Lesbrief: bolbloem geschiedenis GESCHIEDENIS VAN DE BLOEMBOL Bloembollenteelt in Nederland In ons land groeiden oorspronkelijk niet veel bloembollen. En zeker onze bekendste Nederlandse bloem, de tulp, kwam hier niet voor. Bloembollen leerden we pas goed in Nederland kennen in de 16 e eeuw. De eerste bloembol die echt de aandacht trok was de tulp. De hyacint en de narcis begon men pas later écht mooi te vinden. De tulp groeide in Turkije. De ambassadeur van Oostenrijk in Turkije kreeg een paar tulpenbollen cadeau van de sultan. De ambassadeur gaf de bollen aan Carolus Clusius die ze later meenam naar de tuin van de universiteit in Leiden. Clusius was hoogleraar in Leiden. Clusius kreeg de tulpenbollen omdat hij heel veel onderzoek naar bloemen en kruiden deed. In die tijd werden allerlei planten die men in Nederland nog niet kende hier ingevoerd. Clusius voerde ook nog andere planten in Nederland in, o.a. de paardekastanje, de snijboon, de schorseneer en de jasmijn. De tuin waarin Clusius proeven deed met tulpenbollen, maar ook met andere planten bestaat nog steeds. Deze heet de Clusiushof en hoort bij de hortus van Leiden. Overigens wilde Clusius zijn tulpen niet verkopen, hij wilde er alleen maar proeven mee doen. Maar op een keer werden al zijn bollen gestolen uit de hof. De bollen waren heel veel waard en dat trok natuurlijk volk aan dat alleen maar snel rijk wilde worden!
Alleen heel rijke mensen konden bloembollen kopen. Bloembollen waren ontzettend duur. Op oude landgoederen, waar oorspronkelijk de heel rijke mensen woonden of waar ze hun zomerverblijf hadden zie je wel verwilderde gewassen als sneeuwklokjes, krokussen, narcissen. Het lijkt alsof ze altijd in Nederland gebloeid hebben, maar ze zijn ooit uit het buitenland ingevoerd. We noemen ze wel stinseplanten. Ze kregen die naam omdat ze veel voorkwamen bij stinsen, wat de Friese naam is voor steenhuizen. De bloembollen werden in de 17e eeuw door apothekers verkocht omdat de mensen dachten dat een bloembol je kon genezen wanneer je ziek was. Je had toen zogenaamde wortelsnijders. Dit waren mensen die geneeskrachtige kruiden, maar ook bolgewassen zochten in landen als Spanje en Portugal. 1. Wie nam als eerste bloembollen mee naar Nederland? 2.
Wanneer was dat?
pag. 1 van 5. Afgedrukt 19 december 2013
Lesbrief: bolbloem geschiedenis
Hiernaast zie je een prent van de gevlamde tulp, Dit type tulpen was in de 17e eeuw enorm populair. Meestal werd dat mooie gevlamde veroorzaakt doordat de tulp ziek was. Er werd heel veel geld betaald voor de bol van een mooie gestreepte tulp. Maar het volgende jaar kon je wel eens bedrogen uitkomen. Want dan kon je een heel andere bloem te zien krijgen. Pas later is het gelukt om tulpen te kweken met een mooie tekening en in 2 kleuren die niet ziek waren. Dat mooie gevlamde zit dan in de eigenschappen van de tulp.
3.
De eerste tulpenbollen kwamen via een sultan en een ambassadeur naar Nederland. Uit welk land kwam de sultan? En de ambassadeur?
4.
Ook in onze streek waren landgoederen waar de rijke mensen uit de 17 e eeuw hun zomerverblijf hadden en waar ze graag wilden opscheppen met hun dure tulpen. Veel van die oude landgoederen zijn inmiddels verdwenen. Misschien woon je wel in een nieuwbouwwijk die op zo’n oorspronkelijk landgoed is gebouwd. Een paar namen van bekende landgoederen zijn: Huys Ter Spekke, Huys te Manpad, Huis Sandvliet. In het park dat bij Huis Sandvliet hoorde werd voor het eerst in 1949 de bekende bloembollententoonstelling ingericht. Hiervoor komen ieder jaar vele duizenden buitenlandse toeristen naar Lisse. Hoe heet het daar nu? Dit is een oud plaatje van Huis Sandvliet. Zie je de mooie oprijlaan van geschoren bomen. De bewoners moeten wel erg rijk zijn geweest, want ze verbleven hier alleen maar in de zomer. Ze verdienden hun geld in de handel. Meestal woonden ze in Amsterdam. We spreken niet voor niets van de Gouden Eeuw!
