RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Stromenland
Plaats Administratienummer Bestuursnummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : : :
Nijmegen PO2507 21665 277389 16 oktober 2014 19 maart 2015
Pagina 2 van 16
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
REACTIE VAN HET BESTUUR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Pagina 3 van 16
Pagina 4 van 16
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde een kwaliteitsonderzoek uit bij 'Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Stromenland' (hierna: samenwerkingsverband Stromenland). Binnen de gemeenten Beuningen, Boxmeer, Cuijk, Druten, Grave, Groesbeek, Heumen, Mill en Sint Hubert, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, St. Anthonis, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen vormen 25 schoolbesturen met in totaal 167 scholen met circa 34.000 leerlingen gezamenlijk het samenwerkingsverband. In dit rapport geeft de inspectie haar bevindingen uit het onderzoek weer. Kwaliteitsonderzoek In het schooljaar 2014/2015 voert de inspectie een kwaliteitsonderzoek uit bij alle 152 samenwerkingsverbanden. Het doel van deze kwaliteitsonderzoeken is tweeledig: 1. 2.
stimuleren van de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden door een beeld te geven van de ontwikkeling op dat moment; toezicht houden op de ontwikkeling van de samenwerkingsverband.
Bij alle samenwerkingsverbanden controleert en rapporteert de inspectie of zij voldoen aan de wet- en regelgeving. Nieuw in schooljaar 2014/2015 is dat ieder samenwerkingsverband - indien nodig - in het rapport verbeterpunten voor de kwaliteit krijgt aangereikt, gerelateerd aan het waarderingskader van de inspectie. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij dit kwaliteitsonderzoek op het toezichtkader samenwerkingsverbanden po/vo passend onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader, maar nog geen beslisregels om vast te kunnen stellen of het samenwerkingsverband aan de basiskwaliteit voldoet. Het document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Onderzoeksopzet Het onderzoek start met een bureauanalyse van het ondersteuningsplan en overige gegevens over het samenwerkingsverband die bij de inspectie aanwezig zijn. Het betreft de volgende documenten: • Ondersteuningsplan 2014-2018 (14 april 2014), inclusief een reeks bijlagen; • Bestuursreglement Stromenland (versie 1.4, 8 september 2014); • Kaders ondersteuningsagenda's ondersteuningsplatforms (zonder datum);
Pagina 5 van 16
• • • •
Stappenschema toelaatbaarheid s(b)o aanvraag en afgifte verklaring (zonder datum); Notitie transitie jeugdzorg en passend onderwijs (zonder datum); Website samenwerkingsverband (www.svpo2507.nl, geraadpleegd op 13 oktober 2014); Kengetallen samenwerkingsverband (www.passendonderwijs.nl, geraadpleegd op 13 oktober 2014).
Hierna vond op 16 oktober 2014 een onderzoek op locatie plaats waarbij de inspectie: • een presentatie kreeg over de stand van zaken en actuele ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband; • een gesprek voerde: ◦ over de rol die het samenwerkingsverband speelt binnen de ◦ ◦ ◦
verbinding onderwijs en jeugdzorg; over de ondersteuningstoewijzing; met (een afvaardiging van) de ondersteuningsplanraad over zijn rol bij het samenwerkingsverband; met het bestuur met onder andere aandacht voor het intern toezicht.
Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met het bestuur en het management van het samenwerkingsverband. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de hoofdlijn van de bevindingen uit het onderzoek (2.1), gevolgd door een toelichting (2.2). De bevindingen over de naleving van de wettelijke voorschriften geeft de inspectie in dat hoofdstuk weer in een afzonderlijke paragraaf (2.3). Hoofdstuk 3 vermeldt de reactie van het bevoegd gezag.
