ADVIES Deeltijds kunstonderwijs
Op vrijdag 4 maart 2011 keurde de Vlaamse Regering ‘Kunst verandert!’ goed, een conceptnota rond de inhoudelijke vernieuwing van het deeltijds kunstonderwijs (DKO). De Vlaamse Jeugdraad beantwoordt de adviesvraag van minister Pascal Smet.
1
VLAAMSE JEUGDRAAD 01 juni 2011
ADVIES 11/10
ADVIES Deeltijds kunstonderwijs De Vlaamse Jeugdraad in vergadering op 01 juni 2011 onder voorzitterschap van Stijn Jacobs en waarbij aanwezig waren: Jo Baetens, Dagmar Beernaert, Hakim Benichou, Lieven Casteels, Lies Corneillie, Bert D’hondt, Jef Geboers, Mieke Nolf, Marlies Smit, Tom Van Den Borne, Liesbeth Vanneste Adviseert unaniem om: 1. garanties in te voeren op verdieping en verbreding van de verschillende disciplines; 2. de toeleidende rol van leerkrachten en kleuter‐ en leerplichtonderwijs naar het deeltijds kunstonderwijs (DKO) verder uit te werken; 3. het aanbod van het deeltijds kunstonderwijs aan te passen op basis van een brede bevraging onder kinderen en jongeren om diversiteit te garanderen; 4. de DKO‐vernieuwing te verbinden met het concept ‘Brede School’; 5. de DKO‐vernieuwing te integreren in het lokale cultuur‐ en jeugdbeleid; 6. DKO en de kunsteducatieve jeugdorganisaties goed te laten samenwerken; 7. de doelgroep kinderen en jongeren en andere belanghebbende organisaties te betrekken in de geplande focusgesprekken.
p.3 p.4 p.4 p.4 p.5 p.5 p.5
1. Situering De ideale verhouding cultuur – onderwijs houdt het Vlaamse beleid al enkele jaren bezig. In het najaar van 2007 verscheen het Bamfordrapport, een jaar later volgde ‘Gedeeld/Verbeeld’, het antwoord van het Ministerie van Onderwijs en Vorming. Beide rapporten schreven vaststellingen en conclusies neer over de plaats van cultuur in het onderwijs. In het najaar 2007 ging ook een werkgroep van start rond cultuureducatie. Die publiceerde eind 2008 ‘Verdieping/verbreding – Perspectieven voor inhoudelijke vernieuwing van het deeltijds kunstonderwijs’. Dit rapport omschrijft de maatschappelijke opdracht van het DKO in twee strategische doelstellingen: 1. Het organiseren van artistieke opleidingen voor de ‘actieve cultuurparticipant’. 2. Het bevorderen van kunst‐ en cultuureducatie in het kleuter‐ en leerplichtonderwijs. De conceptnota ‘Kunst verandert’, die nu voorligt, focust zich op de eerste doelstelling. 2
Voor de hervorming van het deeltijds kunstonderwijs zijn deze uitgangspunten prioritair: • tegemoetkomen aan de verwachtingen van de leerlingen; • kwaliteitsvol onderwijs blijven leveren; • meer flexibiliteit inbouwen en inspelen op de hedendaagse ontwikkelingen in de kunsten. De werkgroep wil deze uitgangspunten concreet maken door: • het DKO te beschouwen als één geheel,en dus niet meer apart een muziek‐ , teken‐, dans‐ of toneelacademie; • het DKO te verbreden en verdiepen; • differentiatiemogelijkheden te creëren; • het opleidingsaanbod te vernieuwen; • instroomdrempels in de muziekopleiding weg te werken. In het najaar van 2011 volgt een tweede nota die ingaat op de regionale samenwerkingsverbanden, het bevorderen van kunst‐ en cultuureducatie in kleuter‐ en leerplichtonderwijs, de personeelsgevolgen en het financiële raamwerk. Het nieuwe decreet DKO moet ingaan op 1 september 2013 en houdt rekening met een gefaseerde invoering.
