijblijven in je vak (33%)
Waar moeten volgens medewerkers op het werk afspraken over gemaakt worden? gezonde werkplek (47%) scholing (45%) sporten (44%) werkinhoud (39%) werkrooster (31%) aantal te werken uren (31%) lichamelijke werkbelasting (25%) regelmogelijkheden (tempo, volgorde, pauze) (21%) gezonde voeding (19%) psychische werkbelasting (19%)
Leerpunten Expertsessie Recreatie, 24 maart 2014
7
Baan je Toekomst……. Stelling 5: Weinig medewerkers zijn bang hun baan de komende 3 jaar te verliezen Slechts 18% denkt (of weet het zeker) zijn baan te verliezen 19% zoekt op dit moment actief naar een andere baan. 39% kijkt om zich heen en oriënteert zich op andere mogelijkheden op de arbeidsmarkt Redenen zoeken naar andere baan salaris (41%) weinig carrière-/doorgroeimogelijkheden (30%) werksfeer (25%)
“Ik vind het belangrijk dat je bij je huidige baan doorgroeimogelijkheden hebt zowel op het werk zelf als opleidingen.”
inhoud van het werk (taken) (20%) werktijden (18%) lichamelijke belasting (14%) privé-werk balans moeilijk (13%) werkdruk (11%)
“Bij het bedrijf waar ik werk, werken voornamelijk jongeren die nog studeren. Het baantje wat ik nu heb is een weekend- en vakantiebaan, dus ik verwacht bijvoorbeeld niet dat ik hier over een aantal jaar nog werkzaam ben.”
reistijd (10%)
Experts: De experts van werkgeverszijde zijn op dit moment (nog) niet bang niet meer aan personeel te komen. Sterker nog, men vindt het prima dat men kritisch is en om zich heen kijkt. Als dit in de toekomst wel gebeurt, moeten er (lokale) oplossingen gezocht worden. De problemen worden vooral verwacht in dunbevolkte en afgelegen gebieden (waar vooral de verblijfsrecreatie gevestigd is). Wat wel een probleem is, is het feit dat (vooral bij zwembaden) er weinig doorstroom mogelijk is. De (grote) groep ouderen zoekt of vindt geen andere baan, waardoor de middengroep niet kan doorstromen en de jongeren geen carrièrekansen hebben en de sector verlaten. De kleine contracten en seizoenswerk zijn voor nieuwkomers vaak niet aantrekkelijk evenals het imago van de sector: niet sexy. Uiteraard zijn er ook mensen die deze kleine contracten fijn vinden, zoals studenten, werkende ouders en ouderen. En voor de vitaliteit is een klein contract ook beter. Parttimers hebben meer tijd om te herstellen en ervaren minder druk doordat ze vaak geen kostwinner zijn. Ondanks het seizoensmatige karakter van de sector is intersectorale uitwisseling van medewerkers gebeurt volgens de experts in de sector niet zolang er landelijk geen wetgeving op gemaakt wordt. Het is ingewikkeld en onvoordelig voor zowel werkgever en de medewerker op gebied van contracten, plannen van uren (als medewerker twee banen heeft), belasting en werk-privé balans.
Leerpunten Expertsessie Recreatie, 24 maart 2014
8
Naar welke branche zou je overstappen Gezondheids- en welzijnszorg, sport
28%
Overheid, onderwijs
20%
Financiële of zakelijke dienstverlening
17%
Handel (winkels ed)
16%
Horeca
14%
Techniek
10%
Vervoer, communicatie
8%
Landbouw, industrie, bouw
4%
Groen (hoveniers ed)
3%
Schoonmaak
3%
Beveiliging
2%
Anders
22%
Conclusie Baan je toekomst…… door met elkaar te blijven praten. Wat heeft de werkgever nodig voor haar bedrijfsvoering en wat heeft de medewerker nodig om goed te kunnen en blijven functioneren. Daaruit kan geleerd worden welke aanvullende instrumenten en hulpmiddelen ontwikkeld en ingezet moeten worden. Zonder aandacht voor de ‘zachte’ en persoonlijke kant, is het nagenoeg zinloos om allerlei praktische oplossingen en instrumenten te ontwikkelen en in te zetten. Eerst aandacht voor de medewerker, dan de rest…. Tip!: Bedenk ludieke acties om gasten en de bedrijfsspirit goed te houden en te motiveren. En het hoeft niet duur te zijn.
Leerpunten Expertsessie Recreatie, 24 maart 2014
9