RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij basisschool De Stappen
Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer Datum schoolbezoek Rapport vastgesteld te Breda op 15
DEFINITIEF
: Tilburg : 08NZ : 122230 : 28 april 2011 juni 2011
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | basisschool De Stappen | 28 april 2011
Inhoud 1
Inleiding 5
2
Bevindingen 7
3
Conclusie 11 Bijlage 13
pagina 3 van 14
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | basisschool De Stappen | 28 april 2011
1
Inleiding Op 28 april 2011 heeft de inspectie basisschool De Stappen bezocht. Het bezoek is afgelegd vanwege de verplichting van de inspectie om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de school op belangrijke onderdelen onderwijs van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen, op de zorg en begeleiding en op de kwaliteitszorg. Daarnaast zijn enkele verplichtingen van de school in het kader van de naleving van wet- en regelgeving gecontroleerd, waaronder de onderwijstijd. De bevindingen uit het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek worden gebruikt om te bezien of het reeds aan de school toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Indien tijdens het onderzoek echter blijkt dat er mogelijk sprake is van zwakke of zeer zwakke onderwijskwaliteit, dan zet de inspectie het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek, na overleg met het bevoegd gezag, om in een kwaliteitsonderzoek. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. • Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijk verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan. • Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. • Analyse van andere documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Schoolbezoek, waarbij: • schooldocumenten en handelingsplannen zijn bestudeerd; • enkele groepsbezoeken zijn afgelegd voor het beoordelen van de planmatige uitvoering van de zorg; • gesprekken met de directie en de intern begeleider zijn gevoerd; • een nagesprek met de directie en een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag heeft plaatsgevonden. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2009 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek op basisschool De Stappen naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie.
pagina 5 van 14
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | basisschool De Stappen | 28 april 2011
2
Bevindingen De bijlage van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. Uit dit overzicht valt op te maken dat op basisschool De Stappen de kwaliteit van het onderwijs voor een aantal onderzochte indicatoren op orde is. Het betreft hier vooral het aspect opbrengsten. De zorg en begeleiding voldoet op drie van de vijf indicatoren aan de normen van de inspectie; de kwaliteitszorg is voor drie van de zes indicatoren voldoende. Algemeen beeld De gemiddelde leeropbrengsten op basisschool De Stappen zijn voldoende. Het team heeft een intensieve periode achter de rug met een wisseling van één van de directieleden, een langdurige afwezigheid van de intern begeleider en een verhuizing naar een prachtige multifunctionele accommodatie. Inmiddels is de intern begeleider sinds dit schooljaar weer actief, evenals een nieuwe adjunctdirecteur. Door de genoemde omstandigheden is er stagnatie opgetreden in de planmatige verbeteringen in de school en stond het kwaliteitsbeleid onder druk. De ambities zijn nu echter dusdanig, dat de school zich verder doorontwikkelt mede aan de hand van de ontwikkeling van een nieuw schoolplan 2011-2014. Het team voelt zich inmiddels thuis in het nieuwe gebouw en pakt de draad van planmatig verbeteren structureel verder op. Ze spitst dit toe op de versterking van de zorg en begeleiding, de invoering van meervoudige intelligentie, de taalpilot en het onderwijs aan het jonge kind. Toelichting In het hierna volgende licht de inspectie de verschillende kwaliteitsaspecten nader toe. Daarbij gaat ze zowel in op de positief beoordeelde onderdelen, als op de onderdelen waarvan de kwaliteit verbetering behoeft. Opbrengsten De kwaliteit van de eindopbrengsten is gemiddeld over een periode van drie jaar van voldoende niveau. De inspectie gaat hierbij uit van de Cito Eindtoets 2008, 2009 en 2010. In 2008 en 2009 zijn de resultaten voldoende. In 2010 zijn ze echter onvoldoende. De eindopbrengsten van 2011 zijn eveneens voldoende. De meest recente tussenopbrengsten (Cito M-versie) afgeleid van de toetsen voor technisch lezen (groep 3 en 4), begrijpend lezen (groep 6) en rekenen en wiskunde (groep 4 en 6) zijn gemiddeld van voldoende niveau. Technisch lezen in één van de groepen 3 is echter onder de maat. Maatregelen worden momenteel op groepsniveau getroffen, waarbij het de vraag is of de verkozen maatregelen ook het meest effectief zijn. De betrokken leraren en de directie verstevigen daarom de groepsanalyse, analyseren de doorgaande lijn van het aanbod van groep 1 tot en met 3 nog eens kritisch en intensiveren de afstemming van de onderwijstijd om het technisch lezen op korte termijn nog gerichter te verbeteren. De inspectie beoordeelt de wijze waarop de school volgt of leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen, nog als onvoldoende. De school kent in groep 8 enkele leerlingen voor wie een afbuigende leerlijn geldt. Hoewel een eerste begin is gemaakt met het opstellen van een ontwikkelingsperspectief, ontbreekt het ten dele nog aan daaraan verbonden didactische streefniveaus en aan een operationalisering in een bijbehorend aanbod. Deze aanpak is volop in ontwikkeling en zou ook van toepassing zijn voor enkele leerlingen die nu in andere groepen zitten.