5. Waarom werden bloembollen door apothekers verkocht?
pag. 2 van 5. Afgedrukt 19 december 2013
Lesbrief: bolbloem geschiedenis Tulpomanie Rond 1634 wilden steeds meer rijke mensen tulpenbollen kopen. Er begon toen een dwaze handel in tulpenbollen. Niet alleen bollenliefhebbers waren bezig met bollenkweken en met de bollenhandel. Ook allerlei lieden die niets van bollen wisten, maar alleen snel rijk wilden worden, stortten zich in de bollen. Dit werd de tulpomanie of tulpenwoede genoemd. Men verkocht een bol, die men niet eens bezat, aan een ander die hem weer door wilde verkopen en die eigenlijk geen geld had. Je noemt deze handel wel windhandel. Voor één bol werden krankzinnige bedragen, wel tot €2200 (zo’n 5000 gulden) betaald. Vaak kregen de kopers alleen een stuk papier waarop stond dat ze de eigenaar waren van een bol. De bollen zagen ze meestal niet eens. Soms bestond de bol ook helemaal niet! Er was zelfs iemand die zo graag een bol wilde hebben dat hij één bol ruilde tegen: - twee ladingen graan - 35 liter bier - twee ladingen rogge - 1500 kilo boter - vier vette ossen - 500 kilo kaas - twaalf vette schapen - een zilveren beker - 5000 liter wijn - een pak lakense stof
Na een paar jaar, begin 1637, stopte deze dwaze windhandel. Er kwamen strenge regels voor de handel. Er waren mensen heel rijk geworden, maar anderen waren totaal verarmd want ze waren failliet gegaan! Maar de belangstelling voor bollen was heel groot geworden. En die werd in later tijd steeds groter! 6. Wat werd tulpomanie genoemd? 7. Wat was er zo dwaas aan de windhandel?
pag. 3 van 5. Afgedrukt 19 december 2013
Lesbrief: bolbloem geschiedenis
8. Je ziet hieronder een spotprent over de tulpomanie. Maak je eigen spotprent over de tulpomanie.
Floraes Gekskap ‘Toen mensen rijk zonder bezit en wijs zonder verstand waren’ Een spotprent over de tulpomanie uit 1637 (Flora is de godin van de bloemen. Narren en gekken droegen wel een gekleurde kap met belletjes, een ‘gekskap’) In 1637 zakte plotseling de tulpenhandel in elkaar. Daarvoor stegen de prijzen tot enorme bedragen.
De bloembollen worden goedkoper In de 18e eeuw raakte Nederland bekend als bollenland. De bol bleef alleen betaalbaar voor de rijken in binnen- en buitenland. In de 19e eeuw ging men steeds meer bollen kweken. Hierdoor werden de bollen goedkoper. En omdat gewone mensen ook steeds meer gingen verdienen konden steeds meer bollen verkocht worden. Vanaf die tijd heeft de bollenhandel zich steeds verder uitgebreid. De kwekers hebben methoden gevonden om veel bollen van goede kwaliteit te kweken. Tegenwoordig vinden de mensen de bloembollen nog steeds heel mooi. Kijk maar eens hoeveel toeristen er komen als de bloemenvelden in bloei staan. En dan hebben we het nog niet eens over de Keukenhof of over het bloemencorso! 9. Waardoor konden in de 19e eeuw meer bollen verkocht worden? 10. Schrijf eens een stukje over de Keukenhof of over het bloemencorso.
pag. 4 van 5. Afgedrukt 19 december 2013
Lesbrief: bolbloem geschiedenis
11. Hieronder volgen een paar verhaaltjes. Probeer eens aan te geven welk verhaal het oudst is en welk het jongst. Knip de stukjes maar uit en zet ze op volgorde van tijd. In ieder verhaaltje zit iets onwaars. Bedenk voor ieder stukje eens wat er niet aan klopt.
A. Een rijke familie uit Amsterdam gaat voor een aantal maanden naar hun landgoed in Lisse. De bedienden zijn al vooruitgestuurd om het huis schoon te maken en te luchten. De familie komt van Amsterdam gevaren. Ze varen over het Haarlemmermeer. Het is september. Ze komen graag naar hun landgoed. Het is daar ’s winters heel fijn want ze kunnen er zo fijn schaatsen.
B. Een ridder rijdt te paard en komt aan bij slot Teylingen. Het is voorjaar. Onderweg heeft hij al bloeiende tulpen gezien. Hij heeft een mooie tocht gehad want hij komt van slot Egmond en heeft een heel stuk door de duinen gereden. Op slot Teylingen wacht een jonkvrouw waar hij verliefd op is. Straks gaan ze samen nog een eind rijden in die mooie natuur.
C. Een Japanse toerist wil voor thuis bloembollen meenemen. Het moeten natuurlijk wel bijzondere bollen zijn. Hij weet dat ze in Japan erg streng zijn bij de douane. Je moet zorgen dat er geen ziektekiemen met de bloembollen mee het land in kunnen komen. De toerist zoekt zwarte tulpen uit en laat ze speciaal controleren op ziektes. Met de nodige papieren mag hij ze meenemen naar zijn land en krijgt hij geen problemen op het vliegveld.
D. Een bollenreiziger wil bloembollen gaan verkopen in Amerika. Hij neemt de boot in Rotterdam en heeft mooie platen van bloeiende bollen bij zich. In Amerika aangekomen neemt hij de stoomtrein. Na een halve dag reizen komt hij in de plaats waar hij bollen denkt te kunnen verkopen. Gelukkig kan hij goede zaken doen. Dat komt ook omdat hij belooft dat de bollen die de klanten willen hebben al over 1 week geleverd kunnen worden.
pag. 5 van 5. Afgedrukt 19 december 2013