Middelen
Raadsvoorstel Voorstel nr Raadsvergadering 7 en 14 november 2013
Datum
10-09-2013
Onderwerp: Meerjaren Programmabegroting 2014-2017 Portefeuille D.H. Cziesso
Aan de gemeenteraad
Voorstel (concept-besluit) Wij stellen u voor om: 1. In te stemmen met de Meerjaren Programmabegroting (MPB) 2014-2017 2. De jaarschijf 2014 in de MPB 2014-2017 vast te stellen 3. De dashboardonderwerpen 2014 genoemd in hoofdstuk 3 van de MPB 2014-2017 vast te stellen 4. In te stemmen met de belastingverordening in lijn met de voorstellen voor tariefswijzigingen zoals vermeld in de paragraaf lokale heffingen van de MPB 2014-2017
Toelichting In de Nota van aanbieding bij deze begroting wordt de MPB 2014- 2017 toegelicht. In deze MPB hebben we in hoofdstuk 3 de dashboardonderwerpen voor 2014 opgenomen. De belastingverordening is opgesteld in overeenstemming met de voorstellen in de MPB, die in paragraaf 4.6 Lokale Heffingen zijn opgenomen. Burgemeester en wethouders van Apeldoorn, de secretaris,
de burgemeester,
Raadsbesluit
Nr.
De raad van de gemeente Apeldoorn;
gelezen het raadsvoorstel d.d.
, nummer
, in verband met
;
besluit:
1. In te stemmen met de Meerjarenprogrammabegroting (MPB) 2014-2017, 2. De jaarschijf 2014, zijnde de jaarbegroting 2014 vast te stellen, 3. De dashboardonderwerpen 2014 genoemd in hoofdstuk 3 van de MPB 2014-2017 vast te stellen, 4. In te stemmen met de belastingverordening in lijn met de voorstellen voor tariefswijzigingen zoals vermeld in de paragraaf lokale heffingen van de MPB 2014-2017. Aldus besloten in de openbare vergadering van De raad voornoemd, de griffier,
de voorzitter,
MPB 2014 - 2017
Meerjarenprogrammabegroting 2014-2017
Inhoudsopgave
1
2
3
4
5
Blz.
Leeswijzer
1
Apeldoorn herstelt! (nota van aanbieding )
7
Meerjarenprogrammabegroting 2014-2017
23
2.0
Samenvattend financieel overzicht gerubriceerd naar programma’s - Lopende bezuinigingen MPB 2013-2016 - Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen - Nieuwe bezuinigingsvoorstellen
25
2.1
Begrotingsprogramma’s Programma 1: Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën Programma 2: Veiligheid Programma 3: Openbare ruimte Programma 4: Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving Programma 5: Jeugd en onderwijs Programma 6: Werk, inkomen en arbeidsmarkt Programma 7: Zorg en welzijn Programma 8: Sport en cultuur Programma 9: Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
35 57 65 85 93 107 121 141 153
Financiële beschouwingen
169
3.0 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
171 171 172 177 177 178
Inleiding Algeheel financieel beeld Financiële uitkomst MPB 2014-2017 Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) Algemene reserve (AR) Dashboardonderwerpen
Paragrafen 2014-2017
179
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Verbonden partijen Grondbeleid Lokale heffingen Bedrijfsvoering
181 201 209 215 227 241 249
Bijzondere paragrafen 2014-2017
259
5.1 5.2 5.3
261 265 267
Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf
Paragraaf Dienstverlening Paragraaf Veiligheid gemeentebreed Paragraaf Vastgoed
Bijlagen
Blz.
1
Doorrekening algemene reserve
273
2
Doorrekeningen bestemmingsreserves
277
2.1 2.2 2.3 2.4
279 289 293 297
3
4
Bestemmingsreserve ruimtelijke ontwikkeling Apeldoorn (BROA) Reserve Bereikbaarheid Binnenstad Reserve Riolering Reserve Huisvuilrechten
Overige bijlagen
301
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
303 305 307 309 311 313
Totaal overzicht van baten en lasten Overzicht incidentele baten en lasten Overzicht jaarlijks terugkerende arbeidskosten Overzicht kapitaallasten en nieuwe investeringen Overzicht reserves en voorzieningen (meerjarendoorrekening) Enkele kerngegevens
Trefwoordenlijst
315
Leeswijzer bij Meerjaren-Programma-Begroting 2014-2017
Inleiding De Meerjaren-Programma-Begroting (MPB) is een omvangrijk boekwerk waarin het totale gemeentelijk beleid op hoofdlijnen wordt toegelicht. Dat gemeentelijk beleid is breed van samenstelling en loopt uiteen van subsidieverstrekking aan sociaal-culturele instellingen, welzijns- en sportinstellingen, het verstrekken van bijstandsuitgaven, het beheer en ontwikkeling van de openbare ruimte, verkeer en openbaar vervoer, brandweer, ruimtelijke ontwikkeling, veiligheid, onderwijs, recreatie, volksgezondheid, milieu, gemeentebelastingen etc, etc. Met name de zeer uiteenlopende samenstelling van het gemeentelijk beleid, maakt het lezen van een gemeentebegroting doorgaans niet eenvoudig. Deze leeswijzer is bedoeld om u daarbij op weg te helpen. Achtereenvolgens komen in deze leeswijzer de volgende onderwerpen aan de orde: · Waaruit bestaat een MPB · Indeling van de MPB · De voorgestelde beleidswijzigingen · De Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) · Hoe een bepaald onderwerp in de MPB is te vinden. Vorig jaar zijn wij met de Zomernota 2012 afgeweken van de gangbare begrotingscyclus. Dit jaar heeft u een Voorjaarsbrief ontvangen en ons college biedt u vervolgens hierbij een volledige Meerjarenprogrammabegroting(MPB) aan.
Waaruit bestaat een MPB De MPB is vergelijkbaar met een privé-huishoudboekje. De periodieke uitgaven die de gemeente jaarlijks doet – ook wel exploitatie-uitgaven genoemd - staan er in vermeld. Voorbeelden zijn de jaarlijkse subsidies aan instellingen, de uitgaven in het kader van de bijstand en het armoedebestrijdingsbeleid, de kosten van rente en afschrijving als gevolg van gemeentelijke investeringen, salariskosten van het bestuur en het gemeentelijk personeel, materiële kosten etc. De gemeenteraad bepaalt de beleidsonderwerpen en per beleidsonderwerp de hoeveelheid geld (de omvang van het budget) dat er maximaal voor mag worden uitgetrokken en het resultaat dat de raad ervoor verwacht. Naast de uitgaven zijn ook de inkomsten in de begroting opgenomen. Tot de belangrijkste inkomsten van de gemeente behoren: a. de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Dit is een rijksbijdrage, waarvan de raad de bestedingen voor het overgrote deel naar eigen inzicht kan bepalen; b. specifieke bijdragen die het rijk maar ook de provincie aan de gemeente verstrekken om door hen bepaalde doeleinden te kunnen bekostigen. Voorbeelden zijn de rijksbijdragen die de gemeente krijgt voor sociale werkvoorziening, bijstandsuitgaven en onderwijsachterstandenbeleid; c. eigen gemeentelijke inkomsten uit gemeentebelastingen (bijv. de onroerende zaakbelasting en hondenbelasting), maar ook inkomsten uit leges die worden verkregen omdat u als burger specifieke diensten van de gemeente afneemt (bijv. een paspoort of een bouwvergunning) en gemeentelijke heffingen (bijv. voor de inzameling van huishoudelijk afval e.d.). De raad beslist over de omvang van de gemeentebelastingen, leges en rechten.
1
De inkomsten uit het Gemeentefonds zijn grotendeels bepalend voor de bestedingsmogelijkheden van de gemeente. De omvang van het Gemeentefonds - en dus van de algemene uitkering die de gemeente daaruit krijgt – is gekoppeld aan de omvang van een deel van de rijksuitgaven. Nemen die rijksuitgaven toe, dan hebben ook gemeenten meer te besteden. Besluit het rijk tot bezuinigingen op de rijksuitgaven, dan hebben gemeenten minder te besteden. Een wettelijke eis is dat de gemeentelijke exploitatie-uitgaven de inkomsten niet mogen overtreffen. Minder inkomsten uit het Gemeentefonds als gevolg van rijksbezuinigingen, hebben doorgaans tot gevolg dat ook gemeenten moeten bezuinigen. De gemeentelijke exploitatie-uitgaven bedragen in totaal afgerond € 450 mln per jaar (excl. mutaties reserves). Voor de specificatie wordt verwezen naar bijlage 3.1.
Indeling van de MPB In de inhoudsopgave treft u aan uit welke hoofdstukken de MPB is samengesteld. In vogelvlucht worden deze hoofdstukken hier nader toegelicht. -
-
-
-
Hoofdstuk 1 Nota van aanbieding In de nota van aanbieding bestaat uit drie onderdelen. In het eerste deel worden de financiële positie en de maatregelen die het college vanuit dat perspectief aan de raad voorstelt, op hoofdlijnen toegelicht. In het tweede deel blikt het college terug. Belangrijkste ijkpunt hierbij is de opdracht van de raad aan het college dat in de ‘Agenda voor herstel’ is opgenomen. Het derde onderdeel betreft een vooruitblik; de wijze waarop Apeldoorn haar sterke punten kan en een aantal strategische doelen die wij nastreven. Hoofdstuk 2 Meerjarenprogrammabegroting Dit hoofdstuk vormt de exploitatiebegroting van de gemeente. De meerjarenbegroting is in 9 programma’s ingedeeld. Deze programma’s vormen voor u een eerste ingang om iets over het door het college voorgestelde beleid te weten te komen. De toelichtingen op de programma’s kennen met uitzondering van programma 7 standaard de volgende categorieën: · contextomschrijving; · programmadoelstelling en hoofddoelstellingen; · via de beleidsproducten de prestaties die daarvoor worden geleverd; · toelichting op eventueel nieuwe beleids- en bezuinigingsvoorstellen die op dat programma betrekking hebben; · de risico’s die relevant zijn voor het betreffende programma; · de financiële lasten (uitgaven) en baten (inkomsten), zowel voor 2013 als voor de jaren 2014 t/m 2017. Elk programma begint met een zogenaamde doelenboom. Daarin wordt schematisch de relatie tussen het programmadoel en de te leveren prestaties tot uitdrukking gebracht. Op verzoek van uw raad hebben wij in programma 7 ‘Welzijn en zorg’ een dwarsdoorsnede van de Wet maatschappelijke ondersteuning opgenomen. In dit programma zijn niet de beleidsproducten leidend voor beantwoording van de vraag ‘wat doen we er voor’, maar de 9 Wmo prestatievelden. Hoofdstuk 3 Financiële beschouwingen Hierin schetst het college de financiële ontwikkelingen voor de komende jaren die als vertrekpunt bij de opstelling van de MPB hebben gegolden. Een belangrijk deel is gewijd aan de ontwikkeling van het Gemeentefonds en de maatregelen die het college aan de raad voorstelt om de MPB financieel sluitend te krijgen. Hoofdstuk 4 Paragrafen Het is een wettelijke eis dat elke gemeente een aantal paragrafen in de MPB
2
·
·
·
·
·
·
·
opneemt. Deze paragrafen vormen een dwarsdoorsnede van de begroting op een specifiek terrein. De volgende paragrafen zijn opgenomen: De paragraaf weerstandsvermogen Zoals elke organisatie wordt ook de gemeente met (financiële) risico’s geconfronteerd. Zijn die voorzienbaar en kunnen ze in financiële zin worden berekend, dan moet de gemeente hiervoor een voorziening treffen. Dat zijn potjes met geld om die risico’s in financiële zin te kunnen opvangen. Zijn risico’s moeilijk in te schatten en daardoor financieel nog niet te berekenen, dan worden ze in de paragraaf weerstandsvermogen opgesomd. Verder geeft deze paragraaf aan welke mogelijkheden de gemeente heeft om eventuele risico’s op te vangen. De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen De gemeente Apeldoorn heeft een groot vermogen geïnvesteerd in de vorm van wegen, openbare verlichting, riolering, groen, speelvoorzieningen, water, sportvoorzieningen, gemeentegebouwen en onderwijsgebouwen. Dit worden kapitaalgoederen genoemd. Het onderhoud van deze kapitaalgoederen is van belang voor het zo goed mogelijk functioneren van de gemeente op het terrein van veiligheid, vervoer, recreatie, onderwijs en overige gemeentelijke diensten. In deze paragraaf wordt per onderdeel toegelicht op welke wijze het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen gewaarborgd is. De paragraaf financiering Als de gemeente voor een forse uitgave staat, dan heeft ze daarvoor het geld meestal niet op de bank staan. Er wordt dan een lening aangetrokken. Dit is vergelijkbaar met het opnemen van een lening bij aankoop van een eigen woning. De over de lening te betalen rente en aflossing behoren tot de periodieke exploitatie-uitgaven en zijn verwerkt in de MPB van hoofdstuk 2. Mocht anderzijds de gemeente veel geld in kas hebben, dan is het zaak hierover een zo hoog mogelijke rentevergoeding te krijgen. Rood staan voor de gemeente is relatief duur. Het is dan beter om voor het kastekort een kortlopende lening af te sluiten. Daarover hoeft minder rente te worden betaald. In deze paragraaf wordt toegelicht op welke wijze met de financieringsbehoefte van de gemeente wordt omgegaan. Het betreft een financieeltechnische materie. De paragraaf verbonden partijen De gemeente werkt vaak samen met andere partijen om bepaalde doelen te bereiken. Als deze samenwerking in een bestuurlijke en financiële vorm wordt gegoten, spreken we van een verbonden partij. In deze paragraaf worden alle partijen, waarmee de gemeente een band heeft nader toegelicht. De paragraaf grondbeleid De gemeente speelt ook een actieve rol in het kopen en verkopen van gronden. Hiermee kan zij invloed uitoefenen op het gewenste gebruik van de grond. Zo worden bijv. weilanden aangekocht, die geschikt gemaakt worden voor bijvoorbeeld woningbouw of bedrijfsterreinen. De gemeente is dan producent van bouwrijpe grond. Soms lukt het niet om zelf grond uit te geven, omdat de grond bijv. in handen van een derde is. De gemeente zoekt dan in diverse vormen samenwerking met marktpartijen (aannemers, projectontwikkelaars), soms resulterend in Publiek Private Samenwerkingscontracten. In deze paragraaf wordt dieper op het grondbeleid van de gemeente ingegaan. De paragraaf lokale heffingen In deze paragraaf wordt stilgestaan bij de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen en de consequenties daarvan voor de inwoners. Ook worden hier de tarieven voor het komende begrotingsjaar genoemd. De paragraaf bedrijfsvoering Deze paragraaf gaat in op allerlei interne ontwikkelingen binnen de gemeentelijke organisatie, die erop gericht zijn een zo goed mogelijke
3
·
dienstverlening aan de burgers te kunnen verstrekken en een zorgvuldige besluitvorming te kunnen garanderen. Niet verplichte paragrafen Vanaf 2012 zijn op verzoek van uw raad een aantal niet verplichte, paragrafen in de MPB opgenomen. Deze dwarsdoorsneden gaan over: dienstverlening, veiligheid en vastgoed.
Tot slot is een aantal bijlagen aan de meerjarenbegroting toegevoegd. Sommige daarvan zijn door het rijk verplicht voorgeschreven. Tot de belangrijkste bijlagen behoren: - bijlage 1 de algemene reserves van de gemeente Apeldoorn; - bijlage 2 de doorrekening van de bestemmingsreserves BROA, Riolering, Bereikbaarheid Binnenstad en Huisvuilrechten; - bijlage 4, waarin een trefwoordenlijst is opgenomen van specifieke beleidsonderwerpen met verwijzing naar het programma van hoofdstuk 2 waar dat onderwerp wordt toegelicht. Als u uitsluitend geïnteresseerd bent in een specifiek onderwerp, dan biedt deze trefwoordenlijst een goede ingang om het betreffende onderwerp in de MPB te vinden.
Beleidswijzigingen Het college heeft, zoals aangekondigd in de Voorjaarsbrief 2013, de voorstellen voor tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen en bezuinigingsvoorstellen in de MPB verwerkt. Al deze voorstellen zijn in een samenvattend overzicht vermeld dat aan het begin van hoofdstuk 2 is opgenomen. Voor elk voorstel is daarin aangegeven onder welk programma dat voorstel is opgenomen. Opent u dat programma, dan treft u daar de inhoudelijke toelichting op dat voorstel aan. Tevens is een overzicht opgenomen van de lopende bezuinigingen die in de BBB 2013 - 2016 en de Zomernota 2012 waren opgenomen.
De BROA Naast de jaarlijkse exploitatie-uitgaven - waaronder ook de jaarlijkse kosten van rente en afschrijving van reguliere investeringen - participeert de gemeente ook in vele investeringsprojecten of voert deze zelf geheel uit. Een bijzondere categorie van gemeentelijke (investerings)bijdragen wordt gevormd door die, welke voortvloeien uit het Meerjaren-Ontwikkelingsprogramma-Apeldoorn (MOP). In het MOP zijn de gemeentelijke ambities vastgelegd voor de ontwikkeling van Apeldoorn op de wat langere termijn. Elke ambitie is onderverdeeld in ontwikkelprogramma’s en vervolgens (nog verfijnder) in ontwikkelprojecten. Om een goed zicht te houden op de voortgang en vervolgstappen in de uitvoering van het MOP, is hiervoor een op het MOP afgestemde aparte financiële structuur in het leven geroepen in de vorm van de Y Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) . In deze bestemmingsreserve zijn MOP-projecten opgenomen, waarvoor het college voorstelt (aanvullende) budgetten beschikbaar te stellen. De BROA wordt gevoed met bijdragen van de provincie Gelderland (GSO en ISV) en rijksbijdragen. De winst die de gemeente via het gemeentelijk grondbedrijf maakte is de afgelopen jaren voor het grootste deel via de algemene dienst in de BROA gestort. Door tegenvallende resultaten van het grondbedrijf is de winstafdracht vanaf 2010 nihil. De storting in de BROA is in stand gebleven en Y
Een bestemmingsreserve is een reserve die de raad voor een specifiek beleidsdoel heeft ingesteld.
4
komt ten laste van de algemene dienst. De financiële meerjarendoorrekening van de BROA vormt een onderdeel van de meerjarenbegroting en is onder bijlage 2.1 opgenomen. Wenst u een totaalinzicht in de projecten waarvoor het college budgetten aanvraagt, dan geeft deze bijlage hiervan een overzicht. Voorbeelden zijn de aanpak van de Kanaalzone en andere stedelijke ontwikkelingslocaties, ontwikkelingen op sociaal en cultureel terrein, maatregelen gericht op het instandhouden van aantrekkelijke woonomgevingen, verbetering van milieukwaliteit etc. De inhoudelijke toelichtingen op deze projecten zijn weer opgenomen in de meerjarenprogramma begroting onder hoofdstuk 2. Daar zijn ze aan de betrokken programma’s toegevoegd, zodat naast de overige beleidsvoorstellen ook de voorstellen die het college doet in het kader van de MOP-projecten gezamenlijk bijeengebracht zijn. Op die wijze wordt per programma inzicht geboden in alle beleidswijzigingen.
Hoe een bepaald onderwerp in de meerjarenbegroting te vinden? Hiervoor is reeds een aantal ingangen genoemd die u naar de toelichtingen van beleidsonderwerpen van de meerjarenbegroting kunnen leiden. Afhankelijk van waarin u bent geïnteresseerd zijn ze hierna samengevat. - U bent in algemene zin geïnteresseerd in de beleidsmatige en financiële achtergronden die voor het college het vertrekpunt zijn geweest bij de opstelling van deze meerjarenprogrammabegroting, dan is hoofdstuk 1 een aanrader. Dat hoofdstuk biedt voorts een bloemlezing van de meest in het oog springende beleidswijzigingen in samengevatte vorm. - U hebt behoefte aan een totaalbeeld van alle voorstellen voor nieuw beleid en bezuinigingsvoorstellen. Daarvoor kunt u het samenvattend overzicht raadplegen dat in tabelvorm aan het begin van hoofdstuk 2 is opgenomen. - Uw interesse gaat vervolgens uit naar de nadere motivering van één of meer van deze specifieke voorstellen. In het samenvattende overzicht is bij elk van deze voorstellen het nummer van het programma vermeld. Als u dat programma in hoofdstuk 2 opent, dan treft u daar de nadere toelichting aan. - U wilt nadere informatie over een specifiek beleidsonderwerp. Dan kunt u daarvoor de trefwoordenlijst onder bijlage 4 raadplegen. Daar zijn per onderwerp de verwijzingen naar de programma’s van hoofdstuk 2 aangegeven. Onder dat programma treft u vervolgens de toelichtingen aan. - U bent geïnteresseerd in de beleidsvoorstellen die uit het MeerjarenOntwikkelings-Plan van Apeldoorn (MOP) voortvloeien. De meerjarendoorrekening van de BROA onder bijlage 2.1 biedt hierin het inzicht. - U wilt nader geïnformeerd worden over de financiële positie van de gemeente en over voorstellen over gemeentebelastingen. In hoofdstuk 3 zijn deze onderwerpen nader toegelicht. De paragraaf ‘Lokale heffingen’ gaat specifiek in op de gemeentelijke tarieven en belastingen.
5
6
1
Apeldoorn herstelt!
Nota van aanbieding bij de Meerjarenprogrammabegroting 2014-2017
7
8
Nota van aanbieding Meerjarenprogrammabegroting 2014-2017
1. Apeldoorn Herstelt!
Zicht op herstel, herstel op eigen kracht. Met deze opdracht stuurde uw raad ons college in het voorjaar van 2012 op pad. Wij zijn anderhalf jaar verder en wij hebben het gewenste herstel in zicht. Met de vaststelling van de Zomernota 2012 ligt er weer een fundament onder Apeldoorn. Belangrijkste opgave die nu voorligt, is om zicht op herstel te houden. Tegelijkertijd is het ook belangrijk om toekomstbestendig te blijven. Hiervoor zijn investeringen noodzakelijk, zie hier de tweede opgave. In onze Voorjaarsbrief van 8 mei 2013 gaven wij aan dat, om zicht op herstel te houden, bovenop de lopende bezuinigingen verdere ombuigingen noodzakelijk lijken. Dit met het oog op de aanhoudende recessie, verdere kortingen op het Gemeentefonds, onverhoopt niet te realiseren bezuinigingen en onontkoombare ontwikkelingen. Vier maanden later kan de slag om de arm achterwege blijven. Doorgaan op de huidige voet leidt tot een begrotingstekort van bijna € 8 miljoen in 2017. Daar waar in het recente verleden vooral het afwaarderen van grond ons dwong tot ingrijpen, is het nu vooral de recessie die ons parten speelt. Dit zien wij vooral terug in de uitkering die wij ontvangen uit het Gemeentefonds. Daarnaast zorgt de aanhoudende conjuncturele tegenwind voor verdere tegenvallers. Wij noemen de forse, niet in die mate voorziene, stijging van het aantal bijstandsgerechtigden. De teruglopende bouwactiviteit maakt dat er minder aan bouwleges binnenkomt. Nieuwe ombuigingen zijn noodzakelijk om het herstel in zicht te houden. In het bedrag van € 8 miljoen zit een besteedbare ruimte van € 4 miljoen. Dit bedrag nam uw raad bij wijze van buffer op in de Zomernota 2012. Hiermee anticipeerde u op mogelijke tegenvallers. In deze Meerjarenprogramma Begroting 2014-2017 (MPB) stellen wij u voor om de buffer hiervoor in te zetten. Tegelijkertijd stellen wij u voor om de buffer óók in te zetten voor de tweede opgave: een toekomstbestendig Apeldoorn. Daarmee wenden wij de buffer méér dan volledig aan. Het meest vergaande investeringsvoorstel heeft betrekking op ons wegennet. Om verdere achteruitgang, lees financiële schade, te voorkomen stellen wij u voor om het onderhoudsbudget structureel met € 1,34 miljoen te verhogen. Verder stellen wij u voor om een bescheiden aanjaagbudget vrij te spelen. Meer dan ooit hebben wij onze mede-overheden en daarbij in het bijzonder de provincie Gelderland nodig. Een aanjaagbudget biedt ons de mogelijkheid om met geld, geld te maken.
9
Gelet op de aanhoudende recessie en op dit moment niet te voorziene ontwikkelingen, bijvoorbeeld niet of moeilijk te realiseren bezuinigingen, stellen wij uw raad voor om in de MPB opnieuw een opvangbuffer op te nemen, oplopend tot € 2 miljoen in 2017. Het voorziene tekort van bijna € 8 miljoen en de realisatie van een nieuwe buffer van € 2 miljoen, maakt dat wij een oplossing moeten vinden voor een structureel tekort van € 10 miljoen. Wij hebben er voor gekozen om hierbij zowel naar uitgavenkant als naar de inkomstenkant van onze begroting te kijken. Wij stellen uw raad ondermeer voor om te bezuinigen op onderhuisvesting, het leerlingenvervoer, regionale vrouwenopvang, kinderopvang en groenonderhoud. Wij stellen u voor om de materiële kostenindex ook voor 2016 en 2017 tot 0,75% te verlagen en over te gaan tot afroming van de reserve bereikbaarheid. De personeelsformatie op het stadhuis krimpt opnieuw met 15 tot 20 formatieplaatsen. Dat doen wij in een tijd waarin wij al het uiterste van ons personeel vragen, het college heeft respect voor de wijze waarop ons ambtenarencorps ons bijstaat. Daarmee komen wij tot een bezuinigingspakket van bijna € 8 miljoen. Ons college kiest er voor, mede in het licht van de eerdere bezuinigingen, om niet alleen naar de uitgavenkant te kijken. Wij stellen uw raad ook voor om de Onroerend Zaak Belasting (OZB) met ingang van 2014 te verhogen. Dit levert de gemeente, via een oplopende reeks, in 2017 een bedrag van € 3 miljoen op. Wij zijn ons bewust van de impact van deze maatregelen. Niets doen is echter geen optie. Uw raad heeft ons gevraagd om Apeldoorn financieel op orde te brengen. Om zicht op herstel te houden én toekomstbestendig te blijven, is het noodzakelijk om de begroting bij te stellen. Dit laat overigens onverlet dat wij open staan voor alternatieven van uw kant. Wij gaan de discussie graag met u aan. Deze nota van aanbieding bestaat uit drie delen. In het eerste deel maken wij in financieel opzicht de balans op om vervolgens nader in te gaan op de ombuigingsvoorstellen. Dit is de laatste MPB van deze bestuursperiode. In het tweede deel van deze nota van aanbieding leggen wij verantwoording af over het in de bestuursperiode 2010-2014 gevoerde beleid. Dat doen wij op hoofdlijnen. Wij stellen vast dat in deze, door financiële tekorten gedomineerde, raadsperiode het nodige is gerealiseerd. Wij noemen de realisatie van het Kristal in Zuidbroek, het Catharina Amaliapark inclusief Brinklaangarage, het in aanbouw zijde winkelcentrum Orden en Post Zuid. Ook revitalisatie van het Park Berg en Bos kreeg de afgelopen jaren nader gestalte. Verder constateren wij dat het concept van de Andere Overheid stukje bij beetje zichtbaar wordt in Apeldoorn. Op sociaal terrein noemen wij het project Direct Actief en de goed functionerende Centra voor Jeugd en Gezin. De ambtelijke organisatie is gemoderniseerd. De gewenste cultuurverandering krijgt meer en meer gestalte. In het derde deel kijken wij vooruit. Uw raad heeft ons in de ‘Agenda voor Herstel’ gevraagd om een stip op de horizon te plaatsen. “Voor het moment dat Apeldoorn de crisis voorbij is, is het nodig om de visie, dat wat Apeldoorn is
10
scherp te hebben”, aldus uw raad. Daartoe hebben wij drie strategische doelen geconcretiseerd: Apeldoorn versterken als comfortabele gezinsstad (1), versterking van de positie als toeristisch toplandschap (2) en het stimuleren van innovatie in onze veelzijdige economie (3). Wij werken deze strategische doelen in deze nota van aanbieding nader uit.
2. Niets doen is geen optie Zicht op herstel houden. Dat is de opgave die voorligt. In financiële kaders betekent dit dat wij uw raad een MPB 2014-2017 voorleggen met een financieel overschot in de laatste jaarschijf van € 1 miljoen. Door dit overschot voorziet deze MPB, conform de comptabiliteitseisen, in een Algemene Reserve van € 15 miljoen ‘in het negende jaar’ (2022). Op dat moment is er sprake van een volledig financieel herstel. Vanzelfsprekend zullen wij iedere mogelijkheid benutten om dit moment naar te voren te halen. In deze paragraaf schetsen wij de actuele financiële opgave. Ook gaan wij in op de noodzaak om te investeren. Vervolgens geven wij aan welke ingrepen nodig zijn om de begroting in balans te houden. Een nadere uitwerking treft u in hoofdstuk 3 van deze MPB aan.
2.1 Contouren Begroting Bestaand Beleid Vertrekpunt voor de MPB is de Begroting Bestaand Beleid (BBB). Wat gebeurt er als wij doorgaan op de lijn die wij eerder hebben ingezet? Een doorrekening van de verwachte inkomsten en uitgaven leert ons dat de begroting bestaand beleid in 2017 (de vierde jaarschijf van deze MPB) een tekort laat zien van bijna € 8 miljoen. De verslechtering wordt in hoofdzaak veroorzaakt door besluitvorming op landelijk niveau. Doorgaans twee keer per jaar, in mei en in september, geeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties per circulaire aan wat de gemeenten in financiële zin uit het Gemeentefonds kunnen verwachten. Op basis van de jongste meicirculaire ontstaat er voor gemeenten een grillig beeld. 2014 lijkt een relatief gunstig jaar te worden. Op de beleidsterreinen infrastructuur en wonen geeft het rijk meer uit en indachtig ‘de trap op – trap af systematiek’ heeft dat positieve consequenties voor het Gemeentefonds. Voor de jaren 2015, 2016 en 2017 is er echter sprake van een neerwaartse ontwikkeling. In 2017 ontvangen wij, ten opzichte van de situatie van nu, bijna € 9 miljoen minder uit het Gemeentefonds. De meeste bezuinigingsmaatregelen van de rijksoverheid starten in 2015 en lopen daarna op. In de Zomernota 2012 rekenden wij nog op een korting van € 4 miljoen. Aangaande het Gemeentefonds schetsten wij u toen een positief, een midden en een somber scenario. Wij kozen destijds voor het midden scenario. Met de wetenschap van nu had een keuze voor het sombere scenario vorig jaar meer voor de hand gelegen. Temeer daar het hier niet bij lijkt te blijven want de tekorten op de rijksbegroting nemen verder toe. Het kabinet staat voor de opgave om een extra bedrag van € 6 miljard te bezuinigen om het begrotingstekort tot acceptabele proporties terug te brengen.
11
Op het moment van het opstellen van deze MPB is ons college in afwachting van de septembercirculaire. De nieuwe tekorten op landelijk niveau zullen zonder twijfel direct van invloed zijn op het Gemeentefonds. Gelet op de omvang van het tekort op de rijksbegroting hebben wij bij de opstelling van deze MPB (medio augustus 2013) er rekening mee gehouden dat Apeldoorn met een extra korting van € 3 miljoen wordt geconfronteerd. Hoewel dat nog niet zeker is, hebben wij deze tegenvaller verwerkt in de MPB, in lijn met de raadsopdracht om financiële problemen direct op te pakken. Daar staat tegenover dat, naar verwachting, in de septembercirculaire ook melding gemaakt wordt van een voordeel van € 2 miljoen (per 2015) in verband met de uitkering overschot BTW – compensatiefonds. Hoe tegenstrijdig het ook moge klinken, de recessie levert ons ook een meevaller op. De rentes die wij voor onze geldleningen in rekening gebracht krijgen, zijn van een historisch laag niveau. Dat levert een voordeel op van ongeveer € 1 miljoen. De, op van het Centraal Plan Bureau prognoses gebaseerde, indexering van materiële kosten levert daarentegen een extra kostenpost op.
2.2 Bestedingsvoorstellen buffer € 4 miljoen (1) Met de Zomernota 2012 hebben wij een financieel beleid ingezet met een grote mate van behoedzaamheid. Om alert te anticiperen op niet te effectueren bezuinigingen, mogelijk negatieve effecten van de decentralisatie van de sociale wetten en andere onontkoombare ontwikkelingen is daartoe in de MPB een buffer aangelegd. Voor 2014 is een bufferbedrag van € 2,5 miljoen beschikbaar. Voor 2015, 2016, 2017 is steeds een bedrag van € 4 miljoen geraamd. Wij zijn in de afgelopen periode volop met de ontwikkelingen zoals hierboven omschreven geconfronteerd. Apeldoorners doen een fors extra beroep op de Algemene Bijstandswet. Wij verwachten voor het jaar 2014 een tekort van € 3,8 miljoen. Voor de daaropvolgende jaren is er sprake van een tekort van jaarlijks € 1 miljoen. Ook de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (huishoudelijke verzorging) zorgt vanaf 2015 voor een structureel nadeel van € 1 miljoen. De verminderde (nieuw)bouwactiviteit zorgt voor onderuitputting van de reserve bouwleges. Met het op peil brengen van deze reserve is in 2014 eenmalig een bedrag van € 1,75 miljoen gemoeid. De komst van een landelijk systeem maakt dat ons huidige GBA-systeem vervangen moet worden. De kosten hiervan lopen op tot ruim € 100.000. In onze tussenrapportages en onze recente jaarrekening gaven wij u te kennen dat de opbrengst uit de begraafrechten een negatieve trend vertoont. De egalisatiereserve die samenhangt met de exploitatie van de begraafplaatsen, vertoont hierdoor een negatieve stand. Als tussenmaatregel hebben wij hierin eenmalig een bedrag van € 350.000 gestort. Vanzelfsprekend is het ons voornemen om tot verbetering van de exploitatie te komen. Naast deze onvermijdelijke extra uitgaven hebben wij ook te maken met niet of lastig te effectueren bezuinigingen.
12
Met de vaststelling van de Zomernota 2012 heeft uw raad besloten om te bezuinigen op het minimabeleid. Deze bezuiniging wordt gerealiseerd door de inkomensvoorziening voor chronisch ziekten en gehandicapten te stoppen. Door onduidelijkheid op landelijk niveau is het niet gelukt om deze bezuiniging in 2013 te effectueren. Wij voorzien dat het pas in 2015 gaat lukken om tot een nieuw minimabeleid te komen. Wij verzoeken uw raad om de voor 2014 ingeboekte bezuiniging van € 375.000 te schrappen. Streven van uw raad is om te komen tot een vermindering van het aantal door de gemeente gefinancierde accommodaties op sport, sociaal cultureel- en welzijnsgebied. Van een daadwerkelijke vermindering van accommodaties zal, anders dan verwacht, echter op zijn vroegst in 2015 sprake zijn. De voorgenomen bezuiniging (€ 100.000 in 2014) kan niet worden geëffectueerd. Wij stellen uw raad voor om de bezuinigingen op ‘entourage groen’ voor een bedrag van € 77.000 terug te draaien. Dit omdat de oorspronkelijke bezuiniging onbedoeld ook het groenonderhoud buiten de sportvelden treft. Anders dan in het recente verleden anticiperen wij in deze MPB niet op de mogelijk negatieve financiële effecten van de decentralisatie van de uitvoering drie sociale wetten (3 D’s). Wij beschouwen de budgetten die wij vanuit Den Haag ontvangen met het oog op de decentralisatie van rijksgefinancierde Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de gemeentelijke Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de decentralisatie van de jeugdzorg en de decentrale uitvoering van de Participatiewet als taakstellend.
2.3 Bestedingsvoorstellen buffer € 4 miljoen (2) In de inleiding gaven wij aan dat wij de term herstel niet louter financieel interpreteren. Om Apeldoorn toekomstbestendig te laten blijven, zijn investeringen noodzakelijk. Wij stellen uw raad daarom voor om de term buffer ruim te interpreteren en de bestaande buffer deels te benutten voor opvangen van tegenvallers en deels in te zetten voor ons inziens onontkoombare ontwikkelingen. Het - in geld - meest zwaarwegende voorstel is om extra in de wegen te investeren. Uitvoering gevende aan de door uw raad aangenomen motie ‘de juiste weg’ hebben wij een stuurgroep Wegen ingesteld om de problematiek op dit terrein nauwgezet in kaart te brengen. De stuurgroep heeft ons voor het zomerreces het herstelplan wegen aangeboden. Dit plan heeft u inmiddels ontvangen. Hoofdconclusie van de stuurgroep Wegen is dat wij op jaarbasis € 1,1 miljoen te weinig uitgeven aan het onderhoud van het gemeentelijk wegennet. Voor onderhoud van bruggen, viaducten en tunnels is op jaarbasis € 0,24 miljoen te weinig beschikbaar. Wij hebben de hoofdconclusie van de stuurgroep overgenomen en stellen uw raad voor om jaarlijks € 1,34 miljoen toe te voegen aan de beschikbare onderhoudsbudgetten. Met deze structurele toevoeging brengen wij het onderhoudsbudget op het niveau als geadviseerd door de stuurgroep. De extra middelen stellen ons in staat om de achteruitgang van de kwaliteit van de wegen een halt toe te roepen. De totale onderhoudsachterstand van de wegen bedraagt op dit moment in geld uitgerekend € 9,1 miljoen. Van een inhaalslag is geen sprake.
13
In tijden van recessie is het van groot belang om iedere mogelijkheid die er is om te investeren ook daadwerkelijk te benutten. Meer dan ooit zullen wij daarvoor een beroep moeten doen op de steun van medeoverheden in het algemeen en de provincie Gelderland in het bijzonder. Het voorhanden hebben van enig ‘aanjaagbudget’ vergroot de kans op steun van derden. Concreet stellen wij u voor om in de begroting hiervoor tot en met 2017 een jaarlijks bedrag van € 300.000 op te nemen. Dit bedrag willen wij in inzetten voor het realiseren van drie genoemde strategische doelen: het versterken van Apeldoorn als comfortabele gezinsstad (1). Het versterken van de positie van Apeldoorn als toeristisch toplandschap (2) en het stimuleren van innovatie in onze veelzijdige economie (3). Doel van de inzet van de middelen is om met geld, geld te maken. Naast het inzetten van een beperkt ‘aanjaagbudget’ stellen wij de raad voor om de Apeldoornlobby in Arnhem, Den Haag en Brussel te versterken. De middelen lopen terug, de concurrentie tussen steden wakkert aan en maakt een intensivering van de lobby noodzakelijk. Wij stellen u voor om hiervoor in 2014 en 2015 € 200.000 en in 2016 € 100.000 te reserveren. In onze Voorjaarsbrief van 8 mei jl. gaven wij aan dat wij met het college van Gedeputeerde Staten (GS) van Gelderland om tafel zitten in het kader van de uitvoering van de door Provinciale Staten (PS) vastgestelde ‘Beleidslijn bij de verslechtering van de financiële positie van de gemeenten’. Duidelijk is dat de provincie het accent vooral op nieuwe investeringen legt. Relevant in dit kader is ook dat PS van Gelderland – eind juni - het college van GS per motie heeft gevraagd om PS voorstellen te doen voor een ‘robuuste’ investering in de Gelderse economie. De opstellers van de motie, de fracties van CDA, PvdA, VVD en D66 spraken bij het indienen van de motie over een impuls van zeker € 200 miljoen in ondermeer de Gelderse infrastructuur en de woningmarkt. Ook hierover zijn wij intensief in gesprek met de provincie Gelderland. Wij verwachten dit najaar meer duidelijkheid van de provincie over zowel de genoemde beleidslijn als over de ‘robuuste’ investering. Zoals afgesproken houden wij uw raad nauwgezet op de hoogte van de ontwikkelingen. De afgelopen jaren is bezuinigd op de ambtelijke organisatie. In deze MPB doen wij opnieuw voorstellen die leiden tot een verdere inkrimping van de personeelsformatie. Dit geeft druk. Om de kwaliteit, mede in het licht van de vergrijzing van het ambtenarencorps, te borgen, vinden wij dat er óók geïnvesteerd moet worden in de ambtelijke organisatie. Voorstel is ondermeer om te komen tot een trainee-programma. Recente onderzoeken van onder ander bureau Louter (in opdracht van Elsevier) wijzen uit dat Apeldoorn in economisch opzicht een gemeente met potentie is. Ondanks de recessie stijgt het aantal arbeidsplaatsen. Wij willen dit vasthouden. Het is daarom gewenst om de ambtelijke slagkracht op acquisitieterrein te vergroten. Wij stellen u voor om hiervoor extra middelen te ramen. Uw raad heeft ons college in 2011 (middels het amendement ‘Anders betrokken’) gevraagd om een voorstel te doen voor het structureel maken van de subsidie voor het Erfgoedplatform. Wij stellen u voor om structureel een bedrag van € 45.000 voor het Erfgoedplatform in de begroting op te nemen. Om ook in de komende bestuursperiode adequaat te blijven reageren op tegenvallers, stellen wij uw raad voor om een nieuwe buffer, oplopend tot
14
€ 2 miljoen in 2017, op te nemen in de MPB 2014-2017.
2.3
Nieuwe ombuigingen noodzakelijk
Zicht op herstel krijgen, zicht op herstel houden. Vanaf het voorjaar van 2012 domineert deze opdracht ons doen en laten. De ontwikkelingen als eerder omschreven dwingen ons tot nieuwe ingrepen. Niets doen is geen optie. Bij de ombuigingen die wij in het kader van de Zomernota 2012 doorvoerden, hebben wij ons laten leiden door vijf ijkpunten. Dat hebben wij ook nu gedaan. Eerste uitgangspunt is dat wij ons op eigen kracht herstellen. Tweede uitgangspunt is dat alle beleidskaders aanraakbaar zijn. Verder breken wij niets af wat wij niet meer op kunnen bouwen en blijven wij een sociale stad. Wij blijven investeren in de toekomst. Zoals wij in de inleiding al aangaven heeft ons college er voor gekozen om bij het samenstellen van het ombuigingspakket zowel naar de uitgaven- als naar de inkomstenkant te kijken. Aan de uitgavenkant vinden wij een substantieel deel van het om te buigen bedrag binnen de onderwijshuisvesting. Zoals wij u in onze Voorjaarsbrief al aangaven, wil de rijksoverheid dat scholen – zonder tussenkomst van de gemeente – de beschikking krijgen over een deel van het huisvestingsbudget. Om dit te financieren wordt een korting op het Gemeentefonds van € 250 miljoen doorgevoerd. Voor Apeldoorn betekent dit een nadeel van € 2,7 miljoen. Wij hebben dit nadeel verwerkt in onze doorrekeningen. Wij verwerken deze tegenvaller door het budget, dat wij in onze begroting hebben opgenomen voor onderwijshuisvesting, dienovereenkomstig te verlagen. Dit bedrag loopt met de jaren op. Voor 2017, de laatste jaarschijf van de MPB, gaat het om een bedrag van € 1,5 miljoen. Dit bedrag loopt na 2017 verder op tot € 2,7 miljoen in 2019. Buiten de onderwijshuisvesting stellen wij uw raad voor om een bedrag van € 1,5 miljoen te bezuinigingen op de beleidsterreinen jeugd, zorg en welzijn. Wij gaan ondermeer minder geld uitgeven aan het peuterspeelzaalwerk, de kindercentra en het jeugdwerk. Ook het hanteren van een 6 in plaats van een 5 kilometergrens voor het leerlingenvervoer maakt onderdeel uit het bezuinigingspakket. Verder stellen wij een korting voor op de thema’s vrouwenopvang en huiselijk geweld. Voorstel is verder om de makelaarsfunctie die Wisselwerk met betrekking tot de maatschappelijke stages uitvoert, niet langer te subsidiëren. De stelpost voor de uitvoering van de WMO van € 300.000 wordt met € 100.000 verlaagd. In de jaarrekening 2012 gaven wij aan dat de uitgaven in het kader van de WMO op onderdelen structureel meevallen. Wij noemen hierbij de vervoerskosten en de verhuiskosten. Ook ontvangen wij meer aan eigen bijdragen dan geraamd. Op jaarbasis gaat het om een bedrag van € 400.000. De afgelopen jaren hebben wij geïnvesteerd in de kwaliteit van de ICT-functie in ons huis waardoor wij minder inhuren. Slim aanbesteden en toenemende concurrentie maken een verdere kostenreductie van ca. € 0,5 miljoen mogelijk. Binnen het beleidsterrein personeel, communicatie, bestuurlijke ondersteuning en strategie wordt ruim € 350.000 bezuinigd, ondermeer door minder geld uit te trekken voor de ondersteuning van ons college.
