Onderwijssecretariaat van Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap Ravensteingalerij 3 bus 7 1000 Brussel tel. 02/506 41 50 fax 02/502 12 64
[email protected] www.ovsg.be
Volksmuziek Instrument: Hommel
Raamleerplan Deeltijds Kunstonderwijs – studierichting muziek
oktober 2010
1
Inhoudstafel 1. Inleiding 2. Doelstellingen 3. Gebruik van het leerplan 4. Materiële uitvoerbaarheid 5. Leerplan 6. Evaluatie 7. Bibliografie
oktober 2010
2
1. Inleiding De hommel is een snaarinstrument, ondergebracht bij de zithers met toets. In zijn boek “De hommel in de Lage Landen” (Uitgave Instrumentenmuseum Brussel 1976) geeft Hubert Boone een zeer interessante beschrijving van dit instrument. Het instrument werd vermeld in “Syntagma Musicum” van Michael Praetorius (1619) en in “Grondig ondersoek van de toonen der Musijk” van Klaas Douwes (1699). Alles wijst erop dat de hommel in de late middeleeuwen ergens in het Noorden van Europa is ontstaan en zich over een groot gedeelte van Centraal-, Noord- en West-Europa verspreidde. de
In onze streken was de hommel zeker in de 17 eeuw bekend. Het oudste bekend Vlaams exemplaar werd midden die eeuw gebouwd en werd in het stedelijk museum te Ieper bewaard. Kunsthistoricus Edmond Vander Straeten beschreef het instrument in 1868. Het overleefde echter de eerste wereldoorlog niet. Gelukkig was er een kopie van gemaakt die nu in het muziekinstrumentenmuseum (MIM) te Brussel ligt. Alles wijst erop dat de hommel wel algemeen, maar zeer onopvallend in Vlaanderen verspreid was. Alles bij elkaar zijn er slechts een dozijn Vlaamse instrumenten van vóór 1900 bewaard gebleven. Vóór WO I was er geen enkele afbeelding of zelfs een vermelding bekend (behalve deze van Edmond Vander Straeten). Het instrument werd gedurende WO I populair omdat soldaten met eenvoudige middelen zelf hun hommel bouwden om er mee te spelen aan het front. De hommel kreeg de toepasselijke naam “frontmandoline”. Na de oorlog groeide de populariteit. De hommel werd vooral in de huiskring gespeeld en was als dusdanig het enige instrument dat ook voor meisjes en vrouwen was weggelegd. Dorpsspelemannen lieten het instrument echter links liggen. Eind jaren 1930 raakte de hommel uit de mode. Sinds de jaren 1970 is er een revival. Negen op tien Vlaamse hommels waren diatonisch. Er werd met een stokje gespeeld. Ofschoon het over hetzelfde type instrument gaat, krijgt het in elke streek een andere naam. In West- en Oost-Vlaanderen, Antwerpen en West-Vlaams Brabant heette het een spinet. In MiddenBrabant en de Antwerpse kempen sprak men van een vlier en in Limburg, het Hageland en Zuid-Oost Antwerpen werd het blokviool, kloonviool of klompviool. Denigrerend sprak men ook van een krabkas. Sinds de jaren 1980 is de chromatische hommel in onze streken aan een steile opgang begonnen. Bij dit instrument lopen 2 melodiesnaren respectievelijk over een diatonische en een chromatische reeks frets. De snaren worden met de vingers ingedrukt. Heden ten dage wordt het instrument nog in Noorwegen (langeleik), Frans-Vlaanderen, de Vogezen (épinette) en Honarije (citera) bespeeld. In de VS kent men de hommel onder de naam dulcimer. Deze werd vooral in de Zuidelijke Apalachen verspreid.
oktober 2010
3
2. Doelstellingen
De leerlingen leren zowel de volksmuziek van bij ons als de volksmuziek uit ruimere Europese tradities kennen en spelen. Het repertoire omvat zowel traditionele als nieuw gecomponeerde muziek.
De leerlingen worden gemotiveerd en gestimuleerd tot het samen musiceren.
De leerlingen leren zowel imiteren als variëren om ten volle deel uit te maken van het folkgebeuren.
De hommelspeler leert zowel de diatonische als de chromatische hommel in al zijn aspecten kennen.
3. Gebruik van het leerplan
Dit leerplan is een graadsleerplan. Het leerplan is onderverdeeld in drie kolommen: o doelstellingen, o leerinhouden, o methodologische wenken. Het leerplan is ingedeeld in een aantal hoofdstukken.
