Racis sme e in n de e Cu uba aanse ge esch hied den nis.
Nelson Mandela: “Het onverstoorbare engagement van Cuba tot systematische uitroeiing van het racisme kent geen gelijke.” “Van bij aanvang was de Cubaanse revolutie een inspiratiebron voor alle vrijheidslievende volkeren.”
“Ik ben een vijand van de rassendiscriminatie. Ik ben ervan overtuigd dat het onrechtvaardig is, dat het absurd is. Ik ben daar zowel met mijn hart als met mijn verstand van overtuigd.” Fidel Castro
0
Cuba, zwart op wit.
Inhoudsopgave Cuba, zwart op wit. ……………………………………………………………… 2 1. Racisme in Amerika. - Latijns-Amerika
…… ………………………………………………………… 4
- Noord-Amerika. ………………………………………………………………… 7 2. De Cubaanse revolutie en strijd tegen racisme in Cuba - Racisme in Cuba? ……………………………………………………………… 9 - De toestand van de niet-blanken vóór de revolutie. ……… 10 - De revolutionaire aanpak van discriminatie en racisme.… 12 - Bestaan er nu nog discriminatie en racisme in Cuba? …… 16 - Wetgeving.………………………………………………………………………… 23 - Niet-blanken in de machtscentra. …………………………………… 24 3. De internationale inzet van Cuba tegen het racisme. …… 4. Besluit. ………………………………………………………………………………
Cuba, zwart op wit.
25 28
1
Cuba, zwart op wit.
CDR-Gent, de lokale afdeling van de Belgische solidariteitsorganisatie Iniciativa Cuba Socialista, vond het niet meer dan logisch om haar jaarlijkse Noche Cubana in te passen in de Gentse week tegen racisme. Cuba is immers één van de meest veelkleurige landen ter wereld en de strijd tegen racisme was van bij het begin van de revolutie een prioriteit. Cuba had en heeft een zware koloniale erfenis, ook op dit vlak. Eerst was er de massamoord op de ‘indianen’. Daarna volgde een decennialange import van negerslaven, die zorgde voor een sterke kleuring van de sociale klassen. Sinds de uitroeiing van de oorspronkelijke bevolking verrijkte een blanke en bleke elite er zich. Via feodale uitbuiting van arme, door landarbeid getaande blanke immigranten en via het uitpersen van gedeporteerde zwarte slaven uit Nigeria. Toen Spanje de overheersing van de Caraïben moest opgeven ten gunste van de VS, werd aan deze gekleurde uitbuitingsverhoudingen zeker niets veranderd. Het Cuba van de jaren ’50 moest dan ook niet onderdoen voor de apartheid van Zuid-Afrika. De strijd voor een vrij en rechtvaardig vaderland werd dus onvermijdelijk ook een strijd tegen het diepgewortelde racisme.
2
Cuba, zwart op wit.
In n deze e broc chure verken nnen we w wa at de succes ssen en e m moeilijkh heden van het h anttiracism me in Cuba C z zijn, ho oe Cub ba he eeft biijgedragen aa an de strijd tegen apartheid en e tege en ra acisme elders s in de wereld d, hoe ook ov ver dit aspectt van de d Cubaans se revo olutie va anuit de d VS desinfor d rmatie wordt gespuid, ... Het gaat hier natuurlijk nie et over een voldrage en stud die maa ar ee erder om o een n eerste e aanzet overr een thema t waarm mee Cub ba in n onze media weinig of nooit in ve erband wordt g gebrach ht. Net in het h bre engen van dit soortt dwars se kijk k op Cu uba zie en CDR-Gent en ICS I een n belan ngrijke opdrac cht. We e hopen dat de d le ezer datt kan apprecië a ëren.
CDR-Gent
Cuba, zwa art op wit.
3
1. Racisme in Amerika. Racisme in Latijns-Amerika1 “Inheemse volkeren hebben het overal zwaar”, was de kop op de website van de VRT-redactie midden januari 20102. Uit een VN-rapport (State of the World’s Indigenous People), opgesteld door 7 onafhankelijke experts, blijkt dat inheemse volkeren het vandaag nog steeds zwaar te verduren krijgen op een hele waaier domeinen zoals gezondheid, onderwijs, armoede en mensenrechten. “Terwijl ze slechts zo'n 5 procent uitmaken van de wereldbevolking, zijn de inheemse volkeren wel goed voor 15 procent van de armen ter wereld. Wereldwijd zijn er ongeveer 900 miljoen extreem arme mensen op het platteland. De inheemse volkeren zijn goed voor liefst een derde van die groep.” Geen continent waar het conflict tussen inheemse volkeren – in het spaans ‘indígenas’ – en (afstammelingen van) Westerse inwijkelingen zo zichtbaar was als in Latijns-Amerika. Toen de Spaanse Kroon het werelddeel koloniseerde, werd de oorspronkelijke bevolking brutaal misbruikt en ingezet als slaven. In Cuba werd de inheemse bevolking op die manier compleet uitgeroeid. Belangrijk voor de indígenas was de Spaanse priester Bartolomé de las Casas3. Hij trok vanuit Cuba naar andere Zuid-Amerikaanse landen en streed er voor de verbetering van het lot van de oorspronkelijke bevolking. Zijn succesvol lobbywerk leidde tot een pauselijk legaat waarin erkend werd 4
Cuba, zwart op wit.
