RACISME IN DESIGN Scriptie – Grafisch Ontwerpen
CHAYENNE VAN DEN BRINK Willem De Kooning Academie – 2012
RACISME IN DESIGN Scriptie – Grafisch Ontwerpen CHAYENNE VAN DEN BRINK Willem De Kooning Academie – 2012
KLEURLING Als jij ziek bent, ben je geel. Als jij het warm hebt ben je rood. Als jij het koud hebt, ben je blauw. Als jij verlegen bent, ben je rood. Als ik ziek ben, ben ik zwart. Als ik het warm heb, ben ik zwart. Als ik het koud heb, ben ik zwart. Als ik verlegen ben, ben ik zwart. En dan noem je mij een kleurling.
INLEIDING
Fig. 1 – Het bovenaanzicht van Jones Beach State Park, New York.
Hiernaast zie je een foto van Jones Beach State Park, geopend op 4 augustus 1929 en volgens de Amerikanen één van de mooiste parken ter wereld. De wegen die naar dit park leiden, worden overspannen door een tweehonderd-tal viaducten van slechts twee meter zeventig hoog. De architect Robert Moses (1888-1981) heeft in het ontwerp voor dit stuk stedenplanning zijn racistische vooroordelen een bepalende rol laten spelen voor het soort bezoekers dat Jones Beach State Park kon bereiken (Winner, 2010, 18). De blanke autobezitters of ook wel ‘elite’ of ‘gegoede middenklasse’, konden deze wegen vrij gebruiken, mensen uit lagere inkomensklassen waren echter afhankelijk van de bus die drie en een halve meter hoog was. Hierdoor zorgde Moses ervoor dat slechts een selecte groep het strand konden bereiken en de armere, veelal zwarte bevolking niet. Moses heeft hiermee zijn eigen politieke voorkeur verwerkt in het ontwerp dat invloed heeft op een hele samenleving. Dit merkwaardige project zal, samen met twee andere projecten, geanalyseerd worden in hoofdstuk drie. Naast de analyses worden visuele vooroordelen en stereotypen uit de geschiedenis vanaf 1800 tot en met het heden behandeld. Het classificatiesysteem van de mens in ‘rassen’, en het verschil tussen racisme en discriminatie komen aan bod met tot slot de rol, verwachtingen en ethiek van de ontwerper. Ieder ‘ras’ of cultuur heeft ten slotte een eigen manier van herkennen, interpreteren en produceren van beeldtaal wat vraagt om een passende aanpak. In deze scriptie ligt de nadruk enkel op de relatie tussen de blanke en zwarte gemeenschap in het Westen. Dit vanwege de rijke geschiedenis en de kennis die is opgedaan binnen onze Nederlandse cultuur over de verhoudingen tussen deze twee ‘rassen’. In deze scriptie worden de manieren behandeld waarop racisme aanwezig is in grafisch ontwerp en design. ‘Design’ beslaat de behandelde projecten die niet direct onder grafisch ontwerp vallen maar binnen andere disciplines. Ontwerpers zijn zich niet altijd bewust van de impact die hun boodschap teweeg kan brengen. Soms kiezen ontwerpers bewust voor een verborgen boodschap, soms niet. Door dit onderwerp onder de aandacht te brengen hoop ik ontwerpers bewuster te maken van de verantwoordelijkheden die zij hebben wanneer ze een grote groep mensen aanspreken. Het doel van een ontwerper is tenslotte dat de beoogde boodschap goed aankomt bij de lezer en niet verkeerd geïnterpreteerd wordt.
INHOUDSGOPGAVE RACISME EN DISCRIMINATIE; DE VERSCHILLEN EN OVEREENKOMSTEN 1.1 Ras(sen) 1.2 Racisme
12 12
1.3 Discriminatie 1.4 Ik en ‘de ander’
12 13
DE GESCHIEDENIS VAN RACISTISCHE BEELDTAAL IN HET WESTEN 2.1 2.2
Een korte geschiedenis over de herkomst van racisme De eerste visualisaties
15 15
2.3 De rol van film 2.4 Stereotypen 2.4.1 Overige stereotypen
20 20 21
DE PRO- EN ANTIRACISTISCHE PROJECTEN 3.1 3.2 3.3
Het analysemodel De racistische viaducten Benetton: pro- of anti- racistisch?
28 28 29
3.4 3.5
Het Trojaanse T-Shirt De conclusie
36 37
DE ROL VAN DE ONTWERPER 4.1 4.1.1 4.2
Een rijk gekleurde doelgroep 40 Reeds verschenen publicaties 40 De verantwoordelijkheid 41 en ethiek van de ontwerper
4.2.1 ‘First Things First 1964, A Manifesto’
41
DE CONCLUSIE
45
BRONNENLIJST EN FIGUREN
46 48
12
RACISME IN DESIGN
1 RACISME EN DISCRIMINATIE; DE VERSCHILLEN EN OVEREENKOMSTEN Om de onderzoeksvragen goed te kunnen beantwoorden is het noodzakelijk om vast te stellen wat de termen rassen, racisme en discriminatie betekenen binnen de Westerse, hedendaagse samenleving en waar de oorsprong ligt. 1.1 RAS(SEN) Wanneer er gesproken wordt over ‘rassen’, wordt er onderscheid gemaakt tussen mensen op basis van uiterlijke en genetische kenmerken; huidskleur, haar-type en botstructuur (Encyclo). Ondanks dat wetenschappers hebben vastgesteld dat er geen onderscheid bestaat tussen mensen, de mensheid zelf is één ras, wordt deze denkwijze sinds de zeventiende eeuw toegepast en alom geaccepteerd (Django, 2010). Dit is een fundamenteel onderdeel van de mensheid dat al eeuwen wordt toegepast, simpelweg om betekenis te kunnen geven aan iedere groep mens en ze te herkennen (Hall, 1997b). Stuart Hall (1932), cultuurwetenschapper, socioloog en professor aan de Birmingham University, is gespecialiseerd in het onderzoeken naar de reden waarom het classificeren van mensen op basis van ras belangrijk is voor de mens. Het fundament van deze reactie op de medemens behandel ik straks in het onderdeel ‘Ik en de ‘ander”. Door te classificeren krijgt een groep mensen eigenschappen toegekend waar een identiteit op gebaseerd kan worden. Wanneer er macht bij komt kijken wordt de ene groep superieur behandeld ten opzichte van de ander (Hall, 1997b), dit noemt men racisme en geeft scheve verhoudingen binnen een samenleving (Hall, 1997a, 236-237). 