Schoolreglement Academie MWD Maasmechelen
Inhoud - Schoolreglement Academie MWD Maasmechelen Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Hoofdstuk 2 Begrippen Hoofdstuk 3 Organisatie van de lessen Hoofdstuk 4 Inschrijving en financiële bijdrage Hoofdstuk 5 Toelatingsvoorwaarden Hoofdstuk 6 Vrije leerlingen Hoofdstuk 7 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Hoofdstuk 8 Te volgen vakken en vrijstellingen Hoofdstuk 9 Activiteiten georganiseerd door de academie Hoofdstuk 10 Aanwezigheid Hoofdstuk 11 Afwezigheid van de leerling Hoofdstuk 13 Lesverplaatsingen Hoofdstuk 14 Agenda Hoofdstuk 15 Evaluatie Hoofdstuk 16 Examens Hoofdstuk 17 Gedragsregels Hoofdstuk 18 Gezondheid en veiligheid Hoofdstuk 19 Kleding Hoofdstuk 20 Materiële bezittingen en vandalisme Hoofdstuk 21 Gebruik van infrastructuur Hoofdstuk 22 Uitlening van muziekinstrumenten of kleding Hoofdstuk 23 Initiatieven van leerlingen of personeel Hoofdstuk 24 Sancties Hoofdstuk 25 Toezicht Hoofdstuk 26 Verzekering Hoofdstuk 27 Auteursrechten Hoofdstuk 28 Privacy Hoofdstuk 29 Grensoverschrijdend gedrag Hoofdstuk 30 Klachtenprocedure
3 3 4 4 6 7 8 8 9 9 10 12 12 13 13 16 16 17 18 18 18 19 20 21 21 21 22 23 23
GEDRAGSCODE ICT Hoofdstuk 1 Draagwijdte en toepassingsgebied Hoofdstuk 2 Eigendom en verantwoordelijkheid Hoofdstuk 3 Toegang en bescherming Hoofdstuk 4 Verboden Hoofdstuk 5 Controle Hoofdstuk 6 Sancties
24 24 24 24 25 26 27
2
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1
Dit schoolreglement (en eventuele wijzigingen) is van toepassing op alle leerlingen van de academie voor Muziek, Woordkunst & Dans Maasmechelen en op de ouders van de minderjarige leerlingen.
Artikel 2
Dit schoolreglement wordt via de infobrochure overhandigd aan de leerling of de ouders van de minderjarige leerling. Zij tekenen voor akkoord en ontvangst op het inschrijvingsdocument. Wijzigingen aan deze documenten worden eveneens aan de leerling/ouders meegedeeld.
Artikel 3
Elke leerling ontvangt jaarlijks bij inschrijving een infobrochure en voor minderjarige leerlingen een agenda met praktische informatie voor het betreffende schooljaar. Deze infobrochure en agenda --samen met het Artistiek Pedagogisch Project van de Academie voor MWD --- maken deel uit van het schoolreglement en zijn op de website van de Academie terug te vinden.
Hoofdstuk 2 Begrippen Artikel 4
Voor de toepassing van dit schoolreglement wordt verstaan onder: 1.
Academie: Het pedagogisch geheel waar deeltijds kunstonderwijs wordt georganiseerd en dat onder leiding staat van een directeur. De academie omvat: - de hoofdinstelling: De Academie voor Muziek, Woordkunst & Dans, Zetellaan 50, 3630 Maasmechelen, verder als MWD weergegeven. - de wijkafdelingen: Meer info op de website en de infobrochure.
2.
Schoolbestuur: De instantie die verantwoordelijk is voor de academie, namelijk de gemeenteraad van de gemeente Maasmechelen. Inzake daden van dagelijks beheer is het college van burgemeester en schepenen van die gemeente bevoegd.
3.
Directeur: De directeur van de academie of zijn afgevaardigde.
4.
Leerling: De persoon die ingeschreven is aan de academie overeenkomstig de reglementaire toelatingsvoorwaarden.
5.
Ouders: De personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige onder hun bewaring hebben.
6.
Artistiek-Pedagogisch Project (APP): Het geheel van de fundamentele uitgangspunten dat het schoolbestuur voor de academie en haar werking heeft bepaald.
7.
Infobrochure: Jaarlijkse brochure met praktische informatie over de organisatie en de werking van de academie voor het betreffende schooljaar.
8.
Agenda: een onderdeel van het leerlingvolgsysteem dat de academie hanteert en waarin praktische informatie over de organisatie en de werking van de academie voor het betreffende schooljaar terug te vinden is. Het is het communicatiemiddel bij uitstek tussen academie en
3
ouders. Jongeren zijn verplicht de schoolagenda te gebruiken. Volwassenen (+ 18) hebben de vrije keuze tot gebruik. 9.
Aangetekend: Met aangetekende brief of tegen afgifte van een gedateerd ontvangstbewijs.
Hoofdstuk 3 Organisatie van de lessen Artikel 5
Het schooljaar start op 1 september en de laatste lesdag valt ten laatste op 30 juni.
Artikel 6
De openingsuren van het secretariaat en de bibliotheek worden in het begin van elk schooljaar via de infobrochure en/of website bekend gemaakt. Ook de lesuren van de collectieve vakken staan in de infobrochure, individuele lessen worden met de leraren afgesproken.
Artikel 7
De vakantieregeling wordt in het begin van het schooljaar schriftelijk bekend gemaakt. De leerlingen moeten er rekening mee houden dat een vakantieperiode doorgaans begint op een maandag. De zaterdag voorafgaand aan een vakantie wordt er nog les gegeven, tenzij anders vermeld in de vakantieregeling. De regeling met betrekking tot verlengde weekends kan afwijken van de regeling in het dagonderwijs.
Artikel 8
Een lesuur bestaat uit 60 minuten.
Artikel 9
Voor de individuele vakken (studierichtingen Muziek en Woordkunst) krijgen de leerlingen een uur les per groep van 2, 3 of 4 leerlingen. Talentleerlingen, kunnen na afspraak over bijkomende vakken en andere verwachtingen (bv. wedstrijden) en goedkeuring van de directeur, een uur individueel instrument of zang krijgen.
Artikel 10 De lessen zijn niet toegankelijk voor ouders of derden, tenzij na akkoord van de leraar en de directeur.
Hoofdstuk 4 Inschrijving en financiële bijdrage Artikel 11 De leerlingen worden ingeschreven vóór 15 september van het betreffende schooljaar, tenzij de directeur een uitzondering toestaat. Artikel 12 §1. Is de leerling al ingeschreven in dezelfde studierichting in een andere academie, dan moet dit steeds expliciet worden gemeld bij inschrijving.
4 §2. Door in te schrijven verklaart de leerling of ouder van de minderjarige leerling het schoolreglement ontvangen te hebben en te zullen naleven.