15
Het inkrimpen van de personeelsformatie van het zogeheten Shared Service Centrum, het terugdringen van de porti- en printkosten en het versoberen van de dienstverlening in het bedrijfsrestaurant leveren een bedrag van € 1 miljoen op. De baliefunctie in het Portaal wordt opgeheven en het budget voor inhuur van juristen wordt verlaagd. Met de nieuwe bezuinigingen zijn in totaal 15 tot 20 formatieplaatsen gemoeid. De ambtelijke reorganisatie heeft inmiddels geleid tot een reductie van 225 formatieplaatsen. Per 1 juli 2013 wachten nog 74 medewerkers op herplaatsing (het gaat dan om 60 formatieplaatsen). Het bezuinigingspakket voorziet verder in een bezuiniging op groen. De wijkbudgetten worden met 25% verlaagd. Tot slot houden wij een lagere buffer eigen risico brandverzekering aan. Voor een volledig overzicht van het bezuinigingspakket van € 7,8 miljoen verwijzen wij u naar hoofdstuk 3. Het heeft ons, zoals geschreven, moeite gekost om voor het derde achtereenvolgende jaar een pakket met bezuinigingsmaatregelen vast te stellen. Effectuering van de maatregelen leidt naar onze mening niet tot afbraak van voorzieningen die niet meer opgebouwd kunnen worden. Ook blijven wij een sociale gemeente. Uitvoering van dit pakket betekent opnieuw een vermindering van het aantal formatieplaatsen op het stadhuis. Daarnaast stellen wij u voor om de materiële kostenindex met ingang van 2016 te verlagen en de reserve bereikbaarheid af te romen. Om het tekort van € 10 miljoen op te lossen kiezen wij er voor om óók naar de inkomstenkant te kijken. Nog meer bezuinigingen doorvoeren dan nu voorgesteld achten wij ongewenst. Wij willen niets afbreken wat wij niet meer op kunnen bouwen. Wij stellen uw raad daarom voor om de Onroerend Zaak Belasting (OZB) met ingang van 2014 te verhogen. Dit levert de gemeente bovenop de gebruikelijke inflatiecorrectie, via een oplopende reeks in 2017 een bedrag van € 3 miljoen op. De totale procentuele stijging van de OZB staat in de volgende tabel vermeld. Stijging OZB Inflatiecorrectie (in BBB opgenomen) Reële verhoging Totale verhoging
2014 2,10% 0,35% 2,45%
2015 1,2% 2,3% 3,5%
2016 1,6% 1,9% 3,5%
2017 1,6% 1,9% 3,5%
Hierbij de aantekening dat deze verhoging niet één op één leidt tot een boven inflatoire verzwaring van de woonlasten. Dit vanwege een verlaging van de afvalstoffenheffing. Het pakket aan bezuinigingen, de verhoging van de Onroerend Zaak Belasting, het verlagen van de kostenindex en het afromen van de reserve bereikbaarheid maakt dat wij u een MPB 2014-2017 kunnen voorleggen met een financieel overschot in de laatste jaarschijf van € 1 miljoen. Dit overschot is nodig om de Algemene Reserve in het negende jaar (2022) op het niveau van € 15 miljoen te krijgen. Apeldoorn herstelt!
16
3. Agenda voor Herstel, Veerkracht & Verbinding Dit is de laatste MPB van de bestuurperiode 2010-2014. Een periode waarin wij doordrongen raakten van een teveel aan ‘op de top van de markt’ verworven gronden. Gronden waarvan de afzet door de recessie ernstig in het gedrang is gekomen. Anders dan in veel andere gemeenten maakten wij de keuze om in één keer schoon schip te maken en een verlies van € 175 miljoen te nemen op onze grondexploitatie. Dit én de teruglopende overheidsfinanciën maakte ombuigingen van een historische omvang noodzakelijk. Zowel in 2011, 2012 als in 2013 was het onontkoombaar om in te grijpen in de begroting. Conform de opdracht van uw raad hebben wij in de afgelopen anderhalf jaar geprobeerd om schoon schip te maken. Opdracht was ook om dit op volstrekt transparante wijze te doen. Met de Zomernota 2012, het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) en deze MPB hebben wij geprobeerd om aan beide opdrachten invulling te geven. Wij hebben pijnlijke maatregelen moeten nemen maar daardoor hebben en houden wij het gewenste herstel in zicht. Er ligt, met dank aan de Apeldoornse samenleving, uw raad en ons ambtelijk apparaat een fundament waarop wij - met elkaar - verder kunnen bouwen. De achter ons liggende jaren kenmerkten zich ook door de nodige wisselingen van de wacht. Fred de Graaf trad in het najaar 2011 af als burgemeester en werd tijdelijk opgevolgd door oud-gedeputeerde Hans Esmeijer. In mei 2012 werd John Berends geïnstalleerd als burgemeester van Apeldoorn. Ook het college wisselde in deze bestuursperiode van samenstelling. Dit vanwege ‘grondzaken’. Vooruitlopende op een grootschalige ambtelijke reorganisatie traden twee nieuwe concerndirecteuren en een nieuwe gemeentesecretaris aan. In dit tweede deel van deze Nota van Aanbieding kijken wij terug. Belangrijkste ijkpunt hierbij is het bestuursakkoord “Agenda voor Herstel” uit 2012. Ook de meest in het oogspringende voornemens uit het bestuursakkoord ‘Veerkracht en Verbinding’ (2010) passeren de revue.
3.1 Een andere bestuursstijl Hoofdopdracht uit “Agenda voor Herstel” is om in financieel opzicht schoon schip te maken. Een gezamenlijke inspanning van raad, college, ambtelijk apparaat en niet te vergeten de Apeldoornse samenleving, maakt dat wij op koers liggen. In zowel de Zomernota 2012 als in het eerste deel van deze Nota van Aanbieding zijn wij reeds uitvoerig ingegaan op de route die wij hebben afgelegd en het traject dat wij nog te gaan hebben. Tweede belangrijke opdracht die uw raad met de “Agenda voor Herstel” heeft neergelegd, is om te komen tot een andere stijl van besturen. Wij hebben in de afgelopen anderhalf jaar geprobeerd om hier invulling aan te geven. Dit ondermeer door meer transparantie te betrachten en door uw raad vroegtijdig bij onze dilemma’s te betrekken. Richting samenleving proberen wij meer de dialoog te zoeken. Hierbij zetten wij de sociale media actief in.
17
Wij vinden het verheugend te constateren dat Apeldoorn zich meer en meer als evenementenstad aan het ontwikkelen is. Met dank aan ondernemend Apeldoorn en de Apeldoornse samenleving wordt de lokale evenementenkalender steeds beter gevuld. Uw raad vroeg ons in 2012 ook om meer zichtbaar te zijn. Wij gaan – meer dan ooit - de dorpen en de wijken in. De grote veranderingen op sociaal terrein hebben wij in tientallen sessies besproken met de doelgroepen. Bijna iedere week bezoeken wij een bedrijf of een sector van bedrijven. De lijnen met ondernemend Apeldoorn houden wij daarnaast via “Apeldoorn Perspectief” en de Bedrijvenkring Apeldoorn open. Op het terrein van wonen nemen wij deel aan het Overleg Wonen Apeldoorn. Als het gaat over de relatie onderwijs/arbeidsmarkt participeren wij in de zogeheten tafels Stedendriehoek leert en Stedendriehoek werkt. Ook werken we met ondernemers en mede overheden samen in het Toeristisch Platform. Om de regeldruk te verminderen, hebben wij procedures vereenvoudigd of geschrapt. Wij stellen vast dat de relatie lokale overheid – lokaal bedrijfsleven/samenleving, na een lastige periode, is verbeterd.
3.2 Op weg naar een andere overheid Centraal thema uit het bestuursakkoord ‘Veerkracht en Verbinding’ (2010) is de ‘Andere Overheid’. Het akkoord voorziet in een meer bescheiden rol voor de lokale overheid. “Wij gaan de komende jaren een groter beroep doen op de samenleving”. In de ‘Agenda voor herstel’ (2012) wordt de wens uitgesproken om te komen tot een overheid die de kracht van de samenleving beter benut. Wij constateren dat het gedachtegoed van de Andere Overheid beklijft met dank aan de Apeldoornse bewoners, instellingen en bedrijven. Inwoners van Hoenderloo besloten om samen de schouders te zetten onder de uitvoering van het dorpsplan. Het eerste resultaat is de overdracht van het groenonderhoud, inclusief budget, van de gemeente naar het dorp. In Ugchelen en Orden zijn participatieprojecten in de openbare ruimte gestart. In meerdere wijken zijn bewoners actief met het opruimen van zwerfvuil. Niet alleen de Apeldoornse burgers zijn actief. Bedrijven aan de Laan van Malkenschoten betaalden en bepaalden mee bij de inrichting van de openbare ruimte.
3.3 Een andere organisatie Een andere overheid vraagt om een andere organisatie. Na anderhalf jaar van voorbereidingen is op 1 januari 2013 de nieuwe organisatie van start gegaan. Kernwaarden zijn betrokken, uitnodigend en slagvaardig. Sturen op resultaat door de verantwoordelijkheden laag in de organisatie te leggen, is het uitgangspunt. Het leveren van ‘tegenspraak’ wordt gestimuleerd. Onze andere organisatie is een meer compacte organisatie. De reorganisatie heeft inmiddels geleid tot een reductie van 225 formatieplaatsen. Per 1 juli 2013 wachten nog 74 medewerkers op herplaatsing (60 formatieplaatsen).
18
Wij hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in de samenwerking met andere gemeenten. Om alle taken adequaat en efficiënt te kunnen blijven uitvoeren, is samenwerking met anderen gewenst. Wij noemen de uitvoering van belastingen en de sociale wetten en het onderbrengen van onze milieutaken in de Omgevingsdienst Veluwe IJssel (Ovij). Verdere opties worden door ons onderzocht. Het gaat hierbij ondermeer om de zogeheten PIOFACH-functies (personeel, inkoop, organisatie, financiën, automatisering, communicatie, huisvesting).
3.4 Wij zijn een sociale gemeente Conform de opdracht van uw raad als neergelegd in beide bestuursakkoorden hebben wij de Apeldoorners die afhankelijk zijn en een grote hulpvraag kennen, zoveel als mogelijk ontzien. Bezuinigingen binnen het sociale domein hebben wij vooral weten te vinden door een efficiëntere inzet van middelen. Hoewel de daadwerkelijke overdracht nog op zich laat wachten is in de afgelopen periode veel energie gaan zitten in de drie D’s. De decentralisatie van de jeugdzorg, de decentralisatie van de rijksgefinancierde Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de gemeentelijke Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de decentrale uitvoering van de nieuwe Participatiewet. De afgelopen periode hebben wij benut om alle betrokkenen zo goed mogelijk voor te bereiden op de veranderingen. Dat is, gelet op de steeds wisselende berichten uit Den Haag, best lastig. Daarbij blijven er zorgen over de financiering. Het rijk gaat er vanuit dat de gemeenten minder geld nodig hebben voor de uitvoering van het takenpakket. In de tweede paragraaf gaven wij u al te kennen dat wij de budgetten die uit Den Haag komen als taakstellend beschouwen. Dit vraagt om een inventieve aanpak. En ook op dit terrein zoeken wij de samenwerking in regioverband. Tevreden zijn wij over de doorontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin, daar onderscheiden wij ons mee. Ook is het fijn te kunnen constateren dat, na een aarzelende start, Omnizorg aan de verwachtingen voldoet. In ‘Veerkracht en Verbinding’ bestempelde uw raad het hebben van werk als de beste sociale voorziening. In het kader van het project ‘Direct Actief’ wordt bijstandsgerechtigden verplicht om deel te nemen aan sollicitatietrainingen en ook daadwerkelijk te solliciteren. Om weer te wennen aan het arbeidsproces dient ook productiewerk te worden verricht. De eerste ervaringen zijn hoopgevend.
3.5 Wij staan niet stil Uitvoering gevende aan de opdracht ‘stoppen, tenzij’ uit de ‘Agenda voor Herstel’ werden projecten stilgelegd. De recessie maakt dat ook particulieren aanmerkelijk minder in de stad investeren. Dat zie je terug: terreinen liggen lang braak, er staat veel leeg. Naast het schrappen van projecten is het ook gelukt om projecten af te ronden. Wij noemen de oplevering van het Kristal in Zuidbroek, het Catharine Amaliapark inclusief Brinklaangarage, het ‘bovengronds brengen’ van de Grift, de revitalisatie van het Park Berg en Bos en het in aanbouw zijnde winkelcentrum Orden. Stap voor stap proberen wij samen met de ondernemers de kwaliteit van de binnenstad te verbeteren. De economische crisis heeft een groot effect op de woningbouw. Gelukkig wordt er nog altijd gebouwd in Apeldoorn, grote en kleinere projecten, variërend van de
19
Kanaalzone tot enkele woningen in de wijken. Op creatieve wijze proberen wij steeds te anticiperen op ontwikkelingen in de markt. Wij kijken permanent naar de markconformiteit van onze prijzen en programmeren meer en meer adaptief. Apeldoorn heeft ook anno 2013 een sterke economische positie. Het aantal banen is gegroeid van 95.000 in 2011 naar bijna 100.000 in 2013 In de afgelopen periode zijn wij er in geslaagd om een aantal nieuwe bedrijven en organisaties aan Apeldoorn te binden. Wij noemen Ajax-Chubb Varel, Avantes en Be-informed en de hoofdvestiging van de politie Oost Nederland. Wij stellen vast dat de samenleving zich meer en meer manifesteert op het terrein van duurzaamheid. Wij noemen ‘deA’ en het project Kerschoten EnergieNeutraal. Na opstartproblemen is Diftar intussen volledig ingeburgerd in Apeldoorn. Huisvuil wordt meer en meer gescheiden aangeleverd en het restafval neemt sterker af dan voorzien. In de afgelopen raadsperiode hebben wij een fundament gestort voor ons vastgoedbeleid. De mogelijkheden en onmogelijkheden op dit terrein hebben wij op een transparante wijze in kaart gebracht. Mede door de recessie vallen de revenuen vooralsnog tegen maar wij zijn van mening dat wij belangrijke stappen hebben gezet.
3.6
Cultuur en sport
Binnen de sectoren cultuur en sport maken wij als lokale overheid terugtrekkende bewegingen. In 2012 is met de cultuurnota Spin-Off focus aangebracht om het noodzakelijke maatschappelijke en economische rendement (spin-off) van cultuur te behouden. De grote culturele instellingen CODA, Gigant, Markant en Orpheus hebben nieuwe meerjarenplannen geschreven. Deze plannen gaan over toekomstbestendigheid van de sector binnen de nieuwe financiële en maatschappelijke omstandigheden. Met de oprichting van de Stichting Cultuurkwartier geeft ‘het veld’ verder aan samen stappen te willen zetten. Wij waarderen deze inspanning. Op sportgebied beperkten wij ons in de afgelopen periode op het instandhouden van een infrastructuur die aansluit bij de wensen van de onze inwoners. Veel energie staken wij in het dossier AGOVV maar dat leidde niet tot het behoud van het betaalde voetbal voor Apeldoorn. Met de amateurs van AGOVV zijn wij nog altijd in gesprek. In het verlengde van de ontwikkelingen rond AGOVV zijn wij het afgelopen jaar de gesprekken met FC Twente gestart over de realisatie van een nevenvestiging van de Twente Academie in Apeldoorn. Vestiging vinden wij in het belang van de Apeldoornse (top)sport. Er liggen bewogen jaren achter ons. Jaren waarin wij een basis hebben gelegd voor het financiële herstel van Apeldoorn en een aanzet gaven voor een Andere Overheid. De weg naar boven lijkt ingeslagen.
4. Stip op de horizon In dit derde deel van deze Nota van Aanbieding kijken wij vooruit. Uw raad heeft ons in de ‘Agenda voor Herstel’ gevraagd om een stip op de horizon te plaatsen.
20
“Voor het moment dat Apeldoorn de crisis voorbij is, is het nodig om de visie, dat wat Apeldoorn is scherp te hebben”. In deze MPB nemen wij een eerste voorschot op deze visie waarbij wij ons in hoofdzaak laten leiden door bestaande kaders. Het is ons voornemen om uw raad in de komende periode nauw te betrekken bij het verder vormgeven van onze toekomstvisie. Tot voor kort konden bijna alle gemeenten profiteren van de groeiende welvaart in ons land. Daar hoefde niet zoveel moeite voor gedaan te worden, de woningen en de bedrijfsterreinen werden toch wel verkocht. De situatie is drastisch gewijzigd, mensen en bedrijven hebben tegenwoordig keuzes te over waardoor kwaliteit meer dan ooit een belangrijke keuzefactor is. Die kwaliteit is in voldoende mate aanwezig. Wij staan er best goed op: Apeldoorn verenigt volgens velen in en buiten de stad, het beste van twee werelden; de allure en voorzieningen van een stad, de charme en het woonmilieu van een dorp. Goed bereikbaar en centraal gelegen in de grootste groene long van het land. Zonder de juiste strategische keuzes dreigen onze specifieke kwaliteiten onder druk te komen. Trendwatchers voorspellen verlies van terrein in de oostelijke helft van het land door verschraling van het voorzieningenaanbod, het cultuur aanbod en het gebrek aan innovatie. Wij zien echter voldoende kansen om dit te voorkomen. Daartoe hebben wij drie strategische doelen geconcretiseerd vanuit de door uw raad vastgestelde structuurvisie en het strategische kader: Apeldoorn versterken als comfortabele gezinsstad (1), versterken van de positie van Apeldoorn als toeristisch toplandschap (2) en het stimuleren van innovatie in onze veelzijdige economie (3). De eerder genoemde aanjaaggelden willen wij primair hier voor inzetten. Wens van onze college is om deze doelen te realiseren via initiatieven van alle inwoners, bedrijven en instelling in onze stad en door intensieve samenwerking met andere gemeenten, de provincie Gelderland, de rijksoverheid en Europa.
4.1
De drie strategische doelen nader omschreven
Een belangrijke voorwaarde voor een comfortabele gezinsstad is dat het er goed wonen is. De bestaande kwaliteit van wijken en dorpen moeten wij vasthouden en versterken waar nodig. Een andere voorwaarde is dat wij zowel onze topvoorzieningen (Orpheus, Coda en Omnisport), onze binnenstad, als onze fijnmazige voorzieningen (winkelcentra, scholen) zoveel mogelijk in stand houden. Ook moeten wij zorgen voor meer groen in de stad. Dat wordt een steeds prominenter aspect bij de woonkeuze. Belangrijk thema is veiligheid. Wij zitten op dit moment in de top 5 van de meest veilige steden en willen dat graag zo houden. Een troef die Apeldoorn voor handen heeft is de sociale cohesie; ook hier zitten we in de top 5. Die moeten wij koesteren als basis onder de zelfredzaamheid in onze samenleving. Voor de gewenste versterking van onze positie als toeristisch toplandschap staan wij een nadere ontwikkeling van Omnisport als vierde Apeldoornse topattractie (naast de Julianatoren, Apenheul en museum Paleis het Loo) voor. Punt van aandacht hierbij is de bereikbaarheid. Ook komt het ons gewenst voor om op jaarbasis tenminste drie landelijke topevenementen naar Apeldoorn te halen.
21
Aandachtspunten zijn verder het vernieuwen en innoveren van het toeristische product op de Veluwe en het verbinden van attracties en evenementen aan onze binnenstad. In landschappelijk opzicht is het gewenst om de verbindingen tussen stad en landschap te verbeteren. Dat geldt ook voor de landschappelijke verbindingen tussen de Veluwe en de IJssel. In het kader van het stimuleren van innovatie in onze veelzijdige economie willen wij de focus leggen op de sectoren zorg, ict, vrije tijd, logistiek, maakindustrie en duurzaamheid. Verder is het zaak om te komen tot een stad waar voldoende gekwalificeerd human capital aanwezig is die tegemoet komt aan de vraag van de markt.
4.2
Programma’s
Om de drie strategische doelen te bereiken willen wij beginnen met ons de komende jaren te richten op het uitvoeren van drie programma’s. Deze programma’s staan niet op zichzelf en kennen ook diverse dwarsverbanden. Inzet op deze programma’s maakt niet dat andere onderdelen van het gemeentelijk werk links blijven liggen. In het bestaande programma Stad en Werk gaat het ondermeer om innovatie en om het behoud en uitbreiding van de werkgelegenheid in onze topsectoren. Als gemeente proberen wij binnen dit programma economische ontwikkelingen aan elkaar te verbinden. Een tweede bestaande programma waarmee wij nog actiegerichter aan de slag willen is het programma Binnenstad. Doel is ondermeer om te komen tot een groenere binnenstad en tot meer gespecialiseerd aanbod. Hierdoor wordt verblijven in de binnenstad aantrekkelijker en kan er beter worden geconcurreerd met het digitaal winkelen. Het programma Toerisme en Vrijetijdseconomie is nieuw. Doel van het programma is om het topaanbod aan voorzieningen te versterken en meer uit de relatie Apeldoorn – Veluwe te halen. Via een versterking van onze strategische lobby willen we meer inkomsten en bijdragen verwerven voor het realiseren van de strategische doelen. In onze externe betrekkingen gaan we daartoe steeds gerichter op pad. Zoals aangegeven is het ons voornemen om nog in deze bestuursperiode nader met uw raad van gedachten te wisselen over de toekomst.
Apeldoorn, 3 september 2013 Burgemeester en Wethouders
22
2
Meerjarenprogrammabegroting 2014-2017
23
24
2.0
Samenvattend overzicht 2014-2017
25
26
1. Samenvattend overzicht lopende bezuinigingen MPB 2013-2016 en Zomernota 2012 In onderstaand overzicht worden de lopende bezuinigingen uit de MPB 2013-2016 en de Zomernota 2012 weergegeven. Hierbij geldt dat de betreffende budgetten dienovereenkomstig taakstellend verlaagd zijn in de Begroting Bestaand Beleid 2014-2017. Port. houder
Prod
Omschrijving
2013
2014
2015
2016
2017
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Allen HB JB DC DC HB DC DC HB
001 001 002 002 002 003 003 003 003
JB HB HB HB HB HB HB
511 960 960 960 960 960 960
GRF JB HB HB
001 002 002 001
Lopende bezuinigingen MPB 2013-2016 Effect vermindering aantal wethouders Premie op actie Juridische beleidsadvisering Receptiebalie Reductie overige subsidies Verkiezingsborden Openstelling balie en telefoonkanaal Beperken producten balie Stadhuis op wielen - formatie Beperken buitenlandse betrekkingen Verlaging apparaatskosten Versoberen huisvesting Adviespool bedrijfsvoering Efficiënter inkopen Modernisering print en repro Vastgoedbedrijf Lopende bezuinigingen Zomernota 2012 Griffie, gemeenteraad Bureau gemeentesecretaris, B&W Planning en control Wijkzaken
43 20 50 10 2 5 28 25
87 40 100 20 5 10 57 50
87 40 100 20 5 10 57 50
87 40 100 20 5 10 57 50
87 40 100 20 5 10 57 50
7 8 1.950 75 50 125 25 125
14 15 3.900 150 100 250 50 200
14 15 3.900 150 100 250 50 200
14 15 3.900 150 100 250 50 200
14 15 3.900 150 100 250 50 200
85 50 50 50
165 100 50 100
165 150 50 100
165 150 50 100
165 150 50 100
47 10 38 38 8
93 20 75 75 15
93 20 75 75 15
93 20 75 75 15
93 20 75 75 15
0 25
33 50
67 75
100 100
100 100
11 11 51 25 33 25 36 18 100 133
22 22 102 50 67 45 72 35 200 267
22 22 102 50 67 45 72 35 300 400
22 22 102 50 67 45 72 35 300 400
22 22 102 50 67 45 72 35 300 400
200 50
200 100
200 170
200 250
200 250
23
45
45
45
2. Veiligheid
JB JB JB JB JB OP
120 120 140 140 140 140
JB JB
140 140
Lopende bezuinigingen MPB 2013-2016 Brandweer Inwonersbijdrage VNOG THOR werkervaringsplaatsen Projecten integrale veiligheid Beperken explosievenopruiming Reductie subsidie dierenasiel Lopende bezuinigingen Zomernota 2012 Openbare orde en veiligheid: veiligheid Openbare orde veiligheid: toezicht openbare ruimte
3. Openbare ruimte
OP NS OP OP OP OP HB OP OP OP
211 211 211 211 211 211 560 560 560 560
HB/OP HB/OP
560 560
Lopende bezuinigingen MPB 2013-2016 Takendifferentiatie projectleider Minder projecten Ruimtelijke Ordening Advisering I-fase Advisering P-fase Afstoten beleidstaken Flankerend beleid/OV Efficiency beheer en onderhoud Afstoten boscomplexen Accres; kinderboerderijen Accres; subsidie NME Lopende bezuinigingen Zomernota 2012 Onderhoud openbare ruimte rond sportvelden Groen
4. Energieneutraliteit, milieubescherming risicobeheersing en handhaving
OP
723
Lopende bezuinigingen MPB 2013-2016 Productgerelateerd werken
27
45
1. Samenvattend overzicht lopende bezuinigingen MPB 2013-2016 en Zomernota 2012 In onderstaand overzicht worden de lopende bezuinigingen uit de MPB 2013-2016 en de Zomernota 2012 weergegeven. Hierbij geldt dat de betreffende budgetten dienovereenkomstig taakstellend verlaagd zijn in de Begroting Bestaand Beleid 2014-2017. Port. houder
Prod
Omschrijving
OP OP OP OP OP OP OP OP OP
723 723 960 723 723 723 723 723 723
Taakstelling materieel WABO handhaving in één hand en achteraf Niet te realiseren bezuinigingen WABOhandhaving Afschaffing milieumonitor Milieuadvisering Milieu, werken derden Advisering veiligheid en recht verminderen Duurzaamheid Niet te realiseren bezuiniging milieutaken
2013
2014
2015
2016
2017
15 125 -125 3 3 13 6 86 -75
30 250 -250 6 6 27 12 172 -150
30 250 -250 6 6 27 12 172 -150
30 250 -250 6 6 27 12 172 -150
30 250 -250 6 6 27 12 172 -150
6 200 63 -pm 60 160 35 100 245 105
12 200 125 -pm 115 320 65 165 405 180
12 200 125 -pm 115 320 65 165 405 180
12 200 125 -pm 115 320 65 165 405 180
12 200 125 -pm 115 320 65 165 405 180
75 209 117 50 85
150 237 117 50 210
318 266 117 50 210
318 294 117 50 210
318 294 117 50 210
36 36 13 63 125
75 75 25 125 250
75 75 25 125 250
75 75 25 125 250
75 75 25 125 250
455 125
455 250
455 375
455 500
455 500
125 70 13 13 100 10 105 400 95 117 17
250 150 15 25 25 150 20 345 400 195 233 33
250 150 15 25 25 150 20 650 400 195 350 50
250 150 15 25 25 150 20 650 400 195 350 50
250 150 15 25 25 150 20 650 400 195 350 50
66 500 0
112 700 130
112 900 205
112 1.000 322
112 1.000 322
5. Jeugd en onderwijs
JK JK JK JK JK JK JK JK PB PB
480 480 div 480 480 480 530 480 630 630
JK JK JK JK PB
480 480 480 480 630
Lopende bezuinigingen MPB 2013-2016 Onderwijshuisvesting Onderwijshuisvesting Formatiebezuiniging beleid HBO lobby Leerlingenvervoer Schoolbegeleidingsdienst Schoolzwemmen - Brede school - jeugdbeleid - jeugdbeleid Lopende bezuinigingen Zomernota 2012 leerlingenvervoer onderwijshuisvesting versterking peuterspeelzalen lokaal onderwijs algemeen Jeugdzorg totaal
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
JK JK JK JK JK
612 612 612 612 div
JK JK
610 614
Lopende bezuinigingen MPB 2013-2016 Reductie personeel klantmanagement participatie Reductie personeel klantmanagement werk Reductie personeel werkgeversdiensten Beperking loonkostenbijdrage Structureel maken bezuiniging 2010 Lopende bezuinigingen Zomernota 2012 werk en inkomen Minimabeleid
7. Zorg en welzijn
PB PB PB PB PB PB PB PB PB PB PB PB
620 620 620 622 622 630 630 630 652 714 630 620
PB PB PB
620 622 620
Lopende bezuinigingen MPB 2013-2016 Opvang dak- en thuislozen/verslaafden (Regionaal K Ouderenzorg + flankerend beleid (incl. M8) St. Maatschappelijk ondernemen Zorgloket telefonisch beperken Reductie piekopvang Wisselwerk opbouwwerk Integratiebeleid Buurtcentra (sluiting) en wijkvoorzieningenscan WMO voorzieningen Volksgezondheid GGD (incl. 7.4 logopedie) Bezuiniging Accres, krimp accommodaties Bezuiniging Accres, stelpost onderhoud Accres Lopende bezuinigingen Zomernota 2012 subsidie buurtacademie WMO voorzieningen Professionele ondersteuning welzijn
28
1. Samenvattend overzicht lopende bezuinigingen MPB 2013-2016 en Zomernota 2012 In onderstaand overzicht worden de lopende bezuinigingen uit de MPB 2013-2016 en de Zomernota 2012 weergegeven. Hierbij geldt dat de betreffende budgetten dienovereenkomstig taakstellend verlaagd zijn in de Begroting Bestaand Beleid 2014-2017. Port. houder
Prod
Omschrijving
PB PB
630 630
vrijwilligers en verenigingen maatschappelijke stage
2013
2014
2015
2016
2017
26 60
203 60
404 60
404 60
404 60
98 30 160 90 83 50 25 100
98 55 270 200 167 100 55 100
98 55 610 200 250 150 55 100
98 55 610 200 250 150 55 100
98 55 610 200 250 150 55 100
500 70 200 18 10 30 -pm 25
800 100 400 37 23 60 -pm 50
1.100 100 400 37 23 60 -pm 50
1.100 100 400 37 23 60 -pm 50
1.100 100 400 37 23 60 -pm 50
25 0 0
50 60 0
75 60 0
100 60 130
100 60 130
33 3 1 100
65 5 2 195
65 5 2 195
65 5 2 195
65 5 2 195
55 18 55 125 25 8 18 16 16 1 3
130 37 110 250 50 15 37 32 32 2 5
130 37 110 250 50 15 37 32 32 2 5
130 37 110 250 50 15 37 32 32 2 5
130 37 110 250 50 15 37 32 32 2 5
0
0
0
50
50
9.787
17.398
19.845
20.558
20.558
8. Sport en cultuur
OP OP JK JK JK JK OP OP OP
511 511 530 530 530 530 540 540 540
OP OP OP OP OP
541 541 541 541 541
OP OP OP
530 540 541
Lopende bezuinigingen MPB 2013-2016 Subsidie Ereprijs Subsidie STA Zwembaden (sluiting) Beëindiging overige sportsubsidies Accres, taakstelling sport- en gymaccommodaties Accres, subsidie sportstimulering Centrum beeldende kunst Cluster cultuur, w.o. Orpheus, Markant, Coda Grote 4 budgetgesubsidieerde instellingen - CODA - Orpheus en Gigant - Markant Bezuiniging uren behoud Historie Uitvoering cultuurhistorie Subsidie Bouwhuis en SAM Bijdrage activiteiten erfgoedplatform Subsidie particuliere monumenten Lopende bezuinigingen Zomernota 2012 Verhogen toegangskaartje zwembaden Cultuurwijzer Oudheid
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
NS NS NS NS
310 310 560 560
NS NS NS NS NS NS NS NS NS NS NS
810 810 810 810 810 822 822 822 822 822 822
NS
822
Lopende bezuinigingen MPB 2013-2016 Handel en ambacht uren Economische dienstverlening Stimulering recreatie en toerisme Stimulering recreatie en toerisme - subsidie VVV - subsidie VBT - subsidie recreatie RO kerntakendiscussie Adviezen RO en statistische informatie Structuur- en bestemmingsplannen Ontwikkelingsprojecten Stedelijke ontwikkeling Versobering PTH Bestuurlijke juridische advisering bouwzaken Beleidsadviezen wonen Woningbouwprogramma Woonvoorziening Financiering woningbouw Lopende bezuinigingen Zomernota 2012 Volkshuisvesting RO Totaal
29
2. Samenvattend overzicht van tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Eenheid
Port. houder
Prod
Omschrijving 2014
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
POW S&R S&R POW POW POW S&R F&C
DC DC DC DC HB DC DC HB
002 002 002 003 003 003 006 006
V&G PC&B PC&B PC&B
HB HB HB HB
922 960 960 960
Inverdieneffect betere dienstverlening Verbreding en intensivering lobby Investeringsbudget t/m 2017 Vervanging GBA door Burgerzakensysteem Externe inhuur burgerbalies Inverdieneffect modernisering GBA Van Leefbaarheidsenquete naar Burgerpeiling Invoering trendbrief/heroverweging bezuiniging afschaffing 1e turap Herziening taakstelling vastgoed Mobiliteitsbevorderende maatregelen Strategische HRM advisering Traineeprogramma
B&O B&O B&O
HB HB/OP HB
210 560 732
Intensivering wegenonderhoud (Deels) terugdraaien bezuiniging entourage groen Reserve afkoopsom onderhoud graven
JZW/WA JZW
JK PB
div 715
Doorschuiven bezuiniging uitvoering decentralisaties Centrum voor Jeugd en Gezin - decentralisatie jeugdzorg
WA WA
JK JK
610 614
Aanzuivering nadeel bijstandsuitgaven Heroverweging bezuinigingstaakstelling minimabeleid
JZW JZW JZW
PB PB HB
620 622 630
Kapitaallasten Omnizorg Huishoudelijke verzorging en eigen bijdragen Wijkvoorzieningenscan
RL RL
OP/HB NS
510 541
Dekking halvering kapitaalvergoeding CODA Stolp Structureel subsidie Erfgoedplatform
RL RL
NS NS
310 823
2015
2016
2017
-11 -200 -300 -55 -30 -22 0
-11 -200 -300 -114 -30 -22 0
-11 -100 -300 -110 -30 -22 0
-11 0 -300 -110 -30 -22 0
0 0 0 -30 -120
0 0 0 -30 -120
0 0 0 -30 -120
0 0 -pm -30 -120
-1.340 -77 -350
-1.340 -77
-1.340 -77
-1.340 -77
-105 -40
-210
-3.800 -375
-1.000
-1.000
-1.000
-30
-30 -1.000
-30 -1.000
-30 -1.000
-35 -45
-35 -45
-35 -45
-35 -45
Economische zaken Aanvulling reserve bouwleges
-155 -1.750
-155 -pm
-155 -pm
-155 -pm
Totaal
-8.970
-4.719
-4.405
-4.305
3. Openbare ruimte
5. Jeugd en onderwijs
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
7. Zorg en welzijn
-100
8. Sport en cultuur
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
30
3. Samenvattend overzicht bezuinigingsvoorstellen Eenheid
Port. houder
Prod
omschrijving 2014
2015
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
POW PC&B PC&B POW S&R V&R POW F&C SSC F&C F&C F&C IV IV IV IV IV IV IV PC&B PC&B PC&B PC&B PC&B PC&B PC&B SSC SSC SSC SSC V&R
HB DC JB DC HB NS HB DC HB DC DC DC HB HB HB HB HB HB HB HB HB HB HB DC HB HB HB HB HB HB JB
001 002 002 002 002 002 003 914 930 960 960 960 960 960 960 960 960 960 960 960 960 960 960 960 960 960 960 960 960 960 960
Subsidies/budgetten wijkbeheer Versterking beeldvorming: subsidie aftelfeest Kabinetszaken Baliefunctie Portaal Bestuursondersteuning college Planschade Digitalisering burgerlijke stand Rentekosten Bedrijfsvoering en dienstverlening belastingen Budgetverlaging eenheid Financiën & Control Vermindering formatie eenheid Financiën en Control Verlagen materiële kostenindex vanaf 2016 tot 0,75% Besparingen software Gunstige aanbesteding verv. servers en opslagcapaciteit Advieskosten software Technische infrastructuur Verlaging innovatiekrediet Verschuiving van uitvoering naar regievoering ICT-taken Digitaliseren van documentenverwerking Overige inhuur personeelsmanagement Vergoeding studiekosten IZA bedrijfszorgpakket Uitwerking Arbo convenant Publicatiekosten Personele formatie HRM Ondernemingsraad Korting vergoeding archiefbeheer Catering/bedrijfsrestaurant Porti en printkosten Herinrichting bode/receptie/beveiliging Lagere buffer eigen risico brandverzekering
V&R
JB
120
Brandweer/VNOG
B&O B&O
HB OP
div. 560
Bedrijfsvoering Beheer en Onderhoud Beeldkwaliteitsniveau groen van A naar B
JZW JZW JZW JZW
JK JK PB PB
480 480 630 650
Onderwijshuisvesting Leerlingenvervoer Preventieve jeugddomein Versterking peuterspeelzaalwerk en kindercentra (OKE)
WA WA
JK JK
614 650
Minimabeleid Kinderopvang
JZW JZW JZW JZW JZW JZW JZW
PB PB PB PB PB PB PB
620 620 620 620 622 652 652
Compensatiemiddelen AWBZ Meldpunt discriminatie Regionale vrouwenopvang Maatschappelijke stage WMO Scootmobielen WMO- voorzieningen
10 50
10 50
50 25 500
100 25 8 500
40
40
110 20 130 10
130 110 30 130 30
-250 14 24 25 40 25 40 45 25 0 135
-125 14 24 25 40 25 40 45 50 100 135
200
200
2016
50 10 50 43 100 25 8 500 150 40 438 130 110 40 130 50 60 50 14 24 25 40 25 40 45 75 100 135 75 200
2017
50 10 50 43 100 25 8 500 300 40 200 875 130 110 50 130 60 60 190 14 24 25 40 25 40 45 100 100 135 75 200
2. Veiligheid 220
3. Openbare ruimte
5. Jeugd en onderwijs
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
44 180
44 230
44 230
44 230
250
250
100
100 100
1.260 77 167 100
1.760 230 167 100
0 150
pm 150
pm 150
pm 150
100 40 420
30 15 100 117 100 70 420
50 29 150 117 100 90 420
70 29 215 117 100 120 420
7. Zorg en welzijn
31
3. Samenvattend overzicht bezuinigingsvoorstellen Eenheid
Port. houder
Prod
omschrijving
JZW JZW
PB PB
652 714
Rolstoelen voor incidenteel gebruik GGD Noord en Oost Gelderland
V&G V&G
NS NS
810 810
Verlaging budget inhuur juristen Debiteurenadministratie
2014 30
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
Totaal bezuinigingsvoorstellen
2.582
32
2015
2016
2017
30
30 23
30 23
20
20 30
20 30
3.512
5.869
7.829
2.1
Begrotingsprogramma’s 2014-2017
33
34
Programma 1 Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Beleidsproducten 001
Bestuursorganen
002
Bestuursondersteuning B&W
003 005 006 330 511 530 721 913, 914 921 922 930 t/m 941 960
Burgerzaken (verkiezingen) Bestuurlijke samenwerking Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) Dividend nutsbedrijven (NUON en Alliander) Vormings- en ontwikkelingswerk Dividend Sport Accres Dividend Afvalverwijdering Circulus Geldleningen en beleggingen Algemene uitkering Gemeentefonds Algemene baten enlasten Gemeentelijke belastingen Saldi kostenplaatsen
35
Doelenboom programma 1: Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën Programmadoelstelling
Hoofddoelstellingen Het vertrouwen van burgers in het gemeentebestuur blijft minimaal op gelijk niveau
Betrokkenheid van burgers bij hun directe leefomgeving neemt toe
Gemeentebestuur dat dichtbij haar inwoners staat, taken aan hen overlaat, ondersteund wordt door een compacte, efficiënte organisatie en de financiën op orde heeft
Juiste, efficiënte en actuele registratie persoonsgegevens
De gemeente kent een compacte, efficiënte organisatie die regisseert en faciliteert en regionaal samenwerkt
Prestaties
Beleidsproducten
– Het bestuur onderhoudt structureel contact met inwoners door het organiseren van ondermeer ontmoetingsmomenten en informatie- en inspraakbijeenkomsten - Collegeleden hebben direct contact met het eigen stadsdeel en onderhouden actief hun portefeuillegerelateerde netwerk – Bestuurders communiceren verbindend over zowel besluiten als dilemma's, alternatieven en overwegingen – Snelle en accurate behandeling van bezwaarzaken - In 2014 de Toekomstagenda en het Stadsdeelplan voor Noordoost vaststellen - Uitvoering van de afspraken uit het stadscontract 2012-2015 tussen gemeente en provincie (duurzame woonomgeving en verbeterde leefbaarheid in Apeldoornse wijken)
001 Bestuursorganen
006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie)
511 Vormings- en ontwikkelingswerk
- continueren uitvoering lobbynota – goed systeem juridische kwaliteitszorg en kwaliteitscirkel – actief werken aan vermindering regeldruk
002 Bestuursondersteuning B&W
- Voldoen aan vastgestelde GBA-norm - Voldoen aan ISO 9001-2008 norm - Voldoen aan beveiligingseisen
003/004 Burgerzaken
- Uitvoeren Plan van Aanpak organisatieverandering
002 Bestuursondersteuning B&W
- Intensiveren samenwerking met regiogemeenten, met als doel wederzijds kostenvoordeel
005 Bestuurlijke samenwerking
- Invulling opgelegde bezuinigingstaakstellingen en effectieve monitoring realisatie - Creëren van een financiële buffer die aansluit op de risico's die de gemeente loopt
– Heldere en concrete MPB; – Heldere verantwoording in turaps, jaarverslag/ -rekening en in Apeldoorn Monitor
006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) 922 Algemene baten en lasten
921 Algemene Uitkering Gemeentefonds Het gemeentebestuur brengt de financiële positie op orde door structureel te bezuinigen en vraagt redelijke bijdragen van burgers / bedrijven
- Vaststellen van de gevolgen van de jaarlijkse Gemeentefondscirculaires voor de begrotingspositie van de gemeente - Het actief samenwerken met andere gemeenten, Rijk en VNG ter behartiging van de (financiële) belangen van Apeldoorn - Binnen de kaders van het Treasurystatuut voeren van een actief financierings- en beleggingsbeleid - Door middel van het aandeelhoudersschap verkrijgen van informatie over het beleid en uitoefenen invloed op betrokken partijen - Zorgvuldig en via regionale samenwerking efficiënter opleggen en innen van belastingen en heffingen - Jaarlijkse taxatie van alle WOZ- objecten - Het jaarlijks in de heffing betrekken van alle belastbare objecten en subjecten volgens de belastingverordening
36
913/914 Geldleningen en beleggingen
330 Dividend nutsbedrijven
530 Dividend sport
721 Dividend afvalverwijdering
930, 931, 932, 934, 935, 936, 937, 939, 940, 941 Gemeentelijke belastingen
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën Portefeuillehouder(s): - allen
In maart 2012, halverwege de lopende bestuursperiode 2010 – 2014, trad een nieuw college aan. De raadsenquête “De grond wordt duur betaald” leidde in februari 2012 tot het aftreden van het vorige college. De gemeenteraad stelde voor het nieuwe college een raadsopdracht vast: “Agenda voor herstel”. In de raadsopdracht “Agenda voor herstel” is aangegeven dat de hoofdopdracht aan raad, college én de ambtelijke organisatie is om de situatie in Apeldoorn snel en goed bij te stellen. Financieel moet er schoon schip worden gemaakt, keuzes moeten worden gemaakt, de ambtelijke organisatie moet op orde worden gebracht. “Agenda voor herstel” is bedoeld om richting te geven aan het nieuwe college bij de aanpak van de problemen. Maar de Agenda gaat niet alleen om financieel herstel. De gebeurtenissen rondom het grondbeleid hebben een hypotheek gelegd op de relatie tussen het gemeentebestuur en de inwoners van de gemeente Apeldoorn. Ook dat vraagt om herstel. Er moet opnieuw werk gemaakt worden van cultuurverandering. De overheid dichter bij de mensen positioneren. In de rol die past in de gedachte van de Andere Overheid. Een overheid, die een groter beroep doet op de samenleving en kiest voor een meer wijkgerichte aanpak. De financiële situatie van de gemeente Apeldoorn is als uitermate zorgelijk aan te merken. Wij hebben een negatieve algemene reserve en staan onder toezicht van de provincie. Maar met het vaststellen van de Zomernota 2012 en de MPB 2013 - 2016 heeft de gemeente zich herpakt en is er ‘zicht op herstel’. Tegelijkertijd is de reorganisatie van het ambtelijk apparaat in volle gang. De organisatie is compacter en efficiënter geworden en richt zich minder op beleidsontwikkeling en meer op beheer. De gemeente regisseert en faciliteert en andere partijen zijn mede aan zet om projecten uit te voeren. Dit heeft geleid tot een reductie van 20% van het personeelsbestand. Het gemeentebestuur wil functioneren voor en door de inwoners van Apeldoorn. Dat betekent dat het bestuur herkenbaar en toegankelijk wil zijn en verbindend communiceert. Wij doen dat door besluiten niet alleen toe te lichten, maar ook dilemma’s, overwegingen en alternatieven naar voren te brengen. Wij willen sneller en beter weten wat er in wijken speelt. Hiervoor zetten wij naast de bekende kanalen als dorps- en stadsdeelraden ook nieuwe (sociale) media in. Het verstrekken van overheidsdocumenten en beheren van de gemeentelijke basisadministratie betreft de uitvoering van rijksbeleid. Als gemeente registreren wij persoonsgegevens juist en efficiënt en voldoen wij aan alle normen en eisen. Dit programma omvat daarnaast de geldleningen en beleggingen, de algemene uitkering Gemeentefonds, algemene baten en lasten en de gemeentelijke belastingen. De toelichting op de belastingopbrengsten is opgenomen in de paragraaf lokale heffingen.