1.2 RACISME Racisme is kort gezegd het op ongelijkwaardig behandelen (in welke vorm dan ook) van mensen op basis van verschillen in fysieke eigenschappen waardoor je de persoon of personen als ‘de ander’ ziet (Encyclo). De betekenis die gekoppeld wordt aan iemands ‘raciale’ kenmerken is onderhevig aan verandering; de geschiedenis, context, verhalen, media, cultuur en gebeurtenissen hebben een grote invloed op hoe we onszelf en ‘de ander’ zien (Hall, 1997b). Racisme heeft dus een culturele in plaats van genetische oorsprong oftewel; de mensheid heeft het bedacht (Hall, 1997b). Naast racisme zijn er andere eigenschappen waarop we vandaag de dag classificeren; leeftijd, geslacht, klasse etc.. Dit wordt discriminatie genoemd. 1.3 DISCRIMINATIE Discriminatie vindt plaats wanneer er (onterecht) onderscheid wordt gemaakt tussen (groepen) mensen op basis van leeftijd, geslacht, klasse, etnische afkomst, seksuele voorkeur, socio-economische achtergrond, politiek of religieuze voorkeur (Encyclo). Racisme en discriminatie zijn beiden gebaseerd op eigenschappen die je zelf aan een
1 – RACISME EN DISCRIMINATIE; DE VERSCHILLEN EN OVEREENKOMSTEN
13
groep toegekend hebt; hierin ligt de basis van vooroordelen die zich manifesteren in taal en beeldtaal. Waarom is de mensheid zo geobsedeerd om de medemens te onderscheiden van zichzelf? Diverse wetenschappers hebben hier een verklaring voor welke behandeld worden in de volgende paragraaf. 1.4 IK EN DE ‘ANDER’ Sinds de mensheid geconfronteerd wordt met zijn medemens hebben zij de natuurlijke drang te classificeren. Het is belangrijk om het fundament van racisme vast te stellen om uitingen in taal en beeldtaal te kunnen verklaren. In dit onderdeel komen theoretici aan bod die met hun denkwijze hun tijdsgeest weerspiegelden. Daaruit blijkt dat conflicten op basis van ‘ras’ en andere kenmerken van alle tijden is. Stuart Hall construeerde ‘antwoorden’ (Hall, 1997a, 234-238) op de vraag waarom mensen classificeren. De mensheid heeft hier belang bij zodat ze eigenschappen kunnen toe kennen aan andere ‘rassen’. Dit heeft positieve en negatieve effecten op elke samenleving, deze worden hieronder verklaard: De eerste twee wetenschappers bekeken het ‘antwoord’ vanuit een taalkundig oogpunt; Ferdinand de Saussure (1857-1913) stelt dat; “Verschil’ belangrijk is omdat het een essentieel onderdeel is van het geven van een betekenis. Zonder verschil kan betekenis niet bestaan.’ Dus als samenleving weten we wat ‘zwart’ betekend omdat we ook weten wat de tegenstelling is: ‘wit’ of ‘blank’. Deze stelling kan echter als ruw en extreem gezien worden want zo houden we geen rekening met de ‘grijze gebieden’. Mikhail Bakhtin (1895-1975) is van mening dat ‘We verschil nodig hebben omdat we alleen betekenis kunnen vergaren door in dialoog te zijn met ‘de ander(en)”. ‘Betekenis’ ontstaat dus vanwege een verschil in dialoog tussen ‘de een’ en ‘de ander’. ‘De ander’ is dus essentieel. Wat nadelig is, is dat een betekenis dus nooit vast staat en één van de twee groepen altijd de betekenis bepaald. Mary Douglas (1921-2007) bekijkt het vanuit een antropologisch oogpunt aan de hand van studies die zij uitgevoerd heeft op het werk van de Franse socioloog, Emile Durkheim (1858-1917) en de Franse cultureel antropoloog, Claude Lévi-Strauss (19082009). Het standpunt luidt als volgt: ‘De cultuur hangt af van het geven van betekenis aan dingen door ze verschillende functies toe te wijzen binnen een classificatiesysteem. De markering van verschil is de basis van die symbolische orde wat we nu cultuur noemen.’ Grote contrasten zijn volgens haar cruciaal om een duidelijk verschil waar te nemen tussen twee groepen, anders kunnen ze niet onderverdeeld worden in een systeem. In het onderdeel ‘rassen’ werd duidelijk dat eigenschappen cruciaal zijn voor het behouden van een sterke identiteit van een cultuur. Wanneer de symbolische grenzen van een identiteit overschreden worden, worden er maatregelen toegepast om weer orde te scheppen. Het onderverdelen zorgt er daarentegen voor dat hetgeen wat ‘anders’ is juist heel aantrekkelijk wordt omdat het een taboe is, bedreigend is of zelfs als verboden wordt gezien. Tot slot bestaat er een vierde ‘antwoord’ wat gebaseerd is op het psyche: ‘De ander is een fundamenteel onderdeel van de basis van jezelf, jezelf als seksuele identiteit en jezelf als subject.’ Freud (1856-1939) bedoeld hiermee het vroege stadium in je le-
14
RACISME IN DESIGN
ven waarin je je nog niet bewust bent van jezelf als subject (jezelf) ten opzichte van de buitenwereld (het object). Iets wat niet je kan spiegelen wordt dan altijd als vreemd gezien omdat het niet strookt met eerdere ervaringen. Elk ‘antwoord’ belicht het fundament vanuit een ander oogpunt waaruit geconcludeerd kan worden dat het classificeren van de mensheid altijd een negatief en positieve effect uitoefent op de samenleving. Bij de analyse op ontwerp-projecten (hoofdstuk drie) komt de vertaling van deze effecten aan bod. Tot nu toe hebben we gekeken naar de oorzaken die in de loop der tijd zijn geconstrueerd als het gaat om racisme. De drang om te classificeren is ontstaan bij de eerste ontmoetingen met ‘de ander’. De eigenschappen en vooroordelen die zich hierdoor vanaf medio 1800 manifesteren worden behandeld in het volgende hoofdstuk: de geschiedenis van racistische beeldtaal in het Westen.
