Maatschappelijk jaarverslag 2008 Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst Rabobank Groep
Maatschappelijk jaarverslag 2008 Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst Rabobank Groep Kerngegevens
2
Voorwoord
4
Profiel
6
1 MVO-strategie en -beleid
8
2 Resultaten in 2008
12
3 In dialoog met stakeholders
17
4 MVO in de dienstverlening
21
5 Maatschappelijke betrokkenheid en coöperatief dividend
33
6 Economische participatie en solidariteit in het buitenland
38
7 De medewerker als kritische succesfactor
44
HR tabellen
49
8 MVO in de eigen bedrijfsvoering
54
GRI-indicatoren
60
Rapportageprincipes
71
Assurance-rapport
75
Colofon
78
Kerngegevens Pagina 75 Omvang dienstverlening (in miljoenen euro’s) Balanstotaal Kredieten aan private cliënten Toevertrouwde middelen Beheerd en bewaard vermogen van klanten Vermogen en solvabiliteit (in miljoenen euro’s) Eigen vermogen Kernvermogen¹ Toetsingsvermogen¹ Risicogewogen activa¹ Resultaatgegevens (in miljoenen euro’s) Baten Bedrijfslasten Waardeveranderingen Belastingen Nettowinst Ratio’s Tier 1-ratio¹ BIS-ratio¹ Nettowinstgroei Rendement eigen vermogen Efficiencyratio Dichtbij Lokale Rabobanken Vestigingen Geldautomaten Leden (x 1.000) Klanttevredenheid particuliere klanten Buitenlandse vestigingsplaatsen Marktaandelen (in Nederland) Hypotheken Sparen Midden- en kleinbedrijf Food & agri Ratings Standard & Poor’s Moody’s Investor Service 1 Vanaf 2008 zijn deze cijfers op basis van de Basel II-vereisten.
2
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
● ● ● ●
● ● ● ●
● ● ● ● ●
● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ●
● ●
2008
2007
2006
2005
2004
612.120 408.620 304.214 183.600
570.491 368.709 276.610 231.800
556.455 324.110 234.917 219.300
506.573 278.095 186.427 156.200
483.574 248.958 177.482 140.300
33.459 30.358 30.912 238.080
31.409 28.518 29.190 266.573
29.377 26.391 27.114 247.458
26.349 24.860 25.272 213.901
23.004 21.404 21.205 196.052
11.652 7.611 1.189 98 2.754
11.022 7.663 266 397 2.696
10.049 6.887 450 367 2.345
9.363 6.242 517 521 2.083
9.222 6.177 479 773 1.793
12,7% 13,0% 2% 9,7% 65,3%
10,7% 10,9% 15% 10,2% 69,5%
10,7% 11,0% 13% 9,4% 68,5%
11,6% 11,8% 16% 9,7% 66,7%
10,9% 10,8% 12% 9,1% 67,0%
153 1.112 3.097 1.707 7,7 569
174 1.159 3.107 1.638 7,5 349
188 1.214 3.139 1.641 7,5 330
248 1.249 3.116 1.551 7,4 267
288 1.299 3.062 1.456 7,3 244
30% 43% 39% 84%
28% 41% 38% 84%
26% 39% 38% 84%
23% 39% 38% 83%
25% 39% 40% 84%
AAA Aaa
AAA Aaa
AAA Aaa
AAA Aaa
AAA Aaa
Personeelsgegevens Aantal medewerkers (in fte) Medewerkertevredenheid Ziekteverzuim Vrouwen in dienst Vrouwen in hogere functies (> schaal 7) WIA-instroom Opleidingsinvesteringen in miljoenen euro’s Opleidingsinvesteringen in euro’s per fte Specifiek op duurzaamheid gerichte producten en diensten (bedragen in miljoenen euro’s) Beleggen Uitstaand bedrag Rabo Groenobligaties (cumulatief ) Robeco omvang duurzaam vermogen Robeco duurzame private equity fondsen Sarasin omvang duurzaam vermogen Sarasin private equity fondsen Duurzame beleggingsproducten van derden (via Schretlen & Co en Rabobank Private Banking) Duurzaam vermogen onder engagement bij Robeco Duurzaam vermogen onder engagement bij Sarasin Rabo duurzaam seed capital, venture capital en private equity Betalen, sparen, lenen Uitstaand bedrag Groenfinanciering Groensparen Klimaathypotheek - aantal - bedrag Stimuleringslening en Groei & Innovatielening (leningen onder Stichting Garantiefonds Rabobank) Leningen met borgstellingsfonds Landbouw BF/BF+ Niet-commerciële duurzame activiteiten (in miljoenen euro’s) Rabobank Foundation, leningen en donaties Projectenfonds, donaties Donaties door lokale Rabobanken Donaties Rabobank Nederland, Rabobank International en overige groepsonderdelen Bedrijfsvoering CO₂-uitstoot bedrijfsvoering (ton CO₂ x1.000) CO₂ per fte (ton CO₂) Elektriciteitsgebruik (kWh per fte)² Aandeel groene stroom² Gasverbruik (in m³ per m² brutovloeroppervlak)³ Papiergebruik A4 (kg per fte)⁴ Leaseportefeuille % A, B en C auto’s ten opzichte van totaal
2008
2007
2006
2005
2004
60.568 86% 3,8% 55,1% 22,1% 0,20% 99,9 1.649
54.737 85% 3,8% 55,4% 20,7% 0,15% 98,0 1.790
50.573 87% 3,6% 55,6% 19,9% 0,18% 76,9 1.518
45.580 81% 3,7% 56,3% 19,0%
50.216 85% 3,8% 55,6% 17,8%
68,7 1.509
69,0 1.374
3.622 2.620 516 4.363 123
3.518 5.247 420 4.778 -
3.130 105 191 -
2.644 88 122 -
1.984 81 5 -
159 9.555 1.069 138
124 15.125 3
65 5.249 10
4
3
3.373 125
2.882 106
2.409 -
2.184 -
1.814 -
934 71,7
250 19,2
-
-
-
451 355
367 364
267 376
-
-
16,8 3,7 20,4
10,6 1,1 20,3
15,9 1,3 -
10,1 1,6 -
7,4 2,8 -
3,8
-
-
-
-
176 3,0 5.050 85% 9,6 39,1 73,3%
176 3,1 4.705 85% 8,3 45,2 70,8%
4.580 86% 8,1 48,7 -
4.276 96% 8,7 50,6 -
3.352 25% 8,1 46,5 -
2 Deze gegevens hebben, uitgaande van fte, betrekking op respectievelijk 92% en 91% van de Rabobank Groep. 3 Deze gegevens hebben, uitgaande van fte, betrekking op 90% van de Rabobank Groep. 4 Deze gegevens hebben, uitgaande van fte, betrekking op 99% van Rabobank Nederland, de lokale Rabobanken en de groepsonderdelen Nederland, voor wat betreft het gedeelte dat centraal wordt ingekocht.
3
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Voorwoord
Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is een expliciete strategische keuze van de Rabobank Groep. Om dit door te vertalen in de dagelijkse financiële dienstverlening hebben we kernthema’s benoemd als verduurzaming van de voedselketen, stimulering van duurzame productiemethoden, bevordering van economische participatie en sociale cohesie. Het zijn thema’s die logisch voortvloeien uit de worteling van de Rabobank in de maatschappij. Dit jaarverslag geven we als titel mee ‘Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst’. Maatschappelijke verantwoordelijkheid zit in de genen van de Rabobank. Als bank van en voor mensen zijn we er om sociaal-economische ontwikkeling te stimuleren door het toegangelijk maken van financiële dienstverlening. Dan gaat het om zaken als zelfredzaamheid, participatie en emancipatie van (groepen van) mensen. De coöperatie, waarin diezelfde mensen koersbepalend zijn, is de ondernemings vorm die daar naadloos op aansluit. In deze governance ligt als het ware besloten dat maatschappelijk verantwoord ondernemen hét leidmotief is van de Rabobank. Iets wat per definitie ook doorwerkt in de opstelling ten opzichte van de activiteiten die we als bank mede mogelijk maken. Daarom gaan we graag een constructieve dialoog aan met onze stakeholders. In dit jaarverslag geven we met gepaste trots een beeld van onze inspanningen om ook in 2008 - in binnenland én buitenland - weer verantwoorde financiële producten en diensten te bieden. Daarbij is binnen de groep ook veel werk verzet om de eigen bedrijfsvoering verder op een verantwoorde leest te schoeien. Met de bescheidenheid die een coöperatieve bank ook siert, tekenen we direct aan dat er nog uitdagingen te over zijn. De impact van grote ondernemingen op de wereld staat steeds meer ter discussie: als deel van problemen, maar steeds vaker ook als deel van oplossingen. De Rabobank wil middenin deze discussie staan er er een eigen bijdrage aan leveren. Zichtbaar en merkbaar. We houden de hand aan de ploeg.
Bert Heemskerk (links) en Piet Moerland (rechts).
4
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Overigens spelen wij met de gedachte de financiële en maatschappelijke verslaglegging te integreren. Mede in dat licht is ‘MVO in de business’ het credo voor de komende jaren. Verder speelt mee dat de verslaglegging steeds meer een doorlopend en digitaal karakter* krijgt. Dit spaart niet alleen papier, en dus het milieu, maar leidt ook tot een voortdurende verantwoording. Via de website van de Rabobank wordt u dan niet één keer per jaar, maar continu op de hoogte gehouden. Hoe dan ook, wij gaan graag verder met u de discussie aan hoe we samen verdere invulling kunnen geven aan verantwoord coöperatief bankieren voor een duurzame toekomst.
Namens de raad van bestuur: Piet Moerland (portefeuillehouder MVO)
Bert Heemskerk (voorzitter)
* Ook het Maatschappelijk jaarverslag 2008 wordt voor het grootste gedeelte alleen maar digitaal aangeboden.
5
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Profiel
De Rabobank Groep is een internationale financiële dienstverlener op coöperatieve grondslag die bestaat uit 153 zelfstandige lokale Rabobanken en hun centrale organisatie Rabobank Nederland met haar dochterondernemingen. De Rabobank Groep heeft circa 61.000 fte in dienst in 45 landen, is actief op het gebied van retail banking, wholesalebanking, vermogensbeheer, leasing en vastgoed en bedient wereldwijd circa 9,5 miljoen klanten. De nadruk in Nederland ligt op Allfinanz-dienst verlening en internationaal op food & agri. Vanuit de coöperatieve worteling kennen de onderdelen van de Rabobank Groep een sterke onderlinge verwantschap. De Rabobank Groep heeft de hoogste kwalificatie voor kredietwaardigheid, de triple A-rating, van de bekende internationale ratinginstituten Standard & Poor’s en Moody’s en behoort gemeten naar kernvermogen tot de twintig grootste financiële instellingen ter wereld.
Lokale Rabobanken, Rabobank Nederland en Rabobank International De zelfstandige lokale Rabobanken vormen het coöperatieve kernbedrijf van de Rabobank Groep. Midden in de maatschappij, betrokken, dichtbij en toonaangevend, met ieder een eigen werkgebied. Klanten kunnen lid worden van hun lokale Rabobank. Op hun beurt zijn de lokale Rabobanken lid van de overkoepelende coöperatie Rabobank Nederland, die ze ondersteunt en adviseert bij de dienst verlening. Rabobank Nederland oefent ook toezicht uit op de bedrijfsvoering, de uitbesteding, de solvabiliteit en de liquiditeit van de lokale Rabobanken. De lokale Rabobanken, waar bijna 29.000 fte werken, vormen met circa 1.100 vestigingen en bijna 3.100 geldautomaten het dichtste bankennetwerk van Nederland. In Nederland bedienen de lokale Rabobanken ongeveer 7,5 miljoen particuliere en zakelijke klanten met een volledig pakket financiële diensten. Rabobank Nederland fungeert als houdstermaatschappij van een aantal gespecialiseerde dochter ondernemingen in Nederland en in het buitenland. Bij Rabobank Nederland zijn meer dan 6.000 fte in dienst. Rabobank International is het wholesalebankbedrijf en het internationaal retailbankbedrijf van de Rabobank Groep met wereldwijd meer dan 15.000 fte en vestigingen in 27 landen.
Missie en ambitie De Rabobank Groep werkt in het gezamenlijke belang van mensen en gemeenschappen met als doel het realiseren van hun huidige en toekomstige ambities. Dit door het aandragen van de best mogelijke financiële oplossingen en het versterken van onderlinge samenwerking. Vanuit haar betrokkenheid wil de Rabobank Groep een stuwende en vernieuwende kracht zijn die bijdraagt aan een duurzame ontwikkeling van welvaart en welzijn. Vanuit haar missie heeft de Rabobank Groep de ambitie in Nederland de grootste, beste, meest klantgedreven en vernieuwende financiële instelling te zijn. Internationaal wil de Rabobank Groep de beste food & agribank zijn met een sterke aanwezigheid in de belangrijkste food & agrilanden. Daarbij worden kennis en kunde ingezet die jarenlang op dit gebied in Nederland zijn opgedaan. Ook wil de Rabobank Groep, passend bij haar identiteit en maatschappelijke positie, mondiaal excelleren in duurzaam ondernemen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is en wordt verder geïntegreerd in de kernactiviteiten.
De waarden van de Rabobank De wijze waarop de Rabobank in de wereld staat, wordt bepaald door kernwaarden die aan de missie en ambitie zijn ontleend: respect, integriteit, professionaliteit en duurzaamheid. Deze kernwaarden worden door alle onderdelen van de Rabobank Groep onderschreven als randvoorwaarden voor het handelen.
6
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
- Respect: de Rabobank Groep werkt samen op basis van respect, waardering en betrokkenheid. - Integriteit: de Rabobank Groep wil in haar handelen eerlijk, oprecht, zorgvuldig en betrouwbaar zijn. - Professionaliteit: de Rabobank Groep is haar klanten van dienst met hoogwaardige kennis en faciliteiten. Het is haar streven de kwaliteit op een hoog peil te houden - waar mogelijk te anticiperen op toekomstige behoeften van klanten - en haar diensten op efficiënte wijze ter beschikking te stellen. - Duurzaamheid: de Rabobank Groep wil bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de samen leving in economische, sociale en ecologische zin. Dit doet de Rabobank Groep onder andere met de Rabobank Foundation. Dit fonds van de gehele Rabobank Groep helpt kansarme groepen in binnenen buitenland met als doel ze een perspectief te geven op een zelfstandig bestaan. Daarnaast is Rabo Development in het leven geroepen met als doel de ontwikkeling van partnerbanken in opkomende landen te ondersteunen met mensen en middelen. Op basis van deze kernwaarden biedt de Rabobank Groep klanten in Nederland alle financiële diensten die voor deelname aan het economische verkeer in een moderne samenleving noodzakelijk zijn. Rekening houdend met de eigen doelstellingen, waarden en wet- en regelgeving, respecteert de Rabobank de cultuur en de gebruiken van landen waarin de bank is gevestigd.
Rabobank Groep
Situatie per 1 januari 2009
9,5 miljoen klanten
1,7 miljoen leden
153 lokale Rabobanken
Rabobank Nederland
Ondersteuning lokale Rabobanken
Staffuncties Rabobank Groep
Rabobank International
Particulieren
Food & agri
MVO
MKB
Wholesalebankbedrijf
Investor Relations
Private Banking
Internationaal retailbankbedrijf
Long Term Funding Overige stafafdelingen
Overige ondersteunende afdelingen
Merken
Vermogensbeheer
Leasing
Vastgoed
Verzekeren
Wonen
Zakelijk
Robeco
De Lage Landen
Rabo Vastgoedgroep
Eureko (39%)
Obvion
Bizner
Schretlen & Co
- Athlon
- Bouwfonds Property
- Interpolis
Moviq
Rembrandt F & O
Sarasin
- Freo
IRIS
- Crediam
Orbay
Development
Zoekallehuizen.nl
- MAB Development - FGH Bank - Bouwfonds REIM - Fondsenbeheer Nederland
De lokale Rabobanken en hun leden vormen de kern van het bankbedrijf en zijn de belangrijkste stakeholders van de coöperatie. In het middelste gedeelte van het organisatieschema staat Rabobank Nederland als centrale (juridische) entiteit. In Nederland faciliteert Rabobank Nederland de lokale Rabobanken ondermeer op het gebied van de ontwikkeling van nieuwe producten en in de marktbewerking. Binnen Rabobank Nederland worden staffuncties voor de lokale Rabobanken en voor de gehele Rabobank Groep uitgevoerd, zoals Shared Services & Facilities, Groep ICT en Coöperatie en Bestuur, Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, Investor Relations, Long Term Funding, Personeelszaken, Juridische- en Fiscale Zaken, Kennis en Economisch Onderzoek en Communicatie. Tenslotte bedient Rabobank International met haar expertise een groot aantal corporate en retailklanten wereldwijd. Het onderste deel van het organisatieschema beschrijft de belangrijkste merken binnen de Rabobank Groep die onder hun eigen naam op de verschillende markten opereren.
7
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
1 MVO-strategie en -beleid
Het dienen van de belangen van klanten staat voorop in het ambitiestatement van de Rabobank. Dit doet de bank op basis van haar kernwaarden respect, integriteit, professionaliteit en duurzaamheid. De Rabobank wil bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de samenleving in economische, sociale en ecologische zin. Daarmee is maatschappelijk verantwoord ondernemen verankerd in het hart van de onderneming. Onder maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) verstaat de Rabobank ondernemen op een wijze die bijdraagt aan duurzame ontwikkeling van de samenleving. Op basis van haar missie laat de Rabobank Groep zich leiden door de volgende visie. - De samenleving vraagt en verwacht van het bedrijfsleven duurzaam en transparant gedrag in het belang van zijn klanten. - De Rabobank wil zo min mogelijk beslag leggen op de ruimte voor toekomstige generaties en wil daarom duurzaam ondernemen. - MVO verhoogt de kwaliteit van de business, de klantrelaties en het dagelijks werk. - MVO draagt op die manier bij aan de strategische doelen van de organisatie en haar merk. Naar de overtuiging van de Rabobank is de coöperatieve identiteit van de Rabobank, met haar gerichtheid op de langetermijnbelangen van klanten en leden en op duurzame ontwikkeling, de belangrijkste voorwaarde voor de continuïteit van de bank. Deze visie heeft zich ook in het verslagjaar 2008 bewezen, te midden van de financiële en economische crises die dit jaar naar voren kwamen.
Uitgangspunten van maatschappelijk verantwoord ondernemen Uitgangspunten voor het MVO-beleid zijn de Gedragscode Rabobank Groep, de geldende principes voor de dienstverlening en het Strategisch Kader. Gedragscode Rabobank Groep De Gedragscode Rabobank Groep is het uitgangspunt voor het dagelijks handelen van de medewerkers. In deze gedragscode staan de ambities, de vier kernwaarden (respect, integriteit, professionaliteit en duurzaamheid) en de manier waarop de Rabobank Groep wil omgaan met de samenleving, klanten en medewerkers. Van de gedragscode zijn alle andere interne gedragsregels afgeleid. Algemene principes voor de dienstverlening De Rabobank Groep heeft tal van externe richtlijnen onderschreven die algemene principes voor de dienstverlening inhouden. Bijvoorbeeld de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, het Global Compact van de Verenigde Naties: de tripartiete beginselverklaring over multinationale ondernemingen en sociaal beleid van het Internationaal Arbeidsbureau (ILO), het statement voor financiële instellingen over het milieu en duurzame ontwikkeling van het milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP-FI), de Equator Principles, de Principles for Responsible Investment, en het Business Charter for Sustainable Development van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC). Voor een deel werken deze door in interne richtlijnen en beleid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Interne richtlijnen zijn bijvoorbeeld uitgewerkt in standpunten op het gebied van mensenrechten. Een overzicht van de gehanteerde richtlijnen is gepubliceerd op de corporate website.
8
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Food & Agribusiness Principles In 2008 is begonnen met het opstellen van de Food & Agribusiness Principles om de bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken in de agrarische kernmarkten meer richting te geven. Inmiddels zijn de volgende vijf principes vastgesteld: voldoende en veilige voedselproductie, verantwoord omgaan met natuurlijke hulpbronnen, een verantwoordelijke maatschappij om welzijn te bevorderen, verantwoord omgaan met dieren en bewustwording bij consumenten en burgers. Deze principes zullen de komende tijd verder uitgewerkt worden. Het Strategisch Kader Voor de Rabobank Groep is het voeren van een hoogwaardig MVO-beleid een expliciete strategische keuze. Het streven is een mondiale topdriepositie te bereiken onder de duurzame banken. In 2008 is de aanzet gegeven tot een herijking van het Strategisch Kader om de koers aan te passen aan de veranderende omstandigheden in de financiële markten en de wereld. Het resultaat van deze herziening is met toelichting beschreven in het Financieel Jaarbericht 2008 en laat zich als volgt samenvatten.
De Rabobank baseert haar strategie op de volgende vijf punten
Aan deze strategie liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag
- Gezonde balansverhoudingen - Grotere nadruk op de zakelijke markt - Optimalisering van bedrijfsvoering: Implementatie Rabobank 2010 - In het buitenland scherpere focus op de kernactiviteiten - Scherpere focus voor dochters op toegevoegde waarde voor strategische doelen
- Coöperatieve identiteit - Streven naar Allfinanz-marktleiderschap in Nederland - Streven naar positie van mondiale Food & Agribank - Behoud van triple A-status - Hoogwaardig MVO-beleid
Vier MVO-kernthema’s Om de strategische keuze voor een hoogwaardig MVO-beleid verder uit te werken, heeft de Rabobank Groep in het Strategisch Kader vier kernthema’s vastgesteld; - verduurzamen van food & agriketens; - stimuleren van nieuwe productiemethoden en gebruik van duurzame energie; - bevorderen van economische participatie en diversiteit; - bevorderen van sociale cohesie en solidariteit. Deze thema’s vloeien logisch voort uit de maatschappelijke inbedding van de Rabobank en sluiten aan bij de kernwaarden die mede ten grondslag liggen aan de Gedragscode Rabobank Groep. Uit de kernthema’s blijkt dat de Rabobank groot belang hecht aan de integratie van MVO in de dienstverlening, aan het betonen van maatschappelijke betrokkenheid en aan het maatschappelijk verantwoord en duurzaam organiseren van de eigen bedrijfsprocessen. Ook zijn de thema’s gerelateerd aan belangrijke maatschappelijke trends en marktontwikkelingen. Mede op basis van gesprekken met stakeholders onderkent de Rabobank een aantal trends, bijvoorbeeld grondstoffenschaarste, klimaatverandering, voedselzekerheid, stijgende welvaart, vergrijzing en verstedelijking, en de toenemende druk van belangengroepen. Marktontwikkelingen die het MVObeleid raken, zijn vertrouwen in de financiële sector, toezicht, transparantie van diensten, zorgplicht, de 24-uurseconomie en autonome, mondige en kritische klanten. Thema 1: Verduurzamen van food & agriketens De Rabobank Groep streeft naar verduurzaming van food & agriketens door het toepassen van vijf Food & Agribusiness Principles: voldoende en veilige voedselproductie, verantwoord omgaan met natuurlijke hulpbronnen, een verantwoordelijke maatschappij om welzijn te bevorderen, verantwoord omgaan met dieren en bewustwording bij consumenten en burgers.
9
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Thema 2: Stimuleren van nieuwe productiemethoden en gebruik van duurzame energie De Rabobank Groep richt zich op innovatie van productiemethoden en het ontwikkelen en gebruiken van duurzame energie. Daardoor wordt een lager voorschot genomen op de natuurlijke hulpbronnen van toekomstige generaties, en dragen we bij aan de duurzame ontwikkeling van de samenleving op langere termijn. Alle kernactiviteiten dragen bij aan het stimuleren van nieuwe productiemethoden en het gebruik van duurzame energie, en vormen het innovatieve hart van de financiële dienstverlening aan klanten. Voorbeelden liggen op het gebied van cleantech, duurzaam bouwen, duurzame mobiliteit en maatschappelijk verantwoord beleggen en vermogensbeheer. Ook in de bedrijfsprocessen bevordert de Rabobank Groep de toepassing van nieuwe productiemethoden en duurzame energie. Zo is de bedrijfsvoering van de Rabobank Groep sinds 2007 klimaatneutraal, en wordt er gewerkt aan verbetering van de resource-efficiëntie en aan verduurzaming van het energiegebruik. Thema 3: Bevorderen van economische participatie en diversiteit De Rabobank Groep wil gelijke kansen voor en economische participatie van iedereen bevorderen. Dit kernthema komt voort uit de coöperatieve wortels van de Rabobank. Participatie en diversiteit worden bijvoorbeeld bevorderd door het ontwikkelen van financiële diensten voor specifieke doelgroepen, zoals jongeren, ouderen of mensen met een beperking. Thema 4: Bevorderen van sociale cohesie en solidariteit De Rabobank Groep bevordert op diverse manieren de sociale cohesie en solidariteit. De lokale Rabobanken keren jaarlijks coöperatief dividend uit aan maatschappelijke groepen en projecten. Ook is de Rabobank actief met maatschappelijke fondsen als de Rabobank Foundation en het Share4More-medewerkersfonds. Rabobank Development ontwikkelt internationaal commerciële bancaire activiteiten in regio’s waar weinig banken zijn. Medewerkers worden aangemoedigd hun kennis en kunde in te zetten voor vrijwilligerswerk, voor Rabo Development of voor de Rabobank Foundation. Daarnaast wordt maatschappelijke betrokkenheid door de afzonderlijke groepsonderdelen gestimuleerd.
Sturen op kernprestatie-indicatoren In 2008 zijn per kernthema zogeheten kernprestatie-indicatoren vastgesteld, waarmee de voortgang kan worden gevolgd. De indicatoren worden in 2009 verder uitgewerkt en van doelstellingen voorzien, waarop met ingang van 2010 gestuurd kan worden. Verduurzamen van food & agriketens - Besluitvorming door de Krediet Beleids Commissie Rabobank Groep over food & agrisectorbeleid. - Toepassing van food & agrisectorbeleid in vermogensbeheer.
Stimuleren van nieuwe productiemethoden en gebruik van duurzame energie - De omvang van duurzame kredieten in miljarden euro’s en als percentage van de totale kredietverlening. - De omvang van duurzaam vermogensbeheer in miljarden euro’s, en als percentage van het totale vermogensbeheer. - CO₂-footprint in ton CO₂ per fte.
Bevorderen van economische participatie en diversiteit - Miljoenen euro’s microfinancieringen in het buitenland (portefeuille Rabobank Foundation en Rabo Development) en als % van het totaal aan financieringen in het buitenland. - Miljarden euro’s microfinancieringen voor starters in mkb en op de huizenmarkt, alsmede garantieregelingen voor ondernemers in Nederland, tevens als % van het totaal aan financieringen in het binnenland.
Bevorderen van sociale cohesie en solidariteit - Aantal medewerkers betrokken bij en aantal uren besteed aan vrijwilligerswerk en aan de werkzaamheden in het kader van zowel de Rabobank Foundation als Rabobank Development. - Miljoenen euro’s coöperatief dividend en donaties door heel de Rabobank Groep.
Resultaat - Score mondiale MVO-rating.
10
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Samenhang Strategisch Kader De samenhang tussen het coöperatieve karakter van de Rabobank Groep, het Strategisch Kader, de MVO-kernthema’s en de kernprestatie-indicatoren kan als volgt worden weergegeven.
MVO-strategie van Rabobank Groep In de samenleving: trends en issues
In het bedrijf: missie en kernwaarden
- Duurzaam gedrag als norm voor financiële diensten - Schaarste aan natuurlijke hulpbronnen draagt bij aan financiële en sociale instabiliteit - Milieudegradatie vanwege vervuiling en klimaatverandering - Toenemende behoefte productie duurzamer in te richten - Sterke groei in duurzame energie bronnen - In bedrijven meer oog voor alle stakeholders
- Rabobank Groep heeft als doel het dienen van de economische belangen van haar leden en klanten - Dat doet Rabobank Groep op basis van de vier kernwaarden: respect, integriteit, professionaliteit en duurzaamheid - Rabobank Groep wil bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de samenleving in economische, sociale en ecologische zin
Resultaten MVO
Strategie Rabobank Groep 2009-2012
- Integratie in financiële producten en diensten, en vastgoed - Duurzame innovaties in food & agri, mkb en grootbedrijf - Microfinance in ontwikkelingslanden - Duurzame eigen bedrijfsvoering op HR- en milieugebied - Betrokken personeel - Donaties en sponsoring als dividend voor de samenleving - Hoge ratings op MVO-gebied
- Coöperatieve identiteit - Allfinanz-marktleiderschap in Nederland - Mondiale food & agribank - Hoge kredietwaardigheid - Hoogwaardig MVO-beleid
MVO-kernthema’s voor 2009-2012
Hoogwaardig MVO-beleid
- Verduurzamen van food- & agriketens - Nieuwe productiemethoden en duurzame energie - Economische participatie en diversiteit - Sociale cohesie en solidariteit
- Focus op vier MVO-kernthema’s - Integratie van MVO in de kernbusiness en de bedrijfsvoering - Debat en dialoog over issues en cases, in- en extern - Integratie van maatschappelijk en financieel jaarverslag
11
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
2 Resultaten in 2008
De resultaten van de Rabobank Groep op MVO-gebied kunnen kort worden weergegeven in de vorm van een aantal highlights. Hierbij komen eerst de MVOdoelen uit de afgelopen periode aan de orde. Op de beschreven onderwerpen wordt in de volgende hoofdstukken dieper ingegaan. Realisatie van de MVO-doelen 2008 Voor de periode 2007-2010 staan in het maatschappelijk jaarverslag 2007 enkele MVO-doelen van de Rabobank Groep vermeld. Daarnaast hadden de diverse groepsonderdelen voor 2008 een aantal specifieke beleidsdoelen bepaald. De doelentabel geeft een overzicht van deze MVO-doelen en van de mate waarin deze zijn gerealiseerd. Vanaf het jaarverslag 2009 zal de doelrealisatie worden gekoppeld aan de in het vorige hoofdstuk beschreven MVO-kernthema’s en MVO-kernprestatieindicatoren.
