RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK Basisschool De Witte Olifant
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Amsterdam 20VK|C1 258247 14 november 2013 6 januari 2014
Pagina 2 van 14
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
CONCLUSIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 BIJLAGE 1 OORDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Pagina 3 van 14
Pagina 4 van 14
1
INLEIDING Op 14 november 2013 heeft de inspectie openbare basisschool De Witte Olifant bezocht. Het bezoek is afgelegd vanwege de verplichting van de inspectie om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de school op belangrijke onderdelen onderwijs van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen, op de zorg en begeleiding en op de kwaliteitszorg. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven is tevens standaard gecontroleerd of de school voldoet aan bepaalde wettelijke voorschriften, waaronder de onderwijstijd. Bijlage 1 bij dit rapport bevat een overzicht van de indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. Daarnaast heeft het bezoek tot doel informatie te verzamelen over de sociale kwaliteit van het onderwijs. Dit onderdeel is uitgevoerd als pilot en leidt niet tot oordelen over de kwaliteit van de school. Wel bevat het rapport een korte weergave van de voornaamste bevindingen. De bevindingen uit het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek worden gebruikt om te bezien of het reeds aan de school toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids en het schoolplan bij de inspectie. • Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijk verplichte onderdelen in de schoolgids en het schoolplan. • Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. • Analyse van andere documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Schoolbezoek, waarbij: ◦ schooldocumenten en handelingsplannen zijn bestudeerd;
Pagina 5 van 14
◦ ◦
enkele groepsbezoeken in leerjaar 3 en in leerjaar 5 zijn afgelegd voor het beoordelen van de planmatige uitvoering van de zorg; gesprekken met de directie, de interne begeleiding en een vertegenwoordiging van het bestuur zijn gevoerd.
Voor de pilot toezicht sociale kwaliteit zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: • Analyse van (zelf-evaluatie)documenten: zoals documenten over de visie, doelen en het onderwijsaanbod voor sociale en maatschappelijke doelen en de resultaten van dat onderwijs, alsmede documenten gericht op de zorg en begeleiding, schoolklimaat en de sociale veiligheid van leerlingen en personeel (inclusief pestprotocol, veiligheidsbeleid en gegevens over de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel). • Vragenlijsten: bij leerlingen van drie klassen in de groepen 7 en 8 is een
•
•
vragenlijst afgenomen over aspecten van de sociale kwaliteit van het onderwijs. Les- en schoolobservaties: tijdens het schoolbezoek is tijdens de lessen en op de school als geheel aandacht besteed aan de sociale kwaliteit van het onderwijs en de onderwijsleersituatie. Ook zijn de lessen ‘sociaalemotionele ontwikkeling’ in leerjaar 1/2 en ‘mening durven geven en respecteren’ in leerjaar 7 bezocht. Gesprekken: in de gesprekken met leerlingen uit de groepen 6, 7 en 8, leraren van kleuterbouw tot en met de bovenbouw en directie is aandacht besteed aan aspecten van de sociale kwaliteit van het onderwijs.
