Rapport naar aanleiding van het Thematisch Toezichtbezoek aan Bureau Jeugdzorg Utrecht, Locatie Stad Utrecht en Altrecht Geestelijke Gezondheidszorg, afdeling Jeugd op 28 oktober 2005
Rijswijk, februari 2006
Inhoudsopgave
1
Inleiding
3
2
Resultaten inspectiebezoek
4
2.1
Inleiding
4
2.2
Aanmelding en screening
4
2.3
Diagnostiek binnen BJz
6
2.4
Indicatiebesluit BJz
7
2.5
Aanmelding bij J-GGZ/uitvoering indicatiebesluit
9
2.6
Opstellen hulpverleningsplan binnen de J-GGZ
10
2.7
Uitvoeren en volgen van de geïndiceerde zorg door BJz
11
3
Beschouwing
12
3.1
Inleiding
3.2
Indicatieproces- Indicatiebesluit
12
3.3
Verschillen verwachtingen over en weer over de functie casemanagement
13
3.4
Werkt de Wjz, de samenwerking Bjz - J-GGZ, beter uit voor cliënten?
12
13
Bijlage: Bijlage 1: Toelichting score-classificaties Bijlage 2: Overzicht gebruikte documenten
2
Inleiding
1
Deze rapportage omvat de resultaten van het thematisch toezichtbezoek dat op 28 oktober 2005 door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) samen met de Inspectie voor de Jeugdzorg (IJZ) aan Bureau Jeugdzorg Utrecht, locatie Stad Utrecht en aan Altrecht geestelijke gezondheidszorg, afdeling Jeugd te Utrecht is gebracht. Het bezoek is uitgevoerd door mevrouw drs M. Hordijk (senior inspecteur IJZ) en de heer T.M.P. van Els (inspecteur IGZ). Dit bezoek is verricht met als doel om zowel Bureau Jeugdzorg als de J-GGZ-instelling te scoren op de kwaliteit van hun beider samenwerking. Het inspectieonderzoek is toegespitst op de toegangsfunctie waarlangs jeugdigen met GGZ-problematiek via Bureau Jeugdzorg worden doorgeleid naar de J-GGZ. In dit licht zijn de volgende zes thema’s bij het Bureau Jeugdzorg Utrecht en bij Altrecht Jeugd te Utrecht onderzocht: 1.
aanmelding bij Bureau Jeugdzorg/screening;
2.
diagnostiek (basis/indicatiediagnostiek);
3.
indicatiebesluit;
4.
aanmelding bij de J-GGZ-instelling/uitvoering indicatiebesluit;
5.
opstellen hulpverleningsplan/behandelplan;
6.
uitvoeren en monitoren van de verleende GGZ-zorg door Bureau Jeugdzorg.
Om tot een oordeel te komen maken de inspecties gebruik van het instrument ‘thematisch toezicht samenwerking Bureau Jeugdzorg – J-GGZ 2005’. Dit instrument is gebaseerd op bepalingen uit de Wet op de Jeugdzorg, het Uitvoeringsbesluit, het Referentiewerkmodel, het HKZ-certificatieschema Jeugdzorg/J-GGZ, de Wet BIG en de Kwaliteitswet Zorginstellingen. Deze rapportage is gebaseerd op: a.
Gesprekken met: -
een screener en een unitleider van een unit jeugdhulpverlening, een gedragswetenschapper, een lid van
-
een beleidspsychiater, een GZ-psycholoog (coördinator RDT), een teamleider, een algemeen manager en
de indicatiecommissie en het hoofd van de afdeling Jeugdhulpverlening van Bureau Jeugdzorg Utrecht; directeur algemene zaken divisie Jeugd & Ouderen, Altrecht geestelijke gezondheidszorg, te Utrecht; b.
Documenten zoals weergegeven in bijlage 2.
Op geleide van de bezoekronde langs in totaal 15 koppels van Bureaus Jeugdzorg en J-GGZ-instellingen stellen de inspecties een geaggregeerde rapportage op. Op grond van de scores die zijn opgenomen in deze rapportage op instellingsniveau wordt de regionale samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg Utrecht en Altrecht Jeugd in de geaggregeerde rapportage getypeerd en vergeleken met samenwerkingsrelaties die elders in het land operationeel zijn. In de geaggregeerde rapportage worden - naast de presentatie van vergelijkingsmateriaal - conclusies en aanbevelingen geformuleerd en gemeenschappelijke aandachtspunten nader toegelicht. Zowel deze rapportage op instellingsniveau als de geaggregeerde rapportage zijn openbaar.
3
2
Resultaten inspectiebezoek
2.1
Inleiding
In dit hoofdstuk leest u hoe Bureau Jeugdzorg Utrecht en Altrecht Jeugd scoren op de kwaliteit van hun beider samenwerking, toegespitst op de toegangsfunctie waarlangs jeugdigen met GGZ-problematiek via Bureau Jeugdzorg worden doorgeleid naar de J-GGZ. Per thema treft u telkens eerst een beschrijving van de streefsituatie en vervolgens een tabel met scores, die in de tekst worden toegelicht. Zie bijlage 1 voor de gehanteerde score-classificaties.
