RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS S.B.O.-SCHOOL DE OPSTAP
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
S.B.O.-school De Opstap Maastricht 03LO 73245
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 22 en 23 mei 2006 : 20 september 2006
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 17
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek S.B.O. -school De Opstap - 22-5-2006
3
1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 22 en 23 mei 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs S.B.O.-school De Opstap in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw sc hool heeft naast de schoolgids en het schoolplan documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. Het betrof de volgende documenten: het jaarplan 2005-2006 en een overzicht met toetsresultaten. Op grond van de gegevens uit die documenten heeft de inspectie om de volgende redenen besloten om toch alle kernindicatoren te onderzoeken: de toegestuurde documenten leverden te beperkt afgeronde en onderbouwde eindoordelen op die aansloten bij de kernindicatoren die de inspectie bij dit PKO heeft onderzocht.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek S.B.O. -school De Opstap - 22-5-2006
5
De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. • Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in 11 van de 15 groepen. • Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleiders. • Op uw school zijn verder gesprekken gevoerd met leerlingen, leraren en ouders. Bovendien zijn vragenlijsten ingevuld door leerlingen, leraren en ouders. Deze zijn door de inspectie geanalyseerd. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en team. Daarbij was geen vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig.
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek S.B.O. -school De Opstap - 22-5-2006
6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van S.B.O.-school De Opstap Kwaliteitszorg
1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs.
Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek S.B.O. -school De Opstap - 22-5-2006
1
2
3
4
l l l l l l
1
2
3
4
l l l l
l
7
Tijd 4.1 De school heeft voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde onderwijstijd gepland conform het landelijk gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
Pedagogisch handelen 5.1 De leraren geven de leerlingen positieve persoonlijke aandacht. 5.2 De leraren tonen in gedrag en taalgebruik voor alle leerlingen respect. 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan. 5.4 De leraren bevorderen het zelfvertrouwen van de leerlingen. 5.5 De leraren maken weloverwogen gebruik van complimenten en correcties.
Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.2 De leraren zorgen voor een goede structuur in de onderwijsactiviteiten. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren. 6.6 De leraren geven de leerlingen feedback op hun leer- en ontwikkelingsproces.
Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.2 De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek S.B.O. -school De Opstap - 22-5-2006
1
2
3
4
l l l
1
2
3
4
l l l l l
1
2
3 l
4
l l l l
1
2
3
4
l l l
1
2
3
4
l l
8
Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.4 De leerlingen en het personeel tonen in gedrag en taal ook buiten de lessen respect voor elkaar. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school. 9.7 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in incidenten die zich op het gebied van de sociale veiligheid voordoen. 9.8 De school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op preventie van incidenten. 9.9 De school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op het optreden na incidenten.
Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 10.3 SBO: De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast. 10.5 SBO: De school volgt of de leerling zich ontwikkelt conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes.
Zorg 11.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. 11.5 De school betrekt de ouders/verzorgers van leerlingen bij de zorg van hun kind. 11.6 De school waarborgt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden.
Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
1
1
2
3
4
l l l l l l
1
2
3
4
l l l
1
2
3
4
l l l l l l
2
3
4
5 l l
1
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek S.B.O. -school De Opstap - 22-5-2006
2
3
4
5 l l
9
3 BESCHOUWING In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. De inspectie schetst daartoe allereerst een algemeen beeld van de gegeven beoordelingen die in relatie worden gebracht met de context van de school en met de resultaten van eerdere inspectiebezoeken. Vervolgens geeft het rapport in een toelichting aan waar voldoende of goede kwaliteit is geborgd, waar groei in kwaliteit heeft plaatsgevonden en vermeldt dan op welke punten er nog noodzakelijke verbeteringen aangebracht moeten worden in de kwaliteit van het onderwijs van de school. Tot slot wordt de stand van zaken met betrekking tot de kwaliteitszorg, die bij dit PKO als extra aspect is beoordeeld, kort beschreven. Algemeen beeld van de school In het onderzoek van de inspectie stond de vraag centraal of het onderwijs op SBO De Opstap van voldoende kwaliteit is. De inspectie concludeert dat het onderwijs op SBO De Opstap inderdaad van voldoende kwaliteit is. Dit oordeel baseert de inspectie op het gegeven dat driekwart van de indicatoren welke beoordeeld zijn van voldoende kwaliteit is. SBO De Opstap heeft na het inspectiebezoek van 2000 in het kader van RST, toen een vrij gunstige kwaliteit van onderwijs werd vastgesteld, verder gewerkt aan de versterking van de kwaliteit van het onderwijs. Dit is vooral gedaan vanuit een streven naar kwaliteit en op basis van de resultaten van inspectiebezoeken en veel minder op basis van feitelijke resultaten die uit een systeem van kwaliteitszorg naar voren kwamen. Een sterk punt in de schoolontwikkeling is de aandacht die de directie heeft voor een goede positionering van de school in het algemeen en het SBO onderwijs in het bijzonder. Handreikingen die de school daartoe werden gedaan bij een tweetal Jaarlijkse Onderzoeken van de inspectie werden opgepakt en zijn vervolgens ook in de verbeteractiviteiten van de school opgenomen. Het werken aan de versterking van de kwaliteit kon de afgelopen jaren gebeuren in een situatie die op tal van punten als stabiel is te kenmerken. Er zijn in de context van de school geen duidelijke factoren aan te wijzen die een negatieve invloed gehad zouden kunnen hebben op de ontwikkeling van de kwaliteit van onderwijs. De genoemde schoolontwikkeling kreeg in de achterliggende periode voldoende planmatig vorm en was gericht op drie speerpunten: schoolorganisatie, leerstofaanbod en leerlingenzorg. De verbeteractiviteiten op deze punten zijn deels afgerond, deels nog in ontwikkeling en deels moet met de ontwikkeling nog gestart worden. Dit gegeven komt naar voren in het kwaliteitsprofiel van dit PKO onderzoek. Met name ten aanzien van het leerstofaanbod, is de ontwikkeling zover gevorderd dat deze is afgesloten en dat de inspectie de betreffende indicatoren als voldoende kan beoordelen. Bij de leerlingenzorg zijn het opstellen van een ontwikkelingsperspectief en het in beeld brengen van de opbrengsten activiteiten die nog volop in ontwikkeling zijn, hetgeen terug te vinden is in de waardering van de indicatoren die daarop betrekking hebben. Het opzetten van een systeem van kwaliteitszorg is een onderdeel van schoolbeleid dat nog in een startfase verkeert. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek S.B.O. -school De Opstap - 22-5-2006
11