37
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Doelstellingen Met dit programma willen we bereiken dat het gemeentebestuur dicht bij haar inwoners staat, taken aan hen overlaat, ondersteund wordt door een compacte, efficiënte organisatie en de financiën op orde heeft. Daarmee omvat dit programma ook een goed beheer van de financiële positie van onze gemeente en het vragen van financiële bijdragen (via belastingen, heffingen en leges) die in een redelijke verhouding staan tot de gerealiseerde effecten, producten en diensten. De • • • • •
volgende doelstellingen zijn hieraan gekoppeld: Het vertrouwen van burgers in het bestuur blijft minimaal op gelijk niveau. De betrokkenheid en inzet van burgers bij hun eigen leefomgeving neemt toe. Er is sprake van een juiste en efficiënte registratie van persoonsgegevens. De gemeente kent een compacte, efficiënte organisatie die regisseert en faciliteert en regionaal samenwerkt. Het gemeentebestuur brengt de financiële positie op orde door structureel te bezuinigen en vraagt redelijke bijdragen van burgers / bedrijven.
Wat gaan we daar voor doen? De volgende beleidsproducten dragen bij aan het realiseren van de genoemde doelstellingen. 001 Bestuursorganen Dit beleidsproduct betreft de budgetten voor de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad is volgens de Gemeentewet het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Als volksvertegenwoordiger heeft de raad tot primaire taken kaderstelling en controle. De raad benoemt de wethouders en ziet toe op het bestuur. Dit moet binnen de formele kaders met behulp van de instrumenten die de wetgever daarvoor geeft. Daarnaast bestaat dit product uit het beheren van netwerken, managen van processen en advisering in het kader van de stadsdeelaanpak. Prestaties In 2014 staan de volgende activiteiten op het programma om deze doelstelling te bereiken: • Het bestuur onderhoudt structureel contact met inwoners door het organiseren van ontmoetingsmomenten tussen vertegenwoordigers van burgers, instellingen en bedrijven en college en raad en een efficiënte organisatie van informatie- en inspraakbijeenkomsten. • Collegeleden hebben direct contact met het stadsdeel waarvoor zij de gebiedsverantwoordelijkheid dragen en onderhouden daarnaast actief hun portefeuillegerelateerde netwerk. • Bestuurders communiceren verbindend door besluiten niet alleen toe te lichten, maar ook dilemma’s, overwegingen en alternatieven naar voren te brengen. • Snelle en accurate behandeling van bezwaarzaken door tussenkomst of onder verantwoordelijkheid van een Onafhankelijke Bezwaarschriftcommissie en andere vormen van geschillenoplossing; • In 2014 wordt de Toekomstagenda en het Stadsdeelplan voor Noordoost vastgesteld; • Uitvoering van de afspraken uit het stadscontract 2012-2015 dat de gemeente met de provincie heeft gesloten om een duurzame woonomgeving en verbeterde leefbaarheid in Apeldoornse wijken te bereiken. .
38
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Realisatie 2012
Doel 2013
Doel 2014
Geen meting
>30%
>30%
84%
80%
80%
90%
90%
90%
Kengetal - % inwoners dat zich voldoende betrokken voelt bij de beleidsvorming -
% bezwaarschriften afgehandeld binnen 14 weken % beroepszaken waarbij de gemeente in hoogste instantie in het gelijk wordt gesteld
Bezuinigingsvoorstellen Subsidies/budgetten wijkbeheer Budgetverlaging op dit beleidsonderdeel zou een forse versterking van wijkgericht werken en ons streven naar een andere overheid doorkruisen. Maar een omvang van € 50.000 lijkt ons haalbaar.
Lasten en baten 001
Bestuursorganen
Eenheid div.
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -6.858
Bezuinigingsvoorstellen Subsidies/budgetten wijkbeheer
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
€
145
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-6.713
Begroting 2014 B
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -5.767 -5.735 -5.684
2013 S -6.145
L 5.931
50
50
-6.145
5.931
0
-5.931
-5.767
-5.685
-5.634
-6.145
5.931
0
-5.931
-5.767
-5.685
-5.634
S -5.931
0 -6.858
De belangrijkste lasten op dit product betreffen: - de personele en materiële kosten inclusief huisvesting van de gemeenteraad ( € 1,9 miljoen) - de salarissen/pensioenverplichtingen van het huidige college van B&W, wachtgeldverplichtingen en pensioenlasten van ex-wethouders (€ 1,8 miljoen) - de kosten van huisvesting en bodediensten (€ 593.000) - Subsidie Dorps- en Wijkraden (€ 409.000) - Gelden uit het stadscontract voor stadsdeel Noordwest (Orden en Kerschoten) en stadsdeel Zuidoost (€ 400.000)
002 Bestuursondersteuning B&W Binnen dit beleidsproduct zijn de volgende activiteiten ondergebracht: • Ambtelijke advisering ten behoeve van het bestuur. • Activiteiten gericht op het adviseren en ondersteunen van het college van B&W op het vlak van strategie, communicatie, kabinet en beeldvorming/subsidies (evenementen). In de nieuwe organisatie is de eenheid Strategie en Regie gevormd om invulling te geven aan de concernsturing, de sturing op de organisatie als geheel. • Juridische advisering op bestuursrechtelijk en privaatrechtelijk gebied, alsmede de behandeling van schadeclaims en aansprakelijkstelling.
39
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Prestaties • • •
• •
Uitvoeren vastgesteld Plan van Aanpak organisatieverandering, met als doel het realiseren van de andere overheid, met een meer compacte en efficiënte ambtelijke organisatie. Uitvoering van de lobbynota continueren, gericht op afsluiten van convenanten met het Rijk en de provincie, en verkenning van de mogelijkheden binnen de EU. Een goed functionerend systeem van juridische kwaliteitszorg. Door enerzijds te zorgen voor een kwaliteitscirkel (verbeteren van besluiten door lering te trekken uit klachten- en bezwaarprocedures en interne controle) en anderzijds een actief adviserende rol naar de eenheden, directieraad en college, verminderen we het juridische risico. Bij herziening van regelgeving, herontwerp van bedrijfsprocessen met bijv. Leanmanagement, training van medewerkers met publiekscontacten en dergelijke, wordt het thema regeldruk vermindering steeds meegenomen. Het Meldpunt Vermindering Regeldruk volgt ontwikkelingen elders op goede voorbeelden, informeert en volgt de betreffende eenheden hierover.
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Inverdieneffect betere dienstverlening De bezuinigingen als gevolg van de reorganisatie heeft een zo groot beslag gelegd op de bedrijfsvoeringsbudgetten, dat de stelpost inverdieneffect betere dienstverlening van € 11.000 binnen de eenheid Publiek, Ondernemen en Wijken niet kan worden gerealiseerd. Verbreding en intensivering lobby Minder middelen zijn aanwezig, waardoor we te maken hebben met een herverdelingsvraagstuk. Hierdoor neemt de concurrentie tussen steden toe; het succes van de één, is het verlies voor de ander. Dit vraagt om een slimme strategie op lobby richting provincie, rijk en Europa al dan niet samen met andere partners. Met name richting Europa laten we kansen liggen. Voor een verbreding en intensivering van de lobby, en in het bijzonder de Europese lobby is een voorinvestering nodig van € 200.000. Deze is als volgt opgebouwd: € 120.000 voor ambtelijke inzet voor een goede voorbereiding van de lobby; € 30.000 voor materiële kosten; € 50.000 voor aansluiting bij een al bestaande Europese lobby. Aan het beschikbaar stellen van dit geld wordt de voorwaarde verbonden dat dit zich in 2017 terugverdient. Het voorstel is de volgende budgetten beschikbaar te stellen. 2014 -200
2015 -200
2016 -100
2017 0
Investeringsbudget De groei is uit de economie. Het accent verschuift van welvaart naar welzijn; van groei naar innovatie. Voor de aantrekkelijkheid van een stad worden woon-, leefklimaat en voorzieningenniveau steeds doorslaggevender. Om in de toekomst stad te blijven, is sturing op die aantrekkelijkheid een must. Er zijn 6 thema's waarop die sturing in om Apeldoorn extra aandacht vraagt: (1) slimme concepten voor de binnenstad; (2) meer groen in de stad, (3) het uitlokken van extra bestedingen door een aantrekkelijker en zichtbaarder aanbod van cultuur, horeca en top(sport)evenementen; (4) het aanbieden van een toeristisch toplandschap waarbinnen de stad Apeldoorn meer profijt haalt uit de Veluwe en de toeristische attracties; (5) meer innovatie in de topsectoren van onze economie; (6) een groter hoog opgeleid arbeidspotentieel in en om de stad. Het daadwerkelijk boeken van resultaten op deze thema's kan alleen in goede samenwerking met alle betrokken partners en in regioverband. De rol van de gemeentelijke overheid is op zich bescheiden, maar wel doorslaggevend als het gaat om te enthousiasmeren op deze ambities. Het is geen kwestie van papier en
40
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
beleidsnota's maar van doen. Voorgesteld wordt om voor de komende vier jaar € 300.000 per jaar te investeren in deze 6 thema's. Het gaat om geld waarmee we een multiplier in gang kunnen zetten, waarin we het doen een eerste impuls kunnen geven, waarmee we een goed idee een extra steuntje in de rug bieden. Bezuinigingsvoorstellen Baliefunctie Portaal Door een andere inrichting danwel opheffing van de receptiebaliefunctie bij het Portaal kan met ingang van 2016 een bezuiniging van structureel € 43.000 worden bereikt. Bestuursondersteuning college Op het geheel van de (bestuurs)ondersteuning van ons college is een bezuiniging haalbaar, die oploopt tot € 100.000 structureel. Kabinetszaken Het budget kabinetszaken is opgebouwd uit posten voor representatie en protocol, relatiemanagement, onderscheidingen, werkbezoeken college en herdenkingen. Kijkend naar de bestedingen in de afgelopen 3 jaren zien we dat er gemiddeld ruim € 50.000 per jaar overblijft. Dit bedrag hebben we geschrapt. Wel kan het voorkomen dat er gedurende een jaar overschotten of tekorten optreden, maar over meerdere jaren gezien zal het saldo op ongeveer nul uitkomen. Planschade Het aantal planschades neemt door de nieuwe wetgeving, die nu enkele jaren van kracht is, gestaag af (drempel, leges voor in behandeling nemen en het effect van de crisis). Het begrote schadebedrag hebben we verlaagd met € 25.000 structureel. Versterking beeldvorming: subsidie Aftelfeest Het Aftelfeest heeft voor het eerst plaatsgevonden in 2010 op initiatief van enkele raadsleden. Daarvoor is een budget van € 30.000 beschikbaar gesteld. In 2011 is het in de markt weggezet en heeft de gemeente het vuurwerk en diverse communicatiemiddelen gefinancierd. In 2012 is er geen Aftelfeest geweest. In 2013 is het budget met € 20.000 verlaagd vanwege de bezuinigingen. Het restantbudget bedraagt ruim € 10.000. In 2013 zal hieruit een beperkt budget voor communicatie worden ingezet ter aanvulling op het budget vanuit de begroting Openbare Orde en Veiligheid (OOV) voor het Aftelfeest 2013/2014. Wij stellen voor om ingaande 2014 dit restantbudget van € 10.000 geheel te schrappen. Het budget bij OOV van eveneens € 10.000 is tot nu toe ingezet voor publicatiecampagnes om schade tijdens de jaarwisseling zoveel mogelijk te voorkomen. Wij hebben dit budget gehandhaafd voor activiteiten rondom de jaarwisseling, onder andere voor het aftelfeest. BROA Leefbaarheidsonderzoek (BROA proj.nr. 29.5) De Leefbaarheidenquête is een tweejaarlijks grootschalig bevolkingsonderzoek over leefbaarheid in buurt en gemeente, sociale samenhang, maatschappelijke participatie etc. Het is een belangrijke graadmeter voor het gemeentebestuur van de waardering van inwoners voor diverse aspecten van hun woonplaats. Uitvoering van de Leefbaarheidenquête staat gepland voor 2015. De uitwerking van het amendement “Bestemmings Reserve Ook Amenderen?” heeft tot gevolg dat het BROA-budget PM is geraamd.
41
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Lasten en baten 002
Bestuursondersteuning B&W
Eenheid div.
Begroting 2014 L B S 16.377 4.708 -11.669
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -11.701 -11.578 -11.678
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -9.491
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Inverdieneffect betere dienstverlening Verbreding en intensivering lobby Investeringsbudget (stopt in 2018)
€ € €
11 200 300
-11 -200 -300
-11 -200 -300
-11 -100 -300
-300
Bezuinigingsvoorstellen Baliefunctie Portaal Bestuursondersteuning college Kabinetszaken Planschade Versterking beeldvorming: subsidie aftelfeest
€ € € € €
-50 -50 -25 -10
50 50 25 10
100 50 25 10
43 100 50 25 10
43 100 50 25 10
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-9.491
-11.295
16.753
4.708 -12.045
-12.027
-11.761
-11.761
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-9.352
-11.295
16.753
4.708 -12.045
-12.027
-11.761
-11.761
Div.
2013 S -11.295
-11
139
De belangrijkste lasten op dit product betreffen: -
ambtelijke ondersteuning B&W (€ 1,4 miljoen) juridische advisering en rechtsbescherming (€ 3,4 miljoen) kosten strategie, communicatie en lobby (€ 2,9 miljoen) bestuursondersteuning directieraad (€ 609.000) kosten kabinetszaken (€ 450.000) kosten Stadhuis en Activerium (€ 4,7 miljoen) Informatieservicepunt en publieksvoorlichting (€ 2,9 miljoen)
De belangrijksten baten betreft interne en externe huurontvangsten voor genoemde gebouwen en het Portaal. 003/004 Burgerzaken Beleidsvoorbereiding en –uitvoering van wettelijk opgedragen taken op het gebied van (inter)nationaal personen- en familierecht, persoonsinformatievoorziening, bijzondere wetten etc. Het verstrekken van diverse overheidsdocumenten zoals rijbewijzen, paspoorten, etc. Op elk moment wordt voldaan aan de geldende wettelijke voorschriften inzake het registreren en beheren van persoonsgegevens. De gemeente organiseert de verkiezingen voor de leden van de Tweede Kamer, Provinciale Staten, Gemeenteraad, Europees Parlement en referenda. Prestaties – – – –
Voldoen aan de vastgestelde GBA- norm; Aantoonbaar voldoen aan de ISO 9001-2008 norm; Voldoen aan beveiligingseisen. Ordentelijk verzorgen van verkiezingen
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Vervanging GBA door Burgerzakensysteem Er komt een centraal landelijk systeem, dat door de Rijksoverheid wordt ontwikkeld en beheerd; de Basisregistratie Personen (BRP). Decentrale Burgerzakenmodules sluiten hierbij aan en ondersteunen de processen van de gemeente. Deze modules moeten door ons (met andere gemeentes samen of individueel) worden ontwikkeld en geïmplementeerd. In de nieuwe BRP vindt de systematische verstrekking van gegevens via een Landelijke Voorziening plaats en niet meer vanuit gemeentelijke systemen. Als gemeente zijn wij bronhouder van een set basisgegevens en hebben de
42
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van deze gegevens en het actueel houden ervan. Wij voorzien de invoering per 1 januari 2016. Het huidige GBA wordt vervangen door een Burgerzakensysteem. Hiervoor is een investering noodzakelijk van € 512.000. De jaarlijkse structurele exploitatiekosten zijn geraamd op € 231.000. Dit is € 110.000 meer dan nu. Voor de implementatiefasen zijn incidentele exploitatiekosten (kosten aanbesteding, testen autorisaties, opleiding en ontmanteling GBA) noodzakelijk ter grootte van € 169.000. Wij stellen u voor incidenteel € 55.000 in 2014 en € 114.000 in 2015 beschikbaar te stellen t.b.v. de implementatie en met ingang van 2016 structureel € 110.000 extra beschikbaar te stellen ter dekking van de exploitatiekosten van het systeem. Externe inhuur burgerbalies In de reorganisatie is het uitzendkrachtenbudget bij de eenheid Publiek, Ondernemen en Wijken volledig geschrapt. Dit budget diende voor de opvang van piekmomenten bij de burgerbalies voor en tijdens de zomerperiode. Inhuurcapaciteit is noodzakelijk om dit op te vangen. Hiervoor is een structureel budget nodig van € 30.000 vanaf 2014. Inverdieneffect modernisering GBA De komst van de BRP draagt bij aan het vergroten van de kwaliteit van de persoonsgegevens en een efficiënter registratieproces. Hierdoor zal de dienstverlening aan de burgers van hogere kwaliteit zijn en sneller plaatsvinden tegen lagere kosten. Echter, onvoldoende duidelijkheid over Rijks besluitvorming, de consequenties en eventuele noodzakelijke aanpassingen in de ICT infrastructuur om gemeentebreed de noodzakelijke voorzieningen te kunnen realiseren zijn redenen dat de lopende bezuinigingstaakstelling van € 22.000 niet kan worden gerealiseerd. Wij hebben om die reden deze taakstelling geschrapt. Bezuinigingsvoorstellen Digitalisering burgerlijke stand Jaarlijks wordt er een verdiepingsslag gemaakt bij het digitaliseren van oude akten van de burgerlijke stand. Dit met het doel de burgerlijke stand geleidelijk geheel te digitaliseren. Het beheer wordt daarmee kwaliteit beter en efficiënter. Wij stellen voor om dit proces te stoppen. De besparing bedraagt structureel € 8.000 ingaande 2015.
Lasten en baten 003/ 004
003 004
Burgerzaken/overheidsdocumenten
Eenheid POW
Begroting Bestaand Beleid Burgerzaken Overheidsdocumenten
Rekening 2012 S € €
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Vervanging GBA door Burgerzakensysteem Externe inhuur burgerbalies Inverdieneffect modernisering GBA
-4.035 1.874
L
-3.099 1.485
3.575 877
€ € € €
Bezuinigingsvoorstellen Digitalisering burgerlijke stand
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Div.
Begroting 2014 B
2013 S
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
20 2.467
55 30 22
-3.555 1.590
-3.434 1.647
-3.488 1.816
-3.384 1.853
-55 -30 -22 0
-114 -30 -22
-110 -30 -22
-110 -30 -22
8
8
8
-2.161
-1.614
4.559
2.487
-2.072
-1.945
-1.826
-1.685
-2.161
-1.614
4.559
2.487
-2.072
-1.945
-1.826
-1.685
€ €
De belangrijkste lasten op dit product betreffen: - rijksleges producten burgerzaken - doorbelaste apparaatskosten - onderhoud automatisering
€ 691.000 € 3.000.000 € 175.000
De belangrijkste baten op dit product betreffen: - leges burgerzaken
€ 2.466.000
43
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
005 Bestuurlijke samenwerking Dit betreft de bestuurlijke samenwerking in het kader van de regio Stedendriehoek. Prestaties •
Intensiveren samenwerking in het kader van de regio Stedendriehoek (en daarbuiten), met als doel wederzijds kostenvoordeel.
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Van Leefbaarheidsenquête naar Burgerpeiling Bij de besluitvorming rondom het rapport “Dualisme & Controle 2.0” heeft uw raad gevraagd de voorwaarden aan te geven op basis waarvan de Apeldoorn Monitor (Leefbaarheidsenquête) weer kan worden ingevoerd (voorstel A10 uit het rapport). De Apeldoorn Monitor en de leefbaarheidenquête waren twee verschillende rapportages. De Apeldoorn Monitor was een ambtelijke analyse van de resultaten van onder meer de leefbaarheidenquête en de statistieken uit “Apeldoorn in cijfers”. Daarbij werd ook nog gebruikt gemaakt van o.a. de jeugdmonitor, veiligheidsmonitor en andere monitoren. Veel van deze monitoren worden niet meer opgesteld. Wij stellen u voor om deze versnippering van onderzoeken ook niet meer te herintroduceren, maar een Burgerpeiling op te zetten. Deze Peiling kan met een nieuwe opzet, digitaal en een gerichte vraagstelling, een groot deel van de verschillende monitoren vervangen. Bovendien kan, samen met de eigen statistieken en prestatiecijfers met betrekking tot de in de MPB gestelde doelstellingen, de Peiling zicht geven op de effectiviteit van de organisatie in het bereiken van de doelstellingen. Hiermee is een jaarlijks budget gemoeid van € 50.000. Hiervan is € 12.500 nodig voor onderzoek & statistiek en € 37.500 wordt ingezet voor de Burgerpeiling. Wij laten het aan uw raad over om te beslissen of u hiervoor de benodigde middelen beschikbaar wilt stellen. Invoering trendbrief/heroverweging bezuiniging afschaffen 1e turap De eerste turap is in het kader van de bezuinigingen geschrapt. De hieraan gekoppelde bezuiniging van € 50.000 structureel is geëffectueerd. De raadswerkgroep controle heeft voorgesteld dat wij bij de Voorjaarsnota in een aparte opleg- of trendbrief melden of er op basis van de eerste 4 maanden van het jaar, substantiële wijzigingen optreden in: • de begrotingsbudgetten; • de voortgang van de dashboardprojecten; • het risicobeeld of het verwachte jaarresultaat (zie bijlage A, blz. 14 van het rapport). Met dit voorstel merken wij op dat hiermee een capaciteitsbeslag gemoeid zal zijn dat nauwelijks zal afwijken van de inzet van personeel bij de opstelling van een eerste turap. Opheffing van deze bezuinigingstaakstelling houdt een structurele kostenpost in van € 50.000. Ook de beslissing hierover laten we over aan uw raad.
Lasten en baten 005
Bestuurlijke samenwerking
Begroting Bestaand Beleid Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Van Leefbaarheidsenquete naar Burgerpeiling Invoering trendbrief/heroverweging bezuiniging afschaffen 1e turap
Eenheid FC, SR
Rekening 2012 S € -274
2013 S -427
€
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
44
S -436
0
€
970
Begroting 2014 L B 436
0
0
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -442 -449 -456
0
0
0
0
0
0
0
-274
-427
436
0
-436
-442
-449
-456
-274
-427
436
0
-436
-442
-449
-456
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
De belangrijkste lasten op dit product betreffen: - inwonersbijdrage Regio Stedendriehoek
€ 380.000
006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) De griffie van de gemeente Apeldoorn is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de raad, het raadspresidium en de individuele raadsleden. Dit onder meer t.b.v. de politieke markt. De griffie adviseert over de werkprocessen en procedures, organiseert deze processen en verzorgt de logistieke ondersteuning. De griffie opereert in het politieke krachtenveld tussen politieke partijen. De raadsgriffie richt zich in dit geheel op de beleids- en procesadvisering van de raad en de individuele raadsleden. Daarnaast worden op dit product de kosten van het opstellen van de Meerjarenprogrammabegroting en de Concernjaarrekening/–jaarverslag verantwoord. Prestaties • • •
formuleren van een heldere en concrete meerjarenprogrammabegroting met voldoende meetbare doelen en prestaties. verantwoording over prestaties en maatschappelijke effecten van gemeentelijk beleid in het jaarverslag en de Apeldoorn Monitor. heldere financiële verantwoording (jaarrekening en bestuursrapportages).
Lasten en baten
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -1.947
2013 S -1.934
Begroting 2014 L B 1.948
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-1.947
-1.934
1.948
0
-1.948
-1.976
-2.011
-2.046
980
Mutaties reserves
€
50
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-1.897
-1.934
1.948
0
-1.948
-1.976
-2.011
-2.046
006
Bestuursondersteuning raad en rekenkamer (functie)
Eenheid Griffie, F&C
S -1.948
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -1.976 -2.011 -2.046
De belangrijkste lasten op dit product betreffen: - de kosten van bestuursondersteuning door de raadsgriffie (circa € 1,3 miljoen) - het onderzoeksbudget van de rekenkamercommissie en de raadsgriffie (circa € 99.000). - communicatiebudget (ruim € 46.000). - budget voor internet-tv (€ 69.000). 511 Vormings- en ontwikkelingswerk Dit betreft de subsidie aan de Stichting Mondial Apeldoorn, de Stichting Apeldoorn over de grens en Stichting ’40-’45.
Lasten en baten 511
Vormings- en ontwikkelingswerk
Eenheid PC&B
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -52
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
45
2013 S -54
Begroting 2014 L B 48
S -48
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -48 -49 -50
-52
-54
48
0
-48
-48
-49
-50
-52
-54
48
0
-48
-48
-49
-50
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
330 Dividend nutsbedrijven Dit beleidsproduct bevat de baten en lasten met betrekking tot nutsbedrijven. Het dividend van Alliander en Nuon Energy wordt hierop verantwoord. Verder worden hier ook de rentebaten verantwoord die voortvloeien uit de belegging van de gelden die vrijkwamen bij de verkoop van de VNB-aandelen. Prestaties •
Door middel van het aandeelhoudersschap verkrijgen van informatie over het beleid van de betrokken verbonden partijen.
De belangrijkste baten op dit product betreffen: - de ontvangen rente op belegging VNB (circa € 1,6 miljoen) 530 Dividend sport Dit beleidsproduct bevat de baten en lasten met betrekking tot Accres. Het dividend van Accres ad € 260.000 wordt hierop verantwoord. Prestaties •
Door middel van het aandeelhoudersschap verkrijgen van informatie over het beleid van de betrokken verbonden partij.
721 Dividend afvalverwijdering Dit beleidsproduct bevat de baten en lasten met betrekking tot Circulus. Het dividend van Circulus wordt hierop verantwoord. Prestaties •
Door middel van het aandeelhoudersschap verkrijgen van informatie over het beleid van de betrokken verbonden partij.
Lasten en baten 330/530 Dividend 721
Eenheid F&C, RL
Rekening 2012 S
2013 S
Begroting 2014 L B
S
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
330 530 721
Begroting Bestaand Beleid Dividend nutsbedrijven Dividend sport Dividend afval
€ € €
1.743 260 1.052
1.698 260 290
18
1.697 260 290
1.679 260 290
1.688 260 290
1.661 260 290
1.661 260 290
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
3.055
2.248
18
2.247
2.229
2.238
2.211
2.211
980
Mutaties reserves
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
3.055
2.248
18
2.247
2.229
2.238
2.211
2.211
913/914 Geldleningen en beleggingen Het beheer van de waardepapieren is gericht op belangenbehartiging van de gemeente Apeldoorn in onder andere de BNG en NV Luchthaven Teuge. Dit beleidsproduct bestaat uit de advisering aan het gemeentebestuur op het gebied van aandeelhouderschappen gericht op verwerving van financiële baten en/of politiek bestuurlijke invloed. Daarnaast zijn hier de activiteiten die verband houden met de treasuryfunctie opgenomen. Ook het dividend dat wij van de BNG ontvangen wordt onder dit product verantwoord.
46
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Prestaties • • •
Binnen de kaders van het Treasurystatuut voeren van een actief financierings- en beleggingsbeleid. Door middel van het aandeelhoudersschap verkrijgen van informatie over het beleid van de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten, Vitens N.V. en NUON N.V. Zie hiervoor ook de paragraaf verbonden partijen. Door middel van het aandeelhoudersschap invloed uitoefenen op het beleid van N.V. Luchthaven Teuge, Parkeergarage Orpheus B.V., Schouwburg en congrescentrum Orpheus N.V. en Vitens N.V. Zie ook de paragraaf verbonden partijen.
Bezuinigingsvoorstellen Rentekosten De rentelast als gevolg van leningen bedraagt ruim € 23 miljoen rente per jaar. Het rentepeil vertoont de laatste jaren een dalende tendens en bevindt zich momenteel op een historisch laag niveau. Om de rentekosten te minimaliseren zijn wij zeer actief om binnen de regelgeving maximaal gebruik te maken van het goedkope kortlopende leningen (leningen < 1 jaar). Daarnaast werken wij met nagenoeg risicoloze derivaten om de rentekosten voor het langlopende leningen (leningen > 1 jaar) te minimaliseren. Voor de aan te trekken leningen gelden wettelijke regels die er voor zorgen dat renterisico's worden gespreid. De renteverschillen voor leningen met verschillende looptijden, zijn momenteel zeer aanzienlijk. Ter illustratie melden we de rentestanden per begin juni van 2013. Voor een lening van 3 jaar bedroeg de rente afgerond 0,80%, terwijl de rente voor een lening van bijvoorbeeld 6 jaar uitkwam op circa 1,60%. Een 9-jarige lening kon verkregen worden tegen een rente van 2,20%. Wij stellen voor om in onze lange termijn financieringsbehoefte te voorzien door meer dan gebruikelijk langlopende leningen met een kortere looptijd te gaan afsluiten. Dit is mogelijk zonder dat we hiermee buiten de grenzen van de voor onze gemeente geldende wettelijke renterisiconorm treden. Hierdoor schatten wij een structurele besparing in van € 500.000. Wel neemt hiermee het risicoprofiel in verband met rentestijging toe.
Lasten en baten 913/914 Geldleningen en beleggingen
Eenheid F&C
Rekening 2012 S
Begroting Bestaand Beleid Overige financiële middelen Geldleningen en beleggingen
€ €
Bezuinigingsvoorstellen Rentekosten
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
4.777
980
Mutaties reserves Bestaand beleid Reserve aandelenkapitaal Teuge
€
-324
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
913 914
5.241 -464
2013 S 6.714 627
L
Begroting 2014 B
737 2.840
7.050 4.170
-500
€
7.341
7.386
6.313 1.330
6.513 1.581
6.612 1.831
6.311 2.081
500
500
500
500
8.143
8.594
8.943
8.892
3.077
11.220
45
45
45
45
45
3.077
11.265
8.188
8.639
8.988
8.937
45 4.453
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
921 Algemene uitkering Gemeentefonds De algemene uitkering is de grootste (structurele) inkomstenbron van de gemeente. We houden expertise in stand om op landelijk niveau te kunnen meepraten over de financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten en de daaruit voortvloeiende ontwikkelingen van het Gemeentefonds. Daarnaast berekenen we de hoogte van de algemene uitkering van de gemeente ten behoeve van de meerjarenprogrammabegroting, de Voorjaarsnota, de tussentijdse rapportages en de jaarrekening. De algemene uitkering is een algemeen dekkingsmiddel.
47
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Voor 2014 bedraagt de algemene uitkering op basis van de meicirculaire ruim € 163 miljoen, waaronder € 16 miljoen voor huishoudelijke verzorging (WMO). In de jaren daarna loopt de algemene uitkering als gevolg van kabinetsmaatregelen terug. Prestaties • •
Vaststellen van de gevolgen van de jaarlijkse Gemeentefondscirculaires voor de begrotingspositie van de gemeente Apeldoorn. Het actief samenwerken met andere gemeenten, Rijk en VNG ter behartiging van de (financiële) belangen van Apeldoorn.
Transformatietabel Inschatting rijkskorting van € 6 mld. op het Gemeentefonds Inschatting voordeel uitkering overschot btw-compensatiefonds Voor een toelichting verwijzen wij naar hoofdstuk 3 van de MPB
Lasten en baten 921
Algemene uitkering
Eenheid F&C
Begroting Bestaand Beleid Transformatietabel Inschatting rijkskorting € 6 mld op Gemeentefonds Inschatting voordeel uitkering overschot btw-compensatiefonds 970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Rekening 2012 2013 S S € 165.593 157.041
€
-3.000
-3.000
€ € 165.593 157.041
Div.
Begroting 2014 L B S 163.511 163.511
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S 155.942 158.164 158.485
-3.000
-3.000
-3.000
2.000
2.000
2.000
0
160.511 160.511
154.942
157.164
157.485
0
160.511 160.511
154.942
157.164
157.485
€ € 165.593 157.041
922 Algemene baten en lasten Op dit beleidsproduct worden de lasten en baten stelposten geraamd die (nog) niet aan specifieke beleidsproducten kunnen worden toegerekend. Ook de post ‘Onvoorzien’, bestemd voor onvoorziene en bestuurlijk onontkoombare uitgaven, wordt op dit product verantwoord. Per inwoner wordt € 1,13 geraamd. De post onvoorzien bedraagt bijna € 180.000 in 2014. Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Herziening taakstelling vastgoed Na het afboeken in de Zomernota van € 1 miljoen resteert nog een taakstelling op vastgoed van bijna € 6 miljoen. Op verschillende momenten, waaronder in de Voorjaarsbrief, hebben wij aangegeven dat het volledig realiseren van de restant taakstelling onzeker is. Recent hebben wij het realiteitsgehalte van de taakstellingen opnieuw kritisch beoordeeld. Het betreft de onderdelen verbetering beheer en uitbating ad € 578.000 (structureel) en de verkoop van het oneigenlijk woningbezit € 290.000 (2014, 2015 en 2016). De taakstelling verbetering van beheer en uitbating dateert van de Voorjaarsnota 2008 waarin het toenmalige college een voorstel van € 250.000 efficiëncyverbetering had opgenomen. Via het amendement ‘tijd voor prioriteit’ is deze taakstelling door uw raad fors opgehoogd. Hiervan kwam € 578.000 bij het Vastgoedbedrijf terecht. € 250.000 is intussen gerealiseerd, maar het is onzeker of wij in staat zullen zijn om het bedrag van € 578.000 in te verdienen. Daarnaast is vanaf de MPB 2002-2005 een verkooptaakstelling oneigenlijk woningbezit opgenomen. Deze is nadien verschillende malen bijgesteld. In de lopende MPB is tot en met 2016 hiervoor nog een bedrag van € 290.000 opgenomen met daarnaast een structurele taakstelling van € 100.000. Het is evident dat gezien de huidige situatie op de woningmarkt het verkopen op zich al lastig is, laat staan verkopen tegen een financieel aantrekkelijke prijs. Daarbij komt
48
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
dat vanuit het verleden onze lopende begroting belast is met een verkoopopgave die nodig is om de reguliere exploitatie sluitend te krijgen. Een bedrag van jaarlijks ca. € 250.000 dat tot heden niet in de overzichten vastgoedtaakstellingen zichtbaar is geweest. Dat betekent dat als er een woning wordt verkocht de opbrengst eerst ten goede komt van de reguliere exploitatie en pas daarna kan dienen voor het realiseren van de bezuinigingstaakstelling op vastgoed. Alles overziende constateren wij dat het realiseren van een bezuiniging van € 868.000 (2014, 2015 en 2016) en € 578.000 vanaf 2017 sterk onder druk staat. Toch willen wij op dit moment nog geen voorstel doen om deze taakstellingen te herzien. U mag van ons college een uiterste inspanning verwachten om deze opgave te realiseren. Vanzelfsprekend hebben wij in de paragraaf weerstandsvermogen rekening gehouden met het risico van het niet halen van deze taakstellingen. Transformatietabel Nieuwe opvangbuffer Verlagen materiële kostenindex vanaf 2016 tot 0,75%. Onttrekking/storting algemene reserve Voor een toelichting verwijzen wij naar hoofdstuk 3 van de MPB BROA Bijdragen aan algemene dienst (BROA proj.nr. 30.4) Als gevolg van de extra bezuinigingen, zoals opgenomen in de Verkenningen Bezuinigingsmaatregelen Formatie 2010 worden budgetten in de jaren 2011 t/m 2014 toegevoegd aan de algemene dienst. Voor 2014 is nog een bijdrage geraamd van € 480.000. Dit bedrag wordt gestort in de algemene reserve.
Lasten en baten 922
Algemene baten en lasten
Eenheid div.
Begroting 2014 L B 4.618 8.826
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S 4.265 4.452 3.796
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € 3.780
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Herziening taakstelling vastgoed
€
0
0
0
0
0
Transformatietabel Nieuwe opvangbuffer Verlagen materiële kostenindex vanaf 2016 tot 0,75%
€ €
1.000
-1.000
-1.500
-2.000 438
-2.000 875
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
8.826
3.208
2.765
2.890
2.671
980
Mutaties reserves Div. Bestaand beleid Reserve grond de Haere Toegevoegde rente reserves Algemene reserve, E-NUP Storting annuiteit in reserve tekort grondbedrijf Algemene reserve, bijdrage van broa BROA, storting GSO-ISV bijdrage BROA, storting gederfde winstafdracht BROA, bijdrage aan algemene reserve Reserve bcf
€ € € € € € € € €
72
72 -1.581 885 -6.423
72 -1.831
72 -2.081
-6.423
-6.423
-2.100
-300
480 600
72 -1.331 -295 -6.423 -480 -2.401 -1.000 480 600
375
210
Transformatietabel Onttrekking/storting algemene reserve
€
10.895
10.895
6.740
-607
-992
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
20.873
3.325
733
-5.989
-6.753
990
2013 S 676
3.780
676
-36.381
2.571
5.618
1.331 295 6.423 480 2.401 1.000
-32.601
3.247
17.548
S 4.208
930, 931, 932, 934, 935, 936, 937, 939, 940, 941 Gemeentelijke belastingen Dit product betreft het opleggen van diverse gemeentelijke belastingen om zodoende generieke dan wel specifieke middelen te genereren voor de uitvoering van gemeentelijk beleid. Het betreft de opbrengsten van Onroerende Zaak Belasting (OZB), toeristenbelasting, hondenbelasting en precariobelasting. Ook de kosten van opleggen en inning worden hier geraamd. Daarnaast worden de kosten m.b.t. de wettelijke uitvoering van de Wet Waardering onroerende zaken (WOZ) op dit product verantwoord. In de wet wordt de verantwoordelijkheid voor waardebepaling en waardevaststelling aan de gemeenten opgedragen.
49
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Prestaties • • •
Zorgvuldig en via regionale samenwerking efficiënter opleggen en innen van belastingen en heffingen. Jaarlijkse taxatie van alle WOZ- objecten. Het jaarlijks in de heffing betrekken van alle belastbare objecten en subjecten volgens de belastingverordening.
Kengetal -
% toegekende bezwaarschriften WOZ(OZB) behandeltermijn (in maanden) van : • bezwaren, voorzien van advies derden, WOZ/overig • bezwaren, zonder advies
Realisatie 2012
Doel 2013
Doel 2014
55%
45%
50%
6/3 1
6/3 1
6/3 1
Bezuinigingsvoorstellen Bedrijfsvoering en dienstverlening Belastingen) De uitvoering van belastingen omvat werkzaamheden van waarderen in het kader van de Wet WOZ, heffen, innen en kwijtschelding. Deze werkzaamheden voeren we sinds 2009 ook uit voor de gemeente Epe. Landelijk en in de regio zijn er initiatieven om te komen tot samenwerking met als doel verbreding van de dienstverlening en het besparen op kosten. Op het gebied van de bedrijfsvoering en de dienstverlening zijn er mogelijkheden om te besparen. Dit kan door een andere inzet van de ICT waardoor de bedrijfsvoering verder optimaliseert, zoals het in service draaien van de belastingapplicatie tot en met het verder automatiseren en digitaliseren van het belastingproces. Ook het verbeteren van de samenhang met diverse andere basisregistraties levert mogelijkheden op. Regionale samenwerking kan een verder versterkend effect hebben op de mate van dienstverlening en kostenreductie. Gelet op deze ontwikkelingen hebben wij een besparing ingeboekt, die op termijn oploopt tot structureel € 300.000. Transformatietabel Voorstel tot verhoging ozb met macronorm Voor een toelichting verwijzen wij naar hoofdstuk 3 van de MPB
Lasten en baten 930 t/m Gemeentelijke belastingen en heffingen 940
930 931/932 936 937 939 940
Eenheid SSC, POW
Rekening 2012 S
Begroting Bestaand Beleid Uitvoering wet WOZ Baten OZB gebruikers/eigenaren Baten toeristenbelasting Baten hondenbelasting Baten precariobelasting Lasten heffing en invordering gem. belastingen
€ € € € € €
Extra bezuiniginen Bedrijfsvoering en dienstverlening belastingen
€
Transformatietabel Voorstel tot verhoging ozb met macronorm
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Div.