pagina 7 van 14
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | basisschool De Stappen | 28 april 2011
De sociale competenties van de leerlingen zijn voldoende. De school werkt in de bovenbouw met een betrouwbaar en valide instrument om de sociaal-emotionele ontwikkeling in beeld te brengen. Overigens werken de verschillende bouwen met verschillende instrumenten. Een doorgaande lijn in de signalering is daardoor niet geborgd. Het team oriënteert zich daarom op een instrumentarium voor de hele school. Zorg en begeleiding De zorg en begeleiding is voor twee van de vijf indicatoren niet op orde. Vooral de analyse en de effectmeting ervan verdienen een verbeterslag. De planmatige zorg is weliswaar als voldoende beoordeeld, maar vraagt nadrukkelijk een versterking. Het systeem van de zorg en begeleiding is voldoende. De huidige intern begeleider werkt professioneel aan de versterking van de competenties van de leraren, indien zich hulpvragen bij de leraren voordoen of naar aanleiding van klassenbezoeken. Een interne coördinator leerlingenzorg ondersteunt de leraren daarnaast voor zorg aan individuele, kwetsbare leerlingen. Door het protocollenhandboek is voor elke leraar inzichtelijk hoe er gewerkt moet worden en wat criteria zijn voor het bieden van planmatige zorg. Toch vragen deze criteria enige herijking, omdat door de visie van het team op opbrengstgericht werken en de 1-zorgroute deze criteria zich blijken te wijzigen. Er wordt gewerkt met een toetskalender en er zijn afspraken over een structureel observatieinstrument in de groepen 1 en 2, methodegebonden toetsen en de Cito-toetsen. Het team is sinds het tweede schooljaar bezig de zorg en begeleiding meer gefundeerd in te voeren in het onderwijsleerproces. Momenteel ligt het accent op de 1-zorgroute, waarbij de leraren minimaal op één vakgebied met een groepsplan werken. Binnen deze zorgroute werken de leraren met verschillende zorgniveaus. In de meeste gevallen trof de inspectie dan ook groepsplannen aan voor leerlingen met een specifieke hulpvraag, aangevuld met individuele handelingsplannen voor leerlingen die extra remediale hulp krijgen binnen of buiten de groep. Toch plaatst de inspectie enige kanttekeningen bij deze planmatige hulp, ondanks dat deze zeker geboden wordt. Allereerst is de kwaliteit van de analyse veelal te globaal en is in veel gevallen geen sprake van een goede diagnostiek; de hulpvraag van de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften komt daardoor onvoldoende uit de verf. Op de tweede plaats zijn de doelen in de groepsplannen en individuele handelingsplannen vaak niet smartgeformuleerd. Het gevolg is, dat ook de effectmeting daardoor te weinig aan bod komt en te weinig input levert voor een vervolgtraject in het bieden van zorg op maat. Ten derde is uit de plannen veelal niet af te leiden hoe de koppeling plaatsvindt van de geboden zorg in de klas met die van de remedial teacher of ondersteunende leraar. Tot slot merkt de inspectie op dat er opmerkelijke verschillen zijn tussen de leraren. Er is sprake van goede praktijkvoorbeelden in de school; er zijn echter ook leraren die zich te globaal verantwoorden. Kwaliteitszorg De directie is voldoende kwaliteitsbewust en hanteert een cyclisch systeem. Positief is dat de zelfevaluatie van de opbrengsten, het planmatig werken en het borgen voldoende is. Toch zijn er enkele tekortkomingen op deze en andere onderdelen.
