RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK DE ERASMUSSCHOOL
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
de Erasmusschool 's-Gravenhage 19NZ 89330
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 14 december 2006 : 18 april 2007
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 15
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Erasmusschool - 14-12-2006
3
1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 14 december 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs de Erasmusschool in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school aan de orde geweest. De kwaliteitszorg is wederom beoordeeld aangezien dit aspect bij de vorige inspectiebezoeken een aandachtspunt was. De toegevoegde indicatoren staan cursief vermeld in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan geen documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Erasmusschool - 14-12-2006
5
•
• • •
Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in twee kleutergroepen, groep 3, groep 5, groep 7 en groep 8. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleiders. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en team. Daarbij was een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig.
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Erasmusschool - 14-12-2006
6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van Erasmusschool Kwaliteitszorg
1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. 1.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.
Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Erasmusschool - 14-12-2006
1
2
3
4
l l l l l l l l
1
2
3
4
l l l l
l
7
Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.
Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.
Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.
Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Erasmusschool - 14-12-2006
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l
1
2
3
4 l
l l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l
1
2
3
4
l l l
8
Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Erasmusschool - 14-12-2006
1
2
3
4
5
l l
1
2
3
4
5
l l l
9
3 BESCHOUWING Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op basisschool Erasmus en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Algemeen beeld De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op deze school als voldoende. Tot dit oordeel komt zij op basis van de opbrengsten en de kwaliteit van het leerproces. De school werkt zichtbaar aan de verbetering van haar kwaliteit alhoewel de kwaliteitszorg nog onvoldoende kenmerken van een cyclisch proces vertoont. Het werken aan afzonderlijke verbeteractiviteiten beoordeelt de inspectie als planmatig. Er is echter nog ruimte voor meer doelgericht plannen en evalueren. De opmerking van de inspectie bij het jaarlijkse onderzoek in 2005 over het meer doelgericht werken in het kader van de kwaliteitszorg, is onverminderd van kracht. In 2004 heeft de inspectie op basis van de bevindingen bij een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO-2004) besloten om de ontwikkelingen op de school frequenter te volgen. Bij het huidige periodiek kwaliteitsonderzoek stelt de inspectie vast dat de school vooruitgang heeft geboekt: zowel de opbrengsten als de kernindicatoren bij het leerproces zijn van voldoende niveau. Het is derhalve niet nodig om de toezichtfrequentie te verhogen. Als de kwaliteitszorg meer systematisch en volgens een cyclisch proces wordt ingericht, kan de inspectie ook uitgaan van een zelfregulerend vermogen van de school. Toelichting Opbrengsten De prestatie op de eindtoetsen van de afgelopen drie jaar is niet constant. In 2005 had de school een relatief goed resultaat. In 2004 en het afgelopen jaar (2006) lagen de schoolscores nog net binnen de marges die de inspectie voor een voldoende hanteert. Op de meeste door de inspectie beoordeelde toetsresultaten in de groepen 3, 4 en 6 is de uitval relatief gering. De inspectie beoordeelt de resultaten gedurende de schoolperiode derhalve als voldoende. De school laat zien dat er relatief weinig uitval is bij het technisch lezen in groep 3. In groep 4 is de uitval groter maar vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde. Er is relatief weinig uitval bij begrijpend lezen in groep 6 en rekenen en wiskunde in groep 4. De uitval bij rekenen en wiskunde in groep 6 is meer dan verwacht mag worden. De inspectie stelt tevens vast dat een groot aantal leerlingen langer dan 8 jaar over de basisschool doet. De school heeft nog geen verslagen van evaluaties van haar opbrengsten. De school heeft nog geen gegevens over de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen die vergeleken kunnen worden met een landelijke norm. De inspectie geeft derhalve geen beoordeling voor de sociale vaardigheden van de leerlingen. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Erasmusschool - 14-12-2006
11