Artikel 13 Maximaal aantal inschrijvingen De directie kan de inschrijvingen voor bepaalde cursussen beperken volgens het beschikbare lesurenpakket en de bezettingsgraad van de klassen. Als het maximum bereikt is, wordt de kandidaat-leerling op een wachtlijst ingeschreven. Artikel 14 Tweede instrument of tweede optie Leerlingen kunnen zich voor een tweede instrument of een tweede optie slechts inschrijven, na akkoord van de directeur. Zij worden in eerste instantie op een wachtlijst ingeschreven. Indien er voldoende plaats is, kunnen ze daadwerkelijk worden ingeschreven. Begin oktober wordt hierover door de directeur beslist. In de studierichting Woordkunst & Dans kunnen, indien voldoende plaats is, maximaal twee opties gevolgd worden vanaf de middelbare graad. Meer info en de voorwaarden staan in de infobrochure. Artikel 15 Inschrijvingsgeld 1° De inschrijving van een leerling is slechts definitief na het betalen van het wettelijk voorziene inschrijvingsgeld. 2° Een leerling betaalt het inschrijvingsgeld vastgelegd volgens de ministeriële bepalingen en het bijkomende inschrijvingsgeld en modaliteiten (Cultuurpas) jaarlijks vastgelegd door het schoolbestuur. 3° Inschrijvingsgelden worden betaald per studierichting. Een leerling kan een of meer vakken van dezelfde studierichting in een andere instelling volgen. De leerling betaalt geen inschrijvingsgeld indien hij kan bewijzen dat hij in de andere instelling reeds betaald heeft. 4° Leerlingen die zich inschrijven voor een eventueel tijdelijk project betalen hiervoor ook het inschrijvingsgeld (tenzij uitdrukkelijk anders vermeld). Hiervoor gelden dezelfde tarieven en verminderde tarieven. 5° In geval van moeilijkheden tot betaling moet de leerling of ouder zich wenden tot de directie. 6° Een leerling kan worden geweigerd indien hij het gevraagde inschrijvingsgeld niet tijdig betaalt. 7° Het inschrijvingsgeld mag worden beschouwd als een uitgave voor kinderopvang en is dus fiscaal als dusdanig aftrekbaar voor leerlingen jonger dan twaalf jaar. 8° Inschrijvingsgelden worden niet terugbetaald. Artikel 16 Verminderd inschrijvingsgeld §1 Volgende personen en de personen die zij ten laste hebben, komen in aanmerking voor een verminderd inschrijvingsgeld als ze het daartoe vereiste document voorleggen: 1° Werklozen: een attest afgeleverd door VDAB / RVA / FOREM / ONEM dat aantoont dat hij/zij uitkeringsgerechtigd volledig werkloos is of ermee gelijkgesteld. Attesten zijn pas geldig vanaf 1 september. 2° Leefloner: een officieel attest van het OCMW/CPAS of een attest ‘inkomensgarantie voor ouderen’ of ‘rentebijslag’, 3° Personen met een handicap: attest van de mutualiteit waaruit een arbeidsongeschiktheid van ten minste 66 % blijkt en met vermelding van een RIZIV-nummer en de geldigheidsperiode. Ook attesten waarop ‘vermindering van het verdienvermogen tot één derde of minder dan…’ is aangeduid, zijn geldig evenals attesten waarbij ‘de mate waarin de handicap of aandoening lichamelijke en geestelijke gevolgen heeft’ ten minste 4 punten bedraagt, 4° Studenten tussen 18 en 24 jaar: een attest van het kinderbijslagfonds waaruit blijkt dat er voor hen kinderbijslag is uitbetaald in september, 5° Residenten van een gezinsvervangend tehuis of van een medisch-pedagogische instelling: een verklaring van de directie, 6° Erkende politieke vluchtelingen: officieel attest dat aantoont dat hij/zij het statuut van erkend politiek vluchteling heeft.
5
Een persoon die ten laste is van een werkloze, leefloner, persoon met een handicap of erkend politiek vluchteling, moet ook een document ‘samenstelling van het gezin’ voorleggen dat wordt afgeleverd door het gemeentebestuur. §2 Een leerling die de leeftijd van 18 jaar niet bereikt heeft op 31 december van het schooljaar in kwestie, betaalt het verminderde inschrijvingsgeld: 1° indien een ander lid van dezelfde leefeenheid (hoofdverblijfplaats op hetzelfde adres) het inschrijvingsgeld reeds heeft betaald in dezelfde of in een andere academie voor deeltijds kunstonderwijs, 2° voor iedere extra inschrijving in een andere studierichting in dezelfde of in een andere academie voor deeltijds kunstonderwijs. Attesten of een verklaring (gedateerd en met handtekening) dienen bij inschrijving in orde te zijn. Alleen dan is er een vermindering van het inschrijvingsgeld mogelijk. Artikel 17 Opleidingscheques Leerlingen kunnen, indien mogelijk, voor de betaling van het inschrijvingsgeld alleen een beroep doen op opleidingscheques voor werknemers voor opleidingen die passen in het persoonlijk ontwikkelingsplan in het kader van loopbaanbegeleiding. De leerling bezorgt bij inschrijving aan de academie een attest ‘opleiding in het kader van het persoonlijk ontwikkelingsplan’ dat is ingevuld door een erkende begeleidingsverstrekker en de VDAB. Artikel 18 Extra bijdragen Het schoolbestuur kan een bijdrage vragen voor kosten die worden gemaakt in het kader van de opleiding of om de opleiding te verlevendigen, zoals: - de aankoopprijs van een agenda (indien van toepassing), - de aankoopprijs van materiaal en benodigdheden (indien van toepassing), - de aankoopprijs van aangepaste kledij (indien van toepassing), - de aankoopprijs van boeken en partituren (indien van toepassing), - kosten voor SEMU (indien van toepassing), - kopiekosten (indien van toepassing), - deelnamekosten bij pedagogisch-didactische uitstappen, - de kosten bij projecten, - de kosten bij feestactiviteiten.
Hoofdstuk 5 Toelatingsvoorwaarden Artikel 19 §1. Iedere leerling moet beantwoorden aan de minimum leeftijdsvoorwaarden voor de betreffende studierichting: - In de studierichtingen dans moet de leerlingen minimum 6 jaar zijn op 31 december van het lopende schooljaar, of ingeschreven zijn in het 1ste leerjaar van het basisonderwijs. - In de studierichtingen muziek en woordkunst moeten de leerlingen minimum 8 jaar zijn op 31 december van het lopende schooljaar, of minstens twee volledige schooljaren ingeschreven zijn in het lager onderwijs. §2 In principe start een leerling in het eerste leerjaar van de gekozen optie. In de eerste drie leerjaren
6
van de lagere graad woordkunst en in de eerste drie leerjaren van de lagere graad dans stromen de leerlingen volgens leeftijd in. §3 In de studierichtingen muziek, woordkunst en dans worden leerlingen die op 31 december van het lopende schooljaar jonger zijn dan 15 jaar, in principe ingeschreven in de sectie jongeren. Vanaf 15 jaar worden de leerlingen ingeschreven in de sectie volwassenen. Om pedagogische redenen kan de directeur ook leerlingen jonger dan 15 jaar (12- tot 14-jarigen) toelaten tot de sectie volwassenen. Omgekeerd kunnen leerlingen ouder dan 15 jaar niet toegelaten worden tot de sectie jongeren. §4 Om naar het volgende leerjaar te kunnen gaan, moet de leerling geslaagd zijn voor de proeven van het voorafgaande leerjaar. Artikel 20 Toelatingsperiode §1 Wanneer een leerling in een ander leerjaar of een andere optie wil instromen dan hij op basis van de gewone toelatingsvoorwaarden mag, kan de directeur in samenspraak met de betrokken vakleerkrachten een toelatingsperiode opleggen. Deze toelatingsperiode start bij het begin van het schooljaar en eindigt uiterlijk op 1 november van het lopende schooljaar. De leerling volgt de vakken van het leerjaar waarin hij wil terecht komen. Na die toelatingsperiode maakt de betrokken leraar een attest op dat motiveert of de leerling het leerjaar verder kan blijven volgen of wordt doorverwezen naar een ander leerjaar. Dit wordt voorgelegd aan de directeur ter goedkeuring. §2 Leerlingen kunnen enkel tot deze toelatingsperiode worden toegelaten indien ze voldoen aan volgende voorwaarden: - voor de lagere graad: de leeftijd van 8 jaar bereikt hebben, - voor de middelbare graad: de leeftijd van 12 jaar bereikt hebben of ingeschreven zijn in het secundair onderwijs, - voor de hogere graad: de leeftijd van 15 jaar bereikt hebben of ingeschreven zijn in het 4de leerjaar van het secundair onderwijs. Artikel 21 Een leerling kan, op voorwaarde dat hij aan de toelatingsvoorwaarden voldoet: - tezelfdertijd meerdere studierichtingen volgen, - tezelfdertijd binnen een studierichting meerdere opties volgen met dien verstande dat één zelfde vak slechts éénmaal moet worden gevolgd, - veranderen van optie en/of leerjaar tot 1 november van datzelfde schooljaar. Artikel 22 Leerlingen die in het laatste jaar lagere graad enkel geslaagd zijn voor AMV, kunnen toch doorstromen naar de middelbare graad (schuinzitten). De leerling volgt dan AMC in de middelbare graad en instrument of zang in de lagere graad. Een praktisch vak (instrument, zang) kan nooit in een hogere graad worden gevolgd dan het theoretisch vak.
