Rapport online bevraging Kostenbeheersing en leerlingendossiers De Cel Ouderbetrokkenheid, netoverstijgende cel van de ouderkoepels december 2011
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Doelstelling .............................................................................................................................................. 4 Methodiek ............................................................................................................................................... 4 Steekproeftrekking .............................................................................................................................. 4 Methode .............................................................................................................................................. 4 Werkgroepen/ Terugkoppeling ........................................................................................................... 5 Respondenten ......................................................................................................................................... 5 Keuze scholen ...................................................................................................................................... 6 Keuze ouders ....................................................................................................................................... 7 Bereik................................................................................................................................................... 7 Resultaten online bevraging kostenbeheersing .................................................................................... 10 Conclusies en voorzichtige reflecties bij de bevraging rond kostenbeheersing in het secundair onderwijs ............................................................................................................................................... 28 Resultaten online bevraging leerlingendossier ..................................................................................... 31 Conclusies en voorzichtige reflecties bij de bevraging rond het leerlingendossier .............................. 61 Bijlagen .................................................................................................................................................. 64 Bijlage 1: Opmerkingen ivm vervoer ................................................................................................. 64 Bijlage 2: Opmerkingen ivm verplichte kosten.................................................................................. 69 Bijlage 3: Opmerkingen ivm niet-verplichte kosten .......................................................................... 71 Bijlage 4: Online bevraging ................................................................................................................ 73 Algemene vragen............................................................................................................................... 73 Vragen kostenbeheersing.................................................................................................................. 74 Vragen leerlingendossier ................................................................................................................... 80
2
Inleiding De ouderkoepels kregen de opdracht vanuit het Departement Onderwijs en Vorming om ouders te bevragen rond de kostenbeheersing in het secundair onderwijs en rond het leerlingendossier. Het onderzoek bestaat uit twee delen: enerzijds is er de onlinebevraging waarbij een grote groep ouders bevraagd is omtrent de twee thema’s. Anderzijds is er de specifieke bevraging van doelgroepouders via focusgroepen. In dit rapport wordt toelichting gegeven bij de onlinebevraging. Eerst wordt de doelstelling en de methodiek belicht. Hierna worden de respondenten met de boomstructuur en het bereik beschreven. In het vierde deel volgen de resultaten rond kostenbeheersing en in het vijfde onderdeel worden enkele reflecties rond kostenbeheersing gemaakt vanuit de ouderkoepels. Daarna komen de resultaten en de reflecties rond het leerlingendossier aan bod. Achteraan volgen de bijlagen. Het is belangrijk om te vermelden dat de onderzoeksresultaten met de nodige nuance moeten benaderd worden. Ondanks de grote inspanningen die geleverd zijn om representativiteit na te streven, blijkt uit de resultaten dat het onlineonderzoek – zoals frequent voorkomt in onderzoek – een ondervertegenwoordiging heeft naar bepaalde groepen. De resultaten weergegeven in dit rapport dienen dus samen gelezen te worden met de resultaten van de focusgroepen om correcte conclusies te kunnen trekken. Bovendien kan hier niet echt gesproken worden van een onderzoek dat voldoet aan alle wetenschappelijke vereisten. Hiervoor zijn verder doorgedreven statistische analyses nodig. We kunnen echter wel stellen dat we door het bevragen van meer dan duizend ouders een schat aan informatie hebben verzameld die een stevige basis kan betekenen voor visieontwikkeling en standpuntbepaling. We willen aangeven dat het volbrengen van deze taak maar mogelijk was dankzij de betrokkenheid en het engagement van verschillende actoren. Vooreerst zorgde de sterke samenwerking tussen de ouderkoepels er voor dat dit werk tot een goed einde is gebracht. De ouderkoepels moesten binnen de eigen werking én netoverstijgend afspraken maken en oplossingen zoeken om deze zeer tijdsintensieve opdracht succesvol te kunnen inpassen in de dagdagelijkse werking van de ouderkoepels. Hiernaast zorgde ook de intensieve samenwerking met de dossierbeheerders van het departement Onderwijs en Vorming en de regelmatige terugkoppeling met departement en kabinet ervoor dat de kwaliteit van de bevraging steeg. Tot slot willen we nog de scholen en de ouders bedanken. Het onderzoek was namelijk maar mogelijk door de bereidheid van de scholen en ouders om mee te werken. De scholen die meewerkten door ouders te selecteren verdienen hier een zeker een speciaal woordje van dank. We merkten namelijk meermaals dat dit niet evident is want dat scholen al veel vragen tot medewerking aan onderzoek binnen krijgen. Hiernaast is het voor ouders ook niet evident om deel te nemen aan een uitgebreid onlineonderzoek over het onderwijs dat toch geen rechtstreekse gevolgen heeft voor de schoolcarrière van hun eigen kind. Uit de bevraging (en dan vooral uit de congruentie tussen de antwoorden) blijkt dat de ouders de bevraging bovendien erg grondig en coherent hebben ingevuld. Een extra bedanking naar de ouders toe is dus zeker op zijn plaats!
3
Doelstelling Het doel van het onderzoek is te achterhalen wat de mening van ouders is over 2 thema’s namelijk kostenbeheersing op school en het leerlingendossier.
Methodiek Steekproeftrekking Er werd gekozen voor een steekproeftrekking. Op die manier worden scholen/ouders geselecteerd om deel te nemen aan de bevraging en hebben we de gevraagde afspiegeling van de samenleving onder controle. Deze werkwijze geeft eveneens de mogelijkheid om op basis van de antwoorden zinvolle conclusies te trekken omtrent de bevraagde onderwerpen. Via de boomstructuur (zie verder) werd gezocht naar een zo accuraat mogelijk beeld van de samenleving.
Methode Er werd gekozen om de bevraging online te laten plaatsvinden. Hierbij werd gebruik gemaakt van Limesurvey.
Na vergelijkend onderzoek tussen verschillende open source software bleek dat Limesurvey de beste keuze was. Limesurvey krijgt niet enkel positieve evaluaties in de ruimere onderzoekswereld, het is bovendien een gratis tool. Een medewerker investeerde grondig in het hanteren van deze software en enkele medewerkers screenden of het instrument bruikbaar was voor onze bevraging. LimeSurvey organiseert vragen door te werken met vragengroepen. Hierbinnen wordt het formaat bepaald. Er zijn 3 verschillende wijzen om vragen te presenteren. Allemaal op 1 pagina, 1 vraag per pagina, alle vragen per groep op 1 pagina. Binnen onze enquête hebben wij voor deze laatste optie gekozen omdat dit de overzichtelijkheid van de bevraging ten goede komt. Het is mogelijk om de respondent toelating te geven om de gedeeltelijk ingevulde enquête te bewaren zodat hij/zij deze op een later tijdstip kan verderzetten. We hebben uiteindelijk geopteerd om dit in onze vragenlijst te activeren rekening houdend met het feit dat de respondent immers nogmaals de moeite moet doen om de enquête terug verder te zetten. Dit heeft er inderdaad wel voor gezorgd dat sommige enquêtes niet volledig zijn ingevuld. De pagina's van een enquête kunnen getoond worden met een "Vorige" knop. Hiermee kan een respondent altijd nog terug navigeren naar een vraag die reeds ingevuld werd en deze alsnog veranderen. Natuurlijk, eens de enquête volledig ingevuld is en doorgestuurd kan er niets meer veranderd worden. Er zijn verschillende manieren om respondenten toegang te verlenen tot een actieve enquête. Limesurvey kan werken met publieke toegang of toegang met tokens. Bij publieke toegang zonder tokens kan iedereen die de link heeft de enquête invullen. Indien de toegang beperkt moet worden kunnen tokens gebruikt worden. De respondenten moeten dan met hun e-mail adres geregistreerd zijn voor de enquête. Limesurvey kan dan voor elke respondent een uniek token genereren. Wanneer de respondenten een uitnodiging gestuurd 4
wordt krijgen ze de link met het token en kunnen zo de enquête invullen. We hebben bewust gekozen voor een publieke toegang met een unieke code die door de scholen (steekproefsgewijs gekozen) aan de deelnemers verstrekt werd. Er werd niet gekozen voor de toegang met tokens omdat er dan met e-mailadressen moest gewerkt worden. Dit ligt niet alleen moeilijk in verband met de wet op de privacy maar vooral de hoge drempel en de omslachtigheid leken ons een reden om deze manier niet te gebruiken. De gevoeligheid binnen de onderwijskoepels omtrent het verstrekken van persoonlijke gegevens lag mede aan de basis van deze beslissing. Aangezien de enquête centraal gestuurd werd, is er overeengekomen dat de verschillende ouderkoepels op basis van de boomstructuur zelf hun scholen kozen en op basis van een aantal gegevens (GOK indicatie, landelijk of stedelijk, onderwijsvorm,..) een unieke code per school maakten. Op die manier weten de koepels wel welke scholen er deelnamen maar bleef deze informatie binnen hun organisatie. In de bevraging werd eveneens een codemogelijkheid voorzien voor zij die ‘toevallig’ op de website kwamen maar geen code van de school gekregen hadden. Er was een code voorzien voor de lagere school namelijk 999LXX en 999SXX als je kind in het secundair onderwijs zit.
Werkgroepen/ Terugkoppeling Vanuit het departement Onderwijs werd de vraag gesteld om een bevraging te maken rond de thema’s kostenbeheersing en het thema leerlingendossier. Om efficiënt te werken werd er geopteerd om in eerste instantie te werken met drie werkgroepen. Er was een werkgroep vormgeving die in stond voor het opstellen van de methode (zie hierboven) en het verzamelen en het standaardiseren van de vragen conform de gekozen methode. Een tweede werkgroep boog zich over kostenbeheersing terwijl de derde doorstroom van informatie voor zijn rekening nam. Iedere werkgroep stelde vragen op voor het hen toegewezen onderwerp. Aan iedere werkgroep werd een dossierbeheerder van het departement toegewezen zodat de terugkoppeling naar het departement snel en vlot kon worden gerealiseerd. Vanuit de werkgroep vormgeving werd de inhoud van de vragen getoetst aan de vorm die noodzakelijk was om in de bevraging gebruikt te worden. De werkgroep vormgeving heeft ook de bevraging online gefinaliseerd gekoppeld aan een korte testfase. Vragen die door de werkgroep vormgeving aangepast waren aan de vorm werden dan nog eens te controle voorgelegd aan de diverse werkgroepen en de dossierbeheerders. Van zodra alle partners akkoord waren is de bevraging online geplaatst.
Respondenten De respondenten van de bevraging zijn ouders met kinderen in het basisonderwijs (voor het onderdeel leerlingendossier) en ouders met kinderen in het secundair onderwijs (voor het onderdeel leerlingendossier en kostenbeheersing). Om ervoor te zorgen dat de respondenten een zo representatief mogelijk staal zijn van de gehele populatie van ouders in Vlaanderen, werd ervoor gekozen om te werken met een steekproef van 5
scholen. De ouderkoepels beschikken namelijk niet over de contactgegevens van alle ouders en zouden door het enkel aanspreken van hun contactpersonen een vertekend beeld verkrijgen. Het werken via scholen geeft ook als voordeel dat bepaalde indicatoren mee in rekening kunnen worden gebracht voor de selectie van ouders (zie verder). Per geselecteerde school werd gevraagd om 10 ouders te selecteren om de bevraging in te vullen.
Keuze scholen Op basis van rekenmodules die binnen de wetenschappelijke wereld gehanteerd worden en in overleg met het departement werd besloten om 120 scholen basisonderwijs en 120 scholen secundair onderwijs te selecteren. De scholen worden geselecteerd op basis van een boomstructuur (zie hieronder) waarin volgende indicatoren worden opgenomen: de onderwijsnetten, de ligging van de school en het GOKpercentage. Om een maximale afspiegeling van de samenleving te krijgen werd bij de uiteindelijke selectie van scholen nog rekening houden met enkele extra kenmerken. Zo werden voor de basisscholen ook autonome kleuterscholen mee opgenomen in het bestand en wordt ook gekozen voor een spreiding over Vlaanderen. Voor de scholen voor secundair onderwijs zijn er in de totale steekproef een aantal autonome middenscholen opgenomen en werd tevens gezorgd voor een diversiteit aan onderwijsvormen en een spreiding over Vlaanderen van de gekozen scholen. Elke ouderkoepel koos het gevraagde aantal scholen uit van de eigen onderwijskoepel op basis van bovenstaande criteria.
Boomstructuur voor het basisonderwijs met het aantal scholen per kenmerk
6
Boomstructuur voor het secundair onderwijs met het aantal scholen per kenmerk
Keuze ouders De geselecteerde scholen en de hieraan verbonden ouderwerkingen werden gecontacteerd om 10 ouders aan te spreken om de bevraging in te vullen. In eerste instantie gebeurde dat via een brief naar scholen en ouderwerkingen waarin het opzet van het onderzoek uit de doeken werd gedaan. De scholen en ouderwerkingen kregen de boodschap mee geselecteerd te zijn om mee te weken aan het onderzoek en kregen daarbij ook hun unieke login. Er werd tevens gevraagd aan de voorzitters van de ouderwerking en de directeurs om een representatieve groep van ouders na te streven in hun keuze. Naast deze brief, kregen de scholen en ouderwerkingen ook een (gepersonaliseerde) e-mail met de informatie.
Bereik De ouders hadden 3 weken om de bevraging online in te vullen. In de praktijk werd daar nog 1 week extra aan toegevoegd. In de periode dat de ouders de bevraging konden invullen werd de respons zeer nauwkeurig opgevolgd. Door middel van de unieke login die elke school kreeg konden de ouderkoepels namelijk goed opvolgen in welke scholen de bevraging nog niet was ingevuld. De meeste scholen werden ook meermaals telefonisch gecontacteerd: één keer in de beginfase om de bevraging te kaderen en medewerking te verkrijgen. Een tweede keer werd een telefoonronde gehouden om de scholen en ouderwerkingen te herinneren aan de bevraging (op basis van de opvolging via de unieke logins). Er werd ook meermaals voorgesteld dat medewerkers van de ouderkoepels ter plaatse konden komen om de bevraging van de ouders mee te begeleiden. Deze opvolging via e-mail, telefoon en persoonlijke contacten was zeer tijdsintensief maar wel essentieel. Tijdens de contacten bleek bijvoorbeeld dat er niet altijd bereidheid was tot medewerking vanuit de scholen en de ouderwerkingen aangezien scholen al aan veel onderzoeken moeten deelnemen.
7
In totaal vulden 1039 ouders de bevraging in, waaronder 416 ouders met kinderen in het secundair onderwijs en 623 ouders met kinderen in het basisonderwijs. Dit aantal dient aangevuld te worden met de ouders die via de focusgroepen bevraagd zijn. De focusgroepen handelden over dezelfde thema’s, maar waren georganiseerd omdat er een vermoeden was dat vooral ‘de modale ouder’ aan bod zou komen in de online-bevraging en minder de doelgroepouders. Uit de online-bevraging blijkt dat dit effectief het geval is: ouders met kinderen in het bso zijn ondervertegenwoordigd. Ook ouders uit scholen met een hoog GOK-percentage zijn ondervertegenwoordigd. De groep ouders uit scholen met een hoog GOK-percentage is overigens te klein om afzonderlijk uitspraken over te doen. In de analyses worden scholen met en hoog GOKpercentage samen genomen met scholen met een midden GOK-percentage. Vergelijking Hoog GOK/Midden GOK/ Laag GOK 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00
Hoog GOK
Midden GOK
Laag GOK
Basisonderwijs
6,74
27,12
66,14
Secundair onderwijs
10,66
26,07
63,27
Naar de verhouding landelijk en stedelijk zien we dat de er ongeveer evenveel ouders uit scholen van een landelijke context de bevraging hebben ingevuld als ouders uit scholen van een stedelijke context.
Vergelijking Stedelijk/landelijk 100,00 80,00 60,00 40,00 20,00 0,00
Stedelijk
Landelijk
Basisonderwijs
49,53
50,47
Secundair onderwijs
51,06
48,94
Verder blijkt ook dat er merkelijk meer ouders met kinderen in het basisonderwijs de bevraging hebben ingevuld dan ouders met kinderen in het secundair onderwijs. Dat strookt met de realiteit waar het vaak moeilijker is om ouders met kinderen in het secundair onderwijs te bereiken. Het feit dat vooral ‘de modale ouder’ bereikt is in de bevraging, heeft er zeker mee te maken dat de contacten via de scholen en de ouderwerkingen gelopen zijn, aangezien dit de prioritaire doelgroep 8
van de ouderkoepels is. De ouderkoepels hebben geen impact gehad op de ouders die geselecteerd zijn binnen de scholen, dit dienden de ouderkoepels over te laten aan de vrijheid en privacy van de scholen.