Pagina 6 van 16
2
BEVINDINGEN
2.1
Hoofdlijn In het afgelopen jaar heeft het samenwerkingsverband Stromenland veel ontwikkelingen in gang gezet. Vooral op het niveau van de ondersteuningsplatforms leidde dit tot waardevolle vormen van overleg en samenwerking binnen, maar zeker ook tussen de zes regionale platforms. Binnen de ondersteuningsplatforms moet, volgens de visie van het bestuur van het samenwerkingsverband, de inhoudelijke beleidsontwikkeling plaatsvinden. Oplossingen voor de vraagstukken, die zich nu en in de toekomst binnen passend onderwijs voordoen, moeten voortkomen uit bestaande structuren. Het stemt dan ook tot tevredenheid bij de bestuurders van het samenwerkingsverband dat de basis voor die noodzakelijke doorontwikkeling inmiddels is gelegd en dat er in de praktijk pragmatisch mee gewerkt wordt. De platforms hebben bijvoorbeeld, na augustus 2014, tien toelaatbaarheidsverklaringen afgegeven en de nodige andere arrangementen vastgelegd. Dit ondanks het gegeven dat lang niet alle daarvoor noodzakelijke procedures en werkwijzen zijn uitgewerkt. Dat gaat de komende maanden gebeuren als de werkagenda's voor de platforms een meer definitieve status krijgen. In deze werkagenda leggen de platforms namelijk de te volgen werkwijzen vast. De 'kartrekkers' uit elk platform zijn onder andere belast met de onderlinge afstemming om zo te bewerkstelligen dat de gang van zaken op het niveau van het samenwerkingsverband als geheel niet teveel uit elkaar gaat lopen. Een gunstige ontwikkeling die, ook in de ogen van de inspectie, recht doet aan de bedoelingen van passend onderwijs. Op dit moment verdeelt samenwerkingsverband Stromenland het grootste deel van het beschikbare budget over de subregio’s via de zes ondersteuningsplatforms. Op termijn kleven hier risico's aan, onder andere omdat het verband nog geen beleidsrijke meerjarenbegroting heeft opgesteld. Het lijkt de inspectie goed de functie van de 'Stichtingsraad' op termijn anders in te richten en vorm te geven. Vooral de onafhankelijke positie van dit interne toezichtsorgaan vraagt om versteviging. Niet alleen binnen het bestuur zelf gaan hier stemmen voor op, ook de ondersteuningsplanraad erkent deze rolwisseling als waardevol. Overigens vervult de ondersteuningsplanraad zijn rol met enthousiasme, net zoals de personen die bezig zijn met het opzetten en uitwerken van de taken van de commissie van toelaatbaarheid. Hieronder volgt
Pagina 7 van 16
een nadere toelichting op de bevindingen, gerelateerd aan het waarderingskader. 2.2
Toelichting Kwaliteitsaspect 1: Resultaten Samenwerkingsverband Stromenland doet in de praktijk aantoonbaar voldoende om voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben passende ondersteuningsvoorzieningen te organiseren. Dit gebeurt op een pragmatische wijze, omdat de daarvoor op te stellen procedures nog niet overal volledig zijn uitgewerkt binnen de platforms. Deze pragmatische werkwijze leidt ertoe dat geen leerlingen van passende ondersteuning verstoken hoeven te blijven, verwijtbaar aan het samenwerkingsverband. Een onbedoeld effect van de huidige gang van zaken kan zijn, dat elk platform voor leerlingen met een vergelijkbare ondersteuningsvraag andere arrangementen afgeeft. Vandaar de gemaakte afspraak binnen het samenwerkingsverband als geheel, om het afgeven van arrangementen te gaan monitoren. Deze monitor is noodzakelijk om de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de bestedingen te waarborgen. Het bestuur heeft de procedures voor toewijzing en plaatsing vastgelegd in een stappenplan en daarbij horende stroomschema's. Het is onduidelijk of binnen elk platform daar eensluidende termijnen aan zijn gebonden die passen bij de ambities van het verband. Het samenwerkingsverband toont aan dat voor iedere leerling voor wie extra ondersteuning is aangevraagd ten minste de wettelijk voorgeschreven termijnen haalt en dat die leerling geplaatst is in een bij zijn ondersteuningsbehoefte passend arrangement in of buiten het regulier onderwijs. In de periode augustus 2014 tot en met juli 2016 herindiceert het samenwerkingsverband de zittende leerlingen in het speciaal onderwijs (so). Het samenwerkingsverband werkt met een globale meerjarenbegroting