Hoofdstuk 6 Vrije leerlingen Artikel 23 Een vrije leerling is een leerling die niet voldoet aan een van volgende voorwaarden: - beantwoorden aan de toelatingsvoorwaarden, - ingeschreven zijn voor het geheel van de vakken van een bepaald leerjaar behoudens eventuele vrijstelling,
7
-
daadwerkelijk en regelmatig de vakken volgen met als doel op het einde van het schooljaar deel te nemen aan de proeven,
Artikel 24 Vrije leerlingen komen in eerste instantie op een wachtlijst terecht. Enkel als er voldoende plaats is, kunnen ze daadwerkelijk worden ingeschreven. Dit gebeurt enkel na akkoord van de directeur. Artikel 25 Vrije leerlingen kunnen deelnemen aan de proeven maar kunnen geen attesten of getuigschriften behalen.
Hoofdstuk 7 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Artikel 26 §1. Voor een leerling met specifieke onderwijsbehoeften kan de academie een individueel curriculum ontwikkelen in samenspraak met de leerling of zijn ouders. §2. De ontwikkeling van een individueel curriculum gebeurt enkel na akkoord van de directeur en voor zover de academie hiervoor de nodige draagkracht heeft. §3. Voor een leerling die, eventueel met redelijke aanpassingen, voldoende leerwinst kan boeken in het gemeenschappelijke curriculum, is geen individueel curriculum mogelijk. Artikel 27 De leerling met een specifieke onderwijsbehoefte moet een van de volgende attesten voorleggen: • een inschrijvingsverslag voor het buitengewoon onderwijs; • een attest waaruit blijkt dat de leerling is ingeschreven in het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Artikel 28 Het individuele curriculum kan afwijken van de reguliere lessenroosters, leerplannen, toelatings- en overgangsvereisten en leerlingenevaluatie. Het individueel curriculum kan per graad maximum één leerjaar langer duren, maar de leerling kan niet overzitten. Artikel 29 Leerlingen die een individueel curriculum volgen, kunnen geen attesten of getuigschriften behalen. Zij krijgen bij het beëindigen van de graad een leerbewijs dat aangeeft dat ze een opleiding hebben gevolgd en dat er door middel van een evaluatie werd nagegaan welke van de vooraf bepaalde doelen bereikt zijn.
Hoofdstuk 8 Te volgen vakken en vrijstellingen Artikel 30 Behoudens vrijstelling volgt elke leerling alle vakken van een gekozen optie.
8 Artikel 31 Een leerling kan een vak geheel of gedeeltelijk vervangen door leeractiviteiten in een alternatieve, kwaliteitsvolle leercontext. Dit kan enkel na schriftelijke, gemotiveerde toestemming van de directeur. Opleidings- en vormingsactiviteiten van private of andere publieke opleidingsverstrekkers komen niet in aanmerking.
Artikel 32 §1 Een leerling heeft recht op een vrijstelling voor de vakken die hij reeds met vrucht heeft gevolgd op een gelijkwaardig of hoger niveau van het voltijds secundair onderwijs, van het deeltijds kunstonderwijs of van het kunstonderwijs met beperkt leerplan. Dit recht geldt enkel voor de vakken Algemene muzikale vorming, Muziekcultuur/volksmuziek, en Repertoirestudie. De leerling legt de nodige bewijsstukken voor.
§2 De directeur kan - in samenspraak met de betrokken leerkrachten - vrijstelling verlenen voor een vak om pedagogische redenen. Die vrijstelling wordt gestaafd met een attest. In geval van twijfel wordt het advies van de inspectie gevraagd, en kan de leerling een toelatingsperiode worden opgelegd. §3 Vrijstellingen op basis van een buitenlands diploma moeten altijd worden aangevraagd (nietNederlandse diploma’s moeten worden vertaald) bij de gemeenschapsinspectie van onderwijs. Artikel 33 Een verkregen vrijstelling geldt voor de ganse duur van de opleiding indien ze werd verleend op basis van reeds gevolgde gelijkwaardige of hogere studies. In andere gevallen kan de vrijstelling voor één schooljaar gelden.
Hoofdstuk 9 Activiteiten georganiseerd door de academie Artikel 34 De leerlingen worden schriftelijk (bv. via een repetitieschema met concert of voorstelling of een uitnodiging) uitgenodigd hun medewerking te verlenen aan (openbare) voorstellingen of aan andere manifestaties die door de academie worden ingericht. Participerende leerlingen vallen volledig onder de schoolverzekering. Deze activiteiten maken deel uit van de lessen. Artikel 35 Buitenschoolse lesactiviteiten die door de academie worden georganiseerd voor minderjarige leerlingen, worden schriftelijk aan de ouders meegedeeld (bv. via het jaaroverzicht). Wanneer de Academie instaat voor het vervoer van de leerlingen wordt dit specifiek meegedeeld, anders zijn bij minderjarige leerlingen de ouders voor het vervoer verantwoordelijk. Artikel 36 Voor alle activiteiten die de Academie organiseert of mee organiseert, kunnen leerlingen geen vergoedingen van welke aard dan ook krijgen, aangezien deze activiteiten deel uitmaken van de opleiding aan de Academie.
Hoofdstuk 10 Aanwezigheid Artikel 37 Iedere leerling neemt aan alle lessen en activiteiten, zowel intra- als extramuros, van het leerjaar deel waarin hij is ingeschreven, behoudens in geval van gewettigde afwezigheid. Artikel 38 §1 Iedere leerling respecteert het begin- en einduur van de lessen.
9
Dit houdt ook in dat de ouders van minderjarige leerlingen instaan voor het tijdig brengen en ophalen van de kinderen. Zij zijn ruim op tijd vóór het begin van de les aanwezig en worden meteen na de les opgehaald. §2 Minderjarige leerlingen mogen de academie niet verlaten tijdens de lesonderbrekingen. §3 In uitzonderlijke gevallen kan een leerling de academie voor het einduur verlaten. Dit kan enkel na toestemming van de directeur, het secretariaat of de leraar. Voor minderjarige leerlingen is ook de toestemming van de ouders vereist via een gedateerd en ondertekend schrijven met vermelding van uur en dag. Voor aanvang van de les wordt dit document afgegeven aan de leraar die dit bewaard bij de aanwezigheidslijst. §4 Indien een leerling wil stoppen met een bepaald vak zal hij/zij ook de andere vakken van de optie niet meer kunnen volgen.
Hoofdstuk 11 Afwezigheid van de leerling Artikel 39 Als een les of activiteit niet kan worden bijgewoond, moet de academie (de directeur, het secretariaat of de leraar) hiervan vooraf en zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht. Artikel 40 Gewettigde afwezigheid §1 Iedere afwezigheid moet gewettigd of gerechtvaardigd zijn. §2 De afwezigheid kan op volgende manieren worden gerechtvaardigd: 1° een doktersattest, 2° een document dat aantoont dat de leerling afwezig was om: - een begrafenis- of huwelijksplechtigheid bij te wonen van een bloed- of aanverwant tot de vierde graad of van een persoon die onder hetzelfde dak woont, - een familieraad bij te wonen, - voor de rechtbank te verschijnen na een oproeping of dagvaarding, - een feestdag te vieren die inherent is aan de door de grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging van de leerling, - een andere officiële aangelegenheid bij te wonen - mits akkoord van de directeur, 3° een ondertekende verklaring van de leerling (ingeval een minderjarige leerling: van een van de ouders) met de reden van het niet bijwonen van de les. 4° Een attest van een school met vermelding van rede en datum, ondertekend door de directeur. 5° Een telefonische melding aan het secretariaat met vermelding van de rede. 6° Alle documenten ter staving van een gewettigde afwezigheid worden aan het secretariaat of de betrokken leraar bezorgd binnen de tien werkdagen. 7° Bij afwezigheid tijdens proeven dient de leerling of de verantwoordelijke bij minderjarige leerlingen een medisch attest af te geven op het secretariaat. Dit maximaal 5 werkdagen na de proef. De afwezigheid dient voor aanvang van het examen aan het secretariaat gemeld te worden. 8° Wanneer een leerling om gelijk welke gewettigde reden niet aan een proef kan deelnemen, kan hij steeds verplicht worden deze achteraf af te leggen. 9° afwezigheid in uitvoering van een orde- of tuchtmaatregel zoals bepaald in hoofdstuk 24.
