RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK Vrijeschool Christophorus
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Roermond 04BT|C1 253337 12 november 2013 16 januari 2014
Pagina 2 van 14
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
CONCLUSIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 BIJLAGE 1 OORDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Pagina 3 van 14
Pagina 4 van 14
1
INLEIDING Op 12 november 2013 heeft de inspectie Vrijeschool Christophorus bezocht. Het bezoek is afgelegd vanwege de verplichting van de inspectie om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de school op belangrijke onderdelen onderwijs van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen, op de zorg en begeleiding en op de kwaliteitszorg. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven is tevens standaard gecontroleerd of de school voldoet aan bepaalde wettelijke voorschriften, waaronder de onderwijstijd. De bevindingen uit het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek worden gebruikt om te bezien of het reeds aan de school toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids en het schoolplan bij de inspectie. • Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijk verplichte onderdelen in de schoolgids en het schoolplan. • Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. • Analyse van jaardocumenten en andere documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Schoolbezoek, waarbij: ◦ schooldocumenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd; ◦ enkele klassenbezoeken zijn afgelegd voor het beoordelen van de planmatige uitvoering van de zorg; ◦ gesprekken met de schoolleider de intern begeleider en een vertegenwoordiging van het bestuur zijn gevoerd.
Pagina 5 van 14
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2012 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek op Vrijeschool Christophorus naar voren zijn gekomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Pagina 6 van 14
2
BEVINDINGEN Algemeen beeld De bijlage van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. Uit dit overzicht valt op te maken dat op Vrijeschool Christophorus de kwaliteit van het onderwijs voor de meeste onderzochte indicatoren op orde is. Sinds het laatste onderzoek van de inspectie is de school verder gegaan met de ontwikkeling van het onderwijs. In de afgelopen jaren is er het nodige geïnvesteerd in het invoeren van een leerlingvolgsysteem en het leren gebruiken daarvan. Daarnaast is er veel aandacht besteed aan het klassenmanagement en het differentiëren in de klassen. Dat laatste is geen gemakkelijke opgave, omdat Vrijeschool Christophorus een kleine school is met combinatieklassen. Op dit moment is het team bezig met een verdere verdieping van het handelingsgericht werken. Toelichting Opbrengsten De inspectie beoordeelt de eindresultaten als voldoende. Deze conclusie is gebaseerd op de resultaten van de leerlingen op het Drempelonderzoek. Er is sprake van een opgaande lijn. In 2011 was de uitslag nog onvoldoende, maar in 2012 lagen de prestaties rond het landelijk gemiddelde. In 2013 scoorden de leerlingen zelfs bovengemiddeld. Daarom is het opmerkelijk dat de tussenopbrengsten wel enig risico laten zien. De inspectie baseert deze uitspraak op de prestaties van de leerlingen op de meest recent afgenomen toetsen voor technisch lezen (klas 1, klas 2 en klas 3), begrijpend lezen (klas 4) en rekenen en wiskunde (klas 2 en klas 6). Het oordeel over de tussenopbrengsten als geheel is weliswaar voldoende, maar nipt. De rekenresultaten van de leerlingen in klas 4 zijn namelijk onvoldoende en dat geldt ook voor de leesresultaten in klas 1. Verder liggen de resultaten voor begrijpend lezen (klas 4) en lezen (klas 3) maar net boven de door de inspectie gehanteerde ondergrens. Waakzaamheid lijkt dus geboden. Vrijeschool Christophorus volgt de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen aan de hand van een niet genormeerd instrument, zodat de inspectie nog geen uitspraak kan doen over het niveau van hun sociale competenties. De school hecht overigens veel belang aan de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Pagina 7 van 14
De leraren maken gebruik van de Regenboogtraining, gericht op het samenspel tussen leraar en leerling (ouders) en de leerlingen onderling. De veiligheidsthermometer die bij de training hoort, wordt twee keer per jaar afgenomen bij de leerlingen van klas 3 tot en met 6. Zorg en begeleiding De inspectie beoordeelt de wijze waarop de school vorm geeft aan de zorg en begeleiding over de hele linie als voldoende. Vrijeschool Christophorus maakt in de klassen 1 tot en met 6 gebruik van landelijk genormeerde toetsen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Ook in de kleutergroepen worden de kinderen in hun ontwikkeling gevolgd. De leraren leggen de resultaten en hun observaties vast in Volglijn, een leerlingvolgsysteem dat speciaal is ontwikkeld voor de vrijescholen. Volglijn bevat ook een waarnemingslijst voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. De school vult Volglijn aan met het volgsysteem van het CITO, omdat dit systeem het beter mogelijk maakt trendanalyses en foutenanalyses te maken. Met behulp van de gebruikte toetsen signaleert de school welke leerlingen op- of uitvallen. De school is daarbij alert op meerbegaafde leerlingen en ook steeds meer op de vraag of de leerlingen voldoende vooruitgang laten zien. De intern begeleider bespreekt de toetsresultaten met de leraren (groepsbesprekingen). Als een leerling in aanmerking komt voor zorg, vindt een verdere analyse van de hulpvraag plaats. De leraren stellen vervolgens groepsplannen op. Als een groepsplan niet voldoende tegemoet komt aan de onderwijsbehoefte van een leerling, schrijven de leraren een (groeps-) handelingsplan. Bij de uitvoering van de zorg onderscheidt de school zogenaamde zorgblokken. Na ieder zorgblok vindt een uitgebreide evaluatie plaats, waarbij alle plannen aan de orde komen. Als een leerling onvoldoende vooruit is gegaan, kan de school de leerling bespreken in de kinderbespreking of de hulp inroepen van een antroposofisch arts, speltherapeut, euritmist of een andere specialist. Tot slot van dit onderdeel plaatst de inspectie nog een enkele opmerking. Om de deskundigheid van de leraren op het gebied van de zorg en begeleiding te bevorderen, investeert de school in handelingsgericht werken. Met de schoolleider en de intern begeleider heeft de inspectie gesproken over het belang ook aandacht te besteden aan de diagnostische vaardigheden van leraren. Te denken valt aan het voeren van een diagnostisch gesprek, het onder begeleiding laten maken van een kleine aanvullende test of het laten verwoorden van de gekozen strategieën. Dit levert waardevolle informatie op, die nodig is om nog beter individuele accenten te kunnen zetten bij de hulp aan leerlingen.