waarin het beleid uit het ondersteuningsplan onvoldoende is vertaald in gekwantificeerde doelstellingen. Samenwerkingsverband Stromenland wacht de gang van zaken dit schooljaar af, voordat het de meerjarenbegroting meer beleidsrijk gaat invullen. De meerjarenbegroting is vertaald in meer gedetailleerde begrotingen van de ondersteuningsplatforms, en wel op jaarbasis. In deze deelbegrotingen is er volgens het bestuur rekening gehouden met de demografische krimp. In het ondersteuningsplan, waar de centrale meerjarenbegroting is opgenomen, staat echter dat de krimp niet is meegenomen in de cijfers. Het bestuur had ten tijde van het onderzoek geen verklaring voor het verschil in de begrotingen. Het is de bedoeling van het verband minstens een keer per jaar de realisatiecijfers te toetsen aan de
Pagina 8 van 16
begroting, de verschillen te analyseren en zo nodig de meerjarenbegroting en/of de jaarbegroting aan te passen. Het bestuur heeft in de meerjarenbegroting een post voor het solidariteitsfonds opgenomen. Jaarlijks wordt er €250.000 gereserveerd voor onvoorziene uitgaven. Het bestuur geeft aan geen vermogen te hebben meegenomen uit de voormalige samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School (WSNS). Op de vraag hoe de meerjarenbegroting dan beoordeeld moet worden in het kader van de negatieve exploitatieresultaten en de constante reserveringen van €250.000 ten behoeve van het solidariteitsfonds, had het bestuur tijdens het onderzoek geen antwoord. Het samenwerkingsverband kan op dit moment niet aantonen dat ze de geplande kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (inclusief bekostigingsaspecten) behaalt. Daarvoor is het te vroeg. Maar ook heeft het samenwerkingsverband niet concreet vastgelegd hoe het die gegevens gaat verzamelen en analyseren. Positief is dat samenwerkingsverband Stromenland ervoor zorgt dat alle leerplichtige leerlingen die mogelijk extra ondersteuning nodig hebben, ingeschreven staan bij een school en daadwerkelijk onderwijs volgen. Het verband hanteert hiervoor een ambitie van hooguit drie leerlingen per jaar die thuiszitten. De inspectie stelt vast dat er in het ondersteuningsplan niet expliciet aandacht is voor een preventief thuiszittersbeleid, bijvoorbeeld door de huidige afspraken met de leerplichtambtenaren op te nemen. De bij de leerplichtambtenaren bekende gegevens helpen al enige tijd tijdig maatregelen te nemen ter preventie van het vergroten van het aantal thuiszitters. Het samenwerkingsverband toont aan dat het alsnog bestaande schoolverzuim door deze leerlingen buiten zijn invloedsfeer ligt en niet voorzienbaar was. Leerplicht beschikt over kengetallen, analyses en planningen van activiteiten om schoolverzuim te voorkomen. Het samenwerkingsverband kan bovendien aantonen dat het ten behoeve van het bereiken van dit doel functionele contacten onderhoudt met alle relevante ketenpartners. Zichtbaar is dat, mede door inspanningen van het samenwerkingsverband, de afstemming met zorgaanbieders in de regio leidt tot een geïntegreerde aanpak van zorg en onderwijs met als doel de verbetering van het onderwijsaanbod. Het samenwerkingsverband heeft een actueel beeld van de zorgvoorzieningen/aanbieders in de regio en heeft zicht op het totale zorgaanbod en de tekortkomingen in het zorgaanbod in de regio. Het samenwerkingsverband maakt hiertoe - onder meer in het op overeenstemming gericht overleg werkbare afspraken met de gemeenten over de afstemming met
Pagina 9 van 16
jeugdzorgaanbieders, jeugdgezondheidszorg en WMO-zorg gericht op jeugdigen. Het blijkt lastig om met alle betrokken gemeenten in een gelijk tempo en tot vergelijkbare afspraken te komen. Dit komt onder andere doordat het werkgebied van de regio Stromenland drie GGD-regio's omvat. Kwaliteitsaspect 2: Management en organisatie Het samenwerkingsverband heeft zijn missie en visie geformuleerd. De missie is uitgewerkt in een strategisch beleid en bevat een karakteristiek van het samenwerkingsverband, een visie op de toekomst en daarop aansluitende strategische doelen. Missie en visie zijn gekoppeld aan de wetgeving; doelen en beoogde resultaten zijn op hoofdlijnen vastgelegd. Het besturingsmodel van het samenwerkingsverband past bij