12
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Waardering realisatie
Doelen Beleid Gedragscode Rabobank Groep actualiseren en onder de aandacht brengen van alle medewerkers
van de Rabobank Groep in 2007 en 2008. MVO volledig integreren in beleid en operaties (mondiaal in de top 3 van MVO-ratings). Volgende ronde diepte-interviews met stakeholders (stakeholdersconsultatie) in 2009. De Lage Landen: vaststelling strategisch CSR-beleid. Financiële dienstverlening MVO is volledig geïntegreerd in de processen en producten van kredietverlening, leasing en beleggen. Voor de tien sectoren die het meest gevoelig zijn voor MVO-issues zijn beleidsdocumenten in gebruik voor kredietverlening en, indien van toepassing, voor leasing. MVO-criteria in financiële dienstverlening (ingevoerd in 2007) worden in 2008 op werkbaarheid getoetst en zo nodig in 2009-2010 aangescherpt op basis van voortschrijdend inzicht. Voor alle sectoren in de grootzakelijke markt zijn MVO-issuelijsten beschikbaar en in gebruik genomen. In kaart brengen van de CO₂-emissie van het totaal van alle zakelijke klanten bij de kredietverlening (indirecte effecten). In periode 2007-2010 heeft de Rabobank Groep vijf nieuwe of vernieuwde producten in de markt gezet met een duidelijke MVO-component. Rabo Vastgoedgroep: ontwikkelen position paper t.b.v. energievraagstuk waarin oplossingen worden gegeven om energiezuiniger te gaan bouwen en te toetsen aan bijdrage aan planet, people en profit. Maatschappelijke betrokkenheid Alle groepsonderdelen en ruim de helft van alle lokale Rabobanken zullen hun personeel bij MVO betrekken. Rabobank Nederland zal lokale Rabobanken aanmoedigen om voor eind 2010 een programma op te stellen waarin hun leden en/of personeelsleden zich actief inzetten voor de lokale samenleving (vrijwilligerswerk). Medewerkers Stimuleren om op vrijwillige basis een doelstelling op te nemen op het gebied van MVO in Performance Management van medewerkers (voor het executive kader is dit verplicht) door de invoering en het gebruik van de competentie ‘Maatschappelijk Verantwoord Handelen’. 25% van de stagiairs is van multiculturele achtergrond in 2007 en 2008. 10% van het executive kader is vrouw in 2008. Bedrijfsvoering In 2010 voldoet een in 2007 te bepalen percentage van de dan opgeleverde nieuwbouw- en grootschalige verbouwprojecten aan de norm voor duurzaam vastgoed (norm duurzaam vastgoed volgens Senter Novem). Verdere beperking van de milieudruk door onze bedrijfsvoeringsactiviteiten met 10% ten opzichte van 2006 via maatregelen op het gebied van energie- en papierbesparing, vermindering van afval en vermindering van CO₂-uitstoot door zakelijk vlieg- en autoverkeer. MVO-assessment van leveranciers maakt deel uit van het inkoopproces. Bij Rabobank Concern Inkoop zijn tevens alle leveranciers hierop beoordeeld. Mobiliteit: op organisatieniveau de huidige situatie qua mobiliteit en CO₂-uitstoot in kaart brengen. ● Geheel behaald
◑ Gedeeltelijk behaald
● ●
2009 ● 2010 2010 ●
2010 ● ● ●
● ●
◑ ◑ ○
●
● ● ●
○ Niet behaald
MVO binnen de lokale Rabobanken Uit het jaarlijkse onderzoek naar het verder doorvoeren van MVO blijkt dat de lokale Rabobanken daarmee in 2008 zichtbare vorderingen hebben gemaakt. Zo komt MVO bij 92% van de lokale Rabobanken expliciet voor in de beleidsplannen. In 2007 was dit nog 84%. Van de door de lokale Rabobanken zelf gestelde doelen is ongeveer de helft gerealiseerd. De doelstelling voor de focus op energiebesparing is gehaald. Wat betreft het behalen van marktleiderschap op MVO-gebied in het werk gebied en het vaststellen van MVO-beleid met de leden waren de lokale Rabobanken minder succesvol.
13
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Wel worden steeds vaker ledenraden en raden van commissarissen betrokken bij het formuleren van het MVO-beleid en het toezicht daarop. In 2008 zijn voor de lokale Rabobanken twaalf regionale bijeenkomsten gehouden met als thema ‘MVO en de commercie’. Duurzaam beleggen en MVO in de communicatie waren belangrijke onderwerpen. Aan de ook in 2008 gehouden landelijke MVObijeenkomst namen 250 lokale MVO-coördinatoren en commercieel directeuren deel.
Verdere verankering Gedragscode Rabobank Groep In 2008 is de code verder verankerd in HR-instrumenten als de competentietaal (de competentie Maatschappelijk Verantwoord Handelen), het standaardfunctieprofiel, het leiderschapsprofiel en Performance Management. De Rabo Vastgoedgroep heeft in 2008 een op haar activiteiten toegespitste, nieuwe gedragscode opgesteld. Hierin staan drie uitgangspunten voor integer handelen: het voor komen van belangenconflicten en de schijn daarvan, het vermijden van fraude en het voorkomen van de schijn van elke vorm daarvan, het vermijden van corruptie en omkoping, en het tactvol en bedachtzaam omgaan met vertrouwelijke informatie.
Werk van de Commissie Ethiek In 2008 bestond de Commissie Ethiek tien jaar. Dit raadgevend college - onder voorzitterschap van de bestuursvoorzitter - adviseert de hele Rabobank Groep over morele dilemma’s. In dit decennium toetste de commissie meer dan 150 praktijkcases aan ethische criteria. In 2008 werden 14 praktijkgevallen behandeld. Aan de orde kwamen onder andere het faciliteren van een kredietverlener in verband met een mogelijk te laagdrempelige toegang tot kredieten, een particuliere bosbouwmaatschappij die als aanbieder van beleggingen in robinaplantages actief is en dierenwelzijn van over lange afstand vervoerde schapen ten behoeve van halal slachten. Zie verder hoofdstuk 3.
Verduurzamen productieketens De Rabobank heeft voor diverse MVO-gevoelige sectoren concept-beleid opgesteld voor het omgaan met de mogelijke consequenties van kredietverlening. Dit concept-sectorbeleid wordt verder intern afgestemd, waarna in 2009 een consultatieronde plaatsvindt met verschillende externe stakeholders. Gepland is formele vaststelling en invoering van dit beleid in de tweede helft van 2009. Voor de sojasector is dit beleid al in werking. Behalve in de kredietverlening is verantwoord ondernemen ook verder ontwikkeld in het vermogensbeheer en in vastgoedontwikkeling en -beheer. De hoofdstukken 3 en 4 gaan hier dieper op in.
Verduurzamen food & agriketens In 2008 nam de Rabobank deel aan sectorbreed internationaal overleg, zoals de Round Table on Responsible Soy, de Round Table on Sustainable Palmoil, het Better Cotton Initiative, het Better Sugar Initiative en de Round Table on Sustainable Biofuels. Daarnaast zijn - zowel op initiatief van de Rabobank als op initiatief van stakeholders - gesprekken rondom diverse MVO-issues georganiseerd met de belangrijkste betrokken partijen. Zo werd bijvoorbeeld over het nieuwe palmoliebeleid van gedachten gewisseld met internationale wetenschappers, Milieudefensie, Oxfam Novib en het Wereld Natuur Fonds. Ook is in 2008 begonnen met het formuleren van de Food & Agribusiness Principles die aangeven hoe de Rabobank Groep zakendoet in de internationale food & agrimarkt. Hoofdstuk 3 gaat hier dieper op in.
Stimuleren duurzame energie In 2008 ontplooide de Rabobank een breed scala aan initiatieven op het gebied van duurzame energie. Zo investeerde Rabo Ventures in de duurzame Europese energiegroep Econcern en heeft de Rabobank het Prinses Amalia-windpark op de Noordzee medegefinancierd. Rabobank Nederland is betrokken bij initiatieven gericht op toepassing van aardwarmte in de glastuinbouw en Rabobank Westland stelde 10 miljoen euro beschikbaar voor ondersteuning van diverse duurzame-energieprojecten in de sector. Rabo Groen Bank en Rabobank Oost-Achterhoek financierden Haagwinden, het grootste windpark op het land in Nederland. In 2008 zag Rabo Groen Bank de uitstaande leningen, waarvan een groot deel samenhangt met duurzame energie, verder toenemen tot ruim 3,4 miljard euro. Athlon Car Lease kwam met duurzame mobiliteitsprogramma’s en intensiveerde de samenwerking met NS omtrent de NS Business Card. Sarasin, Robeco en de Rabobank publiceerden diverse studies over duurzame energie en klimaatimpact. Op de Duisenberg-lezing tijdens de vergaderingen van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank is een Rabobank-rapport gepresenteerd over waterschaarste en investeringen in efficiënt agrarisch watergebruik. Hoofdstuk 4 gaat dieper in op duurzame energie in de financiële dienstverlening.
14
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Bijdragen aan het bevorderen van economische en sociale cohesie De Rabobank is als coöperatie opgericht om een bank te zijn van en voor klanten en leden. Solidariteit is een bepalend organisatieprincipe en het bevorderen van participatie een belangrijke drijfveer. Zo levert de Rabobank in Nederland een bijdrage aan de economische ontwikkeling en emancipatie van grote delen van de bevolking. In dit verband is in de dienstverlening ook in 2008 extra aandacht uitgegaan naar kwetsbare groepen, bijvoorbeeld in de vorm van startersproducten op de woningmarkt, van garantieproducten voor ondernemers, van drempelverlagende producten voor senioren, mensen met een visuele beperking, laaggeletterden en motorisch gehandicapten. Ook wereldwijd levert de Rabobank een bijdrage aan economische participatie dóór en gelijke kansen vóór iedereen. Rabo Development helpt bestaande plattelandsbanken in ontwikkelingslanden te transformeren tot professionele, moderne financiële instellingen. Daarbij gaat het om de langetermijnontwikkeling; de winstgevendheid op korte termijn is ondergeschikt. De partnerbank blijft zelfstandig en profiteert van kapitaal, expertise, producten, netwerk en managementcapaciteit van de Rabobank. Regelmatig worden experts op het gebied van kredietmanagement, risicomanagement, productontwikkeling, distributie, ICT en HR uitgezonden. In 2008 zijn er in totaal ruim 250 uitzendingen geweest. In 2008 heeft Rabo Development een minderheidsparticipatie genomen in Banco Regional in Paraguay en in Banque Populaire du Rwanda. Meer hierover in hoofdstukken 5 en 6.
Medewerkers betrokken bij MVO Duizenden medewerkers hebben MVO-kennis opgedaan in e-learnings, tijdens sessies met het Spel van Winst en Waarden en tijdens regionale en landelijke interne bijeenkomsten over MVO. Ook het executive kader heeft zich verder verdiept in MVO. In 2008 hebben de medewerkers van de Rabobank Groep betrokkenheid getoond bij tal van maatschappelijke activiteiten. De lokale Rabobanken besteedden ruim 79.000 uur aan vrijwilligerswerk, Rabobank International 11.382 uur, en de overige groepsonderdelen 4.872 uur. Het aantal lokale Rabobanken dat vrijwilligerswerk bevordert, is in 2008 gestegen met 14 procentpunt tot 61%. Ook hebben 25 lokale Rabobanken in 2008 met in totaal 1.700 medewerkers voor ruim 10.000 uur meegedaan aan de landelijke vrijwilligersdagen MADD, Make a Difference Day, waarvan de Rabobank sinds 2005 partner is. Meer hierover in hoofdstuk 7.
Diversiteit stimuleert ondernemend gedrag De Rabobank Groep kiest in haar HR-beleid nadrukkelijk voor een positieve benadering van de verschillen tussen mensen. Diversiteit stimuleert ondernemend gedrag en gevarieerde teamsamenstellingen bevorderen de kwaliteit en de creativiteit. In 2008 had 20% van het aantal stagiairs bij de Rabobank een dubbele culturele achtergrond. Het streefpercentage is 25%. Ook heeft de Rabobank in 2008 de brede discussie over het vergroten van het aantal vrouwen in topposities gestimuleerd en gesteund. Het percentage vrouwen in het senior management (senior kader en executive kader) was in 2008 ruim 10%. Het streven voor 2009 is dit te verhogen naar 15%. Het percentage vrouwen in het executive kader was in 2008 ruim 7%, waarmee de doelstelling van 10% niet is gehaald. Meer hierover in hoofdstuk 7.
Verduurzamen van de eigen bedrijfsvoering Vanzelfsprekend streeft de Rabobank ook naar verduurzaming van de eigen bedrijfsvoering. Hierbij ligt de nadruk vooral op het beleid ten aanzien van het klimaat (reductie van uitstoot van broeikasgassen en verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen) en van diversiteit in het personeelsbestand. De klimaatvoetafdruk van de Rabobank Groep is in 2008 met 176.000 ton CO₂ gelijk gebleven ten opzichte van 2007. De CO₂-uitstoot per fte is afgenomen van 3,1 in 2007 naar 3,0 in 2008. Rabobank Nederland heeft zich tot doel gesteld de CO₂-uitstoot over de komende vijf jaar met 20% te verminderen ten opzichte van 2008. Zie hiervoor hoofdstuk 8.
MVO en governance De manier waarop MVO binnen de Rabobank is gestructureerd, kwam uitvoerig aan bod in het jaarverslag over 2007. De beschreven governance is onverminderd van toepassing. Voor 2008 kan worden gewezen op een aantal ontwikkelingen. Zo heeft de raad van commissarissen zich intensiever gebogen over het thema MVO, met name in de commissie voor coöperatieve aangelegenheden.
15
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Deze commissie is driemaal bijeengekomen en besprak onder meer de volgende onderwerpen: - de Food & Agribusiness Principles; - de kernprestatie-indicatoren voor MVO; - de aanwezigheidswaarde van coöperaties; - coöperatieve en MVO-doelstellingen voor de herijking van het Stategisch Kader; - de beoordeling klantwaarde en ledenbeleid; - de herziene Gedragscode Rabobank Groep; - het position paper mensenrechten; - de ondersteuning door Rabo Development van rurale banken in Tanzania, China, Zambia, Mozambique en Paraguay.
Ondernemingsraad Ook de ondernemingsraad van Rabobank Nederland heeft in 2008 aandacht geschonken aan MVO. Zo heeft de raad een werkgroep Mobiliteit in het leven geroepen, blijvend aandacht gevraagd voor de inzetbaarheid van medewerkers voor MVO en een studiedag georganiseerd over hoe de ondernemingsraad kan sturen op MVO.
Externe waardering voor de MVO-prestaties In de vorm van prijzen en beoordelingen is in 2008 door diverse externe partijen waardering uitgesproken voor de MVO-prestaties van de Rabobank Groep. Vermeldenswaardig zijn: - een tweede plaats bij de Financial Times Sustainable Bank of the Year Award 2008; - Best Integration of CSR into Retail Banking Strategy Award 2008, van Retail Banker International; - een eerste plaats in de Transparantiebenchmark 2008, de onderscheiding voor het meest volledige en meest transparante maatschappelijk jaarverslag, toegekend door het ministerie van Economische Zaken; - een A+-classificatie van het maatschappelijk jaarverslag 2007, toegekend door het Global Reporting Initiative (GRI); - uitstekende duurzaamheidsbeoordelingen door Vigeo, Oekom Research en Sustainalytics: de Rabobank voldoet aan de hoogste duurzaamheidsklassen van deze rating agencies; - in het Intermediair Imago Onderzoek 2008 is de Rabobank als financiële dienstverlener als hoogste geëindigd. Voor vrouwelijke hoogopgeleiden, hbo’ers en starters is de Rabobank dé favoriete werkgever.
Divers en gelijk Rabobank Vlietstreek-Zoetermeer heeft samen met ongeveer 40 andere partijen, zoals de gemeente, het bedrijfsleven en organisaties op het gebied van werk, inkomen en zorg, de handen ineengeslagen om diversiteit en gelijke behandeling te bevorderen op de Zoetermeerse arbeidsmarkt en binnen de eigen onderneming. In december 2008 werd daartoe op het kantoor van Rabobank Vlietstreek-Zoetermeer het convenant ‘Diversiteit en gelijke behandeling in bedrijf’ ondertekend. Het officiële startsein voor een intensieve publiek-private samenwerking die in de periode 2008-2010 moet leiden tot een effectieve benutting van de Zoetermeerse arbeidsreserves. Rabobank VlietstreekZoetermeer stelt haar locaties en andere faciliteiten beschikbaar, maakt deel uit van het ambassadeursnetwerk en faciliteert een werkgeversplatform. Ook zet de bank haar expertise in om andere bedrijven te helpen bij het behalen van de gestelde diversiteitsdoelen.
16
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
3 In dialoog met stakeholders
Met dialoog en engagement draagt de Rabobank bij aan verduurzaming van de samenleving en verantwoord handelen. De Rabobank gaat daarom in dialoog met stakeholders over kwesties die bank en stakeholders raken. Dit heeft betrekking op zowel maatschappelijke trends en issues als dilemma’s die kunnen ontstaan in de dienstverlening. Het voeren van de dialoog vanuit engagement met stakeholders mag kenmerkend heten voor de opvatting van de Rabobank over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Belangrijk resultaat is dat de medewerkers van de Rabobank op praktische en zakelijke wijze kunnen omgaan met dilemma’s, en verantwoorde keuzes kunnen maken.
Stakeholders van de Rabobank Groep Klanten De belangrijkste stakeholders van de Rabobank zijn haar klanten. Betrokken klanten kunnen via het lidmaatschap zeggenschap verwerven in de coöperatieve structuur. Vaak georganiseerd in ledenraden praten en denken de 1,7 miljoen leden mee over de koers en de dienstverlening van de onderneming. Onderwerpen van gesprek zijn bijvoorbeeld het vestigingenbeleid, de openingstijden en de klant bediening. Ook hebben de ledenraden bij veel Rabobanken een belangrijke stem bij het bepalen van donaties uit lokale projectenfondsen aan maatschappelijke doelen.
Medewerkers Intern zijn de medewerkers een belangrijke stakeholdersgroep. Op tal van manieren worden MVOthema’s met medewerkers en hun vertegenwoordiging besproken: via de medezeggenschapsorganen, via regelmatig terugkerende onderzoeken met betrekking tot medewerkerstevredenheid en vitaliteit, en via de vertrouwenspersonen. Daarnaast zijn medewerkers in hoge mate betrokken bij het kiezen en uitvoeren van MVO-activiteiten, en kunnen zij via het Share4More-fonds maatschappelijke projecten steunen.
Belangenorganisaties klanten Ook belangenorganisaties vormen voor de Rabobank een onmisbaar klankbord om de dienstverlening goed af te stemmen op de behoeften en wensen die in de maatschappij leven. Regelmatig overleg met de Consumentenbond is een goed voorbeeld. Daarnaast heeft de Rabobank ook regelmatig overleg met belangenorganisaties van allochtonen, ouderen en gehandicapten. Deze dialoog heeft onder meer geleid tot speciale producten en diensten, zoals de Goede Doelen Rekening, sprekende oplaadpunten voor de chipknip en een internetpakket voor slechtzienden.
Overheden Natuurlijk is de overheid een stakeholder waarmee de Rabobank ook veelvuldig overleg voert over MVO-gerelateerde onderwerpen. Zo wordt op dit terrein met het ministerie van Financiën overlegd over de gevolgen van de kredietcrisis, met het ministerie van Economische Zaken over innovaties in het bedrijfsleven, met het ministerie van Verkeer en Waterstaat over mobiliteit en filebestrijding, met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over verduurzaming van de landbouw en met het ministerie van VROM over maatregelen tegen klimaatverandering. De positie van de Rabobank inzake donaties aan de politiek is neergelegd in een position paper.
17
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Maatschappelijke organisaties Om de relevantie van andere stakeholders te wegen, past de Rabobank een aantal criteria toe. Het zal bijvoorbeeld moeten gaan om maatschappelijke organisaties die zich richten op sociale en milieugerelateerde vraagstukken, die invloedrijk zijn en autoriteit hebben in de samenleving, die een gerenommeerde reputatie hebben, evenals een grote achterban en een sterk netwerk, en die een duidelijke mening hebben over de werkzaamheden van de Rabobank Groep. In uitzonderlijke gevallen voldoet een stakeholder aan alle criteria. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het Wereld Natuur Fonds (WNF). Een belangrijke reden voor de Rabobank om in 2006 een partnerschap voor drie jaar aan te gaan met het WNF.
Commissie Ethiek: intern ijkpunt Iedere medewerker van de Rabobank Groep kan op eigen initiatief en naar eigen inschatting vraagstukken uit de praktijk en ethisch gevoelige thema’s voorleggen aan de Commissie Ethiek. Dit groepsbrede raadgevende college - onder voorzitterschap van de voorzitter van de raad van bestuur - doet uitspraken over de toepassing van de organisatiewaarden bij morele dilemma’s. De commissie adviseert aan de hand van de Gedragscode Rabobank Groep en andere interne gedragslijnen, alsmede aan de hand van externe gedragsregels waaraan de Rabobank zich heeft verbonden. De uitspraken van de commissie, een soort ‘moresprudentie’, hebben gevolgen voor het handelen van de Rabobank doordat zij goed afgewogen en breed gedragen adviezen geven over hoe om te gaan met de maatschappelijke realiteit. Sinds 2004 adviseert de commissie ook over MVO-onderwerpen die raken aan de bedrijfsactiviteiten, zoals dierenwelzijn, ontbossing, genetische modificatie, mensenrechten en wapenindustrie.
Casussen beoordeeld op de vier kernwaarden van de gedragscode in tien jaar Commissie Ethiek Aantal
2008
Respect Professionaliteit Integriteit Duurzaamheid
9 5
2007
2006
5
2
4 1
10 4
2005
11 9
2004
2003
1
1
16
6 11
2002
2001
2000
1999
1998
4 3
7 2
3 2
1 6 10
5 12
Maatschappelijke trends en issues Het bepalen van de relevantie van maatschappelijke trends en issues geschiedt volgens het materialiteitsprincipe. Belang en impact van trends en issues worden geanalyseerd en gewogen aan de hand van criteria als de bijdrage aan duurzame ontwikkeling, de impact op de samenleving en de onderneming, de gevoeligheid voor de business en de bijzondere verantwoordelijkheid van de Rabobank met het oog op de producten en diensten die worden geleverd. De Rabobank onderkent momenteel de volgende maatschappelijke trends en issues, die het uitgangspunt vormen voor een dialoog met stakeholders. Deze worden in aanmerking genomen bij de afwegingen en keuzes met betrekking tot maatschappelijke vraagstukken.
18
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Twaalf maatschappelijke trends 1. Toenemende groei wereldpopulatie. 2. Stijgende welvaart wereldwijd, inclusief secondaire effecten als verandering van voedingspatronen. 3. Verscheidene sterke regionale demografische trends zoals vergrijzing en vlucht van het platteland naar de steden. 4. Maatschappelijke bewegingsvrijheid wordt beperkter door constante druk van belangengroepen; niet-duurzaam gedrag wordt een dissatisfier en duurzaam gedrag de norm voor toekomstige financiële dienstverlening. 5. Grotere schaarste van natuurlijke hulpbronnen (water, natuur en biodiversiteit) en daaraan gerelateerde consequenties, zoals financiële en sociale instabiliteit. 6. Verergeren van milieudegradatie vanwege vervuiling en klimaatverandering. 7. Structureel hogere marktprijzen in de toekomst door toenemende behoefte aan én afname van grondstoffen. 8. Grotere onzekerheid met betrekking tot landbouwproductie en opbrengstniveaus. 9. Toenemende behoefte aan duurzamere inrichting van productieketens. 10. Toenemende behoefte aan duurzame energiebronnen en schone, hernieuwbare productieprocessen: transformatie. 11. Terugkeer naar het Rijnlandse model met meer oog voor alle relevante stakeholders. 12. Toenemende vraag om kwetsbare klanten te ‘onderwijzen’ in het omgaan met geld (financial literacy).
Vijftien hoofdissues 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Discriminatie van werknemers. Verbod op vrije vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen. Kwalijke kinderarbeid. Gedwongen arbeid. Slechte arbeidsomstandigheden. Schending rechten van inheemse en lokale bevolkingsgroepen. Misbruik van wapens en productie controversiële wapens. Klimaatverandering door broeikasgassen. Milieuverontreiniging. Uitputting van schaarse natuurlijke (hulp)bronnen. Wreedheid tegen dieren. Economische vlucht uit en vergrijzing van plattelandsgebieden. Toenemende onzekerheid over betaalbaar voedsel. Producten en diensten met gezondheids- of veiligheidsrisico’s (ook financieel) voor consumenten. Onvoldoende transparantie in bestuur en/of corruptie.
Het effect van de dialoog op beleid en praktijk De dialoog met stakeholders over relevante maatschappelijke trends en issues en eventuele dilemma’s die zich aandienen, heeft ook in 2008 het nodige effect gehad op het beleid en de dienstverlening van de Rabobank Groep. Dat kan het best duidelijk worden gemaakt aan de hand van een aantal uiteenlopende praktijkvoorbeelden.
Ontwikkeling Food & Agribusiness Principles De Food & Agribusiness Principles zijn ontwikkeld op basis van de analyse van een aantal belangrijke trends, zoals een toenemende behoefte aan voedselzekerheid en de uitputting van natuurlijke bronnen en grondstoffen. De principes zijn een nadere uitwerking van de MVO-doelstellingen van de Rabobank met betrekking tot het verduurzamen van food & agriketens.
Verduurzaming ketens door deelname aan sectoroverleg Door deel te nemen aan sectorbreed (inter)nationaal overleg stimuleert de Rabobank concrete initiatieven met betrekking tot verduurzaming van food & agriketens. Voorbeelden zijn het Global Compact en het Financial Initiative van de Verenigde Naties en de diverse Round Tables (soja, palmolie, biobrandstof ) en Initiatives (katoen, suiker).
19
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Zo is er in 2008 voortgang geboekt bij het tegengaan van illegale ontbossing voor palmolieproductie. Greenpeace vroeg Unilever - als belangrijke afnemer van palmolie – daartegen actie te ondernemen. Daarop vormde Unilever een coalitie met NGO’s en zo’n veertig bedrijven in de palmolieproductieketen. De Rabobank steunt dit initiatief, omdat het volledig past in haar MVO-beleid. Ook is de Rabobank medeoprichter van de ‘New Plantings Working Group’ - op initiatief van het Wereld Natuur Fonds - om onterechte ontginning te voorkomen.
Maatschappelijk verantwoorde kredietverlening Met sectorbeleid anticipeert de Rabobank op de (potentiële) risico’s en innovatiekansen in bepaalde sectoren die gevoelig zijn voor knelpunten op milieugebied, op sociaal gebied of op het gebied van de mensenrechten. Dit beleid ondersteunt de medewerkers in hun klantcontacten en bij de beoordeling van transacties. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kredietverlening in de sojasector. Voor productieketens en sectoren voor palmolie, bosbouw, katoen, suikerriet, visserij, bio-energie/biobrandstoffen, koffie, cacao, mijnbouw en olie en gas is nader beleid in voorbereiding. Het concept-beleid zal in de tweede helft van 2009 formeel vastgesteld worden. Over de palmoliesector heeft de Rabobank in 2008 bijvoorbeeld gesprekken gevoerd met internationale wetenschappers en NGO’s, zoals Milieudefensie, Oxfam Novib en het Wereld Natuur Fonds.
Beleid met betrekking tot de wapenindustrie Een groepsbrede commissie heeft in 2008 een aantal bedrijvenklanten beoordeeld in relatie tot het statement ‘Rabobank Groep inzake wapenindustrie’. Daarop zijn bedrijfsonderdelen in gesprek gegaan met enkele bedrijfsklanten over stopzetting van hun productie van controversiële wapens. Naar aanleiding daarvan is besloten afscheid te nemen van een relatie. Het directoraat Private Banking schrapte een aantal bedrijven uit zijn beleggingsuniversum. Verder is op advies van de commissie de beoordeling van indirecte klantgroepen (zoals vendoren bij leasing) versoepeld en worden indexbeleggingen buiten beschouwing gelaten. Ook ging de Rabobank in 2008 in dialoog met Oxfam Novib over het beleid met betrekking tot de wapenindustrie. De ‘bankenlijst’ van Oxfam Novib blijkt nagenoeg overeen te komen met de Rabobanklijst van bedrijven die niet voldoen aan het statement ‘Rabobank Groep inzake wapenindustrie’.
Mensenrechtenbeleid en implementatie De Rabobank heeft sinds 2002 beleid geformuleerd op het gebied van de mensenrechten. Toepassing in de bancaire praktijk blijkt niet altijd eenvoudig. Om dat te verbeteren vond in juni 2008 een groepsbrede themabijeenkomst over mensenrechten plaats waarin de toepasbaarheid van het beleid voor mede werkers centraal stond. De deelnemers waardeerden vooral het met praktijkvoorbeelden concreet maken van de theorie. In 2009 zal het onderwerp ‘omgaan met mensenrechten’ steviger worden verankerd in de bedrijfsprocessen.