2.2
Aanmelding en screening
Streefsituatie
Een adequate werking van de keten begint bij voldoende toegankelijkheid van de Jeugdzorg voor alle doelgroepen en een goede relatie met en dienstverlening aan verwijzers. Onder voldoende toegankelijkheid voor alle doelgroepen wordt verstaan: heldere informatie aan potentiële cliënten, zoveel mogelijk één toegangspoort (geringe omvang rechtstreekse verwijzingen naar de J-GGZ), voldoende deskundige bejegening en beoordeling van de problematiek bij de aanmelding, voldoende snelheid in handelen. Artsen/verwijzers mogen bij het vermoeden van ernstige psychiatrische problematiek rechtstreeks naar de J-GGZ verwijzen. Het gaat hierbij om huisartsen of artsen naar wie de huisarts doorverwijst, een BIG-geregistreerde behandelaar of een arts verbonden aan een JJI ten behoeve van strafrechtelijk geplaatste jongeren. Ook dient de J-GGZ of de verwijzer gegevens over die rechtstreekse verwijzingen aan te leveren aan BJz (de aard van de vermoedelijke stoornis en de reden van het vermoeden). Daarnaast heeft BJz de taak om 7 x 24 uur bereikbaar te zijn. Onder een goede relatie met en dienstverlening aan verwijzers in de fase van aanmelding wordt verstaan: heldere informatie aan mogelijke verwijzers over de actuele procedures en wachttijden, accurate terugkoppeling van informatie (wettelijk vereist voor huisartsen). Aanmelding
Score a:
Score b:
Score c:
Vormgeving voordeur
√
Bekendheid met gedeeld/gebruik
√
Score d:
van aanmeldingsformulieren of procedures Bereikbaarheids/crisis dienst
√
Deskundigheid voor beoordeling
√
psychiatrische problematiek bij de voordeur Informatie en terugkoppeling naar de
√
verwijzers Omlegging cliëntenstroom/
√
zij-instroom J-GGZ Terugkoppeling gegevens naar BJz
√
over rechtstreekse aanmeldingen bij J-GGZ
Vormgeving voordeur
4
Bureau Jeugdzorg Utrecht heeft een dagelijkse aanmelddienst, na een korte analyse van de hulpvraag wordt een screeningsafspraak ingepland. Na de screening (na ongeveer 1 à 2 weken) is er een wachtlijst voor het indiceren van de noodzakelijke zorg. Er wordt een casemanager aangewezen, zodra capaciteit beschikbaar is (dit kan 4 tot 6 maanden duren). Bekendheid met/gedeeld gebruik van aanmeldingsprocedure BJz Utrecht en Altrecht Jeugd kennen elkaars aanmeldprocedures. De aanmeldingen van cliënten, die door BJz Utrecht zijn geïndiceerd, worden vanzelfsprekend door Altrecht jeugd in behandeling genomen. Bij Altrecht Jeugd, zo melden de geïnterviewden, komt ongeveer 60 % van de aanmeldingen via de huisartsen en ruim 25 % via kinderartsen, overig GGZ of buitenregionaal (Derhalve slechts ongeveer 15 % via BJz Utrecht). De huisartsen hebben een contactpersoon bij JGGZ Altrecht om over de cliënten te consulteren en de aanmeldingen te optimaliseren. Bereikbaarheids/crisisdienst Tijdens kantooruren is er bij BJz Utrecht de aanmeldingsdienst, buiten kantoortijden is er een bereikbaarheidsdienst. Deze rukt in principe niet uit, maar regelt per telefoon bijvoorbeeld crisisopvang. Als er acute psychiatrische crisis is kan BJz niet in JGGZ plaatsen, dan moet huisarts of crisisdienst GGZ worden ingeschakeld. Altrecht heeft eigen crisisdienst, ondergebracht bij volwassenensector, die zijn niet specifiek gericht op jeugdigen. Tijdens kantooruren is er wel K&J psychiatrische deskundigheid als achterwacht beschikbaar. Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek bij de voordeur Er is bij BJz Utrecht altijd een gedragsdeskundige, die ten behoeve van het screeningsbesluit adviseert. De unitleider accordeert het besluit. Vanuit de jeugdbescherming wordt het eerste contact met de J-GGZ als moeilijk ervaren. Er is geen expliciete psychiatrische deskundigheid in de voordeur van het BJz. Voor een sectorkeuze is er voldoende deskundigheid, maar er is niet voldoende deskundigheid om bijvoorbeeld suïcide, psychose en andere psychiatrische beelden te herkennen. Dan wordt de tweede lijn ingeschakeld. BJz Utrecht is in overleg met JGGZ over scholing medewerkers in de voordeur voor het signaleren van psychiatrische problematiek. Informatie en terugkoppeling naar verwijzers De huisartsen in de regio zijn door BJZ en J-GGZ apart geïnformeerd over de toegang tot de J-GGZ via bureau jeugdzorg. Het aantal verwijzingen neemt naar de mening van de medewerkers van BJz toe. Dit wordt nog niet gestaafd door de cijfers: in de eerste helft van 2005 wordt ongeveer 13,6 % van de cliënten van Altrecht jeugd door BJz Utrecht aangemeld. Omlegging cliëntenstroom/zij-instroom J-GGZ Er is sprake van een langjarige samenwerking in de verwijzing/indicatiestelling (zorgtoewijzing). De J-GGZ neemt deel in de lokale en centrale Indicatiecommissie. De verwijzing/indicatie van BJz Utrecht wordt door Altrecht jeugd geaccepteerd. Dit heeft echter (nog) niet geleid tot een ingrijpende omlegging van de cliëntenstroom. Bij Altrecht Jeugd komt ongeveer 85% van de cliënten (nog) via de (huis)arts bij de JGGZ. Terugkoppeling gegevens naar BJz over rechtstreekse aanmeldingen bij J-GGZ Altrecht Jeugd hecht aan privacy-bescherming en verwijst naar de geheimhoudingsplicht ex WGBO. Men ervaart grote terughoudendheid om op casusniveau behandelinhoudelijke informatie terug te koppelen. De algemene gegevens worden in het geheel niet aan BJz Utrecht geleverd.