de missie en de beleidsvoornemens. Er is een kader vastgesteld waarbinnen het verband zijn taken uitvoert en waarmee het aangeeft hoe de activiteiten die daarbij horen, passen binnen het grotere geheel. Het samenwerkingsverband heeft geen organisatieschema waaruit eenduidig blijkt waarop elk orgaan formeel aanspreekbaar is. De taken en de operationele bevoegdheden van de verschillende organen binnen het samenwerkingsverband zijn niet eenduidig belegd, vastgesteld en bekendgemaakt. Dit blijkt onder andere uit het gegeven dat er binnen het samenwerkingsverband geen afspraken zijn vastgelegd om te voorkomen dat ouders in teveel gevallen een beroep moeten doen op bijvoorbeeld de landelijke geschillencommissie om knopen door te hakken bij een impasse in de besluitvorming. We spreken in dit geval vaak over het beleggen van de doorzettingsmacht. Samenwerkingsverband Stromenland kan aantonen dat het georganiseerd overleg binnen de organen van het samenwerkingsverband, voldoende gericht is op realisatie van het beleid en op de samenhang tussen de taken van het samenwerkingsverband. Het functioneel overleg richt zich voornamelijk op de inhoud. De planning, uitvoering en evaluatie van taken komt in de periode tot januari 2015 volop aan bod. Het samenwerkingsverband heeft een procedure vastgesteld met de gemeenten die participeren in de regio Stromenland om te komen tot een op overeenstemming gericht overleg (oogo). Er is op hoofdlijnen een toewijzingsprotocol vastgesteld, waar de ondersteuningsplatforms op pragmatische wijze gebruik van maken. Dit protocol bevat (bewust) weinig criteria voor toewijzing van middelen voor extra ondersteuning. In de visie van het samenwerkingsverband is dit de consequentie van het zo laag mogelijk in de organisatie beleggen van de besluiten over af te
Pagina 10 van 16
geven arrangementen: niet de aandoening of de diagnose staat voorop, maar de feitelijke ondersteuningsvraag. De komende weken hebben de platforms uitgetrokken om de inhoudelijke plaatsingscriteria voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben te bespreken en vast te leggen. Dan gaat het ook om de termijnen voor de toelaatbaarheidsbepaling en termijnen voor de stappen in de plaatsingsprocedure. Voor de periode augustus 2014 tot en met juli 2016 heeft het samenwerkingsverband op hoofdlijnen afspraken gemaakt over de herindicatie van zittende so-leerlingen. Ook deze afspraken staan de komende weken op de agenda van de platforms. Het samenwerkingsverband profileert zich in de regio niet actief als dienstverlener voor passend onderwijs. Er is bijvoorbeeld geen adequate, centraal aangestuurde informatievoorziening voor ouders en leraren en andere teamleden. Het verband richt zich (via de schoolbesturen) tot nu toe voornamelijk op directieleden en intern begeleiders. Ten behoeve van andere belanghebbenden bij het samenwerkingsverband is de communicatiemix beperkt. Zo weten ouders nauwelijks iets over de overige voorzieningen binnen het samenwerkingsverband zoals cluster 1 en cluster 2, over voorzieningen in de sfeer van de jeugdhulpverlening en over de overstapmogelijkheden naar vervolgvoorzieningen. Het is zaak een duidelijk communicatieplan op te stellen dat zich richt op een zo breed mogelijke doelgroep. Het interne toezicht is formeel gezien onafhankelijk van het bestuur van het samenwerkingsverband. Het is echter de vraag of de Stichtingsraad, vooral door de samenstelling ervan, op systematische en planmatige wijze zijn toezichthoudende taak kan uitvoeren. Het interne toezichtsorgaan beschikt weliswaar over voldoende middelen om taken en bevoegdheden te kunnen uitvoeren en zijn wettelijke verantwoordelijkheid te nemen, maar beschikt niet over een vastgesteld toezichtkader. De intern toezichthouder gaat wel jaarlijks schriftelijk rapporteren over zijn bevindingen, conclusies en beleidsaanbevelingen. Kwaliteitsaspect 3: Kwaliteitszorg Samenwerkingsverband Stromenland heeft er nadrukkelijk voor gekozen eerst de interne organisatie op orde te brengen en de in het ondersteuningsplan opengelaten concretiseringen in te vullen. Pas daarna richt het de volle aandacht op het ontwikkelen van procedures en werkwijzen die te maken hebben met de kwaliteitszorg.
