Rapport naar aanleiding van het Thematisch Toezichtbezoek aan Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam Locatie Zaandam en GGZ Dijk en Duin, Afdeling Jeugd Zaanstreek, Locatie Zaandam op 11 november 2005
Rijswijk, februari 2006
Inhoudsopgave
1
Inleiding
3 2
Resultaten inspectiebezoek
4
2.1
Inleiding
4
2.2
Aanmelding en screening
4
2.3
Diagnostiek binnen BJz
6
2.4
Indicatiebesluit BJz
7
2.5
Aanmelding bij J-GGZ/uitvoering indicatiebesluit
2.6
Opstellen behandelplan binnen de J-GGZ
10
9
2.7
Uitvoeren en volgen van de geïndiceerde zorg door BJz
11
3
Beschouwing
12
3.1
Inleiding
12
3.2
Directe doorverwijzing naar J-GGZ na aanmelding in de gezamenlijke voordeur 12
3.3
Uiteenlopende verwachtingen omtrent indicatiebesluit en casemanagement
13
3.4
Verdere verheldering van positionering BJz en J-GGZ noodzakelijk
13
Bijlage: Bijlage 1: Gehanteerde score-classificaties Bijlage 2: Overzicht gebruikte documenten
2
Inleiding
1
Deze rapportage omvat de resultaten van het thematisch toezichtbezoek dat op 11 november 2005 door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) samen met de Inspectie voor de Jeugdzorg (IJZ) aan BJz Agglomeratie Amsterdam (BJAA), locatie Zaandam en aan de Afdeling Jeugd Zaanstreek van GGZ Dijk en Duin, locatie Zaandam is gebracht. Het bezoek is uitgevoerd door mevrouw drs. M. Hordijk (senior inspecteur IJZ) en de heer dr. P.B.M. Robben, arts (senior Inspecteur IGZ). Dit bezoek is verricht met als doel om zowel BJz als de J-GGZ-instelling te scoren op de kwaliteit van hun beider samenwerking. Het inspectieonderzoek is toegespitst op de toegangsfunctie waarlangs jeugdigen met GGZproblematiek via BJz worden doorgeleid naar de J-GGZ. In dit licht zijn de volgende zes thema’s bij het BJz Agglomeratie Amsterdam, locatie Zaandam en de Afdeling Jeugd Zaanstreek van GGZ Dijk en Duin onderzocht: 1.
aanmelding bij BJz/screening;
2.
diagnostiek (basis/indicatiediagnostiek);
3.
indicatiebesluit;
4.
aanmelding bij de J-GGZ-instelling/uitvoering indicatiebesluit;
5.
opstellen hulpverleningsplan/behandelplan;
6.
uitvoeren en monitoren van de verleende GGZ-zorg door BJz.
Om tot een oordeel te komen maken de inspecties gebruik van het instrument ‘thematisch toezicht samenwerking Bureau Jeugdzorg – J-GGZ 2005’. Dit instrument is gebaseerd op bepalingen uit de Wet op de Jeugdzorg, het Uitvoeringsbesluit, het Referentiewerkmodel, het HKZ-certificatieschema Jeugdzorg/J-GGZ, de Wet BIG en de Kwaliteitswet Zorginstellingen. Deze rapportage is gebaseerd op: a.
Gesprekken met: -
een manager jeugdhulpverlening, twee GZ-psychologen, een ambulant hulpverlener voordeurteam, een lid, een adviseur en de secretaris van de Raad van Bestuur van BJAA;
-
een GZ-psycholoog teamleider, een psycholoog, een sociaal psychiatrische verpleegkundige, een orthopedagoog, een regiodirecteur en twee circuitmanagers (behandeling en bedrijfsvoering) van de Afdeling Jeugd Zaanstreek van GGZ Dijk en Duin;
b.
Documenten zoals weergegeven in bijlage 2.
Op geleide van de bezoekronde langs in totaal 15 koppels van BJz en J-GGZ-instellingen stellen de inspecties een geaggregeerde rapportage op. Op grond van de scores die zijn opgenomen in deze rapportage op instellingsniveau wordt de regionale samenwerking tussen BJz Agglomeratie Amsterdam, locatie Zaandam en Afdeling Jeugd Zaanstreek van GGZ Dijk en Duin in de geaggregeerde rapportage getypeerd en vergeleken met samenwerkingsrelaties die elders in het land operationeel zijn. In de geaggregeerde rapportage worden - naast de presentatie van vergelijkingsmateriaal - conclusies en aanbevelingen geformuleerd en gemeenschappelijke aandachtspunten nader toegelicht. Zowel deze rapportage op instellingsniveau als de geaggregeerde rapportage zijn openbaar.
3
Resultaten inspectiebezoek 2.1
Inleiding
In dit hoofdstuk leest u hoe BJz Agglomeratie Amsterdam, locatie Zaandam en GGZ Dijk en Duin, Afdeling Jeugd Zaanstreek scoren op de kwaliteit van hun beider samenwerking, toegespitst op de toegangsfunctie waarlangs jeugdigen met GGZ-problematiek via BJz worden doorgeleid naar de J-GGZ. Per thema treft u telkens eerst een beschrijving van de streefsituatie en vervolgens een tabel met scores, die in de tekst worden toegelicht. Zie bijlage 1 voor de gehanteerde score-classificaties.
