Rabobank Groep
Maatschappelijk jaarverslag 2006
2
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Organigram Rabobank Groep
3
Profiel Rabobank Groep
4
Kerngegevens
6
Rapportageprincipes
8
Voorwoord
11
1 Ons MVO-beleid
13
Belangrijkste resultaten en doelstellingen
19
2 In dialoog met onze stakeholders
23
3 Integratie MVO-beleid in ons bedrijf
34
4 Onze economische prestaties
44
5 MVO in onze zakelijke kredietverleningsprocessen
49
6 Waardecreatie voor onze klanten
57
7 Bankieren in ontwikkelingslanden
71
8 Midden in de samenleving
76
9 Onze medewerkers
79
Personeelsgegevens 10 Integratie (MVO) in onze bedrijfsvoering
Introductie
Verslag raad van bestuur
89 94
Assurance rapport
100
Bestuurders en toezichthouders Rabobank Nederland
102
Rabobank Groep wereldwijd aanwezig
103
Groepsonderdelen Rabobank Groep
104
GRI-indicatorenoverzicht Rabobank Groep
107
Verantwoording toepassing GRI-indicatoren
114
Colofon
115
Aanvullende gegevens
3
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Organigram Rabobank Groep
Organigram Rabobank Groep 9 miljoen klanten
1,64 miljoen leden
188 lokale Rabobanken
Rabobank Nederland Wholesalebankbedrijf en internationaal retailbankbedrijf • Rabobank International • Corporate Clients Nederland
Vermogensbeheer Beleggen
• • • •
Robeco Groep Schretlen & Co Alex Sarasin
Marktondersteuning binnenlands retailbankbedrijf • Particulieren • MKB • Private Banking
Leasing
• De Lage Landen
Groepsfuncties
• Audit, Toezicht, ICT, Finance, Communicatie, Personeel, Coöperatie en Bestuur, Kredieten, Shared Services & Facilities • Overige staven en diensten
Vastgoed
• Rabo Bouwfonds
Verzekeren
• Eureko (38%)
Hypotheken
• Obvion
4
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Profiel Rabobank Groep
Profiel Rabobank Groep De Rabobank Groep is een financiële dienstverlener op
toezicht uit op de solvabiliteit, liquiditeit en administratieve organisatie
coöperatieve grondslag met een zeer breed aanbod van
van de lokale Rabobanken. Daarnaast opereert Rabobank Nederland als
financiële diensten en producten. Zij vindt haar oorsprong in de lokale kredietcoöperaties die ruim honderd jaar
(internationale) wholesalebank en als bankers’ bank van de groep. Rabobank Nederland fungeert tevens als houdstermaatschappij van een aantal gespecialiseerde dochterondernemingen.
geleden in Nederland werden opgericht door ondernemende mensen die nagenoeg geen toegang hadden tot
De Rabobank Groep combineert het beste van twee werelden: de
externe financiering. De lokale Rabobanken die hieruit zijn
lokale betrokkenheid en persoonlijke bediening van de lokale
voortgekomen, hebben een lange traditie, vooral in de agrarische sector en in het midden- en kleinbedrijf.
Rabobanken én de deskundigheid en schaalvoordelen van Rabobank Nederland en haar dochterondernemingen.
Missie en ambitie De Rabobank stelt het gezamenlijke belang van mensen
De Rabobank Groep
en gemeenschappen voorop. Vanuit betrokkenheid bij dat belang wil
De Rabobank Groep bestaat uit 188 zelfstandige lokale coöperatieve
de Rabobank een stuwende en vernieuwende kracht zijn die bijdraagt
Rabobanken met ruim 1.200 kantoren in Nederland en hun centrale
aan een duurzame ontwikkeling van welvaart en welzijn. Het realiseren
organisatie Rabobank Nederland, gevestigd in Utrecht, met haar (inter-
van de huidige en toekomstige ambities van mensen en gemeenschap-
nationale) dochterondernemingen. De Rabobank bedient ruim negen
pen is daarbij het doel. Het versterken van onderlinge samenwerking en
miljoen particuliere en zakelijke klanten in Nederland en een groeiend
het aandragen van de best mogelijke financiële oplossingen zijn daarbij
aantal in het buitenland, heeft 56.000 medewerkers en is vertegen-
de middelen.
woordigd in 42 landen. Vanuit deze missie is het de ambitie van de Rabobank Groep om in De Rabobank Groep heeft de hoogste kwalificatie voor krediet-
Nederland de grootste, beste en meest klantgedreven en vernieuwende
waardigheid (Triple A) van de bekende internationale ratinginstituten
instelling te zijn op financieel terrein.
Standard & Poor’s, Moody’s en Dominion Bond Rating Service. Gemeten
Met hun coöperatieve structuur en inmiddels ruim anderhalf miljoen
naar kernvermogen behoort de organisatie tot de twintig grootste
leden staan de lokale Rabobanken midden in de maatschappij. De
financiële instellingen ter wereld.
Rabobank mag zich in Nederland met recht betrokken, dichtbij en toonaangevend noemen. Betrokken bij haar klanten en hun wereld speelt de
Lokale Rabobanken en Rabobank Nederland
Rabobank dichtbij hen een actieve toonaangevende rol. Kernwoorden
De lokale Rabobanken en hun klanten vormen het coöperatieve
daarbij zijn innoverend, inspirerend, kundig en visionair. De Rabobank is
kernbedrijf van de Rabobank Groep. Klanten kunnen lid worden van hun
bovendien een persoonlijke bank, een bank met een gezicht. Via de
coöperatieve lokale Rabobank. De lokale Rabobanken op hun beurt zijn
menselijke kant komt de Rabobank tot zaken: via het menselijke ‘oranje’
lid en aandeelhouder van de overkoepelende coöperatie Rabobank
komt de bank tot het zakelijke ‘blauw’, de twee kernkleuren van de
Nederland, die ze bij hun lokale dienstverlening adviseert en onderste-
Rabobank-huisstijl.
unt. Rabobank Nederland oefent namens De Nederlandsche Bank ook
5
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Profiel Rabobank Groep
Internationaal wil de Rabobank Groep de beste food & agribank zijn met
De Rabobank vindt dat een duurzame ontwikkeling van welvaart en
een sterke aanwezigheid in de belangrijkste food & agrilanden in de
welzijn een zorgvuldige omgang met natuur en leefmilieu vergt.
wereld. Daarbij wordt de jarenlange ervaring ingezet, die op dit gebied in
Hieraan wil de Rabobank met haar
Nederland is opgedaan.
activiteiten bijdragen. De Rabobank respecteert de cultuur en de gebruiken van het land van vestiging, daarbij
De groep wil daarnaast mondiaal excelleren op het gebied van duurzaam
eveneens rekening houdend met de eigen doelstellingen en waarden.
ondernemen en bankieren, passend bij haar identiteit en maatschappelijke positie. Maatschappelijk verantwoord ondernemen zal verder
In het handelen van de Rabobank staat het belang van
worden geïntegreerd in de kernactiviteiten.
de klant voorop. Het creëren van klantwaarde wordt gerealiseerd door:
Onze waarden De Rabobank Groep biedt in Nederland alle financiële diensten die voor deelname aan het economische verkeer in een moderne samenleving noodzakelijk zijn. De groep wil haar diensten op eigentijdse wijze vormgeven voor mensen en ondernemingen.
- het bieden van de best mogelijke financiële diensten die klanten als passend ervaren; - het bieden van continuïteit in dienstverlening, overeenkomstig het langetermijnbelang van de klant; - betrokkenheid van de bank bij de klant en zijn omgeving, waardoor realisatie van ambities mede mogelijk wordt gemaakt.
6
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Kerngegevens
Kerngegevens1 pag. 100
2006
2005
2004
2004
2003
2002
Omvang dienstverlening (in miljoenen euro’s) Balanstotaal
556.455
506.573
483.574
475.089
403.305
374.720
Kredieten aan private sector
324.110
278.095
248.958
252.996
235.425
212.323
Toevertrouwde middelen
215.899
186.427
177.482
192.123
172.571
171.632
Beheerd vermogen
286.400
224.200
223.400
195.000
184.000
168.000
Resultaatgegevens (in miljoenen euro’s) Totaal baten
10.049
9.363
9.222
10.055
9.018
8.518
Bedrijfslasten
6.887
6.242
6.177
6.732
6.243
5.839
Nettowinst
2.345
2.083
1.793
1.536
1.370
1.222
Marktaandelen Hypotheken
26%
23%
25%
25%
26%
26%
Sparen
39%
39%
39%
39%
38%
40%
MKB (totaal)
38%
38%
40%
40%
39%
39%
Agrarische sector
84%
83%
84%
84%
85%
83%
1.641
1.551
1.456
1.456
1.360
1.108
7,5
7,4
7,1
7,5
7,4
7,3
7,3
7,7
7,4
188
248
288
288
328
349
- kantoren
1.214
1.249
1.299
1.299
1.378
1.516
- contactpunten
3.091
3.031
2.965
2.965
2.800
2.697
Buitenlandse vestigingsplaatsen
330
267
244
244
222
169
Klantgegevens Aantal leden (x 1.000)
Klanttevredenheid particuliere klanten 2
• zakelijke klanten
• particuliere klanten Fysieke aanwezigheid Lokale Rabobanken Vestigingen
Algemeen: bij groepsonderdelen genoemde bedragen tellen vanwege consolidatie-effecten niet altijd op tot het totaal van de Rabobank Groep. Procentuele mutaties kunnen als gevolg van afrondingen afwijken. 1. De eerste drie kolommen met de jaren 2006, 2005 en 2004 zijn op basis van IFRS. De andere kolommen met de jaren 2002 tot en met 2004 zijn op basis van Nederlandse verslaggeving. 2. Is vanaf 2004 gebaseerd op telefonische enquête. Cijfers zijn niet diret vergelijkbaar met voorafgaande jaren.
7
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Kerngegevens
2006
2005
2004
2004
2003
2002
Aantallen
56.209
50.988
56.324
56.324
57.055
58.096
Mensjaren
50.573
45.580
50.216
50.216
50.849
51.867
Vrouwen in dienst 3
55,6%
56,3%
55,6%
55,6%
55,5%
56,2%
19,9%
19%
17,8%
17,8%
16,7%
15,6%
3,6%
3,7%
3,8%
3,8%
4,1%
4,7%
87,0%
81,0%
85,0%
85,0%
86,0%
84,3%
0,18
nvt
-
-
-
-
pag.100 Personeelsgegevens Medewerkers:
Vrouwen in hogere functies (> schaal 7)
3
Ziekteverzuim 4 Personeelstevredenheid
5
WIA-instroom 4 Opleidingsinvesteringen in mln euro’s
76,9
68,7
69,0
76,7
79,9
78,8
Opleidingsinvesteringen in euro’s/fte
1.518
1.509
1.374
1.527
1.571
1.521
2.644
1.984
1.984
1.786
1.141
Specifiek op duurzaamheid gerichte producten en diensten (in miljoenen euro’s) Rabo Groenobligaties (cumulatief ) Robeco CDO Groenobligatie Groenfinanciering (cumulatief )
3.130 30
30
30
30
nvt
nvt
2.398
2.200
1.814
1.814
1.425
1100
Groene lease (EIA/VAMIL/MIA) (aantal nieuwe contracten)
92
36
25
25
10
15
Rabo Innovatiekapitaalfonds (geïnvesteerd vermogen)
10
4,3
3,4
3,4
1,5
1,5
Robeco Duurzaam Aandelenfonds
105
88
81
81
98
107
Robeco Sustainability Private Equity Fund of Funds
191
122
5,3
5,3
nvt
nvt
15,9
10,1
7,4
7,4
5,0
5,1
1,3
1,2
1,6
1,6
2,8
1,8
4.580
4.276
3.352
3.352
3.744
3.139
86%
96%
25%
25%
25%
31%
8,1
8,7
8,1
8,1
10,6
11,4
Papiergebruik A4 (kg per fte)
48,7
50,6
46,5
46,5
48,0
53,0
Rating Standard & Poor’s
AAA
AAA
AAA
AAA
AAA
AAA
Moody’s Investor Service
Aaa
Aaa
Aaa
Aaa
Aaa
Aaa
Dominion Bond Rating Service
AAA
AAA
AAA
AAA
AAA
AAA
Niet-commerciële duurzame activiteiten Rabobank Foundation, leningen/donaties (in miljoenen euro’s) Projectenfonds, donaties (in miljoenen euro’s) Bedrijfsvoering Elektriciteitsgebruik 6 (kWh per fte) Aandeel groene stroom
6
Gasgebruik 6 (in m3 per m2 brutovloeroppervlak) 7
SAM-rating (maatschappelijk verantwoord ondernemen)
80%
74%
3. Deze cijfers hebben betrekking op Rabobank Groep binnenland, exclusief Robeco, FGH Bank, Athlon en Bouwfonds. 4. Deze cijfers hebben betrekking op Rabobank Groep binnenland, exclusief Robeco, FGH Bank, Athlon en Bouwfonds; de gegevens van 2006 zijn inclusief Robeco en FGH Bank. 5. Deze cijfers hebben betrekking op Rabobank Nederland en de lokale Rabobanken. 6. De vergelijking met voorgaande jaren wordt bemoeiliijkt, omdat gegevens van Rabobank International in 2006 zijn toegevoegd. Voor een exacte vergelijking zie hoofdstuk ‘Integratie MVO in onze bedrijfsvoering’. 7. Deze gegevens hebben, uitgaande van fte’s, betrekking op 99% van Rabobank Nederland, de lokale Rabobanken en de groepsonderdelen Nederland, voor wat betreft het gedeelte dat centraal wordt ingekocht.
8
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Rapportageprincipes
Rapportageprincipes Informatie op maat aanbieden
Deze uitgave omvat een verkorte weergave van het maatschappelijk
Dit is de volledige op internet gepubliceerde versie van het maatschap-
verslag. Hierin staat de belangrijkste informatie kort weergeven.
pelijk jaarverslag 2006. In dit internetverslag bepaalt de lezer zelf de
Deze informatie is zoveel mogelijk gebaseerd op de eerste generatie
omvang van de aangeboden tekst. Dat kan het volledige verslag zijn,
kernprestatie-indicatoren die we in 2006 hebben vastgesteld (zie pag. 18).
een hoofdstuk of een specifieke passage. In dit ‘dynamische’ verslag kan
Naast de verkorte weergave bevat de publicatie zes studiecases van
namelijk op trefwoord gezocht worden. Zo kan de lezer de voor hem of
maatschappelijk relevante onderwerpen. Doelgroep is een breed in
haar relevante passages snel naar voren halen. Een noviteit is de moge-
MVO geïnteresseerd publiek.
lijkheid om vanuit het maatschappelijk jaarverslag door te linken naar
In de loop der jaren hebben we geconstateerd dat sommige informatie
informatie buiten het verslag op de website www.rabobankgroep.nl.
relevant is voor het totaalbeeld van de prestatie van de Rabobank Groep
Hierdoor ontstaat er meer dynamiek en interactie tussen de inhoud van
op maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar waarvan de inhoud
het verslag en de informatie op website.
weinig verandert. Denk bijvoorbeeld aan gedragscodes en richtlijnen. Om het verslag toegankelijk en werkbaar te houden, hebben we nu voor
Toegankelijkheid: verslaglegging in drie niveaus
het eerst gekozen om deze ‘statische informatie’ buiten het verslag dan-
Elk jaar neemt de hoeveelheid informatie over onze activiteiten op het
wel als losse pagina achter het verslag te plaatsen. Deze informatie is
gebied van MVO toe en worden er hogere eisen aan verslaglegging en
vanuit het verslag met doorkliklinks te bereiken.
communicatie gesteld. Om de toegankelijkheid van onze informatie hoog te houden, hebben we naast het maatschappelijk jaarverslag 2006
Focus van het maatschappelijk jaarverslag
twee complementaire communicatiemiddelen ingevoerd (zie figuur 1).
De focus van het maatschappelijk jaarverslag 2006 ligt vooral op onze
In het verslag beschrijven we alle relevante ontwikkelingen in 2006 op
financiële kernprocessen (hoofdstuk 5 en 6) en de relatie tussen niet-
het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen gebaseerd
financiële gegevens en financiële gegevens voor onze economische
op de nieuwe G3-richtlijnen van de Global Reporting Initiative (GRI).
prestaties (hoofdstuk 4). Het gaat in de financiële kernprocessen om
De informatie is vooral bestemd voor analisten van rating bureaus die
informatie over kredietverlening, sparen, betalen, productinnovatie,
gespecialiseerd zijn in duurzaamheidsbeoordeling, investeerders, weten-
beleggen, leasen en vastgoed. Daarbij hebben we getracht deze
schappers en NGO’s.
processen zoveel mogelijk te laten aansluiten op de kernprestatie-
Daarnaast brengen we de schriftelijke uitgave ‘De impact van MVO’ uit.
indicatoren van de financiële dienstverlening.
Figuur 1: Focus kernprestaties Rabobank Groep
Impact KPI’s (stuurvariabelen) kernprocessen
Kernindicatoren G3 en financial supplements en ontwikkelingen in 2006
Informatie relevant voor Rabobank Groep maar statisch (weinig ontwikkeling)
Publicatie met kernverhaal
MJV 2006 en website
Aanvullende informatie website
9
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2005
Rapportageprincipes
Overeenkomstig G3-richtlijnen
de inhoud van het verslag gebaseerd op de jaarlijkse enquête die we
De indicatorentabel (pag. 107) is gebaseerd op de G3-richtlijnen voor
aan lezers van het verslag voorleggen, op afzonderlijke gesprekken met
duurzaamheidsverslaggeving van het Global Reporting Initiative (GRI)
stakeholders over maatschappelijke kwesties, een enquête over MVO-
die in oktober 2006 officieel zijn vastgesteld. De GRI hanteert in de G3-
bewustzijn onder medewerkers en deskresearch naar maatschappelijke
richtlijnen ‘application levels’. We zijn van mening dat op het maatschap-
issues en verslaglegging die voor een financiële instelling belangrijk zijn.
pelijk jaarverslag 2006 het A+ niveau van de G3-richtlijnen van toepassing is. Ook geeft het verslag een gebalanceerde en evenwichtige weer-
Principe 2: responsiviteit
gave van de economische, ecologische en sociale performance van
Definitie: de wijze waarop een organisatie antwoord heeft gegeven op
onze organisatie. Zo willen we bijdragen aan de door de buitenwereld
vragen van stakeholders over maatschappelijke issues en hoe zij dat in
gevraagde transparantie en vergelijkbaarheid. Dit verslag is opgesteld
haar maatschappelijk verslag op een zorgvuldige manier heeft verwoord.
voor iedereen die zich betrokken voelt bij onze activiteiten of daar
Toelichting: in een apart hoofdstuk hebben we de informatie opgenomen
belang bij heeft.
uit onze contacten met uiteenlopende stakeholders over maatschappe-
Met het oog op de leesbaarheid en de dynamiek van het verslag is
lijke issues, uit de stakeholdersconsultatie en enquêtes die we onder
niet de paragraafindeling van de GRI-richtlijnen overgenomen. Om de
stakeholders uitvoeren en uit gericht literatuuronderzoek.
lezer tegemoet te komen, hebben we in dit verslag – en apart op
Hoofdstuk 2 is in z’n geheel gewijd aan onze dialoog met stakeholders.
www.rabobankgroep.nl/mvo - een GRI-indicatorentabel opgenomen.
In dit hoofdstuk geven we een reactie op de door de stakeholders
Hierin is aangegeven waar de informatie in het verslag of op internet
gesignaleerde issues en trends. We verwijzen ook naar andere hoofd-
te vinden is. Ook bevat het verslag duidelijke structuuraanduiders, pagina-
stukken van het verslag, die een antwoord geven op vragen en ver-
verwijzingen en - zoals gezegd - doorkliklinks naar informatie buiten het
wachtingen die we in de dialoog met stakeholders hebben verzameld
verslag op onze website.
(zie principe 1). Ook geven we een toelichting op zaken waarop we zijn aangesproken door stakeholders en wat de stand van zaken is (stake-
AA1000 Assurance Standard
holdermapping). Daarnaast zetten we ons beleid op het gebied van
De Rabobank Groep beschouwt de AA1000 Assurance Standard
issuemanagement en (multi-)stakeholderdialoog uiteen. Bovendien
(AA1000 AS) als een belangrijk middel om onze verslaglegging van niet-
bespreken we vormen van overleg waaraan de Rabobank Groep deel-
financiële gegevens in overeenstemming te brengen met de verwach-
neemt. Stakeholderdialoog vormt voor ons de belangrijkste informatie-
tingen, eisen en wensen die onze stakeholders van onze organisatie
bron wat de samenleving van de Rabobank Groep verwacht. We nodigen
hebben. Met dit instrument zijn we sneller en beter in staat in te schatten
om die reden ook de lezers van dit verslag ieder jaar uit hun feedback
of ons maatschappelijk verslag daarin tegemoet komt wat betreft trans-
op de inhoud te geven.
parantie en geloofwaardigheid. Hieronder geven we aan de hand van de drie principes ‘materialiteit, volledigheid en responsiviteit’ een toe-
Principe 3: volledigheid
lichting hoe de Rabobank Groep de AA1000 Assurancerichtlijnen volgt.
Definitie: de mate waarin de organisatie de relevante aspecten van haar duurzaamheidsprestaties kent en begrijpt.
Principe 1: materialiteit
Toelichting: De Rabobank draagt er zorg voor dat issues die op basis
Definitie: het jaarverslag omvat informatie over de duurzaamheidspres-
van stakeholdersdialoog zijn geselecteerd, zo breed mogelijk worden
tatie van de organisatie die stakeholders nodig achten om tot een afge-
opgepakt en gemanaged daar waar zij in de organisatie een significante
wogen beslissing te kunnen komen.
rol spelen.
Toelichting: Om de voor het verslag relevante informatie te bepalen,
In het verslag wordt een volledig beeld gegeven van de vertaling van
identificeert de Rabobank Groep belangrijke stakeholders aan de hand
de geconstateerde maatschappelijke issues (zie principe 1) naar beleid,
van de issues (discussie-onderwerpen) die een grote rol spelen in de
de bijbehorende beleidsinstrumenten en de implementatie daarvan in
financiële dienstverlening aan onze klanten. Deskundigheid van deze
de praktijk. De informatie daaromtrent is systematisch verzameld.
issues en de (inter)nationale status en reputatie van de stakeholders zijn
Dit laatste gebeurt met het MVO-monitoringssysteem en door de
mede bepalend geweest voor de selectie van die stakeholders voor
aanstelling van hoofdstukmanagers. Zij zijn verantwoordelijk voor de
consultatie over de onderwerpen voor het verslag.
kwaliteit, juistheid en volledigheid van het betreffende hoofdstuk. De Rabobank Groep probeert zo volledig mogelijke informatie over de
De inhoud van het maatschappelijk jaarverslag hebben we vastgesteld
gehele breedte van de organisatie in het verslag op te nemen. Dit duiden
op basis van een driejaarlijkse stakeholdersconsultatie waarin we zeven-
we aan met reikwijdte.
tien stakeholders diepgaand hebben geïnterviewd over onder meer ons
Het maatschappelijk jaarverslag 2006 sluit wat betreft reikwijdte zoveel
maatschappelijk jaarverslag 2005 en ons MVO-beleid. Verder hebben we
mogelijk aan op het verslag 2005. Samen met het algemeen jaarverslag
10
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Rapportageprincipes
2006 van de Rabobank Groep biedt het informatie over financiële en
DMVO voeren na aanlevering een plausibiliteitscheck uit. Audit Rabobank
niet-financiële gegevens overeenkomstig de wensen van onze stakehol-
Groep verifieert de gegevens die in het maatschappelijk jaarverslag
ders. In sommige gevallen verschilt de gekozen reikwijdte van het maat-
worden opgenomen. We vullen de ingevulde vragenlijsten aan met
schappelijk jaarverslag van die van het algemeen jaarverslag. Gegevens
data uit de centrale systemen. De informatie van de lokale Rabobanken
kunnen dan van elkaar afwijken. Alle onderdelen van de Rabobank
komt hoofdzakelijk uit een apart proces van MVO-informatieverzameling
Groep hebben informatie aangeleverd voor dit jaarverslag. In principe
en -monitoring en uit centrale systemen. Zij ontvangen themarapporta-
verstrekt het verslag dus informatie van alle groepsonderdelen.
ges van hun MVO-prestatie die zij met elkaar kunnen vergelijken.
Daar waar de verslaglegging minder ver reikt en zich beperkt tot slechts
Aangeleverde gegevens koppelen we zoveel mogelijk aan het aantal
één of enkele groepsonderdelen binnen of buiten Nederland is dat
FTE’s. Indien een volledige aanlevering niet mogelijk is, maken we in
expliciet aangegeven. Dit is ook het geval wanneer er van een onder-
samenspraak met de accountant gebruik van opschaling. In het geval
werp geen volledig beeld kan worden gegeven. De onderwerpen die
van extrapolatie is dit aangegeven.
onder de hoofdstukken medewerkers en bedrijfsvoering aan de orde komen, hebben alleen betrekking op de situatie in Nederland.
Berekening gegevens bedrijfsinterne milieuzorg
Een belangrijke verandering tijdens de verslagperiode wat betreft
De gegevens met betrekking tot de interne bedrijfsvoering van de
omvang van de organisatie en eigendom is de overname van de onder-
Rabobank Groep zijn veelal gebaseerd op facturen dan wel op registratie-
delen Bouwfonds en Athlon. Omdat Bouwfonds en Athlon pas laat in
en managementgegevens die we zelf bijhouden of die de leverancier
2006 aan de Rabobank Groep zijn toegevoegd, zijn deze gegevens (met
op verzoek aanlevert. Voor de benodigde omrekeningen maken we
uitzondering van aantal medewerkers (en FTE’s) en Bouwfonds
gebruik van factoren uit betrouwbare bronnen en van vastgestelde
Fondsenbeheer) niet meegenomen. De gegevensverzameling bij lokale
protocollen. Zo gebruiken we voor de omrekening van ons elektriciteits-
Rabobanken kent een separaat traject. Over deze nieuwe onderdelen
en gasverbruik naar TJ en CO2 omrekeningsfactoren van SenterNovem,
rapporteren we volledig het jaar volgend op de acquisitie. Over afgestoten
corrigeren we het gasverbruik in Nederland voor weersinvloeden met
onderdelen rapporteren we niet meer vanaf het jaar van afstoten.
behulp van de graaddagengegevens van EnergieNed en gebruiken we het GHG protocoltool 8 voor de omrekening van onze leasekilometers
Technieken en berekeningsgrondslagen voor gegevensmetingen
naar CO2-uitstoot.
Proces van verzameling MVO-gegevens
Vergelijkbaarheid met vorige verslagen
Het verzamelen van gegevens over maatschappelijk verantwoord
Aan het begin van dit jaarverslag staan de voornaamste gegevens die
ondernemen bij de onderdelen van de Rabobank Groep gebeurt op
inzicht geven in de duurzaamheidsprestatie van de Rabobank Groep op
dezelfde wijze. Inhoudelijk is Directoraat MVO daarvoor verantwoordelijk
economisch, sociaal en ecologisch gebied. Deze zijn samengevoegd in
en verzorgt Control Rabobank Groep de feitelijke informatieverzameling.
het overzicht ‘Kerngegevens’ en te vergelijken met de gegevens vanaf
De MVO-informatie van de groepsonderdelen verkrijgen we met behulp
2002. De belangrijkste resultaten op de doelstellingen voor 2006 die in
van kwalitatieve en kwantitatieve vragenlijsten. Deze vragenlijsten stellen
het maatschappelijk jaarverslag 2005 staan vermeld, staan helder weer-
we op aan de hand van de G3-indicatoren en eigen inzichten.
geven in het overzicht ‘resultaten 2006 en doelstellingen 2007-2010’. In dat
De MVO-coördinator van het betreffende groepsonderdeel is verant-
overzicht staan dus ook de belangrijkste doelstellingen voor 2007-2010.
woordelijk voor het verzamelen van de benodigde informatie. CRG en
8. GHG protocol tool: CO2-emissies voor zakelijk verkeer, versie 2.0 Juni 2006, ontwikkeld door WRI.
11
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Voorwoord
Voorwoord De Rabobank Groep constateert dat klanten er hoe langer hoe meer
Het jaar 2006 zal voor de Rabobank Groep ook te boek staan als het
van overtuigd raken dat duurzaam ondernemen waarde kan toevoegen
jaar waarin het duurzaamheidsdenken daadwerkelijk doordrong in de
aan het eigen bedrijf, hun afnemers, de sector, én aan de samenleving
kernactiviteiten en -processen van de organisatie. Zo had 78% van de
als geheel. In dit principe hebben we in ieder geval veel vertrouwen.
lokale Rabobanken MVO-doelstellingen geformuleerd, tegenover 56%
Een voorbeeld van waardetoevoeging is de investering in schone en
in 2005. Deze ontwikkeling past in de filosofie van ons Strategisch Kader
duurzame technologieën die klimaatverandering tegengaan en de
2005-2010. Daarin hebben we immers uitgesproken dat duurzaamheid
milieudruk op de aarde verminderen. Ook in de gesprekken die we
een van de pijlers is waarop onze groeistrategie voor de komende jaren
periodiek voeren met uiteenlopende stakeholders, komen trends als
is gebaseerd.
verduurzaming van productieketens en klimaatverandering naar voren.
Vorig jaar zijn vergaande voorbereidingen getroffen om de zakelijke
We hebben in 2006 het accent van ons MVO-beleid dan ook langzamer-
dienstverlening te kunnen toetsen aan MVO-criteria. Met name in het
hand iets verlegd van ‘waarde borgen’ door risicobeheersing naar ‘waarde
proces van kredietbeoordeling en kredietverlening hebben we een
creëren’ door productontwikkeling en vernieuwing. Onze nieuwe
verfijnde beoordelingssystematiek voor MVO aangebracht. Soortgelijke
producten in 2006, Robeco Clean Tech Fund en Robeco Clean Tech
ontwikkelingen zijn te constateren bij leasen, vastgoed en beleggen.
Certificaat, de klimaathypotheek en de creditcard met klimaatcompensatie in 2007 zijn hiervan het resultaat. Ook de overname van de SAM Groep,
We voeren niet alleen duidelijke criteria in die ongeoorloofde activiteiten
die gespecialiseerd is in duurzaamvermogensbeheer van beursgeno-
van (potentiële) klanten identificeren en die dergelijke bedrijven als
teerde bedrijven, past in onze MVO-strategie om aan onze financiële
zakenrelaties uitsluiten, we willen klanten vooral ook in gesprekken
dienstverlening meer duurzaamheidswaarde toe te voegen.
attenderen op mogelijke sociale en milieurisico’s én kansen in hun sector.
Ten Cate
Heemskerk
12
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Voorwoord
Zij kunnen dan beschermende maatregelen daartegen nemen door
Om onze ambitie, ‘handhaving in de top van op duurzaamheid gerichte
hun bedrijfsvoering duurzamer in te richten. We nemen daarbij zowel
internationale banken’ te kunnen waarmaken, hebben we dit maat-
afzonderlijke klanten als een gehele productieketen in ogenschouw.
schappelijk jaarverslag opgesteld in overeenstemming met de nieuwe
Sommige onderwerpen zijn zelfs sectoroverschrijdend, zoals klimaat
G3-richtlijnen van Global Reporting Initiative. Ook voldoet ons verslag
en mensenrechten.
aan de AA1000 Assurance Standard. Nieuw zijn de doorklikfuncties in het verslag naar additionele informatie op onze website.
Een weerbarstig onderwerp blijft het bewustmaken van medewerkers
Evenals de voorgaande jaren brengen we complementair aan dit ver-
van het belang van maatschappelijk verantwoord handelen. Met het
slag een schriftelijke publicatie uit. Deze publicatie ‘De impact van MVO’
opnemen van MVO-criteria in processen en beleidsdocumenten zijn
bevat zes casestudies over maatschappelijke onderwerpen die de
we er immers nog niet. De integratie van MVO kan slechts succesvol
Rabobank relevant vindt. Ook staat daarin een verkorte weergave van
zijn als medewerkers eraan meewerken. Veel van onze medewerkers
het maatschappelijk verslag.
zijn dagelijks bezig met commerciële activiteiten. Voor hen kan MVO
Ook dit jaar nodigen we u van harte uit uw mening over ons maat-
alleen maar een succes zijn als het een vanzelfsprekend onderdeel is
schappelijk verslag aan ons kenbaar te maken. Stuur uw reactie naar:
van de financiële dienstverlening aan klanten en voldoende oplevert.
[email protected].
Bewustwording van wat MVO kan opleveren, zorgt ervoor dat zij er nadrukkelijker over nadenken. In 2006 hebben we hieraan veel aandacht besteed en dat zullen we in 2007 blijven doen. In 2007 en de jaren erna heeft het toevoegen van waarde met ‘state of the art’ dienstverlening aan de bedrijfsvoering van klanten, productieketens en sectoren voor ons prioriteit. Dat zal ook wel moeten; we willen immers uitgroeien tot een van de meest toonaangevende banken op het gebied van duurzame ontwikkeling. Bovendien willen we van de stimulering van duurzaamheid in de gangbare land- en tuinbouw een speerpunt maken. Als we afgaan op signalen uit de samenleving en de
Hans ten Cate
politiek, dan verwachten we dat het streven naar duurzame ontwikkeling
Lid raad van bestuur
Bert Heemskerk
de komende jaren niet alleen in de Nederlandse maar ook in de
Rabobank Groep
Voorzitter raad van bestuur
Europese landbouwsector zal toenemen. Biodiversiteit zal daarbij een
Portefeuillehouder MVO
Rabobank Groep
belangrijkere plaats gaan innemen.
13
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Ons MVO-beleid
1 Ons MVO-beleid Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) sluit van nature aan op het coöperatieve gedachtegoed van de Rabobank Groep. Vanuit onze betrokkenheid bij klanten en omgeving geven we invulling aan MVO. Om dit zo effectief mogelijk te doen, hebben we prioriteiten gesteld in onze MVO-doelstellingen: in 2006 is een eerste aanzet gegeven tot het vaststellen van kernprestatieindicatoren. De nadruk daarbij ligt op onze (financiële) kernactiviteiten. Ook hebben we issuemanagement vormgegeven en geformaliseerd om nieuwe maatschappelijke issues en trends eerder te herkennen en te identificeren.
Rabobank Groep wil issues en trends tijdig signaleren om te bepalen hoe we daarmee omgaan in ons MVO-beleid. Een issuemanagementsysteem, waarbinnen stakeholdersdialoog een kernelement vormt, voorziet hierin (zie hoofdstuk 2). Om adequaat te kunnen inspelen op MVO trends en issues, moet de Rabobank Groep groepsbreed focussen op maatschappelijke verantwoord ondernemen. MVO heeft dan ook een prominente plaats in
In dit hoofdstuk
het Strategisch Kader 2005 -2010. De nadruk daarin ligt op een ondernemingsstrategie die autonome groei mogelijk maakt en tegelijkertijd streeft naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van de leefomgeving. In internationaal perspectief hanteert Rabobank een aantal ijkpunten. Daartoe behoren de OECD richtlijnen voor multinationale ondernemin-
Twee maatschappelijke trends voor Rabobank • Trendanalyse • Strategische visie: meer nadruk op financiële dienstverlening > Ons MVO-beleid • Kernprestatie-indicatoren en doelstellingen
gen, de verklaring van het UNEP Financial Initiative, de richtlijnen van de Global Reporting Initiative (GRI) en de daaruit afgeleide richtlijnen van het Global Compact van de Verenigde Naties. Vooral deze laatste zijn in de communicatie over MVO goed hanteerbaar. De tien uitgangspunten verwoorden de kern van MVO en leggen een heldere relatie met mensenrechten, arbeidsrecht, milieubescherming en corruptie bestrijding
>
(zie hoofdstuk 2). Deze uitgangspunten van de Global Compact en de doelstellingen uit het Strategisch Kader keren terug in de zes beleidsterreinen van ons MVO-beleid, zie pag. 16.
14
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
De uitgangspunten van het Global Compact Mensenrechten 1. Respecteren en beschermen van internationale mensenrechten. 2 Voorkomen dat bedrijfsonderdelen zich schuldig maken aan schending van mensenrechten.
Ons MVO-beleid
Stakeholders zien twee cruciale maatschappelijke trends voor Rabobank Binnen deze algemene uitgangspunten spelen per regio, per land, per sector en in de tijd telkens verschillende issues en trends een cruciale rol. Een onderneming kan zich tegenwoordig niet meer permitteren om onvoldoende acht te slaan op haar omgeving. Ontwikkelingen in de maatschappij volgen elkaar namelijk steeds sneller op. Bedrijven die daar geen oog of begrip voor hebben, kunnen kansen missen, zijn
Arbeidsrecht 3. Waarborgen van de vrijheid tot vereniging en de erkenning van het recht op collectief vergaderen. 4. Uitbanning van alle vormen van arbeid onder dwang. 5. Afschaffen van kinderarbeid. 6. Uitbanning van discriminatie in de werkomgeving of in de beroepsuitoefening.
kwetsbaar voor risico’s en nemen daardoor onnodige risico’s voor zowel zichzelf als voor haar omgeving. Met de informatie die bedrijven van stakeholders ontvangen, kunnen zij afgewogen beslissingen nemen rekening houdend met de impact ervan op de samenleving.
Trendanalyse Uit onze interactie met stakeholders komen verschillende belangrijke MVO-issues en -trends naar voren die van belang zijn voor zowel de
Milieu 7. Bijdragen aan preventieve benaderingen van milieuvraagstukken. 8. Ondernemen van initiatieven die het besef van onze verantwoordelijkheid voor het milieu bevorderen. 9. Bevorderen van nieuwe milieuvriendelijke technologische innovaties.
verdere ontwikkeling van onze financiële producten en diensten als voor het stimuleren van verbeteringen in de MVO performance van onze klanten. Twee mondiale trends springen er op dit moment echter duidelijk uit die grote consequenties voor de Rabobank Groep kunnen hebben: 1. de toenemende noodzaak om zorgvuldiger met onze schaarse hulpbronnen om te gaan, vooral in relatie tot het (fossiele-)energie gebruik en klimaatverandering en 2. de toenemende noodzaak van vergaande verduurzaming van
Corruptie 10. Bestrijden van corruptie
mondiale productieketens. Beide trends hebben een rechtstreekse relatie tot het ontstaan en oplossen van belangrijke duurzaamheidvraagstukken.
Doelstellingen MVO in Strategisch Kader 2005 - 2010 Raad van bestuur: • handhaving van de positie in de top vijf van op duurzaamheid gerichte Europese banken • actieve rol van commissaris bij dochterondernemingen Lokale Rabobanken: • nadrukkelijker toepassen van de Gedragscode Rabobank Groep • vergroten van de transparantie van maatschappelijke/ commerciële projecten Rabobank Nederland: • kredietverlening gaat uit van duurzaamheid, tenzij anders blijkt • hantering van MVO-criteria binnen eigen bedrijfsprocessen • hantering van duurzaamheidscriteria binnen pensioenfonds Rabobank International • MVO-criteria nader uitwerken in mainstream food & agri • hantering van MVO-criteria in kredietverlening Dochterondernemingen: • Integratie MVO-criteria in onder meer financiering (De Lage Landen), opdrachtgeverschap (FGH) en beleggingenbeleid (Robeco). • Transparantie in leveringsvoorwaarden (Robeco, Schretlen & Co)
15
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Ons MVO-beleid
Gebruik schaarse hulpbronnen en klimaatverandering
duurzame energiebronnen, in efficiënter energiegebruik en in duurzaam
De groeiende wereldbevolking legt een steeds groter beslag op natuur-
beheer en gebruik van andere natuurlijke hulpbronnen en voorraden
lijke hulpbronnen, terwijl de mogelijkheden van de aarde beperkt zijn.
(zie ook de casestudie ‘Bio-energie: kans of risico?’).
We hebben een tweede planeet als de aarde nodig om de geprojecteerde
Met bestaande en recent nieuw ontwikkelde technologieën zijn er
groei van alleen al India en China tot 2030 te kunnen accomoderen 9.
wereldwijd talrijke mogelijkheden om aanzienlijke CO2-reducties te
Die tweede aarde is er echter niet. Naast deze ‘onbalans’ in vraag en
behalen. De Rabobank is dan ook van mening dat de sleutel naar een
aanbod (voorraden) draagt de met het gebruik van fossiele energie
duurzamer toekomst in handen is van die bedrijven die een bijdrage
gepaard gaande uitstoot van broeikasgassen als kooldioxide (CO2) en
kunnen leveren aan het toepassen en verder ontwikkelen van de nieuwe
methaan (CH4) ook nog eens sterk bij aan klimaatverandering in de
generatie schone technologie. Op nationale en supranationale over-
wereld. Klimaatverandering vormt een grote bedreiging van onze planeet.
heden (zoals de EU en de VN) rust de taak om in hoog tempo bestaande
Zij leidt tot aanzienlijke (onomkeerbare) milieuschade en, als gevolg
belemmeringen voor duurzame ontwikkeling en de toepassing van
daarvan, tot maatschappelijke destabilisering en een aanzienlijk verlies
duurzamer technologieën uit weg te ruimen en om samenhangende
aan economische productiviteit.
pakketten economische spelregels in te voeren die gericht zijn op duurzaam ondernemen. Clean, clever en competitive zou het adagium
Voor de Rabobank is dit op dit moment één van de belangrijke issues in
kunnen zijn. De Rabobank wil hieraan actief bijdragen door onder meer
maatschappelijk verantwoord ondernemen. Temeer omdat de huidige
in haar eigen financiële dienstverlening de ontwikkeling en introductie
vormen van exploratie en winning in een aantal gevallen evenmin hoog
van schonere technologie te stimuleren met speciaal ontworpen
scoren op de MVO-maatlat. En de maatschappelijke kosten van klimaat-
financieringsproducten en -diensten (zie pag. 58-64).
verandering naar verwachting hoog zijn door verlies aan landbouwgrond, afnemende voedselproductie, verminderde beschikbaarheid van drink-
Verduurzaming van mondiale productieketens
water en schade als gevolg van overstromingen en stormen. Voor de
Het productieproces van steeds meer basisproducten en halffabrikaten
Rabobank die wereldwijd een aanzienlijke kredietportefeuille heeft in de
heeft een wereldwijde omvang gekregen in lange productieketens.
food & agri productieketens, betekent een eventueel onbeheersbaar
Zo is een land als China langzamerhand uitgegroeid tot ‘de werkplaats
wordende klimaatverandering een aanzienlijk rechtstreeks kredietrisico.
van de wereld’ en Brazilië tot ‘de landbouwplantage van de wereld’.
De Rabobank is zich er dan ook zeer van bewust dat -ook haar eigen-
Deze voortgaande uitbreiding van activiteiten en zones in nieuw
kapitaalverschaffing meer en meer gericht moet worden op toekomst-
industrialiserende landen als China en India houdt echter geen gelijke
gerichte, welvaartverhogende investeringen en waardecreatie op de
tred met de invoering van internationaal erkende aanvaardbare arbeids-
langere termijn. Dan kunnen schaarste, klimaat- en weerveranderingen
omstandigheden en milieuvereisten. De uitbreiding van mega landbouw-
wellicht beheersbaar blijven.
plantages in Brazilië, Argentinië en Indonesië gaat vaak ten koste van
De aarde is weliswaar eindig, maar gelukkig lijkt de menselijke inventiviteit
waardevolle natuurgebieden. Ook de rechten en leefomgeving van de
dat niet. De mensheid zal die creativiteit moeten aanspreken om het
inheemse bevolking van die gebieden worden vaak met onvoldoende
fysieke en klimatologische ‘huishoudboekje’ van de planeet tijdig op
respect behandeld.
orde te krijgen. Dat kan door meer te investeren in de ontwikkeling van
Marion Swoboda financial sector analyst within SAM Group: “In de komende jaren verwacht ik van de Rabobank Groep dat zij als voorbeeld van andere financiële instellingen het voortouw neemt in de voortgang op het gebied van klimaatveranderings-issues. In haar duurzaam ondernemen moet de Rabobank Groep de nadruk leggen op hoe een financiële instelling haar bijdrage aan een beter klimaat kan vertalen in financiële producten en diensten.”
Bron: stakeholdersconsultatie 2006
9. State of the World Report 2006.
16
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Figuur 2: van internationale uitgangspunten naar concrete doelstellingen
Ons MVO-beleid
dienstverlening het belangrijkst. Met onze dienstverlening oefenen we immers een grote, sturende invloed uit op de economische, sociale en ecologische processen binnen vele sectoren.
Uitgangspunten Global Compact
De komende jaren leggen we vooral de nadruk op een plaats geven van duurzame ontwikkeling in onze financiële dienstverlening. Daarbij zetten we in op het zo veel mogelijk sturen van investeringen in
MVO-doelstellingen Strategisch Kader
de richting van waardecreatie op lange termijn en waar mogelijk trachten we die beweging te versnellen. We geven hieraan invulling onder
Doelstellingen zes MVO-beleidsterreinen
andere door financiële ‘state of the art’ producten en diensten aan te bieden, die de toepassing van duurzame innovatie en technologie door
Focus MVO-doelstellingen financiële dienstverlening
klanten eerder én op grotere schaal mogelijk maken (waardecreatie). Daarnaast blijven we de MVO-performance van onze klanten stimuleren. Dit doen we door hen te attenderen op mogelijke sociale en milieurisico’s in hun sector en bedrijfsvoering. Hierbij maken we gebruik van risicobeheersingcriteria die een onderdeel vormen van onze reguliere financiële dienstverleningsprocessen.
Deze problemen zijn enerzijds toe te schrijven aan het ontbreken dan
Deze strategische keuze legt voor de komende jaren de focus op de
wel gebrekkig invoeren en navolgen van wetgeving in deze landen in
volgende twee doelstellingen binnen het beleidsterrein ‘Verduurzaming
samenhang met een verspillend gebruik van productiegronden en
financiële dienstverlening’:
grondstoffen. Anderzijds ontstaan zij door een toenemende vraag naar
• Doelstelling 1: het in de markt zetten van nieuwe producten en dien-
goedkope basisproducten en halffabrikaten in de hoog geïndustriali-
sten (business development) ter bevordering van schone technolo-
seerde landen in Noord-Amerika, West-Europa en Oceanië (Australië en
gieën en duurzame investeringen.
Nieuw-Zeeland). Deze vraag leidt tot economische kansen in de nieuw
• Doelstelling 2: verdere invoering van MVO in de kernprocessen van de
industrialiserende landen (vaak ook lage lonen landen), maar ook tot
Rabobank Groep met de nadruk op kredietverlening, leasing, beleg-
een toenemende druk om de productiecapaciteit snel verder uit te
gen en vastgoed. Zie voor een uitwerking van deze doelstelling in een
breiden. De daardoor veroorzaakte sociale en ecologische problemen
meerjarenplanning pag. 50.
zijn, zo wordt inmiddels breed onderschreven, niet zozeer aan één land
Deze doelstellingen zijn gerelateerd aan kernprestatie-indicatoren 5, 6,
toe te schrijven. Zij zijn een gevolg van de verschillende rollen die de
7,en 9 in figuur 3.
partijen in een productieketen spelen. De oplossing van dit vraagstuk wordt dan ook gezocht in het nemen van de eigen verantwoordelijkheid
Ons MVO-beleid
door de partijen in de keten, van producent tot consument. Indien een partij in de keten onvoldoende haar verantwoordelijkheid neemt dan
Naast het MVO-beleidsterrein “Verduurzaming van de financiële dienst-
brengt dat risico’s mee voor de andere partijen in die productieketen
verlening” waarop onze strategische focus ligt, onderscheidt de
en treedt correctie op.
Rabobank Groep nog vijf andere beleidsterreinen binnen het MVObeleid, die stakeholders in meer of mindere mate relevant achten. Deze
Ook een financier als de Rabobank Groep neemt haar verantwoordelijk-
in totaal zes beleidsterreinen corresponderen met de hoofdstukken van
heid. We ontwikkelen MVO-beleid in de voor ons relevante sectoren
het maatschappelijk jaarverslag 2006.
(zoals soja en palmolie) en in het perspectief van de gehele productie-
1. Identiteits- en reputatiemanagement in relatie tot MVO
keten. We geven dat de komende jaren prioriteit. Zodra het beleid is
(hoofdstuk 2 en 3).
vastgesteld, zullen we het in de financiële kernprocessen op groepsniveau
2. Verduurzaming van de financiële dienstverlening (hoofdstuk 4, 5 en 6).
invoeren (zie ook hoofdstuk 5 en de casestudies ’Duurzame sojaketen:
3. Intensivering van onze bancaire activiteiten in ontwikkelingslanden
ode aan de koning der bonen’ en ’Bio-energie: kans of risico?’.
mede onder het label Rabobank Development Program (hoofdstuk 7). 4. Maatschappelijke betrokkenheid: initiëren of ondersteunen van activi-
Strategische visie: meer nadruk op financiële dienstverlening De bovenstaande trends kwamen ook ter sprake in gesprekken die we met stakeholders in 2006 voerden (zie hoofdstuk 2). Zo hebben we met
teiten die aan de leden van de Rabobank en de samenleving in het algemeen ten goede komen (hoofdstuk 8) 5. Modern werknemersbeleid gericht op het selecteren en verder ontwikkelen van talentvolle mensen (hoofdstuk 9).
verscheidene stakeholders gesprekken gevoerd over de positieve en
6. Verduurzaming van de bedrijfsvoering (hoofdstuk 10).
negatieve impact van onze financiële dienstverlening op productieketens
Met de gegevens die we uit onze dialoog met relevante stakeholders
van sectoren en op klimaatverandering. Vrijwel al onze stakeholders
vergaren, toetsen we voortdurend of de ingeslagen koers van ons
vinden dan ook op het terrein van MVO verduurzaming van de financiële
beleid aanpassing behoeft.
17
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Ons MVO-beleid
MVO-kernprestatie-indicatoren en (meerjarige) doelstellingen
Hoe kijken we naar maatschappelijk verantwoord ondernemen?
Alle onderdelen van de Rabobank Groep hebben op een of meer van
MVO past binnen een coöperatie. Een kenmerk van de coöperatie is immers dat besluitvorming in dialoog met haar leden plaatsvindt. Omdat die leden in het geval van Rabobank uit alle delen van de samenleving komen, staat de Rabobank mede daardoor midden in de samenleving. Onze ambitie en bedrijfsstrategie krijgen daardoor een sterke maatschappelijke component gericht op het creëren van waarde op de lange termijn. We leveren uitstekende producten en diensten aan onze klanten. Onze gedragscode en onze wil om in een maatschappelijke discussie verantwoording af te leggen over ons beleid en de effecten daarvan, maken MVO voor de Rabobank een vanzelfsprekende activiteit. We willen onze voorhoedepositie handhaven in de top van de internationale banken op het gebied van MVO (volgens de rating van het onderzoeksbureau Siri) en op dit gebied mentaal marktleiderschap tonen en uitdragen. Meer informatie over onze visie en missie
deze zes beleidsterreinen doelstellingen geformuleerd. De belangrijkste staan in het overzicht ‘Resultaten 2006 en doelstellingen 2007-2010’ (pag. 19). Daarnaast hebben we in totaal 22 kernprestatie-indicatoren (KPI’s) vastgesteld (zie figuur 3). De doelstellingen zijn zoveel als mogelijk gelinkt aan KPI’s. Vooral bij de doelstellingen op het terrein van de financiële dienstverlening hebben we dat getracht, omdat daarop onze strategische focus ligt. Het vaststellen van effectieve kernprestatie-indicatoren is een proces dat uit vier fasen bestaat: (1) het benoemen van de KPI’s, (2) het doelen stellen per KPI, (3) het meten van de KPI en (4) het sturen op deze doelen. In 2006 hebben we fase 1 zo goed als afgerond en een begin gemaakt met fase 2. In 2007 zullen we de indicatoren verder aanscherpen en in 2008 hopen we alle fasen doorlopen te hebben. De KPI’s geven een indicatie van onze MVO-performance op de zes genoemde MVO-beleidsterreinen. Een KPI is te vergelijken met een thermometer die periodiek in de organisatie de stand van zaken meet. Met behulp van deze KPI’s kunnen we de ontwikkelingen periodiek beoordelen en waar nodig het beleid aanpassen of scherpere doelstellingen vaststellen en monitoren.
Ernst van Weperen van de VBDO: “Een belangrijk punt van zorg is de wildgroei die lijkt op te treden in de doelstellingen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen binnen de Rabobank Groep, ook in de verslaglegging. De relatie van die doelstellingen met de MVO-kernprestatie indicatoren (KPI’s) lijkt te ontbreken. Zelfs als geoefende lezers en analisten raken wij de draad kwijt. Ons inziens kunnen bedrijfsonderdelen prima eigen doelstellingen formuleren maar wel in nauwe relatie tot de door Rabobank Groep als geheel nagestreefde doelen en gehanteerde KPI’s”.
Bron: stakeholdersconsultatie 2006
18
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Ons MVO-beleid
Figuur 3: zes beleidsterreinen met een of meer kernprestatie-indicatoren (eerste generatie)
Kernprestatie-indicatoren voor beleidsterrein identiteits- en reputatiemanagement: (1) het beoordelingscijfer voor Rabobank Groep van ratingbureaus, zoals SiRI, de positie van de Rabobank Groep in de Transparantiebenchmark van het ministerie van Economische Zaken, en in het tweejaarlijks uitgevoerde onderzoek van UNEP/ Sustainability/ Standard and Poor’s naar de duurzaamheidsrapportage van 100 MVO-koplopers; (2) het aantal beleidsstukken dat met stakeholdersbetrokkenheid tot stand is gekomen; (3) het percentage van de medewerkers dat de gedragscode van de Rabobank Groep kent en het percentage dat voorbeelden van het hanteren daarvan (in de eigen arbeidssituatie) kan aangeven. Kernprestatie-indicatoren voor verduurzaming financiële dienstverlening: (4) de mate waarin de MVO-sectorbeleidsdocumenten, de MVO-issuelijsten en de MVO-criteria in kredietverlening, leasing, beleggen en vastgoed door betreffende groepsonderdelen worden toegepast; (5) het aantal (minimaal één) geïntroduceerde nieuwe MVO-producten of diensten per jaar; (6) het aantal ontwikkelde nieuwe producten en diensten dat in het ontwerpproces op MVO-criteria en transparantievoorwaarden is getoetst en aangepast; (7) de mate van tevredenheid van klanten over klachtenbehandeling door de Rabobank Groep; (8) de omzet in duurzame producten. Kernprestatie-indicatoren voor beleidsterrein bankieren in ontwikkelingslanden: (9) het aantal banken in ontwikkelingslanden waarin de Rabobank participeert; (10) het aantal spaar- en kredietcoöperaties in ontwikkelingslanden die Rabobank Foundation ondersteunt; (11) het volume aan financiële producten en diensten (bijvoorbeeld microkredieten) dat door de Rabobank Groep via deze banken in de economie van ontwikkelingslanden wordt geïnvesteerd. Kernprestatie-indicatoren voor werknemersbeleid: (12) de mate van medewerkerstevredenheid; (13) het totale aantal medewerkers (vrouwen in EK, allochtonen en gehandicapten) dat onder de definitie van het diversiteitsbeleid valt; (14) het aantal medewerkers dat minimaal één concrete persoonlijke doelstelling heeft in zijn/haar performancemanagement; (15) de positie van de Rabobank in de categorie meest aantrekkelijke werkgevers volgens bijvoorbeeld het zakenblad Incompany. Kernprestatie-indicatoren voor beleidsterrein maatschappelijke betrokkenheid: (16) het bedrag aan donaties en sponsoring dat wordt besteed aan (lokale) maatschappelijke activiteiten en onderzoek; (17) de waardering van klanten voor de maatschappelijke activiteiten zoals onderzocht in de Rabobank Communicatiemonitor; (18) de waardering van medewerkers voor de maatschappelijke activiteiten van de Rabobank zoals onderzocht in het medewerkerstevredenheidsonderzoek MTO. Kernprestatie-indicatoren voor beleidsterrein verduurzaming bedrijfsvoering: (19) de energie- en de papier- en afvalbesparing in procenten; (20) het percentage leaseauto’s met een A-, B- of C-energielabel in relatie tot het totale leasewagenpark; (21) de ontwikkeling van de CO2-emissie in tonnen per fte in vergelijking; (22) het volume (in EUR) van de duurzaam ingekochte producten ten opzichte van het totale volume (in EUR) ingekochte producten.