10
Artikel 41 Ongewettigde afwezigheid §1 Elke afwezigheid die niet gewettigd of gerechtvaardigd is zoals beschreven in artikel 39, wordt beschouwd als een ongewettigde afwezigheid. §2 Bij meerdere ongewettigde afwezigheid van een minderjarige leerling neemt de academie (in eerste instantie de leraar) contact op met de ouders. §3 Een leerling die meer dan een derde van de lessen ongewettigd afwezig was, kan niet deelnemen aan de proeven en is bijgevolg niet geslaagd. §4 Ongewettigde afwezigheden kunnen bovendien aanleiding geven tot één van de sancties vermeld in hoofdstuk 24.
Hoofdstuk 12 Schorsing van de lessen wegens bepaalde omstandigheden Artikel 42 Afwezigheid van de leraar §1 Als een les niet kan plaatsvinden omwille van de afwezigheid van de leraar, dan worden in volgorde de volgende maatregelen genomen: - de ouders of meerderjarige leerlingen worden onverwijld en voorafgaandelijk verwittigd (via sms) indien mogelijk - is dit slechts beperkt mogelijk, dan wordt voorrang gegeven aan de leerlingen die het verst wonen, - de afwezigheid wordt ad valvas gemeld, - opvang wordt voorzien indien geen van de voorgaande maatregelen mogelijk is - minderjarige leerlingen mogen enkel naar huis ingeval van afwezigheid van de leraar als de ouders hiervoor schriftelijk toestemming hebben geven. §2 Als ouders hun kinderen naar de academie brengen, gaan ze best na of de leraar al dan niet aanwezig is, alvorens hun kinderen achter te laten. Artikel 43 Overmacht §1 De lessen kunnen voor alle leerlingen of voor een leerlingengroep worden geschorst wegens overmacht. Hieronder verstaat men een onvoorziene, niet-toerekenbare plotselinge gebeurtenis die het onmogelijk maakt om de lessen te laten doorgaan (vb. weersomstandigheden). §2 De directeur brengt de ouders hiervan, voor zover mogelijk, op de hoogte. Artikel 44 Pedagogische studiedag en schoolactiviteiten §1 De lessen kunnen voor alle leerlingen of voor een leerlingengroep één dag per schooljaar worden geschorst voor het houden van een pedagogische studiedag voor de leraars. §2 Deze studiedag wordt schriftelijk bekendgemaakt via de infobrochure. §3 Vanwege schoolactiviteiten kunnen lessen uitzonderlijk geschorst of gewijzigd worden.
11
Artikel 45 Staking §1 In geval van staking zal de academie zorgen voor het nodige toezicht op de minderjarige leerlingen. Enkel indien het niet mogelijk is om voldoende toezicht te organiseren, worden de lessen geschorst. §2 De directeur brengt de ouders vooraf schriftelijk (bv. via sms of mail) op de hoogte van de maatregelen die zullen worden genomen. Artikel 46 Verkiezingen - Volksraadpleging §1 De lessen kunnen de dag voor, van en na de parlementaire, provinciale of gemeentelijke verkiezingen of een volksraadpleging worden geschorst wanneer de lokalen naar aanleiding van deze activiteit zijn gebruikt. §2 De directeur brengt de ouders hiervan vooraf schriftelijk op de hoogte.
Hoofdstuk 13 Lesverplaatsingen Artikel 47 Alle leerlingen hebben recht op alle lessen van hun studierichting en optie. Artikel 48 Een lesverplaatsing is elke les die verplaatst wordt binnen het door de academie vastgelegde uurrooster. Artikel 49 Enkel de directeur kan lesverplaatsingen toestaan, indien de rede artistieke activiteiten betreft. Tot en met half september worden geen lesverplaatsingen toegestaan. Artikel 50 Leerlingen en/of ouders worden door de leraar vooraf schriftelijk van elke lesverplaatsing op de hoogte gebracht. Artikel 51 De leraar legt in samenspraak met de leerlingen datum en uur van de inhaalles vast en legt dit ter goedkeuring voor aan de directeur. De lessen kunnen niet worden verplaatst naar een vakantiedag of wettelijke feestdag. Artikel 52 Een verplaatste les heeft de gebruikelijke duurtijd. Bij een lesverplaatsing van een groepsgericht individueel vak wordt bij voorkeur de samenstelling van de groep gerespecteerd.
Hoofdstuk 14 Agenda Artikel 53 Iedere leerling beneden 18 jaar heeft een agenda. Hierin worden de opdrachten en/of de te kennen leerstof en/of de in te studeren werken, teksten of dansen van de leerlingen genoteerd, evenals eventuele aanwijzingen voor de studie en mededelingen voor de ouders. Bij minderjarige leerlingen volgen de ouders de notities in de agenda en tekenen zij desgevraagd voor kennisneming.
12
Hoofdstuk 15 Evaluatie Artikel 54 Tijdens het schooljaar wordt tweemaal met iedere leerling zijn artistieke ontwikkeling besproken aan de hand van een schriftelijke neerslag.
Hoofdstuk 16 Examens Artikel 55 Alle leerlingen zijn verplicht voor alle vakken deel te nemen aan de evaluatieactiviteiten. Artikel 56 Wie meer dan 1/3 van de lessen ongewettigd afwezig was, is niet geslaagd voor het betreffende leerjaar. Artikel 57 De examens worden georganiseerd overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen. §1. Klasexamens: Twee maal per jaar: EERSTE SEMESTER: EXAMENWEEK (klasexamen) • Voor wie Verplicht voor alle leerlingen (uitzondering voor ‘‘volwassenen’’, zie onder). • Data Alle klasexamens vinden plaats tijdens de examenweek, met uitzondering van AMV-dictee en AMV-theorie. De examenweek wordt bekend gemaakt in het voorafgaande schooljaar (infobrochure). OP HET EINDE VAN HET TWEEDE SEMESTER (overgangsexamen) • Voor wie Verplicht voor alle leerlingen die geen openbaar examen afleggen (uitzondering voor ‘‘volwassenen’’, zie onder). • Data In het tweede semester is er geen examenweek voorzien, maar dienen alle examens plaats te vinden voor de gevraagde datum waarop alle uitslagen dienen binnen te zijn op het secretariaat. • Examen bijmaken Indien een leerling voor een examen afwezig is, voorziet de leraar een tweede moment voor de uiterste datum wanneer de punten digitaal ingevuld moeten zijn. UITZONDERING VOOR VOLWASSENEN (leerlingen die de cursus gestart zijn vanaf 18 jaar) Volwassenen die dat wensen worden permanent geëvalueerd door de titularis. Ze hoeven geen klasexamen of overgangsexamen af te leggen, maar krijgen wel halfjaarlijks punten op dagelijks werk en een schriftelijk verslag adhv competenties. Het staat de volwassen leerling altijd vrij om toch deel te nemen aan de klas- of overgangsexamens. §2. Openbare proeven op het einde van het schooljaar: VOOR WELKE LEERLINGEN Een openbaar examen is verplicht voor alle leerlingen in een: EINDGRAAD (= het laatste jaar van een graad)
13
L3 volwassenen, L4 jongeren, M3, H3 (AMV, AMC, AMT/ MT en Muziekgeschiedenis: deze vakken horen ook onder de ‘openbare examens’, maar vinden achter gesloten deuren plaats) • WOORD: L4, M3, H3 • DANS: L2 volwassenen, L6 jongeren, M3, H3 TUSSENGRAAD H1 en H2 • MUZIEK: alle leerlingen voor het vak instrument die ‘optie instrument of zang’ volgen • WOORD: alle leerlingen die ‘toneel’ of ‘voordracht’ volgen • DANS: alle leerlingen • Voor elk ander vak binnen H1 en H2 dat hierboven niet vermeld is, doet men overgangsexamen. UITZONDERING VOOR VOLWASSENEN (leerlingen die de cursus gestart zijn vanaf 18 jaar) De volwassen leerling mag beslissen om het openbare examen achter gesloten deuren af te leggen op de daarvoor voorziene datum voor volwassenen. Hij beslist dit samen met de leraar en voor de inleverdatum van de examenprogramma’s. BEKENDMAKING DATA Data van de openbare proeven worden bekend gemaakt via de infobrochure en/of de website. AANPASSEN DATA Aanpassingen kunnen tot 1 oktober van het lopende schooljaar. •
MUZIEK:
Artikel 58 De leden van de examencommissie worden door de directeur aangesteld. Niemand mag als lid van de examencommissie zitting hebben voor de proef van een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad. Artikel 59 Elke leerling bekomt op het einde van het schooljaar een attest of een getuigschrift op basis van de behaalde resultaten. Artikel 60 Een leerling die om gewettigde redenen (ziekte, ongeval) niet aan een proef kan deelnemen, verwittigt onmiddellijk het secretariaat. Er moet steeds binnen de vijf werkdagen een attest worden ingediend (vb. doktersattest). Als de leerling dit attest tijdig inlevert, dan heeft die leerling recht op een uitgesteld examen. Artikel 61 Wie niet aan een onderdeel van een proef deelneemt en hiervoor geen gewettigde reden (ziekte, ongeval) heeft, is onwettig afwezig en heeft een onvoldoende als gevolg (0%). Artikel 62 Om te slagen dient men voor alle vakken, na deliberatie, 60% behaald te hebben. Artikel 63 Wanneer een leerling niet geslaagd is worden eind augustus uitgestelde proeven en herexamens afgenomen. UITGESTELD EXAMEN: Een uitgesteld examen is het afleggen van een examen dat nog niet eerder afgelegd is en waar geen punt op gegeven is (blanco). • Voor wie: Uitgestelde examens kunnen alleen georganiseerd worden voor leerlingen die afwezig waren tijdens de examens en die een medisch attest of een schrijven via een officieel document
14
•
ingediend hebben op secretariaat en dit uiterlijk vijf werkdagen na de datum van de proef. De leerling moet het secretariaat en de leraar voor de aanvang van de proef op de hoogte gebracht hebben van de afwezigheid. Voor welke vakken: Uitgestelde examens worden georganiseerd voor alle vakken.