2.2
Aanmelding en screening
Streefsituatie Een adequate werking van de keten begint bij voldoende toegankelijkheid van de jeugdzorg voor alle doelgroepen en een goede relatie met en dienstverlening aan verwijzers. Onder voldoende toegankelijkheid voor alle doelgroepen wordt verstaan: heldere informatie aan potentiële cliënten, zoveel mogelijk één toegangspoort (geringe omvang rechtstreekse verwijzingen naar de J-GGZ), voldoende deskundige bejegening en beoordeling van de problematiek bij de aanmelding/screening, voldoende snelheid in handelen. Artsen/verwijzers mogen bij het vermoeden van ernstige psychiatrische problematiek rechtstreeks naar de J-GGZ verwijzen. Het gaat hierbij om huisartsen of artsen naar wie de huisarts doorverwijst, een BIG-geregistreerde behandelaar of een arts verbonden aan een JJI ten behoeve van daar door de rechter geplaatste jongeren. Ook dient de J-GGZ of de verwijzer gegevens over die rechtstreekse verwijzingen aan te leveren aan BJz (de aard van de vermoedelijke stoornis en de reden van het vermoeden). Daarnaast heeft BJz de taak om 7 x 24 uur bereikbaar te zijn. Onder een goede relatie met en dienstverlening aan verwijzers in de fase van aanmelding wordt verstaan: heldere informatie aan mogelijke verwijzers over de actuele procedures en wachttijden, accurate terugkoppeling van informatie (wettelijk vereist voor huisartsen). Aanmelding
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Vormgeving voordeur
√
Bekendheid met gedeeld/gebruik van aanmeldingsformulieren of
√
procedures Bereikbaarheids/crisisdienst
√
Deskundigheid voor beoordeling
√
psychiatrische problematiek bij de voordeur Informatie en terugkoppeling naar de
√
verwijzers Omlegging cliëntenstroom/
√
zij-instroom J-GGZ Terugkoppeling gegevens naar BJz
√
over rechtstreekse aanmeldingen bij J-GGZ
4
Vormgeving voordeur Voor alle cliënten is er een telefonisch aanmeldspreekuur, dat bij alle mogelijke verwijzers bekend is. Al sinds 1998 worden dagelijks een medewerker van BJz Zaandam en van J-GGZ Zaanstreek ingeroosterd om de telefonische meldingen te behandelen. Buiten het spreekuur worden telefonische vooraanmeldingen aangenomen. Alle aanmeldingen worden besproken en bij J-GGZ problematiek bij een (G)GZ intaker (met de juiste expertise) ingepland en bij LVG problematiek (nog) aan MEE overgedragen. Complexe situaties worden in voordeuroverleg (incl. GZ psycholoog) besproken. Door de samenwerking weet men elkaar te vinden. Bekendheid met/gedeeld gebruik van aanmeldingsprocedure Alle medewerkers gebruiken tijdens de aanmelding hetzelfde gestandaardiseerde vragenformulierformulier, waarin de probleemstelling kort (15 regels) wordt omschreven. Eventueel gebruikt men ook een ‘uitvraagformulier’ bij vermoeden van psychiatrische problemen. De procedures zijn beschreven. Ook bij Dijk en Duin voor de arts-arts verwijzingen. Er is een gedeelde visie op deze wijze van werken. Bereikbaarheids/crisisdienst Overdag is er altijd een bureaudienst, die bij crisis handelt, spoedhulp bij zorgaanbieders regelt of crisisdienst GGZ inschakelt. Ook Dijk en Duin heeft een dergelijke bureaudienst voor de arts-arts verwijzingen en crises. Buiten kantooruren werkt het mobiel crisis team (MCT van Mentrum) zowel voor Dijk en Duin als voor BJAA als er sprake is van psychosociale crisis. Voor acuut psychiatrische stoornissen in engere zin heeft Dijk en Duin een eigen 7 x 24 uursdienst. Een enkele keer zijn er problemen met de verantwoordelijkheidsverdeling tijdens crises. Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek bij de voordeur Door jarenlange samenwerking, kennisoverdracht en het zelf inhuren van GZ-psychologen en psychiater (uren) voor consultatie en overleg is voldoende deskundigheid in de aanmeldprocedure aanwezig. Informatie en terugkoppeling naar verwijzers Er is gezamenlijke, eenduidige informatie voor verwijzers via folders beschikbaar. Als zij zelf een vooraanmelding doen worden ze geïnformeerd over aanmelden en accepteren cliënt(systeem). Omlegging cliëntenstroom/zij-instroom J-GGZ De cliëntenstroom naar de J-GGZ loopt al jaren voor ongeveer 80 % via de gezamenlijke voordeur en wordt geregistreerd als verwijzing door BJz. Uit de toegestuurde gegevens: 1e half jaar 2005 459 (van de 538) cliënten verwezen door BJz. Terugkoppeling gegevens naar BJz over rechtstreekse aanmeldingen bij J-GGZ Men kent elkaars cijfers, maar uitwisseling van beleidsinformatie conform de vereisten is nog niet duidelijk geregeld. Volgens de toegestuurde cijfers is het aantal rechtstreekse verwijzingen: 146 voor 2004 en 75 voor de 1e helft 2005. Door deze onduidelijkheden is dit item niet gescoord.
5
2.3
Diagnostiek binnen BJz
Streefsituatie Een adequate werking van de keten vergt een goede en gedegen beoordeling van de problematiek. Daarvoor is voldoende diagnostische kennis en vaardigheden van de professionals nodig en voldoende mogelijkheden om diagnostiek uit te voeren. Wanneer BJz niet voldoende mogelijkheden heeft voor (specialistische) toegangsdiagnostiek van psychische problematiek en indien op voorhand al een sterk vermoeden is dat GGZ is geïndiceerd, dan kan het voor die taak ook een J-GGZ-instelling inhuren. Ook kunnen hiervoor medewerkers van de J-GGZ gedetacheerd worden bij BJz. Volgens het Referentiewerkmodel is sprake van een specialistische diagnose als voor het bepalen van het diagnostisch beeld gebruik wordt gemaakt van een specialistisch classificatiesysteem. In deze definitie is het stellen van een specialistische diagnose voorbehouden aan een gedragswetenschapper/BIG-geregistreerde professional. De specialistische diagnose van BJz is ter ondersteuning van het bepalen van het diagnostisch beeld. Indien de aard van de problematiek dit vergt, vindt multidisciplinaire beoordeling (dat wil zeggen dat de gedragswetenschapper/BIG-geregistreerde professional wordt ingeschakeld) van de gegevens plaats conform vastgestelde afspraken. Diagnostiek
Score a:
Score b:
Score c:
Uitvoering diagnostiek
√
Bekendheid met gedeeld/gebruik
√
Score d:
van diagnostische instrumenten Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek
√
Multidisciplinaire beoordeling Positionering toegangsdiagnostiek
√ √
en behandeldiagnostiek
Uitvoering diagnostiek Na acceptatie van een cliënt wordt de situatie van cliënt(systeem) geanalyseerd op diverse leefgebieden. Daarna kunnen ten behoeve van diagnostisch beeld diverse instrumenten worden ingezet zoals CBCL. Het plan is om ook gebruik te maken van Spsy en Quick-step om na multidisciplinaire beoordeling snel te kunnen indiceren voor JGGZ (binnen heel BJAA). De diagnostiek van na aanmelding al naar J-GGZ ‘verwezen’ cliënten geschiedt door Dijk en Duin en zijn dan als cliënt voor BJAA/locatie Zaandam buiten beeld. Bij twijfelgevallen (voor indicatie J-GGZ) kan het DC (Diagnostisch Centrum Zaanstreek Waterland), waarin medewerkers van BJAA/locatie Zaandam en van Dijk en Duin participeren, worden ingeschakeld, dat intelligentie-, persoonlijkheids tests en indien nodig gezinstaxatie uitvoert. Bekendheid met/gedeeld gebruik diagnostische instrumenten In het Diagnostisch Centrum is sprake van gedeelde toepassing van diagnostische instrumenten. Over en weer kent men elkaars instrumenten en wordt alle beschikbare informatie overgedragen als cliënt wordt geïndiceerd voor/overgedragen aan J-GGZ. Opgemerkt wordt dat er wel een spanningsveld is bij onderzoeken voor de jeugdbeschermingcliënten.