19
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Ons MVO-beleid
Belangrijkste resultaten 2006 en doelstellingen 2007-2010 Doelstellingen 2006
Resultaten 2006
Beleid
80% deelname van lokale banken aan MVO-monitoring.
80% heeft deelgenomen.
75% lokale banken stellen MVO-doelen vast.
78% lokale Rabobanken.
Opschonen en actualiseren van MVO-codes en richtlijnen.
Permanente activiteit om content uit codes en richtlijnen
Raad van bestuur: meer aandacht schenken aan MVO
100% via beleidsgesprekken met entiteiten in 2006 en rol
bij dochters.
RvB-leden als commissaris.
Lokale Rabobanken: MVO ex- of impliciet opgenomen
69% op basis van 80% deelname MVO-monitoring,
in beleidsdocumenten.
deels gerealiseerd.
Audit Rabobank Groep: audit op administratieve organisatie
100% gerealiseerd als onderdeel van de verificatie
en in MVO-monitoring.
Maatschappelijk Jaarverslag 2005.
Directoraat MVO: professionalisering MVO-coördinatoren en
Zes werkconferenties gehouden voor MVO-coördinatoren en
directeuren lokale banken.
1 conferentie voor directeuren lokale Rabobanken.
Control Rabobank Groep: Integratie van MVO-monitoring in de
100% gerealiseerd voor onderdelen groep en lokale banken
reguliere planning- en controlcyclus op kwartaalbasis en
op vrijwillige basis (80%).
toegankelijk te maken in kernbusiness.
MVO-rapportage in bestuurlijke informatie voor raad van bestuur, deels gerealiseerd.
De Lage Landen: Starten awareness programma
80% van personeel heeft programma gevolgd; verdere
Compliance & Ethics.
uitvoering in 2007.
Directoraat Juridische en Fiscale Zaken: Interne rapportage
100% via interne rapportages aan raad van bestuur.
over de mate waarin interne regelgeving is aangepast aan governance-codes.
Diepte-interviews met relevante stakeholders.
Gerealiseerd.
Financiële dienstverlening
Directoraat MKB/ agrarisch: MVO-aandachtspuntenlijst voor
Gerealiseerd.
relatiebeheerders in kredietverlening bij klanten met obligo meer dan EUR 1 mln.
Directoraten MKB, Particulieren en Private Banking:
Deels gerealiseerd; pag. 58, 59, 68 en 77.
MVO integreren in marketingproposities.
FGH Bank: raamwerk voor het financieren en taxeren van
Gerealiseerd; implementatie in 2007.
vastgoedobjecten met een duurzaam karakter, zoals de financiering van stadsvernieuwingsprojecten.
De Lage Landen: formuleren en implementeren van een
Beleid is vastgesteld; uitvoering in 2007.
MVO-acceptatiebeleid voor vendoren.
Robeco: meer transparantie in producten en processen.
Deels gerealiseerd.
Helderheid in voorwaarden, risico’s en tarifering kosten.
Rabobank International en Rabobank Nederland Corporate
Voorbereidingen voltooid; implementatie 2007
Clients: gefaseerde invoering van expliciete MVO-toets in de
zie pag. 53 en 54.
kredietprocessen. Krediet Risico Management: Toepassing MVO-toets in kredietbeoordeling. vervolg op de volgende pagina
20
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Belangrijkste resultaten en doelstellingen
Doelstellingen 2006
Resultaten 2006
Rabo Vastgoed: maatschappelijke kosten reduceren en
Integratie van dergelijke meerwaarde in alle vastgoedprojecten
economische en ruimtelijke meerwaarde creëren.
voorbereid; toepassing vanaf 2007.
Rabo Groen Bank: meer diversificatie in projectcategorieën
Enige diversificatie in projecten, in funding niet nodig gezien
en in funding.
grote vraag naar obligaties.
Robeco: Het verhogen van het beheerde vermogen van
Gerealiseerd door uitbreiding engagementmethodiek;
duurzame beleggingen.
zie pag 59.
Groei handelsvolume New Values in CO2-handel.
Gerealiseerd.
Maatschappelijke betrokkenheid
Directoraat Kennis en Economisch Onderzoek: MVO is inte-
Gerealiseerd.
graal onderdeel van de analyses, conclusies en visies daar waar MVO een rol speelt.
Directoraat Private Banking: een handvat voor lokale banken
In ontwikkeling.
met een link tussen de coöperatiegedachte en de commercie.
Investeringen in twee à drie rurale banken in ontwikkelings-
Gerealiseerd.
landen.
Lokale Rabobanken: ondersteunen projecten voor bijdrage
64% van de lokale banken ondersteunt maatschappelijke
aan de samenleving.
betrokkenheid via campagne coöperatief dividend; zie pag. 77.
Schretlen & Co: verder stimuleren van medewerkers voor
Gecontinueerd.
vrijwilligerswerk via het programma Binden & Boeien.
Leden van de raad van bestuur moedigen medewerkers
Gerealiseerd.
actief aan voor het vervullen van onbezoldigde maatschappelijke nevenfuncties. Medewerkers
In performance-management van ieder van de 200 leden
Verplichting 1 persoonlijke MVO-doelstelling gerealiseerd.
van het executive kader (excl. bij lokale banken) minimaal één doelstelling op het gebied van MVO in 2007.
20% van de trainees is allochtoon of van niet-Nederlandse
Optimaliseren reïntegratieproces met heldere verantwoorde-
Niet gerealiseerd, 10% in 2006.
afkomst. Gerealiseerd met nieuw vastgesteld beleid.
lijkheidsverdeling tussen manager, medewerker en Arbodienst. Bedrijfsvoering
10% minder papiergebruik A4 tov 2003 (Rabobank
Dubbelzijdig printen bij lokale Rabobanken.
Nederland en lokale banken) 10.
Shared Services & Facilities: implementeren van een afval-
Gerealiseerd.
zorgsysteem voor alle relevante afvalstromen van Rabobank Nederland.
Shared Services & Facilities: m.i.v. 1 april 2006 af te sluiten
In uitvoering.
inkoopcontracten volledig laten aansluiten op de eisen van maatschappelijk verantwoord Inkopen.
Shared Services & Facilities: lokale banken laten aansluiten
Shared Services & Facilities: energiemanagement bij
Voorbereid, uitvoering in 2007.
bij de groepsdoelstellingen omtrent duurzaam bouwen. In uitvoering.
vestigingen van Rabobank Nederland volgens de leidraad energiezorg van SenterNovem. doelstelling geheel verwezenlijkt
doelstelling gedeeltelijk verwezenlijkt
10. Deze cijfers hebben betrekking op Rabobank Nederland en lokale Rabobanken.
doelstelling niet verwezenlijkt
21
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Belangrijkste resultaten en doelstellingen
Doelstellingen 2007 - 2008 Beleid - Gedragscode Rabobank Groep actualiseren en onder aandacht brengen van alle medewerkers Rabobank Groep in 2007. - Methodiek voor het in kaart brengen van relevante maatschappelijke issues in 2007. - MVO onderdeel van het bankbeleid bij 90% van lokale Rabobank in 2007. Financiële dienstverlening - Integratie van MVO in 2007 in proposities en marketing gericht op particulieren (Grote-Stedenbeleid en ‘Nieuwe Nederlanders’), MKB (merkbaar bij 30% van de marketingproposities) en Private Banking (financieel-maatschappelijke services in de goede-doelensfeer en instroom van 3-6% ‘duurzaam’ van totale instroom middelen). - De Lage Landen: ontwikkeling van ‘MVO-proof producten’ in 2007. - introductie van vijf sector policy documents op groepsniveau voor de sectoren palmolie, soja, houtkap, visserij/ viskweek en sectoren met veel broeikasgasemissies. - In kaart brengen van de CO2-emissie van grootzakelijke klanten in Nederland bij de kredietverlening (indirecte effecten). - Implementatie van de MVO-check in klantenacceptatie en kredietverlening voor 1 juli 2007. - In alle kantoren van Rabobank International heeft 80% van relevante staf een MVO-training ondergaan. - invoeren van het gebruik van checklists met MVO-issues (issuelijst) voor de meest relevante sectoren in onze grootzakelijke markt in Nederland. - Integreerde MVO-visie voor projectontwikkeling doorvoeren in nieuwe eenheid Rabo Bouwfonds in 2007. - Robeco: a 10% instroom bestaand en nieuw beheerd vermogen waarop engagement van toepassing is en b 10% instroom in duurzaam beheerd vermogen in 2007. - Robeco: 100% van de productvoorwaarden op transparantie gecheckt in 2007. Maatschappelijke betrokkenheid - Alle Groepsonderdelen en ruim de helft van alle lokale banken zullen hun personeel bij MVO betrekken. Hiervoor zijn onder meer formats op het gebied van maatschappelijke betrokkenheid beschikbaar (onder meer Make a Difference Day, Best Buddies en Voorleesdagen), alsmede een groot aantal best practices als inspiratiebron uit de eigen praktijk van de Rabobank Groep. Medewerkers - Stimuleren op vrijwillige basis een doelstelling op te nemen op het gebied van MVO in performance management van medewerkers ( voor het executive kader is verplicht) door de invoering en gebruik van de competentie ‘maatschappelijk verantwoord handelen’. - 20% van de trainees is allochtoon of van niet-Nederlandse afkomst in 2007, deze doelstelling is in 2006 aangepast naar 10%. - 30% van de stagiaires is van multiculturele achtergrond in 2007. - 15% van het executive kader is vrouw 11 in 2008, stand van zaken 2006 is 7%. Deze doelstelling is in 2006 aangepast naar 10%. - Deelname van 55% van medewerkers lokale Rabobanken (en andere groepsonderdelen) aan e-learning en andere programma’s in 2007. Bedrijfsvoering - Realisatie van MVO in handboek Bedrijfsmanagement van lokale Rabobanken in 2008 (voorbereidingen gestart). - Besluitvorming over invoering van klimaatneutrale bedrijfsvoering in 2007. - Eind 2008 65% van de lokale Rabobanken aangesloten op de ABC-regeling (auto’s met minste milieudruk). Daarnaast een totale vermindering van CO2-uitstoot met 30%. - Aantal deelnemende locaties en het energieprogramma in 2007 is 80% en in 2008 is dat 95%. - De doelstelling afname aantal lease-auto’s met 15% is onder druk van de aantrekkende arbeidsmarkt niet haalbaar en is afgeschaft.
11. Deze cijfers hebben betrekking op Rabobank Nederland, lokale Rabobanken, De Lage Landen en Schretlen & Co.
22
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Belangrijkste resultaten en doelstellingen
Doelstellingen 2010 Beleid - MVO volledig integreren in beleid en operaties (mondiaal in de top-3 van MVO-ratings). - Volgende ronde diepte-interviews met stakholders (stakeholdersconsultatie) in 2009. Financiële dienstverlening - MVO is volledig geïntegreerd in de processen en producten van kredietverlening, leasing en beleggen. - Beleidsdocumenten voor de tien meest MVO-issuegevoelige sectoren zijn voor kredietverlening en - indien van toepassing- voor leasing in gebruik. - MVO-criteria in financiële dienstverlening (ingevoerd in 2007) worden in 2008 op werkbaarheid getoetst en zonodig op basis van voortschrijdend inzicht in 2009 - 2010 aangescherpt. - Voor alle sectoren in de grootzakelijke markt zijn MVO-issuelijsten beschikbaar en in gebruik genomen. - In kaart brengen van de CO2-emissie van het totaal van alle zakelijke klanten bij de kredietverlening (indirecte effecten). - In periode 2007-2010 heeft Rabobank Groep vijf nieuwe of vernieuwde producten in de markt gezet met een duidelijke MVO-component. - 2007 -2009 groeien naar financiering van 250 bodemsaneringen per jaar. Maatschappelijke betrokkenheid - Rabobank Nederland zal lokale Rabobanken aanmoedigen om voor eind 2010 een programma op te stellen waarin hun leden en/of personeelsleden (vrijwilligerswerk) actief zich inzetten voor de lokale samenleving. Bedrijfsvoering - In 2010 voldoet een in 2007 te bepalen % van de dan opgeleverde nieuw- en grootschalige verbouwprojecten aan de norm voor duurzaam vastgoed (norm duurzaam vastgoed volgens Senter Novem). - Verdere beperking van de milieudruk door onze bedrijfsvoeringingsactiviteiten met 10% ten opzichte van 2006 via maatregelen op het gebied van energie-, papierbesparing en van vermindering van afval en de CO2-uitstoot door zakelijk vlieg- en autoverkeer. - MVO leveranciersassesment maakt onderdeel uit van het inkoopproces. Bij RCI zijn tevens alle leveranciers hierop beoordeeld.
23
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
In dialoog met onze stakeholders
2 In dialoog met onze stakeholders Uiteenlopende maatschappelijke groeperingen en ondernemingen zoeken elkaar steeds vaker op om gezamenlijk maatschappelijk controversiële onderwerpen (issues) aan de orde te stellen. Vanzelfsprekend gebeurt dat vooral daar waar bedrijven geacht worden een rol van betekenis te spelen: positief of negatief. Ook de Rabobank Groep heeft deze ontwikkeling onderkend en ingezien dat zij in een aantal gevallen beter kan functioneren door de informatie die uit een dergelijke dialoog vrijkomt goed te gebruiken. In 2006 hebben we gesterkt door dit inzicht een nieuw onderdeel van ons MVO-beleid vormgegeven. Daarin staan issuemanagement en stakeholdersdialoog meer centraal.
In dit hoofdstuk Onze managementbenadering van maatschappelijke issues en stakeholdersdialoog Onze managementbenadering van maatschappelijke issues en stakeholdersdialoog • De contouren van ons issuemanagement • Onze benadering van de stakeholdersdialoog Onze multistakeholdersdialoog • Onze stakeholdersconsultatie • Onze deelname aan gestructureerd overleg • Bilateraal overleg over specifieke MVO-issues • Onderzoek naar oordelen van stakeholders over ons MVO-beleid
Stakeholders attenderen de Rabobank Groep op maatschappelijke issues die bedreigingen of kansen met zich mee kunnen brengen. Zij reiken ons voortdurend nieuwe perspectieven, kennis en inzichten aan.
>
Door deze issues op tijd te onderkennen kunnen we met ons beleid gericht anticiperen op toekomstige ontwikkelingen en de nieuwe eisen die de samenleving aan ons stelt. Zodoende zijn we in staat om onze financiële kernactiviteiten en bedrijfsvoering in relatie tot MVO te verbeteren en om duurzame ontwikkelingen waar mogelijk ook commercieel te benutten. Bovendien kunnen we onbedoelde en onvoorziene negatieve effecten van onze financiële dienstverlening eerder onderkennen
>
en soms zelfs geheel vermijden of compenseren. Onze benadering van issues vindt vooral plaats vanuit het perspectief van sectoren en wordt hierna uitvoerig beschreven.
24
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
In dialoog met onze stakeholders
van de Rabobank Groep. Om de selectie van maatschappelijke issues
European Sustainability Reporting Award 2005
inzichtelijker te laten plaatsvinden, ontwikkelen en testen we momenteel
Op 3 april 2006 ontving de Rabobank Groep voor haar maatschappelijk jaarverslag de European Sustainability Reporting Award 2005 (ESRA 2005). Dit verslag werd in november 2005 als winnaar van de Nederlandse versie van de prijs (ACC Award) voor deze Europese prijs genomineerd. Het verslag werd door de jury geroemd vanwege zijn toegankelijkheid, overzichtelijkheid en volledigheid. Sterke andere punten in het verslag, aldus de jury, zijn de beschrijving van de inbedding van maatschappelijk verantwoord ondernemen in de organisatie en de verslaglegging van Rabobanks activiteiten in ontwikkelingslanden.
een methode, waarmee we issues naar prioriteit kunnen rangschikken. De prioriteit van een issue baseren we op een inschatting van het risico en de impact van het betreffende issue voor de Rabobank Groep. Voor dit laatste vormen de gesprekken met stakeholders die actief zijn op het gebied van MVO een belangrijke informatiebron. Een voorbeeld is te zien in figuur 4. Om vervolgens een zorgvuldige en adequate behandeling van die geselecteerde issues in onze financiële kernprocessen te kunnen garanderen, ontwikkelen we specifiek beleid in zogenaamde sectorbeleidsdocumenten. Afhankelijk van de aard van het issue kan dat beleid sectorspecifiek worden geformuleerd (bijvoorbeeld als het gaat om de maatschappelijke gevolgen van palmolie, soja of aquacultuurproductie)
De contouren van ons issuemanagement
of sectoroverschrijdend (bijvoorbeeld als het gaat om klimaatverandering of schending van mensenrechten). Ook een selectie naar relevantie van
De nadruk van het beleid dat de Rabobank Groep in 2006 op het gebied
onze stakeholders is gewenst, zodanig dat wij als bedrijf doeltreffender
van issuemanagement heeft ontwikkeld, ligt op het tijdig signaleren van
kunnen handelen (zie pag. 25). Om dit hele proces van identificeren
maatschappelijke ontwikkelingen en vraagstukken binnen die sectoren
van stakeholders en nieuwe issues en het ontwikkelen, coördineren
waarin Rabobank als financiële dienstverlener significant actief is.
en implementeren van nieuw beleid te kunnen managen is is sinds
Veranderingen in die sectoren kunnen immers een vergaande impact
december 2005 een issuemanager aangesteld.
hebben op ons handelen als financiële dienstverlener en op de resultaten Het selecteren van relevante issues en sectoren Een belangrijk aspect van issuemanagement zoals dat binnen de Rabobank Groep gestalte krijgt, is het vroegtijdig kunnen signaleren en Figuur 4: impact en risico van sectoren
identificeren van issues die kunnen uitgroeien van potentiële tot reële risico’s en kansen. Zoals gezegd, is de selectie van relevante issues uit de haast onbegrensde hoeveelheid ontwikkelingen en vraagstukken
4 Palmolie
Sojateelt
in de samenleving de eerste opgave, die bovendien van strategische betekenis is. De mate van relevantie is afhankelijk van de impact die het
Risico vanwege issues
3 Visserij / Aquacultuur
issue heeft en de omvang van ons marktaandeel in een bepaalde sector. Het is voor ons dan ook zaak om deze ‘sleutelissues’ snel te kunnen herkennen en op te sporen. Dat kan met een combinatie van verschillende
2
Dammenbouw
activiteiten, zoals:
Vi Bosbouw
• eigen onderzoek. Via deskresearch voorbeelden verzamelen van controversiële vraagstukken in landen en sectoren waar Rabobank als 1
financiële dienstverlener actief is. Dit gebeurt via internet, in bladen, rapporten en wetenschappelijke artikelen. Ook verrichten we veld-
0
onderzoek in de vorm van gesprekken of e-mailverkeer met stake2 1 3 Impact door activiteiten bank (marktaandeel)
4
holders die specifieke kennis hebben van een bepaald issue. Voorbeelden in 2006 zijn (1) een gesprek met de Landelijke India
25
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
In dialoog met onze stakeholders
Werkgroep over issues in de thee-, suiker-, agrochemie- en, farmacie-
Een stakeholder moet minimaal voldoen aan het eerste en laatstge-
sector in India en (2) informatie-uitwisseling per e-mail met Marine
noemde criterium en daarnaast aan een van de andere vier criteria om
Stewardship Council over issues in de Chinese visserijsector.
als relevant te worden aangemerkt in het kader van ons MVO-beleid.
• onderzoeksopdrachten aan derden. De Rabobank verstrekt met
In uitzonderlijke gevallen voldoet een stakeholder aan alle criteria. Dat is
regelmaat opdrachten aan gespecialiseerde bureaus om issues binnen
bijvoorbeeld bij het Wereld Natuur Fonds (WNF) het geval. Voor ons is
sectoren en in bepaalde landen in kaart te brengen. In 2006 is dat
dat in 2006 een belangrijke reden geweest om met het WNF een partner-
gebeurd voor Indonesië, India en China.
schap voor drie jaar aan te gaan.
• het voeren van een dialoog met stakeholders. De Rabobank Groep heeft dit in 2006 zowel bilateraal gedaan over opkomende controversiële onderwerpen als in haar driejaarlijkse stakeholderraadpleging waarin diepgaande gesprekken worden gevoerd met een beperkt aantal stakeholders.
Onze benadering en uitgangspunten voor stakeholdersdialoog In onze benadering van stakeholders in relatie tot MVO onderscheiden wij meerdere groepen stakeholders, zoals: leden, klanten(organisaties),
Selectie van stakeholders
NGO’s, leveranciers, ratingbureaus, investeerders in Rabobankobligaties,
De Rabobank Groep heeft te maken met uiteenlopende stakeholders
de overheid en, last but not least, onze medewerkers al dan niet in
op de verschillende beleidsterreinen waarop en sectoren waarin de
georganiseerde vorm via de medezeggenschapsraad. Meer over
Rabobank Groep actief is. Zo behoren De Nederlandsche Bank (DNB) en
stakeholders. Om een gemeenschappelijke basis te kunnen vaststellen
de Autoriteit Financiële Markten (AFM) tot de belangrijkste stakeholders
voor een oplossing van een vraagstuk, worden in dialoog met deze
van de Rabobank Groep op financieel terrein, terwijl andere stakeholders
stakeholders ideeën of standpunten uitgewisseld.
meer relevant zijn als het gaat om maatschappelijk verantwoord onder-
In het beleid dat de Rabobank Groep in 2006 heeft vastgesteld voor het
nemen. Voor het selecteren en prioriteren van deze laatste groepen
voeren van een dialoog met deze stakeholders, staat het inventariseren
stakeholders (landelijk en internationaal) maken we gebruik van de
van de verschillen en overeenkomsten in de opvattingen over geselec-
volgende criteria.
teerde issues centraal. Om onze eigen ideeën en standpunten effectief
• De stakeholder is een ideële, non-profitorganisatie die of een rating-
te kunnen overbrengen, maken we daarbij gebruik van hulpmiddelen,
bureau dat zich richt op sociale en milieugerelateerde vraagstukken.
zoals position papers en casestudies. Een position paper is een document
• De stakeholder is invloedrijk in de samenleving en de politiek en heeft
waarin de visie, de doelstellingen, het beleid en de standpunten van de
daar autoriteit.
Rabobank Groep over een issue staan beschreven. Voorbeelden zijn
• De stakeholder heeft een grote achterban.
position papers over ons klimaatbeleid en ons diversiteitsbeleid.
• De stakeholder heeft een sterk (inter)nationaal netwerk.
Casestudies zijn journalistieke verslagen over een vraagstuk of dilemma
• De stakeholder heeft een goede reputatie.
waarmee de Rabobank Groep in de praktijk te maken heeft. Een case-
• De stakeholder heeft een duidelijke mening over de werkzaamheden
studie beschrijft oplossingsrichtingen en bevat commentaren van
van de Rabobank Groep.
stakeholders op het vraagstuk en de aanpak van de Rabobank Groep.
Kees Kodde, directeur campagnes, en Donald Pols, campagneleider klimaat en energie Milieudefensie “Dilemma’s waarin economische, milieu- en sociale aspecten met elkaar in conflict zijn, moeten in een bedrijf zorgvuldig worden behandeld. Op verzoek van interne partijen worden deze ethische dilemma’s binnen de Rabobank Groep door de Commissie Ethiek beoordeeld en van advies voorzien. Milieudefensie ziet een dergelijke Commissie Ethiek als een instrument dat ook voor externe partijen van belang kan zijn. We roepen de bank op om de Commissie Ethiek ook actief naar buiten toe bekend te maken als klachtenloket.” Bron: stakeholdersconsultatie 2006
26
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
In dialoog met onze stakeholders
Onze multistakeholdersdialoog
Uitgangspunten voor onze stakeholdersdialoog Als basis voor de stakeholdersdialoog hebben we een aantal uitgangspunten geformuleerd. Deze zijn:
Vanuit bovenstaande bouwstenen van het MVO-beleid gericht op sta-
• het gespreksonderwerp moet duidelijk zijn afgebakend en de weder-
keholders heeft Rabobank in 2006 een aanpak ontwikkeld. Deze aanpak duiden we aan met de term ‘multistakeholdersdialoog’. Daarin brengen
zijdse verwachtingen moeten helder zijn; • het vertrekpunt van een dialoog wordt gevormd door een of meer
we activiteiten samen die gericht zijn op verschillende relevante stake-
issues met hoge prioriteit waarvoor nieuw beleid in ontwikkeling is of
holders. Met deze werkwijze brengen we relevante stakeholders bij
die vragen oproepen over daaraan gerelateerd bestaand beleid;
elkaar die betrokken zijn bij een of meer MVO-issues die in een sector of
• er is slechts sprake van een dialoog indien betrokken partijen geza-
productieketen spelen. Het doel van die benadering is vooral het opbouwen van onderling vertrouwen, teneinde gezamenlijk betere en
menlijk oplossingsrichtingen vaststellen; • in uitzonderlijke gevallen kan ‘agree to disagree’ ook een maximaal
duurzamer oplossingen voor een vraagstuk te kunnen realiseren. Wij gebruiken hierbij gelijktijdig verschillende werkvormen:
haalbare en daarmee bevredigende uitkomst zijn; • klachten van stakeholders worden afgehandeld via één loket, volgens
1. het houden van een stakeholdersconsultatie waarbij een selectie van
een heldere procedure en binnen een met de indiener van de klacht
te interviewen stakeholders is gemaakt, verdeeld over de aandachts-
afgesproken tijdslijn.
gebieden sociaal, milieu, onderzoek en commercieel (zie figuur 5);
Figuur 5: geïnterviewde stakeholders in het kader van stakeholdersconsultatie 2006 Amnesty International
Vereniging van Beleggers in Duurzame Ontwikkeling (VBDO)
Bank Track
Ministerie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM)
Ministerie voor Ruimtelijke Ordening en Milieu
Consumenten Bond
Interkerkelijke organisatie voor ontwikkelingssamenwerking (ICCO)
NIBUD
Ouderenbond KBO
Ondernemingsraad Rabobank Nederland
Sustainable Asset Management (SAM) Research
Stichting Natuur en Milieu (SNM)
MVO Nederland
Triodos Bank en Dutch Sustainability Research (DSR)
Global Reporting Initiative
Vereniging Milieudefensie (MD)
Behandeling vragen en klachten Het loket voor vragen over issues is de issuemanager. Deze overlegt over het te geven antwoord met specialisten in de tweede lijn. De issue-
2. het actief deelnemen aan sectorbreed overleg, onder andere als lid van (inter)nationale rondetafelbijeenkomsten’ (zie pag. 30); 3. het waar nodig voeren van bilaterale gesprekken met de belangrijkste
manager maakt daarbij ook gebruik van een ‘kenniskaart’, die een over-
stakeholders in één sector over een bepaald MVO-issue. Dit kan zowel
zicht geeft van de specialisten voor het betreffende onderwerp binnen
op ons verzoek gebeuren als op dat van een stakeholder zelf.
de bank. Zo kan snel een adequaat antwoord gegeven worden.
Een voorbeeld zijn de bilaterale gesprekken de Rabobank Groep
Naast dit loket voor vragen is er ook een loket voor klachten over (ver-
heeft gevoerd met de NGO ‘Campagne tegen wapenhandel’ over de
meende) betrokkenheid van de Rabobank bij een concreet maatschap-
financiering van de bouw van korvetten voor de Indonesische marine.
pelijk gevoelig onderwerp in de praktijk. Deze loketfunctie wordt ver-
Behalve deze gesprekken hebben wij ook gesprekken gevoerd met
vuld door het secretariaat van de Commissie Ethiek (zie ook pag. 38).
deskundigen op het gebied van internationale betrekkingen, bewa-
Een voorbeeld van een door derden ingediende praktijkcasus is sponso-
pening en scheepsbouw (zie pag. 32).
ring van circussen met uitheemse dieren door lokale Rabobanken. Deze klacht is ingebracht door de Stichting Aap (zie pag. 33).
27
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
In dialoog met onze stakeholders
Onze stakeholdersconsultatie
Ook het Wereld Natuur Fonds behoort in principe tot deze groep rele-
Rabobank voert één keer in de drie jaar een stakeholdersconsultatie uit.
vante stakeholders, maar door onze nauwe samenwerking op dit
De consultatie bestaat uit een omvangrijk interview dat met een aantal
moment met deze organisatie is geen apart interview gehouden.
stakeholders wordt gehouden. De doelstelling van de consultatie is om
Tevens behoren politici, het ministerie van Economische Zaken, de FNV,
via deze interviews de verwachtingen, meningen en wensen van stake-
de United Nations Environment Programme Financial Initiative en de
holders in kaart te brengen, te weten:
NCDO tot onze selectie maar die worden om uiteenlopende redenen
• hun verwachting omtrent ontwikkelingen in de samenleving en
pas in 2007 geïnterviewd.
maatschappelijke vraagstukken (issues); • hun mening over het MVO-beleid (de sterke en zwakke kanten) van de Rabobank Groep;
Toetsing verwachtingen en opvattingen stakeholders aan MVO-beleid
• hun wensen ten aanzien van ons maatschappelijk jaarverslag.
Na de belangrijke eerste stap, de interviews met stakeholders, volgt de
Daarnaast geven we aan een extern onderzoeksbureau opdracht om een
tweede stap. Hierin wordt het MVO-beleid van de Rabobank Groep
enquête onder lezers van het maatschappelijk jaarverslag te houden
getoetst aan de verwachtingen en opvattingen van de geïnterviewde
(zie pag. 33).
stakeholders. Daar waar mogelijk en opportuun zullen we het beleid
Op basis van de eerdergenoemde selectiecriteria zijn uit een grotere
op een aantal punten aanpassen. We kijken daarbij allereerst naar de
groep relevante stakeholders zeventien stakeholders voor een interview
uitgesproken verwachtingen omtrent het toenemende belang van een
uitgenodigd. Hierbij is met zorg gekeken naar een balans in de verdeling
aantal genoemde - soms nieuwe - issues en ontwikkelingen (figuur 6).
over de verschillende aspecten van MVO. Die selectie heeft de in figuur 5
Vervolgens kijken we naar de opvattingen inzake ons MVO-beleid in
opgenomen organisaties opgeleverd, die inmiddels alle zijn geïnterviewd.
onze kernactiviteiten en -processen (figuur 7).
28
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
In dialoog met onze stakeholders
Figuur 6: door stakeholders genoemde issues en ontwikkelingen die voor de Rabobank Groep van belang kunnen zijn Algemene MVO-issues: belang en uitgangspunten • Het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) voor bedrijven en productketens zal verder toenemen en zal ook de performance van Rabobank Groep als financiële dienstverlener vergaand beïnvloeden, omdat duurzame ontwikkeling en MVO voor het bedrijfsleven cruciale en strategische issues worden. • De discussie over de vraag of wettelijke regels of eigen gedragsregels voor bedrijven op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (mensenrechten, degradatie van milieukwaliteit enz.) noodzakelijk zijn, zal sterk toenemen. • De afwenteling van sociale en milieuconsequenties van economische activiteiten op andere delen van de wereld komt in het centrum van de belangstelling te staan (erosie, ruimtebeslag, vermindering biodiversiteit, ontbossing, accepteren van slechte arbeidsomstandigheden, enz.) samen met het nemen van ketenverantwoordelijkheid. • Het zorgvuldig omgaan met de rechten van inheemse volkeren in relatie tot exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, zoals het winnen van olie en gas, zal de komende jaren zwaarder gaan tellen. • Bedrijven worden in hun MVO-gedrag meer afgerekend op het actief nastreven van een rechtvaardige beloning van producenten. • Bij outsourcing van werkzaamheden (ook ICT) wordt de hoogst mogelijke zorg besteed aan het toepassen van MVO-criteria. • Bij inkoop van arbeid, producten en diensten worden MVO-criteria gehanteerd. • Meer activiteiten worden ontplooid om oudere werknemers langer in dienst te houden en door opleiding en training actief aan het werk te houden. Algemene MVO-issues in de financiële sector • Van de financiële sector wordt meer aandacht gevraagd voor het vergroten van de transparantie van financiële producten en diensten en de daarin toegepaste beoordelingsprocessen. • Van de financiële sector wordt meer aandacht gevraagd voor het actief benaderen van kwetsbare groepen om hun financiële inzicht te vergroten, zeker waar het de schuldenproblematiek betreft. • Van de financiële sector wordt een bijdrage gevraagd aan nieuwe financiële issues, zoals aan het vergroten van de toegankelijkheid van financiële dienstverlening en aan de financiering van nieuwe woonconcepten. MVO-issues in productketens basisproducten en grondstoffen • De financiering van de activiteiten in de productieketens van grondstoffen en basisproducten (commodities) komt in het centrum van de belangstelling te staan, omdat er grote spanningen bestaan met MVO-beleid. • De mensenrechten bij productie en verwerking van commodities vormen een in belang toenemend MVO-issue. • De productie en het gebruik van duurzaam geproduceerd hout worden bevorderd en er wordt ketenverantwoordelijkheid voor genomen. • Duurzame landbouw wordt krachtig gestimuleerd, rekening houdend met de effecten van de landbouw en het gebruik van het platteland op biodiversiteit en verdere terugdringing van de bio-industrie. • De trend naar de productie van gezond voedsel wordt gestimuleerd. • Er is toenemende belangstelling voor beleid op het gebied van dierenwelzijn en dierproeven. MVO-issues in de energiesector • Krachtiger beleid formuleren voor het verder voorkomen en bijdragen aan het beheersbaar maken van klimaatverandering en de gevolgen daarvan. Waar mogelijk een voorhoede rol spelen. • Actiever beleid voeren op het voorkomen van broeikasgassen zoals CO2 uit verbranden van fossiele brandstoffen. • Krachtiger bijdragen aan het realiseren van een duurzame energievoorziening. • Visie en beleid ontwikkelen met betrekking tot de concurrentie tussen energieteelt en de teelten van voedingsmiddelen en het bestaan van natuurgebieden. • Beleid formuleren ten aanzien van het financieren van risicovolle technologie zoals kernenergie en actief deelnemen in de maatschappelijke discussie daaromtrent. Twee specifieke issues • Beleid ten aanzien van wapentechnologie aanscherpen en handhaven. • Beleid ontwikkelen en uitvoeren om het probleem van de financiering van bodemsanering beter te kunnen oplossen.
(bron: stakeholdersconsultatie 2006)
29
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
In dialoog met onze stakeholders
De issues die in figuur 6 zijn verwoord, kunnen in meer of mindere mate
De opvattingen van de stakeholders in figuur 7 over het door Rabobank
impact hebben op de Rabobank Groep. In een aantal gevallen is reeds
Groep gevoerde MVO-beleid betreffen vrijwel zonder uitzondering
beleid geformuleerd en heeft Rabobank een goed trackrecord. In andere
verzoeken om verdere aanscherping van bepaalde onderdelen van ons
gevallen zullen we de huidige performance tegen het licht houden en
MVO-beleid. Met veel van deze opvattingen kunnen we uit de voeten,
eventueel aanpassen.
maar niet met allemaal. Dat lichten we dan toe.
Figuur 7: enkele opvattingen van stakeholders over MVO-beleid Rabobank Groep in kernactiviteiten n.a.v. maatschappelijk jaarverslag 2005
Antwoord Rabobank Groep
MVO-beleid meer openstellen voor kritiek van buiten • Stel de Commissie Ethiek open voor externe partijen die problemen signaleren in de kernactiviteiten van
Pagina 26
Rabobank en de MVO-performance. • Maak de Commissie Ethiek naar buiten actief bekend als klachtenloket.
Pagina 26
MVO-beleid consistenter uitdragen op managementniveau • Er is nog te weinig sprake van een positieve opstelling van managers op verschillende niveaus om hun
Pagina 36, 37 en 82
mensen te enthousiasmeren voor MVO-taken. Laat het belang van MVO zien. • Neem de discrepanties weg tussen MVO-woorden en MVO-gedrag op alle niveaus in de organisatie
Pagina 36-38 en 82
(risico van imagoschade). • Opnemen van MVO-criteria in het performancemanagement is een eerste voorwaarde voor succesvol
Pagina 82
MVO-beleid. Zorg dat dit gedegen en op alle niveaus in het bedrijf gebeurt. • Geef meer informatie over de beloningsstructuur (inclusief die van RvB en RvC).
Pagina 82
MVO in kernprocessen • Processen, producten en diensten moeten over de gehele linie geloofwaardig en consistent worden
Pagina 49-65
herontworpen met een MVO-perspectief. • Vorm voor innovatieve MVO-producten vaker allianties met koplopers op MVO-gebied. Richt het perspectief
Pagina 58
meer op de MVO-issues die voor klanten van belang zijn. • MVO staat nog te los van de gehele bedrijfsvoering. Er zit te weinig tempo in de grote onderwerpen.
Pagina 49-56
Maak haast met het boeken van materiële voortgang met MVO in kredietverlening en corporate finance. • Verzorg systematische screening op MVO-onderwerpen van zakelijke en particuliere relaties die worden
Pagina 49-56
aangegaan in de kredietverlening. • Maak een systeem waardoor medewerkers sneller weten wat er in een land gebeurt aan schendingen op
Pagina 52
het gebied van MVO en mensenrechten en wie daarbij betrokken zijn. Treed vervolgens proactief op. • De aandacht voor de rol van MVO in beleggen van het eigen vermogen is te gering.
Pagina 59-60
• Voorkom dat het duurzaam belegde vermogen verder afneemt.
Pagina 60
• Robeco streeft via actieve engagementpolicy een hoger MVO-niveau na van de bedrijven waarin belegd
Pagina 59
wordt, maar de vragen van Robeco gaan in de praktijk vooral over corporate governance en minder over de andere MVO-aspecten. • In het beleggingsbeleid moeten MVO-criteria worden opgenomen en toegepast.
Pagina 59
• Maak de MVO-richtlijnen in de kredietverlening openbaar, zodat klanten ze kunnen vergelijken.
Pagina 49-56
MVO-beleid in de landbouwsector • De Rabobank zou als marktleider in de agrarische sector een meer sturende rol op zich moeten nemen,
Zie casestudie Rol Rabobank bij
met name in het stimuleren van duurzame landbouw en duurzaam ondernemen in de agrarische sector.
verduurzaming landbouw:
Dat gebeurt nu nog onvoldoende.
volgen of vooroplopen?
Vervolg zie volgende pagina
30
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
In dialoog met onze stakeholders
Figuur 7: Enkele opvattingen van stakeholders over MVO-beleid Rabobank Groep in kernactiviteiten n.a.v. maatschappelijk jaarverslag 2005
Antwoord Rabobank Groep
• Rabobank zou in 2007 heldere criteria moeten formuleren voor de beoordeling van de MVO-performance
Pagina 55
van bedrijven in de agrarische sector. • De bank moet een begin maken met rating van agrarische bedrijven in relatie met haar kredietverlening en
Pagina 54 (Brazilië)
tariefstelling.
MVO-beleid in de energiesector • De Rabobank moet zich opwerpen als dé financier van duurzame energie. • De Rabobank moet investeren in omschakeling op energiebesparing en schone energie. • De Rabobank moet laten zien dat er geen noodzaak is om (onduurzame) kerncentrales te bouwen.
Pagina 58-62 Pagina 58-62 Pagina 58-62 positionpaper klimaatbeleid
MVO-beleid betreffende kwetsbare groepen • Neem de verantwoordelijkheid om bij het leveren van financiële producten en diensten aan jongeren,
Pagina 68-70 Zie casestudie,
minima, ouderen en migranten te zorgen voor vergroting van basisvaardigheden voor financiële zelfstan-
Financieel inzicht voor
digheid. Speel een actieve rol in schuldpreventie en schuldsanering.
kwetsbare groepen
• Voer het allochtonenbeleid betreffende de werving van zowel klanten als talent met een hoger ambitieniveau.
Pagina 68
Commentaar op ons MVO-beleid in enkele specifieke situaties • Rabobank Groep zou het draagvlak voor MVO bij grotere en kleine bedrijven moeten versterken en deze
Pagina 50 en 59 (engagement)
bedrijven moeten inspireren. • Voorkom wildgroei in MVO-doelstellingen binnen de Rabobank Groep en in de verslaggeving.
Pagina 19-22
• Verstop het MVO-beleid en de kernindicatoren niet onder een berg niet-relevante informatie. Publiceer
Pagina 18
data op internet met geavanceerde zoekmogelijkheden en maak korte publicaties met een focus op
Dilemma’s zie casestudies
dilemma’s. • Zorg voor een relatie met de door Rabobank Groep als geheel nagestreefde doelen en gehanteerde MVO-
Pagina 18-22
kernprestatie-indicatoren.
Deelname aan (internationaal) overleg
2005 vastgestelde principes en criteria worden uitgeprobeerd en het
Een tweede activiteit van het multistakeholdersbeleid van de Rabobank
ontwikkelen van een geschikte verificatie- en certificeringsprocedures
Groep is deelname aan internationaal overleg. We beschouwen de inter-
voor een duurzame productieketen van palmolie.
nationale overlegbijeenkomsten als een platform voor het uitwisselen van
De RSPO heeft nog geen besluiten hierover genomen. Een besluit over
opvattingen, standpunten of ideeën over duurzaamheidsvraagstukken.
het verificatieprotocol is verschoven naar medio 2007.
Ook is zo’n bijeenkomst geschikt voor het starten van bilaterale initiatieven. We zijn lid van organisaties die het algemene belang van duurzame
De Rabobank Groep past de in 2005 vastgestelde RSPO-principes en
ontwikkeling dienen, zoals de Global Reporting Initiative en UNEP FI.
criteria samen met haar eigen palmoliecode toe bij de beoordeling van
Verder hechten we vooral veel waarde aan bijeenkomsten die gericht
klanten met palmolieplantages. Daarnaast is de Rabobank bezig met de
zijn op het oplossen van duurzaamheidsvraagstukken in de productie-
ontwikkeling van een ‘Rabobank Palm Oil Supply Chain Policy’. Dit is ons
ketens van sectoren waarin we als financier duidelijk zichtbaar zijn.
geactualiseerde sectorbeleid gericht op verduurzaming van de pal-
Daarom nemen we ook deel aan the Round Table on Sustainable Palm
moliesector. Hierin proberen we de RSPO-richtlijnen te verbinden met
Oil (RSPO), the Round Table on Responsible Soy (RTRS) en de rondetafel-
onze palmoliecode.
gesprekken en werkgroepen van Amnesty International.
We hebben enkele NGO’s (Oxfam Novib, Milieudefensie en WWF) uitgenodigd om commentaar te leveren op een conceptversie van het beleid
Round Table on Sustainable Palmoil (RSPO)
en de daarbij behorende ‘issuelijst’ die inzoomt op palmolie-issues van
De Rabobank is al vanaf het begin in 2003 deelnemer aan de RSPO. In
dit beleid. In februari 2007 vond een bijeenkomst met Oxfam Novib en
november 2006 vond de vierde RSPO in Singapore plaats. Bij de RSPO
Milieudefensie plaats, waarin zij hun mening op ons palmoliebeleid
2006 lag de nadruk op de voortgang van pilots waarin de door de RSPO
gaven. In de eerste helft van 2007 worden ook onze buitenlandse
31
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
In dialoog met onze stakeholders
Rabobankkantoren geconsulteerd. Daarna krijgt de raad van bestuur van de Rabobank Groep het palmoliebeleid definitief ter goedkeuring voorgelegd (zie ook pag. 32 en de casestudie Bio-energie: kans of risico?). Round Table on Responsible Soy (RTRS) Eind augustus 2006 vond in Asunción, hoofdstad van Paraguay, voor de tweede keer the Round Table on Responsible Soy plaats, waaraan producenten, handelaren en retailers, banken en NGO’s deelnamen. De deelnemers aan de RTRS zijn overeengekomen een set van negen principes te hanteren. Deze principes omvatten onderwerpen als infrastructurele investeringen, naleving van arbeidswetten en milieuwetten, bescherming van waardevolle bossen en biodiversiteit en het verantwoorde gebruik van bestrijdingsmiddelen. In oktober is de RTRS formeel opgericht. De Rabobank wordt in 2007 lid van de RTRS. Ook hebben we kenbaar gemaakt deel te gaan nemen aan de werkgroep die de principes verder in duurzaamheidscriteria uitwerkt. Dat zal in 2007 en 2008 zijn beslag krijgen. Zie ook de casestudie Duurzame sojaketen: ode aan de koning der bonen. Lidmaatschap stakeholderscouncil MSC In juni 2006 benaderde de Marine Stewardship Council (MSC) de Rabobank voor een gesprek. MSC wilde met ons samenwerken, omdat we uitgebreide kennis hebben van internationale landbouw en visserij. Het gesprek heeft ertoe geleid dat de MSC de Rabobank zeer waarschijnlijk uitnodigt om als eerste financiële instelling lid te worden van zijn stakeholdersraad. Lid van deze raad zijn ook wetenschappers met een maritieme achtergrond, NGO’s, producenten, tussenhandel en retailers. De raad geeft het bestuur van MSC ook adviezen over het certificeren van visserijsectoren. We zijn als lid gevraagd mede vanwege onze kennis van en financiële betrokkenheid bij viskweekbedrijven (aquacultuur). Dit wordt voor MSC een nieuw aandachtsgebied. In dialoog over mensenrechten De Rabobank hecht veel waarde aan het respecteren van mensenrechten door het bedrijfsleven. Sinds enkele jaren nemen we met andere bedrijven deel aan initiatieven van Amnesty International om meer grip te krijgen op dit weerbarstige onderwerp. Zo zijn we sinds 1996 actief in de rondetafelbijeenkomsten van Amnesty International over specifieke onderwerpen. In 2006 waren de thema’s van de twee rondetafelbijeenkomsten: zakendoen in conflictgebieden en dilemma’s bij het zakendoen in landen die het niet zo nauw nemen met mensenrechten. Binnen de rondetafelstructuur van Amnesty International neemt de Rabobank deel aan verschillende werkgroepen. Deze werkgroepen hebben tot doel om voor bedrijven handleidingen op te stellen over mensenrechtenthema’s als discriminatie (2006), gedwongen arbeid en vrijheid van (vak)vereniging. In 2007 zal de Rabobank deelnemen aan de nieuw in te stellen werkgroep over kinderarbeid.
Onze managementbenadering van mensenrechten Het waarborgen en naleven van mensenrechten is één van de universiële principes waar de Rabobank Groep zeer veel waarde aan hecht. Om de risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten dat we in onze dienstverlening aan klanten betrokken raken bij overtredingen van mensenrechten, is een heldere interpretatie nodig van wat onder mensenrechten wordt verstaan. We hebben om die reden in 2006 een voorstel gemaakt om onze gedragslijn Mensenrechten uit 2001 meer toe te spitsen op specifieke onderwerpen die we in onze (internationale) financiële dienstverlening tegenkomen en waarop een bank enige invloed zou kunnen uitoefenen: 1. discriminatie van werknemers (incl. vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen), 2. slechte arbeidsomstandigheden, 3. kinderarbeid, 4. gedwongen arbeid en 5. schending rechten van inheemse bevolkingsgroepen. In het voorstel zijn voor deze vijf thema’s gedragslijnen opgesteld, aan de hand van verscheidene richtlijnen die door de Rabobank zijn onderschreven, zoals de eerste 14 artikelen van de (ontwerp-)VN normen voor het bedrijfsleven, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de conventies van de International Labour Organisation (ILO). De verbijzondering van de gedragslijn Mensenrechten uit 2001 heeft niet alleen betrekking op het handelen van de Rabobank zelf (inclusief de omgang met het eigen personeel), maar vooral ook op het handelen van onze (toekomstige) zakelijke relaties: afnemers van financiële producten en toeleveranciers. Van klanten mag verwacht worden dat ze deze of vergelijkbare richtlijnen onderschrijven en in overeenstemming daarmee handelen. Een conceptversie van de ‘verbijzonderde gedragslijn Mensenrechten’ van de Rabobank Groep is ter becommentariering aan Amesty International voorgelegd. Voorts is het advocatenkantoor Pels Rijcken & Drooglever Fortuijn (dat voor de Nederlandse Staat optreedt als Landsadvocaat en daardoorruime ervaring heeft met vraagstukken in de publieke sector en met mensenrechtenthema’s) gevraagd om de vijf mensenrechtenrichtlijnen op hun merites te beoordelen. Definitieve besluitvorming over de verbijzondering van onze gedragslijn vindt medio 2007 plaats. De verbijzonderde gedragslijn vormt een integraal onderdeel van de MVO-check in de klant- en kredietbeoordeling. We implementeren de gedragslijn in 2007 gelijktijdig met de MVO-check. Zie ook de casestudie ‘Financiële dienstverlening met oog voor mensenrechten’.
32
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
In dialoog met onze stakeholders
Bilateraal overleg over issues in 2006
Hoog op het verlanglijstje van Milieudefensie stond ook een klachten-
Naast de stakeholdersconsultatie en de deelname in gestructureerd
procedure die moet regelen hoe de bank klachten en vragen van NGO’s
overleg zoals de rondetafelbijeenkomsten is er een derde activiteit van
afhandelt. Voor dit laatste hebben we in 2006 een systeem bedacht
ons multistakeholdersbeleid. De Rabobank Groep voert ook ieder jaar
(zie pag. 26) en het merendeel van de overige wensen hebben we
met verscheidene stakeholders bilaterale gesprekken over specifieke
opgenomen in ons geactualiseerde palmoliebeleid.
issues. Soms nodigen we een of meer stakeholders uit en soms worden wij door stakeholders aangesproken op ons gedrag in bepaalde situaties.
Overleg klimaatbeleid Rabobank
In 2006 waren dat Nederlandse sojacoalitie, Milieudefensie, Campagne
Naar aanleiding van het rapport ‘Investing in climate change: the role of
tegen Wapenhandel en Stichting Aap.
Dutch banks’ dat het onderzoeksbureau Dutch Sustainability Research (DSR) in opdracht van Milieudefensie heeft opgesteld, hebben we met
Financiering Rabobank sojaketen en druk op Amazone
Milieudefensie drie gesprekken gevoerd over ons klimaatbeleid.
Het onderwerp mensenrechten neemt een belangrijke plaats in in het
Ons eerste gesprek met Milieudefensie in juni 2006, waarbij ook DSR
sociale beleid en het milieubeleid van Rabobank Brazilië. Enkele criteria
aanwezig was, ging met name over de uitkomsten van het rapport
in dit beleid zijn mensenrechtenthema’s als vrijheid van vergaderen en
waaruit bleek dat Rabobank achterbleef bij andere banken. Het resultaat
vereniging, uitbanning van kinderarbeid, afschaffen van gedwongen
van dat gesprek was de afspraak voor een tweede gesprek over weder-
arbeid en uitbanning van discriminatie op de werkvloer. De filosofie van
zijdse verwachtingen omtrent de aanpak van de klimaatproblematiek
het beleid is er vooral op gericht om klanten te ondersteunen op hun
en uitstoot van broeikasgassen.
weg naar een duurzamere bedrijfsvoering. Gelet op de tegenstrijdige
De uitkomst van ons tweede gesprek met Milieudefensie, dat in
visies over de aanpak van de in rap tempo voortschrijdende ontbossing
september plaatsvond, was dat Rabobank de al bestaande beleidsdoel-
van het Amazonegebied heeft Rabobank Brazilië ervoor gekozen om
stellingen en activiteiten op klimaatgebied expliciet in een position
vooralsnog een moratorium van vijf jaar voor boerenbedrijven in het
paper zou verwoorden. Ook werd de afspraak gemaakt om een gesprek
Amazonegebied te hanteren.
te voeren over de indirecte effecten van de kredietverlening van de
Rabobank Brazilië heeft het sociale beleid en het milieubeleid uitvoerig
Rabobank in sectoren.
besproken met verscheidene Braziliaanse NGO’s en in 2006 ook met de
Deze indirecte effecten kwamen aan de orde in ons derde gesprek met
Nederlandse sojacoalitie, waarin twaalf NGO’s samenwerken. Aanleiding
Milieudefensie, in december 2006, evenals de conceptversie van de
voor deze laatste consultatie met de sojacoalitie was een brief van de
position paper klimaatbeleid. Vanuit de Rabobank namen specialisten
coalitie waarin zij haar bezorgdheid uitsprak over de betrokkenheid van
op het gebied van klimaatbeleid en MVO aan het gesprek deel, evenals
de Rabobank in de sojaketen en de gevolgen voor de Braziliaanse
drie functionarissen die verantwoordelijk zijn voor grootzakelijke klanten
Amazone en Cerado (savanne). De coalitie gaf aan dat het hier niet
in Nederland. De uitkomst van de gesprekken is het inzicht dat de
alleen om de problematiek van ontbossing gaat, maar ook om de
Rabobank weliswaar al heel veel doet, hetgeen nu zichtbaar is gemaakt
milieu- en arbeidsomstandigheden op de sojaplantages, de positie van
in het position paper klimaatbeleid, maar dat er nog veel voortgang
inheemse volken en de rol die de Rabobank als financier speelt in de
gemaakt kan worden. De nadruk ligt op het inzichtelijk maken van de
gehele sojaketen.
impact van de financiële dienstverlening op de broeikasgasemissies
Het sociale en milieubeleid van Rabobank Brazilië dat tot stand is
van klanten in de sectoren waarin we actief zijn. Daarnaast gaf
gekomen op basis van de constructieve dialoog tussen Rabobank
Milieudefensie aan dat we in ons klimaatbeleid ook onze meerjaren-
Brazilië en de NGO’s is inmiddels in juni 2006 door de Managing Board
doelstellingen transparanter zouden moeten formuleren. We hebben
van Rabobank International goedgekeurd. Begin 2007 gaf de manager
aangegeven dat we beide adviezen in 2007 intern zullen voorbereiden
CSR van Rabobank Brazilië een presentatie aan acht NGO’s over de
en de voorstellen te zijner tijd met Milieudefensie zullen bespreken.
implementatie van het MVO-beleid in de lokale bankpraktijk (zie ook pag. 53).
In dialoog met Campagne tegen Wapenhandel De stichting Campagne tegen Wapenhandel overhandigde donderdag
Overleg Milieudefensie over palmolie
27 april 2006 vijfduizend handtekeningen bij Rabobank Nederland in
In 2006 heeft de Rabobank twee keer met Milieudefensie een gesprek
Utrecht. Ook stonden actievoerders voor de tweede keer bij verschillende
gevoerd over onze financiering van palmolieplantages. Daarbij ging het
lokale Rabobanken op de stoep.
met name om de wijze waarop de Rabobank een kredietaanvraag voor
De stichting, die (Nederlandse) wapenexporten aankaart, protesteert
een palmolieplantage beoordeelt (het proces). De mening van Milieu-
tegen de financiering van de levering van vier korvetten aan de
defensie was ook dat de Rabobank de eigen palmoliecode zou moeten
Indonesische marine. Rabobank en ING zijn betrokken bij de financiering
toepassen voor de gehele productieketen, en duidelijk zou moeten
van de levering van vier korvetten die gebouwd worden door de
aangeven welke criteria voor toetsing gebruikt worden. Verder wenste
Marinewerf De Schelde in Vlissingen. Vanaf 2004 stuurt de stichting
Milieudefensie dat de bank ook na het verstrekken van de lening haar
Campagne tegen Wapenhandel hierover al brieven naar de banken.
palmolieklanten op hun gedrag zou moeten blijven monitoren.