Anticorruptiebeleid Global Witness informeerde in 2008 naar het beleid van de Rabobank inzake corruptie. Dit onderwerp wordt behandeld in de Gedragscode Rabobank Groep en in de krediethandleiding. Ook zijn de ‘due diligence’-procedures in lijn gebracht met de EU-voorschriften op grond waarvan kan worden beoordeeld of klanten politiek worden beïnvloed. Indien nodig leidt dit onderzoek naar de herkomst van de verkregen welvaart en de inkomstenbronnen van de betreffende klant.
Stemgedrag beleggingsfondsen inzake klimaatmoties In 2008 verscheen het rapport ‘Aandelen in klimaatverandering’ van Milieudefensie. In de periode 2006-2008 blijkt Robeco beduidend vaker voor klimaatmoties te hebben gestemd dan andere beleggers. Pensioensfonds PGGM deed dat het meest, gevolgd door Robeco. Meer informatie over de dialoog met ondernemingen en het stemgedrag op de website van Robeco.
Maatschappelijk verantwoord inkopen De Rabobank is met leveranciers in dialoog over verduurzaming van de inkoop. Besproken wordt hoe dit doel het best kan worden gediend. De MVO-visie van leveranciers en de productspecificaties vormen belangrijke selectiecriteria. De Rabobank beoogt langdurende overeenkomsten af te sluiten. Zie hoofdstuk 8.
20
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
4 MVO in de dienstverlening
De Rabobank weet zich verantwoordelijk voor de impact van haar dienstverlening op de samenleving. Dit betekent dat de bank alles in het werk stelt om: - haar kapitaal actief en verantwoord te beheren; - transparant te zijn over producten en diensten; - productrisico’s en reputatierisico’s te beperken; - acceptatie- en selectieprocessen aan te passen; - de impact van haar dienstverlening op maatschappij en milieu actief te managen. In 2008 is MVO binnen de Rabobank Groep verder verankerd in het beleid (A), in de producten en diensten (B) en in de zorg voor klanten (C).
A. MVO in beleid
In de kredietverlening, vermogensbeheer en beleggen, leasing en vastgoed is in 2008 verdere voortgang geboekt bij het integreren van MVO in het beleid.
Kredietverlening - Sectorbeleid. De Kredietbeleidscommissie Rabobank Groep, verantwoordelijk voor het kredietbeleid, heeft in 2008 ‘high impact’-sectoren vastgesteld. Het gaat om de sectoren palmolie, hout, soja, visserij, viskweek, rietsuiker, koffie, cacao, olie en gas, mijnbouw, katoen en biobrandstof. Het conceptsectorbeleid houdt rekening met de belangen van klanten, met MVO-vraagstukken in de betreffende sector en met het beleid van de Rabobank op ethisch, sociaal en milieugebied. In 2009 vindt een stakeholdersconsultatie en formele besluitvorming over het concept-sectorbeleid plaats. - Landenrapportages. In 2008 zijn MVO-aspecten opgenomen in de landenrapportages. Hierdoor ontstaat inzicht in de belangrijkste MVO-issues die in een land spelen. Dat kan worden gebruikt in de advisering van klanten of bij de beoordeling van transacties. Vanaf begin 2009 is deze kennis beschikbaar voor accountmanagers. - Risicomanagement. Rabobank International heeft in 2008 de ‘CSR Risk Identification Manual’ geïntroduceerd. Hiermee kunnen de buitenlandse kantoren MVO-risico’s identificeren. Met de klant wordt besproken welke issues er spelen in zijn sector, hoe die zijn bedrijfsvoering beïnvloeden, welke commerciële kansen zich aandienen en wat daarin de bijdrage van de Rabobank kan zijn. Onder meer in de houtbranche, de visserij en de palmoliesector hebben al veel van deze klantgesprekken plaatsgevonden. In 2009 wordt deze ‘engagementstrategie’ verder uitgewerkt. - Kredietaanvragen. Bij Rabobank International maakt een MVO-toets deel uit van kredietbeoordelingen. In 2008 is deze systematiek verder ontwikkeld. Het is de bedoeling alle kredietaanvragen te toetsen op tien hoofdthema’s. - Hypothecaire kredietverlening. Obvion heeft MVO expliciet opgenomen in zijn nieuwe ambitie statement en kernwaarden. Als uitvloeisel hiervan heeft dit onderdeel van de Rabobank Groep voor 2009 MVO-doelstellingen bepaald die direct verband houden met de corebusiness hypotheekverlening. - Projectfinancieringen. De Rabobank past de Equator Principles toe op projectfinancieringen vanaf 10 miljoen dollar die vallen onder de Basel II-definitie. Daarvoor wordt een analyse uitgevoerd van zowel de sociale impact als de milieu-impact, en er wordt een risicoclassificatie uitgevoerd. In 2008 financierde de Rabobank in Nederland, Europa, Amerika en Australië vijftien projecten op het gebied van duurzame energie (zes windprojecten, zes zonne-energieprojecten en drie projecten voor biobrandstof ) en een project in de traditionele energiesector. Gezien de milieu-impact en de regio (OECD-landen) zijn de projecten geclassificeerd onder de categorieën B en/of C (potentieel negatief en niet negatief ).
21
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Equator Principles-rapportage (aantal beoordeelde projecten) EP-categorie A (significante negatieve impact) B (potentiële negatieve impact) C (geen negatieve impact) Totaal
2008
2007
2006
0 9 7 16
0 11 0 11
0 5 0 5
Vermogensbeheer en beleggen Zowel bij particuliere als bij institutionele klanten nam de vraag naar verantwoord beleggen in 2008 verder toe. Groepsonderdelen als Robeco, Bank Sarasin, Schretlen & Co en Rabobank Private Banking hebben in 2008 gewerkt aan een verdere verduurzaming van het beleggingsbeleid. - Rabobank Private Banking. Door fondsen en portefeuilles een duurzaamheidslabel te geven, wil Private Banking de klant inzicht bieden in de mate van duurzaamheid en de mate waarin het assortiment maatschappelijk verantwoord is. Door vervolgens de dialoog aan te gaan met de vele leveranciers van beleggingsproducten en met de klanten, kan voortgang op het gebied van MVO worden gerealiseerd. - Schretlen & Co. Hier is een concept voor duurzaam vermogensmanagement ontwikkeld dat bestaat uit verschillende modules, waaronder duurzaam beleggen. Hiermee kan de klant zijn portefeuille duurzaam inrichten. - Bank Sarasin. Duurzaamheid is het belangrijkste onderdeel van de bedrijfsstrategie en het meest onderscheidende kenmerk in de markt. In 2008 is een nieuw ambitiestatement geïntroduceerd met een nog prominentere plaats voor duurzaamheid. Het bedrijf hanteert sinds juni 2008 de slogan: Sustainable Swiss Private Banking since 1841. - Robeco. MVO-instrumenten. In 2008 nam Robeco een ambitiestatement aan dat richting geeft aan de integratie van Environmental, Social en Governance (ESG)-factoren in het beleggingsbeleid en de bedrijfsprocessen. Om verantwoord beleggen in zijn dienstverlening te verankeren, hanteert
Aardwarmte in tuinbouw Net als de meeste sectoren in de Nederlandse economie heeft ook de tuinbouw het niet gemakkelijk. Door de hoge gasprijzen en de lage productprijzen kunnen veel tuinders maar moeilijk het hoofd boven water houden. De Rabobank staat de sector als vanouds terzijde bij het winstgevend produceren van kwalitatief uitstekende groenten en bloemen, maar ziet dit als duurzame bank graag gebeuren in energie zuinige kassen. Door ook hierin te investeren, kan de tuinbouw ‘los’ komen van fossiele brand stoffen. Samen met de overheid wil de Rabobank bijvoorbeeld het gebruik van aardwarmte - door het oppompen van warm water - in de tuinbouw stimuleren. Boren naar aardwarmte levert de tuinbouw veel op, maar is duur. Vooral de kosten van mogelijke misboringen zijn voor een onder nemer te groot om zelf te dragen. De Rabobank bekijkt daarom de mogelijkheden waarmee het risico van misboring mede kan worden afgedekt.
22
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Robeco ook instrumenten als uitsluitingen, best-in-classcriteria, engagement, voting en class actions (waarbij collectieve schadeclaims worden neergelegd). De VN Principles for Responsible Investments (UN PRI) vormen een belangrijke leidraad voor de duurzaamheidsdoelstellingen. - Robeco. Engagement Service. Institutionele beleggers worden steeds actiever op het gebied van duurzaam vermogensbeheer. Vaak kiezen ze daarbij voor engagement: door de dialoog aan met een bedrijf over MVO-onderwerpen en corporate governance of door op aandeelhoudersvergaderingen te komen met, en te stemmen over MVO-gerelateerde voorstellen. Met zijn Engagement Service vertegenwoordigt Robeco meerdere partijen, waardoor meer invloed kan worden uitgeoefend. - Robeco. ‘Vermogen onder engagement’. Het vermogen waarvoor Robeco engagement uitoefent, daalde bij Robeco in 2008 tot 9,5 miljard euro (2007: 15,1 miljard euro). Een belangrijke reden hiervoor is de forse daling van de aandelenkoersen als gevolg van de financiële crisis. In 2008 heeft Robeco op 1.792 aandeelhoudersvergaderingen (2007: 1.243) gestemd over 17.633 agendapunten (2007: 12.434) op het gebied van duurzaamheid en corporate governance. Op 47% (2007: 49%) van de vergaderingen was dit tegen het management. - Robeco: thema-engagement. Elk jaar benadert Robeco een aantal ondernemingen om in kaart te brengen hoe zij omgaan met een aantal thema’s op het gebied van corporate governance en maatschappelijke verantwoordelijkheid. In 2008 betrof dat de klimaatimpact van nutsbedrijven, duurzaamheid in het beloningsbeleid, gedwongen arbeid en controversiële regimes.
Duurzaamheid in beloningsbeleid Robeco heeft in het vierde kwartaal van 2008 onderzoek laten doen naar duurzame prestatie-indicatoren in de beloningsstructuur van topbestuurders van nationale en internationale beursgenoteerde onder nemingen. Dit is gerelateerd aan maatstaven als de algemene positionering ten aanzien van duurzaam heid, het niveau van rapporteren op basis van het Global Reporting Initiative en de aanwezigheid van de onderneming in de Dow Jones Sustainability Index. Een beperkt aantal bedrijven had duurzaamheids indicatoren in hun beloningsstructuur opgenomen. Opvallend is dat de meeste bedrijven duurzaamheid in de kortetermijndoelstellingen van hun beloningsbeleid hebben opgenomen. Dit kan onlogisch zijn, omdat de strategische keuze voor duurzaamheid in het algemeen een langetermijnbeslissing is. Duurzame prestatie-indicatoren in het beloningsbeleid van bestuurders lijken met name gerelateerd te zijn aan strategie, welzijn en veiligheid. Bij de onderzochte Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen is maximaal een derde van de variabele kortetermijnbeloning gelieerd aan duurzaamheid. Robeco zal in 2009 specifiek in gesprek gaan met ondernemingen over de vraag hoe zij duurzaamheidsambities laten terugkomen in het beloningsbeleid. Robeco: Enhanced Engagement. Vanaf begin 2008 wordt engagement ook toegepast op een selectie van bedrijven en wordt de progressie gemeten aan de hand van indicatoren. Op basis hiervan adviseert Robeco klanten om een bedrijf uit te sluiten als niet voldaan is aan minimumstandaarden of bij onvoldoende progressie. Kwartaalrapportages over de reguliere activiteiten van Robeco op het gebied van actieve dialoog en voting staan onder de naam ‘Betrokken Beleggen’ op de Corporate Informationwebsite van Robeco.
Overzicht engagement Aantal engagementzaken*
2008
2007
86
110
32 25 29 8 6
30 24 18 6 22
Onderwerpen (in %) Corporate Governance Milieu Maatschappij Menselijk Kapitaal Ethiek
* In 2008 heeft Robeco met 86 ondernemingen contact gehad. In 2007 waren dit 110 ondernemingen. Sinds 1 januari 2008 hanteert Robeco met succes een ‘smart’-benadering voor alle engagementactiviteiten. Dit betekent dat vooraf wordt bepaald wat de doelstelling van engagement is, wanneer een engagementtraject uiterlijk wordt beëindigd en onder welke condities dit engagement succesvol is. De resultaten van de engagementactiviteiten worden aldus concreet en meetbaar. Deze versterkte focus heeft geleid tot een vermindering van het aantal engagementzaken.
23
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Leasing In 2008 heeft De Lage Landen zijn actuele MVO-strategie vastgesteld. Belangrijke doelen zijn het zoeken van kansen op innovatiegebied en het verbeteren van de eco-efficiency in de eigen organisatie. Hierna volgen enkele resultaten. - Energiebesparing. In 2008 had een deel van de omzet van De Lage Landen betrekking op warmtekrachtkoppeling, windenergie en warmte/koudeopslag. Ook is een begin gemaakt met het verstrekken van consumptieve financiering op het gebied van energiebesparing. Dit gebeurt samen met energiebedrijven. - Duurzaam Mobiliteitsplan. Ook in de activiteiten van Athlon Carlease krijgt MVO een steeds prominentere plaats. Zo is een Duurzaam Mobiliteitsplan van vijf stappen geïntroduceerd, dat de basis vormt voor het advies aan klanten.
Vastgoed In 2008 heeft de Rabo Vastgoedgroep haar ambitie op het gebied van MVO opnieuw geformuleerd onder het motto ‘Invest in the future’. Alle onderdelen vullen in hun beleid en werkwijze de volgende aspecten in: actief zijn met duurzaam vastgoed, integer ondernemen, verantwoorde bedrijfsvoering, en maatschappelijke betrokkenheid. - Duurzaam ontwikkelen. Voor de divisies Bouwfonds Property Development en MAB Development is duurzaam ontwikkelen een van de speerpunten. Bouwfonds Property Development toetst al zijn nieuwe bouwprojecten met ingang van 2009 aan de Gemeentelijke Praktijk Richtlijn Gebouw (GPR)-methode. Dit maakt de duurzaamheid van de projecten meetbaar en transparant. - Duurzaam bouwen. De FGH Bank heeft in 2008 een financieringsconstructie voor duurzaam vastgoed ontwikkeld om duurzame bouw te stimuleren. Als het vastgoedobject voldoet aan een aantal duurzaamheidscriteria, kan de financiering tegen gunstiger voorwaarden worden verstrekt. - Rabo FARM. De beleggingsafdeling Bouwfonds REIM verkende in 2008 de duurzame mogelijkheden om wereldwijd te beleggen in landbouwgronden. Hiervoor is samen met Rabobank International de nieuwe entiteit Rabo FARM opgericht.
Klimaat en duurzame energie Ook in 2008 heeft de Rabobank stappen gezet om de gevolgen van de klimaatproblematiek op het beleid verder in kaart te brengen. Dit gebeurde onder meer door onderzoek, samenwerking en publicaties. - CO₂-risico’s. In 2008 is een onderzoek afgerond dat de Rabobank door Ecofys (kredietboek) en TruCost (beleggingsfondsen) heeft laten doen naar de uitstoot en milieudruk van bedrijven. Methodologie en aanpak zijn beoordeeld door het Wereld Natuur Fonds en het World Resources Institute. Op basis van de resultaten kan de Rabobank een kwantitatief instrument ontwikkelen voor het bepalen van risico’s die samenhangen met energie, grondstoffen en emissies. - BIOPEC. Om de duurzaamheid in de biomassaketen te bevorderen werken bedrijven, NGO’s, kennisinstellingen en de overheid, mede op initiatief van de Rabobank, samen in BIOPEC. In 2008 heeft BIOPEC bijvoorbeeld gewerkt aan certificering van duurzame biomassastromen. Biomassa gaat een grote rol spelen in onze energievoorziening, met name in de transportsector, de elektriciteit- en warmteproductie en de chemie. - Kennisontwikkeling. De Rabobank speelt een actieve rol in de kennisontwikkeling op het gebied van klimaat- en duurzaamheidsvraagstukken in de financiële dienstverlening. In 2008 zijn in opdracht van of door de Rabobank de volgende onderzoeken en publicaties gerealiseerd.
24
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Auteur
Titel
SAM, samen met het Wereld Natuur Fonds en de ETH Zürich SAM Bank Sarasin
Study on the effects of climate change on financial institutions.
Robeco en Booz & Company
Rabobank Food & Agri Clean Tech Research Desk
Rabobank Food & Agri Clean Tech Research in samenwerking met het Directoraat MVO, Rabobank Nederland
SAM whitepaper on sustainability and investing. Commodities- still a responsible investment? Energy efficiency – hidden capital. How investors can benefit from the cheapest source of energy. Sustainability and share performance – a long running debate revised. Solar energy 2008 – stormy weather will give way to sunnier periods. Responsible investing: a paradigm shift – from niche to mainstream. Over trends en ontwikkelingen binnen vermogensbeheer in relatie tot duurzaamheid. Out to sea gain: offshore wind energy towards 2020. Voorspellingen voor de ontwikkeling van offshore windenergie in Europa tot 2020. Which way the wind blows: onshore wind energy in selected European countries door Food & Agri Clean Tech Research, Rabobank. Essentiële succesfactoren voor de ontwikkeling van windenergie op land in tien Europese landen. Watering scarcity: private investment opportunities in agricultural water use efficiency.
B. Duurzame producten en diensten In 2008 is op veel plaatsen binnen de Rabobank Groep gewerkt aan de afzet van duurzame producten en diensten, bijvoorbeeld op het gebied van betalen & sparen, kredietverlening, duurzaam beheerd en bewaard vermogen en leasing. Ook zijn weer een aantal nieuwe producten en diensten geïntroduceerd.
Betalen en sparen, kredietverlening Bijgaande tabel geeft een overzicht van het bestaande assortiment duurzame producten op het gebied van betalen en sparen en kredietverlening, en van de ontwikkeling in de omzetten.
Duurzame producten (in miljoenen euro’s) Product Financieren Klimaathypotheek Groenfinanciering Stimuleringslening en Groei- & Innovatielening (lopende garanties onder SGR) Lening met borgstellingsfonds landbouw BF/BF+ Leningen met staatsgarantie (op grond van BBMKB) VIV-pluslening in samenwerking met Nationaal Groenfonds Groeifaciliteit in samenwerking met SenterNovem Microkredieten en starterskredieten voor mkb in Nederland Duurzame projectfinanciering (excl. groenfinancieringen) Totaal Financieren In percentage van totaal kredieten aan private sector Sparen Rabo GroenSparen * Het Rabo Innovatiekapitaalfonds is hieruit weggelaten
25
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
2008
2007
2006
72 3.373
19 2.882
0 2.409
451 355 1.222 9 19 1 313 5.815 1,4%
367 364 1.163 5 6 <1 155 4.961* 1,3%
267 376 1.042 0 0 0 105 4.199* 1,3%
125
106
Nvt
Omvang uitstaande groenfinancieringen in miljoenen euro’s ultimo 2008 Groenlabel kassen Windenergie Biologische landbouw Bos & natuur Duurzame bouw Stadsverwarming Overige duurzame energie Overige projecten
2.478 294 196 169 76 19 17 124
Omvang uitstaande groenfinancieringen in miljoenen euro’s per jaarultimo
4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
Rabo Groenbank en klimaatdiensten Over de ontwikkelingen in 2008 met betrekking tot de klimaatkaart, Rabo Groen Bank, de handel in emissierechten en de financiering van duurzame energie is het volgende te melden. - Klimaatkaart met compensatie. Aankopen die in 2008 met de Rabocard zijn gedaan worden voor 100% klimaatgecompenseerd. De milieudruk van de aankopen wordt automatisch bepaald in termen van de CO₂-uitstoot. Compensatie vindt plaats door te investeren in Gold Standard-projecten die voldoen aan de strengste eisen. In 2008 heeft de Rabobank geïnvesteerd in een aantal projecten in Azië en Oost-Europa. Met partner Wereld Natuur Fonds wordt besproken of de huidige compensatie wijze ook in 2009 gehandhaafd blijft. - Rabo Groen Bank. In 2008 verstrekte Rabo Groen Bank 570 nieuwe leningen voor een recordbedrag van 853 miljoen euro. Aan het eind van het jaar bedroeg het totaal aan uitstaande leningen 3.373 miljoen euro. Net als in 2007 hadden particulieren ook in 2008 veel belangstelling voor Rabo Groen Sparen en Rabo Groen Obligaties, maatschappelijke beleggingen met fiscaal voordeel. Met het particuliere geld kan Rabo Groen Bank klimaatvriendelijke en door de overheid erkende groenprojecten stimuleren via laagrentende leningen. In 2008 zijn veel financieringen verstrekt voor groenlabelkassen, mede door de verwachte aanscherping van de overheidseisen. Er was ook een toename van financieringsaanvragen voor de duurzame utiliteitsbouw, zonnepanelen (photovoltaïsche cellen), zonnecollectoren en warmte/koudeopslag. Een aantal agrarische natuurverenigingen maakte in 2008 gebruik van de uitbreiding van agrarisch natuurbeheer met het ganzenbeheer. Voor windenergie en energie uit biomassa (biogasinstallaties) zijn in 2008 financieringen verstrekt voor projecten die nog gebruik konden maken van de toen geldende MEP-subsidieregeling.
Handel in emissierechten In 2008 heeft het elektronische handelsplatform CLIMEX (www.climex.com), een joint venture van Rabobank en Tennet, zijn positie in de Europese CO₂-spotmarkt verder verstevigd. Er werden 34 nieuwe bedrijven lid van het platform, waaronder een aantal grote glastuinbouwbedrijven die onder het Europese emissieregime vallen. De uitgifte van CO₂-rechten door Europese overheden verliep moeizaam. Naast Europese CO₂-rechten verhandelt het CLIMEX-platform ook CO₂-rechten uit zogenoemde Clean Development-projecten in ontwikkelingslanden. In totaal werd op het CLIMEX-platform in 2008 ruim 4,9 miljoen ton CO₂ verhandeld. Daarmee bezet CLIMEX de tweede positie in de Europese markt.
Renewable Energy and Infrastructure Financing In 2008 is de afdeling Projectfinanciering van Rabobank International omgedoopt in Renewable Energy and Infrastructure Financing (REIF). REIF financiert niet alleen wind- en biofuelprojecten, maar ook zonneparken en biomassaprojecten in Europa. De totale portefeuille bedroeg ultimo 2008 500 miljoen euro (inclusief lokale Rabobanken). Hiervan is 36% gefinancierd in windprojecten, 35% in zonneparken en 16% in biofuelprojecten. In 2009 zullen de activiteiten worden uitgebreid naar India en Noord- en Zuid-Amerika. Nederlandse projecten worden in een aantal gevallen in samenwerking met lokale Rabobanken gefinancierd.
26
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Duurzaam beheerd en bewaard vermogen Bijgaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van het door de Rabobank Groep duurzaam beheerde en bewaarde vermogen.
Duurzaam beheerd en bewaard vermogen (in miljoenen euro’s) Product Robeco duurzaam incl. SAM (inclusief private equity) Rabobank International Sarasin Bouwfonds Real Estate Investment Management Schretlen & Co Rabobank Groenobligaties Duurzame beleggingsproducten van derden Totaal duurzaam In % van totaal beheerd en bewaard vermogen Vermogen onder engagement Sarasin Robeco Engagement Service Fondsenbeheer Nederland Vermogen van de beheerde (onafhankelijke) fondsen (Nat. Groenfonds, Nat. Restauratiefonds, SVn en BOEi)
2008
2007
2006
2005
3.166 141 4.363 77¹ 46 3.622 168 11.583
5.604 Niet bekend 4.778 Niet bekend Niet bekend 3.518 124 14.024
409 Niet bekend Nvt Niet bekend Niet bekend 3.130 65 3.604
319 Niet bekend Nvt Niet bekend Niet bekend 2.644 48 3.011
5,2% 1.069 9.555
4,7% 15.125
1,2% 5.249
1,3% -
2.700
2.300
2.000
1.700 *
* Dit jaar was het nog niet gelieerd aan de Rabobank
Fusies en overnames In 2008 was de Rabobank betrokken bij belangrijke initiatieven op het gebied van duurzaam ondernemen. - Rabo Ventures. Dit internationaal opererende venturecapitalfonds verschaft risicodragend vermogen aan snelgroeiende cleantechondernemingen. In 2008 werd geïnvesteerd in twee Nederlandse bedrijven: EWT (Emergya Wind Technologies) en Econcern. Ook nam Rabo Ventures een belang in Xunlight, een Amerikaanse producent van flexibele dunnefilmzonnecellen. - Econcern. Sinds 2008 heeft de Rabobank samen SHV en Delta Lloyd een 50% belang in het duurzame-energiebedrijf Econcern. Omvang uitstaande duurzame leaseproducten in duizenden euro’s ultimo 2008 Warmteterugwinapparatuur/WKK 331.402 Windmolens 18.252 Milieutechnische en reinigingsapparatuur 7.926 Biogasapparatuur 1.145 Afvalverwerkingsapparatuur 398 Afzuiging 225 Zuiveringsinstallaties 89 Isolatie-apparatuur 81 Warmtewisselaar 50
Leasing In 2008 bedroeg het totaal aan duurzamelease producten 359 miljoen euro (2007: 316 miljoen euro). Dat is bijna 15% van de totale krediet portefeuille van De Lage Landen Financial Services.
Nieuwe duurzame producten en diensten In 2008 zijn in de volgende portefeuilles nieuwe duurzame producten en diensten geïntroduceerd. Betalen & Sparen - Robeco Groen Garant is een groenobligatie waarvan ten minste 70% door Rabo Groen Bank wordt gebruikt om milieuvriendelijke, door de overheid erkende groenprojecten op het gebied van natuurbeheer, biologische landbouw en duurzame energie te financieren.
1 Betreft beheer van de gebouwen; Triodos Vastgoedfonds beheert het vermogen
27
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
- Rabo Flexkrediet is onderdeel van een ondernemerspakket voor het mkb. Deze omzetgerelateerde kredietvorm biedt minimaal 1.000 euro en maximaal 25.000 euro aan ondernemers in de kleinzakelijke markt. - Met de Rabo Streekrekening kunnen ondernemers, instellingen en lagere overheden maatschappelijk verantwoord sparen. Bij dit product dragen lokale Rabobanken 5% over de rente die ze moeten vergoeden aan de rekeninghouder af aan een vastgesteld streekdoel, bijvoorbeeld natuur beschermingsorganisaties. Verzekeren - ‘Zeker van je Zaak’ is een verzekeringsproduct voor de startende ondernemer. Het is door de Rabobank in samenwerking met Interpolis ontwikkeld. Beleggen en vermogensbeheer - Het beleggingsfonds Robeco Responsible Private Equity II biedt de mogelijkheid op een verantwoorde manier te beleggen in reguliere private-equitymarkten. De Robeco Principles for Responsible Private Equity zijn van toepassing en het doel is 250 miljoen euro aan beleggingen. - Sarasin Oekoselect is een fund-of-funds, dat investeert in vrijwel uitsluitend duurzame equityfondsen. - Sarasin Sustainable Agriculture Basket is een duurzaam investeringsproduct met een focus op duurzame landbouw. - Sarasin Sustainable Water Fund is een fonds dat wereldwijd investeert in bedrijven die bijdragen aan duurzaam watermanagement. Leasing - Om mee te helpen aan vermindering van de CO₂-uitstoot door 125.000 lease-auto’s heeft Athlon in 2008 het Duurzaam Mobiliteitsplan gelanceerd. Dit plan voorziet in een NS Business Card en flexibele werkplekken voor leaserijders en een ‘mobiele secretaresse’ die de leaserijder onder meer reisadvies geeft. - De Lage Landen en Energiemaatschappij NUON hebben voor de particuliere klant een concept ontwikkeld waarbij investeringen in energiebesparende maatregelen worden verrekend met de energienota. Maandelijks zijn zowel de energiebesparing als de rente en aflossing voor de investering zichtbaar.
C. Zorg voor klanten De klantwaarde die de Rabobank wil bieden, impliceert een verantwoorde klantbediening van hoge kwaliteit. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om tevredenheid van klanten over de kwaliteit van de dienstverlening, zorgplicht, veiligheid en privacy, maar ook om participatiemogelijkheden. Diverse producten verbeteren de toegang tot krediet voor zowel zakelijke klanten als particulieren. Daarnaast zet de Rabobank zich in om de toegankelijkheid voor kwetsbare groepen te vergroten door middel van (aangepaste) producten en diensten.
Klanttevredenheid Klanttevredenheid is een zeer belangrijke maatstaf voor de Rabobank. In 2008 was de klanttevredenheid van particuliere klanten 7,7 tegen 7,5 in 2007. Dit is een stijgende tendens sinds 2003. Regelmatig wordt onderzoek gedaan naar de stand van zaken op dit terrein, ook in vergelijking met de andere Nederlandse grootbanken. In 2008 is de Rabobank op de eerste plaats terechtgekomen. Het voornaamste verbeterpunt is een goede klachtenafhandeling, waarbij de functie van klachten coördinator verder moet worden ingevuld. Klanten zijn het meest tevreden over de telefonische dienstverlening en de dienstverlening op het bankkantoor. De tevredenheid van primaire privatebankingklanten - klanten die de Rabobank als belangrijkste bank beschouwen - is stabiel ruim boven de zeven. In een klanttevredenheidsonderzoek van het blad Incompany onder 150.000 beslissers kwam De Lage Landen in zijn categorie als beste uit de bus. Uit een eigen klanttevredenheidsonderzoek bleek dat in de Verenigde Staten wederzijds vertrouwen de sleutel is voor voldoen aan de verwachtingen van de klant, en dat De Lage Landen aandacht moet schenken aan zijn proactiviteit.
