RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK AMSTERDAM INTERNATIONAL COMMUNITY SCHOOL

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK AMSTERDAM INTERNATIONAL COMMUNITY SCHOOL

School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer

: : : :

Amsterdam International Community School Amsterdam 24TC 94939

Datum schoolbezoek Datum vaststelling

: 28 juni 2007 : 24 september 2007

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 17

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Amsterdam International Community School - 286-2007

3

1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 28 juni 2007 bezocht de Inspectie van het Onderwijs Amsterdam International Community School in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school aan de orde geweest. De volgende indicatoren met betrekking tot de kwaliteitsaspecten van de kwaliteitszorg, het pedagogisch en didactisch handelen en de actieve en zelfstandige rol van leerlingen zijn toegevoegd: 1.2, 1.3, 1.4, 5.1, 5.2, 6.8, 6.9. De reden hiervoor is dat met toevoeging van deze indicatoren meer recht wordt gedaan aan de indruk die de inspectie tijdens de lesobservaties van de school kreeg, mede vanuit de visie van de school. De toegevoegde indicatoren staan cursief vermeld in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. Het betrof de volgende documenten: • • •

School Development Plan School Improvement and Investment Plan 2004-2008 AICS Student Support Handbook 2007-2008.


5

Op grond van de gegevens uit die documenten heeft de inspectie om de volgende reden besloten om toch alle kernindicatoren te onderzoeken. Uw zelfevaluatiegegevens kwamen niet volledig overeen met de kernindicatoren van de inspectie. Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatieactiviteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. • Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 2, 3, 4, 5, en 6/7. • Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de Special Education Needsspecialist. • Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen, leraren en ouders. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met de directie. De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.


6

2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van Amsterdam International Community School Kwaliteitszorg

1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. 1.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.

Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8 aansluitend bij het IGVO. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school biedt leerinhouden aan bij taal die passen bij de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingenpopulatie.

Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.

1

2

3

4

l l l l l l

1

2

3

4

l l l l l

1

2

3

4

l l


7

Pedagogisch handelen 5.1 De leraren geven de leerlingen positieve persoonlijke aandacht. 5.2 De leraren tonen in gedrag en taalgebruik voor alle leerlingen respect. 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.

Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren. 6.8 De leraren passen verschillende werkvormen toe. 6.9 De leraren dragen met behulp van leer- en hulpmiddelen bij aan een uitdagende leeromgeving.

Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.

Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.

Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.

1

2

3

4

l l l

1

2

3 l l

4

l l l

1

2

3

4

3

4

l l

1

2

l l

1

2

3

4

l l

1

2

3

4

2

3

4

l

1

l l l


8

Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 7 of 8 jaar (afhankelijk van het aantal jaren dat de school aanbiedt).

1

2

3

4

5 l l

1

2

3


4

5 l l l

9

3 BESCHOUWING Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op de Amsterdam International Community School en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en -voor zover relevant- tussen de indicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van de Amsterdam International Community School en eerdere inspectieonderzoeken. Algemeen beeld De Amsterdam International Community School is een school die nog maar kort bestaat en daarom in vele opzichten nog het beeld vertoont van een school die in ontwikkeling is. Om deze reden zijn er op meerdere onderdelen verbeteringen noodzakelijk. Een sterk punt van de school is dat zij beschikt over een gemotiveerd en betrokken team. De leraren zijn overwegend capabel en zijn didactisch sterk. Ook heeft de school een krachtige visie die uitgaat van deelname aan en betrokkenheid bij de samenleving. De punten waarop de school nog niet aan de eisen voldoet zijn: • • • • •

Een heldere planning van het leerstofaanbod volgens het IPC, zowel per leerjaar als per leerling; Een goed systeem voor het registreren van de vorderingen van leerlingen; Signalering van leerlingen met (dreigende) achterstanden; Planmatige begeleiding van leerlingen die zorg nodig hebben; Heldere communicatielijnen tussen alle betrokkenen.

Onder de toelichting wordt het bovenstaande nader uitgewerkt.