Pagina 11 van 16
Tot nu toe is in verschillende passages van het ondersteuningsplan wel te lezen dat het verband zich vooralsnog richt op te bereiken kwantitatieve resultaten. Het is daarentegen niet bij voorbaat duidelijk welke stappen het verband in de opeenvolgende jaren gaat nemen om er voor te zorgen dat de ambities waargemaakt worden. In de fase van het opstellen van het ondersteuningsplan hebben alle scholen binnen Stromenland een schoolprofiel opgesteld. Deze nulmeting is evenwel niet geheel betrouwbaar gebleken, ook al is ze tot stand gekomen met behulp van een extern ontwikkeld instrument. Bij een volgende meting is het wenselijk die te laten valideren door bijvoorbeeld de kartrekkers binnen de zes subregio’s. Hierdoor zal het makkelijker worden de eerdaags vast te stellen doelen de komende jaren adequaat te monitoren en de leerwinst te bepalen. Bovendien lijken er geen stevige procesevaluaties te zijn voorzien en ook de monitoring en analyse van de inhoudelijke ontwikkelingen staat, zeker op het niveau van het samenwerkingsverband als geheel, niet in de steigers. Het zal een behoorlijke inspanning vragen de nu per school, dan per bestuur uitgevoerde zelfevaluaties te vertalen naar het niveau van het samenwerkingsverband. Ook de leden van de commissies van deskundigen zouden in deze procesevaluaties een stevige rol kunnen vervullen, onder andere door juist aandacht te hebben voor de uiteindelijk te verzamelen gegevens over de gerealiseerde ontwikkelingen. 2.3
Naleving wet- en regelgeving Voorschriften ondersteuningsplan Het ondersteuningsplan moet aan een aantal wettelijke voorschriften voldoen. Daarvoor is het nodig dat het samenwerkingsverband onderstaande onderdelen opneemt of nader uitwerkt: • Procedures en criteria plaatsing leerlingen (artikel 18a WPO, lid 8c); • Herindicatie zittende so-leerlingen (artikel XVII Wet passend onderwijs, lid 1); • Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (artikel 18a WPO, lid 8e); • Informeren ouders (artikel 18a WPO, lid 8f). Programmatisch handhaven Bij het bevorderen van de naleving van wettelijke regels, gebruikt de inspectie ook het uitgangspunt van ‘programmatisch handhaven’ (Jaarwerkplan 2014). Jaarlijks kiest de inspectie een aantal onderdelen van wet- en regelgeving die gericht aandacht krijgen. Onderstaande tabel bevat de onderdelen die voor het schooljaar 2014/2015 zijn vastgesteld voor de controle op de naleving door de
Pagina 12 van 16
samenwerkingsverbanden. Per onderdeel toont de tabel of het samenwerkingsverband aan de voorschriften voldoet. Naleving wet- en regelgeving N.1
N.2
N.3
N.4
Voldoende Onvoldoende
De tijdige (hernieuwde) vaststelling van het ondersteuningsplan en het insturen aan de inspectie - De artikelen 18a, tiende lid, WPO en 17a tiende lid, WVO.