-1.430 39.559 1.263 796 479 -1.197
2013 S -1.376 41.202 1.583 771 650 -1.002
L
Begroting 2014 B
S
1.427 42.639 1.613 771 662 1.020
-1.427 42.639 1.613 771 662 -1.020
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -1.446 43.521 1.636 771 672 -1.032
-1.466 44.594 1.659 771 681 -1.044
-1.491 45.689 1.682 771 690 -1.063
150
300
146
146
1.140
2.015
2.939
39.470
41.828
2.447
45.831
43.384
45.262
47.360
49.517
39.470
41.828
2.447
45.831
43.384
45.262
47.360
49.517
€ €
960 Saldi kostenplaatsen Dit betreft een administratief product. Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen 50
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Mobiliteitsbevorderende maatregelen De organisatie moet in beweging blijven om flexibel op toekomstige maatschappelijke en interne veranderingen en/of bezuinigingen te kunnen inspelen. Voor de vaste medewerkers moeten mogelijkheden geboden worden voor loopbaanontwikkeling. Hiervoor is in de berekening van het frictiebudget een incidenteel budget opgenomen van € 2 mln.+ pm. Na de periode van het sociaal plan, te weten na 1 januari 2017, vervalt het frictiebudget. De eenheid Mobiliteit & Ontwikkeling wordt dan opgeheven waardoor mobiliteitsbevorderende maatregelen en de faciliteiten voor coaching, training en loopbaanontwikkeling worden beëindigd. Bij elke eenheid zal budget voor mobiliteitsbevorderende maatregelen moeten komen. Wij zijn voornemens om na 1 januari 2017 naar voorbeeld van de gemeenten Arnhem, Den Haag en Rotterdam een mobiliteitscentrum in te richten binnen de eenheid Personeel, Communicatie en Bestuursondersteuning. De kosten van de mobiliteitsbevorderende maatregelen komen tot 2017 ten laste van het frictiebudget. Voor de kosten met ingang van 2017 hebben we volstaan met een pm-raming in afwachting van nadere uitwerking. Strategische HRM-advisering We willen toe naar een betere strategische formatie waarmee minder in casuïstiek, maar meer beleidsmatig kan worden gewerkt vanuit verschillende thema’s. Voor een deel kan dit worden bereikt door de HRM adviseurs anders in te gaan zetten. Zij kunnen meer voor projecten ingezet worden en minder voor casuïstiek in de eenheden. Dit kan grotendeels door consulenten worden opgepakt, waarbij adviseurs inspringen indien er sprake is van complexe casuïstiek dan wel organisatiewijzigingen. Binnen team HRM is in het formatieplan slechts 1 fte strategisch HRM adviseur opgenomen. Dit is te kwetsbaar. Willen we als organisatie de HRM visie verder ontwikkelen en verder uitwerken op een kwalitatief hoog niveau dat aansluit bij de ambities op dit terrein, dan is hiervoor nog 1 fte extra aan strategisch adviseur HRM nodig. Deels kan deze fte worden gedekt door de huidige formatie iets te wijzigen, maar dit is niet voldoende om de kosten van deze fte volledig te dekken. Daarom is nog een extra bedrag nodig van structureel € 30.000 vanaf 2014. Traineeprogramma De gemiddelde leeftijd van de personele bezetting blijft stijgen. Door de wijze waarop we momenteel met vacatures omgaan, de vergrijzing en het langer moeten doorwerken door de stijging van de pensioenleeftijd, is de samenstelling van ons personeelsbestand niet evenwichtig. Er is weinig tot geen instroom van jonge medewerkers. Verder willen we tijdig inspelen op ontwikkelingen die we voorzien op de arbeidsmarkt in de toekomst gaat veranderen, hierop tijdig inspelen. Vanaf 2017 zal er een stijgende uitstroom zijn van onze huidige medewerkers omdat zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Wij zullen ons moeten presenteren als aantrekkelijke werkgever, willen wij jonge medewerkers binnen zien te halen. In dit licht zijn we momenteel oriënterende gesprekken aan het voeren met het Kadaster en Achmea. Het idee is om een gezamenlijk traineeprogramma op te zetten. Hierin willen we per organisatie 3 tot 10 functies inzetten. De trainees krijgen een programma van 3 jaar waarvan 1 jaar bij de gemeente. Deze trainees kunnen na afloop van dit programma in dienst treden bij organisaties waar op dat moment vacatures zijn. Dit is dus een middel om in te spelen op de wijzigingen op de arbeidsmarkt en de opbouw van het personeelsbestand. De kosten van het traineeprogramma worden geraamd op € 120.000. Dit budget hebben we ingaande 2014 opgenomen. Bezuinigingsvoorstellen Lagere buffer eigen risico brandverzekering De aanbesteding van de brandverzekering is onlangs afgerond. Dit levert een besparing op. Daarnaast is echter sprake van een extra kostenpost over alle verzekeringspolissen omdat de assurantiebelasting is verhoogd van 9 naar 21%. Ook de BTW is gestegen naar 21%. Per saldo bedraagt de besparing € 100.000 structureel. Afhankelijk van de invulling van het risicomanagement en de daarbij te hanteren drempelbedragen kan een hoger bezuinigingsbedrag worden gerealiseerd 51
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
van € 100.000. Totaal hebben we een besparing van structureel € 200.000 ingeboekt. Besparingen op software We hebben kans gezien om structureel € 130.000 meer te bezuinigen ten opzichte van de lopende taakstelling van € 1 mln. op informatie- en automatiseringsterrein. Het meerdere is als stelpost in de BBB opgenomen. Deze laten we met ingang van 2015 vrijvallen. Het budget voor 2014 is voor een incidentele taakstelling aangewend. Gunstige aanbesteding vervanging servers en opslagcapaciteit Dit jaar worden het serverpark en de opslag vervangen. De aanbesteding heeft een voordeel ten opzichte van het krediet opgeleverd van ca. € 500.000. Dit betekent een vermindering van de kapitaallasten voor de komende vijf jaar van € 110.000. Deze vrijval hebben we als voordeel ingeboekt. Advieskosten software Jaarlijks vinden er ontwikkelingen plaats die kunnen leiden tot aanpassingen in de software. Omdat we er niet naar streven om alle specialistische kennis in eigen huis te hebben kopen we kennis in. Daarvoor is een structureel budget beschikbaar van € 87.000. Afgelopen jaren is gebleken dat we minder kennis hebben hoeven in te kopen. Voorzover we het nu kunnen overzien, denken we met minder toe te kunnen. Technische infrastructuur Bij het vernieuwen van onze infrastructuur op het terrein van de informatie en automatisering streven we naar een ideaalcomplex. Eens in de vijf jaar doen we nieuwe investeringen en we trachten het investeringsniveau ieder jaar zoveel mogelijk op hetzelfde niveau te krijgen. De snelle ontwikkelingen in de technologie leiden enerzijds tot het feit dat je snel achterloopt. Het heeft als voordeel dat de prijzen relatief steeds lager uitvallen. Dit heeft tot gevolg dat op een aantal overlopende kredieten uit 2012 sprake is van onderbesteding. De kapitaallast (€ 100.000) valt daarmee vrij. Voor het instandhouden van onze infrastructuur zijn investeringskredieten beschikbaar. Deze kredieten hebben een groeifactor die aansluit op de groei van de organisatie in combinatie met de functionaliteitwensen. Aangezien er sprake is van een organisatiekrimp stellen we voor deze groeifactor te schrappen. Verlaging innovatiekrediet Soms valt niet van te voren te voorzien welke ontwikkelingen c.q. wensen zich op ICT-technologisch gebied in enig jaar voordoen. In het verleden zijn hiervoor een aantal innovatiekredieten in het leven geroepen. Hieruit hebben wij bijvoorbeeld vorig jaar het draadloze netwerk gefinancierd. Ontwikkelingen c.q. wensen die in het lopende boekjaar opkomen werden en worden hieruit dus gefinancierd. Door drie van deze kredieten structureel te verlagen met in totaal € 300.000 vallen kapitaallasten structureel vrij. Dit geeft ons minder ruimte om in te spelen op nieuwe wensen maar de verwachting is dat die er gezien het huidige economische klimaat ook minder zullen komen. Verschuiving van uitvoering naar regievoering ICT-taken Bij de uitvoering van ICT taken stellen we ons steeds vaker de vraag of we activiteiten zelf kunnen c.q. moeten uitvoeren of dat we deze taken overlaten aan de markt. Daarmee verschuiven de activiteiten van uitvoering naar regievoering. Wij voorzien door een toename van IT diensten door marktpartijen en intensievere samenwerking met andere gemeenten dat de eigen IT organisatie compacter zal worden. De formatieruimte ontstaat als gevolg van natuurlijk verloop. Het vrijvallen van functies kan binnen de eenheid leiden tot accentverschuivingen in de taakuitvoering. Door in de toekomst bovendien een deel van de vrijgevallen
52
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
vacatureruimte niet meer vast in te vullen maar gereserveerd te houden voor flexibele inzet zullen loonsommen efficiënter worden ingezet. Digitalisering van documentenverwerking Met het team Documentaire Informatievoorziening (DIV) is een traject ingezet naar verdere digitalisering van de werkprocessen postvoorziening en dossiervoorziening. De effecten van deze digitalisering op de formatie worden momenteel vertaald in een strategisch personeelsplan. Daarnaast loopt er onderzoek naar mogelijkheden om postverwerking uit te besteden. De verdere digitalisering zal een besparing opleveren die oploopt tot structureel € 300.000 te bereiken in 2017. Het versnellen van de digitalisering gaat met extra ICT-kosten gepaard. Er zijn extra koppelingen met een aantal bedrijfsapplicaties benodigd, er komt structureel werk bij in de vorm van functioneel beheer en de onderhoudskosten nemen toe. Digitaliseren van de archieffunctie raakt daarnaast de hele organisatie. Van alle medewerkers wordt een andere wijze van werken en archiveren verwacht. Voor deze transitie zijn tijdelijke budgetten nodig. Dat geldt ook voor het team DIV t.b.v. de versnelde afbouw van het analoge archief, projectleiding t.b.v. de digitalisering en deskundigheidsbevordering. Samenvattend leidt het voorgaande tot de volgende budgetreeksen. (bedragen x € 1.000)
2014
Structurele kosten ICT Tijdelijke transitiekosten ICT Tijdelijke transitiekosten DIV Besparing DIV Netto effect
-60 -215 -50 75 -250
2015 -60 -165 -50 150 -125
2016
2017
-60 -40 -50 200 +50
-60 0 -50 300 +190
Overige inhuur personeelsmanagement Op deze begrotingspost worden geen uitgaven meer verwacht. Het geraamde budget kan structureel worden geschrapt. Vergoeding studiekosten Elke eenheid heeft een eigen budget voor opleiding en ontwikkeling. Het bedrag dat in de begroting van de eenheid Personeel, Communicatie en Bestuursondersteuning is opgenomen onder deze post wordt niet uitgegeven. Dit bedrag kan worden ingeleverd zonder dat dit verdere gevolgen heeft. IZA bedrijfszorgpakket Het bedrag dat is begroot, is meer dan de uitgaven in de afgelopen jaren. We schatten in dat de uitgaven die de afgelopen jaren zijn gedaan, niet omhoog zullen gaan. Het bedrag dat de afgelopen jaren niet is uitgegeven kan in mindering worden gebracht op het begrote bedrag. Uitwerking Arbo convenant Op dit budget wordt minder uitgegeven dan begroot. Het bedrag dat niet wordt uitgegeven hebben wij in mindering gebracht op het oorspronkelijke budget. Publicatiekosten De gemeente publiceert wekelijks 3-4 gemeentepagina’s in het Apeldoorns Stadsblad, waaronder de (verplichte) gemeentelijke bekendmakingen en de redactionele berichten. In de afgelopen twee jaar is een breed scala aan media (door)ontwikkeld (zowel digitaal als schriftelijk) met als gevolg dat op jaarbasis het gemiddeld aantal pagina’s in het Apeldoorn Stadsblad is afgenomen. Mede als gevolg van nieuwe prijsafspraken is een besparing op de publicatiekosten te realiseren. Personele formatie HRM
53
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Momenteel wordt een vacature (Apeldoorn Academie) niet ingevuld. Het administratieve werk vanuit verschillende taken (werving en selectie, Apeldoorn academie, etc) zijn we aan het bundelen en waar mogelijk aan het automatiseren. Hiermee verdwijnt administratief werk en kan een formatieplaats worden bezuinigd met ingang van 2014. Ondernemingsraad De Ondernemingsraad (OR) beschikt over budgetten voor personele en overige ondersteuning. Wij hebben hierop een bezuiniging ingeboekt van € 45.000. Naar aanleiding van de reorganisatie en de herinrichting van de nieuwe medezeggenschap is de OR zich bewust van de noodzaak tot bezuinigen en de grote effecten daarvan voor de stad en de organisatie. Ook nu al gaat de OR zuinig om met de beschikbare middelen. De consequentie hiervan is dat niet al het beschikbare budget in de afgelopen jaren is uitgegeven en dat voorzichtig wordt gehandeld bij het invullen van de beschikbare vacatureruimte. Met de proef voor een nieuwe medezeggenschap, waarbij de Onderdeelcommissies vooralsnog zijn opgeheven, is het aantal medewerkers dat zich direct en actief inzet voor medezeggenschapsvraagstukken sterk teruggebracht. De OR heeft aangegeven zeker mogelijkheden te zien voor een efficiencyslag, maar niet in de omvang zoals die nu is voorgesteld. In de loop van dit jaar zal de nieuwe medezeggenschapsstructuur worden geëvalueerd. De OR zal vanuit de evaluatie meewerken aan het minimaliseren van de totale kosten en het optimaliseren van een constructieve vorm van medezeggenschap. Hieruit moet voor 1 januari 2014 blijken welke bezuiniging mogelijk is. Hierbij wordt de OR ruimte geboden om de voorstellen nader uit te werken en in te vullen. Mochten de bezuinigingen in deze omvang binnen de ORbudgetten niet haalbaar zijn, dan zal de bezuiniging binnen de eenheid Personeel, Communicatie en Bestuursondersteuning worden ingevuld. Budgetverlaging eenheid Financiën en Control De bedrijfsvoeringsbudgetten bestaan voor het overgrote deel uit salarissen en een beperkt bedrag uit personeelsgerelateerde budgetten en enkele uitbestedingsbudgetten. Bij de eenheid Financiën en Control betreffen de laatste twee relatief kleine bedragen. Daarop kan € 40.000 worden bezuinigd. Vermindering formatie eenheid Financiën en Control Naar aanleiding van de recente reorganisatie is op de financiële functie een reductie van 20% gerealiseerd. Desalniettemin hebben we opnieuw naar de personele omvang gekeken. Bij de reorganisatie was een span of control van 20 het uitgangspunt. Binnen de eenheid Financiën en Control is die momenteel circa 12. Op termijn (2017) moet het mogelijk zijn om de span of control te verruimen door de formatie met een teammanager terug te brengen. Daarnaast zijn wij van mening dat wij met name op het gebied van bedrijfskundig advies/ business intelligence met minder personele capaciteit uit de voeten moeten kunnen. Daar staat tegenover dat er sprake is van een structureel tekort op het gebied van de administratieve ondersteuning. In de komende tijd zal hier een uitruil plaatsvinden, maar in 2017 is een netto-besparing van € 130.000 haalbaar. Daarnaast sluiten we niet op voorhand uit dat - mede in het licht van de overgang van actieve grondexploitatie naar passieve grondexploitatie - op termijn de functie van de controller van het Grondbedrijf en van de concerncontroller met minder capaciteit kan worden uitgevoerd. Dit overigens onder de strikte conditie dat aan de inhoud en reikwijdte van deze functies op geen enkele wijze afbreuk wordt gedaan. De besparing schatten wij in op € 70.000. Indien mocht blijken dat aan deze conditie niet geheel kan worden voldaan, zal de besparing elders binnen de eenheid Financiën en Control worden gevonden. Korting vergoeding voor archiefbeheer De gemeentelijke vergoeding aan CODA voor het archiefbeheer is op basis van een in 2003 vastgestelde sleutel verdeeld over de kostencomponenten personeel, 54
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
huisvesting en materieel. Personeel wordt ingezet voor het archiefbeheer, materiële verzorging en dienstverlening, waaronder educatie. Op de materiële verzorging en dienstverlening kan er bezuinigd worden, zonder dat de kerntaak daarmee wordt aangetast. Ingeboekt is een oplopende budgetreeks tot structureel € 100.000. Catering/bedrijfsrestaurant Bij de aanbesteding van de catering in 2014 wordt ingezet op het verkleinen van het assortiment in het bedrijfsrestaurant. Door beduidend minder keuzemogelijkheden aan te bieden is een besparing te realiseren op de personele inzet in het restaurant en op het productassortiment. Vers bereide producten worden geminimaliseerd. Het dienstverleningsconcept zoals dit wordt gehanteerd in het Activerium, biedt ook kansen (het werken met doelgroepen, die kunnen worden teruggeleid naar de reguliere arbeidsmarkt) op besparingen. Daarmee komen we tevens tot uniformiteit qua werkwijze bij alle locaties (Stadhuis, Activerium, Post Zuid). Porti- en printkosten De porti- en printkosten vertonen een dalende tendens. Dit is mede een gevolg van de toenemende digitalisering binnen onze organisatie en de buitenwereld. Hierdoor kunnen de kosten met structureel € 135.000 worden verlaagd. Herinrichting bodes/receptie/beveiliging Op verschillende plekken in het stadhuis vinden activiteiten plaats rondom klantontvangst; de centrale balie in de burgerzaal, de beveiliging in de burgerzaal en bij de bodes op de bestuurslaag. Enkele jaren geleden werd de beveiliging als externe partner, toegevoegd. Daarbij is steeds vaker gekozen om administratieve werkzaamheden te beleggen bij de beveiliging. Wij overwegen een andere, eigentijdse en efficiënte inrichting, die past bij de huidige vraag van onze burgers: • Ontvangst van alle klanten door 1 team (mengeling van bodes, receptie en beveiliging). • Waar mogelijk ondersteunende werkzaamheden voor de raad, b&w en directie bundelen; overlap, afstemming bodes en secretariaten. • Dienstverlening aan medewerkers organiseren bij secretariaten van de eenheden (treinkaartjes, pasuitgifte) in plaats van bij de bewaking. • Versoberen van de beveiliging van het stadhuis. Beveiliging inzetbaar bij calamiteiten. Door minder zichtbare positie is de koppeling te maken met de beveiliging van de parkeergarage en het Activerium. Daarbij is een reductie mogelijk op de personele inzet van de beveiliging. Het contract met de huidige beveiligingorganisatie voor het Stadhuis en Activerium met een looptijd tot 31 oktober 2015, is jaarlijks opzegbaar. Met ingang van 2016 hebben wij een besparing van € 75.000 structureel ingeboekt.
55
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Lasten en baten 960
Saldi kostenplaatsen
Eenheid div.
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S 125 134 142
Begroting Bestaand Beleid Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Mobiliteitsbevorderende maatregelen Strategische HRM advisering Traineeprogramma
€ € €
0 30 120
0 -30 -120
0 -30 -120
0 -30 -120
-pm -30 -120
€ €
-200
200
200 130
200 130
200 130
€ € € €
-110 -20 -130 -10
110 20 130 10
110 30 130 30
110 40 130 50
110 50 130 60
250 -14 -24 -25 -40 -25 -40 -45 -40
-250 14 24 25 40 25 40 45 40
-125 14 24 25 40 25 40 45 40
60 50 14 24 25 40 25 40 45 40
-25
25
-135
135
50 100 135
75 100 135 75
60 190 14 24 25 40 25 40 45 40 200 100 100 135 75
Bezuinigingsvoorstellen Lagere buffer eigen risico brandverzekering Besparingen software Gunstige aanbesteding vervanging servers en opslagcapaciteit Advieskosten software Technische infrastructuur Verlaging innovatiekrediet Verschuiving van uitvoering naar regievoering ICT-taken Digitaliseren van documentenverwerking Overige inhuur personeelsmanagement Vergoeding studiekosten IZA bedrijfszorgpakket Uitwerking Arbo convenant Publicatiekosten Formatie HRM (1,5 fte) Ondernemingsraad Budgetverlaging F&C Vermindering formatie F&C (2 fte) Korting vergoeding archiefbeheer Catering/bedrijfsrestaurant Porti en printkosten Herinrichting bode/receptie/beveiliging
2013 S 134
€ € € € € € € € € € € € € € €
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
7.585
980
Mutaties reserves Reserve huisvesting Concernreserve bedrijfsvoering Reserve kapitaallasten
€ € € €
-2.693
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
4.892
990
Begroting 2014 L B
Rekening 2012 S € 7.585
134
134
113
S 113
-483
113
596
1.018
1.392
1.785
36 120
98 33
61 -87 0
61 -72
61
12
-327
244
570
1.007
1.453
1.797
Resumé programmakosten Omschrijving beleidsproduct
Dienst
Rekening 2012 S
2013 S
Begroting 2014 L B
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
001
Bestuursorganen
€
-6.858
-6.145
5.931
002
Bestuursondersteuning B&W
€
-9.491
-11.295
16.753
003/004 Burgerzaken/overheidsdocumenten
€
-2.161
-1.614
4.559
2.487
005
Bestuurlijke samenwerking
€
-274
-427
436
0
006
Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie)
€
-1.947
-1.934
1.948
0
511
Vormings- en ontwikkelingswerk
€
-52
-54
48
0
-48
-48
-49
-50
330
Dividend nutsbedrijven
€
1.743
1.698
18
1.697
1.679
1.688
1.661
1.661
530
Dividend sport
€
260
260
0
260
260
260
260
260
721
Dividend afval
€
1.052
290
0
290
290
290
290
290
913/914 Geldleningen en beleggingen
€
4.777
7.341
3.077
11.220
8.143
8.594
8.943
8.892
921
Algemene uitkering
€ 165.593 157.041
0
160.511 160.511
154.942
157.164
157.485
922
Algemene baten en lasten
€
3.780
676
5.618
8.826
3.208
2.765
2.890
2.671
930 t/m Gemeentelijke belastingen en heffingen 940
€
39.470
41.828
2.447
45.831
43.384
45.262
47.360
49.517
960
Saldi kostenplaatsen
€
7.585
134
-483
113
596
1.018
1.392
1.785
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ 203.477 187.799
40.352
235.943 195.591
192.614
198.179
200.929
980
Mutaties reserves
€
2.705
12.086
137
-1.998
-8.773
-9.367
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€ 164.413 190.504
52.438
248.166 195.728
190.616
189.406
191.562
Div.
56
-39.064
0
-5.931
-5.767
-5.685
-5.634
4.708 -12.045
-12.027
-11.761
-11.761
-2.072
-1.945
-1.826
-1.685
-436
-442
-449
-456
-1.948
-1.976
-2.011
-2.046
12.223
Programma 2 Veiligheid
Beleidsproducten 120 140 160
Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veilgheid Opsporing en ruiming explosieven
57
Doelenboom programma 2: Veiligheid Programmadoelstelling
Hoofddoelstellingen
Prestaties
Beleidsproduct
Het uitvoeren van risico-inventarisaties en het basis daarvan formuleren van de noodzakelijke beheersmaatregelen
120 Brandweer
Het geven van voorlichting en risicocommunicatie
120 Brandweer
Het verrichten van risicoanalyses en het geven van advies over de risicostrategie bij de activiteit bouwen
120 Brandweer
Het uitvoeren van Brandveiligheidinspecties om vast te stellen of gebouwd wordt volgens vergunning
Schouwen risico’s brandveilig gebruik gebouw, inrichting en evenement.
Schouwen risico’s brandveilige kwaliteit gebouw. Het voorkomen en bestrijden van branden en rampen en het beperken van ongevallen daarbij, alsmede het beperken en bestrijden van gevaar bij ongevallen anders dan bij brand.
De gemeente Apeldoorn biedt haar burgers een veilige omgeving om te wonen, te werken en te recreëren.
120 Brandweer
120 Brandweer
Het voeren van een actueel beheer van de operationele informatie om een snelle en adequate inzet van repressieve middelen mogelijk te maken
120 Brandweer
Het waarborgen van het vereiste kennis en competentieniveau door opleiden en oefenen
120 Brandweer
Het voorzien in een adequate dekking van het verzorgingsgebied en het voldoen aan operationele regelingen/procedures
120 Brandweer
Het zorgdragen voor het waarborgen van Basisbrandweerzorg bij brand en ongevallen volgens de Richtlijn Opkomsttijden
120 Brandweer
Evaluatie in de vorm van een inhoudelijke bijdrage leveren aan het team Brandonderzoek
120 Brandweer
De gemeente zorgt voor het opzetten en geoefend houden van een gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie
120 Rampenbestrijding
We vertalen de risiscoprofielen en het Regionaal crisisplan door naar gemeentelijke draaiboeken
Een veiligheidsbeleid met daarin een balans tussen het voorkomen van onveiligheid en het aanpakken van onveilige situaties
120 Brandweer
Het met de kernpartners Politie en Openbaar Ministerie volgens het Integraal veiligheidsplan Apeldoorn 2011-2014 aanpakken van drie thema’s (jeugd en veiligheid, geweld, en actuele wijk- en buurtveiligheid). In 2014 wordt een nieuw Integraal Veiligheidsplan opgesteld voor de periode 20152018.
120 Rampenbestrijding
140 Openbare orde en veiligheid
Uitoefening toezicht en handhaving
140 Openbare orde en veiligheid
Verlenen van vergunningen publiek domein
140 Openbare orde en veiligheid
Op casus niveau verbinden van zorg en veiligheid door het bepalen van een ketenregie in de Veiligheidskamer
140 Openbare orde en veiligheid
Het systematisch opruimen van explosieven in het Kroondomein
160 Explosievenopruiming
58
2. Veiligheid Portefeuillehouder(s):
- J.C.G.M. Berends
Wat willen we met dit programma? De centrale doelstelling voor de komende vier jaar is dat Apeldoorn een prettige woon-, werk- en recreatiestad is. Veiligheid is daarbij één van de belangrijkste aspecten. Het voorkomen, beperken en bestrijden van grootschalige incidenten en rampen, coördinatie van de multidisciplinaire samenwerking van hulpverleners bij incidenten van deze omvang, en het beheren van de gemeenschappelijke alarmcentrale en het sirenenet ligt in handen van de Veiligheidsregio Noord - Oost Gelderland. De gemeentelijke brandweerorganisatie is op grond van de Wet Veiligheidsregio’s overgegaan naar de Veiligheidsregio. De gemeente blijft verantwoordelijk voor de basis brandweerzorg en de uitvoering wordt bij de regio ondergebracht. Effectkengetallen
Werkelijk Werkelijk Werkelijk 2010 2011 2012
- waardering inwoners voor veiligheid op straat - aantal incidenten volgens BVH VNG model - aantal misdrijven volgens BVH VNG model
7,6
7,9
7,3
Raming 2014-2017 7,0 32.433 11.281
BVH = Basisvoorziening handhaving VNG = Vereniging Nederlandse Gemeenten
Programmadoelstelling De gemeente Apeldoorn biedt haar burgers een veilige omgeving om te wonen, te werken en te recreëren. Daarbij gaat het om de volgende doelstellingen: 2.1 Voorkomen en bestrijden van branden en rampen en beperken van ongevallen daarbij, alsmede het beperken en bestrijden van gevaar bij ongevallen anders dan bij brand. 2.2 Een veiligheidsbeleid met daarin een balans tussen het voorkomen van onveiligheid en het aanpakken van onveilige situaties.
59
2. Veiligheid
Wat gaan we daar voor doen? Overzicht veiligheid gemeentebreed
Stadsdeelplannen Jeugdcriminaliteit, Halt, CJO,
Veilige school
Externe veiligheid
Programma 2 Veiligheid
•IVA 2011-2014 •Toezicht & Handhaving •Vergunningverlening publiek domein •Opruimen explosieven kroondomein • Veiligheidskamer •Brandweer •Rampenbestrijding
Veilig wonen
Zorg voor slachtoffers huiselijk geweld
Verkeersveiligheid
In bovenstaand overzicht veiligheid gemeentebreed staan in de kern de activiteiten van programma 2. Deze activiteiten vallen onder de beleidsproducten Brandweer en rampenbestrijding, Openbare orde en veiligheid en Opsporing en ontruiming conventionele explosieven. In de schil staan de activiteiten benoemd die relaties hebben met het veiligheidsbeleid, maar die vallen onder een ander programma. Het totale overzicht en een toelichting daarop is opgenomen in de paragraaf Veiligheid Gemeentebreed (hoofdstuk 5.2). De volgende beleidsproducten dragen bij aan het realiseren van de genoemde doelstelling. 120 Brandweer en rampenbestrijding Dit product betreft de taken, die gericht zijn op het voorkomen en bestrijden van branden en rampen en het beperken van ongevallen daarbij. De uitvoering van de taken is voor een belangrijk deel bij de Veiligheidsregio Noord - Oost Gelderland ondergebracht. De basisbrandweerzorg wordt in clusterverband uitgevoerd, samen met de gemeenten Epe en Voorst (cluster EVA). Prestaties -
Basisbrandweerzorg. De basis brandweerzorg is afgestemd op de risico’s genoemd in het vastgestelde risicoprofiel. We zorgen voor het beheersen van de risico’s. De dekkingsnorm voor het bestrijden van incidenten wordt hooguit 5,1 per jaar met maximaal 25% overschreden. De opkomsttijd bij incidenten bos- en heidebranden en bij verkeersincidenten is maximaal 18 minuten.
60
2. Veiligheid
-
Rampenbestrijding. De gemeente zorgt voor (het opzetten van) een rampenbestrijdingsorganisatie, waarbinnen door toewijzing van taken en verantwoordelijkheden op een efficiënte manier sturing en uitvoering kan worden gegeven aan het beperken van de gevolgen van crises, rampen en/of zware ongevallen. Als gevolg van de reorganisatie zal de beheersorganisatie in 2013 opnieuw ingericht worden.
Bezuinigingsvoorstellen Brandweer/VNOG Onze bijdrage aan de VNOG/ Brandweer (regio én cluster) over 2014 is ongeveer € 11 miljoen. Een bezuiniging van 2% op deze bijdrage resulteert in een taakstelling van € 220.000 op onze inwonersbijdrage. Onze gemeente draagt 20-25% bij in de kosten van de VNOG. Naar evenredigheid zal een taakstelling van € 220.000 op onze inwonersbijdrage vragen om een algemene taakstelling voor de VNOG van € 900.000 op een begroting van € 47 miljoen. Mogelijke zoekrichtingen zijn bedrijfsvoeringstaken en vereenvoudiging van de bestuurlijke, complexe structuur. De VNOG is de enige regio die werkt met bestuurscommissies (met eigen begrotingen en een eigen vergadercircuit). Een kosten/baten analyse van deze structuur is op z’n minst aan te bevelen. Wij hebben deze bezuiniging met ingang van 2017 ingeboekt vanwege de lopende taakstellingen op de VNOG, waarvan nog een deel moet worden ingevuld.
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn: - bijdrage basis brandweer (cluster EVA) - regionale hulpverlening (inwonersbijdrage VNOG) - kapitaallasten 120
Brandweer en rampenbestrijding
Eenheid V&R, V&G
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 2013 S S € -11.029 -11.496
Bezuinigingsvoorstellen Brandweer/VNOG
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ -11.029 -11.496
980
Mutaties reserves Reserve overlopende projecten
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€ -11.029 -11.496
€ 9.704.000 € 1.229.000 € 447.000 Begroting 2014 L B S 12.089 807 -11.282
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -11.254 -11.300 -11.393
12.089
807 -11.282
-11.254
-11.300
-11.173
12.089
807 -11.282
-11.254
-11.300
-11.173
220
140 Openbare orde en veiligheid De gemeente Apeldoorn streeft met haar veiligheidsbeleid een balans na tussen het voorkomen van onveiligheid en het aanpakken van onveilige situaties. Dit doen we aan de hand van wettelijk opgelegde taken, toezicht en handhaving en gezamenlijk casusoverleg in de Veiligheidskamer. Prestaties -
Regie op integrale veiligheid Samen met de kernpartners in veiligheid, Openbaar Ministerie en Politie, zijn er prioriteiten gesteld voor de periode 2011-2014. Via de lokale driehoek worden de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid gevolgd, wordt de mate van doelbereiking vastgesteld en indien nodig bijgestuurd. In 2014 wordt een nieuw Integraal Veiligheidsplan voor de periode 2015 – 2018 opgesteld.
-
Uitoefening toezicht en handhaving Het leveren van een bijdrage aan de integrale veiligheid en leefbaarheid door toezicht te houden in winkelcentra, voetgangersdomeinen en via specifieke 61
2. Veiligheid
projecten door de inzet van toezichthouders en buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s). Jaarlijks wordt een plan opgesteld waarbij de prioritering wordt beïnvloed door het Integrale Veiligheidsplan, het jaarplan politie en dat is afgestemd met het Openbaar Ministerie en de politie in de lokale driehoek. -
Verlenen van vergunningen publiek domein De gemeente verleent evenementenvergunningen en diverse vergunningen bijzondere wetten. Via een vergunningstelsel wegen we alle relevante belangen (veiligheid, leefbaarheid, overlast, bereikbaarheid, gezelligheid, gezondheid, etc.) die een rol spelen bij evenementen en andere activiteiten in de openbare ruimte en bijzondere inrichtingen.
-
Veiligheidskamer Apeldoorn is sinds 2013 zogenaamde zetelgemeente voor het NOGVeiligerhuis. Het NOGVeiligerhuis werkt voor alle 22 gemeenten in de regio Noord- en Oost Gelderland. Apeldoorn voert hiervan de administratie en levert een bijdrage aan de werkzaamheden van de Veiligheidskamer Apeldoorn door operationele regievoering op casusniveau, zodat zorg en justitie aan elkaar gekoppeld worden ter voorkoming van overlast en criminaliteit.
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn: - budget projecten Integrale Veiligheidsplan Apeldoorn - gemeentelijke apparaatskosten - bijdrage veiligheidshuizen
€ € €
120.000 539.000 320.000
De belangrijkste baten zijn: - Vergoeding proces verbaal bestuurlijke strafbeschikking
€
374.000
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -1.615
2013 S -2.016
Begroting 2014 L B 3.175 1.135
S -2.040
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-2.016
3.175
1.135
-2.040
-2.078
-2.098
-2.132
980
Mutaties reserves
€
88
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-1.527
-2.016
3.175
1.135
-2.040
-2.078
-2.098
-2.132
140
Openbare orde en veiligheid
Eenheid div.
-1.615
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -2.078 -2.098 -2.132
160 Opsporing en ruiming conventionele explosieven Het organiseren van de opsporing, detectie en ruiming van munitie/explosieven in het Kroondomein. Prestaties -
Opruimen explosieven Kroondomein De gemeente verzorgt het systematisch ruimen van explosieven in het Kroondomein. De realisatiefase van het project is in november 1998 gestart. Jaarlijks wordt gemiddeld 35 ha. afgezocht en geruimd. Het tempo wordt bepaald door het beschikbare budget uit een bijdrage van het gemeentefonds. Dat was tot 2011 gekoppeld aan het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen in het voorgaande begrotingsjaar. Met ingang van het begrotingsjaar 2012 is Apeldoorn na een intensieve bestuurlijke lobby van de zogenaamde "veelgebruikersregeling" overgeplaatst naar de suppletieregeling. Elk jaar zal in overleg met het Ministerie van BZK bezien worden wat de omvang van de
62
2. Veiligheid
werkbegroting voor het betreffende begrotingsjaar zal worden. De aanvraag moet voor 1 maart 2014 bij de Minister van Binnenlandse zaken zijn ingediend. Voor 2014 is het bedrag pas formeel bekend bij de meicirculaire van dat jaar. Overigens wordt de regeling vanaf 2014 voor de gemeente budgettair neutraal uitgevoerd behoudens de apparaatslasten. Hoe de regeling er vanaf 2015 uitziet is nog niet duidelijk. Het ministerie heeft aangegeven de uitvoering van de regeling in 2014 te evalueren.
Lasten en baten 160
Opsporing en ruiming conventionele explosieven
Eenheid V&R
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -1.439
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Div.
-1.439
€
-707
€
-2.146
2013 S -57
L
Begroting 2014 B 59
S -59
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -60 -61 -62
-57
59
0
-59
-60
-61
-62
-57
59
0
-59
-60
-61
-62
Voor wat betreft dit programma zijn de volgende outputgetallen van belang. Outputkengetal
2010
2011
2012
Raming 2014
33
21,8
18
pm
1.177
1.331
1.511
1.350
0
2
2
2
- aantal ha afgezochte en geruimde kroondomeinen - aanvragen vergunningen publiek domein - aantal bestuurlijke oefeningen
T.o.v. de MPB 2013 hebben wij een drietal outputkengetallen geschrapt. Daarbij gaat het om de aantallen (loze) alarmeringen en aantallen door de politie geregistreerde incidenten. Reden hiervoor is dat deze aantallen door ons niet direct te beïnvloeden zijn.
Resumé programmakosten Omschrijving beleidsproduct
Dienst
Rekening 2012 S
2013 S
L
Begroting 2014 B
120
Brandweer en rampenbestrijding
€ -11.029 -11.496
140
Openbare orde en veiligheid
€
-1.615
-2.016
160
Opsporing en ruiming conventionele explosieven
€
-1.439
-57
59
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ -14.083 -13.569
15.323
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
15.323
1.942 -13.381
Div.
€
3.175
807 -11.282
-11.254
-11.300
-11.173
-2.078
-2.098
-2.132
1.135
-2.040
0
-59
-60
-61
-62
1.942 -13.381
-13.392
-13.459
-13.367
-13.392
-13.459
-13.367
-619
€ -14.702 -13.569
63
12.089
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
64
Programma 3 Openbare Ruimte
Beleidsproducten 210
Hoofdwegenstructuur
214/215 Parkeren 212 211
Fiets/OV Verkeersveiligheid
722
Riolering en water
560
Groene omgeving
210/ 211/560/724 Beheer en onderhoud
65
Doelenboom programma 3: Openbare Ruimte Programmadoelstelling
Hoofddoelstellingen
Prestaties
-
3.1 Hoofdwegenstructuur: Handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per auto.
Instandhouden en uitbouwen van de kwaliteit van de leefomgeving
Reconstructie Zutphensestraat Reconstructie Laan van Malkenschoten Verkeerscirculatie binnenstad (planvorming) Verkenning N786 (lobby) A1 korte- en langetermijn (planvorming) Uitwerking onderzoek Hoofdwegenstructuur
Beleidsproducten
211
3.2 Parkeren: Handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de binnenstad door faciliteren en reguleren van de parkeervoorzieningen
- Transferium Zutphensestraat - Exploitatieonderzoek gemeentelijke parkeergarages - Onderzoek organisatie parkeerbedrijf - Beheer Reserve Bereikbaarheid
214
3.3 Fiets en (OV) Vervoer: Handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per fiets en (OV)vervoer.
- Verbeteren fietsdoorstroomas Ugchelen - Verbeteren van de positie van de fiets op Kanaal Noord - Fietscirculatie Binnenstad - Regionaal openbaar vervoer (lobby en advies)
212
3.4 Veiligheid: Verkeersveiligheid in het stedelijk en het buitengebied van Apeldoorn verbeteren: Het verminderen van het aantal ongevallen met
- Inrichten herkenbare schoolomgeving - Uitwerking evaluatie duurzaam veilig - Begeleiden fietsexamens basisonderwijs
3.5. Water en Riolering: Het beschermen van de volksgezondheid. Het voorkomen van wateroverlast. Het beschermen van bodem, grond- en oppervlaktewater. Een schone en gezonde leefomgeving door het inzamelen en afvoeren van afval- en regenwater.
-
3.6.Groene omgeving: Handhaven en ontwikkelen van een aangename en groene omgeving (inclusief ecologie, natuurbescherming, kinderboerderijen en dierenwelzijn).
- Voorbereiding Ontwikkelingsstrategie Oostelijk deel Beekbergerwoud - Uitvoering wig Zuidbroek - Uitvoering Weteringsebroek - Afstoten bos (realisatie bezuiniging)
3.7 Beekherstel: Ruimte bieden aan afgekoppeld regenwater, overtollig grondwater, ecologie, cultuurhistorie en recreatie.
- 8 beken in voorbereiding - 3 beken afgerond - 4 beken in uitvoering
3.8. Beheer en onderhoud: Het Beheer en onderhoud van de Openbare Ruimte ; het instandhoudhouden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteitsniveaus van de groene ruimte, de (grijze) infrastructuur, begraafplaatsen, het rioolstelsel en de gemeentelijke waterhuishouding.
Instandhouding riolering Duurzaam gebruik afvalwater Maatregelen wateroverlast Waterkwaliteitmaatregelen 5 ha per jaar afkoppelen Regionale samerwerking uitbouwen
De kwaliteit van de openbare ruimte voldoet voor 90% aan "basis"
66
211
722
560
560
210 211 560 724
3. Openbare Ruimte Portefeuillehouder(s): -
J.W. Brouwer O. G. Prinsen
Wat willen we met dit programma? De openbare ruimte draagt in grote mate bij aan ons doel om een comfortabele stad te zijn. Een stad waar het als bewoner maar ook als ondernemer en toerist letterlijk goed toeven is. De gemeente is als beheerder aanspreekpunt en verantwoordelijk voor de kwaliteit van de openbare ruimte en draagt zorg voor een goed bereikbare en ontsloten gemeente, door een verkeerssysteem en verkeersmaatregelen die veilig zijn, ruimte bieden aan weggebruikers en zo min mogelijk (milieu)overlast geven. De bereikbaarheid draagt bij aan onder meer de economische vitaliteit en het verkeer is direct van invloed op de woon- en leefomgeving van mensen. Door mobiliteit komen contacten tot stand; mensen raken in beweging. Dit programma heeft betrekking op het onderdeel verkeer binnen de gemeente Apeldoorn, waaronder advisering en regulering ervan (bijvoorbeeld verkeersmaatregelen), grote infrastructuurprojecten, fietsmaatregelen, activiteiten op verkeersveiligheids- en parkeergebied en advisering mede namens de regio naar provincie en rijk betreffende openbaar vervoer. De gemeente draagt ook zorg voor het beheer en onderhoud van de fysieke openbare ruimte, een schone en gezonde leefomgeving door het inzamelen en afvoeren van afval- en regenwater en door het herstel van beken en sprengen vanuit het vastgestelde waterplan. Verder draagt de gemeente zorg voor een leefbare groene omgeving waarin ruimte voor ecologie, verblijf en recreatie is. Dit gebeurt bijvoorbeeld door de herinrichting van het stedelijk uitloopgebied met het versterken van het landschap en de recreatieve functie. Op tal van onderwerpen is de gemeente gehouden aan wet- en regelgeving die vertaald wordt in het programma Openbare Ruimte.
