NOORD–LIMBURGS INSTITUUT VOOR KUNSTONDERWIJS VZW
SCHOOLREGLEMENT DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS NIKO – Academie voor Podiumkunsten
1
Schoolreglement NIKO – Academie voor Podiumkunsten Inhoud Hoofdstuk 1 Toepassingsgebied
3
Hoofdstuk 2 Definities
3
Hoofdstuk 3 Inschrijvingen en inschrijvingsgelden
3
Hoofdstuk 4 Toelatingsvoorwaarden
5
Hoofdstuk 5 Vrijstellingen
6
Hoofdstuk 6 Aanwezigheden
6
Hoofdstuk 7 Lesverplaatsingen
7
Hoofdstuk 8 Orde en tucht
7
Hoofdstuk 9 Evaluatie en evaluatiefiche
8
Hoofdstuk 10 Examens
8
Hoofdstuk 11 Leerlingen en auteursrechten
8
Hoofdstuk 12 Activiteiten georganiseerd door de academie
9
Hoofdstuk 13 Initiatieven van de leerlingen en het onderwijzend personeel
9
Hoofdstuk 14 Uitlenen van instrumenten en uitlenen/ reproductie van werken
10
Hoofdstuk 15 Toezicht
10
Hoofdstuk 16 Gezondheid en veiligheid
10
Hoofdstuk 17 Privacy
10
Hoofdstuk 18 Vertrouwenspersoon
11
Hoofdstuk 19 Informatie en afspraken
11
Hoofdstuk 20 Gebruik van infrastructuur
12
2
Hoofdstuk 1 Toepassingsgebied Dit schoolreglement is van toepassing op alle leerlingen van de NIKO-Academie voor muziek, woord en dans en tevens op de ouders en/ of voogden van minderjarige leerlingen. Dit schoolreglement wordt aan de leerling of aan de ouders van de minderjarige leerling via de website www.nikovzw.be of via het secretariaat meegedeeld. Bij ondertekening van de inschrijving gaat de leerling akkoord met dit schoolreglement. De website www.nikovzw.be wordt aan de leerling tevens aangeboden als infobrochure. Alle nuttige info betreffende onze school kan je hier terugvinden.
Hoofdstuk 2 Definities Voor de toepassing van dit schoolreglement wordt verstaan onder: 1. Schoolbestuur: de inrichtende macht die verantwoordelijk is voor de NIKO-Academie voor Muziek, Woord en Dans nl. de Raad van Bestuur. 2. Directeur: de directeur van de academie of zijn afgevaardigde. 3. Leerling: de persoon die ingeschreven is aan de academie overeenkomstig de reglementaire toelatingsvoorwaarden. 4. Ouders: de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige onder hun bewaring hebben. 5. Aangetekend: met aangetekende brief of tegen afgifte van een gedateerd ontvangstbewijs. 6. Studierichting: in het deeltijds kunstonderwijs onderscheidt men de volgende studierichtingen: muziek, woordkunst en dans. 7. Optie: een samenhangend geheel van vakken dat tot doel heeft een specifieke opleiding te verschaffen. 8. Sectie: het geheel van leerjaren van een studierichting, enkel toegankelijk voor jongeren of volwassenen.
Hoofdstuk 3 Inschrijvingen en inschrijvingsgelden 1. De leerlingen worden uiterlijk 15 september van het lopend schooljaar ingeschreven. 2. Opmerkingen 1. Is de leerling al ingeschreven in dezelfde studierichting in een andere academie, dan moet dit steeds expliciet worden gemeld bij inschrijving. 2. Heeft de leerling reeds een attest of getuigschrift in een andere academie, dan moet dit expliciet worden gemeld bij inschrijving. 3. Inschrijvingsgelden 1. Een leerling betaalt het inschrijvingsgeld vastgelegd volgens de ministeriële bepalingen, vermeerderd met het bedrag vastgelegd door de inrichtende macht van het NIKO. Inschrijvingsgelden worden betaald per studierichting. De inschrijving van een leerling is slechts definitief na het betalen van het hierboven vermelde voorziene inschrijvingsgeld. De leerling die voor dezelfde studierichting in
3
2. 3. 4. 5.