•
De naleving van de regels met betrekking tot de (hernieuwde) vaststelling van het ondersteuningsplan en de instemming van de ondersteuningsplanraad - De artikelen 18a, zevende lid, WPO en 17a, zevende lid, WVO en artikel 14a WMS.
•
Het ondersteuningsplan wordt niet eerder vastgesteld dan nadat overleg (oogo) heeft plaatsgevonden met gemeente(n) en met het samenwerkingsverband, waarvan het gebied (gedeeltelijk) samenvalt - De artikelen 18a, negende lid, WPO en 17a, negende lid,WVO.
•
Het deskundigenadvies - De artikelen 18a, elfde lid WPO jo artikel 34.8. Besluit bekostiging WPO en 17a WVO, twaalfde lid jo artikel 15a Inrichtingsbesluit WVO.
•
Pagina 13 van 16
3
REACTIE VAN HET BESTUUR In zijn reactie d.d. 20 januari 2015 deelt het bestuur mee dat het de bevindingen uit dit rapport bij de verdere ontwikkeling van het samenwerkingsverband op de volgende wijze zal betrekken of al heeft betrokken. Het bestuur van Stromenland is blij dat de inspectie erkent dat in het afgelopen jaar veel ontwikkelingen in gang zijn gezet. Ook het enthousiasme dat de inspectie voelde bij de contactpersonen en de ondersteuningsplanraad deelt het bestuur. In gezamenlijkheid voelen alle betrokkenen zich verantwoordelijk dat geen leerlingen van passende ondersteuning verstoken blijven. Hiervoor werkt Stromenland nauw samen met zorgaanbieders in de regio. Dit leidt tot een geïntegreerde aanpak van zorg en onderwijs met als doel de verbetering van het onderwijsaanbod. Bij het vorige onderzoek uitte de inspectie zorgen over de haalbaarheid van en kwaliteitsborging binnen het decentraal georganiseerde samenwerkingsverband. Het is goed dat de inspectie nu expliciet benoemt dat zij constateert dat de onderlinge afstemming tussen platforms borgt dat de gang van zaken op het niveau van het samenwerkingsverband als geheel niet teveel uit elkaar loopt. Deze werkwijze doet volgens de inspectie recht aan de bedoelingen van passend onderwijs. De inspectie benoemt in het rapport ook risico's en aandachtspunten. Het bestuur heeft deze punten de afgelopen maanden actief opgepakt, dan wel was hier al mee bezig ten tijde van het onderzoek op 16 oktober 2014. Kwaliteitsborging Kwaliteitsborging heeft op dit moment hoge prioriteit binnen het bestuur. Op de kwaliteitsagenda staat de ontwikkeling van een monitoringsinstrument centraal. Er is een medewerker kwantitatieve dataverzameling aangesteld die belast is met de ontwikkeling van een dergelijk instrument en het invoeren van gegevens. Hiervoor kan de medewerker gebruikmaken van landelijk beschikbare informatie via Kijkglazen. Daarnaast zijn de contactpersonen, commissies toelaatbaarheid en samenwerkingspartners als gemeenten ook belangrijke informatiebronnen. Het bestuur moet eerst inzicht in de kwantitatieve data hebben om gefundeerde uitspraken te doen over de kwaliteit en de borging daarvan. De monitor zorgt ook voor de noodzakelijke waarborging van de rechtmatigheid en doelmatigheid van de bestedingen. Het is de bedoeling dat deze monitor op korte termijn inzetbaar is als sturingsinstrument.