2 – DE GESCHIEDENIS VAN RACISTISCHE BEELDTAAL IN HET WESTEN
15
2 DE GESCHIEDENIS VAN RACISTISCHE BEELDTAAL IN HET WESTEN 2.1 EEN KORTE GESCHIEDENIS OVER DE HERKOMST VAN RACISME Er zijn drie grote momenten geweest waarin het Westen in aanraking kwam met de zwarte medemens die vervolgens aanleiding hebben gegeven tot het classificeren en visualiseren van de verschillen tussen de ‘rassen’ (Hall, 1997a, 239). De eerste was in de zestiende eeuw (Hall, 197a, 239) toen Europese handelaren in contact kwamen met West-Afrikaanse landen en op dat moment slaven genereerden voor de drie daarop volgende eeuwen. Afrikanen werden eerst als gelijken gezien aangezien ze hetzelfde Christelijke geloof aan hingen. Naarmate de tijd verstreek werden zij echter steeds meer bestempeld als primitief, barbaars volk wat in contrast stond met de geciviliseerde (blanke) wereld. De periode die volgde was die van de plantageslavernij en leidde tot de beginstadia van het wetenschappelijk benoemen van de verschillen tussen de zwarte en blanke bevolking. Er werd angst aangewakkerd; rassenvermenging zou desastreuze gevolgen kunnen hebben. De slavernij zou daarom nooit afgeschaft mogen worden om seksuele gemeenschap tussen de twee ‘rassen’ te voorkomen. Het tweede moment (Hall, 1997a, 242) was toen Europa Afrika koloniseerde tussen de negentiende en begin van de twintigste eeuw. Vanwege de industrialisatie had Europa meer mogelijkheden en macht om verder dan ooit te reizen en koloniën te stichten. Bij aankomst zorgde deze scheve machtsverhouding tussen de kolonisten en ‘de gekoloniseerden’ voor conflicten binnen de oorspronkelijke samenleving. Het derde moment (Hall, 1997a, 244) was de periode kort na de Tweede Wereldoorlog toen nationale grenzen opnieuw getekend werden en veel Europese landen zich bezig hielden met de wederopbouw. Er waren onvoldoende arbeidskrachten waardoor er tot ongeveer de jaren zeventig immigratiestromingen vanuit andere landen ontstonden. Daarnaast veranderde Afrikaanse landen die voorheen Westerse kolonies waren in militaire en totalitaire dictaturen waardoor vele oorspronkelijke bewoners naar het Westen vluchtten. Elk van deze momenten zijn belangrijk geweest voor het uitdrukken van de verschillen in niet enkel taal maar ook beeldtaal. 2.2 DE EERSTE VISUALISATIES Vanaf het einde van de negentiende eeuw werden de ervaringen van de Europese ontdekkingsreizigers vastgelegd door middel van fotografie, kaarten, kranten, illustraties, reisdagboeken en tekeningen. Deze bevindingen werden voor het eerst in krantenadvertenties toegepast zoals voor de ‘Huntley & Palmer Biscuits’ (fig. 2.1) (Hall, 1997a, 241). Enkel de elite van het moederland van de kolonisten maakte hierdoor kennis met het nieuwe, onbekende (gekoloniseerde) onderdeel van hun land. Toen in 1890 de drukpers toegepast werd om kranten te verspreiden onder de hele bevol-
16
RACISME IN DESIGN
Fig. 2.1 Een van de eerste commerciële visualisaties van bewoners uit het ‘andere rijk’.
2 – DE GESCHIEDENIS VAN RACISTISCHE BEELDTAAL IN HET WESTEN
17
18
Fig. 2.2 The Tom.
RACISME IN DESIGN
2 – DE GESCHIEDENIS VAN RACISTISCHE BEELDTAAL IN HET WESTEN
Fig. 2.3 De theater-acteur Al Jolson ‘Blackface’-geschminkt.
19
20
RACISME IN DESIGN
king maakte ook de middenklasse kennis met Afrika middels de verschillende visualisaties. Dit is het moment waarin de stereotypen zich ontwikkelden door de manier waarop de kolonisten de zwarte bevolking visualiseerden. De verschillen tussen de blanken en zwarten was volgens de blanken van natuurlijke aard, daardoor werden ze als permanent gezien. In werkelijkheid zijn de verschillen echter gekenmerkt op basis van cultuur en dus veranderlijk. Dit had gevolgen voor de verhoudingen tussen de zwarten en blanken. Bijvoorbeeld dat de zwarte slaaf stond en de blanke baas zat en dat slaven werden gemarteld wanneer zij niet gehoorzaamden. Deze vormen van vernedering is de fundatie van de stereotypen die we tot op dit moment kennen van de zwarte medemens. 2.3 DE ROL VAN FILM De beeltenis van zwarten was gebaseerd op hun fysieke voorkomen: dikke lippen, kroezig haar, een breed gezicht en brede neus etc. (Hall, 1997a, 249). Deze representaties van de zwarte medemens werden aangehouden tot laat in de twintigste eeuw. Nadat de slavernij werd afgeschaft zijn zwarten afgebeeld als nederig en uiterst dankbaar ten opzichte van de blanken voor het bevrijden van hun volk. Het stereotype ‘wreedheid’ werd vervangen door ‘goedheid’ waardoor de manier van verbeelden van zwarten veranderde, al waren de verhoudingen nog steeds scheef, en de boodschap dus racistisch. (Hall, 1997a, 249) Films hebben naast verpakkingsontwerp en advertising een grote rol gespeeld in het verbeelden van stereotypen omdat het één van de grootste, en meest populaire kunstvormen was in de eerste helft van de twintigste eeuw (Hall, 1997a, 251). Van zwarte acteurs werd verwacht dat ze binnen de stereotypen hun rol vervulden zonder enige artistieke vrijheid. Deze verbeelding bleek een grote inspiratiebron voor het dagelijks leven en de kunst. In het boek ‘Toms, Coons, Mulattoes, Mammies & Bucks’ worden door Donald Bogle vijf stereotype karakters omschreven die gebaseerd zijn op het ‘Blackface’ karakter welke terugkomen in de volgende paragrafen. 2.4 STEREOTYPEN De eerste film (1903) waarin een ‘zwarte’ persoon voorkwam heette ‘Uncle Tom’s Cabin’ met hoofdrolspeler ‘Uncle Tom’ (fig 2.2). Hij was gebaseerd op een nederige, Christelijke slaaf en in de film werd hij achtervolgd, lastig gevallen, opgejaagd, afgeranseld en beledigd. In de rol die de zwarte acteurs werd opgelegd stelden ze zich op als onderdanige, stoïcijnse, royale, onbaatzuchtige en heel vriendelijke personen waardoor ze geliefd waren bij blanke kijkers (Bogle, 2008, 4). De hoofdpersoon was blank en ‘Blackface’ (fig. 2.3) geschminkt, een traditie van schminken, overgekomen vanuit de theaterwereld. Figuur 2.4 vertoond dat er op dit moment nog steeds beelden worden gemaakt die refereren aan stereotype visualisaties uit de geschiedenis. Zo lanceerde Unicef Duitsland in 2007 een campagne welke vervolgens werd afgebroken vanwege de miscommunicatie die het teweeg bracht. De boodschap luidde: ‘In Afrika komen schoolkinderen niet alleen laat, ze verschijnen helemaal niet.’ met daarnaast een bruin geschminkt kind. Eén van de (racistische) vooroordelen die het beeld visualiseert is
2 – DE GESCHIEDENIS VAN RACISTISCHE BEELDTAAL IN HET WESTEN
21
dat blanken opgeleid zijn, dus slimmer dan zwarten. Anderzijds kan het beeld op een positieve manier opgevat worden: kinderen, ongeacht kleur, verdienen dezelfde kansen (Farrow, 2007). Naast ‘The Tom’ zijn er door ontwerpers en filmmakers meerdere stereotypen in het leven te geroepen. 2.4.1 OVERIGE STEREOTYPEN The Coon (ook wel Golliwog genoemd, fig. 2.5), The Tragic Mulattoo (fig. 2.7), the Brutal Black Buck (Fig. 2.8) en The Mammy (fig. 2.6) (Bogle, 2008, 7-9) zijn types die later op het witte doek verschenen. The Mammy zal meer gedetailleerd omschreven worden omdat zij in een later hoofdstuk terugkomt. Zij verscheen rond 1914 en werd afgebeeld als een grote, dikke, chagrijnige zwarte vrouw met een felle, onafhankelijke houding. Net zoals de slaaf waarop zij gebaseerd was had ze een zorgende, moederende rol over de kinderen van haar baas.