meerdere academies is ingeschreven betaalt geen inschrijvingsgeld indien hij kan bewijzen dat hij in een andere instelling reeds betaald heeft. Echter dient de leerling dan wel de toelage te betalen die door de inrichtende macht werd vastgesteld. De inschrijvingsgelden kan je terugvinden op de website www.nikovzw.be Leerlingen die zich inschrijven voor het KINDERNIKO betalen hiervoor het inschrijvingsgeld vastgelegd door de inrichtende macht. Een leerling die gebruik kan maken van een verminderd tarief moet het vereiste attest voorleggen. In geval van moeilijkheden tot betaling moet de leerling zich wenden tot de directie. Het inschrijvingsgeld mag beschouwd worden als een uitgave voor kinderopvang en is dus fiscaal als dusdanig aftrekbaar.
4. Vermindering inschrijvingsgeld. 1.
Attest als de leerling: a) uitkeringsgerechtigd volledig werkloos is (attest voor het Deeltijds Kunstonderwijs van de RVA of VDAB); b) ten laste is van een werkloze (attest : zie 1a); c) een schoolverlater in wachttijd is (attest : zie 1a).
2.
Attest als de leerling a) als niet-werkende verplicht is ingeschreven als werkzoekende (attest voor het Deeltijds Kunstonderwijs van de RVA of VDAB); b) het bestaansminimum geniet (attest OCMW); c) ten laste is van een in 2a) of 2b) bedoelde persoon.
3.
Attest als de leerling a) gehandicapt is of ten minste voor 66 % arbeidsongeschikt is (attest Min. Soc.Voorzorg of ziekenfonds met vermelding van het RIZIV-nr., +66 % en periode van toekenning) of een vermindering van zelfredzaamheid met zes punten; b) recht heeft op een tegemoetkoming als mindervalide (attest : zie 3a); c) een jongere is uit de bijzondere jeugdzorg of erkend politieke vluchteling (attest van de bevoegde instantie); d) ofwel ten laste is van een in 3a, 3b of 3c bedoelde persoon.
4.
Attest als de leerling Studenten of scholieren van 18 jaar en ouder krijgen korting indien er voor hen kinderbijslag wordt uitbetaald vanaf september. Een attest van het kinderbijslagfonds geldt als enige bewijs.
5.
Gezinsattest a. Wanneer meerdere gezinsleden zich inschrijven in het NIKO of een andere DKO-instelling (beeldende kunst en/of muziek en/of woord en/of dans) betaalt enkel de eerste het volledige inschrijvingsgeld. b. Wanneer eenzelfde leerling meerdere studierichtingen volgt in een DKOinstelling (muziek/beeldende kunst/woord/dans) betaalt hij/zij enkel voor de
4
eerste studierichting het volledige inschrijvingsgeld. Voor alle volgende studierichting krijgt hij/zij korting. 6.
Opgelet 1. Lever het attest steeds af uiterlijk op 30 september. Indien de verificateur van de Vlaamse overheid de attesten geldig verklaart, wordt de vermindering terugbetaald. 2. De attesten van 1 t.e.m. 4 zijn niet cumuleerbaar onderling en/of met het "gezinsattest punt 5". 3. Leerlingen die muziek en woord en dans en beeldende kunst volgen, betalen telkens bij de start van het schooljaar het volledige inschrijvingsgeld. 4. Vraag de leerkracht een ontvangstbewijs voor elk afgegeven attest.