Bij dit PKO onderzoek heeft de inspectie 35 indicatoren kunnen beoordelen, de kwaliteitszorg hierbij buiten beschouwing gelaten. Van die 35 indicatoren zijn er 27 van voldoende en 8 van nog onvoldoende kwaliteit. Sterke punten van de school zijn naast het eerder genoemde aanwezige kwaliteitsbewustzijn de kwaliteit van het pedagogisch handelen, belangrijke onderdelen van didactisch handelen en de opgezette schoolorganisatie die een goede voorwaarde vormt voor kwalitatief goed onderwijs. Het pedagogisch handelen is op alle punten tenminste van voldoende kwaliteit en bij diverse leraren van een hoge kwaliteit, waarbij de groepen 1 tot en met 4 een gunstiger beeld laten zien dan de groepen 5 tot en met 8. De voldoende indicatoren ten aanzien van het didactisch handelen, zoals bij het RST bezoek vastgesteld, zijn voor het overgrote deel nog steeds van voldoende kwaliteit. In de achterliggende periode is bovendien een schoolorganisatie ontstaan met een management-team, een hecht functionerend team van leraren en tal van structurele maatregelen in de schoolorganisatie die de kwaliteit van het onderwijs ondersteunen. Ouders noemen de school op dit punt inventief. De ontwikkelpunten van de school zijn te clusteren in vijf thema's, die samen de onvoldoende indicatoren uitmaken. Gelet op de grote verschillen tussen leerlingen is een versterking van de afstemming van het onderwijs op die verschillen in onderwijsbehoeften een zeer belangrijk ontwikkelpunt. Nu laat die afstemming op drie punten te wensen over. Een tweede punt betreft de leerlingenzorg waar ook drie onderdelen, die deels al in ontwikkeling zijn, om versterking vragen. Een derde ontwikkelpunt betreft het beleid van de school met betrekking tot de vergroting van de zelfstandigheid van leerlingen en daarmee gepaard gaand het geven van meer verantwoordelijkheid aan leerlingen voor hun eigen leerproces. Een vierde punt betreft het beter zicht krijgen op de opbrengsten die de school weet te realiseren. Dit is nodig omdat daarmee ook een betere kijk kan ontstaan op de kwaliteit van het onderwijsleerproces bij de diverse leer- en vormingsgebieden en de aanpassingen die op basis daarvan gerealiseerd moeten worden. Zeker bij een school die op tal van punten in ontwikkeling is, is het belangrijk om met behulp van de opbrengsten inzicht te verkrijgen in de positieve of negatieve effecten die deze ontwikkelingen kunnen hebben op de prestaties van leerlingen. Dit laatste gegeven sluit aan bij het vijfde ontwikkelpunt welk betrekking heeft op de opbouw van een systeem van kwaliteitszorg. Het merendeel van de indicatoren die daarop betrekking hebben, is nu nog van onvoldoende kwaliteit. Om bovenstaande ontwikkelpunten zo goed mogelijk te realiseren, zal de school aan twee zaken gerichte aandacht moeten besteden. Allereerst zullen verbeteractiviteiten nadrukkelijker dan nu geëvalueerd moeten worden op hun effecten in de dagelijkse schoolpraktijk. De huidige implementatietrajecten laten veel schoolbeleid zien dat echter wisselend vorm en inhoud heeft gekregen. Tal van zaken zijn leraarafhankelijk omdat leraren niet kunnen of willen voldoen aan de eisen die het nieuwe beleid stelt. Dat leidt tot een tweede aandachtspunt dat betrekking heeft op een betere bewaking van het schoolbeleid.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek S.B.O. -school De Opstap - 22-5-2006
12
De huidige reeds gerealiseerde kwaliteit van onderwijs, het kwaliteitsbewustzijn en de verbeterplannen die daarmee samenhangen en de getoonde inzet voor en betrokkenheid bij een kwalitatief goed onderwijs bij directie en team vormen een gunstig uitgangspunt voor het verdere proces van schoolontwikkeling. Toelichting Sterke punten van de school Evenals bij het RST inspectiebezoek zijn nu alle relevante indicatoren die betrekking hebben op het pedagogisch handelen van leraren minstens van voldoende kwaliteit en bij een aantal leraren zelfs van hoge kwaliteit. Dit gegeven komt niet alleen naar voren uit de lesobservaties die de inspectie heeft uitgevoerd, maar ook uit de vragenlijsten die zijn ingevuld en uit de gevoerde gesprekken. Ouders geven aan dat leerlingen graag naar school komen, dat er sprake is van een 'relaxte' school en dat leraren op deze school van kinderen houden en hun vak met liefde uitvoeren. Leraren