Doelstellingen Met dit programma wil ons college de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid op verkeersgebied instandhouden en waar mogelijk verbeteren. Uitgangspunt hierbij is de hoofdlijn van het verkeer- en vervoerbeleid zoals vastgesteld in de in 2009 vastgestelde verkeersvisie 2010 - 2020. Verder willen wij met dit programma zorgen voor het instandhouden en uitbouwen van een aangename, schone, gezonde en groene leefomgeving voor mens en dier. Uitgangspunten hier zijn de door de raad vastgestelde Groene Mal en het Waterplan. Dit is uitgewerkt in een aantal subprogramma’s met de volgende doelstellingen. 3.1 Hoofdwegenstructuur - Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per auto. 3.2 Parkeren - Doelstelling: Optimale inzet van het reguleringsinstrument parkeren ten behoeve van de bereikbaarheid vanuit het principe ‘faciliteren waar mogelijk, reguleren waar noodzakelijk’. 3.3 Fiets en (OV)Vervoer - Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per fiets en (OV)vervoer. 67
3. Openbare ruimte
3.4 Verkeersveiligheid - Doelstelling: verkeersveiligheid in het stedelijk en het buitengebied van Apeldoorn verbeteren. Het verminderen van het aantal ongevallen met 35% t.o.v 2002. 3.5 Water en riolering - Doelstelling: het beschermen van de volksgezondheid. Het voorkomen van wateroverlast. Het beschermen van bodem, grond- en oppervlaktewater. Een schone en gezonde leefomgeving door het inzamelen en afvoeren van afvalen regenwater. 3.6 Groene mal - Doelstelling: instandhouden en uitbouwen van een aangename en groene leefomgeving (inclusief ecologie, natuurbescherming, dierenwelzijn en kinderboerderijen). 3.7 Beekherstel - Doelstelling: ruimte bieden aan afgekoppeld regenwater, overtollig grondwater, ecologie, cultuurhistorie en recreatie. 3.8 Beheer en onderhoud van de openbare ruimte - Doelstelling: het instandhouden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteitsniveaus in de groene ruimte, de infrastructuur, speelvoorzieningen, de begraafplaatsen, het rioolstelsel en de gemeentelijke waterhuishouding.
Wat gaan we er voor doen? Bovengenoemde subprogramma’s zijn uitgewerkt in een aantal beleidsproducten en bij elkaar gezet. Dit is als volgt uitgewerkt. Beleidsproduct 211 (verkeersmaatregelen) en 212 (openbaar vervoer). Hieronder vallen de subprogramma’s 3.1 Hoofdwegenstructuur, 3.3 Fiets en (OV)vervoer en 3.4 Veiligheid. Beleidsproduct 214/215 (parkeren. Hieronder valt het subprogramma 3.2 Parkeren. Beleidsproduct 722/726 (riolering). Hieronder valt het subprogramma 3.5 Water en riolering. Beleidsproduct 210 (wegen, straten en pleinen), 550 (natuurbescherming), 560 (openbaar groen), 580 (recreatieve voorzieningen) en 724/732 (begraafplaatsen). Hieronder vallen de subprogramma’s 3.6 Groen mal, 3.7 Beekherstel en 3.8 Beheer en onderhoud van de openbare ruimte. 211 Verkeersmaatregelen en 212 openbaar vervoer 3.1 Hoofdwegenstructuur Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per auto. Prestaties -
Reconstructie Zutphensestraat. Reconstructie Laan van Malkenschoten. Reconstructie Arnhemseweg. Verkeerscirculatie Binnenstad. Verkenning N786. A1 korte en lange termijn (planvorming). Maatregelen hoofdwegenstructuur (planvorming).
68
3. Openbare ruimte
Met de bovenstaande maatregelen wordt de doorstroming van het autoverkeer op het hoofdwegennet bevorderd. De maatregelen dragen daarom bij aan een betere bereikbaarheid van de stad. Een tweede effect is dat het voor automobilisten minder aantrekkelijk wordt om sluiproutes te kiezen door woongebieden. Deze worden daarmee veiliger en leefbaarder. Tot slot profiteren ook bussen en het langzaam verkeer van de betere doorstroming voor de auto. Effectkentallen - oordeel inwoners over bereikbaarheid stad per auto - oordeel ondernemers over bereikbaarheid stad per auto - oordeel inwoners over bereikbaarheid binnenstad per auto
2006
2007
2011 (*)
5,5
-
6,0
Raming 2014 6,0
7,5
-
-
-
5,4
-
5,7
5,7
Bron: leefbaarheidsenquete, Apeldoorn monitor, onderzoek afdeling Beleid en Programma’s (*): Bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Apeldoorn (juli 2011)
Reconstructie Zutphensestraat De procedure bij de Raad van State is in juli 2012 afgerond. Op dit moment worden de werkzaamheden voor de verdubbeling en de vervanging van rotondes door VRI’s voorbereid. De werkzaamheden starten in 2013 en duren tot ver in 2014. Laan van Malkenschoten. In 2013 zijn de voorbereidingen getroffen voor de verdubbeling van het wegvak tussen Oude Apeldoornseweg en Kayersdijk. Naar verwachting wordt de verdubbeling van dit wegvak in de eerste helft van 2014 uitgevoerd. Reconstructie Arnhemseweg In 2012 is het gedeelte van de Arnhemseweg tussen de Laan van Malkenschoten en het Sebastiaanplein gereconstrueerd. De reconstructie van de kruising met de ring en de parallelwegvoorzieningen ten noorden en zuiden van de kruising worden in 2013 gerealiseerd. Verkeerscirculatie binnenstad. In 2012 is het onderzoek naar de verkeerscirculatie in de binnenstad afgerond. Randvoorwaarden hierbij zijn leefbaarheid, bereikbaarheid en milieu(wetgeving). In 2013 wordt bekeken of nadere maatregelen nodig zijn, die dan in de jaren daarna in principe worden uitgevoerd. Verkenning N786 (lobby) De provinciale weg tussen Apeldoorn en Dieren (N786) loopt dwars door het dorp Loenen en zorgt daar voor grote leefbaarheidsproblemen. In de loop der jaren heeft de Provincie Gelderland diverse verkenningen uitgevoerd. In juni 2013 heeft Provinciale Staten besloten om de opwaardering van de bestaande route en de door de regio gewenste Kanaalroute nader uit te werken. A1 De capaciteitsuitbreiding van de A1 kan worden verdeeld in korte termijn en lange termijn maatregelen. Korte termijn: benuttingmaatregelen die capaciteitsvergroting opleveren tot 2020. Dit zijn: doortrekking weefvakken tussen Apeldoorn Zuid en knooppunt Beekbergen,
69
3. Openbare ruimte
fly-over in knooppunt Beekbergen en maatregelen bij de aansluiting Apeldoorn Zuid. Wij verwachtend de uitvoering in 2016/2017. Lange termijn: capaciteitsvergroting naar 2x4 en 2x3 op het gedeelte tussen Apeldoorn Zuid en knooppunt Azelo. De regio Stedendriehoek zal evenals andere regionale partners een financiële bijdrage leveren. Voor Apeldoorn is dit een bijdrage van € 1,5 miljoen. Hiervoor wordt de BDU subsidie gebruikt. De realisering is afhankelijk van rijksprioritering. Maatregelen hoofdwegenstructuur In 2013 is het onderzoek afgerond naar de mogelijkheden de bereikbaarheid van Apeldoorn te verbeteren. De in de Verkeersvisie geschetste oplossingsrichting voor de autobereikbaarheid “het verhogen van de maximumsnelheid op de Ring naar 70 km/uur” is qua verkeersveiligheid en qua verkeersleefbaarheid niet realistisch. Ook wordt daarmee niet de gewenste bereikbaarheid van de binnenstad gewaarborgd. Ingezet wordt nu op kleine maatregelen om de beschikbare infrastructuur zo goed mogelijk te gebruiken. De mogelijkheden worden in 2013 nader verkend en in de jaren daarna worden - na besluitvorming - maatregelen uitgevoerd. Het onderzoek heeft zich gaandeweg verbreed naar bereikbaarheid voor alle vervoerwijzen. BROA Infrastructuur Oostzijde stad/Omnisport (Zutphensestraat BROA, proj.nr. 11.0) Dit project betreft het verdubbelen van de Zutphensestraat en de aanpassing van kruispunten. Tot nu toe zijn er alleen voorbereidingskosten gemaakt. Verwacht wordt dat de uitvoering plaats vindt in 2013/2014.
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn: - Advisering verkeer - Project Zutphensestraat 3.1 Hoofdwegenstructuur
€ 598.000 € 3.366.000 Eenheid RL
Rekening 2012 S
2013 S
L
Begroting 2014 B
S
738
-738
211
Begroting Bestaand Beleid Verkeersmaatregelen
€
-1.131
-720
€ € €
-252 -1.049 -2.432
-5.569
3.366
970
BROA projecten Infrastructuur Oostzijde stad/Omnisport Overige Saldo van baten en lasten voor bestemming
-6.289
4.104
0
Mutaties reserves Reserve bereikbaarheid binnenstad BROA Alg res Saldo van baten en lasten na bestemming
€ € € €
109 5.569
25
4.888 -3.586 -1.076
-611
4.129
980
990
54
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -739
-748
-759
-4.104
-739
-748
-759
111 3.366
86 3.366
80
102
102
3.477
-652
-659
-646
-657
-3.366
214/215 Parkeren 3.2 Parkeren Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de binnenstad door faciliteren en reguleren van de parkeervoorzieningen. Voor overige stadsdelen geldt het principe ‘faciliteren waar mogelijk, reguleren waar noodzakelijk’. Prestaties Transferium Zutphensestraat. - Beheer Reserve Bereikbaarheid Binnenstad. - Exploitatieonderzoek gemeentelijke parkeergarages. - Onderzoek organisatie parkeerbedrijf. - Digitaliseren parkeerproducten.
70
3. Openbare ruimte
Effectkengetallen
2005
- % inwoners dat tevreden is over de parkeergelegenheid - Oordeel inwoners over: Verkeersoverlast 6,7 geluidsoverlast door verkeer 6,9 stankoverlast door verkeer 8,0 - Oordeel inwoners over parkeeroverlast stedelijk gebied 5,7 Bron: onderzoek afdeling Beleid en Programma’s, leefbaarheidenquête (*): Leefbaarheidsenquete 2011
2007
2011(*)
57
60
Raming 2014 60
6,9 7,1 8,0 5,8
7,5 8,5 5,7
7,5 8,5 5,7
Transformatietabel/ Bezuinigingen Afroming reserve bereikbaarheid In hoofdstuk 3 van de MPB wordt voorgesteld om de reserve bereikbaarheid vanaf 2015 met € 250.000 af te romen ten gunste van de Algemene Dienst. Dit willen we realiseren door aanvullende parkeermaatregelen. Deze zullen we in de tweede helft van 2013 uitwerken en keuzes aan u voorleggen. Bij de uitwerking wordt enerzijds gemikt op verhoging van inkomsten. Hierbij wordt gedacht aan: 1. Ophogen van bedragen in het kader van afkoop van parkeerplaatsen in het centrum. Het afkoopbedrag is sinds 2009 vastgesteld op € 12.000,- per plaats. In de tussenliggende periode is de marktwaarde van het aanleggen van vervangende gelegenheid door de gemeente wel gestegen. 2. Kortparkeren in garages. Deze optie wordt vaak als enige benoemd, maar dient zorgvuldig te worden afgewogen om de volgende redenen. Resultaat van de laatste incidentele verhoging geeft aan dat ongeveer 50% van de tariefverhoging daadwerkelijk binnenkomt, voor de andere helft is sprake van gebruik van alternatieven door parkeerders. Het is dus een onzekere weg qua rendement. Daarnaast is in omliggende steden geen sprake van verhogingen en is tarief kortparkeren direct gekoppeld aan economische vitaliteit van de detailhandel. 3. Kortparkeren maaiveld. Insteek hierbij is dat kortparkeren op maaiveld duurder is dan garages om het ‘blik van de straat’ te krijgen. In de praktijk blijft het gebruik voor kortere periodes hoog. Voorgesteld kan worden om nu ineens naar een ronder bedrag te gaan en dat een langere periode stabiel te houden. Hier tegenover staat dat de concurrentiepositie op het maaiveld is veranderd. 4. Vergunningparkeren centrum. Hiervoor gelden lage maandbedragen aangezien de redenering is dat bewoners recht hebben op beschermde parkeerruimte (e.g. de verlast is buiten hun schuld). In de praktijk zijn de bedragen hiervoor aanzienlijk lager dan commerciële prijzen: Zowel verhuur garageboxen als tarieven Q-park voor maandabonnementen liggen fors hoger. De gemeente zou hierin meer marktconform kunnen opereren. 5. Vergunningparkeren randzones. Tarief op dit moment is 0,- per maand. Net als bij punt 4 is sprake van een principe dat anderen overlast veroorzaken, maar lopen kosten wel gestaag op. Instellen van een bedrag (in dit geval in combinatie met inning per kwartaal of jaar) zou ook tot een bewustere afweging van aanvragen kunnen leiden. 6. Fietsenstallingen centrum.
71
3. Openbare ruimte
Deze zijn nu gratis en bewaakt. Echter, tarieven bewaking zijn gestaag gestegen, terwijl de vraag om extra openingsuren groot is en valt op de duurste uren (nacht en weekend). Vanuit financieel oogpunt is introductie van enige vorm van marktwerking voor deze dienstverlening gewenst. Dilemma hierbij is of men ‘de klant’ hierop aan moet gaan spreken (met bij-effecten als noodzaak tot kasvoering bij stallingen en kans op uitwijk op straat). Alternatief is degenen die baat hebben bij de dienst (uitgaansgelegenheden, horeca, winkels) meer worden aangesproken op bijdragen. Stroomlijnen van openingsuren en aantal geopende locaties noodzakelijk om in de komende tijd voor hetzelfde bedrag de dienst te kunnen blijven leveren. Anderzijds zal in de notitie van dit najaar nadrukkelijk aandacht worden besteed aan het structureel omlaag brengen van kosten. Daarbij vormt de eventuele verkoop van gemeentelijke garages en vermarkting van andere voorzieningen. Digitalisering van de parkeerdiensten vormt een andere insteek: Op termijn betekent dit vermindering van personeelskosten voor dienstverlening en onderhoud, terwijl klanten inmiddels vragen om betaling via bijvoorbeeld de smartphone en meer en meer gewend raken aan het gebruik van internet voor aanvragen. Bovenstaande ontwikkelingen zijn mede ingegeven doordat de inkomsten uit parkeren vanaf 2012 structureel teruglopen, zoals we in de bestuursrapportage hebben gemeld. Hoewel op dit moment nog niet exact is aan te geven op welke onderdelen, is het overkoepelend doel voor de volgende RBB de kosten en baten van de RBB structureel in balans te krijgen, terwijl afdracht aan AD met het genoemde bedrag zal toenemen. Met name zal in het geval van uitblijven van herstel verdere bijstelling van inkomsten nodig zijn, waardoor de nu beoogde bezuiniging onder druk kan komen te staan. In de komende tijd zal de ontwikkeling hierin scherp worden gevolgd. De raad zal in het kader van de uitwerking van eventuele maatregelen waar nodig de vinger aan de pols kunnen houden. Transformatietabel Afroming reserve bereikbaarheid Voor een toelichting verwijzen wij naar hoofdstuk 3 van de MPB
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn: - Parkeercontrole - Maaiveldparkeren - Parkeergarages (incl. huur) - Vergunningverlening - Eigenaarlast parkeergarages (Vastgoed)
€ 925.000 € 370.000 € 3.830.000 € 240.000 € 2.535.000
De belangrijkste baten zijn: - Parkeeropbrengsten maaiveld € 1.919.000 - Parkeeropbrengsten parkeergarages € 2.296.000 - Huuropbrengst parkeergarages (Vastgoed) € 2.535.000
72
3. Openbare ruimte
3.2 Parkeren
Eenheid RL, B&O
Rekening 2012 S
2013 S
L
Begroting 2014 B
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
214 215
Begroting Bestaand Beleid Parkeren Baten parkeerbelasting
€ €
-3.073 3.532
-3.414 4.246
8.140
4.541 4.246
-3.599 4.246
-3.810 4.246
-3.828 4.246
-3.880 4.246
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
459
832
8.140
8.787
647
436
418
366
980
Mutaties reserves Bestaand beleid Reserve Bereikbaarheid Binnenstad Reserve kapitaallasten brinkparkgarage Reserve overlopende projecten
€ € €
-846
-1.194 267
5.977
4.929 267
-1.048 267
-848 267
-842 267
-803 267
Transformatietabel Afroming reserve bereikbaarheid
€
250
250
250
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
105
93
80
990
-387
-96
14.117
13.983
-134
3.3 Fiets en (OV) Vervoer Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per fiets en (OV)vervoer. Prestaties -
Verbeteringen fietsdoorstroomas Ugchelen. Verbeteren van de positie van de fiets op Kanaal-Noord. Fietsparkeren binnenstad. Stimuleren fietsgebruik met Fiets en Win, inclusief evaluatie. Verkenning OV verbinding Apeldoorn - Arnhem. Verkenning nieuwe stations op de lijn Apeldoorn - Amersfoort Programma Hoogfrequent Spoor (PHS).
Het gaat bij snel en comfortabel fietsen over routes en stallingmogelijkheden. Dit maakt de fiets op de kortere afstanden een aantrekkelijk vervoersalternatief. De hier genoemde maatregelen dragen bij aan verkorting en verbetering van fietsroutes. Met de fietsenstallingen wordt ook de fietsparkeercapaciteit in de binnenstad verhoogd. Op het gebied van regionaal openbaar vervoer spelen met name verkenningen naar een verbetering van de OV kwaliteit tussen Apeldoorn en Arnhem, mogelijke nieuwe stations op de lijn Apeldoorn - Amersfoort en de MER naar het goederenvervoer (PHS). In de lobby- en adviessfeer wordt hieraan door de gemeente Apeldoorn bijgedragen. Effectkentallen
2009/2010
2011 (*)
Raming 2014
- oordeel inwoners over bereikbaarheid stad per fiets 7,8 7,9 - oordeel inwoners over bereikbaarheid binnenstad per fiets 8,1 Bron: onderzoek afdeling Beleid en Programma’s (*): Bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Apeldoorn (juli 2011)
7,9 8,1
Lasten en baten De belangrijkste lasten en baten zijn: - Bevordering langzaam verkeer - Eigenaarlasten rijwielstallingen (Vastgoed) - Bijdrage reserve bereikbaarheid binnenstad - Ontvangen huur rijwielstallingen (Vastgoed)
73
€ € € €
741.000 108.000 637.000 108.000
3. Openbare ruimte
3.3 Fiets en (OV) Vervoer
Eenheid RL, B&O
Rekening 2012 S
2013 S
L
Begroting 2014 B
S
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
211 212
Begroting Bestaand Beleid Verkeersmaatregelen Openbaar Vervoer
€ €
-330 -28
-475 -101
741 105
149
-592 -105
-598 -106
-610 -108
-622 -110
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-358
-576
846
149
-697
-704
-718
-732
980
Mutaties reserves Reserve bereikbaarheid binnenstad Reserve overlopende projecten Alg res.
€ € €
1.497 0 -1.400
633
41
678
637
643
655
667
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-261
56
887
827
-60
-61
-63
-65
990
3.4 Veiligheid Doelstelling: verbeteren van de verkeersveiligheid in het stedelijk en het buitengebied van Apeldoorn. Het verminderen van het aantal ongevallen met 35% ten opzichte van 2002. Prestaties -
Inrichting herkenbare schoolomgeving. Maatregelen gericht op educatie weggebruikers. Uitwerken evaluatie duurzaam veilig. Begeleiden verkeersexamens basisscholen.
In 2012 is het eindrapport evaluatie Duurzaam Veilig opgeleverd. Het rapport laat zien dat Apeldoorn goed op weg is om zijn doelstellingen te halen, maar daar is nog wel extra inspanning voor nodig. Hierin is een driesporenbeleid genoemd, educatie, werk met werk maken en schoolomgevingen. Juist de combinatie van deze maatregelen geeft de beste resultaten; de verkeersveiligheid in Apeldoorn (in objectieve termen) verbetert de laatste jaren dan ook. Effectkentallen - beleving inwoners verkeersveiligheid algemeen (fiets) - beleving inwoners verkeersveiligheid algemeen (auto) - beleving inwoners verkeersveiligheid stedelijk gebied (fiets) - beleving inwoners verkeersveiligheid stedelijk gebied (auto) - beleving inwoners verkeersveiligheid buitengebied (fiets) - beleving inwoners verkeersveiligheid buitengebied (auto) - aantal verkeersongevallen per jaar***): - aantal verkeersslachtoffers per jaar***)
2006
2007
2011 *)
Raming 2014
7,0
-
7,0
7,0
7,3
-
7,5
7,5
6,9
-
6,9
6,9
7,2
-
7,4
7,4
7,1
-
6,9
6,9
7,3 1.900 400
1.713 434
7,5 1267 77
7,5 1267 77
Bron: leefbaarheidsenquete, Apeldoorn monitor, onderzoek afdeling Beleid en Programma’s *) Bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Apeldoorn (juli 2011) **) Verkeersveiligheidsmonitor gemeente Apeldoorn 2007- 2011
***)2002: 2371 ongevallen en 542 slachtoffers. Dit zijn gemeentelijke cijfers en geen
cijfers uit verkeersveiligheidmonitor omdat de benadering van ongevallenregistratie en -cijfers in 2007 is gewijzigd. Pas vanaf dat moment zijn aantallen slachtoffers bijgehouden. In 2002 sprak men over slachtofferongevallen (ongeval met slachtoffers tot gevolg en dat kon er één zijn maar ook meer).
74
3. Openbare ruimte
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn: - Verkeersregeling - Verkeersveiligheid 3.4 Veiligheid
€ 1.530.000 € 488.000 Eenheid RL, B&O
Rekening 2012 S
2013 S
L
Begroting 2014 B
S
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
211
Begroting Bestaand Beleid Verkeersmaatregelen
€
-2.194
-2.167
2.020
-2.020
-2.040
-2.075
-2.113
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-2.194
-2.167
2.020
0
-2.020
-2.040
-2.075
-2.113
980
Mutaties reserves Reserve bereikbaarheid binnenstad Reserve overlopende projecten Alg res. Saldo van baten en lasten na bestemming
€ € € €
0 220 82 -1.892
-2.167
2.020
0
-2.020
-2.040
-2.075
-2.113
990
722/726 Riolering 3.5 Water en Riolering Doelstelling: het beschermen van de volksgezondheid. Het voorkomen van wateroverlast. Het beschermen van bodem, grond- en oppervlaktewater. Een schone en gezonde leefomgeving door het inzamelen en afvoeren van afval- en regenwater.
Prestaties Het realiseren van de waterdoelen uit het Waterplan Apeldoorn 2006-2015) en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2015. In hoofdlijn omvat dit de uitvoering van de volgende onderdelen: - Technische staat en functioneren van de riolering op orde houden en verbeteren - Duurzame inrichting afvalwaterketen - Maatregelen tegen wateroverlast - Waterkwaliteitsmaatregelen - Afkoppelen regenwater 5 ha per jaar - Regionale samenwerking Waterplan Apeldoorn en Gemeentelijk Rioleringsplan Het waterplan beschrijft de gezamenlijk visie van de Apeldoornse waterpartners op het watersysteem en de waterketen in de stad en de dorpen. Het uitvoeringsprogramma Actief Duurzamer is de concrete uitwerking daarvan en omvat de volgende programma’s: • Afkoppelen van bestaand verhard oppervlak in herstructureringen, grote ruimtelijke ontwikkelingen en projecten in de openbare ruimte, waarbij werk met werk gemaakt wordt, bijvoorbeeld rioolvervanging, • Realisatie van berging voor afgekoppeld hemelwater in beken en sprengen, • Uitvoeren van maatregelen voor een verbetering van de waterkwaliteit (o.a. baggeren, maatregelen Optimalisatie Afvalwatersysteem Studie (OAS) en basisinspanning, waterkwaliteitsspoor). Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor drie zorgplichten: o de inzameling en het transport van afvalwater; o de inzameling en verwerking van hemelwater; o het voorkomen van grondwaterproblemen. In het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) wordt aangegeven op welke wijze aan deze binnen de huidige werkwijze zorgplichten invulling wordt gegeven, welke doelen
75
3. Openbare ruimte
worden nagestreefd en welke kosten hiermee gemoeid zijn. Het GRP vormt daarmee het kader voor de beheer- en onderhoudtaken en jaarlijkse uitvoeringsplannen en speelt in op autonome ontwikkelingen, zoals de klimaatverandering en nieuwe beleidsontwikkelingen. Effectkengetal
2010
2011
2012
981 3%
857 3%
763 3%
Outputkengetallen
2010
2011
2012
- totaal afgekoppeld bestaand verhard oppervlak per jaar (cumulatief vanaf 2006)
Raming 20132016
18,8
24,9
30
5
- aantal meldingen riolering per jaar - percentage riolering dat technisch niet voldoet
Raming 20132016 1.000 3%
Bron: gegevens Buitenlijn en inspectieresultaten 2009-2011 Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving
Bron: Monitoring afkoppeling verhardoppervlak Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving
Met de bovenstaande maatregelen wordt de afvalwaterketen verduurzaamd en wordt bijgedragen aan de realisatie van milieudoelen. Tevens worden urgente knelpunten met wateroverlast opgelost. Door mee te liften met andere werkzaamheden worden de doelen gehaald met beperkte inzet van middelen. In 2015 worden het waterplan en gemeentelijk rioleringsplan geactualiseerd. Technische staat en functioneren van de riolering op orde houden en verbeteren Door dagelijks beheer van de riolering wordt het functioneren van de riolering gewaarborgd en verstoppingen en wateroverlast voorkomen (betreft een veelheid aan activiteiten). In de komende jaren wordt jaarlijks o.a. circa 2 km riolering vervangen of gerelined. Duurzame inrichting afvalwaterketen De doelen zijn verduurzaming en kostenbesparing van de afvalwaterketen. In dit kader wordt de haalbaarheid onderzocht van nieuwe sanitatie en terugwinning van energie uit afvalwater. Tevens lopen er projecten om rioolvreemd water terug te dringen en bedrijfsprocessen te verduurzamen. Maatregelen wateroverlast De urgente maatregelen om wateroverlast te bestrijden zijn in beeld gebracht. De maatregelen bestaan uit ingrepen in de openbare ruimte en aanpassingen van het rioolstelsel. Speerpunten zijn de wateroverlastlocaties Hoenderloo en Uddel. Bij minder urgente wateroverlastlocaties zijn maatregelen voorbereid, zodat op een geschikt moment meegelift kan worden met andere ingrepen in de openbare ruimte. Waterkwaliteitsmaatregelen De waterkwaliteit in de stadswateren van Apeldoorn is een verantwoordelijkheid van het waterschap. Via periodieke riooloverstorten wordt de waterkwaliteit negatief beïnvloed. Het is de taak van de gemeente deze invloed op aan aanvaardbaar niveau te houden en zonodig te beperken, zodanig dat de waterkwaliteit niet ernstig verstoord wordt. In 2013 wordt in samenwerking met het waterschap gestart met een onderzoek naar de waterkwaliteit in de verschillende stadswateren in Apeldoorn. Op basis hiervan worden voor de periode 2014-2016 maatregelen uitgewerkt. 76
3. Openbare ruimte
Afkoppelen regenwater 5 ha per jaar Het afkoppelen van regenwater draagt bij aan verschillende waterdoelen; de kwaliteit wordt verbeterd, wateroverlast tegengegaan, het grondwater aangevuld en er wordt minder schoon regenwater naar de rioolwaterzuivering gebracht. De doelstelling is voor de periode 2013-2016 5 ha verhard oppervlak per jaar af te koppelen door mee te liften met verschillende projecten in de openbare ruimte bijvoorbeeld rioolvervangingen en wegreconstructies. Regionale samenwerking De gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst en Waterschap Veluwe willen meer samenwerken in de waterketen met als doel een grotere doelmatigheid en transparantie te verkrijgen en daarmee kosten te besparen. Gewerkt wordt aan een in 2014 tussen partijen te sluiten samenwerkingsovereenkomst. Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn: - Rente en afschrijving investeringen in het rioolstelsel - Dagelijks onderhoud - projecten en beheer - Vervanging riolen
€ € € €
De belangrijkste baten zijn: - Opbrengst rioolrecht
€ 11.886.000
3.5 Water en riolering
Eenheid RL, B&O
Rekening 2012 S
2013 S
L
Begroting 2014 B
3.826.000 2.227.000 450.000 1.392.000
S
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
722 726
Begroting Bestaand Beleid Riolering en waterzuivering Baten rioolrecht
€ €
-11.405 11.322
-9.777 11.554
8.780
18 11.886
-8.762 11.886
-9.073 12.076
-9.323 12.317
-9.833 12.561
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-83
1.777
8.780
11.904
3.124
3.003
2.994
2.728
980
Mutaties reserves Reserve riolering
€
283
-1.466
11.891
9.126
-2.765
-2.715
-2.701
-2.430
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
200
311
20.671
21.030
359
288
293
298
990
560 Openbaar groen 3.6 Groene Mal Instandhouden en uitbouwen van een aangename en groene leefomgeving (inclusief ecologie, natuurbescherming, kinderboerderijen en dierenwelzijn). Realiseren bezuiniging: afstoten bos, aanpassen prestatieafspraken met ACCRES. Deze doelstelling wordt verder uitgewerkt in onderstaande prestaties: Prestaties Ontwikkelen van onderdelen van de Groene Mal: - Uitvoering wig Zuidbroek en wig Zonnehoeve - Uitvoering Weteringse Broek - herziene samenwerkingsovereenkomst Groene Mal partners - ontwikkelingsstrategie oostelijk deel Beekbergerwoud Nieuwe manier van werken. Voor alle programma’s, maar in het bijzonder voor de Groene Mal geldt: de gemeente is verantwoordelijk voor de Groene Mal, maar doet dat veel meer vanuit een regierol. Zij zoekt partijen en verbindt die met de opgave. De rol is verbinder, facilitator, makelaar en mee-investeerder. Met grotere partijen wordt actief gestuurd op samenwerking. Met particulieren en ondernemers worden de kansen gepakt om de realisatie van Groene Mal doelen dichter bij te brengen. Met andere woorden, de
77
3. Openbare ruimte
gemeente stuurt op het proces en heeft daarmee minder invloed op het tempo waarmee de resultaten bereikt worden. Beekbergerwoud Het Beekbergerwoud ligt op de plaats van het laatste ontgonnen oerbos van NoordWest Europa. Het ‘nieuwe’ oerbos wordt toegankelijk via knuppelpaden en op de uitkijktoren heeft de bezoeker uitzicht over het groeiende woud. In 2013 is het westelijk deel van het Beekbergerwoud afgerond. Voor het oostelijk deel zal, Natuurmonumenten, als “trekker” voor dit gebied, een nieuwe realisatiestrategie voor de komende jaren ontwikkelen. Wiggen Zuidbroek en Zonnehoeve De wig Zuidbroek verbindt het Mheenpark met het grote groengebied het Weteringse Broek. De centrale verbinding wordt gevormd door de watergang en de recreatieve routes. Onderdeel is een vrijliggend fietspad. In de wig Zonnehoeve wordt begonnen met het grondwerk. Aanplant vindt in 2014 plaats in een landgoedsfeer. Deze wig vormt de verbinding met het grote groengebied Landgoed Woudhuis. Voor beide wiggen geldt dat de gemeente staat voor de basiskwaliteit. Samen met belanghebbenden en mogelijke baathouders (bewoners, bedrijven, ondernemers, zorgverzekeraars enz) kan er een plus gerealiseerd worden. Met behulp van het TEEB-instrument wordt dat laatste onderzocht. TEEB-stad is een landelijk ontwikkeltraject om de baten van groenblauwe investeringen beter in beeld te brengen en af te zetten tegenover de kosten. Hiervoor is een rekeninstrument op basis van maatschappelijke kosten- en batenanalyse (MKBA) ontwikkeld. Het instrument wordt ingezet om groenblauwe investeringen te onderbouwen en de maatschappelijke participatie te vergroten. Het streven is om dit instrument ook in de Apeldoornse besluitprocessen te integreren. Weteringsebroek In aanvulling op het reeds gerealiseerde nieuwe natuur en recreatiegebied verwachten wij in 2013/2014 dat mogelijk ca. 7 ha natuur/water/recreatie door particulier initiatief gerealiseerd kan worden. Om de doelstellingen voor de Weteringsebroek te bereiken, is kavelruil een belangrijk en succesvol instrument. In 2014 gaan we verder met kavelruilen. Verplichte flora- en faunamitigatie uit Zuidbroek wordt gerealiseerd binnen de opgave van het Weteringse Broek. Zo maken we werk met werk. Ook wordt samen met eigenaren en publieke partijen verkend wat het gebied bij kan dragen aan energieproductie. Hierdoor wordt de kwaliteit van het landschap verbeterd en komt er een nieuwe economische drager bij. Hiervoor wordt een businesscase opgesteld. Als blijkt dat het kansrijk is om samen met andere (markt)partijen het energielandschap te realiseren krijgt dit een vervolg in 2014. Ook het versterken van de stad-landrelatie staat op het programma.
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn: - Subsidieverstrekking (kinderboerderijen en Natuurhuis) - Beheer en ontwikkeling park Berg en Bos - Beleidsontwikkeling openbaar groen
78
€ € €
782.000 340.000 600.000
3. Openbare ruimte
3.6 Groene mal
Eenheid RL
Rekening 2012 S
2013 S
L
Begroting 2014 B
S
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
560
Begroting Bestaand Beleid Openbaar groen
€
-2.637
-2.388
2.194
26
-2.168
-1.970
-2.010
-2.051
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-2.637
-2.388
2.194
26
-2.168
-1.970
-2.010
-2.051
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
-2.388
2.194
26
-2.168
-1.970
-2.010
-2.051
-20 €
-2.657
3.7 Beekherstel Het Waterplan vormt het koepelplan voor alle projecten en processen van de gemeente en het waterschap die een relatie hebben met water binnen het stedelijk gebied en is daarmee de richtlijn voor de langjarige plannen (streefbeeld: 2030) op het gebied van onder meer beken en sprengen en riolering. Het gekozen ambitieniveau “actief duurzamer” kent vier pijlers, waaronder realisatie ven berging voor afgekoppeld hemelwater in beken en sprengen. Beekherstel wordt ingezet om ruimte te bieden aan afgekoppeld regenwater, overtollig grondwater, ecologie, cultuurhistorie en recreatie. Het programma wordt gezamenlijk met Waterschap Vallei en Veluwe gerealiseerd.
Prestaties
Door beekherstel wordt ruimte geboden aan afgekoppeld regenwater, overtollig grondwater, ecologie, cultuurhistorie en recreatie. In 2014 zijn hiervoor zijn 8 beektrajecten in voorbereiding. In 2013 worden de Grift PWA-laan, Grift Brinkpark en de Koningsbeek uitgevoerd en afgerond. In 2014 wordt de uitvoering afgerond van de beektrajecten Orderbeek Oost, Orderbeek winkelcentrum en de Grift 1. Grift 1 maakt deel uit van de het regioprogramma de Groene Pracht. De uitvoering van de Eendrachtspreng Zuid, Beek in Kerschoten, Rodebeek Noord, Beek in het Orderveen Noord staat gepland in 2014/2015. BROA BROA project 3.13 Projecten beken en sprengen, herstel Eendrachtsprengen Herstel van de Eendrachtsprengen is een uitwerking van het Apeldoorn Waterplan. Er wordt ruimte geboden aan afgekoppeld regenwater, overtollig grondwater, natuurontwikkeling, recreatie en cultuurhistorie in een parkachtige beekzone. De bijdrage vanuit de BROA is onderdeel van de cofinanciering. Voor het project is een synergiesubsidie verkregen. Oplevering van het noordelijke deel heeft plaatsgevonden. Het ontwerp voor het zuidelijke deel is afgerond, onderhandelingen over de grond vinden plaats. Voor het middelste deel wordt een bestemmingsplantraject doorlopen. Het project moet worden afgerond in 2015.
Lasten en baten Belangrijkste baten: Het Waterschap draagt structureel bij aan beekherstel, voor ongeveer een derde van de investeringen (32%), een even groot bedrag wordt vanuit de reserve riolering ingezet. Binnen herstructureringslocaties worden bijdragen vanuit deze ontwikkelingen verkend. Omdat dit laatste in deze tijd moeizaam verloopt, is 2 jaar geleden een temporisering doorgevoerd, waarbij beekherstel binnen herstructureringslocaties naar achteren is verschoven (na 2015/16), tenzij de dekking al geregeld is. Met het waterschap als onze financiële partner is afgesproken om in deze financieel krappe tijden sober en doelmatig uit te voeren.
79
3. Openbare ruimte
Voor de Grift 1 en 3 is daarnaast een bijdrage toegezegd van € 1,4 miljoen vanuit het regiocontract. Voor de Eendrachtspreng ontvangen we een synergiebijdrage van € 1,1 miljoen. De belangrijkste lasten hangen samen met de realisatie van het programma. 3.7 Beekherstel
Eenheid RL
Rekening 2012 S
2013 S
L
970
BROA projecten Herstel Eendrachtspreng (broa proj.nr. 3.13) Herinr Brinkpark Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ € €
-4 -473 -477
-353 -353
980
Mutaties reserves, BROA
€
477
353
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
0
0
Begroting 2014 B
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
75
-75
-71
75
0
-75
-71
75
75
71
75
75
0
0
0
0
0
0
210 Wegen, straten en pleinen, 550 Natuurbescherming, 560 Openbaar groen 580 Recreatieve (speel)voorzieningen en 724/732 Begraafplaatsen 3.8 Beheer en Onderhoud van de Openbare Ruimte Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte; het instandhouden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteitsniveaus in de groene ruimte, de infrastructuur, speelvoorzieningen de begraafplaatsen, het rioolstelsel en de gemeentelijke waterhuishouding. Effectkengetallen
Werkelijk 2011
Raming 2013-2016
Kwaliteit OR voldoet aan ‘basis’
91%
>90%
Bron; schouwresultaten afdeling Beheer & Onderhoud, Dienst Openbare Werken
Prestaties/randvoorwaarden • Wij hanteren de Kadernotitie openbare ruimte als leidraad om de huidige onderhoudskwaliteit te borgen. Voor de aanduiding van kwaliteitsniveaus voor het onderhoud van de openbare ruimte wordt gebruik gemaakt van de CROW Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2010. Hierin worden van A tot D aflopende kwaliteitsniveaus gehanteerd. Apeldoorn voldoet voor 90% aan niveau B. • In de Kadernotitie is geconstateerd dat er een structureel tekort is voor de instandhouding van de openbare ruimte, met name voor de instandhouding van de wegen. Dit wordt in benchmarkgegevens bevestigd. Door het tekort lopen de achterstanden op. In het herstelplanwegen wordt een aanpak voor deze problematiek voorgesteld. In het door de Stuurgroep Wegen uitgewerkte herstelplan Wegen wordt een aanpak voor deze problematiek voorgesteld. Zie hieronder en in de paragraaf weerstandsvermogen (risico’s). • Om eenduidigheid en integraliteit in de aanpak van inrichting en beheer van de openbare ruimte te krijgen is een Wegwijzer openbare ruimte opgesteld. Deze wegwijzer is eind 2013 gereed en zal daarna jaarlijks geactualiseerd worden. • De kwaliteit van de openbare ruimte wordt mede bepaald door aanwezigheid van gebruiksvoorzieningen voor kinderen, zoals speelplekken en kinderboerderijen. De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van deze speelvoorzieningen. Wij verwijzen u hierbij ook naar de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. Slim huisvesten (Aruba) In 2010 is een krediet verstrekt ten behoeve van de realisering van het Transformatieplan Slim Huisvesten, o.a. de verwerving en verbouwing van de Aruba locatie met opstallen. In goede samenwerking met interne en externe partners is de nieuwe huisvesting op Aruba gerealiseerd. Daarin zijn verschillende gebruikers zoals
80
3. Openbare ruimte
de eenheid Beheer en Onderhoud en de Brandweer ondergebracht. In 2013 wordt het transformatieplan nader uitgewerkt. Begraafplaatsen De exploitatiereserve is nodig om de kosten en opbrengsten van de begraafplaatsen in balans te houden. Deze balans is onderhevig aan structurele effecten zoals de ontwikkeling van het sterftecijfer en de trend om meer te kiezen voor crematie. Daarnaast zijn er incidentele jaarlijkse afwijkingen. Wij signaleren een groeiende onbalans tussen opbrengsten en kosten. Aan de kostenkant worden besparende maatregelen genomen. Maar ook zijn investeringen nodig om het ‘aanbod’ meer aan de behoefte aan te passen. Bijvoorbeeld in ruimte voor natuurlijk begraven. Aan de hand van de gegevens over 2013 zullen wij uw raad begin 2014 informeren over deze ontwikkeling. Participatie in de openbare ruimte De openbare ruimte is van en voor de bewoners en gebruikers. De gemeente stimuleert dat bewoners betrokken worden bij het beheer van hun leefomgeving. De positie van de gemeente is daarin dat zij garant staat voor een basiskwaliteit. De bewoners kunnen, binnen zekere kaders, participeren in de wijze waarop hier uitvoering wordt gegeven. Die participatie loopt uiteen van meedenken tot meedoen. Inmiddels lopen er vele tientallen samenwerkingsinitiatieven. Om het proces te ondersteunen wordt een handleiding met uitnodigende voorbeelden opgesteld. Arbeidsparticipatie bij de uitvoering De eenheid beheer en Onderhoud maakt bij het beheren van de openbare ruimte gebruik van de inzet van mensen van de Feluagroep, die bij Beheer en Onderhoud zijn gedetacheerd. Vanaf 1 juni 2013 is gestart met een pilot om langdurig werklozen aan het werk te helpen. De bedoeling is om de langdurig werklozen te laten werken binnen het Leerwerkbedrijf. Na verloop van tijd zal uitstroom naar regulier werk plaatsvinden. Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Intensivering wegonderhoud In de maanden voor het zomerreces heeft de Stuurgroep Wegen onderzoek gedaan naar het wegenonderhoud en gewerkt aan een herstelplan. Het herstelplan is gereed en wordt voorafgaand aan de raadsbehandeling van deze MPB aan u gepresenteerd. Wij hebben het advies van de stuurgroep overgenomen om het structurele budget voor onderhoud van wegen te verhogen met € 1,1 mln. en het structurele budget voor onderhoud van bruggen, viaducten en tunnels met € 240.000 per 2014. (Deels) terugdraaien bezuiniging entourage groen In de Zomernota 2012 is een bezuiniging van € 200.000 op onderhoud openbare ruimte rond sportvelden opgenomen. Uw raad stemde daarmee in met een daling van het onderhoudsniveau naar een C/D CROW niveau, hetgeen een negatieve invloed heeft op de uitstraling naar sportverenigingen en de betreffende wijk. Primair voor deze bezuiniging geldt dat de focus bij het onderhoud ligt op enkel het veilig houden van de openbare ruimte. Het onderhouden van grote vakken bosplantsoen, enkel gericht op veiligheid, is in principe mogelijk. Het onkruid zal daar dan hoog komen te staan en er zal zwerfvuil liggen. Grotere vakken bosplantsoen kunnen ook worden omgevormd naar natuurbos (meer boomvormers en minder ondergroei), wat nog iets goedkoper is in het onderhoud. Bij de kleinere vakken bosplantsoen is het niet mogelijk om die op C niveau te onderhouden. Die liggen over het algemeen dicht langs paden en parkeerplaatsen, waardoor de veiligheid daar eerder in het geding komt (overhangende takken, zichthoeken). Gazons onderhouden op C niveau is geen alternatief, want dat geeft teveel risico’s t.a.v. schade aan machines. Binnen het openbare gebied dat binnen de bezuiniging valt vinden diverse evenementen plaats, zoals de scholierencross (hardloopwedstrijd), 81
3. Openbare ruimte
handbaltoernooien en mountainbikewedstrijden. Dit zijn evenementen waarvoor de gemeente vergunning heeft verleend. Ook diverse informele activiteiten vinden hier plaats. Deze evenementen en activiteiten kunnen geen doorgang hebben indien het gazon niet wordt onderhouden op minimaal kwaliteitsniveau B. Wij stellen u daarom het volgende voor: • Het bosplantsoen in Orderbos omvormen naar ’stadsbos’. Dat geeft een bezuiniging van € 31.000 t.o.v. het benodigde budget van € 208.000 voor kwaliteitsniveau B; • De overige (kleine) vakken bosplantsoen onderhouden op kwaliteitsniveau B met het oog op veiligheid; • De gazons blijven maaien op kwaliteitsniveau B; • De aanwezige prullenbakken meenemen bij de monitoring die op dit moment binnen Apeldoorn plaatsvindt t.a.v. het gebruik hiervan. Op basis van deze monitoring worden keuzes gemaakt die gericht zijn op het verwijderen van zoveel mogelijk prullenbakken uit de openbare ruimte, mits dit niet zal leiden tot een verwachte onevenredige toename van het zwerfvuil op die locatie; • Het groen dat niet als ‘entouragegroen’ in beheer is overgedragen aan de sportverenigingen toevoegen aan het areaal van bosplantsoen, natuurbos (sportpark Orderbos) en gazon, waardoor de gemeente feitelijk geen entouragegroen meer in onderhoud heeft. Deze voorstellen leiden per saldo tot een benodigd aanvullend budget van € 77.000. Reserve afkoopsom onderhoud graven In de afgelopen jaren is het aantal begrafenissen teruggelopen. In 2002 werden er totaal 686 begrafenissen gehouden, in 2012 waren dat er 512. Dit wordt veroorzaakt door zowel het ouder worden van mensen en het toenemen van het aantal crematies in plaats van begrafenissen. Dit leidt tot het teruglopen van de begraafrechten. Het gevolg is een negatieve stand van de egalisatiereserve begraafplaatsen van ca. € 330.000 per 1-1-2014. Het ambtelijk advies om de tarieven voor begraven ter dekking van dit tekort met ingang van 1 januari 2014 te laten stijgen met 10% in plaats van 3,5% (inflatiecorrectie van 2% verhoogd met boveninflatoire tariefstijging van 1,5% overeenkomstig de MPB 2007-2010) hebben wij niet overgenomen. Dit omdat wij in afwachting zijn van een integrale visie over beheer en exploitatie van begraafplaatsen, waardoor zich wellicht andere opties aandienen. In afwachting hiervan stellen wij u voor om het nadeel in 2014 van € 350.000 ten laste van de algemene middelen te brengen. De tariefsstijging in 2014 kan daardoor beperkt blijven tot 3,5%. Bezuinigingsvoorstellen Bedrijfsvoering Beheer en Onderhoud De eenheid Beheer en Onderhoud is mede in relatie met centrale huisvesting, bezig met een doorontwikkeling. Wij denken een efficiencyslag te kunnen behalen binnen het leidinggevende kader. Het is mogelijk om per 1/1/2014 een 0,5 fte Stadsdeelbeheerder in te leveren. De resterende 0,5 fte hebben wij nodig voor de positie van ‘trekker’ voor het leerwerkbedrijf. Na de evaluatie van de pilot leerwerkbedrijf is op 1/1/2015 helder wat er met het restant moet gebeuren. Per saldo hebben we een bezuiniging van een 0,5 fte per 1 januari 2014 ingeboekt. Beeldkwaliteitsniveau Groen van A naar B Voor de meeste voorzieningen in de openbare ruimte is de onderhoudskwaliteit vastgelegd in de landelijke standaard kwaliteitscatalogus van CROW. Deze catalogus is een standaard die landelijk wordt gebruikt voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Hierin worden per type voorziening kwaliteitsbeelden beschreven variërend van ambitie A+ ( zeer goed) tot en met D (slecht). Voor onze gemeente is het kwaliteitsbeeld vastgesteld op niveau B. Op enkele onderdelen is nog sprake van een hoger ambitieniveau. Wij stellen voor om overal de kwaliteit te bepalen op niveau B. 82
3. Openbare ruimte
Hierdoor is een bezuiniging mogelijk die als volgt is opgebouwd: Onkruid in heesters: structurele bezuiniging mogelijk van € 80.000 per jaar. Ingaande 2015 kan het reinigen van wegen (straatvegen) van frequentie (beeld A) naar beeldkwaliteit (B) gebracht worden. Dit leidt tot een structurele bezuiniging van € 100.000 per jaar, waarvan 50% betrekking heeft op de algemene dienst. De overige 50% van de besparing komt ten gunste van aan de reserve Riolering. Een besparing van structureel € 100.000 door reductie van het straatmeubilair: prullenbakken en zitbanken. Uit recente monitoring blijkt, dat een deel van dit meubilair niet of weinig wordt gebruikt. Dit geldt deels ook voor speeltoestellen. Door het onbenutte meubilair te verwijderen kan bespaard worden op materiaalkosten en uren. De vrijvallende uren kunnen worden ingezet op andere activiteiten waarbij vervolgens op deze activiteiten het uitbestedingsbudget kan worden verlaagd. Een verdere verlaging van de beeldkwaliteit van B naar C is ons als optie wel voorgelegd, maar hebben we niet overgenomen. Het zou leiden tot een te vergaande aantasting en verschraling van het onderhoudsniveau. Bovendien zou het vergaande gevolgen hebben voor de inzet van ongeveer 80 Felua-medewerkers, met beëindiging van het leerwerkbedrijf tot gevolg.