22
Fig. 2.4 Een campagne van Unicef Duitsland.
RACISME IN DESIGN
2 – DE GESCHIEDENIS VAN RACISTISCHE BEELDTAAL IN HET WESTEN
23
24
Fig. 2.5 Een illustratie van een Coon, ook wel Golliwog genoemd.
RACISME IN DESIGN
2 – DE GESCHIEDENIS VAN RACISTISCHE BEELDTAAL IN HET WESTEN
Fig. 2.6 Een Mammy.
25
26
Fig. 2.7 The Tragic Mulattoo.
RACISME IN DESIGN
2 – DE GESCHIEDENIS VAN RACISTISCHE BEELDTAAL IN HET WESTEN
Fig. 2.8 En Comic cover met daarop illustraties van The Brutal Black Buck’s.
27
28
RACISME IN DESIGN
3 DE PRO- EN ANTIRACISTISCHE PROJECTEN Met de opgedane kennis uit de eerdere hoofdstukken gaan we over tot het analyseren van hedendaagse projecten waarin een pro- of antiracistisch standpunt terug te vinden is. 3.1 HET ANALYSEMODEL Alle manieren van communiceren bestaan uit drie niveaus; er is sprake van informatieoverdracht, de manier waarop de boodschap wordt overgebracht (betekenis) en deze twee niveaus tezamen brengt een effect teweeg (van Schaik, 2006). De aankomende drie ontwerpprojecten zijn geanalyseerd op basis van een vooraf vastgesteld model gebaseerd op de volgende vragen; De eerste vraag is; wat is het communicatiedoel? Ieder project bevat één of meerdere communicatiedoeleinden (Schellens, Klaassen en de Vries, 2006) om een ontwerpproject in te zetten; om te informeren, overtuigen, motiveren, instrueren, adviseren, een standpunt in te nemen of een kwestie goed of af te keuren. Een communicatiemiddel wordt altijd gebruikt om de lezer aan te zetten tot actie. De geselecteerde projecten hebben een sterke boodschap, zijn contrasterend ten opzichte van elkaar en hebben ieder een ander communicatiedoel. Voor de diversiteit komen verschillende disciplines zoals fotografie, grafisch ontwerp, architectuur en advertising aan bod. Vervolgens wordt de zender en ontvanger vastgesteld, wordt bekeken wat de tijdgeest is waarin het project zich manifesteert en zal de verhouding tussen ‘ik en de ander’ onderzocht worden. Daarnaast wordt er gekeken naar de stijl van de ontwerper en wordt onderzocht of hij of zij vergelijkend werk heeft gemaakt. Tot slot komen de semiotische verwijzingen van het beeld aan bod; welke tekens bevat de boodschap? De deelvragen hiervoor zijn: wat communiceert het beeld, wat zegt het en hoe wordt het verteld? Hoe kan het geïnterpreteerd worden? Bij dit onderdeel zal incidenteel verwezen worden naar hoofdstuk 2. 3.2 DE RACISTISCHE VIADUCTEN VAN ROBERT MOSES In de inleiding is aandacht besteed aan de tweehonderd-tal viaducten (fig. 3.1) die leiden naar Jones Beach State Park in New York waar Robert Moses de architect van was. De viaducten zijn vanaf 1920 tot 1970 gebouwd en slechts twee meter zeventig hoog waardoor de zwarte gemeenschap, die veelal reisden met de drie meter hoge stadsbus, het park niet konden bereiken. Als zwarten het park tóch bereikten werden ze naar een ander gedeelte gestuurd waar geen faciliteiten zoals douches en kluisjes waren. Hiermee nam Moses indirect een standpunt in over zijn voorkeur voor de blanke gemeenschap van New York als bezoekers waardoor zijn ontwerp dus een pro-racistische boodschap is van staal en beton (Winner, 2010, 18). Moses paste de vervoermiddelen en infrastructuur van de Amerikanen tijdens het gebruik ervan toe als symbool om het verschil tussen ‘ik en de ander’ te benadrukken. Daardoor werd enkel
3 – DE PRO- EN ANTIRACISTISCHE PROJECTEN
29
de (blanke) elite en rijkere middenklasse de doelgroep voor Jones Beach State Park. Vanaf het jaar 1900 tot medio 1940 was de zuidelijke Afro-Amerikaanse bevolking op zoek naar een beter leven in de industriële steden van Amerika waaronder New York. Het noorden van Amerika deed zich voor dat zij tot tegenstelling van het zuiden niet aan segregatie deden. Maar ook hier waren er gescheiden openbare voorzieningen voor de blanke en zwarte gemeenschap zoals de fonteinen, vervoersmiddelen en werd er veel geweld gebruikt om de zwarten te onderdrukken (Kosmonaut, 2010). Moses werd in 1934 als stadsarchitect aangesteld door de burgemeester van New York om de publieke ruimten van de stad uit de crisissfeer te trekken. In de vierendertig jaar dat hij in New York werkzaam was heeft hij diverse groenprojecten, woonvoorzieningen, zwembaden, stranden en veel infrastructuur gerealiseerd. Naast de viaducten heeft Moses meerdere monumentale structuren gebouwd die in het gebruik een sociale ongelijkheid teweeg brachten (Winner, 2010, 18). Hij bouwde overal speelparken behalve in Harlem; de wijk waar de zwarte gemeenschap gehuisvest was, en keerde zich tegen de vestiging van zwarte oorlogsveteranen in Stuyvesant Town (Kosmonaut, 2010). Moses is op 29 juli 1981 overleden. Zijn gedachtengoed en kolossale constructies staan symbool voor sociale ongelijkheid en maatschappelijke verhoudingen die vandaag de dag niet meer openlijk gecommuniceerd (mogen) worden. Ze zijn nog wel onlosmakelijk onderdeel van het landschap van New York, wat nog een lange tijd zo zal blijven. Daarentegen is het op dit moment wel mogelijk voor iedereen om het park te bereiken. 3.3 BENETTON: ANTI- OF PRO-RACISTISCH? Tussen 1982 en 2000 werkte de fotograaf Oliviero Toscani voor Benetton om de campagnes een werelds imago aan te meten en de waarden van het bedrijf uit te dragen in plaats van de verkoop te bevorderen. Hiermee informeerde hij zijn doelgroep (mannen en vrouwen tussen de zestien en vijfenveertig jaar) (Crazee_fellow, 2007) en nam een opvallend, provocerend standpunt in wat Benetton veel bekendheid opleverde. Benetton heeft meerdere campagnes gevoerd waarin verschillende ‘rassen’ samen werden afgebeeld, wat tussen de jaren tachtig en 2000 als schokkend werd ervaren over de hele wereld. In het ene land werden ze geprezen en bekroond, en in Zuid-Afrika werden de campagnes waarin verschillende ‘rassen’ gecombineerd werden afgebeeld juist verboden (Chapman). Toscani is van mening dat het als bedrijf belangrijk is om de diversiteit aan afkomst in de wereld te weerspiegelen in je advertising; ‘Tenzij je het doet om eraan te verdienen…’ (Lipton, 2002, 179). Door taboeonderwerpen aan te snijden, en contrasterende symboliek en mensen samen af te beelden, wil hij de gebruikelijke manier van reclame maken voorbij gaan. ‘Advertising die enkel een droomwereld vertoonde om producten/diensten te verkopen viel met de campagnes van Benetton in het niet als behang tegen een muur’ volgens Michel Gibbs (Lipton, 2002, 181). De beelden van Benetton nodigen erg uit een eigen interpretatie te geven omdat er enkel een beeld en logo afgebeeld worden. Het controversieel en award-winnend beeld (fig. 3.2) wordt verder uitgelicht: het toont een zwarte vrouw die een blanke baby borstvoeding geeft.