Hoofdstuk 4 Toelatingsvoorwaarden 1. In principe start een nieuwe leerling in het eerste leerjaar van de gekozen optie. Daarbij moet hij wel beantwoorden aan de leeftijdsvoorwaarden voor de studierichtingen: Art. 1 - In de studierichtingen dans moeten de leerlingen minimum 6 jaar zijn op 31 december van het lopende schooljaar (of ingeschreven in het 1ste leerjaar van het basisonderwijs). Art. 2 - In de studierichtingen woordkunst en muziek moeten de leerlingen minimum 8 jaar zijn op 31 december van het lopende schooljaar (of ingeschreven in het 3de leerjaar van het basisonderwijs). Art. 3 - Nieuw ingeschreven leerlingen voor de studierichtingen woordkunst, muziek of dans ouder dan 15 jaar worden ingeschreven in de sectie volwassenen. Art. 4 - Voor het project KINDERNIKO moet de leerlingen minimum 5 jaar zijn op 31 december van het lopende schooljaar (of ingeschreven in de laatste kleuterklas) 2. Om naar het volgende leerjaar te gaan moet de leerling geslaagd zijn voor alle proeven van het voorafgaande leerjaar. 3. In de lagere graad woordkunst en in de eerste drie leerjaren van de lagere graad dans stromen de leerlingen in volgens leeftijd. 4. In de studierichtingen Muziek, Woordkunst en Dans zitten leerlingen jonger dan 15 jaar in principe in de sectie jongeren. Vanaf 15 jaar zitten de leerlingen in de sectie volwassenen. Om pedagogische redenen kan de directeur ook leerlingen jonger dan 15 jaar (12- tot 14jarigen) toelaten tot de sectie volwassenen. Omgekeerd kunnen leerlingen ouder dan 15 jaar echter niet toegelaten worden tot de sectie jongeren. 5. Een leerling kan, op voorwaarde dat hij aan de toelatingsvoorwaarden voldoet: - tezelfdertijd meerdere studierichtingen volgen; - tezelfdertijd binnen een studierichting meerdere opties volgen met dien verstande dat éénzelfde vak slechts éénmaal moet gevolgd worden.
5
6. Wanneer een leerling in een ander leerjaar of optie wil instromen dan hij op basis van de gewone toelatingsvoorwaarden mag, kan de directeur in samenspraak met de betrokken vakleerkrachten een toelatingsperiode opleggen. Deze toelatingsperiode duurt maximaal tot 15 januari. De leerling volgt alle vakken van het leerjaar waarin hij wil terecht komen. Na die toelatingsperiode maken de directeur en de leerkrachten een attest op dat motiveert of de leerling het leerjaar verder kan blijven volgen of hij naar een ander leerjaar wordt doorverwezen.
Hoofdstuk 5 Vrijstellingen 1. Iedere leerling volgt alle vakken van een gekozen optie. 2. Een leerling kan een vrijstelling bekomen voor die vakken die reeds met vrucht werden gevolgd op een gelijkwaardig of hoger niveau van het voltijds secundair onderwijs, van het deeltijds kunstonderwijs, of van het kunstonderwijs met beperkt leerplan. 3. De directeur kan - in samenspraak met de betrokken leerkrachten - vrijstelling verlenen voor een vak om pedagogische redenen. Die vrijstelling wordt gestaafd met een attest. In geval van twijfel wordt door de directie het advies van de inspectie gevraagd. 4. Vrijstellingen op basis van een buitenlands diploma moeten altijd worden aangevraagd (niet-Nederlandstalige diploma’s moeten worden vertaald). 5. Een verkregen vrijstelling geldt voor de ganse duur van de opleiding indien ze werd verleend op basis van reeds gevolgde gelijkwaardige of hogere studies. In andere gevallen kan de vrijstelling voor één schooljaar gelden. Leerlingen die overzitten worden vrijgesteld voor het vak/de vakken waarvoor zij reeds slaagden indien zij van het betrokken leerjaar de proeven van alle vakken hebben afgelegd.
Hoofdstuk 6 Aanwezigheden 1. De leerlingen zijn verplicht de lessen regelmatig te volgen, behoudens in geval van ziekte of overmacht. Iedere afwezigheid moet gewettigd of gerechtvaardigd zijn. Ongewettigde afwezigheden kunnen aanleiding geven tot één van de sancties vermeld in hoofdstuk 8. 2. Behalve indien een leerling gewettigd afwezig is, neemt hij vanaf 1 september tot en met 30 juni deel aan alle lessen en activiteiten van het leerjaar waarin hij is ingeschreven. Indien de ongewettigde afwezigheden meer dan 1/3 van de lessen bedragen, kan men niet deelnemen aan de proeven. 3. Indien een leerling tijdens proeven afwezig is wegens ziekte, verwittigt hij onmiddellijk de leraar en moet hij steeds een medisch attest inleveren. 4. Wanneer een leerling om gelijk welke reden niet aan een proef kan deelnemen, kan hij steeds verplicht worden die achteraf af te leggen. 5. De leerlingen moeten de begin- en einduren van de lessen respecteren. Dit houdt in dat minderjarige leerlingen de academie niet kunnen verlaten tijdens de eventueel voorziene lesonderbrekingen. In uitzonderlijke gevallen kan een leerling die daarvoor een gewettigde reden heeft en bovendien een schriftelijke toestemming van de ouders (of voogd), de school voor de einduren verlaten. Dit kan enkel na toestemming van de betrokken leraar. 6. Indien de les niet doorgaat tengevolge van overmacht of een andere reden worden in volgorde de volgende maatregelen genomen: - de mededeling wordt geplaatst op de website van de academie www.nikovzw.be ;
6
-
de afwezigheid wordt aan de ingang van het desbetreffende gebouw (ad valvas) gemeld; Indien de leerling of ouder van minderjarige leerling een correct GSM nummer heeft doorgegeven aan het secretariaat zal er automatisch een berichtje worden verstuurd.