grijpen goed in. Leerlingen geven in de enquête aan dat leraren er heel goed voor zorgen dat leerlingen zich aan de regels houden en dat ze er ook heel goed voor zorgen dat ruzies worden uitgesproken. Ouders geven datzelfde aan en prijzen het toezicht dat wordt gehouden. In het gesprek met de inspectie vertellen ze dat het beleid met betrekking tot pesten een goede ontwikkeling laat zien, maar dat daarbij wel nog meer aandacht kan komen voor de rol die ouders daarbij vervullen. In het verlengde van de gemaakte opmerkingen ligt het op beide punten als voldoende beoordeelde schoolklimaat. Ouders zijn in de afgenomen enquête tevreden over de mate waarin de ouderbetrokkenheid gestalte krijgt en vinden dat de school in het algemeen goed bezig is. Ouders, leerlingen en leraren geven aan zich ook voldoende veilig te voelen in de school. Belangrijke onderdelen van didactisch handelen en klassenmanagement zijn geborgd en van een voldoende kwaliteit gebleven. Onderdelen waar de school goede verbeteringen heeft doorgevoerd. Mede naar aanleiding van het RST bezoek waarbij een aantal knelpunten werd gesignaleerd, heeft de school prioriteit gegeven aan de versterking van haar leerstofaanbod. Zij heeft dit op zo'n wijze gedaan dat het leerstofaanbod nu bij alle beoordeelde indicatoren in voldoende mate aan de eisen voldoet die daaraan gesteld worden. De school heeft nieuwe methoden ingevoerd die ook structureel worden gebruikt, waardoor een duidelijke verbetering is opgetreden ten aanzien van het diffuse methodenbestand van voorheen en het leraarafhankelijke gebruik dat daarvan werd gemaakt. De toen onvoldoende doorgaande lijn in het aanbod is daardoor én door het gerealiseerde beredeneerde aanbod in groep 1 en 2 nu ook van voldoende kwaliteit. In groep 1 en 2 wordt nu gewerkt met behulp van thema's in het kader van basisontwikkeling, die mede door het goede vakmanschap van de betreffende leraren een adequate invulling krijgen. Met behulp van een ICT verbeterplan wordt gewerkt om mede daardoor de afstemming van het leerstofaanbod op de onderwijsbehoeften van leerlingen te versterken. Het vorige keer ontbrekende aanbod voor de sociaal-emotionele ontwikkeling is nu gerealiseerd door de invoering van de methode 'Leefstijl'.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek S.B.O. -school De Opstap - 22-5-2006
13
Onderdelen die in ontwikkeling zijn en/of verder ontwikkeld moeten worden. De leerlingenpopulatie van de school laat zo'n verschillen in onderwijsbehoeften van de leerlingen zien, dat dit hoge eisen stelt aan zowel de afstemming van het onderwijsleerproces op die behoeften als aan de hulpverlening aan kinderen die duidelijk extra zorg nodig hebben. De afstemming van het onderwijsleerproces vraagt op drie punten om verbetering. Dat betreft allereerst de afstemming van de onderwijstijd. Ten opzichte van het RST bezoek heeft er een duidelijke verbetering plaats gevonden doordat de hoeveelheid tijd voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde nu overeenkomt met hetgeen in het basisonderwijs gebruikelijk is. Een aanpassing van de roostertijd van een groep voor een bepaald vak op basis van toetsgegevens vindt echter nog niet plaats. Evenzo is, met uitzondering van logopedie en RT, er geen extra tijd voor leerlingen die meer problemen in een vak ondervinden. Op beide genoemde punten wordt de school gehinderd door het werken met niveaugroepen, die de genoemde afstemming bemoeilijken. Mogelijkheden daartoe in de stamgroep dienen te worden onderzocht. Het realiseren van afstemming wordt ook gehinderd door de wijze waarop leraren met name met de gegevens van methodegebonden toetsen omgaan. Er is te weinig gebruik van groepsoverzichten en een te geringe analyse daarvan, zaken die de bouwstenen vormen voor het realiseren van afstemming in een les. Ook de handreikingen die in de begeleidingsplannen zijn opgenomen, worden