28
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Klachtenbehandeling De Rabobank Groep werkt voortdurend aan het verbeteren van klachtenprocedures. Hierna volgen enkele ontwikkelingen in 2008. - De ombudsman Financiële Dienstverlening complimenteerde de Rabobank met haar brochure over klachten. - De klachtenprocedure is uitgebreid met betrekking tot financieringen van bedrijven en projecten waaraan maatschappelijke vraagstukken verbonden zijn. Inmiddels is de procedure opgenomen als onderdeel van het concept-sectorbeleid, met duidelijke richtlijnen over wanneer en hoe de Rabobank ingaat op een klacht over een maatschappelijke kwestie. Hiermee is voldaan aan een wens van klanten en maatschappelijke organisaties. - Binnen de Rabo Vastgoedgroep hebben FGH Bank en Bouwfonds REIM nieuwe klachtenprocedures ingesteld. - Doordat De Lage Landen in Europa is begonnen met de invoering van het klachtensysteem Customer Registration and Information System (CRIS), zijn meer klachten geregistreerd. - Invoering van een nieuw orderverwerkingssysteem leidde bij Orbay tot een klachtenstijging. Maatgevend is het aantal klachten per 100.000 beursorders. - Bij Sarasin heeft een test plaatsgevonden met een klachtenrapportagesysteem dat naar verwachting in 2009 beschikbaar komt. - Obvion zoekt met klanten met betalingsproblemen naar bevredigende oplossingen, waarbij veilingen worden vermeden en de schuldrest wordt geminimaliseerd.
Aantallen klachten Groepsonderdelen Groepsonderdelen Lokale Rabobanken De Lage Landen (inclusief Athlon) Obvion Robeco Rabobank International Schretlen & Co Rabo Vastgoedgroep
2008
2007
2006
Nederland
Overige landen
Nederland
Overige landen
Nederland
Overige landen
3.045 5.477 217 406 3 110 7
Nvt 5.576 Nvt 65 861 Nvt 86
3.059 411 275 585 2 21 25
Nvt 1.171 Nvt 234 6.110 Nvt Niet bekend
2.950 6 235 400 35 33 16
Nvt 130 Nvt Nvt 1.315 Nvt Niet bekend
Aantallen klachten zijn tussen de groepsonderdelen van de Rabobank Groep niet vergelijkbaar, omdat verschillende klachtendefinities en klachtenmanagement systemen gehanteerd worden. Per groepsonderdeel zijn de aantallen klachten in de tijd gezien wel vergelijkbaar, met de volgende uitzonderingen. Het hoge aantal klachten bij De Lage Landen is een gevolg van de invoering van een nieuw systeem. Het hoge aantal klachten in 2007 van Rabobank International ten opzichte van 2008 is te wijten aan een registratiefout in het eerste kwartaal van 2007.
Toegang tot particuliere diensten De meeste klanten ondervinden weinig obstakels in het gebruik van producten en diensten van de Rabobank. Maar dit verloopt niet voor iedereen probleemloos vanwege fysieke beperkingen, gebrek aan kennis van de Nederlandse taal of anderszins. De Rabobank spant zich in om dergelijke obstakels uit de weg te ruimen. Op dit gebied zijn in 2008 de volgende ontwikkelingen te melden: Spaar- en betaaldiensten - Met de Random Reader Comfort kunnen ook mensen met een visuele beperking en motorisch gehandicapten online betalingen verrichten. Het apparaat heeft grote toetsen en een spraakfunctie. In samenwerking met Visio, de landelijke stichting Slechtzienden en Blinden, is een gratis training inclusief lesmateriaal ontwikkeld. - Voor laaggeletterden heeft de Rabobank een speciale klantbrochure samengesteld. Ook ondersteunt de Rabobank de Week van de Alfabetisering. - Bijna een kwart (circa 750) van alle geldautomaten van de Rabobank is uitgerust met een spraakfunctie voor visueel gehandicapten en laaggeletterden. - Door trainingen hebben 60-plussers kennis kunnen maken met Rabo Mobiel, de pratende chipknip en internetbankieren. - Met het Thuisadministratie-project helpt de Rabobank mensen die door omstandigheden hun administratie niet op orde hebben. - Robeco heeft in 2008 een onderwijsprogramma over beleggen ondersteund, zowel met geld als met een inhoudelijke bijdrage.
29
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
ypothecaire diensten H - Met de Koopgarantlening van Bouwfonds Property Development en Bouwfonds REIM wordt de betaalbaarheid van woningen voor starters vergroot. Bij aankoop wordt een korting gegeven en door een terugkoopgarantie is de starter verzekerd van snelle verkoop. Daarbij wordt een eventuele winst of een verlies gedeeld. Ook blijft de woning na verkoop bereikbaar voor de doelgroep. - SVn, het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten - beheerd door Fondsenbeheer Nederland van de Rabo Vastgoedgroep - voert de SVn Starterslening. Deze is gericht op koopstarters en overbrugt het verschil tussen de aankoopkosten van een woning en het bedrag dat de starter volgens de normen van de Nationale Hypotheek Garantie maximaal kan lenen. Veel Nederlandse gemeenten passen de SVn Starterslening toe. Ook Rabo-dochter Obvion biedt de regeling aan. In 2008 was sprake van een stijging van het aantal aanvragen ten opzichte van 2007. - De Rabobank is in 2008 een proef begonnen met de SpringPlankHypotheek, die starters helpt bij het kopen van hun huurhuis van de woningcorporatie. - Rabo Vastgoedgroep en diverse lokale Rabobanken hebben begin 2008 een samenwerkings overeenkomst getekend met de Stichting Senioren Initiatieven Realisatie 55+ Woningbouw (SIR-55) om woningen te bouwen voor deze groep.
Toegang tot zakelijk krediet Een definitie van goed bankierschap is in 2003 door de Rabobank opgenomen in de algemene goedkeuringsregeling. De Rabobank streeft naar dienstverlening die past bij de klant en gericht is op diens continuïteit, en hanteert daarbij een afgewogen risico- en acceptatiebeleid gebaseerd op integriteit, respect, deskundigheid en zorgplicht. De bank financiert als regel op basis van genormaliseerde omstandigheden, waardoor zij in tijden van hoogconjunctuur voorzichtig en kritisch is en in mindere tijden langer achter de klant kan blijven staan. Dit laatste is in 2008 nog eens tot uiting gebracht in een campagne. Voor sterk innovatieve, risicovolle ondernemingen heeft de Rabobank financieringen gebaseerd op garanties of borgstellingen van de overheid of van de Stichting Garantiefonds Rabobanken (SGR). SGR beoogt bedrijfsactiviteiten van leden van lokale Rabobanken te stimuleren die toegang tot krediet of milieuvriendelijk gedrag bevorderen. In 2008 stond 451 miljoen euro uit aan leningen via twee producten onder garantie van de SGR: - de Stimuleringslening voor starters, doorstarters en ondernemers in specifiek aangewezen sectoren (uitbreiders); - de Rabo Groei- & Innovatielening voor vernieuwende agrarische ondernemers met investeringen op het gebied van innovatie, schaalvergroting en/of duurzaamheid.
Begeleiding bij problemen Bijzonder Beheer Rabobank Groep (BBR) begeleidt klanten met problemen die conform de opgestelde regelgeving zijn aangemeld door lokale Rabobanken en groepsonderdelen. Voorheen richtte BBR zich overwegend op beperking van het verlies(risico) voor de bank. Tegenwoordig is het streven de klant er op een verantwoorde wijze weer bovenop te helpen door proactief en snel te signaleren dat er problemen dreigen. Als na onderzoek blijkt dat de onderneming toekomst heeft, kan dat betekenen dat het krediet wordt voortgezet of zelfs uitgebreid. Belangrijk in het traject is de nauwe samenwerking met de accountmanager van de klant, die ondernemer en bedrijf goed kent. Na tussenkomst van BBR kan in de regel een flink aantal van de bedrijven weer gezond (zonder begeleiding van BBR) verder.
Zorgplicht Zorgplicht heeft de laatste jaren sterk aan belang gewonnen. De Rabobank heeft de ambitie om klantwaarde te leveren door passende diensten te bieden en door te investeren in bestendige relaties en betrokkenheid bij de klant. Elke klant krijgt daarmee de zorg die hij op grond van de gekozen dienstverlening mag verwachten. In de onderlinge relatie blijft de klant altijd verantwoordelijk voor zijn eigen handelen, voor de aan de bank verstrekte informatie en voor de gemaakte productkeuzes op grond van de verkregen adviezen.
Klantinformatie De Rabobank Groep beoogt transparantie en stimuleert klanten op basis van open informatie tot een eigen afweging te komen. Zo heeft Robeco in 2008 het onlineplatform Robeco Connect in het leven geroepen om met klanten te komen tot een open communicatie over vermogensbeheer. Op het platform geeft Robeco toelichting en verdieping op actuele onderwerpen en vragen over vermogensbeheer.
30
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Ook bezoekers kunnen elkaar verder helpen. In februari 2008 introduceerde De Lage Landen het Leenboekje met informatie over producten en de plussen en minnen van consumptief krediet. Het doel ervan is de transparantie te bevorderen, zodat de klant kan komen tot weloverwogen keuzes.
Goedkeuring voor nieuwe producten Nieuwe producten van de Rabobank moeten aan strenge eisen voldoen en worden daarop getoetst door een productengoedkeuringscommissie. Hierbij staat toetsing op zorgplicht, adviesrisico en reputatierisico voorop. De commissie wordt voorgezeten door een lid van de raad van bestuur en komt tweewekelijks bijeen.
Woekerpolissen In maart 2008 kwam de ombudsman Financiële Dienstverlening met een aanbeveling inzake woekerpolissen. Daarbij ging het met name over de invloed van kosten en verzekeringspremies op het brutorendement. Conclusie is dat een kostenniveau tot maximaal 2,5% redelijk mag worden genoemd. Gezien de gedeelde verantwoordelijkheid van verzekeraar, consument, tussenpersoon en overheid is het maximum van het kostenniveau voor lopende polissen gesteld op 3,5%. De verzekeringspremie voor de overlijdensrisicoverzekering maakt geen deel uit van de kosten. In oktober 2008 kwam de Autoriteit Financiële Markten (AFM) met de uitkomsten van een feitenonderzoek naar de transparantie van beleggingsverzekeringen volgens de methodiek van de ombudsman. Voorbeeldberekeningen gaven aan hoe het product in veelvoorkomende situaties presteert. Ten aanzien van de OpMaat Verzekering van Interpolis, een product dat aan veel Rabobankklanten is verkocht, is vastgesteld dat de totale kosten met 2% van het brutorendement beneden de norm van de ombudsman liggen. De OpMaat Verzekering is dus geen woekerpolis.
Vastgoedfraude De Rabo Vastgoedgroep kwam eind 2007 in het nieuws vanwege een onderzoek van FIOD-ECD naar vastgoedfraude. Enkele voormalige medewerkers van Bouwfonds werden als verdachten aangemerkt. De Rabo Vastgoedgroep noch haar huidige werknemers zijn verdacht in deze zaak. Wel deed de Rabo Vastgoedgroep intern uitgebreid onderzoek naar de zaak. Dit onderzoek was in 2008 nog niet afgerond. Op 1 oktober is door de Rabo Vastgoedgroep wel aangifte gedaan tegen een aantal verdachten in het ‘Klim-Op’-onderzoek van de FIOD-ECD, waaronder ook enkele ex-medewerkers. Op 19 maart 2009 is een tweede aangifte gedaan. Het is niet uitgesloten dat er in de toekomst meer aangiftes volgen.
Reclame Code Commissie Zowel particulieren als bedrijven kunnen bij de Reclame Code Commissie (RCC) klachten indienen over reclame-uitingen. In 2008 kwamen vijf klachten over de Rabobank binnen. Over reclame-uitingen van Robeco werden twee klachten ingediend. Voor al deze klachten zijn procedures gevoerd waarvan vier zijn toegewezen aan de klant. In de overige gevallen zijn de klachten afgewezen.
Overtredingen wet- en regelgeving en gedragscodes In 2008 zijn vijf overtredingen geconstateerd van wet- en regelgeving en gedragscodes op het gebied van product- en service-informatie. Geen van deze overtredingen heeft geleid tot een boete.
Veiligheid en privacy De Rabobank onderkent het belang van veiligheid en privacy voor klanten en medewerkers. Aan veiligheid en veiligheidsbeleving, zowel op kantoor als bij internetbankieren, wordt veel aandacht besteed. Steeds meer kantoren worden ‘waardevrij’ en de zelfbediening door klanten neemt verder toe. De fysieke beveiliging in de kantoren is op onderdelen verbeterd. Robeco heeft op basis van het beveiligingsplan van de Rabobank een eigen beleidsplan opgesteld voor de fysieke beveiliging van zijn panden. De aanbevelingen worden in 2009 uitgevoerd. Om de privacy van klantgegevens nog beter te waarborgen voerde Sarasin in 2008 de campagne ‘SaraSafe’ ter vergroting van de bewustwording van medewerkers op het gebied van ICT-veiligheid. Met oog voor specifieke elementen van de leasebranche heeft De Lage Landen in 2008 zijn Privacystatement in lijn gebracht met dat van de Rabobank. Ook de leasecontracten zijn hieraan aangepast. Bij Athlon is een security check uitgevoerd die in 2009 tot verdere verbetering zal leiden.
31
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Veiligheid en privacy Bankovervallen Nederland totaal Bankovervallen op Rabobanken Aantal klanten aanwezig tijdens overval Aantal medewerkers aanwezig tijdens overval Niet-naleving privacyrichtlijnen (klachten bij lokale Rabobanken) Niet-naleving privacyrichtlijnen (klachten bij overige groepsonderdelen)
2008
2007
2006
36 1 0 3 10 8
29 2 1 7 9 15
41 5 4 13 7 13
Cybercrime en skimming Om cybercrime te voorkomen heeft de Rabobank begin 2008 passende maatregelen genomen. Zodra het vermoeden bestaat dat een klant een geïnfecteerde computer gebruikt, wordt deze tijdelijk afgekoppeld van het internetbankieren. De klant krijgt advies over te nemen maatregelen. De Consumentenbond ondersteunt deze aanpak. In samenwerking met de andere banken is gestart met de campagne ‘ Word geen Money Mule’ om te voorkomen dat goedwillende klanten betrokken raken bij het plegen van fraude. Identiteitsfraude is een opkomend fenomeen. Daarbij neemt een crimineel in enige vorm de identiteit van een klant aan om namens hem of haar handelingen te verrichten, zoals het bestellen van producten of het uitvoeren van transacties. Ook skimming is in 2008 fors toegenomen. Skimming is het kopiëren van de magneetstrip van bankpassen door een onopvallend voorzetstuk op geld- en betaalautomaten te plaatsen en met een verborgen camera de pincode te achterhalen. Een belangrijke ontwikkeling in de bestrijding van skimming is de nieuwe EMV-chip, waarvan alle creditcards en ongeveer 3,5 miljoen bankpassen van de Rabobank inmiddels zijn voorzien. Bij EMV-passen wordt gebruikgemaakt van de informatie op de chip. Alle passen en betaalautomaten worden de komende tijd aangepast aan de EMV-chip.
32
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
5 Maatschappelijke betrokkenheid en coöperatief dividend Als coöperatie is de Rabobank verweven met de Nederlandse maatschappij. Het bevorderen van sociale cohesie en solidariteit is een belangrijk kernthema voor het MVO-beleid van de bank. Daarin wordt jaar in jaar uit veel geld en energie gestoken. De Rabobank kan dit vooral doen omdat een coöperatie geen aandeelhouders kent die winstmaximalisatie en dividend claimen. Daarom is de Rabobank in staat een ‘coöperatief dividend’ uit te keren aan de samenleving. Dit gebeurt zowel lokaal als landelijk via diverse maatschappelijke fondsen en natuurlijk via maatschappelijke sponsoring. Van de lokale Rabobanken heeft 95% een coöperatiefonds. Leden spelen een belangrijke rol in de advisering en besluitvorming over de besteding van het beschikbare geld. Maar coöperatief dividend bestaat ook uit vrijwilligerswerk, het beschikbaar stellen van middelen, media en het netwerk van de Rabobank. Coöperatief dividend In 2008 is lokaal door de coöperatiefondsen van lokale Rabobanken en landelijk door fondsen als de Rabobank Foundation, het Rabobank Projectenfonds, de Herman Wijffels Innovatieprijs en het medewerkersfonds Share4More ruim 45 miljoen euro aan coöperatief dividend uitgekeerd. In feite is het totale coöperatieve dividend nog veel hoger, omdat bijdragen in de vorm van vrijwilligerswerk en beschikbaarstelling van middelen, media en netwerk zich moeilijk in concrete bedragen laten uitdrukken.
Coöperatief dividend 2008 (in euro’s) Maatschappelijke fondsen Coöperatiefondsen (lokale Rabobanken) Rabobank Foundation Projectenfonds Prijzengeld Herman Wijffels Innovatieprijs Share4More Donaties Rabobank Nederland, Rabobank International en de overige groepsonderdelen Inzet personeel manuren vrijwilligerswerk Lokale Rabobanken Rabobank International Overige groepsonderdelen
2008 20,4 mln 16,8 mln 3,7 mln 122.500 308.450
3,8 mln
79.000 uren 11.382 uren 4.872 uren
De Rabobank Foundation Om mensen in achterstandsituaties, zowel in binnen- als buitenland, te helpen is in 1973 de Rabobank Foundation opgericht. Deze autonome stichting heeft zich ontwikkeld van een initiatief van lokale Rabobanken tot een groepsbrede organisatie gericht op structurele en duurzame steunverlening. Jaarlijks kan de Rabobank Foundation beschikken over 0,5% van de groepswinst. Daarnaast wordt gestreefd naar een forse groei van donaties vanuit de groepsonderdelen (37,5 miljoen euro in 2012).
33
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Strategische uitgangspunten in de komende jaren zijn focus, samenwerking en verbinding. In Nederland wil de Rabobank Foundation de samenwerking met de lokale Rabobanken en andere groepsonderdelen verdiepen. In 2008 is een adoptieprogramma van start gegaan, waarbij lokale Rabobanken hun jaarlijkse donatie kunnen bestemmen voor een specifiek project. In het buitenland biedt de Rabobank Foundation steun in 25 geselecteerde ontwikkelingslanden. Daarbij wordt de samenwerking met groepsonderdelen als Rabo Development, Rabobank International en Corporate Clients geïntensiveerd (zie hoofdstuk 6).
De Rabobank Foundation in Nederland In Nederland steunt de Rabobank Foundation uiteenlopende groepen mensen, bijvoorbeeld dak- en thuislozen, jongeren met problemen, mensen met een verstandelijke dan wel lichamelijke beperking, mensen met een psychische stoornis of mensen die niet kunnen lezen en schrijven. In 2008 ging het om projecten als: - Coalitie Eenzaamheid. De komende drie jaar vragen veertien grote, landelijke organisaties en koepels aandacht voor het probleem van eenzaamheid. De Rabobank Foundation financiert een meerjarig onderzoek naar de aard en omvang van deze problematiek en de effectiviteit van de geboden ondersteuning. - Stichting VanHarte. Deze stichting wil aandacht vragen voor sociale armoede en eenzaamheid door het organiseren van dinerbijeenkomsten voor wijkbewoners, hulpverleners en andere voor de wijk belangrijke personen, zoals wijkagent en huisarts. - Best Buddies. Bijna de helft van de jonge mensen met een verstandelijke beperking heeft geen vrienden, waardoor sociaal isolement dreigt. Best Buddies koppelt hen in een één-op-éénrelatie aan studenten. Door de bijdrage van de Rabobank Foundation zijn inmiddels zeventien Best Buddiesclubs actief. - (S)Cool on Wheels. De Rabobank Foundation ondersteunt dit project om kinderen (met en zonder handicap) bekend en vertrouwd te maken met het thema leven en sporten met een handicap. - Ronald McDonald Kinderfonds. Via een jarenlange samenwerking zorgt de Rabobank Foundation ervoor dat zieke of gehandicapte kinderen kunnen sporten en spelen of met hun ouders op vakantie kunnen gaan. Het Centre Only Friends in Amsterdam heeft een donatie ontvangen van de Rabobank Foundation en Rabobank Amsterdam. Het is het eerste sport- en spelcentrum voor kinderen met een beperking.
Rabobank Foundation NL Aantal aanvragen Nederland Aantal aanvragen Nederland gehonoreerd Omvang toekenningen (in miljoenen euro’s)
2008
2007
302 38 2,6
292 40 1,8
Het Rabobank Projectenfonds Het Rabobank Projectenfonds stimuleert innovatieve, duurzame projecten in Nederland die economisch en maatschappelijk van belang zijn voor een grote groep leden. In 2008 zijn 23 aanvragen gehonoreerd, waaronder: - ‘Zeeuwse Tong’. Dit project, waarbij onder meer ook de Zeeuwse Rabobanken en Food & Agri MKB Rabobank Nederland betrokken zijn, onderzoekt de potentie van duurzame productie van zeetong als nieuwe, competitieve economische sector in Zeeland. - Energie op basis van aardwarmte. Een onderzoek op Terschelling naar de haalbaarheid van een energiecentrale op basis van aardwarmte die zou kunnen voorzien in circa 40% van de energiebehoefte. Het project wordt mede ondersteund door de Rabobank Leeuwarden-Noordwest Friesland. - Landelijk Platform voor de sector Landbouw en Zorg. Doel is de sector Landbouw en Zorg te professionaliseren. Gedacht wordt onder meer aan een breed gedragen onderzoek naar de effecten van zorglandbouw, de ontwikkeling van een benchmark en een kwaliteitskeurmerk voor de sector. Vanuit Rabobank Nederland zijn de afdelingen Food & Agri en Corporate Clients hier mede bij betrokken.
34
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Rabobank Projectenfonds Budget gehonoreerd (in miljoenen euro’s) Bijzonder budget (in miljoenen euro’s) Aantal aanvragen Aantal aanvragen gehonoreerd
2008
2007
1,5* 2,2 65 23
1,1 68 25
*incl. 0,4 miljoen euro herbestemming
Herman Wijffels Innovatieprijs Met de Herman Wijffels Innovatieprijs onderstreept de Rabobank het belang van innovatie en duurzaamheid juist ook in het mkb en de agrarische sector. In 2008 kwamen 409 aanmeldingen binnen, alle van een hoog niveau. De eerste prijs ging naar SensOor, een sensor in het oor van de koe die de gezondheidsstatus permanent meet. Hierdoor kan bij ziekte snel worden gehandeld en kan het medicijngebruik worden teruggedrongen. De tweede prijs was voor de FishFlow, een visvriendelijk vijzelgemaal dat tevens als turbine kan werken. Een nieuwe geothermische warmtewisselaar, de Nethe behaalde de derde prijs. De aanmoedigingsprijs was voor een jonge vrouwelijke ondernemer met de kindvriendelijke couveuse Babybloom. Het streven voor de komende jaren is een landelijk netwerk op te richten van de innovatieve ondernemers die hebben deelgenomen aan de Herman Wijffels Innovatieprijs.
Share4More Share4More is een fonds waaraan medewerkers en gepensioneerden van de Rabobank Groep maandelijks vrijwillig bijdragen. De raad van bestuur van Rabobank Nederland verdubbelt het ingelegde bedrag. Het fonds helpt de positie van kinderen, vrouwen en gehandicapten in ontwikkelingslanden te verbeteren. Deelnemers aan het fonds kunnen zelf projecten voordragen. Ieder jaar worden vele kleinschalige projecten gesteund die betrekking hebben op het verbeteren van de gezondheidszorg, het onderwijs en het terugdringen van kindersterfte en armoede. Share4More wil de komende jaren doorgroeien naar een aantal van 10.000 donateurs. Om de betrokkenheid te vergroten is in 2008 besloten dat het fonds zelfstandig gaat functioneren met een bestuur bestaande uit donateurs. Ook zal het fonds verder worden geprofessionaliseerd.
Share4More Aantal donateurs Aantal aanvragen Aantal aanvragen gehonoreerd Omvang donaties (in euro’s) Gemiddelde donatie (in euro’s)
2008
2007
2.605 219 121 308.450 2.549
2.420 178 117 213.000 1.821
Stimulering van vrijwilligerswerk Wereldwijd tonen medewerkers van de Rabobank Groep betrokkenheid bij de samenleving waarin ze wonen en werken. In 2008 steeg het aantal lokale Rabobanken dat vrijwilligerswerk bevorderde met 14% tot 61%. Medewerkers van lokale Rabobanken besteedden ruim 79.000 uur aan vrijwilligerswerk, medewerkers van Rabobank International en de overige groepsonderdelen (Rabobank Nederland uitgezonderd) ruim 16.000 uur. Een aantal belangrijke projecten: - Make a Difference Day. De Rabobank is al sinds 2005 partner van MADD, de landelijke vrijwilligers dagen. In 2008 deden 25 lokale Rabobanken mee met in totaal 1.700 medewerkers voor ruim 10.000 uren. Ook buiten de jaarlijkse MADD doen veel lokale Rabobanken en groepsonderdelen aan vrijwilligerswerk. - Helden om de Hoek. De Rabobank is mede-initiatiefnemer en sponsor van dit project dat in 2008 in de plaats kwam van de landelijke vrijwilligersprijs, het Nationaal Compliment. Helden om de Hoek wil ervoor zorgen dat vrijwilligers de aandacht en waardering krijgen die zij verdienen. In 2008 zijn 10 Helden om de Hoek-evenementen gehouden. - Schretlen MVO-prijs lokale banken. Jaarlijks reserveert Rabobankdochter Schretlen & Co een percentage van het brutoresultaat (2008: 1,2%) voor sponsoring en donaties. Specifiek voor lokale Rabobanken wordt ieder kwartaal 5.000 euro beschikbaar gesteld voor het beste MVO-initiatief. Medewerkers krijgen de gelegenheid om een geldbedrag en/of tijd te besteden aan vrijwilligerswerk of een goed doel.
35
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Charity Desk Steeds vaker willen vermogende mensen een deel van hun rijkdom inzetten voor maatschappelijk relevante doelen. Daarom hebben Rabobank Private Banking en Rabobankdochter Schretlen & Co in 2008 de Charity Desk opgezet. Speciale adviseurs charity managers - helpen vermogende klanten bij het vinden van geschikte goede doelen om mee samen te werken of om aan te schenken. Ook adviseren zij over schenken via lijfrentes of per testament. Het netwerk van de Charity Desk bestaat uit alle lokale Rabobanken, een groot aantal klanten en tal van charitatieve instellingen. Vanwege de transparantie is ook een speciaal klantenfonds opgericht binnen de Rabobank Foundation. Dit klantenfonds maakt een schenking mogelijk aan een bepaald thema, zoals microfinanciering, fair trade, of zorg en welzijn. Er kan ook een Fonds op Naam worden opgericht.
Maatschappelijke sponsoring De Rabobank kiest in haar sponsorbeleid voor duurzame partnerships die een vitale en sociale samenleving bevorderen. De focus daarbij ligt op cultuur en sport, met name wielrennen, hockey en paardensport. Een bloeiend verenigingsleven bevordert de sociale cohesie. De structurele samenwerking met lokale Rabobanken geeft veel lokale sportverenigingen een solide fundament. In 2008 staken de lokale Rabobanken, Rabobank Nederland, Rabobank International en de overige groepsonderdelen voor bijna 66 miljoen euro in sponsoring. Hierna volgen een paar sprekende voorbeelden. - Jongerensport. Lokale Rabobanken houden jaarlijks samen met lokale fietsverenigingen op zo’n 200 plaatsen in het land Rabo Dikke Banden Races voor kinderen. Doel is de kinderen enthousiast te maken voor de sport en het lidmaatschap van een wielervereniging. Onder leiding van hockeyinternationals vinden hockeyclinics plaats bij lokale hockeyverenigingen. Binnen de paardensport worden jaarlijks tijdens lokale concoursen zo’n 300 stimuleringspakketten uitgedeeld aan deelnemers onder de 21 jaar. Onderdeel van dat pakket is een vip-uitnodiging voor de Rabo Talentendag, inclusief een meet & greet met Anky van Grunsven en vele andere topsporters. - Bevordering gehandicaptensport. Gehandicaptensport heeft een achterstand in Nederland. De Rabobank gaf als een van de eerste organisaties gehoor aan de oproep om 1% van het sportsponsoringbudget beschikbaar te stellen voor gehandicaptensport (1% FairShare). Samen met het Fonds Gehandicaptensport en de Wielerbond ondersteunt de Rabobank bijvoorbeeld de talentopleiding voor handbikers. - Cultuur dichterbij. De Rabobank is een van de grote cultuursponsors in Nederland. In 2008 gaven de lokale Rabobanken samen 7,5 miljoen euro uit aan de ondersteuning van lokale culturele projecten. Ook grote landelijke tentoonstellingen als GoChina en het Van Gogh Museum konden rekenen op sponsoring. Met de Museumbus brengt de Rabobank ook scholieren letterlijk dichter bij de cultuur, met onderweg een educatief programma. In samenwerking met lokale musea laat een aantal lokale Rabobanken een eigen museumbus rijden.
36
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Bedragen in miljoenen euro’s
Sponsorbudget 2008
Sponsorbudget 2007
21,4 16,4 28
20,2 4,6* 25,4
Rabobank Nederland, directoraat Communicatie Rabobank International en overige groepsonderdelen Lokale Rabobanken
* Dit cijfer omvat niet alle sponsoruitgaven van alle overige groepsonderdelen en is derhalve aanzienlijk lager dan in 2008
Diensten voor maatschappelijke ambities van klanten Steeds vaker willen vermogende mensen een deel van hun rijkdom inzetten voor maatschappelijk relevante doelen. Binnen de Rabobank Groep wordt hierop met verschillende diensten ingespeeld. - De Charity Desk. Rabobank Private Banking en Schretlen & Co begonnen in 2007 de succesvolle pilot met hun Charity Desk. Deze dienst helpt vermogende klanten hun maatschappelijke ambities waar te maken. In 2008 maakten enkele zeer vermogende partijen (particulieren en stichtingen) gebruik van deze dienst die inmiddels bij alle lokale Rabobanken is ingevoerd. De Charity Desk wil in 2009 een kenniscentrum zijn dat bijdraagt aan een gezonde professionalisering van de filantropie. - Klantenfonds Rabobank Foundation. In 2008 is een speciaal klantenfonds opgericht binnen de Rabobank Foundation. Via dit klantenfonds kunnen klanten van de Rabobank een schenking doen voor een bepaald thema, zoals microfinanciering, fair trade of zorg en welzijn. Ook kan een Fonds op Naam worden opgericht.