5
2.3
Diagnostiek binnen BJz
Streefsituatie Een adequate werking van de keten vergt een goede en gedegen beoordeling van de problematiek. Daarvoor is voldoende diagnostische kennis en vaardigheden van de professionals nodig en voldoende mogelijkheden om diagnostiek uit te voeren. Wanneer BJz niet voldoende mogelijkheden heeft voor (specialistische) toegangsdiagnostiek van psychische problematiek en indien op voorhand al een sterk vermoeden is dat GGZ is geïndiceerd, dan kan het voor die taak ook een J-GGZ-instelling inhuren. Ook kunnen hiervoor medewerkers van de J-GGZ gedetacheerd worden bij BJz. Volgens het Referentiewerkmodel is sprake van een specialistische diagnose als voor het bepalen van het diagnostisch beeld gebruik wordt gemaakt van een specialistisch classificatiesysteem. In deze definitie is het stellen van een specialistische diagnose voorbehouden aan een gedragswetenschapper/BIG-geregistreerde professional. De specialistische diagnose van BJz is ter ondersteuning van het bepalen van het diagnostisch beeld. Indien de aard van de problematiek dit vergt, vindt multidisciplinaire beoordeling (dat wil zeggen dat de gedragswetenschapper/BIG-geregistreerde professional wordt ingeschakeld) van de gegevens plaats conform vastgestelde afspraken. Diagnostiek
Score a:
Uitvoering diagnostiek
Score b:
Score c:
Score d:
√
Bekendheid met gedeeld/gebruik van diagnostische instrumenten
√
Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek
√
Multidisciplinaire beoordeling Positionering toegangsdiagnostiek
√ √
en behandeldiagnostiek
Uitvoering diagnostiek Na de screening op basis van standaard aanmeldingsverslag wordt door hulpverlener/casemanager het diagnostisch beeld van de cliënt bepaald met behulp van vaste instrumenten zoals checklist kindermishandeling, CBCL, ontwikkelingsfasen (beschikbaar in zgn. Toolkit). Indien nodig wordt in overleg met een gedragsdeskundige nader onderzoek gevraagd bij het Regionaal Diagnostisch Team (RDT) om het diagnostisch beeld te bepalen. Naar het oordeel van J-GZZ-medewerkers is de informatie die gegenereerd wordt op geleide van de CBCL nog onvoldoende afgestemd op jeugdpsychiatrische aspecten. Als geïndiceerd moet worden door het BJZ dan mist de J-GGZ een medische klachten anamnese. Bekendheid met/gedeeld gebruik diagnostische instrumenten Men kent over en weer de instrumenten op basis van vroegere samenwerking. Desalniettemin is er tussen het BJZ en de J-GGZ weinig overleg c.q. informatie-uitwisseling over keuzes van het diagnostisch instrumentarium.
6
Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek Door samenwerking en aanwezigheid J-GGZ deskundigheid in Locale en Centrale Indicatiecommissie van BJz Utrecht en de mogelijkheid om K&J psychiater te consulteren is voldoende deskundigheid aanwezig om JGGZ te indiceren. Opgemerkt wordt dat samenwerking met andere GGZ instelling (UMC) als lastig ervaren wordt. Er zijn bij BJz Utrecht GZ psychologen aangesteld, maar BIG registratie is geen vereiste. Voor 1 januari 2005 was er sprake van detachering van J-GGZ medewerkers. In 2005 inhuren/kopen op basis van samenwerkingsovereenkomst. Multidisciplinaire beoordeling De Locale en Centrale Indicatiecommissies zijn multidisciplinair samengesteld (maatschappelijk werkers, J-GGZ expertise, GZ psycholoog, gedragsdeskundigen, CIZ expertise en eventueel aan te vullen externe expertise). Soms ontstaan hier heftige discussies, maar die worden dan via directie-overleg kort gesloten. Positionering toegangsdiagnostiek en behandeldiagnostiek Het is duidelijk dat het diagnostisch beeld wordt opgesteld door BJz Utrecht, met als sterke kant de beschrijving van de psycho-sociale situatie en de sterkte zwakte analyse van het cliëntsysteem. Indien nodig, bij twijfels, wordt het RDT ingeschakeld. Dit levert op uitvoerend niveau geen problemen op. De toegangsdiagnostiek resulteert in een advies, met onderbouwing, dat moet volgens de medewerkers BJz Utrecht wellicht nog meer gespecialiseerd worden. Altrecht Jeugd daarentegen wil liever geen gedetailleerde beschrijvingen. Naar het oordeel van J-GGZ-ers wordt het verstrekken van info aan de Raad voor de Kinderbescherming als complex ervaren. De Raad staat op (te) grote afstand. Contacten zijn voornamelijk formeel van aard.
2.4
Indicatiebesluit BJZ
Streefsituatie In de zorgketen is het indicatiebesluit een kerndocument. Het vat samen wat er aan de hand is, motiveert de keuze voor Jeugdzorg en stuurt de uitvoering van de hulp door de zorgaanbieder (o.a. J-GGZ) aan. De zorgaanbieder legt de manier waarop hij de geïndiceerde zorg gaat verlenen vast in een hulpverleningsplan (zie verder bij thema 5 uit dit onderzoeksinstrument). Op basis van het diagnostische beeld en de wensen en verwachtingen van de cliënt stelt BJz in het kader van de indicatiestelling vast welke zorg nodig is. BJz heeft de taak te indiceren voor onder meer bepaalde vormen van AWBZ-zorg (bijv. J-GGZ). Dit wordt vastgelegd in een indicatiebesluit dat voldoet aan de eisen die de Wet op de Jeugdzorg hieraan stelt (beschrijving van de problemen; ernst en mogelijke oorzaken; beschrijving benodigde zorg; beschrijving korte en lange termijn doelen van die zorg; termijn gedurende welke de aanspraak geldt nadat de in het besluit voorziene zorg is aangevangen; termijn waarbinnen de aanspraak tot gelding moet zijn gebracht; een advies wie de zorg kan verlenen; oordeel over zorgcoördinatie aanduiding van eventuele vervangende zorg; omvang van de benodigde hulp). Voorts wordt in het indicatiebesluit beschreven op welke wijze de hulp moet worden uitgevoerd (thuissituatie, bij zorgaanbieder, individueel of in groepsverband, benodigd aantal contacturen, inclusief bandbreedte). Om goed te kunnen vaststellen welke zorg nodig is, dient BJz te beschikken over voldoende deskundigheid over de wijze waarop psychische problematiek kan worden aangepakt. Om deze deskundigheid te verhogen kunnen medewerkers van de J-GGZ hiervoor worden gedetacheerd naar BJz. BJz neemt geen indicatiebesluit voordat een gedragswetenschapper het ontwerpbesluit heeft beoordeeld.
