RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK JOODSE KINDERGEMEENSCHAP CHEIDER

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK JOODSE KINDERGEMEENSCHAP CHEIDER

School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer

: : : :

Joodse Kindergemeenschap Cheider Amsterdam 07AD 71253

Datum schoolbezoek Datum vaststelling

: 9 februari 2006 : 2 juni 2006

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 9 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 13 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 19

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Joodse Kindergemeenschap Cheider - 9-2-2006

3

1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 9 februari 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs Joodse Kindergemeenschap Cheider in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school wel aan de orde geweest. De inspectie heeft de indicatoren 1.2, 1.3, 1.4 en 1.7 beoordeeld omdat deze niet eerder tijdens een jaarlijks onderzoek waren meegenomen. De toegevoegde indicatoren staan cursief vermeld in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Daarnaast heeft de inspectie een proefafname uitgevoerd met het toezichtskader Bevorderen actief burgerschap en sociale integratie. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. Het betrof de volgende documenten: • Jaarverslag 2004-2005 Daarnaast heeft de school documenten ingestuurd, cq overhandigd die betrekking hebben op de schoolontwikkeling. Het betrof de volgende documenten • Overzicht van besprekingen; • Toetskalender; Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Joodse Kindergemeenschap Cheider - 9-2-2006

5

• • • • • • • • • • •

Kopie kijkwijzer SWIB; Voorbeelden van rapporten; Aandachtpunten leerlingbespreking; Jaarcyclus stappenplan voor interventies zorgleerlingen; Model handelingsplan; Hulpvraagformulier bij gedrags- en/of didactische problemen; Taalondersteuningsplan Signalering; Taalondersteuningsplan eerste opvang kleuters; Taalondersteuningsplan eerste opvang groep 3 t/m 8; Ondersteuningsplan instromer andere Nederlandse basisschool Overgangscriteria onderbouw-middenbouw;

De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. • Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de onderbouw-, middenbouw en bovenbouwgroepen. • Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider(s). In het gesprek met de directie, waarbij een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig was, is aandacht besteed aan de manier waarop de school invulling geeft aan de bevordering van actief burgerschap en sociale integratie. • Leerlingen hebben een vragenlijst ingevuld over het onderwerp bevordering van actief burgerschap en sociale integratie. • Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen/ leraren/ouders. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en team. Daarbij was een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig.


6

De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.


7

2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van Joodse Kindergemeenschap Cheider Kwaliteitszorg

1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel.

Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.

1

2

3

4

l l l l

1

2

3

4 l l

l l

l

1

2


3

4 l

l

9

Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.

Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.

Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.2 De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.

Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.

Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.

1

2

3

4 l

1

2

3

4 l l

l

1

2

3

4

l l l

1

2

3

4 l

l

1

2

3

4

l l

1

2

3

4

l

1

2


3

4 l l

l

10

Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.