9
Resultaten online bevraging kostenbeheersing In dit rapport vindt u per vraag de antwoorden die ouders gegeven hebben op de online bevraging rond kostenbeheersing in het secundair onderwijs en leerlingendossier. We hebben de resultaten zowel tekstueel als in grafiekvorm weergegeven. Naast deze analyse per vraag, hebben we door middel van een eerste vergelijking ook gekeken of er een onderscheid in de antwoorden is tussen hoog en midden/laag GOK-percentage, stedelijk/landelijk gebied en basisonderwijs/secundair onderwijs. Waar er verschillen zijn, hebben we deze ook vermeld bij de desbetreffende vraag. We willen hierbij wel opmerken dat het om een eerste vergelijking gaat. Om hier echte uitspraken over te doen, zijn wetenschappelijke analyses nodig. 1. Geef het aantal schoolgaande kinderen per onderwijsniveau aan binnen jouw gezin. De respondenten hebben gemiddeld: -
0,04 kinderen in het kleuteronderwijs 0,28 kinderen in het basisonderwijs 0,50 kinderen in de middenschool 1,04 kinderen in de 4 laatste jaren van het secundair onderwijs 0,30 kinderen in het hoger onderwijs (Hogeschool + Universiteit)
1,20
Gemiddeld aantal schoolgaande kinderen binnen het gezin 1,04
1,00 0,80 0,60
0,50
0,40
0,28
0,30
0,20 0,04 0,00 Geef het aantal schoolgaande kinderen per onderwijsniveau aan binnen jouw gezin. Kleuteronderwijs Lager onderwijs Middenschool (eerste twee jaren van het secundair onderwijs Secundair onderwijs (vier laatste jaren van het secundair onderwijs) [Hoger onderwijs (universiteit, hogeschool)
10
2. Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van jouw mening, vragen wij om alle volgende vragen toe te passen op één kind binnen het gezin. Je kreeg van de secundaire school van jouw kind(eren) de vraag om deze vragenlijst in te vullen. Als je maar één kind hebt dat naar het basisonderwijs gaat, vul dan de bevraging in voor dat kind. Enkel als je meerdere kinderen in het secundair onderwijs hebt, kan je kiezen uit deze kinderen. Als je zelf geboren bent in een even maand, duid dan het jongste kind aan. Als je zelf geboren bent in een oneven maand, duid dan het oudste kind aan. Deze vraag zat in de bevraging om een grotere diversiteit in leeftijd te verkrijgen. Uit de bevraging blijkt dat deze methode goed gelukt is. In 49% van de gevallen werden de resultaten verkregen aan de hand van de schoolervaringen van het jongste kind. De overige 51% van de resultaten gaan over de oudste kinderen van het gezin. Ik vul deze bevraging in voor : het jongste kind (jong) het oudste kind (oud)
49% 51%
3. Kies één van de onderstaande mogelijkheden (woonsituatie van het kind) - Bij beide ouders: 79% - In een nieuw samengesteld gezin: 6% - In een eenoudergezin: 12% - Geen antwoord: 3% Het overgrote deel van kinderen woont bij beide ouders. Dit % ligt hoger dan het Vlaamse gemiddelde. Deze gegevens stroken niet helemaal met de maatschappelijke realiteit. De wetenschap dat ca 1 op de 3 huwelijken uitmondt in een echtscheiding, maakt dat heel wat kinderen leven in andere samenlevingsvormen dan het kerngezin. Onderzoek wijst uit dat ca 74 procent van de kinderen met gescheiden ouders bij de moeder woont, 6 procent bij vader en 20 procent bij allebei (coouderschap). Iets meer dan de helft van de kinderen met gescheiden ouders woont in het nieuwe gezin ook met een stiefouder. Het aantal kinderen dat bij beide ouders woont ligt in feite lager dan de vaststelling in het onderzoek. De oorzaak waarom er volgens onze gegevens meer kinderen bij beide ouders zouden leven dan in de realiteit is, is onder meer te zoeken in de perceptie van co-ouderschap. In deze optie 11
leeft het kind immers werkelijk, maar alternerend, bij één van beide ouders volgens een afgesproken tijdsschema. Deze antwoordmogelijkheid was niet voorzien. Mijn kind ... 0% 6%
3%
woont bij beide ouders (alg01) woont in een nieuw samengesteld gezin (alg02)
12%
woont in een eenoudergezin (alg03)
79%
Anders Geen antwoord
4. In welke onderwijsvorm zit het kind waarvoor je deze bevraging invult? De meerderheid van de kinderen zitten in het aso. Uit de opmerkingen van de ouders merken we dat het om een verscheidenheid van richtingen gaat . Zoals bijvoorbeeld Latijn, humane wetenschappen, wetenschappen-sport, Grieks-wiskunde, economie-talen… Wat de overige onderwijsvormen betreft, merken we ook een grote diversiteit, namelijk verzorging, nijverheidstechnieken, woordkunstdrama, hout, automechanica, hotel… Als we naar de procentuele verdeling van het aantal leerlingen in het SO in Vlaanderen kijken (20092010), merken we dezelfde tendens. De meeste leerlingen zitten in het aso, dan tso, bso en het minst in kso. Toch merken we uit de bevraging dat weinig ouders met kinderen in het bso de bevraging hebben ingevuld. Hierdoor ligt het percentage onder de procentuele verdeling van Vlaanderen. Uit een eerste vergelijking blijkt dat de groep aso in stedelijk gebied verhoudingsgewijs kleiner is dan in landelijk gebied. De groepen tso, bso en kso zijn dan weer iets groter in stedelijk gebied dan in landelijk gebied. Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk. Echte uitspraken over de representativiteit van de steekproef kunnen dus niet gedaan worden.
4%
0%
In welke onderwijsvorm zit het kind waarvoor je deze bevraging invult? aso (ASO)
1% 0% 5%
tso (TSO) bso (BSO)
16%
kso (KSO) 74%
buso (buitengewoon secundair onderwijs) (BUSO)
12
Procentuele verdeling aantal leerlingen in het secundair onderwijs schooljaar 2009-2010 op basis van gegevens uit Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs - schooljaar 2009-2010 35,00 30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00
Reeks1
Onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers
1ste graad
Algemeen secundair onderwijs
Technisch secundair onderwijs
Kunstsecundair onderwijs
Beroepssecunda ir onderwijs
0,57
31,83
26,95
21,51
1,44
17,70
5. Heb je van de school informatie gekregen over de verplichte studiekosten? 90% van de ouders heeft informatie gekregen over de verplichte studiekosten. De realiteit wijst uit dat de informatie gegeven wordt in het begin van het schooljaar (45%). Uit de bevraging blijkt ook dat een kleine 10% van de ouders geen informatie krijgen of hier niets van weten. Uit een eerste vergelijking lijkt het in landelijk gelegen scholen vaker voor te komen dat ouders vooraf geen overzicht krijgen van de verschillende studiekosten. Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk. Heb je van de school informatie gekregen over de verplichte studiekosten? 0% 5% 4%
1% 20%
Ja, in de periode voor de inschrijving Ja, bij de inschrijving zelf
45%
25% Ja, in het begin van het schooljaar
13
6. Op welke manier(en) heb je informatie gekregen over de verplichte studiekosten? Uit de bevraging blijkt dat de informatie vooral per brief wordt gegeven en in mindere mate via het schoolreglement of in een gesprek. Toch komt hier ook naar voor dat 5% van de ouders geen informatie hebben gekregen. Op welke manier(en) heb je informatie gekregen over de verplichte studiekosten? In een gesprek 5%
5%
15%
0%
Telefonisch Per brief
23%
Per e-mail In het schoolreglement
4% 48%
Andere
7. Hoe tevreden ben je over de manier waarop informatie wordt overgebracht? 90% van de ouders zijn eerder wel en zeker wel tevreden over de manier waarop de informatie wordt overgebracht. Hoe tevreden ben je over de manier waarop de informatie wordt overgebracht? 0%
1% 2% 7%
helemaal niet eerder niet
38%
eerder wel zeker wel 52%
Anders Geen antwoord
8. Krijg je vooraf een overzicht van de verschillende studiekosten? Slechts iets meer dan de helft heeft vooraf een overzicht gekregen van de verschillende studiekosten. Opmerkelijk blijkt uit de bevraging dat ongeveer 41% geen informatie hebben gekregen of er niets van af weten. 14
Uit een eerste vergelijking lijkt dat in de scholen met een midden tot hoog GOK-percentage vaker een overzicht van de studiekosten vooraf wordt gegeven. Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk.
Krijg je vooraf een overzicht van de verschillende studiekosten?
11%
0% 1%
Ja Nee
30%
58%
Ik weet het niet Anders
9. Krijg je achteraf via de schoolrekening een overzicht van de studiekosten? Bijna 80% van de ouders krijgt achteraf een overzicht. Het is opmerkelijk dat bijna 20% ofwel achteraf helemaal geen informatie hebben gekregen of hier niets van weten. We houden wel rekening met het feit dat deze ouders de informatie eventueel vooraf hebben ontvangen en er hierdoor achteraf geen overzicht meer op de factuur wordt gezet.
Krijg je achteraf via de schoolrekening een overzicht van de studiekosten? 0%
1%
8%
Ja Nee
12%
79%
Ik weet het niet Anders
15
10. Vragen in verband met de detail van de studiekosten (de kosten zijn gedetailleerd, duidelijk en overzichtelijk weergegeven) Het merendeel van de ouders (80%) vindt dat de studiekosten gedetailleerd, duidelijk en overzichtelijk worden weergegeven. Vragen in verband met de detail van de studiekosten [De kosten zijn gedetailleerd weergegeven] 6%
Ja
6%
8%
Vragen in verband met de detail van de studiekosten [De kosten zijn duidelijk en overzichtelijk weergegeven] 5%
Nee
Ja 8% Nee
8%
Weet niet
80%
Weet niet 79%
Geen antwoord
Geen antwoord
11. Bespreken de leerkrachten vooraf met je kind het maken van onkosten voor opdrachten?(bijv. afspraken over zwart-wit of kleurkopieën, tips om kosten te bespreken…) Slechts 6% van de ouders beantwoordde deze vraag met ‘ja, altijd’. De antwoorden ‘soms’ (32%) en ‘nee’ (30%) zijn gelijkmatig verdeeld. 31% van de ouders antwoordde ‘ik weet het niet’. Daaruit blijkt dat dit een item is waarvan ouders niet altijd op de hoogte zijn. We denken dat dit een realistisch beeld schept en dat we hieruit mogen besluiten dat het leerkrachtafhankelijk is. Bespreken de leerkrachten vooraf met je kind het maken van onkosten voor opdrachten? (bijv. afspraken over zwart-wit of kleurkopies, tips om kosten te beperken, …) 0% 1%
Ja, altijd
6% 31% 32%
Soms , afhankelijk van de leerkracht Nee, nooit
30%
Ik weet het niet
12. Wat is de maandelijkse kostprijs voor het vervoer naar school? Bijna de helft van de ouders geeft aan dat er maandelijks bijna geen vervoerskosten zijn. Uit de opmerkingen blijkt dat de meeste kinderen zich verplaatsen met de fiets, te voet, carpooling, bus in
16
Hasselt is gratis... Toch vergeten de meeste ouders de aankoop/herstellingen van de fiets te rekenen en brengen ze eigen autokosten niet in rekening. Waar de maandelijkse kosten hoger liggen (€21 tot €100), verplaatsen de meeste kinderen zich door gebruik te maken van een Buzzypass. Vaak neemt de gemeente een deel van de kosten op zich. Ook wordt er gebruik gemaakt van een abonnement. Er was één ouder die aanhaalde dat de kosten voor een fiets ook hoger kunnen oplopen. Een klein aantal ouders maakt per maand meer dan €100 vervoerskosten. (zie bijlage 1) Wat is de maandelijkse kostprijs voor het vervoer naar school? 3%
1%
0% 0% 0 euro
5%
1-20 euro 21-50 euro
15% 45%
51-100 euro 101-200 euro hoger dan 200 euro
31%
ik weet het niet Geen antwoord
13. Wat is de maandelijkse kostprijs voor het vervoer naar de stageplaats? Meestal werd hierop ‘niet van toepassing’ geantwoord aangezien de bevraging grotendeels (74%) is ingevuld door ouders met kinderen in het aso die geen stage lopen. We kunnen dus geen uitspraak doen over de kosten die ouders maken met kinderen die stage lopen.
Wat is de maandelijkse kostprijs voor het vervoer naar de stageplaats? 0 euro 1-20 euro
18%
2%
21-50 euro
0%
51-100 euro
0% 1%
101-200 euro hoger dan 200 euro
0%
Ik weet het niet
78% 1%
Niet van toepassing: mijn kind doet geen stage
17
14. Is uw keuze van het vervoermiddel beïnvloed door de kostprijs van het vervoer? 85% heeft zich niet laten beïnvloeden bij hun keuze van vervoermiddel door de kostprijs hiervan. Is uw keuze van vervoermiddel beïnvloed door de kostprijs van het vervoer? 0% 8%
0%
helemaal niet
7% eerder niet
17% eerder wel 68% zeker wel
15. Is jouw schoolkeuze beïnvloed door de kostprijs van het vervoer? Het is opmerkelijk dat de schoolkeuze niet beïnvloed wordt door de kostprijs van het vervoer. Dat zal zeker ten goede komen aan het welbevinden van de leerlingen. Is jouw schoolkeuze beïnvloed door de kostprijs van het vervoer? 5%
0%
0%
9%
helemaal niet eerder niet eerder wel
86% zeker wel
16. Hoeveel verwacht je dit schooljaar uit te geven aan verplichte studiekosten? Een heel klein percentage (4%) geeft aan minder dan € 150 uit te geven. Daarna is het opmerkelijk dat 32% van de ouders tussen de € 151 en € 300 uitgeeft. 26% geeft tussen de € 301 en € 450 uit en 18% geeft tussen de € 451 en € 600 uit. Ruim 10% van de ouders geeft meer uit dan € 601 voor de VERPLICHTE studiekosten PER KIND in het secundair onderwijs. Het is opmerkelijk dat er volgens een eerste vergelijking geen verschillen lijken te zijn naar verplichte studiekosten tussen scholen in stedelijk en scholen in landelijk gebied. In de verplichte studiekosten zitten namelijk ook de verplichte schooluitstappen, met daaraan verbonden de vaak hoge
18
vervoerskosten (zeker voor scholen in een landelijke omgeving). Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk. (zie bijlage 2: opmerkingen i.v.m. verplichte kosten) Hoeveel verwacht je dit schooljaar uit te geven aan verplichte studiekosten? 1% 0% 1%
0%
9%
0-150 euro
4%
151-300 euro
3%
301-450 euro
2%
451-600 euro
4%
32%
601-750 euro 751-900 euro 901-1050 euro
18%
1051-1200 euro 1201-1350 euro 1351-1500 euro 26%
meer dan 1500 euro Ik weet het niet
17. Rangschikking van de verplichte kosten 1 2 3 4 5
Schoolboeken Verplichte schooluitstappen Kopieer/afprintkosten Vervoerskosten Tuin/werkkledij
De hoge kost van schoolboeken kan gerelateerd worden aan de uitgeverijen en de ‘technische snufjes’ die bij de schoolboeken horen. Uit de rankschikking blijkt dat verplichte schooluitstappen ook een grote kost vormen en een zelfs bijna even grote kost zijn als schoolboeken. Naast de schoolboeken gaat er ook veel geld naar kopieer-/afprintkosten. Tuin- en werkkledij staat op de laatste plaats, maar dit is allicht doordat de meeste bevragingen zijn ingevuld door ouders met kinderen in het aso die hier dus geen kosten aan hebben.