7
Indicatiestelling/indicatiebesluit
Score a:
Score b:
Organisatie proces indicatiestelling
Score c:
Score d:
√
Vertrouwen in kwaliteit proces
√
indicatiestelling en besluit. Specifiteit uitkomst indicatiestelling =
√
Het indicatiebesluit? Tevredenheid samenwerking Gemiddelde doorlooptijd BJz
√ onbekend
Organisatie proces indicatiestelling Het proces van indicatiestelling is beschreven in kwaliteitshandboek BJz Utrecht. Het uiteindelijke indiceren (vaststellen indicatiebesluit) duurt naar de mening van Altrecht Jeugd medewerkers wel te lang, Als men bij BJz zeker is wordt een J-GGZ zorgprogramma genoemd, dat vindt men bij BJz een positieve ontwikkeling, maar Altrecht medewerkers hebben voorkeur voor globale indicaties. Na het indicatiebesluit wordt wel gevolgd of verzilvering binnen acceptabele termijn plaatsvindt. Vertrouwen in kwaliteit indicatiestelling De inhoud van het indicatiebesluit is onlangs geëvalueerd, maar de medewerkers van JGGZ vinden het IB van BJz Utrecht te uitgebreid (vaak dikke pakken papier), terwijl de houdbaarheidstermijn van de gegevens betwijfeld wordt. Altrecht doet niet alles over, maar een behandelaar moet wel een eigen relatie opbouwen met een cliënt (systeem) en stelt in dat kader ook onderzoeksvragen. Specificiteit uitkomst indicatiestelling = indicatiebesluit De indicaties van BJz zijn meestal wel terecht, maar ondanks dat is vaak vervolgonderzoek nodig. In een enkel geval vinden terugverwijzingen plaats, als er toch meer jeugdzorg (hulpverlening) noodzakelijk wordt geacht. Het Zorgkantoor vraagt (nog) niet altijd om indicatiebesluiten, neemt genoegen met ‘verwijzing’. Het indicatiebesluit is een niet nader omschreven indicatie voor psychiatrische behandeling. Incidenteel weet het BJz een specifiek zorgprogramma te indiceren. Tevredenheid samenwerking Op bestuurlijk niveau zijn afspraken gemaakt: “met de intentie te streven naar een samenwerking die van zodanige aard is dat deze ondersteunend is aan het primaire proces van de afzonderlijke organisaties.” In de praktijk is men over en weer tevreden over de samenwerking in het Regionaal Diagnostiek Team (RDT), maar er vindt te weinig informatie-uitwisseling plaats: de J-GGZ benoemd dat een complicerende factor is; de vraag hoe het verstrekken van inhoudelijke informatie zich verhoudt tot de geheimhoudingsplicht. Dit levert ook problemen op als BJz geen informatie over de ouders kan krijgen bij een aanvraag voor uithuisplaatsing, dat moet puur op basis van kindfactoren. Door de deelname op basis van de gemaakte afspraken van GGZ medewerkers aan de (centrale) indicatiecommissies en de mogelijkheid van consultatie kan men (‘op de werkvloer’) wel casussen bespreken en expertise uitwisselen.
8
Gemiddelde doorlooptijd BJz Uit de aangeleverde gegevens is niet op te maken wat de gemiddelde doorlooptijd binnen BJz Utrecht. De medewerkers melden een termijn van 20 weken, terwijl de gewenste termijn 6 weken bedraagt. Vroeger participeerde J-GGZ in het screeningsoverleg en konden de cliënten na de screening aan de voordeur gelijk ‘mee’ naar de J-GGZ, nu is BJz Utrecht wettelijk verplicht een aantal activiteiten te doorlopen, voordat indicatiebesluit wordt afgegeven. Het ontbreekt aan voldoende betrouwbare landelijke gegevens over doorlooptijden. Daarom is geen score afgegeven die de Utrechtse situatie afzet tegen het landelijke gemiddelde.
2.5
Aanmelding bij J-GGZ/uitvoering indicatiebesluit
Streefsituatie Een adequate werking van de keten voorziet in een soepele overgang van indicatiestelling naar hulpverlening door de zorgverlenende instelling. De indicatiesteller ondersteunt de cliënt bij het verkrijgen van die zorg en de uitvoerende instelling accepteert het indicatiebesluit. Het terugverwijzen van cliënten naar de indicatiesteller komt slechts bij uitzondering voor. Bij aanmelding van de cliënt bij J-GGZ moet er een indicatiebesluit zijn zoals bedoeld in de Wet op de Jeugdzorg. Op grond van het indicatiebesluit kan een cliënt aanspraak maken op de zorg die daarin is genoemd (zie thema 3). BJz dient de cliënten bij te staan/te motiveren voor het tot gelding brengen van het indicatiebesluit. Alleen als de instelling aan de cliënt kan aantonen dat het verlenen van de zorg niet binnen de opdracht/missie van de instelling past, verwijst de instelling de cliënt terug naar de indicatiesteller. In alle andere gevallen wordt door de instelling met de cliënt een gesprek gehouden waarbij tot een overeenkomst wordt gekomen. Het zorgkantoor toetst de indicatiebesluiten aan de wettelijke vereisten (niet inhoudelijk), zorgt ervoor dat de cliënt de geïndiceerde AWBZ-zorg kan verzilveren en registreert de geïndiceerde en uitgevoerde hulp. Aanmelding J-GGZ uitvoeren
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
indicatiebesluit √
Afspraken BJZ en J-GGZ over overdracht van informatie en cliënten Wachttijd tussen aanmelding bij J-GGZ en eerste face-to face
onbekend
contact: Terugverwijzingen
√
Afspraken BJz en J-GGZ over overdracht van informatie en cliënten In principe is de casemanager van BJz Utrecht bij het eerste gesprek met de behandelaar van J-GGZ en weten de (door BJz voor J-GGZ geïndiceerde) cliënten dat BJz de zorg volgt. Maar van alle door de (huis)arts verwezen cliënten zijn geen gegevens bij BJz bekend.