De centrale vraag in de discussie is: zullen de schepen ingezet worden in
33
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
In dialoog met onze stakeholders
de strijd tegen piraterij en illegale visvangst, of zullen ze misbruikt worden
en beleidsbepaler. Twee politiek belangrijke onderwerpen in 2006
door een regime dat bevolkingsgroepen onderdrukt? In september
waren het wetsvoorstel van Tweede Kamerlid Ferd Crone over de
vond een vervolggesprek plaats om dieper op de materie in te gaan.
bereikbaarheid en toegankelijkheid van betaaldiensten, en de totstand-
Hieraan nam ook een onafhankelijke deskundige op het gebied van
koming van de nieuwe Gedragscode Hypothecaire Financieringen
internationale betrekkingen deel. In dat gesprek ging de voor de trans-
met regels over onder andere voorlichting aan klanten en het voorko-
acties verantwoordelijke bankier met vertegenwoordigers van
men van overkreditering en discriminatie.
Campagne tegen Wapenhandel uitgebreid in op de overwegingen van de bank om de bouw van de korvetten wel te financieren. Hoewel beide
Verwachtingen meten
partijen van mening blijven verschillen, hebben ze het gesprek als
Om continu te kunnen blijven verbeteren is het meten van meningen
constructief en waardevol ervaren. Onder andere naar aanleiding van
en verwachtingen van onze stakeholders betreffende ons MVO-beleid
deze kwestie en de behandeling in de Commissie Ethiek van het thema
van essentieel belang. Jaarlijks toetsen we ons MVO-beleid, ons maat-
‘verstrekken van krediet aan de wapenindustrie’ is ons uitgangspunt
schappelijk jaarverslag en ons duurzaamheidsimago via de enquête
hieromtrent ‘Nee, tenzij’. Dit standpunt is gebaseerd op een onderzoek van
‘Gebruikersevaluatie Maatschappelijk Jaarverslag’ en met de Rabobank
een Rabobankmedewerker dat hij in het kader van zijn MBA-opleiding
Communicatie Monitor. De enquête liet voor tevredenheid over ons
heeft uitgevoerd. De gedragslijn hierover nemen we in 2007 op in onze
maatschappelijk jaarverslag een gemiddeld rapportcijfer van 7,8
kredietverleningsprocedure.
(2005: 7,5) zien. De monitor is ons onderzoek naar de merkpositionering waarin vier stellingen over MVO zijn opgenomen. De Rabobank scoort
Rabobank aangesproken op sponsoring circussen
zowel bij particulieren als bedrijven op alle stellingen het hoogst van
met uitheemse dieren
alle Nederlandse grootbanken.
Stichting Aap heeft in een brief aan de Rabobank haar zorgen geuit over de sponsoring door enkele lokale Rabobanken van circussen die
Belang van MVO-performance voor investeerders in Rabobank
uitheemse dieren laten optreden. Volgens stichting Aap passen deze
bedrijfsobligaties
sponsoringactiviteiten niet bij ons duurzame imago. Aangezien het hier
Eind 2006 zijn vier institutionele investeerders in Rabobank bedrijfs-
om dierenwelzijn gaat, hebben we besloten deze praktijkcasus voor te
obligaties telefonisch geïnterviewd over de invloed van de MVO-
leggen aan onze Commissie Ethiek. De commissie heeft in het verleden
performance van de Rabobank op hun beslissing om in Rabobankpapier
al over verscheidene zaken op het terrein van dierenwelzijn advies uit-
te investeren. Zij gaven allen aan MVO niet als een performance-indicator
gebracht, onder andere over de financiering van foie gras en nertsen-
te zien. De belangrijkste reden hiervoor is volgens hen dat MVO niets
fokkerijen De Commissie Ethiek heeft in februari 2007 deze casus
meetbaars zegt over return on investment van de Rabobank bedrijfs-
behandeld.
obligaties. Het Rabobankpapier is vrij risicoloos (Triple A en coöperatieve structuur) voor een investeerder. Bovendien wordt het nog niet mee-
In dialoog met de overheid (MJV)
genomen in de risicomodellen die zij hanteren.
Als grootste bank in Nederland heeft de Rabobank een grote impact op de sociaaleconomische en ecologische inrichting van de samenleving, en daarmee heeft de samenleving ook impact op onze bank. Het is dan ook vanzelfsprekend dat we vaak sparren met de overheid als regelgever
Voor meer informatie
www.rabobankgroep.nl/MVO
34
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie MVO-beleid in ons bedrijf
3 Integratie MVO-beleid in ons bedrijf Het succes van ons MVO-beleid is afhankelijk van de mate waarin klanten, medewerkers en anderen er toegevoegde waarde aan kunnen ontlenen. Dat is pas goed mogelijk als het duurzaamheidsdenken een rol speelt bij beslissingen op alle niveaus in alle bedrijfsprocessen. In 2006 heeft de Rabobank Groep daartoe een stevige aanzet gegeven. In dit hoofdstuk Onze managementbenadering integratie van MVO in rabobank groep • In de lijn vastgestelde doelstellingen MVO • MVO in beleidscyclus en monitoring • MVO in de reguliere planning- en –controlecyclus • Beoordelingen MVO in commissie RvC • Grotere bewustwording MVO bij management • Bevolgen personeel • Interne en externe richtlijnen > De organisatie van MVO (sustainable governance) • Raad van bestuur • Raad van Commissarissen • Ondernemingsraden • Directoraat MVO over ons MVO-beleid • MVO-coördinatoren • Commissie Ethiek • Issuemanagement • Planning, controle en audit Stand van zaken • Lokale Rabobanken • Rabobank Nederland • Rabobank International • Robeco • De Lage Landen • Alex • Schretlen & Co • Obvion • FGH Bank • Rabo Vastgoed
In 2006 hebben we de in 2005 ingezette beweging om MVO structureel te integreren in de kernactiviteiten en -processen van de Rabobank Groep stevig doorgezet. Op verschillende terreinen maakten we een duidelijke voortgang. Zo is MVO vrijwel geheel geïntegreerd in het algemene beleid en de bewustwording over MVO onder het seniormanagement is gestegen. MVO krijgt hoe langer hoe meer een herkenbare plaats in onze financiële mainstreamproducten en -diensten.
Onze managementbenadering van integratie van MVO in de Rabobank Groep De benadering die de Rabobank Groep heeft gekozen om de invloed van MVO op haar bedrijfsvoering te vergroten, is MVO onderdeel te laten worden van de dagelijkse financiële praktijk en de organisatiecultuur. Het vertrekpunt is in de eerste plaats geweest het geven van
>
een plek aan MVO in ons Strategisch Kader. De kansen die de verdergaande integratie de Rabobank Groep biedt, liggen vooral in: • de tijdige herkenning van medewerkers van commerciële kansen die MVO met zich mee kan brengen; • de routinematige check van financiële processen op risico’s of bedreigingen vanuit MVO-gezichtspunt. De voortgang van de integratie van MVO in onze kernprocessen mag evenwel niet stagneren, omdat dan de aandacht voor MVO niet structureel van aard wordt, maar weer langzaam wegebt. We zouden dan het risico lopen dat medewerkers geen of te weinig gevoel krijgen voor de
>
impact die MVO op onze kernprocessen en -activiteiten kan hebben, met alle gevolgen van dien. Het vergroten van de MVO-bewustwording onder onze medewerkers krijgt dan ook bijzondere aandacht.
35
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie MVO-beleid in ons bedrijf
In de lijn vastgestelde doelstellingen MVO
van MVO-beleid als ook deelname aan de MVO-monitoring. Reeds jaren
De lokale Rabobanken, Rabobank Nederland en de overige groeps-
kent de Rabobank een grote omzet in fiscaal gedreven groenobligaties
onderdelen hebben voor 2006 minimaal twee eigen doelstellingen
en groene leningen. Op het totaal van onze portfolio levert deze omzet
bepaald op het gebied van MVO. Zie voor de belangrijkste beleids-
echter een beperkte bijdrage. Ons beleid is erop gericht MVO een plaats
aspecten in figuur 8. Voor het succesvol behalen van de geformuleerde
te geven in de gangbare financiële producten. Het gaat om zaken als
doelstellingen is het van belang dat de directie van de lokale eenheden
transparantie, zorgplicht, ethiek en duurzaamheid. Zie voor uitgebreide
hiervoor de eigen verantwoordelijkheid neemt.
informatie het hoofdstuk ‘Waardecreatie voor onze klanten’.
Voor een goede uitvoering van deze doelstellingen en de coördinatie van het lokale MVO-beleid zijn MVO-coördinatoren aangesteld bij alle
Integratie per groepsonderdeel: resultaten 2006 in één blik gevangen
groepseenheden en bij ongeveer 90% van de lokale Rabobanken. Het
De rapportages over de MVO-doelstellingen en de interne MVO-
gaat hierbij om ruim 200 functionarissen in binnen- en buitenland.
monitoring 2006 geven het beeld hieronder van de mate waarin enkele
Vanaf 2006 zijn voor hen ook opleidingsprogramma’s beschikbaar.
MVO beleidsaspecten geïntegreerd zijn bij groepsonderdelen en lokale Rabobanken. Uit de tabel is op te maken dat de integratie van MVO in
Hoge dekkingsgraad MVO in beleidscyclus en monitoring
2006 in de lijn goed is gevorderd binnen de gehele Rabobank Groep.
78% van de lokale banken heeft MVO in de beleidscyclus opgenomen
Het betreft zowel beleid als de primaire functie, namelijk de financiële
en 80% past MVO-monitoring toe, beide een toename in vergelijking
dienstverlening, evenals facilitaire diensten, zoals inkoop. Verder verdient
met het voorgaande jaar. 6% van de lokale Rabobanken stelt wel doel-
in de beoordeling van medewerkers de integratie van de gedragscode
stellingen vast, maar geeft geen gegevens door over de voortgang.
nog aandacht. Het komende jaar (2007) zal hiervan in het teken staan.
Bij 100% van de overige groepsonderdelen en dochters is zowel sprake
Figuur 8: aanpak van beleidsaspecten binnen onze organisatie Bedrijfsonderdelen
Rabobank Nederland (5.892)
Rabobank International (6.735) 12
Lokale Rabobanken (33.987) 13
Robeco (1.619)
De Lage Landen (4.327)
Schretlen & Co (281)
Obvion (208)
FGH Bank (288)
Rabo Vastgoed (137)
Alex (215)
Aantallen fte’s
Verankering MVO in beleidsdocumenten
Aanwezigheid MVO-coördinator
Concrete doelstellingen in jaarplan 2006
Integratie gedragscode in beoordeling/introductie medewerkers
Actieve toetsing naleving gedragscodes (middels compliance, audits e.d.)
Vertaling van MVO-doelen naar het performancemanagement van de leiding Duurzaam inkoop beleid doelstelling geheel verwezenlijkt
doelstelling gedeeltelijk verwezenlijkt
doelstelling niet verwezenlijkt
12. Corporate Clients Nederland staat niet meer in de tabel, want deze eenheid is een onderdeel geworden van Rabobank International. 13. Deze informatie heeft betrekking op 80% van de lokale Rabobanken.
36
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie MVO-beleid in ons bedrijf
Bas Rüter, Triodos Bank en Dutch Sustainability Research “Rabobank zou voor innovatieve MVO-producten vaker allianties kunnen vormen met geloofwaardige koplopers op MVO-gebied. Triodos Bank ziet Rabobank als een van de natuurlijke partners. Gedoog in de eigen organisatie daarnaast niet langer dat medewerkers MVO bagatelliseren en die houding uitstralen naar collega’s of naar buiten, maak haast met het boeken van daadwerkelijke materiële voortgang met MVO in de eigen processen van kredietverlening, corporate finance en beleggen. Neem de discrepanties weg tussen woorden over MVO enerzijds en gedrag op alle niveaus in de Rabobankorganisatie. Communiceer zodra deze zaken zijn geregeld met een communicatiecampagne vanuit de Rabobank Groep en met corporate afzenders uit de raad van bestuur en de raad van commissarissen. Laat zien dat zij dit MVO-beleid ondersteunen en uitdragen in alle activiteiten. Moeilijk te herstellen imagoschade en afbreuk aan de geloofwaardigheid liggen voor de Rabobank Groep op de loer.” Bron: stakholderconsultatie 2006
MVO in de reguliere planning-en-controlcyclus
Grotere bewustwording MVO bij senior management
Naast de doelstelling ‘Integratie van MVO in de kernactiviteiten’ besloot
Diverse bijeenkomsten met eindverantwoordelijken van alle bedrijfs-
de raad van bestuur in 2005 ook om MVO te integreren in de beleids-
onderdelen en lokale banken hebben geleid tot een beter besef bij
cyclus. Hiermee willen we bereiken dat onze MVO-performance - ook
deze eindverantwoordelijken van de betekenis van MVO voor de eigen
mondiaal gezien - van topniveau blijft. De groepsonderdelen hebben
onderneming en voor de samenleving waarin we opereren. We meten
hun geformuleerde MVO-doelstellingen opgenomen in de reguliere
dat onder meer af aan de reacties op een aantal stellingen. Zo gaven
jaarplanning 2006. De rapportages over de mate waarin zij deze doel-
bijvoorbeeld tijdens een speciale MVO-conferentie 170 directeuren van
stellingen realiseren, zijn in 2006 geïntegreerd in de management-
de Rabobank Groep de volgende reactie op stellingen:
rapportage aan de raad van bestuur. Het bestuur ontvangt deze infor-
• 84% was het oneens met de stelling dat MVO geen geld oplevert
matie over de voortgang op kwartaalbasis en kan zonodig bijsturen. De MVO-informatie is onderdeel van de integrale kwartaalrapportage over de gang van zaken in de Rabobank Groep. De raad van bestuur bespreekt deze rapportage in gecomprimeerde vorm met de raad van commissarissen. Rabobank Nederland koppelt de voortgang op de MVO-doelstellingen terug aan de afzonderlijke groepsonderdelen in de vorm van jaarlijkse
voor ondernemers; • 82% stemde tegen de stelling dat MVO niets toevoegt aan de manier waarop de Rabobank als coöperatie bankiert; • 87% vond dat je alleen met diversiteit bij klanten en medewerkers MVO-marktleider kunt worden; • 84% van de aanwezige directeuren zei zijn MVO-coördinator actief te steunen.
MVO-themaraportages op maat. In 2006 was het voor het eerst verplicht voor het executive kader van Rabobank Nederland en de groeps-
Bevlogen personeel
onderdelen (exclusief kaderleden van lokale Rabobanken) om minimaal
Veel medewerkers zijn dagelijks bezig met commerciële activiteiten en
één MVO-doelstelling op te nemen in hun performance management
voor hen kan MVO alleen maar een succesformule worden als het een
(zie ook pag. 82).
vanzelfsprekend onderdeel uitmaakt van hun financiële dienstverlening aan klanten en als die financiële dienstverlening voldoende oplevert.
Wijziging corporate governance: beoordeling MVO in commissie RvC
Als zij zich bewust worden van wat MVO kan opleveren, zullen ze er
In 2006 is de corporate governance van de Rabobank Groep iets aan-
heden van MVO. Daarbij valt te denken aan nieuwe producten en dien-
gepast. De aanpassing betreft de structurele beoordeling van de MVO-
sten die een oplossing vormen voor sociale of milieuproblemen, de
performance van de Rabobank Groep door de Commissie Coöperatieve
directe en indirecte effecten van de dienstverlening voor klanten in
Aangelegenheden en MVO van de raad van commissarissen (zie pag. 37).
specifieke sectoren of nieuwe vormen van duurzaam beleggen.
Meer over corporate governance.
nadrukkelijker mee bezig zijn en zullen ze nadenken over de mogelijk-
37
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
De ‘nulmeting MVO’ onder personeelsleden die eind 2005 plaatsvond, toonde aan dat onze medewerkers voor de Rabobank als werkgever kozen vanwege ons menselijke karakter (een ‘mensenbank’). Om die
Integratie MVO-beleid in ons bedrijf
De organisatie van MVO (sustainable governance)
reden vinden ze het vanzelfsprekend dat de Rabobank een hoog MVO-
Het proces van beleidsvorming van MVO is verankerd binnen alle
profiel heeft en ze zijn daar trots op. Tegelijkertijd liet de nulmeting zien
relevante bestuurlijke organen, lijn- en stafonderdelen van de groeps-
dat medewerkers MVO nog te weinig als een integraal onderdeel van
onderdelen en lokale banken. Dit proces staat overzichtelijk beschreven
hun dagelijkse werk ervaren. Zie ook het hoofdstuk ‘Onze Medewerkers’
in figuur 9.
op pag. 79. Als respons hierop hebben we in 2006 een communicatie-
Hieronder wordt kort ingegaan op nieuwe ontwikkelingen in taken
programma over MVO voor medewerkers gemaakt en uitgevoerd, dat
en verantwoordelijkheden die zich in 2006 bij de bedrijfsonderdelen
onder andere uit de volgende activiteiten bestond.
hebben voorgedaan.
• Werkconferenties voor MVO-coördinatoren. • Introductie van een e-learingmodule over MVO voor leidinggevenden, commerciële functies en MVO-coördinatoren (zie ook pag. 85). • Het MVO-bewustwordingsspel ‘Spel van Winst en Waarden’, in 2006 door medewerkers in groepen van 10-80 personen gespeeld.
Raad van bestuur De directeur van het Directoraat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (DMVO) rapporteert aan de portefeuillehouder MVO in de raad van bestuur (RvB). In 2006 is in de RvB onder meer uitgebreid
• MVO als thema in introductieprogramma van trainees (zie pag. 85).
gesproken over de verdere integratie van MVO in het kredietproces en
• Introductie van een MVO-toolkit met basisinformatie, waaronder de
over de samenwerking met het Wereld Natuur Fonds inzake de credit-
Gedragscode. Ook is een toolkit ontwikkeld voor lokale Rabobanken
card met klimaatcompensatie voor leden (zie pag. 58). Verder heeft
over culturele diversiteit.
het bestuur de jaarplannen van de groepsonderdelen met de daarin
• Een overzicht van zo’n 30 praktijkvoorbeelden van MVO-activiteiten bij
opgenomen MVO-doelen besproken. De betrokkenheid van de raad
lokale Rabobanken en groepsonderdelen op het intranet. Een selectie
van bestuur met MVO kwam ook tot uiting door de interne MVO-
is ook op de website van de Rabobank Groep te vinden.
directeurenconferentie een keynote te geven.
• De Lage Landen, Robeco en de FGH Bank hebben aan medewerkers
In het bepalen van de kwalificaties en expertise van de (kandidaat)leden
uitleg gegeven over de betekenis van de Gedragscode voor het
van de raad van bestuur voor het sturen van de strategie van de organi-
dagelijkse werk.
satie omtrent economische, milieugerelateerde en sociale onderwerpen
Om het effect van bovenstaande activiteiten te toetsen is er begin
vinden de volgende activiteiten plaats:
2007 een 1-meting uitgevoerd. De conclusies uit deze 1-meting zijn
- de kwalificaties zijn is opgenomen in de profielschets van individuele
bemoedigend. De bekendheid van het begrip MVO is toegenomen,
leden en worden bezien in de totale samenstelling van de raad van
in het bijzonder bij directie en management van lokale banken. Verder
bestuur (complementariteit);
staan medewekers positief tegenover het huidige MVO-beleid van de Rabobank. Vooral de maatschappelijke betrokkenheid en milieubewust werken worden gezien als sterke punten. De belangrijkste verbeterpunt is het concretisering van MVO bij niet-leidinggevenden. Het begrip is
- de raad van commissarissen spreekt met de kandidaten onder andere over de te volgen strategie van de Rabobank in relatie tot economische, milieugerelateerde en sociale onderwerpen; - de vertrouwenscommissie van de ondernemingsraad van Rabobank
binnen deze groep nog abstract en moeilijk te relateren aan de dagelijkse
Nederland en GOR AB behandelen deze onderwerpen in hun
werkzaamheden.
(selectie)gesprek met kandidaten en brengen daar advies over uit aan de raad van commissarissen.
Interne en externe richtlijnen
Meer over raad van bestuur en MVO
We hebben nadrukkelijk een aantal externe richtlijnen op het gebied van MVO onderschreven en eigen interne gedragscodes en statements
Raad van commissarissen
opgesteld om optimaal vorm te kunnen geven aan ons MVO-beleid.
MVO-onderwerpen komen ook met regelmaat aan de orde binnen de
Meer over in- en externe codes.
raad van commissarissen. In 2006 is besloten de adviesrol van de raad
De basis voor alle afgeleide interne gedragscodes is de Gedragscode
van commissarissen omtrent MVO aanzienlijk uit te breiden. In de
van de Rabobank Groep. Audit Rabobank Groep constateerde in 2005
Commissie Coöperatieve Aangelegenheden heeft het onderwerp MVO
dat medewerkers nog weinig gevoel hebben voor deze codes. Om hier
een formele positie gekregen. Die commissie heet nu ‘Coöperatieve
iets aan te doen, hebben we in 2006 een speciale werkgroep in het
Aangelegenheden en MVO’. Vanaf 2007 komt MVO driemaal per jaar op
leven geroepen voor het creëren van meer kennis over en steun voor
de agenda van de commissie, waarbij zij zowel terugkijkt op behaalde
de Gedragscode binnen de Rabobank Groep. Een van de maatregelen
resultaten als vooruitblikt naar het volgende jaar. Meer over raad van
is de Gedragscode te integreren in bestaande en nieuwe opleidingen.
commissarissen. Ook heeft een lid van de raad van commissarissen zich
Ook monitoren we onze afgeleide interne gedragscodes op actualiteit.
op een conferentie te Singapore tijdens de jaarlijkse IMF- en Wereld-
In 2006 zijn we gestart met het aanpassen van de code Mensenrechten
bankvergaderingen nadrukkelijk uitgesproken over de voor- en nadelen
(zie pag. 31) en het samenbrengen van onze palmoliecode met ons
van het gebruik van de landbouwgewassen voor de productie van bio-
palmoliesectorbeleid (zie pag. 31 en 32).
brandstoffen en/of voeding: ‘Biomass for food or fuel: is there a dilemma?’
38
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie MVO-beleid in ons bedrijf
Figuur 9: organisatie MVO-beleid in de Rabobank Groep
Raad van Commissarissen
Ondernemingsraden
Raad van Bestuur Control Rabobank Groep
Commissie Ethiek
Audit Rabobank Groep
Directoraat Toezicht
Centrale Kringvergadering
Directoraat MVO
Verantwoording Beleid en strategie Ondersteuning Rapportage
Groepsonderdeel (business Unit)
Groepsonderdeel (business Unit)
188 lokale Rabobanken
Gegevensverzameling voor planning en control Controle kwaliteit en betrouwbaarheid gegevens Toezicht naleving op codes
Ondernemingsraden
ten. Dit dient te gebeuren met concrete acties. Ook heeft de GOR AB de
Om zich beter te kunnen oriënteren op MVO, hebben vertegenwoordi-
ondernemingsraden gevraagd erop toe te zien dat – in het kader van
gers van de medezeggenschapsorganen in 2006 deelgenomen aan de
de verdere realisatie van MVO – het lokale management minimaal twee
MVO-werkconferenties voor lokale banken. Tijdens deze conferenties is
van de vier doelen voor 2007 kiest, zoals die vermeld staan in het
stilgestaan bij de vraag op welke wijze de MVO-ambities zijn waar te
Jaarplan Aangesloten Bankbedrijf 2007. Meer over ondernemingsraden.
maken in de dagelijkse bankpraktijk. Ook in hun eigen overleg en in het overleg met de bestuurder hebben
Directoraat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
de medezeggenschapsorganen MVO aan de orde gesteld.
In 2006 heeft het Directoraat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
De ondernemingsraad van Rabobank Nederland heeft in 2006 aandacht
(DMVO) extra aandacht gegeven aan de ondersteuning van de lokale
besteed aan de MVO-doelstellingen van de directoraten van Rabobank
Rabobanken door het houden van workshops en het ontwikkelen van
Nederland.
een MVO-toolkit. Daarnaast heeft het directoraat bij groepsonderdelen
Een vertegenwoordiger van de ondernemingsraad van Rabobank
extra aandacht gevraagd voor onderwerpen als: energiemanagement,
Nederland is geïnterviewd in het kader van de stakeholdersconsultatie
duurzaam bouwen, de monitoring van groepsonderdelen en lokale
die we in 2006 hebben gehouden (zie pag. 26-30). Hieruit kwam duidelijk
Rabobanken en de integratie van MVO in het kredietproces.
naar voren dat de ondernemingsraad van Rabobank Nederland sterker
Meer informatie over DMVO.
betrokken wil worden bij MVO-vraagstukken. In 2007 zal hieraan verder invulling gegeven worden.
MVO-coördinatoren Elke entiteit van de Rabobank Groep en 90% van alle lokale Rabobanken
Oproep GOR AB voor MVO
beschikken over een MVO-coördinator voor de coördinatie van de
De Groepsondernemingsraad Aangesloten Banken (GOR AB) heeft de
implementatie van MVO binnen het bedrijfsonderdeel. De coördinato-
ondernemingsraden van de lokale Rabobanken opgeroepen het thema
ren hebben in 2006 deel kunnen nemen aan een professionaliserings-
MVO op de agenda te plaatsen van het overleg met de bestuurder van
programma. In zes werkconferenties, via e-learning én met een MVO-
hun lokale bank. Het verzoek aan de ondernemingsraden is erop toe te
toolkit hebben circa tweehonderd coördinatoren kennis en vaardighe-
zien dat bij de lokale Rabobanken MVO goed geïntegreerd wordt, zowel
den opgedaan om hun werk met meer diepgang en allure te kunnen
in de eigen bedrijfsvoering als in de financiële dienstverlening aan klan-
uitvoeren.
39
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie MVO-beleid in ons bedrijf
Commissie Ethiek
hebben, niet worden nagekomen. In 2006 heeft één fraude incident
De Commissie Ethiek is een raadgevend college voor de hele Rabobank
plaatsgevonden en zijn er geen andere MVO-incidenten gerapporteerd.
Groep, dat intern adviseert bij morele dilemma’s. Meer over commissie Ethiek op pag. 26.
Audit
In 2006 werden vijftien praktijkgevallen aan de commissie voorgelegd.
In 2006 heeft Audit Rabobank Groep (ARG) haar controlewerkzaamheden
De casussen varieerden van het aangaan van een klantrelatie met een
in het kader van het maatschappelijk jaarverslag uitgebreid. Als onderdeel
aanbieder van behendigheidsspelletjes op internet tot het al dan niet
hiervan controleerde ARG ook:
faciliteren van een private stamcelbank.
• de MVO-gegevens in de reguliere planning-en-controlcyclus; • de MVO-informatie die in de bestuurlijke informatie is vastgelegd;
Issuemanagement
• de administratieve organisatie van de groepsonderdelen.
Eind 2005 is de nieuwe functie van issuemanager ingesteld om meer
In de managementletter over het maatschappelijk jaarverslag 2005 van
structuur te geven aan maatschappelijke onderwerpen (issues) waar-
KPMG en ARG zijn de belangrijkste bevindingen opgenomen.
mee de Rabobank Groep te maken heeft. In 2006 is gewerkt aan het
1. De integratie van MVO-criteria in de financiële kernprocessen (vooral
ontwikkelen van beleid en procedures voor het behandelen van dergelijke
kredietverlening en leasing) moet met meer daadkracht ter hand
onderwerpen (zie hoofdstuk 2). Ook is gewerkt aan het inzichtelijk maken
genomen worden.
van maatschappelijke issues voor het kredietproces, zoals mensenrechten,
2. De focus moet gelegd worden op de belangrijkste doelstellingen en
klimaatverandering en ontbossing, die spelen in sectoren waarin de
deze dienen in het verslag te worden uitgediept, zodat het MVO-
Rabobank Groep actief is, (zie hoofdstuk 5).
beleid beter is te sturen; ook dient een overzicht te worden gegeven van doelstellingen voor de (middel)lange termijn.
Planning, control en audit De integratie van MVO in het gehele bedrijfsmanagement heeft in 2006 de nodige veranderingen meegebracht. Die veranderingen moeten uiteindelijk leiden tot de incorporatie van MVO in reguliere interne
3. De betrouwbaarheid van de informatie uit het monitoringsysteem moet nog worden verbeterd om het verificatieproces te ontlasten. 4. Dialoog met relevante stakeholders is nodig voor een voldoende materialiteit van het maatschappelijk jaarverslag.
procedures en processen. Bij dit proces is een belangrijke rol weggelegd
De auditeenheden van Robeco en De Lage landen waren in 2006
voor planning en control en audit.
bij de beoordeling van het maatschappelijk jaarverslag betrokken. Meer over audit.
Planning en control Naast de integratie van MVO in de reguliere planning-en-controlcyclus (zie pag. 36), heeft Control Rabobank Groep (CRG) in 2006 een pilot uitgevoerd over de voortgang van de realisatie van de MVO-doelstellingen bij de lokale Rabobanken. In de pilot is geconstateerd dat het veel moeite
Stand van zaken verankering MVO per groepsonderdeel De integratie van MVO in de kernprocessen en kernactiviteiten van de
kost om de juiste informatie van de lokale Rabobanken te ontvangen.
groepsonderdelen heeft verder gestalte gekregen. Hieronder een over-
CRG heeft als antwoord hierop meer regie georganiseerd voor het
zicht van de belangrijkste activiteiten in 2006.
verzamelen van informatie over MVO-prestaties bij lokale Rabobanken en groepsonderdelen. Het uiteindelijke doel van deze maatregelen is
Beleidskader lokale Rabobanken
om de impact van MVO te vergroten op beleidsoverwegingen en
78% van de lokale Rabobanken heeft concrete MVO-doelstellingen vast-
-besluiten van de groepsonderdelen. Meer over planning en control.
gesteld. Dat is een aanzienlijke toename (2005: 70%). Zij konden daarvoor kiezen uit vier voorgeselecteerde typen doelstellingen die in het
Operational-riskmanagement
beleidskader Aangesloten Bankbedrijf 14 vermeld stonden. Zie figuur 10
Een andere belangrijke MVO-gerelateerde activiteit is de rapportage aan
en het kader op pag. 40. Hoewel veel lokale Rabobanken MVO-doelstel-
de raad van bestuur over operational-riskmanagement door Group Risk
lingen hebben vastgesteld, moeten zij het beleid dat daaruit voortkomt
Management (GRM), dat net als CRG deel uitmaakt van Group Finance.
nog formeel vaststellen. Dat zal in 2007 gebeuren.
Elk kwartaal rapporteert het directoraat over de door operationeel risico
Een ander opvallend resultaat is dat 90% van de banken de rol van
ontstane incidenten en daarmee gepaard gaande verliezen. Daaronder
MVO-coördinator heeft ingevuld: een netwerk van circa 180 personen.
vallen ook risico’s en incidenten die kunnen worden aangemerkt als
De meesten van hen namen deel aan de interne werkconferenties om
MVO-incidenten. Zulke incidenten kunnen bijvoorbeeld ontstaan wan-
hun coördinatorschap te professionaliseren (zie pag. 37 en 85).
neer afspraken in convenanten en regels in codes die we onderschreven
14. Het beleidskader Aangesloten Bankbedrijf (ABB) vormt de blauwdruk voor de jaarbeleidsplannen die lokale Rabobanken elk jaar opstellen.
40
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie MVO-beleid in ons bedrijf
van het geschreven beleid bij schending in- en externe regels MVO
De MVO-doelstellingen in beleidskader Aangesloten Bankbedrijf voor 2007 waaruit lokale Rabobanken konden kiezen
door klanten is dat in 2007 MVO is opgenomen is de centrale krediet-
Doel 1. Onze bank heeft eind 2007: - de portefeuille MVO ondergebracht bij de directie en de uitvoering in handen gelegd van een MVO-coördinator; - MVO-beleid schriftelijk vastgelegd op het gebied van de financiële dienstverlening (klanten), maatschappelijke betrokkenheid (samenleving) en milieumanagement (bedrijfsvoering); - feitelijke MVO-prestaties gemonitord, vastgelegd en in- en extern gecommuniceerd; - het coöperatieve dividend gekoppeld aan de commerciële formules, Doel 2. Er zijn concrete activiteiten vastgelegd voor de medewerkers om hen aan MVO te committeren. Doel 3. X% van de medewerkers doorloopt de e-learningprogramma MVO (of een andere vorm van MVO-training) met goed gevolg. Doel 4. Toepassing van de MVO-aandachtspuntenlijst bij kredietverlening aan MKB-klanten met obligo vanaf EUR 1 mln.
Aan de hand van bovenstaande resultaten vervaardigen veel lokale
systemen en expliciet beleid op het niveau van lokale bank overbodig begint te worden. banken een eigen actieplan om de MVO prestaties te verbeteren.
Rabobank Nederland Rabobank Nederland bestaat uit stafgroepen, diensten en directoraten die allemaal intern rapporteren over MVO. In 2006 hebben ze voor het eerst eigen MVO-doelen vastgesteld en deze voor 70% gerealiseerd. Ook voor 2007 hebben ze doelen vastgesteld: deze hebben betrekking op de eigen kernactiviteiten en op het betrekken van medewerkers bij MVO. In 2006 hebben diverse entiteiten aansprekende MVO-activiteiten ondernomen. Zo hebben alle personeelsleden van het directoraat Toezicht deelgenomen aan een dilemmatraining (Meer over toezicht en compliance officers), het directoraat Fiscale en Juridische Zaken heeft een werkgroep ingesteld die de Gedragscode extra onder de aandacht van de medewerkers heeft gebracht en de collega’s van de auditgroep hebben in het kader van hun jaarlijkse ARG-dag een inventarisatie gedaan van MVO-onderwerpen binnen de Rabobank Groep. De goede MVO-voorbeelden van Groepsonderdelen zijn geïnventariseerd en op het intranet geplaatst als inspiratiebron voor de collega’s.
Figuur 10: Keuze doelstellingen lokale Rabobanken004 Doelstellingen
2005 Aantal keer gekozen
Percentage van totaal (188)
131
70%
Personeel bij MVO betrekken
82
44%
Volgen van E-Learning MVO of andere MVO-opleiding
63
34%
MVO in kredietverlening incorporeren
64
34%
MVO integreren in beleid en markt
Themarapportages lokale Rabobanken
Rabobank International
De sterke stijging van de deelname van lokale Rabobanken aan MVO-
Rabobank International zet zich in om haar MVO-beleid een onderdeel
monitoring in 2005 heeft zich in 2006 doorgezet. 80% van de lokale
van de zakelijke dienstverlening van haar kantoren te laten zijn.
banken heeft in 2006 daarvoor gegevens aangeleverd (2005: 65%).
De introductie van kwartaalrapportages over MVO heeft het bewustzijn
Evenals in 2005 ontvingen de lokale Rabobanken ook in 2006 hun MVO-
in het internationale kantorennetwerk sterk vergroot. Verschillende
themarapportage over de prestaties op het gebied van hun MVO-doelen
internationale kantoren communiceren steeds actiever over MVO.
en MVO-beleid. De themarapportages vormen voor de banken een
Ook financieren zij meer duurzame projecten (zie pag. 62). Centraal in
belangrijk middel om de eigen prestaties te kunnen vergelijken met die
de integratie van MVO bij de buitenlandse kantoren stond de toetsing
van andere lokale Rabobanken. In februari 2007 is dit opnieuw gebeurd.
van de MVO-prestaties van zakelijke relaties. Hiervoor heeft Rabobank
Onderstaand is een selectie van de vragen gesteld aan de lokale banken.
International in 2006 vergaande voorbereidingen getroffen. In Brazilië,
De scores tonen aan dat MVO een steeds promintere plaats binnen de
Azië en Nederland is met de implementatie begonnen. In 2007 zal
lokale banken begint te krijgen. Zo hebben steeds meer lokale banken
Rabobank International de toetsingsactiviteiten uitbreiden naar Noord-
een eigen MVO-beleid opgesteld. Ook beschikken bijna alle banken
Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland en de rest van Europa.
over een maatschappelijk fonds. De waarschijnlijke reden voor het dalen
41
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie MVO-beleid in ons bedrijf
Figuur 11: scores lokale Rabobanken op MVO-indicatoren (selectie)
2004
2005
2006
2005
deelname 80%
deelname 65%
MVO is ex- en impliciet opgenomen in beleidsdocumenten
69%
51%
Gedragscode actief besproken in beoordelings- en functioneringsgesprekken
28%
36%
Minimaal tweemaal per jaar medewerkers informeren over MVO-doelen en -resultaten
35%
30%
17%
20%
14% / 43% / 6%
36% / 88% / 17%
De bank beschikt over een maatschappelijk fonds
92%
72%
De bank bevordert vrijwilligerswerk van werknemers tijdens werktijd
47%
nvt
66%
52%
Beleid voor toegankelijk maken van werk voor gehandicapten
53%
30%
Beleid ter bevordering van loopbaankansen en salaris van allochtonen
55%
27%
Bank neemt deel aan het Rabobank Energieprogramma
83%
75%
Beleid aanwezig voor terugdringing automobiliteit
54%
23%
Beleid
Financiële dienstverlening Geschreven beleid bij schending in-en externe regels MVO door klanten Specifiek beleid voor financiële dienstverlening bij respectievelijk gehandicapten, ouderen en allochtonen Maatschappelijke betrokkenheid
Medewerkers Beleid ter bevordering loopbaankansen en salaris voor vrouwen
Bedrijfsvoering
Beleid aanwezig voor terugdringing lease-auto’s
48%
44%
De bank serveert Max-Havelaar koffie of koffie van Café de Origen
17%
17%
Nederland
Azië
Voor de grootzakelijke markt in Nederland zijn voor ruim dertig sectoren
In het kader van de introductie van een MVO-check in de kredietverlening
issuelijsten opgesteld. In een issuelijst staan de belangrijkste maatschap-
heeft het projectteam MVO van Rabobank International in 2006 de meeste
pelijke discussiepunten per sector beschreven die voor onze dienst-
Aziatische kantoren bezocht om de meest betrokken medewerkers
verlening aan klanten een bedreiging kunnen zijn. De lijsten zijn een
bekend te maken met de ideeën achter deze MVO-check (zie pag 53).
hulpmiddel voor de accountmanagers (zie pag. 52).
Rabo Finance India heeft veel aandacht besteed aan interne communicatie over MVO-onderwerpen. Voorbeelden zijn de implementatie van
Europa
een MVO-check, duurzame energieprojecten, maatregelen op het
Rabobank Londen, Corporate Clients (Rabobank International Nederland)
gebied van bedrijfsinterne milieuzorg, en sociale projecten, zoals een
en het directoraat MVO hebben in 2006 afspraken gemaakt met Marine
project voor kansarme straatkinderen. Zij heeft ook een vrijwilligers-
Stewardship Council (MSC) over samenwerking. Zo heeft MSC een
werkprogramma opgestart met NGO’s. Ten slotte had het jaarverslag
workshop van de relatiemanagers van de Rabobank in de seafoodsector
van Rabo India Finance MVO als thema.
bijgewoond en wordt de Rabobank in 2007 waarschijnlijk lid van de
Rabobank Hongkong heeft een opleiding over MVO voor het personeel
stakeholderscouncil van MSC.
samengesteld, en bijeenkomsten voor het personeel georganiseerd,
Rabobank Duitsland heeft voorbeelden van MVO-issues aan de orde
ook in Shanghai en Beijing. Bij Rabobank Singapore is een MVO-team
gesteld in het reguliere teamoverleg. Bij Rabobank Italië zijn kernprestatie-
opgezet dat zich vooral bezighoudt met maatschappelijke betrokkenheid.
indicatoren (KPI’s) ontwikkeld voor het senior management om MVO te
Het researchteam Food & Agri van Singapore is vooral bezig informatie
bevorderen. Rabobank Polen heeft een aantal zaken op het gebied van
te verzamelen en te verspreiden over de mogelijkheden van biobrand-
interne milieuzorg beter geregeld, en heeft de verantwoordelijkheid
stoffen en biodiesel en onderzoekt tegelijkertijd op welke wijze de bank
voor activiteiten op het gebied van MVO, bijvoorbeeld sponsoring-
op deze mogelijkheden kan inspelen.
projecten, belegd bij de MVO-coördinator.
42
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie MVO-beleid in ons bedrijf
Rabobank Tokyo heeft voor 2006 een strategie en initieel beleid opge-
Daarnaast is in 2006 voor medewerkers van Robeco een groot aantal
steld op een aantal MVO-gebieden. De MVO-activiteiten zijn met het
workshops en presentaties georganiseerd met betrekking tot compliance.
management en de ondernemingsraad besproken, waarbij de MVO-
Daarin kwamen onderwerpen aan de orde als security awareness en de
coördinator adviserend optrad. De MVO-coördinator heeft in samen-
regels ten aanzien van reclame, de financiële bijsluiter en zorgplicht.
spraak met andere Aziatische kantoren een MVO-basiscursus voor alle medewerkers ontwikkeld. In verscheidene workshops zal deze cursus in
De Lage Landen
2007 aan de medewerkers worden gegeven.
De Lage Landen (DLL) heeft een eigen gedragscode opgesteld die mede gebaseerd is op de Gedragscode van de Rabobank Groep. Voor
Zuid-Amerika
de wereldwijde implementatie van deze gedragscode heeft DLL een
Het voornaamste resultaat op het Zuid-Amerikaanse deel van het conti-
informatie- en trainingsprogramma opgesteld. De trainingen zijn ver-
nent was in 2006 de vaststelling van het sociale en het milieubeleid van
plicht en op het intranet voor alle medewerkers beschikbaar. Via intra-
Rabobank Brazilië. Het beleid bevat concrete MVO-criteria voor de
net wordt de deelname gevolgd. Alle lokale compliance officers zijn in
beoordeling van klanten. Het is totstandgekomen na uitvoerige consul-
februari 2006 bij elkaar geweest voor de start van het programma, dat
tatie van Nederlandse en Braziliaanse NGO’s (zie pag. 32 en 53).
vervolgens gefaseerd in uitvoering is genomen. De trainingsmodules
Het beleid is in juli 2006 goedgekeurd door de Managing Board van
gaan over de gedragscode, fraudebestrijding, belangenverstrengeling
Rabobank International. Rabobank Brazilië doet ook veel aan bedrijfsin-
en security awareness.
terne milieuzorg en ontwikkelt daarnaast speciale producten voor bosrestauratie en voor het verbeteren van welzijnsvoorzieningen voor
Alex
werknemers.
Alex streeft ernaar dat alle particuliere beleggers beter en zelfverzekerder hun vermogen via internet kunnen opbouwen/beheren. Dit wordt
Noord-Amerika
bereikt middels het aanbieden van een breed scala aan producten
Bij Rabobank Noord-Amerika is MVO met name gericht op investerin-
(zoals orderplatforms, koersen, marktanalysetools, risicomanagement-
gen in betaalbare huisvesting voor arbeiders in de agrarische sector en
tools, nieuws, achtergronden, columns), opleidingen (Alex Academy,
op het verbeteren van het financiële kennisniveau van deze doelgroep.
workshops, trainingen, coaching) en advisering, ook bij kleine vermogens
Hierbij wordt samengewerkt met de Federal Home Loan Bank van San
(Alex Assist). Met dit pakket probeert Alex zorgplicht te vertalen naar
Francisco’s AHP-programma. In dit programma worden subsidies
concurrentievoordelen.
gecombineerd met het geven van bancaire kredieten aan non-profitorganisaties die speciale programma’s ontwikkelen.
Schretlen & Co
AG Finance in de Verenigde Staten heeft in 2006 de nadruk gelegd op
In 2006 hebben zowel de MVO-coördinator als de verantwoordelijke
maatschappelijke projecten waaraan medewerkers deelnemen (zoals
CFO Schretlen & Co verlaten. Desondanks heeft Schretlen & Co voortgang
projecten van Habitat for Humanity, FarmLink en the Farm Bureau).
geboekt op het gebied van MVO. De facilitaire dienst is bijvoorbeeld op eigen initiatief met een voorstel gekomen om met het leaseautopark
Australië en Nieuw-Zeeland
van Schretlen & Co ‘klimaatneutraal’ te rijden (zie pag. 97). Dit is direct
Bij Rabobank Australië en Nieuw-Zeeland lag in de communicatie over
goedgekeurd en ingevoerd.
MVO in 2006 de nadruk op het geven van meer bekendheid aan de gedragscode. Daarnaast heeft het personeel dat direct is betrokken bij
Obvion
de invoering van MVO, deelgenomen aan een speciale MVO-conferentie.
In oktober 2006 heeft het managementteam van Obvion de position
Een ander aandachtspunt van Australië en Nieuw-Zeeland was de
paper MVO besproken, waarin Obvion een aantal standpunten inneemt
invoering van MVO in de bedrijfsinterne milieuzorg. Verder heeft MVO
over de rol van een hypotheekverstrekker in het licht van transparantie
een belangrijke plaats binnen het Rabobank Leadership Award.
en betrouwbaarheid. Door de grote druk op de organisatie zijn in 2006 verder weinig acties ondernomen om de MVO-kennis te vergroten.
Robeco
In de reguliere activiteiten wordt wel aandacht besteed aan MVO.
De belangrijkste ontwikkeling in 2006 was de verdere integratie van
Een voorbeeld hiervan is de introductie van de Obvion Basis hypotheek
MVO in bestaande traditionele producten en diensten. Voor het eerst
(zie pag. 59).
paste Robeco voor klanten engagement toe. Dit wil zeggen dat Robeco met een groot aantal bedrijven waarin de klant belegt actief een
FGH Bank
constructieve dialoog aangaat over corporate governance en sociale en
FGH Bank heeft in 2006 veel energie gestoken in het realiseren van de
milieugerelateerde onderwerpen (zie pag. 59). Ten tweede werd in 2006
MVO-doelstellingen. Daarbij is een duidelijke voortgang geboekt in het
beleid goedgekeurd om engagement in ontwikkelde markten op grote
integreren van MVO in de kernprocessen.
schaal toe te passen voor de retailfondsen. Dit beleid wordt vanaf
In het algemene Jaarplan 2006/2007 heeft FGH Bank uitgebreid aandacht
1 januari 2007 uitgevoerd.
besteed aan MVO. In het jaarplan staan onder andere de doelstellingen
43
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie MVO-beleid in ons bedrijf
voor het komende jaar. MVO is ook opgenomen in het Commercieel
de totale omgeving. In het concept beoordeelt Rabo Vastgoed de
Jaarplan 2007.
omgeving in al zijn verschijningsvormen: fysiek, sociaal, economisch,
De directie heeft in 2006 de uitgangspunten vastgesteld voor het finan-
cultureel, demografisch, politiek en infrastructureel (zie pag. 65).
cieren van vastgoedobjecten met een duurzaam of maatschappelijk
In samenwerking met stafdiensten van de Rabobank, waaronder Kennis
karakter. Zie ook pag. 65.
en Economisch Onderzoek en Grotetedenbeleid, beoordeelt Rabo
Het belang van MVO voor FGH Bank is ook zichtbaar in communicatie-
Vastgoed regio’s, steden en locaties op deze aspecten. De verzamelde
uitingen Onder andere via het personeelsblad krijgen medewerkers
informatie gebruikt Rabo Vastgoed vervolgens voor gebiedsontwikkeling,
regelmatig informatie over de stand van zaken op het gebied van MVO.
stedelijke herstructurering en dorpsvernieuwing. Haar meerjaren-
In introductiesessies voor nieuwe medewerkers komen niet alleen wet-
perspectief is de meest duurzame projectontwikkelaar van Nederland
en regelgeving en het personeelsbeleid aan de orde maar wordt ook
te worden.
uitgebreid aandacht besteed aan MVO-gerelateerde onderwerpen.
In 2006 heeft Rabo Vastgoed gewerkt aan de verankering van MVO in
In externe publicaties, zoals het Vastgoedbericht, geeft FGH Bank aan
de mainstreamactiviteiten. Voor de periode 2006 - 2008 is de beleids-
dat duurzaamheid voor haar van belang is. En in het reglement van de
visie Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen ontwikkeld. De focus is
FGH Vastgoedprijs 2006 is duurzaamheid als criterium opgenomen.
gericht op integratie van MVO in de kerntaken en kernprocessen van de
Ook op het gebied van de bedrijfsvoering heeft FGH Bank een aantal
onderneming. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van concepten
wijzigingen doorgevoerd. Zo is zij onder andere overgegaan op het
die tegemoetkomen aan maatschappelijke issues, bijvoorbeeld betaal-
gebruik van FSC-papier en maatschappelijk verantwoorde koffie met
bare studentenhuisvesting of waterbergingsproblematiek. Rabo Vastgoed
het Utz Kapeh-keurmerk.
draagt zorg voor de naleving van landelijke en lokale regelgeving door eigen medewerkers en bouwpartners.
Rabo Vastgoed
In 2007 geeft Rabo Vastgoed verder gestalte aan de afdeling MVO-con-
Na de overname van Bouwfonds in 2006 is de Rabobank een van de
ceptontwikkeling. Deze afdeling zal bijzondere (regionale) ontwikkelingen
grootste vastgoedontwikkelaars van Nederland geworden. Met deze
inhoudelijk ondersteunen. Het Rabo Vastgoed MVO-jaarplan 2007 zal
sterke marktpositie in Nederland staat de Rabobank de komende jaren
met een concreet activiteitenplan in belangrijke mate hierop worden
voor de opgave projectontwikkeling met de grootst mogelijke zorg-
toegespitst. Het wordt evenals in 2006 ieder kwartaal gemonitord.
vuldigheid aan te pakken. Rabo Vastgoed doet dit door gebieden op
Zie de casestudie Duurzame ontwikkeling woningmarkt
een maatschappelijk verantwoorde wijze te ontwikkelen met oog voor
Voor meer informatie
www.rabobankgroep.nl/MVO
44
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze economische prestaties
4 Onze economische prestaties Het handelen in het belang van de klant staat bij de Rabobank Groep voorop. Lokaal willen we langs innovatieve wegen meer inhoud geven aan maatschappelijk verantwoord ondernemen; elk groepsonderdeel op zijn eigen wijze in de eigen context met een op de klant gerichte oriëntatie. Daarvoor is een gezond bedrijfsresultaat essentieel. Doordat we winst toevoegen aan ons eigen vermogen, kunnen we onze dienstverlening en productaanbod verder perfectioneren. Een deel van onze winst, het zogenoemde coöperatieve dividend, keren we weer uit aan onze leden en aan de samenleving. In 2006 steeg het nettoresultaat met 13% tot EUR 2.345 (2.083 miljoen). Onze managementbenadering van de economische aspecten van onze bedrijfsvoering
In dit hoofdstuk
De afgelopen jaren is de invloed van niet-financiële indicatoren op onze economische bedrijfsvoering hoe langer hoe meer toegenomen. Hoewel de directe financiële waarde van deze indicatoren vaak moeilijk meetbaar is, hebben zij een beslissende invloed - zowel positief als
Onze managementbenadering van de econo> mische aspecten van onze bedrijfsvoering Niet-financiële indicatoren • Klantwaarde • Geldwaarde van boetes voor overtreding weten regelgeving en gedragscodes betreffende product- en service-informatie Financiering indicatoren • Financiële doelstellingen • Versterking marktleiderschap • Balansontwikkeling • Resultaatontwikkeling
negatief - op de wijze waarop onze stakeholders de Rabobank Groep waarnemen en waarderen. Zij bepalen onze reputatie als financiële dienstverlener en speler in de samenleving en beïnvloeden op die manier direct de economische prestaties en indirect het financiële resultaat van ons bedrijf. Door de niet-financiële indicatoren meer in verband te brengen met de traditionele directe financiële indicatoren hebben we meer sturingsvariabelen voor het realiseren van een gezond
>
bedrijfsresultaat met een stabiele nettowinstgroei.
Niet-financiële indicatoren Hieronder staan voorbeelden van niet-financiële indicatoren met verwijzing naar pagina’s waar ontwikkelingen en resultaten beschreven
>
staan over die indicator: • klantwaarde uitgedrukt in klanttevredenheid en klantloyaliteit geeft een duidelijke aanwijzing of we goed begrepen hebben wat de financiële
45
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze economische prestaties
behoeften van onze klanten zijn uitgedrukt in passende producten
Niet-financiële indicator Klantwaarde
en diensten. Hieronder staat deze niet-financiële indicator van onze
Klantwaarde uit zich bij de Rabobank in klanttevredenheid en klantloya-
economische prestatie uitgewerkt;
liteit. Wij meten door middel van marktonderzoeken jaarlijks hoe tevre-
• Geldwaarde van boetes voor overtreding wet- en regelgeving en gedragscodes betreffende product en service informatie. Bewust
den onze particuliere en bedrijfsklanten zijn over de Rabobank. Deze gegevens worden vergeleken met die van klanten van concurrentbanken.
volgen van regelgeving en codes en transparant informeren over producteigenschappen en servicevoorwaarden zijn voorwaarden
Klanttevredenheid particulieren
voor het realiseren van klantwaarden. Het betalen van boetes geeft
De klanttevredenheid van particulieren steeg van 7,4 naar 7,5. In 2006
aan welke verbeteringsslag daarin nog te maken is, zie pag. 46.
was een duidelijk verbeterde waardering waar te nemen voor het snel en
• productinnovatie gedreven door synergievoordelen tussen commer-
soepel oplossen van problemen, het geven van duidelijke antwoorden
ciële en maatschappelijke behoeften: een bijdrage leveren aan
en het gemak van het bankieren via internet. Wel zouden klanten graag
duurzame ontwikkeling dat ook commercieel gewin oplevert.
zien dat de Rabobank werkt aan grotere transparantie van haar kosten
Voorbeelden zijn:
en tarieven. In 2006 nam ook de klanttevredenheid onder private-
- de groenfinanciering: verbetert het milieu, is financieel voordelig
bankingklanten toe.
voor de ondernemer en commercieel interessant voor de Rabobank, pag. 62, - Robeco Clean Tech Fund: investering in schone technologie en een aantrekkelijke, maar risicovolle belegging, pag. 60, - creditcard met klimaatcompensatie bewustwording creditcard-
Klanttevredenheid agrarische klanten en klanten in MKB Onder zakelijke klanten was sprake van een licht afgenomen klanttevredenheid. In 2006 was 78% (2005: 80%) van de bedrijven zeer tevreden, 15% tevreden (2005: 11%) en 7% ontevreden (2005: 9%)
houders, stimulering klimaatvriendelijke projecten via een bancair
over de dienstverlening van de Rabobank.
kernproduct in partnerschap met Wereld Natuur Fonds, pag. 58,
De immer zeer hoge klanttevredenheid in de agrarische sector stond
- energiezuinige hypotheek met een korting op het rentetarief aan
wat onder druk. Agrarische klanten zouden graag nog meer maatwerk-
huiskopers als ze energiebewust bouwen. Op de lange termijn gaan
oplossingen zien die beter aansluiten bij hun specifieke situatie.
door de besparingen de woonlasten omlaag, hetgeen hypothecair
Bovendien is er behoefte aan een grotere transparantie ten aanzien van
voordeliger te financieren is, pag. 59.
kosten en tarieven. In het MKB-segment scoorde de Rabobank even-
• transparantie in bestuur: inzicht in verantwoordelijkheden, informatievoorziening en management van kansen en risico’s, pag. 37;
eens traditioneel hoog. Zo waardeert de MKB-klant het dat bankzaken kunnen worden afgehandeld op voor hen passende momenten.