2. Advies Bij de Vlaamse Jeugdraad vinden wij de conceptnota in het algemeen een positieve verandering. We ondersteunen in het bijzonder de keuze voor verschillende leerroutes, als antwoord op de verwachtingen van leerlingen, met name kinderen en jongeren. Aanvullend geven we volgende adviespunten: 2.1 Verdieping en verbreding Voer garanties in op verdieping en verbreding van de verschillende disciplines. De uitwerking van leertrajecten die graden en richtingen overschrijden en verbinden, schept mogelijkheden om jongeren aan te spreken. Nieuwe media zijn een meerwaarde in het pakket. Dit soort acties bevorderen het hedendaagse imago van de academies. Dat jongeren kunnen ‘shoppen’ tussen de verschillende disciplines vinden we een goede zaak. We vragen wel dat er genoeg aandacht blijft gaan naar de verdieping van een discipline en het aanleren van vaardigheden om een ‘kunst’ te beheersen. Competenties die al verworven zijn binnen amateurkunsten of –ervaringen bepalen mee de graad waarin een leerling begint. Dat is een hedendaagse benadering, die zorgt dat elke leerling volgens eigen talent en onafhankelijk van leeftijd op zijn niveau kan starten. 3
2.2 Onderwijs Werk de toeleidende rol van leerkrachten en kleuter‐ en leerplichtonderwijs naar het DKO verder uit . In 2008 gaven we advies op het rapport Bamford1 en toen al pleitten we voor een verplichte plaats van kunst en cultuur in het hele leerplichtonderwijs. We ondersteunen dan ook de verwachtingen die deze conceptnota op het vlak van kunst en cultuur stelt naar het kleuter‐ en leerplichtonderwijs. Maar hoe zullen leerkrachten omgaan met hun taak van toeleiding naar het DKO? We hopen dat ze ondersteuning gaan krijgen om goed om te gaan met artistieke talenten en interesses van leerlingen. Dat kan o.a. door meer aandacht voor kunst en cultuur binnen de lerarenopleiding of door bijscholing van nieuwe én ervaren leerkrachten. 2.3 Diversiteit Pas het aanbod van het deeltijds kunstonderwijs aan op basis van een brede bevraging onder kinderen en jongeren om de diversiteit in het DKO te garanderen. De nota besteedt aandacht aan de diversiteit van de leerlingen. Wij adviseren lokale peilingen naar de behoeften van diverse jongeren, ook zij die nog niet deelnemen aan het DKO. Het aanbod moet dus aangepast kunnen worden om een bredere groep op maat te bereiken. Voor sommige jongeren zal het bijvoorbeeld belangrijk zijn om het ‘schoolse’ karakter van bepaalde academies aan te passen. Een tweede manier om diversiteit te krijgen, is samenwerking met verschillende organisaties die bepaalde doelgroepen kinderen en jongeren bereiken. Deze werkingen kunnen een belangrijke toeleidende functie vervullen: zelforganisaties voor etnisch‐culturele minderheden, werkingen met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (WMKJ’s), het integratiecentrum, OCMW’s … In het kader van een breder bereik is het verder belangrijk om de vernieuwing van het DKO bekend te maken via een communicatiecampagne naar kinderen, jongeren en hun ouders. 2.4 Brede School Verbind de DKO‐vernieuwing met het concept ‘Brede School’. We zijn blij te lezen dat deze vernieuwing gekoppeld wordt aan de Vlaamse Kwalificatiestructuur en het EVC verhaal, maar hopen ook op een verbinding met het concept ‘Brede School’. Dit in het belang van een sterk netwerk tussen organisaties en diensten om samen het leren/leven van kinderen en jongeren vorm te geven en te ondersteunen.
1
http://www.vlaamsejeugdraad.be/advies/0811‐kunst‐en‐cultuureducatie‐en‐jongeren‐naar‐aanleiding‐van‐ het‐rapport‐bamford/
4
2.5 Lokaal cultuur‐ en jeugdbeleid Integreer de DKO‐vernieuwing in het lokale cultuur‐ en jeugdbeleid. In de conceptnota lezen we te weinig over de koppeling van de DKO‐vernieuwing met het lokale cultuur‐ en jeugdbeleid. We weten dat er hier al heel wat good practices rond bestaan. Toch willen wij dat elke academie gestimuleerd wordt tot samenwerking met het culturele veld van de eigen gemeente/regio. Ook in de vorm van inhoudelijke beleidsplanning. Zo kunnen de verschillende actoren afspraken maken over infrastructuur, materiaal en gemeenschappelijke belangen. Zeker nu ‘jeugdcultuur’ één van de Vlaamse beleidsprioriteiten voor het lokale jeugdbeleid is. 2.6 Samenwerkingsverbanden Stimuleer samenwerking tussen het DKO en kunsteducatieve jeugdorganisaties. Educatie is een belangrijk aspect van verschillende lokale werkingen: : kunsteducatieve (jeugd)organisaties, cultuurcentra, bibliotheken, amateurkunstverenigingen, jeugdorkesten, conservatoria... Een geïntegreerd en divers beleid bevordert samenwerking en complementariteit tussen het DKO en deze instanties. Zeker de bestaande kunsteducatieve jeugdorganisaties moeten tijdig en gepast betrokken raken in dit verhaal. Zij hebben de expertise om talent te herkennen, om te gaan met jongeren die geïnteresseerd zijn in kunst en cultuur, aanbod uit te werken volgens de interesse en kunde van het kind/de jongere. De domeinen cultuur, jeugd en onderwijs moeten duidelijk krijgen hoe iedereen zich binnen dit brede veld van kunst‐ en cultuureducatie positioneert, met het oog op wederzijdse verrijking. Het DKO en kunsteducatieve organisaties moeten per regio kijken wie welke rol opneemt. Prijszetting kan een knelpunt worden voor organisaties uit het niet‐formele veld die zich naar het dagonderwijs richten. Wanneer het DKO aan lage tarieven interessante trajecten kan opzetten voor het dagonderwijs bestaat het risico dat het andere veld door prijszetting wordt weggeduwd. Vele kunsteducatieve organisaties kunnen hun tarieven onmogelijk verlagen. Goede afspraken hierover dringen zich op. , 2.7 Focusgesprekken Betrek de doelgroep kinderen en jongeren en andere belanghebbende organisaties in de geplande focusgesprekken. De werkgroep plant focusgesprekken met leerkrachten, pedagogische begeleiders, directeuren en lerarenopleiders om betrokkenheid te genereren in dit traject. . De Vlaamse Jeugdraad wil hier graag twee groepen aan toevoegen: de gebruikers van het DKO, voor een groot deel kinderen en jongeren, en verschillende andere belanghebbende organisaties, zoals jeugdorkesten, jeugdorganisaties, conservatoria … Tenslotte kijken we uit naar de latere nota’s over de financiële uitwerking. We hopen dat de kostprijs voor de gebruiker daarin centraal staat. 5