Onderwijsleerproces In grote lijnen kan gesteld worden dat het onderwijsleerproces voldoende is afgestemd op de gemiddelde leerling. De inspectie stelt daarmee vast dat het de school nog onvoldoende lukt om haar onderwijs systematisch af te stemmen op de behoefte van leerlingen die zich sneller of langzamer ontwikkelen dan het gemiddelde. Dit uit zich in een onvoldoende beoordeling op de betreffende indicatoren bij de leertijd, het didactisch handelen en de rol van leerlingen. Juist door de afstemming van het onderwijs op de behoeften van de leerlingen kan uitval van leerlingen beperkt worden. De inspectie stelt ook vast dat de school hier aandacht voor heeft. Dit blijkt met name bij de leerlingenzorg en begeleiding. Als component hiervan is de school begonnen met de invoering van een model van zelfstandig werken en adaptief onderwijs. Deze verbeteractiviteit is nog onvoldoende ontwikkeld om reeds iets te zeggen over haar waarde voor de schoolontwikkeling. Wat betreft het didactisch handelen stelt de inspectie vast dat de groepsleerkrachten een duidelijke uitleg geven. Daarbij valt wel op dat onvoldoende leerkrachten zichtbaar maken dat zij met de uitleg ook inzicht nastreven. Dit betekent dat het lesdoel niet expliciet wordt genoemd en dat leerlingen niet consequent worden gestimuleerd om denkstrategieën te benoemen. Bovendien blijft vaak de logica achter een handeling onbesproken. In de structuur van de uitleg ontbreken elementen van de effectieve instructie die te maken hebben met een inleiding en de afsluiting van de les. Voorts merkt de inspectie dat er ruimte is voor stimulering van de eigen verantwoordelijkheid voor het leren bij de leerlingen. Leerlingenzorg en begeleiding Op grond van de bevindingen bij het inspectiebezoek in 2004, heeft de school de afgelopen twee jaar vooral intensief gewerkt aan haar leerlingenzorg en begeleiding. Het veranderingsproces is nog niet afgerond, maar nu al kan de school de verbeteringen bij de leerlingenzorg laten zien. Belangrijk daarbij is dat leerkrachten zelf handelingsplannen maken en in de groep uitvoeren. De intern begeleiders en de remedial teacher staan de leerkrachten bij waar dat nodig is. Minder positief is de inspectie over de keuze van de school om voor een relatief groot aantal zwakpresterende leerlingen het aanbod te beperken of te vertragen waarbij het gevolg is dat deze leerlingen het aanbod niet tot het niveau van groep 8 zullen krijgen. Van de school mag verwacht worden dat zij in voorkomende gevallen deze beslissing verantwoordt, een ontwikkelingsperspectief opstelt en het verwachte totale aanbod en het jaarlijkse aanbod vastlegt. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg is op onderdelen van voldoende niveau. Zo heeft de school vorig jaar een tevredenheidonderzoek gedaan onder de leerlingen en de ouders. Tevens is er een quick-scan van de onderwijskwaliteit uitgevoerd met een zelfevaluatie-instrument. In het kader van het opstellen van een schoolontwikkelingsplan volgens een cyclisch proces kan de school deze gegevens zowel gebruiken voor evaluatie van het gegeven onderwijs als ter bepaling van het schoolbeleid. Voor dit laatste doel zou de school tevens gebruik kunnen maken van trendanalyses van bekende gegevens in het leerlingvolgsysteem. Deze trendanalyses geven immers een indicatie van de onderwijs- en pedagogische behoeften van de leerlingenpopulatie. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Erasmusschool - 14-12-2006
12
De school heeft nog niet de gewoonte om jaarlijks een rapportage te maken van de evaluatie van haar leerresultaten en daarbij zichtbaar te maken in hoeverre die opbrengsten voldoen aan de eerder opgestelde schoolmissie of andere doelen van verbeteracties. De toetsresultaten worden wel mondeling besproken en er worden consequenties getrokken voor eventuele verbeteracties. Deze verbeteracties worden ook uitgevoerd. De school besteedt reeds veel zorg aan het invoeren van deze verbeteracties waarbij vooral aandacht is voor scholing en begeleiding van de teamleden. Zij heeft de gewoonte om de verbeteractiviteiten te evalueren. De school kan bevorderen dat deze activiteiten planmatig worden ingevoerd door reeds bij het uitwerken ervan de te realiseren doelen te inventariseren en een modelwerkwijze vast te leggen. Naar het oordeel van de inspectie kunnen de voortgangsevaluaties en de effectevaluaties duidelijker gerelateerd worden aan de vastgestelde streefdoelen. Sociaal beleid en burgerschap De inspectie beoordeelt het sociaal veiligheidsplan van de school als voldoende. De school is begonnen aan een sociaal veiligheidsplan voor leerlingen en het personeel. Op onderdelen is er aandacht voor de sociale veiligheid van met name de leerlingen. Het sociale veiligheidsbeleid kan nader ingericht worden als een cyclisch proces van centrale incidenten registratie, periodieke evaluatie en bijstellen van regels en maatregelen ter voorkoming van incidenten en aanpak ervan. Wat betreft het beleid omtrent burgerschap en sociale integratie maakt de school haar beleid en voorgenomen aanbod nog niet duidelijk, maar zij merkt wel op dat doelen met betrekking tot burgerschap en sociale integratie op verschillende wijze enigszins verweven zijn in haar reguliere aanbod. De school signaleert geen risico's op dit gebied bij haar leerlingenpopulatie. In een kort gesprek met enkele leerlingen geven zij aan zowel binnen als buiten de school vaak te maken te hebben met pesterijen. De leerlingen hebben zelf suggesties voor de school om zowel de sociale veiligheid als de burgerschap te bevorderen. Zo geven zij aan graag een leerlingenraad op school te starten.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Erasmusschool - 14-12-2006
13
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De volgende schoolgids behoeft wel enige aanpassing om te voldoen aan de eisen van wet en regelgeving. Het betreft: • Het vermelden van het sponsorbeleid en het geven van een verantwoording van eventueel ontvangen sponsorgelden. • Meer uitgebreide informatie over de behaalde resultaten zowel wat betreft de leerresultaten als de verbeteractiviteiten.
Toezichtarrangement De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Erasmusschool - 14-12-2006
15