6
Die worden (soms?) door anderen, bijvoorbeeld FORA, uitgevoerd. Het is niet gebruikelijk dat de resultaten daarvan zonder meer worden meegenomen, omdat er discussies zijn over het hanteren van verschillende theoretische kaders. De psychiater/behandelaar wil altijd zelf kijken of onderzoeken. Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek In de voordeur is door de jarenlange samenwerking en klinische lessen voor BJz medewerkers voldoende deskundigheid gegroeid voor de eerste beoordeling van psychiatrische problematiek. Problematische gevallen, cliënten met complexe, meervoudige problematiek, kunnen in diverse fasen van de hulpverlening/behandeling vanuit BJz en J-GGZ worden ingebracht in het Multidisciplinair Indicatie Overleg (MIO) -grensverkeer. In dit multidisciplinaire overleg worden de afwegingen gezamenlijk gemaakt, dit wordt als zeer zinvol ervaren, BJAA heeft GZ-psychologen aangesteld, opdat deskundigheid (en overleg en onderlinge consultatie) wordt geborgd. In een aantal locaties (BJAA heeft er 10) is een psychiater aanwezig voor directe consultatie. Multidisciplinaire beoordeling Er is een Multidisciplinair Indicatie Overleg (MIO) waarin de niet-evidente gevallen altijd besproken worden en van waaruit ook een psychiater geconsulteerd kan worden. Positionering toegangsdiagnostiek en behandeldiagnostiek Er zijn gescheiden diagnostische paden. Na aanmelding vindt JHV of GGZ diagnostiek plaats. Bij twijfelgevallen via DC, zie hiervoor. Na ‘intakegesprek’ bij J-GGZ zo mogelijk behandeling door dezelfde medewerker als de match tussen cliënt en behandelaar klopt. Als geïndiceerd moet worden voor, met name residentiële, K&J psychiatrie, die van Triversum gevraagd wordt, vereist men daar verdergaande diagnostiek. Bovendien wil men in Triversum psychiatrische problematiek in engere zin, geen gedragsproblemen. Volgens de gesprekspartners zou hierover een fundamentele discussie moeten worden gevoerd.
2.4
Indicatiebesluit BJz
Streefsituatie In de zorgketen is het indicatiebesluit een kerndocument. Het vat samen wat er aan de hand is, motiveert de keuze voor jeugdzorg en stuurt de uitvoering van de hulp door de zorgaanbieder (o.a. J-GGZ) aan. De zorgaanbieder legt de manier waarop hij de geïndiceerde zorg gaat verlenen vast in een hulpverleningsplan/behandelplan. Op basis van het diagnostische beeld en de wensen en verwachtingen van de cliënt stelt BJz in het kader van de indicatiestelling vast welke zorg nodig is. BJz heeft de taak te indiceren voor onder meer bepaalde vormen van AWBZ-zorg (bijv. J-GGZ). Dit wordt vastgelegd in een indicatiebesluit dat voldoet aan de eisen die de Wet op de Jeugdzorg hieraan stelt (beschrijving van de problemen; ernst en mogelijke oorzaken; beschrijving benodigde zorg; beschrijving korte en lange termijn doelen van die zorg; termijn gedurende welke de aanspraak geldt nadat de in het besluit voorziene zorg is aangevangen; termijn waarbinnen de aanspraak tot gelding moet zijn gebracht; een advies wie de zorg kan verlenen; oordeel over zorgcoördinatie; aanduiding van eventuele vervangende zorg). Voorts wordt in het indicatiebesluit beschreven hoeveel en op welke wijze hulp moet worden uitgevoerd (thuissituatie, bij zorgaanbieder, individueel of in groepsverband, benodigd aantal contacturen, inclusief bandbreedte). Om goed te kunnen vaststellen welke zorg nodig is, dient BJz te beschikken over voldoende deskundigheid over de wijze waarop psychische problematiek kan worden aangepakt. Om deze deskundigheid te verhogen kunnen medewerkers van de J-GGZ hiervoor worden gedetacheerd naar BJz. BJz neemt geen indicatiebesluit voordat een gedragswetenschapper het ontwerpbesluit heeft beoordeeld.