9
Wachttijd tussen aanmelding bij J-GGZ en eerste face-to-face contact Volgens de aangeleverde gegevens van Altrecht bedroeg de gemiddelde wachttijd tussen aanmelding door BJz en het eerste gesprek met de cliënt in de eerste helft van 2005 gemiddeld 23 werkdagen (in 2004: 1e helft 33 werkdagen e
en 2 helft 35werkdagen). Het ontbreekt aan voldoende betrouwbare landelijke gegevens over wachttijden. Daarom is geen score afgegeven die de Utrechtse situatie afzet tegen het landelijke gemiddelde Terugverwijzingen Volgens de opgave van Altrecht werden in de eerste helft van 2005 6 jeugdigen terugverwezen naar BJz (van de 88 aanmeldingen). In 2004 waren deze getallen: 1e helft 16 jeugdigen (van 81 aanmeldingen) en 2e helft 17 jeugdigen (van 139 aanmeldingen).
2.6
Opstellen behandelplan binnen de J-GGZ
Streefsituatie Voor een adequaat werkende zorgketen is continuïteit in de aanpak van de problematiek van cliënten van belang. In het verlengde van de inhoud van het indicatiebesluit, dient de zorgaanbieder i.c. J-GGZ-instelling een hulpverleningsplan op te stellen voor de cliënt (zie ook thema 3). BJz heeft de taak dit te bevorderen. Het hulpverleningsplan is afgestemd met eventuele andere zorg- of hulpverleners en op eventuele andere hulpverleningsplannen. Daarnaast legt hij het plan voor aan de cliënt en BJz. Nadat hij hun fiat heeft gekregen start de zorgaanbieder de zorg. Opstellen behandelplan
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
J-GGZ Afstemmen behandelplan op
√
indicatiebesluit Overleg/toetsing behandelplan door
√
BJz
Afstemmen behandelplan op indicatiebesluit Het behandelplan J-GGZ moet in het verlengde liggen van het indicatiebesluit, het streven is, dat de casemanager een afschrift van het behandelplan krijgt om te kunnen zien of de cliënt zich kan vinden in de ‘vertaling’ van de indicatie in het behandelplan. Ook is met Altrecht afgesproken dat de casemanager wordt uitgenodigd voor het adviesgesprek (tijdens dit gesprek wordt het voorgenomen behandelplan besproken). Deze afspraak wordt nog niet consequent uitgevoerd. Vooralsnog is het indicatiebesluit echter redelijk globaal (sectorkeuze) en is (nog) niet echt richtinggevend voor het J-GGZ plan. Naar de mening van beide partijen verhouden de wettelijke vereisten van de Wjz zich niet goed met de vereisten uit de WGBO. Vanwege het conflict van plichten (geheimhoudingsplicht én informeren) belemmert dit eerder de samenwerking, dan dat het stimuleert. Overleg/toetsing behandelplan door BJz Het is nog niet structureel, zoals hierboven al werd aangegeven, dat de casemanager daadwerkelijk aanwezig is bij het eerste gesprek en overlegt met de behandelaar en de cliënt over het behandelplan. Er ontstaat soms wel een professionele discussie als de behandelaar andere doelen wil stellen. Dit gebeurt veelal alleen tussen medewerkers, die elkaar door (vroegere) samenwerking kennen. Naar de mening van de medewerkers van BJz Utrecht zijn de medewerkers bij Altrecht niet altijd goed op de hoogte van de gemaakte afspraken.
10
2.7
Uitvoeren en volgen van de geïndiceerde zorg door BJz
Streefsituatie Een adequate zorgketen wordt door een casemanager gevolgd en vanuit het perspectief van de problematiek bij aanmelding geëvalueerd. De J-GGZ-instelling doet aan BJz mededeling van de aanvang en de beëindiging van de zorg conform het indicatiebesluit. J-GGZ houdt BJz op de hoogte van de voortgang van de zorg, geeft wijzigingen in het zorgaanbod door en kondigt aan wanneer de zorg zal worden beëindigd. BJZ kan hierdoor de zorg volgen en de zorg bij beëindiging evalueren (samen met de cliënt en de zorgaanbieder). Op vooraf vastgestelde momenten wordt door BJz bij de J-GGZ-instelling en bij de cliënt geïnformeerd hoe de verleende zorg verloopt. De cliënt wordt door BJz bijgestaan bij vragen over de inhoud van deze zorg, alsmede de evaluatie van de zorg. In het kader van de monitoring registreert BJz een aantal vaste gegevens per cliënt (datum van aanvang van de zorg, datum van einde van de zorg, reden van beëindiging van de zorg; gegevens over het wachten na het indicatiebesluit tot de zorg is gestart; gebruik van vervangende zorg; gegevens over het behalen van het in het indicatiebesluit omschreven doel). De tussenevaluatie wordt uitgevoerd conform afspraken tussen het Bureau Jeugdzorg en de aanbieder en in overeenstemming met het indicatiebesluit. Resultaten van de tussenevaluatie worden geregistreerd. Uitvoeren en monitoren van zorg Verstrekken van vervolggegevens
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
√
door J-GGZ aan BJz Evaluatie J-GGZ door BJz
√
Verstrekken van volggegevens door J-GGZ aan BJz Er zijn formeel afspraken vastgelegd over het informeren door Altrecht van (de casemanager van) BJz Utrecht over de voortgang van de zorg, door middel van overleg over behandelplan, informatie over aanvang en einde van zorg en het deelnemen aan evaluatiegesprekken. Deze informatie is ook nodig voor het besluiten door BJz Utrecht tot een eventuele herindicatie. Zoals hiervoor reeds opgemerkt werken deze afspraken nog niet structureel in de praktijk. Evaluatie J-GGZ en BJz Voor de algemene afspraken tussen Bureau Jeugdzorg Utrecht en de divisie jeugd & ouderen Altrecht zijn evaluatiemomenten vastgelegd. De praktische evaluatie komt nu alleen in casuïstiekbesprekingen (indicatieoverleg of consultatie) aan de orde.