dat de ‘indianen een ziel hebben’. Er kwamen ‘Nieuwe Wetten’, waarin bepaald werd dat de conquistadores de bevolking beter moesten behandelen. Dit impliceerde dat men indígenas niet meer als slaven mocht gebruiken. Daarom werden massaal negerslaven ingevoerd. Die bezaten volgens de katholieke kerk toch geen ziel. Bovendien leefde de overtuiging dat zij beter dan de Amerikaanse inheemse bevolking opgewassen waren tegen de harde condities. De las Casas protesteerde ook hiertegen, maar tevergeefs. Door die massale slavenhandel vanuit Afrika, zie je vandaag een waaier aan kleuren en kenmerken op de gezichten van latino’s. In landen als Cuba is het grootste deel van de bevolking mulat of zwart. In andere landen vormen zwarten een kleine, maar nog steeds gediscrimineerde minderheid, zoals de Garifunas in Guatemala en Honduras. In de praktijk bleven indígenas tweederangs-burgers. Helemaal onderaan de sociale ladder stonden de negerslaven, maar net daarboven stond de inheemse bevolking. De Maya’s, Azteken en Inca’s werden heel sterk gediscrimineerd. Ze werden van hun land verdreven, mochten hun religie niet beleven, hun taal werd niet erkend,… De Europese kolonisatoren stonden daar maatschappelijk heel ver boven. Vandaag is de situatie in de meeste Zuid-Amerikaanse landen nog steeds penibel. In de statistieken inzake inkomen, onderwijsparticipatie, beroep, alfabetisering,… staat de inheemse bevolking systematisch onderaan. Tijdens de vaak bloedige burgeroorlogen die vele landen troffen, werden hele gemeenschappen door militaire dictaturen platgebrand en uitgemoord. Rigoberta Menchú, indígenavrouw en Cuba, zwart op wit.
5
Nobelprijswinnares voor de Vrede4, schreef hierover een heel interessant getuigenis. Nog steeds is het moeilijk voor de inheemse bevolking om hun cultuur en religie te beleven. Nieuwe wetgeving omtrent het erkennen van de taal in het onderwijs komt slechts moeizaam tot stand. De economische macht ligt in handen van ofwel de buitenlandse multinationals, ofwel de nationale burgerij, afstammelingen van de Europeanen. Indígenas stromen zelden of nooit door tot hoge overheidsposten. Pas in 2006 werd Evo Morales in Bolivia de eerste Latijns-Amerikaanse president van indígena-afkomst. De ideologische hegemonie van de niet-indígenas zorgt er vaak voor dat indígenajongeren de Europese invloed assimileren. Zij spreken Spaans en dragen westerse kleding in de hoop meer kansen te krijgen in de samenleving. Door deze achterstelling van de inheemse bevolking in combinatie met vrouwendiscriminatie is de toestand van de indígenavrouwen nog meer precair. Het is belangrijk deze ruimere context in Latijns Amerika voor ogen te houden in het verhaal over racisme op Cuba. Tenslotte verwijzen we nogmaals naar deredactie.be hierboven2: “Alhoewel ze maar met 370 miljoen zijn, staan de inheemse volkeren wel in voor het leeuwendeel van de culturele diversiteit in de wereld. De enorme rijkdom aan talen in de wereld is ook aan hen te danken. Maar omdat ze steeds meer van hun oorspronkelijke gronden en natuurlijke rijkdommen worden afgesneden, zijn hun talen en culturen met uitsterven bedreigd.” Er is met andere woorden nog veel werk voor de boeg! 6
Cuba, zwart op wit.
Racisme in Noord-Amerika5 Afro-Amerikanen. De zwarte slavenhandel bereikte ook Noord-Amerika. In de Zuidelijke Staten werden negerslaven massaal ingezet in de katoenpluk. In 1863 kwam een einde aan de slavernij in de Noordelijke Staten. Pas enkele jaren later – na de overwinning in de burgeroorlog op de Zuidelijke Staten – werd ze afgeschaft in de hele Verenigde Staten. Ook hier betekende afschaffing van de slavernij geen maatschappelijke emancipatie. Onder invloed van rassenhaat kwamen er rassenwetten om de segregatie tussen blank en zwart in stand te houden. Men organiseerde aparte diensten, aparte scholen, zelfs aparte plaatsen op de bus voor blanken en zwarten. Pas in de jaren ‘50 kwam hierin voorzichtig verandering, onder aanhoudende druk van de burgerrechtenbeweging. Figuren als Martin Luther King en Malcolm X speelden hierin een belangrijke rol. Ondanks de institutionele gelijkstelling, hebben zwarten in de V.S. het als raciale groep nog steeds harder te verduren dan blanken. Ze maken slechts een 13% van de bevolking uit, maar toch zijn ze oververtegenwoordigd in de armoede-, werkloosheids- en criminaliteitscijfers. Denk maar aan de beelden na orkaan Katrina. Zoiets wordt niet zomaar uitgewist door de verkiezing van Obama als eerste zwarte president van de Verenigde Staten. Cuba, zwart op wit.