7
Indicatiestelling/indicatiebesluit
Score a:
Score b:
Score c:
Organisatie proces indicatiestelling
√
Vertrouwen in kwaliteit indicatiestelling
√
Specifiteit uitkomst indicatiestelling
√
Tevredenheid samenwerking Gemiddelde doorlooptijd BJz
Score d:
√ onbekend
Organisatie proces indicatiestelling Het implementeren van voor beroep vatbare indicaties (voor JHv zorg) kostte BJAA veel tijd. De indicatiestelling voor de J-GGZ is nog niet geformaliseerd, BJz medewerkers hadden zich tot voor kort niet gerealiseerd welke consequenties dat zou (moeten) hebben. De Raad van Bestuur voegt hieraan toe, dat de lange duur van tot stand komen van de WJz ertoe heeft geleid, dat niet alle veranderingen met medewerkers werden besproken. Vooralsnog wordt het besluit in de voordeur beschouwd als indicatiebesluit. Dit wordt aangepakt via invoeren nieuwe procedure indicatiestelling voor heel BJAA, zie Concept werkwijze indicatiestelling GGZ (zd). Het huidige proces van indicatiestelling bij BJz geënt op indiceren voor ‘Hulp Op Indicatie’ (HOI) instellingen. Er is een vangnet gecreëerd in de vorm van 14 daags MIO-grensverkeer. Alle cliënten waarvan men denkt dit is de ‘verkeerde route’ worden (terug)gebracht in dit overleg. Dit geldt ook voor cliënten, die verhuizen, indicatie na crisisopvang en andersoortige overplaatsingen, opdat zo weinig mogelijk cliënten uit de boot vallen. De medewerkers van BJz merken op dat de nieuwe wetgeving bureaucratisering in de hand werkt. Als dat zo is dan pleit dat er voor om de administratieve systemen en processen van beide instellingen optimaal op elkaar af te stemmen. Vertrouwen in kwaliteit indicatiestelling In het belang van de cliënt wordt door BJAA/locatie Zaandam zo vroeg mogelijk in het proces de uiteindelijke behandelaar ingezet of dit nu jeugdhulpverlening of J-GGZ betreft. Er is wel degelijk vertrouwen in de kwaliteit van de ‘verwijzing’ omdat medewerkers BJz die kwalificaties bezitten en daar onderling over communiceren. Er is ook vertrouwen door de ondelinge samenwerking in het DC. Van de zijde van GGZ Dijk en Duin wordt naar voren gebracht, dat er wellicht toch minder cliënten naar de J-GGZ verwezen zouden worden als BJz zijn lichte vorm van psycho-sociale hulpverlening (weer) kon uitvoeren. Specificiteit uitkomst indicatiestelling De discussie over de specificiteit van de indicatiestelling met name als het gaat om combinaties van hulp, bijvoorbeeld Boddaert en rouwverwerking, worden nog gevoerd. GGZ Dijk en Duin heeft er moeite mee als BJz gaat indiceren voor zorgprogramma’s. ‘Je moet als behandelaar toch je eigen relatie opbouwen met cliënt(systeem)’. Men vraagt zich af of specifiekere indicaties een toegevoegde waarde hebben. Dat zou volgens medewerkers van BJz alleen kunnen als de J-GGZ duidelijker maakt wat ze aanbieden en als het nodig is ook outreachend werkt.
8
Op zich is de Raad van Bestuur van BJAA voorstander van een globaal indicatiebesluit dat niet indiceert voor specifieke zorgprogramma’s. Wel acht zij het van belang dat de indicatiestelling aansluit bij, en melding maakt van interventies van BJAA en de aard en ernst van de problematiek. De opvattingen van de Raad van Bestuur van BJAA zijn nog niet optimaal in beeld bij de medewerkers. Tevredenheid samenwerking Van beide kanten wordt de samenwerking goed genoemd, zij het dat de samenwerking zich inhoudelijk voornamelijk tot de voordeur beperkt. Daarbuiten is er incidenteel onderling overleg omdat men elkaar kent en in de praktijk van bijvoorbeeld het DC tegen komt. Gemiddelde doorlooptijd BJz De doorlooptijd is volgens opgave BJAA in 2004 gemiddeld 70 werkdagen. Het is niet te achterhalen of dit voor de locatie Zaandam ook geldt, naar schatting van de medewerkers in Zaandam is dit enkele weken (20-25 werkdagen). Het ontbreekt aan voldoende betrouwbare landelijke gegevens over doorlooptijden. Daarom is geen score afgegeven die de Zaandamse situatie afzet tegen het landelijke gemiddelde.
2.5
Aanmelding bij J-GGZ/uitvoering indicatiebesluit
Streefsituatie Een adequate werking van de keten voorziet in een soepele overgang van indicatiestelling naar hulpverlening door de zorgverlenende instelling. De indicatiesteller ondersteunt de cliënt bij het verkrijgen van die zorg en de uitvoerende instelling accepteert het indicatiebesluit. Het terugverwijzen van cliënten naar de indicatiesteller komt slechts bij uitzondering voor. Bij aanmelding van de cliënt bij J-GGZ moet er een indicatiebesluit zijn zoals bedoeld in de Wet op de Jeugdzorg. Op grond van het indicatiebesluit kan een cliënt aanspraak maken op de zorg die daarin is genoemd. BJz dient de cliënten bij te staan/te motiveren voor het tot gelding brengen van het indicatiebesluit. Alleen als de instelling aan de cliënt kan aantonen dat het verlenen van de zorg niet binnen de opdracht/missie van de instelling past, kan de instelling de cliënt terugverwijzen naar de indicatiesteller. In alle andere gevallen wordt door de instelling met de cliënt een gesprek gehouden waarbij tot een overeenkomst wordt gekomen. Het zorgkantoor toetst de indicatiebesluiten aan de wettelijke vereisten (niet inhoudelijk), zorgt ervoor dat de cliënt de geïndiceerde AWBZ-zorg kan verzilveren en registreert de geïndiceerde en uitgevoerde hulp. Aanmelding J-GGZ uitvoeren
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
indicatiebesluit Afspraken BJz en J-GGZ over
√
overdracht van informatie en cliënten Wachttijd tussen aanmelding bij J-GGZ en eerste face-to face
onbekend
contact Terugverwijzingen
√
9
Afspraken BJz en J-GGZ over overdracht van informatie en cliënten Bij het intakeproces bij de J-GGZ wordt altijd gebruik gemaakt van de informatie verzameld in de voordeur. Na indicatie (verwijzing) voor J-GGZ vindt echter geen uitwisseling van gegevens meer plaats. J-GGZ Dijk en Duin is daarna verantwoordelijk, maar kan bij twijfel altijd ‘terug’ via MIO-grensverkeer. Als behandelaar moet je echt opnieuw beginnen met opbouwen van een relatie met je cliënt. J-GGZ medewerkers geven aan, dat de indicatie van BJz (algemeen, naar sector) meestal goed is, maar dat ze niet willen dat BJz gaat indiceren voor specifieke zorgprogramma’s. Wachttijd tussen aanmelding bij J-GGZ en eerste face-to-face contact De wachttijden tussen aanmelding bij J-GGZ en eerste contact zijn niet bekend. De intakes vinden al na voordeuraanmelding plaats bij ‘ingeschatte’ hulpverlener, na ongeveer 2 tot 3 weken. Het ontbreekt aan voldoende betrouwbare landelijke gegevens over wachttijden. Daarom is geen score afgegeven die de Zaandamse situatie afzet tegen het landelijke gemiddelde. Terugverwijzingen Komen weinig voor, maar als er vragen zijn worden de cliënten (vanuit BJz en J-GGZ) ingebracht in het MIOgrensverkeer, dat werkt heel effectief. Daar kan multidisciplinair worden overlegd en is de communicatie open. Er bestaat geen intervisie waaraan medewerkers van beide organisaties deelnemen. Wel zijn er enkele klinische lessen gegeven over bijvoorbeeld trauma verwerking en ouder-kind-relatie.