• fraudepreventie; door het risico op fraude te minimaliseren neemt de
Daarnaast wordt de kwaliteit van het internetbankieren hoog aangesla-
kwaliteit en betrouwbaarheid (het hoogste goed voor een financiële
gen en is men positief over de accuratesse bij de afhandeling van bank-
dienstverlener) van onze bedrijfsvoering en dienstverlening toe, meer
zaken. Daarentegen geven klanten aan dat zowel accountmanagers als
over fraudepreventie;
adviseurs nog meer kennis kunnen vergaren over wat er binnen hun
• risico-identificatie en –beheersing van maatschappelijke kwesties bij
bedrijf en branche speelt.
kredietverlening, leasing en beleggen. Dit betekent enerzijds minder risico voor de Rabobank Groep en anderzijds een meer duurzame en
Stijging klantloyaliteit
- op termijn - competitieve bedrijfsvoering van onze klanten, zie pag.
Uit het onderzoek blijkt eveneens dat de klantloyaliteit hoog is en dat
49-56 en 57-64;
klanten zich sterk identificeren met hun eigen lokale Rabobank. Na een
• bancaire kennisoverdracht in ontwikkelingslanden waarbij synergie
afgenomen klantloyaliteit onder particulieren in de twee voorgaande
ontstaat tussen onze kernactiviteit bankieren en de maatschappelijke
jaren, nam deze in 2006 significant sterk toe tot zelfs het hoogste niveau
behoefte in die landen om toegang te hebben tot betaalbare financiële
van de afgelopen zes jaar. Ook bij zakelijke klanten was een stijgende
producten en diensten, zie hoofdstuk 7;
klantloyaliteit waar te nemen. Van oudsher hebben agrarische klanten
• het uitkeren van ons coöperatief dividend aan maatschappelijke
een zeer sterke binding met de Rabobank. Dit vertaalde zich ook in 2006
initiatieven die aansluiten op onze kernactiviteiten of coöperatieve
in een toegenomen hoog loyaliteitsniveau. In het MKB is de loyaliteit bij
bedrijfscultuur, pag. 77-78;
de kleinere ondernemingen significant lager dan bij grotere onderne-
• synergie tussen kostenbesparing en vermindering milieudruk door
mingen. Dit hangt deels samen met het feit dat aan grotere onderne-
onder meer duurzame mobiliteit, besparingsprogramma’s en duurzame
mingen meer op maat gesneden producten worden aangeboden, terwijl
kantoorbouw, zie hoofdstuk 10.
kleinere ondernemingen meer op standaardproducten zijn aangewezen.
46
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze economische prestaties
Geldwaarde van boetes voor overtreding regelgeving en gedragscodes product- en service-informatie
In het MKB is de Rabobank al jaren marktleider. De lokale Rabobanken
In 2006 zijn er 68 overtredingen geconstateerd van wet- en regeling
van 38% (2005: 38%). In de agrarische sector heeft de Rabobank in 2006
en gedragscodes op het gebied van product- en service-informatie
een marktaandeel van 84%.
door Robeco en De Lage Landen. De geldwaarde van de boetes die
Door de overname van Athlon is De Lage Landen de nummer twee in
Robeco en De Lage Landen voor de overtredingen betaalden, bedroeg
de Nederlandse autoleasemarkt geworden. Met de acquisitie van onder-
EUR 2,7 miljoen.
delen van Bouwfonds werd de Rabobank Groep marktleider in de markt
hebben daar volgens marktonderzoek van TNS NIPO een marktaandeel
voor projectmatige koopwoningen in Nederland. Ook verkreeg de vast-
Directe financiële indicatoren
goeddivisie met deze overname een vooraanstaande positie in vastgoedassetmanagement.
De traditionele financiële indicatoren geven inzicht in de resultaten van het gevoerde financieel economisch beleid dat de Rabobank in 2006 gevoerd heeft. Voorbeelden van indicatoren zijn de 1. financiële doelstellingen, 2. versterking marktleiderschap, 3. balansontwikkeling (waar-
Figuur 12: marktaandelen in producten
onder ontwikkeling kredietverlening, spaargelden, beheerd en bewaard
45
vermogen en eigenvermogen) en 4. resultaatontwikkeling.
40 35
Financiële doelstellingen
30
De Rabobank stuurt financieel op een drietal doelstellingen:
25
2004
• nettowinstgroei van 12%
20
2005
• tier 1-ratio van 10
15
2006
• rendement op eigen vermogen van 10%.
10
Met een nettowinstgroei van 13% overtrof de Rabobank Groep in 2006 de doelstelling van 12%. De tier 1-ratio kwam uit op 10,7 (2005: 11,6).
0 Hypotheken
Sparen
Midden-en kleinbedrijf
Dit is ruim boven de doelstelling van 10. Door de overname van Athlon en onderdelen van Bouwfonds daalde de tier 1-ratio. Het kernvermogen steeg in het verslagjaar met EUR 1,4 miljard tot EUR 26,3 (2005: 24,9)
Balansontwikkeling
miljard. Door een verdere groei van de kredietverlening namen de naar
Belangrijke ontwikkelingen op de balans zijn de groei van de krediet-
risico gewogen posten toe met 16% tot EUR 247,4 (2005: 213,9) miljard.
verlening, spaargelden, beheerd en bewaard vermogen en van ons
De Rabobank behaalde een rendement op eigen vermogen (de netto-
eigen vermogen.
winst gerelateerd aan het kernvermogen) van 9,4% (2005: 9,7%). De gewenste rendementseis is 10%.
Kredietverlening private sector +17% De kredieten aan cliënten - kredietverlening private sector, kredietverle-
Strategie: versterking marktleiderschap in Nederland
ning aan overheden, professionele effectentransacties en aanpassing
In een groot aantal sectoren binnen de financiële dienstverlening is de
kredieten als gevolg van hedgeaccounting - namen in 2006 met 17%
Rabobank Groep marktleider. We stellen marktleiderschap tot doel voor
toe tot EUR 354,9 (2005: 304,5) miljard. Het merendeel van deze stijging
het realiseren van een hoge klantwaarde. Zo slaagden zowel de lokale
had betrekking op de kredietverlening aan de private sector. Deze nam
Robanken als Obvion er in 2006 in om hun marktaandeel in de hypotheek-
in het verslagjaar met 17% toe tot EUR 324,1 (2005: 278,1) miljard, voor-
markt te versterken. Onder meer door het actieprogramma Hypotheken
namelijk door de groei van de hypothecaire kredietverlening in het bin-
steeg het marktaandeel bij de lokale Rabobanken met 1,4 procentpunt
nenland en door de sterke groei van de kredietverlening in het buitenland.
tot 20,3% (2005: 18,9%). Mede door het succes van de Obvion Basis
Het merendeel - 76% - van de kredietverlening aan de private sector is
hypotheek nam het marktaandeel van Obvion toe van 4,1% tot 5,2%.
verstrekt aan klanten in Nederland. In Europa exclusief Nederland werd
Met een marktaandeel van 25,5% (2005: 23,0%) is de Rabobank de
10% verstrekt, in Amerika 10%, in Australië en Nieuw-Zeeland 3% en in
grootste hypotheekverstrekker van Nederland.
Azië 1%. De totale private kredietverlening bestond eind 2006 voor 51%
In de Nederlandse spaarmarkt bedroeg het marktaandeel van de
uit kredieten aan particulieren, 33% werd verstrekt aan de sector handel,
Rabobank ultimo 2006 39,3% (2005: 39,4%). De economische opleving
industrie en dienstverlening en 16% aan de food & agrisector.
gaf consumenten een impuls om spaargeld vrij te maken voor extra
Van de kredietverlening aan de private sector werd 68% ofwel EUR 220,9
consumptie en investeringen in aandelen. Bij de lokale Rabobanken
(2005: 200,7) miljard verleend aan klanten van het binnenlandse retail-
namen de spaargelden toe met 4%. Hun marktaandeel steeg met 0,3
bankbedrijf. Het wholesalebankbedrijf en het internationale retailbank-
procentpunt tot 37,4% (2005: 37,1%). Bij Roparco daalde het marktaan-
bedrijf verstrekten 23% van de totale kredieten, en leasing en vastgoed
deel. Roparco had eind 2006 een marktaandeel van 1,9% (2005: 2,3%).
respectievelijk 5% en 3%. Andere groepsonderdelen verstrekten 1%.
47
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze economische prestaties
nam het vermogen toe met EUR 4 miljard. De instroom van nieuw Figuur 13: kredietverlening naar sector miljarden euro’s
vermogen droeg positief bij aan de ontwikkeling van het vermogen.
350
bij Harbor Capital Advisors - een Amerikaanse dochter van Robeco - en
In 2006 bedroeg de brutocashflow EUR 6 miljard, vooral door instroom
300
bij Robeco Asset Management. Het gunstige beursklimaat in de tweede
250
Food & agri
helft van 2006 leidde tot positieve beleggingsresultaten. Hierdoor steeg
200
HID
het vermogen met EUR 12 miljard. De daling van de dollar met 10%
150
Particulieren
deed het effect van de positieve beleggingsresultaten voor een deel
100
teniet. Het beheerde en bewaarde vermogen van klanten bestaat voor
50
44% uit aandelen, 32% is belegd in vastrentende waarden en 7% in
0
gestructureerde producten, hedgefunds en private equity. De overige 31-12-2004
31-12-2005
31-12-2006
categorieën, waaronder vastgoed, gemengde beleggingen en geldmarktbeleggingen, nemen 17% voor hun rekening.
Figuur 14: spaargelden miljarden euro’s
Figuur 15: beheerd en bewaard vermogen van klanten miljarden euro’s
100
250
90 80
Overige
200
70
Roparco
150
60
Deposito’s met vaste
100
50
looptijd
40
Rendementsrekening
30
Telesparen
20
Internetsparen
50 0 31-12-2004
31-12-2005
31-12-2006
Figuur 16: eigen vermogen miljarden euro’s
10 0 31-12-2004
31-12-2005
31-12-2006
35 30
Overige minderheids-
Spaargelden +4%
25
belangen
De toevertrouwde middelen stegen in 2006 met 16% tot EUR 215,9
20
Trust Preferred Securities
(2005: 186,4) miljard. De spaargelden maken hier een belangrijk deel
15
III t/m VI
van uit. In 2006 namen de spaargelden toe met 4% tot EUR 89,5 (2005:
10
Ledenkapitaal
86,2) miljard. Deze groei werd volledig gerealiseerd bij internetsparen,
5
waar sprake was van een toename van EUR 4,1 miljard. Mede door de
0
groei van de buitenlandse direct-bankingactiviteiten steeg het aandeel
Ingehouden winst en overige reserves 31-12-2004
31-12-2005
31-12-2006
internetspaargeld in het totale spaargeld van 46% naar 48%. Hier stond onder meer een daling van de spaargelden bij Roparco tegenover.
Eigen vermogen
Van de totale spaargelden is het merendeel - EUR 80,5 (2005: 77,7)
Het eigen vermogen van de Rabobank Groep nam in 2006 toe met
miljard - toevertrouwd aan de lokale Rabobanken. Daarnaast namen de
EUR 3,1 miljard tot EUR 29,4 (2005: 26,3) miljard. Dit vermogen bestaat
toevertrouwde middelen voornamelijk toe door een toename van de
voor 59% uit ingehouden winsten en overige reserves, 20% uit Rabobank
zakelijke termijndeposito’s en de overige toevertrouwde middelen.
Ledencertificaten, 7% uit Trust Preferred Securities III t/m VI en 14% uit
De termijndeposito’s stegen met 28% tot EUR 46,3 (2005: 36,2) miljard.
overige belangen van derden. De toevoeging van winst resulteerde in een toename van de post ingehouden winsten en overige reserves tot
Groei beheerd en bewaard vermogen
EUR 17,4 (2005: 15,5) miljard.
In 2006 nam het beheerde en bewaarde vermogen van de Rabobank Groep toe met 28% tot EUR 286 (2005: 224) miljard. Daarvan heeft
Resultaatontwikkeling
EUR 72 (2005: 68) miljard betrekking op de eigen beleggingsportefeuille
De Rabobank Groep realiseerde een nettowinststijging van 13%. Het netto-
en EUR 214 (2005: 156) miljard op beheerd en bewaard vermogen van
resultaat bedroeg in 2006 EUR 2.345 (2005: 2.083) miljoen. De totale baten
klanten. Doordat Sarasin vanaf eind 2006 wordt meegeconsolideerd,
stegen in 2006 met 7% tot EUR 10.049 (2005: 9.363) miljoen. De totale
steeg het beheerde en bewaarde vermogen met EUR 41 miljard.
bedrijfslasten namen toe met 10% tot EUR 6.887 (2005: 6.242) miljoen.
Ook door consolidatie van de Bouwfonds Asset Management-activiteiten
Van de totale kosten heeft 60% betrekking op de personeelslasten.
48
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze economische prestaties
Toename personeelskosten
Afname waardeveranderingen
Als gevolg van de grotere omvang van het personeelsbestand en door
De post waardeveranderingen nam af met 13% tot EUR 450 (2005: 517)
reguliere loonsverhogingen namen de personeelskosten toe met 6% tot
miljoen. Positieve economische ontwikkelingen en een verdere verbete-
EUR 4.117 (2005: 3.880) miljoen. Diverse overnames en de uitbreiding
ring van de kwaliteit van de leningenportefeuille hebben tot deze
van het belang in Sarasin resulteerden in een sterke groei van het
afname geleid.
personeelsbestand met circa 3.400 fte’s. Daarnaast nam de personeelsbezetting toe door autonome groei en door toegenomen regelgeving.
Daling belastingdruk
Het totale aantal medewerkers van de Rabobank Groep steeg in 2006
De in 2006 verantwoorde belasting bedraagt EUR 367 (2005: 521) miljoen.
met 11% tot 50.573 (2005: 45.580) fte’s.
Dit correspondeert met een effectieve belastingdruk van 14% tegenover 20% in dezelfde periode van 2005. De verlaging van het vennootschapsbelastingtarief in Nederland van 31,5% tot 29,6% droeg bij aan de daling van de belastingdruk.
Figuur 17: groepsresulaat Rabobank Groep
2004
2005
Resultaten (in miljoenen euro’s)
2006
2005
Mutaties
Totale baten
10.049
9.363
7%
Personeelskosten
4.117
3.880
6%
Overige bedrijfslasten
2.770
2.362
17%
Totale bedrijfslasten
6.887
6.242
10%
Waardeveranderingen
450
517
-13%
Belastingen
367
521
-30%
Nettowinst
2.345
2.083
13%
Kredietverlening private sector
324,1
278,1
17%
Spaargeld
89,5
86,2
4%
Beheerd en bewaard vermogen voor klanten
214,4
156,2
37%
Tier 1-ratio
10,7
11,6
Rendement op het eigen vermogen
9,4%
9,7%
Aantal fte’s
50.573
45.580
Omvang dienstverlening (in miljarden euro’s)
Ratio’s
Voor meer informatie
www.rabobankgroep.nl/MVO
11%
49
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
MVO in onze zakelijke kredietverleningsprocessen
5 MVO in onze zakelijke kredietverleningsprocessen Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent voor de Rabobank dat met name de zakelijke financiële dienstverlening inclusief de daarvoor relevante bedrijfsprocessen - in lijn dient te zijn met het MVO-beleid. Voor MVO in de kredietverlening hebben we in 2006 concrete voorbereidingen getroffen in de vorm van issuelijsten en beleidsdocumenten. MVO vormt vanaf februari 2007 een onderdeel van onze creditmanual en onze kredietaanvraagformulieren.
Onze managementbenadering van de integratie van MVO in kredietverlening
In dit hoofdstuk
Voor de omschrijving van wat wij onder duurzame ontwikkeling en maatschappelijk verantwoord ondernemen verstaan - zoals is verwoord in onze gedragscode – baseren wij ons op externe internationale richtlijnen (Global Compact, UNEP/FI, OECD-, ILO- en GRI-richtlijnen) die
Onze managementbenadering van MVO in de kredietverlening • Engagement: risico beperken, kansen benutten • MVO-doelstellingen en kernprestatie-indicatoren > in de kredietverlening MVO in de zakelijke dienstverlening • MVO-richtlijnen voor verschillende sectoren en markten • Verplichte MVO-toets kredietaanvragen • MVO-check Rabobank International • Kredietverlening in de grootzakelijke markt • Kredietverlening in het MKB en de agrarische bedrijven
de Rabobank Groep onderschreven heeft. Het algemene vertrekpunt in de financiële dienstverlening van de Rabobank Groep is dat het leveren van haar financiële producten en diensten en de impact daarvan niet mogen leiden tot het overschrijden van de grenzen die maatschappelijk verantwoord ondernemen stelt. Dit principe kan tot gevolg hebben dat we met klanten in een constructieve dialoog raken over duurzaamheidvraagstukken, zodra er sprake is van gedrag dat niet geheel past bij maatschappelijk verantwoord ondernemen. Tijdens zo’n dialoog kan blijken dat dat gedrag onbewust plaatsvindt. Het kan ook zijn dat klanten nog onvoldoende geanticipeerd hebben op ontwikkelingen die voor hen op termijn kunnen aan spelen. In deze gevallen zullen we ze met de engagementstrategie in de richting van duurzaamheid trachten te bewegen. Alleen als een klant
>
willens en wetens gedrag blijft vertonen dat vanuit MVO perspectief niet gewenst is, zien we ons genoodzaakt om ze onze financiële dienstverlening te onthouden.
50
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
MVO in onze zakelijke kredietverleningsprocessen
Marleen van Ruyven, Amnesty International Nederland “De rol die de Rabobank Groep speelt is niet alleen positief naar onze mening. Er is al geruime tijd een actieve opstelling op MVO-gebied. Die opstelling is met verve vormgegeven en ingezet. Maar het blijft te veel bij woorden omdat er echt te weinig tempo is op het gebied van de grote onderwerpen zoals MVO in de kredietverlening. Zodra de Rabobank Groep wereldwijd, met een hoger tempo en bedrijfsbreed gaat waarmaken wat al op papier in de maatschappelijke jaarverslagen is aangekondigd, kan zij zeker een financiële dienstverlener in de MVO-kopgroep worden.”
Bron: Stakeholdersconsultatie 2006
Engagement: risico beperken en kansen benutten
Meerjarige doelstellingen
De kern van de engagementstrategie is dat we met onze klanten MVO-
2007 (korte termijn):
gerelateerde onderwerpen van sociale of ecologische aard bespreken
• introductie van vijf sectorbeleidsdocumenten op groepsniveau voor
die spelen in de sector of het land waarin zij actief zijn. Deze onderwerpen (maatschappelijke discussiepunten) kunnen uitgroeien tot een bedreiging dan wel een kans voor hun onderneming en als gevolg daarvan voor de Rabobank Groep. Aan de ene kant kan onachtzaamheid voor sociale en milieurisico’s de continuïteit en de concurrentieof vermogenspositie van onze klanten ondermijnen en dit kan voor ons een kredietrisico vormen. Aan de andere kant kan het vroegtijdig identificeren van commerciële kansen van sociale en ecologische vraag-
de sectoren palmolie, soja, houtkap, visserij en viskweek en ten slotte sectoren met veel broeikasgasemissies; • invoering en toepassing van MVO-criteria in het kredietverleningsproces in alle grote buitenlandse kantoren van Rabobank International; • invoering van het gebruik van checklists met MVO-issues (issuelijst) voor de meest relevante sectoren in de Nederlandse markt. • In kaart brengen van de CO2-emissie van grootzakelijke klanten in Nederland bij de kredietverlening (indirecte effecten)
stukken leiden tot de onwikkeling van nieuwe innovatieve producten en diensten. Zo kan onze klant waarde toevoegen de zijn concurrentie-
2008 - 2010 (middellange termijn):
en vermogenspositie verbeteren. Ook dat heeft effect op de Rabobank.
• uitbreiding van de in 2007 geïntroduceerde sectorbeleidsdocumenten met sectorbeleidsdocumenten over vijf nieuwe sectoren;
Ons beleid is gericht op waardecreatie via het aanbieden van nieuwe of vernieuwde financiële producten en diensten, maar we leggen in onze MVO-benadering ook veel nadruk op beheersing van risico’s en bedreigingen in productieketens en sectoren. Vaak worden deze risico’s en bedreigingen veroorzaakt door sociale en ecologische issues. We proberen de risico’s te beheersen door klanten erop te beoordelen aan de hand van criteria. Ook dit draagt bij aan het principe van ‘value
• toepassing MVO-criteria binnen de dienstverlening van Rabobank International is zichtbaar op basis van voortschrijdend inzicht aangepast en verder aangescherpt; • Voor alle relevante sectoren in de Nederlandse markt zijn issuelijsten beschikbaar en in gebruik genomen. • In kaart brengen van de CO2-emissie van het totaal van alle zakelijke klanten bij de kredietverlening (indirecte effecten)
chain management’ (zie pag. 57). 2010 en daarna (lange termijn):
MVO-doelstellingen en kernprestatieindicatoren kredietverlening
• MVO is volledig geïntegreerd in de processen en producten van de
De hiervoor besproken benadering hebben we in 2006 vertaald in
Soortgelijke meerjarendoelstellingen zullen we in 2007 ook voor leasing,
MVO-doelstellingen voor onze kredietverleningsprocessen, waarvan
beleggen en vastgoed vaststellen.
we hieronder de belangrijkste weergeven.
De kernprestatie-indicatoren die hierbij horen, zijn:
kredietverlening.
- De toepassing van sectorpolicydocumenten, issuelijsten en criteria in kredietverlening, leasing, beleggen en vastgoed door betreffende groepsonderdelen.
51
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
MVO in onze zakelijke kredietverleningsprocessen
Mirjam de Rijk, directeur Stichting Natuur en Milieu “De Rabobank Groep moet laten zien dat zij MVO serieus neemt in haar kernactiviteiten. Zowel in haar beleggingsbeleid als in haar kredietverlening dienen MVO-criteria te worden opgenomen en bij de besluitvorming serieus genomen te worden. Zo niet, dan gaat dat ten koste van de geloofwaardigheid. Gebruik de marktpositie van de Rabobank Groep in de kredietverlening in de agrarische sector om een positieve impact te creëren op het realiseren van een duurzame sector. Dat gebeurt nu nog onvoldoende.”
Bron: stakeholdersconsultatie 2006
MVO in de zakelijke kredietverlening
De Rabobank Groep is als allfinance dienstverlener actief in uiteenlopende sectoren, landen en markten waarin zij verschillende typen
In het verleden zijn we als Rabobank aangesproken op het feit dat ons
klanten bedient. We zijn in Nederland (onze thuismarkt) bijvoorbeeld
MVO-beleid nog onvoldoende in de zakelijke kredietverlening geïnte-
marktleider in het midden- en kleinbedrijf en de agrarische sector. Ook
greerd zou zijn. We hebben daarover al een aantal malen bericht in eer-
zijn wij een belangrijke speler in de grootzakelijke markt. Internationaal
dere maatschappelijk jaarverslagen. In dit jaarverslag staan we uitgebreid
zijn we op weg om de leidende food & agribank in de wereld te worden.
stil bij de procedurele en inhoudelijke vorderingen die wij op dit punt
We financieren bijvoorbeeld wereldwijd de productie van belangrijke
hebben gemaakt. Uit de toelichting op deze vorderingen zal blijken dat
‘soft commodities’ zoals katoen, soja, suiker en palmolie maar ook andere
de kennis en procedures die in onze Rabobank Groep passen en werken
schakels in die productieketens. Op basis van door ons onderschreven
geheel door onszelf ontwikkeld moesten worden. Dat kost tijd. Het ont-
codes en richtlijnen achten wij ons gebonden om ook onze klanten in
wikkelen van beleid, de selectie van issues en sectoren, het maken van
de zakelijke dienstverlening te stimuleren om maatschappelijk verant-
adequate beoordelingshulpmiddelen en het testen daarvan zijn wezen-
woord te ondernemen.
lijke voorwaarden voor een succesvolle introductie van MVO in zakelijke kredietverleningsprocessen.
Figuur 18: MVO in de financiële dienstverlening van de Rabobank Groep Uitgangspunten • Gedragscode en Mission Statement Rabobank Groep • Een aantal externe richtlijnen waaraan de bank zich heeft gecommitteerd. Een actueel overzicht kan gevonden worden op de websites www.rabobank.com en www.rabobankgroep.nl/MVO (reputatie en identiteit). Basisrichtlijn • Een lijst met tien belangrijke MVO-issues (zie figuur 19, tien hoofdissues). • Een lijst met gevoelige activiteiten die we bij voorkeur niet willen financieren Instrumenten voor dagelijks gebruik • Beleidsdocumenten die een verdieping en achtergrondinformatie geven voor de sectoren waarin Rabobank veel actief is en waar grote issues spelen (zoals soja, viskweek, palmolie, houtkap) en voor sectoroverschrijdende onderwerpen die Rabobank en haar klanten het meest raken (zoals mensenrechten en klimaat). • MVO-issuelijsten: checklists met sector- en landspecifieke discussiepunten (issues) waarin staat aangeduid wat ongewenste praktijken zijn. • Equator Principles voor projectfinancieringen vanaf USD 10 miljoen.
52
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
MVO in onze zakelijke kredietverleningsprocessen
MVO-richtlijnen voor verschillende sectoren en markten
managementaandacht een substantieel risico kunnen vormen voor
Omdat wij op zoveel verschillende plaatsen actief zijn in uiteenlopende
onze reputatie en financiële dienstverlening. In 2006 hebben we
sectoren en markten, hebben wij behoefte gekregen aan werkbare en
dergelijke documenten voorbereid voor enkele belangrijke sectoren/
praktische MVO-informatie.
productieketens, namelijk palmolie, visserij en aquacultuur (viskweek),
In 2006 heeft de Rabobank Groep daarom een start gemaakt met het
soja en hout. Onder andere het sociaal beleid en milieubeleid van
ontwikkelen van praktische MVO richtlijnen. De richtlijnen doen recht
Rabobank Brazilië (zie ook pag. 53) vormde de basis voor het opstellen
aan de specifieke situatie in verschillende markten. In de Europese
van dit type documenten. Tevens zijn er MVO-beleidsdocumenten
vastgoedmarkt waar FGH Bank en Rabo Vastgoed actief zijn, spelen nu
gemaakt voor relevante onderwerpen voor Rabobank Groep, waaronder
eenmaal andere issues dan bij klanten van Rabobank International in de
culturele diversiteit en klimaat. De raad van bestuur zal in 2007 besluiten
suikerindustrie.
nemen over het verdere gebruik van deze documenten.
Tien hoofdissues als richtlijn voor MVO-beoordeling.
Plaats van de nieuwe Equator Principles
De beoordeling van MVO in het financiële dienstverleningsbeleid is
In 2006 heeft de Rabobank de principes van de nieuwe versie van
gebaseerd op een lijst van belangrijke MVO-issues (zie figuur 19).
Equator Principles, richtlijnen voor projectfinanciering in ontwikkelings-
De tien generieke issues vormen het referentiekader (de richtlijnen) voor
landen opnieuw ondertekend. De omvang voor projecten waarvoor de
het opstellen van specifieke beleidsdocumenten, de beoordeling van
Equator Principes gelden, is verlaagd van USD 50 miljoen naar USD 10
potentiële klanten en de beoordeling van kredietaanvragen.
miljoen. De implementatie van deze nieuwe versie van de Equator Principles in onze projectfinancieringsprocedures wordt in 2007 afgerond.
Figuur 19: tien hoofdissues voor MVO-beoordeling - corruptie - slechte arbeidsomstandigheden - uitbuiting van werknemers of daarvan profijt hebben (direct of indirect) - kwalijke kinderarbeid - discriminatie - milieuverontreiniging - uitputting van schaarse natuurlijke hulpbronnen - wreedheid tegen dieren - schenden van de rechten van inheemse volkeren - producten en diensten met gezondheids- of veiligheidsrisico’s voor consumenten
Verplichte MVO-toets kredietaanvragen Een belangrijke voorwaarde voor het kunnen toepassen van de eerdergenoemde richtlijnen is het besluit geweest om de zakelijke kredietaanvragen verplicht te toetsen op MVO-criteria. Om dit te implementeren was het nodig om de creditmanual en de kredietaanvraagformulieren aan te passen. Dit is inmiddels gebeurd voor alle groepsonderdelen 15 en is een logisch vervolg op een voorbereidingstraject dat wij sinds 2004 hebben doorlopen. De creditmanual geeft aan wanneer gedrag van klanten A) acceptabel, B) acceptabel onder voorwaarden of C) niet acceptabel is. Het begrip klant wordt hierbij ruim geïnterpreteerd, er wordt ook rekening gehouden met MVO issues bij leveranciers of afnemers van klanten, dus één schakel vooruit of terug in de productieketen. Ten slotte geeft de credit manual aan hoe de rollen en verantwoordelijkheden zijn belegd van onder andere het management van het groepsonderdeel, de relatiemanagers en de kredietanalisten.
Issuelijsten en beleidsdocumenten
Procedure MVO-beoordeling kredietaanvragen
Om de kredietverleners te ondersteunen bij hun werk en om klanten en
Deze nieuwe creditmanual en kredietaanvraagformulieren zijn sinds
externe partijen adequaat te kunnen informeren, hebben wij daarnaast
1 februari 2007 operationeel. Vanaf die datum dienen onze medewerkers
MVO-issuelijsten en MVO-beleidsdocumenten ontwikkeld.
in de kredietaanvraagformulieren aan te geven of een klant vanuit MVO
In MVO-issuelijsten worden aanwijzingen gegeven voor relatiemanagers
perspectief al dan niet acceptabel is, en zo ja, of er in gesprek met de
en kredietanalisten over de belangrijkste issues in specifieke sectoren en
klant (engagement) nog bepaalde voorwaarden zijn afgesproken.
over de manier waarop zij daarmee in de praktijk kunnen omgaan. Deze
In de toelichting bij de kredietaanvraag moeten zij aangeven hoe de
MVO-issuelijsten zijn in eerste instantie opgesteld voor klanten in Europa
prestatie van het bedrijf is op de belangrijkste MVO-issues. Issues kunnen
en kunnen na toetsing wellicht ook elders worden ingezet, zie pag. 54.
specifiek zijn voor de klant, of typisch zijn voor de sector of het land
In MVO-beleidsdocumenten geven wij verdieping en achtergrondinfor-
waarin de klant actief is. Indien er MVO-issues spelen, zullen de adviseurs
matie voor sectoren met grote issues waarin de Rabobank actief is en
en analisten ook de details van een oplossingsgericht actieplan opnemen.
voor sectoroverschrijdende onderwerpen die zonder voldoende
Vooruitlopend op deze definitieve stappen richting implementatie heeft
15. Noot: voor het Nederlandse midden- en kleinbedrijf en de agrarische sector wordt een ondergrens van EUR 1 miljoen obligo gehanteerd.
53
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
MVO in onze zakelijke kredietverleningsprocessen
de centrale afdeling Kredietrisicomanagement de groepsonderdelen
activiteiten die de Rabobank in Brazilië financiert. Het is specifiek gericht
geadviseerd om al in 2006 expliciet aandacht te besteden aan MVO in
op voor Brazilië relevante issues – zoals de aantasting van de Amazone
kredietaanvragen.
als gevolg van toenemende agrarische activiteiten aan de randen van
De jaarlijkse interne Global Credit Risk Conference stond in 2006 in het
het regenwoud. Het beleid is uitgebreid besproken met NGO’s en in juni
teken van het belang van en het omgaan met MVO-aspecten in het
2006 goedgekeurd door de Managing Board van Rabobank
kredietverleningsproces met als doel de bewustwording daarvan onder
International (zie sociaal beleid en miliebeleid Rabobank
de leden van onze kredietcommissies te vergroten.
Brazilië). Voor de toepassing van het beleid in de praktijk heeft Rabobank Brazilië een vragenlijst voor klanten opgesteld en een instrument
MVO-check Rabobank International
ontwikkeld waarmee het MVO-profiel van klanten is vast te stellen en
Rabobank International is in 2006 begonnen met de implementatie van
te beoordelen. Door de vragenlijst in te vullen verklaart een klant dat hij
een MVO-check in de kredietprocedure bij de buitenlandse kantoren in
daaraan voldoet.
Indonesië, Brazilië, India, Singapore en China. De MVO-check is gebaseerd
In 2005 startte Rabobank Brazilië in een pilotproject met het screenen
op de lijst met tien MVO-issues of richtlijnen (zie figuur 19).
van agrarische en corporate klanten. Met de opgedane ervaringen van
Figuur 20: beoordelingsproces kredietaanvragen
• 10 hoofdissues als richtlijn voor MVO-beoordeling • MVO-issuelijsten • MVO-beleidsdocumenten
identificatie MVO issues
kredietaanvraag
• Directe informatie
Typen issues:
• Publieke informatie
• Sectorspecifiek
• Signalen
• Landspecifiek
• acceptabel onder voorwaarden
Toelichting op goede en
• One obligor principe
• Klantspecifiek
• niet acceptabel
ongewenste praktijken ten
Afweging
MVO-kwalificatie: • acceptabel
aanzien van MVO issues
De procedure biedt veel ruimte voor het vaststellen van een lokale aan-
relatiemanagers en kredietanalisten heeft de bank in 2006 haar MVO-
pak van de beoordeling van klanten. Dit gebeurt in nauw overleg met
managementsysteem verbeterd en toetsingsinstrumenten geoptimali-
het lokale management. In China, India, Indonesië en Singapore werd de
seerd. In de tweede helft van 2006 is Rabobank Brazilië begonnen met
MVO-check toegelicht aan het managementteam, de relatiemanagers
de invoering van het beleid in kredietverlening en relatiebeheer.
en kredietanalisten. Ook kwamen issues aan bod die door NGO’s naar
Medewerkers die het meest betrokken zijn bij de MVO-check, in het bij-
voren werden gebracht in voor Rabobank relevante sectoren. In de
zonder managers relatiebeheer en kredietanalisten, kregen een training
eerste helft van 2007 wordt de procedure wereldwijd ingevoerd.
over het gebruik van MVO-toetsingsinstrumenten. In totaal hebben 12 managers (100%) en 10 analisten (71%) de training gevolgd. Daarnaast
Rabobank Brazilië voorloper en koploper
zijn 111 medewerkers (60%) voorgelicht over de hoofdonderwerpen op
Bewust van haar verantwoordelijkheid voor de financiering van agrarische
het gebied van milieu en sociaal welzijn die spelen bij de Braziliaanse
en corporate (tussenhandel, verwerkende industrie) ondernemingen
agrarische en corporate klanten.
in relatie tot duurzame ontwikkeling en het belang daarvan voor hun
De Rabobank is de eerste bank in Brazilië die MVO-risicoanalyse in het
economisch succes heeft Rabobank Brazilië een sociaal beleid en
klantacceptatie- en kredietbeoordelingsproces heeft geïntroduceerd.
milieubeleid ontwikkeld. Dit beleid is van toepassing op alle commerciële
Om klanten gemakkelijker in de richting van duurzaamheid te dirigeren
54
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
MVO in onze zakelijke kredietverleningsprocessen
- als onderdeel van het MVO-beleid – zet Rabobank Brazilië speciale
Van de corporate klanten is 44% beoordeeld op MVO (zie figuur 22).
middelen in. Zo verzorgt de bank voor haar klanten minimaal twee keer
Alle klanten worden jaarlijks opnieuw beoordeeld. De MVO-beoordeling
per jaar een MVO-training en agrarische klanten waarvan de bedrijfsacti-
van klanten bracht issues naar voren als arbeidsomstandigheden, gebruik
viteiten voldoen aan de milieu- en arbeidswetgeving krijgen een kor-
van natuurlijke grondstoffen, milieudruk en het omgaan met waardevol
ting op de rentetarieven. Eind 2006 zijn 93% van de agrarische klanten
tropisch bos en savanne. De resultaten van de MVO-beoordeling in 2006
verspreid over verschillende Braziliaanse staten op MVO-performance
laten zien dat de beoordeelde corporate klanten boven het gemiddelde
beoordeeld (zie figuur 21). Zo zijn van het totaal aantal agrarische klan-
van de sector scoren wat betreft de naleving van milieu- en arbeidswet-
ten in de staat Bahia 97,5% op MVO gescreend.
geving. Zij hebben allemaal specifieke vergunningen (voor bijvoorbeeld watergebruik wettelijke ontbossing, bedrijfsfaciliteiten, rioolwaterbehandeling, uitstoot van gassen) voor hun bedrijfsactiviteiten. De praktijk wijst uit dat de invoering van het milieu beleid en sociaal
Figuur 21: op MVO-performance beoordeelde agrarische klanten
beleid van Rabobank Brazilië, naast vermindering van het kredietrisico en
verspreid over 5 Braziliaanse staten in procenten
rentekortingen voor klanten, in korte tijd Rabobank Brazilië de reputatie heeft opgeleverd van best practice op het gebied van MVO en een partner voor het ontwikkelen van nieuwe innovatieve initiatieven. Kredietverlening in de grootzakelijke markt Rabobank International Corporate Clients voerde in 2006 drie pilots uit in Europees perspectief, die waren gericht op het verkrijgen van inzicht in sectorspecifieke issues. De sectoren die het hier betrof, waren de ‘animal protein’-sector, de bouwsector en de uitzendbranche. Deze pilots gaven een goed beeld van de aard en de ernst van MVO-issues die spelen bij
MATO GROSSO, MT 95%
BAHIA, BA 97,5%
negentien grote Europese ondernemingen en de mate waarin ze daar transparant over rapporteren. Bij geen van de bedrijven zijn misstanden
GOIÁS, GO 96%
aangetroffen, maar tegelijkertijd is vastgesteld dat zij niet altijd transMINAS GERAIS, MG 96%
parant zijn over de manier waarop zij omgaan met deze issues in hun
SÃO PAULO, SP 94%
sector of in landen waar ze actief zijn. Dit kan betekenen dat zij geen actief beleid hebben om controversiële situaties te voorkomen.
Figuur 22: MVO-beoordeling corporate klanten Rabobank Brazilië in procenten 90 80 70
% Screened Clients
60 50 40 30 20 10 0 sugar & ethanol
koren (soja, maïs)
kunstmestfabrikant
slachterij
koffie
houtpulp
anders
total
55
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
MVO in onze zakelijke kredietverleningsprocessen
Dit was voor ons reden om ook binnen Corporate Clients te kijken naar
Een voorbeeld is de issuelijst voor de visserij en viskweek. Deze issuelijst
MVO en te focussen op enkele belangrijke issues.
en het daaraan ten grondslag liggende sectorbeleidsdocument ‘Seafood
De drie pilots waren voor Rabobank International Corporate Clients
supply chain policy’ zijn in 2006 becommentarieerd door externe partijen
(Industry Knowledge Team en het researchteam Food & Agri) aanleiding
als de Marine Stewardship Council (MSC) en Marine Harvest.
om in 2006 voor ruim dertig sectoren MVO-issuelijsten op te gaan stellen.
Eind 2006 heeft DMVO in opdracht van Rabobank International
Hiervoor kregen zij informatie en advies van de Directoraten MVO
Corporate Clients aan bijna alle daarvoor relevante relatiebeheerders
(DMVO) en Kennis en Economisch Onderzoek (KEO). Deze issuelijsten
en kredietanalisten workshops gegeven over hoe een MVO-beoordeling
omvatten voorbeelden van ‘ongewenste’, ‘uitgesloten’ en ‘goede’ praktijken
uitgevoerd zou kunnen worden. Zij hebben in deze workshops zelf
die als richtlijn kunnen dienen voor relatiebeheerders en kredietanalisten
meegewerkt aan het verfijnen van de issuelijsten. Vooruitlopend op
bij het uitvoeren van MVO-beoordelingen. Klanten en stakeholders, zoals
de formele implementatie in 2007, hebben deze relatiemanagers en
NGO’s en brancheorganisaties, zijn geconsulteerd voor het vaststellen
kredietanalisten in 2006 al expliciet aandacht besteed aan MVO-issues
van de belangrijkste issues en de daaruit afgeleide typen praktijken.
bij de behandeling van kredietaanvragen van diverse klanten in de grootzakelijke markt. Kredietverlening in het midden- en kleinbedrijf en de
Voorbeeld engagement: overleg Rabobank en Marine Harvest over aanpak van MVO
agrarische bedrijven
Rabobank International Corporate Clients heeft in december 2006 ter voorbereiding op de invoering van MVO-criteria in het kredietproces uitvoerig met Marine Harvest het concept besproken van het sectorbeleidsdocument en de bijbehorende issuelijst voor de visserijsector (vangst en kweek). Marine Harvest is de wereldleider op het gebied van viskweek (quacultuur) en de grootste producent en leverancier van gekweekte zalm. Marine Harvest onderschrijft het belang van een maatschappelijk verantwoorde benadering van de sector door de Rabobank. Volgens Marine Harvest bestaat er geen twijfel dat het identificeren van issues, het afkeuren van onverantwoorde spelers in de keten en het aanmoedigen van bedrijven om verbeteringen door te voeren in de richting van duurzaamheid goed is voor de gehele sector en voor elk elk visbedrijf die daar voor open staat. Marine Harvest benadrukte het belang van een neutrale kijk op en beoordeling van gevoelige kwesties waarin de NGO’s - zoals mileuorganisaties, en het bedrijfsleven vaak sterk van mening verschillen en met elkaar daarover in conflict zijn. Omgekeerd verzocht Marine Harvest de Rabobank om op basis van haar uitgebreide kennis op het gebied van MVO-verslaglegging feedback te geven op zijn MVO-rapport. Rabobank gaf Marine Harvest het advies veel aandacht te besteden aan het organiseren van heldere communicatielijnen door de gehele organisatie om efficient de juiste informatie voor verslaglegging te verwerven. Daarnaast delen Rabobank en Marine Harvest de overtuiging dat een actieve dialoog met NGO’s cruciaal is voor het gehele proces. Het handhaven van een open dialoog met die partijen die het meest kritisch zijn over de ondernemeningsactiviteiten, levert de meest waardevolle informatie op.
zeven aandachtspunten waarmee zij de MVO-prestatie van hun zakelijke
Sinds oktober 2006 beschikken de lokale banken over een vragenlijst met klanten in het MKB en in de agrarische sector beter kunnen inschatten (zie figuur 23). Het betreft meerkeuzevragen met een toelichting. Een bedrijvenadviseur vult de antwoorden op de meerkeuzevragen in bij alle financieringen met een omvang boven de EUR 1.000.000,-. We hebben voor deze grens gekozen, omdat dit in omvang het grootste deel van het totale volume van de leningenportefeuille vertegenwoordigt. De relatiebeheerders en kredietanalisten kunnen bij het beantwoorden van deze zeven vragen in het Branche-informatiesysteem Rabobank (BIR) opzoeken wat MVO concreet betekent voor bedrijven in een bepaalde branche. De aandachtspunten verschijnen automatisch op het scherm en worden opgeslagen in het databestand dat aan ons kredietratingmodel is gekoppeld. Hierdoor kan in de toekomst beter beoordeeld worden of er een relatie is tussen de antwoorden op deze MVO-vragen en het kredietrisico. Ten slotte zijn ook voor de lokale Rabobanken conceptoverzichten opgesteld van de belangrijkste MVO-issues; inclusief een toelichting op die issues met ‘goede’ en ‘ongewenste’ praktijken. De overzichten hebben betrekking op alle hoofdsectoren en enkele branches in het MKB en de agrarische sector. Het doel voor 2007 is om de conceptoverzichten definitief te maken voor alle hoofdsectoren en meer overzichten van MVO-issues in branches uit te werken en in het BrancheinformatiesysteemRabobank (BIR) op te nemen. Op deze wijze wordt MVO een vast onderwerp in gesprekken met brancheorganisaties. In een eerste reactie geven bedrijvenadviseurs aan dat zij - door gebruik te maken van de vragenlijst met zeven aandachtspunten over MVO - in gesprekken met klanten zaken nu expliciet aan de orde kunnen stellen en kunnen vastleggen. Medewerkers geven aan door de vragen bewuster na te denken over MVO in het contact met klanten.
56
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
MVO in onze zakelijke kredietverleningsprocessen
Figuur 23: zeven MVO-aandachtpunten voor de lokaleRabobanken A. Issues Speelden er de laatste drie jaar issues op: 1. fiscaal of juridisch gebied; 2. bouw of milieugebied; 3. sociaal gebied of arbogebied? B. Personeelszaken 4. Besteedt het bedrijf gestructureerd aandacht aan veiligheid, gezondheid en integriteit in de werkomgeving (arboverzuim-, reïntegratie- en integriteitbeleid)? C. Milieuzorg 5. Is het bedrijf actief met milieuzorg bezig? D. Consument en samenleving 6. Richt het bedrijf zich op producten of diensten die beter zijn voor mens, dier of milieu dan gebruikelijk is in de sector? 7. Is het bedrijf bewust bezig met het verbeteren van zijn eigen dienstverlening, speelt het bedrijf actief in op wensen en klachten?
Voor meer informatie
www.rabobankgroep.nl/MVO
57
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Waardecreatie voor onze klanten
6 Waardecreatie voor onze klanten De kernactiviteit van de Rabobank Groep is het bieden van hoogwaardige financiële dienstverlening met een scala aan financiële producten en diensten. In de loop der jaren zijn we ervan overtuigd geraakt dat het streven naar duurzame ontwikkeling juist aan de kernactiviteit waarde toevoegt en zowel onze klanten als onszelf stimuleert tot innovatie. Onze managementbenadering van het creëren van duurzame waarde De Rabobank Groep legt in haar MVO-beleid steeds meer nadruk op het toevoegen van duurzame waarde aan de klant en de samenleving. De Rabobank Groep wil waarde creëren met ‘state of the art’ financiële
In dit hoofdstuk
producten en diensten. Deze waardecreatie ontstaat bijvoorbeeld als nieuwe financiële producten en diensten worden geïntroduceerd die duurzaamheid en innovatie in sectoren en markten bevorderen.
• Onze managementbenadering van het creëren > van duurzame waarde MVO in lenen, sparen en betalen
>
Duurzamer beleggen
>
Financiering klimaatinitiatieven
>
Financiering duurzame innovaties
>
MVO bij leasen
>
MVO in vastgoed
>
Zorgplicht en transparantie
>
Klachten
>
Veiligheid en privacy van klanten
>
Onze verantwoordelijkheid voor bijzondere groepen klanten
Waarde wordt ook gecreëerd door de goede service te bieden die hoort bij onze reputatie als betrouwbare en vooruitstrevende dienstverlener. Dit begint ermee dat we op z’n minst de financiële wetgeving kennen en die naar eer en geweten navolgen. Het eindigt ermee dat we veel meer doen dan de wetgeving van ons vraagt. Namelijk dienstverlening bieden waarbij onze klanten zich prettig en veilig voelen, en die aansluit op hun financiële behoeften. We nemen de financiële wensen van de klant als uitgangspunt in onze zorgplicht, we maken onze tarieven en voorwaarden transparant en hebben een goede klachtenprocedure. Het denken vanuit de financiële wensen krijgt een extra maatschappelijke dimensie door extra aandacht te besteden aan speciale groepen klanten. Hun bijzonderheid kan zitten in een culturele of godsdienstige achtergrond, maar ook in de vaak kwetsbare positie die zij in de samenleving innemen (ouderen, laaggeletterden). Samenvattend heeft deze ‘value chain management’ benadering de volgende uitgangspunten: • we ontwikkelen nieuwe producten en diensten die waarde toevoegen aan onze klanten, pag. 58-64; • we bespreken MVO-kwesties met klanten om ze te motiveren verbeteringen aan te brengen: de engagementbenadering, pag. 49-56 en 59; • we bieden transparantie in product- en leveringsvoorwaarden (geen
>
verborgen tarieven) pag. 65; • we streven naar hoge klanttevredenheid door betrokkenheid bij klanten te tonen pag. 45;
58
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Waardecreatie voor onze klanten
Rob Dorscheid en Michiel Karskens, Consumentenbond “Het tempo waarin andere financiële instellingen bezig zijn met het implementeren van MVO is heel hoog en het zal voor de Rabobank niet meevallen positie in de kopgroep te behouden. Misschien is de voorsprong zelfs al verdwenen. Mensen verwachten echt iets van de Rabobank Groep op het punt van MVO. Dat is een voordeel maar het betekent ook dat de Rabobank Groep snel, zorgvuldig en consistent moet voortgaan met het implementeren van MVO wil dat vertrouwen blijven bestaan. De Rabobank Groep zou bij die verdere implementatie van MVO in haar kernproducten en -diensten het perspectief meer dan nu kunnen richten op haar klanten en de MVO kwesties die voor die klanten van belang zijn (…).” Bron: stakeholderconsultatie 2006
• we behandelen klachten over dienstverlening van de Rabobank met zorg en leren ervan om onze dienstverlening te verbeteren pag. 67;
Creditcard met klimaatbijdrage De Rabobank en het Wereld Natuur Fonds (WNF) introduceren geza-
• we maken geen gebruik van aanstootgevende reclame-uitingen;
menlijk een creditcard met klimaatbijdrage. De Rabobank is daarmee de
• we waarborgen veiligheid en privacy zowel fysiek als op internet pag. 67;
eerste grote bank die de CO2-uitstoot compenseert die samenhangt
• we geven kwetsbare groepen klanten, zoals ouderen en laaggeletter-
met de aankoop van producten met de creditcard. De creditcard is in
den, toegang tot de dienstverlening pag. 69.
2006 speciaal ontwikkeld voor de ongeveer 400.000 particuliere creditcardhouders die lid zijn van de Rabobank. We introduceren de nieuwe
MVO-doelstelling producten en diensten
creditcard in het voorjaar van 2007.
De doelstelling is het in de markt zetten van nieuwe producten en dien-
De CO2-uitstoot die samenhangt met producten die met de creditcard
sten (business development) ter bevordering van schone technologieën
zijn aangekocht en betaald, wordt door de Rabobank gecompenseerd
en duurzame investeringen.
via ‘Gold Standard’-klimaatprojecten. ‘Gold Standard’ is een standaard
• In 2007 vindt onder andere de introductie plaats van de creditcard
voor duurzame-energieprojecten (zon, wind, water, biomassa) vooral in
met klimaatcompensatie en de landelijke klimaathypotheek.
ontwikkelingslanden. Het bedrag komt tot stand op basis van een door
De kernprestatie-indicatoren die bij deze doelstelling horen, zijn:
de Rabobank en het WNF ontwikkelde rekenmethode met CO2-uitstoot-
- de introductie van minimaal één nieuw product of dienst per jaar;
gegevens van het Milieu- en Natuurplanbureau.
- het aantal nieuw te ontwikkelen producten die op MVO-criteria zijn
Naast compensatie van de nog niet te vermijden CO2-uitstoot, krijgen
getoetst; - de tevredenheid van klanten over klachtenbehandeling van de Rabobank Groep in vergelijking met het voorafgaande jaar; - de groei of daling van de omzet in duurzame producten in vergelijking met het voorafgaande jaar.
onze leden informatie over hoe de CO2-uitstoot kosteneffectief kan worden verminderd. Ook krijgen zij aanbiedingen van klimaatvriendelijke producten en diensten. De creditcard met klimaatbijdrage is het eerste resultaat van een driejarige samenwerking tussen het WNF en de Rabobank. We hebben met het Wereld Natuur Fonds de handen ineengeslagen om gezamenlijk te
Betalen, sparen en lenen
werken aan het tegengaan van de gevolgen van klimaatverandering.
De Rabobank Groep tracht voor de particuliere klanten de leen-, spaar-
Ongekende vraag naar Rabo Groen Obligaties
en betaalproducten op een duurzame leest te schoeien. Sinds 2000
In overeenstemming met de algemeen groeiende belangstelling voor
bestaat als duurzame spaarvorm al de Rabo Groen Obligaties en vanaf
duurzaam beleggen was de vraag van particuliere beleggers naar Rabo
2002 is er de Hypotheekbescherming met een sterk maatschappelijk
Groen Obligaties zeer groot. In 2006 is er ruim EUR 800 miljoen geplaatst
profiel. In 2006 is veel werk verzet met het ontwikkelen van nieuwe
aan groenobligaties met als hoogtepunt de emissie in november. In een
producten, zoals de SpringPlank Hypotheek en de creditcard met
recordtijd was de emissieomvang van EUR 100 miljoen bereikt. Redenen
klimaatcompensatie. Een absolute vorm van duurzame innovatie.
voor deze vraag waren de gestegen rente en het feit dat particulieren
59
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Waardecreatie voor onze klanten
vrijgevallen groen geld opnieuw in groenobligaties belegden. In het
Basishypotheek Obvion
afgelopen jaar was de groei van het aanbod van groen geld zelfs groter
In 2006 heeft Obvion de basishypotheek ingevoerd tegen normale
dan de groei van de vraag naar groenfinanciering.
acceptatievoorwaarden. Het is een heel eenvoudige, transparante hypotheek met een extra lage maandlast door het ontbreken van een
Duurzame hypotheekvormen
aantal faciliteiten. Obvion hanteert strikte normen bij het verstrekken
De Rabobank zoekt voortdurend naar wegen om speciale woonbehoef-
van hypotheekleningen, waardoor consumenten tegen onverantwoorde
ten van woningkopers te kunnen financieren. Daarin krijgt duurzaam-
beslissingen (overfinanciering) worden beschermd.
heid hoe langer hoe meer een vaste plaats. Rabobank Hypotheekbescherming Rabo SpringPlank Hypotheek
De Hypotheekbescherming is een verzekering tegen de mogelijke
Woningcorporaties, gemeenten en projectontwikkelaars verkopen in
terugval in inkomen als gevolg van werkloosheid en arbeidsongeschikt-
toenemende mate (sociale)huurwoningen en en betaalbare nieuw-
heid. Dit product biedt huizenkopers met een hypothecaire lening de
bouwwoningen. De doelgroep van deze woningen - huurders en
zekerheid dat ze dan in hun huis kunnen blijven wonen, omdat de
koopstarters - hebben echter vaak onvoldoende inkomen om deze op
hypotheeklasten tijdelijk worden doorbetaald. Sinds de introductie in
eigen kracht te betalen.
2002 tot eind 2006 zijn in ruim 55.000 Hypotheekbeschermingen
De Rabobank ontwikkelde in 2006 de SpringPlank Hypotheek. Deze stelt
verkocht met een jaarlijks premievolume van EUR 12,2 miljoen.
consumenten in staat een woning te kopen die zij op basis van hun inkomen op dat moment net niet kunnen betalen. Deze hypotheek-
Duurzamer beleggen
vorm gaat uit van een derde partij (meestal een gemeente) die een financiële bijdrage verstrekt om de maandlasten van de koopstarter te
Robeco, het centrum van vermogensbeheer binnen de Rabobank Groep,
verlichten. Met deze bijdrage garandeert de Rabobank vervolgens voor
heeft in 2006 MVO verder geïntegreerd in zijn reguliere beleggings-
de gehele looptijd van de hypotheek een bij het inkomen van de klant
activiteiten door middel van engagement (dialoog met beursgenoteerde
passende financiering. Medio 2007 brengen we de SpringPlank
bedrijven). Robeco laat de overtuiging dat MVO een steeds dominanter
Hypotheek op de markt.
thema in vermogensbeheer wordt, zien met de overname van de SAM Groep, het engagement voor retail, de introductie van het Clean
Energiezuinige hypotheek
Technology Fonds én in het beleggingsonderzoek en beleggingsadvies
Rabobank West-Groningen heeft in de loop van 2006 het ‘Duurzaam
van het onderzoeksinstituut IRIS.