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2012 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek op De Witte Olifant naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Pagina 6 van 14
2
BEVINDINGEN De bijlage van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. Uit dit overzicht valt op te maken dat op De Witte Olifant de opbrengsten voldoende zijn. Van zowel de kwaliteitsaspecten zorg en begeleiding als van de kwaliteitszorg vraagt één onderdeel verbetering. De inspectie geeft hierbij een toelichting. Opbrengsten De eindopbrengsten op basisschool De Witte Olifant zijn voldoende. De school verantwoordt zich over de eindopbrengsten met de Cito-Eind-toets groep 8. In 2013 en 2011 liggen de scores boven de bovengrens die de inspectie hanteert en zijn daarmee als goed gekwalificeerd. De opbrengsten van 2012 liggen boven de ondergrens en zijn als voldoende beoordeeld. De tussentijdse opbrengsten beoordeelt de inspectie als voldoende. Dit oordeel baseert de inspectie op de Cito-resultaten van juni 2013 van technisch lezen in de groepen 3 en 4, rekenen en wiskunde in groep 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6. De gemiddelde vaardigheidsscores op alle vijf toetsen liggen boven de ondergrenzen die de inspectie stelt. Voor de leerlingen die het eindniveau van groep 8 niet zullen behalen, werkt de school met ontwikkelingsperspectieven. Dit geldt momenteel voor één leerling in groep 8 van de school. De school stelt reële tussendoelen op en volgt deze structureel om te bepalen of de leerling vorderingen maakt. Indien nodig wordt het programma voor de leerling bijgesteld. De inspectie beoordeelt deze indicator als voldoende (1.4). De school hanteert een methodiek om de sociaal-emotionele ontwikkelingen van leerlingen te begeleiden. Vanaf november 2013 is de school gestart met een landelijk genormeerd instrument om de sociale competenties te monitoren en te registreren. Omdat er nog geen evaluatiegegevens beschikbaar zijn, beoordeelt de inspectie deze indicator niet (1.5). Begeleiding en zorg De zorg- en begeleidingscyclus op De Witte Olifant voldoet op vier van de vijf onderdelen aan de gewenste kwaliteit. In de afgelopen twee jaar heeft de school een doordachte en heldere zorgstructuur neergezet. In deze zorgstructuur wordt het handelings- en opbrengstgericht werken van leerkrachten en interne begeleiders afgestemd op de vijf onderscheiden zorgniveaus in de school. De school gebruikt een dekkend instrumentarium om de ontwikkeling van haar leerlingen te volgen en mogelijke uitval vroegtijdig te signaleren. In de kleuterbouw worden de toetsen aangevuld
Pagina 7 van 14
met gerichte observaties op basis van verschillende ontwikkelingslijnen als taal, rekenen, speel-/werkgedrag en motoriek. De gegevens uit de observaties en methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen vormen het vertrekpunt voor de zorg en begeleiding. Hierbij hanteert de school duidelijke criteria voor zowel leerlingen die zich onvoldoende ontwikkelen als voor leerlingen die beter dan gemiddeld presteren. De (extra) ondersteuning kan gericht zijn op leerstofbeheersing, waarbij het leesonderwijs prioriteit heeft. Daarnaast biedt de school leerlingen begeleiding op het gebied van concentratie- en werkhoudingsproblemen. Uit de gesprekken met de school en uit de verslagen van de groepsbesprekingen blijkt dat de school de toetsresultaten en werkhoudingsaspecten analyseert om tot een eerste plan van aanpak te komen. De inspectie constateert wel een verschil in de analysefase tussen de zogenaamde niveaus 2 en 3. Het is onvoldoende helder wat de inhoud van de analyse op niveau 2 door de leerkracht zelf is. Daarentegen onderzoekt de school op niveau 3 (onder begeleiding van de intern begeleider) wel voldoende wat de mogelijke oorzaken zijn van de geconstateerde leerstagnaties. De voortgang van de ondersteuningstrajecten bespreekt de interne begeleider drie keer per jaar met de leraren. Op basis van toetsresultaten en observaties bepaalt de school of de gestelde doelen zijn behaald of dat een vervolgtraject gewenst is. De evaluatie van het zorgtraject voldoet aan de minimale eisen van de inspectie. Dit geldt zowel voor de individuele handelingsplannen als voor de groepsplannen waarin leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte ‘geclusterd’ zijn. De school kan de kwaliteit van evaluatie nog verdiepen door ook het proces daarbij te betrekken. Daarmee krijgt de school meer zicht op succesvolle en belemmerende factoren op het gebied van didactiek, aanpak en onderwijstijd die van invloed zijn op het eindresultaat van het zorgtraject. Eén onderdeel van de zorg en begeleidingscyclus is van onvoldoende kwaliteit. Het betreft hier de planmatige uitvoering van de zorgplannen. De school legt voor leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte de te behalen leerdoelen, de aanpak en het na te streven leerrendement vast in een individueel handelingsplan of in het groepsplan. De groepsadministratie (digitaal en/of op papier) toont echter geen inzicht in hoeverre consequent wordt gewerkt aan deze gestelde doelen voor de zorgleerlingen. Tussentijdse reflecties of opmerkingen waaruit blijkt dat de gekozen didactiek, materiaal of inzet van remedial teaching effectief zijn of aanpassing vragen, ontbreken veelal in de (groeps)plannen of in het afstemmingsschrift tussen de leraar en de remedial teaching. Ook bij dit onderdeel van de zorgstructuur is een kwaliteitsverschil aanwezig tussen het zogenaamde niveau 2 (leraar) en niveau 3 (interne begeleider).