pagina 8 van 14
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | basisschool De Stappen | 28 april 2011
Allereerst is de kwaliteit van de zelfevaluatie nog niet voldoende. Er ontbreekt een gerichte analyse van de leerlingenpopulatie: wie is de 'Stappen'leerling en wat zijn zijn onderwijsbehoeften. De directie beschikt weliswaar over kennis hierover, maar deze is nog weinig gebaseerd op een feitelijke analyse vanuit beschikbare gegevens. Ten tweede is de zelfevaluatie van het onderwijsleerproces te weinig gefundeerd op objectieve standaarden zoals kwaliteitskaarten. Vanuit de praktijk heeft de directie zeker een beeld van het onderwijsleerproces, omdat ze klassenbezoeken uitvoert en in gesprek gaat met het team. Kijkwijzers zijn echter schaars of ontbreken nog. De tevredenheidsonderzoeken geven weliswaar een goede aanvulling, maar zijn alleen niet afdoende. Ten derde voldoet de verantwoording aan de ouders niet. In de schoolgids is weinig opgenomen over de opbrengsten van de school, noch op het gebied van de leerresultaten of de sociale opbrengsten, noch op het gebied van de opbrengsten van de schoolontwikkeling. Aansluitend vraagt de inspectie aandacht voor enkele onderdelen, die als voldoende beoordeeld zijn, maar verdere aandacht nodig hebben. De kwaliteit van de zelfevaluatie vanuit de leeropbrengsten is voldoende. De Cito-toetsen worden geanalyseerd, conclusies worden hieraan verbonden en prestatie-indicatoren worden benoemd. Het een en ander is echter nog zeer pril, maar laat zien dat de school hier serieus werk van maakt, aangemoedigd door het beleid van de Stichting Xpect. De planmatige aanpak is voldoende, maar er ontbreekt voor dit schooljaar een actueel jaarplan. Er is echter wel een meerjarenplanning beschikbaar en de directie kan laten zien, dat ze normaliter met concrete jaarplannen werkt. Alleen het afgelopen schooljaar is dit vervangen door twee plannen van aanpak van geprioriteerde thema's. Omstandigheden zoals hiervoor beschreven spelen hierbij een rol. Voor komend schooljaar staat de evaluatie hiervan nog op de rol in combinatie met een verantwoording in een jaarverslag. Ook wordt een nieuwe meerjarenplanning opgesteld samen met een concreet jaarplan 2011-2012, zoals de school gewend is te doen. Het bevoegd gezag monitort hier op. Het borgen is voldoende geregeld in de school. De school heeft een protocollenmap die in elke groep aanwezig is. Klassenbezoeken vinden plaats of door de intern begeleider of de directie. Toch kan de directie meer manieren bedenken hoe de opgebouwde expertise verdergaand geborgd kan worden in de school door ook de leraren medeverantwoordelijkheid te geven om gemaakte afspraken na te komen. Het lerend vermogen van het team in een professionele schoolcultuur kan op deze wijze een verdere impuls krijgen.
pagina 9 van 14
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | basisschool De Stappen | 28 april 2011
pagina 10 van 14
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | basisschool De Stappen | 28 april 2011
3
Conclusie Kwaliteit De inspectie concludeert dat de onderwijskwaliteit op basisschool De Stappen op een aantal van de onderzochte onderdelen op orde is, maar een aantal zijn nog voor verbetering vatbaar. De inspectie handhaaft het al toegekende basisarrangement. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw de vraag aan de orde is of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast. Naleving De inspectie concludeert tevens dat de naleving van de wet- en regelgeving op de onderzochte onderdelen op orde is.
pagina 11 van 14
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | basisschool De Stappen | 28 april 2011
Bijlage In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2009. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2009 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'.
Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten 1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
1
2
3
4
5
3
4
z
z z z
Kwaliteitsaspect 7a Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Kwaliteitsaspect 8 Zorg 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
1
2
z
1
2
3 z
z z z
pagina 13 van 14
4
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | basisschool De Stappen | 28 april 2011
Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
1
2
3
4
z z z z z z
Naleving Wet- en regelgeving NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO). NT3A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid 3, WPO). NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). NT4B Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
ja
nee
z z z z z
pagina 14 van 14