19
18. Wegen de verplichte studiekosten door op de gezinsbudget? Slechts 25% van de ouders zegt dat de studiekosten helemaal niet wegen op het gezinsbudget maar daar tegenover staat 35% ouders die zegt dat de verplichte studiekosten wel wegen op het gezinsbudget. Hierbij willen we ook opmerken dat het over een gevoelige vraag gaat waarbij het moeilijk voor ouders is om hierop met ‘wel’ te beantwoorden. Wegen de verplichte studiekosten door op het gezinsbudget? 0% 0% Helemaal niet
6%
eerder niet
25% 29%
eerder wel zeker wel Anders
40%
Geen antwoord
19. Hebben de verwachte studiekosten een invloed gehad op de keuze van de studierichting? Zowel uit de bevraging als uit de focusgroepen blijkt dat studiekosten bijna geen invloed hebben op de keuze van de studierichting. Ouders vinden het belangrijker dat kinderen/jongeren een studierichting graag doen. De kinderen van de ouders die deze bevraging hebben ingevuld, zijn reeds in de school ingeschreven, waardoor deze ouders geen schoolkeuze meer moeten maken. Hebben de verwachte studiekosten een invloed gehad op de keuze van de studierichting? 1%
0% 0%
0% Helemaal niet
10%
Eerder niet Eerder wel Zeker wel
89%
Anders Geen antwoord
20. Hoeveel verwacht je dit schooljaar uit te geven aan niet-verplichte studiekosten? 31% geeft aan minder dan € 150 uit te geven. Daarna is het opmerkelijk dat 25% van de ouders tussen de € 151 en € 300 uitgeeft. 13% geeft tussen de € 301 en € 450 uit. 19% van de ouders geeft meer uit dan € 450 voor de NIET-VERPLICHTE studiekosten PER KIND in het secundair onderwijs. (zie bijlage 3: opmerkingen i.v.m. niet-verplichte kosten) 20
De uitgaven voor de niet verplichte studiekosten lijken volgens een eerste vergelijking lager te liggen bij GOK hoog/midden. Dit wijst erop dat scholen met een hoog GOK-percentage en midden GOKpercentage meer inspanningen doen om de kosten te beperken. Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk. Hoeveel verwacht je dit schooljaar uit te geven aan nietverplichte studiekosten ? 1% 0%
0-150 euro
1%
151-300 euro
12%
1%
301-450 euro
2% 31%
3%
451-600 euro 601-750 euro
3%
751-900 euro 901-1050 euro
8%
1051-1200 euro 1201-1350 euro 13%
1351-1500 euro 25%
meer dan 1500 euro Ik weet het niet
21. Rangschikking van de niet- verplichte kosten 1 2 3 4 5
Schoolbenodigdheden (boekentas, kaftpapier…) Leefkosten op school (eten en drinken…) ICT-kosten (computer, internetaansluiting, software…) Meerdaagse reizen Media (tijdschriften, kranten…)
Het is opmerkelijk dat ouders veel kosten hebben aan schoolbenodigdheden. De hoge kostprijs is mogelijk deels te verklaren door groepsdruk (merk van boekentas, nieuwe tendensen in de multimedia, rekenmachines,...), erbij willen horen, … Uit de bevraging blijkt dat ICT-kosten ook aanwezig zijn. Uit de focusgroepen bleek dat alternatieve oplossingen (bib, school…) omwille van praktische redenen (te laat thuis, geen vrije plaats…) niet gebruikt worden. Wat opmerkelijk is, is dat ouders aangeven dat ze meer geld uitgeven aan de leefkosten op school dan aan de meerdaagse reizen. Bij schoolbenodigdheden, ICT en media ligt de keuze nog gedeeltelijk bij de ouders (merk boekentas, keuze provider, abonnement of wekelijks…). Bij leefkosten op school en meerdaagse reizen ligt de beslissing volledig bij de school. 21
22. Wegen de niet-verplichte studiekosten door op het gezinsbudget? Slechts 32% van de ouders zeggen dat de niet –verplichte studiekosten helemaal niet wegen op het gezinsbudget maar daar tegenover staat 31% ouders die zeggen dat de verplichte studiekosten wel wegen op het gezinsbudget. Hierbij willen we ook opmerken dat het over een gevoelige vraag gaat waarbij het moeilijk is voor ouders om hierop met ‘wel’ te antwoorden. Het is opmerkelijk dat het volgens een eerste vergelijking lijkt dat in scholen met een hoog/midden GOK-percentage de schoolkosten minder doorwegen op het budget dan in scholen met een laag GOK-percentage. Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk. Er zijn verschillende mogelijke verklaringen te vinden voor dit verschil tussen scholen met hoog/midden GOK-percentage en andere scholen. De meest voor de hand liggende verklaring is dat de scholen met hoog/midden GOK-percentage meer inspanningen doen om de kosten zo laag mogelijk te houden. Hiernaast is het echter ook mogelijk dat de sociale druk in scholen met laag GOK-percentage groter is of dat de ouders uit de scholen met hoog/midden GOK-percentage die de bevraging hebben ingevuld niet representatief zijn voor het ouderpubliek van die scholen. Wegen de niet-verplichte studiekosten door op het gezinsbudget? 6%
0% 0%
Helemaal niet Eerder niet
32%
25%
Eerder wel Zeker wel Anders
37%
Geen antwoord
23. Vraagt de school een vrijwillige financiële bijdrage van de ouders voor de schoolwerking? 77% van de ouders zegt dat er geen vrijwillige financiële bijdrage van de ouders wordt gevraagd maar er zijn ook 14% ouders die het niet weten. Uit de focusgroepen blijkt dat sommige scholen het gewoon bij op de rekening zetten zonder dat ouders hiervan op de hoogte waren dat het over een vrijwillige bijdrage gaat. Vraagt de school een vrijwillige financiële bijdrage van de ouders voor de schoolwerking? 14% 0% 9% Ja Nee Ik weet het niet
77%
Geen antwoord
22
24. Vraagt de school een vrijwillige financiële bijdrage van de ouderwerking en/of vriendenkring voor de school? Bij 32% vraagt de school een vrijwillige financiële bijdrage van de ouderwerking en/of vriendenkring voor de school. Bij 52% gebeurt dit niet maar toch merken we dat 16% van de ouders het niet weten. In scholen met een hoog/midden GOK-percentage wordt er volgens een eerste vergelijking minder om een vrijwillige financiële bijdrage voor de ouderwerking gevraagd. Ook geldinzamelacties voor schoolprojecten komt opmerkelijk minder voor in scholen met een hoog/midden GOK-percentage. Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk. Vraagt de school een vrijwillige financiële bijdrage van de ouderwerking en/of vriendenkring voor de school? 0% 16%
ja
32%
nee Ik weet het niet
52%
Geen antwoord
25. Worden er activiteiten georganiseerd om geld in te zamelen? Zowel voor schoolprojecten als voor goede doelen worden er activiteiten georganiseerd om geld in te zamelen. Ouders weten duidelijk waar het geld naartoe gaat. Volgens een eerste vergelijking wordt er in scholen in landelijk gebied meer geld ingezameld voor schoolprojecten. Daartegenover staat dat scholen in stedelijk gebied meer geld inzamelen voor goede doelen. Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk. Worden er activiteiten georganiseerd om geld in te zamelen? (meerdere antwoorden mogelijk) 2% Voor schoolprojecten
5%
Voor goede doelen 48% 45%
Er wordt helemaal niks georganiseerd Ik weet het niet
23
26. Weet je of de school inspanningen doet om de studiekosten te beperken? We gaan ervan uit dat de ouders deze vraag hebben geïnterpreteerd als ‘doet de school inspanningen om de studiekosten te beperken of niet’. 62% van de ouders antwoordt ‘ja’, wat een positief signaal is! Het is opmerkelijk dat 31% van de ouders niet weet of er iets aan de studiekosten wordt gedaan om deze te beperken wat toch nog 1/3 van de bevraagde ouders is. Weet je of de school inspanningen doet om de studiekosten te beperken? 0% Ja
31%
Nee
62%
Ik weet het niet Geen antwoord
7%
27. Is jouw mening gevraagd over de beperking van de studiekosten? Slechts 3% van de ouders geeft aan hierover bevraagd te zijn en 54% geeft aan dat hun mening hieromtrent niet bevraagd is. Een logische verklaring kan zijn dat het praktisch moeilijk haalbaar is om alle ouders hierover te bevragen, zeker in het secundair onderwijs. Iets meer dan 27% van de ouders zijn hierover bevraagd omdat ze in een ouderraad/schoolraad zitten. Het aantal ouders in een ouderraad/schoolraad is in realiteit niet zo hoog, maar dit vertekend resultaat komt waarschijnlijk doordat onze bevraging via het kanaal ouderraad/schoolraad gelopen is. Als ouderkoepel hebben we namelijk het meest contact met ouderraden/schoolraden en minder met individuele ouders. Is jouw mening gevraagd over de beperking van de studiekosten? 0% 3% Ja, alle ouders zijn hierover bevraagd
16%
Ja, dit is mij gevraagd omdat ik in de ouderraad zit
21%
Ja, dit is mij gevraagd omdat ik in de schoolraad zit
6%
Nee, mijn mening werd op geen enkele manier gevraagd Ik weet het niet
54%
Geen antwoord
24
28. Is het mogelijk de betaling van de schoolrekening te spreiden? Op welke manier moet je de schoolrekening betalen? Algemene opmerking: Het is opmerkelijk dat er tussen de antwoorden van beide vragen een groot verschil is. Dit komt allicht doordat ouders de eerste vraag interpreteren als de mogelijkheid om de rekeningen in stukjes te kunnen betalen en de tweede vraag als het aantal rekeningen dat ze per schooljaar krijgen. In merendeel van de scholen (70%) is het mogelijk om de betaling van de schoolrekening te spreiden. In 25% van de gevallen gebeurt het automatisch voor iedereen en 45% van de ouders geeft aan dat het kan ‘op vraag’. 28% van de ouders geeft aan dat ze niet weten of het mogelijk is om de schoolrekening te spreiden. Uit een eerste vergelijking lijkt dat in scholen met een hoog of midden GOK-percentage meer dan in andere scholen de betaling kan gespreid worden ‘op vraag’. Maar in scholen met een laag GOKpercentage komt gespreide betaling voor iedereen meer voor dan in scholen met een hoog en midden GOK-percentage. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de ‘cultuur’ die heerst in scholen met een hoog of midden GOK-percentage betreffende de betalingen van rekeningen. Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk. Verder blijkt ook uit de eerste vergelijking dat in stedelijke contexten meer op aanvraag gespreid betaald kan worden en dat in scholen in landelijke contexten dit minder voorkomt. Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk. Is het mogelijk de betaling van de schoolrekening te spreiden? 0%
Ja, dit is automatisch zo voor iedereen 25%
28%
Ja, dit kan op vraag Nee, dit is niet mogelijk
2% 45%
Ik weet het niet
Op welke manier moet je de schoolrekening betalen? 0% 4% 8%
Eenmalig, bij inschrijving
11% 15%
62%
Eenmalig, bij aanvang van het schooljaar Gespreide betaling indien ik dat aanvraag Gespreide betaling voor iedereen
25
29. Hoe verloopt de aanschaf van de boeken voor je kind? Nog steeds in 43% van de gevallen worden de boeken aangekocht waarvan 37% op school en 6% bij een boekhandel. Slechts in 13% van de gevallen kan men tweedehandsboeken aankopen op school. Toch merken we dat in nog maar 39% van de gevallen de schoolboeken kunnen gehuurd worden op school. Volgens een eerste vergelijking lijken er in scholen met een laag GOK-percentage opmerkelijk meer tweedehandsboeken verkocht te worden dan in scholen met een hoog GOK-percentage. In scholen met een hoog/midden GOK-percentage zou er dan weer wat meer gehuurd worden. Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk. Volgens dezelfde eerste vergelijking zou in landelijke contexten de boekenverkoop vaker geregeld worden via de school (aankoop via de school). Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk. Hoe verloopt de aanschaf van de boeken voor je kind? (meerdere antwoorden mogelijk) aankoop bij een boekhandel
5% 6%
aankoop op school tweedehands aankoop op school (bijv. via boekenmarkt,..)
37%
39%
huren van de boeken op school
13%
andere
30. Hoe wordt er omgegaan met invulboeken door de school? Volgens 85% van de ouders moeten de invulboeken aangekocht worden en worden ze ook gebruikt. Dit is in tegenstelling met de focusgroepen waarop ouders aangaven dat invulboeken soms weinig of niet gebruikt worden. Hoe wordt er omgegaan met invulboeken door de school? 1% 1%
1%
Invulboeken moeten aangekocht worden en worden ook gebruikt
5%
Invulboeken moeten worden aangekocht maar worden weinig of niet gebruikt
7%
Invulboeken die aangekocht werden en niet gebruikt zijn, kunnen worden doorverkocht Er worden geen invulboeken gebruikt op school
85%
Ik weet het niet Geen antwoord
Noot: in de grafiek is de waarde van groen en paars telkens 1%
26
31. Hoe verloopt de aanschaf van het nodige materiaal voor uw kind? 55% van de ouders geeft aan dat het materiaal kan aangekocht worden in een vrij te kiezen winkel. In 32% van de gevallen moet het aangekocht worden via de school. Het percentage ‘huren van het materiaal’ is vrij laag maar dit kan zijn doordat de bevraging voor het merendeel ingevuld is door ouders met kinderen in het aso waar ze geen gebruik maken van bijvoorbeeld messenset, kappersgerei… Hoe verloopt de aanschaf van het nodigde materiaal voor uw kind? (meerdere antwoorden mogelijk) 3% 2%
Aankoop in een vrij te kiezen winkel
8% Aankoop via de school
32%
Verplichte aankoop in een door de school aangewezen winkel
55%
Tweedehandsaankoop op school (bijv. via materiaalmarkt,..) Huren van het materiaal op school
32. Kan de school de kosten volgens jou nog verlagen? 52% van de ouders weet niet of de school de kosten nog kan verlagen en heeft hier geen zicht op. Wij vinden dit een realistisch beeld. Daartegenover staat 33% van de ouders die vindt dat de school de kosten nog wel kan verlagen. Kan de school de kosten volgens jou nog verlagen? 1%
33%
Ja Nee Ik weet het niet
52% 14%
Geen antwoord
27
Conclusies en voorzichtige reflecties bij de bevraging rond kostenbeheersing in het secundair onderwijs In wat volgt worden niet alleen de conclusies van de bevraging naar voor gebracht, maar worden eveneens enkele voorzichtige reflecties vanuit de ouderkoepels geformuleerd. (Deze reflecties worden cursief weergegeven.) De schat aan informatie is hiermee niet uitgeput en de COB is bereid om in de toekomst mee na te denken en constructief mee te werken aan de verdere uitdieping van het onderzoeksmateriaal. Om tot sommige conclusies en reflecties te komen, werden de resultaten van zowel de online bevraging als de focusgroepen naast elkaar gelegd. We onthouden uit de bevraging dat het overgrote deel van de ouders informatie over de kosten heeft gekregen en dit vooral in het begin van het schooljaar. Dit gebeurde voornamelijk d.m.v. een brief of via het schoolreglement. De ouderkoepels pleiten ervoor om deze info zo vroeg mogelijk aan de ouders mee te geven. Wij merken op dat niet ALLE ouders een overzichtelijk en gedetailleerd overzicht van de kosten op hun factuur hebben gekregen. Voor sommige doelgroepouders is dit toch van belang. De leerkracht speelt een belangrijke rol als communicator wat betreft de visie van de school op het drukken van schoolkosten voor opdrachten. Daarnaast is er voor hem/haar ook nog een belangrijke rol weggelegd om in zijn/haar eigen klaspraktijk bewust de kosten voor opdrachten te beperken. Aan de hand van de bevindingen uit het onderzoek stellen we vast dat dit zeer leerkrachtafhankelijk is. De ouderkoepels pleiten ervoor dat het schoolbeleidsteam de leerkrachten hierrond actief sensibiliseert. Uit de bevraging blijkt dat de meeste leerlingen per fiets of te voet naar school gaan. We merken op dat de kosten van openbaar vervoer gedrukt worden door sommige gemeenten en mutualiteiten. De ouderkoepels pleiten ervoor dat deze aanpak veralgemeend wordt naar alle leerlingen. We willen ook volgende bedenking nog meegeven: het vervoer per fiets mag niet als gratis worden beschouwd (herstellingswerken, dagelijks onderhoud, …). Een kilometervergoeding voor fietsers kan als aanmoediging dienen voor een milieuvriendelijker schoolbeleid. Wat in het oog springt bij de bevraging is dat ouders hun schoolkeuze niet laten beïnvloeden door de kostprijs van vervoer of studiekosten. De focusgroepen geven aan dat het welbevinden van hun kinderen/jongeren belangrijker is. De aankoop van schoolboeken blijft de grootste kost voor de ouders. Uit de bevraging blijkt dat de 2de handsaankoop op school en huren van boeken op school nog niet overal is ingeburgerd of haalbaar is. Op basis van de rangschikking van de verplichte schoolkosten kunnen er volgens ons nog altijd inspanningen geleverd worden door de school. De aankoop of de huurprijs van schoolboeken weegt zwaar door. Wij bevelen een weldoordachte aanschaf en gebruik van schoolboeken aan.