4. Materiële uitvoerbaarheid Het betreft de minimale materiële vereisten die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van het leerplan. lokaal In het lokaal bevindt zich het nodige standaard didactisch materiaal:
een tafel stoel(en) aangepast aan de leerlingen in functie van het bespelen van hun instrument muziekstaander(s) spiegel (wenselijk) begeleidingsinstrument(en) (wenselijk) bord (wenselijk)
materiaal per leerlingengroep De leerlingen staan zelf in voor de nodige accessoires die bij hun instrument horen. (voetensteun, rietjes, …)
oktober 2010
4
5. Leerplan Lagere graad sectie jongeren / volwassenen Doelstellingen
Leerinhouden
De leerlingen kunnen op basis van de STEMMING: leerinhouden: leerlingen leren samen met de leerkracht het instrument - eenvoudige melodieën stemmen eerst op de diatonische op het gehoor hommel, daarna ook op met behulp van een stemapparaat de chromatische hommel spelen; HOUDING: - zowel op het gehoor als aanleren van de juiste speelhouding: van blad spelen. zittende houding instrument op tafel nadruk op functioneel spiergebruik, soepelheid
Methodologische wenken
leerlingen weten dat alternatieve houdingen mogelijk zijn
ATTITUDEVORMING: regelmaat / dagelijkse studie inoefening / verbetering / afwerking regelmatig naar (volks)muziek luisteren NOTATIE: gewone muzieknotatie (solsleutel) TECHNIEK: 1. diatonische hommel linkerhand: - juist gebruik van het traditioneel speelstokje - aanleren van de gebruikelijke versieringen: trillers, glissandi, voorslag rechterhand: - gebruik van het plectrum
oktober 2010
5
-
afzonderlijk aanslaan van melodie- en bourdonsnaren - consequent toepassen van trekkende en duwende bewegingen in functie van de maatsoort en de ritmiek 2. chromatische hommel linkerhand: - kennismaken met de chromatische toonschaal - spelen van eenvoudige melodieën met alle vingers en duim rechterhand: - idem diatonische hommel TOONAARDEN: diatonische hommel: C chromatische hommel: G HARMONIE: gebruiken van bijhorende bourdon bij bovenstaande toonaarden MAATSOORT/RITMIEK/METRIEK/TEMPO: 2/4, 4/4, 3/4, 6/8 REPERTOIRE: eenvoudige liederen en dansen in bovenvermelde maatsoorten, zowel traditioneel als hedendaags TOON:
aandacht voor de klankkwaliteit en de technieken om deze te optimaliseren
MUZIKALITEIT: in samenwerking met de leerkracht de partituur leren lezen en de muziek leren interpreteren
oktober 2010
6
GEHOORTRAINING: naast eenvoudig van blad spelen, zoveel mogelijk op het gehoor spelen INSTRUMENTKENNIS: kennis van de onderdelen van de hommel
oktober 2010
opnames meegeven of doorsturen
7
Middelbare graad Doelstellingen
Leerinhouden
Methodologische wenken
De leerlingen kunnen op basis van de STEMMING: leerinhouden: leerlingen stemmen hun instrument zelf - moeilijkere melodieën op leerlingen kunnen bourdonsnaren aan andere de diatonische en de toonaarden aanpassen chromatische hommel leerlingen kunnen, samen met de leerkracht, spelen; snaren vervangen - zowel op het gehoor naspelen als van blad HOUDING: spelen (aandacht voor verder uitdiepen en bewaken van de geheugenwerk). aandachtspunten van de lagere graad De leerlingen bouwen aan een repertoire.