Pagina 8 van 14
Kwaliteitszorg Het kwaliteitszorgsysteem op De Witte Olifant is grotendeels op orde. Vijf van de zes onderzochte indicatoren voldoen aan de normen van de inspectie. De schoolpopulatie is een afspiegeling van de buurt waarin ouders relatief hoog zijn opgeleid. De leerlingenpopulatie kan dan ook als kansrijk worden getypeerd. De school realiseert zich dat de kenmerken van een dergelijke populatie om een andere toegevoegde waarde vraagt dan alleen het op niveau krijgen en houden van de leerresultaten. Een aspect van deze toegevoegde waarde is het leren samenwerken dat van groep 1 tot en met 8 op een planmatige wijze is georganiseerd. Daarnaast streeft de school ernaar om de leerlingen een rijk cultuuraanbod te geven. Sinds de invoering van het handelings- en opbrengstgericht werken voert de school trendanalyses uit van de resultaten van de vakgebieden taal en rekenen en wiskunde. Deze analyse is vorig jaar voor het eerst met alle teamleden uitgevoerd om het onderzoeksmatig denken en handelen van de leraren te versterken. Uit de analyse van de Citotoetsen van januari en juni 2013 blijkt dat de opbrengsten van het begrijpend lezen en rekenen en wiskunde in alle groepen structureel boven de inspectienormen liggen. De resultaten van de basisvaardigheden van het technisch lezen en spelling fluctueren echter. Uit de analyse blijkt dat de deelgebieden spelling en technisch lezen een relatief hoog aantal D/E-scores tonen. Om deze resultaten doelgericht te verbeteren, heeft de school onder meer streefdoelen geformuleerd, waarbij zij het percentage D/E onder de 10% stelt. In het aankomend schooljaar zal de school ook voor haar vakken rekenen en wiskunde en begrijpend lezen streefcijfers opstellen om zo trends in de ontwikkelingen van leerlingen te kunnen signaleren. Passend bij de leerlingenpopulatie heeft de school dit schooljaar een conceptplan ‘meer-en hoogbegaafden’ opgesteld. Dit ‘verbeterplan’ biedt de school handvatten om een deel van haar leerlingen met een aanvullend aanbod en didactiek meer uitdaging te bieden. Naast dit plan werkt de school dit jaar ook aan onderwerpen als het kunnen werken met leerlijnen, tussendoelen en referentiekaders, groepsplannen en de implementatie van een leerlingvolgsysteem van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Om deze doelen te realiseren, maken de leraren deel uit van een of meerdere werkgroepen. De uitwerkingen van de verbeterplannen zijn wisselend van kwaliteit en kunnen meer ‘smart’ worden opgesteld. Concreet uitgewerkte verbeterplannen zijn nodig om het verbeterproces goed te kunnen volgen én eerder te kunnen interveniëren in het proces indien dit nodig blijkt. Verder maakt de school een grote inhaalslag op diverse onderdelen van het onderwijskundig beleid als implementatie van nieuwe lesmethodes en het
Pagina 9 van 14
uniform toepassen van het interactieve gedifferentieerde directe instructiemodel. Om deze ontwikkelingen te volgen en te borgen, leggen de directie en de interne begeleider structureel groepsbezoeken af. Als verschillen in de uitvoering bij de leraren worden geconstateerd, wordt dit geagendeerd op het bouwoverleg of op de teamvergadering. Gemaakte afspraken worden vastgelegd in het onlangs herziene digitale ‘afsprakenboek’. In het jaarverslag verantwoordt de school haar inspanningen en de bereikte resultaten. Zo is voor externen zichtbaar welke verbeteronderwerpen zijn afgerond, zoals het realiseren van een doorgaande lijn van de groepen 1/2 naar groep 3 en het inhoud en vorm geven van Actief Burgerschap. Daarnaast toont het jaarverslag dwarsdoorsnedes van de resultaten van de vakken technisch en begrijpend lezen en spelling met het percentage D- en E-scores van de afgelopen twee jaar. Op deze wijze maakt de school inzichtelijk in hoeverre haar inzet op deze gebieden succesvol is geweest. Eén onderdeel van de kwaliteitszorg, de evaluatie van het onderwijsleerproces, beoordeelt de inspectie als onvoldoende. Om de onderwijskwaliteit op De Witte Olifant te volgen en te verbeteren, zet de school verschillende instrumenten in als kijkwijzers voor het pedagogischdidactisch handelen, vragenlijsten bij leerlingen en ouders en structureel overleg met de interne