Hoofdstuk 7 Lesverplaatsingen 1. Een lesverplaatsing is elke les die niet doorgaat conform het door de school vastgelegde uurrooster. 2. Enkel de directeur kan lesverplaatsingen toestaan. 3. De leerlingen en/of ouders worden via de klasagenda of op een andere schriftelijk wijze van elke lesverplaatsing op de hoogte gebracht. 4. De lessen kunnen niet worden verplaatst naar een vakantiedag of wettelijke feestdag. 5. Een verplaatste les heeft de gebruikelijke duurtijd. Bij een lesverplaatsing van een groepsgericht individueel vak wordt bij voorkeur de samenstelling van de groep gerespecteerd.
Hoofdstuk 8 Orde en tucht 1. Een tuchtmaatregel kan worden opgenomen indien het gedrag van de leerling: - het ordentelijk verstrekken van opvoeding en onderwijs in gevaar brengt; - de verwezenlijking van het artistiek pedagogisch project van de school in het gedrang brengt; - de veiligheid of de hygiëne in het gedrang brengt; - ernstige of wettelijk strafbare feiten uitmaakt; - de naam van de instelling of de waardigheid van het personeel aantasten; - de instelling materiële schade toebrengt. 2. Volgende sancties kunnen worden toegepast: - een vermaning van de directeur, eventueel op voorstel van de leerkracht/ toezichter; - een tijdelijke uitsluiting door de directeur, eventueel op voorstel van de leerkracht/(toezichter); - een definitieve uitsluiting door de Raad van Bestuur op voorstel van de directeur. 3. Sancties worden als volgt meegedeeld: - een sanctie getroffen tegen een minderjarige leerling wordt door de directeur schriftelijk aan zijn/haar ouders meegedeeld met vermelding van de reden; - een sanctie getroffen tegen een meerderjarige leerling wordt schriftelijk door de directeur aan de betrokkene meegedeeld met vermelding van de reden; - de eerste twee vermelde sancties worden door de directeur eveneens meegedeeld aan het dagelijks bestuur. 4. De leerlingen laten het leslokaal bij het einde van de les in voldoende ordelijke staat achter. 5. De leerling is verantwoordelijk voor de schade die hij vrijwillig toebrengt aan:
7
a. lokalen, instrumentarium, meubilair of materiaal van de instelling of de leraar; b. materiaal of instrumentarium van andere leerlingen. Dit houdt in dat de schade indien mogelijk op zijn kosten moet worden hersteld.
Hoofdstuk 9 Evaluatie en evaluatiefiche Tijdens het schooljaar wordt tweemaal een schriftelijke evaluatie van elke leerling gemaakt aan de hand van een evaluatiefiche. De leerling en/of de ouders worden in kennis gesteld van deze evaluatie. De evaluatiefiche dient in geval van minderjarige leerling ondertekend door één of beide ouders terugbezorgd te worden aan de leraar in de loop van het tweede trimester.
