RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK GEARWURKINGSSKOALLE MASTER FRANKESKOALLE
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
Gearwurkingsskoalle Master Frankeskoalle Earnewâld 13YH 74273
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 30 mei en 1 juni 2006 : 18 september 2006
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 15
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Gearwurkingsskoalle Master Frankeskoalle - 30-52006
3
1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 30 mei en 1 juni 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs Gearwurkingsskoalle Master Frankeskoalle in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken, maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest. Vanaf januari 2006 betrekt de inspectie bij de kwaliteitszorg ook de beleidsmaatregelen die de school treft om de sociale veiligheid van leerlingen en personeel te waarborgen. Beoordeeld wordt of de school een veiligheidsbeleid heeft en op de hoogte is van de veiligheidsbeleving door leerlingen en personeel. Indicator 1.7 is toegevoegd en staat daarom cursief vermeld in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan enkel documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. Het betrof de volgende documenten: • evaluatieverslagen schooljaren periode 2002-2005; • jaarverslag deelwerkverband. De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Gearwurkingsskoalle Master Frankeskoalle - 30-52006
5
•
• • • •
Analyse van de documenten die betrekking hebben op zelfevaluatieactiviteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. Schoolbezoek, waarbij in alle groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider. Op uw school zijn gesprekken gevoerd met leerlingen en leraren. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en team.
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Gearwurkingsskoalle Master Frankeskoalle - 30-52006
6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van Gearwurkingsskoalle "Master Frankeskoalle" Kwaliteitszorg
1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel.
Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.
1
2
3
4
3
4
l
1
2
l l l l
l
1
2
3
4
l l
1
2
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Gearwurkingsskoalle Master Frankeskoalle - 30-52006
3
4 l
7
Didactisch handelen
1
6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.
4 l
l
1
7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
2
3
4
l l
Actieve en zelfstandige rol leerlingen
1
8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
2
3
4 l
l
Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.
Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Zorg
1
2
3
4 l l
1
2
3
4
3
4
l
1
11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.
12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
3 l
Afstemming
Resultaten
2
2
l l
1
2
3
l
4
5
l
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Gearwurkingsskoalle Master Frankeskoalle - 30-52006
l
8
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
1
2
3
4
5
l
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Gearwurkingsskoalle Master Frankeskoalle - 30-52006
l l
9
3 BESCHOUWING Dit hoofdstuk beschrijft de uitgangspositie van de school en het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op de Master Frankeskoalle. Bovendien geeft de inspectie een toelichting op het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Daarbij legt de inspectie zo veel mogelijk verbanden tussen de verschillende indicatoren onderling en voor zover relevant, tussen de indicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van de school en eerdere inspectiebezoeken. Tot slot bevat dit hoofdstuk een samenvatiting van de belangrijkste aandachtspunten. Uitgangspositie De Master Frankeskoalle is een samenwerkingsschool te Earnewâld. Om recht te doen aan deze schoolvorm wordt de school geleid door een tweehoofdige directie. Een directeur vertegenwoordigt het openbaar onderwijs en de andere directeur is aangesteld namens het bijzonder onderwijs. Omdat het leerlingenaantal de afgelopen twaalf jaar relatief sterk groeide, is de school in die periode vier keer verbouwd. Het huidige leerlingenaantal is stabiel. De peuterspeelzaal van het dorp is ook in het schoolgebouw gehuisvest. Het meest oorspronkelijke deel van de school dateert uit 1951. Op 1 oktober 2005 bezochten 62 leerlingen de school. Het onderwijs van de school is momenteel georganiseerd in vier groepen. Eenvijfde deel van de leerlingen komt in aanmerking voor extra gewicht in verband met potentiële onderwijsachterstanden. De groepsgrootte varieert van twaalf tot twintig leerlingen. Aan de school zijn acht leraren verbonden, waarvan zeven in deeltijd. De directeuren beschrijven het team als betrokken