7
Hispanics. Naast de Afro-Amerikaanse bevolking heb je een ongeveer even grote groep ‘Hispanics’. Dit zijn ingeweken latino’s. Velen van hen vluchtten naar het noorden, weg van oorlog, armoede en honger. Ook deze bevolkingsgroep krijgt vaak de zogenaamde hamburgerjobs toebedeeld. Het grootste probleem binnen de latinogemeenschap in de V.S. lijkt dat van papieren. Velen kwamen na een levensgevaarlijke tocht illegaal de States binnen. Door gebrek aan papieren worden ze op de arbeidsmarkt uitgebuit en hebben ze geen toegang tot geneeskundige zorgen. Bovendien betekent arrestatie een onmiddellijke repatriëring naar land van herkomst. Indianen. Van de oorspronkelijke bevolking van Noord-Amerika, de indianen, blijft nog zeer weinig over. Slechts 1%van de bevolking van de V.S. zijn Indianen. De kolonisatoren palmden het ‘lege westen’ in en dreven de indianen terug in reservaten. Op enkele strijdbare uitzonderingen na, zijn indianenreservaten nu vooral een toeristische attractie. 1
Consejo Internacional de Tratados Indios - http://www.treatycouncil.org/home1.htm “Inheemse volkeren hebben het overal zwaar” http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/1.694684 3 Bartolomé de las Casas - http://nl.wikipedia.org/wiki/Bartolome_de_las_Casas 4 Rigoberta menchu “Yo, Rigoberta Menchú” 5 Wikipedia: Verenigde Staten, Afro-Amerikanen, Amerikaanse burgeroorlog. 2
8
Cuba, zwart op wit.
2. De Cubaanse revolutie en de strijd tegen racisme in Cuba. Racisme in Cuba? Iedereen die Cuba ooit bezocht, zal het beamen: je vindt er Cubanen in alle kleuren en maten en heel veel “gemengde koppels”. Gekleurde mensen vind je op alle leidinggevende niveaus. Maar heeft Cuba al volledig kunnen afrekenen met discriminatie en racisme? Correspondenten van BBC Mundo trokken begin december 2009 in Havana de straat op en ondervroegen lukraak 17 zwarte mannen en vrouwen over het bestaan van racisme in Cuba1. “Vreemd genoeg”, zeggen ze, “wilden er drie van hen niet antwoorden, en veertien ontkenden dat er racisme of rassenvooroordelen in Cuba bestaan.” Betekent dit dat er geen problemen zijn? Geenszins. Tijdens een discussie, in 2003, met Cubaanse en buitenlandse pedagogen zei Fidel Castro2: “ Zelfs in maatschappijen zoals Cuba, die uit een radicale sociale revolutie zijn voortgekomen, waar het volk de volledige wettelijke gelijkheid heeft bereikt en waar de revolutionaire opvoeding de subjectieve componenten van de discriminatie heeft doen mislukken, bestaat deze nog altijd in een andere vorm. Ik noem het een objectieve discriminatie, een verschijnsel dat samengaat met armoede en een historisch monopolie van de kennis.”
Cuba, zwart op wit.
9
De Cubaanse auteurs Ana Margarita González en Rafael Hojas Martínez verklaren op de internetsite www.rebelion.org onder de titel "Color cubano" (de kleur van Cuba)3 dat “het absurd zou zijn om te denken dat er in Cuba geen rassenproblemen, negatieve vooroordelen, discriminatie of racisme bestaan, niet alleen als ballast [uit het verleden, nvdr] maar ook als iets dat onze maatschappij in al haar onvolmaaktheid nog altijd kan reproduceren”. Ze citeren daarin de zwarte politicoloog en essayist Dr. Esteban Morales Domínguez: "Het is niet omdat we economisch en wettelijk gelijk zijn, dat we ook maatschappelijk gelijk zijn. Sociale gelijkheid is een complex ding. (...) Sociale gelijkheid is een totaalsysteem waarin elk individu zijn identiteit moet uitspelen. Mijn identiteit is die van Cubaan, intellectueel, partijmilitant en zwarte." De toestand van de niet-blanken vóór de revolutie. Op 3 januari 2010 schreef Omar Segura Montera in Trabajadores, het blad van de Cubaanse vakbondskoepel CTC4 “In het Cuba van vóór de revolutie getuigen talrijke artikelen in de toenmalige media van het bestaan van en de, soms bloedige, strijd tegen het racisme. Vóór en in de beginjaren van de revolutie vond je in Cuba clubs voor blanken en clubs voor zwarten, winkels waar niet één ‘kleurling’ werkte, aristocratische clubs waar een niet-blanke niet binnen mocht zelfs niet de president van de republiek - cabarets en clubs waar alleen Arische bands speelden, parken waar blanken en zwarten niet in dezelfde ruimte wandelden. Was er ook maar één zwarte te bespeuren in de toenmalige (elite)sporten of belast met een belangrijke verantwoordelijkheid of als loketbediende in een bank? Zelfs op de televisie of in de 10
Cuba, zwart op wit.
bioscoop speelden blanken de rollen van belangrijke zwarte personages. De zwarten speelden de rol van bedienden, werkers, slaven. Het racisme bereikte zelfs het leger, waar bijvoorbeeld de lucht- en zeemacht homogeen blank waren. En ook in de andere machten speelden zwarten geen leidinggevende rol. In sommige scholen vond je niet één zwarte, noch als leerling noch als personeelslid. En je kon als zwarte wel naar de universiteit, maar alleen ten koste van heel veel inspanningen, want de zwarten behoorden tot de economisch en sociaal minst bevoordeelde bevolkingsgroep.” De al genoemde Dr. Esteban Morales Domínguez schrijft in Cuba Socialista, het theoretisch tijdschrift van de Cubaanse Communistische Partij (PCC), het artikel5 ‘Cuba, ras en republiek’ waarin hij zegt: "Samengevat: het Cuba van vóór 1959 is zwaar racistisch, de zwarten staan systematisch onderaan de hiërarchische sociale pyramide, samen met andere armen, maar ze zijn nog slechter af. Arm en zwart zijn haast synoniemen en hoewel niet alle armen zwart zijn, zijn de meeste zwarten wel arm. De halfbloeden hebben het dikwijls nog een beetje beter. (…) De situatie van de zwarten verbetert er zeker niet op wanneer de communisten in 1947 uit de vakbond worden gestoten en de PCC in 1952 verboden wordt, waardoor men de belangrijkste politieke bondgenoten in de strijd voor raciale gelijkheid verliest.” In een interview met het tijdschrift Caminos6, van het in Havana gevestigde Martin Luther King Memorial Center, wijst hij op de verschillende uitgangsposities: “De blanke kwam hier uit eigen wil, als kolonisator, met een levensdoel voor ogen dat hij in vele gevallen kon realiseren. De zwarte kwam hier Cuba, zwart op wit.