Hoofdstuk 10 Examens - De examens worden georganiseerd overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen. - Aan het einde van ieder leerjaar worden tussen 15 mei en 30 juni overgangs- en eindproeven georganiseerd. Overgangsproeven worden georganiseerd aan het einde van een leerjaar. De eindproeven worden georganiseerd in het laatste leerjaar van de lagere, de middelbare en van de hogere graad. - Voor de vakken samenzang, dansinitiatie en artistieke training worden er geen proeven georganiseerd. - Er worden geen herkansingsproeven georganiseerd. - Van 15 augustus tot 15 september kunnen proeven worden georganiseerd voor leerlingen die om een gewettigde reden niet in staat waren deel te nemen aan de proeven. - De proeven worden afgenomen met gesloten deuren of in publieke zitting. - Voor "volwassenen" worden de eindproeven in aangepaste vorm afgenomen voor de vakken instrument en AMV in de lagere graad en in de optie samenspel, stemvorming in de overige graden. - De leerlingen zijn verplicht deel te nemen aan de proeven ingericht aan het einde van het leerjaar waarvoor zij zijn ingeschreven. - Wie meer dan 1/3 van de lessen niet heeft bijgewoond zonder gewettigde afwezigheid, wordt niet toegelaten tot de proeven en is derhalve niet geslaagd. - De leerling die bij de beoordeling voor elk vak ten minste 60% van de punten heeft behaald, beëindigt zijn leerjaar met vrucht. - De leden van de examencommissie worden op voorstel van de directeur door het Dagelijks Bestuur aangesteld. Niemand mag als lid van de examencommissie zitting hebben voor de proef van een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad. - Elke leerling bekomt op het einde van het schooljaar een evaluatiefiche, een attest of een getuigschrift op basis van de behaalde resultaten.
Hoofdstuk 11 Leerlingen en auteursrechten - De leerlingen en de academie respecteren te allen tijde het geldende auteursrecht. - Elk gebruik van partituren dat niet door het reproductierecht van de academie gedekt is, valt onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de kopies. -De academie heeft een licentieovereenkomst afgesloten met SEMU, de erkende beheersvennootschap van muziekuitgevers. De leerlingen eerbiedigen deze ten allen tijde. De voorwaarden waaronder door SEMU toestemming wordt verleend zijn:
8
• elke reproductie van een beschermd werk wordt gemaakt aan de hand van een origineel uitgegeven en aangekocht exemplaar van de muziekpartituur op grafische drager, dat in het bezit is van de academie of van de leerkracht; • de reproductie gebeurt uitsluitend op grafische drager, met uitdrukkelijke uitsluiting van elke digitale drager; • de reproductie wordt uitsluitend gebruikt binnen het Deeltijds Kunstonderwijs, binnen de lesactiviteiten, de examens en de andere activiteiten van de academie zoals bekend gemaakt in een officiële activiteitenkalender; • de reproductie mag enkel aan de personeelsleden en de leerlingen van de academie, doch niet aan derden ter beschikking worden gesteld. De onder deze overeenkomst gemaakte reproducties mogen onder geen enkel beding worden verkocht. Het maken van integrale reproducties van methode- en studieboeken valt niet onder deze toestemming. Bij officiële openbare proeven voor de graden L3 volwassenen, L4, M3 en H3 dient steeds minstens één origineel exemplaar in het examenlokaal aanwezig te zijn. Ingeval van collectieve vakken (bv. samenspel en instrumentaal ensemble) dient steeds minstens één originele set van partituren in het examenlokaal aanwezig te zijn.
Hoofdstuk 12 Activiteiten georganiseerd door de academie - De leerlingen worden schriftelijk -en in principe via hun klasagenda- uitgenodigd hun medewerking te verlenen aan openbare voorstellingen, tentoonstellingen of aan andere kunstmanifestaties die door de academie worden ingericht. Participerende leerlingen vallen volledig onder de schoolverzekering. - Buitenschoolse lesactiviteiten die door de academie worden georganiseerd voor minderjarige leerlingen, worden in principe via de leerling schriftelijk aan de ouders meegedeeld.
Hoofdstuk 13 Initiatieven van de leerlingen en het onderwijzend personeel - Alle teksten die leerlingen of leden van het onderwijzend personeel in de academie wensen te verspreiden, moeten vooraf ter goedkeuring aan de directeur worden voorgelegd. - Een geldomhaling in de academie door de leerlingen of leden van het onderwijzend personeel kan slechts gebeuren na schriftelijke goedkeuring van de directeur. - Leerlingen en leden van het onderwijzend personeel die deelnemen aan kunstmanifestaties buiten de academie en daarbij de naam van de academie willen gebruiken, moeten daarvoor de schriftelijke toestemming van de directeur bekomen. - Activiteiten die door leraars, leerlingen of derden, op eigen initiatief en zonder medeweten van de academie of haar directeur worden georganiseerd voor een bepaalde leerlingengroep, vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de academie.