37
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
6 Economische participatie en solidariteit in het buitenland Niet alleen in eigen land, maar ook elders in de wereld wil de Rabobank bijdragen aan het toegankelijk maken van financiële dienstverlening voor zo veel mogelijk mensen. Wereldwijd bestaat er voor bijna vier miljard mensen nog geen enkele mogelijkheid om te sparen, te lenen, of zich te verzekeren. Veel commerciële banken voelen zich niet aangesproken om hieraan iets te veranderen. Vanuit haar coöperatieve achtergrond ziet de Rabobank hier wél een opdracht. Zo wordt in ontwikkelingslanden steun verleend bij het opzetten van spaar- en krediet coöperaties, boerencoöperaties en het tot ontwikkeling brengen van de financiële en agrarische sector. Doel is het bevorderen van een duurzame ontwikkeling. Hierbij richt de Rabobank Foundation zich op steunverlening aan de rurale bevolking, Rabo Development op bancair-technische ondersteuning van plattelandsbanken, Rabobank International op ontwikkeling van de food & agrisector. Andere groepsonderdelen ontplooien dikwijls activiteiten in het verlengde van hun eigen specialismen.
Rabobank Foundation
Partnerbanken Rabo Development
38
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Ontwikkelingslanden en opkomende markten Hoog Midden Laag Economisch actieve armen Allerarmsten
Financiële diensten op maat voor grootbedrijf
Commerciële banken
Ontwikkelingsbanken, plattelandsbanken en spaarbanken Standaard financiële diensten voor middenbedrijf
Instituten voor microfinanciering, kredietverenigingen, kredietcoöperaties en banken voor betalingsverkeer
Microfinanciering voor kleinbedrijf
NGO’s en particuliere geldverstrekkers
Officiële armoedegrens Subsidies Overheden
Een gecoördineerde aanpak In 2007 werd besloten om de activiteiten van de Rabobank Foundation, Rabo Development en Rabobank International in de ontwikkelingslanden beter op elkaar af te stemmen. Deze lijn is in 2008 verder doorgetrokken. Daardoor ontstaat meer synergie en wordt het streven naar verduurzaming van de food & agriketens kracht bijgezet. Coöperatieve kennis, bankkennis, food & agrikennis en het netwerk van de Rabobank worden gebundeld en ingezet om landen te ontwikkelen. De Rabobank Foundation heeft kennis, ervaring en het netwerk om boerenorganisaties te ondersteunen in de eerste fase van de productieketen. Dankzij de steun van de Rabobank Foundation kunnen boeren zich organiseren in coöperaties en de kwaliteit, duurzaamheid en productiviteit van de teelt verbeteren. Klanten van Rabobank International in de food & agribusiness hebben baat bij goed georganiseerde productieketens. Professionele boerencoöperaties en spaar- en kredietcoöperaties zijn ook interessant voor de partnerbanken van Rabo Development. Andersom hebben de coöperaties behoefte aan een sterke en gezonde bank. Door de synergie tussen de Rabobank Foundation, Rabo Development en Rabobank International kan dus meer bereikt worden in ontwikkelingslanden.
De activiteiten van de Rabobank Foundation in het buitenland De Rabobank Foundation geeft steun in de vorm van kennis, expertise, financiële middelen en netwerken (klanten- en bankennetwerk) aan rurale, hoofdzakelijk coöperatief georganiseerde groepen mensen. Doel is de arme boerenbevolking door middel van financiële verzelfstandiging een kans te bieden op een menswaardig en economisch zelfstandig bestaan. De Rabobank Foundation is actief in 25 ontwikkelingslanden en werkt voornamelijk samen met coöperaties, microfinancierings organisaties en non-gouvernementele organisaties (NGO’s). Bij de landenkeuze wordt gekeken naar de economische en sociale situatie, de kansen voor de landbouwontwikkeling en de rurale financiële infrastructuur. De mogelijkheid om samen te werken met Rabo Development en/of Rabobank International is eveneens een belangrijk criterium. In principe steunt de Rabobank Foundation projecten voor een periode van maximaal vijf jaar.
Landentabel Rabobank Foundation Afrika Azië Midden- en Zuid-Amerika Oost-Europa
39
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Tanzania, Zambia, Mozambique, Oeganda, Ghana, Senegal, Ethiopië, Kameroen, Kenia en nieuw in 2008: Rwanda India, Indonesië, Sri Lanka, Filippijnen, Vietnam, Laos en Cambodja Peru, Brazilië, Mexico, Honduras, Ecuador, Nicaragua en Paraguay Albanië (wordt afgebouwd na entree in EU)
Instrumenten Rabobank Foundation Buitenland (in %) Fair trade handelsfinanciering Microfinanciering Donaties Technische assistentie Garanties
Toezeggingen Rabobank Foundation Buitenland naar type product in miljoenen euro’s
16
Technische assistentie Donaties Leningen
8
2008
2007
24 27 34 10 4
43 29 12 9 7
2008
2007
41 42 12 4 1
68 24 5 2 0,2
2008
2007
274 140 14,2
293 105 8,9
14 12 10
6 4 2 0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
Leningenportefeuille Rabobank Foundation Buitenland (in %) Zuid-Amerika Azië Afrika Oost-Europa Nederland
Rabobank Foundation Buitenland Aantal aanvragen buitenland Aantal aanvragen buitenland gehonoreerd Omvang toekenningen buitenland (in miljoenen euro’s)
De activiteiten van Rabo Development Rabo Development helpt bestaande plattelandsbanken in ontwikkelingslanden zich te transformeren tot professionele, moderne financiële instellingen. Deze partnerbanken onderscheiden zich van andere banken doordat ze nadrukkelijk het platteland als hun marktgebied beschouwen. Rabo Development gaat de samenwerking met de partnerbanken aan op basis van strategische minderheidsparticipaties. Vervolgens worden de banken geholpen bij een ontwikkeling naar het voorbeeld van de Rabobank in Nederland. Het gaat daarbij om de langetermijnontwikkeling, de winstgevendheid op korte termijn is ondergeschikt. Een partnerbank blijft zelfstandig en profiteert van kapitaal, expertise, producten, netwerk en managementcapaciteit van de Rabobank. Daarvoor gebruikt Rabo Development de kennis en ervaring van medewerkers uit alle geledingen van de organisatie. Regelmatig worden experts op het gebied van creditmanagement, risicomanagement, productontwikkeling, distributie, ICT en HR uitgezonden. In 2008 zijn er in totaal ruim 250 uitzendingen geweest. Momenteel telt Rabo Development zes partnerbanken. In 2008 werden minderheidsparticipaties genomen in Banco Regional in Paraguay en in Banque Populaire du Rwanda.
40
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Partnerbanken Rabo Development Partnerbanken Tanzania (National Microfinance Bank) Mozambique (Banco Terra) Zambia (Zambia National Commercial Bank) China (United Rural Cooperative Bank of Hangzhou) Paraguay (Banco Regional) Rwanda (Banque Populaire du Rwanda)
Aantal klanten 1.000.000 1.000 200.000 980.000 12.000 600.000
De kracht van samenwerking De kracht van de gecoördineerde inspanningen van de Rabobank Foundation, Rabo Development en Rabobank International komt in tal van ontwikkelingsprojecten naar voren. Daarbij wordt een bijdrage aan de verduurzaming van productieketens beoogd. Een aantal sprekende voorbeelden zijn: - Katoenproject in Paraguay. Ecom - klant van Rabobank International - is een groot internationaal handelsbedrijf in Paraguay en mondiaal een belangrijke speler op de katoenmarkt. Ecom wil de katoensector in Paraguay revitaliseren met een duurzame manier van produceren en zo de positie van de kleine producenten versterken. De Rabobank Foundation helpt Ecom de boeren en hun organisaties te versterken. Trainingen op het gebied van bodemvruchtbaarheid en natuurlijke bestrijdingsmiddelen leiden tot een toename van productiviteit, de kwaliteit en de veiligheid van de gewassen. In 2008 nam Rabo Development in Paraguay een minderheidsparticipatie in Banco Regional die gericht is op de agrisector. Dit biedt de boeren financieringsmogelijkheden. - Hoogwaardige zaden in Indonesië. In 2008 is de Rabobank Foundation in Indonesië een project gestart met East West Seed (EWS), marktleider in groentezaad. Het bedrijf verbetert de inkomens en de levensomstandigheden van boeren door het aanbieden van kwalitatief hoogwaardige tropische groentezaden. Vrijwel alle variëteiten worden geproduceerd via contractfarming met 7.000 boeren. EWS wil hen graag organiseren in één coöperatie die goedkopere leningen en spaar- en verzekeringsproducten kan bieden. Door gezamenlijke inkoop kunnen de kosten van kunstmest en bestrijdingsmiddelen omlaag, terwijl de kwaliteit ervan kan worden gegarandeerd. De Rabobank Foundation biedt technische assistentie aan de coöperatie en heeft een lening verstrekt voor het werkkapitaal. - Tropische fruitsappen uit Afrika. Het Nederlandse bedrijf africaJUICE wil de grootste producent en exporteur worden van tropische fruitsappen, concentraten en puree uit Afrika. Het bedrijf is uitsluitend gericht op duurzame ontwikkeling: de gehele productie wordt onder het Max Havelaarlabel afgezet. De boeren worden georganiseerd in een coöperatie en leveren hun fruitproducten aan de sapfabriek van africaJUICE. De Rabobank Foundation helpt bij de opbouw van de coöperatie en ondersteunt de kleine boeren om mede-eigenaar te worden van de sapfabriek. Dit project betekent een inkomensverbetering voor de boeren. Ook de premie op de gecertificeerde fair-tradeproducten komt ten goede aan de boeren, hun gezinnen en de lokale gemeenschappen. - Suiker in Mozambique. In 2008 is in Mozambique een vergelijkbaar project van start gegaan. Hier werken de Rabobank Foundation, Rabo Development, Rabobank International Londen en Illovo Sugar Ltd. samen om de suikerproductie nieuw leven in te blazen en kleine producenten te organiseren in een coöperatie.
Andere samenwerkingsverbanden in 2008 - In Tanzania werken de Rabobank Foundation, Rabo Development en de Tanzaniaanse partnerbank National Microfinance Bank (NMB) samen in een meerjarig programma voor technische ondersteuning van boerencoöperaties. - De Rabobank Foundation, Oikocredit en ICCO werken samen in Terrafina Microfinance voor de bevordering van agrarisch krediet en andere financiële diensten in rurale gebieden in Afrika. De komende drie jaar ondersteunt en adviseert een medewerker van de Rabobank Foundation microfinancieringsinstellingen in Rwanda. - De samenwerking tussen de Rabobank Foundation en Rabobank International India is in 2008 geïntensiveerd. Coöperatieve en bancaire kennis en lokale netwerken van de Rabobank worden gezamenlijk ingezet om nieuwe projecten te financieren en de portefeuille te laten groeien. - Eind 2008 zijn de mogelijkheden verkend van een nauwere samenwerking tussen de Rabobank Foundation en Rabobank International Indonesia. Voor de Rabobank zijn er kansen op het gebied van microfinanciering en agrarische financiering.
41
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Natuur en mens in balans Het uitgestrekte stroomgebied van de rivier Xingu in Brazilië is een schoolvoorbeeld van biologische en natuurlijke diversiteit. Menselijk handelen veroorzaakt hier tal van ecologische en sociale vraagstukken. Als mondiale food & agribank onderkent de Rabobank dat de balans tussen voedselproductie en natuur een precaire en moeilijke uitdaging is. Tegen die achtergrond werkt de bank samen met boeren en Braziliaanse natuurbeschermingsorganisaties aan herstel van het stroomgebied van de Xingu. Met speciaal door de bank ontwikkelde financiële mechanismen kan herbebossing door boeren worden gefinancierd uit de verkoop van emissierechten uit boomaanplant. In 2008 is dit als pilot toegepast op 32 hectare land, verdeeld over acht boeren. In 2009 wordt nog eens 32 hectare herbebost. Als deze projectfasen succesvol zijn, kunnen bedrijven op een grotere schaal in dit mechanisme worden betrokken en komt toepassing binnen bereik in andere regio’s waar Rabobank International in Brazilië actief is. Fotografie: Fábio Almeida Coelho, Aliança da Terra
- In 2008 is het katoenprogramma Procotton van start gegaan. Doel is de inkomenspositie van kleine boeren te verbeteren door het produceren van biologisch katoen. Procotton is een initiatief van Organic Exchange, Solidaridad, Stichting Doen en de Rabobank Foundation.
Specifieke vormen van dienstverlening Binnen de Rabobank Groep worden ook specifieke vormen van financiële dienstverlening ontwikkeld die de agrarische sector, coöperaties en kleine producenten overal ter wereld vooruit kunnen helpen. Hierna volgen twee voorbeelden. - Het Rabobank Agri Fund. Met het Rabobank Agri Fund verstrekt Rabobank International krediet garanties aan lokale Rabobanken in Zuid-Amerika, Afrika en Azië. Doel is de agrarische sector toegang te geven tot exportfinancieringen op basis van een duurzame relatie met de lokale banken. COCLA, een grote koffiecoöperatie in Peru, is een van de coöperaties die van het Agri Fund profiteren. Deze coöperatie vertegenwoordigt 7.000 kleine boeren. Met een kredietgarantie van het Rabobank Agri Fund aan de lokale bank heeft COCLA toegang tot werkkapitaal om de koffie af te nemen van de leden, te verwerken en te verschepen. Door vooral fair trade koffie en organische koffie op de internationale markt te verkopen, ontvangen de leden een betere prijs. Behalve koffie heeft het Rabobank Agri Fund in 2008 ook cacao, artisjokken, katoen en sesam gefinancierd. - Microleasing. In 2008 is leasingspecialist De Lage Landen (DLL) samen met Albanian Savings and Credit Union (ASC Union) - een coöperatieve bank in Albanië - een onderzoek begonnen naar de mogelijkheden om leaseproducten aan ASC-leden aan te bieden. DLL assisteert de bank met kennis en expertise.
42
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
De Rabobank en de Millenniumdoelen De Rabobank draagt op veel manieren bij aan het realiseren van de voor haar relevante Millennium doelen die in 2000 door de Verenigde Naties (189 landen) zijn opgesteld. De grootste wereldproblemen moeten vóór 2015 worden aangepakt met onder meer de volgende acht doelen: - Terugdringen van honger en armoede. - Onderwijs voor alle kinderen. - Gelijke rechten voor mannen en vrouwen. - Strijd tegen de kindersterfte. - Terugdringen moedersterfte. - Bestrijding van aids/malaria. - Meer mensen leven in een duurzaam milieu. - Meer eerlijke handel, schuldenverlichting en internationale hulp. Zo levert de Rabobank Foundation een bijdrage aan het terugdringen van honger en armoede. Door het bevorderen van microfinancieringen kunnen mensen uit hun achterstandssituatie komen. Microfinancieringen zijn ook effectief als het gaat om het bieden van gelijke kansen aan vrouwen. Bij de steun aan boerencoöperaties richt de Rabobank Foundation zich op duurzameketenontwikkeling van met name koffie, cacao, fruit en katoen. Boeren krijgen training in een duurzame wijze van produceren, verwerken en distribueren. Een ander voorbeeld is het Rabobank-medewerkersfonds Share4More (zie hoofdstuk 5) dat helpt bij het verbeteren van de positie van kinderen, vrouwen en gehandicapten in ontwikkelingslanden. Dit fonds steunt projecten die onderwijs bevorderen voor kinderen en jongeren, zorgen voor sanitaire voorzieningen en drinkwatervoorzieningen en voorlichting geven over aids.
43
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
7 De medewerker als kritische succesfactor Voor een dienstverlener als de Rabobank zijn de medewerkers een kritische succesfactor. Zij zijn het kapitaal waarmee de strategische doelen gerealiseerd kunnen worden. Daarom investeert de Rabobank veel in de medewerkers. Natuurlijk in de vorm van goede arbeidsvoorwaarden, maar ook door opleiding, ontwikkeling, zorg voor gezondheid en het vinden van een goede balans tussen werk en privé. Het is belangrijk dat medewerkers goed inzetbaar zijn en blijven, mede gelet op de vergrijzing. Dit geldt zeker in een veranderende en innovatieve omgeving als de Rabobank, die meer en meer overgaat op plaats- en tijdonafhankelijk werken om tegemoet te komen aan de wensen van de klant. De Rabobank hecht veel waarde aan talentontwikkeling, diversiteit en MVO-bewustzijn van de medewerkers. In 2008 heeft het HR-beleid vruchten afgeworpen: medewerkers zijn tevreden en ook extern scoort de Rabobank als potentiële werkgever zeer hoog. Nieuwe manier van werken Om goed op de verwachtingen en vragen van klanten te kunnen inspelen, groeit de Rabobank naar een ander type organisatie. Een organisatie die gebaseerd is op het uitwisselen en combineren van informatie, met veel verschillende vormen van samenwerking en een diversiteit aan werkplekken. Medewerkers worden gestimuleerd om te denken in termen van output, innovatie en samenwerking. Plaats- en tijdonafhankelijk werken wordt dé nieuwe manier van werken. De medewerkers bepalen zelf, meer dan voorheen, waar, hoe en wanneer zij hun werkzaamheden uitvoeren. Vertrouwen, eigen verantwoordelijkheid en flexibiliteit zijn de uitgangspunten, met een juiste balans tussen werk en privé. De systematiek van Performance Management sluit hierbij aan: het stellen van doelen en het hierop coachen, beoordelen en belonen. Rabo Unplugged en Rabobank 2010 passen de nieuwe manier van werken toe.
Rabobank 2010: andere competenties en vaardigheden Het programma Rabobank 2010 bij de lokale Rabobanken speelt in op het feit dat klanten steeds meer gebruikmaken van virtuele kanalen in hun contacten met de bank. Het gaat om een andere manier van werken en samenwerken, met meer nadruk op flexibiliteit, resultaatgerichtheid en ondernemerschap. Ook de inhoud van functies verandert; dit vraagt om andere competenties en vaardigheden van medewerkers. Zij worden hierop voorbereid door middel van intensieve scholing en begeleiding. In 2007 zijn vijf pilotbanken begonnen met het aanpassen van de processen en het optimaliseren van de toegankelijkheid; in 2008 is dit voortgezet bij nog eens negen proefbanken. Het programma is nu breed beschikbaar en loopt inmiddels bij veertien andere lokale Rabobanken.
Rabo Unplugged: minder regels, meer verantwoordelijkheden Rabobank Nederland speelt in op de nieuwe manier van werken met Rabo Unplugged. Leidraad hierbij is: minder regels en meer verantwoordelijkheden voor de individuele medewerker. Er kan in en buiten kantoor worden gewerkt, ook buiten reguliere kantoortijden. Door invoering van een uniforme werkstijl en gestandaardiseerde hulpmiddelen kunnen de medewerkers makkelijker met elkaar samenwerken. Ze hebben keuzevrijheid bij het uitvoeren van taken, net als de verantwoordelijkheid om voldoende ontspanning te zoeken. Leidinggevenden beoordelen niet op aanwezigheid maar op resultaat. Daarom speelt vertrouwen een belangrijke rol in de stijl van leidinggeven, evenals het geven van ruimte aan medewerkers om te kunnen ondernemen.
44
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Pilot met 500 medewerkers Sinds oktober 2008 loopt bij Rabobank Nederland een pilot waarbij 500 medewerkers op een nieuwe locatie werken volgens de Unplugged-werkwijze. De ervaringen worden verwerkt in het definitieve concept voor het nieuwe bestuurscentrum in Utrecht, dat in 2010 in gebruik wordt genomen. Speciaal voor de Unplugged-medewerkers geeft de Arbodienst Rabobank Groep een aantal workshops: Gezonde Leefbalans, Gezond Beeldschermwerk en Gezond Veranderen. Ook zijn trainingen voor leidinggevenden en workshops voor teams ontwikkeld die ingaan op individuele aspecten, het samenwerken en leidinggeven in een virtuele werkomgeving. De Arbodienst denkt ook mee over inrichting van gebouw en werkplekken. In de HR Monitor worden de ervaringen met de nieuwe manier van werken geëvalueerd.
MVO en de medewerkers Om MVO te kunnen integreren in het dagelijks werk is het belangrijk dat medewerkers kennis en ervaring opdoen met MVO. De Rabobank zet hiervoor onder meer e-learnings en MVO-workshops in. Voor medewerkers van lokale Rabobanken is er het spel ‘Winst en Waarden’ dat hen confronteert met MVO door actuele thema’s te vertalen naar de context van de eigen bank en de eigen situatie. In 2008 is dit spel bij 20 banken gespeeld, door 2.000 medewerkers. Bij De Lage Landen heeft 96% van de medewerkers een MVO-trainingsprogramma gevolgd. Nieuwe medewerkers van Sarasin volgen ook een MVO-training. Bij de Rabobank, Obvion, Orbay, Robeco, Sarasin en Schretlen & Co worden medewerkers minimaal twee keer per jaar geïnformeerd over doelen, projecten en resultaten van MVO binnen het eigen bedrijfsonderdeel. Ook in het proces van werving en selectie is aandacht voor MVO. Zo schenkt Sam Groep, onderdeel van Robeco, in het assessment voor nieuwe medewerkers expliciet aandacht aan het aspect duurzaamheid met het oog op de meerwaarde ervan voor de organisatie en dienstverlening.
MVO in Performance Management Om integratie van MVO in de dagelijkse werkzaamheden te borgen is Maatschappelijk Verantwoord Handelen opgenomen in de Rabobank Competentietaal. Het executive kader van Rabobank Nederland stelt per directoraat een MVO-doelstelling vast die wordt afgestemd met de raad van bestuur. Het executive kader is daarnaast verplicht om één doelstelling op te nemen in de eigen afspraken in het kader van Performance Management. In toenemende mate wordt deze doelstelling doorvertaald naar een collectieve doelstelling voor alle medewerkers.
Diversiteit stimuleert ondernemend gedrag De Rabobank Groep benadrukt in het HR-beleid de positieve benadering van verschillen in mensen. Deze diversiteit stimuleert ondernemend gedrag, en gevarieerde teamsamenstellingen bevorderen de kwaliteit en de creativiteit. De Rabobank Groep neemt actief deel aan themabijeenkomsten over het thema diversiteit in het land. In 2008 sponsorden lokale Rabobanken in de grote steden conferenties van speciale netwerken, en medewerkers met een dubbele culturele achtergrond namen het initiatief tot oprichting van multiculturele netwerken. In 2008 had 20% van het aantal stagiairs bij de Rabobank een dubbele culturele achtergrond. De doelstelling is 25% en daarom is voor 2009 gericht HR-beleid vastgesteld voor het aantrekken en ontwikkelen van talent uit deze doelgroep. Vanaf 2009 gelden ook voor het senior kader doelstellingen om culturele diversiteit te bevorderen. Tegengaan van discriminatie is een van de middelen om diversiteit te bevorderen. Meldingen van discriminatie binnen de Rabobank komen niet veel voor. In onze casus over diversiteit uit 2007 (‘Biedt nieuw beleid kansen voor diversiteit’ ) gaat de Rabobank uitgebreid in op de aandacht binnen de organisatie voor het tegengaan van discriminatie. Als werkgever wil de Rabobank zorgen voor een discriminatievrije werkvloer om ook op die manier diversiteit te bevorderen.
Meer vrouwen naar de top Een belangrijk onderdeel van de management- en talentontwikkeling bij de Rabobank Groep is het bevorderen van de doorstroom van vrouwen naar hogere en topposities. Daarom wordt bij het werven en selecteren van nieuwe corporate-managementtrainees gewerkt met streefcijfers en gestuurd op een evenwichtige deelname van vrouwen en mannen aan de talentontwikkelprogramma’s. In 2008 nam de Rabobank Groep actief deel aan initiatieven om de brede discussie over het vergroten van het aantal vrouwen in topposities te stimuleren. Ruim 10% van het senior management (senior kader en executive kader) is vrouw. Het streven voor 2009 is 15%². Het percentage vrouwen in het executive kader kwam uit op ruim 7%, waarmee de doelstelling voor 2008 niet gehaald is.
2 Alleen voor Rabobank Groep in Nederland.
45
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Hoge scores als werkgever De concurrentie op de arbeidsmarkt voor hoogopgeleiden en talenten is groot. Naar verwachting zal de financieel-economische crisis verandering brengen in de krapte. De uitdaging is mensen te selecteren die zich herkennen in waarden als ondernemerschap, flexibiliteit en samenwerking en die zich thuis voelen in een netwerkorganisatie. Het uitgangspunt is gelijke kansen voor iedereen: de Rabobank Groep werft onder jong en oud, vrouw en man, autochtoon en allochtoon. In het Intermediair Imago Onderzoek 2008 eindigde de Rabobank als financiële dienstverlener op de eerste plaats. Voor vrouwelijke hoogopgeleiden, hbo’ers en starters is de Rabobank dé favoriete werkgever. Onderzoek toont ook aan dat de mogelijkheid tot thuiswerken wordt gezien als een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde. Unplugged en Rabobank 2010 spelen hierop in.
Studies voor toekomstig beleid In de CAO 2007-2009 is afgesproken een aantal studies uit te voeren die input kunnen vormen voor toekomstig beleid en de nieuwe cao. In 2008 zijn studies uitgevoerd naar de volgende drie onderwerpen. - Beloningsdifferentiatie. Als onderdeel van de cao-studie naar beloningsdifferentiatie is een brede discussie gevoerd. Er is draagvlak voor differentiatie naar functie, al wordt ook enig voorbehoud gemaakt. De bevindingen zijn gebundeld in een rapport. In 2008 vond ook een proef plaats met verschillende beloningsvarianten voor hypotheekadviseurs. - Effectiviteit van het Sociaal Statuut. Intern zijn directies, HR-adviseurs en OR-vertegenwoordigers via een webenquête gevraagd naar hun ervaringen met het Sociaal Statuut. In een extern onderzoek zijn arbeidsmarktkanalen en mobiliteitsmiddelen bestudeerd. Gebleken is dat een kader zoals het Sociaal Statuut, inclusief het principe van begeleiding van baan naar baan, als passend wordt ervaren voor de Rabobank. - Flexibiliteit in dienstverlening en arbeid. Onderzocht is of afspraken rondom flexibiliteit en beschikbaarheid van medewerkers moeten veranderen als gevolg van veranderende werkstijlen. Ter voorbereiding op gesprekken hierover kreeg een aantal medewerkers een vragenlijst toegestuurd. De respons van 70% geeft aan dat het onderwerp leeft.
Managementdevelopment Binnen de Rabobank Groep bestaat een toenemende behoefte aan hoogopgeleide en gekwalificeerde medewerkers. Dit komt door de groei van het bedrijf, de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand en de toenemende complexiteit van de dienstverlening. Het tekort geldt vooral voor de hogere managementfuncties en specialismen. Gezien de structureel krappere arbeidsmarkt is externe instroom niet vanzelfsprekend en wordt het steeds belangrijker eigen talent te ontwikkelen én te binden.
Groepsbrede talentontwikkeling De ambities, de aanpassingen in organisatie en de snel veranderende omgeving van de Rabobank Groep stellen hoge eisen aan het management. Het ontwikkelen van (management)talent is dan ook een strategische prioriteit. In 2008 is een leiderschapsprofiel vastgesteld dat ook wordt gehanteerd voor het opvolgingsmanagement van sleutelfuncties binnen de Rabobank Groep. Het percentage benoemingen waarbij de functionaris wisselt van groepsonderdeel, ligt tussen de 25 en 30%. Een speciale afdeling spoort talenten binnen de groep op, voorziet in opleidingen tot hogere managementposities en ontwikkelt resultaatgerichte programma’s voor het zittende senior management. De talentontwikkelen directieprogramma’s brengen talenten naar een hogere of bredere leidinggevende positie binnen de Rabobank Groep. Loopbaanadviseurs begeleiden individuele medewerkers bij het scherp stellen van hun ambities, competenties en mogelijkheden. Binnen Rabobank Nederland hebben 244 medewerkers in 2008 een loopbaantraject doorlopen. Lokale Rabobanken hebben Rabobank TOPtalent ontwikkeld met gebruik van het groepsbrede leiderschapsprofiel. Bij dit ontwikkeltraject, bedoeld voor professionals en leidinggevenden, ligt de nadruk op kruisbestuiving van instromende toptalenten en doorstromende eigen talenten. Daarmee is het een kweekvijver voor de zwaardere managementposities binnen de Rabobank Groep.
Ontwikkeling medewerkers De Rabobank zorgt ervoor dat het opleidingenaanbod optimaal aansluit op de medewerkers- en leiderschapsprofielen en op de behoefte aan goed opgeleide en gekwalificeerde medewerkers, ook in het licht van interne ontwikkelingen als Rabobank 2010 en Rabo Unplugged.