Toelichting Achtergrondinformatie De Primary afdeling van de Amsterdam International Community School (AICS) is in 2004 gestart als een project dat werd ondersteund door de Esprit Scholengroep. Een jaar eerder (2003) was de Secondary afdeling al van start gegaan. De financiële middelen waren in de eerste periode zeer beperkt. Sinds maart 2006 is officieel de status als school afgegeven en konden vanuit een langetermijn investeringsplan de nodige investeringen worden gedaan. De huisvesting is hierbij vanaf het begin een probleem geweest. Elk nieuw schooljaar moesten de beide scholen verhuizen naar een ander, steeds tijdelijk gebouw. Op het moment van het inspectiebezoek moest de school weer binnen enkele dagen verhuizen. Na de zomervakantie zullen de Primary en de Secondary School voor onbepaalde periode in hetzelfde gebouw zijn gehuisvest.


11

De leerlingenpopulatie is van diverse afkomst. Zo zijn er kinderen van expats die een anderstalige achtergrond hebben, maar ook kinderen van ouders die bewust kiezen voor een school waar de voertaal Engels is, of kinderen die tussentijds van andere scholen afkomstig zijn. Het leerlingenaantal groeit snel, na de zomervakantie zal naar verwachting alleen al de Primary afdeling van de school zijn gegroeid van 90 naar 140 leerlingen. Maar daarentegen stromen tussentijds ook relatief veel leerlingen uit, doordat hun ouders verhuizen naar elders. Om deze reden heeft de school gekozen voor het International Primary Curriculum (IPC), dat internationaal vergelijkbaar is. Met dit curriculum kan de voortgang van leerlingen op een eenduidige wijze worden gevolgd en kunnen leerstofvorderingen goed worden overgedragen. De school is volop bezig het IPC te implementeren en leraren volgen hiervoor een uitgebreid trainingsprogramma. Een internationale acccreditatie is voor het IPC wel in voorbereiding, maar op dit moment nog niet beschikbaar. De school wil een volledig zevenjarig curriculum aanbieden dat direct moet aansluiten op het Middle Years Programm (MYP) van de Secondary School. Voor het daaropvolgende Diplome Programme (DP) dat opleidt tot het Inernationale Baccalaureate is de school al geautoriseerd. Wanneer de school een heel schooljaar met het volledige programma heeft gewerkt, vindt voor het MYP een visitatie plaats door de International Baccalaureate Organization (IBO). Bij een succesvolle afloop van de visitatie wordt de school geautoriseerd voor het MYP, waarmee dan de officiële status van International Baccalaureate School zal zijn verkregen. Het kwaliteitsprofiel Het kwaliteitsprofiel van de school laat een beeld zien dat past bij het ontwikkelingsstadium waar de school zich nu nog in bevindt. De school zit nog volop in de implementatiefase van het curriculum en volgens het implementatieplan worden in het schooljaar 2007/2008 diverse toetsen en gestandaardiseerde instrumenten ingevoerd. De prille ontwikkelingsfase waar de school zich nu nog in bevindt leidt ertoe, dat op veel indicatoren nog een onvoldoende beoordeling is gegeven. Hierin kan verandering komen zodra de school zich verder heeft ontwikkeld. Kwaliteitszorg Kort na de oprichting van de school is een SWOT-analyse utgevoerd met als doel de sterke en zwakke punten van de school in kaart te brengen en op basis hiervan een schoolontwikkelings-en investeringsplan te schrijven. De school ligt min of meer op schema met de plannen en het is zichtbaar dat planmatig wordt gewerkt aan implementatie- en verbeteractiviteiten. De visie en missie van de school zijn helder beschreven en hebben geleid tot een ambitieus onderwijsconcept. Er zijn echter nog geen meetbare opbrengsten. Ook heeft de school op dit moment nog niet geëvalueerd wat de stand van zaken is voor wat betreft de huidige kwaliteit van het onderwijsleerproces binnen de hele school. Hoewel leraren wel onderling overleggen en proberen het onderwijs af te stemmen, constateert de inspectie dat de schoollijn nog te weinig wordt bewaakt en aangestuurd.