2.6
Opstellen behandelplan binnen de J-GGZ
Streefsituatie Voor een adequaat werkende zorgketen is continuïteit in de aanpak van de problematiek van cliënten van belang. In het verlengde van de inhoud van het indicatiebesluit, dient de zorgaanbieder i.c. J-GGZ instelling een hulpverleningsplan op te stellen voor de cliënt (zie ook thema 3). BJz heeft de taak dit te bevorderen. Het hulpverleningsplan is afgestemd met eventuele andere zorg- of hulpverleners en op eventuele andere hulpverleningsplannen. Daarnaast legt hij het plan voor aan de cliënt en BJz. Nadat hij hun fiat heeft gekregen start de zorgaanbieder de zorg. Opstellen behandelplan
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
J-GGZ Afstemmen behandelplan op
√
indicatiebesluit Overleg/toetsing behandelplan door
√
BJz
Afstemmen behandelplan op indicatiebesluit Bij verwijzing vanuit BJz bestaat er (soms) een hoog gespannen verwachting over wat J-GGZ allemaal kan doen voor een jeugdige cliënt. Verwijzing vereist een goede kennis van sociale kaart van alle soorten (GGZ) zorg die beschikbaar is (in de regio). Door het DC bestaat er een goede relatie, maar die dreigt volgens onze gesprekspartners verstoord te worden omdat de WJz vraagt om een volledige en specifieke indicatie. Men vraagt zich af of dit efficiënt en snel genoeg is voor de (het) cliënt(systeem). J-GGZ is bang voor (nog meer) bureaucratie bij BJz als zij ‘de letter van de wet’ willen volgen.
10
Overleg/toetsing hulpverleningsplan door BJz Dit overleg vindt vooralsnog niet plaats, omdat de verwijzing na de voordeur leidt tot verantwoordelijkheid voor de cliënt bij J-GGZ Dijk en Duin. Indien terugverwijzing nodig is komt de cliënt in MIO grensverkeer en wordt gezamenlijk besloten over het vervolgtraject voor de cliënt.
2.7
Uitvoeren en volgen van de geïndiceerde zorg door BJz
Streefsituatie Een adequate zorgketen wordt door een casemanager gevolgd en vanuit het perspectief van de situatie/problematiek bij aanmelding geëvalueerd. De J-GGZ instelling doet aan BJz mededeling van de aanvang en de beëindiging van de zorg conform het indicatiebesluit. J-GGZ houdt BJz op de hoogte van de voortgang van de zorg, geeft wijzigingen in het zorgaanbod door en kondigt aan wanneer de zorg zal worden beëindigd. BJz kan hierdoor de zorg volgen en de zorg bij beëindiging evalueren (samen met de cliënt en de zorgaanbieder). Op vooraf vastgestelde momenten wordt door BJz bij de J-GGZ instelling en bij de cliënt geïnformeerd hoe de verleende zorg verloopt. De cliënt wordt door BJz bijgestaan bij vragen over de inhoud van deze zorg, alsmede de evaluatie van de zorg. In het kader van de monitoring registreert BJz een aantal vaste gegevens per cliënt (datum van aanvang van de zorg; datum van einde van de zorg; reden van beëindiging van de zorg; gegevens over het wachten na het indicatiebesluit tot de zorg is gestart; gebruik van vervangende zorg; gegevens over het behalen van het in het indicatiebesluit omschreven doel). De tussenevaluatie wordt uitgevoerd conform afspraken tussen het BJz en de aanbieder en in overeenstemming met het indicatiebesluit. Resultaten van de (tussen)evaluatie worden geregistreerd. Uitvoeren en monitoren van zorg
Score a:
Verstrekken van vervolggegevens
Score b:
Score c:
Score d:
√
door J-GGZ aan BJz Evaluatie J-GGZ door BJz
√
Verstrekken van volggegevens door J-GGZ aan BJz Het verstrekken van gegevens is (nog) niet standaard aan de orde, de geïnterviewden van de J-GGZ verwijzen naar privacy argumenten om juist ook bij justitiële procedures geen schriftelijke informatie te kunnen/willen verstrekken. Alleen bij twijfel wordt een cliënt ingebracht in het MIO-grensverkeer, daar wordt een vervolgbesluit genomen. Indien cliënt is ‘overgedragen’ aan J-GGZ verwacht men over en weer geen uitwisseling van gegevens, tenzij tevens jeugdhulpverlening geïndiceerd moet worden of als er sprake is van een cliënt van de afdeling jeugdbescherming, die J-GGZ zorg ontvangt. In dat geval wordt de terugkoppeling niet altijd als voldoende ervaren door de (gezins)voogd. Evaluatie J-GGZ door BJz Niet aan de orde, zie hiervoor. Opgemerkt wordt dat (op bestuurlijk niveau) wel evaluatie van de algemene samenwerkingsafspraken plaatsvindt.