begeleiding. Weliswaar beschrijft de school in haar schoolplan ambities ten aanzien van verschillende onderwijskundige aspecten, als het pedagogisch-didactisch handelen van de leraren en de zorgstructuur, maar zij kan in onvoldoende mate aantonen wanneer deze onderdelen op schoolniveau aantoonbaar voldoende zijn (x- percentage van de leraren). Daarnaast geeft de school aan deze ambities eenmaal per vier jaar te beoordelen. Deze frequentie is te laag om te kunnen anticiperen op bepaalde ontwikkelingen binnen de school of op het uitblijven van gewenste ‘resultaten’. Sociale kwaliteit In het pilotonderzoek naar de sociale kwaliteit van het onderwijs is aandacht geschonken aan het onderwijsaanbod, het onderwijsproces en de resultaten van de school op dit terrein, en aan de wijze waarop de school zorgt draagt voor de kwaliteit van deze aspecten van het onderwijs. De school heeft een aanbod gericht op de ontwikkeling van de sociale en maatschappelijke competenties van leerlingen, maar deze is niet planmatig en beredeneerd als leerlijn opgezet. Dit aanbod omvat lessen uit methodes, aangevuld met actuele zaken als de gelegenheid zich aandient. Naast dit aanbod, verzamelt De Witte Olifant gegevens over de sociale veiligheid van haar leerlingen. De school deed dat voor het laatst in maart 2013. Vorig schooljaar heeft het team een training afgerond om de sociaal-emotionele
Pagina 10 van 14
ontwikkeling van de leerling te begeleiden. Aanvullend is de school deze maand gestart met het monitoren en registreren van gegevens die een beeld geven van de sociale en maatschappelijke competenties van leerlingen. De Witte Olifant heeft haar visie, de concrete onderwijsdoelen en het onderwijsaanbod met betrekking tot de sociale en maatschappelijke doelen, die de school zich stelt, minimaal beschreven in haar schoolplan. De school heeft haar beleid rond de waarborg van de sociale veiligheid van leerlingen en personeel vastgelegd. Deze documenten betreffen onder andere een pestprotocol en beleid gericht op het optreden bij pesten en incidenten en beleid gericht op het afhandelen van incidenten. Naleving Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd in de naleving van wettelijke voorschriften, die vanwege het programmatisch handhaven standaard zijn gecontroleerd.
Pagina 11 van 14
3
CONCLUSIE Kwaliteit De inspectie concludeert dat de onderwijskwaliteit op obs De Witte Olifant op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden nauwelijks tekortkomingen kent. Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw de vraag aan de orde is of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast.
Naleving Ten aanzien van de naleving van wettelijke voorschriften die vanwege het programmatisch handhaven standaard zijn gecontroleerd, heeft de inspectie geconstateerd dat voldaan is aan de wettelijke voorschriften.
Pagina 12 van 14
BIJLAGE 1 OORDELEN In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. 3. 4. 5.
onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'. Opbrengsten 1.1*
1
2
3
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
•
De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
•
1.4
Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
•
1.5
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
1.2*
Begeleiding 7.1*
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
4
5
•
1
2
3
4
•
Pagina 13 van 14
Zorg
1
2
3
8.1
De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
•
8.2
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
•
8.3*
De school voert de zorg planmatig uit.
8.4
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
4
• •
Kwaliteitszorg
1
2
3
9.1
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
•
9.2
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
•
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
•
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
•
9.6
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
•
4
•
Wet- en regelgeving
Ja Nee
NT1A
De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO).
•
NT2A
De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).
•
NT4A
Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).
•
NT4B
Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
•
Pagina 14 van 14