11
3
Beschouwing
3.1
Inleiding
Anticiperend op de invoering van de Wet op de jeugdzorg is al jarenlang overleg gepleegd tussen BJz Utrecht en de J-GGZ. Onder andere in de vorm van deelname aan het screeningsoverleg in/na de voordeur. Men kent elkaar wederzijds en ervaart het juist als beperking of belemmering, dat door het BJZ besloten is om de expertise vanuit de J-GGZ pas in te brengen vanaf de (centrale) indicatiecommissie(s). De doorlooptijd vanaf de screening (waarin eigenlijk al een sectorkeuze voor J-GGZ wordt gemaakt) tot het indicatiebesluit wordt door beide partijen als te lang ervaren. Bij de invoering van de Wjz zijn formele afspraken over expertise-uitwisseling, bijdragen in de indicatiecommissie(s) en het informeren vanuit J-GGZ aan BJz ten behoeve van het volgen van de zorg vastgelegd. Dit heeft in de praktijk al tot concrete resultaten geleid. Men kent elkaar over en weer tot op zekere hoogte en de (expertise) uitwisseling op casus-niveau via de indicatiecommissies en de onderlinge consultatie wordt positief gewaardeerd. Alleen op het punt van de structurele uitwisseling van informatie voor cliënten via het volgen van de behandelcyclus bij J-GGZ is nog niet tot stand gekomen ten tijde van het inspectiebezoek. De invoering van de Wjz, met veel specifieke vereisten voor het indicatiebesluit, heeft eerder tot meer discussie en belemmering voor de samenwerking geleid. Temeer daar een onverenigbaarheid met de WGBO en de privacywetgeving wordt ervaren. Door de vroegere samenwerking is er over en weer wel vertrouwen in elkaars werkwijzen. Door deelname in het overleg in de indicatiecommissie(s) ontstaat wederzijdse professionele uitwisseling op casusniveau. Daarnaast is er van een substantiële vorm van omlegging van de cliëntenroute geen sprake: ongeveer 85 % van de cliënten wordt door de (huis)arts aangemeld bij de J-GGZ. Dit wordt echter door weinig medewerkers als storend ervaren. Vanuit BJz Utrecht heeft dat echter voornamelijk te maken met capaciteitsproblemen.
3.2
Indicatieproces - indicatiebesluit
Over en weer zijn er verschillende verwachtingen over het te doorlopen indicatieproces, na de screening, en de inhoud van het indicatiebesluit van BJz Utrecht. De screening vindt, naar tevredenheid, binnen 2 à 3 weken plaats, maar het doorlopen van het indicatieproces (conform referentiewerkmodel BJz) kost, mede door capaciteitsproblemen, teveel tijd, ongeveer 20 weken! Dit vindt iedereen te lang. De beschrijvingen van BJz Utrecht van de leefgebieden wordt positief gewaardeerd, maar zijn voor het behandelen van de GGZ problematiek meestal niet erg noodzakelijk. Derhalve vinden de medewerkers van J-GGZ dat BJz Utrecht beter kan volstaan met een globale indicatie voor J-GGZ en daarnaast eventueel jeugd- of gezins- hulpverleningstrajecten. Deze ervaring wordt gesteund door de aanmelding van ongeveer 85 % van de cliënten via de (huis) artsenlijn, die niet als onterecht worden ervaren. Als er evidente GGZ problematiek is moet de behandeling zo snel mogelijk gestart kunnen worden. Het BJz Utrecht voelt zich geroepen, gelet op de eisen vanuit de Wjz om meer specifiek, met doelen, tijdsaanduiding en dergelijke te indiceren voor de J-GGZ, maar daar kunnen de GGZ medewerkers minder mee uit de voeten, verwijzen daarvoor ook naar de eisen vanuit de WGBO en zij hebben nog de cliënten ‘direct na de screening’ vanuit het verleden voor ogen.
12
3.3
Verschillende verwachtingen over en weer t.a.v. de functie casemanagement
In de formele afspraken is hierover het een en ander vastgelegd, maar kennelijk leeft dit nog niet in de praktijk. Moet de J-GGZ behandelaar gecontroleerd worden een door BJz medewerker? Wat doet een BJz (medewerker) met clienteninformatie en vooral documenten, ook als het gaat om juridische, beschermingscasussen? Als casemanagement vanuit BJz Utrecht wordt gerealiseerd, wat doet J-GGZ dan nog met het cliëntsysteem omheen de jeugdige, die in behandeling is? Hierover is de discussie duidelijk nog niet afgerond.
3.4 Werkt de Wjz, de samenwerking tussen BJz Utrecht en Altrecht, beter uit voor cliënten? In crisis of evidente situaties voor jeugdigen en hun ouders weet men, als hulpverleners, elkaar te vinden op grond van vroegere samenwerkingservaringen, De invoering van de Wjz schept echter nieuwe, voor meerdere uitleg vatbare verplichtingen voor indicatiestelling, verantwoording en effectiviteit van zorg met zich mee , die bij provincie, BJz en J-GGZ en andere zorgaanbieders vragen oproepen. De effectiviteit voor cliënten lijkt hierbij ondergesneeuwd te raken.