11
niet uit vrije wil, maar als slaaf. Dat zijn al verschillende uitgangsposities, die we niet kunnen vergeten en die tot op vandaag doorwegen.” De revolutionaire aanpak van discriminatie en racisme. De Cubaanse revolutionairen wilden het racisme en de discriminatie aanpakken door opvoeding en door duidelijk te maken dat zij de revolutie alleen maar verzwakken. In een toespraak op een meeting in Havana op 22 maart 1959 zei Fidel Castro2: "Welke gevechten moeten we leveren, en in welke volgorde moeten we dat doen? De strijd tegen de werkloosheid, de strijd voor de verhoging van de laagste lonen, de strijd voor de vermindering van de levensduurte, en een van de meest rechtvaardige gevechten die we moeten voeren, een strijd waarin we dagelijks moeten volharden, een strijd die ik de vierde strijd zou noemen, opdat de rassendiscriminatie in de werkplaatsen zou ophouden. De ergste vorm van discriminatie vormen de beperkingen op de werkgelegenheid voor zwarte Cubanen, wat zeker in ons land in sommige sectoren heeft bestaan, de lamlendige procedure om de zwarte van werk uit te sluiten." Hij besefte dat het geen gemakkelijke strijd zou worden. Uit zijn televisietoespraak van een paar dagen later : "Het probleem van de rassendiscriminatie is, jammer genoeg, een van de meest ingewikkelde en moeilijkste problemen die de revolutie moet oplossen. Het probleem van de rassendiscriminatie is geen probleem van huur, van 12
Cuba, zwart op wit.
dure medicijnen, van de telefoonmaatschappijen, zelfs niet van het grootgrondbezit, dat nochtans een van de belangrijke problemen is waarmee we te maken hebben. Van alle problemen die voor ons liggen, van alle onrechtvaardigheden waaronder wij in onze omgeving lijden, is, hoe ongelooflijk het ook moge lijken, het probleem van de rassendiscriminatie het belangrijkste probleem dat we moeten oplossen. Er bestaan mentaliteitsproblemen die voor een revolutie even grote hinderpalen vormen als de sterkste belangen. Wij moeten niet alleen vechten tegen een reeks belangen en voorrechten die op de natie en het volk drukken. We moeten ook tegen onszelf vechten. Ik heb het aangesneden, goed wetende dat het een moeilijk probleem was. (...)" Hij riep op tot eenheid: "We zijn een klein volk, en we zouden ons nog laten verdelen ook? We zijn een klein volk, we hebben elkaar nodig. We hebben de inspanningen van iedereen nodig, en moeten we ons nu laten verdelen in blanken en zwarten? Gaan we ons verdelen in min of meer blond, lichtbruin, donker? Waartoe kan dat anders dienen dan de natie te verzwakken, dan Cuba te verzwakken? We zijn al met zo weinig, en we gaan ons nog verdelen? We zijn dus ook zwak, en we gaan ons nog eens verdelen op basis van huidskleur? En waaruit bestaat de Cubaanse natie? Het is een product van de geschiedenis. De een en de andere, delen van onze maatschappij, zijn producten van de geschiedenis. (...) Waarom zouden we dit probleem niet moedig moeten aanpakken, met liefde en niet in een geest van verdeeldheid en haat? Waarom niet opvoeden en het vooroordeel vernietigen dat doorheen de eeuwen is gevormd, dat ons een Cuba, zwart op wit.
13
zo hatelijk stelsel als de slavernij heeft opgeleverd? We weten dat tijdens de onafhankelijkheidsoorlog de integristen ons zeiden dat er geen revolutie moest komen en dat de onafhankelijkheid een republiek onder de leiding van de zwarten als gevolg zou hebben. Ze probeerden ons dus dezelfde angst als vandaag in te boezemen, de angst voor de zwarte. Waarom? Die angst was ongegrond en vals. Waarom moet niemand bang zijn of zich zorgen maken wanneer men rechtvaardig te werk gaat, wanneer men een onrechtvaardigheid ter sprake brengt en men normen maakt, normen niet op basis van dwang, maar op basis van overreding, gezond verstand? Alle Cubanen samen moeten deze strijd tegen vooroordelen voeren, zowel tegen het vooroordeel van de ene bevolkingsgroep tegen een andere, als omgekeerd. (...) Ik ben een vijand van de rassendiscriminatie, ik ben ervan overtuigd dat het onrechtvaardig is, dat het absurd is. Ik ben er zowel met mijn hart als met mijn verstand van overtuigd." En weer een paar dagen later, in een toespraak ondersteuning van de landhervorming, zei hij:
ter
"Een man van het volk mag zich op geen enkele manier door vooroordelen laten leiden. Een man van het volk mag zich op geen enkele manier laten leiden door de afwijkingen uit de vorige eeuwen. Discriminatie is het meest absurde en criminele dat er bestaat. Het was hier het geval met de zwarte, en op andere plaatsen was het de met blanke, of met de kleurling, of met de Aziaten. De Duitsers waanden zich 14
Cuba, zwart op wit.