46
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Permanente educatie en ervaringscertificaten Steeds meer functies vereisen permanente educatie voor het borgen van deskundigheid, een goede performance en een blijvende inzetbaarheid van medewerkers. Dit gebeurt in toenemende mate in de vorm van e-learning, waarbij de medewerker zelf een passend moment kan kiezen om een cursus te volgen. Met de in 2008 ontwikkelde Opleidingswijzer kunnen medewerkers competentie- en functie gericht zoeken naar geschikte opleidingen. Het aanbod voor lokale Rabobanken wordt grotendeels gepresenteerd in de vorm van leerplanners per kernfunctie. Deze waarborgen de deskundigheid van de medewerkers en voldoen aan de geldende wet- en regelgeving, zoals de Wet op het financieel toezicht. De Rabobank gaat voorop in het stimuleren van medewerkers om hun werkervaring om te zetten in een diploma. Dat blijkt ook uit de eerste resultaten met de ervaringscertificaten (EVC). Via dit traject kunnen medewerkers versneld een MBO4-diploma halen. In 2008 meldden zich hiervoor in totaal ruim 1.000 medewerkers van lokale Rabobanken en Rabobank Nederland aan. Onderzoek bevestigt de betekenis van ervaringscertificaten voor het behoud van ervaren medewerkers voor een organisatie. Daarnaast bevorderen ze de mobiliteit van medewerkers op de arbeidsmarkt. Ook zetten medewerkers na het behalen van het certificaat eerder de stap naar een vervolgopleiding.
Blijvende inzetbaarheid De Rabobank acht het nodig en wenselijk dat medewerkers zich persoonlijk en professioneel ontwikkelen en inzetbaar blijven in een voortdurend innoverende en veranderende omgeving, ook met het oog op de realisatie van de strategische doelen. In vervolg op de brede studie naar inzetbaarheid zijn in 2008 verschillende initiatieven genomen om de inzetbaarheid van medewerkers te ondersteunen. - Om te stimuleren dat leidinggevenden en medewerkers zich bewuster worden van het belang van inzetbaarheid, is een employabilityscan ontwikkeld. Het is een vrijwillige optie waarbij medewerkers prikkelende vragen krijgen voorgelegd die helpen bij de reflectie op de loopbaan en het aangaan van een gesprek erover met de leidinggevende. - Het Seniorship-programma biedt medewerkers van 45 jaar en ouder de gelegenheid om na te denken over hun toekomstige loopbaan. Daarbij is veel ruimte voor bezinning en onderlinge uitwisseling. Ook is er een praktijkoriëntatietraining binnen en buiten de Rabobank Groep. Deelnemers zijn positief over het programma. - Persoonlijke verhalen van Rabobankmedewerkers over hun bijzondere loopbaanwending zijn op intranet beschikbaar en vormen een inspiratiebron voor collega’s.
Integraal Gezondheidsmanagement In 2008 is concreet invulling gegeven aan Integraal Gezondheidsmanagement. Daarbij ligt het accent op het bevorderen van de vitaliteit. Zo verstrekt het bedrijfsrestaurant van Rabobank Nederland gratis fruit en wordt met een ‘kies bewust’-logo aandacht gevestigd op gezonde producten. Ook zijn diverse tools en tests beschikbaar, zoals de vitaliteitscan, de digitale leefstijlvragenlijst en een draaiboek met adviezen voor een gezondheidsmarkt. Bij Obvion hebben de medewerkers een werkplekpaspoort waarop de persoonlijke werkplekinstellingen staan. Bij Schretlen & Co en Obvion kunnen medewerkers op de werkplek een stoelmassage krijgen.
Ziekteverzuim In 2008 was het verzuim met 3,8% gelijk aan dat van 2007. De directe kosten - de kosten van doorbetaling van loon - bedroegen in 2008 ongeveer 140 miljoen euro (2007: 144 miljoen euro). Het ziekteverzuim wordt gevolgd en geanalyseerd door de Arbodienst Rabobank Groep. Verzuimbegeleiding en reïntegratie-inspanningen beogen arbeidsongeschikte medewerkers weer zo snel mogelijk - geheel of gedeeltelijk - aan het werk krijgen. Medewerkers beoordelen de verzuimbegeleiding³ met een 8.0 en leidinggevenden met een 7.6. Om verzuim te voorkomen besteedde de Arbodienst in 2008 onder meer aandacht aan de mismatch tussen belastbaarheid en functie-eisen. Ook werd de workshop ‘Verzuim in Balans’ vernieuwd. Deze is gericht op het voorkomen van verzuim door het leren herkennen van uiteenlopende risicofactoren en het zo nodig tijdig ingrijpen. Beeldschermwerk en werkdruk zijn belangrijke arbeidsrisico’s. Met onderzoek en interventies levert de Arbodienst een bijdrage aan het terugdringen hiervan en aan het voorkomen van negatieve gevolgen, zoals CANS (complaints of arm, neck and/or shoulder) en werkstress. In 2008 had 9% van de medewerkers een verhoogde kans op uitval door werkdruk. In 2008 vonden enkele pilots plaats: MyDailyLifestyle (digitale leefstijlcoaching) en Sport en Zaken. Bijna 5.000 medewerkers maakten in 2008 gebruik van de gezondheidscheck.
3 Het onderzoek heeft betrekking op Rabobank Nederland, lokale Rabobanken en Schretlen & Co.
47
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Tevreden medewerkers In 2008 deed ruim 43% van de medewerkers mee aan het periodieke medewerkerstevredenheidsonderzoek (uitgevoerd bij Rabobank Nederland en lokale Rabobanken) dat ook onderdeel is van een benchmark met veertig andere grote Nederlandse bedrijven. De Rabobank scoort op het punt van tevreden medewerkers met 86% (2007: 85%) beter dan het gemiddelde van de andere bedrijven (73%). Ook bij de diverse groepsonderdelen is er sprake van tevreden medewerkers.
Rabobank Pensioenfonds De pensioenvoorziening voor medewerkers van Rabobank Nederland, de lokale Rabobanken, De Lage Landen, Schretlen & Co, Obvion en Rabo Vastgoedgroep is ondergebracht bij het Rabobank Pensioenfonds. Robeco heeft een eigen pensioenfonds. Eind 2008 was de voorziening pensioenverplichtingen bij het Rabobank Pensioenfonds 9,3 miljard euro en het totale pensioenvermogen 11,9 miljard euro. Hiermee komt de dekkingsgraad eind 2008 uit op 128% (2007: 160%). Vanaf najaar 2007 is de dekkingsgraad voor een groot deel tegen dalingen beschermd met behulp van derivaten. Door wegzakkende aandelenkoersen en door de lage rente was over 2008 wel sprake van een daling. Door de gekochte bescherming ligt de dekkingsgraad echter nog aanzienlijk boven de minimumeis van 105%. Anders dan veel andere pensioenfondsen staat het Rabobank Pensioenfonds er daarom goed voor. De pensioenpremie in 2008 bedroeg 404 miljoen euro. Per ultimo 2008 is gemiddeld in de volgende categorieën belegd. Categorie
in %
Aandelen Vastrentende waarden Alternatieve beleggingen Vastgoed Liquiditeiten
33,3 45,3 9,7 8,3 3,4
Beoordeling en beloning topmanagement In 2008 bedroeg de bezoldiging van de leden en oud-leden van de raad van bestuur 9 miljoen euro. Dit bedrag bestaat uit: Bedragen in miljoenen euro’s Salarissen Pensioenlasten Prestatiegebonden uitkeringen Overige Totaal
2008
2007
6,7 1,1 1,0 0,2 9,0
7,1 1,2 2,3 0,2 10,8
In reactie op de kredietcrisis en de maatschappelijke discussie daarover onderzoekt de raad van commissarissen in 2009 of het remuneratiebeleid voor het executive management aanpassing behoeft. Dit mede in het licht van de vernieuwde Nederlandse Corporate Governance Code en de conceptaanbevelingen van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.
Geschillenregeling Arbeidsverhoudingen In 2008 is 216 (2007: 190) keer een beroep gedaan op de Geschillenregeling Arbeidsverhoudingen van de Rabobank. In zes gevallen (4%) ging het om een bindende uitspraak, in 83% om advies/afstemming en in 13% om bemiddeling.
Klokkenluidersregeling De Rabobank Groep heeft een Regeling Interne Melding Misstanden met een vertrouwenspersoon en een vertrouwenscommissie. In 2008 kwamen acht vragen binnen. Na overleg tussen de indieners en de vertrouwenspersoon was in zeven gevallen een formele behandeling in de vertrouwenscommissie niet nodig.
Aantal medewerkers Het totale personeelsbestand van de Rabobank Groep steeg in 2008 ten opzichte van 2007 met 5.831 personen tot 60.568. Deze groei is grotendeels het gevolg van de consolidatie van BGZ Bank in Polen. Het belang van de Rabobank in deze bank werd in 2008 uitgebreid tot een meerderheidsbelang.
48
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
HR tabellen
Kerngegevens
2008
2007
2006
2005
Medewerkers * - aantallen 66.136 60.342 56.209 - mensjaren 60.568 54.737 50.573 vrouwen in dienst ** 55,1% 55,4% 55,6% vrouwen in hogere functies ** ¹ 22,1% 20,7% 19,9% deeltijdwerkers ** - mannen 6,1% 6,5% 5,0% - vrouwen 62,8% 63,1% 64,0% ziekteverzuim ** 3,8% 3,8% 3,6% personeelstevredenheid *** 86% 85% 87,0% WIA-instroom ** 0,20% 0,15% 0,18% opleidingsinvesteringen in mln euro’s * 99,9 98,0 76,9 opleidingsinvesteringen in euro’s/fte * 1.649 1.790 1.518 * Volledige Rabobank Groep ** Rabobank Groep binnenland *** Rabobank Nederland + lokale Rabobanken + Schretlen & Co (d.w.z. excl. De Lage Landen, Obvion, Rabo Vastgoedgroep en Robeco en buitenland), vanaf 2008 inclusief De Lage Landen International en Rabobank International 1 Schaal 8 en hoger
50.988 45.580 56,3% 19,0% 4,7% 64,2% 3,7% 81,0% 68,7 1.509
Kerngegevens personeelsontwikkelingsbeleid (in %) LB
2008 RN RG NL*
LB
2007 RN RG NL
LB
2006 RN RG NL
LB
2005 RN RG NL
De Rabobank biedt mij voldoende mogelijkheden tot persoonlijke ontplooiing 78 71 75 76 68 74 74 66 73 68 64 67 De Rabobank biedt mij voldoende opleidings mogelijkheden voor mijn huidige werk 88 78 81 87 74 84 86 75 84 81 76 80 Totaal medewerkers met POP 76 67 71 76 67 75 69 72 69 64 53 62 * RG NL is Rabobank Nederland + lokale Rabobanken + Schretlen & Co (d.w.z. excl. De Lage Landen, Obvion, Rabo Vastgoedgroep en Robeco en buitenland) Vanaf 2007 ‘Totaal medewerkers met POP’ voor RG NL óók inclusief Robeco NL, Obvion en Rabo Vastgoedgroep Vanaf 2008 ‘Totaal medewerkers met POP’ voor RG totaal exclusief Obvion Vanaf 2008 ‘voldoende mogelijkheden tot persoonlijke ontplooiing’ en ‘voldoende opleidingsmogelijkheden voor mijn huidige werk’ voor RG NL inclusief De Lage Landen International en Rabobank International
49
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Aantal Medewerkers 2008
Aantallen Nederland
Buitenland
FTE
Totaal 2008
Totaal 2007
Verschil 08-07
Nederland
Buitenland
Totaal 2008
33.237 309 33.546
33.820 266 34.086
-583 43 -540
28.667 287 28.954
15.437
10.046
5.391
1.987
13.236
15.223
632
1.769 326
5.391 1 -218 389 -1 131
1.063 315
613
1.676 315
1.593
1.809 325 218 1.204 92 3.648
1.537 91 1.469
2.150
1.537 91 3.619
Binnenlands Retailbankbedrijf
33.237 309 33.546
Lokale Rabobanken Obvion
Wholesale bankbedrijf en internationaal retailbankbedrijf Rabobank International 1.945 13.492
28.667 287 28.954
Vermogensbeheer
Robeco Groep Schretlen & Co Alex Sarasin & Co Orbay
1.137 326
91 1.554
2.225
1.593 91 3.779
1.450
3.443
4.893
4.625
268
1.385
3.282
4.667
1.317
542
1.859
1.794
65
1.231
512
1.743
6.350 25 245 6.620
2 2
6.350 25 247 6.622
5.902 21 220 6.143
448 4 27 479
6.110 24 227 6.361
1 1
6.110 24 228 6.362
46.432
19.704
66.136
60.342
5.794
41.387
19.181
60.568
Leasing
De Lage Landen (incl. Athlon) Vastgoed
Rabo Vastgoedgroep Overig
Rabobank Nederland Rabo Development Overig Rabobank Nederland
Totaal
Personeelsbestand Rabobank Groep: ontwikkeling 2005-2008
Jaar 2005 2006 2007 2008
aantal medewerkers per 31-12
stijging/daling t.o.v. voorgaande jaren in aantal
stijging/daling t.o.v. voorgaande jaren in procenten
50.988 56.209 60.342 66.136
-5.336 5.221 4.133 5.794
-9,4 9,1 7,4 9,6
50
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Personeelskostenontwikkeling* Bedragen in miljoenen euro’s
2008
2007
2006
2005
Totaal loonkosten Totaal personeelskosten Personeels- en andere beheerskosten Totaal opleidingskosten Nettowinst
3.342 4.290 7.087 99,9 2.754
3.219 4.400 7.180 98,0 2.696
2.792 4.115 6.546 76,9 2.345
2.637 3.880 5.826 68,7 2.079
60.568
54.737
50.573
45.535
55.178 70.829 117.009 1.649 45.024
58.808 80.384 131.173 1.790 49.254
55.207 81.407 129.437 1.521 46.369
57.911 85.209 127.946 1.509 45.657
3,0%
3,0%
2,8%
2,6%
174.964 99,9 3,0% 1.649 131.838 38.227
140.071 98,0 3,0% 1.790 116.600 36.600
162.772 76,9 2,8% 1.518 135.397 27.240
94.500 68,7 2,6% 1.509 77.500 25.000
2006
2005
Aantal fte’s Bedragen in euro’s Loonkosten per fte Personeelskosten per fte Personeels- en andere beheerskosten per fte Opleidingskosten per fte Nettowinst per fte Opleidingskosten/loonkosten Aantal opleidingen** Kosten opleidingen (in miljoenen euro’s) Aandeel loonsom Gemiddelde kosten per fte (in euro’s) Aantal e-learning cursisten Aantal digitale examens
* Volledige Rabobank Groep ** Cijfers van Rabobank opleidingen; geldt alleen voor Rabobank Nederland en lokale Rabobanken.
Externe in- en uitstroom
Man % instroom uitstroom
Leeftijd t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder Totaal
42,9 49,5 57,6 58,2 56,1 51,3
41,3 41,3 47,8 48,9 66,0 46,9
Vrouw % instroom uitstroom 57,1 50,5 42,4 41,8 43,9 48,7
58,7 58,7 52,2 51,1 34,0 53,1
2008
2007
Externe in- en uitstroom * / ** Totaal (%)
Instroom van buiten Rabobank Groep 11,4 11,3 10,1 Uitstroom naar buiten Rabobank Groep 10,5 10,6 8,4 * Vanaf 2007 Rabobank Groep exclusief Rabo Vastgoedgroep buitenland ** Vanaf 2008 Rabobank Groep geheel *
51
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
8,3 8,6
Rabobank Groep Nederland 2008 * / ** % met % % vrouwen allochtonen*
%
contract voor
%
%
%
%
medewerkers
onbepaalde
medewerkers
medewerkers
medewerkers
medewerkers
55 jaar en
tijd
t/m 24 jaar
25 t/m 34 jaar
35 t/m 44 jaar
45 t/m 54 jaar
ouder
90,2 87,3 95,9 99,4 99,3
3,5 5,2 0,1 0,0 0,0
28,1 33,3 18,7 1,4 0,7
38,5 34,5 47,8 41,3 22,5
22,0 19,8 24,9 43,1 50,8
7,9 7,2 8,5 14,2 26,1
% in deeltijd
Medewerkers totaal 55,1 9,0 38,7 Medewerkers schaal 1 t/m 7 71,0 9,5 51,0 Medewerkers schaal 8 t/m 11 23,8 7,8 13,8 Senior Kader leden 11,3 8,7 10,4 Executive Kader leden 6,5 3,6 2,0 * Vanaf 2007 Rabobank Groep binnenland ** Allochtonen alleen voor centrale registratie en Athlon
Verzuim wegens ziekte * / ** Ziekteverzuimpercentage Frequentie ziekmeldingen (in %) Aantal instroom WIA Instroomkans WIA (in %) * Vanaf 2007 Rabobank Groep binnenland ** I.v.m. invoering WIA en doorbetaling 2e ziektejaar is er geen instroom in de WAO
Loonsomverdeling naar managementniveau * / ** Executive kader Senior kader Middle management Overig (schaal 1-7) Totaal * Op basis van bruto fulltime jaarsalaris ** Vanaf 2007 Rabobank Groep binnenland
Loonsomverdeling naar leeftijd (in euro’s)* t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder Gemiddeld * Op basis van mediaan fulltime bruto jaarsalaris
52
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
2008
2007
2006
2005
3,76 1,45 93 0,20
3,77 1,48 67 0,15
3,61 1,43 74 0,18
3,71 1,50
2008
2007
3% 6% 40% 51% 100%
2% 6% 39% 53% 100%
Man
Vrouw
22.252,16 33.142,50 49.383,14 51.442,13 49.358,31 45.155,15
22.039,52 28.735,55 32.075,20 30.000,22 27.130,86 29.892,32
Personeelsbestand per onderdeel in 2006-2008 * / **
2006 2007 2008
% vrouwen in hogere % mannen in deeltijd functies (>7)
gem. leeftijd
% 55 jaar en ouder
19,9 20,7 22,1
38,8 36,5 39,7
6,7 7,3 7,9
5,5 3,4
22,2 32,9
39,6 39,0
8,0 7,4
33,4
3,6
21,9
37,9
3,7
27,7 27,6 7,8
53,8 60,2 14,3
15,1 7,9 5,4
16,6 16,0 6,7
37,7 39,9 36,8
3,3 5,2 3,9
37,3
21,9
43,3
11,3
13,0
38,9
6,1
37,4
31,1
59,3
14,3
16,9
39,7
10,0
20,9
45,4
5,5
25,5
41,1
9,5
aantal medewerkers* / **
% vrouwen
% deeltijd
% vrouwen in deeltijd
45.941 46.392 46.432
55,6 52,3 55,1
37,8 36,6 38,7
64,0 58,7 62,8
5,0 5,0 6,1
33.237 309
62,3 52,4
45,4 29,4
69,5 53,1
1.945
31,3
12,9
1.137 326 91
32,5 37,7 27,5
1.450
1.317
Retailbankbedrijf Lokale Rabobanken Obvion Wholesalebankbedrijf Rabobank International Vermogensbeheer Robeco Groep Schretlen & Co Orbay Leasing De Lage Landen Vastgoed Rabo Vastgoedgroep Overig Ondersteunende eenheden Rabobank Nederland 6.620 38,7 * Vanaf 2006 inclusief Robeco Nederland en FGH bank ** Vanaf 2007 Rabobank Groep Nederland
53
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
8 MVO in de eigen bedrijfsvoering
De bedrijfsvoering van de Rabobank Groep met 66.000 medewerkers heeft een grote impact op het milieu. In het kader van een hoogwaardig MVO-beleid moet deze ‘klimaatvoetafdruk’, de uitstoot van CO₂-gas, zo veel mogelijk worden gereduceerd. De Rabobank Groep gaat zo zuinig en efficiënt mogelijk om met energie en maakt gebruik van duurzame bronnen, producten en diensten. De uitstoot van broeikas gassen die desondanks resteert, wordt gecompenseerd door het inkopen van CO₂-certificaten. Met haar beleid en doelstellingen voor een duurzame bedrijfs voering sluit de Rabobank aan bij de doelstellingen van de Nederlandse overheid om 30% minder broeikasgassen uit te stoten in 2020, jaarlijks 2% energie te besparen en 20% duurzame energie op te wekken in 2020. Klimaatneutrale bedrijfsvoering De Rabobank Groep brengt sinds 2007 de klimaatvoetafdruk in kaart. Dit gebeurt conform de methodiek van het Greenhouse Gas Protocol. Het gaat om de registratie van energiegebruik, gereden leasekilometers, gereden zakelijke autokilometers, zakelijke vliegkilometers, gebruik airconditioning en papiergebruik. Op basis hiervan kan een gericht beleid worden gevoerd en klimaatneutraliteit worden bereikt. In 2008 heeft de Rabobank voor haar klimaatvoetafdruk over 2007 CO₂-certificaten ingekocht van geproduceerde schone energie door een groot windmolenproject in Maharashtra, India. Hierdoor kan worden gesteld dat in 2007 klimaatneutraal is gewerkt. Inmiddels is gestart met de aankoop van certificaten ter compensatie van de voetafdruk van 2008.
Tabel CO₂-uitstoot bedrijfsvoering Rabobank Groep (ton CO₂)⁴ Emissiebron Scope 1 Gebruik aardgas Gebruik andere brandstoffen Gebruik airconditioning Gereden leasekilometers Scope 2 Gebruik elektriciteit Gebruik warmte Scope 3 Gereden zakelijke autokilometers Zakelijke vliegkilometers Gebruik papier Totaal ton CO₂ CO₂-uitstoot per fte
2008
2007⁵
29.800 300 1.900 49.600
35.200⁶ 5.700 2.000 50.600
44.600 2.200
33.600 0
9.500 33.300 5.000 176.200 2,98
10.400 32.900 5.100 175.500 3,10
4 De geëxtrapoleerde gegevens zijn gebaseerd op de klimaatvoetafdruk 2008 en afgerond op honderden tonnen, en is exclusief bank BGZ. Daarnaast wijken de gegevens over 2008 af ten opzichte van de kerncijfers opgenomen in het financieel jaarbericht 2008, onder andere wegens door het GHG Protocol verplichte herberekeningen. 5 De klimaatvoetafdruk over 2007 wijkt af van die genoemd in het maatschappelijk jaarverslag 2007 en van de kerncijfers in het financieel jaarbericht 2008 wegens een actualisering in emissiefactoren. 6 Uit de herberekening blijkt een foutief gegeven gerapporteerd en dit is over 2007 hersteld.
54
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Over 2008 was de voetafdruk van de Rabobank Groep 176.200 ton CO₂, 0,4% hoger dan in 2007. Per fulltime-equivalent (fte) komt dit neer op 2,98 ton, 4% lager dan in 2007. Dit komt vooral door verbetering van de energierapportage van de buitenlandse vestigingen. Ook de vliegkilometers van Rabobank International zijn - geëxtrapoleerd - gedaald sinds de boekingen in 2008 via één centraal punt lopen. De CO₂-uitstoot per fte in Nederland is met 5% toegenomen tot 2,42 ton, wat vooral het gevolg is van een toename van het elektriciteitsverbruik en van de vliegkilometers. Door de verbeterde rapportage komt de uitstoot in het buitenland lager uit, op 4,75 ton CO₂ per fte (2007: 5,98 ton). De directe emissies bedragen over 2008 circa 81.700 ton CO₂, een daling van 17,4% ten opzichte van 2007. Dit is vooral te verklaren door een lager verbruik bij de internationale groepsonderdelen. De indirecte emissies in 2008 stegen met circa 15% ten opzichte van 2007 tot 94.700 ton CO₂. De belangrijkste verklaring is een toename in het verbruik bij zowel de nationale als de internationale groepsonderdelen.
Vermindering klimaatvoetafdruk Het is essentieel dat de Rabobank Groep de CO₂-uitstoot niet alleen compenseert, maar juist aantoonbaar vermindert. Daarom is een MVO-prestatie-indicator gericht op vermindering van de klimaatvoetafdruk per fte. In 2008 is besloten dat Rabobank Nederland streeft naar een reductie van 20% over de komende vijf jaar. Daarbij gaat het vooral om energie en mobiliteit, de twee activiteiten met de grootste impact op de voetafdruk. De vestigingen van Rabobank Nederland werken sinds 2007 met een energiezorgsysteem, waarop in 2009 ook de lokale Rabobanken worden aangesloten. In 2008 is opdracht gegeven om onderzoek te doen naar energiebesparing bij alle eigendomspanden van Rabobank Nederland. In navolging van de reductiedoelstelling voor Rabobank Nederland is ook bij de kantoren van Rabobank International in Amerika een programma gestart om de CO₂-uitstoot te verlagen. Dit bestaat onder meer uit inkoop van milieuvriendelijke producten, energiebesparing en duurzame mobiliteit.
Verbruik van stroom, gas en water Geëxtrapoleerd naar de gehele Rabobank Groep is over 2008 circa 3.340 terajoule (TJ) energie gebruikt. Hiervan komt 2.756 TJ voor rekening van de Nederlandse vestigingen. In 2008 is gerapporteerd over elektriciteitsverbruik en gasverbruik voor respectievelijk 92% en 90% van de fte’s van Rabobank Groep (inclusief stadsverwarming). De rapportagedekkingsgraad van het elektriciteitsverbruik ligt daarmee in lijn met die van voorgaande jaren. De rapportagedekkingsgraad van het gasverbruik is met 12% gestegen ten opzichte van 2007, vooral omdat drie buitenlandse groepsonderdelen ook hun verbruik rapporteerden. - Elektriciteit. De Rabobank Groep heeft in 2008 - geëxtrapoleerd - in totaal 298 GWh aan elektriciteit verbruikt. Het verbruik per fte nam ten opzichte van 2007 met circa 7% toe. Het verbruik per fte in Nederland steeg met ca 8%. Dit komt met name door een toename bij de lokale Rabobanken en bij het datacenter in Best, waar in 2008 een nieuwe computervloer in gebruik is genomen. Het percentage groene stroom (binnen- en buitenland 85% en binnenland 98%) veranderde niet ten opzichte van 2007. - Gas. In 2008 heeft de Rabobank Groep - geëxtrapoleerd - circa 17 miljoen m³ aan gas verbruikt. Het absolute verbruik ligt lager dan in 2007 door de hogere dekkingsgraad. Hierdoor waren minder extrapolaties nodig en ontstond een getrouwer beeld. Ook is in 2008 voor het eerst gerapporteerd over stadsverwarming, met een lagere CO₂-uitstoot dan aardgas. De Rabobank Groep heeft 129 TJ aan stadsverwarming verbruikt, goed voor ongeveer 2.000 ton CO₂. Het gerapporteerde gasverbruik per m² is met circa 16% toegenomen ten opzichte van 2007, voornamelijk door een stijging bij de lokale Rabobanken. Bij Rabobank Nederland daalde het gasverbruik per fte met maar liefst 23%. Dit komt vooral omdat het rekencentrum in Best sinds april 2008 geen gebruik meer maakt van warmtekrachtkoppeling, maar van warmte/koudeopslag in de grond. In 2008 heeft Rabobank Nederland een contract gesloten met Essent voor de levering van groen gas vanaf 1 januari 2009. Het gaat om een contract voor ongeveer 50% van het volume voor Rabobank Nederland en lokale banken. Via de vergisting van organisch materiaal uit vuilnisbelten komt gas vrij, en na opwerking tot aardgaskwaliteit wordt dit aan het gasnet teruggevoed. Dit gas heeft over de keten bezien dan ook geen CO₂-uitstoot. - Water. Bij de Rabobank Groep in Nederland vloeide in 2008 - geëxtrapoleerd - 714.580 m3 water, gemiddeld 15,9 m³ water per fte. Dit is 26% meer dan in 2007. Deze toename is vooral toe te schrijven aan de lokale Rabobanken en te verklaren door een beter inzicht in het werkelijke waterverbruik, na het starten met de metingen in 2007.
55
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Elektriciteitsverbruik Rabobank Groep in Nederland in kWh per fte
6.000
Groene stroom Grijze stroom
3.000
5.000 4.000
2.000
Elektriciteitsverbruik Rabobank Groep (NL + INT) in kWh per fte
6.000
Groene stroom Grijze stroom
3.000
1.000
5.000 4.000
2.000 1.000
0
0 2006 2007 2008
Gasverbruik Rabobank Groep (inclusief stadsverwarming en exclusief correctiefactor graaddagen) in m3 per m2
2006 2007 2008
Groene stroom Rabobank Groep (in binnen- en buitenland) in %
12 10 8 6
100 90 80 70
4
60
2
50
0
40 2006 2007 2008
30 20 10 0 2006 2007 2008
‘Cradle to cradle’ In de visie ‘cradle to cradle’ wordt bij het ontwerp van een product niet alleen gekeken naar wat dat product moet doen zolang het nog zijn functie vervult, maar ook naar wat er daarna mee moet en kan gebeuren. Dit met oog op een toekomst waarin afval niet meer voorkomt en producten gezond zijn voor mens en omgeving. Afval wordt voedsel voor het technische of het biologische systeem. In 2008 is de Rabobank begonnen met het verkennen van de kansen van ‘cradle to cradle’ met een pilot voor de processen en producten van de catering. In 2009 zal de aanpak afhankelijk van de resultaten worden verbreed. Daarnaast is de ambitie het nieuwe bestuurscentrum mede met een aantal gecertificeerde ‘cradle to cradle’-producten in te richten.
Datacenters ‘best in class’ De ICT-sector is naar schatting verantwoordelijk voor 2% van het elektriciteitsgebruik in de wereld. De groei van het (inter)nationale betalingsverkeer en de eis om de systemen 7x24 uur stabiel te hebben, vragen om een veilige ICT-omgeving. De Rabobank werkt daarom in Nederland met twee datacenters op twee locaties die gelijktijdig transacties verwerken. In 2008 heeft onderzoeksbureau Gartner het onlangs gerenoveerde datacenter in Best en het in aanbouw zijnde datacenter in Boxtel beoordeeld op milieuvriendelijkheid. Gartner beoordeelde de centers als ‘best in class’ omdat energie zeer efficiënt wordt gebruikt. Traditionele datacenters hebben vaak een energiefactor van 2 of hoger. Dit houdt in dat voor iedere kilowattuur ten gunste van de computervloer een extra kilowattuur nodig is voor koeling, gebouwverlichting, liften en overige facilitaire zaken. Door toepassing van de modernste technieken en ontwerpprincipes wordt deze energiefactor voor de datacenters van de Rabobank teruggebracht tot onder de 1,5.