28
Uit de bevraging blijkt dat de invulboeken moeten worden aangekocht en worden gebruikt, maar uit de focusgroepen blijkt dat de ouders vragen om de invulboeken efficiënter te gebruiken. De rangschikking van de niet-verplichte schoolkosten leert ons dat de dagdagelijkse kosten nog altijd zwaarder doorwegen dan sommige eenmalige kosten zoals bv. de meerdaagse reizen. Dit vonden we opmerkelijk omdat de publieke opinie vaak sterk de meerdaagse reizen beklemtoont’. Een mogelijke verklaring zou zijn dat de sterke nadruk op het kostenbeheersend werken op meerdaagse reizen tot gevolg heeft dat de scholen hier eenzijdig op focussen. Wij stellen vast dat de kosten voor een leerling in het secundair onderwijs hoog oplopen. Op basis van de bedragen van verplichte en niet-verplichte kosten valt bovendien het grote verschil tussen de MAF in het BAO en de gemiddelde kost in het secundair op. Uit de focusgroepen kwam naar voor dat ‘niet-verplicht’ een relatief begrip is. Ouders denken dat sommige niet-verplichte kosten wel verplicht zijn of voelen zich moreel verplicht om dit te betalen voor het welzijn van hun zoon/dochter. Niettegenstaande de vraag “wegen de studiekosten op het gezinsbudget?” zeer gevoelig ligt bij ouders, geeft meer dan 1/3 van de ouders toch aan dat het doorweegt op het budget. Bovendien is er een ondervertegenwoordiging van doelgroepouders in onze bevraging, hun inbreng zou tot andere bevindingen kunnen leiden. We willen hierbij opmerken dat de werkelijke impact op het gezinsbudget waarschijnlijk groter is dan hier wordt aangegeven, omwille van de kosten van andere schoolgaande kinderen uit hetzelfde gezin. Scholen vragen soms nog een vrijwillige bijdrage aan de ouders. De vrijwilligheid van deze bijdrage is voor de ouders niet altijd even duidelijk. Daar tegenover staat dat ouders wel een duidelijk zicht hebben op de activiteiten die georganiseerd worden om geld in te zamelen voor schoolprojecten of goede doelen. De mate van inspraak van ouders in het onderdeel “beperking van de studiekosten” ligt aan de hoge kant omdat deze bevraging is ingevuld door de ouders uit onze doelgroep van schoolraden en ouderraden. Dit is niet de weergave van de “doorsnee” individuele ouder. De ouders hebben de vragen ‘Is het mogelijk de betaling van de schoolrekening te spreiden’ en ‘Op welke manier moet je de schoolrekening betalen’ niet zo goed begrepen. Wij maken dit op uit de grote verschillen in de antwoorden op beide vragen. Hier willen wij opmerken dat uit de focusgroepen blijkt dat gespreide betaling belangrijk is voor de ouders. Maar voor sommige doelgroepouders blijft eender welke manier van (gespreid) betalen doorwegen. Aankoop van materiaal is vrij te kiezen volgens de bevraging. Toch denken wij dat deze vraag niet volledig tot zijn recht komt, doordat er zeer weinig ouders met jongeren uit het bso de bevraging hebben ingevuld. Net in deze onderwijsvorm hebben de leerlingen meer materialen nodig. Eén op de drie ouders geeft aan dat de school de kosten nog kan verlagen. Er zijn verschillende factoren die een invloed hebben op de perceptie van de schoolkosten: onderwijsvorm, de eigen financiële mogelijkheden, het aantal kinderen in een gezin, de ligging van de school, de ondersteuningsmogelijkheden buiten de school(lokale bibliotheek, wijkcentrum, …) Tijdens de focusgroepen viel het op dat de meeste ouders niet goed weten wat de 29
verplichte en niet-verplichte kosten inhouden. Ouders redeneren ook meer in termen van wat in totaal moet betaald worden in plaats van de opdeling te maken naar verplichte en niet-verplichte kosten. Ook al zijn er scholen die werk maken van kostenbeheersing, toch geven ouders aan dat het nog beter kan.
30
Resultaten online bevraging leerlingendossier In dit rapport vindt u per vraag de antwoorden die ouders gegeven hebben op de online bevraging rond kostenbeheersing in het secundair onderwijs en leerlingendossier. We hebben de resultaten zowel tekstueel als in grafiekvorm weergegeven. Naast deze analyse per vraag, hebben we door middel van een eerste vergelijking ook gekeken of er een onderscheid in de antwoorden is tussen hoog en midden/laag GOK-percentage, stedelijk/landelijk gebied en basisonderwijs/secundair onderwijs. Waar er verschillen zijn, hebben we deze ook vermeld bij de desbetreffende vraag. We willen hierbij wel opmerken dat het om een eerste vergelijking gaat. Om hier echte uitspraken over te doen, zijn wetenschappelijke analyses nodig. 1. Geef het aantal schoolgaande kinderen per onderwijsniveau aan binnen jouw gezin. De respondenten hebben gemiddeld: -
0.63 kinderen in het kleuteronderwijs 0.89 kinderen in het basisonderwijs 0.33 kinderen in de middenschool 0.60 kinderen in de 4 laatste jaren van het secundair onderwijs 0.18 kinderen in het hoger onderwijs (Hogeschool + Universiteit)
Gemiddeld aantal schoolgaande kinderen binnen het gezin 1,00 0,89
0,90
Kleuteronderwijs
0,80 0,70
0,63
Lager onderwijs
0,60
0,60 0,50 0,40
Middenschool (eerste twee jaren van het secundair onderwijs
0,33
0,30 0,20
0,18
Secundair onderwijs (vier laatste jaren van het secundair onderwijs) [Hoger onderwijs (universiteit, hogeschool)
0,10 0,00 Geef het aantal schoolgaande kinderen per onderwijsniveau aan binnen jouw gezin.
31
2. Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van jouw mening, vragen wij om alle volgende vragen toe te passen op één kind binnen het gezin. Je kreeg van de secundaire school van jouw kind(eren) de vraag om deze vragenlijst in te vullen. Als je maar één kind hebt dat naar het basisonderwijs gaat, vul dan de bevraging in voor dat kind. Enkel als je meerdere kinderen in het secundair onderwijs hebt, kan je kiezen uit deze kinderen. Als je zelf geboren bent in een even maand, duid dan het jongste kind aan. Als je zelf geboren bent in een oneven maand, duid dan het oudste kind aan. Deze vraag zat in de bevraging om een grotere diversiteit in leeftijd te verkrijgen. Uit de bevraging blijkt dat deze methode goed gelukt is. In 49% van de gevallen werden de resultaten verkregen aan de hand van de schoolervaringen met het jongste kind. De overige 51% van de gevallen betreffen de oudste kinderen van het gezin.
Ik vul deze bevraging in voor :
49% 51%
het jongste kind het oudste kind
3. Kies één van de onderstaande mogelijkheden (woonsituatie van het kind) -
Bij beide ouders: 84% In een nieuw samengesteld gezin: 4% In een eenoudergezin: 9% Geen antwoord: 3%
Deze gegevens stroken o.i. niet helemaal met de maatschappelijke realiteit. De wetenschap dat ca 1 op de 3 huwelijken uitmondt in een echtscheiding, maakt dat heel wat kinderen leven in andere samenlevingsvormen dan het kerngezin. Onderzoek wijst uit dat ca. 74 procent van de kinderen met gescheiden ouders bij de moeder woont, 6 procent bij vader en 20 procent bij allebei (coouderschap). Iets meer dan de helft van de kinderen met gescheiden ouders woont in het nieuwe gezin ook met een stiefouder. Het aantal kinderen dat bij beide ouders woont ligt in feite lager dan de vaststelling in het onderzoek. De oorzaak waarom er volgens onze gegevens meer kinderen bij beide ouders zouden leven dan in feite het geval is, is ondermeer te zoeken in de perceptie van co-ouderschap. In deze 32
optie leeft het kind immers werkelijk, maar alternerend, bij één van beide ouders volgens een afgesproken tijdsschema. Deze antwoordmogelijkheid was niet voorzien. In het onderzoeksopzet had de te bevragen doelgroep verder gedifferentieerd kunnen worden naar samenlevingsvorm, gezinssituatie enz. Dit is nu niet het geval. De gevraagde gegevens in dit onderdeel zijn eerder bedoeld als achtergrondinformatie van de respondenten.
Mijn kind ... 0% 3% 4%
woont bij beide ouders
9% woont in een nieuw samengesteld gezin woont in een eenoudergezin
Anders
84% Geen antwoord
4. Vind je het belangrijk dat elk kind een persoonlijk leerlingendossier heeft? - 89% van de respondenten antwoordt positief . - 7% van de respondenten vindt dit niet belangrijk. - 4% van respondenten geeft geen antwoord op deze vraag. De meeste respondenten vinden het belangrijk dat elk kind een persoonlijk leerlingendossier heeft. Een klein aantal beantwoordt deze vraag niet of negatief.
Vind je het belangrijk dat elk kind een persoonlijk leerlingendossier heeft? 4% 7% Ja Nee Geen antwoord 89%
33
5. Ken je de inhoud van het leerlingendossier dat de school bijhoudt? -
16% van de respondenten antwoordt ja. 79% van de respondenten antwoordt nee. 5% van de respondenten geeft geen antwoord.
De respondenten verwachten van de school een dossier waarin de loopbaan van hun kind duidelijk wordt opgevolgd, ook al is men niet op de hoogte van de inhoud daarvan. We kunnen hierbij de vraag stellen of er niet nog meer ouders positief zouden staan tegenover het leerlingendossier indien ze correct zouden geïnformeerd worden over de inhoud ervan. (Bovenstaande grafiek en onderstaande grafiek) Omzeggens 4 respondenten op 5 zijn niet op de hoogte van de verschillende onderdelen en de inhoud van het leerlingendossier van hun kind. De onbekendheid met de inhoud van het leerlingendossier moet men in een juiste context plaatsen. Ouders vernemen immers heel wat informatie van de klassenraden via de woordcommentaren in (attitude-)rapporten en op oudercontacten, indien deze bestaan en indien de ouders hierop ingaan. Blijft de vaststelling dat er over het dossier “an sich” duidelijker kan gecommuniceerd worden met de ouders.
Ken je de inhoud van het leerlingendossier dat de school bijhoudt? 5%
16% Ja Nee
79%
Geen antwoord
34
6. Mag informatie volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs?
Samenvatting van de onderstaande deelvragen 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00 informatie over ouders
informatie over de resultaten en prestaties van de leerling
informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling
zeker wel
46,28
50,98
45,54
eerder wel
31,92
32,21
33,58
eerder niet
15,10
12,68
14,47
zeker niet
6,70
4,13
6,41
Geen antwoord
0,00
0,00
0,00
Informatie over ouders -
-
Alle respondenten hebben de vragen met betrekking tot dit onderwerp beantwoord. 78,2% van de respondenten keurt het goed dat gegevens die over henzelf gaan in het dossier worden opgenomen en doorgegeven van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs. 21,8% van de respondenten staat hier weigerachtig tegenover.
7. Mag informatie over ouders volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ?[Opleidingsniveau ouder(s)] 8. Mag informatie over ouders volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ?[Burgerlijke staat ouder(s)] 9. Mag informatie over ouders volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Beroep ouder(s)] (De resultaten van vraag 7, 8 en 9 worden samen besproken en zijn geclusterd onder het thema “Informatie over ouders”)
35
40
50 40
30
zeker wel
zeker wel
30
20
eerder wel
20
eerder wel
10
eerder niet
10
eerder niet
0
zeker niet
0
zeker niet
[Opleidingsniveau ouder(s)]
[Burgerlijke staat ouder(s)]
40 30
zeker wel
20
eerder wel
10
eerder niet
0
zeker niet [Beroep ouder(s)]
Men kan vaststellen dat in circa 80% van de gevallen niemand problemen heeft met de overdacht van gegevens uit de privésfeer van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs. 20% van de respondenten staat weigerachtig tegenover dergelijke transfer. Merk op dat de respondenten die weigerachtig staan tegenover het overdragen van gegevens uit de privésfeer van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs het minst informatie willen prijsgeven wat betreft hun opleidingsniveau en hun beroep. Informatie over de resultaten en prestaties van de leerling (Zie samenvattende tabel bovenaan dit hoofdstuk. Vraag 10 tot en met 14 worden geclusterd onder “Informatie over de resultaten en prestaties van de leerling”) -
Alle respondenten hebben de vragen met betrekking tot dit onderwerp beantwoord. 83,19% van de respondenten is het ermee eens dat hierover informatie verzameld en doorgegeven wordt. 16,81% van de respondenten gaat hier niet mee akkoord.
10. Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs? [Schoolse vertraging] 11. Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs? [Cijfers/resultaten] (De resultaten van vraag 10 en 11 worden samen besproken)
36
70 60 50 40 30 20 10 0
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet
60 50 40 30 20 10 0
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet
[Schoolse vertraging]
[Cijfers/resultaten]
Het overgrote deel van de respondenten heeft er geen enkel probleem mee dat informatie over de schoolse vertraging van hun kind of de cijfers en resultaten van hun kind wordt overgedragen van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs. 12. Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs? [Bemerkingen op het rapport] 50 40
zeker wel
30
eerder wel
20
eerder niet
10
zeker niet
0 [Bemerkingen op het rapport]
Wat betreft het doorgeven van de bemerkingen op het rapport ligt de situatie enigszins anders: 28% van de respondenten maakt voorbehoud tegen het doorgeven van deze informatie van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs. 13. Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs? [Studieadvies door de school] 14. Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs? [Studieadvies door het Centrum Leerlingbegeleiding (CLB)] (De resultaten van vraag 13 en 14 worden samen besproken)
60 50 40
zeker wel
30
eerder wel
20
eerder niet
10
zeker niet
0 [Studieadvies door de school]
50 40 30 20 10 0
zeker wel eerder wel eerder niet [Studieadvies door het Centrum Leerlingbegeleiding (CLB)]
zeker niet
37
In het kader van de studieloopbaan, vindt 15% van de respondenten het niet nodig dat het verstrekte studieadvies van het basisonderwijs wordt doorgegeven naar het secundair onderwijs. Deze cijfers worden nog versterkt wanneer het gaat om het studieadvies verstrekt door het CLB: 17% van de respondenten wil niet dat het studieadvies van het CLB wordt doorgegeven. Wanneer het gaat om echt schoolse gegevens en de verklaring daarvan (cijfers, resultaten) is er geen enkel probleem wat betreft het doorgeven hiervan. Objectieve gegevens zoals cijfers en resultaten en de eventuele leertechnische verklaring daarvoor (schoolse vertraging) zijn voor onze respondenten belangrijke informatie om de studieloopbaan verder te zetten. Ze hebben er dan ook geen probleem mee als deze gegevens worden overgedragen van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs. Woordcommentaren op het rapport die vaak te maken hebben met studiehouding, gedrag in de klas of constructieve voorstellen om een probleemsituatie op te lossen, ziet men in circa 28% van de gevallen liever niet doorgegeven worden. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat deze groep van respondenten hun kind liever zien starten met een schone lei in het secundair onderwijs. Informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens (Zie bovenstaande samenvattende tabel. Vraag 15 tot en met 23 worden geclusterd onder “Informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens”.) -
79,12% van de respondenten heeft geen bezwaar tegen het doorgeven van deze gegevens. 20,88% van de respondenten oppert wel bezwaren tegen het doorgeven van deze gegevens. 6,41% van deze groep wil dit zeker niet.
15. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Medische gegevens] 60 50 40 30 20 10 0
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet [Medische gegevens]
Bijna 80% van de respondenten heeft er geen probleem mee dat de medische gegevens van hun kind worden doorgegeven van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs. De overige respondenten maken wel bezwaar tegen dergelijke overdracht van gegevens. Wellicht heeft de ernst van het medisch probleem een invloed op de bereidheid van ouders om hier geen bezwaar tegen te maken. De meeste scholen hechten er een groot belang aan om correcte medische informatie te verkrijgen over hun leerlingen zodat zij adequaat kunnen optreden in crisissituaties.
38
16. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Leerproblemen]
70 60 50 40 30 20 10 0
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet [Leerproblemen]
Omzeggens 90% van de respondenten vindt het belangrijk dat de gegevens over leerproblemen van hun kinderen worden doorgegeven van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs. 3,5% van de respondenten wil dat dit zeker niet gebeurt en 6,4% heeft er een minder goed gevoel bij. 17. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Sociale problemen] 50 40 zeker wel
30 20
eerder wel
10
eerder niet
0
zeker niet [Sociale problemen]
Informatie over sociale problemen mag in 77,5% van de gevallen probleemloos doorgegeven worden. 15.95% van de respondenten heeft dit liever niet, 6,25% wil dit zeker niet. Deze cijfers tonen aan dat, indien het om problematische informatie wat betreft de privé-sfeer gaat, heel wat respondenten terughoudender zijn. Eenzelfde bemerking kunnen we maken bij Informatie over de ouders. Ouders vrezen dat deze informatie een weerslag kan hebben op de beoordeling van de schoolse prestaties van hun kind.
39
18. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Emotionele problemen]
50 40 zeker wel
30 20
eerder wel
10
eerder niet
0
zeker niet [Emotionele problemen]
75,9% van de respondenten vindt het belangrijk dat gegevens over emotionele problemen van hun kind worden doorgegeven van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs. 23,9% van de respondenten heeft hier problemen mee. 5,7% van deze groep wil het zeker niet. Een mogelijke verklaring hiervoor is de “beschermende” reflex van ouders.
19. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs? [Ontwikkelingsproblemen] 50 40 zeker wel
30 20
eerder wel
10
eerder niet
0
zeker niet [Ontwikkelingsproblemen]
85,2% van de respondenten staat positief tegenover een overdracht van gegevens wat betreft ontwikkelingsproblemen van het basisonderwijs naar secundair onderwijs. De overige 14,8% staat hier niet positief tegenover. 4,1% van deze groep wil dit zeker niet. Ontwikkelingsproblemen maken deel uit van de persoonlijkheid van de leerling. De respondenten die hier weigerachtig tegenover staan, willen hun kind niet met een label naar het secundair onderwijs zien overgaan. Wellicht speelt het soort ontwikkelingsprobleem (zichtbaar of niet) hierin een belangrijke rol.
40
20. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Informatie over extra zorg die het kind gekregen heeft (bv. extra hulp bij wiskunde, dyslexie,..)] 70 60 50 40 30 20 10 0
zeker wel eerder wel eerder niet [Informatie over extra zorg die het kind gekregen heeft (bv. extra hulp bij wiskunde, dyslexie,..)]
zeker niet
90,95% van de respondenten heeft geen bezwaar tegen de overdracht van gegevens van basisonderwijs naar secundair onderwijs betreffende informatie over extra zorg. 9,05% van de respondenten wil dit liever niet. Mogelijk speelt hierin het taboe dat op leerstoornissen rust, een rol.
21. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ?[Begeleiding door het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB)]
60 50 40 30 20 10 0
zeker wel eerder wel eerder niet [Begeleiding door het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB)]
zeker niet
Informatie over de begeleiding van het kind door de CLB mag door de respondenten in 84% doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs. 16% van de respondenten ziet deze informatie liever niet doorgegeven worden. Een reden hiervoor kan gezocht worden in de aard van de begeleiding door het CLB. (vraaggestuurd)
41
22. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Orde en Tuchtmaatregel(s)] 23. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Reden orde en tuchtmaatregel(s)] (De resultaten van vraag 22 en 23 worden samen besproken.)
40
40 30
zeker wel
20
eerder wel
10
eerder niet
30
zeker wel
20
eerder wel
10
eerder niet
0
zeker niet
0 [Orde en Tuchtmaatregel(s)]
zeker niet [Reden orde en tuchtmaatregel(s)]
Ongeveer 64% van de respondenten vindt dat meldingen van orde-en tuchtmaatregelen in het leerlingendossier mogen doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs. 36% van de respondenten is het hier niet mee eens. Als er gevraagd wordt of de reden van orde en tuchtmaatregelen mag doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs, geven 64% van de respondenten een positief antwoord. 36% van de respondenten stemt hier niet mee in. Een mogelijke verklaring voor dit cijfer is dat ouders wensen dat hun kinderen met een schone lei hun onderwijsloopbaan verder kunnen zetten, dat hun toekomst niet gehypothekeerd wordt door deze orde-of tuchtmaatregel. Algemene bemerkingen bij dit onderdeel Onderscheid naar basisonderwijs en secundair onderwijs Uit een eerste vergelijking blijkt dat ouders met kinderen in het secundair onderwijs meer uitgesproken positief is ten opzichte van het doorgeven van informatie van het basis naar secundair. In het basisonderwijs is men iets minder positief over het doorgeven van informatie over extra zorg, hoewel men in het algemeen zeer positief is. In het basisonderwijs is men meer geneigd om informatie over orde- en tuchtmaatregelen door te geven van het basis naar het secundair, in het secundair onderwijs is men iets terughoudender hierin. Algemeen genomen kan gesteld worden dat de ouders met kinderen in het secundair onderwijs iets meer uitgesproken positief zijn omtrent het doorgeven van informatie. Dit komt waarschijnlijk doordat ouders met kinderen in het basisonderwijs die er geen ervaring mee hebben wat terughoudender zijn in het antwoorden op de vragen. Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk.
42
Onderscheid naar GOK-percentage Omtrent het doorgeven van gegevens van basis- naar secundair onderwijs blijkt uit een eerste vergelijking dat ouders met kinderen in scholen met een hoog/midden GOK-percentage meer uitgesproken positief staan tegenover het doorgeven van bemerkingen op het rapport, cijfers/resultaten, studieadvies door de school, studieadvies door het CLB, medische gegevens, leerproblemen, emotionele problemen, ontwikkelingsproblemen en informatie over extra zorg en begeleiding door het CLB. Dus over resultaten en problematieken zijn de ouders van hoge/midden GOK-scholen meer uitgesproken akkoord om dit door te geven bij de overgang van basis- naar secundair onderwijs. Bij de schoolverandering in het secundair onderwijs zien we dezelfde tendens. Hiernaast vinden ouders uit scholen met hoog/midden GOK-percentages meer uitgesproken dat de directieve relevante gegevens aan het dossier mag toevoegen dan ouders uit scholen met lage GOKpercentages. Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk. 24. Mag informatie volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs?
Samenvatting van de onderstaande deelvragen 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00 informatie over ouders
informatie over de resultaten en prestaties van de leerling
informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling
zeker wel
44,24
51,94
47,51
eerder wel
32,47
34,56
34,82
eerder niet
15,06
9,60
12,05
zeker niet
8,23
3,90
5,49
Geen antwoord
0,00
0,00
0,13
Informatie over ouders (Vraag 24 tot en met 26 worden geclusterd onder het deel “Informatie over ouders”) -
-
Circa 77% van de respondenten antwoordt positief op de vraag of informatie over ouders mag doorgegeven worden van de ene school in het secundair onderwijs naar de andere indien het kind verandert van school. Circa 23% van de respondenten antwoordt hier eerder negatief op. Niemand heeft hier niets beantwoord. 43
25. Mag informatie over ouders volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Opleidingsniveau ouder(s)] 26. Mag informatie over ouders volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Beroep ouder(s)]
50
50 40
40
zeker wel
30 20 10
zeker wel
30
eerder wel
20
eerder wel
eerder niet
10
eerder niet
zeker niet
0
zeker niet
0 [Opleidingsniveau ouder(s)]
[Beroep ouder(s)]
Ongeveer 74% van de respondenten vindt dat gegevens over hun opleidingsniveau mogen doorgegeven worden van de ene secundaire school naar de andere secundaire school. Wanneer het gaat over de gegevens van het beroep van ouders, merken we een gelijkaardig patroon op. Ongeveer 72% van de respondenten antwoordt ook hierop positief. Wanneer er eerder in de negatieve zin geantwoord wordt, merken we dezelfde patronen op. Respectievelijk 26% en 28% van de respondenten vindt dat de gegevens over het opleidingsniveau en het beroep van ouders niet doorgegeven mag worden. 27. Mag informatie over ouders volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Burgerlijke staat ouder(s)] 60 50 40 30 20 10 0
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet [Burgerlijke staat ouder(s)]
82% van de respondenten heeft er niets op tegen dat informatie over hun burgerlijke staat wordt doorgegeven. 18% van de respondenten heeft dat liever niet. Algemene bemerkingen bij “Informatie over ouders doorgeven binnen het secundair onderwijs”. Indien we de gegevens van de drie bovenstaande deelvragen bekijken, merken we een duidelijk verschil. Als het gaat over het beroep of opleidingsniveau van ouders, zijn de respondenten terughoudender om de informatie zomaar te laten doorgeven van de ene secundaire school naar de andere. Over hun burgerlijke staat hebben ouders minder schroom.
44
Een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat er in onze samenleving nog altijd wat schaamte bestaat voor het soort beroep (meer of minder gewaardeerd) dat men uitoefent en het bereikte opleidingsniveau (hoog/laag). Mogelijk verwachten de respondenten “anders” benaderd en behandeld te worden indien men niet het juiste beroep uitoefent of niet de juiste opleiding heeft genoten. Informatie over de resultaten en prestaties van de leerling (Vraag 28 tot en met 32 worden geclusterd onder “Informatie over de resultaten en prestaties van de leerling) -
-
86,5% van de respondenten heeft er geen problemen mee dat informatie over de resultaten en prestaties van de leerling wordt doorgegeven van de ene secundaire school naar de andere secundaire school bij overstap van de leerling. 13,5% van de respondenten staat niet positief tegenover de overdracht van deze gegevens. In deze groep respondenten wil 3,9% dit zeker niet. Niemand heeft hier niets beantwoord.
28. Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Schoolse vertraging] 29. Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Cijfers/resultaten] (De resultaten van vraag 28 en 29 worden samen besproken.) 60 50 40 30 20 10 0
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet
60 50 40 30 20 10 0
[Schoolse vertraging]
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet [Cijfers/resultaten]
Zowel wat betreft schoolse vertraging als wat betreft cijfers en resultaten heeft circa 90% van de respondenten geen bezwaar tegen het doorgeven van deze gegevens. 10% van de respondenten staat negatief tegenover het doorgeven van deze gegevens. 30. Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs?[Bemerkingen op het rapport] 50 40 zeker wel
30
eerder wel
20
eerder niet
10
zeker niet
0 [Bemerkingen op het rapport]
45
22% van de respondenten heeft problemen met het doorgeven van bemerkingen op het rapport van de ene secundaire school naar de andere wanneer de leerling de overstap maakt. 78% van de respondenten staat positief tegenover de overdracht van gegevens wat betreft bemerkingen op het rapport. 31. Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Studieadvies door de school] 32. Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Studieadvies door het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB)] (De resultaten van vraag 31 en 32 worden samen besproken.) 60
60
50
50
40
zeker wel
30
eerder wel
20
eerder niet
10
zeker niet
0 [Studieadvies door de school]
40
zeker wel
30
eerder wel
20
eerder niet
10 0
zeker niet [Studieadvies door het Centrum Leerlingbegeleiding (CLB)]
Meer dan 84% van de respondenten vindt het belangrijk dat het studieadvies van de school en het studieadvies van het CLB doorgegeven wordt van de ene secundaire school naar de andere. Meer dan 12% van de respondenten heeft liever niet dat het studieadvies van de school en van het CLB wordt doorgegeven indien hun kind in het secundair onderwijs van school verandert. Informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens van de leerling (Vraag 33 tot en met 41 worden geclusterd onder “Informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens van de leerling”.) -
-
82,33% van de respondenten staat positief tegenover de overdracht van gegevens wat betreft de problematiek en vertrouwelijke gegevens van de leerling van de ene secundaire school naar de andere. 17,67% van de respondenten staat negatief tegenover de overdracht van deze gegevens. Iedereen heeft de vragen uit deze selectie beantwoord.
33. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Medische gegevens] 60 50 40 30 20 10 0
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet [Medische gegevens]
46
Voor 83% van de respondenten vormt het doorgeven van deze gegevens geen probleem. 17% van de respondenten wil dat deze informatie niet wordt doorgegeven. In welke mate speelt hier de behoefte aan privacy mee? 34. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs?[Leerproblemen] 60 50 40 30 20 10 0
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet [Leerproblemen]
Leerproblemen moeten voor 94% van de respondenten worden doorgegeven bij de overstap naar een andere secundaire school. Slechts 6% van de respondenten heeft hiertegen bezwaren. 35. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Sociale problemen]
50 40 zeker wel
30 20
eerder wel
10
eerder niet
0
zeker niet [Sociale problemen]
79,5% van de respondenten maakt er geen probleem van dat gegevens van sociale problemen gemeld worden aan de nieuwe secundaire school. 20,5% van de respondenten vindt het niet aangewezen dat dergelijke informatie wordt overgedragen. Botsen hun belangen met de belangen van de school? Is het niet goed dat de school juist geïnformeerd is voor een gepaste aanpak/begeleiding van de leerling? Wellicht kunnen we hier dezelfde bemerking opperen als bij de overdracht van dergelijke gegevens van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs, namelijk dat informatie over sociale problemen niet alleen over het kind zelf kunnen gaan.
47
36. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs?[Emotionele problemen] 50 40 zeker wel
30 20
eerder wel
10
eerder niet
0
zeker niet [Emotionele problemen]
Eenzelfde trend zien we terug in het luik van de gegevens over emotionele problemen. 78,5% van de respondenten heeft geen bezwaar tegen het doorgeven ervan. 21,5% van de respondenten oppert hiertegen wel bezwaren. De gevoeligheid van de informatie is wellicht doorslaggevend in hun mening daaromtrent. 37. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs?[Ontwikkelingsproblemen]
50 40
zeker wel
30 20
eerder wel
10
eerder niet
0
zeker niet [Ontwikkelingsproblemen]
Circa 87% van de respondenten maakt geen bezwaar tegen de overdracht van gegevens over ontwikkelingsproblemen. Circa 13% van de respondenten ziet dit liever niet gebeuren. 38. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Begeleiding door het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB)] 60 50 40 30 20 10 0
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet [Begeleiding door het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB)]
48
86,5% van de respondenten vindt het belangrijk dat de andere secundaire school weet dat hun kind begeleid werd door het CLB. 13,5% is hier geen voorstander van. Welk imago heeft het CLB bij deze groep? Kent men het CLB enkel vanuit een concrete begeleidingservaring of niet? ( Het CLB werkt vraaggestuurd. 39. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Informatie over extra zorg die het kind gekregen heeft (bv. extra hulp bij wiskunde, dyslexie,...)] 70 60 50 40 30 20 10 0
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet [Informatie over extra zorg die het kind gekregen heeft (bv. extra hulp bij wiskunde, dyslexie,..)]
Het overgrote deel van de respondenten, circa 94%, staat positief tegenover het doorgeven van gegevens wat betreft extra zorg. 6% van de respondenten gaat hier niet mee akkoord. Uit deze cijfers blijkt duidelijk dat ouders het extra zorgbeleid van een school waarderen. Ze willen dat in een volgende school die extra zorg wordt verder gezet. 40. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Orde en tuchtmaatregel(s)] 41. Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Reden orde en tuchtmaatregel(s)] 40
40
30
30
zeker wel
20
eerder wel eerder niet
10
zeker niet
0 [Orde en Tuchtmaatregel(s)]
zeker wel
20
eerder wel 10
eerder niet
0
zeker niet [Reden orde en tuchtmaatregel(s)]
Circa 70% van de respondenten maakt er geen probleem van indien informatie rond orde en tuchtmaatregelen en de reden daartoe wordt doorgegeven van de ene naar de andere secundaire school. 30% van de respondenten vindt dit geen goed idee. Het onderzoek geeft geen uitsluitsel wie effectief kinderen heeft gehad waarvoor orde-of tuchtmaatregelen werden getroffen. De mening van de respondent kan gebaseerd zijn op een persoonlijke ervaring of op een persoonlijke overtuiging. 49
Het principe om met een schone lei te beginnen kan hier ook een reden zijn waarom deze groep van respondenten deze informatie niet zouden willen doorgeven van de ene naar de andere secundaire school. 42. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken?
Samenvatting onderstaande deelgrafieken 80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00 informatie inkijken over ouders
informatie inkijken over de resultaten en prestaties van de leerling
(belangrijke) informatie toevoegen aan het persoonlijk leerlingendossier?
ouder(s) (zij die het ouderlijk gezag hebben)
66,94
73,92
65,83
het kind zelf
39,31
49,26
29,40
klasleerkracht
41,63
59,38
56,99
zorgleerkracht/leerlingbegeleider
42,11
58,28
59,15
toezichthoudend personeel
8,93
9,67
11,54
directie
59,06
61,29
55,64
CLB (medewerker)
44,18
52,39
51,67
ander
2,98
1,40
2,34
Informatie inkijken over ouders (Vraag 43tot en met 45 worden hier geclusterd.) Wie heeft het recht volgens de respondenten om de informatie in te kijken over ouders? Startend vanaf degenen die volgens de respondenten het meest recht hebben om deze informatie in te kijken: -
Ouders: circa 67% Directie: circa 59% CLB (medewerker): circa 44% Zorgleerkracht/leerlingenbegeleider: circa 42% Klasleerkracht: circa 41.63% Het kind zelf: circa 31% Toezichthoudend personeel: circa 9% Anderen: circa 3% 50
43. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over het opleidingsniveau van de ouders? Meerdere personen zijn mogelijk. 44. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de burgerlijke stand van de ouders? Meerdere personen zijn mogelijk. 45. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over het beroep van de ouders? Meerdere personen zijn mogelijk. (De resultaten van vraag 43, 44 en 45 worden samen besproken.) over de burgerlijke stand van de ouders
over het opleidingsniveau van de ouders 80,00 80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00 over het opleidingsniveau van de ouders
60,00 40,00 20,00 0,00 over de burgerlijke stand van de ouders
over het beroep van de ouders 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00 over het beroep van de ouders
ouder(s) (zij die het ouderlijk gezag hebben)
het kind zelf
klasleerkracht
zorgleerkracht/leerlingbegeleider
toezichthoudend personeel
directie
CLB (medewerker)
ander
Ouders plaatsen voor de verschillende onderdelen zichzelf vooraan in de rangorde van rechthebbenden. 67% van de respondenten stipt ondermeer zichzelf aan als actor om deze informatie in te kijken. 51
Een groot aantal van de respondenten vindt dat de directie van de school ook het recht heeft deze informatie in te kijken. 59% van de respondenten kiezen de directie als actor om deze informatie te raadplegen. Verder stellen we vast dat dat er een soort van peloton ontstaat van 4 groepen van actors: de kinderen zelf, de zorgleerkracht/leerlingenbegeleider, het CLB en de klasleerkracht. De respondenten zijn het over het algemeen eens dat deze 4 groepen van actors ongeveer evenveel recht hebben om deze informatie in te kijken. Met betrekking tot de informatie over het opleidingsniveau van ouders, heeft het CLB meer recht op inzage dan het kind zelf. Tot slot vinden de meeste respondenten dat het toezichthoudend personeel de informatie wat betreft ouders niet hoeven in te kijken. 9% van de respondenten oordeelt dat het toezichthoudend personeel deze informatie mag inkijken. Informatie inkijken over de resultaten en prestaties van de leerling (Vragen 46 tot en met 57 worden hier geclusterd.) Wie heeft volgens de respondenten het recht om de informatie in te kijken over de resultaten en prestaties van de leerling? Startend vanaf diegenen die volgens de respondenten het meest recht hebben om deze informatie in te kijken: -
Ouders: 73,92% Directie: 61,29% Klasleerkracht: 59,38% Zorgleerkracht/leerlingenbegeleider: 58,28% CLB (medewerker): 52,39% Het kind zelf: 49,26% Toezichthoudend personeel: 9,67% Anderen: 1,4%
46. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de schoolse vertraging van de leerling? Meerdere personen zijn mogelijk. 47. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de cijfers en resultaten van de leerling? Meerdere personen zijn mogelijk. 48. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de bemerkingen op het rapport? Meerdere personen zijn mogelijk. 49. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over het studieadvies voor de leerling (geformuleerd door de school)?Meerdere personen zijn mogelijk. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over het studieadvies voor de leerling (geformuleerd door het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB) op aanvraag van de ouder(s) zelf)?Meerdere personen zijn mogelijk. (De resultaten van vraag 46 tot en met 49 worden hier besproken.)