13
Bijlage 1: Toelichting score-classificaties per onderwerp Aanmelding en screening Aanmelding
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Organisatie voordeur
Er zijn feitelijk twee voordeuren; er zijn geen op elkaar afgestemde afspraken tussen BJ en J-GGZ over
BJz en J-GGZ hebben onderling afspraken over uitvoering van aanmeldingsfunctie. Ieder neemt grotendeels aanmeldingen voor de ‘eigen’ sector voor eigen rekening.
BJz en J-GGZ hebben de werkwijze t.a.v. aanmelding grotendeels geïntegreerd.
De vormgeving van de voordeur wordt volledig gedragen door BJz en J-GGZ samen; deskundigheid van beide deelsectoren is voldoende aanwezig.
Er wordt gebruik gemaakt van elkaars of gezamenlijke aanmeldings-formulieren en procedures.
Eén team beoordeelt a.d.h.v. een vastgesteld en door medewerkers van BJz en J-GGZ gedragen werkproces alle aanmeldingen.
aanmelding. Bekendheid met/gedeeld gebruik van aanmeldingsformuliere n of –procedures Bereikbaarheids/crisisdienst
Men kent het bestaan van Men kent de de gebruikte aanmeldingsgebruikte formulieren en aanmeldings–procedures over en weer formulieren en/of maar maakt geen gebruik procedures over en van elkaars of gezamenweer niet of lijke producten. nauwelijks. BJz en J-GGZ beschikken niet over een gezamenlijke bereikbaarheids/crisisdienst Onvoldoende deskundigheid bij BJz maar bij twijfel wordt incidenteel overlegd met J-GGZ.
BJz en J-GGZ beschikken over een gezamenlijke bereikbaarheids/crisisdienst Nog niet voldoende deskundigheid bij BJz maar bij twijfel (aan beide kanten) wordt overlegd. Mede door bijdrage JGGZ neemt deskundigheid bij BJz toe.
Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek bij de voordeur
Onvoldoende deskundigheid bij BJz.
Informatie en terugkoppeling naar verwijzers
BJz en J-GGZ hebben geen gezamenlijke voorlichting en informatie verstrekt aan mogelijke verwijzers; huisartsen krijgen (nog geen) standaard terugkoppeling van hun verwijzing naar BJz.
BJz en J-GGZ hebben gezamenlijke voorlichting op dit punt verstrekt o.a. door actieve benadering van externe verwijzer (uitleg rol BJz en mogelijkheid rechtstreekse verwijzingen).
Omlegging cliëntenstroom/
Vaak melden cliënten zich bij BJz en J-GGZ zelf aan. Zij-instroom: >80% aan-meldingen bij J-GGZ.
Cliëntenstroom is grotendeels omgelegd Zij-instroom: tussen 10-40% aanmeldingen bij J-GGZ.
zij-instroom J-GGZ
Cliëntenstroom is onvoldoende omgelegd. Zij-instroom: 40-80% aanmeldingen bij JGGZ.
Op dit punt vindt geen structurele terugkoppeling Terugkoppeling gegevens naar BJz over plaats. rechtstreekse aanmeldingen bij JGGZ
Voldoende deskundigheid bij BJz o.a. door uitwisseling en/of detachering van medewerkers over en weer.
Vrijwel alle J-GGZ-cliënten komen via de integrale toegangspoort bij BJz binnen. Zij-instroom: <10% aanmeldingen bij J-GGZ.
Op dit punt vindt structureel terugkoppeling plaats.
14
Diagnostiek binnen BJz Diagnostiek
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Uitvoering diagnostiek
Er zijn geen op elkaar afgestemde afspraken tussen BJz en J-GGZ over de uitvoering van toegangs-diagnostiek.
BJz en J-GGZ hebben onderling afspraken gemaakt over de manier waarop diagnostiek wordt gepleegd, waarbij ieder de aan-meldingen die voor de ‘eigen’ sector lijken te zijn, voor de rekening neemt.
BJz en J-GGZ hebben de (eerder bestaande) werkwijzen t.a.v. diagnostiek besproken en op elkaar afgestemd.
De diagnostiekfunctie is georganiseerd en ingevuld door BJz en J-GGZ gezamenlijk aan de hand van een vastgesteld en door medewerkers van BJz en JGGZ gedragen werkproces
Bekendheid met/gedeeld gebruik diagnostische instrumenten
Men kent de (voorheen) gehanteerde diagnostische instrumenten over en weer niet of nauwelijks.
Men kent het bestaan van gebruikte diagnostische instrumenten over en weer, maar men maakt geen gebruik van elkaars/gezamenlijk ontwikkelde of gekozen instrumenten.
Er wordt gebruik gemaakt van elkaars of van gezamenlijk ontwikkelde/ gekozen diagnostische instrumenten.
Eén team behandelt aan de hand van een vastgesteld en door medewerkers van BJz en J-GGZ gedragen werkproces de diagnostiek voor alle cliënten in de toegangsfase.
Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek
Geen specifieke deskundigheid bij BJz.
Geen specifieke deskundigheid bij BJz maar wordt incidenteel ingehuurd door BJz bij JGGZ.
Toenemende deskundigheid bij BJz; aanvullend inhuren van J-GGZ medewerkers of diagnostiek.
Voldoende specifieke deskundigheid bij BJz (mede door inzet J-GGZ in het verleden).
Multidisciplinair e beoordeling
Adequate uitwerking van criteria voor multidisciplinaire beoordeling in de toegangsfase van BJz, maar deze is niet bekend bij de medewerkers van J-GGZ.