Duurzaam bouwen In het kader van de CO₂-reductiedoelstellingen is voor Rabobank Nederland het beleid voor duurzaam bouwen verder aangescherpt. Nieuwe, eigen kantoren moeten de gebouw millieu-index van klasse A van Greencalc+⁷ hebben. Het nieuwe bestuurscentrum in Utrecht, dat begin 2011 in gebruik wordt genomen, heeft als eerste grote kantoortoren in Nederland een groenverklaring gekregen. De overheid geeft deze verklaringen af voor gebouwen die het predicaat ‘duurzaam gebouw’ verdienen. Hiervoor moeten onder meer FSC-certificaten worden overgelegd als bewijs dat bij de bouw FSC-hout is gebruikt. Ook de lokale Rabobanken Heerenveen en Apeldoorn ontvingen een groenverklaring voor hun nieuwe panden. 7 De duurzaamheid van een kantoorgebouw wordt in GreenCalc+ uitgedrukt in een klasse/getal: de milieu-index gebouw. Hierbij wordt het gebouw beoordeeld op energiegebruik, watergebruik en materiaalgebruik.
56
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Duurzame mobiliteit Mobiliteit is een belangrijk onderdeel van de CO₂-voetafdruk. Via slimme, duurzame oplossingen voor mobiliteit kan niet alleen reductie van de CO₂-uitstoot worden bereikt, maar ook een besparing in reistijd en kosten. - Verlaging CO₂-uitstoot autolease. Het totale aantal leaseauto’s van de Rabobank Groep nam in 2008 toe met 16% tot 8.073. Bij Rabobank Nederland en de lokale Rabobanken was dat 9% (5.529)⁸. Om de uitstoot van leasekilometers zo laag mogelijk te houden, kunnen leaserijders alleen nog kiezen voor auto’s met de zuinigste energielabels (A, B, C). Het percentage leaseauto’s met deze labels steeg tot 73%. Mede naar aanleiding hiervan daalde de uitstoot per kilometer bij de lokale Rabobanken en Rabobank Nederland tot 0,176⁸ kilogram CO₂. - Bio-ethanol als brandstof. Als proef rijden 79 projectmanagers van Rabobank Nederland sinds oktober 2007 in Volvo’s C30 die ook kunnen rijden op bio-ethanol. Deze brandstof wordt gemaakt uit biomassa en/of biologisch afbreekbare afvalresten. Veelgebruikte grondstoffen zijn suikerriet, suikerbieten, mais, tarwe en gerst. Gezien het beperkte aantal pompen waar bio-ethanol kan worden getankt, was de doelstelling om in het eerste jaar 10% van de kilometers op bio-ethanol te rijden. Dit is met 8% net niet gehaald.
A-, B- of C-leaseauto’s in %
A-, B- of C-leaseauto’s ten opzichte van totaal
7.000
Rabobank Totaal
5.000
80
4.000
70
3.000
60
2.000
50
1.000
40
0
30
6.000
2006
2007
2008
100 90
20 10 0 2006 2007 2008
Gereden autokilometers in miljoenen kilometers
200 175 150 125 100 75 50 25 0 2006 2007 2008
CO�-uitstoot in gram per autokilometer
250 200 150 100 50 0 2006 2007 2008
- Vergoeding woon-werkverkeer. In 2008 is de regeling ‘vergoeding woon-werkverkeer openbaar vervoer’ bij Rabobank Nederland uitgebreid: bij een reisafstand van 6 kilometer (dit was 40 kilometer) of meer krijgen medewerkers de kosten volledig vergoed. - NS Business Card voor leaserijders. De NS Business Card waarvan de leaserijders bij Rabobank Nederland en de lokale Rabobanken sinds 2007 gebruikmaken, kan sinds 2008 ook voor woon-werk treinreizen worden gebruikt. In 2008 zijn met deze card 4,39 miljoen kilometers gereisd, 56% meer dan in 2007. Als deze kilometers met de auto waren afgelegd, had dit een extra uitstoot van 593⁹ ton betekend. - Platform Nederland Bereikbaar. Platform Nederland Bereikbaar hield op 9 oktober 2008 de filevrije dag om automobilisten en bedrijven ervan bewust te maken dat het ook anders kan in het woon-werkverkeer. De medewerkers van Rabobank in Nederland konden deze dag zelf bepalen waar ze werkten. Veel lokale Rabobanken en andere groepsonderdelen namen initiatieven om de spits te mijden, zoals een ontbijt voor zeer vroeg
8 De berekening is gebaseerd op basis van het aantal auto’s dat valt onder de ‘carregeling’ voor Rabobank Nederland, lokale Rabobanken en Obvion. (Zie grafiek CO₂-uitstoot per gereden kilometer.) 9 De emissiefactor van CO₂-uitstoot per reizigerskilometer per trein gebaseerd op NS/CE Delft over het jaar 2007
57
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Gereisde treinkilometers NS Business Card in duizenden kilometers
4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2007 2008
aanwezige medewerkers en een gezamenlijke fietstocht naar het kantoor. Rabobank Nederland hield op deze dag het gebruik van thuiswerkverbindingen bij. Tijdens de ochtendspits werkten bijna twee keer zoveel medewerkers thuis als op dezelfde dag een week daarvoor. - Beter inzicht in vliegreizen. In 2008 is beter inzicht verkregen in de hoeveelheid vliegreizen, omdat deze werden geboekt via een centraal punt. Daardoor ontstaan ook extra sturingsmogelijkheden. In 2009 zal dit worden vertaald in een reductietarget voor vliegreizen. In 2008 zijn 169 miljoen vliegkilometers gemaakt tegen 110 miljoen kilometers in 2007 (stijging van 53% t.o.v. 2007).
Duurzaam inkopen Voor Rabobank Nederland, de lokale Rabobanken en voor een belangrijk deel ook voor De Lage Landen, Obvion en Schretlen & Co wordt centraal ingekocht. Het inkoopvolume is 1,6 miljard euro. In 2008 zijn stappen gezet om het inkoopproces verder te verduurzamen. - MVO-analyse. Vanaf januari 2008 worden inkooptrajecten uitgevoerd met de Rabobank Sourcing Methodologie (RSM). Deze aanpak kent een aantal standaardprocesstappen, waarbij een analyse van de MVO-consequenties verplicht is. Inkoopteams kunnen bij het opstellen van de inkoopstrategie gebruikmaken van MVO-specificatiebladen en informatiebladen met relevante MVO-aspecten. - Duurzaamheidsverklaring. In 2008 zijn ruim 100 leveranciers aan de hand van een self-assessment geïnformeerd over hun MVO-performance. Waar nodig en wenselijk volgt een verbetertraject. De leveranciers kregen ook de ‘Duurzaamheidsverklaring zakenpartners Rabobank Groep’ - afgeleid van de gedragscode Rabobank Groep - waarin onder meer milieu, kinderarbeid, arbeidsomstandig heden en mensenrechten aan de orde komen. De verklaring vormt ook een onderdeel van nieuwe contracten. - Bio-verzendfolies. Rabobank Nederland verstuurt jaarlijks meerdere magazines naar leden, klanten en medewerkers. Het gebruik van traditionele verzendfolies is belastend voor het milieu. Daarnaast gebruikt het fabricageproces veel energie. In samenspraak met Rabobank Nederland heeft de leverancier een duurzaam, composteerbaar folie ontwikkeld, dat als GFT-afval kan dienen. In juli 2008 zijn de eerste magazines in de bio-verzendfolie verstuurd. Inmiddels zijn ook andere bedrijven benaderd om de innovatie over te nemen. A4 papierverbruik Rabobank Nederland en lokale Rabobanken in kg per fte
70
Papiergebruik
60
Gezien de milieubelasting van papier wil de Rabobank het gebruik reduceren. Door gerichte maatregelen, zoals dubbelzijdig printen en kopiëren, is in 2008 het gebruik van A4-papier binnen de Rabobank Groep in Nederland met 13% gedaald. Bovendien moet het papier voldoen aan FSCkwaliteit, wat wil zeggen dat het gebruikte hout afkomstig is van duurzaam beheerde bossen. Het papiergebruik in Nederland voor rekeningafschriften, nota’s en acceptgiro’s enerzijds en voor enveloppen anderzijds is in 2008 respectievelijk met 1% en 3% gedaald ten opzichte van 2007.
50 40 30 20 10 0 2006 2007 2008
Rekeningafschriften, nota’s en acceptgiro’s Rabobank Groep Nederland in kg per fte
70 60 50
Rabox in een groen jasje
40
Elk jaar worden ongeveer 300.000 Raboxen verkocht waarmee de klant veilig en gemakkelijk kan internetbankieren. Reden om alle productonderdelen van de Rabox op MVO-aspecten te toetsen en waar nodig aan te passen. Sinds eind 2008 steken alle varianten van de Rabox in een groen jasje. Het belangrijkste winstpunt is de vervanging van het plastic interieur door een kartonnen (FSC) variant. Dit betekent dat de Raboxverpakking nu via het oudpapiercircuit gerecycled kan worden.
30 20 10 0 2006 2007 2008
58
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Afval Terugdringen van de hoeveelheid afval begint met duurzaam inkopen, waarbij wordt gelet op het afvalstadium van producten en de wijze van verpakken. Daarnaast is een hoge mate van afvalscheiding wenselijk om hergebruik mogelijk te maken en het verbranden van afval te voorkomen. Mede daarom wordt binnen Rabobank Nederland gewerkt met het EcoSmart-concept met een scheiding in vijf stromen: papier, karton, GFT, bekertjes en restafval. Binnen de Rabobank Groep in Nederland is het papier- en kartonafval ten opzichte van 2007 met 55% gedaald tot 66 kilogram per fte. In 2006 en 2007 vonden veel verhuizingen en verbouwingen plaats, waardoor het cijfer in 2008 veel lager ligt. Ook het aantal kilo’s restafval per fte is binnen de Rabobank Groep in Nederland in 2008 gedaald, en wel met 37%. Daarmee ligt dit weer in lijn met 2005.
Biologische catering Het percentage biologische producten binnen de omzet van de bedrijfsrestaurants van Rabobank Nederland is in 2008 flink gestegen tot 38% (23%). Van de producten in de drankautomaten was in 2008 in totaal 87% biologisch.
59
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
GRI-indicatoren
Rapporteringsniveau (vol/ partieel/niet)
Pagina
1
Strategie en analyse
1.1
Een verklaring van raad van bestuur over relevantie van duurzame ontwikkeling voor de organisatie en haar strategie. Beschrijving van belangrijke gevolgen, risico’s en mogelijkheden. Organisatieprofiel Naam van de organisatie. Voornaamste merken, producten en/of diensten. Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip van divisies, dochterondernemingen en samenwerkingsverbanden. Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie. Het aantal landen waar de organisatie actief is (met relevantie voor de duurzaamheidskwesties). Eigendomsstructuur en de rechtsvorm. Afzetmarkten (geografische verdeling, sectoren en soorten klanten). Omvang van de verslaggevende organisatie. Significante veranderingen tijdens de verslagperiode wat betreft omvang, structuur of eigendom. Onderscheidingen die tijdens de verslagperiode werden toegekend. Verslagparameters Verslagprofiel Verslagperiode waarop de verstrekte informatie betrekking heeft. Datum van het meest recente verslag.
1.2 2 2.1 2.2
2.3
2.4 2.5
2.6 2.7
2.8 2.9
2.10 3
3.1 3.2
● Geheel behaald
4
●
8-20
●
6 7
●
6-7
●
6
●
6-7, 38-43, AJV: 21 6
●
2-3 AJV: 18-21 2
●
71-73
●
16
●
71
●
71
●
◑ Gedeeltelijk behaald
●
●
●
○ Niet behaald
60
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Redenen van niet/partieel rapporteren
Uitleg van niet/partieel rapporteren
Toelichting bij volledig rapporteren indien relevant
Rapporteringsniveau (vol/ partieel/niet)
Pagina
3.3 3.4
3.5
3.6/ 3.7
3.8
3.9
3.10
3.11
3.12 3.13
4
4.1
4.2
Verslaggevingscyclus 71 (jaarlijks, tweejaarlijks, etc.). Contactpunt voor vragen over het 75 verslag of de inhoud ervan. Reikwijdte en afbakening van het verslag 71-73, Proces voor het bepalen van de 8-11, inhoud van het verslag, met inbegrip van: relevantie, materialiteit 17-20 en stakeholders. 72-73 Afbakening van het verslag (bv. landen, divisies, dochter ondernemingen, gehuurde faciliteiten, samenwerkings verbanden, leveranciers). 71-73 Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden, dochterondernemingen in gedeeltelijk eigendom, gehuurde faciliteiten, uitbestede activiteiten of andere entiteiten. 73 De technieken en berekenings grondslagen voor gegevens metingen, waaronder de voor schattingen gebruikte aannames. Uitleg over de gevolgen van 71-73 eventuele herformuleringen van eerder verstrekte informatie. 71-73 Significante veranderingen ten opzichte van vorige verslagperiodes ten aanzien van reikwijdte, afbakening of meetmethoden van het verslag. GRI-inhoudsopgave Inhoudsopgave. 60-70 Assurance Beleid en huidige praktijk met 74 betrekking tot het verstrekken van externe assurance van het verslag. Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid Bestuursstructuur 15-16, De bestuursstructuur van de AJV: organisatie, met inbegrip van 13-14, 79 commissies die vallen onder het hoogste bestuurslichaam.
●
Geef aan of de voorzitter van het hoogste bestuurslichaam eveneens een leidinggevende functie heeft.
●
● Geheel behaald
15-16, AJV: 79
◑ Gedeeltelijk behaald
61
Uitleg van niet/partieel rapporteren
Toelichting bij volledig rapporteren indien relevant
●
●
●
●
●
●
●
● ●
●
○ Niet behaald
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Redenen van niet/partieel rapporteren
Informatie over deze indicator is reeds gerapporteerd in het MJV2007 Rapport van de Rabobank Groep (blz. 23 en blz. 97-98). Informatie over deze indicator is reeds gerapporteerd in het MJV2007 Rapport van de Rabobank Groep (blz. 97-98).
Rapporteringsniveau (vol/ partieel/niet)
Pagina
4.3
Voor organisaties met een enkel voudige bestuursstructuur: vermeld het aantal onafhankelijke en/of niet-leidinggevende leden van het hoogste bestuurslichaam. Overlegorganen voor aandeel houders en medewerkers voor aanbevelingen of medezeggen schap op het hoogste bestuurs lichaam. Een koppeling tussen vergoedingen voor leden van raad van bestuur en (top)managers en de (MVO)-prestaties van de organisatie.
4.4
4.5
15-16
●
15-16, 45, 48
●
Niet van toepassing
Uitleg van niet/partieel rapporteren
Toelichting bij volledig rapporteren indien relevant
Rabobank heeft geen enkelvoudige bestuursstructuur.
Informatie over deze indicator is reeds gerapporteerd in het MJV2007 Rapport van de Rabobank Groep (blz. 24). Informatie over deze indicator is deels gerapporteerd in het MJV2007 Rapport van de Rabobank Groep (blz. 25). Informatie over deze indicator is reeds gerapporteerd in het MJV2007 Rapport van de Rabobank Groep (blz. 26). Informatie over deze indicator is reeds gerappor teerd in het MJV 2007 Rapport van de Rabobank Groep (blz. 23-24).
4.6
Processen waarmee de raad van bestuur waarborgt dat strijdige belangen worden vermeden.
15-16
●
4.7
Proces voor het bepalen van de kwalificaties en expertise van de leden van de raad van bestuur voor het sturen van de MVO-strategie.
15-16
●
4.8
Intern ontwikkelde missieverkla ringen en gedragscodes die van belang zijn voor de MVO-prestaties, met de mate van invoering ervan. Procedures van de raad van bestuur voor het overzien van de MVO-prestaties, met inbegrip van relevante risico’s en kansen en naleving van internationaal overeengekomen standaarden en principes. Processen voor het evalueren van de eigen prestaties van de raad van bestuur in het bijzonder betreffende MVO-prestaties.
8-11
●
15-16
●
Informatie over deze indicator is reeds gerapporteerd in het MJV2007 Rapport van de Rabobank Groep (blz. 23, 25).
9-11, 15-16
●
De raad van commissarissen houdt in haar commissie coöperatieve aangelegenheden toezicht op de MVO-prestaties. MVO is verankerd in strategie en beleid.
●
Informatie over deze indicator is deels gerapporteerd in het MJV2007 Rapport van de Rabobank Groep (blz. 26, 32).
4.9
4.10
4.11
Verplichtingen i.v.m. externe initiatieven Toelichting over de toepassing van 15-16, het voorzorgsprincipe. 18-25
● Geheel behaald
○
Redenen van niet/partieel rapporteren
◑ Gedeeltelijk behaald
○ Niet behaald
62
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Rapporteringsniveau (vol/ partieel/niet)
Pagina
8, 21-22, Extern ontwikkelde economische, 43 milieugerelateerde en sociale handvesten, principes of standaarden die de organisatie onderschrijft. 19, 24-26, 4.13 Lidmaatschap van verenigingen 41-42 (zoals brancheverenigingen) en (inter)nationale belangen organisaties. Overleg met belanghebbenden 4.14 Lijst van relevante groepen 17-18 belanghebbenden voor de organisatie. 4.15 Basis voor inventarisatie en selectie 17-18 van stakeholders. 4.16 Benadering van stakeholders en de 17-18 frequentie van contacten. 8, 17-20 4.17 Reactie organisatie op de voornaamste onderwerpen en vraagstukken naar voren gekomen in contact met stakeholders. 5 Managementbenadering en prestatie-indicatoren Economische prestatie-indicatoren DMA Economische aspecten. 9, 11, 33-43 AJV: 4-5
●
EC1
2-3, 35, 37 9, 14, 19, 23, 24, 26
●
48
◑
4.12
Directe economische waarden die zijn gegenereerd. Financiële implicaties en andere risico’s en mogelijkheden voor de activiteiten van de organisatie als gevolg van klimaatverandering. Dekking van de verplichtingen in verband met het vastgestelde (pensioen)uitkeringenplan van de organisatie.
EC2
EC3
● Geheel behaald
◑ Gedeeltelijk behaald
63
Uitleg van niet/partieel rapporteren
Toelichting bij volledig rapporteren indien relevant
●
●
● ● ●
◑
Niet beschikbaar
Rapportage over indirecte economische impacts in relatie tot eigen bedrijfs voering, inkoop, en krediet verlening in gevoelige sectoren. Volledig rapporteren over indirecte impacts van alle business lines is te complex om valide te kunnen realiseren gezien de aard van financiële dienstverlening. Het streven is om in toene mende mate te rapporteren over indirecte impacts.
Niet materieel
Uitgebreide rapportage hierover vindt plaats in het Jaarverslag van het Rabobank pensioenfonds dat medewerkers jaarlijks ontvangen.
●
○ Niet behaald
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Redenen van niet/partieel rapporteren
Rapporteringsniveau (vol/ partieel/niet)
Pagina
EC4
Significante financiële steun van een overheid.
EC6
Beleid, methoden en deel van uitgaven betreffende lokaal gevestigde leveranciers op belangrijke bedrijfslocaties. Procedures voor lokale personeelswerving en aandeel van het topkader afkomstig uit de lokale gemeenschap.
EC7
EC8
Ontwikkeling en gevolgen van investeringen in infrastructuur en diensten voor het algemeen nut (commercieel, in natura of pro bono). Milieu prestatie-indicatoren DMA Milieu aspecten. EN1 Totale hoeveelheid gebruikt papier (meest relevante materiaal voor Rabobank Groep) naar gewicht of volume. EN3 Direct energieverbruik door primaire energiebronnen. EN4 Indirect energieverbruik door primaire energiebronnen. EN8 Totale waterverbruik. EN12 Beschrijving van significante gevolgen van activiteiten, producten en diensten op de biodiversiteit in beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde buiten beschermde gebieden.
EN16/ Totale directe en indirecte emissie EN17 van broeikasgassen naar gewicht. EN22 Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode.
● Geheel behaald
58
○
Niet van toepassing
◑
Niet materieel
○
Niet materieel
33, 36-37, 38-41
●
13, 54 58
●
54, 56
●
54, 56
●
55 9, 14, 19, 20
●
54
●
59
◑
◑ Gedeeltelijk behaald
64
Uitleg van niet/partieel rapporteren
Toelichting bij volledig rapporteren indien relevant
Rabobank Groep ontvangt geen materiële financiële steun van de overheid. Rabobank Groep heeft geen specifiek beleid t.a.v. inkopen bij lokale leveranciers. Rabobank Groep heeft geen beleid op het gebied van lokale personeels werving. Er wordt slechts impliciet op gestuurd.
●
●
○ Niet behaald
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Redenen van niet/partieel rapporteren
Voor bedrijfssectoren met hoge impacts op het milieu heeft Rabobank sectorbeleid opgesteld waarin de impact op biodiversiteit van klanten wordt meegewogen in de acceptatie van en dienstverlening aan klanten.
Niet beschikbaar
Nog niet beschikbaar omdat leveranciers deze informatie nog niet kunnen leveren. De intentie is om deze informatie op korte tot middellange termijn rapporteerbaar te maken. Past in ons beleid tot resource efficiency en klimaatneutrale bedrijfs voering.
Rapporteringsniveau (vol/ partieel/niet)
Pagina
EN26 Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen van producten en diensten en de omvang van deze compensatie.
54, 55, 56
Sociale prestatie-indicatoren: Arbeidsomstandigheden DMA Arbeidsomstandigheden en 13, 44 volwaardig werk. LA1 Totale personeelsbestand naar type 49, 50, 53 werk arbeidsovereenkomst en regio.
◑
Niet materieel
Informatie categoriseren per regio tot nu toe niet materieel omdat dit niet nodig was voor sturing van de operaties. Voorbereidingen worden getroffen om personeelsgegevens per regio te gaan ontsluiten. Rapportage verwacht op middellange termijn. Informatie categoriseren per regio tot nu toe niet materieel omdat dit niet nodig was voor sturing van de operaties. Voorbereidingen worden getroffen om personeelsgegevens per regio te gaan ontsluiten. Rapportage verwacht op middellange termijn. Niet materieel voor buitenlandse vestigingen. Gegevens over buitenlandse ondernemingen van de Rabobank Groep zijn niet beschikbaar. Het aantal werknemers in de buiten landse ondernemingen van Rabobank Groep is te klein in verhouding met het aantal werknemers in Nederland om monitoring daarop in te richten. Deze informatie is wel in de collectieve arbeidsonder handelingen opgenomen voor de Nederlandse vestigingen. Voor buiten landse kantoren is deze informatie niet beschikbaar en zal qua materialiteit ook niet beschikbaar komen.
●
51
◑
Niet materieel
LA4
Percentage medewerkers dat onder een collectieve arbeidsovereenkomst valt.
46, 52
◑
Niet materieel
LA5
Minimale opzegtermijn(en) in verband met operationele veranderingen, inclusief specificatie in collectieve overeenkomsten.
46
◑
Niet beschikbaar
○ Niet behaald
65
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Toelichting bij volledig rapporteren indien relevant
Deze indicator heeft vooral betrekking op industriële productieomgevingen, maar waar mogelijk worden deze initiatieven genomen binnen de Rabobank Groep.
Totaal aantal en snelheid van personeelsverloop per leeftijdsgroep, geslacht en regio.
◑ Gedeeltelijk behaald
Uitleg van niet/partieel rapporteren
Niet van toepassing
LA2
● Geheel behaald
◑
Redenen van niet/partieel rapporteren
Rapporteringsniveau (vol/ partieel/niet)
Pagina
LA7
Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagenen verzuimcijfers en het aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio. LA8 Opleidings-, trainings-, advies-, preventie- en risicobeheersings programma’s ten behoeve van personeelsleden, hun families of omwonenden in verband met ernstige ziekten. LA10 Gemiddeld aantal uren dat een werknemer per jaar besteedt aan opleidingen, onderverdeeld naar werknemerscategorie.
47, 52
●
47
●
51
◑
LA12 Percentage medewerkers dat 46-47, 49 regelmatig wordt ingelicht omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling. LA13 Samenstelling van bestuurslichamen 45, 52-53 en onderverdeling van medewerkers naar geslacht, leeftijdsgroep en minderheid (diversiteit).
LA14 Verhouding tussen basissalarissen van mannen en vrouwen per medewerkerscategorie.
Sociale prestatie-indicatoren: mensenrechten DMA Mensenrechten. 8, 18-20, 58 14, 20-23 HR1 Percentage en totaal van aantal investeringsovereenkomsten waarin clausules over mensenrechten zijn opgenomen of waarvan de naleving is getoetst.
● Geheel behaald
◑ Gedeeltelijk behaald
◑
66
Toelichting bij volledig rapporteren indien relevant
Niet beschikbaar
Gegevens zijn gerapporteerd in euro per fte, niet in gemiddeld aantal uren. Urenregistratie opleidingen is niet beschikbaar, binnen Rabobank Groep wordt deze bovendien gestuurd op euro per fte, niet op uren.
Niet materieel
Ondanks actief diversiteits beleid wordt een opsplitsing naar minderheden niet relevant geacht. Data over ‘behoren tot een bepaalde maatschappelijke minderheid’ zijn niet beschikbaar. De verhouding is voor ons niet relevant, de gegeven informatie is volledig transparant over de loonsomverdeling naar leeftijd en geslacht.
● ●
○ Niet behaald
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Uitleg van niet/partieel rapporteren
●
●
52
Redenen van niet/partieel rapporteren
In 2007 heeft de Rabobank Groep de ‘verbijzonderde gedragslijn Mensen rechten’ geïntroduceerd. Deze aangescherpte gedragslijn vormt sinds juli 2007 een integraal onderdeel van de MVO-check in de klanten kredietbeoordeling. Monitoren op overeen komstniveau wordt niet materieel geacht, en is daarnaast praktisch niet uitvoerbaar.
Rapporteringsniveau (vol/ partieel/niet)
Pagina
HR2
Percentage belangrijke leveranciers en aannemers die getoetst zijn op naleving van de mensenrechten en op getroffen maatregelen.
◑
58
HR4
Totaal aantal gevallen van 45 discriminatie en de getroffen maatregelen. 21-23 HR5/ Activiteiten waarvan is vastgesteld HR6/ dat er een aanzienlijk risico is van HR7 gevallen van (1) het ontnemen van het recht op de uitoefening van de vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen, of (2) kinderarbeid, of (3) gedwongen of verplichte arbeid, alsmede de maatregelen om dit uit te bannen. Sociale prestatie-indicatoren: maatschappij DMA Acteren in maatschappij en 15-18, 33, gemeenschap. 38
De belangrijkste leveranciers worden actief bevraagd over hun MVO-performance, inclusief mensenrechten. Publiceren van het percentage leveranciers wordt niet materieel geacht.
Niet van toepassing
De activiteiten van Rabobank Groep zelf hebben geen risico’s van gevallen van kinderarbeid, gedwongen arbeid, etc.
◑
●
Informatie over deze indicator is deels gerap porteerd in het MJV2007 Rapport van de Rabobank Groep (blz. 23-29).
Percentage van en totaal aantal bedrijfseenheden geanalyseerd op corruptiegerelateerde risico’s.
○
Niet toegestaan
SO3
Percentage van het personeel dat training in anticorruptiebeleid en -procedures van de organisatie heeft gevolgd.
○
Niet beschikbaar
SO4
Maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van gevallen van fraude/ corruptie.
SO2
33, 38, 39, 43
14, 20, 30-32
◑ Gedeeltelijk behaald
●
○ Niet behaald
67
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Toelichting bij volledig rapporteren indien relevant
●
Niet beschikbaar
Aard, reikwijdte en effectiviteit van programma’s en methoden die effect hebben op gemeenschappen.
Uitleg van niet/partieel rapporteren
Niet beschikbaar
◑
SO1
● Geheel behaald
Redenen van niet/partieel rapporteren
Deze informatie is lastig te achterhalen. Op dit moment wordt onderzocht of en hoe deze impacts zinvol vastgesteld zouden kunnen worden. De informatie die deze indicator bevraagd betreft voor de Rabobank Groep bedrijfsgevoelige informatie, waarmee we terughoudendheid betrachten. Niet beschikbaar omdat hierover geen gegevens verzameld worden. Onderzocht wordt hoe deze informatie op korte tot middellange termijn rapporteerbaar gemaakt kan worden.
Rapporteringsniveau (vol/ partieel/niet)
Pagina
● 17-20 Standpunten betreffende publiek beleid en deelname aan de ontwikkeling ervan, evenals lobbyen. ● 31 SO8 Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van wet- en regelgeving. Sociale prestatie-indicatoren: productverantwoordelijkheid ● DMA Productverantwoordelijkheid. 15-16, 28, 30-32
Redenen van niet/partieel rapporteren
Uitleg van niet/partieel rapporteren
Toelichting bij volledig rapporteren indien relevant
SO5
PR3
Type informatie over producten en 29-31 diensten dat verplicht wordt gesteld door procedures. 28 Beleid ten aanzien van klant tevredenheid, met inbegrip van resultaten van onderzoeken naar de klanttevredenheid. Naleving van wetten, standaarden 29-31 en vrijwillige codes over marketing (reclame, promotie en sponsoring). 32 Totaal aantal gegronde klachten over inbreuken op de privacy van klanten en het kwijtraken van klantgegevens. 31 Monetaire waarde van significante boetes wegens het niet-naleven van wet- en -regelgeving betreffende de levering en het gebruik van producten en diensten. Financial Services Sector Supplement (FSSS) DMA FSSS Beleid met specifieke sociale- en 8-11, 13, milieuaspecten toegepast binnen 17, 19-25 de verschillende bedrijfsonderdelen. 21-25 Procedures voor het inschatten en beoordelen van sociale- en milieurisico’s binnen de verschillende bedrijfsonderdelen. Proces van hoe wordt gemonitord of 21-23 de klant de gestelde sociale en milieueisen naleeft en geïmplementeerd heeft.