30
Fig. 3.1 Een van de tweehonderd viaducten op Los Island
RACISME IN DESIGN
3 – DE PRO- EN ANTIRACISTISCHE PROJECTEN
31
32
Fig. 3.2 Het controversiële beeld van Benetton
RACISME IN DESIGN
3 – DE PRO- EN ANTIRACISTISCHE PROJECTEN
33
34
Fig. 3.3 De campagne voor Nolita tegen anorexia
RACISME IN DESIGN
3 – DE PRO- EN ANTIRACISTISCHE PROJECTEN
35
36
RACISME IN DESIGN
Het vestje van de vrouw is volledig geopend wat haar borsten ontbloot en op haar handen zijn littekens zichtbaar. De huidskleur van de twee modellen representeren de ‘rassen’ van de Westerse maatschappij en de manier van afbeelden doet de bij het publiek denken aan de racistische verhoudingen tussen blank en zwart tijdens de slavernij. Hierdoor wordt er geclassificeerd waardoor mensen associaties leggen met de (historische) ‘eigenschappen’ van de twee partijen; de zwarte slaven voedden de baby’s van hun bazen met de borst (het stereotype Mammy). Daarnaast zagen ze de manier van inkaderen van de foto (het afgesneden hoofd) als het afbeelden van de zwarte vrouw als identiteit loos. Toscani’s bedoeling was echter te tonen dat ongeacht onze huidskleur we allemaal mens zijn. Toscani is verantwoordelijk voor meerdere controversiële campagnes. In 2007 kwam hij in opspraak vanwege een campagne (fig. 3.3) die hij voor het Italiaanse kledingmerk Nolita had gefotografeerd waarin Isabelle Caro (1982-2010) naakt werd afgebeeld. Nolita wilde mensen wereldwijd waarschuwen voor de gevaarlijke gevolgen van Anorexia. Critici waren van mening dat het juist zou aansporen om net zo dun te worden als Isabelle was afgebeeld. Toscani nam het risico verkeerd begrepen te worden, enkel om aandacht te vestigen op dit probleem, wat gelukt is. 3.4 HET TROJAANSE T-SHIRT We leven als Europeanen in een tijd waarin veel gebeurd op (extreem-)rechts politiek gebied; met name na de aanslagen in Oslo op 22/07/2011. Extreem rechtse partijen in Duitsland hebben een kleine stem in de politiek, al zijn ze groots vertegenwoordigd in het oosten van Duitsland (Hensel, 2011). Bernd Wagner (1955), voormalig politierechercheur, heeft met oud-extreemrechts leider Ingo Hasselbach (1967) in 2000 het initiatief ‘Exit’ opgericht (Exit). Zij streven ernaar rechts-extremisten te overtuigen deze tak van de samenleving te laten verlaten en bieden hulp aan mensen die het reeds verlaten hebben. De Duitse, rechtste NPD partij organiseerde 6 augustus 2011 voor de negende keer het ‘Rock fuer Deutschland’, een festival dat door rechts-extremisten bezocht wordt. Exit-leden verkleedden zich als Nazi’s en deelden 250 gratis T-Shirt (fig. 3.4) uit waar ‘Hardcore rebellen: Nationaal en Vrij’ genoteerd stond met typisch fascistische beeldtaal; een skelet met vlaggen van niet-gelieerde rechtse groeperingen (Hensel, 2011). Het onderscheid tussen de rechtse aan- en tegenhangers werd zichtbaar op het moment dat de aanhangers het T-Shirt droegen. Doordat zij hun identiteit hieraan verleenden konden ze ‘de ander’ tonen racistische denkwijzen te hebben. Wanneer het T-Shirt gewassen werd in de privé-omgeving stond er een andere boodschap op: ‘Wat jouw T-Shirt kan, kan jij ook’, met daaronder de contactinformatie van Exit. Dit politieke marketing concept wat vergeleken kan worden met het Trojaanse Paard heeft veel commotie rondom het festival en online doen ontstaan wat Exit aandacht heeft bezorgd.
3 – DE PRO- EN ANTIRACISTISCHE PROJECTEN
37
3.6 DE CONCLUSIE Alle voorgaande projecten verschillen van boodschap en doel en werden positief én negatief ontvangen door de lezers. De viaducten van Robert Moses tonen aan dat een ontwerp een verborgen boodschap kan hebben, met dit politieke besluit heeft hij de zwarte gemeenschap nadelig behandeld ten opzichte van de blanke. Benetton communiceerde vanuit een commercieel oogpunt hun boodschap waarbij met goede bedoelingen ‘de plank is misgeslagen’ door (onbewust) te verwijzen naar de slavernij. Exit bereikte vanuit ideologisch oogpunt de extreem rechtse doelgroep door het toepassen van het antiracistische T-Shirt als Trojaans Paard. Iedere boodschap is bedoeld de lezer (on)bewust gevolg te laten geven aan de intentie die de ontwerper had, op een fysieke of mentale manier.