52
over de schoolse vertraging van de leerling
over de cijfers en resultaten van de leerling 80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00
80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00
over de cijfers en resultaten van de leerling
over de schoolse vertraging van de leerling
over het studieadvies voor de leerling (geformuleerd door het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB) op aanvraag van de ouder(s) zelf)
over de bemerkingen op het rapport 80,00 80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00
70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00 over de bemerkingen op het rapport
over het studieadvies voor de leerling (geformuleerd door het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB) op aanvraag van de ouder(s) zelf)
over het studieadvies voor de leerling (geformuleerd door de school) 80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00 over het studieadvies voor de leerling (geformuleerd door de school)
53
ouder(s) (zij die het ouderlijk gezag hebben)
het kind zelf
klasleerkracht
zorgleerkracht/leerlingbegeleider
toezichthoudend personeel
directie
CLB (medewerker)
ander
75% van de respondenten stippen zichzelf aan als belangrijkste actor om informatie in te kunnen kijken wat betreft bovenstaande vragen. Na de groep van de ouders, vindt men dat er 4 groepen van actoren zijn die ongeveer evenveel recht hebben op inzage wat betreft bovenstaande informatie: de directie, de klasleerkracht, zorgleerkracht/leerlingenbegeleiding en het kind zelf. Wat betreft het studieadvies geformuleerd door de school en het CLB, krijgt het kind zelf en de directie meer recht op inzage dan de twee andere actoren. Het kind zelf krijgt volgens de respondenten minder recht op inzage in documenten betreffende gegevens over schoolse vertraging dan de andere 3 actors. De CLB-medewerker vindt men iets minder goed geplaatst om deze informatie te consulteren, behalve als het gaat over het studieadvies, geformuleerd door het CLB zelf. 50. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de orde- en tuchtmaatregelen van de leerling? (bijvoorbeeld definitieve of tijdelijke uitsluiting)Meerdere personen zijn mogelijk. 51. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de redenen van de orde- en tuchtmaatregelen? Meerdere personen zijn mogelijk. (De resultaten van vraag 50 en 51 worden hier besproken.)
54
over de redenen van de orde- en tuchtmaatregelen
over de orde- en tuchtmaatregelen van de leerling 80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00
80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00
over de redenen van de orde- en tuchtmaatregelen
over de orde- en tuchtmaatregelen van de leerling ouder(s) (zij die het ouderlijk gezag hebben)
het kind zelf
klasleerkracht
zorgleerkracht/leerlingbegeleider
toezichthoudend personeel
directie
CLB (medewerker)
ander
Circa 72% van de respondenten ziet de ouders (zichzelf) als de meest geschikte persoon om deze informatie in te kijken. De directie volgt op de 2de plaats met circa 68% van de respondenten die hen het recht geven deze informatie in te kijken. De klasleerkracht, zorgleerkracht/leerlingenbegeleider en het CLB hebben minder recht om deze informatie in te kijken dan de ouders zelf en de directie. 50% van de respondenten vindt dat de klasleerkracht en de zorgleerkracht/leerlingbegeleider het recht heeft deze informatie te bekijken. De CLB-medewerker is volgens hen daarvoor iets minder geschikt. De leerling zelf wordt niet echt geschikt geacht om deze informatie in te kijken. 44% van de respondenten geven aan dat ze daar geen problemen mee hebben. Net zoals bij vorige deelstatistieken zien we dat het toezichthoudend personeel het minst recht heeft om gegevens over orde en tucht in te kijken. 15% van de respondenten vindt dat ze dat wel moeten kunnen. Wat betreft orde en tucht wordt het toezichthoudend personeel meer geschikt bevonden om informatie in te kijken dan bij de andere deelvragen. Het toezichthoudend personeel scoort hier wellicht beter omwille van hun pedagogische taakinhoud.
55
52. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de leerproblemen van de leerling? Meerdere personen zijn mogelijk.
over de leerproblemen van de leerling
ouder(s) (zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf
80,00 klasleerkracht
70,00 60,00
zorgleerkracht/leerlingbegeleider
50,00
toezichthoudend personeel
40,00 directie
30,00 20,00
CLB (medewerker)
10,00 0,00 over de leerproblemen van de leerling
75% van de respondenten is het er over eens dat de ouders het meest inzagerecht hebben in informatie over de leerproblemen van hun leerling. De klasleerkracht en de zorgleerkracht/leerlingenbegeleider hebben volgens 65% van de respondenten evenveel recht om deze informatie in te kijken. De directie en de CLB-medewerker krijgen van 59% het mandaat om deze informatie in te kijken. Het kind zelf en het toezichthoudend personeel hebben het minst recht om deze informatie in te kijken. 47% vindt dat de leerlingen dat recht hebben terwijl 7% van de respondenten meent dat het toezichthoudend personeel inzagerecht heeft. 53. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de sociale problemen van de leerling? Meerdere personen zijn mogelijk.
over de sociale problemen van de leerling
ouder(s) (zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf
80,00 klasleerkracht
70,00 60,00
zorgleerkracht/leerlingbegeleider
50,00
toezichthoudend personeel
40,00 30,00
directie
20,00
CLB (medewerker)
10,00 0,00 over de sociale problemen van de leerling
56
Bij de vraag wie er het meest inzagerecht heeft wat betreft sociale problemen van de leerlingen, zetten 74% van de respondenten de ouders weer met stip op 1. De directie en de zorgleerkracht/leerlingbegeleider hebben volgens 58% van de respondenten het recht om informatie van deze aard in te kijken. De klasleerkracht en de CLB-medewerker hebben iets minder het recht daartoe. Respectievelijk 53% en 49% van de respondenten vindt dat dit moet kunnen. Het kind zelf zou slechts van 40% van de respondenten inzagerecht krijgen. Het toezichthoudend personeel heeft weer bijna geen recht om informatie van deze aard te consulteren. Slechts 12% van de respondenten vindt dat dit wel moet kunnen. 54. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de emotionele problemen van de leerling? Meerdere personen zijn mogelijk. 55. Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de ontwikkelingsproblemen van de leerling? Meerdere personen zijn mogelijk. 56. Wie mag er volgens jou de informatie over extra zorg die het kind gekregen heeft (bv extra hulp bij wiskunde, dyslexie,...) van de leerling inkijken? Meerdere personen zijn mogelijk. (De resultaten van vraag 54, 55 en 56 worden samen bekeken.)
over de emotionele problemen van de leerling
over de ontwikkelingsproblemen van de leerling 80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00
80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00 over de ontwikkelingsproblemen van de leerling
over extra zorg die het kind gekregen heeft (bv extra hulp bij wiskunde, dyslexie,...) van de leerling
over de emotionele problemen van de leerling
ouder(s) (zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf
80,00
klasleerkracht
60,00
zorgleerkracht/leerlingbegelei der toezichthoudend personeel
40,00 20,00 0,00
over extra zorg die het kind gekregen heeft (bv extra hulp bij wiskunde, dyslexie,...) van de leerling
57
Bij de volgende drie grafieken zien we telkens dezelfde tendens . De respondenten achten de ouders het best geplaatst om inzagerecht te krijgen met ongeveer 74%. De zorgleerkracht/leerlingbegeleider krijgt meer het recht om informatie over deze dossiers in te kijken dan de klasleerkracht of de directie. De CLB-medewerker heeft in alle drie de dossiers duidelijk minder recht om deze gegevens in te kijken. Het kind zelf heeft beduidend minder inzagerecht dan de andere actoren, het toezichthoudend personeel niet meegerekend. Die hebben, volgens onze respondenten, zoals steeds het minst inzagerecht. 57. Wie mag volgens jou belangrijke informatie toevoegen aan het persoonlijk leerlingendossier? 70,00
65,83
60,00
56,99
ouder(s) (zij die het ouderlijk gezag hebben)
59,15 55,64 51,67
het kind zelf
50,00 klasleerkracht 40,00
30,00
zorgleerkracht/leerlingbegeleide r
29,40
toezichthoudend personeel directie
20,00 11,54
CLB (medewerker)
10,00 2,34
ander
0,00 Wie mag volgens jou belangrijke informatie toevoegen aan het persoonlijk leerlingendossier?
De ouders scoren hier opnieuw het best. De trend dat het toezichthoudend personeel het minst inzagerecht heeft volgens onze respondenten, wordt ook hier doorgezet. Voor 29% van de respondenten mag het kind zelf informatie toevoegen aan het leerlingendossier. Het kind zelf heeft globaal meer recht op inzage van het leerlingendossier dan er zelf iets aan toe te voegen. Uit een eerste vergelijking blijkt dat de ouders met kinderen in het basisonderwijs meer vinden dan de ouders met kinderen in het secundair onderwijs dat de klasleerkracht inzage mag hebben in de informatie van ouders. In het basisonderwijs mag de klasleerkracht volgens de ouders meer inzage hebben in de informatie over ouders dan de zorgleerkracht, terwijl dit in het secundair onderwijs precies omgekeerd is. Dat is evident, gezien de structuur van het basis- en secundair onderwijs. Om dit ook wetenschappelijk te kunnen verifiëren, zijn echter statistische analyses noodzakelijk.
58
58. Kan het doorgeven van gegevens de nieuwe school helpen om aan elke leerling de juiste zorg op maat te bieden? Kan het doorgeven van gegevens de nieuwe school helpen om aan elke leerling de juiste zorg op maat te bieden? 0%
1%
0%
helemaal niet
7%
eerder niet 43%
eerder wel zeker wel 49%
Anders Geen antwoord
De ouders zijn het erover eens dat het doorgeven van gegevens een nieuwe school kan helpen om zorg op maat te geven aan de leerlingen. Slechts 7% van de ouders is ‘eerder niet’ akkoord met deze stelling. 59. Vind je dat alle informatie in één leerlingendossier moet zitten? Vind je dat alle informatie in één leerlingendossier moet zitten? ja
nee
ik weet het niet
9% 17%
74%
3 op 4 ouders vinden dat alle informatie in één leerlingendossier moet zitten. Een kleine 10% van de ouders heeft geen mening.
59
Stellingen omtrent actorschap ouders en leerlingen Veruit het grootste deel van de ouders vindt dat ze als ouders moeten kunnen verzet aantekenen tegen de inhoud en dat ze moeten kunnen beslissen wat er in het dossier wordt opgenomen. Iets minder dan de helft van de ouders vindt dat het kind ook diezelfde rechten moet hebben. Uit een eerste vergelijkende analyse tussen het basis en het secundair onderwijs, blijkt dat de ouders met kinderen in het secundair onderwijs meer geneigd zijn om hun kind actorschap toe te kennen met betrekking tot het dossier (verzet aantekenen en beslissen dat zaken worden opgenomen). Dit heeft wellicht te maken met de leeftijd - toenemende “rijpheid” - van het kind.
100,00 90,00
87,51
86,59
86,59
80,00 70,00 55,14
60,00 50,00
44,86
44,86
55,14
55,14
44,86
40,00 30,00 20,00
12,49
13,41
13,41
10,00 0,00
ja
nee
Vind je dat ouders verzet kunnen aantekenen tegen de inhoud van het dossier? Vind je dat het kind zelf verzet kan aantekenen tegen de inhoud van het dossier? Vind je dat ouders verzet kunnen aantekenen tegen de inhoud van het dossier wanneer het dossier wordt doorgegeven? Vind je dat het kind zelf verzet kan aantekenen tegen de inhoud van het dossier wanneer het dossier wordt doorgegeven? Vind je dat je als ouder moet kunnen beslissen dat bepaalde zaken niet in het persoonlijk leerlingendossier mogen worden opgenomen? Vind je dat het kind zelf kan beslissen dat bepaalde zaken niet in het persoonlijk leerlingendossier worden opgenomen?
60
Conclusies en voorzichtige reflecties bij de bevraging rond het leerlingendossier In wat volgt worden niet alleen de conclusies van de bevraging naar voor gebracht, maar worden eveneens enkele voorzichtige reflecties vanuit de ouderkoepels geformuleerd. (Deze reflecties worden cursief weergegeven.) De schat aan informatie is hiermee niet uitgeput en de COB is bereid om in de toekomst mee na te denken en constructief mee te werken aan de verdere uitdieping van het onderzoeksmateriaal. Om tot sommige conclusies en reflecties te komen, werden de resultaten van zowel de online bevraging als de focusgroepen naast elkaar gelegd. Het leerlingendossier wordt door ouders algemeen gewaardeerd als een belangrijk instrument in de opvolging van een leerling. De ouderkoepels vinden dit een belangrijke vaststelling. Zij onderschrijven het belang van een goed onderbouwd dossier vooral vanuit de grote zorg die aan de leerlingen wordt besteed gedurende hun onderwijsloopbaan. In het licht van de toenemende juridisering van de leerlingenbegeleiding, is een goed dossier eveneens van belang. Ouders zijn onvoldoende op de hoogte van de verschillende inhoudelijke aspecten van het leerlingendossier. Dit neemt niet weg dat ouders zich goed geïnformeerd kunnen voelen over hun dochter/zoon via vb. de schoolagenda en het rapport. De informatie die men hierin terugvindt, is gebaseerd op elementen uit het leerlingendossier. Deze vinden op hun beurt hun oorsprong in vb. de verslagen van de besprekingen/evaluaties tijdens de klassenraden. Blijft de opdracht om de ouders te informeren over de verschillende inhoudelijke aspecten en de structuur van een leerlingendossier. Hoewel ouders het leerlingendossier waarderen en geen problemen hebben met het doorgeven van algemene gegevens van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs, moet toch enige nuance toegevoegd worden. Met betrekking tot bepaalde onderwerpen is er een grotere terughoudendheid bij de ouders. Ten eerste heeft men het bijvoorbeeld moeilijker met gegevens van persoonlijke aard. Het gaat hierbij vooral om het opleidingsniveau en het uitgeoefende beroep. Het is mogelijk dat de schoolcultuur bepalend is voor de mate waarin ouders hun gegevens zouden prijsgeven. Ruimer gezien kan de sociale druk van onze maatschappij - waar een hoog opleidingsniveau en een beroep met aanzien als norm naar voor worden geschoven – deze instelling verklaren. Men maakt eveneens voorbehoud voor het doorgeven van sociale problemen. Mogelijk voelen ouders zich verantwoordelijk voor de sociale problematiek van hun dochter/zoon en zien ze deze gegevens niet graag “geofficialiseerd” in een leerlingendossier. Bovendien is men misschien bevreesd voor “het label” dat een kind lang met zich mee zal dragen. Ten derde is er een grotere terughoudendheid met betrekking tot het doorgeven van medische gegevens. Het al of niet willen doorgeven van medische gegevens vraagt om een aparte beoordeling. 20 % van de ouders wil niet dat deze gegevens worden overgemaakt. Het taboe dat rust op bepaalde medische gegevens is waarschijnlijk nog zo groot dat men bezwaar maakt tegen het doorgeven ervan. De ouderkoepels vinden dat er een taak voor hen is weggelegd in het verder sensibiliseren van
61
de ouders zodat ze een onderscheid kunnen maken tussen datgene wat belangrijk is om weten voor een school en wat niet. Ouders vertonen ten vierde een grotere gevoeligheid voor het doorgeven van informatie in verband met orde-en tuchtmaatregelen. Wellicht gaat hieronder de vrees schuil dat leerlingen met een “label” door hun verdere schoolloopbaan dreigen te gaan. Uit de focusgroepen blijkt overigens dat ouders informatie rond tuchtmaatregelen liefst op een nader te bepalen tijdstip zien verdwijnen om geen hypotheek te leggen op de verdere schoolloopbaan van een leerling. De ouderkoepels pleiten er daarom voor voorzichtig om te gaan met deze informatie. Jongeren kunnen falen, maar kunnen ook positief evolueren! Bovendien mag men uitgaan van het ”tabula rasa”-principe als iemand een sanctie heeft opgelegd gekregen en deze positief heeft opgevolgd. De ouderkoepels menen dat de draagwijdte van een sanctie goed moet ingeschat worden, zowel ten opzichte van de gesanctioneerde jongere als ten opzichte van het gezin. Een ernstige sanctie moet voor een jongere samengaan met een gepaste hulpverlening en/of doorverwijzing. Uit bovenstaande oplijsting van thema’s die bij ouders een iets grotere terughoudendheid oproepen, kunnen de ouderkoepels 2 aanbevelingen doen. De ouderkoepels vinden het enerzijds nodig na te denken over wat thuishoort in het dossier. Wanneer zijn welke gegevens echt noodzakelijk voor het leerlingendossier? Een deontologisch kader of een leidraad voor (intake)gesprekken waar delicate gegevens (bv. gegevens van de ouders) moeten worden besproken, kan een welkome hulp zijn voor degenen die deze oudergesprekken moeten voeren en het dossier vervolledigen. Anderzijds is het ook nodig om na te denken over hoe – de manier waarop - deze boodschappen best gebracht worden. Het blijft een uitdaging boodschappen op een gepaste manier te brengen waar er gecommuniceerd wordt over de inhoud van het leerlingendossier. Ouders hebben erg veel respect voor de zorgdragers-informatieverstrekkers in de ruimste betekenis van het woord. Zij verdienen op hun beurt dan ook dat er in delicate situaties met het nodige respect gecommuniceerd wordt over hun kind. Uit de bevraging kunnen we bijvoorbeeld afleiden dat voor ouders opmerkingen en bedenkingen op het rapport als bedreigend kunnen worden gezien omdat ze rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de opvoedingsstijl die op school en thuis wordt gehanteerd. Een constructieve, maar respectvolle houding naar de thuissituatie toe blijft hiertegenover aanbevolen. De ouderkoepels willen benadrukken dat dit in de meeste scholen zo gebeurt. De bedenkingen die ouders uitten met betrekking tot het doorgeven van gegevens van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs, zijn in grote mate gelijklopend met de bedenkingen die men uitte rond het doorgeven van gegevens tussen scholen van het secundair onderwijs. Ouders stellen een groot vertrouwen in de scholen wat betreft het (extra-)zorgbeleid rond leerproblemen, ontwikkelingsproblemen enz. Ouders uitten in de onderzoeksresultaten hun grote waardering voor allen die rechtstreeks betrokken zijn bij de zorg van de leerlingen: de zorgleerkracht, de leerlingenbegeleiding en de directie. De ouderkoepels willen in navolging hiervan de belangrijke rol van elke leraar in de implementatie van het zorgproces beklemtonen. Hiernaast geniet de schooldirectie een groot vertrouwen met betrekking tot het inkijken van het dossier. De ouderkoepels waarderen dit erg en zien dit als een bevestiging van de enorme energie die directies investeren in hun scholen, ook wat betreft zorgbeleid. 62
Ouders pleiten volgens de bevraging voor een duidelijk mandaat en een gradatie wat betreft het inkijken van het dossier. Waar de directie alles mag inkijken, oordelen de ouders dat het toezichthoudend personeel weinig recht op inzage moet krijgen. Nochtans heeft deze laatste personeelsgroep vaak één of andere pedagogische verantwoordelijkheid op een school. Persoonsgegevens en andere persoonlijke gegevens horen volgens de ouders niet zomaar ingekeken te kunnen worden. Deze instelling verwijst naar de behoefte aan een gradueel opgebouwd mandaat om het dossier te mogen inkijken. Ouders zien zichzelf als de belangrijkste actor in het leerlingendossier. Deze bevinding onderlijnt de grote betrokkenheid van ouders bij de schoolloopbaan van hun kind. Tegelijk maakt dit duidelijk dat het dossier als een gezagvol instrument wordt gezien in de wisselwerking die er tussen de ouders en de school moet zijn. In het bijzonder met betrekking tot de studiekeuze van een leerling, is het goed dat ouders hun kind de toelating geven hierrond alle nodige informatie te vernemen. Leerlingen moeten immers eigenaar worden van hun eigen leertraject om dit succesvol af te kunnen ronden. Waar het uiteindelijk in de onderwijsloopbaan om gaat, is de vorming in het kader van een juiste studiekeuzebegeleiding. En daarvoor kunnen leerlingen nooit voldoende begeleid én geïnformeerd zijn! Ouders denken hierover anders waar het gaat om persoonsgevoelige materie zoals emotionele problemen, ontwikkelingsproblemen ed. Ook hier ligt waarschijnlijk de bezorgdheid om het “label” dat hun kind mogelijk met zich meedraagt, aan de basis.