Positionering toegangsdiagnostiek en behandeldiagnostiek
Binnen BJz beoordeling die leidt tot ‘sectorkeuze’, diagnostiek voor GGZ-cliënten vinden grotendeels plaats binnen J-GGZ.
Adequate uitwerking van criteria voor multidisciplinaire beoordeling in de toegangsfase van BJz en deze is bekend bij de medewerkers van J-GGZ. Binnen BJz toegangsdiagnostiek. Evt. behandeldiagnostiek binnen J-GGZ. Soms doet J-GGZ diagnostisch onderzoek t.b.v. de toegangs-functie over.
15
Indicatiebesluit BJz Indicatiestelling/
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Organisatie proces indicatiestelling
Binnen BJz worden vrijwel geen of weinig indicatiebesluiten afgegeven voor J-GGZ.
Er is deelname van J-GGZ aan proces van indicatiestelling binnen BJz, waarbij ieder vooral aan-meldingen voor de ‘eigen’ sector beoordeelt.
Er is deelname van J-GGZ aan het proces van indicatiestelling binnen BJz. Er wordt in feite gezamenlijk een indicatiebesluit genomen.
Het proces van indicatiestelling binnen BJz is door BJz en J-GGZ samen voorbereid en wordt gezamenlijk gedragen. BJz voert het uit.
Vertrouwen in kwaliteit indicatiestelling
J-GGZ heeft geen of weinig vertrouwen in indicatiestelling BJz.
J-GGZ heeft – onder bepaalde condities – vertrouwen in indicatiestelling BJz.
Specificiteit uitkomst indicatiestelling
--
Beoordeling leidt tot ‘sectorkeuze’: zeer globaal geformuleerde indicatiebesluiten.
Er worden globale tot redelijk specifieke indicaties voor J-GGZ gesteld.
Tevredenheid samenwerking
Geen of stagnerende samenwerking, weinig wederzijdse affiniteit.
Samenwerking op papier geregeld, wel kennis werkwijze wederpartij, geen gedeelde werkprocessen.
Intensieve ‘technische’ Gedeelde werkprocessen, integrale teams. ver-bindingen tussen (voorheen) eigen werkprocessen.
Gemiddelde doorlooptijd BJz
Beduidend hoger dan het landelijke gemiddelde
Hoger dan het landelijke gemiddelde.
Op het landelijke gemiddelde.
indicatiebesluit
Er worden specifieke indicaties voor J-GGZ gesteld.
Lager dan het landelijke gemiddelde.
Aanmelding bij J-GGZ/uitvoering indicatie Aanmelding
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Geen afspraken
Afspraken zijn vooral gericht op zo vroeg mogelijke overdracht van cliënten/niet of minder gericht op informatieoverdracht. Hoger dan het landelijke gemiddelde.
Afspraken zijn gericht op soepele overdracht van informatie en ondersteuning van cliënten bij het verzilveren van indicatiebesluit.
J-GGZ/uitvoeren indicatiebesluit Afspraken BJz en J-GGZ over overdracht van informatie en cliënten Wachttijd tussen aanmelding bij J-GGZ en eerste face-to-face contact
Beduidend hoger dan het landelijke gemiddelde van beide sectoren.
Terugverwijzingen
Terugverwijzing komt regelmatig voor; aantal (beduidend) hoger dan het landelijke gemiddelde.
Op het landelijke gemiddelde.
Lager dan het landelijke gemiddelde.
Terugverwijzing komt vrijwel niet voor; aantal lager dan het landelijke gemiddelde.
16
Opstellen hulpverleningsplan binnen de J-GGZ Score a:
Score b:
Score c:
Afstemming hulpplan op indicatiebesluit
Geen afstemming...
Afstemming maar indicatiebesluit is zeer globaal en biedt veel ruimte.
Intentie om altijd af te stemmen. Maar soms wordt beoordeling aanpak problematiek overgedaan. BJz wordt hiervan dan op de hoogte gebracht.
Overleg/toetsing hulpverleningsplan door BJz
Geen toetsing
Ad hoc/in voorkomende gevallen.
Opstellen hulpverleningsplan
Score d:
J-GGZ Afgestemd op indicatiebesluit: geaccepteerd als uitgangspunt voor hulpplan. Meningsverschillen worden in structureel overleg besproken en leiden tot hernieuwde afspraken. Structureel, aan de hand van geïmplementeerde werkafspraken hieromtrent.
Uitvoeren en volgen van de geïndiceerde zorg door BJz Uitvoeren en monitoren van zorg
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Verstrekken van volggegevens door
Worden niet verstrekt.
Worden verstrekt en worden gerapporteerd door BJz.
Wordt niet geëvalueerd.
Wordt incidenteel geëvalueerd.
J-GGZ aan BJz Evaluatie J-GGZ door BJz
Wordt structureel geëvalueerd.
17
Bijlage 2 Overzicht gebruikte documenten
•
Schematisch overzicht indiceren BJz Utrecht, uit Kwaliteitshandboek, BJz Utrecht zd
•
Samenwerkingsafspraken Altrecht jeugd en BJz Utrecht mbt indicatieafspraken J-GGZ, vanaf jan. 2005, met bijlage: Afspraken RDT en Bureau Jeugdzorg Utrecht
• •
Instructie aanmelding (JHV), (Uit Handboek kwaliteitssysteem BJZ Utrecht), mei 2002 De - waar mogelijk, gelet op de beschikbare administratie - ingevulde exemplaren van de vragenlijst ‘Kengetallen Bjz J-GGZ’ (bijlage bij brief toezichtbezoek dd 9 september 2005) van BJZ Utrecht en Altrecht GGZ jeugd
•
Altrecht GGZ, jeugd: UIt het Protocol onderzoek en behandeling, versie juli 2001, de Procesgang voor de cliënt vanaf screening tot en met laatste conctact in woord en beeld
18