te beperkt gehanteerd. Deels omdat deze verouderd zijn, deels omdat het omzetten van gegevens uit begeleidingsplannen naar groepsplannen nog maar beperkt is gerealiseerd. Mede daardoor vindt er in de meeste groepen onvoldoende afstemming plaats in de lessen. De afstemming die wordt gerealiseerd is het gevolg van maatregelen in de schoolorganisatie als niveaugroepen, Ralfi-lezen, logopedie en RT. Leraren werken in het algemeen binnen de niveaugroep nog vrij klassikaal. De school heeft dit zelf ook onderkend en heeft in haar verbeteractiviteiten opgenomen de versterking van differentiatie in instructie en verwerking. Het systeem van leerlingenzorg is op zes punten van voldoende kwaliteit. De drie als onvoldoende beoordeelde indicatoren zijn nog in ontwikkeling. Deze ontwikkeling betreft met name het opstellen van ontwikkelingsperspectieven. De school heeft daarmee een begin gemaakt door met name in de middenbouw per leerling aan te geven wat het verwachte uitstroomniveau zal zijn en welke eind- DLE's verwacht worden bij de diverse onderdelen van rekenen en taal. De school heeft nog meer tijd nodig om dit schoolbreed te realiseren. Dan pas kan ook goed een begin gemaakt worden met het volgen van de prestaties en ontwikkeling van leerlingen op basis van het voor hen vastgestelde ontwikkelingsperspectief.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek S.B.O. -school De Opstap - 22-5-2006
14
Een nijpend probleem vormt de planmatigheid van de hulpverlening aan leerlingen met specifieke extra onderwijsbehoeften. Mede omdat het format voor de begeleidingstrajecten niet handzaam is en het team naar een compacter model wil, zijn vele begeleidingstrajecten niet actueel. Ze zijn veelal voor het laatst vastgesteld aan het einde van het vorige schooljaar. Omdat bijna alleen voor leerlingen met RT handelingsplannen aanwezig zijn, zijn er vele leerlingen waaraan in een klassikale setting binnen niveaugroepen onderwijs wordt gegeven zonder dat er gerichte actuele gegevens beschikbaar zijn op basis waarvan de leerlingen die dat nodig hebben gericht en planmatig hulp krijgen. Deze observatie van de inspectie sluit aan bij hetgeen ouders in het gesprek daarover aangaven. Zij vertelden over onderwijs dat te weinig aansluit bij de onderwijsbehoeften van hun kinderen, over de assertiviteit die je als ouder aan de dag moet leggen om extra hulp voor je kind te krijgen en over de gebrekkige informatie die je als ouder krijgt over een eventueel hulptraject aan je kind. Door de huidige situatie ten aanzien van afstemming en zorg dreigt het speciale van de speciale school voor basisonderwijs in het gedrang te komen. De opvattingen ten aanzien van het vergroten van zelfstandigheid van leerlingen en het geven van meer verantwoordelijkheid aan leerlingen voor hun eigen leerproces zijn relatief nieuw in het onderwijs en in het SBO onderwijs in het bijzonder. Deels heeft dit ook te maken met de kindbeelden die men heeft en met de verwachtingen die men denkt van deze leerlingen te mogen hebben. Ten tijde van het schoolbezoek was er nauwelijks een gestructureerd beleid op dit punt en waren er ook geen leerlijnen om dit te ondersteunen. Ook in de attitude van leraren kwam dit te weinig naar voren, zoals onder andere blijkt uit de onvoldoende waardering die betrekking heeft op de mate waarop leraren feedback geven naar leerlingen en deze ook zelf op hun eigen leerproces laten reflecteren. Op de genoemde punten is er strijdigheid met hetgeen de school verwoordt in haar schoolgids op pagina 39. Daar staat: 'Leerlingen leren een eigen verantwoording te dragen voor het leerproces. Ze worden betrokken bij de evaluatie van hun vooruitgang'. Het streven van de school vraagt op dit punt om beleid en de implementatie daarvan. De verbetersituatie met betrekking tot de opbrengsten hangt zeer nauw samen met het opstellen en evalueren van ontwikkelingsperspectieven waarover eerder in dit rapport al is geschreven. Het ontbreken daarvan en de onmogelijkheid om toetsgegevens van leerlingen over een langere periode met elkaar te vergelijken vormen de reden waarom de inspectie de opbrengsten van de school niet heeft kunnen beoordelen.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek S.B.O. -school De Opstap - 22-5-2006