Pagina 8 van 14
Kwaliteitszorg Op Vrijeschool Christophorus is een aantal de onderzochte indicatoren op orde, hoewel enkele nog verbeterd moeten worden. Zo kent de school de achtergrond van haar leerlingen en handelt daar ook naar. Veel leerlingen van de school bezoeken al het Kindcentrum vanaf de leeftijd van twee jaar. Dit Kindcentrum is een apart gebouw dat op hetzelfde terrein als de school staat. Op het gebied van opbrengstgericht werken heeft de school in de afgelopen periode belangrijke stappen gezet. Er vinden trendanalyses plaats en er volgen ook acties als dat nodig is. Zo was de school niet tevreden over de leesresultaten van de leerlingen. Daarom is vorig schooljaar gekozen voor het invoeren van Race-lezen, met ondersteuning van de Begeleidingsdienst voor Vrije scholen. Een tussentijdse evaluatie laat zien dat vooral de leerlingen in de lagere klassen vooruit zijn gegaan. De school heeft eigen streefdoelen geformuleerd. Besproken is om daarbij ook de vaardigheidsscores te betrekken om nog beter zicht te krijgen op de vaardigheidsgroei van de leerlingen. De school is op weg naar een adequate systematiek om haar onderwijs en leren te evalueren. Om de resultaten van de tevredenheidonderzoeken bij ouders, leerlingen en leraren aan te vullen, wordt op bestuursniveau nagedacht over een aanpak van interne audits. Een en ander is nog volop in ontwikkeling en om die reden waardeert de inspectie de betreffende indicator nog als onvoldoende. In haar schoolplan 2011 – 2015 beschrijft de school haar beleidsvoornemens op hoofdlijnen. Deze voornemens worden vervolgens preciezer uitgewerkt in een jaarplan (projecten). Analyse van het jaarplan 2013 – 2014 laat zien dat de verbeterpunten nog te globaal zijn uitgewerkt om een planmatige uitvoering van de projecten te garanderen. Het is van belang dat de school, dat wat ze wil bereiken zo concreet mogelijk formuleert in termen van waarneembaar gedrag of resultaten. Als daaraan ook nog een duidelijk criterium wordt verbonden ('Wanneer zijn we tevreden?'), komt dit de kwaliteit van de planmatige verbetering ten goede. Bovendien kan deze handelswijze de school behoeden om teveel hooi op de vork te nemen. Vrijeschool Christophorus besteedt voldoende aandacht aan het behoud van haar kwaliteit. Afspraken en procedures worden vastgelegd in een protocollenmap. De schoolleider en de intern begeleider voeren regelmatig observaties uit om te zien of de leraren ook doen wat is afgesproken. De school rapporteert nog in onvoldoende mate over de gerealiseerde kwaliteit.
Pagina 9 van 14
In de schoolgids ontbreken bijvoorbeeld de eindresultaten of andere opbrengsten die de school behaalt. Daarnaast is er geen aandacht voor de schoolontwikkeling. Volgens de schoolleider is dit mede een gevolg van een zekere bescheidenheid in het 'collectief rapporteren'. Daartegenover staat dat het bestuur goed wordt geïnformeerd in de vorm van managementrapportages.
Pagina 10 van 14
3
CONCLUSIE Kwaliteit De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op Vrijeschool Christophorus voor het merendeel van de onderzochte indicatoren op orde is. De inspectie handhaaft daarom het al aan de school toegekende basisarrangement. De bevindingen van dit vierjaarlijks bezoek zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw de vraag aan de orde is of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast. Naleving Er is een tekortkoming geconstateerd in de naleving van wettelijke voorschriften, die vanwege het programmatisch handhaven standaard zijn gecontroleerd. In de schoolgids ontbreekt informatie over de eindopbrengsten die de school realiseert, de gebruikte eindtoets en de context waarin de resultaten zijn behaald. De inspectie heeft dit met het bestuur besproken en het bestuur is het eens met de vastgestelde tekortkoming. Afgesproken is dat de school de betreffende informatie in de volgende schoolgids opneemt.
Pagina 11 van 14
Pagina 12 van 14
BIJLAGE 1 OORDELEN In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. 3. 4. 5.
onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'. Opbrengsten 1.1*
1.2*
1.5
3
•
De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
•
4
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
1
2
3
4
•
1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
5
•
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Zorg 8.1
2
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
Begeleiding 7.1*
1
2
3
4
•
Pagina 13 van 14
Zorg
1
2
3
8.2
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
•
8.3*
De school voert de zorg planmatig uit.
•
8.4
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
•
Kwaliteitszorg
1
2
3
9.1
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
•
9.2
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
•
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
•
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
•
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
9.6
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
4
4
• •
Wet- en regelgeving
Ja Nee
NT1A
De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO).
•
NT2A
De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).
•
NT4A
Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).
•
NT4B
Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
•
Pagina 14 van 14