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn: Met betrekking tot 210 Wegen, straten en pleinen - Asfaltprojecten € 4.800.000 - Afschrijving wegen (WUW) € 1.300.000 - Beheer en onderhoud wegen (uren) € 1.960.000 - Dagelijks onderhoud asfalt € 540.000 - Onderhoud elementenverhardingen € 430.000 - Vergunningverlening € 360.000 - Wegmeubilair € 290.000 - Bruggen, tunnels, viaducten € 1.005.000 (incl. kanaalbruggen) - Openbare verlichting € 2.460.000 - Gladheidbestrijding (vaste lasten) € 836.000 - Straatreiniging € 4.400.000 Met betrekking tot 560 Openbaar groen - Beheer en onderhoud openbaar groen - Wijkbeheer - Onderhoud honden uitlaatplaatsen - Schadelijke natuurverschijnselen
€ € € €
9.166.000 3.038.000 572.000 291.000
Overig - beheer en onderhoud begraafplaatsen
€
1.570.000
Baten - begraafplaatsrechten
€
1.496.000
83
3. Openbare ruimte
3.8 Beheer en onderhoud van de openbare ruimte
210 550 560 580 724 732
Eenheid B&O
Rekening 2012 S
Begroting Bestaand Beleid Wegen, straten en pleinen Natuurbescherming Openbaar groen Recreatieve voorzieningen Begraafplaatsen Begraafplaatsrechten
€ € € € € €
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Intensivering wegenonderhoud (Deels) terugdraaien bezuiniging entourage groen
2013 S
Begroting 2014 B
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
19.267 374 14.438 530 1.859
845 -18.422 220 -154 2.322 -12.116 -530 279 -1.580 1.497 1.497
-18.664 -157 -12.561 -517 -1.600 1.530
-18.292 -159 -12.897 -526 -1.629 1.584
-18.411 -162 -13.251 -535 -1.653 1.639
€ €
1.340 77
-1.340 -77
-1.340 -77
-1.340 -77
-1.340 -77
Bezuinigingsvoorstellen Bedrijfsvoering Beheer en Onderhoud Beeldkwaliteitsniveau groen van A naar B
€ €
-44 -180
44 180
44 230
44 230
44 230
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
37.661
5.163 -32.498
-33.112
-33.062
-33.516
980
Mutaties reserves Reserve bereikbaarheid binnenstad Reserve riolering Reserve schildersonderhoud openbare verlichting Reserve vernieuwen bomenbestand Reserve exploitatie begraafplaatsen Reserve kapitaallasten transformatieplan Res. overl proj Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Reserve afkoopsom onderhoud graven
409 1.051 259 -13 56 161
409 1.073 259 -14 31 161
409 1.095
-31.189
-31.143
-31.864
990
€ € € € € € €
-17.263 -18.212 -97 -184 -10.475 -12.161 -426 -535 -1.555 -1.827 1.485 1.644
L
-28.331 -31.275
409 1.037
409 1.039
-13 70 0 1.061
-13 183 161
409 1.044 259 13 1.497
€ €
Saldo van baten en lasten na bestemming
-25.767 -29.497
1.570 161
409 1.044 259 -13 73 161
350
-350
39.521
8.606 -30.915
-14 1 161
Resumé programmakosten Omschrijving beleidsproduct
Dienst
Rekening 2012 S
2013 S
L
Begroting 2014 B
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
3.1
Hoofdwegenstructuur
€
-2.432
-6.289
4.104
0
-4.104
-739
-748
3.2
Parkeren
€
459
832
8.140
8.787
647
436
418
366
3.3
Fiets en (OV) Vervoer
€
-358
-576
846
149
-697
-704
-718
-732
3.4
Veiligheid
€
-2.194
-2.167
2.020
0
-2.020
-2.040
-2.075
-2.113
3.5
Water en riolering
€
-83
1.777
8.780
11.904
3.124
3.003
2.994
2.728
3.6
Groene mal
€
-2.637
-2.388
2.194
26
-2.168
-1.970
-2.010
-2.051
3.7
Beekherstel
€
-477
-353
75
0
3.8
Beheer en onderhoud van de openbare ruimte
€
-28.331 -31.275
37.661
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-36.053 -40.440
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Div.
€ €
84
-759
-75
-71
0
0
5.163 -32.498
-33.112
-33.062
-33.516 -36.077
63.820
26.029 -37.791
-35.197
-35.201
6.049
19.794
21.995
2.201
-329
-350
-295
-31.840 -34.392
83.614
48.024 -35.590
-35.526
-35.551
-36.372
4.213
Programma 4
Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving
Beleidsproducten 721/725 723
Afvalverwijdering en -verwerking Milieubeheer
85
Doelenboom programma 4: Duurzame milieubescherming, risicobeheersing en handhaving Programmadoelstelling
Een duurzame en leefbare omgeving, waarin milieurisico's beperkt zijn
Hoofddoelstellingen
Prestaties
Beleidsproduct
Alle ernstig verontreinigde locaties in Apeldoorn worden vóór 2030 functiegericht gesaneerd of beheersbaar gemaakt
- Uitvoeren van het ISV-bodemprogramma 2010-2015
723 Milieubeheer
Het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving door voorkomen van nieuwe geluidshindersituaties en saneren van bestaande situaties
- Uitvoeren gemeentelijke Geluidsnota
723 Milieubeheer
- Uitvoeren Uitvoeringsnota Lucht en Regionaal Programma Luchtkwaliteit
723 Milieubeheer
Luchtkwaliteit verbeteren en overlast door luchtverontreiniging terugdringen
In 2020 is Apeldoorn energieneutraal
Milieuhinder van bedrijven voorkomen
Het schoonhouden van de openbare ruimte door het (laten) inzamelen en verwerken van afval
- Energiebesparing bestaande bouw en verduurzaming bestaande woningen - Energieneutrale dorpen - Bijdrage aan provinciale verkenning duurzame energieproductie
- Verder uitbouwen interne handhavingssamenwerking binnen PTH en continueren bestaande ext. milieuhandhavingssamenwerking - Uitvoeren Handhavingsprogramma 2011 - Uitvoeren externe veiligheidsprojecten - Afgeven omgevingsvergunningen binnen wettelijke termijn op grond van WABO
- Uitvoering afvalplan II, waaronder aanpassing invoering blauwe papiercontainers en verbetering kunststofafval - Verlagen hoeveelheid restafval - Verhogen gescheiden ingezamelde hoeveelheid afval - Verlagen aantal storingen ondergrondse containers met 10%
86
723 Milieubeheer
723 Milieubeheer
721/725 Afvalverwijdering en -verwerking
4. Milieubescherming, risicobeheersing, handhaving, duurzaamheid/energieneutraliteit. Portefeuillehouder(s): - O. G. Prinsen
Wat willen we met dit programma? Een gezond en veilig leven in harmonie met zijn omgeving is een basisbehoefte van de mens. Bij het vervullen van zijn behoeften doet een mens ook een beroep op het milieu op lokaal en mondiaal niveau. Wij profiteren van een schoon milieu: dit is essentieel voor de gezondheid en veiligheid van de burgers van Apeldoorn. Een schoon milieu draagt bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. Naast een gezond en veilig leven voor de huidige bewoners van Apeldoorn willen wij dit ook garanderen voor de toekomstige generaties. Een duurzame en leefbare omgeving, waarbij de milieurisico’s beperkt zijn, wordt bereikt langs de weg van ontwikkeling en vernieuwing. Met dit programma streeft ons college een duurzame en leefbare omgeving na, waarbij milieurisico’s beperkt zijn. Ook streeft het college naar een energiezuinige omgeving. We vinden dat we in 2020 een energieneutrale gebouwde omgeving moeten bezitten. We hechten eraan dat duurzame warmte, elektriciteit en comfort beschikbaar en betaalbaar zijn en blijven.
Doelstellingen • • • • •
•
Alle ernstig verontreinigde locaties in Apeldoorn worden vóór 2030 functiegericht gesaneerd of beheersbaar gemaakt. Het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving door het voorkomen van nieuwe geluidshindersituaties en het saneren van bestaande geluidshindersituaties. Het verbeteren van de luchtkwaliteit in Apeldoorn en het terugdringen van de overlast door luchtverontreiniging. Het voorkomen van hinder van bedrijven in Apeldoorn. Het stimuleren en faciliteren van de Apeldoornse samenleving naar een energieneutrale gebouwde omgeving in 2020. Minder energieverbruik, duurzaam opwekken, dicht bij huis of in de regio. Maatregelen die behalve aan energieneutraliteit ook bijdragen aan de lokale en regionale economie in de vorm van innovatie en werkgelegenheid. Het creëren van een gezond leefklimaat door het (laten) inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval.
Bij de bovengenoemde doelstellingen horen onderstaande effectkengetallen (zie tabel)
87
4. Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving
Effectkengetallen
Raming 2013-2016
- Maximaal 150 kg restafval per inwoner - Maximaal 20 kg grofvuil per inwoner - Maximaal € 110 kosten per inwoner (gemiddeld) - Oordeel burgers over ophalen huisvuil - % gesaneerde c.q. beheersbaar gemaakte bodemverontreinigingen (cumulatief) - % geluidsoverschrijding op industrieterreinen - % gecontroleerde categorie 2 bedrijven dat milieuvergunning naleeft - % gecontroleerde categorie 3 bedrijven dat milieuvergunning naleeft - % gecontroleerde categorie 4 bedrijven dat milieuvergunning naleeft - Aantal aanspraken Wet Dwangsom
150 20 105 7,5 45 0 70 65 50 0
Voor energieneutraal; zie prestatieafspraken
Wat gaan we daar voor doen? De volgende beleidsproducten dragen bij aan het realiseren van de genoemde doelstellingen. 721/725 Afvalverwijdering en -verwerking De inzameling en het (doen) verwerken van huishoudelijk afval is op grond van de Wet Milieubeheer aan de gemeenten opgedragen. Het streven is om het aanbod van de hoeveelheid restafval te beperken en een hoger scheidingspercentage te behalen. Prestaties – – –
Verlagen van de hoeveelheid ingezameld restafval. Verhogen van de hoeveelheid gescheiden ingezameld afval. Verlagen aantal storingen ondergrondse containers met 10%.
Lasten en baten 721/725 Afvalverwijdering- en verwerking
721 725
Begroting Bestaand Beleid Afvalverwijdering en - verwerking Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
980
Mutaties reserves Bestaand beleid Reserve huisvuilrechten
990
Eenheid RL,SSC
Rekening 2012 S
2013 S
Begroting 2014 L B
S
€ -14.889 -17.302 € 15.740 16.692
20.745
3.148 -17.597 16.717 16.717
€
851
-610
20.745
19.865
€
-1.193
1.260
19.062
€
-342
650
39.807
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -17.981 16.742
-17.286 16.767
-16.487 16.792
-880
-1.239
-519
305
20.587
1.524
1.746
1.035
219
40.452
644
507
516
524
Div.
Saldo van baten en lasten na bestemming
723 Milieubeheer Uitvoering van rijks- provinciaal en regionaal beleid en het uitvoeren van gemeentelijk beleid met betrekking tot het voorkomen, beperken dan wel beheersen van bodem-, water- en luchtverontreiniging, geluidsoverlast en de toepassing van duurzame energie. Onder dit product valt ondermeer: vergunningen, handhaving en toezicht, uitvoering milieu en werken voor derden. De uitvoering van deze milieutaken is vanaf 2013 via een dienstverleningsovereenkomst (DVO) belegd bij de Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ). De gemeente Apeldoorn blijft verantwoordelijk voor de regie en het strategisch en tactisch milieubeleid en stelt de kaders waarbinnen de uitvoering moet plaatsvinden.
88
4. Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving
Eind 2012 hebben de gemeenteraden van de Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst en de Provincie Gelderland een besluit genomen over deelname aan de gemeenschappelijke regeling OVIJ. Per 1 januari 2013 is de OVIJ opgericht. Door deelname aan de gemeenschappelijke regeling wordt - nadat de oprichtingskosten zijn terugverdiend - vanaf 2016 een besparing van 9% verwacht ten opzichte van de uitvoeringskosten 2012. Prestaties Bodem-, geluid- en luchtkwaliteit • Uitvoeren van het ISV-bodemprogramma 2010-2015; het betreft onder meer de sanering van de voormalige Breustedtlocatie (Ugchelseweg) en van diverse grondwatersaneringen (met een gebiedsgerichte aanpak). • Uitvoeren gemeentelijke Geluidsnota (woningisolatie, toepassen stil asfalt enz.) en het uitvoeren van een actieplan in het kader van de EU-richtlijn Omgevingslawaai. Na toekenning van een subsidie door het ministerie van Infrastructuur en Milieu, uitvoeren van de geluidisolatie van 77 woningen aan de Eerbeekseweg te Loenen. • Uitvoeren van de Uitvoeringsnota Lucht en het Regionaal Programma Luchtkwaliteit. Voorbeelden van projecten zijn het bevorderen van elektrisch rijden (waaronder het plaatsen van oplaadpunten) en aanpassing van kruisingen om de doorstroming van het verkeer te verbeteren. • Het uitvoeren van projecten met het oog op de realisatie van productie van duurzame energie (windturbines, biogaswinning en warmte-/koude opslag). Hinder van bedrijven • Het uitvoeren van het Handhavingprogramma 2014 (bijvoorbeeld het uitvoeren van reguliere controles, deelname aan de handhavingestafette, toezicht op ondergrondse tanks, afvalwaterlozingen en toezicht in het kader van het Bouwstoffenbesluit. • 90% van de milieuvergunningen voor de Apeldoornse bedrijven met de grootste milieueffecten (‘’top 80’’) voldoet aan de huidige Nederlandse standaard voor milieuprestaties en duurzaamheid (actualiteitsdoelstelling). • Het uitvoeren van het PUEV3-programma externe veiligheid 2012-2015 voor wat betreft de gemeente Apeldoorn. Ondermeer uitbrengen van veiligheidsadviezen en uitvoeren van onderzoek bij risicobedrijven, bestemmingsplannen en transport gevaarlijke stoffen over weg en spoor. Het beheer van het RRGS (de openbare online risicokaart), alsmede het actueel houden van omgevingsvergunningen voor risicobedrijven aan het “Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer”. • Het binnen de wettelijke termijnen behandelen van omgevingsvergunningen op grond van de Wabo. Bij beschikkingen waar de Wet dwangsom en beroep op niet tijdig beslissen van toepassing is, geldt een doelstelling van 0% in 2014. Bij overige beschikkingen geldt voor 2014 een doelstelling van 5%. Dit is een tussendoelstelling. Het is de bedoeling dat ook hier uiteindelijk een doelstelling van 0% wordt gehaald. Programma Duurzaamheid/Energieneutraliteit 2020
Prestatieafspraken Duurzaam handelen is inmiddels in belangrijke mate verankerd in de “genen” van de organisatie. Te denken valt aan beleid rond de Groene Mal, faunabeheer, bosbeheer, inrichting en beheer openbare ruimte, Waterplan, herstel van beken en sprengen, duurzaam bouwen, mobiliteit, stedenbouwkundige ontwerpen, Routekaart energieneutraliteit, Rioleringsplan en duurzaam inkopen. In de Raadsopdracht Kerntaken heeft de raad in 2011 uitgesproken dat duurzaam bouwen belangrijk is, maar toch vooral een eigen verantwoordelijkheid is van inwoners zelf. De gemeente kiest op het gebied van duurzaamheid voor een 89
4. Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving
adviserende en regisserende rol. Op het terrein van milieu en energieneutraliteit blijven de ambities gehandhaafd, maar is de beleidsontwikkeling door de gemeente beperkt. Alle partijen, zoals bedrijfsleven, organisaties, instellingen en burgers hebben hun eigen verantwoordelijkheid om doelstelling op gebied van duurzaamheid te realiseren. Op veel beleidsterreinen wordt steeds meer gewerkt conform het idee van ‘de andere overheid’. Dit betekent dat veel meer dan voorheen gebruik gemaakt wordt van het probleemoplossende vermogen van de samenleving. Dat de samenleving deze handschoen oppakt blijkt ondermeer uit de oprichting van AVID (Apeldoorn Voorop in Duurzaamheid) waarin zo’n vijftig bedrijven participeren en deA, het lokale duurzame energiebedrijf. Routekaart Investeren in duurzaamheid heeft positieve effecten op het woon- en leefklimaat van de (Apeldoornse) bevolking. Het programma Apeldoorn Energieneutraal koerst op energieneutraliteit van de gebouwde omgeving in 2020. Een programma dat burgers en (markt)partijen maximaal betrekt bij het realiseren van de doelstelling en de stad veel te bieden heeft in termen van werkgelegenheid, koopkracht, verbetering van de leefomgeving, innovatie en imago. Uitgangspunt is dat minimale gemeentelijke financiële inbreng en inzet een maximale maatschappelijke opbrengst wordt gegenereerd. Programma Energieneutraal verricht de volgende activiteiten: 1. Aanjagen en regisseren van speerpunten en projecten in samenwerking met regiogemeenten, marktpartijen, maatschappelijke organisaties en inwoners. Deze projecten zien op energiebesparing in de bestaande bouw, het realiseren van energieneutrale dorpen & kernen en de realisatie van grootschalige productie van duurzame energie (windturbines, biogaswinning en warmte-/koude opslag, zon, geothermie). 2. Fondsenwerving en lobby. Prestatieafspraken 1. Energiebesparing bestaande bouw a. Energie Expeditie Apeldoorn: Realiseren van 20 energieneutrale bestaande woningen. De Energie Expeditie Apeldoorn is in 2012 gestart met het verkrijgen van een subsidie voor het begeleiden van minimaal 20 huiseigenaren bij het energieneutraal maken van hun woning. De subsidie, verstrekt door Platform 31, bedraagt maximaal € 250.000. Het doel van de Energie Expeditie is om aan het eind van de rit een dermate slimme inrichting van de woning te realiseren, dat er nét zoveel energie opgewekt wordt als in de woning verbruikt wordt. Het project dient als “voorbeeld-project”. Ervaringen uit dit project kunnen ook elders in de gemeente worden gebruikt. b. Verduurzaming bestaande woningvoorraad/Kerschoten Energieneutraal Kerschoten Energieneutraal (KEN) wil in dit gebied samen met bewoners energie besparen èn opwekken, alsmede Kerschoten duurzamer maken en tegelijkertijd de woonlasten voor bewoners omlaag brengen. En dat met behoud van de kwaliteit van deze mooie naoorlogse woonwijk. Het initiatief komt van veertien koploperbedrijven verenigd in Gebieden Energie Neutraal (GEN) die willen aantonen dat het nu al haalbaar is om energieneutrale gebieden te ontwikkelen. De overdracht van de projectorganisatie (KEN) naar de gemeenschap is voorzien in 2013, waarna in 2014 het plan moet worden geïmplementeerd. 2. Energieneutrale dorpen & kernen. In samenwerking met lokale partijen, markt en belangenorganisaties, worden concepten (technisch, juridisch, financieel) ontwikkeld om dorpen en kernen
90
4. Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving
energieneutraal te maken. Er wordt gewerkt vanuit het principe van burgerparticipatie. Voor energieneutrale dorpen & kernen heeft Apeldoorn Europese subsidie ontvangen. Om de concepten regiobreed uit te rollen is er in het kader van het regiocontract Stedendriehoek-Provincie ook geld vrijgemaakt. 3.
Duurzame energieopwekking De provincie Gelderland heeft in IPO-verband een afspraak met het rijk gemaakt om eind 2013 minimaal 210 MW windenergie ruimtelijk vast te leggen. Om zicht te krijgen op de mogelijkheden van windenergie is een regionale windkansenkaart gemaakt. Doel van de provincie is dat deze kaart integraal onderdeel uitmaakt van de omgevingsvisie. Veel partijen participeren in dit proces. Daarnaast wordt verkend wat de mogelijkheden zijn om gronden in te zetten voor duurzame energieproductie, bijvoorbeeld zonnevelden of biomassa Ten behoeve van opschaling biogas zal gemeente Apeldoorn bijdragen aan de realisatie van een regionaal biogasnetwerk waarop boeren die mest vergisten kunnen aansluiten. Het biogasnet kan worden aangesloten op het aardgasnet, zodat er een vergroening plaatsvindt van het aardgasnet.
BROA Bodemmodule (proj.nr. 27.1) De gemeente Apeldoorn is programmagemeente in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). Om in aanmerking te komen voor ISV-subsidie hebben wij een meerjarenontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing 2010-2014 (MOP3) opgesteld. Het bodemsaneringsprogramma maakt hier integraal onderdeel van uit, maar is wel afzonderlijk gebudgetteerd. De begrote bedragen voor de uitvoering van voorbereidend bodemonderzoek, ter ondersteuning van diverse planontwikkelingen, zijn in 2012 volgens plan uitgegeven. De provincie en de gemeente hebben formeel een akkoord gesloten over het doorschuiven van de prestaties ISV-2/Vinac naar het bodemprogramma ISV-3 zonder dat daar extra geld bijkomt. De ontvangst van de restant afkoopsom van Felua is vertraagd door langere procedures rond de afwikkeling bodemsanering. Voor het ISV-3 bodemprogramma 2010-2014 is een subsidie toegekend van € 1.110.000.
Lasten en baten 723
Milieubeheer
Eenheid RL, B&O
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -6.452
2013 S -4.532
Begroting 2014 L B 4.841 374
793
450
-343
-200
-200
-174
5.634
824
-4.810
-4.465
-4.347
-4.374
292 343
292 343
129 200
132 200
134 174
1.459
-4.175
-4.136
-4.015
-4.066
BROA Bodemmodule (BROA projectnr. 27.1)
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-6.452
-4.532
980
Mutaties reserves Bestaand beleid BROA (proj.nr. 27.1) Div Saldo van baten en lasten na bestemming
€ € € €
310 269 -5.873
302
990
S -4.467
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -4.265 -4.147 -4.200
Div.
-4.230
5.634
Voor wat betreft dit programma zijn de volgende outputgetallen van belang
91
4. Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving
Outputkengetal Aantal gesaneerde/beheersbaar gemaakte bodemverontreiniging Aantal bedrijven dat bijdraagt aan geluidsoverschrijding op industrieterreinen Aantal integrale controles bedrijven Aantal aspectcontroles bedrijven Aantal hercontroles bedrijven Aantal behandelde beschikkingen en -meldingen Percentage vergunningen binnen wettelijke termijn Aantal storingen ondergrondse containers Aantal opgelegde boetes en beschikkingen illegaal afval
2007
2008
2009
2010
2012
Raming 2014
23
17
15
13
10
6
6
6
6
0
308
303
355
341
350 75 140
172
176
161
151
125 100
1.516
1.483
1.350
1.250
1590
1.200
129
460
780
570
900
800
Resumé programmakosten Omschrijving beleidsproduct
Dienst
Rekening 2012 S
2013 S
L
Begroting 2014 B
S
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
721/725 Afvalverwijdering en -verwerking
€
851
-610
20.745
19.865
-880
-1.239
-519
305
723
Milieubeheer
€
-6.452
-4.532
5.634
824
-4.810
-4.465
-4.347
-4.374
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-5.601
-5.142
26.379
20.689
-5.690
-5.704
-4.866
-4.069
980
Mutaties reserves
€
-614
1.562
19.062
21.222
2.159
2.075
1.367
527
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-6.215
-3.580
45.441
41.911
-3.531
-3.629
-3.499
-3.542
Div.
92
Programma 5 Jeugd en onderwijs
Beleidsproducten 420,422,430, 432,440,442 421,423,431 433,441,443 480 530 630 650 714,715,716
Openbaar en bijzonder onderwijs Onderwijshuisvesting openbaar en bijzonder onderwijs Overige onderwijsaangelegenheden Sport (schoolzwemmen) Sociaal cultureel werk Kinderopvang (Peuterspeelzaalwerk) Gezondheidszorg (jeugd)
93
Doelenboom programma 5: Jeugd en onderwijs
Programmadoelstelling
Hoofddoelstellingen
Bevorderen van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn en onderwijsdeelname van kinderen in de leeftijd van 2 tot 23 jaar binnen kwalitatief en voldoende onderwijs- voorzieningen
Prestaties
-
De ambitie van het Apeldoorns jeugdbeleid is dat álle jeugd kan opgroeien in veiligheid en geborgenheid, voldoende kansen krijgt om zijn eigen talenten te ontwikkelen en gestimuleerd wordt tot sociaal en verantwoordelijk burgerschap. Iedereen doet mee … naar talent en vermogen.
Bevorderen van participatie en burgerschap bij jongeren
Ondersteuning van en zorg voor kwetsbare jongeren en gezinnen
Beleidsproduct
Het leveren van een toereikend aanbod van voorscholen Het vergroten van deskundigheid van pedagogische medewerkers. Het inrichten van intensieve taalklassen Het maken van resultaatgerichte afspraken met schoolbesturen. Het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim Het terugleiden van jongeren naar onderwijs of arbeidsmarkt Het onder voorwaarden bekostigen van vervoerskosten van en naar school Het voorzien en in standhouden van voldoende onderwijsvoorzieningen Het voeren van een huurbeleid voor het buitenschools gebruik van de onderwijsvoorzieningen Het exploiteren van gymnastieklokalen Het opstellen van leerlingprognoses Bedrijfsleven en het HBO-onderwijs met elkaar in contact brengen om de ontwikkeling van het HBO aanbod aan te laten sluiten op de vragen en behoeften van het bedrijfsleven. Het in gelegenheid stellen van bewegingsonderwijs voor de meest kwetsbare en hulpbehoevende kinderen in het speciaal onderwijs.
- Stimuleren van vrijwillige inzet voor en door jeugd- en jongeren (vrijwillig jeugd- en jongerenwerk en Premie op actie) - Faciliteren van mogelijkheden voor ontmoeting en ontspanning (jeugden jongerenwerk Don Bosco, Wisselwerk en Real-X)
- Het voorzien in voldoende aanbod en spreiding van voorzieningen op het gebied van Jeugdgezondheidszorg. - Het uitvoeren van de wettelijke basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg. - Het faciliteren van 4 wijkgerichte informatie- en adviespunten voor jongeren (-9 maanden tot 23 jaar) en opvoeders (CJG) - Zorgen voor een adequaat aanbod aan lichte opvoedingsondersteuning in de wijken (opvoedprogramma’s) - Verbinden van de preventieve zorg met het onderwijs schoolmaatschappelijk werk, de outreachende CJG-teams en zorgadviesteams in het onderwijs) - Zorgen voor vroegtijdige signalering van zorgen rondom de ontwikkeling van kinderen en jongeren (verwijsindex) - Zorgen voor de afstemming in ondersteuning en hulpverlening: één kind/gezin, één plan (coördinatie van zorg) - Stimuleren van taalontwikkeling en interactie tussen ouder en kind in de (voor)schoolse leeftijd -
94
421, 441, 430, 480,
423, 443, 432, 530,
431, 433, 420, 422, 440, 442, 650
630
480, 630, 715, 716
5. Jeugd en onderwijs Portefeuillehouder(s): - J. Kruithof - P. Blokhuis
Wat willen we met dit programma? De ambitie van het Apeldoorns jeugd- en onderwijsbeleid is dat álle jeugd kan opgroeien in veiligheid en geborgenheid, voldoende kansen krijgt om zijn eigen talenten te ontwikkelen en gestimuleerd wordt tot sociaal en verantwoordelijk burgerschap. Iedereen doet mee … naar talent en vermogen. De focus van het beleid in programma 5 is gericht op de ontwikkeling van jeugd in brede zin. Daarbij zijn zowel de sociale als cognitieve ontwikkeling van belang. De ouders zijn hierin de eerstverantwoordelijken. Naast ouders spelen de kinderopvang, het onderwijs en de sociale omgeving bij die ontwikkeling een belangrijke rol. Primair zijn de onderwijsinstellingen verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. De landelijke onderwijsinspectie ziet daarop toe. Maar ook de gemeente speelt een belangrijke rol bij het vergroten van die kwaliteit, doordat verschillende taken wettelijk bij de gemeente belegd zijn. De decentralisatie van de jeugdzorg per 1 januari 2015 vormt uiteraard een topprioriteit voor programma 5. Vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning heeft de gemeente de opdracht te voorzien in de 5 wettelijke taken: informatie en advies, signalering, toeleiding, lichte hulp en ondersteuning en coördinatie van zorg. Vanuit de onderwijswetgeving heeft de gemeente o.a. taken ten aanzien van openbaar onderwijs, onderwijshuisvesting, bevordering onderwijskansen, leerplicht, terugdringen voortijdig schoolverlaten en leerlingenvervoer. In de komende jaren wordt de transitie jeugdzorg in samenhang met de ontwikkelingen van het passend onderwijs tussen gemeente, onderwijs en zorgaanbieders voorbereid. Onderwijs is een instrument om de jongeren van nu, als de volwassenen van straks hun bijdrage te laten leveren aan de gewenste ontwikkeling van de kenniseconomie. Zeker in de huidige laagconjunctuur is het belangrijk om in de aanloop naar betere economische tijden toekomstgericht te investeren in burgerschap, arbeidspotentieel, talent en zelfredzaamheid. De omvang van de beroepsbevolking zal immers op termijn afnemen. Daardoor wordt het belang van kwalitatief goed onderwijs groter. De ambitie voor meer- en passende hoger onderwijsvoorzieningen en het ontwikkelen van kennisinnovatie om meer jonge potentials te trekken naar Apeldoorn, wordt daarom met verminderde energie voortgezet. Programmaopgave 2014-2017 De gemeente bereidt zich voor op de decentralisatie van de jeugdzorg per 1-1-2015. Het samenbrengen van de diverse vormen van zorg biedt kansen voor de gemeente, mar de bijbehorende bezuiniging vormt een risico. Deze is dan ook in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) zal worden doorontwikkeld tot een eigen entiteit. Het CJG is een belangrijke basis voor de realisatie van de komende transitie jeugdzorg. Het geeft uitvoering aan de wettelijke taken uit de WMO en is nauw betrokken bij de verdere invulling en positionering van de toekomstige jeugdzorg.
95
5. Jeugd en onderwijs
In het onderwijs zijn naast het realiseren van onderwijskansenbeleid en de daarbij behorende bestuursafspraken met het Rijk ten aanzien van het effectief benutten van voor- en vroegschoolse educatie en extra leertijd voor jonge kinderen, het realiseren van passend onderwijs en de transitie jeugdzorg de belangrijkste opgaven. Deze brede transitie moet nauw worden afgestemd op het bestaande beleid. De afstemming tussen passend onderwijs en jeugdzorg wordt geformaliseerd in ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Het hierover te voeren overleg tussen gemeente en schoolbesturen zal aanvang 2014 leiden tot duidelijke afspraken. Onderwijshuisvesting moet aansluiten bij bovenstaande ontwikkelingen en moet daarnaast een antwoord geven op de veranderende bevolkingssamenstelling. Daarbij streven wij er naar om mogelijk ontstane leegstand in schoolgebouwen op andere wijze in te zetten. De financiële vertaling van de bezuinigingen wordt geëffectueerd door een sobere uitvoering, waarbij mogelijk vrijwillige inzet en een lagere kostprijs aandachtspunten zijn.
Hoofddoelstellingen 5.1 5.2 5.3
Bevorderen van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn en onderwijsdeelname van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot 23 jaar binnen kwaliteitsvolle en voldoende onderwijsvoorzieningen Bevorderen van participatie en burgerschap bij jongeren Ondersteuning van en zorg voor jongeren en gezinnen.
5.1 bevorderen van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn en onderwijsdeelname van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot 23 jaar binnen kwaliteitsvolle en voldoende onderwijsvoorzieningen. Kinderen moeten in het belang van een voorspoedige schoolloopbaan en participatie in de beroepsbevolking onbelemmerd kunnen doorstromen van de voorschool naar de basisschool, vandaar uit naar het voortgezet onderwijs en tenslotte instromen in het middelbaar- en hoger beroepsonderwijs en/of het wetenschappelijk onderwijs. Het beleid richt zich er op dat jongeren met (minimaal) een startkwalificatie het onderwijs verlaten. Door in de vroege ontwikkelingsfase van het kind te werken met voorscholen en intensieve taalklassen worden stagnaties in de doorlopende leerlijnen tegengegaan. Het vergroot de kansen van kinderen in hun ontwikkeling en zorgt er voor dat de doorstroom naar het beroepsonderwijs kansrijk is. Het gaat daarbij niet alleen om voldoende onderwijsvoorzieningen maar ook om het leveren van kwalitatief onderwijs. Hoe beter een leerling is onderlegd, hoe groter de kans op doorstroom naar het beroepsonderwijs is. Het college zet in op meer en gedifferentieerder hoger onderwijs. Dat is niet alleen van belang voor de stedelijke en economische ontwikkeling, het raakt ook de dynamiek en aantrekkingskracht van de stad. Daarnaast zijn jonge (talentvolle) mensen van belang voor de innovatiekracht van het bedrijfsleven en versterkt hoger onderwijs de locale arbeidsmarkt.
Wat gaan we daar voor doen? 480 Onderwijskansen Door in de vroege ontwikkelingsfase van het kind te werken met voorscholen en intensieve taalklassen worden stagnaties in de doorlopende leerlijn tegengegaan. 96
5. Jeugd en onderwijs
Prestaties • • • • • • • • • •
Het leveren van een toereikend aanbod van voorscholen Het vergroten van deskundigheid van pedagogische medewerkers. Door verhoging van het taalniveau, certificering voor programma’s, opbrengstgericht kunnen werken en toepassing kunnen geven aan het ontwikkelingsvolgmodel zeer jonge kinderen. Uitbreiding van het aantal pedagogisch medewerkers met een opleiding hbo Versterking van de betrokkenheid van ouders bij de voorschool Het realiseren van een doorgaande lijn tussen voorschool en basisschool Het voeren van een gericht ouderbeleid door het bevorderen van thuisstimulerende activiteiten Het invoeren van opbrengstgericht werken op de voorscholen Het inrichten en uitbreiden van intensieve taalklassen voorzieningen verlengde schooltijd Het maken van resultaatgerichte afspraken met schoolbesturen
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn gemeentelijk onderwijskansenbeleid ad € 2,8 miljoen De belangrijkste baat is de betreffende rijksvergoeding ad € 2,8 miljoen. 480 Onderwijsdeelname Leerplicht draagt er zorg voor dat leerplichtige jongeren (tot 18 jaar) deelnemen aan het onderwijs en de school regelmatig bezoeken. De Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) is erop gericht dat zoveel mogelijk jongeren tot 23 jaar een startkwalificatie behalen en daardoor hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Voortijdige schoolverlaters worden vanuit RMC toe- of teruggeleid naar opleiding en/of werk of waar nodig passende zorg. Prestaties • • •
het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim het terugleiden van jongeren naar onderwijs of arbeidsmarkt het onder voorwaarden bekostigen van vervoer van en naar school
Lasten en baten Belangrijkste lasten zijn Regionaal Meld- en Coördinatiepunt ad € 0,9 miljoen en leerlingenvervoer ad € 2,4 miljoen. Belangrijkste baat is de rijksvergoeding RMC ad € 0,8 miljoen. 421/423, 431/433, 441/443, 480 Onderwijshuisvesting Het betreft het realiseren en in stand houden van voldoende en kwaliteitsvolle onderwijshuisvesting ten behoeve van een inspirerende leeromgeving. Daarbij moet rekening worden gehouden met een evenwichtige spreiding van de voorzieningen over de wijken. Demografische ontwikkelingen en leerlingenprognoses geven daarbij aan dat het totale aantal leerlingen zal afnemen waardoor de leegstand van de scholen toeneemt. De kwaliteit van de gebouwen richt zich in het bijzonder op het onderhoud en instandhouding van de gebouwen en waar noodzakelijk op de veiligheid en gezondheid van de leerlingen (in relatie tot het klimaat, asbest en brandveiligheid). De onderwijshuisvesting wordt naar de toekomst toe breder ingezet als voorziening
97
5. Jeugd en onderwijs
voor de wijk. Daarnaast is sprake van een forse daling van het aantal leerlingen binnen voortgezet speciaal onderwijs door de invoering van Passend Onderwijs. Als gevolg hiervan loopt de gemeente een financieel risico vanwege een lagere uitkering uit het gemeentefonds, zoals opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Prestaties • • • •
het voorzien en in standhouden van voldoende onderwijsvoorzieningen het voeren van een huurbeleid voor het buitenschools gebruik van de onderwijsvoorzieningen het laten exploiteren van gymnastieklokalen het opstellen van leerlingenprognoses
Bezuinigingsvoorstellen Onderwijshuisvesting Ons bezuinigingsvoorstel op onderwijshuisvesting betreft de volgende onderdelen: a. lagere kapitaallast door afwaardering (€ 250.000) In de jaarrekening 2012 heeft er een afwaardering van € 4,7 mln. plaatsgevonden op de boekwaarde van enkele onderwijspanden die de komende jaren leeg komen te staan en/of waarvan de taxatie- en verwachte marktwaarde aanzienlijk lager is dan de boekwaarde. De afwaardering leidt voor deze onderwijspanden tot een lagere kapitaallast die een structureel voordeel oplevert voor de begroting onderwijshuisvesting. Dit structurele voordeel kan als bezuiniging ingeboekt worden voor een bedrag van € 250.000. b. overheveling uitkering gemeentefonds naar de schoolbesturen (oplopend naar € 2.700.000) Uit onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat gemeenten ongeveer 15% van € 1,66 miljard, die zij jaarlijks krijgen voor onderwijshuisvesting, uitgeven aan andere zaken. Dit geldt overigens niet voor Apeldoorn. Het zou jaarlijks gaan om een bedrag van ca. € 250 mln. Dit bedrag wordt uit het Gemeentefonds genomen en overgeheveld naar de schoolbesturen. Voor Apeldoorn gaat het om een bedrag van € 2,7 mln. Wij zijn van mening dat wanneer de budgetten overgaan naar de schoolbesturen, dit ook betekent dat de investeringsruimte (voor dat deel) dient over te gaan naar de schoolbesturen en de gemeentelijke ruimte om te investeren dus kleiner wordt. Dit willen wij zo met de schoolbesturen afspreken. Overigens: als gemeente behouden wij de zorgplicht voor voldoende onderwijshuisvesting. De schoolbesturen zijn daarnaast met name verantwoordelijk voor de kwaliteit van de huisvesting. Omdat er in onze eigen begroting sprake is van geïnvesteerd vermogen in onderwijshuisvesting (kapitaallasten), kunnen wij deze € 2,7 mln. niet direct bezuinigen. Daarom wordt deze bezuiniging via een oplopende reeks in 2019 bereikt. Hiermee overschrijden we de jaargrens van deze MBP. Het meerdere in 2018 en 2019 e.v. jaren hebben we gestort in de Algemene Reserve. c. vermindering personeel (€ 10.000) De formatie onderwijshuisvesting is met 1,5 fte zeer beperkt. Doordat een deel van de investeringsruimte en de onderhoudsgelden in 2015 overgaat naar de schoolbesturen, kan marginaal op deze formatie worden bespaard. Mogelijk echter kan in 2016 ook de formatie het team Jeugd en Onderwijs licht teruglopen. We hebben het over enkele tienden (0,2 of 0,3) van fte. Omdat dit voorstel voorsorteert op een maatregel die nog moet worden ingevoerd is nadere uitwerking nodig.