1

2

3

4

5

l l

1

2

3

4

5

l l l


11

3 BESCHOUWING In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. Context Basisschool Cheider voor Bijzonder Basisonderwijs, joodse denominatie, is de enige orthodox-joodse school in Nederland en is gevestigd in AmsterdamBuitenveldert waar een groot deel van de joodse gemeenschap woont. De afdeling voor Voortgezet Onderwijs en een peuterspeelzaal die ook onder het College van bestuur van de Joodse Scholengemeenschap Cheider vallen, zijn in hetzelfde gebouw gevestigd. De adjunct-directeur van de basisschool is ook verantwoordelijk voor de peuterspeelzaal. In de samenstelling van de leerlingenpopulatie spelen ondermeer de volgende zaken een rol die van invloed zijn op het onderwijs. Een deel van de leerlingen van Het Cheider heeft een niet Nederlandstalige achtergrond. Er zijn leerlingen met complexe problemen omdat op grond van de uniciteit van de school zelden een kind wordt geweigerd of verwezen. Naast het profane onderwijs wordt er godsdienstonderwijs, levensbeschouwelijke vorming en onderwijs in eigen taal en cultuur onderwezen. De school kent daardoor een afwijkend rooster, maar voldoet wel aan de wettelijke bepaling voor de onderwijstijd. In de directiestructuur heeft een verandering plaatsgevonden, er is geen algemeen directeur voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs meer. Het Cheider werkt met een managementteam dat bestaat uit een adjunct directeur joods onderwijs voor de basisschool, peuterspeelzaal en het voortgezet onderwijs, een adjunct directeur profaan onderwijs voor de basisschool en peuterspeelzaal, een adjunct directeur joods onderwijs voor het voortgezet onderwijs, de intern begeleidster van de basisschool en de peuterspeelzaal en de ambtelijkse cretaris van het bestuur. De samenwerking in het nieuwe management team heeft rust en helderheid gebracht. Ook in het bestuur zijn de laatste jaren wijzigingen geweest. Het huidige College van bestuur heeft veel tijd moeten besteden aan de financiële situatie van de school. Op dit moment gaat veel aandacht van het bestuur uit naar het voortgezet onderwijs. Voor de profane vakken werkt het Cheider vanuit Montessori principes en is erkend door de Nederlandse Montessori Vereniging. De onderbouw is gemengd. De oudere meisjes zijn verdeeld over een midden- en bovenbouw groep, de jongens over een midden-, tussen- en bovenbouw groep. Vorige inspectiebezoeken In november 2001 is de school door de inspectie bezocht met een IST onderzoek. De inspectie stelde toen vast dat


13

de school opbrengsten van voldoende niveau realiseerde, zowel aan het eind van de schoolperiode als op de tussenmomenten. Het niveau van het onderwijs op de onderdelen leerstofaanbod, leertijd en didactisch handelen bleef echter achter. De inspectie maakte afspraken dat de school de leertijd en het leerstofaanbod in overeenstemming zouden brengen met de wettelijke vereisten. In 2003 en 2004 is de school door de inspectie bezocht met een jaarlijks onderzoek. De inspectie stelde toen vast dat de school in voldoende mate gericht werkte aan de verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. De eindprestaties lagen in beide jaren boven het niveau dat verwacht mag worden op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie. Huidige bevindingen De kwaliteit van het onderwijs op het Cheider is over vrijwel de hele linie bezien voldoende tot goed te noemen. Het team van het Cheider heeft de zwakke onderdelen die door de inspectie in 2001 zijn vastgesteld weggewerkt. Er wordt nu op de school eigentijds onderwijs gegeven binnen een prettig leef- en leerklimaat voor de leerlingen. Dit is een knappe prestatie gezien het feit dat er de nodige onrust rond de school is geweest op zowel financieel als maatschappelijk gebied en de wisselingen in het bestuur, directie en team. Als de belangrijkste verklaringen voor deze positieve ontwikkeling ziet de inspectie de aansturing door de adjunct-directeur in samenwerking met de interne begeleider. Waar nodig schakelt de schoolleiding ook hulp in van externen, waardoor de blik van de school sterk verbreed is. Het team heeft stap voor stap van het College van bestuur ruimte gekregen om te investeren in het aanbod, het professionele klimaat en de zorg voor de leerlingen. De nu voldoende leertijd en de aandacht voor klassenmanagement maakt dat er meer ruimte is om de moderne methoden binnen de Montessori werkwijze in te passen. Een sterk punt van de school is de wijze waarop zij weet in te spelen op de grote verschillen in behoefte aan ondersteuning van leerlingen en de wijze waarop de zorg wordt gegeven aan leerlingen met een eigen leerlijn. Er is een grote inzet van het profane team en een goede samenwerking tussen groepsleraren en leraren en ondersteuners die met leerlingenzorg zijn belast. De interne begeleider geeft steun en richting aan de ontwikkeling en borging van het systeem van zorg en begeleiding. De samenwerking met het joodse team is gegroeid. De goede leerresultaten heeft de school door het gestaag werken aan verbeteringen weten te handhaven. Hieronder gaan we, in aansluiting op de eigen plannen van Het Cheider, in op een aantal aandachtspunten voor verdere ontwikkelingen en staan we stil bij een aantal sterke punten van de school.