Pagina 14 van 16
Beleidsrijke meerjarenbegroting Het beleid van Stromenland is uitgewerkt in het ondersteuningsplan. In het ondersteuningsplan onderscheidt het bestuur diverse programma's waarin het beleidsdoelen en succesindicatoren heeft vastgesteld. Er zijn diverse centrale programma's zoals kwaliteitszorg en monitoring, centrale expertise ten behoeve van de toelaatbaarheidscommissies etc. Stromenland heeft als belangrijk uitgangspunt voor beleid decentraal wat kan, centraal wat moet geformuleerd. Consequentie hiervan is dat Stromenland werkt met ondersteuningsplatforms in subregio's. Dit is een groot decentraal programma in het ondersteuningsplan. In de meerjarenbegroting is dit uitgangspunt voor beleid vertaald in budgets die het bestuur voor het beleid in de subregio's beschikbaar stelt. De subregio's hebben voor 1 december 2014 een ondersteuningsagenda opgesteld die voldoet aan de kaders van Stromenland en een begroting uitgewerkt die gekoppeld is aan hun agenda. In deze weken scherpt het bestuur de oorspronkelijke meerjarenbegroting aan. In deze aangepaste versie is de demografische krimp volgens 'ScenariomodelPO' verwerkt en per subregio gedifferentieerd. In het ondersteuningsplan heeft Stromenland in het kader van de verevening ook doelstellingen opgenomen die gericht zijn op de beperking van de deelname aan het speciaal onderwijs. Het bestuur zal ook hier vanuit het uitgangspunt decentraal wat kan, centraal wat moet een verdeelsleutel bepalen waarin is vastgelegd op welke wijze Stromenland de taakstellende verevening toekent aan de subregio's. Omdat in de huidige meerjarenbegroting de uitgaven op centraal niveau beperkt zijn gehouden vanwege het uitgangspunt van decentraal werken, lijkt er voor alsnog weinig ruimte om deze uitgaven nog verder te beperken. Het bestuur heeft de huidige begroting nog niet kunnen toetsen aan de realiteit. In maart 2015 legt het bestuur aan de Stichtingsraad een aangepaste meerjarenbegroting ter goedkeuring voor. Communicatieplan Sinds het voorjaar 2014 is Stromenland al actief bezig met het communicatiebeleid. Er zijn meerdere nieuwsbrieven verzonden. In het najaar is een communicatiebureau betrokken bij de verdere uitwerking van het communicatiebeleid. Er zijn werksessies geweest waarvoor vertegenwoordigers vanuit diverse gremia zijn uitgenodigd. Onderwerpen waren onder andere 'wie is Stromenland', 'wat wil Stromenland uitstralen' en 'welke doelgroepen heeft Stromenland'. De uitkomsten van deze sessies moeten leiden tot een communicatieplan met onder andere aandacht voor een huisstijl en inrichting website. Begin februari 2015 moet dit plan gereed zijn om vervolgens dit voorjaar uitgewerkt te worden.
Pagina 15 van 16
De functie van de Stichtingsraad Het bestuur heeft in de reactie op het conceptrapport van de simulatie (d.d. 12 februari 2013) al aangegeven zich bewust te zijn van de dubbelrol van de Stichtingsraad in het vorige schooljaar. In dit schooljaar 2014/2015 is merkbaar dat de Stichtingsraad steeds meer in een toezichthoudende rol komt. Dit komt enerzijds door een verandering van agendapunten, meer onderwerpen die passen bij de toezichthoudende rol. Daarnaast speelt de sturing van de onafhankelijke voorzitter ook mee in deze rolverschuiving van de Stichtingsraad. Ondanks het aandachtspunt van een juiste positionering van de Stichtingsraad binnen Stromenland dient opgemerkt te worden dat de gekozen structuur wel voldoet aan de wet en aan de code goed bestuur. Het bestuur gaat zich in de komende tijd richten op voorgaande punten en doorontwikkeling c.q. prioritering van het al in gang gezette beleid. Daarnaast wil het bestuur zich richten op: • formulering en uitvoering van preventief thuiszittersbeleid; • de wijze waarop de taken en de operationele bevoegdheden van de verschillende organen binnen het samenwerkingsverband eenduidiger kunnen worden belegd, vastgesteld en bekendgemaakt. Het bestuursreglement zal hierop nageslagen worden.
Pagina 16 van 16