ATTITUDEVORMING: verder uitdiepen en bewaken van de aandachtspunten van de lagere graad NOTATIE: idem lagere graad TECHNIEK: 1. diatonische hommel: linkerhand: - idem lagere graad - in een hoger tempo spelen rechterhand: - idem lagere graad 2. chromatische hommel: linkerhand: - grotere intervallen spelen - in een hoger tempo spelen - halve tonen spelen - gebruik maken van dubbelgrepen/akkoorden - versiertechnieken (o.a. „picking‟)
oktober 2010
8
rechterhand: - idem lagere graad TOONAARDEN: diatonische hommel: C - G chromatische hommel: G – g – D - d HARMONIE: idem lagere graad verstemmen van de bourdon om in andere toonaarden te kunnen spelen inzicht in de akkoorden MAATSOORT/RITMIEK/METRIEK/TEMPO: idem lagere graad aandacht voor het „in tempo‟ spelen REPERTOIRE: uitbouwen van een Vlaams, Waals en internationaal repertoire, zowel traditioneel als nieuw gecomponeerd, waaronder dansmuziek en liederen kennismaking met oude muziek
leerlingen bouwen aan een basisrepertoire volksmuziek („standards‟) om te kunnen samenspelen
TOON:
idem lagere graad
MUZIKALITEIT: aandacht voor: frasering, kleurschakering, dynamiek het leren vertellen van een muzikaal verhaal GEHOORTRAINING: idem lagere graad aandacht voor geheugenwerk
oktober 2010
9
SAMENSPEL: meerstemming samen spelen begeleiden van liederen
INSTRUMENTKENNIS: aandacht voor de geschiedenis van de hommel
oktober 2010
leerlingen zingen de liederen en begeleiden zichzelf daarbij
gezonde nieuwsgierigheid opwekken voor alle nieuwigheden m.b.t. de hommel
10
Hogere graad Doelstellingen De leerlingen vervolmaken zich tot veelzijdige hommelspelers. De leerlingen hebben een uitgebreid repertoire.
Leerinhouden
Methodologische wenken
STEMMING: leerlingen kunnen hun instrument zelfstandig speelklaar maken HOUDING: verder uitdiepen en bewaken van de aandachtspunten van de middelbare graad
spelen met het instrument op de knieën
ATTITUDEVORMING: verder uitdiepen en bewaken van de aandachtspunten van de middelbare graad NOTATIE: idem middelbare graad TECHNIEK: 1. diatonische hommel alhoewel de diatonische hommel belangrijk blijft, ligt het accent in de hogere graad meer op het bespelen van de chromatische hommel 2. chromatische hommel linkerhand: - idem middelbare graad - verder verfijnen van de techniek van de linkerhand rechterhand: - idem middelbare graad - verder verfijnen van de techniek van de rechterhand TOONAARDEN: idem middelbare graad modale toonaarden
oktober 2010
herstemmen van de bourdons en de melodiesnaren
11
HARMONIE: idem middelbare graad
zelf een tweede stem bij een bestaande melodie zoeken eigen werkjes componeren
MAATSOORT/RITMIEK/METRIEK/TEMPO: idem middelbare graad maatwisselingen asymmetrische maatsoorten REPERTOIRE: verder uitbouwen van het repertoire
deelnemen aan stages, bijeenkomsten van hommelspelers om nieuw repertoire te leren kennen
TOON:
idem middelbare graad
MUZIKALITEIT: leerlingen kunnen de muziek zelfstandig en correct interpreteren (tempi, frasering, versieringen,…) GEHOORTRAINING: idem middelbare graad
oktober 2010
SAMENSPEL: zie middelbare graad leerlingen kunnen een „bal‟ spelen
aanleren van een algemeen meerstemmig volksmuziekrepertoire (cfr. „standards‟) over de verschillende (instrument)klassen heen
INSTRUMENTKENNIS: idem lagere en middelbare graad kennismaken met de hommelfamilie in de wereld
beluisteren van CD‟s, bezoek aan musea, bezoek aan instrumentenbouwers
12
6. Evaluatie Lagere graad sectie jongeren / volwassenen
het repertoire omvat 4 werken en voldoet aan onderstaande criteria: 1 verplicht werk minstens 1 werk van eigen bodem minstens 1 werk op chromatische hommel er wordt zoveel mogelijk uit het geheugen gespeeld
Middelbare graad
het repertoire omvat 4 werken en voldoet aan onderstaande criteria: 1 verplicht werk minstens 1 werk van eigen bodem verschillende stijlen er wordt zowel op de diatonische als op de chromatische hommel gespeeld er wordt zoveel mogelijk uit het geheugen gespeeld het examen kan een vorm van samenspelen aannemen (liefst met een medestudent of met de leerkracht)
Hogere graad
concertje van minstens 20 minuten waarin verschillende stijlen muziek en zowel de diatonische als de chromatische hommel aan bod komen er wordt zoveel mogelijk uit het geheugen gespeeld het examen kan een vorm van samenspelen aannemen (liefst met een medestudent of met de leerkracht)