Leerstofaanbod en registratie van vorderingen Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Amsterdam International Community School - 286-2007

12

Op dit moment kan de school nog niet laten zien dat zij het International Primary Curriculum (IPC) volledig heeft geïmplementeerd. De school biedt wel een specifiek aanbod voor leerlingen voor wie het Engels niet de eerste taal is. De school heeft het Council of International Schools gevraagd om met een 10jarige cyclus toezicht te houden op het IPC en het programma voor de secondary afdeling, het Middle Years Programme (MYP) en het Diploma Programme (DP). Het leerstofaanbod in alle groepen is afgestemd met het International Baccalaureate Organization (IBO), maar het is niet transparant in de vorm van leerlijnen uitgewerkt. Daardoor is niet zichtbaar of het aanbod dekkend is voor het IGBO en of het is afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingenpopulatie. De school heeft als doelstelling om in het voorjaar van 2008 zo'n 75 standaarden beschreven te hebben. De school kan door het ontbreken van de leerlijnen en tussendoelen niet duidelijk maken welke vaardigheden door de leerlingen moeten worden beheerst en wat de opbouw en planning is van de leerstof. Slechts enkele leraren maken gebruik van een eigen systeem om de vorderingen van leerlingen systematisch te registreren, maar de verschillen tussen leraren zijn groot, waardoor er onvoldoende zicht is op de ontwikkeling van de leerlingen. Leraren geven aan dat zij zelf een goed beeld hebben van wat de kinderen wel en niet kunnen en aan welke leerstof zij werken, maar zij kunnen dat onvoldoende transparant verantwoorden. De ouders waarmee de inspectie heeft gesproken bevestigen het beeld van de inspectie. Hoewel zij tevreden zijn over de persoonlijke aandacht die hun kinderen krijgen, missen zij een referentiekader waartegen zij de prestaties van hun leerlingen kunnen afzetten. Daardoor weten ouders niet of hun kinderen voldoende vorderingen maken. Ook vinden ouders dat aan de leerlingen te weinig eisen worden gesteld en dat zij te weinig worden gestimuleerd om op een hoger niveau te komen. De leerlingen leren onvoldoende om hun werk te plannen. De leerlingen werken weliswaar met portfolio's, maar tijdens de lessen is onvoldoende zichtbaar dat zij inbreng hebben bij en verantwoordelijkheid krijgen voor de voortgang in hun eigen ontwikkeling. Zorg en begeleiding van leerlingen De school beschikt op het moment van het inspectiebezoek sinds enkele maanden over een Special Educational Needs (SEN) teacher, die tevens bevoegd is om psychologische tests af te nemen. Alle beschikbare tests en toetsen en bijbehorende procedures zijn beschreven in een ambitieus zorgplan dat onlangs in gebruik is genomen. De SEN-leraar is bij het begin van haar aanstelling begonnen met het screenen van leerlingen die door de leraren voor nader onderzoek naar haar waren verwezen. In dit opzicht had de school te maken met veel 'achterstallig onderhoud'. De SEN-leraar werkt hard om nog voor de zomer een belangrijk deel van de leerlingen te kunnen testen en zonodig verder te verwijzen voor externe hulp.