superieur en vervolgden de joden omdat het joden waren, ze vervolgden de Joegoslaven omdat het Joegoslaven waren, ze vervolgden de Polen omdat het Polen waren, ze vervolgden de Slaven omdat het Slaven waren. In naam van die vooroordelen begingen ze de grootste misdaden en de richtten ze de grootste verwoestingen aan. Wij zijn een volk dat mensen met alle kleuren en zonder kleur telt. We zijn een volk dat uit verschillende rassen bestaat. Hoe kunnen we de stommiteit en de absurditeit begaan om het virus van de discriminatie te laten gedijen? Ik zie in deze menigte blanken en zwarten, want zo is het volk: het volk bestaat uit blanken en zwarten en Aziaten. En zo moet Cuba zijn. Dat moet bij ons de boventoon voeren. Als we de revolutie met het geweer moeten verdedigen, dan moeten zowel blanken als zwarten, mulatten, kleurlingen en blondharigen dat doen. Of is er hier iemand zo lichtzinnig die, op het moment van het offer, wanneer we moeten vechten, tegen de man die met het geweer in de hand naast hem staat om zijn leven te verdedigen, zou zeggen: “Ga weg, want jij bent een zwarte?” Wie zal zoiets doen? Als wij dat hadden gedaan, dan had de revolutie waarschijnlijk nooit gewonnen. Hadden wij zo gehandeld, dan hadden we de strijd bij Uvero, het eerste gevecht en een van de gevechten die het meest tot de overwinning van de revolutie hebben bijgedragen, nooit gewonnen. Want de man die daar naast mij stond was een zwarte en deze kameraad redde de situatie!" In 1960 schreef hij in een telegram aan een correspondent in de VS2: "Kom naar Cuba, en je zal zien hoe in dit vrije land de zwarte kinderen kunnen samenzitten met de blanke, en het christelijke kind met het joodse kind, in dezelfde school waar Cuba, zwart op wit.
15
ze zich voorbereiden op een betere en rechtvaardigere wereld." En in 1962, naar aanleiding van de derde verjaardag van de CDR's, verklaarde hij: "Hier zien we bijvoorbeeld niet de rassenproblemen die men in de Verenigde Staten kent. Ik vraag de, uit alle hoeken van de wereld, hier aanwezige bezoekers (...) of ze het geen interessante ervaring vinden dat dit volk – onder de massa, in de scholen, in de ziekenhuizen, de theaters, de stranden en andere ontspanningsoorden, in de werkplaatsen en de culturele centra – niet in de schaduw van de discriminatie leeft die er voordien in ons land was. Want de imperialisten bepaalden hier de normen en ze prentten ons hun ondeugden, hun haat, hun afkeer, hun vooroordelen in, als producten van de toenmalige maatschappij." Bestaan er nu nog discriminatie en racisme in Cuba? Esteban Morales: “Cuba is het enige land ter wereld waar de Staat en de regering de bondgenoten zijn van zwarten en halfbloeden, en was er geen revolutie geweest, dan hadden de zwarten ze moeten voeren om het niveau te bereiken dat niet weinigen van ons hebben bereikt.” Op 3 december 2009 verspreidden Cubaanse intellectuelen een "Boodschap uit Cuba aan de Afro-Amerikaanse intellectuelen en kunstenaars".7 Ze hekelen de aantijgingen (vanuit de VS) dat er onder de Cubanen een ‘ongevoelig misprijzen’ zou bestaan voor zwarten en dat hun burgerrechten uit racisme zouden worden beknot. Zij die voor 16
Cuba, zwart op wit.
hun burgerrechten opkomen, zou men op onnodige en brutale wijze lastigvallen. “Nooit eerder in de geschiedenis van ons land", schrijven ze, "hebben zwarten en halfbloeden zoveel sociale en maatschappelijke opportuniteiten kunnen grijpen.” “Wie het dagelijks leven in om het even welke plaats in ons land observeert”, gaan ze verder, “zal kunnen zien welke inspanningen men levert om definitief komaf te maken met de factoren die een dergelijke situatie mogelijk maken, door nieuwe programma's die erop gericht zijn om alle sociale achterstand weg te werken." Ze sommen een lijstje op van instellingen [het Afrikahuis, het Museum van de Slavenroute, het Nationaal Antropologisch Instituut, enz.] die de bijdrage van de Afrikanen in het daglicht stellen, en verwijzen naar de honderden in Cuba vertaalde en uitgegeven literaire werken van Afrikaanse en Afrocaraïbische auteurs. Daarnaast is er natuurlijk nog de steun aan de zwarte medemens in Cuba (beursstudenten) en in de wereld. Het huldebetoon van Nelson Mandela aan Cuba voor zijn beslissende aandeel in de vernietiging van de apartheid spreekt boekdelen. (zie volgende hoofdstuk: “De internationale inzet van Cuba tegen het racisme.”). Uit het al geciteerde artikel in Trabajadores4 : “Als men het heeft over de – marginale – aanwezigheid in onze maatschappij van racisten of uitingen van discriminatie en racisme, dan kunnen we alleen maar antwoorden dat we niet allemaal zuivere ideeën en gevoelens hebben. Maar beweren dat deze gevoelens ook geïnstitutionaliseerd zijn, is pure manipulatie.” Cuba, zwart op wit.