63
Bijlagen Bijlage 1: Opmerkingen ivm vervoer Indien er aangegeven wordt dat de kostprijs voor vervoer 0 euro is werden volgende opmerkingen gegeven :
met de fiets (onkosten voor de fiets: aankoop, onderhoud en herstellingen worden niet gerekend omdat de fiets ook voor recreatie dient) fietst ze gaat met de fiets fiets Wij wonen zeer dichtbij Met de fiets naar school met de fiets fietst naar school Gaat met de fiets naar school. niet van toepassing voor mij RIJDT MET DE FIETS per fiets Fiets altijd fiets Gaan met der fiets. Bij slecht weer worden ze gevoerd met de wagen. Afhankelijk van het weer / seizoen. Bij mooi weer neemt ze de fiets € 0, bij slecht weer gaat ze met de bus of met de auto € 1-20. te voet per fiets naar school met de fiets fiets ze gaan met de fiets GAAT TE VOET woonplaats op minder dan 1 km van de school ze komt met de fiets Fiets te voet fiets per fiets GAAT MET DE FIETS 3DE BUZZYPASS IN HET GEZIN met de fiets VERVOER NODIG OM TE KUNNEN GAAN SPORTEN?OMDAT ER GEEN PLAATS IS BINNEN DE SCHOOL EN DE SPORTHAL NIET VRIJ ZIJN 64
Als je de kosten van een fiets niet meetelt. Zoon fietst zelf van en naar school. Mijn zoon gaat met de fiets naar school fiets CARPOOLING MET OUDERS gaan met fiets fiets bus in Hasselt is gratis binnen Hasselt gaat per fiets naar school Gaat per fiets mijn zoon gaat met de fiets of te voet kind gebruikt fiets voor verplaatsing van en naar school te voet gaat met de fiets gaat te voet fiets ENKEL FIETS MOGELIJKHEID. GEEN BUSVERBINDING 0 euro zolang de fiets niet kapot gaat wij brengen onze dochter zelf naar school met de auto met de fiets Gaat met de fiets woont kort aan de school kind gaat met de fiets naar school Fiets Ze gaat met de fiets gaat te voet Mijn kind gaat te voet. Fietst naar school. In hoeverre zie je slijtage aan de fiets als kostprijs? rijdt mee met iemand anders of neemt de fiets rijdt mee met iemand of gaat met fiets te voet of met de fiets TE VOET met de fiets gaat met de fiets. of moeten we afschrijving van de fiets rekenen?? ZE GAAT MET DE FIETS fiets verplaatsing naar school per fiets prijs en herstellingen van fiets? met de fiets ze gaan te voet rijdt met de fiets Jaarabonnement van DE LIJN Gaat met de fiets 65
HIJ GAAT MET DE FIETS NAAR SCHOOL vervoer fiets voorlopig nog gratis tot en met 14 jaar, daarna betalend Mijn dochter fietst naar school met fiets Fietsen is een lage kostprijs mijn dochter heeft nog recht op gratis openbaar vervoer omdat we inwoner zijn van Stad Gent (Busypass is gratis) mijn zoon gaat met de fiets naar school Fiets KIND GAAT MET DE FIETS NAAR SCHOOL Ze rijdt (meestal) met de fiets zoon gaat met de fiets naar school wij fietsen naar school we gaan per fiets
Indien er aangegeven wordt dat de kostprijs voor vervoer 1-20 euro is werden volgende opmerkingen gegeven :
abonnement De Lijn geen opmerkingen. om de reistijd te beperken gebruik van auto jaarabonnement voor de tram, maar de gemeente waar wij wonen past 70% bij, vandaar de lage kost: 42euro/jaar trein onze gemeente betaalt 70% van het abonnement voor het openbaar vervoer (super!) normaal gebruiken we de fiets, heel af en toe met de auto, vandaar 1-20 euro brandstofkosten kleine brandstofkostprijs voor occasioneel vervoer met de auto bij slecht weer, normaal gebeurt het vervoer met de fiets Busabonnement van 'De lijn' Buzzy Pass voor de helft gesubsidieerd door de gemeente. zoon met de lijn bus Dat is toch het abonnement gedeeld door tien of door twaalf??? zij meestal met de fiets naar school. Bij slecht weer met de auto. met de bus als ze nog mensen bij kunne althans ze zijn meestal vol zodat de dochter op dat moment nog voor een andere oplossing moet zorgen buzzy pass van de Lijn per kwartaal onkosten fiets buzzypas van de lijn op jaarbasis MET DE FIETS.DUS REGELMATIG EN ONDERHOUD. OOK MET BUZZY_PAS meestal per fiets, met slecht weer auto busabonnement de lijn 66
openbaar vervoer Leve de bussypas. meestal met fiets, in de winter met de bus Verplaatsing per fiets. buzzy pas = per jaar tramabonnement Busabonnement met tussenkomst van de gemeente 2580 Putte, anders dubbel zo duur FIETS afhankelijk van het weer fiets of auto aankoop fiets en herstellingskosten fiets gespreid over heel de humaniora. met de fiets naar school, bij slecht weer met de bus Hij wordt meestal door zijn tante vervoerd, en die rekent ons niets daarvoor. Treinabonnement voor gans het jaar kost 120€ Bijna altijd met de fiets, heel soms met de bus of auto. MEESTAL FIETS, SOMS BUS Jaarabonnement abonnement De Lijn BuzzyPass voor een heel schooljaar dit is een treinabonnement in de koude maanden (3), anders met fiets als de bus rijdt want anders moet ik ze nog gaan halen met de auto met fiets en auto
Indien er aangegeven wordt dat de kostprijs voor vervoer 21-50 euro is werden volgende opmerkingen gegeven :
bus De Lijn Bij goed weer fietst de leerling naar school, bij slecht weer wordt de leerling gevoerd want het openbaar vervoer heeft een zeer beperkt aanbod komt met eigen vervoer eigen vervoer komen vanuit nederland Mijn kind gaat per fiets naar school en moet een afstand van 5 km afleggen. Ik heb per kind 1 goede fiets en 1 reservefiets. Ik heb maandelijks minstens 1 fietsreparatie. De fietskosten lopen per kind echt wel op. Heeft een bus pasje Mijn kind zit op internaat, dus de verplaatsing is maar één keer per week de Overheid zou de bus,trein, tram en metro gratis moeten maken voor schoolgaande kinderen. Nu zijn er teveel ouders die ze wegvoeren met de auto, file vormig en uitstoot CO2 Ons kind komt occasioneel met de bus naar huis. Normaliter wordt hij gebracht en afgehaald met de auto. JAARABONNEMENT
67
Indien er aangegeven wordt dat de kostprijs voor vervoer 51-100 euro is werden volgende opmerkingen gegeven :
Ik breng de kinderen met de wagen Rijdt mee met ouder opweg naar het werk fiets gekocht aan 600 € gedeeld door 10 is 60 E per maand zonder de herstellingen enz. bij slecht weer neemt zij het openbaar vervoer ( abonnement) anders gaat zij met de fiets naar school. met de auto => ca. 4 x 13 km / dag
Indien er aangegeven wordt dat de kostprijs voor vervoer ‘ik weet het niet’ werden volgende opmerkingen gegeven :
schoolkosten vormen geen probleem. de school is op minder dan een kilometer rijden met de auto of de fiets MET DE WAGEN GEBRACHT OP HET MOMENT DAT OOK DE MAMA GAAT WERKEN Carpool-systeem of fiets Abonnement STIB - kost 210 € / jaar Breng haar met de auto dochter maakt hoofdzakelijk gebruik van gratis busvervoer, maar zij wordt soms ook naar school gebracht met eigen auto of door andere ouders uit omgeving gaat met de fiets aankoop Buzzy pas treinabonnement
68
Bijlage 2: Opmerkingen ivm verplichte kosten Hoeveel verwacht je dit schooljaar uit te geven aan verplichte studiekosten? 0-150 Opmerkingen : Liefts zo weinig mogelijk!! 151-300 Opmerkingen :
rond de 180 euro schatting school inclusief didactische uitstap dit is zonder de schoolboeken gerekend boeken+werkboeken dit is zonder de meerdaagse schooluitstap dit zijn de kosten zonder aankoop van de studieboeken Denk ik, maar ben niet zeker In het laatste jaar aso lopen de kosten niet zo hoog op. Atlassen, rekenmachines, bijbels gaan verschillende jaren mee. boeken inbegrepen, kopen en een deel huren + kopies en andere kosten 300 Euro is de prijs wat ons aangerekend werd als provisie en waar men max. met 50 euro kan bovengaan. extra muros activiteiten verzwaren de uiteindelijke rekening buitensporig 301-450 Opmerkingen :
Bedrag dat in het begin van het schooljaar werd opgegeven is meestal hoger dan de werkelijke kosten de grootste kost is de aankoop van de schoolboeken de schoolboeken alleen was al meer dan 200 euro die via site naar de uitgeverij rechtstreeks besteld werden Ik heb al een voorschot van 300 euro betaald. Het zou bij nader inziens prettiger geweest zijn als je vooraf een indicatie kreeg. voor 1 kind GEEN IDEE MAAR WE GAAN ER SCHEEF VOOR LIGGEN 300 EURO ? 451-600 Opmerkingen :
Met de studietoelage die van de overheid wordt gegeven mogen de mensen hierover toch niet klagen. Het is toch normaal dat studeren niet volledig gratis is.