15
Kwaliteitszorg Omdat bij deze school de kwaliteitszorg als geheel nog niet was beoordeeld, is dat bij dit bezoek gebeurd. Van de zes indicatoren die de inspectie heeft onderzocht zijn er vier van nog onvoldoende kwaliteit. De school heeft nog geen goed zicht op de kenmerken van de leerlingenpopulatie en heeft deze ook maar weinig expliciet vertaald naar de consequenties die deze moeten hebben voor de gewenste inrichting en vormgeving van het onderwijs. In het schoolplan wordt wel een opsomming gegeven van allerlei leerlingkenmerken, zonder dat duidelijk is hoeveel leerlingen dat betreft en of er op dat punt bepaalde trends te zien zijn. Het managementteam geeft wel aan dat er sprake is van complexere situaties, toename van rugzakleerlingen en leerlingen met een tijdelijke beschikking. De forse groei in allochtone leerlingen en de gevolgen daarvan voor het taalonderwijs zijn echter nog niet als zodanig benoemd De school evalueert haar opbrengsten nog maar beperkt. Dit hangt echter mede af van de deels nog op te stellen ontwikkelingsperspectieven en de evaluatie daarvan. De school heeft wel een impliciet beeld van haar opbrengsten doordat ze de uitstroom van leerlingen volgt. Deze gaan voor 70% naar het VMBO. De school beschikt nog niet over een instrumentarium om het leren en onderwijzen te evalueren. De school is wel voornemens om volgend schooljaar daarvoor een volgens de directeur voor het SBO geschikt instrument te gaan gebruiken, dat mede ontwikkeld is door het Seminarium voor orthopedagogiek. De verbeteractiviteiten van de school krijgen in voldoende mate vorm in een jaarplan dat duidelijk is en dat SMART is uitgewerkt. Daarbinnen zal echter meer aandacht moeten komen voor een goede evaluatie van de uitgevoerde verbeteractiviteiten. De borging van kwaliteit krijgt vooral gestalte in vastgelegd beleid, afspraken, roosters, modelformulieren en dergelijke. Daarnaast is er een aanpak om de aanwezige kwaliteit bij leraren te borgen met behulp van klassenconsultaties, die door de interne begeleiders worden uitgevoerd. Functioneringsgesprekken en gerichte scholing ondersteunen een en ander. Een nadrukkelijk aandachtspunt binnen de borging van kwaliteit vormt het bewaken van het beleid en leraren erop aanspreken als ze zich niet aan het afgesproken beleid houden. De school rapporteert maar beperkt over de gerealiseerde kwaliteit naar ouders in de schoolgids. Daarin wordt alleen iets aangegeven over de verbeteractiviteiten. De school wordt op dit punt ook gehinderd door het ontbreken van eigen evaluatiegegevens over de gerealiseerde kwaliteit. De geheel nieuwe indicatoren met betrekking tot het veiligheidsbeleid van de school beoordeelt de inspectie nog grotendeels als onvoldoende. De school ondervraagt leerlingen en personeel nog niet over hun veiligheidsbeleving. De school besteedt wel aandacht aan preventie van incidenten door het pestprotocol dat ze hanteert, door de regels en afspraken, door de startnotitie veiligheid en door een ontruimingsplan. Er is nog geen beleid vastgelegd over de wijze waarop incidenten worden afgehandeld.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek S.B.O. -school De Opstap - 22-5-2006
16
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school kent nog een aantal risico's. In beginsel volgt over twee jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In het komend jaar vindt een jaarlijks onderzoek plaats.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek S.B.O. -school De Opstap - 22-5-2006
17