Oostindië-arrangement’ ontwikkeld, waarmee zij samen met de gemeente Leek duurzaam bouwen stimuleert in de nieuwbouwwijk Oostindië.
Robeco doet acquisitie in duurzaam beleggen
De gemeente heeft een subsidieregeling opgesteld om het energiezuinig
Robeco nam in 2006 een 64%-belang in de SAM Groep. De rest blijft
bouwen voor particuliere en projectmatige bouwers te stimuleren.
vooralsnog in handen van de werknemers. De SAM Groep is een voor-
In dit arrangement biedt de lokale Rabobank een korting op het rente-
aanstaande vermogensbeheerder op het gebied van duurzaam beleggen.
tarief aan kopers als ze energiebewust bouwen. Hoe energiezuiniger de
SAM is bekend door zijn water- en energiefondsen en door het samen-
woning, hoe lager het rentepercentage. Er zijn in 2006 circa 20 van deze
stellen en het in licentie uitgeven van het gebruik van de Dow Jones
hypotheken afgesloten. Voor 2007 wordt een flinke groei verwacht.
Sustainability Indexes, een gezamenlijk initiatief met Dow Jones.
Bovendien brengt de Rabobank in 2007 een landelijke klimaathypotheek
Het beheerde vermogen van de SAM Groep bedraagt EUR 2,2 miljard
op de markt.
en het beadviseerde vermogen bedraagt EUR 4,0 miljard. De acquisitie onderstreept de overtuiging van Robeco dat duurzaam beleggen een
De Groenhypotheek
steeds dominanter thema in vermogensbeheer zal worden.
De Rabobank voert al enige tijd de Groenhypotheek in het assortiment. nieuwbouw, kunnen het certificaat gebruiken om de Groenhypotheek
Significante uitbreiding engagement en stemrecht aandelenbeleggingen
af te sluiten tegen een rentekorting op een deel van de hypotheek.
In 2006 liet Robeco voor het eerst op grote schaal zien wat precies met
De Groenhypotheek wordt nauwelijks verkocht. De reden hiervoor is
engagement (betrokkenheid) wordt bedoeld: een constructieve dialoog
dat de hypotheek een te klein voordeel biedt omdat het voordeel van
aangaan met een groot aantal bedrijven waarin een klant van Robeco
de rentekorting maar op een gedeelte van de hypotheek slaat, terwijl
belegt. Rabobank Pensioenfonds is zo’n klant. Het onderwerp van de
een klant daarvoor wel speciaal een groencertificaat moet regelen.
dialoog beperkt zich niet alleen tot corporate governance maar strekt
Vandaar dat we dit product weinig promoten.
zich ook uit tot sociale en milieugerelateerde onderwerpen. In 2006
Klanten die bij de overheid een groencertificaat aanvragen bij hun
60
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Waardecreatie voor onze klanten
werd met zo’n 80 ondernemingen gesproken over MVO-thema’s.
Voorbeelden hiervan zijn duurzame energie (zonne-energie, biomassa,
Corporate governance was in ongeveer 40% van de gevallen het onder-
wind, golven en thermo-energie), alternatieve brandstoffen (waterstof
werp van gesprek. Sociale of milieuonderwerpen werden in ongeveer
en biobrandstoffen), energie-efficiëntie, energie uit afval, meet-en-regel-
60% van de gesprekken aangesneden. Daarnaast is in 2006 beleid goed-
systemen, het recyclen van materiaal, watertechnologie en luchtbehan-
gekeurd om vanaf 1 januari 2007 de dialoog aan te gaan met bedrijven
delingstechnologie.
voor de retailfondsen in ontwikkelde markten. Robeco zal op kwartaalbasis over deze engagementactiviteiten rapporteren.
Robeco Clean Tech Certificaat Omdat het Robeco Clean Tech Fonds alleen voor institutionele beleggers
Stemrecht corporate governance
toegankelijk is, heeft Robeco eind 2006 ook een afgeleid certificaat voor
Robeco stemde in 2006 tijdens 1.156 aandeelhoudersvergaderingen en
particuliere beleggers in het leven geroepen. Het Robeco Clean Tech
sprak op negentien aandeelhoudersvergaderingen of werd door andere
Certificaat biedt beleggers de mogelijkheid om op een eenvoudige
institutionele beleggers gerepresenteerd. Dat laatste was voor het eerst
manier te beleggen in het Clean Tech Fonds zonder daarin daadwerkelijk
op deze schaal. Robeco werkt via het Governance Platform en Eumedion
te participeren.
samen met andere institutionele beleggers op het gebied van corporate governance. In 2006 nam Robeco, naast de rol van vice-voorzitter in het
Goed jaar voor Robeco Duurzaam Aandelen
bestuur, ook de taak van voorzitter van de beleggingscommissie van
Voor Robeco Duurzaam Aandelen was 2006 een goed jaar. De koers van
Eumedion voor zijn rekening.
het fonds steeg met 11,5%. Dit is een beter rendement dan de benchmark, de FTSE4Good, die met 7,8% steeg. Het totale vermogen dat in dit
Toepassing duurzaamheidscriteria bij private equity
fonds is belegd, bedroeg ultimo 2006 EUR 105 miljoen (in 2005: 88 miljoen).
Robeco Private Equity beheert duurzame private equity fondsen en mandaten. Het totaal opgehaalde duurzame private equity vermogen
Duurzaam belegd vermogen Robeco stijgt sterk
bedraagt nu EUR 157 miljoen. Eind 2006 was het vermogen van het
Door de uitbreiding van de engagementdienstverlening nam het duur-
fonds voor 75% geïnvesteerd dan wel gecommitteerd .
zaam beheerd vermogen bij Robeco in 2006 sterk toe. Dit vermogen
Robeco Sustainable Private Equity is gemengd in de zin dat zowel
steeg van EUR 0,4 miljard naar EUR 5,7 miljard eind 2006. Het duurzaam
belegd wordt in traditionele fondsen die zich houden aan bepaalde, in
beheerde vermogen afgezet tegen het totale beheerde vermogen stijgt
samenwerking met Rabobank opgestelde duurzaamheidsrichtlijnen
hiermee van 0,3% ultimo 2005 naar 4%. Ook voor 2007 is het verhogen
(the Responsible Entrepreneurship Guidelines), als in specialistische
van het duurzaam beheerde vermogen over de gehele portefeuille van
clean-techfondsen. Robeco Private Equity en zijn adviseurs hebben in
Robeco een belangrijke doelstelling.
2006 met ongeveer 30 fondsmanagers van traditionele private-equityGuidelines. De clean-techfondsen waarin belegd wordt, beleggen in
Beleggingsproducten Triodos Bank en ASN Bank in ons assortiment
schone en duurzame technologieën binnen sectoren als energie, afval,
Steeds meer beleggers beleggen in bedrijven die duurzaam ondernemen.
water, voedsel en gezondheid. Op dit moment belegt het Robeco
De Rabobank onderschrijft deze trend en heeft in 2006 het assortiment
Sustainable Private Equity I-fonds in acht clean-techfondsen.
van beleggingsfondsen uitgebreid met het Triodos Meerwaarde
fondsen contact gehad over de Responsible Entrepreneurship
Aandelenfonds en het Triodos Meerwaarde Obligatiefonds. De hoge
Nieuw investeringsfonds voor schone technologie
duurzame signatuur is namelijk voor klanten heel duidelijk herkenbaar.
Uitputting van grondstoffen en klimaatverandering staan in het middel-
Het Triodos Meerwaarde Aandelenfonds belegt in beursgenoteerde
punt van de belangstelling. Het aantal veelbelovende, schone en duur-
bedrijven en het Triodos Meerwaarde Obligatiefonds belegt in obligaties
zame technologieën dat naar de markt gebracht wordt, groeit snel.
en onderhandse leningen aan bedrijven die een sterke financiële positie
De Rabobank wil als financier hierin een leidende rol spelen (zie ook het
combineren met goede prestaties op sociaal en milieugebied.
rapport ‘Financing and the emerging bio-energy markets’). Rabobank
Inmiddels is het Triodos Cultuurfonds eraan toegevoegd. Dit fonds heeft
en Robeco lanceerden daarom in 2006 Robeco Clean Tech Private
een extra fiscale vrijstelling naast de vrijstelling voor maatschappelijke
Equity II. Dit clean-techfonds, dat een beoogde omvang heeft van USD
beleggingen.
500 miljoen, is de opvolger van Robeco Sustainable Private Equity I.
Naast de duurzame beleggingsfondsen van Triodos Bank hebben we
Robeco Clean Tech Private Equity II zal bestaan uit een portefeuille van
van de ASN Bank het ASN Aandelenfonds, ASN Obligatiefonds en het
ongeveer 15 tot 25 van de meest vooraanstaande zuivere clean tech
ASN Milieu- & Waterfonds in het assortiment. Ook deze fondsen hebben
private-equityfondsen in de wereld. De investeringen door het fonds
een hoog duurzaamheidsgehalte.
zullen verdeeld worden over verschillende sectoren en technologieën.
61
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Waardecreatie voor onze klanten
Alex: waardecreatie voor beleggers door productverbeteringen
bij onze kredietverlening (indirecte effecten); zie pag. 50 en het overzicht
Alex creëert waarde voor haar klanten door steeds belangrijke productver-
In 2006 is veel energie gestoken in het inwerken van een aantal relatie-
beteringen door te voeren. In 2006 waren er de volgende verbeteringen.
managers van Corporate Clients in de CO2-problematiek en de CO2-markt.
• Bevoorschottingsystemen houden rekening met liquiditeit en sprei-
Zij bezoeken nu bedrijven in Nederland die in het kader van het
‘resultaten 2006 en doelstellingen 2007-2010’, pag. 19).
ding, waardoor betere invulling wordt gegeven aan zorgplicht. • Verbetering van de adviessystemen zorgt voor stabielere resultaten. • Door introductie van conditionele orders kan klant zijn risico’s beter
Nationale Allocatieplan CO2-rechten hebben ontvangen en hun uitstoot moeten rapporteren. In het afgelopen jaar hebben we ook veel energie gestoken in het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten voor onze zakelijke en
managen. • Door introductie van de Optiewijzer kan de klant niet alleen structuur
particuliere klanten. Eind 2006 hebben we het Robeco Clean Tech
creëren in de veelheid van uitoefenprijzen en looptijden maar ook
Certificaat (zie pag. 60) en het Robeco Clean Tech Fund II geïntroduceerd
bepalen welke optieseries het best bij zijn behoeftes passen.
(zie pag. 60). In de eerste helft van 2007 introduceren we samen met
• Introductie van de Alex-spaarrekening met een hoge, zeer concurrerende rente zonder beperkingen en bonusconstructies. De klant kan
het Wereld Natuur Fonds (WNF) een nieuwe creditcard met klimaatcompensatie (pag. 58).
direct over zijn geld beschikken als hij beleggingsmogelijkheden ziet.
Johan Frijns, BankTrack “Bij NGO’s bestond het beeld dat kernenergie tot het verleden behoorde. Duurzame energie (wind, zon, biomassa) en rigoureuze energiebesparing zouden de energievoorziening voor morgen dragen. Nieuwe kerncentrales, nee, dat leek niet aan de orde. Maar zelfs hier in Nederland laait de discussie weer op over de ‘noodzaak’ van nieuwe kerncentrales. Sommige Nederlandse banken testen al voorzichtig hoe hun klanten reageren op financiering van de bouw van kerncentrales. Maar laten we wel wezen, kernenergie is voor ons een no go area die elke pretentie over duurzaam bankieren om zeep helpt. Tijd voor de Rabobank om zich op te werpen als dé financier van duurzame energie.”
Bron: stakeholdersconsultatie 2006
Financiering klimaatinitiatieven
Andere producten en diensten in ons ‘klimaatassortiment’ zijn: • New Values, een elektronisch handelsplatform voor emissierechten
In de visie van de Rabobank Groep biedt de CO2-markt bedrijven de
(CO2 en NOx) en Certificaten van Oorsprong voor duurzaam
mogelijkheid om op een flexibele en kosteneffectieve wijze te voldoen
opgewekte elektriciteit. New Values is een joint venture van de
aan de wettelijke eisen van verminderde CO2-uitstoot. We richten ons op het benutten van kansen die deze markt biedt aan duurzaam opere-
Rabobank en TenneT. • Beheersing van financiële risico’s voor bedrijven en overheden door
rende bedrijven, en op het faciliteren van emissiehandel voor onze
klimaat- en weersveranderingen via de eenheid Commodity &
klanten. We onderkenden al in een vroeg stadium de ernst van klimaat-
Weather Derivatives Energy and Carbon Trading Group van Rabobank
verandering de betekenis daarvan en de verantwoordelijkheid die we
International.
als financiële instelling hebben daar iets aan te doen. Onze visie, ons
Om de wateroverlast door weersveranderingen tegen te gaan, heeft
beleid en onze financiële dienstverlening in relatie tot klimaatverandering
de Rabobank verzekeringsproducten van Aquapol in haar product-
en vermindering van de uitstoot van broeikasgassen staan in de position
aanbod opgenomen.
paper klimaatbeleid. Bovendien hebben we doelstellingen opgenomen
• Financiering van windturbineparken en vormen van energiebesparing
over het in kaart brengen van de CO2-uitstoot van grootzakelijke klanten
zoals Groen Label Kassen, onder andere door groenfinancieringen.
62
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Waardecreatie voor onze klanten
New Values
Lease tuinbouwkassen
New Values is een elektronisch handelsplatform voor handel in CO2-
In Nederland is de Rabobank marktleider op het gebied van het leasen
emissierechten. Het handelsplatform is een CO2-spotmarkt (levering en
van energiezuinige tuinbouwkassen (Groenlabelkassen). De afdeling
betaling per direct). New Values heeft in 2006 zijn klantenbasis en net-
Projectfinanciering heeft in 2006 8 nieuwe projecten in lease genomen,
werk in de Europese CO2-markt uitgebreid. Eind 2006 had New Values in
bij elkaar ongeveer 90 hectare tuinbouwkassen voor circa EUR 108 mil-
totaal zestig leden. New Values richt zich op de 5.000 middelgrote en
joen. Het totaal uitgezette bedrag bedraagt momenteel EUR 180 miljoen.
kleinere Europese bedrijven in de markt, die niet vertrouwd zijn met tra-
Het aantal gefinancierde kassen had nog hoger kunnen uitvallen, maar
ding. New Values is in de loop van 2006 gegroeid tot de één na grootste
door het stopzetten van de investeringssubsidies door de overheid
handelsplaats op de Europese spotmarkt na PowerNext - veruit de grootste
bleef het bij deze acht.
handelsplaats. De doelstelling om structureel 400 Kton per week te verhandelen heeft New Values evenwel nog niet gehaald. Ondanks dat
Lokale bankendesk
het aantal leden is gestegen en ook het handelsvolume stijgt, draait
Vanwege de grote vraag vanuit lokale banken naar ondersteuning bij
New Values nog niet break-even. De belangrijkste reden hiervoor is dat
het financieren van investeringen in duurzame (energie)projecten heeft
de inkomsten per ton liggen lager dan vooraf was beraamd. In december
de afdeling Projectfinanciering van Rabobank International met ingang
2006 voerde de mede door New Values geïnitieerde Climex Alliance een
van 1 januari 2007 een lokale bankendesk opgericht. Deze desk zal
veiling van CO2-rechten uit voor de Hongaarse overheid.
lokale banken bijstaan in het financieren van duurzame projecten als biomassa, windenergie & waterzuivering.
Handel CO2-rechten grootzakelijke klanten Ons klimaat verandert merkbaar. Het weer wordt veranderlijker en dit
Biobrandstoffen
brengt aanzienlijke financiële risico’s met zich mee voor verschillende
De Rabobank heeft een unieke uitgangspositie voor het financieren van
sectoren, zoals de energiesector, de landbouw, de levensmiddelen-
de biobrandstoffensector. In de VS hebben we in 2006 4 projecten gefi-
industrie, het toerisme, maar ook voor overheden. De eenheid
nancierd voor een totaal bedrag van USD 67 miljoen. In Europa financier-
Commodity & Weather Derivatives Group van Rabobank International
den we 1 biodieselfabriek en ontvingen we 3 mandaten voor bio-etha-
verhandelt CO2-emissierechten en gecertificeerde emissierechten voor
nolfabrieken, waarvan 1 in Nederland.
onze grootzakelijke klanten op de markt. Op deze wijze kunnen zij het emissieniveau van hun bedrijfsvoering verlagen. Tevens is de Commodity
Windenergie
& Weather Derivatives Group in toenemende mate actief in de sector
In 2006 hebben we samen met Dexia en Eksport Kredit Fonden de bouw
van duurzame energie, vooral op het gebied van biobrandstoffen
en exploitatie gefinancierd van het 120 megawatt Q7 offshore wind-
(biodiesel en ethanol).
molenpark voor de kust van IJmuiden. Ook is vorig jaar het grootste particuliere windmolenpark van Nederland in Flevoland geopend.
Emissierechtencertificaten Rabobank Chili en Rabobank India hebben geconstateerd dat er
Financiering duurzame innovaties
behoefte is aan producten en diensten die gerelateerd zijn aan duurzame energie. Rabobank Chili heeft in samenwerking met de eenheid
De Rabobank Groep stimuleert actief vernieuwende ideeën en innovaties
Commodity & Weather Derivatives Group ‘Certified Emission Reductions’
met potentie. Innovaties en startende ondernemingen zijn immers van
van een Chileense F&A-klant verkocht aan een Brits nutsbedrijf.
groot belang voor de economische ontwikkeling. We zijn ervan overtuigd
Rabobank India heeft een fulltime expert die op dit gebied diensten
dat we met speciale financiële producten en diensten klanten kunnen
ontwikkelt voor zakelijke klanten. In augustus heeft Rabobank India een
stimuleren duurzame ontwikkeling een meer centrale rol in hun innova-
aantal producten gelanceerd op het gebied van Carbon Credits,
tiebeleid te laten spelen. Enkele producten en diensten in ons assortiment
gebruikmakend van de AAA-rating van de Rabobank. Rabobank India is
waarmee we actief duurzame initiatieven en investeringen van klanten
een van de pioniers in India op dit gebied.
bevorderen, zijn de groenfinanciering, de Groei- & Innovatielening voor agrariërs, het Bodemcentrum en fondsen gericht op stimulering van
Projectfinanciering van duurzame energie
duurzame vernieuwing. Maar ook nieuwe vormen van kredietverlening,
Op het gebied van duurzame projectfinanciering richt de Rabobank
zoals het microkrediet voor startende ondernemers.
zich met name op het financieren en/of leasen van duurzame (energie) projecten zoals groenlabel tuinbouwkassen, biobrandstoffabrieken en
Groenfinancieringen
windparken.
Al snel na de start heeft Rabo Groen Bank een leidende positie verworven
In 2006 financierden we voor circa EUR 180 miljoen (2005: 40 miljoen)
op het gebied van groenfinancieringen en deze positie hebben wij
9 nieuwe projecten (2005: 8). Het totaal uitgezette bedrag bedraagt
sindsdien behouden. Dat is vooral te danken aan onze klanten, de parti-
circa EUR 500 miljoen (2005: 430 miljoen). Circa 80% van de totale
culiere beleggers die hun geldmiddelen hebben toevertrouwd aan
portefeuille bestaat uit transacties waarin duurzaamheid een rol speelt.
63
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Waardecreatie voor onze klanten
Rabo Groen Bank, en de ondernemers die hun groenfinancieringen
Groei & Innovatielening
hebben aangetrokken via Rabo Groen Bank.
De Rabobank Groei-& Innovatielening is vooral een uitkomst voor agra-
De groei van de kredietverlening bleef met EUR 502 miljoen iets achter
riërs die investeringen willen doen die het duurzaamheidskarakter van
bij de groei van de afgelopen jaren (2005: EUR 550). Deze daling van
de bedrijfsvoering versterken, die op andere gebieden willen innoveren,
13% ten opzichte van 2005 is toe te schrijven aan een aantal mogelijke
dan wel een forse groei van de onderneming willen realiseren.
factoren. Zo zijn de criteria aangescherpt voor Groen Label Kassen, de
De lening is onderdeel van het Garantiefonds Rabobanken, dat onder-
grootste categorie binnen de Groenregeling, hetgeen gevolgen had
nemers gegarandeerde leningen tot maximaal EUR 1,5 miljoen verstrekt.
voor de financieringsmogelijkheden van deze categorie. Ook het ingrijpen
De Groei- & Innovatielening speelt in op het feit dat het voor agrarische
van de overheid in flankerende subsidieregelingen, zoals MEP, MIA en
topondernemers vaak lastig is om financiering te vinden. In 2006 werden
EIA, is van invloed geweest op de groei van de kredietverlening. Met
48 (2005: 10) leningen verstrekt voor een totaalbedrag van EUR 27,2 miljoen.
inachtneming van deze ontwikkelingen kunnen we spreken van een
Oplossing voor bodemverontreiniging
gunstige ontwikkeling van de groene kredietverlening in 2006.
In december 2006 hebben zes koepel- en brancheorganisaties, waaronder MKB Nederland en VNO-NCW, Stichting Bodemcentrum opgericht, Figuur 24: Omvang uitstaande groenfinancieringen
waaraan de Rabobank en het Ministerie van VROM een bijdrage hebben
in miljoenen euro’s per jaarultimo
geleverd. Het Bodemcentrum biedt voor bedrijven een totaaloplossing
3.000
voor bodemverontreiniging bestaande uit advies, uitvoering van de
2.500
sanering en subsidie. In 2006 zijn de eerste pilots gestart.
2.000
Bodemcentrum wil in de periode 2007-2009 groeien naar de financie-
1.500
ring van 250 bodemsaneringen per jaar in het midden- en kleinbedrijf.
1.000 500
Projectenfonds
0
Het Projectenfonds van de Rabobank Groep ondersteunt sinds 1984 2001
2002
2003
2004
2005
2006
projecten die innovatieve ontwikkelingen stimuleren op zowel economisch als maatschappelijk gebied en die passen bij het imago van de
Figuur 25: aantal uitstaande groenfinancieringen (totaal aantal, cumulatief )
Rabobank. Het gaat om projecten die ten goede komen aan groepen leden/klanten van de Rabobank en die zonder financiële steun niet van
2.500
de grond zouden komen.
2.000
In 2006 behandelde het Projectenfonds 84 aanvragen voor ondersteuning
1.500
van projecten (2005: 75). In totaal werden 33 aanvragen goedgekeurd
1.000
(2005: 24). In 2006 zijn 39 aanvragen afgewezen, 4 aanvragen zijn
500
ingetrokken door de aanvrager en 8 aanvragen zijn vervallen. Met de
0
goedgekeurde aanvragen was een bedrag van EUR 1,3 miljoen (2005: 2001
2002
2003
2004
2005
2006
1,2 mln) gemoeid. Voorbeelden van projecten zijn kas zonder broeikasgas, de energieproducerende kas en schoon geproduceerd, schoon
Figuur 26: Omvang uitstaande groenfinancieringen (in miljoenen euro’s per categorie ultimo 2006) Groenlabelkassen
vervoerd. 1.578
Rabo Innovatiekapitaalfonds
Windturbines
257
Het Rabo Innovatiekapitaalfonds verstrekt risicodragend vermogen
Biologische landbouw
173
aan kleinschalige duurzame en innovatieve projecten waarvan de
Bos en natuur
143
producten op het punt staan op de markt geïntroduceerd te worden.
Stadsverwarming
60
De deelname van het Rabo Innovatiekapitaalfonds heeft tot doel de
Duurzame woningbouw
52
groeistrategie en de innovatieve ontwikkelingen van het bedrijf te
Overige duurzame energie
14
ondersteunen. In 2006 werden 121 aanvragen ingediend (2005: 96), en
Zonne-energie Overige projecten
7 127
er vonden 2 participaties plaats (2005: 2). De stijging van het aantal aanvragen ten opzichte van 2005 werd veroorzaakt door verbeterde economische omstandigheden. Een andere activiteit die te maken heeft met risicodragend kapitaal gaat, is het Schretlen Informal Investing Platform
64
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Waardecreatie voor onze klanten
Financiering van verwarmingsketels op bio-energie
Herman Wijffels Innovatieprijs
Het Noorse bedrijf Statoil is een grote leverancier van olie. In het licht
Het winnende idee van de Herman Wijffels Innovatieprijs 2006 was een verplaatsbare supermagnetron voor de ontsmetting van land- en tuinbouwgrond. Met deze supermagnetron liggen de CO2-uitstoot en het stroomgebruik tot 75% lager dan bij het traditioneel stomen van grond. Ook zijn de arbeidsomstandigheden bij deze methode beter. In 2006 hadden 288 ondernemers met een innovatief idee zich ingeschreven voor deze innovatieprijs. De Herman Wijffels Innovatieprijs is een initiatief om ondernemers te stimuleren tot duurzaam en innovatief ondernemen. De jury kijkt bij de beoordeling van de inzendingen niet alleen naar de bedrijfseconomische ondernemingskwaliteiten, maar ook naar coöperatief en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap.
van nieuwe ontwikkelingen, mede omdat olie op den duur schaars wordt en de productie ervan milieuonvriendelijk is, heeft Statoil zelf een tablet ontwikkeld waardoor verwarmingsketels die op bio-energie warmte opwekken, de bestaande olieverwarmingsketel kunnen vervangen. De Lage Landen financiert deze nieuwe verwarmingsketels inclusief aanschafkosten van de tabletten.
Groene lease In 2006 stond er in totaal EUR 185 miljoen uit (2005: 103 mln.) aan groene leaseproducten die gebruik maken van fiscaal vriendelijke regelingen zoals VAMIL (vervroegde afschrijving milieu-investeringen), EIA (energieinvesteringsaftrek), MIA (milieu-investeringsaftrek). 72% van de waarde is uitgezet in de agrarische sector, 7,5% in windmolens en energieleaseconstructies. In 2006 zijn 92 groene leasecontracten afgezet, tegenover 36 in 2005.
MVO bij leasen
Sale-and-lease-backregeling voor agrarische bedrijven.
De Lage Landen (DLL), de leasedochter van de Rabobank Groep, heeft in
De Rabobank heeft een sale-and-lease-backregeling voor verschillende
2006 een paar flinke stappen gezet om de reguliere leaseactiviteiten te
agrarische sectoren ontwikkeld, zoals de glas- en tuinbouw en de mest-
verduurzamen. Naast de internationale introductie van een gedragscode
vergistingsinstallaties. Bij onze sale-and-lease-backregeling verkopen de
(zie pag. 42) zijn er MVO-criteria opgenomen in het klantacceptatiebeleid.
agrariërs hun productiecapaciteit (tuinbouwkas, varkensstal of vergis-
Ook op het gebied van duurzame produkten is er vernieuwing geweest.
tingsinstallatie) vóór ingebruikname aan onze leasemaatschappij en
DLL is met een initiatief gekomen om het gebruik van duurzame energie
leasen deze met de fiscale milieuvoordelen terug.
bij glastuinders te bevorderen.
In 2006 hebben we circa 30 mestvergistingsinstallaties (75% van het totaal aantal installaties) en 22 tuinbouwkassen gefinancierd.
MVO-criteria in klantacceptatiebeleid De Lage Landen (DLL) heeft MVO-criteria opgenomen in haar corporate
Lease van warmtekrachtcentrales en windturbines
klantacceptatiebeleid die sinds 1 januari 2007 van toepassing zijn. In het
Equipmentlease maakt leasen van o.a. warmtekrachtcentrales en wind-
licht van haar wereldwijde samenwerking met een producent van land-
turbines mogelijk. In 2006 heeft De Lage Landen via leaseconstructies
bouwmachines, onder andere in Brazilië, is voor dat land een specifiek
met energie-investeringsaftrek EUR 91 miljoen aangewend voor de
beleid geformuleerd voor de acceptatie van klanten die als eindgebruiker
financiering van 74 warmtekrachtcentrales (33 voor EUR 42 miljoen in
landbouwmachines leasen. Sinds 1 januari 2007 wordt daarbij extra
2005) en EUR 7 miljoen voor de financiering van 2 windturbines (2005:
zorgvuldig getoetst of de eindgebruiker geen milieuovertredingen heeft
1 voor EUR 1 mln).
begaan, met name in relatie tot de illegale ontbossing in het Amazonegebied. In dat geval wordt de eindgebruiker niet geaccepteerd.
Maatschappelijk vastgoed
De Lage Landen Brazilië and Rabobank Brazilië hebben, elk vanuit hun eigen businessmodel, hun klantacceptatiebeleid op dat van de ander
Na de overname van de vastgoedactiviteiten van het Bouwfonds is de
afgestemd.
Rabobank een van de grootste vastgoedontwikkelaars van Nederland met daarbij de verantwoordelijkheid voor het duurzaam inrichten van
Leasen van milieutechnologie
de samenleving. Rabo Vastgoed en FGH Bank hebben in 2006 een flinke
De Lage Landen probeert klanten van de lokale Rabobanken zo veel
aanzet gegeven tot de integratie van het MVO-denken en -handelen in
mogelijk behulpzaam te zijn bij het gebruik van de diverse stimulerings-
hun vastgoedkernactiviteiten en -processen.
regelingen op milieugebied. Door de inzet van een leaseconstructie waarbij de leasemaatschappij de fiscale voordelen claimt en direct verwerkt in een verlaging van de financieringslast voor de ondernemer of overheidsorganisatie, tracht zij de inzet van milieubesparende investeringen zo veel mogelijk te stimuleren.
65
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie MVO in kredietproces FGH Bank
Waardecreatie voor onze klanten
Transparantie en zorgplicht
In 2006 heeft FGH Bank zowel de kwalificaties voor het taxeren als de voorwaarden voor het financieren van duurzame dan wel maatschap-
Transparantie en zorgplicht zijn aspecten van de financiële dienst-
pelijke vastgoedobjecten opgesteld. De eerste stappen zijn in 2006
verlening die niet alleen een hoge relevantie hebben voor onze klanten,
gezet om dit in het primaire proces te integreren. In 2007 volgen een
ze kunnen ook een enorme impact hebben op de bank zelf.
verdere uitwerking en implementatie. FGH Bank heeft daarnaast het ‘Ken uw klant’-beleid (Customer Due
Wet financiële dienstverlening
Diligence (CDD)) en de bijbehorende procedures in 2006 herijkt en
Op 1 januari 2006 is de Wet financiële dienstverlening (Wfd) van kracht
geïmplementeerd. Ter ondersteuning van de medewerkers bij de uitvoe-
geworden. De Wfd bevat regels voor het aanbieden van, het bemiddelen
ring van het herziene beleid is een CDD-flyer ontwikkeld. Deze flyer geeft
in en het adviseren over financiële producten aan consumenten en
een samenvatting van de te verrichten handelingen in het kader van CDD.
- in het geval van verzekeringen - ook aan bedrijven. De wet stelt eisen
Integratie MVO-denken in projectontwikkeling Rabo Vastgoed
kundigheid, integere bedrijfsvoering, financiële zekerheid, transparantie
In haar projectontwikkelingsbeleid staat ‘oog hebben voor zowel de
Besluit financiële dienstverlening. samenvatting Wfd
bestaande als de te realiseren omgeving’ centraal. De focus is hierbij
In het kader van de Wfd zijn en worden veel werkprocessen en instructie-
gericht op integratie van MVO in de kerntaken en kernprocessen van de
bladen binnen Rabobank Nederland en de lokale banken aangepast.
onderneming. Rabo Vastgoed wil bij de vaststelling van de programma-
Zo zijn onder meer de werkprocessen veel klantgerichter gemaakt .
tische uitgangspunten voor de woningbouw (verhouding sociaal-mid-
Ook zijn er de nodige nieuwe richtlijnen en hulpmiddelen ontwikkeld.
delduur-duur) en de toevoeging van voorzieningen, niet alleen winst-
De Rabobank maakt daarbij een onderverdeling in de volgende vier
maximalisatie op korte termijn beogen, maar ook maximalisatie van het
categorieën:
maatschappelijke rendement voor de lange termijn. Het is bijvoorbeeld
- reproduceerbaarheid van advies;
belangrijk om de karakteristieken van het Nederlandse landschap als
- deskundigheid;
uitgangspunt te nemen bij de gebiedsontwikkeling of om met een
- klantcommunicatie;
zorgvuldig ruimtelijk beleid ervoor zorg te dragen dat onderwerpen als
- ontbindingsrecht/Informatieplicht.
waterbergingscapaciteit of natuur een intrinsiek onderdeel zijn van de
Wat vraagt de Wfd?
aan financiële dienstverleners op het gebied van betrouwbaarheid, desen zorgplicht. Deze algemene normen uit de wet zijn uitgewerkt in het
planontwikkeling. Voorbeelden van duurzame vastgoedprojecten zijn: • de oprichting van een Stedenfonds en een gebiedsonderneming
Transparantie en zorgplicht bij hypotheken
voor stedelijke herstructurering in Amsterdam, samen met twee
In 2006 zijn binnen Rabobank Groep stappen gezet in verband met de
woningcorporaties;
invoering van de gedragscode voor hypothecaire financieringen. Deze
• de Citycampus in Utrecht, waarmee Rabo Vastgoed inspeelt op doel-
nieuwe gedragscode geldt vanaf 1 januari 2007. Om klanten tegen over-
groepen die een achtergestelde positie hebben op de woningmarkt;
creditering te beschermen gaat deze code uit van maximale percentages
• het bevorderen van de sloop van maatschappelijk ongewenste con-
voor toegestane lasten die gedefinieerd zijn door het NIBUD, een toets-
centraties van stallen voor intensieve veehouderij, onder de naam
rente die gebaseerd is op een 10 jarige staatslening en een annuïtaire
Ruimte voor ruimte;
lening met een looptijd van 30 jaar. In individuele uitzonderingsgevallen
• het ontwikkelen van ‘passieve’ woningen met 60% minder energieverbruik.
mogen lokale banken op basis van maatwerk afweging van deze norm afwijken. In deze afweging moeten overwegingen van klantbescherming uitdrukkelijk in acht genomen worden. Voor consumptieve financieringen
Bouwfonds Fondsenbeheer
wordt een soortgelijke gedragscode ontwikkeld.
Bouwfonds Fondsenbeheer voert het management over vier publiekprivate fondsen op het gebied van natuurontwikkeling, monumenten,
Niet alleen tijdens de verkoop maar ook daarna is het belangrijk om
stedelijke vernieuwing en industrieel erfgoed in Nederland. Gedurende
klanten regelmatig op de hoogte te houden van relevante ontwikkelingen
2006 zijn de vier fondsen gegroeid van EUR 1,7 miljard tot EUR 2,0
ten aanzien van de hypotheek en van de eventuele bijbehorende risico’s.
miljard en namen de financieringsportefeuilles toe van EUR 1,6 miljard
Dit updaten heeft tot doel te toetsen of het product nog aansluit op de
tot EUR 1,8 miljard. Voor deze fondsen is in totaal een resultaat geboekt
behoeften en de verwachtingen van klanten.
van EUR 12 miljoen, wat via de fondsen weer voor de genoemde doelen beschikbaar wordt gesteld.
66
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Waardecreatie voor onze klanten
Transparantie kosten beleggingsverzekeringen
Dutch Fund and Asset Management Association (DUFAS), Euronext en
De media hadden in 2006 aandacht voor de transparantie van kosten
de Nederlandse Vereniging van Banken voor de gehele markt een
van beleggingsverzekeringen. Daarnaast verscheen eind 2006 het
nieuw systeem ingevoerd. De wijziging van de handelssystematiek is er
onderzoeksrapport van de Commissie Transparantie
vooral op gericht beleggen transparanter en efficiënter te maken door
Beleggingsverzekeringen - ook bekend als de Commissie de Ruiter. De
de uitvoering van orders te garanderen op basis van de intrinsieke
Rabobank onderschrijft op hoofdlijnen de aanbevelingen in dit rapport
waarde, hetgeen leidt tot een faire prijsvorming. Dit systeem sluit beter
en heeft bij haar belangrijkste leveranciers van beleggingsverzekeringen
aan bij de Europese (en Luxemburgse) praktijk.
aangedrongen op spoedige implementatie van de verbetervoorstellen
De Product Quality Committee ziet er ten slotte op toe dat nieuwe
voor volledige transparantie ten aanzien van alle kosten en provisies.
producten voldoen aan een aantal kwaliteitseisen, zoals duidelijk gedefinieerde voorwaarden, een heldere doelstelling, een transparante
Transparantie en zorgplicht bij onderdelen van de Rabobank Groep
en redelijke vergoeding en relevante productinformatie. Voor dit doel
Ook de dochters van de Rabobank Groep besteden veel aandacht aan
de verschillende interne deskundigen het product vooraf hebben
transparantie en zorgplicht.
beoordeeld en goedgekeurd.
Robeco
Schretlen
Het verhogen van de transparantie was een van de doelstellingen van
Het zorgen voor transparantie in de producten en diensten is voor
Robeco voor 2006. Uit een nieuw onderzoek van Robeco in 2006 blijkt
Schretlen & Co van groot belang. Dit uit zich onder meer in transparantie
dat slechts de helft van de ondervraagde beleggers vindt dat banken
over de kosten. De cliënten van Schretlen & Co kunnen kiezen uit 2 opties:
duidelijk zijn over de kosten die in rekening worden gebracht. De helft
of uitsplitsing naar bewaarloon, beheerloon en transactiekosten of een
van de ondervraagde beleggers geeft ook aan helemaal zelf de beleg-
bepaald vast bedrag per jaar (all-in fee). Hiermee is voor iedereen
gingen in de gaten te moeten houden, terwijl slechts 30% aangeeft
duidelijk wat de kosten op jaarbasis zijn. Dit heeft als groot bijkomend
door zijn bank op tijd gewaarschuwd te worden als er iets gebeurt wat
voordeel dat cliënten niet het gevoel hebben dat we handelen om het
voor de beleggingen van belang is. Robeco heeft de resultaten van dit
handelen (en dus de provisie).
is een formele goedkeuringsprocedure ingesteld, die waarborgt dat
onderzoek gebruikt om de dienstverlening van Younique beter aan te laten sluiten op de wensen van de klanten.
Alex
Een aantal concrete projecten met betrekking tot transparantie is
Met transparantie probeert internetbroker Alex zich te onderscheiden.
gerealiseerd. Zo is het beleid op het gebied van transparantie, dat in 2005
Hierbij valt te denken aan inzichtelijkheid van tarieven en voorwaarden,
is vastgelegd in een beleidsdocument, in 2006 in alle business units
inzicht in de risico’s van beleggen in het algemeen en van afzonderlijke
geïmplementeerd. Een goede relatie met de klant kan alleen bestaan
producten in het bijzonder, gebruikershandleidingen, klachtenprocedures,
bij de gratie van transparantie en zinvolle informatie. Het transparantie-
bereikbaarheid van de servicedesk, bereikbaarheid van het management,
beleid is het rechtstreekse gevolg van bovengenoemde eis en is door
regelmatig klantonderzoek zoals enquêtes, en focusgroepen. Het motto
alle business units ingevoerd. Ook zijn de transactiekosten afgeschaft
is dat de transactieverwerking volledig anoniem en digitaal moet plaats-
als onderdeel van de lancering van het ‘Younique van Robeco Direct’-
vinden, maar dat de klant voor de rest juist niet het gevoel moet hebben
concept. Daarnaast zijn de managementfees van beursgenoteerde
met een internetbank te maken te hebben, maar met een bank die zijn
gestructureerde producten geharmoniseerd naar het laagste tarief van
klanten kent en persoonlijk betrokken is.
de diverse tranches en zijn de fees voor de riskmanagementactiviteiten van deze producten verlaagd. In het kader van de nieuwe huisstijl van
Op de website wordt de mogelijkheid geboden om op een eenvoudige
Robeco zal in 2007 de consumentenwebsite worden vernieuwd. Tevens
wijze een vergelijking te maken tussen de tarieven van Alex en die van
worden voor álle fondsen nieuwe brochures geschreven en zal de mening
de concurrenten. De voorwaarden en handleiding van alle Alex-produc-
van de consument in het kader van transparantie worden getoetst.
ten zijn online beschikbaar.
Ook eerdere initiatieven dragen nadrukkelijk bij aan de transparantie
De klant heeft permanent toegang tot actuele informatie over het risico
in tarieven en leveringsvoorwaarden. Zo is naast de verplichte Total
van zijn portefeuille in relatie tot zijn zijn profiel, en over het rendement
Expense Ratio (TER) in het jaarverslag ook een aparte service fee opge-
van zijn afzonderlijke posities en van de totale portefeuille. Er volgen
nomen zodat de uitsplitsing van de kosten altijd zichtbaar is. Alle kosten
uitgebreide waarschuwingen als orders tot gevolg hebben dat kritische
staan op de internetsite en andere communicatiemiddelen vermeld.
grenzen worden overschreden, bijvoorbeeld bij het ontstaan van een
Daarnaast heeft Robeco een beleid ingezet om, voor zover dat binnen
debetsaldo, het ontstaan van een marginverplichting of de overschrijding
de vigerende Nederlandse regelgeving mogelijk is, de wijze van aan-
van het risicolimiet. De klachtenadministratie wordt via workflowmanage-
en verkoop van Nederlandse Robeco-fondsen aan te passen aan de
ment geïntegreerd in de primaire administratie. Alex stelt hoge eisen aan
Luxemburgse praktijk, waarbij klanten fondsen aan- en verkopen tegen
de snelheid waarmee klachten worden afgehandeld en hecht veel belang
de intrinsieke waarde en daarnaast aan- en verkoopkosten betalen die
aan klanttevredenheid; hier wordt uitdrukkelijk op gecontroleerd.
vooraf bekend zijn. Inmiddels is door een gezamenlijk initiatief van de
67
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Waardecreatie voor onze klanten
Obvion
Waarborgen privacy bankhal
In de dienstverlening komen transparantie en de zorgplicht die Obvion
Privacy in de bankhal wordt gewaarborgd door de inrichting van de
op zich neemt impliciet en expliciet tot uiting. De kern van deze ‘verant-
banken, de identificatieprocedures en het bankgeheim dat de mede-
woorde financiële dienstverlening’ wordt gevormd door de wijze waar-
werkers hebben. Bij de geldautomaten beschermen we de privacy van
op Obvion met haar rentetarieven omgaat en strikte verstrekkings-
klanten door een goede situering van de automaten en door gebruikers-
grenzen hanteert.
instructies in het beeldscherm van de geldautomaat. Er is in 2006 één
Obvion kent een uniforme prijsstelling. Er wordt dus geen onderscheid
klacht ingediend over schending van de privacy van een consument
gemaakt naar nieuwe of bestaande klanten, regio of intermediair. Het
omdat beeldopnamen abusievelijk aan justitie zijn verstrekt (2005: vier).
tarief en de risico-opslagen die extern gecommuniceerd worden, gel-
Deze klacht is tot genoegen van de klant afgehandeld.
den voor iedereen. Obvion organiseert dus ook geen acties waarin met
Klachtenservice Rabobank Nederland heeft in 2006 zes klachten behan-
tarieven gestunt wordt. Transparantie in renteproducten is gebaseerd
deld over het niet naleven van de privacyregels (schending bankgeheim).
op geformaliseerd beleid. Dit beleid schrijft onder andere voor dat er
Geen van deze klachten is gegrond verklaard. Robeco heeft in totaal
geen onderscheid gemaakt wordt tussen prospects en klanten.
negen klachten ontvangen en Rabobank International vier over schendingen privacy van klanten.
De Lage Landen De Lage Landen heeft aan eind van 2006 75 % van de portefeuille
Klachten
consumptief krediet van de lokale Rabobanken overgenomen. De rest volgt in 2007. 2006 was voor de De Lage Landen een overgangsjaar.
De tevredenheid van klanten over de dienstverlening zegt iets over het
Voor de klanten van de Rabobank heeft de overname tot geen enkel
belang dat een onderneming hecht aan haar omgeving, haar betrokken-
zichtbaar effect geleid. De bestaande contracten worden ongewijzigd
heid bij klanten en de verantwoordelijkheid die zij daarvoor neemt.
voorgezet. De klant merkt er dus niets van. Ook wat betreft zorgplicht
Klantwaarde is een van de belangrijke prestatie-indicatoren voor de
en transparantie leidt het niet tot wijziging.
Rabobank Groep (zie pag. 45). Vandaar dat bijna alle groepsonderdelen
Eind 2006 nam De Lage landen ook de Crediam portefeuille over van
jaarlijks verschillende onderzoeken uitvoeren naar de tevredenheid van
de Gemeentelijke Kredietbank van Amsterdam. Hier was wel sprake van
klanten (en medewerkers) over hun dienstverlening.
zichtbare wijziging voor de klanten, omdat de contracten van Crediam
Naast de klanttevredenheid (zie pag. 45) is het ook belangrijk goed om
zijn omgezet in contracten van De Lage Landen. De klanten zijn hier-
te gaan met de klachten die binnenkomen en te proberen de dienst-
over schriftelijk geïnformeerd.
verlening op basis daarvan verder te verbeteren.
Veiligheid en privacy van klanten
Klachtenafhandeling Figuur 27 geeft een overzicht van het aantal klachten dat bij de verschil-
Klanten hechten steeds meer waarde aan persoonlijke veiligheid.
lende onderdelen van Rabobank Groep is binnengekomen.
De Rabobank Groep werkt aan het waarborgen van de veiligheid van klanten en aan de beleving van veiligheid. Daarnaast hebben wij continu
Onze lokale Rabobanken en alle groepsonderdelen hebben eigen klachten-
aandacht voor de veiligheid van de financiën van onze klanten. Betalings-
procedures. Klachten worden onderverdeeld naar beleid, medewerkers,
verkeer op het internet heeft een hoge vlucht genomen. De veiligheid
middelen en processen. Klachten over medewerkers hebben o.a. te
van het internetkanaal is voor ons daarom een belangrijk aandachts-
maken met advisering, deskundigheid en houding. Klachten met
punt. Ook met de privacy van onze klanten willen we zo zorgvuldig
betrekking tot beleid hebben te maken met zaken als het acceptatiebe-
mogelijk omgaan. De uitgangspunten hiervoor zijn de gedragscode
leid van de bank bij het aanvragen van bancaire producten.
verwerking persoonsgegevens en het privacyregelement.
De Klachtenservice van Rabobank Nederland ontving in 2006 in totaal 2.950 tweedelijns klachten (2005: 2.906). Tweedelijnsklachten zijn klachten
Veiligheid in en rond de bankhal
die bij Rabobank Nederland binnenkomen vanuit de lokale banken. De
In 2006 werden 5 overvallen gepleegd op Rabobanken (18 in 2005).
trend die we de afgelopen 2 jaar waarnemen is, dat na een aanvankelijke
Het totaal aantal overvallen in Nederland op financiële instellingen was
voortdurende jaarlijkse stijging het aantal tweedelijns klachten lijkt te
41 (73 in 2005). 12% van de overvallen vindt dus plaats bij de Rabobank.
stabiliseren. Ca. een vijfde van de klachten met een financiële impact
Dat is een duidelijke verbetering t.o.v. vorig jaar (toen 25%). De kans dat
wordt geheel of gedeeltelijk toegewezen. Het analyseren van de aard
een kantoor van de Rabobank wordt overvallen is één op 243 tegen
van de ontvangen klachten vormt een belangrijke informatiebron voor
één op 78 voor alle bankkantoren in Nederland. Tijdens de overvallen
het verbeteren van onze financiële dienstverlening. Klachtenservice geeft
waren 4 klanten aanwezig (in 2005: 33).
op basis van de informatie uit klachten signalen af voor verbetering. Maandelijks wordt aan belanghebbenden gerapporteerd. In 2006 zijn 23 signalen/verbetervoorstellen gegeven aan diverse afdelingen binnen Rabobank Nederland.
68
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Waardecreatie voor onze klanten
Figuur 27: Overzicht klachten groepsonderdelen Groepsonderdeel
Aantal klachten in 2006
Aantal klachten in 2005
2.950
2.906
6 (binnenland) / 130 (buitenland)
28 (binnenland) / 50 (buitenland)
1.814
2.267
235
199
8
4
Lokale banken (Rabobank Nederland) De Lage Landen Alex Obvion FGH Bank
400 (binnenland)
-
35 (binnenland) / 1315 (buitenland)
622 (binnen- en buitenland)
Robeco Rabobank International Schretlen & Co
33
42
Rabo Vastgoed
8
0 (geen actieve registratie)
Robeco gestart met klachtpreventieoverleg
Dienstverlening aan allochtone klanten
In 2004 is bij Robeco Direct een nieuw klachtenproces geïntroduceerd.
Het spreekt vanzelf dat de Rabobank de bediening van allochtone
Hierdoor is de meetbaarheid sterk verbeterd. In 2006 is gestart met het
klanten tot een belangrijk onderdeel maakt van het grotestedenbeleid.
klachtpreventieoverleg. Op basis van de maandelijkse klachtrapportage
De Rabobank wil ook voor allochtonen de logische bankkeuze zijn.
worden door de betrokken managers analyses gemaakt van de klachten
Onze strategie is erop gericht om in de 32 grote steden op verschillende
veroorzaakt op hun afdelingen. Aan de hand hiervan worden verbeter-
terreinen de kwaliteit van onze dienstverlening aan allochtonen te
acties uitgezet en waar nodig processen aangepast. Deze aanpak werpt
tonen. Hiervoor hebben we onder andere een toolkit Diversiteit ontwik-
zijn vruchten af. Het aantal eerstelijnsklachten neemt af. We zien ook op
keld, een position paper Culturele diversiteit opgesteld en een voor-
langere termijn een dalende trend in het aantal klachten.
studie gedaan naar de haalbaarheid van een ‘Halal Hypotheek’, een hypotheek zonder rentebetaling. Ook organiseren we informatiesessies
Alex neemt nieuw klachtensysteem in gebruik
voor Turkse huizenkopers (zie pag. 69), we sponsoren netwerken van
Transparantie is een thema waarop Alex zich probeert te onderscheiden.
allochtone studenten en houden tijdelijke acties gericht op goedkoop
Goede klachtenprocedures maken hiervan onderdeel uit. In 2006 is een
overboeken naar het buitenland. En op verschillende locaties kan een
nieuw klachtensysteem in gebruik genomen, waarbij klachten via work-
microkrediet uitkomst bieden aan startende ondernemers.
flowmanagement worden afgewikkeld. Daarnaast is tijdens de Alex
Al deze initiatieven tezamen vormen een eerste stap van de Rabobank
Tennis Classics een klachtenseminar gehouden waarbij alle klanten van
om haar marktpositie in de grotere steden bij nieuwe Nederlanders te
Alex Assist collectief hun klachten over het product aan het manage-
verbeteren en ook in deze markt uiteindelijk marktleider te worden.
ment van Alex kon spuien. Dit werd door de klanten zeer gewaardeerd. Het aantal klachten is gedaald.
Toolkit en Tafel van Diversiteit ter verbetering dienstverlening aan allochtonen
Rabobank International
In 2006 heeft de Rabobank gewerkt aan het integreren van het thema
De klachtenregistratie is in 2006 verbeterd en wordt bij de buitenlandse
culturele diversiteit in de financiële dienstverlening. Twee belangrijke
kantoren per kwartaal geïnventariseerd. De stijging hangt samen met
instrumenten die we hiervoor hebben ingezet, zijn de Toolkit Diversiteit
de aqcuisities in 2006.
en de bijeenkomst Tafel van Diversiteit. In de toolkit zijn de beschikbare kennis en ervaring rond het thema
Onze verantwoordelijkheid voor bijzondere groepen klanten
diversiteit overzichtelijk samengevat. Het is een dynamisch geheel
De Rabobank heeft haar verantwoordelijkheid jegens klanten te nemen
Rabobanken en voor marketeers, communicatiemanagers, coöperatie-
door zich in hun specifieke situatie of achtergrond te verdiepen.
medewerkers en HR-managers die te maken hebben met allochtone
Verdieping in de culturele, godsdienstige of sociale achtergrond van
studenten, huizenkopers en (startende) ondernemers. De bijeenkomst
(potentiële) klanten of in hun fysieke gesteldheid inspireert tot creatieve
‘Tafel van Diversiteit’ die plaatsvond op 12 september 2006 had als doel
en nieuwe financiële producten op maat. We zijn met onze financiële
goede voorbeelden uit te wisselen op het gebied van diversiteit. Dertig
dienstverlening hierop gefocust.
directeuren, HRM-professionals en marketing- en communicatiemanagers
dat telkens zal worden aangevuld met producten, diensten en praktijkvoorbeelden. De toolkit is bedoeld voor het management van lokale
69
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Waardecreatie voor onze klanten
van stadsbanken en van Rabobank Nederland kwamen daarvoor samen.
gehouden. Gedurende de actieperiode kostte een overboeking via
De aanwezigen noemden als belangrijk actiepunt voor 2007 het daad-
internet naar Turkije, Marokko, Suriname en de Antillen/Aruba slechts
werkelijk bereiken van allochtonen met de Rabobank-campagnes.
1 euro. De Rabobank bood hulp bij de geldinzamelingsactie voor de
Deze doelgroep herkent zich nog niet voldoende in de marktbewerking
overstromingsslachtoffers in Suriname. Via de internetbetaalfaciliteit
van de Rabobank voor jongeren, studenten, starters op de huizenmarkt
iDeal is er meer dan EUR 50.000,- ingezameld voor de slachtoffers van
en startende ondernemers.
de ramp. De Surinaamse gemeenschap in Nederland kon speciaal hiervoor kosteloos geld overmaken naar familie en vrienden in Suriname.
Maatwerk hypotheekadvies voor allochtone klant Steeds meer Turken, Marokkanen en Surinamers kopen een huis en vor-
Toegang tot financiële dienstverlening
men daarmee een interessante markt voor de Rabobank. De Rabobank
De Rabobank is ervan overtuigd dat het hebben van toegang tot finan-
heeft bij allochtone klanten een minder sterk imago en is niet altijd in
ciële dienstverlening een basisvoorwaarde is voor de kwaliteit van het
beeld bij de afname van financiële producten. Zo gaan veel Turken voor
menselijk bestaan. Als mensen toegang hebben tot financiële middelen
een hypotheek naar Turkse tussenpersonen. Toch vinden zij die lang
kunnen ze hun ambities verwezenlijken en hun wensen gemakkelijker
niet altijd professioneel en betrouwbaar. Mede daarom organiseerde de
realiseren. Daarbij is extra aandacht nodig voor de meer kwetsbare
Rabobank in 2006 verschillende voorlichtingsbijeenkomsten voor Turkse
groepen in Nederland, zoals ouderen en mensen met een handicap.
huizenkopers in grote steden. Zo organiseerde Rabobank Tilburg op
Ook het vergroten van het inzicht van klanten in het zorgvuldig omgaan
30 mei in de plaatselijke moskee een speciale bijeenkomst waaraan 76
met geld behoort hiertoe. Bij bepaalde klantgroepen, zoals jongeren en
Turkse huizenkopers deelnamen. Het resultaat was dat direct na afloop
mensen met een verstandelijke beperking, kan het gevoel voor de
van de sessie acht hypotheekafspraken werden gemaakt.
waarde van geld ontbreken, evenals de vaardigheid om het geld zorgvuldig te besteden. We zien het als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om hier iets aan te doen.
Sponsoring allochtone studentennetwerken Om de binding met de allochtone doelgroepen verder te versterken, sponsorde de Rabobank Turkse en Marokkaanse talentnetwerken.