69
465 euro te betalen bij inschrijving. Daarin zitten aankoop werkboeken, huur leerboeken, GWP, uitstappen, turnkledij,... Op het einde van het schooljaar wordt afrekening gemaakt en krijg je teveel betaalde centen terug of moet je nog wat bijleggen; inclusief gwp - exclusief vervoer en maaltijden dit was het inschrijvingsgeld+GWP VERVOERKOSTEN INBEGREPEN (buzzypas 168 euro) eigenlijk niet echt een idee is mijn eerste kind in het middelbaar een maandelijks of twee maandelijks overzicht van de schoolkosten is veel overzichtelijker, tot nu toe heb ik nog geen enkele schoolrekening ontvangen. (04-12-2011 ) 751-900 Opmerkingen : schoolreis naar Italië waar vrij duur Daar zit de GWP wel in, hoop ik. Buitenlandse reis (GWP) is de grootste kost VEEL INVULBOEKEN VERHOGEN DE KOSTPRIJS Kostenloos onderwijs is in deze context een loos begrip ! 1051-1200 Opmerkingen : GWP Italië alleen kost al minstens 700 euro boeken en uniform is van toepassing op drie kinderen meer dan 1500 Opmerkingen :
deze kosten zijn inbegrepen de 3 verschillende uniformen (school, keuken en zaal). met internaatskosten bij zit het totaal rond 5000€ Ik weet het niet Opmerkingen :
Zo precies weet ik het niet maar de schoolboeken op zich bedroeg al 400 EUR. En waar ik mij al 5 jaar aan stoor zijn de werkboeken! Heel duur en ze worden dan nog niet volledig gebruikt. En als je kind een jaar overdoet moet je die werkboeken terug kopen (gelukkig is mij dat bespaart gebleven). In de tijd dat milieu een 'hot item' is en overal naar milieubesparende maatregelen wordt gezocht blijft het onderwijs daar helemaal in gebreke!! En bovendien kunnen kinderen hiermee geen correcte zinnen meer schrijven. Nog een nadeel bovenop. Een schade !!! Dat hangt er van af of het verplicht is of niet. Ben daar te weinig intens mee bezig. Ik zou het wel kunnen weten indien ik dit naga. schoolkosten vormen geen probleem. informatie werd meegegeven, het is te lang geleden om het bedrag zo door te geven, ik zou het moeten opzoeken 70
Bijlage 3: Opmerkingen ivm niet-verplichte kosten Hoeveel verwacht je dit schooljaar uit te geven aan niet-verplichte studiekosten? 0-150 Opmerkingen :
Niet verplichte kosten zoals toneelvoorstelling kan ook zinvol zijn Dit is heel weinig en beperkt zich tot een pizza als middageten zo nu en dan + schoolproject (truffels) + goede doelen In het 1e secundair was dit bedrag véél hoger wegens allemaal nieuwe schoolbenodigdheden (gratis in lager onderwijs). De meeste benodigdheden kunnen een aantal jaren gebruikt worden. er is niets waar de leerlingen van de lagere graad aan kunnen deelnemen ski vakantie enz.spijtig genoeg liefst zo laag mogelijk natuurlijk, alles is al zo duur! 151-300 Opmerkingen :
reis in samenwerking met de school maar buiten de uren Vooral door reizen en uitstappen, maar ik vind die even belangrijk als "blijven zitten op de stoel". Die leren op een ander manier de wereld om ons heen te begrijpen, op een speelser manier, die bij de kinderen soms beter "blijft". En ook, leren ze met anderen om te gaan. De leerling wenst niet mee te gaan op italiereis die begin juli wordt georganiseerd Bij een activiteit hebben leerlingen toch ook zakgeld nodig, bij sommige activiteiten mogen ze zelf geen versnaperingen meenemen, dus extra geld je wilt ook niet dat ze uit de boot vallen skireis in krokusvakantie schooluitstap Londen iK HOUD GEEN REKENING MET ETEN, KLEDIJ, ed. Dat heeft een kind altijd nodig. Ik vind het onterecht dat dit bij studiekosten zou gerekend worden. Wel boekentas, ander materiaal 301-450 Opmerkingen : Reis naar Normandie-Bretagne is niet "verplicht", maar wel warm aanbevolen... gwp Londonreis is 310euro. ze zijn niet verplicht, maar de hele klas gaat wel mee! zit ook zakgeld bij voor 2-daagse naar Amsterdam zit zakgeld in voor 2-daagse 451-600 Opmerkingen :
ski vakantie 71
facultatieve uitstap met de laatste jaars DIKWIJLS MAAKT DAT MEER UIT MAAR KAN JE DIT DAN NIET MEER WEIGERN GWP-week is eigenlijk wel verplicht en is ook de zwaarste kost. Kan wel in schijven betaald worden. GWP-week is de grootste kost en eigenlijk wel verplicht. Kan wel in schijven betaald worden. Veel scholen bieden facultatieve reizen aan zoals in het vierde jaar een reis naar Londen / Parijs.In het vijfde jaar een ski-reis. In het zesde jaar een eindejaarsreis. Dit loopt best op per kind ! 751-900/901-1050 Opmerkingen :
Mijn kinderen eten p school en dit vertit is een keuze , geen verplichting , en thuis eten kost meer . Dus ik weet niet of dit correct is van dit als studiekost te rekenen . Zonder schooleten is de kost maar 0-150 , of absoluut max 150-300 euro . GWP ITALIE gwp heb tweedehands laptop kunnen aankopen voor mijn dochter, gezien het c-àuderschap heeft zij veel zaken dubbel ( anders veel gesleur van mama naar papa met sportschoenen e.d.) vrij dure schoolreis Reis naar Italie met de zesdejaars tijdens de paasvakantie in het laatste jaar kan men op eindreis er zitten daar een paar kooruitstappen in. eet wel 3 warme maaltijd en één broodjesmaaltijd per week, internetaansluiting geldt voor alle gezinsleden. wordt sterk beïnvloed door buitenlandse reis 1051-1200 Opmerkingen : ski reis meer dan 1500 Opmerkingen : Ik weet het niet Opmerkingen :
Hij gaat mee op reis. Niet verplicht maar wij willen hem dit ook niet ontzeggen. Reizen zijn op de school vrij duur maar ze zijn ook kwalitatief zeer goed geregeld en verzorgd en de activiteiten zijn top. Dus waar voor je geld.Dus geen probleem hiermee schoolkosten vormen geen probleem. EEN INLEEFREIS NAAR SURINAME INTERNAAT Niet verplichte reis naar Zuid Africa. (uitwisseling) deze bestaan voornamelijk uit de internaatskosten 72
Bijlage 4: Online bevraging Algemene vragen Hier kan je de code ingeven die je van de school of de ouderwerking gekregen hebt. Deze code bestaat uit twee delen. Het eerste gedeelte is een lettercode die uit 3 delen bestaat. Het tweede gedeelte bestaat uit een cijfercode die ook uit 3 delen bestaat . Geef het aantal schoolgaande kinderen per onderwijsniveau aan binnen jouw gezin. (Gelieve het cijfer 0 in te geven als er geen kinderen in een bepaalde onderwijsvorm school lopen.) Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van jouw mening, vragen wij om alle volgende vragen toe te passen op één kind binnen het gezin. Je kreeg van de basisschool van jouw kind(eren) de vraag om deze vragenlijst in te vullen. Als je maar één kind hebt dat naar het basisonderwijs gaat, vul dan de bevraging in voor dat kind. Enkel als je meerdere kinderen in het basisonderwijs hebt, kan je kiezen uit deze kinderen. Als je zelf geboren bent in een even maand, duid dan het jongste kind aan. Als je zelf geboren bent in een oneven maand, duid dan het oudste kind aan. Ik vul deze bevraging in voor : o o
het jongste kind het oudste kind
Kies één van de onderstaande mogelijkheden. Mijn kind ... o o o o
woont bij beide ouders woont in een nieuw samengesteld gezin woont in een eenoudergezin Anders
In welke onderwijsvorm zit het kind waarvoor je deze bevraging invult? Je kan hieronder kiezen uit een aantal onderwijsvormen. Komt de onderwijsvorm waar jouw kind in zit niet voor in de lijst kan je dat aangeven met de aanduiding SO (secundair onderwijs) andere o o o o o o o o
aso tso bso kso buso (buitengewoon secundair onderwijs) so andere Anders Geen antwoord
73
In de vorige vraag gaf je aan in welke onderwijsvorm het kind waarvoor je deze bevraging invult school loopt. Geef aan in welk leerjaar het kind zit. Geef aan in welke studierichting het kind school loopt. In de vorige vraag gaf je aan in welke onderwijsvorm het kind waarvoor je deze bevraging invult school loopt. Geef aan in welk leerjaar het kind zit. Geef aan in welke studierichting het kind school loopt.
Vragen kostenbeheersing Heb je van de school informatie gekregen over de verplichte studiekosten? o o o o o o o
Ja, in de periode voor de inschrijving Ja, bij de inschrijving zelf Ja, in het begin van het schooljaar Nee, ik heb op geen enkel moment informatie gekregen Ik weet het niet Anders Geen antwoord
Op welke manier(en) heb je informatie gekregen over de verplichte studiekosten? o o o o o o o
In een gesprek Telefonisch Per brief Per e-mail In het schoolreglement Andere Ik heb geen informatie gekregen
Hoe tevreden ben je over de manier waarop de informatie wordt overgebracht? o o o o o o
helemaal niet eerder niet eerder wel zeker wel Anders Geen antwoord
Krijg je vooraf een overzicht van de verschillende studiekosten? o o o o o
Ja Nee Ik weet het niet Anders Geen antwoord 74
Krijg je achteraf via de schoolrekening een overzicht van de studiekosten? o o o o o
Ja Nee Ik weet het niet Anders Geen antwoord
Vragen in verband met de detail van de studiekosten[De kosten zijn gedetailleerd weergegeven] o o o o
Ja Nee Weet niet Geen antwoord
Vragen in verband met de detail van de studiekosten[De kosten zijn duidelijk en overzichtelijk weergegeven] o o o o
Ja Nee Weet niet Geen antwoord
Bespreken de leerkrachten vooraf met je kind het maken van onkosten voor opdrachten? (bijv. afspraken over zwart-wit of kleurkopies, tips om kosten te beperken, …) o o o o o o
Ja, altijd Soms , afhankelijk van de leerkracht Nee, nooit Ik weet het niet Anders Geen antwoord
Wat is de maandelijkse kostprijs voor het vervoer naar school? o o o o o o o o
0 euro 1-20 euro 21-50 euro 51-100 euro 101-200 euro hoger dan 200 euro ik weet het niet Geen antwoord
75
Wat is de maandelijkse kostprijs voor het vervoer naar de stageplaats? o o o o o o o o o
0 euro 1-20 euro 21-50 euro 51-100 euro 101-200 euro hoger dan 200 euro Ik weet het niet Niet van toepassing: mijn kind doet geen stage Geen antwoord
Is uw keuze van vervoermiddel beïnvloed door de kostprijs van het vervoer? o o o o o o
helemaal niet eerder niet eerder wel zeker wel Anders Geen antwoord
Is jouw schoolkeuze beïnvloed door de kostprijs van het vervoer? o o o o o
helemaal niet eerder niet eerder wel zeker wel Geen antwoord
Hoeveel verwacht je dit schooljaar uit te geven aan verplichte studiekosten? o o o o o o o o o o o o o
0-150 euro 151-300 euro 301-450 euro 451-600 euro 601-750 euro 751-900 euro 901-1050 euro 1051-1200 euro 1201-1350 euro 1351-1500 euro meer dan 1500 euro Ik weet het niet Geen antwoord
76
Rangschik de verplichte kosten van hoog of duur (1) naar laag of minder duur (5). [Schaal 1] o o o o o
Schoolboeken Kopieer/ afprintkosten Vervoerskosten Turn/ werkkledij Verplichte schooluitstappen
Wegen de verplichte studiekosten door op het gezinsbudget? o o o o o o
Helemaal niet eerder niet eerder wel zeker wel Anders Geen antwoord
Hebben de verwachte studiekosten een invloed gehad op de keuze van de studierichting? o o o o o o
Helemaal niet Eerder niet Eerder wel Zeker wel Anders Geen antwoord
Hoeveel verwacht je dit schooljaar uit te geven aan niet-verplichte studiekosten ? o o o o o o o o o o o o o
0-150 euro 151-300 euro 301-450 euro 451-600 euro 601-750 euro 751-900 euro 901-1050 euro 1051-1200 euro 1201-1350 euro 1351-1500 euro meer dan 1500 euro Ik weet het niet Geen antwoord
Rangschik de niet-verplichte kosten van hoog of duur (1) tot laag of minder duur (5). o o o
Media (tijdschriften, kranten,...) Schoolbenodigdheden (passer, boekentas, kaftpapier,...) ICT-kosten (computer, internetaansluiting, software,...) 77
o o
Leefkosten op school (eten en drinken,...) Meerdaagse reizen
Wegen de niet-verplichte studiekosten door op het gezinsbudget? o o o o o o
Helemaal niet Eerder niet Eerder wel Zeker wel Anders Geen antwoord
Vraagt de school een vrijwillige financiële bijdrage van de ouders voor de schoolwerking? o o o o o
Ja Nee Ik weet het niet Anders Geen antwoord
Vraagt de school een vrijwillige financiële bijdrage van de ouderwerking en/of vriendenkring voor de school? o o o o o
ja nee Ik weet het niet Anders Geen antwoord
Worden er activiteiten georganiseerd om geld in te zamelen? (meerdere antwoorden mogelijk) o o o o
Voor schoolprojecten Voor goede doelen Er wordt helemaal niks georganiseerd Ik weet het niet
Weet je of de school inspanningen doet om de studiekosten te beperken? o o o o o
Ja Nee Ik weet het niet Anders Geen antwoord
78
Is jouw mening gevraagd over de beperking van de studiekosten? o o o o o o o
Ja, alle ouders zijn hierover bevraagd Ja, dit is mij gevraagd omdat ik in de ouderraad zit Ja, dit is mij gevraagd omdat ik in de schoolraad zit Nee, mijn mening werd op geen enkele manier gevraagd Ik weet het niet Anders Geen antwoord
Is het mogelijk de betaling van de schoolrekening te spreiden? o o o o o o
Ja, dit is automatisch zo voor iedereen Ja, dit kan op vraag Nee, dit is niet mogelijk Ik weet het niet Anders Geen antwoord
Op welke manier moet je de schoolrekening betalen? o o o o o o o
Eenmalig, bij inschrijving Eenmalig, bij aanvang van het schooljaar Gespreide betaling indien ik dat aanvraag Gespreide betaling voor iedereen andere Anders Geen antwoord
Hoe verloopt de aanschaf van de boeken voor je kind? (meerdere antwoorden mogelijk) o o o o o
aankoop bij een boekhandel aankoop op school tweedehands aankoop op school (bijv. via boekenmarkt,..) huren van de boeken op school andere
Hoe wordt er omgegaan met invulboeken door de school? o o o o o o o
Invulboeken moeten aangekocht worden en worden ook gebruikt Invulboeken moeten worden aangekocht maar worden weinig of niet gebruikt Invulboeken die aangekocht werden en niet gebruikt zijn, kunnen worden doorverkocht Er worden geen invulboeken gebruikt op school Ik weet het niet Anders Geen antwoord 79
Hoe verloopt de aanschaf van het nodigde materiaal voor uw kind? (meerdere antwoorden mogelijk) o o o o o o
Aankoop in een vrij te kiezen winkel Aankoop via de school Verplichte aankoop in een door de school aangewezen winkel Tweedehandsaankoop op school (bijv. via materiaalmarkt,..) Huren van het materiaal op school Andere
Kan de school de kosten volgens jou nog verlagen? o o o o o
Ja Nee Ik weet het niet Anders Geen antwoord
Wat wou U nog zeker zeggen omtrent kostenbeheersing en/of kosten op school?
Vragen leerlingendossier Vind je het belangrijk dat elk kind een persoonlijk leerlingendossier heeft? o o o
Ja Nee Geen antwoord
Ken je de inhoud van het leerlingendossier dat de school bijhoudt? o o o
Ja Nee Geen antwoord
Mag informatie over ouders volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ?[Opleidingsniveau ouder(s)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
80
Mag informatie over ouders volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ?[Burgerlijke staat ouder(s)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over ouders volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Beroep ouder(s)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs? [Schoolse vertraging] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs? [Cijfers/resultaten] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs? [Bemerkingen op het rapport] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
81
Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs? [Studieadvies door de school] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs? [Studieadvies door het Centrum Leerlingbegeleiding (CLB)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Medische gegevens] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Leerproblemen] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Sociale problemen] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
82
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Emotionele problemen] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Ontwikkelingsproblemen] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Informatie over extra zorg die het kind gekregen heeft (bv. extra hulp bij wiskunde, dyslexie,..)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ?[Begeleiding door het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Orde en Tuchtmaatregel(s)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
83
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens leerling volgens jou doorgegeven worden van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs ? [Reden orde en tuchtmaatregel(s)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over ouders volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Opleidingsniveau ouder(s)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over ouders volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Burgerlijke staat ouder(s)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over ouders volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Beroep ouder(s)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Schoolse vertraging] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
84
Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Cijfers/resultaten] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs?[Bemerkingen op het rapport] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Studieadvies door de school] o zeker wel o eerder wel o eerder niet o zeker niet o Geen antwoord Mag informatie over de resultaten en prestaties van de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Studieadvies door het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Medische gegevens] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
85
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs?[Leerproblemen] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Sociale problemen] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs?[Emotionele problemen] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs?[Ontwikkelingsproblemen] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Informatie over extra zorg die het kind gekregen heeft (bv. extra hulp bij wiskunde, dyslexie,...)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
86
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Begeleiding door het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Orde en tuchtmaatregel(s)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Mag informatie over problematiek en vertrouwelijke gegevens over de leerling volgens jou doorgegeven worden binnen het secundair onderwijs? [Reden orde en tuchtmaatregel(s)] o o o o o
zeker wel eerder wel eerder niet zeker niet Geen antwoord
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over het opleidingsniveau van de ouders? Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) Ander
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de burgerlijke stand van de ouders ?Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider 87
o o o o
toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) Ander
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over het beroep van de ouders? Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) Ander
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de schoolse vertraging van de leerling? Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) Ander
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de orde- en tuchtmaatregelen van de leerling? (bijvoorbeeld definitieve of tijdelijke uitsluiting)Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) Ander
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de redenen van de orde- en tuchtmaatregelen? Meerdere personen zijn mogelijk. o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf 88
o o o o o o
klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) Ander
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de cijfers en resultaten van de leerling? Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) Ander
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de bemerkingen op het rapport? Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) Ander
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over het studieadvies voor de leerling (geformuleerd door de school)?Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) Ander
89
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over het studieadvies voor de leerling (geformuleerd door het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB) op aanvraag van de ouder(s) zelf)?Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) Ander
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de leerproblemen van de leerling? Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) Ander
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de sociale problemen van de leerling? Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) Ander
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de emotionele problemen van de leerling? Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie 90
o o
CLB (medewerker) Ander
Wie mag er volgens jou de informatie inkijken over de ontwikkelingsproblemen van de leerling? Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) Ander
Wie mag er volgens jou de informatie over extra zorg die het kind gekregen heeft (bv extra hulp bij wiskunde, dyslexie,...) van de leerling inkijken? Meerdere personen zijn mogelijk. o o o o o o o o
ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) ander
Kan het doorgeven van gegevens de nieuwe school helpen om aan elke leerling de juiste zorg op maat te bieden? o o o o o o
helemaal niet eerder niet eerder wel zeker wel Anders Geen antwoord
Vind je dat alle informatie in één leerlingendossier moet zitten? o o o o o
ja nee ik weet het niet Anders Geen antwoord
91
Wie mag volgens jou belangrijke informatie toevoegen aan het persoonlijk leerlingendossier? ouder(s) (hieronder wordt verstaan zij die het ouderlijk gezag hebben) o o o o o o o
het kind zelf klasleerkracht zorgleerkracht/leerlingbegeleider toezichthoudend personeel directie CLB (medewerker) ander
Vind je dat ouders verzet kunnen aantekenen tegen de inhoud van het dossier? o o o
Ja Nee Geen antwoord
Vind je dat het kind zelf verzet kan aantekenen tegen de inhoud van het dossier? o o o
Ja Nee Geen antwoord
Vind je dat ouders verzet kunnen aantekenen tegen de inhoud van het dossier wanneer het dossier wordt doorgegeven? o o o
Ja Nee Geen antwoord
Vind je dat het kind zelf verzet kan aantekenen tegen de inhoud van het dossier wanneer het dossier wordt doorgegeven? o o o
Ja Nee Geen antwoord
Vind je dat je als ouder moet kunnen beslissen dat bepaalde zaken niet in het persoonlijk leerlingendossier mogen worden opgenomen? o o o
Ja Nee Geen antwoord
92
Vind je dat het kind zelf kan beslissen dat bepaalde zaken niet in het persoonlijk leerlingendossier worden opgenomen? o o o
Ja Nee Geen antwoord
93