98
5. Jeugd en onderwijs
De totale bezuiniging op onderwijshuisvesting is in het volgende overzicht samengevat. (bedragen x € 1.000)
2014
a. lagere kapitaallasten b. overheveling naar schoolbesturen c. personele formatie
250 0
Totaal
250
2015 250 0
250
2016
2017
2018
2019
250 1.000
250 1.500
250 2.000
250 2.700
10
10
10
10
1.260
1.760
2.260
2.960
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn de kapitaallasten van bestaande onderwijsvoorzieningen ad € 19 miljoen, de exploitatielasten van de gymnastieklokalen, de eigenaarlasten en de gemeentelijke plicht in de onderhoudslasten. De belangrijkste baten zijn de uitkering uit het gemeentefonds (via programma 1), de in het verleden beschikbaar gestelde bedragen uit de algemene middelen en de bijdrage inzake de exploitatie van gymzalen vanuit het programma 8. 420/440 Openb./bijz. onderwijs/onderwijshuisvesting 423, 431, 433, 441, 443, 480
Eenheid JZW, V&G
Rekening 2012 S
2013 S
L
Begroting 2014 B
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
420 440 421 423 431 433 441 443
Begroting Bestaand Beleid Openbaar basisonderwijs Openbaar voortgezet onderwijs Onderwijshuisv. openbaar basisonderwijs Onderwijshuisv. bijzonder basisonderwijs Onderwijshuisv. openbaar voortgezet speciaal ond. Onderwijshuisv. bijzonder voortgezet speciaal ond. Onderwijshuisv. openbaar voortgezet onderwijs Onderwijshuisv. bijzonder voortgezet onderwijs
€ € € € € € € €
-2.083 -4.166 -324 -1.882 -2.117 -4.389
-2.098 -4.276 -309 -1.897 -2.112 -4.381
2.093 4.341 304 1.528 2.081 4.316
52 82
-2.041 -4.259 -304 -1.528 -2.081 -4.316
-2.339 -4.548 -301 -1.751 -2.060 -4.264
-2.315 -4.499 -298 -1.720 -2.040 -4.213
-2.291 -4.416 -295 -1.702 -2.019 -4.152
480 480
Overige onderwijsaangelegenheden Onderwijshuisvesting overige aangelegenheden
€ -4.078 € -12.566
-4.502 -8.654
7.144 12.311
2.795 2.693
-4.349 -9.618
-4.243 -8.946
-4.318 -9.871
-4.394 -10.634
Bezuinigingsvoorstellen Onderwijshuisvesting, verlaging kosten
€
1.010
1.510
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ -31.605 -28.229
-28.452
-28.264
-28.393
980
Mutaties reserves, div.
€
Bezuinigingsvoorstellen Onderwijshuisvesting, bijdrage reserve Tijd huisv Zuidbroek Reserve onderwijshuisvesting Res. kap.lasten Kristal
€ € € €
250
250
250
250
-142 66
286
-286
-942
168
102
Saldo van baten en lasten na bestemming
€ -31.372 -28.305
34.404
5.872 -28.532
-29.144
-27.846
-28.041
990
0
34.118
-664 642 255
5.622 -28.496
250
530 Schoolzwemmen speciaal onderwijs In het kader van bewegingsonderwijs voor speciaal onderwijs worden kwetsbare en hulpbehoevende kinderen in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan schoolzwemmen. Prestaties Het mogelijk maken van schoolzwemmen voor de meest kwetsbare en hulpbehoevende kinderen in het speciaal onderwijs
99
5. Jeugd en onderwijs
Lasten en baten 530
Sport (schoolzwemmen)
Eenheid JZW
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -190
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
2013 S -95
Begroting 2014 L B 155 88
S -67
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -67 -70 -72
-190
-95
155
88
-67
-67
-70
-72
-190
-95
155
88
-67
-67
-70
-72
650 Voorscholen Het in stand houden en evenwichtig spreiden van peuterspeelzalen en kinderopvangvoorzieningen. Bezuinigingsvoorstellen Versterking peuterspeelzaalwerk en kindercentra (OKE) Met dit budget wordt beoogd de kwaliteit van de in dienst zijnde en komende pedagogisch medewerkers van de voorscholen te borgen en te versterken. Een onderdeel van de kwaliteitsverbetering is het verhogen van het taalniveau naar het zgn. 3 f-niveau (hbo). Wij stellen voor om dit budget te schrappen. Bij tegenvallende resultaten van de taaltoets bestaat het risico dat er te weinig middelen zijn om het personeel taalcursussen te laten volgen, waardoor een tijdige kwalificatie gevaar kan lopen en een aantal pedagogisch medewerkers van baan moet veranderen.
Lasten en baten De lasten betreffen vooral de kapitaallasten (bijvoorbeeld kinderopvang in Het Kristal) en de baten zijn de huurvergoedingen. 650
Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk)
Eenheid JZW
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -385
Bezuinigingsvoorstellen Versterking peuterspeelzaalwerk en kindercentra
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
€
0
0
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-385
-389
-385
2013 S -389
-389
Begroting 2014 B 85
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -406 -412 -419
L 486
S -401
-100
100
100
100
100
386
85
-301
-306
-312
-319
386
85
-301
-306
-312
-319
5.2 Bevorderen van participatie en burgerschap bij jongeren Jongeren krijgen de ruimte in de stad voor ontmoeting en ontspanning, maar kennen hun grenzen. Ze worden uitgedaagd zelf actief bij te dragen aan de leefbaarheid van de stad en kunnen gebruik maken van een breed aanbod aan vrije tijdsactiviteiten. 630 Jeugdbeleid Bijdragen aan mogelijkheden voor ontmoeting en ontspanning voor jeugd en jongeren en hen stimuleren ook zelf actief bij te dragen. Prestaties •
Stimuleren van vrijwillige inzet voor en door jeugd- en jongeren (vrijwillig jeugden jongerenwerk en Premie op actie) 100
5. Jeugd en onderwijs
•
Faciliteren van mogelijkheden voor ontmoeting en ontspanning (jeugd en jongerenwerk Don Bosco en Wisselwerk, Real-X)
Bezuinigingsvoorstellen Preventieve jeugddomein a. Vrijwillig jeugd en jongerenwerk Vrijetijdsbesteding is allereerst de verantwoordelijkheid van ouders en jongeren zelf. Daarom achten wij een bezuiniging mogelijk op de scouting, het Christelijk jeugdwerk en de speeltuinen. De scoutingverenigingen, Hertog van Gelre en Ugchelse Woudlopers, ontvangen middelen in het kader van de rentesubsidieregeling. Besloten is hierop niet te bezuinigen. Speeltuinverenigingen, scouting, en jongerenverenigingen drijven op vrijwilligers en vervullen een maatschappelijke rol. Een rol die we vanuit het CJG willen versterken, omdat ze onderdeel zijn van het pedagogische netwerk in de wijken. Verder worden binnen onder andere het vrijwillig jeugd- en jongerenwerk de vrijwilligers voor de toekomst opgeleid. M.b.t. de speeltuinen moet worden opgemerkt dat onderhoud van toestellen gezien de veiligheidseisen door de gemeente noodzakelijk blijft en er niet een openbare speelgelegenheid van kan worden gemaakt. Om voornoemde reden stellen wij voor om een deel van het budget voor dit onderdeel te schrappen. Gezien de langdurige subsidierelatie is een afbouwperiode van 2 jaar redelijk en kan de bezuiniging vanaf 2016 worden gerealiseerd. b. Real-X Real-X ontvangt van de gemeente € 100.000 voor de huur van een particulier pand aan de Sleutelbloemstraat en € 65.000 aan activiteitensubsidie. Door Real-X onder te brengen in gemeentelijk vastgoed komen de huurpenningen ten goede van de gemeente. Deze bezuiniging kan in 2015 worden gerealiseerd. Het huurcontract kent een opzegtermijn van 6 maanden. BROA Wijken – Uitvoeren jeugdbeleid (GSO-4) Broa-proj. 10.3 Het onderdeel Jeugd en Onderwijs is onderdeel van het stadscontract 2012-2015 en bestaat uit zeven deelprojecten. Deze deelprojecten zijn in de loop van 2012 gestart. Bij vier projecten ligt de nadruk van de werkzaamheden in 2013 en verder. Daarvoor zijn ook (meerjarige) verplichtingen aangegaan.
Lasten en baten Belangrijke lasten in dit product zijn vindplaatsgericht jeugd- en jongerenwerk € 700.000 en (beperkt) accommodatiegebonden jeugd- en jongerenwerk € 400.000. 630
Sociaal cultureel werk
Eenheid JZW
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -1.105
Bezuinigingsvoorstellen Preventieve jeugddomein
€
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-1.105
980
Mutaties reserves BROA Div Saldo van baten en lasten na bestemming
€
66 7.058 6.019
€
Begroting 2014 B
L 2.606
S -2.606
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -2.660 -2.702 -2.745
100
BROA projecten Wijken- uitvoering jeugdbeleid (proj.nr. 10.3)
990
2013 S -3.324
400 -3.324
-3.324
3.006
3.006
-400
-400
0
-3.006
-2.960
400
400
400
400
-2.606
-2.560
482 Onderwijs aan volwassenen Het organiseren van verschillende cursussen in de wijk door het ROC in samenwerking met andere organisaties. Doel van de cursussen is activering, 101
167
167
-2.535
-2.578
-2.535
-2.578
5. Jeugd en onderwijs
participatie en ontmoeting. In de Zomernota 2012 is besloten om het project af te bouwen en voor het schooljaar 2013/2014 voor het laatst een subsidie te verlenen.
5.3 Ondersteuning van en zorg voor jongeren en gezinnen Door preventieve inzet in de nabijheid van de jongeren en de opvoeders wordt bijgedragen aan een positieve ontwikkeling van kinderen en jongeren. Voor jongeren en gezinnen die extra aandacht nodig hebben, wordt een vangnet gerealiseerd. Daarbij wordt gestreefd naar een totaalaanpak in de wijk waarbij de partners die betrokken zijn vanuit jeugdbeleid, onderwijs, zorg, justitie of opvang met elkaar afstemmen en waar nodig snel met elkaar kunnen schakelen. 480 Op Stap Op Stap is een taalstimuleringsprogramma voor jonge kinderen en hun ouders. Prestaties Stimuleren van taalontwikkeling en interactie tussen ouder en kind in de (voor)schoolse leeftijd 480 Brede school Een brede school is een samenwerkingsverband waar naast onderwijs ook een aanbod is op gebied van opvang, welzijn, sport en cultuur. Vanaf 2012 wordt alleen nog het kansenprofiel gesubsidieerd. Prestaties •
Bieden van extra ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen in achterstandssituaties (kansenprofiel)
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Doorschuiven bezuiniging uitvoering decentralisaties Apeldoorn zal in de komende jaren naast krimp in sociale taken als gevolg van de kerntakendiscussie, ook met groei van sociale taken als gevolg van de drie decentralisaties worden geconfronteerd. Voor elk van de drie transities (Participatiewet, Jeugdzorg en AWBZ) zal onze gemeente invoering- en uitvoeringsbudgetten ontvangen. Op de uitvoeringsbudgetten is een lopende bezuinigingstaakstelling van toepassing van € 105.000 in 2013 tot € 210.000 in 2014 en verdere jaren. Omdat de decentralisaties pas in 2015 hun beslag krijgen en de financiële middelen voor de uitvoering op dat moment beschikbaar komen, hebben wij de taakstelling voor 2013 en 2014 geschrapt. Bezuinigingsvoorstellen Leerlingenvervoer Het leerlingenvervoer is een wettelijke taak die bovenwettelijk wordt uitgevoerd. De wettelijke minimumgrens waarboven de gemeente het vervoer moet regelen is gesteld op 6 km. Met ingang van het schooljaar 2013-2014 is de km grens voor het speciaal basis onderwijs verhoogd naar 5 km. Wij stellen u voor om met ingang van het schooljaar 2016-2017 de grens te verhogen naar de maximale grens van 6 km voor alle scholen. Het gaat hierbij om zowel het basis onderwijs als het voortgezet onderwijs (cluster 3 en 4). We houden hierbij rekening met een percentage van 15% van de leerlingen SBO die toch vervoer nodig hebben, ook al wonen ze binnen een straal van 6 km. Niet voor alle leerlingen en hun ouders is het mogelijk om in een eigen vervoersoplossing te voorzien. Waar het gaat om leerlingen cluster 3 en 4 houden we rekening met een percentage van 60% van de leerlingen die toch vervoer nodig hebben, ongeacht de afstand tot school. Ook voor deze groep kinderen geldt dat voor een deel van de leerlingen het niet mogelijk zal zijn in eigen vervoersoplossing te voorzien gezien de handicap en/of de 102
5. Jeugd en onderwijs
gezinssituatie van de leerling. Hiervoor hoeft geen gebruik worden gemaakt van de hardheidsclausule, aangezien de huidige verordening al voorziet in maatwerk. Gelet op de recente verhoging van de grens naar 5 km stellen wij voor om een gewenningsperiode in acht te nemen en de verhoging naar de 6 km-grens met ingang van het schooljaar 2016-2017 in te voeren.
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn: - activiteitensubsidie brede school - impulsregeling brede scholen, sport en cultuur inclusief aandeel Accres 480
Overige onderwijsaangelegenheden
Eenheid JZW
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -326
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Doorschuiven bezuiniging uitvoering decentralisaties
€
Bezuinigingsvoorstellen Leerlingenvervoer
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€ 100.000 € 445.000 2013 S -541
Begroting 2014 L B 554
S -554
105
-326
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -561 -570 -580
-105
-210
77
230
-541
659
0
-659
-771
-493
-350
-541
659
0
-659
-771
-493
-350
-100 €
-426
630 Sociaal cultureel werk/Jeugdbeleid Het jeugdbeleid creëert een vangnet voor kwetsbare kinderen en jongeren. Prestaties • • • •
Het begeleiden, ondersteunen en opvangen van dakloze en/of kwetsbare jongeren (outreachende hulpverlening en opvang van dak- en thuisloze jongeren) Behouden van jongeren voor het onderwijs (time-outvoorziening VO) Voorkomen en stoppen van jeugdprostitutie, loverboys, seksuele uitbuiting van jongeren en jong volwassenen (tot 23 jaar) en bieden van hulp (ketenaanpak jeugdprostitutie) Voorkomen en verminderen van jeugdoverlast doordat hinder van (risico)jongeren en jeugdgroepen in beeld is (straatgroepenteams, jeugdcriminaliteitspreventie) en aangepakt wordt
De budgetten hiervoor zijn opgenomen onder hoofddoelstelling 5.2 (product 630). 715 Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Voorkomen en vroegtijdig opsporen van gezondheidproblemen van jongeren en hen ondersteunen bij het ontwikkelen van een gezonde leefstijl. Prestaties • • •
Het voorzien in voldoende aanbod en spreiding van voorzieningen op het gebied van jeugdgezondheidszorg Het uitvoeren van het wettelijke basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg Een regionale bestuurlijke werkgroep onder voorzitterschap van wethouder Blokhuis heeft advies uitgebracht over de meest gewenste organisatievorm voor de integrale jeugdgezondheidszorg. De bestuurlijke werkgroep heeft de voorkeur voor het model waarbij de integrale jeugdgezondheidszorg in een nieuwe organisatie met een private rechtspersoonlijkheid wordt gepositioneerd. De gemeenten in de regio hebben verschillende opvattingen over dit onderwerp. In 103
5. Jeugd en onderwijs
2013 en 2014 zullen twee pilots worden uitgevoerd om te kunnen experimenteren op het gebied van integrale jeugdgezondheidszorg. Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) - decentralisatie jeugdzorg De decentralisatie jeugdzorg stelt de gemeente voor een nieuwe, omvangrijke opgave. De gemeente wordt regievoerder op jeugdbeleid én jeugdzorg en is verantwoordelijk voor het zo efficiënt mogelijk inzetten van preventieve voorzieningen, lichte en zwaarde(re) zorg. Zowel in het vrijwillig als in het gedwongen kader. Tegelijkertijd moet ze een toereikend ondersteunings- en hulpaanbod kunnen leveren waar dat écht nodig is en ervoor zorgen dat het aanbod kwalitatief hoogwaardig is. Dit alles moet gerealiseerd worden in een context van forse bezuinigingen, op zowel gemeentelijk, provinciaal als rijksniveau. Het lokale jeugdbeleid vormt de basis onder deze decentralisatie. Een stevige basis is noodzakelijk om vroegtijdig knelpunten in de ontwikkeling van kinderen en jongeren te signaleren, de inzet van eigen kracht en vrijwillige inzet te stimuleren en de beweging te maken van zwaardere naar lichtere vormen van zorg en ondersteuning. Het CJG heeft een cruciale positie in het waarmaken van deze ambitie en is dus ook nodig om de bezuinigingen die het rijk doorvoert in de decentralisatie waar te kunnen maken. Om het CJG de komende jaren verder te kunnen doorontwikkelen, zodat de positie die het CJG moet innemen ook waar gemaakt kan worden, is een structurele investering nodig ten behoeve van: - implementatie nieuwe visie op zorg (benutten eigen kracht en kracht sociale netwerk) - verder ontwikkelen CJG4kracht - experimenten ter voorbereiding op de decentralisatie - voldoende hoog gekwalificeerd personeel voor een gedegen inschatting van de zorgzwaarte. De pilot CJG4kracht heeft laten zien dat in meer dan de helft van de verzoeken om ambulante hulp vanuit de jeugdzorg met inzet van lichte hulp en ondersteuning kon worden voldaan. Het CJG moet beschikken over voldoende capaciteit om de zorgzwaarte goed te kunnen wegen en voldoende aanbod beschikbaar hebben van vormen van lichte hulp. Omdat de inkomsten uit huur hoger uitvallen dan begroot, kan ruim de helft van het genoemde bedrag (€ 60.000) hieruit worden gedekt. Ter aanvulling is nog structureel € 40.000 nodig. Wij stellen u voor om dit budget eenmalig in 2014 beschikbaar te stellen en de structurele doorwerking te betrekken bij de toekomstige budgetten die voor de jeugdzorg beschikbaar komen.
Lasten en baten Belangrijkste lasten zijn uitvoering van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg uniform deel. 715/716 Gezondheidszorg jeugd
715 716
Eenheid JZW, S&R
Begroting Bestaand Beleid Jeugdgezondheidszorg (uniform) Centrum Jeugd en gezin
Rekening 2012 S € €
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Centrum voor Jeugd en Gezin - decentralisatie jeugdzorg
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Div.
L
Begroting 2014 B
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
-2.290 -1.472
-2.396 -1.345
2.446 1.278
-2.446 -1.278
-3.762
-3.741
3.764
0
-3.762
-3.741
3.764
0
40
-2.476 -1.277
-2.515 -1.224
-2.556 -1.244
-3.764
-3.753
-3.739
-3.800
-3.764
-3.753
-3.739
-3.800
-40
€ €
104
2013 S
5. Jeugd en onderwijs
716 Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Uitvoering geven aan de wettelijke taken rondom het jeugdbeleid en voorbereiding op de decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten. Hierbij gaat het zowel om de fysieke voorzieningen (inlooppunten) als het pedagogisch ondersteuningsaanbod. Prestaties • • • • •
Het faciliteren van 4 wijkgerichte informatie- en adviespunten voor jongeren (-9 maanden tot 23 jaar) en opvoeders (CJG) Zorgen voor een adequaat aanbod aan lichte opvoedingsondersteuning in de wijken (opvoedprogramma’s) Verbinden van de preventieve zorg met de voorschoolse voorzieningen en het onderwijs (schoolmaatschappelijk werk, outreachende CJG-teams en zorgadviesteams) Zorgen voor vroegtijdige signalering van zorgen rondom de ontwikkeling van kinderen en jongeren (verwijsindex) Zorgen voor de afstemming in ondersteuning en hulpverlening: één kind/gezin, één plan (coördinatie van zorg) Outputkengetallen
2011
2012
Raming 2013
Raming 2014
- Aantal gemelde schoolverlaters - Aantal succesvol herplaatste schoolverlaters
650 468
700 450
700 450
700 450
- Bereik aantal unieke bezoekers activiteiten jeugd- en jongerenwerk: . Wisselwerk (per week) . Don Bosco (per week)
450 400
401 700
450 400
450 400
- Bereik CJG per jaar 1(baliecontacten)
375
737
1200
1200
- Aantal kinderen en jongeren (en ouders/opvoeders) dat gebruik maakt van voorzieningen ter ondersteuning van kind en gezin (Homestart, Opvoedsteunpunt, Doorstart, schoolmaatschappelijk werk)
928
1062
1075
1075
- Aantal jongeren (0-17 jaar) waarvoor door bureau Jeugdzorg een indicatie is afgegeven voor jeugdzorg
775
775
725
700
- Bereik van kwetsbare kinderen, jongeren en gezinnen (crisisopvang en woonbegeleiding)
22
38
35
35
- Aantal jeugdige verdachten (12-18 jaar 2) per 1.000 inwoners in die leeftijdsgroep
22
14
- Aantal hindergroepen in beeld - Aantal aanpak hindergroepen
49 35
36 35
35 30
35 30
1
Bezoekcijfers zijn exclusief de contacten van de kernpartners zoals Verian, BJZ, GGD, Wisselwerk, Mee Veluwe en MD Veluwe 2 De cijfers Jeugdige verdachten worden door de politie niet langer tot 23 jaar geleverd maar tot de leeftijd van 18 jaar. Dat heeft een effect op de outputindicator. Het verklaart dat de indicator is afgenomen. Door nieuwe richtlijnen rondom privacy wordt deze informatie niet meer aan de gemeente gemeld. 105
5. Jeugd en onderwijs
Resumé programmakosten Omschrijving beleidsproduct
Dienst
Rekening 2012 S
2013 S
Begroting 2014 L B
S
420/440 Openb./bijz. onderwijs/onderwijshuisvesting 423, 431, 433, 441, 443, 480
€ -31.605 -28.229
480
Overige onderwijsaangelegenheden
€
-326
-541
659
0
530
Sport (schoolzwemen)
€
-190
-95
155
88
630
Sociaal cultureel werk
€
-1.105
-3.324
3.006
650
Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk)
€
-385
-389
386
€
-3.762
-3.741
3.764
0
€ -37.373 -36.319
42.088
-76
286
€ -30.116 -36.395
42.374
715/716 Gezondheidszorg jeugd 970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Div.
106
€
7.257
34.118
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
5.622 -28.496
-28.452
-28.264
-28.393
-659
-771
-493
-350
-67
-67
-70
-72
0
-3.006
-2.960
-2.535
-2.578
85
-301
-306
-312
-319
-3.764
-3.753
-3.739
-3.800
5.795 -36.293
-36.309
-35.413
-35.512
364
-292
418
352
6.445 -35.929
-36.601
-34.995
-35.160
650
Programma 6 Werk, inkomen en arbeidsmarkt
Beleidsproducten 310 482 610 611 614 623 650 724
Stadsbank en schuldhulpverlening Volwassenen- en beroepsgerichte educatie Bijstandsverlening Werkgelegenheid Gemeentelijk minimabeleid Participatie Kinderopvang (Wet Kinderopvang) Begraafplaatsen
107
Doelenboom programma 6 : Werk, inkomen en arbeidsmarkt
Programmadoelstelling
Hoofddoelstellingen
6.1 Zoveel mogelijk mensen aan het werk dan wel maatschappelijk actief
Burgers zijn financieel onafhankelijk en participeren naar vermogen in de samenleving
6.2 Inkomen én uitkomen: het borgen van het recht op inkomen en (financiele) ondersteuning voor mensen die het zelfstandig niet redden om met hun inkomen uit te komen
6.3 Het versterken van een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt
Prestaties
Beleidsproduct
Uitstroomdoelstelling van 500 per jaar 611 Werkgelegenheid Realisatie participatiedoelstelling 500 per jaar
Lokale ontwikkeling van het bijstandsvolume in verhouding tot de ontwikkeling van het landelijke bijstandsvolume
610 Bijstandsverlening
Aantal mensen met een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau dat gebruik maakt van het RegelRecht van 11.000 per jaar
614 Minimabeleid
Aandeel geslaagde schulphulpverleningstrajecten t.o.v. totaal aantal aanvragen schuldhulpverlening van 70%
310 Stadsbank
Regionale samenwerking - opzetten projecten
482 Onderwijs aan
108
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt Portefeuillehouder(s): J. Kruithof
Wat willen we met dit programma? De gemeente Apeldoorn streeft naar een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt waarin iedereen naar vermogen kan werken, meedoen en participeren. Voor mensen die onvoldoende in staat zijn om financieel zelfredzaam te zijn, is begeleiding naar werk dan wel maatschappelijke participatie en zo nodig inkomensondersteuning mogelijk. Het zijn economisch moeilijke tijden. Sinds het begin van de economische crisis is het aantal mensen met een uitkering, zowel landelijk als binnen de gemeente Apeldoorn, flink toegenomen. Inmiddels maken in Apeldoorn ruim 3.350 huishoudens 1 gebruik van de gemeentelijke uitkeringsregelingen. Ook het aantal mensen dat een beroep doet op de verschillende regelingen van de Stadsbank is toegenomen. De urgentie om extra maatregelen te treffen om het klantenbestand zo laag mogelijk te laten zijn is hoog. Momenteel is de urgentie helemaal aanwezig, gezien het verwachte tekort op het BUIG budget 2. Voor 2013 wordt een tekort verwacht en het ziet er niet naar uit dat in 2014 een omslag plaats zal vinden. Volgens voorspelling van het UWV blijft het in 2014, ondanks de verwachte geringe groei van de economie 3, slecht gaan met de Nederlandse arbeidsmarkt. Het aantal werkzoekenden blijft groeien, terwijl het aantal vacatures afneemt. Daar waar vacatures beschikbaar en passend zijn, zetten we ons volop in om mensen te ondersteunen bij het uitstromen naar een parttime of fulltime baan. Primair vanwege de mensen zelf, maar ook om het gemeentelijke tekort zo klein mogelijk te laten zijn. In het verlengde van bovenstaande is het eveneens belangrijk om te blijven investeren in de arbeidsmarkt en de samenwerking met het bedrijfsleven en onderwijs. Binnen de regio Stedendriehoek zijn het Regionaal Platform Arbeidsmarkt beleid (RPA) en het Economisch Platform Stedendriehoek (EPS) opgegaan in de Strategische Board Stedendriehoek. Overheid, Ondernemers en Onderwijs initiëren projecten gericht op het versterken van het onderwijs en het optimaliseren van de werking van de arbeidsmarkt. Qua wetgeving is er sprake van een voortdurend veranderende context. Gemeenten krijgen de hoofdrol in de regie en uitvoering in het sociale domein. De ontwikkelingen met betrekking tot drie majeure decentralisaties; de Participatiewet, Jeugdzorg en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), zijn direct dan wel randvoorwaardelijk van invloed op de inrichting van de dienstverlening door het Activerium.
1
Stand mei 2013. De Buig, Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten, is een bundeling van gemeentelijke geldstromen voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de volgende wetten: de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (levensonderhoud) voor startende ondernemers. 3 Volgens het CPB is er in 2014 sprake van een geringe groei van de economie van 0,75%. 2
109
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
De Participatiewet treedt naar verwachting op 1 januari 2015 in werking. De gemaakte afspraken in het Sociaal Akkoord, tussen de sociale partners en het kabinet, zijn van invloed op deze wet. Bovendien wordt in het akkoord de invloed van Apeldoorn als centrumgemeente in de arbeidsmarktregio Stedendriehoek - Noord Veluwe vergroot. Apeldoorn wordt geacht het voortouw te nemen op diverse (beleids)ontwikkelingen. Voor mensen die onvoldoende financieel zelfredzaam zijn, is er inkomensondersteuning in de vorm van bijstandverlening en minimabeleid. Voor mensen met een schuldenprobleem is actieve begeleiding en bemiddeling mogelijk.
Doelstellingen Met dit programma willen we bereiken dat burgers financieel onafhankelijk zijn en naar vermogen participeren in de samenleving. Een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt is hiervoor noodzakelijk. De volgende doelstellingen zijn geformuleerd: 6.1 Zoveel mogelijk mensen aan het werk dan wel maatschappelijk actief; 6.2 Inkomen én uitkomen: het borgen van het recht op inkomen en (financiële) ondersteuning voor mensen die het zelfstandig niet redden om met hun inkomen uit te komen; 6.3 Het versterken van een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt.
Hoofddoelstelling 6.1 Zoveel mogelijk mensen aan het werk dan wel maatschappelijk actief Wat gaan we daar voor doen? 611 Werkgelegenheid Uitvoering door de gemeente van de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). In Apeldoorn wordt de Wsw uitgevoerd door Felua-groep. Prestaties Zoals hierboven vermeld treedt naar verwachting de Participatiewet per 1 januari 2015 in werking. Dit is een jaar later dan eerder was aangekondigd. De instroom in de Wsw wordt per 1 januari 2015 stop gezet. Na die datum stromen er geen mensen meer in de Wsw maar vallen zij onder de Participatiewet. Mensen die vóór 1 januari 2015 in de Wsw zitten behouden hun oude rechten. De bezuinigingen op de Wsw gaan per 1 januari 2015 in. Dit is ook een wijziging als gevolg van het afgesloten Sociaal Akkoord. In het Sociaal Akkoord is tevens opgenomen dat per arbeidsmarktregio een Werkbedrijf wordt opgericht dat mensen met een arbeidshandicap aan werk moet helpen. Het bestuur van het Werkbedrijf wordt gevormd door de sociale partners, het UWV en de gemeenten, waarbij de laatste het voortouw hebben. Voor het jaar 2014 zal naar verwachting de financieringssystematiek worden gehanteerd die tot nu toe ook gold: het Rijk legt de gemeente een taakstelling op en stelt een vergoeding vast die de gemeente ontvangt. De hoogte van de taakstelling en het budget worden pas later in het jaar bekend gemaakt en zijn nu nog niet te bepalen. Vooralsnog gaan wij er vanuit dat in 2014 hetzelfde bedrag wordt ontvangen als in 2013. Felua-groep zal in de loop van 2013 een op de nieuwe situatie gebaseerde begroting opstellen. De prestaties die van de Felua worden verwacht, worden ieder jaar tussen de gemeente en Felua-groep in afspraken vast gelegd. Onderdeel van deze prestatieafspra110
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
ken is de overdracht van de taakstelling en het budget door de gemeente aan Feluagroep. Felua-groep voert daarvoor de Wsw voor de gemeente uit. Het bestuur van Felua-groep heeft met haar algemeen directeur afgesproken dat de begroting 2014 van Felua-groep sluitend moet zijn. De Rijksbijdrage c.q. de overdracht van deze bijdrage aan de Felua ten behoeve van de uitvoering Wsw bedraagt € 26,2 mln.
Lasten en baten 611
Werkgelegenheid
Eenheid WA, JZW
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -2.231
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-2.231
980
Mutaties reserves, div.
€
1.707
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-524
Begroting 2014 L B 26.622 26.229
S -393
-380
26.622
26.229
-393
-399
-405
-412
-380
26.622
26.229
-393
-399
-405
-412
2013 S -380
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -399 -405 -412
623 Participatiebudget Het participatiebudget is een bundeling van geoormerkte budgetten voor reïntegratie en educatie. Vanaf 2014 ontvangen we geen middelen meer ten behoeve van inburgering. Reïntegratie De reïntegratiemiddelen worden ingezet om mensen richting werk en/of participatie te begeleiden. Het beschikbare participatiebudget voor 2014 is waarschijnlijk lager dan het budget in 2013, terwijl de economische recessie impact heeft op zowel de instroom als op de uitstroomprestaties van de bijstand. Daar waar voorheen de hoofddoelstelling was om voornamelijk te sturen op volledige uitstroom door middel van regulier werk, noodzaakt de economische recessie om ook op deeltijdwerk te sturen. De reden hiervoor is dat deeltijdwerk in de huidige arbeidsmarkt in sommige gevallen het hoogst haalbaar is. Deze mensen blijven dus deels wel in de uitkering. Prestaties Jaarlijks worden de prestaties richting werk en participatie vastgesteld. We streven naar een maximaal resultaat. In 2014 worden minimaal 500 mensen naar werk bemiddeld (zowel parttime als fulltime). Ook het aantal mensen dat actief participeert in vrijwilligerswerk, een sociaal activeringstraject, dagbesteding en/of binnen een participatieplaats bedraagt minimaal 500. Inburgering Met ingang van 1 januari 2013 is de Wet inburgering gewijzigd. Inburgeraars zijn zelf verantwoordelijk voor hun inburgering; zij moeten zelf bepalen hoe zij aan hun inburgeringsplicht voldoen en moeten daarvoor zelf de kosten dragen. Hiermee komen de taken van gemeenten ten aanzien van deze doelgroep te vervallen. De gemeente ontvangt vanaf 2014 dan ook geen middelen meer van het Rijk. Er moeten echter nog wel kosten worden gemaakt ten behoeve van inburgeraars die een traject volgen. De verwachting is dat de werkzaamheden ten behoeve van deze groepen in afnemende mate zullen doorlopen tot en met 2016. De hiermee gemoeide kosten worden gefinancierd vanuit het Participatiebudget en/of de 25% meeneemregeling. Volwassen en beroepsgerichte educatie (Analfabete) volwassenen worden in staat gesteld om een opleiding gericht op alfabetisering en/of staatsexamen te volgen bij Aventus. De afspraken over de inzet van de
111
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
bijdrage, de inhoud en de duur van de opleidingen worden vastgelegd in een productovereenkomst met Aventus. Sinds 2013 is het budget meer dan gehalveerd, omdat de aansturing van het algemeen volwassenonderwijs (vavo) rechtstreeks onder het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW) is gebracht. De gemeenten hebben geen rol meer bij het aanbod van het vavo.
Lasten en baten De belangrijkste lasten voor 2014 zijn: - Educatie € 0,4 mln - Reïntegratiemiddelen € 6,1 mln De belangrijkste baten voor 2014 zijn: - Rijksbijdrage participatiebudget € 6,5 mln 623
Participatie
Eenheid WA, S&R
Begroting 2014 B 6.485
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -5.177
2013 S -2.805
L 9.224
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-2.805
9.224
980
Mutaties reserves
€
689
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-4.488
-2.805
9.224
-5.177
S -2.739
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -2.783 -2.831 -2.882
6.485
-2.739
-2.783
-2.831
-2.882
6.485
-2.739
-2.783
-2.831
-2.882
650 Kinderopvang De Wet kinderopvang regelt de kwaliteit en de financiering van de kinderopvang. Sinds 2013 ontvangen de gemeentelijke doelgroepen de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst. De gemeente verstrekt daarnaast een extra toelage aan doelgroepouders. Ook kan de eigen bijdrage boven de € 15 worden vergoed. Ouders met een sociaal-medische indicatie (SMI) kunnen ook – tijdelijk ter overbrugging van een noodsituatie - aanspraak maken op een vergoeding van de kinderopvangkosten. De regels voor de vergoeding van de kinderopvang zijn vastgelegd in de Regeling tegemoetkoming kosten kinderopvang 2013. Bezuinigingsvoorstellen Kinderopvang Uw raad heeft eind 2011 ingestemd met een aantal maatregelen voor de kinderopvang voor ouders met een sociaal-medische indicatie (SMI). De aanleiding hiervoor was gelegen in de overschrijding van het budget voor kinderopvang. Dit heeft er in het overgangsjaar 2012 toe geleid dat de uitgaven op de SMI regeling in 2012 binnen het budget zijn gebleven. Daarnaast heeft het Rijk in het najaar van 2012 besloten om de wettelijke regeling kinderopvang per 2013 bij de Belastingdienst onder te brengen. Deze wetswijziging heeft gevolgen gehad voor de uitvoering, begroting en verordening Kinderopvang. Er is een nieuwe nota vergoedingenbeleid kinderopvang opgesteld, de begroting is aangepast en de uitvoeringskosten zijn teruggebracht. De verwachting is dat in 2013 de regeling ruim binnen de (verlaagde) begroting kan worden uitgevoerd. De inschatting is dat op jaarbasis een bedrag van € 150.000 zal worden overgehouden op het budget. De oorzaak hiervan ligt voornamelijk in het feit dat in 2012 nog een overgangsregeling van toepassing was, die in 2013 beëindigd is. Een andere oorzaak is gelegen in het feit dat kinderopvang in algemene zin überhaupt duurder is geworden en burgers naar alternatieven gaan zoeken en die vinden in opvang door buren, familie etc. Wij hebben om voornoemde reden een bezuiniging van structureel € 150.000 ingeboekt.
112
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
Lasten en baten De belangrijkste lasten voor 2014 zijn: - Subsidie aan doelgroepen € 0,3 mln 650
Kinderopvang (Wet Kinderopvang)
Eenheid WA
Begroting 2014 B
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -696
Bezuinigingsvoorstellen Kinderopvang
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-696
-389
247
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-696
-389
247
2013 S -389
L 397
5
-150
S -392
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -396 -403 -411
150
150
150
150
5
-242
-246
-253
-261
5
-242
-246
-253
-261
Hoofddoelstelling 6.2 Inkomen én uitkomen: het borgen van het recht op inkomen en (financiële) ondersteuning voor mensen die het zelfstandig niet redden om met hun inkomen uit te komen Met deze doelstelling wordt beoogd dat burgers die afhankelijk zijn van een inkomen uit een gemeentelijke uitkering, dit inkomen ook snel en adequaat ontvangen zodra een beroep wordt gedaan op dit recht. Daarnaast kan de gemeente ondersteuning bieden als burgers met het (minimum) inkomen niet uit kunnen komen. Dat doen we in de vorm van het geven van extra (financiële) ondersteuning in de vorm van minimabeleid. Tenslotte is er voor mensen die onvoldoende in staat zijn om met het inkomen uit te komen, en daardoor schulden opbouwen, de mogelijkheid om via de Stadsbank ondersteuning te krijgen in het hanteerbaar maken (en mogelijk oplossen) van deze schulden. Opgemerkt dient te worden dat er hoge eisen worden gesteld aan mensen die we ondersteunen en dat niet iedere burger van Apeldoorn zo maar recht heeft op een vorm van ondersteuning.
Wat gaan we daar voor doen? 310 Schuldhulpverlening Mensen van wie de financiële situatie niet stabiel is, en die hierdoor eventueel schulden hebben opgebouwd, kunnen een beroep doen op de dienstverlening van de Stadsbank. Doel van de Stadsbank is enerzijds het stabiliseren van de financiële situatie en anderzijds het oplossen van de opgebouwde schulden. In 2012 is de Wet Gemeentelijk Schuldhulpverlening vastgesteld. Hiertoe heeft de gemeenteraad de kaderstelling “Schuldhulpverlening 2012 en verder…” vastgesteld. In deze kaderstelling is vastgelegd dat alleen schuldhulpverlening en/of budgetbeheer wordt aangeboden als klanten voldoende gemotiveerd zijn om (vooral ook) zelf met de schulden aan de slag te gaan. Prestaties De instroom in een minnelijke schuldregeling ten opzichte van het aantal aanvragen is 65%. Het slagingspercentage uitstroom uit een minnelijk traject is 70%.
Lasten en baten Op dit product zijn de belangrijkste lasten de uitvoeringskosten. De belangrijkste baten zijn: - Lenersvergoeding € 0,1 mln. 113
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
310
Bewindvoering Bemiddelingskosten Stadsbank en schuldhulpverlening
€ 0,2 mln. € 0,1 mln. Eenheid WA
Begroting Bestaand Beleid
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Div.
Rekening 2012 S € -3.162
2013 S -3.419
Begroting 2014 L B 4.246 615
S -3.631
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -3.693 -3.760 -3.830
€
-3.162
-3.419
4.246
615
-3.631
-3.693
-3.760
-3.830
-3.162
-3.419
4.246
615
-3.631
-3.693
-3.760
-3.830
€ €
610 Bijstandsverlening Het zo efficiënt en effectief mogelijk uitvoering geven aan de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Bbz (levensonderhoud ondernemers). De bundeling van deze uitkeringen tezamen is de BUIG. Tenslotte het verstrekken van bedrijfskredieten aan startende en gevestigde ondernemers, behorend bij de doeluitkering Bbz 2004. Over 2013 wordt op het moment van dit schrijven verwacht dat een tekort gerealiseerd zal worden op het BUIG-budget van ca. € 4 miljoen 4. Voor 2014 wordt verwacht dat ten opzichte van het BUIG budget een tekort gerealiseerd wordt van ca. € 3,8 miljoen en vanaf 2015 een tekort van ruim € 1 miljoen. Deze zijn als verwachte tekorten opgenomen in de MPB. Prestaties Primair vanuit sociaal oogpunt, maar ook vanwege de kosten is het van belang dat het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering zoveel mogelijk beperkt wordt. Om de prestatie te waarderen maken we een vergelijking met referentiegemeenten. Apeldoorn wil gelijk- of beter presteren als deze referentiegemeenten. De te leveren prestatie wordt uitgedrukt in een kengetal. Dit getal vertaalt onze prestaties in verhouding tot de referentiegemeenten. Is het kengetal 1 of minder dan 1, dan presteert Apeldoorn conform of beter dan deze gemeenten. Hierbij moet wel de volgende kanttekening worden gemaakt. Uit onderzoek blijkt dat Apeldoorn in tijden van ‘voorspoed’ altijd beter presteert dan referentiegemeenten. Terwijl in tijden van crisis Apeldoorn altijd beduidend slechter presteert. Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Aanzuivering nadeel Bijstandsuitgaven Vóór het zomerreces hebben wij uw raad per brief geïnformeerd over de sterk oplopende bijstandsuitgaven. Ultimo maart 2013 is door Apeldoorn een aanvraag voor een Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) 2013-2015 bij de toetsingscommissie WWB ingediend. In deze aanvraag wordt ingegaan op de verwachte financiële resultaten van Apeldoorn in de komende jaren. Voor de budgetraming is er van uitgegaan dat de gemeente Apeldoorn in de jaren 2014 t/m 2017 hetzelfde budgetaandeel ontvangt als in 2013. In feite gaat het hier over het meest pessimistische scenario. Verwacht wordt natuurlijk dat onze beleidsen uitvoeringsaanpassingen hun werk zullen doen. In de prognoses voor 2014 en 2015 komt dit tot uiting. Desalniettemin spelen de volumestijging, de extra Apeldoornse kosten als het gaat om de mensen in een inrichting en de iets hogere gemiddelde uitkering een rol bij de prognose. 4
In het voorjaar van 2013 werd nog een tekort verwacht van ca. € 7 miljoen. Door de verhoging van de rijksbijdrage lijkt het tekort nu uit te komen op ca. € 4 miljoen eindejaars. 114
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
Apeldoorn heeft naar verhouding veel, ca. 7 procent, uitkeringsgerechtigden in instellingen. Deze groep bijstandsgerechtigden heeft ingevolge de Wet Werk en Bijstand recht op zak- en kleedgeld. Hiermee is op jaarbasis een bedrag gemoeid van ruim € 0,8 mln. In de berekeningsystematiek van het rijk, op basis van het objectieve verdeelmodel, wordt deze groep echter niet meegenomen. Het is een factor waar ons beleid geen invloed op uit kan oefenen. Inmiddels heeft het ministerie opdracht gegeven aan een onderzoeksbureau om voorstellen te ontwikkelen tot objectief verdeelmodel. Apeldoorn heeft aan dit bureau de suggestie gedaan om deze groep ook in het verdeelmodel te betrekken. Tevens is al enkele jaren een neerwaartse trend zichtbaar in de afdracht van inkomsten door het UWV in het kader van terug te vorderen bijstandsuitkeringen. Structureel is hiermee € 0,2 mln. gemoeid. Op basis hiervan verwachten wij dat het tekort vanaf 2015 kan worden beperkt tot ruim € 1,0 mln.