38
Fig. 3.4 Het voor en na stadium van het Exit T-Shirt
RACISME IN DESIGN
3 – DE PRO- EN ANTIRACISTISCHE PROJECTEN
39
40
RACISME IN DESIGN
4 DE ROL VAN DE ONTWERPER 4.1 EEN RIJK GEKLEURDE DOELGROEP Eerder kwam aan bod dat de menselijke cultuur ervoor gezorgd heeft dat alle mensen op basis van fysieke kenmerken geclassificeerd worden tot ‘rassen’ of culturen. Hoe verhoudt cultuur zich dan tot grafisch ontwerp en design? Aart van Soest, wetenschappelijk hoofdmedewerker aan het Frans en Occitaans Instituut van de Rijksuniversiteit in Utrecht, verteld daar het volgende over (Van Zoest, 1978): ‘Cultuur is een door een groep gedeelde vaardigheid om op gelijke wijze tekens te herkennen, te interpreteren en te produceren. Dat betekent uiteindelijk dat een cultuur één samenhangend geheel van semiotische gewoonten is, gewoonten die aan onze omgang met een wereld waarin alles een teken kan zijn een zekere efficiëntie verlenen.’ Diverse schrijvers (en ontwerpers) denken hier hetzelfde over en hebben boeken gepubliceerd waarin onderscheid wordt gemaakt binnen doelgroepen op basis van ‘ras’ of culturen. 4.1.1 REEDS VERSCHENEN PUBLICATIES Er zijn door de jaren heen in het Westen een aantal publicaties verschenen waarvan de ontwerper gebruik kan maken om de doelgroep specifiek op hun ‘ras’ of cultuur te benaderen. Dit zijn; ‘Global Graphics: Color - Designing with Color for an International Market’ door L.K. Peterson, ‘Global Graphics: Symbols - Designing with Symbols for an International Market,’ door Anistatia R. Miller, ‘The Designer’s Guide to Global Color Combinations’, door Leslie Cabarga, en tot slot ‘Designing Across Cultures’ door Ronnie Lipton, grafisch ontwerpster en journalist (Lipton, 2002). Dit laatste boek zal ik analyseren vanwege de uitgebreid omschreven content. ‘Designing Across Cultures’ is in 2002 uitgebracht op de Amerikaanse markt. Volgens de schrijfster is er vanaf medio 2000 een groeiende vraag naar ‘ethnic-charged-design’; één beeldtaal per specifieke doelgroep. Het boek focust op de beeldtaal per etnische doelgroep en wat de do’s and dont’s zijn om toe te passen binnen je ontwerp. Het boek werd kort na de aanslagen op 11 september 2001 gepubliceerd. In New York was er na ‘9/11’ sprake van een afname in de rassentegenstellingen, met name tussen blank en zwart. Amerikanen beseften dat hun leven op een dag kan afhangen van hun buurman, ongeacht de huidskleur. Amerika heeft aan het begin van de eenentwintigste eeuw geprobeerd veranderingen aan te brengen in de maatschappij met betrekking tot racisme en discriminatie. Positieve discriminatie vond plaats door middel van gelijke kansen op de arbeidsmarkt, huisvesting en bijvoorbeeld aangepaste TVformats (Allaboutpopularissues.org). Het boek geeft de indruk geschreven te zijn voor een blank publiek. Dit is namelijk de enige (grote) doelgroep die niet behandeld wordt (naast andere doelgroepen; vanwege een kleinere representatie in de samenleving). Suggereert de schrijfster van het
4 – DE ROL VAN DE ONTWERPER
41
boek dat designers altijd blank zijn? Heeft de beeldtaal voor de blanke gemeenschap geen uitleg nodig? Ze benadrukt daarentegen in het boek wel de diversiteit in de zwarte gemeenschap bijv.; Jamaicaans, Afrikaans, Afro-Amerikaans, etc. Stuart Hall stelt met het ‘Encoding/Decoding’-model (Chandler, 2011) terecht dat er in het verleden in communicatiemodellen weinig tot geen rekening is gehouden met de interpretatie van een (media-)boodschap. De intentie hoeft niet hetzelfde opgevat te worden door de doelgroep; de context (tijd, plaats, medium etc.) je persoonlijke achtergrond, sociale achtergrond en semiotische verwijzingen spelen daarin een grote rol (Chandler, 2011). Dit boek is gebaseerd op één specifieke tijdgeest waardoor het snel achterhaald raakt en daarnaast is de manier waarop je het interpreteert onderhevig aan veel externe (eerdergenoemde) factoren. De kans is groot dat je als ontwerper juist makkelijk je project laat mislukken wanneer je je met clichématige beeldtaal richt tot één doelgroep. Het toepassen van de informatie uit dit boek kan je project dus juist laten falen in plaats van slagen. Dit boek alleen is geen garantie voor een geslaagd project, de ontwerper is verplicht zichzelf ten alle tijden te toetsen op ethische verantwoordelijkheid. 4.2 DE VERANTWOORDELIJKHEID EN ETHIEK VAN DE ONTWERPER In de huidige, explosieve beeldcultuur moet je als ontwerper bijna choqueren of provoceren om je boodschap onder de aandacht van de lezer te krijgen. Er moet een dialoog met de ontvanger ontstaan i.p.v. een monoloog (Grootscholten, 2007). Als er geen dialoog plaatsvindt is het gevolg een vermindering van betrokkenheid en passief en volgzaam gedrag door het publiek. Wat wordt er van jou als ontwerper verwacht om de boodschap (al dan niet commercieel) over te brengen zonder ethisch over de schreef te gaan? Wordt de ‘lezer’ niet enkel nog gezien als consument? 4.2.1 ‘FIRST THINGS FIRST 1964, A MANIFESTO’ In 1964 schreef Ken Garland een manifest welke is ondertekend door diverse (grafisch) ontwerpers die streefden naar meer duurzame, bruikbare en democratische vormen van communicatie. De in 2000 vernieuwde versie van het ‘First Things First 1964, a Manifesto’ (Garland, 1964) is geïllustreerd in fig. 5.1. De basis van dit manifest is geschreven in 1964. Momenteel bestaat vanuit de ontwerpers nog steeds de behoefte aan een verschuiving in deze doelstellingen, ze zijn zich namelijk niet altijd bewust van de verantwoordelijkheid die hun beroep met zich meebrengt. Patrick Dewilde, professor aan de TU Delft en TU München, stelt drie vlakken (Dewilde , 2010) centraal waarmee een ontwerper al doende een persoonlijk ethisch systeem kan ontwikkelen. Op basis van zijn visie zijn toegepaste vragen geformuleerd. Als eerst komt het professionele vlak aan bod; Welke consequenties heeft je ontwerptraject in alle stadia? De behandelde projecten in deze scriptie toonden al aan dat het belangrijk is rekening te houden met de consequenties die ontwerp teweeg brengt. Hoe ontwikkel en toets je de kwaliteitscriteria? Wat zijn belangrijke factoren voor jezelf en de doelgroep? Tot welke hoogte laat je diverse motieven zoals economische, politieke, religieuze, etc. doordringen in je besluitvorming? Op soci-
42
RACISME IN DESIGN
4 – DE ROL VAN DE ONTWERPER
‘Grafische ontwerpers, art directors en visuele communicatoren zijn opgegroeid in een wereld waar techniek en reclame vragen om een uiterst effectieve en lucratief gebruik van ons creatief talent. Het is tot het punt gekomen dat de wereld naar ons vak kijkt als middel om commerciële producten te verkopen die niet altijd ten goed doen aan de samenleving. Vele van ons beeldmakers ervaren een mate van ongemakkelijkheid als het gaat om de commerciële en niet commerciële kant van ontwerpen: wij hebben ten slotte een klimaat gecreëerd waarin het publiek enkel als consument wordt gezien en niet als burger. Dit heeft invloed op de manier waarop de burgers zich uitspreken, denken, voelen, reageren en interactie voeren. Diverse crisissen waar we vandaag de dag mee te maken hebben vragen onze ondersteuning en expertise om tot een oplossing te komen. Er worden verschillende boeken, televisie programma’s, tentoonstellingen, educatieve mogelijkheden etc. In het leven geroepen om dit te bewerkstelligen.’