17
Esteban Morales analyseert een aantal problemen. In de jaren ’60 was er een zekere sociale repressie, waarbij over het thema praten al genoeg was om iemand te beschuldigen van racisme en verdeeldheid zaaien. Men dacht dat men er niet moest over praten, dat het zich zou oplossen binnen de eigenlijke ontwikkeling van een diepgaande humanistische politiek. “In 1962 verklaarde de regering dat het probleem van het racisme was opgelost. Dat was een idealistische en voluntaristische fout, onder druk van de politieke omstandigheden van die jaren. Vanaf dat moment begon er een lange periode van stilzwijgen over het probleem, met als excuus dat praten over de verschillen, de vijand in de kaart speelde. Zij die bleven aandringen, beschouwde men als racisten en verdeeldheidzaaiers. Het probleem kwam in alle scherpte terug naar boven tijdens de speciale periode, met alle kracht van iets dat helemaal niet is opgelost” “Ook in Cuba is er nog een verschil tussen blank en arm of zwart en arm te zijn”, zegt hij. Want, “ondanks het radicalisme van het proces dat in 1959 van start ging, hielden de sociale projecten gedurende jaren geen rekening met kleur. Met de overwinning van de revolutie werd in het sociale beleid elke arme op gelijke manier behandeld, ongeacht de kleur. Ten onrechte, want de kleur is een sterke variabele van sociale ongelijkheid. (…) Hoewel alle zwarten hogerop raakten en de laatste vijftig jaar een betere plaats konden veroveren, verdwenen de grondige verschillen niet helemaal. Tijdens de speciale periode (van de jaren negentig) beseften we dat precies de zwarten het meest onder de crisis leden, dat ze de minste kansen hadden om hun leven vorm te geven.” 18
Cuba, zwart op wit.
Ana Margarita González en Rafael Hojas Martínez sparen in het internetartikel3 hun kritiek niet: “Het geschiedenisonderricht in ons land kent vele tekortkomingen. Het veelkleurige bereikt onze boeken niet zoals het zou moeten, de rassenkwestie wordt niet vermeld of uitgelegd, men vertelt bijna niets over Afrika, Azië, het Midden-Oosten, wat maakt dat de jongeren die de school verlaten een weinig diepgaande kennis hebben over de wortels van de Cubaanse cultuur. Men heeft nationale commissies opgericht om deze problemen te bespreken." Morales benadrukt ook sterk de rol van het onderwijs: "We leren de mensen ‘blank’ te zijn, door gebreken en fouten in de opvoeding, in het geschiedenisonderwijs, door geen oog te hebben voor de rassen, door geen aandacht te schenken aan de gevolgen, tot op vandaag, van de slavernij." De internationale solidariteit van Cuba, de hulp aan de Afrikaanse naties, waarnaar andere Cubanen graag verwijzen, neemt volgens Morales niet weg dat men het rassenprobleem in eigen land op een openlijke, afdoende en grondige manier moet aanpakken. De problemen van racisme en discriminatie slaan niet op de instellingen, maar op het sociaal leven, op de gebreken en onvolmaaktheden van de maatschappij. "Op Cuba bestaat er geen rassenbewustzijn. Voor de blanke is dat onbelangrijk, want hij had altijd de macht in handen, maar de zwarte moet een rassenbewustzijn hebben om tegen het racisme te vechten en om zijn plaats in de maatschappij te verwerven. (...) Cuba, zwart op wit.
19
Rassendiscriminatie is een mentaliteitsprobleem, in de familie, tussen personen, soms zelfs in sommige geïnstitutionaliseerde groepen. Je lost dat niet zomaar op. (...) Om de gebreken op het vlak van de opvoeding aan te pakken, moeten we strikt toezien op de gelijke kansen voor iedereen in de werkgelegenheid, vooral in de nieuwe economie, d.w.z. het toerisme en de gemengde bedrijven met buitenlands kapitaal, in het onderwijs en moeten we een sterk cultureel werk doen. (...) In werkelijkheid zouden we ons van kleur niets moeten aantrekken, maar in de praktijk denken onze scholieren over het algemeen dat het beter is blank te zijn en dat zwart zijn een nadeel is. We moeten het probleem om alles door een westerse bril te bekijken, oplossen door meer aandacht te geven aan de geschiedenis van Afrika, Azië, het Midden-Oosten en aan de vertegenwoordiging van de verschillende rassen in onze literatuur. We moeten op school over het racisme discussiëren, zodat wanneer de jongere op straat een racistische opmerking hoort, hij zich kan verdedigen.” Positieve discriminatie. “Cuba kent al een vorm van positieve discriminatie”, gaat Morales verder, “al noemen we het zo niet. Door het onderzoeken van de gezinssituatie, de problemen van de kinderen, van de gehandicapten, van de verschillende sociale groepen, komen we in de praktijk tot positieve discriminatie,
20
Cuba, zwart op wit.