oktober 2010
13
7. Bibliografie Deze repertoirelijst is niet limitatief en kan naar eigen inzicht verder worden aangevuld.
ANDERT Werner, Die Hummel, ein vergessenes volkstümliches Instrument der Oberlausitz, in Volkskunst, 1957 BALY Jean-Loup & DUTERTRE Jean-François, L’épinette des Vosges, Méthode complete, S.A. Mougel, F.88340 Le Val d‟Ajol, 1986 BERTIAUX Jean, A la découverte de l’épinette boraine, catalogue de l‟exposition, Mons, van 12 tot 21 september 1992 BOERS J.C., De Hommel of Noordsche Balk, in Tijdschrift der Vereeniging voor Noord-Nederlandse muziekgeschiedenis, dl. 1, 1885 BOONE Hubert & Gabriël, De Brabantse Pinet, in Eigen Schoon en de Brabander, jg. 51, 1968 BOONE Hubert, De Hommel in de Lage Landen, Fritz Knuf, Postbus 720, NL 2707 Buren (Gld). 1976 BOSMANS Wim, Epinettes et cithares des Alpes. Hommels en zithers. Plucked dulcimers and zithers. Editions Mardaga et Musée des Instruments de Musique. 2001. IVè Département des Musées Royaux d‟Art et d‟Histoire, rue Montagne de la Cour, 2. B-1000 Brussel BRANDLMEIER Jozef, Handbuch der Zither, München, 1963 CLOSSON Herman, De la Bûche du Nord au Megyoum, in Revue musicale belge, 1933 DELAVAL Patrick + association Traces, L’épinette du Nord, centre socio-éducatif, Hazebrouck, 1997, 15 E. DERU André & LEGROS Thierry, in Instruments de fortune… lutherie populaire, FAMDT, Parthenay, 1998 DERU André & LEGROS Thierry, L’épinette en Wallonie et alentours, Exposition Salon Ambroisine, 1993 DUTERTRE Jean-François, « Accords élémentaires et claviers », in Gigue revue de folk, september, 1972 F.PUTNAM John, The Plucked Dulcimer and how to play it, Berea, 1964 FISCHER Claus-Jürgen, Musik für Einsteiger, Dulcimer, Epinette, Hummel, Kinderzither, Eres Musikverlag, Brème, 1968. Bevat een 45-toerenplaat. GROSSIER Jean, « L‟épinette dans la vallée des lacs », in Au pays des lacs. Arts et traditions des Hautes-Vosges, Gérardmer, 1960 GROSSIER Jean, Arts et traditions de la Vallée des Lacs par les Ménestrels de Gérardmer: « La bûche à musique, l‟épinette des Vosges », p 141 tot 158, Edition SAEP, Colmar-Kingersheim, 1978. Contient également une methode succincte d‟épinette par J.-F. Dutertre, p 159 tot 164, en partituren met traditionele melodieën, p 172 tot 215 J.RICHIE, Jean Ritchie’s Dulcimer People, New-York, 1975
oktober 2010
14
JACQUES Gérard, Luthiers et grandes dames de l’épinette ajolaise, Editeur: Jean-Marie Mougel, Maison de la Presse, 88340 Le Val-d‟Ajol, 1979, nieuwe editie 1983 JONC Jan Lieuwe de, « Bijzondere Muziekinstrumenten (II), De Noordse Balk », in De Friese koerier, 19 september 1952 JONC Jan Lieuwe de, « De Noordse balk », in Mens en Melodie. Juni, 1957 JONC Jan Lieuwe de, De Noardske Balke, Assen, 1942 KLEERKOOPER M.M., Noordsche Balk. In Taal en Litteren. Jg. IX, ‟s-Gravenhage, p 446 tot 449, 1899 LEDANG Olai Kai, « Instrument-Player-Musik on the Norwegian Folkmusic », in Studia instrumentorum Musica Popularis III, Stockholm, 1974 LEGROS Thierry & DERU André, in Instruments de fortune…lutherie populaire, FAMDT, Parthenay, 1998 LEWUILLON I., « Epinette Boraine. Epinette en vogue chez nous… avant 1935 », in publication trimestrielle du Cercle Dourois d’histoire locale & régionale, nummers 18 & 19, januari 1986 LONG Lucy, Plucked Dulcimer Finding Aid. (Washington, D.C.: Archive of Folk Culture, Library of Congress, 1998) LONG Lucy, The Negotiation of Tradition, Collectors, Community, and the Appalachian Dulcimer in