Laagdrempelige toegang door netwerk contactpunten
Zoals Cosmicus, een landelijke netwerkorganisatie opgericht door
Als coöperatieve bank ziet de Rabobank het als haar plicht een uitge-
Turkse studenten en afgestudeerden. Tevens sloot de bank een sponsor-
breid netwerk van contactpunten aan te houden. Contactpunten is een
contract met Tannet, een netwerkorganisatie voor hogeropgeleide
verzamelnaam van vestigingen, geldautomaten op openbare locaties,
Turkse Nederlanders. Eerder verbond de Rabobank zich aan Tans, een
Servicewinkels, chipknipservice en traditionele zittingen in verzorgings-
van oorsprong Marokkaanse netwerkorganisatie. Voor de studenten-
tehuizen, geldpunten (extra geld pinnen bij winkeliers) en de stops van
introcampagne zocht de Rabobank nadrukkelijk de grote steden op.
bankbussen. Deze ruim 3.000 contactpunten brengen onze dienstverle-
Zo zond de bank radiocommercials uit op Radio FunX: de radiozender
ning dicht bij onze klanten en op hun behoeften toegesneden, ook in
voor allochtone jongeren in de grotere steden.
de kleine kernen. Speciale contactpunten die de Rabobank inzet voor kwestbare klantgroepen zoals ouderen en visueel gehandicapten zijn
Acties Internationaal Betalen
Rabo Contact vestigingspunten in zorginstellingen en pratende chipknip-
De Rabobank houdt tijdelijke acties gericht op nieuwe Nederlanders.
oplaatpunten. De persoonlijke vestigingspunten leveren eenvoudige
Zo hebben we eind 2005, begin 2006 de actie Internationaal Betalen
bankdiensten. In 2006 waren er hiervan 447 in zorgcentra. De pratende
Willem Lageweg, directeur MVO Nederland “In MVO-kringen wordt het allochtonenbeleid de komende jaren een hot issue. De Rabobank bevindt zich achter de andere grootbanken op plaats drie. Dat is beneden haar stand. Het gaat inmiddels over meer dan 1,7 miljoen mensen in Nederland en in steeds meer wijken in de grote steden is het percentage vaak al boven de 50% gekomen. Als de Rabobank in Nederland marktleider wil blijven, dan zijn heel forse stappen nodig om ook de groeiende groep nieuwe Nederlanders te binden.”
Bron: stakeholdersconsultatie 2006
70
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Waardecreatie voor onze klanten
chipknipoplaadpunten geven de gebruiker voldoende tijd om de uitge-
Het belang van seniorenvoorlichting
sproken instructies uit te voeren. In 2006 waren van deze oplaadpunten
Sinds de tweede helft van 2002 tot eind 2006 zijn circa 125.000 senioren
124 (2005: 92) in gebruik.
voorgelicht over modern bankieren door de Rabobank-seniorenvoorlichters en de SeniorWeb-ambassadeurs.
Rabobank vergemakkelijkt bankieren laaggeletterden
Bancair gezien is de doelstelling van de Rabobank met betrekking tot de
In Nederland zijn naar schatting 1,5 miljoen mensen laaggeletterd.
senioren gericht op behoud, en waar mogelijk verdieping van de relatie.
Zij kunnen niet goed genoeg lezen, schrijven en/of rekenen en ervaren
In 2002 kregen we nog vele klachten binnen via de ouderenbonden
daarvan hinder in het dagelijkse leven. De Rabobank spant zich in haar
over de gebrekkige toegankelijkheid van het moderne betalingsverkeer
bancaire dienstverlening in om laaggeletterde klanten financiële vaar-
voor senioren. Nu is dat sterk teruggelopen. Middels free publicity zijn
digheden (zogenaamde financial literacy) bij te brengen in het doen van
de voorlichters en al onze services voor senioren en mensen met een
bankzaken. Hiertoe hebben we drie nieuwe hulpmiddelen geïntroduceerd.
beperking al regelmatig in het nieuws geweest (landelijk en regionaal, in
• Herkenningswijzer voor banken: met de Stichting Lezen en Schrijven
de krant en op tv).
is een instructiekaart gemaakt voor bankmedewerkers om laaggelet-
De voorlichters vervullen de rol van Rabobank-ambassadeurs. Zij treden
terden te herkennen en om ze te kunnen wijzen op speciale lees- en
niet alleen op bij lokale banken en ouderenbonden maar dragen met
schrijfcursussen. Ook kreeg dit onderwerp vanaf het najaar 2006 een
hun demonstraties ook bij aan het succes van de invoering van het
vaste plaats in de basisopleiding voor deze medewerkers.
(pratende) chipknipsysteem of RaboContact in zorginstellingen. Van
• Brochure Stap voor stap bankieren: in deze klantbrochure met het
belang is ook hun aanwezigheid op de doelgroepbeurzen, bijvoorbeeld
keurmerk ‘Gewone Taal’ wordt in eenvoudige taal en met veel beeld
de 50-plusbeurs. Zij laten zien hoe dichtbij en betrokken de Rabobank is
uitgelegd hoe basisbankdiensten werken.
en geven uitleg over het gemak van Rabobank Internetbankieren en
• ReadSpeaker op www.rabobank.nl: een computerprogramma dat
nieuwere ontwikkelingen zoals iDeal en NotaBox. Ook de ondersteu-
teksten op de website voorleest. Deze innovatie is ook voor slechtzien-
nende tool voor slechtzienden, ReadSpeaker, en de interactieve site
den, mensen met dyslexie en handig voor ouderen.
www.steffie.nl worden gedemonstreerd. De bezoekers ontvangen ook de handleiding Stap voor stap bankieren in gewone taal. Meer voorbeelden kwestbare groepen.
Gerjoke Wilmink, directeur NIBUD “Rabobank, neem de stap van maatschappelijke betrokkenheid naar maatschappelijk verantwoord ondernemen. Rabobank, neem de verantwoordelijkheid om bij het leveren van financiële producten en diensten aan jongeren, minima, ouderen en migranten meer aandacht te besteden aan het vergroten van hun basisvaardigheden voor financiële zelfstandigheid. Stel - zonder belerend te zijn - basiskennis beschikbaar, werk samen met en stimuleer andere actoren op dit gebied en speel een actieve rol in schuldpreventie en schuldsanering. Rabobank, ga een entamerende rol spelen in het debat over financial literacy!”
Bron: stakeholdersconsultatie 2006
Voor meer informatie
www.rabobankgroep.nl/MVO
71
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Bankieren in ontwikkelingslanden
7 Bankieren in ontwikkelingslanden Onder het label Rabobank Development Program (RDP) wordt in ontwikkelingslanden toegang tot betaalbare financiële dienstverlening verschaft aan particulieren en ondernemers in de steden maar vooral op het platteland. In 2006 hebben we onze activiteiten uitgebreid met onder meer een belang van 49% in de Zambia National Commercial Bank PLC (Zanaco). Verder ondertekenden we met een Chinese bank een overeenkomst voor een participatie van 10%. Het aantal kredietcoöperaties die door Rabobank Foundation worden ondersteund, groeide tot circa 400. Met het RDP leveren we ook direct en indirect een bijdrage aan het verwezenlijken van de Millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties. Onze managementbenadering van bankieren in ontwikkelingslanden Onder het label van het Rabobank Development Program (RDP) leveren we een belangrijke bijdrage aan het versterken van de financiële sector in rurale gebieden van ontwikkelingslanden. Het RDP is gebaseerd op het uitgangspunt dat ondernemende mensen hun leven in eigen hand willen nemen en op zoek gaan naar de financiële diensten die zij nodig hebben. In het RDP zetten we onze ervaring, kennis, menskracht en kapitaal zo in dat mensen toegang daartoe hebben. Kleine ondernemers hebben behoefte aan kleine leningen en verzekeringen. Voor de
In dit hoofdstuk
verdere ontwikkeling zijn additioneel kapitaal, complexere financiële diensten, sectorkennis en netwerkondersteuning nodig (zie figuur 28). Het uiteindelijke doel is de economische onafhankelijkheid en welvaart van de plaatselijke bevolking te bevorderen. We verwachten dat de
Onze managementbenadering van bankieren in ontwikkelingslanden • Participaties Rabo Financial Institutions Development BV • Rabo International Advisory Services • Rabobank Foundation buitenland • Communicatie en congressen
economie in deze landen zich op de lange termijn zo ontwikkelt dat het de Rabobank ook zakelijk voordeel oplevert. Het RDP wordt uitgevoerd door drie eenheden die zich vanuit een gemeenschappelijke focus richten op verschillende en elkaar aanvullende activiteiten:
>
• Rabobank Foundation • Rabo Financial Institutions Development BV (RFID) • Rabo International Advisory Services BV (RIAS)
72
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Bankieren in ontwikkelingslanden
Figuur 28: Financieel landschap in ontwikkelingslanden en opkomende economiën
Hoog Midden Rabo Development/ RIAS Laag inkomen
Economisch actieve armen
Officiële armoedegrens
Rabobank Foundation
Allerarmsten
Financiële diensten op maat
Subsidies
NGO’s en particuliere
voor grootbedrijf
Commerciële banken
geldverstrekkers
Standaard financiële diensten
Ontwikkelingsbanken,
Overheden
voor middenbedrijf
plattelandsbanken en spaarbanken
Microfinanciering voor
Instituten voor microfinanciering,
kleinbedrijf
kredietverenigingen, kredietcoöperaties en banken voor betalingsverkeer Bron: Rabobank Nederland (2006)
Strategie focuslanden
en beoordeeld. De conclusie was dat, gelet op de aard van deze risico’s,
De strategie voor het RDP is vanuit een gezamenlijke focus en concen-
de aanwezige landenkennis en de ervaring binnen het team, er geen
tratie activiteiten te ontplooien. In dit kader heeft de raad van bestuur
bovenmatig risicoprofiel is voor onze activiteiten in de focuslanden en
een aantal focuslanden benoemd, waar de komende jaren gezamenlijk
voor de Rabobank Groep als geheel.
nieuwe initiatieven worden ontwikkeld. De geografische focus voor participaties is thans gericht op Tanzania, Zambia, Mozambique, China,
Bijdragen aan Millenniumdoelstellingen
Paraguay en Peru en zal in 2007 worden uitgebreid. Gelet ook op de
De Rabobank Groep vindt het belangrijk met het Rabobank Development
ambitie van Rabobank International ligt de nadruk op participatie in
Program een bijdrage te leveren aan de realisatie van de Millennium-
geschikte plattelandsbanken in India en Indonesië. Hiermee komt het
doelstellingen van de Verenigde Naties (VN). De VN hebben deze doelstel-
aantal focuslanden op acht. India en Indonesië zijn ook landen die
lingen in september 2000 aangenomen. De realisatie ervan zou in 2015
belangrijk zijn voor Rabobank Foundation.
moeten zijn. We richten ons vooral op twee van de acht doelstellingen (zie figuur 29), omdat die het best passen bij onze kernactiviteiten.
Meer samenhang tussen activiteiten
1. Het uitbannen van extreme armoede en honger (halvering van het
In 2007 zullen we de samenwerking tussen RFID, RIAS, Rabobank
aantal mensen dat moet rondkomen van minder dan 1 dollar per dag
Foundation en Rabobank International vergroten. De uitdaging daarbij is
en het aantal mensen dat honger lijdt).
om projecten, programma‘s en nieuwe producten te ontwikkelen die de
Aan deze doelstelling leveren we een bijdrage met het opzetten en
slagkracht en samenhang tussen deze onderdelen vergroten. Op deze
ondersteunen van spaar- en kredietcoöperaties en het verstrekken
wijze zal het effect van onze inspanningen op de economieën van die
van handelsfinancieringen aan kleine boeren. Met de Rabobank
landen aan kracht winnen en zal de zichtbaarheid van het RDP toenemen.
Foundation hebben we hiermee ruim dertig jaar ervaring. 2. Het ontwikkelen van een wereldwijde samenwerking voor ontwikke-
Risicoanalyse ‘Werken in focuslanden’
ling, waarbinnen onder meer gewerkt wordt aan een open en eerlijk
De landen waarin we werken met het RDP kennen een andere wijze
handels- en financieel systeem. Aan deze doelstelling leveren wij een
van werken, handelen en denken. Vooral daar waar we via participaties
bijdrage door te participeren in plattelandsbanken in ontwikkelings-
en technisch advies managementverantwoordelijkheid nemen, hebben
landen die het in zich hebben door te groeien tot sterke financiële
we, naast financieel risico, vooral ook te maken met reputatierisico voor
dienstverleners met een landelijk toegankelijk kantorennetwerk.
de Rabobank Groep. In 2006 heeft RFID de diverse risico’s in kaart gebracht
73
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Figuur 29: Millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties
Bankieren in ontwikkelingslanden
banksysteem in deze provincie met 47 miljoen inwoners. Verder zullen we trainingen verzorgen aan het management en de medewerkers van de bank.
1. Uitbannen van extreme armoede en honger. 2. Basisonderwijs voor alle kinderen.
Uitbreiding en modernisering kantorennet National Microfinance
3. Gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen.
Bank (NMB)
4. Vermindering van de kindersterfte in ontwikkelingslanden.
De Rabobank heeft sinds 2005 een aandeel van 35% in de National
5. Verlaging van de moedersterfte.
Microfinance Bank (NMB). Deze Tanzaniaanse bank heeft in 2006 het
6. Bestrijding van HIV/AIDS, malaria en andere armoedeziekten.
kantorennet uitgebreid en de eerste geldautomaten in gebruik genomen.
7. Waarborgen van een duurzaam milieu.
Er zijn 6 nieuwe kantoren geopend in 2006, zodat het totale aantal op
8. Ontwikkelen van een wereldwijde samenwerking voor ontwikkeling
114 kantoren komt. Hiermee brengt de bank de financiële dienstverlening dichter bij de bevolking van het land. Nu moeten mensen vaak een dag
Bron: www.un.org/millenniumgoals
reizen voordat zij hun salaris kunnen opnemen. Het is uniek dat de nieuwe kantoren voornamelijk in afgelegen gebieden zijn geopend.
Participaties Rabo Financial Institutions Development BV
De concurrenten richten zich veelal op de steden, omdat daar meer
Rabo Financial Institutions Development BV heeft de doelstelling voor
financieel voordeel te behalen valt. Voor 2007 zijn er plannen voor
2006 (zie het maatschappelijk jaarverslag 2005) gehaald om te investeren
verdere uitbreiding met 15 bankkantoren en een verbetering van het
in twee à drie rurale banken (partnerbanken). De belangrijkste participatie
producten- en servicepakket van de NMB.
was de verwerving van 49% van de aandelen in de Zambia National Commercial Bank PLC. Daarnaast is met de voorbereidingen begonen
RIAS in 2006
voor de oprichting van de eerste rurale bank in Mozambique en vond
Rabo International Advisory Services (RIAS) heeft de doelstelling voor
de ondertekening plaats van een overeenkomst met de United Rural
2006 (zie het maatschappelijk jaarverslag 2005) gehaald om technische
Co-operative Bank of Hangzhou (URCB) in China voor de acquisitie van
assistentie uit te voeren bij 15 rurale banken. Door de technische assi-
een aandeel van 10% in de Chinese bank.
stentie van RIAS konden deze banken faciliteiten voor sparen en financieren opbouwen. Voorbeelden van werkzaamheden van RIAS in 2006 zijn:
Verwerving 49% in Zanaco De Rabobank heeft eind 2006 met de Zambiaanse overheid overeenstemming bereikt over de verwerving van 49% van de aandelen in de Zambia National Commercial Bank PLC (Zanaco). Deze deelneming is het gevolg van het privatiseringsprogramma van de Zambiaanse overheid
• de oprichting in Egypte van het Horus Agri Fund; een venture capital fund voor participaties in middelgrote Egyptische bedrijven; • het assisteren van UBB Bulgarije bij het verstrekken van EUR 10 miljoen krediet aan het MKB en agrarische bedrijven; • de organisatie van een studiereis langs Nederlandse financiële
waarvan Zanaco deel uitmaakt. Deze keuze is onder meer gebaseerd op
experts voor management van banken uit ontwikkelingslanden;
het feit dat de Rabobank het aantal kantoren van Zanaco wil uitbreiden,
• het opstellen van een strategisch plan voor de National Bank of Iraq
met name op het platteland. Daarnaast zullen we in een uitgebreid
voor het opzetten van een bank voor het MKB en particulieren klanten;
meerjarenprogramma investeren. Zanaco kan zich hierdoor ontwikkelen
zowel in Jordanië als in Nederland zijn trainingen gegeven aan
tot een vooraanstaande financiële dienstverlener in Zambia. We willen
Irakees personeel;
met onze kennis, ons management en kapitaal de financiële dienst-
• ondersteuning van de Asia Commercial bank in Vietnam bij de
verlening in Zambia professionaliseren. Rabo Financial Institutions
ontwikkeling van beleid en procedures op het gebied van rente-,
Development B.V. levert het management en verbindt zich voor een
liquiditeits- en valutarisico’s.
driejarig programma van technische assistentie.
Uitzendingen naar buitenlandse projecten Oprichting eerste rurale bank in Mozambique
De Rabobank zendt jaarlijks een groot aantal interne consultants voor
In Mozambique is de Rabobank in 2006 gestart met de voorbereidingen
een korte termijn naar het buitenland voor minimaal één week en soms
voor de oprichting van de eerste rurale bank in dat land. In deze nieuwe
langer. Daar adviseren zij banken op specialistische terreinen op het vlak
bank worden de financiële activiteiten van de Mozambikaanse instituti-
van financiële dienstverlening. Rabo Financial Institutions Development
onele aanbieder van kredieten GAPI opgenomen. GAPI is de enige
BV heeft in 2006 zeventien Rabobankmanagers voor een periode van
institutionele aanbieder van kredieten op het platteland.
drie jaar uitgezonden naar het buitenland.
Overeenkomst voor 10% aandeel in Chinese bank
Talents for Development
De Rabobank heeft een overeenkomst getekend met de United Rural
Via het in 2005 gestarte programma Talents for Development worden
Co-operative Bank of Hangzhou (URCB) in China voor de acquisitie van
jonge, ambitieuze Rabobankmedewerkers uitgezonden die ervaring willen
een aandeel van 10% in deze Chinese bank. Op provinciaal niveau
opdoen bij buitenlandse projecten van het Rabobank Development
adviseren we over de toekomstige structuur en het totale coöperatieve
Program. Zij krijgen zo de kans om een opdracht uit te voeren bij een
74
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Bankieren in ontwikkelingslanden
financiële instelling in een ontwikkelingsland. Dit programma is waardevol voor de ontwikkeling van de medewerkers en de bank. Zij krijgen daarbij begeleiding van een ervaren adviseur of manager die namens de Rabobank is uitgezonden.
Figuur 31: uitgaven Rabobank Foundation in EUR miljoenen 20 15
Mismatch tussen beschikbaarheid en uitzending Het enthousiasme onder specialisten van de Rabobank voor het leveren van een bijdrage aan deze buitenlandse projecten is groot. Managers
10
Buitenland
5
Binnenland
0 2001
2002
2003
2004
2005
2006
zijn echter niet altijd in staat om hun specialisten tijdig beschikbaar te stellen vanwege eigen prioriteiten. Vanwege het toenemende aantal mandagen dat RIAS inzet, is het soms lastig om op het juiste moment de juiste mensen te krijgen. Daarom worden in sommige gevallen
Figuur 32: spaar- en kredietcoöperaties met een lening per werelddeel in procenten
extern mensen ingehuurd.
De buitenlandse activiteiten van de Rabobank Foundation in 2006 De Rabobank Foundation bereikt met haar activiteiten ruim 3,2 miljoen
Azie
48
Latijns-Amerika
27
Afrika
17
Oost-Europa
8
leden van coöperaties wereldwijd. Hiermee levert de Foundation een zichtbare bijdrage aan de verstrekking van microkredieten en de ondersteuning van coöperaties in derdewereldlanden. Uit een evaluatie gehouden in 2006 blijkt dat van deze totale populatie driekwart vrouw en driekwart ruraal georiënteerd is. De helft leeft op of onder de armoedegrens en een derde is analfabeet. De Foundation steunt bij voorkeur microkredietverstrekkers in hun opstart-
Handelsfinancieringen
fase. In de periode 2001-2006 konden circa 400 organisaties rekenen op
De handelsfinancieringen zijn gestegen van ongeveer EUR 5,8 in 2005
een bijdrage. De evaluatie laat zien dat deze organisaties snel groeien. Het
naar ongeveer EUR 7,7 miljoen in 2006. Deze handelsfinancieringen zijn
ledental van de gesteunde coöperaties groeit jaarlijks gemiddeld met 15%.
gericht op koffie, cacao en tropische vruchten. Progresso is een samenwerkingsverband van Rabobank Foundation,
Inkomsten en bestedingen in 2006
Stichting Doen en Stichting Green Development. In het verslagjaar is de
De Rabobank Foundation ontving in 2006 een vrijwillige bijdrage van
samenwerking binnen het Progressofonds geformaliseerd en zijn de
3,95 miljoen van de lokale Rabobanken (2005: EUR 2,9 mln). Inclusief de
verstrekkingsprocedures van de handelsfinancieringen tot productie
verdubbeling van Rabobank Nederland en overige inkomsten, zoals
gekomen. Dit heeft geresulteerd in een totaal van de uitstaande finan-
rente en terugboekingen, was het totaal aan opbrengsten EUR 14,2
cieringen per ultimo 2006 van EUR 2,15 miljoen. Het oogstseizoen in
miljoen. Dat is 29% meer dan in 2005. De verklaring voor deze stijging
Zuid-Amerika moet nog op gang komen. Het beschikbare geld van
is het succes van het Infotainmentprogramma ‘Wereld in eigen hand’.
EUR 4 miljoen zal, naar het zich laat aanzien, geheel worden benut.
Dit programma informeert leden van lokale Rabobanken over de activi-
De plannen uit 2005 met betrekking tot de cacao hebben stilgelegen
teiten van de Rabobank in ontwikkelingslanden.
in afwachting van de nadere uitwerking van het Progressofonds.
De Foundation steunde in 2006 zo’n 151 projecten (2005: 116) in meer dan 40 landen, in totaal voor EUR 14,4 miljoen (2005: ruim EUR 10,3 mil-
Medewerkersfonds Share4more Het medewerkersfonds Share4more zamelt bij medewerkers en gepen-
joen, inclusief garanties).
sioneerden geld in voor kleinschalige projecten in binnen- en buitenland. Donateurs kunnen zelf aangeven aan welk type projecten ze het bedrag Figuur 30: inkomsten Rabobank Foundation in EUR miljoenen
willen besteden. De projecten van Share4more richten zich op kansarmen in de samenleving.
20
Overige
In 2006 heeft Share4More aan 89 projecten in Afrika, Azië en Zuid-
15
inkomsten
Amerika in totaal EUR 267.000 uitgekeerd (2005: EUR 23.500).
10
Inkomsten
De gesteunde projecten houden zich onder meer bezig met de opvang
5
lokale
van weeskinderen met aids (Zuid-Afrika), het bouwen van huizen en
0
Rabobanken 2001
2002
2003
2004
2005
2006
scholen en het steunen van landbouwprojecten (Rwanda), en het behandelen van kinderen met een aangeboren afwijking of verlamming (Azië). Het geld is afkomstig van medewerkers en gepensioneerden van de
75
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Bankieren in ontwikkelingslanden
Rabobank Groep, die minimaal EUR 4,- per maand doneren. 2.142
Ook gaan we onze klanten het nieuwe Cordaid Microkrediet Fonds
personen hebben EUR 95.000,- in het fonds gestort. Daarnaast zijn voor
aanbevelen dat speciaal gericht is op steun aan kleine ondernemers in
EUR 15.000,- incidentele bijdragen ontvangen. De raad van bestuur heeft
ontwikkelingslanden. In veel landen kampt het midden- en kleinbedrijf
de bijdragen van in totaal EUR 110.000,- verdubbeld tot EUR 220.000,-.
met grote problemen. De sector valt in de zogeheten ‘missing middle’ wat kredietverstrekking, investeringen en andere financiële diensten
Microverzekering
betreft. Veel microfinancieringsinstellingen beperken zich met kleine
Sinds de oprichting van de Micro Insurance Association Netherlands
leningen tot arme mensen zonder onderpand, en traditionele banken
(MIAN) in 2004 werkt de Foundation met deze organisatie samen.
richten zich vooral op grote ondernemingen. Het midden- en kleinbedrijf
De MIAN ondersteunt lokale organisaties bij het opzetten van een
valt tussen de wal en het schip en heeft grote behoefte aan financiers
microverzekeringssysteem. In 2006 werkte de Rabobank Foundation
die zich specifiek richten op de behoefte van startende kleine en
samen met de MIAN op het gebied van health insurance in Cambodja
middelgrote ondernemingen.
en op het gebied van gezondheidsrisico’s in India. In het project in Cambodja werd samengewerkt met de Achmea Groep
Sustainable Agriculture Guarantee Fund
en Healthnet. In deze samenwerking heeft de Rabobank Foundation
Het Sustainable Agriculture Guarantee Fund (SAGF) is in november 2005
geholpen met de voorbereiding en het opzetten van de health insurance
officieel van start gegaan. Het fonds biedt (partiële) kredietgaranties aan
en een rol gespeeld in de financiering. In India heeft een uitgezonden
plaatselijke banken in met name Zuid-Amerika en Afrika. Zij kunnen
medewerker gewerkt bij het Asian Knowledge Centre for Mutual Insurance
zodoende gemakkelijker kredieten verlenen aan boerencoöperaties om
(ASKMI), dat een onderdeel vormt van de Dahu Foundation in Madurai.
op termijn het krediet zelfstandig te verstrekken op basis van opgebouwd vertrouwen. In 2006 heeft het SAGF vertraging opgelopen op het
Internationale samenwerking
gebied van uitzettingen vanwege de reorganisatie binnen Rabobank
In haar bancaire activiteiten in ontwikkelingslanden zoekt de Rabobank
International en personeelswisselingen. Toch heeft niet alles stilgelegen:
actief de samenwerking met andere partijen. We startten in 2006 een
er zijn gesprekken gevoerd met potentiële investeerders die overwegen
nauwe samenwerking met de ontwikkelingsorganisatie Cordaid.
deel te nemen in het fonds. Cordaid besloot deel te nemen met een
Andere voorbeelden zijn:
inbreng van EUR 1,5 miljoen in het fonds.
- het Sustainable Agriculture Guarantee Fund (samenwerking van ministerie van Buitenlandse Zaken, Solidaridad, Rabobank
Communicatie en congressen
International en Rabobank Foundation);
Voor het uitdragen van de boodschap dat de Rabobank zich sterk
- de samenwerking met ontwikkelingsorganisatie ‘Woord en Daad’ voor een grootschalig microkredietprogramma in Bangladesh; - Terrafina, een samenwerkingsverband in Afrika tussen ICCO, Oikocredit en de Rabobank Foundation; - Agri-ProFocus, een samenwerkingsverband dat uit twintig partners bestaat, waaronder Rabobank Foundation, Solidaridad, Novib, ICCO en Cordaid, met als doel het effectiever ondersteunen van agrarischeproducentenorganisaties; - de samenwerking met de ontwikkelingsbanken; - het samenwerkingsverband Netherlands Financial Sector Development Exchange (NFX).
maakt voor een laagdrempelige toegang tot financiële dienstverlening voor de bevolking in ontwikkelingslanden is effectieve communicatie onmisbaar. In 2006 hebben we de volgende communicatieactiviteiten uitgevoerd: • presentatie communicatieprogramma Wereld in eigen hand bij lokale Rabobanken over projecten van RDP in India, Honduras, Tanzania en Egypte; • sponsoring van de Business in Development (BiD) Challenge, een initiatief van het NCDO; • deelname aan het televisieprogramma Nederland in Bedrijf over projecten in landen als Tanzania, Sri Lanka, Vietnam, Kenia, Egypte, India, Ghana, Mozambique, Zambia en Indonesië;
Samenwerking met Cordaid
• gastheer van de jaarvergadering van Organic Exchange, een congres
In oktober 2006 is de voorgenomen samenwerking tussen de Rabobank
met 400 deelnemers uit de productieketen van biologische katoen
en de ontwikkelingsorganisatie Cordaid bekendgemaakt. We zullen
wereldwijd.
Cordaid ondersteunen met financiële expertise. Cordaid op haar beurt brengt ons en onze klanten in contact met collega-ondernemers in ontwikkelingslanden.
Voor meer informatie
www.rabobankgroep.nl/MVO
76
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Midden in de samenleving
8 Midden in de samenleving In een wereld waarin lokale en mondiale welvaart en vormen van achterstelling hand in hand gaan, is er een sterk appel op ondernemingen om in hun directe leefomgeving betrokken te zijn bij allerlei sociale en milieuvriendelijke initiatieven. Vanuit onze coöperatieve achtergrond is het voor de Rabobank vanzelfsprekend om hieraan gevolg te geven. We doen dat vanuit de ‘coöperatief dividend’-filosofie. Een deel van onze winst besteden we aan economische, sociale en culturele verbeteringen. Ook zijn we initiatiefrijke mensen van dienst met kennis en netwerken. Onze managementbenadering van maatschappelijke betrokkenheid Het uitgangspunt van de Rabobank is dat de bijdragen die ze aan de samenleving geeft, het eigen initiatief van mensen dienen te belonen. Met onze donaties en sponsoring enerzijds en onze coöperatieve initiatieven (coöperatief dividend, pag. 77) en studies anderzijds zetten we steeds meer mensen aan om zelf ondernemend op te treden en vernieuwingen in gang te zetten. Ons streven daarbij is maatschappelijke betrokkenheid te laten aansluiten bij onze kernactiviteiten. Dat heeft
In dit hoofdstuk
niet alleen meer impact op onze samenleving, maar draagt er ook toe bij dat onze commerciële mensen in hun dagelijkse werkzaamheden de oriëntatie op de samenleving houden. Samenwerking en kennis spelen daarbij een belangrijke rol. Coöperatief bankieren is te beschouwen als de synergie tussen onze betrokkenheid met de samenleving en onze
• Onze managementbenadering van maatschappelijke betrokkenheid • Rabobank Foundation Nederlandfinanciële dienstverlening • Maatschappelijke impact • Lokale initiatieven • Maatschappelijke betrokkenheid groepsonderdelen • Sponsoring • Kennis over en voor de markt
financiële kernactiviteiten. Samenwerking: we gaan er bewust steeds vaker toe over om via uiteenlopende coalities of partnerschappen dingen tot stand te brengen die leiden tot een duurzamere samenleving. Dat kan bijvoorbeeld een partnerschap zijn voor het ontwikkelen van financiële producten, zoals de creditcard met klimaatcompensatie die we samen met het Wereld Natuur Fonds op de markt brengen (zie pag. 58). Een ander voorbeeld is de samenwerking met Cordaid voor de steun aan kleine ondernemers in ontwikkelingslanden (zie pag. 75).
>
Kennis: de Rabobank heeft een naam hoog te houden als kennisbank op sociaaleconomisch terrein en op food & agrigebied. Al jaren geeft ons directoraat Kennis en Economisch Onderzoek sociaaleconomische
77
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Midden in de samenleving
ontwikkelingen in de verschillende internationale food & agrisectoren.
Rabobank Foundation Nederland voor maatschappelijke initiatieven
Steeds vaker vormt duurzaamheid het referentiekader van deze studies.
De Rabobank Foundation in Nederland doet talrijke donaties aan kleine
studies uit. Het Food & Agri Researchteam maakt studies over markt-
en grote projecten die gericht zijn op het verbeteren van de mogelijkCoöperatief dividend voor de samenleving en de leden
heden tot participatie in de samenleving van mensen met een geestelijke
De Rabobank heeft geen aandeelhouders aan wie zij periodiek dividend
of lichamelijke beperking.
uitkeert, maar biedt daarvoor in de plaats ondersteuning aan maatschap-
Jaarlijks ontvangt de Rabobank Foundation circa 350 aanvragen voor
pelijke, economische, duurzame en culturele projecten. De ondersteuning
financiële steun in Nederland. In 2006 honoreerde zij 53 van deze aan-
bestaat niet alleen uit geld, maar ook uit de inzet van medewerkers
vragen. In 2006 doneerde zij aan projecten ruim EUR 1,6 miljoen (2005:
tijdens werktijd, de inzet van onze netwerken en media en het ter
1,5 miljoen). De donaties van de Rabobank Foundation in Nederland
beschikking stellen van middelen, zoals vergaderruimtes en kopieer-
zijn schenkingen waar geen rechtstreekse (commerciële) wederdienst
apparatuur. Deze activiteiten, zowel lokale als centrale, worden gerang-
tegenover staat. De lokale Rabobanken geven een jaarlijkse bijdrage aan
schikt onder de noemer ‘coöperatief dividend’. We gaan ervan uit dat
de Rabobank Foundation en werken bovendien vaak met de
door samenwerking en bundeling van krachten een beter resultaat kan
Foundation samen in projecten. Vaak dragen zij een project bij de
worden geboekt dan door individueel opereren. Dit is de kern van het
Rabobank Foundation aan en zijn zij actief in dat project.
coöperatieve gedachtegoed. Het maakt de Rabobank in Nederland
Voorbeelden van projecten waaraan de Rabobank Foundation in 2006
uniek en onderscheidend. Hoewel geen haarscherpe grens kan worden
heeft gedoneerd, zijn:
getrokken tussen coöperatief dividend en sponsoring, zit het onder-
• de stichting Lezen & Schrijven voor het helpen oplossen van het
scheid vooral in de vraag of een directe tegenprestatie is afgesproken. Van de lokale Rabobanken geeft 95% aan over een coöperatiefonds te beschikken of anderszins aan het coöperatief dividend ‘uit te keren’ aan de lokale gemeenschap. De activiteiten van de banken staan op www.rabobank.nl/leden.
probleem van laaggeletterdheid; • de training Goede Zaken voor ideële organisaties om zich goed te profileren bij commerciële bedrijven; • de nationale Special Olympics voor het stimuleren van sporten voor mensen met een verstandelijke beperking.
Coöperatief dividend in onze marktformules
Lokale initiatieven voor de samenleving
Als coöperatieve organisatie gaat de betrokkenheid van de Rabobank
Onze lokale banken nemen veel initiatieven om het milieu, de econo-
verder dan alleen het behartigen van de financiële belangen van haar
mische ontwikkeling en de sociale samenhang van onze omgeving te
klanten. Met onze kennis en netwerken helpen we klanten bij het ver-
versterken. Dat past goed binnen ons coöperatieve gedachtegoed.
wezenlijken van hun maatschappelijke ambities. Ons fundamentele
We onderscheiden in de projecten die we steunen zes verschillende
streven om betrokken te zijn bij de lokale omgeving, biedt ons de moge-
thema’s: (1) financiële scholing, (2) onderwijs en loopbaanontwikkeling,
lijkheid om op een geloofwaardige manier uniek te zijn in de markt.
(3) wijk en buurt, (4) zorg en welzijn, (5) plattelandsvernieuwing en (6)
Veel van onze klanten hebben de behoefte om iets te doen voor hun
milieu. Voor meer dan zestig praktijkvoorbeelden zie ‘MVO in de praktijk‘
directe omgeving. Onze lokale Rabobanken geven daar invulling aan,
op www.rabobankgroep.nl/MVO.
bijvoorbeeld door welgestelde klanten in contact te brengen met bankingklanten kunnen deze organisaties ondersteunen met hun
Maatschappelijke betrokkenheid van onderdelen Rabobank Groep
kennis, middelen en/of netwerk.
Vele onderdelen van de Rabobank Groep (Robeco, De Lage Landen,
verenigingen, stichtingen, instellingen en bedrijfjes. Deze private-
FGH Bank, Obvion, Schretlen & Co, Alex en Rabobank International) zijn
Lid zijn van de Rabobank
overeenkomstig de traditie van de Rabobank actief in de samenleving.
Een lid heeft recht van spreken bij de lokale Rabobanken. In de algemene vergadering of de ledenraad kunnen leden een stem laten horen en meebeslissen. Omdat de lokale Rabobanken geen winst hoeven uit te keren, laten ze een deel van de winst terugvloeien naar de lokale gemeenschap door te investeren in lokale projecten. De leden bepalen gezamenlijk in welke projecten door de lokale bank wordt geïnvesteerd. Maar ook in andere opzichten hebben leden een streepje voor. Ze krijgen meer informatie dan gewone klanten, bijvoorbeeld via seminars, workshops en lezingen en het ledenblad Dichterbij. Daarnaast krijgen ze ook materiële en financiële voordelen in de vorm van kortingen en speciale ledenproducten.
Dat gebeurt in de vorm van donaties, sponsoring en vrijwilligerswerk.
Sponsoring De Rabobank kiest in haar sponsorbeleid voor langdurige en structurele partnerships waarbij niet alleen de bank, maar vooral ook de gesponsorde partij voordelen moet ondervinden van de samenwerking. In ons sponsorbeleid speelt naast merkprofilering het opleiden van talent en de bevordering van een vitale en sociale samenleving een belangrijke rol. We sponsoren geen organisaties met politieke doelstellingen, individuen, gevaarlijke sporten of milieubelastende activiteiten. Onze lokale Rabobanken hebben in 2006 via sponsoring EUR 22,8 miljoen en via donaties EUR 2,8 miljoen bijgedragen aan projecten. In 2005 werd in totaliteit EUR 25,6 miljoen uitgegeven.
78
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Midden in de samenleving
Rabobank Nederland gaf het afgelopen jaar in totaal EUR 20 miljoen uit
Kennis over en voor de markt
aan sponsoring en EUR 0,2 miljoen aan donaties. Landelijk richten we
De Rabobank is bij uitstek een kennisbank. Binnen haar gelederen func-
onze sponsorinitiatieven op de volgende gebieden:
tioneren diverse kenniscentra en onderzoeksafdelingen. Deze genereren
• de sponsoring van sport en dan met name wielrennen, hockey,
niet alleen kennis voor eigen gebruik, maar ook voor klanten en leden.
paardensport en NOC*NSF;
MVO krijgt daarbij hoe langer hoe meer aandacht. Zo heeft directoraat Kennis en Economisch Onderzoek (KEO) van Rabobank Nederland zich
• de sponsoring van cultuur, waarbij musea en vooral het Van Gogh
ten doel gesteld MVO te incorporeren in studies en visies. Deze doelstel-
Museum een belangrijke plaats krijgen; • de sponsoring van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK).
ling is in 2006 gerealiseerd. In eerdere edities van het maatschappelijk jaarverslag is hieraan al aandacht gegeven. Hieronder noemen we enkele voorbeelden uit 2006.
Figuur 33: Totaal aan sponsorbedragen en donaties Rabobank Nederland in miljoenen euro’s Sponsoring Donaties
• Rapport Financing and the emerging bio-energy markets over bio-energie en de ontwikkeling van duurzame energieoplossingen.
2006
2005
2004
2003
20,0
19,3
18,9
19,0
0,2
0,1
0,2
0,2
• De artikelen Langer doorwerken met de levensloopregeling en Langer werken: hoe dan?’ over de kosten van vergrijzing en het belang van meer werken en langer doorwerken. Voor dit thema hebben we via de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) bij de politiek om aandacht gevraagd. • Onderzoeken naar regionale en ruimtelijke economische aspecten
Medewerkers waarderen sponsoring
in Nederland langs de drie duurzaamheidsperspectieven People,
Uit het jaarlijkse sponsoronderzoek blijkt dat medewerkers van de lokale
Planet, Profit.
Rabobanken de sponsorprojecten op gebied van sport en cultuur goed vinden passen bij de Rabobank. 97% van de ondervraagde Rabobank-
• Onderzoeken naar de sociaaleconomische positie en bankdiensten van niet-westerse allochtonen in Nederland.
medewerkers staat positief tegenover sponsoring in het algemeen, mede doordat daarmee maatschappelijke betrokkenheid wordt getoond.
Maatschappelijke impact vrijwilligerswerk De verschillende onderdelen van de Rabobank geven op eigen wijze invulling aan vrijwilligerswerk. Voorbeelden zijn: • Lokale Rabobanken en groepsonderdelen kunnen zelf bepalen of hun personeelsleden in werktijd vrijwilligerswerk mogen doen. Zeker sinds onze aansluiting bij ‘Make a Difference Day’ is dit het geval. Zo krijgen werknemers van Robeco bijvoorbeeld één dag per jaar vrij om vrijwilligerswerk via Benefits 4 Kids of Workmate te doen. • Een aantal lokale Rabobanken en onderdelen van de Rabobank Groep hebben in 2006 meegedaan aan Make a Difference Day, de landelijke vrijwilligersdagen op 3 en 4 november. Deze vrijwilligersactiviteiten worden over het algemeen zeer goed gewaardeerd, ook vanwege de teambuilding. • Schretlen & Co heeft een persoonlijk budget in het leven geroepen om te kunnen besteden aan vrijwilligerswerk. • De medewerkers van Rabobank Indonesië hebben geholpen bij de Yogyakarta aardbeving en Rabobank Tokyo heeft beleid ontwikkeld om vrijwilligerswerk te bevorderen.
Voor meer informatie
www.rabobankgroep.nl/MVO
79
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
9 Onze medewerkers De Rabobank is in beweging. Ontwikkelingen in de maatschappij, veranderende eisen in de vraag van klanten, scherpe concurrentie én het verdergaande terugtreden van de overheid vragen om continue vernieuwing in denken en handelen. Daarbij heeft de Rabobank haar ambities verder aangescherpt en zal zich de komende jaren richten op een forse omwenteling door een sterke internationale groei. Bovendien willen we als werkgever een bijdrage leveren aan de samenleving. Dit alles stelt hoge eisen aan onze medewerkers en ons human resources management (HRM) beleid. In dit hoofdstuk Onze managementbenadering van human resources • Veranderende context van HRM • Visie HRM • Uitgangspunten HRM-beleid
Onze managementbenadering van human resources >
Veranderende context van HRM De omgeving van de Rabobank Groep is aan snelle veranderingen onderhevig. De maatschappij, en daarbinnen de arbeidsmarkt, is continu
Slimmer werken • Arbeidsvoorwaarden • Performance management en beloningsbeleid Loopbaan • Interne mobiliteit medewerkers • Inzetbaarheid • Ontwikkelen van MVO-kennis bij medewerkers • Opleidingen • Vrijwilligerswerk • Medewerkers tevredenheid • Arbeidsomstandigheden en - (on)geschiktheid • Verloop personeel
in beweging, wordt krapper en verandert van aard. Onze verwachting is
>
dat de arbeidsmarkt steeds meer pluriform wordt (meer vrouwen en multicultureel), en bovendien internationaal, digitaal, onzeker en ondernemend. Daarnaast wordt de gemiddelde loopbaan langer. Ook verandert de wijze waarop het werk wordt georganiseerd, en dat heeft gevolgen voor de opbouw en samenstelling van het personeelsbestand. Zo is bijvoorbeeld in 2006 besloten om een deel van de ICT-activiteiten af te bouwen en uit te besteden (zie casestudie “Uitbesteden van werk langs de MVO-meetlat”. Verder heeft de Rabobank onderdelen van Bouwfonds overgenomen, wat per 1 december 2006 heeft geresulteerd
>
in een samenvoeging van Bouwfonds, FGH Bank en Rabo Vastgoed tot Rabo Bouwfonds. Door deze maatschappelijke trends, gekoppeld aan onze ambitie om
Verschillen • Aantrekken en ontwikkelen van talent • Stimuleren van vrouwen in topfuncties • Culturele diversiteit • Inzetbaarheid van oudere medewerkers
commercieel succesvoller te zijn tegen lagere kosten, de samenwerking binnen de Rabobank Groep te verbeteren en internationaal flink uit te breiden, moeten we als werkgever in steeds meer verschillende arbeids-
>
markten actief zijn. Veronachtzaming van deze ontwikkelingen draagt risico’s in zich, maar het anticiperen erop met doordacht HRM-beleid levert nieuwe kansen op. Dit is voor ons de uitdaging.
80
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
Visie HRM
Slimmer werken
De maatschappelijke trends en de strategie van de Rabobank Groep
De Rabobank 16 wil efficiënter en effectiever werken. Daarvoor zijn
om op eigen kracht bestendig te groeien op drie terreinen (marktleider-
bevlogen en ondernemende medewerkers nodig. Leidinggevenden
schap in Nederland, synergie tussen groepsonderdelen en uitbreiding
moeten medewerkers de ruimte geven zich als zodanig te ontplooien.
als leidende bank in de internationale food & agrisectoren en in de
Zij inspireren, coachen en sturen op resultaat. Performance management
internationale retailbanking) vragen om een heldere visie en kordaat
- de jaarlijkse cyclus binnen de Rabobank van plannen, functioneren,
beleid op het gebied van HRM. Want we kunnen onze ambities alleen
beoordelen en belonen - speelt hierop in. In 2006 werd de eerste cyclus
verwezenlijken met de inzet van getalenteerde, vitale en blijvend gemo-
afgerond. Uit de evaluatie bleek dat performance management heeft
tiveerde mensen. Dit is het belangrijkste kapitaal voor onze organisatie.
geleid tot een betere koppeling tussen prestaties en belonen, en tot
Vanuit dit leidende principe hebben we in 2006 de studie ‘De
meer duidelijkheid in wat van medewerkers verwacht wordt. HRM-
WERKelijkheid van morgen’ gepubliceerd. De studie beschrijft zeven
activiteiten die onder het aandachtsgebied slimmer werken vallen, zijn:
megatrends die werk en werken de komende jaren beïnvloeden: digitaler,
• arbeidsvoorwaarden, pag. 81;
grenzelozer, pluriformer, onzekerder, verantwoordelijker, vitaler en
• pensioenvoorziening, pag. 81;
ondernemender. Over deze trends is extern gediscussieerd tijdens een
• performance management en beloningsbeleid, pag. 81;
landelijk congres, in samenwerking met de werknemersvereniging AWVN,
• beoordeling en beloning topmanagement, pag. 82;
en intern met leidinggevenden, HR-managers en de ondernemingsraden.
• MVO-doelstellingen binnen performance management, pag. 82.
De resultaten hebben we in 2006 uitgewerkt in een geactualiseerde visie op ons HRM-beleid: “Mensen maken de bank, nog beter”. Met deze visie
Loopbaan
leggen we een verbinding tussen de trends en de ambities van de
Medewerkers van de Rabobank Groep moeten zich ontwikkelen, om bij
Rabobank. Dit heeft geresulteerd in drie aandachtsgebieden: (1) slimmer
te blijven en om door te groeien. Daarom stimuleren wij ontwikkeling en
werken, (2) loopbaan en (3) verschillen. In 2007 zal in afdelingen en
beweging. Een regelmatige wisseling van werkomgeving is ook nodig
eenheden en op lokaal niveau concrete invulling worden gegeven aan
om vitaal te blijven. Vitaliteit en gezondheid zijn weer belangrijke voor-
de uitgangspunten van deze visie.
waarden om inzetbaar te blijven. Dat is nog meer nodig dan in het verleden, ook voor ouderen; loopbanen worden immers een stuk langer.
Uitgangspunten HRM-beleid
Daarom leggen wij het accent behalve op het voorkomen van ziekte-
De Rabobank Groep onderschrijft de beginselverklaring van de Inter-
verzuim, ook steeds meer op het bevorderen van gezondheid en vitaliteit.
national Labour Organisation (ILO) betreffende multinationale onder-
Door de toenemende krapte op de arbeidsmarkt wordt het steeds
nemingen en sociaal beleid. De beginselverklaring kiest als vertrekpunt de
moeilijker om de juiste mensen te vinden. Gelukkig is de Rabobank een
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en overeenkomstige
populaire werkgever: in het jaarlijkse onderzoek van Intermediair naar
internationale verdragen. In de beginselverklaring komen onder meer
favoriete werkgevers in Nederland eindigde de Rabobank als beste
onderwerpen aan bod als non-discriminatie, arbeidsomstandigheden
bankwerkgever op de derde plaats, achter Philips en Shell. Onder hoog-
(veiligheid en gezondheid), arbeidsverhoudingen (vrijheid van vakver-
opgeleide vrouwen komen we in datzelfde onderzoek als populairste
eniging en recht op organisatie en collectieve onderhandelingen).
werkgever naar voren. HRM-activiteiten die onder het aandachtsgebied
De verklaring vormt een externe pijler van ons HRM-beleid.
loopbaan vallen, zijn:
Het groepsbrede HR-beleid over talentontwikkeling, organisatieont-
• vergroting van de interne mobiliteit van medewerkers, pag. 83;
wikkeling, arbeidsvoorwaarden en pensioenen valt onder de verant-
• inzetbaarheid, pag. 84;
woordelijkheid van het Directoraat Personeel van Rabobank Nederland.
• opleidingen, pag. 85;
Ook de daaraan verbonden afstemming met de ondernemingsraad
• vrijwilligerswerk, pag. 85;
van Rabobank Nederland en de GOR AB (Groepsondernemingsraad
• medewerkerstevredenheid, pag. 85;
Aangesloten Banken) en het overleg met de vakbonden behoren tot
• arbeidsomstandigheden, pag. 86;
de taak van het Directoraat (meer over organisatie van HR, vertegen-
• personeelsverloop, pag. 87.
woordigend overleg en medezeggenschap. Verschillen De drie aandachtsgebieden slimmer werken, loopbaan en verschillen
De Rabobank Groep streeft naar een landelijke afspiegeling van de
- vastgesteld in de geactualiseerde visie ‘Mensen maken de bank, nog
beroepsbevolking met een regionale afspiegeling per werkgebied,
beter’ - omvatten verschillende beleidsinitiatieven van het Directoraat
zowel nationaal als internationaal. Op die manier kunnen we optimaal
Personeel.
aansluiten bij cultureel bepaalde behoeften van regionale en lokale
16. Daar waar Rabobank vermeld staat, worden Rabobank Nederland en de lokale Rabobanken bedoeld.
81
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
markten en beter inspelen op de wens van de klant. Die afspiegeling
van eigen keuzes op het gebied van de financiële toekomst.
verschilt sterk per onderdeel en lokale Rabobank.
Meer informatie over vernieuwingen arbeidsvoorwaarden en arbeids-
We benadrukken in ons human resourcesbeleid de positieve benadering
duur in Rabobank CAO.
van verschillen in mensen in levensfase, sekse, etniciteit, seksuele geaardheid,
De arbeidsvoorwaarden stimuleren ook het maken van bewuste duur-
afkomst, levensbeschouwing of lichamelijke validiteit. Diversiteit in mensen
zame mobiliteitskeuzes. Zo mogen leaserijders van Rabobank Nederland
stimuleert ondernemend gedrag en laat de kwaliteiten van medewerkers
alleen een auto uitzoeken uit de zuinigheidscategorie A, B of C uit het
beter tot hun recht komen. Gevarieerde teamsamenstellingen bevorderen
brandstofboekje van de Rijksdienst voor Wegverkeer.
de kwaliteit en creativiteit. Om genoeg hoogwaardig personeel te kunnen
Dit beleid wordt ook gestimuleerd bij lokale Rabobanken en groeps-
aantrekken, moeten we in alle deelmarkten van de arbeidsmarkt actief
onderdelen. Lees hierover meer op pag. 97.
zijn: jong en oud, vrouw en man, autochtoon en allochtoon. HRM-activiteiten die hieronder vallen zijn:
Arbeidsvoorwaarden op maat
• aantrekken en ontwikkelen van talent, pag. 87;
De organisatie is in steeds meer verschillende arbeidsmarkten actief
• stimuleren van vrouwen in topfuncties, pagina 87;
en dit zal om verschillende arbeidsvoorwaardelijke pakketten en
• culturele diversiteit, pag. 87;
(maatwerk)oplossingen vragen. In 2006 is een lijn ingezet om verder
• inzetbaarheid van oudere medewerkers, pag. 88.
diversificeren van of differentiëren binnen de Rabobank CAO mogelijk te maken. Medewerkers in de commerciële buitendienst vragen om
Slimmer werken
andere sturing op resultaten en daaraan gerelateerde beloningsvormen en niveaus dan medewerkers die in de backoffice werkzaam zijn.
Rabobank heeft medewerkers nodig die initiatief nemen, innovatief
Performance management biedt hier overigens ook ruimte voor.
bezig zijn en verantwoordelijkheid nemen. Dit vraagt vertrouwen en flexibiliteit. Huisvestingsconcepten die in ontwikkeling zijn, spelen hierop
Pensioenvoorziening
in. Daarin passen we een flexibel werkconcept toe, dat moet bijdragen
De pensioenvoorziening is ondergebracht bij Stichting Rabobank
aan een nieuwe manier van werken, aan effectiviteitverbetering en
Pensioenfonds. De voorziening pensioenverplichtingen eind 2006 is
kostenbesparing. In dat concept nemen de medewerkers zelf de verant-
EUR 6,3 miljard. De pensioenpremie in 2006 bedraagt EUR 430 miljoen
woordelijkheid om op een andere manier te gaan werken, gesteund
voor de deelnemende instellingen: Rabobank Nederland, lokale
door de leidinggevende en de organisatie. Zo beslist de medewerker van
Rabobanken,
de Rabobank met het oog op de klant en in overleg met zijn manager
De medewerkers van De Lage Landen, Schretlen & Co, Obvion en Alex,
zelf waar en wanneer hij zijn werkzaamheden uitvoert en hoe hij effectief
die vanaf 1 januari 2004 in dienst zijn gekomen, betalen een eigen
samenwerkt. Hij heeft ook een eigen verantwoordelijkheid in het opstellen
bijdrage voor hun pensioenpremie van 6,67%. Voor de overige mede-
van zijn persoonlijke doelstellingen en individuele prestaties in relatie tot
werkers geldt een overgangsregeling, waardoor zij met ingang van het
de doelstellingen van de Rabobank. Van een medewerker wordt verwacht
jaar 2014 gedeeltelijk een eigen bijdrage gaan betalen.
dat hij zich blijft ontwikkelen en de verantwoordelijkheid neemt om dit
FGH Bank en Robeco hebben een eigen pensioenfonds. Medewerkers
ook uit te dragen in de organisatie. De keuzevrijheid draagt bij aan een
van FGH Bank betalen een eigen bijdrage voor hun pensioenpremie die
gezonde balans tussen werk en privé. Ons performance- en arbeids-
oploopt tot maximaal 5%. Medewerkers van Robeco betalen geen
voorwaardenbeleid sluit hierop aan. De medewerker heeft steeds meer
eigen bijdrage.
keuzemogelijkheden voor de wijze waarop hij het arbeidsvoorwaardenpakket en zijn pensioen op een persoonlijke leest schoeit.
Performance management en beloningsbeleid Sinds 2005 stellen medewerkers en leidinggevenden van de Rabobank
Arbeidsvoorwaarden
die onder de CAO vallen in het kader van performance management,
In 2006 hebben er grote veranderingen plaatsgevonden in de wet-
zowel collectieve doelstellingen als individuele resultaat- en competen-
geving. Samen met de wijzigingen in de Rabobank CAO van medio 2005
tiedoelstellingen op.
hebben deze geleid tot veel vernieuwingen in de arbeidsvoorwaarden.
In april 2006 was het de eerste keer dat op basis van het performance
Zo heeft de Rabobank de nieuwe zorgverzekering en de levensloop-
management systeem het vaste inkomen en de uitbetaling van het
regeling ingevoerd, het persoonlijk budget van 1,8% van het jaarsalaris
variabele inkomen is vastgesteld. Deze eerste cyclus van het systeem is
toegevoegd aan het arbeidsvoorwaardenpakket, de pensioenregelingen
geëvalueerd met medewerkers en managers.
aangepast en het aanvullend pensioensparen geïntroduceerd.