en ervaren. De Master Frankeskoalle neemt sinds een aantal jaren deel aan het project "de trijetalige skoalle". Het doel van dit project is Fries, Nederlands en Engels in samenhang aan te bieden. Genoemde talen worden als vakgebied onderwezen en als voertaal binnen verschillende andere lessen gebruikt. Bijna alle leerlingen spreken thuis de Friese taal. De directie geeft geen belemmeringen aan ten aanzien van het functioneren van de school. Toezichtshistorie De school werd in het kader van jaarlijkse onderzoeken in november 2003 en in juni 2005 bezocht. De inspectie constateerde tijdens deze onderzoeken dat de opbrengsten van voldoende niveau waren. Daarnaast constateerde de inspectie dat de school in voldoende mate gericht werkt aan de verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. In het kader van Regulier Schooltoezicht werd de school in mei 2001 bezocht. Ook toen waren de opbrengsten van de school van voldoende niveau. De belangrijkste aandachtspunten voor de schoolontwikkeling waren destijds het aanbod voor de wiskundige oriëntatie in de kleutergrepen en het leerlingvolgsysteem op het gebied van het begrijpend lezen.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Gearwurkingsskoalle Master Frankeskoalle - 30-52006
11
Algemeen beeld Het onderwijs op de Master Frankeskoalle is van voldoende kwaliteit. Verreweg de meeste indicatoren scoren voldoende: de opbrengsten, het leerstofaanbod, de onderwijstijd en het didactisch handelen. De goede beoordelingen van de taakgerichte werksfeer, de betrokkenheid van de leerlingen en het schoolklimaat zijn direct in verband te brengen met de respectvolle wijze van het pedagogisch handelen van de leraren. Onvoldoende scoort de Master Frankeskoalle op onderdelen van de kwaliteitszorg, de afstemming en de zorg. Toelichting De inspectie concludeert, na analyse van de gegevens uit het leerlingvolgsysteem, dat de Master Frankeskoalle -evenals voorgaande jarenvoldoende opbrengsten genereert; dat geldt zowel voor de eindresultaten als de resultaten gedurende de schoolperiode. De inspectie relateert dit positieve oordeel over de opbrengsten aan de kwaliteit van het leerstofaanbod, de opbouw en de vormgeving van de lessen en de respectvolle omgang van de leraren met de leerlingen en de betrokken en taakgerichte werkhouding van de leerlingen. Het gaat in dit verband om indicatoren die de inspectie voor deze school met voldoende of goed beoordeeld heeft. De sociale vaardigheden van de leerlingen worden door de inspectie niet beoordeeld. Het observatiesysteem van de school is niet genormeerd en wordt alleen gebruikt in de groepen 1 tot en met 3. De leerlingen doorlopen in principe de basisschool in acht jaar; doublures komen zelden voor. Verwijzingen naar het speciaal onderwijs hebben de afgelopen jaren helemaal niet plaatsgevonden. Kwaliteitsbewaking Tijdens het jaarlijks onderzoek in juni 2005 constateerde de inspectie dat de meeste indicatoren die betrekking hebben op de kwaliteitszorg van voldoende kwaliteit zijn, maar dat een aantal plannen concreter en meer in samenhang met elkaar beschreven moesten worden. Voor een aantal veranderingsonderwerpen geldt dat nog steeds. De inspectie constateert daarnaast nog een aantal verbeterpunten ten aanzien van de kwaliteitsbewaking: • De evaluatie van de verbeterplannen uit de jaarplannen moet concreter uitgewerkt worden; de beschrijving van de wijze waarop wordt vastgesteld in welke mate de doelen al dan niet zijn bereikt, is onvoldoende. • De school heeft nog geen veiligheidsbeleid ontwikkeld. Vanaf januari 2006 oordeelt de inspectie ook over de wijze waarop de school beleid voert op het gebied van de sociale veiligheid. De inspectie gaat na in welke mate de school inzicht heeft in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in incidenten die zich op het gebied van de sociale veiligheid voordoen. De school heeft een onderzoek naar het welbevinden van het personeel verricht. In een gesprek met de leraren werd bevestigd dat dit welbevinden op school in ruime mate aanwezig is.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Gearwurkingsskoalle Master Frankeskoalle - 30-52006
12
