VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK Maurice Maeterlinckschool
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Delft 02YJ|OKE 02|VSO 273822 18 maart 2014 13 mei 2014
Pagina 2 van 11
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
VERVOLG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Pagina 3 van 11
Pagina 4 van 11
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs bezocht op 18 maart 2014 de vso-afdeling van de Maurice Maeterlinckschool. Deze school verzorgt speciaal en voortgezet speciaal onderwijs aan leerlingen met een lichamelijke of meervoudige handicap en aan langdurig zieke leerlingen in de leeftijd van veertien tot twintig jaar. Vierjaarlijks bezoek De inspectie bezocht de school voor een vierjaarlijks bezoek, omdat de school een basisarrangement heeft en minstens vier jaar niet is bezocht voor een inspectieonderzoek. Opbrengsten en de kwaliteitszorg Het centrale thema van een vierjaarlijks bezoek is: hoe werkt deze school aan haar opbrengsten? De basis voor het bezoek ligt in het Toezichtkader 2012 (voortgezet) speciaal onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader voor het speciaal onderwijs en een waarderingskader voor het voortgezet speciaal onderwijs. Tijdens het bezoek richt de inspectie zich op de indicatoren 1.1 tot en met 1.4 en 8.2 uit die waarderingskaders. Deze indicatoren hebben betrekking op de opbrengsten en de kwaliteitszorg. Meer informatie over het toezichtkader voor het (voortgezet) speciaal onderwijs is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Risicoanalyse Ook de uitkomsten van de jaarlijkse risicoanalyse kwamen aan bod bij het bezoek. De inspectie heeft de opbrengstgegevens van de school onderzocht en het jaarverslag 2012, het huidige schoolplan en de schoolgids 2013/2014 geraadpleegd. De uitkomsten van de risicoanalyse zijn met de school besproken; waar nodig gaf de school een nadere toelichting. Gesprekken en lesbezoeken Tijdens het bezoek sprak de inspectie met de schoolleiding en met andere betrokkenen bij de coördinatie van de leerlingenzorg. Verder bestudeerde zij leerlingdossiers en bezocht ze twee lessen. Het betrof lessen Rekenen en Voorbereiding op stage. Uitkomsten van het vierjaarlijks bezoek De inspectie beoordeelt geen indicatoren bij het vierjaarlijks bezoek en geeft geen toezichtarrangement af. Als zij grote risico's aantreft, dan zet zij het bezoek alsnog om in een kwaliteitsonderzoek en maakt hiervoor in overleg met
Pagina 5 van 11
het bestuur een vervolgafspraak. Dit is voor de Maurice Maeterlinck niet aan de orde.
Pagina 6 van 11
2
BEVINDINGEN Deze paragraaf bevat de inspectiebevindingen van het vierjaarlijks bezoek. Daarin beschrijft de inspectie kort of en welke gegevens de school verzamelt en hoe zij deze analyseert om vast te kunnen stellen hoe de school zich ontwikkelt ten aanzien van de indicator.
Algemene indruk De Maurice Maeterlinckschool is gericht bezig met het verzamelen en analyseren van gegevens die betrekking hebben op de opbrengsten die zij met de leerlingen bereikt. Daarbij besteedt zij niet alleen aandacht aan de cognitieve opbrengsten. Ook probeert zij de sociale opbrengsten in kaart te brengen op leerling-, groepsen schoolniveau. De school zit midden in een proces van onderwijs dat de ontwikkeling van de leerling volgt, naar onderwijs dat deze ontwikkeling stuurt en is nog op zoek naar de meest efficiënte wijze van evalueren en registreren. De verschillende stappen in dat proces staan in een verbetertraject voor de komende schooljaren. De school heeft haar beleid en de voornemens op de verschillende gebieden omschreven in het beleidsplan en het schoolplan. Indicator 1.1. Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor cognitieve opbrengsten. Bevindingen: Hierbij staat indicator 8.2. van het waarderingskader over de kwaliteitszorg centraal: De school evalueert jaarlijks de cognitieve resultaten van de leerlingen. Aan het eind van de schoolperiode heeft de Maurice Maeterlinckschool voor elke leerling afzonderlijk een eindprofiel op de cognitieve vakken. Deze eindprofielen zijn gebaseerd op leerlijnen die landelijk in gebruik zijn voor de verschillende doelgroepen, die daarmee voorlopig als standaarden op het gebied van de cognitieve opbrengsten te gebruiken zijn. De school verantwoordt zich hiermee over de opbrengsten van haar onderwijs in relatie tot het vastgestelde ontwikkelingsperspectief. Daarbij staat centraal dat het team zichtbaar maakt dat het er bij de leerlingen 'uit haalt wat erin zit' op cognitief gebied in het algemeen en op de vakken Nederlandse taal en Rekenen en Wiskunde in het bijzonder, passend bij het niveau van de leerlingen. De school vindt het lastig om te werken met schooleigen standaarden omdat zij ervaart erg afhankelijk te zijn van de samenstelling van haar doelgroep. Voor de