11
3 3.1
Beschouwing Inleiding
Anticiperend op de gewenste situatie tijdens de discussies, b.v. verwoord in ‘Regie in de jeugdzorg’, voorafgaande aan de WJz is door het toenmalige BJz Amstelland/Meerlanden en Zaanstreek/Waterland (AMZW) en de (jeugd) RIAGG, Zaanstreek/Waterland in 1998 een samenwerkingsverband aangegaan. Met als doel (bij de herijking in 2000) voor alle cliënten (jeugdigen en hun opvoeders): ‘laagdrempelige toegang tot alle vormen van jeugdzorg; geïntegreerd ambulant hulpaanbod; indiceren voor andere zorg; realiseren adequate overgang verschillende soorten hulpverlening’. Dit resulteerde in de gezamenlijke voordeur, aanmeldprocedure met een ‘sectorale’ intake en acceptatie van de cliënt. Deze procedure heeft tot op heden bevredigend gewerkt. De daadwerkelijke samenwerking is echter gericht op de voordeur en het hiervoor beschreven MIO, MIO-grensverkeer en het Diagnostisch Centrum. De noodzaak in de WJz voor BJz om een specifieker (maar hoe specifiek dan?) en onafhankelijk indicatiebesluit af te geven, dat recht geeft op zorg (met helaas een niet geharmoniseerde financieringsstructuur) uit de AWBZ via de JGGZ, leidt tot nieuwe discussies over de onderlinge taakverdeling, verantwoordelijkheden en samenwerking. Inmiddels is BJz AMZW gefuseerd met BJz Amsterdam tot BJAA en de RIAGG Zaanstreek/Waterland met andere GGZ instellingen tot Dijk en Duin. De invoering van de WJz heeft door structureel overleg op directie/Raad van Bestuur niveau tot een Visiedocument als kader voor de toegang tot de jeugdzorg geleid. Hierin zijn afspraken vastgelegd tussen BJAA en BJz NH enerzijds en het samenwerkingsverband (van 5 instellingen) Kinder- en J-GGZ NH. Daarnaast moet BJAA (en BJz NH) zelf afzonderlijke werkafspraken maken met de vijf GGZ instellingen over inkopen van diagnostiek, inhuren van psychiater-uren voor consultatie en overleg en dergelijke. Op de werkvloer gaat de samenwerking goed, door de jarenlange contacten en de wens voor de cliënt de ‘snelste weg’ te bewandelen. Nadruk bij BJAA op eigen verantwoordelijkheid en onafhankelijke eigen GZ-psychologen en psychiaters voor de onafhankelijke indicatiestelling zou volgens de gesprekspartners van beide organisaties kunnen leiden tot meer bureaucratie of minder goede samenwerking.
3.2 Directe doorverwijzing naar J-GGZ na aanmelding in de gezamenlijke voordeur De aanmeldprocedure is helder en wordt tot op heden gezamenlijk BJAA/locatie Zaandam en J-GGZ Dijk en Duin, Afdeling Jeugd Zaanstreek uitgevoerd. Dit resulteert in een splitsing van alle cliënten direct na de voordeur, maar heeft als consequentie dat er geen indicatiebesluit is in de zin van de WJz en dat de verantwoordelijkheid voor de cliënt in zijn geheel bij de J-GGZ komt te liggen, zonder afspraken over terugkoppeling. In bijzondere gevallen is er voldoende overleg en onderlinge consultatie, maar aan de eisen van de WJz voldoet dit niet. Men is zoekende hiervoor oplossingen te bedenken, maar verwacht eigenlijk ook wel betere landelijke richtlijnen en eventueel inspectie-normen voor deze problematiek. De voorgenomen aanpak vanuit BJAA, geënt op de WJz stelt een mogelijke procedure voor om te komen tot een voor de cliënt zo snel mogelijke verwijzing naar de J-GGZ (indien nodig): direct na (telefonische) aanmelding; of na een gericht intake gesprek; of na overleg in het MIO. Dit vereist een inhoudelijke discussie tussen betrokken partijen met respect voor elkaars verantwoordelijkheden en competenties.
12
3.3 Uiteenlopende verwachtingen omtrent indicatiebesluit en casemanagement Doordat op dit moment het besluit na de aanmelding (over het toewijzen van de intake aan BJz of J-GGZ) nog als indicatiebesluit wordt opgevat is het probleem van de inhoud van het indicatiebesluit (IB) nog even vooruit geschoven. BJAA zoekt nog naar de juiste wijze van specificeren van het IB o.a. om de onafhankelijkheid te waarborgen. Dijk en Duin, Jeugd/Zaanstreek heeft voorkeur voor zeer globale indicaties omdat men via intake en eigen opbouw van diagnostisch beeld denkt de behandeling effectiever in te kunnen zetten. Dit heeft onmiddellijk gevolgen voor de opvattingen over casemanagement. In de huidige situatie wordt de cliënt ‘overgedragen’ aan de J-GGZ en heeft BJz geen bemoeienis meer, tenzij in complexe of gecombineerde gevallen. De problemen manifesteren zich nu al bij cliënten uit de jeugdbescherming, waar BJz de cliënten wel moet volgen en dat naar eigen zeggen niet voldoende kan. Indien BJz alle naar de J-GGZ verwezen cliënten c.q. alle voor de J-GGZ geïndiceerde cliënten, moet volgen (waarbij de mate van intensiteit kan verschillen) is het de vraag of BJz daar voldoende capaciteit voor heeft. Men vraagt zich af wat de toegevoegde waarde is voor de cliënt? Die moet volgens beide partijen voorop staan.