omdat we zo de mensen bereiken die om historische redenen minder begoed en kwetsbaarder zijn. Er zijn zaken die we moeten zuiveren en die we alleen op een gerichte manier kunnen aanpakken: huisvesting, werk, gezondheid. In alles moeten we rekening houden met de huidskleur. Hoe groter de steekproef is van de onderzoeken, hoe meer we zien dat de zwarte onderaan staat, de halfbloeden meestal in het gemiddelde, en de blanken bovenaan.” President Raúl Castro zei in december 2009 op de slotzitting van de Nationale Assemblee 8: “Wat mij betreft, zal ik al mijn invloed gebruiken om deze schadelijke vooroordelen stap voor stap uit te bannen en om vrouwen en zwarten, door hun verdiensten en beroepsopleiding, op alle niveaus leidinggevende posten te laten bekleden. Het gaat er niet om hen een springplank te geven, maar om werkelijk en zonder improvisatie, uit te voeren wat we al jaren in onze kaderpolitiek hebben vastgelegd en wat een van de fundamentele doelstellingen van de revolutie is. Het is belangrijk dat we bij de selectie en voorbereiding van beloftevolle kaders rekening houden met de etnische en gendersamenstelling van onze bevolking.” Morales5 vermoedt dat de kwestie op de agenda van het komende VIe congres van de Communistische Partij van Cuba zal staan. "En mocht dat niet het geval zijn", zegt hij, "dan geloof ik dat het zou moeten. Er bestaan twee commissies die het probleem vanuit verschillende hoeken onderzoeken: een Cuba, zwart op wit.
21
bij de Nationale Bibliotheek, en één bij de Nationale Unie van Schrijvers en Kunstenaars (UNEAC). Er zou voor deze kwestie ook een parlementaire commissie moeten bestaan. Als de Nationale Assemblee zich bezighoudt met religie, de vrouw, de jeugd, waarom dan niet met de rassenkwestie? Ik denk dat het even belangrijk is en de minste aandacht krijgt.” Op de vraag of er geen risico bestaat dat het debat wordt afgebroken uit vrees voor interne verdeeldheid of manipulatie door de vijand tegen de revolutie, antwoordt hij: "Integendeel. De vijand maakt in zijn campagnes vooral gebruik van onze achterstand met betrekking tot de aanpak van het thema. Precies het debat niet voeren kan ons verdelen. Wat ons vanuit het oogpunt van het interne en externe imago politiek schade berokkent, is een verhaal vertellen dat niet met de werkelijkheid strookt, want tot voor kort deden we alsof er in Cuba geen rassenproblemen waren." Debat in de media. Op 21 januari 2010 zonden radio en televisie een debat uit met als thema "Een Cubaanse strijd tegen het racisme", over de geschiedenis van het racisme in Cuba, de eenheid tussen de nationale bevrijdingsstrijd en de volledige erkenning van de mens, de strijd van de revolutie tegen de rassendiscriminatie en vooroordelen. Op de website www.afrocubaweb.com kun je het debat over racisme en discriminatie volgen
22
Cuba, zwart op wit.
Wetgeving. Fidel Castro gelooft dat de strijd tegen racisme en discriminatie veeleer een kwestie van opvoeding is dan van wetten. Toch ontbreken die wetten niet. Wetten en mooie woorden treden natuurlijk niet in de plaats van de werkelijkheid, maar ze drukken wel het ideologisch kader uit waarin een staat zich wil legitimeren. Zo bevat de Cubaanse grondwet in het hoofdstuk over gelijkheid, volgende bepalingen: “Artikel 41. Alle burgers genieten gelijke rechten en plichten. Artikel 42. Discriminatie op grond van ras, huidskleur, geslacht, nationaliteit, godsdienstige overtuiging of elke andere schending van de menselijke waardigheid wordt door de wet verboden en bestraft. De staatsinstellingen leren iedereen, vanaf de jongste leeftijd, dat de mensen gelijk zijn.” Deze grondwettelijke bepalingen liggen aan de basis van de artikelen 120 en 295 van de strafwet, die daden van racisme en discriminatie (‘misdaad apartheid’ en ‘misdrijf tegen het recht op gelijkheid’) met boetes en gevangenisstraffen van zes maanden tot twintig jaar of zelfs levenslang bestraffen.
Cuba, zwart op wit.
23
De aanwezigheid van niet-blanken in de machtscentra. Ongeveer 30% van de Cubaanse bevolking is zwart. Hoe vertaalt zich dat in de machtsorganen? De Nationale Assemblee van de Poder Popular, het nationale parlement, telt 611 leden. Daarvan zijn er, volgens de website van het parlement, 265 vrouw (43,37%), 393 blank (64,32%), 117 zwart (19,15%) en 101 mulat (16,15%). De Staatsraad, die het parlement tussen de zittingen vertegenwoordigt, telt 30 leden, waarvan 12 vrouwen en 8 zwarten. Onder die laatsten ook Salvador Mesa, de secretarisgeneraal van de vakbondskoepel CTC. Het is niet gemakkelijk om een totaalbeeld te krijgen. Toch valt uit de verklaringen af te leiden dat de Cubaanse leiding zelf van mening is dat het beter kan en dat ze daar effectief werk wil van maken.
1
¿Hay racismo en Cuba? op www.bbc.co.uk/mundo (8/12/2009) Citaten van Fidel Castro komen uit ‘Fidel Castro – Pueblo y democracia’, Editora política, Havana 2008. 3 Ana Margarita González en Rafael Hojas Martínez in "Color cubano" op internetsite www.rebelion.org/noticia.php?id=98042 4 Omar Segura Montera in “Trabajadores” vakblad van de Cubaanse vakbondscentrale CTC:Central de los Trabajadores de Cuba. (3/01/2010) 5 Dr. C. Esteban Morales Domínguez. ‘Cuba: Raza y República’ in ‘Cuba Socialista, Revista Téorica y Política’, tijdschrift van de PCC (Cubaanse Communistische Partij). (2008) 6 Dr. C. Esteban Morales Domínguez in “Caminos” van het Martin Luther King Memorial Center. 7 www.cuba.web-log.nl/cuba/2009/12/havana-reageert.html 8 President Raúl Castro op de slotzitting van de Nationale Assemblee (20/12/2009). 2
24
Cuba, zwart op wit.