Fig. 5.1 Het hernieuwde First Things First Manifesto
43
44
RACISME IN DESIGN
aal vlak; Hoe ga je om met je ‘opdrachtgever’; in hoeverre heeft jullie verhoudingen invloed op de uiteindelijke besluitvorming? Hoe ga je om met de politiek en het onderwijs? Wanneer je doelgericht te werk gaat kan jouw boodschap voor een groot effect zorgen binnen de samenleving. Tot slot komt het gedragsmatige vlak aan de orde; Wat doe je aan zelfontwikkeling? Waar gaat je aandacht naar uit? Welke persoonlijke inzichten en principes hanteer je en hoe toets je jezelf aan je ethiek? Ethiek is uiterst persoonlijk, en ten alle tijden belangrijk omdat je als ontwerper hiermee jouw unieke kijk op de wereld kan communiceren. Er zal zich altijd een tweestrijd voortdoen; enerzijds wordt gevraagd een (commercieel) ontwerp te bedenken voor de opdrachtgever dat anderzijds onderdeel uit zal maken van het publieke debat. ‘Hierdoor stelt de ontwerper zich op als neutraal persoon die denkt vanuit competenties in plaats van sociale en culturele waarden’ volgens Frederike Huygen, kunsthistoricus en schrijver (Grootscholten, 2007). Ontwerpers moeten meer deelnemen aan het publieke debat en hun bevoorrechte positie om een grote groep mensen aan te spreken benutten. De eerder behandelde projecten tonen ten slotte aan dat een boodschap een grote invloed op een maatschappij kan hebben, mits goed ingezet.
5 – DE CONCLUSIE
45
5 DE CONCLUSIE In het eerste hoofdstuk van deze scriptie is behandeld wat de definitie van ‘rassen’ is, wat het verschil is tussen racisme en discriminatie en waar de oorsprong ligt van de classificatie van mensen. Daaropvolgend wordt de herkomst van racistische beeldtaal beschreven om te zien hoe vooroordelen vanaf medio 1800 tot op heden vertaald worden naar beeldtaal. Daarop volgde het analysemodel dat toegepast is op diverse ontwerpprojecten. Hierdoor kon in hoofdstuk vier een beeld geschetst worden hoe een ontwerper geacht wordt om te gaan met diverse ‘rassen’ als doelgroep en zijn of haar verantwoordelijkheden en ethiek. Ethiek verschilt per ontwerper en is onderhevig aan ontwikkeling. Wanneer een ontwerper zich toetst op professioneel, sociaal en gedragsmatig gebied, blijft hij of zij betrokken bij het vak en de maatschappij. Daarnaast is er politieke kennis en persoonlijke inzet nodig om doeltreffende uitspraken te doen. De behandelde projecten leren dat een boodschap van grote invloed kan zijn op sociaal, politiek en cultureel vlak. Daarmee hebben ontwerpers een verantwoordelijkheid deel te nemen aan het publieke debat en gebruik te maken van hun bevoorrechte positie om een grote groep mensen aan te spreken. In deze scriptie stond een thema centraal waarin het effect van de boodschap centraal lag. Dit thema is inwisselbaar voor andere (omstreden) thema’s. Wanneer je als ontwerper kiest voor het toepassen van zo’n controversieel thema kan het publiek dit negatief of positief opvatten. Daarnaast kan de intentie van deze boodschap de negatieve-of positieve opvatting van de lezer juist versterken; Benetton deed het vanuit een commercieel oogpunt, Exit vanuit een ideologisch en Robert Moses vanuit een politiek. Beladen thema’s worden vaak toegepast door ontwerpers om de aandacht van de ontvanger te trekken, de vraag is echter of deze werkwijze ethisch verantwoord is. Tot slot komt naar voren dat de wijze waarop de lezer de boodschap tot zich krijgt erg belangrijk is voor de interpretatie van de boodschap. Het dialoog is tenslotte het belangrijkste onderdeel binnen communicatie. Het slagen van een project ligt dus deels bij het ontwerp (de boodschap) en deels bij de context (waarbinnen geïnterpreteerd wordt). De ontwerper moet zijn of haar verantwoordelijk nemen en hier door middel van kennis, creativiteit en vaardigheid op inspelen. Zo nemen burgers weer deel aan het dialoog en debat en worden zij niet enkel als consumenten benaderd. Om dit te bewerkstelligen moeten ontwerpers en opdrachtgevers uit alle disciplines zich in de toekomst m¬eer richten op de maatschappij en de (sociale) effecten die elke boodschap teweeg brengt. Dit is nodig voor een betere maatschappij en creatieve sector.
46
RACISME IN DESIGN
6 – BRONNENLIJST EN FIGUREN
47
6 BRONNENLIJST Almeida, Luiza. United Colors of Benetton?. 03/05/2009. 1/11/2011. http://allthecolors.weebly.com/united-colors-of-benetton.html
Hall, Stuart. Sut, Jally. (dir). A Lecture of Stuart Hall - Race, the Floating Signifier. Media Education Foundation, 1997b. http://www.youtube.com/watch?v=bRk9MZvOd2c
Bogle, Donald. Toms, Coons, Mulattoes, Mammies, & Bucks. New York: The Continuum International Publishing Group Inc., 2008. Boek
Hensel, Gerald. Exit Deutschland. Trojan Shirts for Nazis. 9/8/2011. 12/12/2011. http://davaidavai.com/2011/08/09/exit-deutschland-trojan-shirts-for-nazis/
Chandler, Daniel. Semiotics for beginners. Last modified 11/2011. 12/12/2011. http:// users.aber.ac.uk/dgc/Documents/S4B/
Kosmonaut, Der. Robert Moses And the Rise of New York. 12 April 2010. 1/11/2011. http://theageofnepotism.com/2010/04/robert-moses-and-the-rise-of-new-yorkpart-1
Chapman, Sigrid. United Colours of Benetton - United Colours Against Illusion. Datum verschijning ontbreekt. 12/11/2011. www.eyesforyou.de/Dissertation.pdf Crazee_fellow. Does any one no what the target audience of Benetton’s is? 2007. 18/12/2011. http://answers.yahoo.com/question/index?qid=20071014035156AAd0fwr Dewilde, Patrick. Ethiek, esthetiek en economie van de ontwerper. 6/12/2010. 31/10/2011. http://www.bits-chips.nl/nieuws/achtergrond/bekijk/artikel/ethiek-esthetiek-en-economie-van-de-ontwerper.html Django. Race and the Enlightenment Part. II: The Anglo-French Enlightenment and Beyond. 12/01/2010. 13/12/2011.‘http://libcom.org/history/race-enlightenment-partii-anglo-french-enlightenment-beyond Encyclo. Zoekterm ‘rassen’. 2007. 9/10/2011. http://www.encyclo.nl/begrip/rassen Encyclo. Zoekterm ‘racisme’. 2007. 9/10/2011. http://www.encyclo.nl/begrip/racisme Encyclo. Zoekterm ‘discriminatie’. 2007. 9/10/2011. http://www.encyclo.nl/begrip/ discriminatie Exit. Exit Germany. 12/12/2011. http://www.exit-deutschland.de/EXIT/Welcome-Page/EXIT-Germany-K349.htm Farrow, Kenyon. Unicef’s Blackface Ads in Germany, 27/07/2007. 01/12/2011 http:// somethingwitty.tumblr.com/post/3180071334/unicef-uses-black-face-to-educateafricans-racism Garland, Ken. First Things First 1964: a manifesto. begin 2000. 15/11/2011. http:// maxb.home.xs4all.nl/ftf1964.htm Grootscholten , Wendy. Scriptie: Van monoloog naar Dialoog: De verantwoordelijkheid van de grafisch ontwerper. 01/2007. http://hbo-kennisbank.uvt.nl/cgi/av/show. cgi?fid=2272 Hall, Stuart. Representation: Cultural Representations and Signifying Practices. Londen: SAGE Publications Ltd, 1997a. Boek.