13

Een belangrijk ontwikkelpunt voor de school is de verbetering van de signalering en begeleiding van leerlingen. Volgens het zorgplan van de school komt de SEN-leraar pas in fase 3 in beeld. Dat wil zeggen dat de leraar eerst zelf probeert om een leerling die uitvalt de nodige extra hulp te geven (fase 1). Wanneer dat onvoldoende lukt wordt in fase 2 hulp gevraagd aan andere functionarissen die aan de school zijn verbonden, zoals de schoolcounselor. Deze heeft echter geen tijd voor structurele begeleiding van de leraren bij de uitvoering van de zorg. Pas in fase 3 wordt een leerling verwezen naar de SEN-leraar. De SEN-leraar heeft een wezenlijk andere taakinvulling dan die van een zorgcoördinator binnen de school die zicht heeft op alle groepen en alle leerlingen die achterblijven. Eén van de gevolgen van deze werkwijze is, dat leraren lang aangewezen zijn op zichzelf en niet al in een vroeg stadium in een structurele vorm ondersteuning hebben. De inspectie heeft dan ook tijdens de lesobservaties geconstateerd dat de leerlingen die uitvallen in onvoldoende mate planmatig worden begeleid. Dit is een duidelijk risico, dat nog wordt versterkt door het feit dat de school nog geen gebruik maakt van een dekkend instrumentarium met methodenonafhankelijke toetsen. Om deze reden ontbreekt het zicht op wat leerlingen gezien hun groep en ontwikkelingsniveau feitelijk zouden moeten kunnen. Hierboven is al beschreven dat ouders zich over dit punt zorgen maken. Zorgleerlingen vallen pas in een laat stadium op, wanneer de achterstanden mogelijk al zo groot zijn dat het moeilijk is om deze nog in te lopen. Communicatie tussen alle betrokkenen De communicatie binnen de school kan op alle onderdelen worden verbeterd. Leraren geven aan dat zij niet of pas in een laat stadium op de hoogte worden gesteld van allerlei activiteiten en gebeurtenissen. Zij missen bijvoorbeeld een dagelijkse briefing aan het begin van de schooldag. Ook missen zij de dagelijkse ondersteuning van een functionaris waar zij met al hun vragen terechtkunnen. Ouders noemen expliciet een gebrek aan informatie. Er zijn te weinig heldere afspraken over procedures en zaken die hun kinderen aangaan, zoals over vorderingen en gegeven huiswerk. Ook op andere gebieden hebben ouders te weinig overzicht zoals over de schoolontwikkelingen en het reilen en zeilen van de school. Er ontbreekt feitelijk een 'agenda'. Zij merken wel dat een en ander de afgelopen tijd sterk is verbeterd, maar stellen dat deze verbeteringen in een hoog tempo door moeten gaan. Dit is des te belangijker vanwege de sterke groei van het leerlingenaantal. Dit stelt hoge eisen aan de verbetering en verdere ontwikkeling van de organisatie. Nieuwe wetgeving Sinds 2006 is er nieuwe wetgeving op het gebied van 'sociale veiligheid' én 'actief burgerschap en sociale integratie'. Deze onderwerpen maken deel uit van het toezicht. Sociale veiligheid (indicator 1.7)


14

De inspectie beoordeelt in hoeverre de school de sociale veiligheid van leerlingen en personeel waarborgt door daar beleid voor te formuleren. Dit is een onderdeel dat valt onder kwaliteitszorg: het zegt iets over de mate waarin de school actief het schoolklimaat bewaakt. Het staat los van de geconstateerde sfeer op de school tijdens het schoolbezoek. Op basis van de criteria die de inspectie hiervoor hanteert, wordt deze veiligheid nog onvoldoende gewaarborgd. De school heeft nog geen veiligheidsbeleid geformuleerd. Burgerschap en integratie (indicator 1.8) De inspectie heeft de school gewezen op de wijziging die is aangebracht in de Wet op het primair onderwijs. Daar is nu in opgenomen dat de school structureel aandacht moet besteden aan actief burgerschap en sociale cohesie. Vooralsnog is indicator 1.8 als voldoende beoordeeld omdat er zich, volgens de informatie van de school, geen risico's voordoen inzake ongewenste houdingen en gedragingen rond burgerschap en integratie. Op enig moment zal de school moeten aantonen dat er sprake is van een structureel aanbod en dat de school ook in beeld brengt op welke wijze leerlingen zich dat aanbod in kennis en/of vaardigheden eigen hebben gemaakt. Voor de school is vooral evaluatie van het gegeven aanbod van belang. Bij een volgend schoolbezoek zal de inspectie daar specifiek op toezien.


15

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school niet aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De inspectie heeft de schoolleiding een lijst overhandigd met alle wettelijke opdrachten die in schoolgids en schoolplan dienen te worden opgenomen. De school heeft toegezegd hieraan bij nieuwe vaststelling te zullen voldoen. De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school kent een aantal risico's. Deze risico's betreffen het onderwijsaanbod, de zorg en begeleiding van leerlingen en het meten en registreren van de leerlingenvorderingen. De inspectie heeft afgesproken om op 17 september 2007 de school opnieuw te bezoeken waarbij bovengenoemde ontwikkelpunten in het gesprek centraal zullen staan. Bij het definitief worden van dit rapport heeft dit gesprek inmiddels plaatsgevonden. De school is nu verhuisd en de Primary en Secondary School zijn in hetzelfde gebouw gehuisvest. Dit betekent een aanzienlijke verbetering in accommodatie en faciliteiten. Daarnaast heeft de school in de tussenliggende periode op alle tekortkomingen die in het rapport zijn genoemd actie ondernomen. Voor het lopende schooljaar is een ambitieus verbetertraject in gang gezet.


17

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK AMSTERDAM INTERNATIONAL COMMUNITY SCHOOL

Recommend Documents