Uit de evaluatie blijkt dat 70% 17 van de medewerkers vindt dat de belo-
De vernieuwingen in de arbeidsvoorwaarden leiden voor medewerkers
ning is gerelateerd aan prestaties die in het afgelopen jaar zijn geleverd;
tot het maken van keuzes. We hebben als uitgangspunt dat medewerkers
dit was 43%. De systematiek wordt door medewerkers als transparant
regisseur zijn van hun eigen toekomst. Via de brochure ‘Eigen keuzes
ervaren en leidt tot meer duidelijkheid in wat van hen verwacht wordt.
maken’ hebben we in 2006 medewerkers geïnformeerd over het maken
Een deel van de medewerkers, voornamelijk bij commerciële functies,
17. Dit cijfer heeft betrekking op Rabobank Nederland en de lokale Rabobanken.
82
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
ervaart een daadwerkelijke verbetering van de resultaatgerichtheid.
De totale vergoeding voor leden en oud leden van de raad van
Hierin is nog wel winst te behalen, voornamelijk door een verbetering
commissarissen bedroeg in 2006 EUR 1,3 mln (2005 EUR 1,2).
van de kwaliteit van de individuele en collectieve doelstellingen en
Aan het eind van 2006 bedroegen de aan leden van de raad van
door het geven van meer tussentijdse feedback en bijsturing. De in de
commissarissen en de raad van bestuur verstrekte leningen en voor-
evaluatie genoemde aandachtspunten (beperkte mate van differentiatie,
schotten EUR 3,9 mln (2005 EUR 1,4) respectievelijk EUR 4,2 mln (2005
te weinig ruimte voor een algemeen oordeel, tijdrovendheid) hebben
EUR 3,4). Meer over beoordeling en beloning topmanagement.
geleid tot aanpassingen van bestaande hulpmiddelen. Meer over performance management.
MVO-doelstellingen binnen performance management De Rabobank Groep heeft in 2006 ervoor gekozen om MVO te integre-
Beoordeling en beloning topmanagement
ren in alle onderdelen van het dagelijks werk. Er is een aantal acties
In 2006 bedroeg de bezoldiging van de leden en de oud-leden van de
genomen om dit ook in de beoordeling tot uiting te kunnen laten komen.
raad van bestuur EUR 9,8 miljoen. Dit bedrag bestaat uit:
In 2006 was het voor het eerst verplicht voor het executive kader van Rabobank Nederland en groepsonderdelen (met uitzondering van kaderleden van lokale Rabobanken) om minimaal één MVO-doelstelling
Figuur 34: bezoldiging raad van bestuur
op te nemen in hun performance management. Met ingang van 2007 is
In miljoenen euro’s
het voor medewerkers die onder het performance management
2006
2005
Salarissen
6,6
5,4
te nemen in hun individuele competentiedoelstellingen. Hiertoe hebben
Pensioenlasten
1,2
0,6
we in 2006 een nieuwe competentie ontwikkeld: maatschappelijk
Prestatie gebonden uitkeringen
1,7
1,4
verantwoord handelen (MVH). Deze competentie is toepasbaar voor alle
Overig
0,3
0,5
functies van de Rabobank. Bij het maken van taakafspraken over de
totaal
9,8
7,9
competentie MVH dient de doelstelling te passen bij zowel de functie
systeem van de Rabobank vallen, mogelijk om MVO-doelstellingen op
als het karakter en de voorkeuren van de individuele medewerker.
Peter van den Meijenberg, lid ondernemingsraad Rabobank Nederland: “Er is nog te weinig sprake van een positieve opstelling van de managers op verschillende niveaus in de Rabobank Groep om hun mensen te enthousiasmeren voor MVO-taken. Laat medewerkers eerst zien wat het belang van MVO is voor ons bedrijf, enthousiasmeer ze. Toon zelf consistent gedrag. Zeker nu we zijn beland in de fase van de bedrijfsbrede implementatie van MVO in de kernactiviteiten van de Rabobank, zoals kredietverlening en het beleggen, kan de OR een belangrijke, invloedrijke factor in het implementatieproces zijn. Maak daar gebruik van.”
Bron: stakeholdersconsultatie 2006
83
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
Kees Kodde, directeur campagnes en Donald Pols, campagneleider klimaat en energie van Milieudefensie: “Het opnemen van MVO criteria in het performance management van een bedrijf is een eerste voorwaarde voor een succesvol MVO beleid. Dat blijkt in de praktijk goed te werken. De Rabobank moet hier aandacht aan besteden, anders halen andere banken haar in. Het opnemen van MVO doelstellingen in het performance management moet echter wel gedegen en op alle niveaus in het bedrijf gebeuren anders werkt het niet”
Bron: stakeholdersconsultatie 2006
Loopbaan
Op deze wijze hebben we een adequaat antwoord op een aanzienlijke managementbehoefte die we binnen afzienbare tijd verwachten.
Babyboomers gaan met pensioen en het aantal schoolverlaters loopt
Voor het uitvoeren van deze opdracht is de afdeling Management en
terug. Hierdoor wordt de arbeidsmarkt krapper en vergrijst het perso-
Talent Ontwikkeling opgericht.
neelsbestand. De concurrentie op de arbeidsmarkt voor het werven en behouden van hoogopgeleiden en echte talenten neemt toe.
Verbetering vacaturebank
Dit terwijl de eisen die de Rabobank Groep aan medewerkers stelt om
Een goed functionerende, Rabobank Groepsbrede vacaturebank
onze ambities waar te maken steeds hoger worden. Deze ontwikkelingen
stimuleert interne mobiliteit. In 2006 is de vacaturebank verbeterd en is
vragen extra aandacht voor de instroom, ontwikkeling en doorstroom
extra gecommuniceerd over mobiliteit en de rol die de medewerkers
van gezonde, vitale medewerkers.
daar zelf in hebben. Dit heeft geleid tot een verhoging van het aantal
Speciale aandacht verdient talentbehoud en -ontwikkeling. Werving,
medewerkers dat thuis inlogt op de vacaturebank. Ook regionale
mobiliteit, langere inzetbaarheid en ontwikkeling van de medewerkers
samenwerking van lokale Rabobanken op het gebied van personeels-
staan hierbij centraal. Van belang is dat onze medewerkers meegroeien
planning bevordert de mobiliteit. Een voorbeeld hiervan is SPOT. Dit is
met hun huidige werk én zich ontwikkelen in de richting van een
een initiatief van zes lokale Rabobanken en Rabobank Nederland om
volgende functie tijdens hun - in de toekomst langer durende -
talentenwerving en arbeidsmarktbewerking op alle functieniveaus
loopbaan. Daarbij heeft de medewerker nadrukkelijk ook zelf de verant-
gezamenlijk op te pakken. SPOT biedt extern toptalent een versnelde
woordelijkheid om zich te scholen en kansen te pakken waar en wan-
carrière en zorgt voor versnelde ontwikkeling van intern talent. Dit leidt
neer die zich voordoen.
tot beweging in de regio, maar ook tot doorstroom naar Rabobank Nederland. De verwachting is dat de initiatieven die in 2006 zijn gestart
Vergroting van de interne mobiliteit van medewerkers
voor het regionaal organiseren van HR-activiteiten als arbeidsmarkt-
Interne mobiliteit, ook tussen de groepsonderdelen, is een essentieel
bewerking, talentontwikkeling, loopbaancoaching en werving & selectie
onderdeel van de strategie van de Rabobank Groep om talent te
zullen in 2007 in omvang toenemen.
behouden en te ontwikkelen. De grootste uitdaging hierbij is medewerkers ervan bewust te maken dat de Rabobank Groep één organisatie
Uitbouw internationale mobiliteit
is, waarbinnen zij een carrière kunnen opbouwen. Dat wordt echter nog
Een andere grote uitdaging is het opbouwen van een sterk mobiel
onvoldoende ervaren. Onze decentrale structuur kent geen centrale
internationaal management. Dat is nodig om onze internationale
regie voor interne mobiliteit. De doorstroom van medewerkers vindt
ambities om dé leidinggevende food & agribank wereldwijd te zijn,
daardoor te weinig plaats over grenzen van groepsonderdelen heen.
te kunnen verwezenlijken. Met het oog hierop worden binnen de
In 2006 heeft de bank een programma opgezet om doorstroombelem-
Rabobank drie initiatieven ontplooid.
meringen tussen groepsonderdelen weg te nemen en om de interne mobiliteit te bevorderen over afdelings- en eenheidsgrenzen heen.
• Rabo Exchange. Binnen dit platform wordt kennis uitgewisseld over
In 2007 wordt dit programma uitgevoerd met als doel talenten te
werving en selectie van medewerkers en managers binnen de lokale
herkennen, ontwikkelen, behouden en begeleiden. Uiteindelijk levert
Rabobanken en Rabobank Nederland ten behoeve van uitzending
dit meerwaarde op voor zowel de medewerker als de Rabobank Groep.
naar het buitenland. Rabo Exchange bestaat uit afgevaardigden van
84
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
Rabo International Advisory Services BV (RIAS), International Retail
om mee te veranderen en om zich te blijven ontwikkelen extra onder
banking, Rabobank International en het Directoraat Personeel.
de aandacht gebracht moet worden bij managers en medewerkers.
• Talents for Development Program. Via dit programma worden talenten
Daarnaast bleek dat instrumenten om aan inzetbaarheid te werken wel
van de Rabobank Groep korte tijd uitgezonden naar het buitenland
voorhanden zijn, maar nog niet optimaal worden benut. In 2007 zullen
om onder begeleiding van senior consultants van Rabo International
medewerkers daarom de mogelijkheid krijgen om via een zelfscan hun
Advisory Services (RIAS) coöperatieve organisaties te adviseren op het
eigen inzetbaarheid in te schatten. Ook wordt onderzocht of en hoe de
vlak van financiele dienstverlening (zie hoofdstuk 7). RIAS werft en
mobiliteit van ‘ouderen’ kan worden verbeterd door financiële drempels
selecteert medewerkers van lokale Rabobanken en Rabobank
voor mobiliteit te verlagen.
Nederland voor vacatures bij buitenlandse banken. Binnen RIAS en Talents for Development zijn in 2006 in totaal 66 personen
Persoonlijk ontwikkelingsplan
uitgezonden voor korte of lange missies.
Persoonlijke en professionele ontwikkeling van medewerkers is een pure
• Global Management Development Committee en Regional
noodzaak: hoe blijven medewerkers waardevol voor de bank, hoe hou-
Management Development Committees bij Rabobank International.
den zij plezier in het werk en hoe houden zij waarde op de arbeidsmarkt?
Deze bekijken welke medewerkers geschikt zijn voor een functie bij
Dat is belangrijk voor medewerkers zelf, maar zeker ook voor de bank.
een van de buitenlandse kantoren. Via deze committees zijn in 2006
Met een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) geven manager en mede-
31 medewerkers uitgezonden.
werker hier gericht invulling aan. Er zijn hulpmiddelen beschikbaar voor het opstellen van een POP, die zijn gebundeld in een praktische Toolbox
Ook De Lage Landen geeft invulling aan internationale mobiliteit.
op het HR Portaal. Wij zien POP als een essentieel instrument voor de
Zo heeft deze leasedochter van de Rabobank Groep in 2006 een ‘Global
ontwikkeling van medewerkers en streven daarom naar een POP voor
Mobility Rule’ (expatregeling) geformuleerd voor het uitzenden van
iedereen.
medewerkers. Deze regeling zal in 2007 nader worden vastgesteld in overleg met de medezeggenschap.
In 2006 heeft 69% van de medewerkers van de lokale Rabobanken en
In 2006 waren er 150 expats werkzaam binnen de Rabobank Groep,
Rabobank Nederland een POP met zijn/haar leidinggevende afgesproken
waarvan 95 binnen Rabobank International. Binnen de expatpopulatie
(in 2005 was dit 62%). FGH Bank werkt voor alle medewerkers met een
van Rabobank International heeft drie vierde een Nederlandse nationali-
performance management systeeem waarin ook aandacht wordt besteed
teit en een vierde een andere nationaliteit. Meer over interne mobiliteit.
aan ontwikkeling en opleiding middels een beknopt POP-gedeelte in het prestatiedocument.
Inzetbaarheid
Robeco werkt in het kader van persoonlijke ontwikkeling voor al zijn
In 2006 heeft de Rabobank samen met de ondernemingsraden (GOR AB
medewerkers met een persoonlijk actie plan dat twee keer per jaar
en de ondernemingsraden van Rabobank Nederland en De Lage landen)
bij de evaluatie en de beoordeling wordt besproken en indien nodig
en betrokken vakbonden (De Unie, FNV, CNV en BBV) een voorstudie
aangepast. Om loopbaanbegeleiding en ontplooiingsmogelijkheden
uitgevoerd naar de wijze waarop de inzetbaarheid van medewerkers
bij Robeco inzichtelijker te maken zal vanaf begin 2007 een develop-
behouden en verbeterd kan worden in het licht van toenemende con-
mentsite beschikbaar zijn, waar meer informatie te vinden is over
currentie, margedruk en de ambities van de bank. De studie toonde aan
doorgroeipaden, opleidingsmogelijkheden en de aanpak van loopbaan-
dat de meeste managers en medewerkers hun inzetbaarheid nu (nog)
vraagstukken. In 2006 hebben meer dan 200 medewerkers binnen
niet als een groot probleem zien, maar wel inschatten dat het belang
Rabobank Nederland een loopbaanbegeleidingstraject gevolgd.
hiervan in de toekomst zal groeien. Benadrukt werd dat de noodzaak
Figuur 35: gegevens opleidingen 18 2006
2005
Aantal opleidingen
162.772
94.500
Kosten opleidingen
EUR 76,9 miljoen
EUR 68,7 miljoen
2,8%
2,6%
Gemiddelde kosten per fte
EUR 1.518
EUR 1.509
Aantal e-learning cursisten
135.397
77.500
27.240
25.000
Aandeel loonsom
Aantal digitale examens
18. Alle opleidingen aangemeld en gevolgd via OpleidingenNet van de Rabobank Groep, inclusief geliëerde instellingen, Interpolis en detacheringsbureau’s.
85
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
De Rabobank vindt het daarnaast belangrijk dat medewerkers onderling
Opleidingen
actief hun kennis en ervaring delen. Daarom bestaat er bankbreed een
Het opleidingsbeleid van de Rabobank is gebaseerd op een drietal
mentoringconcept. Ervaren managers uit het senior en executive kader
componenten: de individuele (potentiele) ontwikkeling van de mede-
worden gematcht met talentvolle jongeren. Sinds 2006 is het mogelijk
werker, de loopbaan van de medewerker en opleidingen om de functie
via het HR Portaal een mentor te zoeken. Er zijn inmiddels rond de 100
optimaal te kunnen uitoefenen.
mentoren met hun cv actief in het mentormatchsysteem opgenomen
In 2006 is op ons intranet gewerkt aan een elektronisch opleidings-
en er zijn 82 matches gemaakt. Rabobank Opleidingen biedt al enkele
dossier voor alle medewerkers van Rabobank Nederland en de lokale
jaren de goed bezochte mentorclasses aan, waar nieuwe en ervaren
Rabobanken. Het opleidingsbeleid is erop gericht dat jaarlijks wordt
mentoren zich laten bijpraten over de tips, tricks en valkuilen.
vastgesteld welke opleidingsinspanningen een medewerker moet volgen om een hoog deskundigheidsniveau te waarborgen. Door de
Cursus Pensioen in Zicht
inhoud van het persoonlijk opleidingsdossier te koppelen aan de bij de
De Rabobank stelt medewerkers die met pensioen gaan in de gelegen-
betreffende functie behorende opleidingen, is het mogelijk om snel te
heid om een cursus te volgen, die ze voorbereidt op hun nieuwe
beoordelen of de medewerker voldoet aan de gewenste deskundig-
toekomst. Tijdens de cursus leren zij omgaan met de komende verande-
heidseisen. Meer over opleidingen.
ringen en bezinnen zij zich op een toekomst zonder baan. In de cursus wordt ook aandacht geschonken aan de partner om een nieuwe balans
Vrijwilligerswerk
te vinden tussen de eigen vertrouwde bezigheden en de gezamenlijk te
De Rabobank Groep onderschrijft het belang van vrijwilligerswerk door
ondernemen activiteiten.
medewerkers. Medewerkersvrijwilligerswerk is belangrijk voor de maatschappij, maar daagt ook uit en stimuleert tot het ontwikkelen van
Ontwikkelen van MVO-kennis bij medewerkers
persoonlijke vaardigheden en competenties. Het kan bijdragen aan per-
In januari 2006 zijn de resultaten bekend geworden van een onderzoek
soonlijke ontwikkeling en managementontwikkeling en kan reïntegratie
dat eind 2005 plaatsvond naar de kennis en het bewustzijn van MVO
of teambuilding bevorderen. We stimuleren onze medewerkers met
bij managers en medewerkers van de Rabobank. De belangrijkste
diverse activiteiten. Zo zijn we sinds april 2006 sponsor en deelnemer van
conclusies zijn dat:
Workmate. Dit is een systeem dat vrijwilligers koppelt aan individueel
• de grondhouding van de medewerkers ten aanzien van MVO positief
en incidenteel vrijwilligerswerk op het gebied van mens, dier en natuur.
is, maar dat zij dit, vanwege een gebrek aan kennis en een gefrag-
In 2006 hebben 419 medewerkers van de Rabobank Groep zich bij
menteerd beeld van wat MVO is, nog onvoldoende kunnen vertalen
Workmate aangemeld. Meer voorbeelden van vrijwilligerswerk in hoofd-
naar gedrag;
stuk 8 “midden in de samenleving” op pag. 78.
• de behoefte aan kennis en communicatie over MVO in alle facetten,
Met de invoering van de competentie maatschappelijk verantwoord
en over het belang van MVO-beleid van de Rabobank in het bijzonder,
handelen (zie pag. 82) in performance management, zal vrijwilligers-
groot is.
werk als activiteit in 2007 meer structurele aandacht krijgen.
Naar aanleiding van dit onderzoek hebben we in 2006 een intern communicatieprogramma georganiseerd. Daarbij ging het er vooral om,
Medewerkerstevredenheid
om met aansprekende voorbeelden MVO dichter bij de medewerkers te
De betrokkenheid van medewerkers bij de Rabobank als werkgever en
brengen. Speciale aandacht ging uit naar het faciliteren van de MVO-
de functie die zij uitoefenen is essentieel om onze organisatiedoel-
coördinatoren en het management.
stellingen te kunnen realiseren. Vandaar dat we periodiek een mede-
Een van de activiteiten die is ondernomen, is de ontwikkeling van de
werkerstevredenheidsonderzoek 19 houden. In 2006 heeft ruim 30% van
e-learningmodule MVO. Deze module behandelt de MVO-beleidsterreinen
de medewerkers deelgenomen aan het medewerkersonderzoek.
financiële dienstverlening, bedrijfs interne milieuzorg en maatschappe-
We participeren met ons medewerkersonderzoek ook in een externe
lijke betrokkenheid met daarin thema’s als mensenrechten en milieu.
benchmark. De Rabobank scoort op het punt van tevreden medewerkers
De e-learningmodule MVO is ontwikkeld voor leidinggevenden, mede-
met 87% (81% in 2005 en 85% in 2004) beduidend beter dan de externe
werkers in commerciële functies en MVO-coördinatoren. 177 mede-
benchmark met een veertigtal grotere Nederlandse bedrijven (73%).
werkers hebben de e-learningmodule MVO in 2006 gevolgd. Een tweede
Medewerkers zijn vooral tevreden over hun opleidingsmogelijkheden,
e-learningmodule MVO is in voorbereiding voor backofficemedewerkers;
mogelijkheden voor persoonlijke ontplooiing en de informatievoorzie-
deze komt in 2007 ter beschikking.
ning. Met name wat samenwerking op de afdeling betreft, doen we het
Een ander voorbeeld is de plaats die het thema MVO in 2006 had in de
slechter dan de benchmark. Bij ruim 90% van de medewerkers is het
introductieprogramma’s van Corporate Management Trainees. In 2006
onderzoek uitgezet. Meer over medewerkerstevredenheid.
hebben 17 trainees als eerste opdracht van hun traineeship een individueel intern onderzoek uitgevoerd over een MVO-thema. Zie ook pag. 37.
19. Het onderzoek heeft betrekking op Rabobank Nederland en lokale Rabobanken.
86
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Naast het interne onderzoek naar de tevredenheid van Rabobank-
Onze medewerkers
• Beeldschermwerk en werkdruk zijn voor ons belangrijke arbeidsrisico’s.
medewerkers heeft ook onderzoek plaatsgevonden door het zakenblad
Door onderzoek en interventies levert de Arbodienst een bijdrage aan
Incompany. Wij staan in de top drie van bedrijven met meest tevreden
de terugdringing van deze risico’s en het voorkomen van negatieve
werknemers. In het onderzoek geven onze medewerkers ons gemiddeld
gevolgen hiervan, zoals RSI en werkstress. Daarnaast treedt de
een 7,5 in de categorieën die de medewerkerstevredenheid in kaart
Arbodienst in dit kader preventief op bij inkoop van meubilair en bij
brengen: arbeidsvoorwaarden, carrière, cultuur en functie.
bouwprojecten. Het percentage medewerkers met verhoogd risico op uitval door
Arbeidsomstandigheden en arbeids(on)geschiktheid Op 29 december 2005 is de WAO vervangen door de wet Werk en
werkdruk en stress is gedaald van 14% in 2005 naar 9% in 2006. • In 2006 is, in samenwerking met Zilveren Kruis Achmea, het pakket
Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Een belangrijk verschil met de
Present geïntroduceerd. Dit is een pakket voor arbeidsgerelateerde
WAO is dat de WIA de nadruk legt op wat gedeeltelijk arbeidsgeschikte
zorg waarmee de Rabobank wil bijdragen aan een werkomgeving
medewerkers kunnen in plaats van wat ze niet meer kunnen. In overleg
waarin medewerkers met plezier werken en zich fit en vitaal voelen.
met de vakorganisaties/vakbonden is gekozen om het nieuwe arbeids
Voorbeelden van arbeidsgerelateerde zorg zijn: zorg- en wachttijd-
(on)geschiktheidsbeleid in een breed perspectief van inzetbaarheid en
bemiddeling, thuiszorg, vervoermogelijkheden en een cursus stoppen
volwassen arbeidsverhoudingen te plaatsen, waarbij een goede samen-
met roken. Present slaat een brug tussen de arbodienstverlening en
werking tussen manager en medewerker centraal staat. In het nieuwe
de individuele zorgverzekering van medewerkers.In 2006 zijn 591
beleid is sprake van een ketenbenadering waarin preventie, ziektever-
aanvragen in het kader van Present ingediend.
zuim en ziekteverzuimbegeleiding, reïntegratie en inkomen bij ziekte en
• De Arbodienst Rabobank Groep introduceerde in 2006 het programma
arbeidsongeschiktheid een samenhangend geheel vormen. Het vertrek-
BRAVO dat een gezonde leefstijl onder medewerkers stimuleert.
punt is gezondheidsbevordering en preventie. Mocht een medewerker
• Het percentage ziekteverzuim is iets gedaald, van 3,7% in 2005 naar
toch ziek worden, dan zijn beleid en praktijk erop gericht om hem via
3,6% in 2006. De directe kosten van verzuim (doorbetaling van loon
goede verzuimbegeleiding en reïntegratie-inspanningen zo veel moge-
tijdens ziekte) bedroegen in 2006 ongeveer EUR 129 miljoen.
lijk aan het werk te houden of zo snel mogelijk weer aan het werk te
Meer over arbeidsomstandigheden.
krijgen. Dit alles in combinatie met een passende inkomensaanvulling die verder gaat dan de wettelijke verplichting. Daarbij zit de systematiek
Ongewenste omgangsvormen op werkplek
van de inkomensaanvulling zodanig in elkaar dat het totale inkomen bij
Medewerkers die binnen de eigen werksituatie worden geconfronteerd
werken hoger is dan bij niet-werken en dat het inkomen toeneemt als
met ongewenste omgangsvormen (bijvoorbeeld seksuele intimidatie,
een medewerker zijn werk voor meer uren hervat. Werken loont, en meer
agressie en geweld, discriminatie of pesten) kunnen terecht bij vertrou-
werken loont meer. Hierna volgt een overzicht van activiteiten in 2006.
wenspersonen.
• Vrijwel alle lokale Rabobanken, FGH Bank, Obvion en Robeco hebben
Van de medewerkers van lokale Rabobanken die aan het medewerkers-
in 2006 een preventiemedewerker aangesteld die ondersteuning
tevredenheidsonderzoek hebben deelgenomen, had in 2006 5% last
biedt bij het in kaart brengen van de risico’s op arbogebied en advi-
van agressie, 2% van bedreiging, 2% van pesten 1% van discriminatie en
seert over maatregelen om deze risico’s te beperken. De Arbodienst
0% van seksuele intimidatie. Bij medewerkers van Rabobank in Nederland
heeft hierin voorzien voor Rabobank Nederland, De Lage Landen,
is dat respectievelijk 2%, 1%, 2%, 1% en1%. Meer over maatregelen ter
Schretlen & Co en Alex.
voorkoming van ongewenste omgangsvormen.
• Met de introductie in 2006 van het systeem Integraal Gezondheidsmanagementkomt het accent te liggen op het voorkomen van ziekte
Arbeidsgeschillen
en het bevorderen van vitaliteit voor zowel medewerkers als organisa-
De Geschillenregeling Arbeidsverhoudingen is opgenomen in de
tie. We sluiten hiermee aan bij de ontwikkelingen in de organisatie én
Rabobank CAO voor de behandeling van geschillen tussen medewerker
bij de veranderingen in de samenleving, zoals de toenemende kosten
en bank over arbeid, arbeidsomstandigheden of de toepassing van
van gezondheidszorg en de discussies over de verantwoordelijkheid
arbeidsvoorwaarden. Het doel van de regeling is het leveren van een
van overheid, werkgever en werknemer. In het kader van Integraal
bijdrage aan goede sociale verhoudingen binnen de bank, door mede-
Gezondheidsmanagement is er een scan ontwikkeld waarmee lokale
werkers en de bank de mogelijkheid te bieden geschillen voor te leggen
Rabobanken en onderdelen van Rabobank Nederland kunnen bepa-
aan een onafhankelijke derde partij. Vormen van begeleiding van
len hoe ver ze zijn met de integratie van gezondheid in hun bedrijfs-
geschillen zijn advisering, bemiddeling (telefonische bemiddeling of
processen. De Arbodienst 20 adviseert en ondersteunt hen hierbij. Het
mediation) en het vragen van een uitspraak door de Geschillencommissie.
rendement van de activiteiten in het kader van Integraal
Het bestaan van de regeling blijkt in een belangrijk - maar niet meet-
Gezondheidsmanagement is naast een daling van het ziekteverzuim
baar - aantal gevallen preventief te werken, omdat partijen hierdoor meer
ook het vergroten van de aantrekkelijkheid van de Rabobank als
energie steken in het vinden van voor alle betrokkenen acceptabele
werkgever.
oplossingen.
20. De Arbodienst Rabobank Groep ondersteunt binnen de Rabobank Groep Rabobank Nederland, De Lage Landen, lokale Rabobanken (op twee lokale Rabobanken na), Schretlen & Co en Alex.
87
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
De Lage Landen heeft in afwijking van de Rabobank CAO een eigen
volle medewerkers te bevorderen. We willen ons sterker profileren als
interne klachtenregeling. In 2006 heeft ook FGH Bank een geschillen-
een aantrekkelijke zakelijke werkomgeving met volop carrièrekansen.
regeling en geschillencommissie ingesteld. In 2007 zal bij Robeco een
Om zichtbaar te zijn op de arbeidsmarkt hebben wij in 2006 deelgeno-
eigen algemene geschillenregeling worden ingevoerd in overleg met
men aan landelijke en regionale carrière-evenementen en zijn er enkele
de ondernemingsraad.
landelijke wervingscampagnes van start gegaan, onder andere speciaal
In 2006 behandelde de Geschillenregeling Arbeidsverhoudingen van
voor functies bij lokale Rabobanken.
de Rabobank 178 (2005: 157) geschillen. Naast 134 adviseringen hebben
Hierbij is extra aandacht besteed aan talenten met een multiculturele
er 18 telefonische bemiddelingen en 20 mediations plaatsgevonden
achtergrond. Het aandeel Corporate Management Trainees met een
(2005: telefonische bemiddelingen en mediation samen 35). Er zijn 6
multiculturele achtergrond laat over de achterliggende jaren een gestage
bindende uitspraken door de Geschillencommissie gedaan (2005: 7).
groei zien van 0% in 2003 tot 10% in 2006. De doelstelling van 20% is in
De geschillenregeling van De Lage Landen heeft 4 geschillen behandeld
2006 niet gehaald. Ook voor de stagedesk was het verhogen van het
in 2006 en bij FGH Bank zijn in 2006 geen geschillen gemeld.
aantal stagiairs met een multiculturele achtergrond een speerpunt, waardoor het percentage is toegenomen van 12% in 2005 naar 21% in
De Rabobank heeft een Regeling Interne Melding Misstanden
2006. Meer over werving trainees en stagiairs.
(Klokkenluiderregeling) met als doel de handhaving van de integriteit te bevorderen. Hiervoor is een vertrouwenspersoon en een commissie
Stimuleren van vrouwen in topfuncties
ingesteld. In 2006 behandelde de commissie zeven meldingen (2005:
De Rabobank Groep streeft naar meer vrouwen in hoge functies.
twee meldingen) over misstanden. Meer over (klokkenluiderregeling).
Naast het bestaan van een mentornetwerk voor topvrouwen en lunches met talentvolle vrouwelijke collega’s en leden van de raad van bestuur,
Verloop personeel
sturen we bij het invullen van vrijgekomen hogere functies zo veel
De totale bezetting van de Rabobank Groep bedroeg eind 2006 56.209
mogelijk op het voordragen van vrouwelijke kandidaten. In workshops
medewerkers. Ten opzichte van 2005 (50.988 medewerkers) is dit een
worden alternatieve strategieën ontwikkeld en nieuwe modellen verkend,
toename van 5221 personen. Deze groei is voor het merendeel het
die bijdragen aan meer vrouwen in hoge functies. Het percentage
gevolg van diverse overnames die de Rabobank deed in het verslagjaar.
vrouwen in het executive kader van onze organisatie is toegenomen
Groei is verder vooral zichtbaar bij het internationale retailbankbedrijf,
van 4% in 2000 naar 7% in 2006. De doelstelling was dat in 2008 15%
bij vermogensbeheer en beleggen, bij leasing en bij de vastgoeddivisie.
van het executive kader van de Rabobank Groep vrouw is. In 2006 is
Ook bij de lokale banken groeide het aantal medewerkers; met 1%. Voor
deze doelstelling aangepast naar 10%. Het blijft een grote uitdaging
het eerst sinds 2002 is de instroom bij lokale Rabobanken (9%) groter
om elk jaar een stap dichter te komen bij het realiseren van deze doel-
dan de uitstroom, die al jaren op hetzelfde niveau ligt en rond de 8%
stelling voor 2008.
bedraagt. Netwerk homoseksuele medewerkers
Verschillen
Een andere ontwikkeling in 2006 op het gebied van diversiteit is de oprichting van een netwerk voor homoseksuele, lesbische en biseksuele
De Nederlandse samenleving verandert van een monoculturele in een
medewerkers binnen de Rabobank Groep.
multiculturele samenleving met nieuwe doelgroepen en markten. De Rabobank Groep zet in op een flinke uitbreiding van haar marktpositie
Culturele diversiteit
in de internationale food & agrisectoren en in de internationale retail-
De Rabobank heeft de strategie om een grotere culturele diversiteit van
banking. Dit vraagt om een actueel, eigentijds HRM-beleid dat hoog-
het personeelsbestand te bereiken door kleinschalige bewustwordings-
opgeleiden met verschillen in afkomst, leeftijd en culturele en religieuze
activiteiten met een interne voorbeeldfunctie. De activiteiten in 2006
achtergrond aanspreekt.
waren gericht op competentieontwikkeling en professionalisering van
We benadrukken in ons human resources beleid de positieve benadering
het thema diversiteit. Dit gebeurde via het houden van seminars en het
van verschillen in mensen. Diversiteit in mensen stimuleert ondernemend
geven van training voor HR professionals over thema’s als werving en
gedrag en laat de kwaliteiten van medewerkers beter tot hun recht
selectie in relatie tot culturele diversiteit en het gebruik van andere wer-
komen. Gevarieerde teamsamenstellingen bevorderen de kwaliteit en
vingskanalen (sites, magazines, hogescholen met een grote populatie
creativiteit.
studenten met een multiculturele achtergrond). Begin 2006 is er in dit kader een diversiteitstour georganiseerd waarbij 25 HR professionals een
Aantrekken en ontwikkelen van talent
aantal organisaties en een school hebben bezocht met als doel het ver-
De aantrekkende arbeidsmarkt en het toenemende aantal vacatures bij
ruimen van inzicht en bewustzijn ten aanzien van de verkleuring van de
de Rabobank vragen een proactieve marktbenadering van de Rabobank
bevolking en de gevolgen daarvan voor de dienstverlening. Daarnaast is
als werkgever. Begin 2006 is bij Rabobank Nederland een nieuwe afdeling
binnen Rabobank Nederland in 2006 de diversiteitsscan geïntroduceerd.
arbeidsmarktbewerking opgericht om de instroom van nieuwe talent-
88
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
Diversiteitsscan
Inzetbaarheid van oudere medewerkers
Met de scan hebben afdelingen een goed beeld gekregen van de
De Nederlandse bevolking zal de komende decennia gestaag vergrijzen.
opbouw van hun personeelsbestand in termen van de verhouding
Ook wordt steeds meer duidelijk dat knelpunten zullen ontstaan op de
man-vrouw en allochtoon-autochtoon. Uit de diversiteitsscan blijkt dat
arbeidsmarkt als gevolg van de krimpende beroepsbevolking.
het personeelsbestand bij Rabobank Nederland voor 81% uit autochtonen
De Rabobank kent al geruime tijd een loopbaanbeleid dat ervan uitgaat
en voor 13% uit allochtonen bestaat (van 6% is de registratie onbekend
dat permanente ontwikkeling van medewerkers van groot belang is
of niet gewenst door de medewerker). Van de groep allochtonen is 8%
om op termijn met plezier en effectief in de bank inzetbaar te blijven.
westers en 5% niet-westers. Voor elk deelnemend bedrijfsonderdeel is
In de HR-visie neemt dat een prominente plaats in. Dat houdt in dat:
een schets gemaakt van de gewenste toekomstige situatie. Met de
• de ontwikkeling van medewerkers nodig blijft ook in de latere fases
managementteams zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop in
van de loopbaan, dus opleiding en functiewisseling ook na de 45e
2007 aan verbetering van dit resultaat kan worden bijgedragen. In 2007
verjaardag;
zal de diversiteitsscan opnieuw plaatsvinden en worden de resultaten met het managementteam van elke eenheid besproken.
• Ouderen in eenheden en in teams een groter deel van het personeelsbestand zullen gaan uitmaken, zodat gezorgd moet worden voor een goede balans in de teams tussen jong en oud;
Minderheden Onderzoek Arbeidsmarkt
• arbeidsvoorwaarden meer worden ingericht op variatie in belasting
De Rabobank participeert sinds 2004 in het Minderheden Onderzoek
en beloning door de jaren heen, zowel opwaarts als neerwaarts.
Arbeidsmarkt (MOA). Dit onderzoek toont ons hoe minderheden tegen
Functiewisseling en periodes van aanpassing van de arbeidsduur
de Rabobank aankijken. Ook geeft het onderzoek inzicht in de wensen
helpen daarbij.
van hoogopgeleide jongeren van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en
Het eerder genoemde persoonlijke budget en de aangepaste pensioen-
Arubaanse of Antilliaanse afkomst op het gebied van onder andere
regelingen ondersteunen deze visie.
arbeidsvoorwaarden en de wijze waarop zij zich op de arbeidsmarkt oriënteren. Uit het MOA van 2006 blijkt dat het salaris (inclusief bonus
In 2006 publiceerde de eenheid Kennis en Economisch Onderzoek van
en 13e maand) en een auto van de zaak (of een goede reiskosten-
de Rabobank een tweetal Themaberichten over dit onderwerp:
vergoeding) voor deze doelgroep belangrijke aspecten zijn bij de keuze
• Vergrijzing: Hoera, we worden ouder! En nu? september 2006
voor een werkgever.
• Langer doorwerken, hoe dan? november 2006 Van onze kennis op dit gebied wordt op deze wijze ook buiten de organisatie gebruik gemaakt.
89
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
Personeelsgegevens Kerncijfers personeel 21 bedragen in EUR miljoen
2006
2005
Totaal lonen en salarissen
2.792
2.637
2.596
Totaal personeelskosten
4.117
3.880
3.683
Personeels- en andere beheerskosten
6.546
5.826
5.856
50.573
45.580
50.216
Lonen en salarissen per fte
55.207
57.911
51.697
Personeelskosten per fte
81.407
85.209
73.343
129.437
127.946
116.616
2,8%
2,6%
2,7%
Aantal fte’s
2004
bedragen in EUR
Personeels- en andere beheerskosten per fte
Opleidingskosten ten opzichte van lonen en salarissen
Kerngegevens personeelsontwikkelingsbeleid 22 2006
2004
2005
in procenten
LB
RN
Totaal
LB
RN
Totaal
LB
RN
Totaal
De Rabobank biedt mij voldoende mogelijkheden tot persoonlijke ontplooiing
74
66
73
68
64
67
71
65
70
De Rabobank biedt mij voldoende opleidingsmogelijkheden voor mijn
86
75
84
81
76
80
81
76
80
69
72
69
64
53
62
73
73
72
huidige werk Totaal medewerkers met POP
21. Deze gegevens hebben betrekking op de volledige Rabobank Groep. 22. Deze gegevens hebben betrekking op lokale Rabobanken en Rabobank Nederland en zijn afkomstig van een onderzoek op basis van een steekproef.
90
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
Aantal medewerkers Nederland
Buitenland
Totaal 2006
Totaal 2005
Verschil 06-05
33.936
33.936
33.618
345
208
208
179
29
Binnenlands Retailbankbedrijf Aangesloten banken Obvion Rabo Onroerend Goed
51
51
34.222
34.222
33.797
425
51
4.024
3.649
375
Wholesale- en internationaal retailbankbedrijf Rabobank International
1.629
2.395 2.711
2.711
2.340
371
1.629
5.106
6.735
5.989
746
Robeco Groep
1.050
569
1.619
1.512
107
Schretlen & Co
281
281
241
40
Alex BV
213
2
215
207
8
-
1.121
1.121
-
1.121
RI buitenlandse deelnemingen
Vermogensbeheer
Bank Sarasin
23
IPB
-
-
-
1
-1
Rabo Trust
-
-
-
1
-1
1.581
1.692
3.273
1.962
1.311
1.346
2.981
4.327
3.143
1.184
Rabo Vastgoed
137
-
137
108
29
Bouwfonds
846
489
1.335
228
1.107
Orbay
37
37
37
Leasing De Lage Landen (incl. Athlon)
Vastgoed
FGH Bank
288
-
288
-
288
1.271
489
1.760
336
1.424
5.695
5.695
5.716
-21
18
18
Overig Stafgroepen en Diensten Ondersteunende eenheden Rabobank Nederland Rabo Financial Institutions Development B.V. VRN Overig RN
Totaal
23. Conform Jaarverslag 2006 is Bank Sarasin in deze tabel opgenomen.
18
11
11
168
168
45
123
11
5.892
-
5.892
5.761
131
45.941
10.268
56.209
50.988
5221
91
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
Externe in- en uitstroom Rabobank Groep 24
Ontwikkeling personeelsbestand Rabobank Groep aantal medewerkers
stijging/daling t.o.v.
stijging/daling t.o.v.
per 31-12
voorgaande jaren
voorgaande jaren
in aantal
in procenten 0%
2002
58.096
-24
2003
57.055
-1.041
-2%
2004
56.324
-731
-1%
2005
50.988
-5.336
-9%
2006
56.209
5.221
9%
Man/vrouw salarisverhouding per leeftijdscategorie 25 man
2006 instroom van buiten Rabobank Groep uitstroom naar buiten Rabobank Groep
2005
2004
10%
8%
5%
8%
9%
8%
Man/vrouw verhouding naar salarisschaal 25 man
vrouw
vrouw
t/m 24 jaar
20.444
20.073
Executive Kader
148.297
132.490
25 t/m 34 jaar
32.396
26.998
Senior Kader
103.136
102.736
35 t/m 44 jaar
47.782
30.646
Schaal 8 tm 11
51.461
48.403
45 t/m 54 jaar
49.511
27.006
Schaal 1 tm 7
32.178
26.794
55 jaar en ouder
46.899
26.025
Gemiddelde
43.103
27.800
Gemiddelde
43.103
27.800
Samenstelling personeel naar salarisschaal 25 %
%
%
vrouwen
allochtonen
in deeltijd
%
%
%
%
%
%
met contract medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers t/m 24 jaar
voor onbepaalde tijd
25 t/m 34
35 t/m 44
45 t/m 54
55 jaar en
jaar
jaar
jaar
ouder
Medewerkers totaal
56
9
38
91
4
31
37
21
7
Medewerkers schaal 1 t/m 7
71
9
49
89
5
36
34
19
6
Medewerkers schaal 8-11
21
8
11
98
0
20
45
26
8
9
8
9
99
0
1
38
43
18
Senior Kader leden en Executive kader leden
Loonsomverdeling naar managementniveau 25
Samenstelling Corporate Management Traineeship 2006
2005
Vrouwen
11
Mannen
28
Aantal % allochtonen
2004
2003
13
6
5
Senior kader
23
11
8
Middle management
Executive kader
39
36
17
13
Overig (schaal 1-7)
10%
8%
6%
0%
Totaal
*
Op basis van bruto fulltime jaarsalaris
24. De gegevens hebben betrekking op Rabobank Groep binnenland, exclusief Robeco, FGH Bank, Athlon en Bouwfonds; de gegevens van 2006 zijn inclusief Robeco en FGH Bank. 25. Deze gegevens hebben betrekking op Rabobank Groep binnenland, exclusief Robeco, FGH Bank, Athlon en Bouwfonds.
2% 6% 37% 55% 100%
92
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
Externe in- en uitstroom naar leeftijdscategorie 26 Man %
Vrouw %
Totaal%
instroom
uitstroom
instroom
uitstroom
instroom
uitstroom
t/m 24 jaar
88
26
60
23
69
24
25 t/m 34 jaar
19
11
11
8
14
9
35 t/m 44 jaar
7
8
5
6
6
7
45 t/m 54 jaar
3
4
4
5
3
4
1
16
2
13
2
16
11
9
10
8
10
8
2005
8
9
2004
5
8
55 en ouder Totaal
Ziekteverzuimpercentages Rabobank Groep (exclusief zwangerschap) naar bedrijfsonderdeel Rabobank Groep 27
Lokale Rabobanken 28
2006
2005
2004
2003
2002
3,6
3,7
3,8
4,1
4,7
3,6
3,7
3,7
4,0
4,6
-
-
-
-
-
Stafgroepen en Diensten
3,0
4,0
4,2
-
5,5
Rabobank International
3,3
3,3
-
-
3,8
Wholesale Bankbedrijf
3,2
3,3
2,9
2,9
Rabobank Nederland
RN ondersteunende eenheden
4,0
-
4,3
4,4
Vermogensbeheer
2,9
3,0
2,5
3,2
FGH Bank
3,3
De Lage Landen
3,1
3,1
3,3
3,8
4,2
Schretlen & Co
2,8
3,5
2,6
3,3
5,2
Robeco NL
2,5
2005
2004
2003
2002
Verzuim wegens ziekte 27 (exclusief zwangerschap) 2006 Ziekteverzuimpercentage
3,6
3,7
3,8
4,1
4,7
Frequentie ziekmeldingen
1,4
1,5
1,5
1,6
1,7
Instroom WIA
74
Instroomkans WIA
0,2
26. Deze gegevens hebben betrekking op Rabobank Groep binnenland, exclusief Robeco, FGH Bank, Athlon en Bouwfonds. 27. De gegevens hebben betrekking op Rabobank Groep binnenland, exclusief Robeco, FGH Bank, Athlon en Bouwfonds; de gegevens van 2006 zijn inclusief Robeco en FGH Bank. 28. Door reorganisaties is de onderverdeling naar bedrijfsonderdelen van Rabobank Nederland gewijzigd. Sommige cijfers zijn niet meer exact te vergelijken met voorafgaande jaren.
93
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Onze medewerkers
Samenstelling personeelsbestand binnenland aantal
% vrouwen
% in deeltijd
medewerkers
% vrouwen
% mannen
% vrouwen
gemiddelde
% 55 jaar
in deeltijd
in deeltijd
in hogere
leeftijd
en ouder
functies totaal 2005
43.560
56
38
64
5
19
39
6
2006
45.941
56
38
64
5
20
39
7
33.987
62
43
67
5
19
39
7
208
51
31
57
4
26
41
9
1.629
30
13
35
3
19
38
4
Robeco Groep
1.050
31
25
53
13
10
39
3
Schretlen & Co
281
32
22
48
5
12
37
5
Alex B.V.
213
19
48
64
44
13
31
1
37
27
16
30
11
0
37
5
876
39
20
44
4
19
38
5
Rabo Vastgoed
137
32
7
21
0
15
40
6
FGH Bank
288
31
20
41
7
10
38
9
5.695
36
20
48
4
24
41
8
per onderdeel 2006 29
Retailbankbedrijf Lokale Rabobanken Obvion
Wholesalebankbedrijf Rabobank International
Vermogensbeheer
Orbay
Leasing De Lage Landen (excl. Athlon)
Vastgoed
Overig Ondersteunende eenheden Rabobank Nederland
29. Deze gegevens hebben betrekking op Rabobank Groep binnenland exclusief Athlon, Bouwfonds.
Voor meer informatie
www.rabobankgroep.nl/MVO
94
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie (MVO) in onze bedrijfsvoering
10 Integratie (MVO) in onze bedrijfsvoering De impact van de bedrijfsvoering van de Rabobank Groep op de maatschappij is weliswaar minder dan die van de financiële dienstverlening, maar we onttrekken indirect wel degelijk ook zelf de nodige grond- en hulpstoffen, veroorzaken de nodige emissies en produceren een grote hoeveelheid afval. We hebben daarom vermindering van de impact van onze bedrijfsvoering op mens en milieu hoog in ons vaandel staan. In 2006 hebben we er vooral werk van gemaakt door een verdere verankering van MVO in onze dagelijkse inkooppraktijk, een verdere organisatiebrede invoering van energiemanagement, zuinigere leaseauto’s, FSC-papier en collectief afvalmanagement. De volgende stap is die naar een klimaatneutrale bedrijfsvoering door compensatie van onze CO2-uitstoot. Onze managementbenadering van interne milieuzorg
In dit hoofdstuk
Interne milieuzorg is voor de Rabobank Groep meer dan voldoen aan wet- en regelgeving. We vinden het een elementair onderdeel van maatschappelijk verantwoord ondernemen. We willen dus het goede voorbeeld geven en waar mogelijk zelfs trendsetter zijn. Durf, innovatie, doorzettingsvermogen en brede betrokkenheid van de medewerkers
• Onze managementbenadering van interne milieuzorg • Duurzame inkoop • Energie • Duurzame mobiliteit • CO2- uitstoot/klimaatneutraal • Papiergebruik • Afval • Duurzaam bouwen • Biologische catering
zijn hiervoor essentiële randvoorwaarden. Actief aandacht besteden aan interne milieuzorg dient meerdere doelen en heeft door onze schaalgrootte met ruim 56.000 medewerkers een niet te verwaarlozen impact. Het draagt bij aan het verbeteren van het klimaat en de leefomgeving (o.a. door minder en schoner gebruik van energie en vervoer) en aan de verminderde onttrekking van belangrijke grondstoffen aan de natuur (denk aan bomenkap voor papierproductie). Het versterkt tevens onze reputatie als organisatie die maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandel heeft staan en vermin-
>
dert het risico van boetes en claims als gevolg van het niet voldoen aan (inter)nationale regelgeving. Ten slotte biedt het mogelijkheden voor interessante kostenbesparingen.
95
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie (MVO) in onze bedrijfsvoering
Collectieve aanpak
beperkt de vervoersafstanden. Naar schatting betalen wij circa 100%
Binnen ons interne milieuzorgbeleid kiezen we zo veel mogelijk voor
van onze facturen aan in Nederland gevestigde ondernemingen 30.
een centrale en collectieve aanpak. Dit geeft ons de mogelijkheid om
Voor Rabobank International ligt dit natuurlijk anders.
de kansen en risico’s op milieugebied beter te benutten dan wel te beheersen en zorgt er tevens voor dat de verschillende onderdelen zich
Invoering webtool
kunnen concentreren op hun kernbusiness. Zo worden centraal vanuit
De vorig jaar ontwikkelde webtool ter verbetering van de ontsluiting
Rabobank Nederland beleid opgesteld, trainings- en communicatiemid-
van de MVO-informatie over bepaalde productgroepen is medio 2006
delen aangeboden en tools ontwikkeld. Deze worden vervolgens breed
geïmplementeerd als onderdeel van de groepsbrede inkoopsite. Voor
in de organisatie (dus inclusief dochters en lokale banken) aangeboden.
twintig productgroepen commodity’s zijn inmiddels de Rabobank-
Ook de inkoop verloopt zo veel mogelijk met centrale ondersteuning.
specificaties opgesteld en opgenomen in deze tool. De rest volgt in
Waar mogelijk sluiten we collectieve raamcontracten af (bijvoorbeeld
de loop van 2007.
voor groene stroom en afvalinzameling) waaraan alle groepsonderdelen
In 2007 zal ook getoetst worden in hoeverre alle na 1 april 2006
kunnen deelnemen. Milieucriteria spelen een rol bij het afsluiten van
afgesloten nieuwe contracten daadwerkelijk voldoen aan de gestelde
deze en andere inkoopcontracten.
MVO-eisen. Medio 2006 hebben we een start gemaakt met de screening van zo’n 4.000 producten in de RaboShop op MVO-criteria. Dit arbeids-
ISO 14001
intensieve proces loopt nog door tot begin 2007, waarna vervolgacties
Voor de gewenste borging van ons milieuzorgbeleid kiezen we in toe-
bepaald zullen worden.
nemende mate voor een managementbenadering conform ISO14001. Zo is in 2005 energiemanagement conform ISO14001 opgezet, en in
Training inkoopmedewerkers
2006 is gestart met deze opzet voor papiermanagement. Het werken
In november 2006 voor alle inkoopmedewerkers een themadag ‘maat-
met specifieke interne milieuzorgdoelen per groepsonderdeel en met
schappelijk verantwoord inkopen’ gehouden. De ‘gedragscode voor
onderlinge benchmarkgegevens draagt eveneens bij aan een verdere
inkopers’ is uitvoerig aan de orde geweest tijdens een themadag over
verankering van interne milieuzorg binnen de Groep. Centrale spelers
inkoop en ethiek. Naar aanleiding van deze dag zijn er enkele vuistregels
bij het opstellen, uitvoeren en borgen van ons interne milieuzorgbeleid
voor RCI opgesteld, die alle betrokkenen ontvangen hebben.
zijn de directoraten MVO, Shared Services & Facilities (waaronder
Alle medewerkers van RCI hebben de interne gedragscodes van de
Rabobank Concern Inkoop) en Groeps-ICT.
Rabobank Groep, de Nevi Beroepscode voor inkopers en de aanvullende gedragsregels van RCI ondertekend. Hierin komen zaken aan de orde
Uitdaging: centralisering duurzame bedrijfsvoering
als integriteit, openheid, objectiviteit en transparantie, klantgerichtheid,
Tot nu toe zijn we er steeds in geslaagd elk jaar weer belangrijke stappen
toetsing van de handelswijze aan deze codes en omgaan met giften en
te zetten om onze interne milieuzorg verder te verbeteren. Initiatieven
relatiegeschenken. In het voorjaar van 2007 staat een cursus over duur-
als het gebruik van FSC-papier, het ABC-autoleasebeleid en het duurzame
zame papierinkoop gepland. In de inkoopfunctie is inmiddels geborgd
sloop- en bouwproces van het pand aan de Croeselaan van Rabobank
dat MVO wordt meegenomen en meetbaar is. Inkopers worden hier
Nederland krijgen steeds meer navolging van andere binnenlandse
volgend jaar ook op beoordeeld.
groepsonderdelen. Tegelijkertijd liggen er ook nog voldoende uitdagingen. Zo zouden we graag zien dat de verschillende groepsonderdelen
Afspraken met leveranciers
nog meer en beter gaan aansluiten bij het milieubeleid, de tools, de
Eind 2006 is een aanvang gemaakt met het opstellen van een
monitoringsactiviteiten en de collectieve inkoopinitiatieven. Vooral onze
‘Leveranciersgedragscode’, als afgeleide van de gedragscode van de
buitenlandse vestigingen zouden we nog meer willen laten aansluiten.
Rabobank Groep. Deze gedragscode zullen we in 2007 ter ondertekening
Ook moeten we ervoor zorgen dat alle medewerkers zich bewust zijn
aan bestaande leveranciers toezenden. De code gaat ook deel uitmaken
en blijven van hun invloed en eigen verantwoordelijkheid daar waar het
van nieuw af te sluiten contracten.
de milieubelasting van onze interne bedrijfsvoering betreft.
In oktober 2006 is ook een project opgestart met als doel de MVOperformance van leveranciers in kaart te brengen aan de hand van
Duurzame inkoop
self-assessment. Op basis daarvan zullen we leveranciers rangschikken,
Via Rabobank Concern Inkoop (RCI) werd in 2006 voor EUR 1,8 miljard
en vervolgens bepalen we welke acties eventueel gewenst zijn om hun
aan goederen en diensten ingekocht voor de Nederlandse vestigingen
performance te verbeteren om die op het door de Rabobank gewenste
van de Rabobank Groep. Behalve voor Rabobank Nederland regelt RCI
niveau te brengen. In dit traject beoordelen we ook de toeleverings-
ook voor de De Lage Landen, Obvion, FGH en Robeco een belangrijk
keten van de leveranciers. Er wordt overwogen om in 2007 een
deel van de inkoop. Rabobank Nederland doet hoofdzakelijk zaken met
tevredenheidsonderzoek onder leveranciers uit te voeren.