HEREXAMEN: Een herexamen is het (opnieuw) afleggen van een examen waarop de leerling wel een punt heeft gekregen, maar niet geslaagd is. • Voor wie: Een leerling is niet geslaagd wanneer hij minder dan 57% na de tweede deliberatie op het einde van het schooljaar behaald. Hieronder valt ook een leerling die niet aanwezig was op het examen en geen vereist attest heeft afgegeven, deze leerling heeft dan immers 0% behaald. • Voor welke vakken: Herexamens worden enkel georganiseerd voor theoretische vakken: - MUZIEK: voor alle vakken, behalve Instrument/Zang en Samenspel/Ensemble/Koor (voor AMV-zang is wel herexamen mogelijk). - WOORD: enkel voor Literaire creatie en Repertoirestudie. - DANS: geen herexamens. Artikel 64 Leerlingen mogen binnen een graad voor eenzelfde optie geen tweemaal overzitten. Artikel 65 PROCEDURE KLACHTEN IN VERBAND MET EXAMENS Leerlingen of voor minderjarige leerlingen de ouders, kunnen voor klachten in verband met de organisatie, het verloop van een examen en/ of de deliberatie terecht bij de vertrouwenspersoon betreffende examens. Het behaalde aantal punten, los van andere feiten of de procedure, kan niet ter discussie gesteld worden. -Dhr. Jo Stijnen, Pedagogisch Coördinator is aangesteld als vertrouwenspersoon voor het ontvangen van klachten, dit voor alle studierichtingen, met uitzondering van de leerlingen die hem zijn toegewezen. -Leerlingen die bij dhr. Stijnen les volgen kunnen met vermelde klachten terecht bij de Directeur. §1. Data: Leerlingen of voor minderjarige leerlingen de ouders dienen voor de proeven van zowel het eerste en tweede semester uiterlijk vijf werkdagen na de afgelegde proef, schriftelijk en duidelijk omschreven via een gesloten brief, hun klacht over te maken aan dhr. Stijnen of indien nodig de Directeur. Daarna worden klachten niet meer aanvaard. §2. Leerlingen die aan de uitgestelde proeven of de herexamens deelgenomen hebben dienen dit uiterlijk voor 5 september van het nieuwe schooljaar schriftelijk en duidelijk omschreven via een gesloten omslag te doen. §3. Werkwijze: -De Pedagogisch Coördinator (of indien nodig de Directeur) treedt op als bemiddelaar tussen de leerling/ ouders en de directie en/of de examencommissie. Hij onderzoekt alle schriftelijke klachten in verband met het verloop van de examens en de deliberaties. -De Coördinator mag zowel leerlingen of ouders, juryleden, leerkrachten en/ of de Directeur vanuit deze functie aanspreken over het verloop van een examen. Iedereen dient zijn medewerking te verlenen bij het onderzoek van de Pedagogisch Coördinator (of de Directeur) die door geheimhouding van het onderzoek gebonden is. -Na het afsluiten van zijn onderzoek zal de Coördinator schriftelijk verslag uitbrengen bij de Directeur.
15
-Indien er geen overeenkomst bereikt wordt zal de Directeur, na definitief verslag van de Coördinator en indien nodig, verdere stappen ondernemen via het schoolbestuur. §4. Adres voor het sturen van klachten: Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord & Dans Dhr. Jo Stijnen --- persoonlijk Zetellaan 50 3630 Maasmechelen
Hoofdstuk 17 Gedragsregels Artikel 66 Iedere leerling volgt strikt de richtlijnen op en neemt een correcte en beleefde houding aan tegenover het personeel van de academie en tegenover de andere leerlingen. Artikel 67 Iedere leerling zorgt ervoor dat hij de lessen niet stoort. Artikel 68 §1. Tijdens de lessen wordt niet gegeten of gedronken. §2. Tijdens de lessen worden er geen gsm’s gebruikt, noch MP3-spelers, walkmans en dergelijke. Artikel 69 De leerlingen laten het leslokaal bij het einde van de les in voldoende ordelijke staat achter. Tussen de lessen wordt zo snel mogelijk en ordentelijk van lokaal gewisseld.
Hoofdstuk 18 Gezondheid en veiligheid Artikel 70 In het geval dat een leerling of iemand uit zijn gezin wordt getroffen door een besmettelijke aandoening, bespreekt de leerling/ouders daarom met zijn behandelende arts of de aanwezigheid van de leerling in de academie een gevaar kan zijn of geweest zijn voor de gezondheid van andere leerlingen/personeelsleden. Indien dit het geval is, doet de leerling/ouders melding bij het secretariaat. De academie neemt de gepaste maatregelen. Artikel 71 §1. Binnen de volledige instelling, met inbegrip van zowel de gebouwen als de speelplaatsen en andere open ruimten is het verboden: - te roken, - roesopwekkende middelen (zoals alcohol, drugs,…) te gebruiken of in de academie binnen te brengen, - enig voorwerp als wapen te gebruiken of wapens in de academie binnen te brengen. §2. Leerlingen mogen zich niet in de academie aanbieden onder invloed van roesopwekkende middelen (zoals alcohol, drugs,…). Artikel 72 Iedere leerling leeft de veiligheidsvoorschriften na en volgt de instructies van de leraar of directie.
16
Artikel 73 PREVENTIE GEHOORBESCHADIGING §1. Leerlingen van de slagwerkklassen en ensembles Jazz & Pop (met uitzondering van de koren) zijn verplicht om oorbeschermers te dragen tijdens de lessen. §2. Het is de taak van de leerkracht en ouders om het gebruik van oorbeschermers te controleren en te bestendigen. §3. Ook voor alle andere vakken (o.a. instrument Jazz & Pop, orkesten, ensembles, koperblazers, ...) wordt sterk aangeraden dit na te leven. §4. Leraren dragen altijd de nodige gehoorbescherming. §5. De Academie kan derhalve niet verantwoordelijk gesteld worden bij gehoorbeschadiging. Artikel 74 EVACUATIE §1. Wanneer het schoolalarm in werking treedt is men verplicht het gebouw onmiddellijk te verlaten via de korst mogelijke weg. Ramen en deuren dienen gesloten te worden en men mag alleen een jas meenemen. §2. De leerlingen zijn verplicht de instructies van de directeur, leraren of secretariaatsmedewerkers te volgen en zich te verzamelen op de daar toe voorziene plaatsen, aangeduid door verzamelborden (aan de voorkant van de hoofdschool). §3. Men mag het gebouw pas terug betreden na toestemming van de brandweer of de directeur.