van Lier, Bas. De tendens is in de richting van Nijntje. Creatie, 1/10/2006. Tijdschrift. www.thonik.nl/download_articles.php?id=26 Langenbacher Nora, Schellenberg Britta. Is Europe On The ‘Right’ Path?. 2011. 12/12/2011 http://library.fes.de/pdf-files/do/08338.pdf Lipton, Ronnie. Designing Across Cultures. Cincinnati: HOW Design Books, 2002. Boek van Schaik, Michael. Scriptie -werkversie. 11 april 2006. 3 november 2011 http://www. michaelvanschaik.nl/examen/?p=4 Schellens Peter Jan, Klaassen Rob, de Vries Sjoerd. (schrijver samenvatting onbekend). (Samenvatting van:) Communicatiekundig ontwerpen. Datum samenvatting onbekend. Datum verschijnen boek 2/11/2011. http://www.google.nl/ search?q=Samenvatting%20communicatiekundig%20ontwerpen&ie=utf-8&oe=utf8&aq=t&rls=org.mozilla:nl:official&client=firefox-a&source=hp&channel=np. Worddocument. Winner, Langdon (Het viaduct, vertaling van een Engels artikel) ‘Langdon Winner, The Wale and the Reactor: A Search for Limits in an Age of high Technology. Morf, Nummer 13. Najaar 2010: 16-29. Tijdschrift. Zick Andreas, Küpper Beate, Hövermann Andreas. (Vertaling vanuit het Duits ‘Intolerance, Prejudice and Discrimination: A European Report) Die Abwertung der Anderen: Eine europäische Zustandsbeschreibung zu Intoleranz, Vorurteilen und Diskriminierung. 2011. 12/12/2011. www.fes.de/cgi-bin/gbv.cgi?id=07905&ty=pdf Van Zoest, Aart. Semiotiek. Over tekens, hoe ze werken en wat we er mee doen. 1978. 10/11/2011. http://dvtg.hku.nl/semiot/inlsemio.htm Allaboutpopularissues.org (schrijver onbekend). The History of Racism – What is the state of race relations in 21st Century America? Datum onbekend. 12/12/2011. http:// www.allaboutpopularissues.org/the-history-of-racism-faq.htm
48
RACISME IN DESIGN
6 – BRONNENLIJST EN FIGUREN
49
EN FIGUREN Alle afbeeldingen zijn een zwart-wit vertoning van het originele beeld. Fig. 1 Het bovenaanzicht van Jones Beach State Park, New York © Culver, Willar. ‘An areal view of Jones Beach State Park’. National Geographic Stock. 1929. 03/11/2011. http://www.nationalgeographicstock.com/ngsimages/explore/explorecomp.jsf?xsys=SE&id=831586 Fig. 2.1 Een van de eerste commerciële visualisaties van bewoners uit het ‘andere rijk’. © Huntley Palmer Biscuits. Advertisement. Datum onbekend. Hall, Stuart. ‘Representation: Cultural Representations and Signifying Practices’. 1997. Fig. 2.2 The Tom © Harry A. Pollard. 1927. Bogle, Donald. ‘Toms, Coons, Mulattoes, Mammies, & Bucks’. 2001. Fig. 2.3 De theater-acteur Al Jolson ‘Blackface’-geschminkt © Eigenaar beeldrecht onbekend. 1850. http://propaganda-history.blogspot.com/ 2010_12_01_archive.html Fig. 2.4 Een campagne van Unicef Duitsland © Unicef Germany. 2007. 26/12/2011. http://www.nowpublic.com/save_dirty_little_africans_new_campaign_goes_awry_0 Fig. 2.5 Een illustratie van een Golliwog, ook wel Coon genoemd © Wood, Lawson. 1927. Hall, Stuart. ‘Representation: Cultural Representations and Signifying Practices’. 1997. Fig. 2.6 Een Mammy © Eigenaar beeldrecht onbekend. Datum onbekend. 26/12/2011. http://www.google. nl/imgres?q=mammy&um=1&hl=nl&client=firefox-a&sa=N&rls=org.mozilla:nl:offi cial&biw=1676&bih=900&tbm=isch&tbnid=VDgECkTEppKzZM:&imgrefurl=http:// gayblackcanadianman.com/2011/04/21/is-viola-davis-the-stereotypical-nurturingblack-mammny-in-the-civil-rights-drama-the-help/&docid=34LlSemD2SULbM&i mgurl=http://orvillelloyddouglas.files.wordpress.com/2011/04/mammy.jpg&w=25 0&h=300&ei=eFX4TruVI8TtOanKgcAB&zoom=1&iact=rc&dur=360&sig=11580770 5114334377069&page=1&tbnh=163&tbnw=141&start=0&ndsp=33&ved=1t:429,r:3,s:0&tx=91&ty=67 Fig. 2.7 The Tragic Mulattoo © Fabian, Anthony. 2008. 26/12/2011. http://www.sfgate.com/cgi-bin/article.cgi?f= /c/a/2009/11/06/MVB31AEGCI.DTL Fig. 2.8 En Comic cover met daarop illustraties van The Brutal Black Buck’s © Stevens, Dave. 1996. 26/12/2011. http://www.darkhorse.com/Comics/94-454/Bettie-Page-Comics
Fig. 3.1 Een van de tweehonderd viaducten op Los Island © Corey. 28/08/2011. 26/12/2011. http://10000birds.com/hurricane-irene-birding-innew-york.htm Fig. 3.2 Het controversiële beeld van Benetton © Benetton. 1989. 26/12/2011. http://theinspirationroom.com/daily/2006/united-colorsof-benetton-1989/ Fig. 3.3 De campagne voor Nolita tegen anorexia © AnyBody .2007. 26/12/2011. http://anybody.squarespace.com/anybody_vent/2007/ 10/4/size-matters-milan-takes-action-through-bilboards.html Fig. 3.4 Het voor en na stadium van het Exit T-Shirt © Dave. 10/08/2011. 20/12/2011. http://blog.dave.io/2011/08/trojan-t-shirts/ Fig. 5.1 Het hernieuwde First Things First Manifesto (2000) © Auteur. 2011.
COLOFON PERSOONLIJK Chayenne van den Brink studentennr. 0794335 OPLEIDING Willem de Kooning Academie Eindexamen januari 2012 Grafisch Ontwerpen BEGELEIDING Levien Nordeman © Chayenne van den Brink en de Willem de Kooning Academie Rotterdam, januari 2012 www.chayennechaka.com MET DANK AAN Levien Nordeman Guido van den Brink René van Zundert Marieke Dekker
© CHAYENNE VAN DEN BRINK Willem De Kooning Academie – 2012