3.4
Verdere verheldering van positionering BJz en J-GGZ noodzakelijk
Men vraagt zich af of strikte uitvoering van de wet, indicatiebesluit met analyse en diagnostisch beeld en soort behandeling, positief is voor de cliënt en de samenwerking tussen de organisaties. Ook worden tegenstrijdigheden geconstateerd tussen de WGBO en WJz. De onderlinge posities zijn er niet duidelijker op geworden. Door de invoering van de Wet op de Jeugdzorg en de komst van de WMO zal de aard van licht ambulante zorg (LAZ), zoals deze wordt geboden door het BJz, wijzigen. De LAZ zal zich in toenemende mate gaan ontwikkelen tot vormen van bemoeizorg. Het ROA heeft zich als subsidiegever van BJAA uitgesproken ten gunste van handhaving van de LAZ bij BJAA. In het belang van de cliënt is het noodzakelijk dat beide instellingen ontwikkelingen op dit punt goed op elkaar afstemmen en communiceren. BJz wordt geconfronteerd met veel ouderproblematiek binnen het cliëntsysteem, maar kan ouders niet verwijzen naar de GGZ, dit loopt via de huisarts. Samenwerking met volwassenen GGZ is nodig. Een goede Jeugdketen vereist ook een goede ‘Ouderketen’. Tot op heden is de positie van BJz/locatie Zaandam en Dijk en Duin, Zaanstreek voor de (regionale) verwijzers tamelijk helder, maar wat betekent het implementeren van de WJz voor de samenwerking met de rest van de keten voor het jeugdbeleid in het algemeen?
13
Bijlage 1: Gehanteerde score-classificaties Aanmelding en screening Aanmelding
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Organisatie voordeur
Er zijn feitelijk twee voordeuren; er zijn geen op elkaar afgestemde afspraken tussen BJz en J-GGZ over
BJz en J-GGZ hebben onderling afspraken over uitvoering van aanmeldingsfunctie. Ieder neemt grotendeels aanmeldingen voor de ‘eigen’ sector voor eigen rekening.
BJz en J-GGZ hebben de werkwijze t.a.v. aanmelding grotendeels geïntegreerd.
De vormgeving van de voordeur wordt volledig gedragen door BJz en J-GGZ samen; deskundigheid van beide deelsectoren is voldoende aanwezig.
Er wordt gebruik gemaakt van elkaars of gezamenlijke aanmeldings-formulieren en procedures.
Eén team beoordeelt a.d.h.v. een vastgesteld en door medewerkers van BJz en J-GGZ gedragen werkproces alle aanmeldingen.
aanmelding. Bekendheid met/gedeeld gebruik van aanmeldingsformuliere n of –procedures Bereikbaarheids/crisisdienst
Men kent de Men kent het bestaan van gebruikte de gebruikte aanmeldingsaanmeldingsformulieren en formulieren en/of –procedures over en weer procedures over en maar maakt geen gebruik weer niet of van elkaars of gezamennauwelijks. lijke producten. BJz en J-GGZ beschikken niet over een gezamenlijke bereikbaarheids/crisisdienst Onvoldoende deskundigheid bij BJz maar bij twijfel wordt incidenteel overlegd met J-GGZ.
BJz en J-GGZ beschikken over een gezamenlijke bereikbaarheids/crisisdienst Nog niet voldoende deskundigheid bij BJz maar bij twijfel (aan beide kanten) wordt overlegd. Mede door bijdrage JGGZ neemt deskundigheid bij BJz toe.
Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek bij de voordeur
Onvoldoende deskundigheid bij BJz.
Informatie en terugkoppeling naar verwijzers
BJz en J-GGZ hebben geen gezamenlijke voorlichting en informatie verstrekt aan mogelijke verwijzers; huisartsen krijgen (nog geen) standaard terugkoppeling van hun verwijzing naar BJz.
BJz en J-GGZ hebben gezamenlijke voorlichting op dit punt verstrekt o.a. door actieve benadering van externe verwijzer (uitleg rol BJz en mogelijkheid rechtstreekse verwijzingen).
Omlegging cliëntenstroom/ zij-instroom J-GGZ
Vaak melden cliënten zich bij BJz en J-GGZ zelf aan. Zij-instroom: >80% aan-meldingen bij J-GGZ.
Cliëntenstroom is grotendeels omgelegd Zij-instroom: tussen 10-40% aanmeldingen bij J-GGZ.
Cliëntenstroom is onvoldoende omgelegd. Zij-instroom: 40-80% aanmeldingen bij JGGZ.
Terugkoppeling Op dit punt vindt geen structurele terugkoppeling gegevens naar BJz over plaats. rechtstreekse aanmeldingen bij JGGZ
Voldoende deskundigheid bij BJz o.a. door uitwisseling en/of detachering van medewerkers over en weer.
Vrijwel alle J-GGZcliënten komen via de integrale toegangspoort bij BJz binnen. Zijinstroom: <10% aanmeldingen bij J-GGZ. Op dit punt vindt structureel terugkoppeling plaats.
14
Diagnostiek binnen BJz Diagnostiek
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Uitvoering diagnostiek
Er zijn geen op elkaar afgestemde afspraken tussen BJz en J-GGZ over de uitvoering van toegangs-diagnostiek.
BJz en J-GGZ hebben onderling afspraken gemaakt over de manier waarop diagnostiek wordt gepleegd, waarbij ieder de aan-meldingen die voor de ‘eigen’ sector lijken te zijn, voor de rekening neemt.
BJz en J-GGZ hebben de (eerder bestaande) werkwijzen t.a.v. diagnostiek besproken en op elkaar afgestemd.
De diagnostiekfunctie is georganiseerd en ingevuld door BJz en J-GGZ gezamenlijk aan de hand van een vastgesteld en door medewerkers van BJz en JGGZ gedragen werkproces
Bekendheid met/gedeeld gebruik diagnostische instrumenten
Men kent de (voorheen) gehanteerde diagnostische instrumenten over en weer niet of nauwelijks.
Men kent het bestaan van gebruikte diagnostische instrumenten over en weer, maar men maakt geen gebruik van elkaars/gezamenlijk ontwikkelde of gekozen instrumenten.
Er wordt gebruik gemaakt van elkaars of van gezamenlijk ontwikkelde/ gekozen diagnostische instrumenten.
Eén team behandelt aan de hand van een vastgesteld en door medewerkers van BJz en J-GGZ gedragen werkproces de diagnostiek voor alle cliënten in de toegangsfase.
Deskundigheid voor beoordeling psychiatrische problematiek
Geen specifieke deskundigheid bij BJz.
Geen specifieke deskundigheid bij BJz maar wordt incidenteel ingehuurd door BJz bij JGGZ.
Toenemende deskundigheid bij BJz; aanvullend inhuren van J-GGZ medewerkers of diagnostiek.