9
Hoofdstuk 14 Uitlenen van instrumenten Binnen de voorwaarden zoals vastgelegd in het ‘huurcontract instrument’ kunnen aan de leerlingen bepaalde instrumenten in bruikleen worden gegeven.
Hoofdstuk 15 Toezicht Het schoolbestuur verzekert in de mate van het mogelijke het toezicht. Gelet op de uitgestrektheid van het lesgebied en de vele locaties van het NIKO, betekent dit echter in de praktijk vaak het ontbreken van toezicht anders dan dat van de leraar in de les. De leraren zijn telkens minimaal 5 minuten voor en na de lessen in de locatie aanwezig. De leerlingen komen maximaal 5 minuten, maar wel tijdig voor de les toe op de leslocatie. De leerkracht is enkel verantwoordelijk voor toezicht binnen het leslokaal. Indien een leerling vroegtijdig de les wenst te verlaten dienen de ouders van een minderjarige leerling dit schriftelijk te melden aan de leerkracht.
Hoofdstuk 16 Gezondheid en veiligheid -
-
In het geval dat een leerling of iemand uit zijn gezin wordt getroffen door een besmettelijke aandoening, bespreekt de leerling/ouders daarom met de behandelende arts of de aanwezigheid van de leerling in de academie een gevaar kan zijn of geweest zijn voor de gezondheid van andere leerlingen/personeelsleden. Indien dit het geval is, doet de leerling/ouders melding bij het secretariaat/preventieadviseur. De academie neemt de gepaste maatregelen. Binnen de volledige instelling, met inbegrip van zowel de gebouwen als de speelplaatsen en andere open ruimte is het verboden: a) Te roken, b) Roesopwekkende middelen (zoals alcohol, drugs, …) te gebruiken of in de academie binnen te brengen. c) Enig voorwerp als wapen te gebruiken of wapens in de academie te brengen. d) Leerlingen mogen zich niet in de academie aanbieden onder invloed van roesopwekkende middelen (zoals alcohol, drugs, …)
Hoofdstuk 17 Privacy Algemeen
Het schoolbestuur leeft de verplichtingen na die voortvloeien uit de privacywetgeving.
Meedelen van leerlingengegevens aan derden De school zal geen leerlingengegevens meedelen aan derden, tenzij voor de toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling. Afbeeldingen van personen Afbeeldingen van leerlingen kunnen worden gepubliceerd. De betrokken leerlingen of ouders kunnen schriftelijk hun toestemming weigeren.
10
Hoofdstuk 18 Vertrouwenspersoon Het schoolbestuur heeft Karl Meermans, preventieadviseur, aangesteld als vertrouwenspersoon binnen de school. Hij is bevoegd voor het ontvangen en opvolgen van klachten over grensoverschrijdend gedrag. Het kan gaan over geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag.
Hoofdstuk 19 Informatie en afspraken Praktische afspraken i.v.m. organisatie en werking van de academie worden opgenomen op de website die onlosmakelijk deel uitmaakt van dit schoolreglement. Het betreft: -
openingsuren van de academie en openingsuren van het secretariaat; verlof- en vakantieregeling; wie is wie (schoolbestuur, directeur, lerarenkorps, ….); pedagogisch college; vriendenkring; huurcontract uitlenen van instrumenten;
Het schoolreglement en het reglement lesverplaatsingen zijn te allen tijde raadpleegbaar op het schoolsecretariaat en op de schoolwebsite.
Hoofdstuk 20 Gebruik van infrastructuur -leerlingen kunnen mits toestemming van de directeur een lokaal gebruiken om zich in het kader van hun opleiding te vervolmaken. De aanvraag gebeurt via het secretariaat. -de aanvrager is steeds verantwoordelijk voor de sleutel, de orde van het lokaal, schade en andere onregelmatigheden die eventueel vastgelegd worden.
11