Beech Mountain, North Carolina, Ph.D. dissertation, University of Pennsylvania, 1995 MACNEIL M., ed. Dulcimer Players News, Winchester, VA, 1975 MANGA Janos, La Musique populaire hongroise et ses instruments. Editions Corvina, Budapest, 1969 MICHEL Guy-Jean, L’épinette des Vosges, in Au Pays des lacs, arts et tradition des Hautes-Vosges, Gérardmer, 1960 MICHEL Guy-Jean, La fabrication de l’épinette des Vosges à Fougerolles et au Val-d’Ajol du XVIIIe au XXe siècle, in Mémoires de la société d’agriculture, lettres, sciences et arts de la Haute-Saône, Vesoul, 1968 MÛHLEMANN Lorenz, Die grosse Familie der Zithern – ein dokumentarisches Bilderbuch, Oberthal, 1993 MÛHLEMANN Lorenz, Die Zither in der Schweiz, Zytglogge Verlag Bern, Eigerweg 16, CH – 3073 Gümligen, 1999. 160 pages, zeer talrijke illustraties. MURPHY M., The Appalachian Dulcimer Book, St. Clairsville, OH, 1976 P.ABONDANCE / P. JACQUIER / M. ROBIN, Plans d’épinette des Vosges, instrumentenmuseum van het CNSM, Parijs, 1978 PICCARD Guido, « Louis Dullaerts, le meilleur épinettiste de la rue », in Pottins n° 7, maart 1989 PRAETORIUS Michael, 1619. Syntagma Musicum, tome II, De Organographia, Wolfenbüttel, 1617. Fac-simile chez Bärenreiter, p. 57, Kassel, 1958 RICHIE Jean, The DulcimerBook, Oak Publications, New-York, 1963 & 1974 SÁROSI Balint, Die Volksmusikinstrumente Ungars, Leipzig-VEB, Deutscher Verlag für Musik, Leipzig, 1966
oktober 2010
15
SEEGER Charles, (father of Pete), The Appalachian Dulcimer, Journal of American Folklore, IXXI, 40 pagina‟s, 1958 SEPIETER J.P., La musique du peuple flamand, Westhoek-Editions, 1981 SEVÅG Reidar, « Neutral tones and the problem of mode in Norwegian Folkmusic », in Studia Instrumentorum Musica Popularis 111, Stockholm, 1974 SMITH L.A, A Catalogue of Pre-revival Appalachian Dulcimers, Columbia, MO, 1983 SMITH L.A., Toward a Reconstruction of the Development of the Appalachian Dulcimer: What the Instruments Suggest, Journal of American Folklore, 385 pagina‟s., XCIII, 1980 SMITH R.L, Appalachian Dulcimer Traditions, Lanham, Md., 1997 SMITH R.L., The Story of the Dulcimer, Cosby, Tenn., 1986 TERLINCK Michel, Handleiding bij het bespelen van Hommel, Bruxelles, 1993: methode in het Nederlands VAN DE VOORDE Véronique, « A la découverte d‟un instrument populaire: l‟Epinette », in revue Terroir, n° 34, januari/maart 1989, Maison du folklore “Léon Maes”, Mouscron VAN DE VOORDE Véronique, « L‟épinette ce savoureux instrument populaire », in revue Terroir, n° 35, april/juni 1989 VAN DER MEER John Henry, Zither, in Die Musik in Geschichte und Gegenwart, dl. 14, Kassel, 1968 VANDER STRAETEN Edmond, Le Noordsche Balk du musée communal d’Ypres, Ypres, 1868 VERTKOV K. e.a., Atlas muzykal’nych instrumentov narodov SSSR, Moskva, 1963 WALIN Stig, Die Schwedische Hummel, Stockholm, Nordiska Museet Handlingar: 43., 1952. WEILAND G., Die Hummel in Niedersachsen, VI, 1900/01, 132
CD-LIJST
De Wentelsteen-muziek voor hommel (Michel Terlinck) MT 96001 Webbesnaren (Piccard en Masure) Alea WBM 21012 Muziekskes (Jan Smed) JS-01-CD Airekes (Jan Smed) MW CD 4019 Vingerspel en Voetenwerk (Het LimburgsDansorkest) LIDO 901-5523 La Langeleik-Norvège OCORA C 560145 L‟Epinette des Vosges-France OCORA C 560122 Musique du Monde-Ballades Françaises vol 2 (J.F. Dutertre) 92739-2 Blue Mountain Dulcimer (Christophe Toussaint) CT03 Masters of the Mountain Dulcimer vol 1 STM 103 CD
WEBSITES
epinette.free.fr www.vlier.net
oktober 2010
16