PR5
PR6
PR8
PR9
FS1
FS2
FS3
● Geheel behaald
◑ Gedeeltelijk behaald
●
●
●
●
●
●
●
●
○ Niet behaald
68
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Het onderwerp compliance is reeds gerapporteerd in het MJV 2007 (blz. 26) en derhalve in dit rapport niet opgenomen. Veiligheidsen gezondheidsaspecten zijn niet van toepassing op onze producten en diensten.
Rapporteringsniveau (vol/ partieel/niet)
Pagina
Proces om de competenties van het personeel gericht op de implemen tatie van het sociaal en milieubeleid en procedures toegepast binnen de verschillende bedrijfsonderdelen te verbeteren. Interacties met clients/investees/ business partners over sociale- en milieurisico’s en kansen. FSSS Prestatie-indicatoren Onderverdeling (in percentages) van de portfolio van de bedrijfs onderdelen van de organisatie naar regio, grootte (micro/sme/groot), en sector.
13, 21, 45
●
17, 21-23
●
27, AJV: 22-54
●
Waarde in geld van producten en diensten ontwikkeld om een specifiek sociaal maatschappelijk voordeel te bereiken per bedrijfs onderdeel, opgedeeld naar doel. FS8 Waarde in geld van producten en diensten ontwikkeld om een specifiek milieuvoordeel te bereiken per bedrijfsonderdeel, opgedeeld naar doel. FS9 Reikwijdte en frequentie van audits ter beoordeling van de implementatie van social- en milieubeleid en bijbehorende risicoanalyses. FS10 Percentage en aantal bedrijven uit portfolio waarmee gesproken is over sociale en milieukwesties.
2-3, 25-28
●
2-3, 25-28
●
15-16
●
22-23
●
27
◑
FS4
FS5
FS6
FS7
FS11 Percentage van bezittingen positief en negatief gescreend op socialeen milieuaspecten.
● Geheel behaald
◑ Gedeeltelijk behaald
○ Niet behaald
69
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Redenen van niet/partieel rapporteren
Uitleg van niet/partieel rapporteren
Toelichting bij volledig rapporteren indien relevant
Deze indicator komt uitgebreid aan bod in het financiële jaarverslag en is derhalve niet nogmaals opgenomen in het maatschappelijke jaarverslag.
Informatie over deze indicator is reeds gerapporteerd in het MJV2007 Rapport van de Rabobank Groep (blz. 25). Via sectorbeleid op MVO-gebied en MVO-toetsen in de kredietverlening worden MVO-issues bij klanten ter sprake gebracht. Dit is verankerd in beleid, ondersteunende instrumenten en processen. Percentages publiceren op dit terrein wordt niet van materieel belang geacht. Niet beschikbaar
Er wordt nog niet op deze manier gemonitord, monitoringsysteem hiervoor is in ontwikkeling.
Rapporteringsniveau (vol/ partieel/niet)
Pagina
FS12 Stembeleid over milieu- of maatschappelijk gerelateerde onderwerpen t.a.v. aandelen waarover de rapporterende organisatie het recht heeft om te stemmen, dan wel stemadvies te geven. FSSS Prestatie-indicatoren: Sociaal FS13 Toegangspunten in dunbevolkte gebieden of gebieden met een economische achterstand.
22-23
● Geheel behaald
◑ Gedeeltelijk behaald
Uitleg van niet/partieel rapporteren
Niet beschikbaar
Er wordt nog niet op deze manier gemonitord.
Toelichting bij volledig rapporteren indien relevant
●
○
FS14 Initiatieven om mensen met een 29-30 beperking betere toegang tot de dienstverlening te verschaffen. FSSS DMA Productverantwoordelijkheid FS15 Beleid voor eerlijke ontwikkeling en 28-32 verkoop van financiële producten en diensten. FSSS Prestatie-indicatoren: Productverantwoordelijkheid 29-31 FS16 Initiatieven gericht op het vergoten van de financiële kennis gerangschikt naar type doelgroep (beneficiary).
Redenen van niet/partieel rapporteren
●
●
●
○ Niet behaald
Verantwoording toepassing GRI-indicatoren De indicatorentabel is gebaseerd op de richtlijnen voor duurzaamheidsverslaglegging van het Global Reporting Initiative (GRI). In dit maatschappelijk jaarverslag volgen we de door GRI officieel vastgestelde G3 richtlijnen. In de tabel staan de kernindicatoren van G3. De additionele indicatoren zijn, met uitzondering van enkele additionele indicatoren die door de Rabobank als materieel worden gezien, buiten beschouwing gelaten om de goede toepasbaarheid van de indicatoren in onze verslaglegging te kunnen waarborgen. In de tabel zijn naast de voor de Rabobank Groep relevante G3-kernindicatoren ook de indicatoren uit het sector supplement (Financial Services Sector Supplement - FSSS) opgenomen. De Rabobank Groep is van mening dat op het maatschappelijk jaarverslag 2008 het A+ niveau van de G3-richtlijnen van Global Reporting Initiative (GRI) van toepassing is. Dit is gecheckt en gevalideerd door GRI. Ook heeft er een derde partij check op de GRI-richtlijnen plaatsgevonden.
70
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Rapportageprincipes
Informatie op maat aanbieden In het verslag worden alle relevante ontwikkelingen in 2008 beschreven op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De informatie in het maatschappelijk jaarverslag is bestemd voor analisten ten behoeve van bedrijfsen duurzaamheidsbeoordelingen, investeerders, wetenschappers, medewerkers, en maatschappelijke organisaties. Een samenvatting van het maatschappelijk jaarverslag is als hoofdstuk opgenomen in het financieel jaarbericht. Voor de online publicatie van het maatschappelijk jaarverslag 2008 maken wij net als bij het maatschappelijk jaarverslag 2007 gebruik van zogenaamde facetnavigatie. Hiermee vergroten wij de transparantie en het gebruiksgemak voor de bezoeker van de jaarverslagensite. Facetnavigatie biedt de bezoeker de mogelijkheid informatie uit het maatschappelijk jaarverslag te groeperen en te doorzoeken op de onderwerpen waarin hij geïnteresseerd is. De bezoeker kan zelf de zoekresultaten verfijnen waardoor alleen die informatie verkregen wordt die hij of zij relevant vindt. Het online report van het maatschappelijk jaarverslag Rabobank Groep 2007 en de halfjaarrapportage Rabobank Groep 2008 zijn onderzocht door een onderzoeksbureau gespecialiseerd in onlinereporting en transparantie. Onderzocht zijn onder andere het gebruiksgemak en de mate waarin vertegenwoordigers van diverse stakeholdergroepen de informatie van hun gading konden vinden. Ook zijn evaluaties en ervaringen verzameld van bezoekers van de jaarverslagensite. De uitkomsten van het onderzoek hebben geleid tot verbeteringen in het online maatschappelijk jaarverslag Rabobank Groep 2008. Bovendien zal via de online rapportage van dit maatschappelijk jaarverslag een volledige integratie plaatsvinden van het financiëel jaarverslag en het maatschappelijk jaarverslag: de facetten van beide jaarverslagen hangen nauw samen en verwijzen naar elkaar. Naast publicatie door middel van facetnavigatie is het jaarverslag ook te downloaden in PDF-formaat. Het verslag bevat duidelijke structuuraanduiders, pagina- en paragraafverwijzingen en links naar informatie buiten het verslag op onze website of websites van andere relevante instanties. Ook is informatie te ontsluiten via de GRI-tabel (zie hierna onder G3 richtlijnen). Deze tabel verwijst naar de betreffende paginanummers in de PDF-versie en naar de specifieke facetten in het online report. Het is ook mogelijk om vanuit het maatschappelijk jaarverslag door te linken naar informatie buiten het verslag op de website www.rabobank.com of externe websites. Hierdoor ontstaat er meer dynamiek en interactie tussen de inhoud van het verslag en de informatie op website.
Focus van het maatschappelijk jaarverslag De focus van het maatschappelijk jaarverslag 2008 ligt op het strategisch kader dat de basis vormt voor de MVO-beleidsuitgangspunten en activiteiten voor de komende jaren (hoofdstuk 1). Deze prioriteiten worden ook uitgedrukt in nieuwe kernprestatie-indicatoren, Evengoed ligt onze focus bij de verdere integratie van MVO in onze bancaire producten en diensten (hoofdstuk 4), maatschappelijke betrokkenheid (hoofdstukken 5 en 6), de medewerkers (hoofdstuk 7) en verantwoorde bedrijfsvoering (hoofdstuk 8).
Overeenkomstig G3-richtlijnen Het maatschappelijk jaarverslag Rabobank Groep 2008 is gebaseerd op de verslaggevingsprincipes materialiteit, betrokkenheid van belanghebbenden en volledigheid, en op de G3-richtlijnen voor duurzaamheidsverslaggeving van het Global Reporting Initiative (GRI). Tevens is gebruik gemaakt van de Financial Services Sector Supplement (FSSS) van het GRI. Dit is een extra set prestatie indicatoren die specifiek van toepassing zijn voor de financiële sector.
71
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Het GRI hanteert ‘application levels’ voor de mate waarin zijn verslaggevingsprincipes en richtlijnen toegepast zijn. We zijn van mening dat op het maatschappelijk jaarverslag 2008 wederom het A+ niveau van de G3-richtlijnen van toepassing is. Met het oog op de transparantie is in dit verslag - en apart op www.rabobankgroep.nl/mvo - een GRI-indicatorentabel opgenomen. Hierin is aangegeven waar in het verslag of op internet over de GRI-indicatoren gerapporteerd wordt.
GRI principe: Materialiteit Bij het proces om materiële issues te identificeren wordt gebruik gemaakt van een brede range van bronnen, waarbij de belangen van stakeholders, maatschappelijke issues en trends, financiële over wegingen, en normen van ratinginstituten op systematische wijze worden betrokken. De inhoud van het maatschappelijk jaarverslag hebben we vastgesteld op basis van bilaterale gesprekken en schriftelijk verkeer met stakeholders, research naar belangrijkste issues in de media, internationale studies en conferenties over duurzaamheidsverslaggeving. Om het belang van de maatschappelijke issues uit de bovenstaande bronnen te kunnen bepalen is eerst een ‘long list’ van maatschappelijke issues samengesteld. Vervolgens zijn in meerdere sessies de issues gescoord op relevantie voor de stakeholders en impact op de Rabobank Groep. Als hulpmiddel hierbij is gebruik gemaakt van een matrix waarin de mate van relevantie van een bepaalde issue zichtbaar wordt. Mede op basis van het inzicht dat de matrix heeft opgeleverd zijn de onderwerpen bepaald die in dit verslag aan de orde komen. GRI principe: Betrokkenheid van belanghebbenden In hoofdstuk drie is de informatie opgenomen over onze contacten met uiteenlopende stakeholders over maatschappelijke issues. Dit hoofdstuk geeft een reactie op de door de stakeholders gesignaleerde issues en trends. Ook licht het zaken toe waarop de Rabobank Groep is aangesproken door stakeholders en wat de stand van zaken is met betrekking tot verschillende issues. Daarnaast komen nieuwe stappen in het beleid op het gebied van issuemanagement en stakeholderdialoog aan de orde. Tenslotte wordt inzicht gegeven in de vormen van overleg waaraan de Rabobank Groep deelneemt. Stakeholderdialoog vormt voor de Rabobank de belangrijkste informatiebron over wat de samenleving van de Rabobank Groep verwacht. Om die reden zijn de lezers van dit verslag uitgenodigd hun feedback op de inhoud te geven. GRI principe: Volledigheid De Rabobank draagt er zorg voor dat issues die op basis van stakeholdersdialoog zijn geselecteerd, zo breed mogelijk worden opgepakt en gemanaged worden daar waar zij in de organisatie een significante rol spelen. In hoofdstuk 1 van het verslag wordt een volledig beeld gegeven van de vertaling van de geconstateerde maatschappelijke issues (zie principe Materialiteit) naar strategie en beleid. De resultaten en de ontwikkeling van het beleid zijn beschreven in de overige hoofdstukken. De informatie omtrent beleid en praktische uitwerking is systematisch verzameld. Dit laatste gebeurt met het interne MVO-monitoringssysteem waarmee feiten en informatie verzameld wordt, en door de aanstelling van hoofdstukmanagers. De hoofdstukmanagers zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit, juistheid en volledigheid van het betreffende hoofdstuk. De Rabobank Groep probeert zo volledig mogelijke informatie over de gehele breedte van de organisatie in het verslag op te nemen. Dit duiden we aan met reikwijdte. Het maatschappelijk jaarverslag 2008 sluit wat betreft reikwijdte zoveel mogelijk aan op het verslag 2007. In combinatie met het algemeen jaarverslag 2008 van de Rabobank Groep biedt het informatie over financiële en niet-financiële gegevens overeenkomstig de wensen van onze stakeholders. In sommige gevallen verschilt de gekozen reikwijdte van het maatschappelijk jaarverslag van die van het algemeen jaarverslag. Alle onderdelen van de Rabobank Groep hebben informatie aangeleverd voor dit jaarverslag. In principe verstrekt het verslag dus informatie van alle groepsonderdelen. Daar waar de verslaglegging minder ver reikt en zich beperkt tot slechts één of enkele groepsonderdelen binnen of buiten Nederland is dat expliciet aangegeven. Dit is ook het geval wanneer er van een onderwerp geen volledig beeld kan worden gegeven. De onderwerpen die onder het hoofdstuk medewerkers aan de orde komen, hebben alleen betrekking op de situatie in Nederland. De gegevensverzameling bij lokale Rabobanken kent een separaat traject. Over nieuwe onderdelen rapporteren we volledig het jaar volgend op de acquisitie. Over afgestoten onderdelen rapporteren we niet meer vanaf het jaar van afstoten.
72
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
AA1000APS (2008) en AA1000AS (2008) In oktober 2008 heeft AccountAbility twee nieuwe standaarden uitgebracht die de oude AA1000AS standaard vervangen. De Rabobank beschouwt de nieuwe standaarden als een belangrijk middel waarmee onze MVO aanpak, verslaglegging en assuranceproces in overeenstemming gebracht kunnen worden met de verwachtingen, eisen en wensen die de stakeholders van onze organisatie hebben.
AA1000APS (2008) Accountability Principles Standard Hieronder geven we aan de hand van de drie principes ‘inclusiviteit, materialiteit, en responsiviteit’ een toelichting op de wijze waarop en de mate waarin Rabobank zich houdt aan de principes van de ‘AA1000 Accountability Principles Standard (2008)’.
Assurance inclusief AA1000AS (2008) Gelijk in het eerste jaar na het uitkomen van de nieuwe AA1000AS hebben we KPMG Sustainability gevraagd een Type 2 assuranceproces volgens AA1000AS (2008) uit te voeren. Het proces bevat het toetsen op de drie AA1000APS principes: inclusiviteit, materialiteit en responsiviteit naast het controleren van de inhoud van het verslag.
Inclusiviteit Voor een organisatie die verantwoording aflegt aan degenen waarop het een impact heeft en aan degenen die een impact op de organisatie hebben, interne en externe stakeholders, betekent inclusiviteit dat stakeholders een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de duurzaamheidsstrategie en activiteiten van de organisatie. Op basis van de informatie in hoofdstuk 3 is Rabobank van mening dat de processen voor stakeholderdialoog voldoen aan de door AA1000APS gestelde criteria, echter nog niet volledig op de volgende punten: - Rabobank voldoet vrijwel volledig aan het criterium met betrekking tot implementatie van een proces om interne stakeholderparticipatie te borgen. In 2008 zijn interne stakeholders geinterviewd om interne MVO-business cases te construeren. Deze interviews werden ondersteund met kennis en methodieken van Sustainability. In 2009 zal de Rabobank een interne MVO-dialoog starten met het hogere management. Dit kan als een volgende stap worden beschouwd in het proces om business cases te ontwikkelen en interne stakeholders te betrekken. - Ofschoon er een volledig overzicht is van relevante stakeholders en de wijzen van engagement is er geen volledig overzicht van contactfrequentie per stakeholder. Materialiteit Materialiteit betekent dat de relevantie en het belang van een issue voor de organisatie en haar stakeholders wordt bepaald. Een materiaal issue is een issue dat de besluitvorming, acties en prestaties van een organisatie en haar stakeholder beïnvloedt. Op basis van de informatie in hoofdstuk 3 is de Rabobank van mening dat processen voor het bepalen van materialiteit voldoen aan alle criteria. Hierbij maakt de Rabobank de kanttekening dat er internationaal veel aandacht is voor materialiteitsanalyse, maar dat er hiervoor geen uniform en formeel proces is ingericht. Responsiviteit Responsiviteit is de reactie van de organisatie op issues die door stakeholders worden aangedragen. Rabobank is van mening dat volledig wordt voldaan aan de criteria voor responsiviteit. Hierbij wordt de kanttekening gemaakt dat niet alle processen volgens welke reacties van stakeholders worden behandeld geformaliseerd zijn. Ook is de reactie niet altijd in overeenstemming met de wensen van een bepaalde stakeholder of stakeholdergroep. Hieraan ligt de grondslag dat de Rabobank te maken heeft met verschillende stakeholders, en daarmee ook met verschillende wensen en belangen.
73
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Technieken en berekeningsgrondslagen voor gegevensmetingen Proces van verzameling MVO-gegevens Het verzamelen van gegevens over maatschappelijk verantwoord ondernemen bij de onderdelen van de Rabobank Groep gebeurt op dezelfde wijze als voor het maatschappelijk jaarverslag 2007. Inhoudelijk is Directoraat MVO daarvoor verantwoordelijk en verzorgt Control Rabobank Groep de feitelijke informatieverzameling. De MVO-informatie van de groepsonderdelen en van lokale Rabobanken wordt verkregen met behulp van kwalitatieve en kwantitatieve vragenlijsten. Deze vragenlijsten zijn gebaseerd op externe richtlijnen die de Rabobank Groep onderschrijft (zie hoofdstuk 1), en op interne business principes en beleid. De MVO-coördinator van het desbetreffende groepsonderdeel of lokale Rabobank is verantwoordelijk voor het verzamelen en rapporteren. Ook worden gegevens uit centrale managementinformatiesystemen betrokken. CRG en Directoraat MVO voeren na aanlevering een plausibiliteitscheck uit. Audit Rabobank Groep verifieert de gegevens die in het maatschappelijk jaar verslag worden opgenomen. Indien aangeleverde gegevens niet volledig zijn kunnen deze in samen spraak met de geëxtrapoleerd worden. Daar waar dit het geval is is dat expliciet in het verslag vermeld. Berekening gegevens bedrijfsinterne milieuzorg De gegevens met betrekking tot de interne bedrijfsvoering van de Rabobank Groep zijn veelal gebaseerd op facturen of op registratie- en managementgegevens uit eigen managementinformatiesystemen of afkomstig van leveranciers. Voor de benodigde omrekeningen wordt gebruik gemaakt van factoren uit betrouwbare bronnen en van vastgestelde protocollen. Zo worden voor de omrekening van het elektriciteits- en gasverbruik naar TJ en CO₂ omrekeningsfactoren van SenterNovem gebruikt, wordt het gasverbruik in Nederland gecorrigeerd voor weersinvloeden met behulp van de graaddagengegevens van EnergieNed, en gebruiken we het Greenhouse Gas Protocol 8 (GHG) voor de omrekening van onze leasekilometers naar CO₂-uitstoot. Voor de berekening van onze CO₂-uitstoot (direct en indirect) hebben we een CO₂-inventaris opgezet volgens de GHG-methodiek. Onze CO₂-inventaris wordt aanvullend getoetst door KPMG.
Vergelijkbaarheid met vorige verslagen Aan het begin van dit jaarverslag staan de voornaamste gegevens die inzicht geven in de duurzaamheids prestatie van de Rabobank Groep op economisch, sociaal en ecologisch gebied. Deze zijn samengevoegd in het overzicht ‘Kerngegevens’ en te vergelijken met de gegevens vanaf 2005.
74
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Assurance-rapport
Aan de lezers van het Maatschappelijk jaarverslag 2008 van de Rabobank Groep.
Introductie De Raad van Bestuur van Rabobank Groep (verder: Rabobank) heeft ons verzocht zekerheid te verschaffen bij de informatie in het Maatschappelijk jaarverslag 2008 (verder: het Verslag). De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van het Verslag, inclusief het identificeren van de stakeholders en het bepalen van materiële onderwerpen. Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel te verstrekken bij het Verslag.
Context en reikwijdte Onze werkzaamheden waren gericht op het verschaffen van een redelijke mate van zekerheid: • dat de Rabobank de ‘AA1000 Accountability Principles Standard (2008)’ heeft toegepast zoals uiteengezet is op pagina 73; • dat het Verslag in alle van materieel belang zijnde aspecten betrouwbaar is, uitgaande van de rapportageprincipes zoals uiteengezet op pagina’s 71 en 72. De reikwijdte van onze opdracht is conform een ‘Type 2’ assurance opdracht zoals uiteengezet in de AA1000AS Asssurance Standard (2008) van AccountAbility. Voor de financiële data in de kerngegevens gemerkt met ● hebben onze werkzaamheden zich beperkt tot vaststelling dat deze data juist zijn overgenomen uit de gecontroleerde jaarrekening van Rabobank Groep. Om een volledig inzicht in de financiële resultaten en de vermogenspositie van de Rabobank Groep te verkrijgen, dient de lezer de gecontroleerde jaarrekening over 2008 te raadplegen.
Verslaggevingscriteria Rabobank past de criteria van AA1000APS (2008) toe voor elk van de drie principes inclusiviteit, materialiteit en responsiviteit, zoals uiteengezet op pagina 73. Bij het opstellen van het Verslag heeft Rabobank de ‘Sustainability Reporting Guidelines (G3) van de GRI toegepast zoals uiteengezet op pagina’s 71 en 72.
Assurance-standaarden We hebben onze opdracht uitgevoerd in overeenstemming met de Standaard 3410N ‘Assuranceopdrachten inzake maatschappelijke verslagen’ van het Koninklijk Nederlands Instituut van Register accountants (NIVRA) en de ‘AccountAbility AA1000 Assurance Standard (2008)’ (Type 2). Een redelijke mate van zekerheid in 3410N is consistent met een hoge mate van zekerheid volgens AA1000AS (2008). Onder andere vereisen deze standaarden de onafhankelijkheid en deskundigheid van het assurance team.
Onafhankelijkheid, onpartijdigheid en competenties Wij hebben onze opdracht uitgevoerd in overeenstemming met de ‘IFAC Code of Ethics for Professional Accountants’. Deze vereist onder andere dat zowel de leden van het assurance team als de assuranceorganisatie onafhankelijk zijn van de klant, inclusief het niet betrokken zijn bij het schrijven van het verslag. Deze Code bevat ook gedetailleerde eisen in relatie tot integriteit, objectiviteit, geheimhouding en professionele deskundigheid en gedrag. KPMG heeft interne systemen en processen om de naleving van deze Code te monitoren en mogelijke conflicten in relatie tot onafhankelijkheid te voorkomen.
75
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Wij hebben onze opdracht uitgevoerd met een multidisciplinair team inclusief specialisten in AA1000APS/AS, stakeholderdialoog, milieu, sociale en financiële aspecten, met ervaring in soortgelijke opdrachten in de financiële sector.
Werkzaamheden Onze werkzaamheden bestonden uit: • het evalueren van de resultaten van stakeholder-consultaties van Rabobank en het proces voor het bepalen van de materiële onderwerpen voor haar stakeholders; • het uitvoeren van een media-analyse en internetsearch in relatie tot Rabobank in de rapportageperiode; • het afnemen van interviews met relevante medewerkers op groepsniveau en bij entiteiten over strategie, het beleid, de communicatie en het management in relatie tot MVO en ook met andere medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de informatie in het Verslag; • het afnemen van interviews met een aantal vertegenwoordigers van externe stakeholdergroepen; • het controleren van de opzet en het bestaan en het toetsen van de werking van de systemen en processen van informatieverzameling en verwerking, waaronder de resultaten van interne monitorings rapportages en de aggregatie van gegevens tot informatie zoals opgenomen in het Verslag; • het controleren van de informatie in het Verslag aan de hand van interne en externe documenten, onder meer door in detail vast te stellen dat de in het Verslag opgenomen informatie overeenkomt met de informatie in de relevante onderliggende bronnen en dat alle relevante informatie uit deze onderliggende bronnen is opgenomen in het Verslag; • voor de financiële data in de kerngegevens aangeduid met ● vastgesteld dat deze op de juiste wijze zijn ontleend aan de door de accountant gecontroleerde jaarrekening over 2008 van Rabobank Groep; • het evalueren van de redelijkheid van de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de in het Verslag opgenomen toekomstgerichte informatie; • het evalueren of de informatie in het Verslag in lijn is met onze algemene kennis van en ervaring met MVO bij Rabobank. Tijdens ons onderzoek hebben wij de noodzakelijke wijzigingen in het Verslag besproken en hebben wij vastgesteld dat deze wijzigingen adequaat zijn verwerkt in de definitieve versie van het Verslag.
Conclusies 1. In relatie tot de AA1000APS (2008) principes van Inclusiviteit, Materialiteit en Responsiviteit Op basis van onze werkzaamheden concluderen wij dat Rabobank de AA1000APS (2008) principes heeft toegepast zoals dit uiteengezet is op pagina 73 van het Verslag. Zoals Rabobank heeft verklaard verdienen de volgende aspecten verdere aandacht: • In relatie tot het principe ‘Inclusiviteit’: - Verder betrekken van interne stakeholders door het starten van stakeholderdialoog met het hogere management; - Het vastleggen van de dialoogfrequentie per stakeholder. • In relatie tot het principe ‘Materialiteit’: - Het verder inrichten van een formele materialiteitsanalyse bij de internationale onderdelen van Rabobank. • In relatie tot het principe ‘Responsiviteit’: - Het formaliseren van het proces van terugkoppeling aan stakeholders; - Transparantie verhogen over hoe Rabobank de afwegingen tussen verschillende wensen en belangen van stakeholders meeneemt in haar beslissingen. 2. In relatie tot het Verslag Op basis van onze werkzaamheden concluderen wij dat het Verslag in alle van materieel belang zijnde aspecten betrouwbaar is, uitgaande van de rapportageprincipes zoals uiteengezet op pagina’s 71 en 72.
76
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Commentaar Aanvullend op de punten genoemd onder punt 1 heeft ons onderzoek geleid tot enkele belangrijke bevindingen voor de verbetering van het Verslag. Zonder dat deze bevindingen de strekking van ons assurance-rapport aantasten, verdienen de volgende zaken naar onze mening de aandacht: In 2008 heeft de Rabobank kernprestatie-indicatoren vastgesteld per kernthema. Deze worden in 2009 verder uitgewerkt en van doelstellingen voorzien. Bij het opstellen en uitvoeren van voorgaande doelstellingen bestond soms onduidelijkheid over het eigenaarschap van doelstellingen en was de betrokkenheid van de Groepsonderdelen soms beperkt. Wij adviseren om die reden bij de implementatie van de kernprestatie-indicatoren de verschillende groepsonderdelen te betrekken bij het vaststellen van de doelstellingen, de verantwoordelijkheden voor het behalen en monitoren van de doelstellingen vooraf te beleggen en bij de inrichting van het volgende verslag hiervan gebruik te maken. Rabobank heeft vier MVO-kernthema’s vastgesteld en gaat in 2009 weer een uitgebreide stakeholder consultatie houden. We adviseren Rabobank niet alleen de kernthema’s te toetsen bij de stakeholders, maar daarnaast de stakeholderconsultatie te gebruiken om andere onderwerpen (‘emerging issues’) te identificeren en te bespreken met de stakeholders.
Amsterdam, 27 mei 2009
KPMG Sustainability Drs. W.J. Bartels RA, partner
77
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Colofon
Uitgave Rabobank Nederland, Directoraat Communicatie Jaarberichtgeving De Rabobank Groep publiceert de volgende jaarberichtgeving in het Nederlands en Engels: - Jaarbericht 2008 (maart 2009) - Jaarverslag 2008 (april 2009) - Geconsolideerde jaarrekening 2008 (april 2009) - Maatschappelijk jaarverslag 2008 (juni 2009) - Jaarrekening Rabobank Nederland 2008 (april 2009) - Halfjaarverslag 2009 (augustus 2009) Alle jaarberichtgeving van de Rabobank Groep is online beschikbaar op: www.rabobank.com/jaarverslagen en www.rabobank.com/reports Contact
[email protected] Fotografie Op de omslagen van de jaarberichtgeving zijn bewerkte foto’s afgebeeld. Het idee voor deze fotografie bestaat uit twee lagen: een laag met omgeving en een laag met mensen. De mensen staan op de voorgrond en overlappen links en rechts met de verschillende leef- en werk omgevingen. Het onderstreept de diversiteit aan mensen en werelden, maar ook de onderlinge samenhang ertussen. Binnen deze diversiteit en samenhang opereert de Rabobank: betrouwbaar voor mensen en betrokken bij de leefwereld van mensen.
78
Rabobank Groep Verantwoord bankieren voor een duurzame toekomst 2008
Rabobank Groep Maatschappelijk jaarverslag 2008
www.rabobankgroep.nl