Voldoende specifieke deskundigheid bij BJz (mede door inzet J-GGZ in het verleden).
Multidisciplinair e beoordeling
Adequate uitwerking van criteria voor multidisciplinaire beoordeling in de toegangsfase van BJz, maar deze is niet bekend bij de medewerkers van J-GGZ.
Positionering toegangsdiagnostiek en behandeldiagnostiek
Binnen BJz beoordeling die leidt tot ‘sectorkeuze’, diagnostiek voor GGZ-cliënten vinden grotendeels plaats binnen J-GGZ.
Adequate uitwerking van criteria voor multidisciplinaire beoordeling in de toegangsfase van BJz en deze is bekend bij de medewerkers van J-GGZ. Binnen BJz toegangsdiagnostiek. Evt. behandeldiagnostiek binnen J-GGZ. Soms doet J-GGZ diagnostisch onderzoek t.b.v. de toegangs-functie over.
15
Indicatiebesluit BJz Indicatiestelling/ indicatiebesluit
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Organisatie proces indicatiestelling
Binnen BJz worden vrijwel geen of weinig indicatiebesluiten afgegeven voor J-GGZ.
Er is deelname van J-GGZ aan proces van indicatiestelling binnen BJz, waarbij ieder vooral aan-meldingen voor de ‘eigen’ sector beoordeelt.
Er is deelname van J-GGZ aan het proces van indicatiestelling binnen BJz. Er wordt in feite gezamenlijk een indicatiebesluit genomen.
Het proces van indicatiestelling binnen BJz is door BJz en J-GGZ samen voorbereid en wordt gezamenlijk gedragen. BJz voert het uit.
Vertrouwen in kwaliteit indicatiestelling
J-GGZ heeft geen of weinig vertrouwen in indicatiestelling BJz.
J-GGZ heeft – onder bepaalde condities – vertrouwen in indicatiestelling BJz.
Specificiteit uitkomst indicatiestelling
--
Beoordeling leidt tot ‘sectorkeuze’: zeer globaal geformuleerde indicatiebesluiten.
Er worden globale tot redelijk specifieke indicaties voor J-GGZ gesteld.
Tevredenheid samenwerking
Geen of stagnerende samenwerking, weinig wederzijdse affiniteit.
Samenwerking op papier geregeld, wel kennis werkwijze wederpartij, geen gedeelde werkprocessen.
Intensieve ‘technische’ Gedeelde werkprocessen, integrale teams. ver-bindingen tussen (voorheen) eigen werkprocessen.
Gemiddelde doorlooptijd BJz
Beduidend hoger dan het landelijke gemiddelde
Hoger dan het landelijke gemiddelde.
Op het landelijke gemiddelde.
Er worden specifieke indicaties voor J-GGZ gesteld.
Lager dan het landelijke gemiddelde.
Aanmelding bij J-GGZ/uitvoering indicatie Aanmelding J-GGZ/uitvoeren indicatiebesluit
Score a:
Geen afspraken Afspraken BJz en J-GGZ over overdracht van informatie en cliënten
Score b:
Score c:
Afspraken zijn vooral gericht op zo vroeg mogelijke overdracht van cliënten/niet of minder gericht op informatieoverdracht. Hoger dan het landelijke gemiddelde.
Afspraken zijn gericht op soepele overdracht van informatie en ondersteuning van cliënten bij het verzilveren van indicatiebesluit.
Wachttijd tussen aanmelding bij J-GGZ en eerste face-to-face contact
Beduidend hoger dan het landelijke gemiddelde van beide sectoren.
Terugverwijzingen
Terugverwijzing komt regelmatig voor; aantal (beduidend) hoger dan het landelijke gemiddelde.
Op het landelijke gemiddelde.
Score d:
Lager dan het landelijke gemiddelde.
Terugverwijzing komt vrijwel niet voor; aantal lager dan het landelijke gemiddelde.
16
Opstellen hulpverleningsplan binnen de J-GGZ Opstellen hulpverleningsplan J-GGZ
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Afstemming hulpplan op indicatiebesluit
Geen afstemming...
Afstemming maar indicatiebesluit is zeer globaal en biedt veel ruimte.
Overleg/toetsing hulpverleningsplan door BJz
Geen toetsing
Ad hoc/in voorkomende gevallen.
Afgestemd op indicatiebesluit: geaccepteerd als uitgangspunt voor hulpplan. Meningsverschillen worden in structureel overleg besproken en leiden tot hernieuwde afspraken. Structureel, aan de hand van geïmplementeerde werkafspraken hieromtrent. Intentie om altijd af te stemmen. Maar soms wordt beoordeling aanpak problematiek overgedaan. BJz wordt hiervan dan op de hoogte gebracht.
Uitvoeren en volgen van de geïndiceerde zorg door BJz Uitvoeren en monitoren van zorg
Score a:
Score b:
Score c:
Score d:
Verstrekken van volggegevens door J-GGZ aan BJz
Worden niet verstrekt.
Worden verstrekt en worden gerapporteerd door BJz.
Evaluatie J-GGZ door BJz
Wordt niet geëvalueerd.
Wordt incidenteel geëvalueerd.
Wordt structureel geëvalueerd.
17
Bijlage 2: Overzicht gebruikte documenten -
-
Samenwerkingsovereenkomst tussen de Riagg Zaanstreek/Waterland en BJz Amstelland/Meerlanden en Zaanstreek Waterland, juli 2000 Inkoop afspraken GGZ voor 2005 Visie document toegang tot de jeugdzorg van BJAA, BJzNH en het Samenwerkingsverband Kinder-en J-GGZ NH (GGZ-centrum Westfriesland; GGZ Dijk en Duin; GGZ NHN; Jeugdriagg NHZ), december 2004 Folder Diagnostisch Centrum Concept Werkwijze indicatiestelling jeugdggz, BJAA, z.d. Schematische procesbeschrijving (voor) aanmelding door (huis) arts bij Dijk en Duin, z.d. Cliëntrouting GGZ Dijk en Duin, 2005 Jaarverslag 2004 Diagnostisch Centrum Zaanstreek Waterland
18