14

Werken aan verbeteringen. Aan de hand van het schoolplan, jaarverslagen en daarop aansluitende verbeterplannen werkt de school aan haar ontwikkeling. Op taalgebied is het aanbod sterk verbeterd en de deelplannen voor de taalondersteuning vormen gezamenlijk een taalbeleidsplan. De taalplannen zullen worden opgenomen in het nieuwe schoolplan waaraan nog wordt gewerkt. In dit schoolplan ontbreekt nog de beschrijving van de kwaliteitszorg. Deze krijgt nu vorm door het jaarlijks opstellen van plannen op grond van evaluaties van het voorafgaande jaar. Deze worden vastgelegd in een jaarverslag. In het schooljaar 2004-2005 is gebruikgemaakt van een kwaliteitsinstrument. Dit heeft de school weinig extra informatie opgeleverd over haar sterke kanten en ontwikkelpunten. De school heeft duidelijk voor ogen aan welke onderwijskundige zaken zij moet werken en doet dit planmatig. Enkele veranderpunten zijn: • het aanbod en de werkwijze in de kleutergroepen • synthese tussen Montessori-rekenen en realistisch rekenen en een doorgaande lijn in de school. • het werken met pre-teaching • het opstellen van beleid voor cultuureducatie in samenwerking met het expertisenetwerk cultuureducatie MOCCA • het verder vormgeven en in voeren van het vak Joodse Wereldoriëntatie. Binnen dit vak komen onderwerpen als andere godsdiensten en culturen aan de orde. Het vak wordt gegeven door een bevoegde leerkracht met een orthodox joodse achtergrond. Hij kan daardoor bij het aanbieden van de kerndoelen een vertaalslag maken naar de joodse identiteit. In het aanbod wordt niet alleen bij joodse wereldoriëntatie aandacht besteed aan het bevorderen van actief burgerschap. De waarden en normen van de Nederlandse democratische rechtsstaat en Staatsinrichting worden de leerlingen aangeboden via het seculiere onderwijs. Er wordt aandacht besteed aan feestdagen als Koninginnedag, 4 en 5 mei en Prinsjesdag. Ook zijn er aansluitend aan het onderwijs excursies en wordt gebruik gemaakt van aanbod van externe organisaties als bibliotheek, NEMO, Zoete Inval e.d. Ook wordt waar mogelijk vanuit de identiteit van de school meegedaan aan bovenschoolse projecten. In het kader van de nieuwe wettelijke bepalingen omtrent het actief bevorderen van sociale cohesie en actief burgerschap zullen in het vak Joodse Wereldoriëntatie ook onderwerpen worden opgenomen die in de actualiteit een politieke of religieuze lading hebben. Tot nu toe werd alleen aandacht besteed aan actualiteiten die politiek en religieus onafhankelijk waren. De evaluatie en planning van de veranderpunten zijn aan elkaar gekoppeld, maar dit kan helderder beschreven worden. Uit het jaarverslag blijkt dat de school kijkt naar de effecten van veranderpunten op de leerresultaten van de leerlingen maar de rapportage hierover kan duidelijker. Wanneer in het nieuwe schoolplan de kwaliteitszorg aspecten (kwaliteitsbepaling, bewaking, borging en verbetering) duidelijk aan elkaar gerelateerd worden zal de informatie toegankelijker worden.