Hoofdstuk 19 Kleding Artikel 75 Iedere leerling volgt de eventuele instructies van de leraar of de directeur Artikel 76 KLEDINGVOORSCHRIFT STUDIERICHTING DANS: Voor de goede werking van de studierichting Dans zijn kledingvoorschriften onontbeerlijk: §1. Voor de kinderen (5 jaar) is er geen kledingvoorschrift. We vragen wel om goede balletschoentjes te voorzien. §2. De leerlingen L1 en L2 (6 & 7 jarigen) dragen een roze balletpak met roze maillot, rokje en balletschoenen. §3. De leerlingen L3 en L4 (8 & 9 jarigen) dragen een blauw balletpakje, roze balletmaillot, rokje en schoentjes. §4. De leerlingen L5 en L6 (10 & 11 jarigen) dragen een paars balletpakje, roze maillot, rokje en schoentjes. §5. Vanaf de middelbare graad (tot en met het laatste jaar van de hogere graad) draagt men een zwart balletpakje, maillot mag zwart of roze zijn en balletschoenen.
17
§6. De jongens dragen een wit balletpak in hemdmodel of met korte mauw, zwarte legging, witte of zwarte balletschoenen. *Voor de Moderne dansgroepen wordt de kledij gekozen in overleg met de leerkracht.
Hoofdstuk 20 Materiële bezittingen en vandalisme Artikel 77 De leerlingen laten hun persoonlijke bezittingen (boekentassen, rugzakken, instrumenten,…) niet onbeheerd achter. De academie is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke diefstallen of eventuele beschadigingen. Bezittingen achterlaten in de klas of het secretariaat gebeurt op eigen risico. Artikel 78 §1. De leerlingen gebruiken alle infrastructuur als normaal zorgvuldige personen met respect voor gebouwen, meubilair, apparatuur, instrumenten, producten,… §2. De leerling is aansprakelijk voor de schade die hij opzettelijk toebrengt aan: - lokalen, meubilair, apparatuur, instrumenten of materiaal van de instelling, - materiaal, werken of instrumenten van andere leerlingen. Dit houdt in dat hij de herstelling of de vervanging vergoedt. Leerlingen kunnen hiervoor definitief verwijderd worden van de Academie. Bij opzettelijke schade kan tevens aangifte gedaan worden bij de politie.
Hoofdstuk 21 Gebruik van infrastructuur Artikel 79 §1. Leerlingen kunnen alleen na toestemming van de directeur of het secretariaat een lokaal gebruiken om zich in het kader van hun opleiding te vervolmaken. De aanvraag gebeurt via een in te vullen en ondertekend formulier op het secretariaat van de academie. §2. De aanvrager is verantwoordelijk voor de sleutel, de orde van het lokaal, schade en andere onregelmatigheden die eventueel vastgesteld worden.
Hoofdstuk 22 Uitlening van muziekinstrumenten of kleding INSTRUMENTEN: Artikel 80 Leerlingen of verenigingen die na goedkeuring van de directeur een instrument van de academie huren, ondertekenen het ‘uitleenreglement en bewijs van betaling’ en de huurovereenkomst (zie infobrochure), waardoor ze zich met deze overeenkomsten akkoord verklaren. Per schooljaar moet men een huur- en (bij een eerste uitlening) borgprijs betalen, zoals vastgelegd in het retributiereglement goedgekeurd door de gemeenteraad.
18
Artikel 81 De huurovereenkomst kan na een schooljaar verlengd worden indien voldoende instrumenten aanwezig zijn. Artikel 82 Voor verlies of diefstal is de huurder altijd verantwoordelijk. (Zie huurovereenkomst) Artikel 83 Indien een instrument wordt ontleend ter waarde van € 2000,- of meer is de huurder verplicht een verzekering af te sluiten en hiervan het nodige bewijs voor te leggen. Artikel 84 Herstellingen of onderhoud aan het instrument gebeuren via de academie, na overleg met de directeur. Artikel 85 Instrumenten, boeken of partituren (Bib.) worden alleen via het secretariaat uitgeleend, niet via de leraren.
KLEREN OF ATTRIBUTEN: Artikel 86 De leerling is verantwoordelijk voor de door hem geleende kleren of andere dingen en staat in voor de herstel- of vervangingskosten bij schade. Artikel 87 De leerling volgt strikt de richtlijnen van de leraar over het onderhoud van de geleende kleren en attributen. Artikel 88 Kleren en attributen voor Toneel of Dans worden uitgeleend via de leraren die dit per leerling schriftelijk bijhouden.
Hoofdstuk 23 Initiatieven van leerlingen of personeel Artikel 89 Alle teksten die leerlingen, personeelsleden of derden wensen te verspreiden in de academie, moeten vooraf ter goedkeuring aan de directeur worden voorgelegd. Artikel 90 Een geldomhaling in de academie door de leerlingen of personeelsleden kan slechts gebeuren na schriftelijke goedkeuring van de directeur. Artikel 91 Leerlingen en personeelsleden die deelnemen aan kunstmanifestaties buiten de academie en daarbij de naam van de academie willen gebruiken, moeten daarvoor de schriftelijke toestemming van de directeur bekomen. Artikel 92 Activiteiten die leraars, leerlingen of derden op eigen initiatief organiseren voor een bepaalde leerlingengroep, vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de academie.
19
Hoofdstuk 24 Sancties Artikel 93 Ordemaatregelen Als een leerling dit schoolreglement overtreedt of het ordentelijk verstrekken van onderwijs verstoort, kunnen volgende ordemaatregelen worden genomen door elk personeelslid onder het gezag van de directeur: 1° een mondelinge vermaning, 2° een schriftelijke vermaning via een door de ouders te ondertekenen nota, 3° een extra taak - melding gebeurt aan de ouders via een te ondertekenen nota, 4° verwijdering uit de les als het gedrag van de leerling de les erg stoort - melding gebeurt aan de ouders via een te ondertekenen nota, 5° een gesprek tussen de directeur en de leerling - melding gebeurt aan de ouders via een te ondertekenen nota, 6° de directeur neemt contact op met de ouders en bespreekt het gedrag van de leerling, al dan niet samen met de leraar. Van dit contact wordt een verslag gemaakt dat door de ouders wordt ondertekend voor kennisneming. Tegen geen enkele ordemaatregel is er beroep mogelijk. Artikel 94 Tuchtmaatregelen §1. De directeur kan uitzonderlijk een tuchtmaatregel nemen indien het gedrag van de leerling: - het ordentelijk verstrekken van onderwijs werkelijk in gevaar brengt --- de maatregelen van orde hebben geen effect of het betreft zeer ernstige overtredingen, - de verwezenlijking van het artistiek pedagogisch project van de academie in het gedrang brengt, - de veiligheid of de hygiëne in het gedrang brengt, - ernstige of wettelijk strafbare feiten uitmaakt, - de naam van de instelling of de waardigheid van het personeel aantast, - de instelling materiële schade toebrengt. §2. Volgende sancties kunnen worden toegepast: 1° een tijdelijke schorsing door de directeur, eventueel op voorstel van een personeelslid: de leerling mag gedurende een bepaalde periode de lessen niet meer volgen, 2° een definitieve uitsluiting door de directeur. §3. De leerling (en/of de ouders) wordt voorafgaandelijk gehoord. Hiervan wordt een verslag gemaakt dat voor kennisneming wordt ondertekend door de leerling (en/of ouders). §4. Een sanctie getroffen tegen een leerling wordt aangetekend aan de betrokkene of zijn/haar ouders meegedeeld met vermelding van de reden. §5. De onder §2 vermelde sancties worden door de directeur eveneens meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen. §6. De leerling (en/of de ouders) kan tegen een tuchtmaatregel aangetekend beroep instellen bij het college van burgemeester en schepenen binnen de zeven werkdagen na ontvangst van de aangetekende beslissing. Dit beroep schorst de sanctie niet op. Binnen de dertig werkdagen na het instellen van het beroep wordt de beslissing van het schepencollege aangetekend aan de leerling (of de ouders) meegedeeld.
20
Hoofdstuk 25 Toezicht Artikel 95 Het schoolbestuur verzekert het toezicht gedurende vijf minuten voor het begin van de les tot tien minuten na het einde van de les. De leerlingen en de ouders gedragen zich daarbij naar de onderrichtingen terzake. (Zie ook hoofdstuk 10 artikel 38). Artikel 96 Leerlingen wachten op de locatie die door de leraar of het secretariaat wordt aangeduid.