Pagina 7 van 11
leerlingen met een meervoudige beperking wil de school eigenlijk geen ambitie of standaard vastleggen. De Maurice Maeterlinckschool gaat nu een breed administratie- en registratiesysteem gebruiken. Dat biedt de leraren de mogelijkheid om per jaar haar leerlingenbestand te beschrijven in termen van de indeling in profielen en dat te koppelen aan de ontwikkelingen van de leerlingen als individu, als subgroep en als schoolpopulatie. Daarmee bouwt de school aan een referentiekader waarmee zij de behaalde opbrengsten zowel tussentijds als aan het einde van de schoolperiode kan vergelijken. Op dit moment vindt een dergelijke evaluatie wel plaats maar de resultaten daarvan zijn slechts impliciet terug te vinden in de groeps- en leerlingdocumenten. Hetzelfde geldt voor het vastleggen van de consequenties die de school aan de uitkomsten van de evaluatie verbindt voor de inrichting van haar onderwijs. Het huidige format voor het ontwikkelingsperspectief is recent in gebruik genomen en de eerste expliciete evaluatie ervan moet nog plaatsvinden evenals de keuze voor een efficiënte notatie van de gevolgen voor de leerling. Tot nu toe vond de evaluatie van onderwijs en revalidatie/zorg plaats in de interdisciplinaire planbesprekingen, maar de school wil de evaluatie van het onderwijs in een aparte bespreking gaan doen. De leden van de commissie voor de begeleiding zijn zich zeer bewust van het belang van een goed werkend registratiesysteem waarmee de school zicht houdt op de ontwikkeling van zowel de individuele leerlingen als van de school als geheel. Zij zoeken nog naar een manier om het te gebruiken voor de planning van het onderwijs op schoolniveau. Indicator 1.2. Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor sociale opbrengsten. Bevindingen: Op basis van leerlijnen heeft de school aan het eind van de schoolperiode voor elke leerling afzonderlijk een eindprofiel op de leergebiedoverstijgende ontwikkelingsgebieden. Behalve aan de sociale competenties en het leren leren geeft de school in het onderwijsprogramma ook veel aandacht aan de handicapbeleving. Het team zoekt nog naar een meer methodische aanpak van het aanbod voor de ontwikkeling van de sociale en emotionele ontwikkeling. Met behulp van de leerlijnen volgen de leraren de leerlingen op de leergebiedoverstijgende ontwikkelingsgebieden. Men is zich ervan bewust dat dit zo objectief mogelijk moet gebeuren, maar het is lastig overal genormeerde instrumenten voor te vinden. Bij de bespreking van de voortgang vragen de intern begeleiders de leraren wel om hun inschatting te verantwoorden.
Pagina 8 van 11
De school wil zich met het nieuwe registratiesysteem ook verantwoorden over de opbrengsten van haar onderwijs aan het eind van de schoolperiode op het gebied van de sociale competenties. Nu is dat feitelijk niet aan de orde. Indicator 1.3. De gerealiseerde uitstroombestemmingen van de leerlingen liggen ten minste op het niveau van de landelijke standaarden voor opbrengsten. Bevindingen: Landelijke standaarden voor de opbrengsten ontbreken nog, maar de Maurice Maeterlinckschool heeft een keus gemaakt voor een leerstofaanbod dat zij in overeenstemming met haar ondersteuningsprofiel invoerde. Daarover is overeenstemming binnen het samenwerkingsverband passend onderwijs waarbij de school is aangesloten. Op de afdeling voortgezet speciaal onderwijs geeft de school alleen les aan leerlingen met een meervoudige beperking, waarbij zij zich vooral richt op de uitstroombestemmingen in de dag- of activiteitencentra. Indicator 1.4. De school voldoet aan de landelijke standaard voor bestendiging. Bevindingen: Zoals blijkt uit het schoolplan, spant de school zich in om zicht te hebben op de eisen die de vervolgvoorzieningen stellen aan leerlingen. Ook stemt de school het onderwijsaanbod af op de vervolgvoorzieningen. De school maakt zich zorgen over het politieke klimaat en over de mogelijke gevolgen voor het voortbestaan van een deel van de vervolgvoorzieningen. Jaarlijks verzamelt de school informatie om zicht te houden op de bestendiging van de verworven plaatsen in vervolgvoorzieningen en analyseert zij de oorzaken die ten grondslag liggen aan situaties waarin die bestendiging niet wordt gerealiseerd.
Pagina 9 van 11
Pagina 10 van 11
3
VERVOLG De inspectie stelt tijdens het vierjaarlijks bezoek aan de vso-afdeling van de Maurice Maeterlinckschool geen risico's vast en het basisarrangement blijft daarmee gehandhaafd. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en eventueel een themaonderzoek.
Pagina 11 van 11