3. De internationale inzet van Cuba tegen het racisme. Zoals beschreven in de vorige hoofdstukken, bestreed de Cubaanse revolutie het plaatselijk racisme dat ontstond door kolonisatie en slavenhandel. Dit antiracisme was een logisch gevolg van een ideologie die alle mensen evenveel rechten wil geven. Cuba beperkte die strijd niet tot de wantoestanden in eigen land. De Cubanen vochten bijvoorbeeld ook solidair mee tegen het racisme in Afrika. Een prachtig bewijs van de impact van die inzet, is de waardering van Nelson Mandela voor het Cubaanse volk. Hij bezocht Cuba in 1991, één jaar na zijn vrijlating. Het was zijn eerste buitenlandse reis. In een speech die hij bij die gelegenheid hield, benadrukte hij het belang van Cuba in de verdrijving van de Apartheid en de ontvoogding van alle Afrikanen.1 Hij schetst de Cubaanse hulp op verschillende niveaus: de daadwerkelijke solidariteit, de effectieve inzet in de gewapende strijd en de morele kracht van hun ideologie. “Het Cubaanse volk heeft een bijzondere plaats in het hart van alle Afrikaanse volkeren. De internationaal actieve Cubanen leverden een bijdrage tot de onafhankelijkheid, vrijheid en rechtvaardigheid in Afrika, die uniek is door haar beginselvastheid en onbaatzuchtigheid. Cuba, zwart op wit.
25
Van bij aanvang was de Cubaanse revolutie een inspiratiebron voor alle vrijheidslievende volkeren.” In zijn speech bracht hij hommage aan Josè Marti als een lichtend voorbeeld voor alle mensen die opkomen voor hun vrijheid. Ook Che Guevara krijgt een uitvoerige hommage voor zijn strijd voor de onafhankelijkheid van de zwarten in Afrika. Hiermee gaat hij regelrecht in tegen de anti-Cuba-propaganda die Che beschrijft als een racist. In deze beschuldigingen citeert men enkele kritische notities waarin Che het gebrek aan organisatie hekelt van Afrikanen. Mandela baseert zich echter op de realiteit die ze in Afrika effectief konden ervaren. Che was voor Mandela bovendien een inspiratiebron oen hij in de gevangenis zat. “We waarderen evenzeer Che Guevara, wiens revolutionaire heldendaden - ook op ons continent - zo omvangrijk waren, dat zelfs de gevangeniscensuur ze niet verborgen kon houden. Het leven van Che is een inspiratie voor elke vrijheidslievende mens. Wij zullen zijn herinnering eeuwig eren.“ Hij verwijst heel uitgebreid naar de strijd bij Cuito Cuanavale in 1988. In deze oorlog van het Angolese verzet tegen het Zuid-Afrikaanse leger, kwamen Cubaanse vrijheidsstrijders de Afrikanen ter hulp. Vele Cubanen sneuvelden voor de Afrikaanse onafhankelijkheidsstrijd. De Cubaanse bijdrage was van vitaal belang in de overwinning.
26
Cuba, zwart op wit.
Mandela looft deze overwinning als een mijlsteen in de Afrikaanse geschiedenis, die zorgde voor vrede in Angola en onafhankelijkheid in Namibië. Voor hem was de Cubaanse bijdrage aan de slag van Cuito Cuanavale “van historisch belang!” De concrete Cubaanse bijdrage was niet alleen militair. “Hoeveel landen op de wereld genieten van het werk van de Cubaanse gezondheidswerkers en lesgevers?” Bovenal hielp Cuba de Afrikanen niet allen een militaire, maar vooral een morele overwinning : “De beslissende nederlaag van de agressieve Apartheidsmacht verwoestte de mythe van de onoverwinnelijkheid van de blanke bezetter !”
1
‘Cuba. Ce que les médias ne vous diront jamais.’ door Salim Lamrani.
Cuba, zwart op wit.
27
4. Besluit
Vijfhonderd jaar kolonisatie heeft ook in Cuba zijn sporen nagelaten van racistische vooroordelen en discriminatie. De Cubaanse revolutie voerde daar van in het begin strijd tegen en zij verbeterde de situatie van de niet-blanke Cubanen gevoelig. Na een idealistische benadering in de jaren zestig, beseffen de Cubanen dat lang nog niet alle problemen zijn opgelost. Vandaag voert men daarover een open en zelfkritisch debat. Tegenstanders van de revolutie pogen het thema te kapen in hun steeds weerkerende pogingen om Cuba zwart te maken. Het interne debat levert voldoende informatie om in te zien dat deze beschuldigingen geen objectief beeld geven van de realiteit. Racisme hoort niet thuis in Cuba. De overheid wil blijven strijden om elke vorm van racisme uit Cuba te bannen.
28
Cuba, zwart op wit.
Een uitgave van CDR-Gent in het kader van de Gentse week tegen het racisme maart 2010.
Redactie: Candy Ixcoy, Erwin Carpentier, Jasper Rommel, Mieke Fiers, Ria Cabus, Toon Danhieux.
CDR-Gent, Gordunakaai, 4 9000 Gent.
[email protected] - www.cubanismo.net.