Pedagogisch handelen en schoolklimaat Het pedagogisch handelen van de leraren is goed. De leraren gaan op een zeer respectvolle wijze met de leerlingen om. Ze tonen oprechte interesse voor de leerlingen, spreken positieve verwachtingen uit en geven voortdurend positieve feedback op de inspanningen van de leerlingen. De leerlingen geven in een gesprek met de inspectie aan dat het op school plezierig, gezellig en veilig is. Zij waarderen de omgang met de leraren en de medeleerlingen, de grote variatie in het onderwijsaanbod en de geduldige uitleg van de leraren. Onderwijsproces en -inhoud De inspectie concludeert dat het onderwijsproces en de onderwijsinhoud van voldoende kwaliteit zijn. De school heeft in de onderbouw een beredeneerd thematisch leerstofaanbod dat vanaf groep 3 geleidelijk overgaat in een methodisch leerstofaanbod. Over het algemeen gaat de Master Frankeskoalle effectief met haar onderwijstijd om en hebben de lessen een heldere structuur. De klassenorganisatie en lesinrichting zijn ingericht op combinatiegroepen. Tevens is er sprake van een effectief en flexibel klassenmanagement. Afstemming van instructie en verwerking op verschillen tussen leerlingen zijn in ruime mate waargenomen. De leerlingen hebben, afhankelijk van hun leeftijd en ontwikkelingsniveau, invloed op de organisatie van hun eigen leerproces. Ook vormen van coöperatief leren zijn aangetroffen. De meeste lessen hebben een duidelijke structuur met een stapsgewijze uitleg en een goede actieve betrokkenheid van de leerlingen. Enkele meer- en hoogbegaafde leerlingen volgen, als experiment, deels een aangepast programma. Het schoolbeleid ten aanzien van hoogbegaafdheid wordt de komende jaren nader ingevuld. Zorg en begeleiding Het systeem van instrumenten dat gebruikt wordt bij het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen is onvoldoende. Om potentiële zorgleerlingen vroegtijdig te signaleren gebruikt de school in de groepen 1 en 2 wel een observatiesysteem, maar geen valide methodeonafhankelijke toets. In de groepen 4 tot en met 8 worden de vorderingen en ontwikkelingen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen niet gevolgd. In de overige groepen gebeurt dit wel, al is het gehanteerde instrument niet valide. De procedures voor het volgen van de leerlingen zijn beschreven. De toetskalender geeft een overzicht van alle procedurele afspraken die op het gebied van zorg en begeleiding zijn gemaakt. Analyses van de vorderingen van de leerlingen worden regelmatig gemaakt. Groeps- en trendanalyses worden incidenteel gemaakt. De intern begeleider schrijft in samenspraak met de leraar handelingsplannen. Voor alle leerlingen met een achterstand van een half jaar of meer is een handelingsplanning geschreven. De uitvoering van de zorg vindt zowel binnen als buiten de groep plaats. Zo mogelijk worden stagiaires ingezet voor remediale activiteiten buiten de groep. De intern begeleider houdt het verloop van de verschillende zorgtrajecten bij. Wat betreft de kwaliteit van de handelingsplannen valt op dat met name de analyse s en de beschrijvingen van de aard van de problematiek van de zorgleerling, alsmede de reflecties tijdens de evaluaties te algemeen en in enkele gevallen leraargericht of procesgericht gesteld zijn, in plaats van leerling- en produktgericht. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Gearwurkingsskoalle Master Frankeskoalle - 30-52006
13
Daarnaast mist vaak de planmatige samenhang tussen de evaluatie, de eerder gestelde doelen en de analyse van de beginsituatie. Daarmee is de effectiviteit van de geboden zorg in het geding. Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften is in de meeste gevallen een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Het is daarbij zeer wenselijk dat de school regelmatig en systematisch nagaat in hoeverre de daarbij gestelde doelen in het programma van de leerling haalbaar zijn of bijgesteld moeten worden. Dit gebeurt in onvoldoende mate en vaak intuïtief. De effectiviteit van de verleende zorg kan verbeterd worden door: • Het vastleggen van de resultaten van de geboden hulp aan de zorgleerlingen. • Een analytische benadering bij het opstellen, beschrijven en evalueren van de handelingsplannen. • Optimaliseren van het gebruik van gegevens van toetsinstrumenten en observatiesystemen, met name bij de analyse en evaluatie van het zorgof begeleidingstraject. • Het structureel evalueren en aantoonbaar bijstellen van de ontwikkeling van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
Schoolontwikkeling De inspectie geeft een kort overzicht van de belangrijkste verbeterpunten: • Ontwikkelen van een veiligheidsbeleidsplan. • Verbeteren van de kwaliteit van de evaluatieverslagen aangaande de ontwikkelingsactiviteiten. • Implementatie van een systeem voor het regelmatig bepalen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. • Aanpassing leerlingvolgsysteem in de groepen 1 en 2 ten aanzien van de taalontwikkeling en het voorbereidend rekenen en wiskunde. • Verbeteren analyse en evaluatie gedurende het zorg- en begeleidingstraject.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Gearwurkingsskoalle Master Frankeskoalle - 30-52006
14
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats, waarbij de school eenmaal wordt bezocht.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Gearwurkingsskoalle Master Frankeskoalle - 30-52006
15