Hoofdstuk 26 Verzekering Artikel 97 Het schoolbestuur sluit de nodige verzekeringen af voor burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen. Artikel 98 De leerlingen zijn verzekerd voor ongevallen op het traject van huis naar de academie en terug. Heeft de leerling een ongeval op dit traject, dan moet de academie onmiddellijk worden verwittigd.
Hoofdstuk 27 Auteursrechten Artikel 99 De leerlingen en de academie respecteren te allen tijde het geldende auteursrecht. Artikel 100 Korte fragmenten uit partituren mogen voor didactische doeleinden worden gekopieerd. Artikel 101 §1. Voor het kopiëren van volledige partituren is in principe de toestemming vereist van de auteur, zijn uitgever of een andere rechthebbende. §2. De academie heeft een dergelijke licentieovereenkomst afgesloten met SEMU. De leerlingen eerbiedigen te allen tijde onderstaande voorwaarden: - elke reproductie van een beschermd werk wordt gemaakt aan de hand van een origineel uitgegeven en aangekocht exemplaar van de muziekpartituur op grafische drager, dat in het bezit is van de academie of van de leerkracht; - de reproductie gebeurt uitsluitend op grafische drager, met uitdrukkelijke uitsluiting van elke digitale drager; - de reproductie wordt uitsluitend gebruikt binnen het Deeltijds Kunstonderwijs, binnen de lesactiviteiten, de examens en de andere activiteiten van de academie zoals bekendgemaakt in een officiële activiteitenkalender; - de reproductie mag niet aan derden ter beschikking worden gesteld; - de reproducties mogen onder geen enkel beding worden verkocht; - bij officiële openbare proeven voor de graden L4, M3 en (H1, H2) H3 dient de leerling ingeval van individuele vakken steeds de beschikking te hebben over een originele partituur. Ingeval van collectieve vakken (bv. samenspel en instrumentaal ensemble) dient steeds minstens één originele set van partituren in het examenlokaal aanwezig te zijn. Het maken van integrale reproducties van methode- of studieboeken valt niet onder deze toestemming en is bijgevolg niet toegestaan.
21
§3. Elk gebruik van kopieën van partituren valt dan onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de kopieën. Artikel 102 §1. Bij alle werken die de leerlingen maken (AMT/MT, Literaire Creatie, ...), worden zij als auteur beschouwd. De academie kan hierop geen enkele afbreuk doen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de leerling. §2. De leerlingen worden uitgenodigd om alle werken die op de academie werden gemaakt in de loop van het schooljaar vrij ter beschikking te stellen van de academie. Deze werken kunnen enkel worden gebruikt voor didactisch-pedagogische doeleinden (voorbeeldfunctie) of activiteiten die de academie naar buiten uit moeten vertegenwoordigen. De leerlingen ontvangen hiervoor geen vergoeding. §3. De academie verbindt er zich toe om, bij iedere activiteit waarbij op de één of andere manier gebruik wordt gemaakt van werken van leerlingen, de naam van de leerling te vermelden en het recht op eerbied voor deze werken te garanderen.
Hoofdstuk 28 Privacy Artikel 103 Het schoolbestuur leeft de verplichtingen na die voortvloeien uit de privacywetgeving. Artikel 104 De ouders (voor minderjarige leerlingen) en leerlingen wordt bij inschrijving gevraagd hun toestemming aan de Academie te verlenen voor de publicatie van geluid- en beeldmateriaal (Vb. van groepsfoto’s, individuele foto’s, Dvd’s, Cd’s...) van schoolactiviteiten op de website, in het schoolkrantje, een weblog, bij publicaties van de Academie, ... dit via handtekening nota inschrijvingsformulier. Het afstaan van rechten bij gemaakte opnames op welke wijze dan ook. De betrokken leerlingen of ouders kunnen schriftelijk hun toestemming weigeren. Zij dienen dit kenbaar te maken bij de inschrijving. Artikel 105 Camerabewaking De camerawet (wet van 21 maart 2007) regelt de plaatsing en het gebruik van camera die tot doel hebben de bewaking en de controle van bepaalde plaatsen te verzekeren teneinde: · Misdrijven tegen personen of eigendommen te voorkomen, vast te stellen of op te sporen; · Overlast te voorkomen, vast te stellen of op te sporen; · De orde te handhaven. §1. Met het oog op de bescherming tegen inbreuken op de fysieke integriteit van personen, diefstal en vandalisme is op strategische plaatsen camerabewaking voorzien. Hierbij worden de verplichtingen nageleefd die voortvloeien uit de Camerawet, CAO 68 en de Privacywet. §2. De plaatsen die onder camerabewaking staan worden duidelijk aangeduid met een pictogram, zoals vastgelegd in de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s en conform de vigerende wetgeving. §3. Iedereen die gefilmd werd, mag vragen om die beelden te zien, mits gemotiveerd verzoek dat gericht wordt aan het schoolbestuur. Het verzoek moet voldoende details bevatten om de
22
opname te kunnen lokaliseren (datum, uur, plaats). §4. De opnames worden voor maximaal 1 maand bewaard, met uitzonderling van beelden die kunnen dienen als bewijsmateriaal om: -Een misdrijf of overlast aan te tonen -Schade te bewijzen -Een dader, een getuige of een slachtoffer te identificeren §5. Het schoolbestuur neemt de nodige maatregelen om de publieke veiligheid en discretieplicht van het personeel t.o.v. van de camerabeelden te waarborgen. Hierbij beroept men zich op de privacywetgeving en meer specifiek op de maatregelen zoals voorgeschreven door de Privacycommissie (WVP).
Hoofdstuk 29 Grensoverschrijdend gedrag Artikel 106 Het schoolbestuur heeft zowel een preventieadviseur psycho-sociale belasting (IDEWE Hasselt) als een vertrouwenspersoon (de directeur) aangesteld die bevoegd zijn voor het ontvangen en opvolgen van klachten over grensoverschrijdend gedrag tussen leerlingen en personeelsleden binnen de academie. Artikel 107 Adressen zijn terug te vinden op de website.
Hoofdstuk 30 Klachtenprocedure Artikel 108 Bij een algemene klacht dient de leerling (of zijn ouders) zich te wenden tot het secretariaat en in tweede instantie tot de directeur. Artikel 109 Bij een klacht van pedagogisch-didactische aard dient men zich in eerste instantie steeds te wenden tot de desbetreffende leraar. Indien men hier echter geen gehoor of bevredigende oplossing voor de klacht vindt, kan men zich wenden tot de directie.
23
GEDRAGSCODE ICT Hoofdstuk 1 Draagwijdte en toepassingsgebied Artikel 1
Deze ICT-policy is een reglement van inwendig bestuur en heeft een afdwingbaar karakter.
Artikel 2
Deze ICT-policy is ondergeschikt aan dwingende wetsbepalingen en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 3
Deze policy regelt de toegang, het intern en extern gebruik en de controle van de ICT-infrastructuur die door de onderwijsinstelling en/of de inrichtende macht ter beschikking wordt gesteld. Bedoeld worden onder andere de computer- en netwerkinfrastructuur (hardware en software), e-mail, internet, intranet, printers, kopieermachines, telefonie en gsm. evenals eventueel toekomstige elektronische media. Deze policy geldt eveneens voor alle gegevens die via deze systemen worden geproduceerd, overgedragen of erin worden opgeslagen.
Artikel 4
Deze ICT-policy is van toepassing op alle gebruikers binnen de Academie.
Hoofdstuk 2 Eigendom en verantwoordelijkheid Artikel 5
De ICT-infrastructuur die ter beschikking is gesteld, blijft eigendom van de inrichtende macht.
Artikel 6
Iedereen draagt als een goede huisvader zorg voor de ICT-infrastructuur die ter beschikking is gesteld. Men gebruikt deze middelen op een professioneel, sociaal, ethisch en juridisch correcte wijze, overeenkomstig de bepalingen in deze policy en de instructies die ter zake worden gegeven.
Artikel 7
Men mag geen software die ter beschikking gesteld wordt door de onderwijsinstelling, transfereren naar eigen apparatuur, behoudens toestemming van de inrichtende macht of diens afgevaardigde.
Artikel 8
Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn communicatiegedrag.
Artikel 9
De inrichtende macht of de directeur is niet verantwoordelijk voor misdrijven die worden begaan.