Nederlandse leveranciers. Dit stimuleert de Nederlandse economie en
30. Voor zover centraal ingekocht via Rabobank Concern Inkoop.
96
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie (MVO) in onze bedrijfsvoering
Energie
Energiebesparing en inkoop groene stroom
Het spreekt vanzelf dat de Rabobank Groep zich inzet om haar eigen
In 2006 is het gelukt om meer grip te krijgen op de energiecijfers van
CO2-uitstoot en daarmee haar invloed op het klimaat te verminderen.
de gehele Rabobank Groep. In 2006 hebben ook vestigingen in het
Een belangrijke maatregel op dit gebied is het gebruik van (groene)
buitenland gegevens aangeleverd over hun energieverbruik. Het totale
energie opgewekt uit duurzame energiebronnen: wind, zon, water of
elektriciteitsverbruik dekt nu op basis van fte’s 92% van de Rabobank
biomassa. Het gebruik van groene energie door de Rabobank Groep in
Groep. Voor gasverbruik is dit 88%. Uit deze energiecijfers blijkt dat we
Nederland en in het buitenland bedroeg in 2006 86%. (Zonder buiten-
in 2006 2.444 TJ hebben verbruikt. De Nederlandse vestigingen hebben
land bedroeg dit 97%.) Een andere belangrijke maatregel voor beper-
2.201 TJ hiervan verbruikt. Het totale energieverbruik per fte in Nederland
king van de klimaatverandering is energiebesparing. De invoering van
is daarmee gelijk gebleven aan 2005.
een energieprogramma en een energiezorgsysteem draagt hieraan bij. Elektriciteitsverbruik
Energieprogramma en energiezorgsysteem
Bij de Rabobank Groep in Nederland is het elektriciteitsverbruik per fte
Na de succesvolle pilot vorig jaar is vanaf januari 2006 het zogenaamde
6% toegenomen. Het elektriciteitsverbruik van de Rabobank Groep in
energieprogramma operationeel voor Rabobank Nederland en de
totaal is 4.580 kWh per fte. Het aandeel groene stroom is in Nederland
deelnemende lokale banken. Binnen dit programma worden niet alleen
is licht gestegen tot 97%. Maar ook sommige van onze buitenlandse
de betalingen geregeld, maar bovendien wordt het energieverbruik per
kantoren passen groene stroom toe, onder andere in Brazilië, Spanje en
locatie gekoppeld aan het aantal vierkante meters (en/of het aantal
Frankrijk. Het totale aandeel groene stroom van de Rabobank Groep lag
medewerkers). Hierdoor wordt het mogelijk onderlinge vergelijkingen
daarmee in 2006 op 86%.
te maken. Locaties die relatief veel energie verbruiken, worden actief benaderd. Enerzijds om ze voor te rekenen wat de locatie te veel verbruikt/betaalt en anderzijds om te achterhalen wat de reden van het hoge energieverbruik is. Ook reikt Rabobank Nederland hulpmiddelen
Figuur 36: Elektriciteitsgebruik Rabobank Groep in kWh per fte
aan, zoals energieonderzoeken. De doelstelling van de Rabobank Groep
5.000
is het realiseren van een energiebesparing van 10% in 2010 ten opzichte
4.500
van 2006. Collectieve energie-inkoop maakt eveneens deel uit van het
4.000
energieprogramma. In 2006 deed circa 93% van alle lokale Rabobanken
3.500
mee en 100% van de vestigingen van Rabobank Nederland. Aan het
3.000
totale energieprogramma neemt 45% van lokale banken deel. In 2007
2.500
Groene stroom
zullen we diverse acties ondernemen om ook het aantal deelnemende
2.000
Rabobank Groep (NL+Int.)
locaties aan het volledige energieprogramma te verhogen tot rond de
1.500
Grijze stroom
80% in 2007 en voor 2008 95%.
1.000
Rabobank Groep (NL+Int.)
500
Actieve waterbesparing in 2007
0 2004
In 2007 voegen we het onderwerp water aan het energieprogramma toe
2005 31
2006 32
om zo indien gewenst ook waterbesparing verder te kunnen stimuleren. Gasverbruik
Energiezorgsysteem
Het gasverbruik per m2 in Nederland is met 9% afgenomen ten opzichte
Voor de vestigingen van Rabobank Nederland is in 2005 ook een energie-
van 2005. Een trend in het gasverbruik van de buitenlandse vestigingen
zorgsysteem ontwikkeld conform ISO14001. Doel was om het systeem
kan nog niet gegeven worden omdat betrouwbare gegevens van voor-
in 2006 te laten voldoen aan de Leidraad Energiezorg van SenterNovem.
gaande jaren ontbreken.
Dit is nog niet volledig gelukt.
De energiegegevens blijven gemiddeld over de hele groep ongeveer
Het energiezorgsysteem heeft de mogelijkheid om op pandniveau en op
constant, maar op het niveau van de groepsonderdelen zijn er wel
energieaspecten maatregelen te registreren en rapporten te genereren.
schommelingen. Zie voor meer energieverbruik groepsonderdelen.
Het systeem is als zodanig gereed. De vertaling naar de beoogde doelstellingen moet nog gemaakt worden. In 2007 geven we prioriteit aan het verder implementeren van het energiezorgsysteem, waarna ook audits van het systeem kunnen plaatsvinden.
31. Deze gegevens hebben, uitgaande van fte’s, betrekking op 92% van de Rabobank Groep (exclusief Rabobank International) en 96% van de lokale Rabobanken. 32. Deze gegevens hebben, uitgaande van fte’s, betrekking op 92% van de Rabobank Groep.
97
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie (MVO) in onze bedrijfsvoering
Figuur 37: Gasverbruik Rabobank Groep in Nederland in m3 gas per m2 BVO
regeling te hebben aangesloten ligt hiermee op koers. Eind 2006
16
voor 55% uit auto’s met het label A, B of C. De wagenparken van
14
Schretlen & Co, FGH Bank en Robeco bestaan voor respectievelijk 87%,
12
88% en 52% uit auto’s met label A, B of C. Robeco heeft de ABC-regeling
10
begin 2007 ingevoerd en verwacht volgend jaar dus een flinke stijging
8
in het percentage ABC-auto’s. Schretlen & Co gaat nog een stap verder.
bestond het wagenpark van Rabobank Nederland en de lokale banken
6
Schretlen & Co heeft niet alleen de ABC-regeling ingevoerd, maar heeft
4
bovendien het initiatief genomen om de uitstoot van het wagenpark te
2
neutraliseren. Ter compensatie van de 558 ton CO2 die jaarlijks wordt
0
uitgestoten, zijn er CO2-credits gekocht van duurzaam beheerde bossen 2004
2005 33
2006 34
en van energieprojecten die CO2-uitstoot voorkomen. De Lage Landen heeft haar leaseregeling aangepast op een zodanige
Energie Efficiency Index
manier dat men minder aan eigen bijdrage betaalt naarmate men
Hoewel het convenant de Meerjaren Afspraak Energie-efficiency eind
schoner rijdt.
2005 is beëindigd, heeft de Rabobank besloten de Energie Efficiency
Het resultaat van de initiatieven bij Rabobank Nederland en de lokale
Index (EEI) te blijven hanteren.
Rabobanken in 2006 is een besparing van 1.100 ton CO2-uitstoot door
De Energie Efficiency Index over 2006 is uitgekomen op 93%. Dat betekent
de leaseauto’s ten opzichte van 2005.
dat energie-efficiency verbetering voor Rabobank Nederland en lokale Rabobanken ten opzichte van 1995 uitkomt op 7%. De verslechtering
Het aantal leaseauto’s bij Rabobank Nederland en de lokale Rabobanken
van de EEI ten opzichte van 2005 (10%) is te verklaren door een upgrade
nam in 2006 onder druk van de aantrekkende arbeidsmarkt licht toe
van het rekencentrum in Zeist waarbij nieuwe ICT hardware en koeling
met 3,5% tot 5.674 auto’s. Het reductiedoel van 15 % per eind 2008 is
is geplaatst. Samen heeft dit geleid tot een flinke toename in het
niet haalbaar vanwege de aantrekkende economie en de daaraan
stroomverbruik in Zeist. Convenantafspraken tussen de Rabobank Groep
gekoppelde arbeidsmarkt en is per eind 2006 komen te vervallen.
en het ministerie van VROM over energie-efficiency zijn in de maak.
In 2006 hebben we niet alleen de ABC-regeling uitgebreid. We hebben ook het programma Berijderbeïnvloeding getest. Alle medewerkers
Duurzame mobiliteit
die een nieuw contract afsluiten ontvangen een waardebon waarmee
Door haar schaalgrootte veroorzaakt Rabobank Groep elke dag weer een
zij de cursus Het Nieuwe Rijden kunnen volgen. Met de Nederlandse
relevant aantal vervoersbewegingen. Zo’n 56.000 medewerkers begeven
Spoorwegen startte de Rabobank het initiatief NS Business Card.
zich elke dag weer in het woon-werkverkeer of gaan zakelijk op reis.
Bovendien zijn alle nieuwe geleasede dieselauto’s vanaf 2006 voorzien
Dit draagt niet alleen bij aan het dichtslibben van het wegennet, maar
van een roetfilter.
heeft bovendien een niet te verwaarlozen impact op het milieu door de
Met deze initiatieven geven we invulling aan de afspraken die we in 2005
uitstoot van onder andere CO2. Dit jaar is op diverse terreinen verder
hebben gemaakt met de Stichting Natuur & Milieu en met Milieudefensie.
gewerkt aan vermindering van deze impact, vooral op het gebied van autolease. Deze activiteiten komen voort uit het vervoersplan dat in
Transport van goederen door derden
2005 is opgesteld en waarvan in 2006 de uitvoering is gestart.
Naast het vervoer van onze medewerkers vindt er uiteraard ook trans-
Andere kleinschalige initiatieven op het gebied van duurzame mobiliteit
port van goederen plaats. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het waarde-
in 2006 zijn het verder stimuleren van de toepassing van tele- en
transport. Het merendeel van het transport is uitbesteed. In het kader
videoconferenties (o.a. FGH Bank), carpoolen en de fiets van de zaak
van het programma duurzaam inkopen zullen bij vernieuwing van de
(o.a. FGH Bank).
contracten ook aan deze diensten MVO-eisen gesteld worden. Voor het transport van onze post en van pakketten is een gezamenlijk project
Maatregelen voor vermindering CO2-uitstoot autolease
gestart met TNT Post dat tot doel heeft mogelijkheden voor transport- en
De in 2005 geïntroduceerde ABC-regeling waarbij leaserijders alleen
verpakkingsmateriaal-besparingen in het logistieke traject te identificeren.
nog kunnen kiezen uit de zuinigste auto’s (categorie A, B of C uit het brandstofboekje van de Rijksdienst voor het Wegverkeer) heeft in 2006
Vliegverkeer
binnen de Groep nadere opvolging gekregen. Bij Obvion kan in 2007
In 2006 hebben de Nederlandse vestigingen van Rabobank Nederland
ook nog gekozen worden uit de D-categorie. In 2007 wordt overwogen
én de overige groepsonderdelen ruim 36 miljoen kilometer per vliegtuig
om in 2008 alleen nog lease-auto’s uit de categorieën A, B en C te laten
afgelegd. De ambitie het komende jaar is om ook de vliegkilometers
kiezen. Inmiddels volgt 45% van de lokale banken het ABC-beleid.
van de lokale Rabobanken en van de grote buitenlandse vestigingen te
Het streven om per eind 2008 65% van de lokale banken op de ABC-
kunnen presenteren. Robeco en De Lage Landen hebben hiermee al
33. Deze gegevens hebben, uitgaande van fte’s, betrekking op 92% van de Rabobank Groep (exclusief Rabobank International) en 96% van de lokale Rabobanken. 34. Deze gegevens hebben, uitgaande van fte’s, betrekking op 88% van de Rabobank Groep.
98
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie (MVO) in onze bedrijfsvoering
een start gemaakt. Samen hebben zij 1,6 miljoen vliegkilometers van
Papiergebruik
hun buitenlandse vestigingen gerapporteerd. Op basis van schattingen
Het papiergebruik is binnen een kantoororganisatie bijzonder relevant.
uit 2005 en door de aard van de werkzaamheden is de verwachting dat
Niet alleen is er voor papierproductie veel bos nodig, maar ook veel
de buitenlandse vestigingen van Rabobank International het totale
energie. Verder bestaat afval voor een belangrijk deel uit papier. Om deze
aantal vliegkilometers nog fors omhoog zullen brengen. Zodra alle
redenen streeft de Rabobank Groep ernaar om het papiergebruik te
gegevens bekend zijn, zal ook het aantal vliegkilometers worden
verminderen en toe te zien op kwalitatieve aspecten, zoals de herkomst
opgenomen in de CO2-administratie van de Rabobank Groep.
van de grondstoffen en de wijze van produceren. Dit jaar hebben we
CO2- uitstoot/klimaatneutraal
In het gebruik van A4-papier per fte hebben we een daling gezien van
Het tot op heden gevoerde milieubeleid was gericht op het verminderen
4% ten opzichte van 2005 bij Rabobank Nederland en de lokale
van de benodigde hoeveelheden grondstoffen en energie ten behoeve
Rabobanken. Ook het papiergebruik bij de groepsonderdelen daalde.
van onze bedrijfsvoering. Het compenseren van niet te vermijden
Om op A4-papier te besparen, treffen we gerichte maatregelen, zoals het
milieubelasting is een logische volgende stap. Dit wordt bij vertaling
dubbelzijdig printen en kopiëren en het verminderen van rekening-
naar CO2 ‘klimaatneutraal maken’ genoemd.
afschriften, nota’s en acceptgiro’s door digitale toepassingen.
vooral resultaat geboekt op de verdere introductie van FSC-papier.
De Rabobank Groep zal in 2007 besluiten wanneer zij klimaatneutraal wil zijn. Wij zijn van mening dat compensatie meer kan zijn dan bomen
Papiermanagement
planten. Daarom zal Rabobank ook investeren in CO2-reductie elders,
Om beter te kunnen managen op papier heeft Rabobank Nederland in
bijvoorbeeld in ontwikkelingslanden. In 2007 moet de gegevensverza-
2006 een eerste stap gezet om te komen tot een managementstructuur
meling ten behoeve van de CO2-administratie worden georganiseerd.
op basis van de ISO 14001-norm voor milieumanagement. Deze norm
Dit zal een aanvulling zijn op de dataverzameling die nu al plaatsvindt
richt zich speciaal op het beheersen en verbeteren van de prestaties op
voor de MVO-monitoring. Ook onafhankelijke toetsing van de CO2-foot-
milieugebied. Daarvoor zijn de eisen die ISO 14001 stelt, vertaald naar
print is hierbij noodzakelijk. Rabobank zal in 2007 onderzoeken of het
een maatlat voor papiermanagement en wordt in kaart gebracht waar
mogelijk is om van alle inkoopprojecten (vanaf 2007) die verlopen via
we staan ten opzichte van die maatlat. Vervolgens wordt een ambitie-
RCI de CO2-uitstoot te berekenen, zodat in het inkoopbeleid CO2 als
niveau bepaald en een plan van aanpak gemaakt. In het voorjaar van
belangrijk criterium kan worden opgenomen. Zo krijgen leveranciers die
2007 zal dit plan van aanpak gereed zijn en vindt hierover besluit-
in hun productieketen een lagere CO2-uitstoot veroorzaken een betere
vorming plaats.
kans en verlaagt de Rabobank haar indirecte CO2-uitstoot.
Afval Ons gas- en elektriciteitsverbruik in 2006 heeft geleid tot een CO2-uit-
Verantwoord omgaan met afval vinden we bij de Rabobank Groep
stoot van 27.909 ton in Nederland en 13.526 ton in het buitenland.
vanzelfsprekend. We werken daarom ook aan afvalpreventie, onder
In totaal hebben we in 2006 dus rond de 41.400 ton CO2 uitgestoten
andere via onze activiteiten op het gebied van duurzaam inkopen.
door ons gas- en elektriciteitsverbruik.
Activiteiten op dit gebied zijn: • het EcoSmart total-wastemanagementsysteem Rabobank Nederland waarmee de scheiding en de recyling van ons afval
Figuur 38: CO2-uitstoot door gas- en elektriciteitsverbruik Rabobank Groep in ton CO2 150.000
aanzienlijk zijn verbeterd. Het percentage recyclebare stromen was in 2006 73% (2005: 70%); • standaardisering van afvalmanagement bij lokale Rabobanken.
125.000 100.000
Duurzaam bouwen
75.000
Buitenland
Natuurlijke momenten zoals nieuw- en verbouw zijn voor de Rabobank
50.000
Binnenland
Groep dé momenten om maatregelen op het gebied van duurzaam
25.000
bouwen en inrichten door te voeren. Door bij het ontwerp al rekening
0
te houden met duurzaamheidsaspecten, zoals het gebruik van verant2004
2005
2006 35
woorde materialen en een toekomstig zuinig energiegebruik, kunnen we veel bereiken. Duurzame bouw dient natuurlijk samen te gaan met
Ook andere aspecten van onze bedrijfsvoering leiden tot CO2-uitstoot.
het duurzame gebruik van het gebouw.
Zo heeft ons Nederlands lease wagenpark circa 33.000 ton CO2 uitgesto-
Het gebruik van hout uit duurzaam beheerde bossen en plantages
ten. De geplande CO2-administratie zal ook voor andere aspecten meer
(FSC-gecertificeerd hout) is een voorbeeld van het gebruik van verant-
duidelijkheid brengen.
35. Deze cijfers zijn gebaseerd op de energiecijfers en dekken daarmee 92% van het elektriciteitsverbruik en 88% van het gasverbruik van de Rabobank Groep.
99
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Integratie (MVO) in onze bedrijfsvoering
woorde materialen. Afspraken hierover liggen vast in een overeenkomst
bepalen alsmede alsook de manier waarop in de praktijk per bouw-
tussen Rabobank Nederland en FSC Nederland. Van de lokale banken
project invulling kan worden gegeven aan deze ambitie. Op deze wijze
die in 2006 (ver)bouwden gaf 25% aan hiervoor FSC-hout te gebruiken.
zal duurzaam bouwen op langere termijn een structureel en meetbaar
Wat het energiegebruik betreft, hanteert de Rabobank onder andere de
onderdeel vormen van de vastgoedportefeuille.
norm dat de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van het gebouw minimaal 10% onder de wettelijke norm dient te liggen. Voor de nieuwbouw
Biologische catering
hoofdkantoor Rabobank geldt nog steeds dezelfde doelstelling,
Rabobank Nederland had voor 2006 de ambitieuze doelstelling
namelijk het behalen van een GreenCalc+ score van ruim 300.
geformuleerd van 15% biologische producten in het assortiment van de bedrijfsrestaurants (in 2005 was dit nog maar 9%). De cateraar heeft
Eigen Steen
daarom voor de volgende productgroepen maatregelen genomen.
Een belangrijke ontwikkeling voor het eigen vastgoed (en voor duur-
- Alle melk en karnemelk die wordt verstrekt in de restaurants is nu
zaam bouwen) van de Rabobank is de oprichting van het vastgoedbedrijf Eigen Steen. Eigen Steen gaat deel uitmaken van Rabobank Nederland en wordt eigenaar en beheerder van het vastgoed voor de
biologisch. - Van de afbakbroodjes, het fruit, de salades en de groentecomponenten van de warme maaltijden is een deel biologisch.
lokale banken die daarvoor gekozen hebben. Vanuit de rol van eigenaar
Door deze aanpassingen is het percentage biologische producten
zal Eigen Steen opdrachtgever worden voor nieuwbouw en verbouw.
gestegen naar 11% van het totale aanbod. Zie voor meer biologische
Het bedrijf zal in het voorjaar 2007 zijn ambitie voor duurzaam bouwen
catering.
Voor meer informatie
www.rabobankgroep.nl/MVO
100
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Assurance rapport
Assurance rapport Aan de lezers van het maatschappelijk jaarverslag 2006 van de
Er bestaan geen algemeen aanvaarde richtlijnen voor rapportages op
Rabobank Groep.
het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Rabobank past haar eigen interne rapportagecriteria voor de informatie in het
Introductie
Verslag toe die zijn afgeleid van de Sustainability Reporting Guidelines
De raad van bestuur van Rabobank Groep (verder: Rabobank) heeft ons
v3.0 (G3) van de GRI die in lijn liggen met de principes van AA1000AS ,
verzocht zekerheid te verschaffen bij de informatie in het maatschappelijk
zoals nader uiteengezet in de rapportageprincipes en het hoofdstuk
jaarverslag 2006 (verder: het Verslag). De raad van bestuur is verant-
‘In dialoog met onze stakeholders’.
woordelijk voor het opstellen van het Verslag, inclusief het identificeren van de stakeholders en het bepalen van materiële onderwerpen. Het is
Werkzaamheden
onze verantwoordelijkheid een assurance rapport te verstrekken.
Onze werkzaamheden voor het gehele Verslag bestonden uit: • het afnemen van interviews met relevante medewerkers op groeps-
Context en reikwijdte
niveau en bij entiteiten over strategie, het beleid, de communicatie en
Onze werkzaamheden waren gericht op het verschaffen van een
het management in relatie tot MVO ter controle van de in het Verslag
redelijke mate van zekerheid dat het verslag in alle van materieel belang zijnde aspecten betrouwbaar is, uitgaande van de rapportageprincipes zoals uiteengezet op pagina 8.
opgenomen informatie; • het beoordelen van de opzet en het bestaan en het toetsen van de werking van de systemen en processen van informatieverzameling en verwerking, waaronder de aggregatie van gegevens tot informatie
Voor de financiële data in de kerngegevens gemerkt met hebben onze werkzaamheden zich beperkt tot vaststelling dat deze data juist
zoals opgenomen in het Verslag; • het controleren van de informatie in het Verslag aan de hand van
zijn overgenomen uit de gecontroleerde jaarrekening van Rabobank
interne en externe documenten, onder meer door in detail vast te
Groep. Om een volledig inzicht in de financiële resultaten en de
stellen dat de in het Verslag opgenomen informatie overeenkomt
vermogenspositie van de Rabobank Groep te verkrijgen, dient de lezer
met de informatie in de relevante onderliggende bronnen en dat alle
de gecontroleerde jaarrekening over 2006 te raadplegen.
relevante informatie uit deze onderliggende bronnen is opgenomen in het Verslag;
Standaarden en criteria
• voor de financiële data in de kerngegevens aangeduid met vast-
We hebben deze opdracht uitgevoerd in overeenstemming met de
gesteld dat deze op de juiste wijze zijn ontleend aan of berekend op
“International Standard for Assurance Engagements (ISAE) 3000:
basis van de door de accountant gecontroleerde jaarrekening over
Assurance Engagements other than Audits or Reviews of Historical
2006 van de Rabobank Groep.
Financial Information” uitgevaardigd door de International Auditing
• het toetsen van de toepassing van de principes materialiteit,
and Assurance Standards Board. Wij hebben in de uitvoering van onze
volledigheid en responsiviteit van AA1000AS door:
werkzaamheden tevens de principes van AA1000AS, zijnde materialiteit,
-
het beoordelen van de resultaten van de stakeholder-consultatieprocessen van Rabobank en het bepalen of de materiële issues
volledigheid en responsiviteit toegepast.
voor haar stakeholders zijn opgenomen; ISAE 3000 vereist onder andere dat de leden van het assuranceteam
-
het uitvoeren van een media-analyse en internetsearch in relatie
-
het vergelijken van de inhoud van het Verslag met andere MVO-
tot Rabobank in de rapportageperiode;
over de specifieke kennis, vaardigheden en vaktechnische bekwaamheden beschikken die nodig zijn om de informatie in het verslag te kunnen
verslagen in de financiële sector;
begrijpen en beoordelen, en dat die leden voldoen aan de vereisten van de Code of Ethics van de IFAC teneinde hun onafhankelijkheid te waarborgen.
-
het beoordelen of de informatie in het Verslag in lijn is met onze algemene kennis van en ervaring met MVO bij Rabobank.
101
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Tijdens ons onderzoek hebben wij de noodzakelijke wijzigingen in het Verslag besproken en hebben wij vastgesteld dat deze wijzigingen adequaat zijn verwerkt in de definitieve versie van het Verslag.
Assurance rapport
• De reikwijdte van de gerapporteerde informatie in het Verslag varieert binnen en tussen de onderwerpen. Het afgelopen jaar heeft Rabobank verdere stappen gezet om het aantal onderdelen van de groep dat rapporteert over de verschillende onderwerpen inclusief kwantitatieve
Conclusies
informatie uit te breiden.Wij raden Rabobank aan in 2007 de eventuele
Op basis van onze werkzaamheden concluderen wij dat het Verslag in
knelpunten voor toekomstige uitbreiding van de reikwijdte te onder-
alle van materieel belang zijnde aspecten betrouwbaar is, uitgaande van
zoeken en tijdig acties te ondernemen om een volledig en onderling
de rapportageprincipes zoals uiteengezet op pagina 8.
vergelijkbaar beeld te kunnen waarborgen.
Commentaar Ons onderzoek heeft geleid tot enkele belangrijke bevindingen voor de verbetering van het Verslag. Zonder dat deze bevindingen de strekking
Amsterdam, 27 maart 2007
van ons assurance rapport aantasten, verdienen de volgende zaken naar onze mening de aandacht: • Rabobank heeft in 2006 de MVO-doelstellingen nader gespecificeerd en monitoring daarvan opgenomen in de reguliere planning- en control-cyclus. De koppeling tussen het Strategisch Kader, de doelstellingen en de kernprestatie-indicatoren kan verder worden verbeterd. Versterking van verantwoordelijkheden in de lijn voor de geformuleerde doelstellingen op lokaal en groepsniveau zal verder bijdragen aan
KPMG Sustainability B.V.
verankering van MVO in de organisatie en bedrijfsvoering.
Drs. W.J. Bartels RA, directeur
Dit vormt tevens een stimulans voor de vorig jaar aanbevolen verdere verbetering van de interne beheersing rondom de verzamelde en gerapporteerde informatie.
102
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Bestuurders en toezichthouders Rabobank Nederland
Bestuurders en toezichthouders Rabobank Nederland Raad van bestuur (met aandachtsgebieden)
Mr. Sipko Schat (S.N.)
drs. Bert Heemskerk (H.), voorzitter
- Rabobank International (RI)
- Audit Rabobank Groep - Communicatie
• Managing Board Rabobank International (MBRI), plaatsvervangend voorzitter
- Juridische en Fiscale Zaken
• COO-domein RI
- Personeel (Corporate)
• Corporate Clients Nederland
- Toezicht & Compliance
• Financial Markets
- Kennis en Economisch Onderzoek
• Corporate Finance
- Bestuurssecretariaat
• Trade & Commodity Finance
drs. Hans ten Cate (J.C.)
• Private Equity
- Rabobank International (RI) • Management Board Rabobank International (MBRI), voorzitter
Bestuurssecretaris
• Regionaal management Amerika/Azië/Europa
Drs. Rens Dinkhuijsen (L.A.M.)
• CFRO-domein RI - Bijzonder Beheer
Raad van commissarissen
- Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
Prof. dr. Lense Koopmans (L.), voorzitter
- Vastgoed
Ing. Antoon Vermeer (A.J.A.M.), plaatsvervangend voorzitter
- Robeco
Prof. mr. Sjoerd Eisma (S.E.), secretaris
prof. dr. ir. Bert Bruggink (A.)
Drs. Leo Berndsen (L.J.M.)
- Control Rabobank Groep
Ir. Bernard Bijvoet (B.)
- Group Risk Management
Dr. ir. Teun de Boon (T.)
- Kredietrisicomanagement
Prof. dr. ir. Louise Fresco (L.O.)
- Treasury
Rinus Minderhoud (M.)
- Investor Relations
Mr. Paul Overmars (P.F.M.)
ir. Piet van Schijndel (P.J.A.)
Ir. Hans van Rossum (J.A.A.M.), plaatsvervangend secretaris
- Particulieren
Ir. Herman Scheffer (H.C.)
- Private Banking
Prof. dr. ir. Martin Tielen (M.J.M.)
- Groep ICT
Dr. ir. Aad Veenman (A.W.)
- Leasing
Prof. dr. Arnold Walravens (A.H.C.M.)
dr. Piet Moerland (P.W.) Coöperatie & Bestuur Aangesloten Banken - Personeel (Aangesloten Banken) - MKB - Shared Services & Facilities
103
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Rabobank Groep wereldwijd aanwezig
Rabobank Groep wereldwijd aanwezig
Noord-Amerika
Europa
Nederland
Azië
Australië
Canada
België
Noorwegen
Bahrein
Australië
Verenigde Staten
Denemarken
Oostenrijk
China
Nieuw-Zeeland
Duitsland
Polen
India
Latijns-Amerika
Finland
Rusland
Indonesië
Argentinië
Frankrijk
Slowakije
Japan
Brazilië
Groot Brittannië
Spanje
Korea
Chili
Guernsey
Tsjechië
Maleisië
Curaçao
Hongarije
Turkije
Singapore
Voor verdere informatie over onze vestigingen
Kaaiman Eilanden
Ierland
Zweden
Thailand
en kantoren, zoals vestigingsplaats en contact-
Mexico
Italië
Zwitserland
Verenigde Arabische
gegevens: zie www.rabobankgroep.nl/
Emiraten
vestigingen
Luxemburg
104
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Groepsonderdelen Rabobank Groep
Groepsonderdelen Rabobank Groep
De Rabobank Groep is een brede financiële
Rabo Bouwfonds is een internationale vastgoed-
Alex is van geavanceerde handelssysteem
dienstverlener op coöperatieve grondslag. Ze
onderneming met drie op vastgoed gerichte
uitgegroeid tot digitale beleggersbank. Alex
bestaat uit 188 zelfstandige lokale Rabobanken
kernactiviteiten: ontwikkelen, financieren en
Beleggersbank bestaat sinds 1999 en is met
in Nederland, Rabobank Nederland en een
investment management. Rabo Bouwfonds
meer dan 100.000 beleggersrekeningen markt-
groot aantal gespecialiseerde dochteronder-
opereert op de particuliere en zakelijke markt
leider op het gebied van online beleggen en
nemingen. De kerndoelstelling van de groep is
en behoort tot de grootste vastgoedonder-
de grootste aanbrenger van particuliere orders
het genereren van een zo hoog mogelijke
nemingen van Europa. Rabo Bouwfonds had
op zowel de Euronext effectenbeurs als de
klantwaarde. Daartoe biedt de organisatie haar
ultimo 2006 zo’n 1900 medewerkers in dienst,
Euronext derivatenbeurs.
klanten alle mogelijke financiële producten en
waarvan bijna 500 in het buitenland. Het ont-
Alex richt zich op de optimale bediening van
diensten. De Rabobank Groep bedient meer
wikkelen van vastgoed gebeurt door Bouwfonds
een groeiend aantal beleggers, die afhankelijk
dan de helft van de 16 miljoen Nederlanders
Property Development en Rabo Vastgoed.
van hun eigen doelstellingen, volledig zelf-
en van de Nederlandse bedrijven. In Nederland
Het financieren van vastgoed gebeurt door
standig of met advies wil beleggen. Daarnaast
heeft zij dominante marktposities op vrijwel
FGH Bank en haar labels Nederlandse
biedt Alex allerlei ondersteunende en educa-
alle gebieden van de financiële dienstverlening:
Hypotheekbank en Rijnlandse Bank. Op het
tieve mogelijkheden, waaronder professionele
woninghypotheken, spaarmiddelen en in de
gebied van vastgoedbeleggingen zijn
analyses, nieuwsberichten, beleggingsexperts,
sectoren midden- en kleinbedrijf en food & agri.
Bouwfonds Asset Management en FGH Asset
seminars en het opleidingsinstituut de Alex
In de grootzakelijke markt in Nederland is de
Management actief.
Academy, welke recent gecertificeerd is door
positie inmiddels aanzienlijk versterkt.
de Universiteit van Maastricht.
Wereldwijd focust de Rabobank Groep via
www.alex.nl
Rabobank International primair op de financiering van de internationale food & agribusiness, een niche waarin zij een leidende positie bekleedt. De Rabobank Groep heeft de hoogste kwalificatie voor kredietwaardigheid (triple A) en is buiten Nederland met 330 vestigingsplaatsen vertegenwoordigd in 41 landen. www.rabobankgroep.nl
105
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Groepsonderdelen Rabobank Groep
De Lage Landen is een internationale aanbieder
Obvion verstrekt hypotheken en eenvoudige
Robeco, opgericht in 1929, is een vermogens-
van hoogwaardige programma’s op het gebied
financiële producten via een selectie van
beheerder pur sang.
van activafinanciering. De Lage Landen heeft
kwalitatief goede, onafhankelijke inter-
Wereldwijd voorziet Robeco circa 700 instituti-
kantoren en samenwerkingsverbanden in
mediairs. Obvion biedt goedgeprijsde
onele en circa 1,5 miljoen particuliere klanten
meer dan 25 landen in Europa, Noord- en
producten, hoogwaardige productopties en
van beleggingsproducten en -diensten.
Zuid-Amerika, Zuidoost Azië, Australië en
ondersteuning van het intermediair. Verder
Particulieren worden zowel bediend via banken
Nieuw-Zeeland. De onderneming specialiseert
kiest Obvion voor een snelle en vlekkeloze
en andere distributiepartners als via directe
zich internationaal in activafinanciering en
procesgang waarbij betrouwbaarheid voor-
kanalen. Het productaanbod omvat vast-
Vendor Finance, en concentreert zich op de
op staat. Door de samenhang van deze
rentende en aandelenbeleggingen alsmede
bedrijfstakken: Food & Agriculture, Healthcare,
onderdelen onderscheidt Obvion zich in de
alternative investments. Behalve in thuismarkten
Office Equipment, Information Technology,
markt. Obvion is de grootste geldverstrekker
de Benelux en de Verenigde Staten heeft
Telecommunications, Financial Institutions,
die uitsluitend het intermediaire kanaal
Robeco vestigingen in Frankrijk, Zwitserland,
Trucks & Trailers, Public Finance and Materials
bedient, met een marktaandeel dat sinds
Duitsland, Spanje, Polen en het Midden-
Handling & Construction Equipment.
de start in 2002 meer dan verdubbeld is tot
Oosten en Japan. Het beheerd vermogen
In Nederland biedt het bedrijf een breed pakket
5,2% in 2006. Obvion is voortgekomen uit
bedraagt circa EUR 142 miljard (per eind 2006).
leasing- en handelsfinancieringsproducten aan.
een samenwerkingsverband van Rabobank
Robeco heeft wereldwijd circa 2.000 mede-
Tot het productenpakket behoren equipment-
en ABP. Het hoofdkantoor is gevestigd in
werkers, verspreid over tien landen.
lease, auto- en bedrijfswagenlease, ICT-lease,
Heerlen.
www.robeco.nl
consumer finance en handelsfinanciering.
www.obvion.nl
Sinds 2006 is Athlon Carlease onderdeel van De Lage Landen Groep. www.delagelanden.com
106
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Bank Sarasin is een toonaangevende Zwitserse
Schretlen & Co is de vermogensbank binnen de
private bank die in 1841 is opgericht. Haar
Rabobank Groep. Haar missie is het begeleiden
duurzame succes is gebaseerd op vertrouwen,
van topvermogenden bij het waarmaken van
vertrouwelijkheid, expertise en toewijding.
hun ambities op het gebied van vermogens-
De kernactiviteiten van Bank Sarasin bestaan
vraagstukken. Schretlen & Co richt zich primair
uit beleggingsadvies en vermogensbeheer-
op (zeer) vermogende particulieren en
diensten voor particuliere en institutionele
middelgrote instellingen. Kernactiviteit is
klanten, en beleggingsfondsen. Corporate
vermogensbeheer en -advies, gecombineerd
finance, brokerage en financiële analyse
met vermogensplanning.
completeren het pakket diensten en producten.
Er wordt intensief contact onderhouden en
Bij Sarasin werken ruim 1.100 medewerkers.
samengewerkt met lokale Rabobanken. Dat
Het hoofdkantoor van de Sarasin Groep staat
heeft onder meer geresulteerd in Rabobank
in Bazel, andere Zwitserse vestigingen staan
Beheerd Beleggen (RBB) en Rabobank Effecten
in Zürich, Genève en Lugano. Internationaal
Advies Desk (READ), beide samenwerkings-
heeft de Sarasin Groep kantoren in Dubai,
verbanden tussen Schretlen & Co en lokale
Guernsey, Hongkong, Londen, Luxemburg,
banken op het gebied van effectendienst-
München, Parijs en Singapore. De aandelen
verlening.
van Bank Sarasin zijn genoteerd aan de SWX,
Naast het hoofdkantoor in Amsterdam heeft
de Zwitserse effectenbeurs.
Schretlen & Co vestigingen in Apeldoorn,
www.sarasin.com
Heerenveen, Rotterdam en Waalre. www.schretlen.com
Groepsonderdelen Rabobank Groep
107
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Indicatoren
GRI-indicatorenoverzicht Rabobank Groep Type
Waar te vinden
Niet gerapporteerd
Geheel voldaan
Gedeeltelijk voldaan
Website (doorklik)
Gerelateerde informatie (doorklik)
Pagina
EPI Finance 2002
SPI Finance 2002
G3-indicatoren
Strategie en analyse 1.1
Een verklaring van raad van bestuur over relevantie van
x
11
x
13-22
duurzame ontwikkeling voor de organisatie en haar strategie 1.2
Beschrijving van belangrijke gevolgen, risico’s
27-30
en mogelijkheden Deel 1. Gevolgen van organisatie voor duurzame
ontwikkeling en effecten op belanghebbenden Deel 2. Gevolgen van duurzaamheidstrends, -risico’s en mogelijkheden op de vooruitzichten voor lange termijn en financiele prestaties Organisatieprofiel 2.1
Naam van de organisatie
x
4
2.2
Voornaamste merken, producten en/of diensten
x
4
2.3
Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip
x
van divisies, dochterondernemingen en samenwerkings-
3, 4 en 104
verbanden 2.4
Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie
x
4
2.5
Het aantal landen waar de organisatie actief is
x
103
(met relevantie voor de duurzaamheidskwesties) 2.6
Eigendomsstructuur en de rechtsvorm
x
4
2.7
Afzetmarkten (geografische verdeling, sectoren en
x
6 en 103
x
6
x
8
x
24
x
8
x
101
soorten klanten) 2.8
Omvang van de verslaggevende organisatie
2.9/ Significante veranderingen tijdens de verslagperiode wat 3.8
betreft omvang, structuur of eigendom
2.10 Onderscheidingen die tijdens de verslagperiode werden toegekend
Verslagparameters Verslagprofiel 3.1
Verslagperiode waarop de verstrekte informatie betrekking heeft
3.2
Datum van het meest recente verslag (indien van toepassing)
108
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Indicatoren
Type
Niet gerapporteerd
Waar te vinden
Geheel voldaan
Gedeeltelijk voldaan
Website (doorklik)
Gerelateerde informatie (doorklik)
Pagina
EPI Finance 2002
SPI Finance 2002
G3-indicatoren
3.3
Verslaggevingscyclus (jaarlijks, tweejaarlijks, etc.)
x
8
3.4
Contactpunt voor vragen over het verslag of de inhoud ervan
x
115
x
8
x
8
Reikwijdte en afbakening van het verslag 3.5
Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag,
met inbegrip van: relevantie, materialiteit en stakeholders 3.6 / Afbakening of reikwijdte van het verslag (bv. landen, 3.7
divisies, dochterondernemingen, gehuurde faciliteiten) en eventuele beperkingen
3.9
De technieken en berekeningsgrondslagen voor
x
8
gegevensmetingen, waaronder de voor schattingen gebruikte aannames 3.10 Uitleg over de gevolgen van eventuele herformuleringen
x
8
x
8
van eerder verstrekte informatie 3.11 Significante veranderingen ten opzichte van vorige
verslagperiodes ten aanzien van reikwijdte, afbakening of meetmethoden van het verslag GRI-inhoudsopgave 3.12 Inhoudsopgave.
x
2
x
8 en 100
x
37-39
Assurance 3.13 Beleid en huidige praktijk met betrekking tot het
verstrekken van externe assurance van het verslag Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid Bestuursstructuur 4.1
De bestuursstructuur van de organisatie, met inbegrip van Geef aan of de voorzitter van het hoogste bestuurs-
en 102
commissies die vallen onder het hoogste bestuurslichaam 4.2
x
x
102
x
37
x
lichaam eveneens een leidinggevende functie heeft 4.4
Overlegorganen voor aandeelhouders en medewerkers voor aanbevelingen of medezeggenschap op het hoogste
x
bestuurslichaam 4.5
Een koppeling tussen vergoedingen voor leden
x
82
van raad van bestuur en (top)managers en de (MVO)-prestaties van de organisatie 4.6
Processen waarmee de raad van bestuur waarborgt dat
x
39 en 40
x
37
x
strijdige belangen worden vermeden 4.7
Proces voor het bepalen van de kwalificaties en expertise
van de leden van de raad van bestuur voor het sturen van de MVO-strategie 4.8
Intern ontwikkelde missieverklaringen en gedragscodes die van belang zijn voor de MVO-prestaties, met de mate van invoering ervan
x
17, 37 en 49
x
109
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Indicatoren
Type
Geheel voldaan
Gedeeltelijk voldaan
Website (doorklik)
Gerelateerde informatie (doorklik)
Pagina
x
EPI Finance 2002
Procedures van de raad van bestuur voor het overzien van
SPI Finance 2002
G3-indicatoren
4.9
Niet gerapporteerd
Waar te vinden
36 en 37
de MVO-prestaties, met inbegrip van relevante risico’s en
kansen en naleving van internationaal overeengekomen standaarden en principes 4.10 Processen voor het evalueren van de eigen prestaties van
x
37
x
de raad van bestuur in het bijzonder betreffende MVOprestaties Verplichtingen i.v.m. externe initiatieven 4.11 Toelichting over de toepassing van het voorzorgsprincipe
x
65
x
4.12 Extern ontwikkelde economische, milieugerelateerde
x
14 en 73
x
en sociale handvesten, principes of standaarden die de organisatie onderschrijft 4.13 Lidmaatschap van verenigingen (zoals branche-
x
30 en 31
x
26
4.15 Basis voor inventarisatie en selectie van stakeholders
x
24-26
4.16 Benadering van stakeholders en de frequentie van
x
23-33
x
29 en 30
verenigingen) en (inter)nationale belangenorganisaties
Overleg met belanghebbenden 4.14 Lijst van relevante groepen belanghebbenden voor de organisatie.
contacten 4.17 Reactie organisatie op de voornaamste onderwerpen en
vraagstukken naar voren gekomen in contact met stakeholders Managementbenadering en prestatie-indicatoren Economische prestatie-indicatoren DMA Economische aspecten
x
44
EC1 Directe economische waarden die zijn gegenereerd
x
46
EC2 Financiële implicaties en andere risico’s en mogelijkheden
x
15 en 61
voor de activiteiten van de organisatie als gevolg van klimaatverandering EC3 Dekking van de verplichtingen in verband met het vast-
x
81
x
95
gestelde (pensioen)uitkeringenplan van de organisatie EC6 Beleid, methoden en deel van uitgaven betreffende lokaal gevestigde leveranciers op belangrijke bedrijfslocaties EC7 Procedures voor lokale personeelswerving en aandeel
x
x
van het topkader afkomstig uit de lokale gemeenschap EC8 Ontwikkeling en gevolgen van investeringen in infrastructuur en diensten voor het algemeen nut (commercieel, in natura of pro deo)
x
63, 64 en 77
110
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Indicatoren
Type
Niet gerapporteerd
Waar te vinden
Geheel voldaan
Gedeeltelijk voldaan
Website (doorklik)
Gerelateerde informatie (doorklik)
Pagina
EPI Finance 2002
SPI Finance 2002
G3-indicatoren
Milieu prestatie-indicatoren
DMA Milieuaspecten
x
94
EN1
x
98
x x
Totale hoeveelheid gebruikt papier (meest relevant materiaal voor Rabobank Groep) naar gewicht of volume
EN3
Direct energieverbruik door primaire energiebron
x
96
EN4
Indirect energieverbruik door primaire bron
x
97
EN8
Totale wateronttrekking per bron
x
96
x
50, 61
EN16/ Totale directe en indirecte emissie van broeikasgassen
en 98
EN17 naar gewicht EN22 Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode
x
98
EN26 Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen
x
98
x
van producten en diensten en de omvang van deze compensatie Sociale prestatie-indicatoren: Arbeidsomstandigheden DMA aspecten arbeid: verhouding tussen werkgever en
x
79
werknemer, ezondheid en veiligheid, opleiding en onderwijs, diversiteit en kansen LA1 Totale personeelsbestand naar type werk arbeidsovereen-
x
90
x
91 en 92
x
81
komst en regio LA2 Totaal aantal en snelheid van personeelsverloop per
leeftijdsgroep, geslacht en regio LA4 Percentage medewerkers dat onder een collectieve
x
arbeidsovereenkomst valt LA5 Minimale opzegtermijn(en) in verband met operationele
x
x
veranderingen, inclusief specificatie in collectieve overeenkomsten LA7 Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen- en verzuimcijfers en
x
92
x
85 en 89
het aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio LA10 Gemiddeld aantal uren dat een werknemer per jaar
x
besteedt aan opleidingen, onderverdeeld naar werk-
nemerscategorie LA13 Samenstelling van bestuurslichamen en onderverdeling
x
91 en 102
van medewerkers naar geslacht, leeftijdsgroep en minderheid (diversiteit) LA14 Verhouding tussen basissalarissen van mannen en
x
91
DMA Mensenrechten
x
31
HR1 Percentage en totaal van aantal investeringsovereen-
x
51 en 52
vrouwen per medewerkerscategorie
Sociale prestatie-indicatoren: Mensenrechten
komsten waarin clausules over mensenrechten zijn opgenomen of waarvan de naleving is getoetst.
111
Indicatoren
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Type
Geheel voldaan
Gedeeltelijk voldaan
Website (doorklik)
Gerelateerde informatie (doorklik)
x
Pagina
EPI Finance 2002
SPI Finance 2002
G3-indicatoren
HR2 Percentage belangrijke leveranciers en aannemers die
Niet gerapporteerd
Waar te vinden
95
getoetst zijn op naleving van de mensenrechten en op getroffen maatregelen HR4 Totaal aantal gevallen van discriminatie en de getroffen
x
86 en 87
x
31, 51
x
maatregelen HR5/ Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk
x
en 52
HR6/ risico is van gevallen van (1) het ontnemen van het recht HR7 op de uitoefening van de vrijheid van vereniging en
collectieve arbeidsonderhandelingen, of (2) kinderarbeid, of (3) gedwongen of verplichte arbeid, alsmede de maatregelen om dit uit te bannen Sociale prestatie-indicatoren: Maatschappij DMA acteren in maatschappij en gemeenschap
x
71 en 76
SO1 Aard, reikwijdte en effectiviteit van programma’s en
x
72-75
methoden die effect hebben op gemeenschappen SO3 Percentage van het personeel dat training in anticorruptie-
en 77-78 x
x
x
x
beleid en –procedures van de organisatie heeft gevolgd SO4 Maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van gevallen van fraude / corruptie SO5 Standpunten betreffende publiekbeleid en deelname aan
x
77
x
65-68
x
67
x
65-67
x
de ontwikkeling ervan, evenals lobbyen
Sociale prestatie-indicatoren: Productverantwoordelijkheid DMA Productverantwoordelijkheid: veiligheid van klanten,
productinformatie, marketing, privacy van klanten, naleving PR1 Beoordeling gevolgen van diensten voor veiligheid met
het oog op verbetering PR3 Type informatie over producten en diensten dat verplicht
wordt gesteld door procedures PR6 Programma’s voor naleving van wetten, standaarden en
x
x
vrijwillige codes over marketing (reclame, promotie en sponsoring) PR8 Totaal aantal gegronde klachten over inbreuken op de
x
67
x
46
privacy van klanten en het kwijtraken van klantgegevens PR9/ Geldwaarde boetes vanwege het niet-naleven van
x
SO8 wet- en regelgeving (betreffende levering en gebruik van producten en diensten) Sector supplement: Financiële Diensverlening (EPI-finance) Milieu prestatie-indicatoren F1
Beschrijving van toepassen van milieubeleid in de
x
kernactiviteiten F2
Beschrijving van processen voor bepalen en beoordelen van milieurisico’s in de kernactiviteiten
51-56 en 57-65
x
51-56 en 59
112
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Indicatoren
Type
Beschrijving van het monitoringproces van de invoering
51-56
Geheel voldaan
x
len van milieurisico’s zijn toegepast in de kernactiviteiten F4
Gedeeltelijk voldaan
51-56
Website (doorklik)
x
Gerelateerde informatie (doorklik)
Pagina
Niveau aangeven van waaraf procedures voor het vaststel-
EPI Finance 2002
SPI Finance 2002
G3-indicatoren
F3
Niet gerapporteerd
Waar te vinden
en naleven van milieuaspecten door klanten bij risicobeoordeling F5
Beschrijving van processen voor verbeteren van kennis en
x
vaardigheden personeel voor behandelen van milieu-
11, 36
en 85
risico’s en kansen F6
Aantallen en frequentie van audits die milieurisicosystemen
x
39
x
55
x
53 en 54
x
59 en 60
x
60
x
en procedures onderzoeken in relatie tot kernactiviteiten F7
Beschrijving van interacties met klanten en zakenrelaties
F8
Percentage en aantallen bedrijven in portfolio waarmee
over milieurisico’s en kansen.
gesproken is over milieukwesties F9
Percentage van bezittingen onderworpen aan positieve,
negatieve of best-in-class milieuonderzoek. F10
Beschrijving van stembeleid over milieu-issues waarmee
het verslagleggende bedrijf als aandeelhouder het recht heeft te stemmen F11
Percentage aandelen onder beheer waarmee het verslag-
x
60
leggende bedrijf het recht heeft te stemmen of daarover te adviseren F12
Totale geldwaarde van specifieke milieuproducten en
x
7
x
49-65
diensten verdeeld over de commerciële eenheden F13
De waarde van de portfolio voor elke commerciële
eenheid in specifieke regio’s en sectoren met potentieel hoge milieu-impact Sociale prestatie-indicatoren (SPI-finance) Management System CSR1 MVO-beleid
x
13
x
x
CSR2 MVO-organisatie
x
37
x
x
CSR3 MVO-audits
x
39
x
CSR4 Management van gevoelige kwesties
x
39
x
CSR5 (Non-)Compliance
x
x
CSR6 Stakeholdersdialoog
x
23
x
x
INT1 Intern MVO beleid
x
34
x
x
INT2 Personeelsverloop en creatie werkgelegenheid
x
87 en 91
x
INT3 Werknemerstevredenheid
x
85
x
x
Internal Performance
INT4 Beloning senior management
x
82
INT7 Medewerkersprofiel
x
80 en 81
x
113
Indicatoren
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Type
Niet gerapporteerd
Waar te vinden
Geheel voldaan
Gedeeltelijk voldaan
Website (doorklik)
Gerelateerde informatie (doorklik)
Pagina
EPI Finance 2002
SPI Finance 2002
G3-indicatoren
Maatschappij SOC1 Bijdragen goede doelen
x
76
SOC2 Toegevoegde economische waarde (Salarissen +
x
44
sociale premies + belastingen + winst)
Toeleveranciers SUP1 Screening van belangrijkste toeleveranciers
x
95
SUP2 Tevredenheid toeleveranciers
x
95
x
55-56
Retail Banking RB1
Maatschappelijk relevante aspecten in beleid retail bankieren (particulieren en MKB)
en 58-59
RB2
Profiel van leningen
x
47
RB3
Maatschappelijk verantwoorde leningen
x
55, 58 en 59
(particulieren en MKB)
Investment Banking IB1
Maatschappelijk relevante aspecten investeringsbeleid
x
53-55
(groot zakelijk)
IB2
Profiel klantenportefeuille premies + belastingen + winst)
x
IB3
Maatschappelijk verantwoorde zakelijke transacties
x
53 en 54
x
x
59
AM2 Duurzaam beheerd vermogen
x
60
AM3 MVO activiteiten richting institutionele beleggers
x
33
Asset Management AM1 Maatschappelijk relevante aspecten in beleid vermogensbeheer
114
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Indicatoren
Verantwoording toepassing GRI-indicatoren Deze indicatorentabel is gebaseerd op de richtlijnen voor duurzaamheidsverslaggeving van het Global Reporting Initiative (GRI). In dit maatschappelijk jaarverslag volgen we de in oktober 2006 door GRI officieel vastgestelde nieuwe generatie richtlijnen en indicato-ren, aangeduid als G3 de GRI hanteert bij de G3-richtlijnen application levels. Report Application Level
G3 Profile Disclosures
C
C+
B+
A
A+
Report on: 1.1 2.1 - 2.10 3.1 - 3.8, 3.10 - 3.12 4.1 - 4.4, 4.14 - 4.15
Report on all criteria listed for Level C plus: 1.2 3.9, 3.13 4.5 - 4.13, 4.16 - 4.17
Same as requirement for Level B
Not Required
Management Approach Disclosures for each Indicator Category
Management Approach Disclosures for each Indicator Category
Report on a minimum of 10 Performance Indicators, including at least one from each of: Economic, Social and Environmental.
Report on a minimum of 20 Performance Indicators, at least one from each of Economic, Environmental, Human rights, Labor, Society, Product Reponsibility.
Report on each core G3 and Sector Supplement* Indicator with due regard to the Materiality Principle by either: a) reporting on the Indicator or b) explaining the reason for its omission.
G3 Management Approach Disclosures
G3 Performance Indicators & Sector Supplement Performance Indicators
B
200720072007 + 200720072007 200720072007 200720072007 200720072007 200720072007 200720072007
A
GRI REPORT GRI CHECKED
*Sector supplement in final version
In de tabel staan de kernindicatoren van G3; de addtionele indicatoren zijn buiten beschouwing gelaten om de goede toepasbaarheid van de indicatoren in onze verslaglegging te kunnen waarborgen. In de tabel zijn naast de voor de Rabobank Groep relevante G3-kernindicatoren ook de belangrijkste indicatoren uit het supplement (SPI Finance en EPI Finance 2002) opgenomen. Deze zijn complementair zijn aan de G3-indicatoren. Ook staan in de tabel de belangrijkste verslaggevingselementen uit de standaard GRI-inhoudsopgave. De Rabobank Groep is van mening dat op het maatschappelijk jaarverslag 2006 de A+ niveau van de G3-richtlijnen van Global Reporting Initiative (GRI) van toepassing is. Dit is gecheckt en gevalideerd door GRI. Een aantal G3-indicatoren zijn niet van toepassing op de Rabobank Groep als financiële instelling. Deze indicatoren hebben vooral betrekking op industriële productieomgevingen: EC4, EN2, EN 11, EN12, EN19, EN20, EN21, EN23, EN27 en LA8. Toelichting op niet gerapporteerde indicatoren Op enkele indicatoren wordt niet gerapporteerd, te weten: • G3 4.3: niet van toepassing op Rabobank Groep, omdat Rabobank geen enkelvoudige bestuursstructuur heeft. • G3 SO2: de informatie die deze indicator bevraagd betreft voor de Rabobank Groep bedrijfsgevoelige informatie, waarmee we terughoudendheid betrachten. • De SPI-indicatoren inzake verzekeren INS 1 tot en met 4 wordt niet op gerapporteerd, omdat verzekeraar Interpolis sinds 2005 geen onderdeel meer vormt van de Rabobank Groep
115
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2006
Colofon
Colofon Redactie
Jaarverslagen
Richard Piechocki, Bouwe Taverne, Hubalt van Ark,
De Rabobank Groep publiceert de volgende jaarverslagen:
Ineke Tacq, Hans Biemans, Wim Lange, Christel Renkema
• Jaarverslag 2006 (Nederlands en Engels);
Pieter Noorman, Geoffrey van Diessen en Sybren de Hoo
• Geconsolideerde jaarrekening 2006 (Nederlands en Engels); • Maatschappelijk jaarverslag 2006 (Nederlands en Engels).
Samenstelling en advies Beco Groep, Rotterdam
Exemplaren van deze verslagen zijn op te vragen bij Rabobank Nederland, Directoraat Communicatie.
Art-direction en vormgeving
Croeselaan 18, 3521 CB Utrecht
Eden Design & Communication, Amsterdam
Postbus 17100, 3500 HG Utrecht
Borghouts Design, Haarlem
Telefoon 030 - 216 22 98
Fotografie
Fax
030 - 216 19 16
E-mail
[email protected]
Omslag en themafotografie: Tjeerd Fonk, Amsterdam Portretfotografie: Edwin Walvisch, Heemstede en Frans Jan Fortunati, Breda
Meer verslagen op internet
www.rabobankgroep.nl/MVO
Tekstcorrecties Mary Pranger, Amsterdam
Voor meer informatie over MVO en de Rabobank: Directoraat MVO Telefoon 030 - 216 49 37 E-mail
[email protected]