15

Vanaf januari 2006 waardeert de inspectie of de sociale veiligheid van leraren en leerlingen voldoende gewaarborgd is. Het gaat daarbij om beleid ter voorkoming van incidenten, de afhandeling van incidenten en structurele bevraging van leerlingen en leraren over het sociaal welbevinden op de school. Ondanks het ontbreken van expliciet intern veiligheidsbeleid is de school zeer alert op het in stand houden van de sociale veiligheid, mede omdat de leerlingen ook buitenschool tot dezelfde gemeenschap behoren. Er zijn duidelijke gedragsregels en waar nodig wordt aandacht besteed aan het vergroten van de sociale vaardigheid. Incidenten worden wel besproken, maar niet op een systematische wijze geregistreerd. Over de afhandeling van incidenten bestaan wel afspraken, maar ook deze zijn niet vastgelegd in expliciet beleid. Ook vindt er nog geen structureel onderzoek plaats onder leerlingen en leraren naar hun sociaal welbevinden op de school. Hoewel er dus zeker elementen aanwezig zijn om de sociale veiligheid te borgen, zijn er nog aanvullingen nodig. Het klassenmanagement en de zorg voor leerlingen Het Cheider heeft haar klassenmanagement zo vorm gegeven dat zij in staat is zinvolle leermomenten te organiseren voor zowel leerlingen die extra ondersteuning als extra uitdaging nodig hebben. Ook voor de leerlingen met een eigen leerlijn is er de aandacht die nodig is. De groepsleraren werken daartoe intensief samen met de remedial teachers. Een andere belangrijke succesfactor is het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen. Er zijn daartoe voldoende opdrachten, duidelijke regels en routines en een goed pedagogisch klimaat. De intern begeleider stuurt de leerlingenzorg op voortreffelijke wijze aan. De schoolpsychologe ondersteunt met haar deskundigheid het geheel. Opbrengsten De school gebruikt de Cito-eindtoets om de resultaten aan het eind van de basisschoolperiode vast te stellen. De inspectie stelt vast dat de school van drie achtereenvolgende jaren, twee keer ruim boven het gemiddelde niveau presteert van de scholen met een vergelijkbare samenstelling van de leerlingenpopulatie en één keer op het niveau de dat verwacht mag worden. Alle leerlingen worden in de berekening meegenomen. De inspectie waardeert de eindopbrengsten daarom als van goed niveau. De inspectie geeft geen beoordeling van het niveau van sociale vaardigheden aan het einde van de basisschoolperiode omdat Het Cheider niet beschikt over betrouwbare en valide opbrengstgegevens van leerlingen op het gebied van sociale vaardigheden. Voor de waardering van de opbrengsten op tussenmomenten maakt de inspectie gebruik van de resultaten op methodeonafhankelijke toetsen met een landelijke normering voor het technisch lezen in de groepen 3 en 4, het rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 en het begrijpend lezen in groep 6. Deze resultaten zijn in lijn met de eindopbrengsten. Omdat binnen de inspectie de criteria voor het bepalen van het leerrendement van individuele leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften nog niet beschikbaar is, blijft een beoordeling daarvan nog achterwege.


16

Wel constateert de inspectie dat het diagnosebeeld dat aan de handelingsplannen ten grondslag ligt van goede kwaliteit is. Ook zijn er voor leerlingen met een individuele leerlijn naast het beoogde eindniveau tevens criteria voor het bepalen van voldoende vooruitgang waardoor het leerrendement vastgesteld kan worden. Conclusie De school behaalt met de leerlingen al jaren achtereen goede leerresultaten. Om die te bereiken en vast te houden wordt geïnvesteerd in het school- en professionele klimaat en de zorg voor de leerlingen. De samenwerking tussen het team dat joods onderwijs geeft en het profaan team leidt tot een positieve bijdrage aan de schoolontwikkeling. De energie die schoolleiding en team steken in de ontwikkeling van eigentijds onderwijs creëert een prettig leef- en leerklimaat voor de leerlingen. Een sterk punt van de school is de wijze waarop zij weet in te spelen op de grote verschillen in behoefte aan ondersteuning van leerlingen en waarop de zorg wordt gegeven aan leerlingen met een eigen leerlijn.


17

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De inspectie tekent wel aan dat de werking van het huidige schoolplan door het bestuur formeel verlengd is maar niet meer een weerspiegeling is van huidige situatie. De inspectie heeft een afspraak met de school gemaakt over een vernieuwd schoolplan, waarin tevens voldoende aandacht is opgenomen voor de wijze waarop de school de zorg voor de kwaliteit vormgeeft. Uiterlijk 1 september is de inspectie in het bezit van een nieuw schoolplan.

De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats, waarbij de school eenmaal wordt bezocht.


19

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK JOODSE KINDERGEMEENSCHAP CHEIDER

Recommend Documents