Hoofdstuk 3 Toegang en bescherming Artikel 10 Het personeel neemt de nodige veiligheidsmaatregelen om schade aan de ICT-infrastructuur te voorkomen, zowel binnen de onderwijsinstelling als daarbuiten (laptop, gsm,…). Draagbare ICTinfrastructuur (laptop, gsm,...) mag nooit onbewaakt op een openbare plaats of zichtbaar in een voertuig worden achtergelaten.
24
Artikel 11 Virussen: §1. Het is verplicht de geïnstalleerde beveiligingssoftware te gebruiken en alle richtlijnen in dit verband op te volgen. Men mag de beveiligingssoftware niet wijzigen of uitschakelen. §2. Bij het gebruik van eigen opslagmedia (diskettes, cd-roms, dvd’s, memorysticks,…) op de ICTinfrastructuur van de onderwijsinstelling, moeten deze vooraf gescand worden op virussen. Artikel 12 De ICT-coördinator en de directeur worden zo snel mogelijk op de hoogte gebracht bij elk incident in verband met de veiligheid of elke ontdekte tekortkoming in de beveiliging van de ICTinfrastructuur waardoor de vertrouwelijkheid, de integriteit en/of de beschikbaarheid van de informatie of het informatiesysteem in het gedrang kunnen komen. In dat geval is het personeelslid tot geheimhouding tegenover anderen gebonden. Artikel 13 De inrichtende macht, de directeur of zijn afgevaardigde kan de toegang tot (bepaalde) websites verhinderen. Artikel 14 Met het oog op de continuïteit van de dienstverlening kan de directeur in geval van overmacht of in uitzonderlijke omstandigheden informatie, systemen, bestanden of gegevens die essentieel zijn en die niet langer op een andere wijze beschikbaar zijn, laten lokaliseren en recupereren.
Hoofdstuk 4 Verboden Artikel 15 Zonder limitatief te zijn, mag de ICT-infrastructuur van de onderwijsinstelling nooit (noch beroepsmatig, noch bij persoonlijk gebruik) gebruikt worden voor volgende zaken: §1. om informatie te verkrijgen, te verwerken, te verspreiden of op te slaan in strijd met de regelgeving, in het bijzonder (niet-limitatieve opsomming): - de wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, - de wetgeving in het domein van de telecommunicatie - de wetgeving over de handelspraktijken die betrekking hebben op commerciële communicatie - de wetgeving over het auteursrecht en andere intellectuele rechten - de wetgeving ter bestrijding van het racisme of informatie die in het algemeen beledigend of lasterlijk is voor andere personen - de wetgeving over de bescherming van de goede zeden (informatie die een pornografisch of uitgesproken erotisch karakter heeft) §2. om acties te ondernemen die de beveiliging van systemen of informatie in het gedrang kunnen brengen, zoals bijvoorbeeld: - interne en externe systeem- en netwerkbeveiliging omzeilen, - schadelijke software (bijvoorbeeld programma’s besmet met virussen) creëren of op de computers van de onderwijsinstelling introduceren, - zich toegang verschaffen tot systemen of informatie waartoe men niet geautoriseerd is - toegang tot het netwerk verschaffen aan personen die hiertoe niet geautoriseerd zijn, behoudens in opdracht van de inrichtende macht of zijn afgevaardigde - een valse identiteit aannemen
25
- bestanden van andere personeelsleden verwijderen of wijzigen, behoudens expliciete toestemming - downloaden, kopiëren en installeren van software zonder toestemming van de inrichtende macht of zijn afgevaardigde - programma’s gebruiken in strijd met de licentievoorwaarden - de structuur of de configuratie van de ICT-infrastructuur wijzigen zonder toestemming van de inrichtende macht of zijn afgevaardigde. §3. om informatie te verkrijgen, te verwerken, te verspreiden of op te slaan die: - schadelijk kan zijn voor de onderwijsinstelling, het gemeentebestuur of het imago ervan - vertrouwelijk is of die wegens de aard ervan redelijkerwijze als vertrouwelijk moet worden beschouwd, tenzij men die informatie in het kader van de toegewezen opdracht moet behandelen en dit niet indruist tegen de regelgeving - hinderlijk is voor anderen zoals aan grote groepen van gebruikers ongewenste berichten verspreiden, lasterlijke feiten verspreiden of onware en geringschatte informatie verspreiden - aanstootgevend is voor anderen omdat ze tegen de algemeen geldende fatsoenregels indruist §4. om deel te nemen aan kansspelen of loterijen. §5. in het kader van een zelfstandige activiteit van het personeelslid. §6. voor politieke activiteiten of doeleinden. Artikel 16 Zonder limitatief te zijn, mag de ICT-infrastructuur van de onderwijsinstelling voor de volgende zaken enkel gebruikt worden als dit gebeurt in functie van de uitvoering van de opdracht van de leerkracht: - om muziek-, radio- of televisieprogramma’s te beluisteren/bekijken via het internet - om deel te nemen aan chatrooms of newsgroups - voor het spelen van computerspelletjes
Hoofdstuk 5 Controle Artikel 17 De directeur, ICT-coördinator en de leraar waken over de naleving van dit reglement. Artikel 18 De inrichtende macht kan het gebruik van internet, e-mail en andere communicatiemiddelen permanent of tijdelijk laten controleren. Dit gebeurt desgevallend met eerbiediging van de regelen van de privacy. Artikel 19 §1. Controle op het communicatiegebruik gebeurt enkel met het oog op: - het voorkomen van ongeoorloofde of lasterlijke feiten, feiten die strijdig zijn met goede zeden of de waardigheid van een andere persoon kunnen schaden - de veiligheid en/of de goede technische werking van het ICT-netwerksysteem, met inbegrip van de controle op de kosten die ermee gepaard gaan, alsook de fysieke bescherming van de installaties van de onderwijsinstelling - het te goeder trouw naleven van de regels rond gebruik van ICT-middelen zoals vermeld in onderhavige policy (en eventueel in het arbeidsreglement).
26
§2. De inrichtende macht zal in zijn controle niet verder gaan dan nodig is voor het verwezenlijken van deze doelstellingen. Ze kiest de controlemethode die de geringst mogelijke inmenging in de persoonlijke levenssfeer van het personeelslid tot gevolg heeft. Artikel 20 Indien ernstige vermoedens ontstaan van misbruik of onregelmatigheden, dan kan de directeur de elektronische onlinecommunicatiegegevens verwerken om ze aan een geïdentificeerde of identificeerbare persoon toe te schrijven. Artikel 21 Gegevens of communicatie waarvan niet uitdrukkelijk is aangegeven dat het gaat om privéinformatie, kunnen op elk moment door de directeur worden ingekeken. Artikel 22 Het resultaat van de controle zal ter kennis van het personeelslid worden gebracht.
Hoofdstuk 6 Sancties Artikel 23 Men kan aansprakelijk gesteld worden voor alle schade die opzettelijk wordt toegebracht of die voortvloeit uit het onvoorzichtig omspringen met een gebruikersnaam, wachtwoord of andere beveiligingsinformatie. Artikel 24 De directeur kan de toegang tot ICT - infrastructuur geheel of gedeeltelijk intrekken bij een overtreding van deze policy of van andere onderrichtingen. Artikel 25 Mogelijke (tijdelijke en/of definitieve) sancties ten gevolge van deze overtredingen zijn: - al dan niet tijdelijke beperking van toegang tot bepaalde ICT- middelen, - tijdelijk of definitief verbod tot het gebruik van bepaalde ICT- middelen, - betaling van de kosten voortvloeiend uit het misbruik, - indien het misbruik een strafrechtelijk misdrijf uitmaakt kunnen de betrokkenen voor die feiten tevens gerechtelijk worden vervolgd, ongeacht eventuele schadevorderingen. - een toepassing van hoofdstuk 24 van het schoolreglement Artikel 26 De Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woordkunst & Dans zal meewerken bij het opsporen van dergelijke misdrijven, en zal eventuele gebruikersgegevens en logfiles overmaken aan de gerechtelijke instanties wanneer hierom wordt verzocht.
_________________________________________________________________
27
Door de gemeenteraad gezien en goedgekeurd in zitting van .............................. (en gewijzigd in de zitting(en) van ..................................).
De secretaris
De burgemeester
28