Lasten en baten De belangrijkste lasten (excl. uitvoeringskosten) zijn: - BBZ €. 0,8 mln. - Bijstandsverlening BUIG €. 39,4 mln. De -
610
belangrijkste baten zijn: Rijksbijdrage BBZ Vorderingen BBZ Rijksbijdrage BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten). Vorderingen WWB
Bijstandsverlening
Eenheid WA, S&R
€. 0,3 mln. €. 0,5 mln. €. 38,0 mln. €.
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -6.953
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Aanzuivering nadeel bijstandsuitgaven
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
1,4 mln.
2013 S -5.790
L 46.590
Begroting 2014 B 40.166
S -6.424
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -6.525 -6.640 -6.758
3.800
-3.800
-1.000
-1.000
-1.000
-6.953
-5.790
50.390
40.166 -10.224
-7.525
-7.640
-7.758
-6.953
-5.790
50.390
40.166 -10.224
-7.525
-7.640
-7.758
614 Gemeentelijk minimabeleid Het gemeentelijk minimabeleid heeft als doel het voorkomen van een sociaal isolement, waarin burgers mogelijk kunnen raken als gevolg van hun beperkte financiële armslag. In Apeldoorn komen mensen met een laag inkomen in aanmerking voor allerlei inkomensondersteunende en participatiebevorderende maatregelen. Het regeerakkoord waarin een wijziging van de bijzondere bijstand en afschaffing van de landelijke voorzieningen voor chronisch zieken en gehandicapten (zoals de Wtcg) is aangekondigd, maakt dat we ons heroriënteren op de toekomst van het bestaande minimabeleid. Prestaties Aantal mensen met een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau dat gebruik maakt van RegelRecht is 11.000.
115
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Heroverweging bezuinigingstaakstelling minimabeleid In de Zomernota is een ombuiging op het minimabeleid opgenomen die oploopt tot € 500.000 in 2016. Deze bezuiniging wordt gerealiseerd door de huidige inkomensvoorziening voor chronisch zieken en gehandicapten te stoppen. Bij de behandeling van de Zomernota heeft uw raad bij amendement ‘beloofd’ besloten om de eerste jaarschijf van de bezuiniging van € 125.000 in 2013 door te schuiven naar 2014. Hierdoor staat voor 2014 een bezuiniging van € 375.000 ingeboekt. Dit in afwachting van nadere uitwerking van het destijds pas gesloten regeerakkoord, waarin sprake was van beëindiging van een aantal rijksregelingen (waaronder de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten) en overheveling van een deel van de hiervoor bestemde gelden naar gemeenten. Tevens hebben wij aangegeven een herziening van het minimabeleid voor te bereiden. In het regeerakkoord is inderdaad een nieuwe maatwerkvoorziening chronisch zieken, gehandicapten en ouderen opgenomen. De gemeenten ontvangen hiervoor ca. 60% van het voormalige rijksbudget, die voor onze gemeente kan oplopen tot ca € 7 mln. In de meicirculaire Gemeentefonds 2013 is de 1e tranche van € 450.000 van de nieuwe maatwerkregeling opgenomen. Conform bestaande afspraken komen toevoegingen aan de algemene uitkering ten gunste van de algemene middelen, tenzij bijzondere redenen tot een andere bestemming leiden. Op basis van hetgeen nu bekend is, is het niet mogelijk om in 2013 al te komen tot de voorgenomen herziening van het minimabeleid. Wij stellen u daarom voor om het extra budget van € 450.000 éénmalig voor een bedrag van € 375.000 te gebruiken om de taakstelling op het minimabeleid over 2014 op te vangen. De lokale inkomensregeling chronisch zieken en gehandicapten kan dan in 2014 gehandhaafd worden. Op die wijze bereikt het geld in elk geval de doelgroep die getroffen wordt door de rijksbezuiniging. Zo gauw meer bekend is zal aan de slag worden gegaan om het (minima)beleid voor 2015 en verdere jaren te ontwikkelen. Hierbij zal nauw aansluiting worden gezocht bij de ontwikkelingen in het kader van de bijzondere bijstand en de Wmo om op deze wijze een maatwerkvoorziening te ontwikkelen voor met name de chronisch zieken en gehandicapten. Bezuinigingsvoorstellen Minimabeleid Het Apeldoornse minimabeleid is een belangrijk onderdeel van het gemeentelijk sociale beleid. In Apeldoorn geven we per jaar ca. € 5 mln uit aan het minimabeleid met daarbinnen de individuele en categoriale bijzondere bijstand en bijvoorbeeld de strippenkaart en subsidies als aan de stichting Leergeld. Het is het laatste vangnet waar mensen, met name via de bijzondere bijstand, een beroep op kunnen doen. Het minimabeleid is ook onderwerp van rijksbeleid. Wij zijn in afwachting van de inhoud hiervan en van de omvang van de budgetten die hiervoor beschikbaar komen. Zodra hierover duidelijkheid is verkregen, zullen wij het minimabeleid in zijn geheel tegen het licht houden. Daarop vooruitlopend wordt het huidige minimabeleid in het kader van onze periodieke collegeonderzoeken geëvalueerd. Gelet hierop hebben we volstaan met een pm-raming ingaande 2015.
Lasten en baten Bijzondere Bijstand - Langdurigheidstoeslag €. - Categoriale BB: Bijzondere bestaanskosten €. - Categoriale BB: Inkomensondersteuning €. - Categoriale BB: Chron.zieken en gehandicapten €. - Individuele BB (o.a. Leenbijstand) €. - Kwijtschelding gemeentelijke belastingen €
116
0,8 1,2 0,4 0,2 0,7 1,5
mln. mln. mln. mln. mln. mln.
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
Armoedebestrijding - Participatiepakket - AGIS: bijdrage zorgverzekering
€. €.
0,5 mln. 0,6 mln.
De belangrijkste baten zijn: - Aflossing leenbijstand
€.
0,2 mln.
614
Gemeentelijk minimabeleid
Eenheid WA, SSC
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -8.171
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Heroverweging bezuinigingstaakstelling minimabeleid
€
Bezuinigingsvoorstellen Minimabeleid
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves, div.
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
2013 S -8.100
Begroting 2014 L B 8.169 276
375
S -7.893
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -7.974 -7.995 -8.143
-375
pm
pm
pm
-8.171
-8.100
8.544
276
-8.268
-7.974
-7.995
-8.143
-8.171
-8.100
8.544
276
-8.268
-7.974
-7.995
-8.143
724 Wet op de Lijkbezorging Uitvoering geven aan de Wet op de Lijkbezorging: wanneer bij overlijden door de nabestaanden niet voor de teraardebestelling wordt gezorgd, voorziet de gemeente hierin.
Lasten en baten 724
Wet op de Lijkbezorging
Eenheid WA
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -11
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
2013 S -16
L
Begroting 2014 B 17
S -17
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -17 -18 -18
-11
-16
17
0
-17
-17
-18
-18
-11
-16
17
0
-17
-17
-18
-18
Hoofddoelstelling 6.3 Het versterken van een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt De arbeidsmarkt in Apeldoorn is traditioneel sterk in vergelijking met andere gemeenten van dezelfde omvang. We kennen relatieve lage werkloosheid- en bijstandniveaus. De gevolgen van de economische crisis gaan aan Apeldoorn echter ook niet voorbij. Procentueel gezien is de stijging in Apeldoorn hoger dan landelijk. Het aantal werkloosheidsuitkeringen is bijvoorbeeld in het eerste kwartaal van 2013 landelijk met 28% toegenomen ten opzichte van dezelfde periode in 2012. In Apeldoorn nam het aantal WW-uitkeringen in dezelfde periode toe met 31% - het aantal WWB uitkeringen nam met 12,8% toe. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de hogere procentuele toenames mede veroorzaakt worden door de lage niveaus waardoor een absolute toename in procenten uitgedrukt hoger is dan bij hoge werkloosheidniveaus. Op de arbeidsmarkt lijkt zich een zorgwekkende ontwikkeling af te spelen. Het aanbod aan werknemers sluit niet aan op de vraag van werkgevers. In 2012 steeg het aantal arbeidsplaatsen in Apeldoorn met 3100, oftewel een stijging van 3,2% ten opzichte van 2011. Deze toename vertaalde zich echter niet in een daling van het aantal werkloosheidsuitkeringen, dit nam in dezelfde periode met ruim 25% toe. Er is sprake van een kwalitatieve mismatch.
117
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
Wat gaan we daar voor doen?
Apeldoorn gaat verder met het binden en boeien van werkgevers aan de opdracht voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Dit doen we onder de naam “Apeldoornse aanpak”. Het komende jaar zal de samenwerking met Felua-groep verder worden uitgebreid. Op het gebied van de werkgeversdienstverlening wordt integraal samengewerkt. Nu wordt gekeken op welke onderdelen van de dienstverleningsketen verder kan worden samengewerkt. Ook de relatiemanagers EZ van de eenheid Publiek Ondernemen en Wijken worden hierbij betrokken. Felua-groep heeft eveneens een belangrijke rol in het opzetten van nieuw instrumentarium voor de Wwb. Bij het opzetten van Leerwerksettings bij werkgevers wordt intensief samengewerkt met o.a. Aventus, de eenheid Beheer en Onderhoud van de gemeente en Felua-groep. Er zijn ook afspraken gemaakt met reguliere werkgevers en met de Bedrijvenkring Apeldoorn om de mogelijkheden uit te breiden om Leer-werksettings bij commerciële bedrijven op te zetten. Afgelopen jaar is gebleken dat het beleid op het gebied van Sociaal Aanbesteden niet alleen resultaten oplevert voor het plaatsen van mensen uit de uitkering. Het is ook een manier om in gesprek te komen met werkgevers om samen te kijken wat we kunnen doen om arbeidsmarktknelpunten op te lossen. 482 Onderwijs aan volwassenen Het organiseren van verschillende cursussen in de wijk door Aventus in samenwerking met andere organisaties. Doel van de cursussen is activering, participatie en ontmoeting. In de Zomernota 2012 is besloten om het project af te bouwen en voor het schooljaar 2013/2014 voor het laatst een subsidie te verlenen.
Lasten en baten 482
Volwassenen- en beroepsgerichte educatie
Eenheid JZW
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € -103
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Div.
2013 S -50
L
Begroting 2014 B 4
S -4
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -4 -4 -5
-103
-50
4
0
-4
-4
-4
-5
-103
-50
4
0
-4
-4
-4
-5
€ €
611 Strategische Board Stedendriehoek (voorheen Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA) Bedrijven en werknemers zijn sterk regionaal georiënteerd. Daarom is een regionale aanpak voor de arbeidsmarkt, economie en onderwijs gewenst daar waar de lokale benadering niet toereikend is, of voor die thema's waarop regionale samenwerking meerwaarde oplevert.
Wat gaan we daar voor doen?
Zoals eerder benoemd zijn binnen de regio Stedendriehoek het Regionaal Platform Arbeidsmarkt beleid (RPA) en het Economisch Platform Stedendriehoek (EPS) opgegaan in de Strategische Board Stedendriehoek. Samen met de partners, ondernemers en onderwijs, gaan we projecten initiëren gericht op het versterken van het onderwijs en de werking van de arbeidsmarkt. Deze nieuwe opzet zal bijdrage aan het realiseren van de doelstellingen die de gemeente heeft op het gebied van arbeidsmarkt, economie en onderwijs. In het recent gesloten Akkoord van Beekbergen hebben de 3 O’s (Ondernemers, Onderwijs en Overheid) naar elkaar bevestigd dat ze een gezamenlijke opdracht hebben en deze samen willen oppakken door concrete projecten met elkaar op te pakken. In feite wordt met dit Akkoord invulling gegeven aan twee van de drie actielijnen waar
118
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
de Strategische Board op stuurt, te weten: “Stedendriehoek Leert” en “Stedendriehoek Werkt”. Wethouder Kruithof zit in de Board namens de O van Overheid.
Prestaties -
uitvoeren nieuwe structuur SBS uitwerken en uitvoeren uitvoeringsagenda versterking onderwijsketen opzetten projecten om de arbeidsmarkt te versterken
Outputkengetal
Realisatie 2012
Doel 2013
Doel 2014
494 440 138
500 400 PM
500 500 N.v.t.
PM
PM
Realisatie 2012
Doel 2013
Doel 2014
1,07
1
1
10.540
11.000
11.000
68%
65%
70%
623 Participatiebudget Uitstroom doelstelling werk Realisatie participatieplaatsen Aantal te starten inburgeringstrajecten 611 Werkgelegenheid Prestatieafspraken gemeente – Felua-groep
Hoofddoelstelling 6.2 Inkomen én uitkomen Outputkengetal 610 Bijstandsverlening Lokale ontwikkeling van het bijstandsvolume in verhouding tot de ontwikkeling van de referentiegemeenten 614 Gemeentelijk minimabeleid Aantal mensen met een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau dat gebruik maakt van RegelRecht 310 Schuldhulpverlening Aandeel geslaagde schuldhulpverleningstrajecten tov totaal aantal aanvragen schuldhulpverlening
Resumé programmakosten Omschrijving beleidsproduct
310
Dienst SAM
Rekening 2012 S
4.246
S
€
482
Volwassenen- en beroepsgerichte educatie
€
-103
-50
4
610
Bijstandsverlening
€
-6.953
-5.790
50.390
611
Werkgelegenheid
€
-2.231
-380
26.622
26.229
-393
-399
-405
-412
614
Gemeentelijk minimabeleid
€
-8.171
-8.100
8.544
276
-8.268
-7.974
-7.995
-8.143
623
Participatie
€
-5.177
-2.805
9.224
6.485
-2.739
-2.783
-2.831
-2.882
650
Kinderopvang (Wet Kinderopvang)
€
-696
-389
247
5
-242
-246
-253
-261
724
Begraafplaatsen
€
-11
-16
17
0
-17
-17
-18
-18
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ -26.504 -20.949
99.294
73.776 -25.518
-22.641
-22.906
-23.309
980
Mutaties reserves
€
0
0
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€ -24.108 -20.949
99.294
2.396
-3.419
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
Stadsbank en schuldhulpverlening
119
-3.162
Begroting 2014 L B
2013 S
615
-3.631
0
-4
-4
-4
-5
40.166 -10.224
-7.525
-7.640
-7.758
0
-3.693
-3.760
-3.830
0
0
0
0
73.776 -25.518
-22.641
-22.906
-23.309
120
Programma 7
Zorg en welzijn
Beleidsproducten 620 622 630 652 714
Maatschappelijke begeleiding en advies Huishoudelijke verzorging Sociaal cultureel werk Voorzieningen gehandicapten Openbare gezondheidszorg
121
Doelenboom programma 7: Zorg en Welzijn Programmadoelstelling
Doelstellingen WMO prestatieveld 1, bevorderen sociale samenhang Het bevorderen van de sociale samenhang in- en de leefbaarheid van dorpen, wijken en verstevigen van de sociale basisinfrastructuur met passende formele/informele ondersteuning voor (tijdelijk) kwetsbare inwoners. Deze doelstelling moet leiden tot: • Versterking van maatschappelijke participatie door en voor autonome en kwetsbare Apeldoornse inwoners; • Versterking van de integratie tussen allochtone en autochtone burgers.
WMO prestatieveld 2, Preventief jeugdbeleid Dit Wmo prestatieveld wordt uitgewerkt in programma 5
Burgers nemen zo lang mogelijk zelfstandig, volwaardig en met een aanvaardbare kwaliteit en gezondheid deel aan de samenleving.
WMO prestatieveld 3, informatie, advies en cliëntondersteuning De burger kan beschikken over de gegevens en ondersteuning die nodig zijn om zelfstandig te zijn, keuzes te maken, zelfregie te voeren en aanvragen te doen etc Gericht op het voorkomen, verminderen of oplossen van problemen van (psycho) sociale, pedagogische of financiële aard en het beïnvloeden van maatschappelijke situaties, die dit soort problemen veroorzaken.
WMO prestatieveld 4, vrijwilligersbeleid en mantelzorg Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers door het in standhouden van een stevige vrijwilligersinfrastructuur en het ondersteunen van mantelzorgers om de zorg voor hun naaste zo lang en goed mogelijk vol te kunnen houden.
Prestatieveld 5 & 6, collectieve en individuele verstrekkingen Mensen doen zo volwaardig mogelijk en zo zelfredzaam mogelijk mee in de samenleving met een aanvaardbare kwaliteit van leven. Dit houdt in dat de burger zo lang mogelijk zelfstandig en zelfredzaam dient te zijn (Civil Society). Indien het eigen vangnet ontoereikend is, dient eerst een beroep te worden gedaan op een algemene voorziening, dan pas op een collectieve voorziening of een collectief aanbod en daarna pas op het individueel aanbod.
Prestatieveld 7, vrouwenopvang en huiselijk geweld Bestrijden van geweld in afhankelijkheidsrelaties door inzet op het voorkomen en het signaleren ervan en door het (acute) beschermen en ondersteunen van slachtoffers, zodat het geweld snel stopt en slachtoffers een leven zonder geweld kunnen opbouwen.
Prestatieveld 7, 8 & 9 Regionaal Kompas Burgers kunnen zo volwaardig en zo zelfredzaam mogelijk meedoen in de samenleving met een aanvaardbare kwaliteit van leven, gericht op uitstroom uit de maatschappelijke zorg, naar een stabiele leef- en woonsituatie en op maximaal haalbare zelfredzaamheid.
Prestaties • Vergroting van de maatschappelijke verantwoordelijkheid bij burgers voor de leefbaarheid in de eigen stad, wijk, dorp of buurt • Het vergroten van maatschappelijke deelname door allochtonen, met aandacht voor bijzondere problematiek als gevolg van taalachterstand en culturele verschillen • Het realiseren van de wijkcentra in de Binnenstad en de Finse school wordt nader afgewogen in het licht van het uitvoeringsprogramma van de wijkvoorzieningenscan. • Het realiseren van het welzijn en zorgnetwerk in 2014 en 2015 per stadsdeel • Het aantal gehuisveste statushouders: behalen rijkstaakstelling van gemiddeld 85 per jaar en het inlopen van de achterstand, a.g.v. generaal pardon.
De gemeente subsidieert maatschappelijke partners zodat zij in staat zijn in “een Gesprek” informatie en advies aan burgers te verstrekken en cliëntondersteuning aan burgers te bieden en hierbij uit te gaan van eigen kracht en zelfredzaamheid (bijvoorbeeld ouderenadviseurs). Er wordt per wijk gestreefd naar een netwerk van cliëntondersteuning. De gemeente Apeldoorn zelf: • Het bieden van een klantvriendelijke en professionele dienstverlening; • Het geven van onafhankelijke en volledige informatie over een breed aanbod aan voorzieningen door oa een gemeentegids en een digitaal loket • Het geven van advies en informatie; gericht op zelfredzaamheid • Het geven van ondersteuning aan cliënten die vragen of problemen hebben, als gevolg van beperkingen, met het zelfstandig functioneren; • Het geven van voorlichting aan maatschappelijke partners, zodat beroepskrachten en intermediairs, burgers kunnen adviseren en bijstaan om zolang mogelijk zelfstandig maatschappelijk te participeren; • Het opleiden van vrijwilligers die o.a. werken in de informatiepunten van de woon service gebieden (gericht op algemene voorzieningen);
Beleidsproduct
630
620
• Het faciliteren van de autonome, zelfredzame burgers, die zich verenigen op maatschappelijk, cultureel, ideëel of sportief gebied door het versterken van vrijwilligersorganisaties. • Het versterken van het sociale netwerk rond de burger door de diensten van vrijwilligersorganisaties en mantelzorgondersteuning hierop te focussen. • Het bieden van algemene voorzieningen als Verenigingsbureau, professionalisering vrijwilligerswerk, onkostenvergoeding, indien het eigen netwerk of de eigen kracht niet voldoende zijn.
620
Gezondheidszorg: • Het bieden van preventiebeleid op het voorkomen of vroegtijdig opsporen van ziekten en op het gezonder maken van mensen door gezondheidsrisico’s weg te nemen • Het bieden van zorgbeleid zodat er in de gemeente voldoende voorzieningen zijn op het gebied van zorg met een vangnetfunctie; • Het bieden van facet- beleid zodat er ook op andere gebieden aandacht is voor aspecten van gezondheid. • Collectieve en Individuele verstrekkingen: Het - op basis van de in "het gesprek" verstrekte indicatie op maat bieden van individuele- en collectieve voorzieningen voor huishoudelijke verzorging, woonvoorzieningen, rolstoelen en vervoersvoorzieningen
620 622 652 714
• Het bieden van hulpverlening en opvang gericht op zowel
mannen, minderjarigen als vrouwen, met een vangnet en alternatieve vormen van opvang in noodsituaties. • Het bevorderen van doorstroming uit de opvang naar zelfstandig wonen waarbij in samenwerking met de woningcorporaties woonruimte ter beschikking wordt gesteld.
• Het bieden van maatschappelijke opvang en vergroten van de weerbaarheid • Het bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg door subsidieverlening aan GGnet en MD Veluwe (Algemeen maatschappelijk Werk) • Het bieden van verslavingszorg, door aan subsidieverlening aan de instellingen die het beleid en activiteiten uitvoeren
122
620
620
7. Zorg en Welzijn Portefeuillehouder(s): - P. Blokhuis
Leeswijzer Het wettelijk kader onder dit programma is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Wmo hanteert 9 prestatievelden als indeling. Deze prestatievelden vormen ook (deels geclusterd) de indeling van dit programma. De algemene programmadoelstelling wordt telkens vanuit een specifiek Wmo prestatieveld ingevuld en voorzien van concrete prestaties.
Programmadoelstelling De gemeente Apeldoorn vindt het belangrijk dat haar burgers zo lang mogelijk zelfstandig, volwaardig en met een aanvaardbare kwaliteit en gezond aan de samenleving kunnen deelnemen.
Wat willen we met dit programma? Het beleid ten aanzien van deze programmadoelstelling richt zich op maatschappelijke participatie van bewoners in hun directe leefomgeving zodat sociaal isolement en uitsluiting wordt voorkomen. Dit geldt in het bijzonder voor kwetsbare groepen burgers. Het actief deelnemen aan de samenleving veronderstelt dat inwoners zich thuis voelen in- en betrokken zijn bij Apeldoorn. Deze doelstellingen worden bereikt door middel van het faciliteren van vrijwilligerswerk, clubs en verenigingen, het wijkgericht werken, het faciliteren van ontmoetingsplekken en het stimuleren van de integratie van allochtonen. Ook ondersteunen wij mensen die zich niet of moeilijk meer in en om hun woning kunnen bewegen, passen wij waar nodig huizen aan en zorgen we er voor dat mensen die het nodig hebben huishoudelijke hulp wordt geboden. Ook in de maatschappelijke opvang zijn we actief. Vrouwen worden opgevangen die in gevaar zijn, we begeleiden verslaafden en zorgen voor onze daklozen. Doelstellingen uit dit programma hangen nauw samen met andere begrotingsprogramma’s. Benchmark Per prestatieveld worden de resultaten uit de Basisbenchmark 1 Wmo, over 2012, gepresenteerd en waar mogelijk vergeleken met de cijfers uit 2011. De scores van het gemiddelde van de gemeentegrootteklasse en van de benchmark worden aangegeven met een horizontaal streepje door de thermometer met rechts daarvan het desbetreffende percentage. Het blauwe streepje geeft het gemiddelde van onze gemeentegrootteklasse weer en het rode streepje het benchmarkgemiddelde van alle gemeenten. De groene inhoud van de thermometer geeft de score aan van Apeldoorn. De Wmo-thermometer De Wmo-thermometer is het gewogen gemiddelde van de scores op de hiernavolgende thema's: beleidsparticipatie, leefbaarheid en sociale samenhang, jeugd, toegang en oplossingen voor Wmoondersteuningsvragen, mantelzorg, vrijwilligerswerk, wonen, zorg en toegankelijkheid en opvang. De Wmo-thermometer geeft een indicatie waar onze gemeente staat ten opzichte van andere gemeenten in het totale Wmobeleid.
1
Basisbenchmark en Tevredenheidsonderzoek worden jaarlijks naar de gemeenteraad gezonden. Hierin wordt toegelicht hoe de indicatoren zijn opgebouwd.
123
7. Zorg en welzijn De Wmo-thermometer laat zien dat Apeldoorn iets hoger scoort dan het gemiddelde van de gemeentegrootteklasse en iets hoger dan het gemiddelde van de benchmark. Verschillen 2011-2012 De indicatoren waar de thermometers op zijn gebaseerd worden jaarlijks aangepast. De keuze voor de indicatoren is onder andere gebaseerd op actuele ontwikkelingen binnen het gemeentelijk beleid. Dit maakt dat de thermometers met name geschikt zijn om een vergelijking met andere gemeenten te maken en minder geschikt zijn om de eigen gemeente in de tijd te vergelijken. In 2011 was het algemeen beeld dat de thermometers lieten zien dat Apeldoorn op de meeste thermometers nog steeds boven gemiddeld scoorde ten opzichte van de benchmarkgemeenten en gemeenten uit dezelfde grootteklasse. Het verschil tussen Apeldoorn en de referentiegroepen was echter kleiner dan de jaren daarvoor. De thermometers met de resultaten van 2012 laten zien dat op een aantal prestatievelden Apeldoorn aanzienlijk hoger scoort dan vorig jaar en dan de referentiegemeenten. Op een aantal thermometers zien we echter ook dat Apeldoorn lager scoort ten opzichte van vorig jaar en ten opzichte van de referentiegemeenten. Er is niet één reden te noemen waardoor dit wordt veroorzaakt. Nadere analyse moet duidelijk maken waardoor deze verschillen verklaard kunnen worden. Het college komt in het najaar met deze analyse. Gemiddeld genomen heeft Apeldoorn precies dezelfde score als in 2011 en doet Apeldoorn het nog steeds goed in vergelijking met referentiegemeenten. Beleidsparticipatie thermometer 2012 Het hoofddoel van de Wet maatschappelijke ondersteuning is participatie van alle burgers, ongeacht hun eventuele beperkingen. Niet alleen participatie in de beleidsvorming, maar ook meedoen in de samenleving (=maatschappelijke participatie). Beleidsparticipatie omvat alle activiteiten die de gemeente onderneemt om de inwoners te betrekken bij beleid en uitvoering. Dit zijn bijvoorbeeld inspraakbijeenkomsten, consultering van burgerpanels of het uitvoeren van een bewonersenquête. De gemeente is verplicht om burgers, cliënten en burger- of cliëntenorganisaties te betrekken bij het voorbereiden en opstellen van het lokale Wmo-beleid.
Veranderopgave Hervorming langdurige zorg In de brief Hervorming langdurige zorg van staatssecretaris Van Rijn worden vele wijzigingen in het beleid genoemd, die in 2014 en 2015 zullen ingaan. Diverse taken worden, met een bezuiniging, aan de Wmo toegevoegd:
Wmo a. b. c. d. e.
mensen begeleiding verzorging begeleid wonen inkomensondersteuning cliëntondersteuning
2.600 2.800 800 p.m. p.m.
middelen € 28.000.000 € 20.000.000 € 50.000.000 € 7.000.000 p.m.
bezuiniging 25% 15% onbekend onbekend p.m.
opmerking zeker zeker risico minimabeleid MEE
. Het verstrekken van de huidige gemeentelijke taak ‘huishoudelijke hulp’ wordt beperkt tot mensen die dat echt nodig hebben en het niet zelf kunnen betalen. De Rijksuitkering wordt daarom vanaf 2015 met 40% gekort. In 2014 wordt al een
124
7. Zorg en welzijn korting op het landelijke budget van € 90 miljoen opgelegd. Het budget voor de hulpmiddelen wordt landelijk met € 50 miljoen verminderd. Het PGB zal anders vorm gegeven worden. Deze onderwerpen komen ook aan de orde in de paragraaf weerstandsvermogen De nieuwe Wmo vanaf 2015 De eerste proeve van de nieuwe Wmo laten zien dat het rijk het compensatiebeginsel en de 9 prestatievelden laat vallen. Hiervoor komt de volgende opdracht terug. Maatschappelijke ondersteuning: 1. Bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg, het vrijwilligerswerk en de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld. 2. Ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische, psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving. 3. Bieden van opvang. De gevolgen van deze nieuwe opdracht worden bestudeerd. Deze tekst moet nog het gehele wetgevingstraject doorlopen. Nota Wmo begeleiding Het kabinet wil de functie “begeleiding” van AWBZ klanten dichter bij de burger brengen. De overgang van taken door decentralisatie heeft betrekking op het overhevelen van alle extramurale begeleiding, waaronder dagbesteding. Met de komst van deze nieuwe klanten zullen ook de kosten van de uitvoering van de regeling voor rekening van de gemeente komen. Deze nieuwe taken zullen risico’s voor gemeenten met zich meebrengen. Momenteel hebben 170.000 personen in de AWBZ recht op extramurale begeleiding, waarbij er zo’n € 2,8 miljard aan de regeling verbonden is. Van deze personen zal een (groot) deel met een hulpvraag naar de gemeente komen. Nota Wmo verzorging Per 1-1-2015 kunnen Apeldoorners geen aanspraak meer maken op de extramurale functie Persoonlijke Verzorging in de AWBZ. Voor alle cliënten met een tot na 1-1-2015 doorlopende CIZ-indicatie voor extramurale Persoonlijke Verzorging, zal de indicatie met de wetswijziging van rechtswege komen te vervallen op 1-1-2015. Dit ongeacht de looptijd van de indicatie. Gemeenten worden verantwoordelijk voor ondersteuning en ontvangen 85 % van het budget. Op peildatum 1-1-2013 gaat het om 2.775 mensen. De raadsopdracht waarmee aangegeven wordt hoe deze taak moet worden opgebracht wordt in het najaar 2013 aan de raad voorgelegd. Programma extramuralisering Dit onderwerp is een verzameling van veranderingen: • Al sinds lange tijd speelt de ontwikkeling van extramuralisering. Instellingen krimpen op hun intramurale bedden en realiseren extramurale woonvoorzieningen in de wijken. De gemeente faciliteert deze beweging via haar beleid m.b.t. de woonservicegebieden. • Kabinet Rutte II versnelt nu de beddenafbouw. Instellingen willen met de gemeente om tafel om afspraken te maken. • Ook wordt werk gemaakt van het doorvoeren van het scheiden van wonen en zorg als het gaat om dit extramurale wonen. Gevolg zal zijn dat de gemeente enerzijds verantwoordelijke wordt voor het inkomen van deze mensen, de begeleiding / verzorging van deze mensen en de huisvesting van deze mensen.
125
7. Zorg en welzijn •
Dit laatste is het gevolg van de opmerking over begeleid en beschermd wonen 2 in de brief ‘Hervormingen langdurige zorg’. Het gaat in Apeldoorn om circa 800 mensen en over een bedrag van circa € 50 mln per jaar met aanzienlijke financiële risico’s. Over dit onderwerp zal in het najaar 2013 een programma aan de raad worden voorgelegd hoe gemeentelijk beleid en uitvoering de komende jaren tot stand gaat komen.
Inkomensondersteuning Deze nieuwe taak zal in samenhang met de herziening van het minimabeleid in de tweede helft van 2013 worden opgepakt. Cliëntondersteuning Het betreft hier in feite de decentralisatie van de MEE functie. Begin 2014 zal de raad hierover nader worden ingelicht. MEE is regionaal georganiseerd. Het aantal Apeldoornse cliënten en budget is thans nog niet bekend. Nota Welzijn, Vrijwilligerswerk en Mantelzorg In de Voorjaarsnota 2011 en Zomernota 2002 is een bezuiniging van in totaal € 1,4 miljoen gekoppeld aan welzijnstaken die uitgevoerd worden in onze gemeente. In het verlengde daarvan is in de Voorjaarsnota 2011 en Zomernota 2012 een begin gemaakt met een nieuwe opdracht voor het welzijnswerk in Apeldoorn. Ons lokaal bestuur wil ruimte geven aan de mogelijkheden, kracht en eigen verantwoordelijkheid van iedere Apeldoorner en maakt daarmee een terugtrekkende beweging uit het sociaal domein. Deze nota geeft de visie weer op welzijn en formuleert doelen en bijbehorende taken passend binnen het nieuwe financiële kader. Door middel van pilots wordt geëxperimenteerd om vorm te geven aan deze nieuwe visie. Dit biedt een basis voor het maken van nieuwe geactualiseerde afspraken met uitvoerende organisaties.
Opmaat Meer dan in voorgaande bestuursperioden zien we een terugtredende overheid voor ons. Een overheid die terugtreedt omdat hij: a. de burger ruimte wil geven om zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen; b. in beginsel vertrouwt op de kracht van burgers tezamen en; c. het zich financieel niet kan permitteren om op tal van terreinen zelf organisator en financierder te zijn. Onze inwoners vormen met elkaar als burgers een gemeenschap. Van die gemeenschap verwachten we verantwoordelijkheid ten aanzien van de eigen omgeving en medemens. Wij faciliteren dat, maken het mogelijk. E.e.a. is als volgt te visualiseren. Het beleid (de pijlen) is er op gericht om de opgave in een zo ‘laag mogelijke trede van de piramide’ te effectueren. Per prestatieveld wordt aangegeven welke trede de meest dominante is. Voor dit programma is de gehele piramide van belang.
2
Het begeleid wonen dat gericht is op participatie is meer passend binnen het gemeentelijk domein. Gemeenten worden in 2015 verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen met psychiatrische problemen, waarbij niet behandeling, maar op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermde woonomgeving centraal staat. Ook het bieden van een beschermende woonomgeving aan deze doelgroep wordt een taak van gemeenten. De bijbehorende budgetten worden dan volledig overgeheveld naar gemeenten. Vooralsnog worden primair de centrumgemeenten verantwoordelijk voor de opvang van deze groep. Gemeenten worden tevens verantwoordelijk voor het creëren van laagdrempelige voorzieningen (inloopfunctie GGZ).
126
7. Zorg en welzijn
Individuele voorziening
Collectieve voorzieningen
Algemene voorzieningen
Eigen sociaal netwerk
Wmo prestatieveld 1, bevorderen sociale samenhang Doelstelling •
• •
Het bevorderen van de sociale samenhang in- en de leefbaarheid van dorpen, wijken en verstevigen van de sociale basisinfrastructuur met passende formele/informele ondersteuning voor (tijdelijk) kwetsbare inwoners Deze doelstelling moet leiden tot: Versterking van maatschappelijke participatie door en voor autonome en kwetsbare Apeldoornse inwoners; Versterken van de integratie tussen allochtone en autochtone burgers.
Wat gaan we daar voor doen? •
• •
Vergroting van de maatschappelijke verantwoordelijkheid bij burgers voor de leefbaarheid in de eigen stad, wijk, dorp of buurt. Om dit te bereiken worden de volgende prestaties geleverd: o De gemeente zorgt voor een stadsdeel gericht team welzijnsprofessionals (o.a. de buurtregisseur) bestaande uit een passende mix van generalisten en specialisten, afgestemd op de sociale vraagstukken per stadsdeel. Deze vormen de verbinder tussen enerzijds de burger en professionele zorg-welzijn ondersteuning. En anderzijds tussen de burger en het maatschappelijk middenveld zoals verenigingen en vrijwilligers én overheid. o Gemeente voorziet samen met partners in een preventieve sociale basisvoorzieningenstructuur met een passend aanbod van collectieve en algemene voorzieningen in wijk en dorp; o De gemeente zorgt voor een basisinfrastructuur en een centraal loket ter ondersteuning van vrijwilligers en verenigingen; o De gemeente vertaalt de visie op welzijn, vrijwilligerswerk en mantelzorg in concrete opdrachten, gewenste maatschappelijke effecten en wijze van sturing en verantwoording; o In 2012 zijn de wijkvoorzieningen MFC Groene Hoven en MFA Kristal in gebruik genomen; Het realiseren van het wijkcentrum in de Binnenstad en de Finse school, wordt nader afgewogen in het licht van het uitvoeringsprogramma van de wijkvoorzieningenscan; Welzijn en zorgnetwerk worden in de jaren 2014 en 2015 per stadsdeel gerealiseerd waaronder: o Sluitende Buurtaanpak (multiproblemhuishoudens) o Stadsdeelaanpak (groen, grijs en sociaal) o WoonServiceGebieden (maatschappelijk steunsysteem ten behoeve van ouderen en mensen met een beperking)
127
7. Zorg en welzijn
•
•
o Centrum voor Jeugd en Gezin (preventief activeren jeugd en jongeren); Vergroten van maatschappelijke deelname door allochtonen, met aandacht voor bijzondere problematiek als gevolg van taalachterstand en culturele verschillen 3. Om dit te bereiken worden de volgende prestaties geleverd: o Het communicatienetwerk wordt in stand gehouden. Dit netwerk is gericht op verbeteren van communicatie met allochtonen, netwerken, zelforganisatie en het ontwikkelen van initiatieven die de integratie bevorderen. Hieronder vallen ook bestuurlijke vaardigheden; o Voortzetten Platform Duurzaam Dialoog Apeldoorn. Dit is een platform waar de verschillende maatschappelijke instellingen van Apeldoorn en allochtone zelforganisaties elkaar (in dialoog) ontmoeten en gezamenlijke activiteiten ontwikkelen en realiseren. o Integreren van statushouders; Uitvoeren rijksregeling Huisvestingstaakstelling statushouders. Het betreft het huisvesten van asielzoekers die een verblijfsstatus hebben gekregen. Behalen rijkstaakstelling van gemiddeld 85 per jaar en het inlopen van de achterstand eind 2012, als gevolg van het generaal pardon.
Leefbaarheids thermometer (Prestatieveld 1) 2012 Prestatieveld 1 van de Wmo gaat over het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. Leefbaarheid laat zich definiëren als het wonen in een prettige en veilige omgeving, met de mogelijkheid om (thuis of in de buurt) gebruik te maken van (eenvoudige) zorg-, welzijns- en gemaksdiensten. Sociale samenhang gaat over contact, ontmoeting en gezamenlijke activiteiten met als doel de wederzijdse hulpverlening te versterken. Hierbij kan gedacht worden aan de aanwezigheid van voorzieningen voor jong en oud in de buurt, aan het stimuleren van ontmoeting en het vergroten van de betrokkenheid bij de eigen leefomgeving. Dit alles is erop gericht om interactie te initiëren en eenzaamheid tegen te gaan. Leefbaarheid betreft een schone, veilige en prettige leefomgeving, waar burgers weinig te kampen hebben met verloedering en overlastgevend gedrag en zich veilig voelen, zowel op straat als in huis. Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Wijkvoorzieningenscan (vermindering aantal accommodaties) In de MPB 2012-2015 is onder meer een bezuinigingstaakstelling oplopend tot € 1 miljoen verwerkt die gerealiseerd moet worden door vooral vermindering van het aantal door de gemeente gefinancierde accommodaties op sport-, sociaal cultureel - en welzijnsgebied. Daarvan is € 600.000 (sport en sociaal cultureel) bij Accres neergelegd en € 400.000 in dit programma. Deze laatste taakstelling is algemeen van karakter en kan op verschillend maatschappelijk vastgoed plaatsvinden. Randvoorwaarde voor het kunnen realiseren van deze taakstelling is de uitvoering van de wijkvoorzieningenscan in combinatie met de Nota Gemeentelijk Vastgoed. Hierbij zal op stadsdeelniveau bepaald worden welke gemeentelijke accommodaties in de toekomst nog wel en welke niet meer noodzakelijk zijn. De uitvoeringsplannen zijn recent voor de eerste twee stadsdelen opgestart. De 1e tranche van de bezuinigingen is al vanaf 2013 ingeboekt. De opbouw van de aan de wijkvoorzieningenscan gekoppelde ombuiging verloopt als volgt (bedragen x € 1.000):
3
Vanuit thema veiligheid is er ook aandacht voor integriteit en veiligheid en polarisatie en radicalisering. Dit wordt uitgewerkt in het Veiligheidsplan onder reguliere veiligheidszorg.
128
7. Zorg en welzijn
Accres Programma JZW Totaal
2013 200 25 225
2014 400 175 575
2015 e.v. 600 400 1.000
Van vermindering van het aantal accommodaties zal op zijn vroegst vanaf 2015 sprake zijn. Voor 2013 dient Accres het bedrag van € 200.000 daarom ten laste van haar exploitatie te brengen (lumpsum systematiek). Omdat de randvoorwaarde van resultaat uit de wijkvoorzieningenscan in 2014 ontbreekt, is het niet mogelijk om het oplopende bezuinigingsbedrag van € 350.000 (€ 575.000 -/- € 225.000) conform de oorspronkelijke taakstelling te realiseren. Wij stellen voor de bezuiniging van € 350.000 in 2014 als volgt éénmalig te dekken: a. door aanwending van het restant van de stelpost ‘compensatie onderhouds- en energiekosten Accres’ ad € 250.000 die in de lopende MPB beschikbaar is. Deze stelpost is voor € 350.000 vanaf de MPB 2009-2012 opgenomen. Hiervan is structureel € 100.000 aangewend. Het restant kan alternatief worden ingezet; b. de overige € 100.000 ten laste van de algemene middelen te brengen. In de loop van 2014 zullen wij aan de hand van de voortgang van de uitvoering van de wijkvoorzieningenscan het realiteitsgehalte van deze taakstelling voor 2015 en verder beoordelen.
Lasten en baten De belangrijkste lasten hebben betrekking op de subsidie voor Accres (€ 2,4 mln.) en Wisselwerk (€ 3,2 mln.) en MD Veluwe (2,6 mln.) die genoemde prestaties uit dit prestatieveld realiseren. Prestatieveld 1: Bevorderen sociale samenhang
630
Eenheid JZW
Begroting Bestaand Beleid Sociaal cultureel werk
Rekening 2012 S €
2013 S
L
Begroting 2014 B
-4.347
-3.522
5.125
€
-4.347
-3.522
319
400
€
-4.028
-3.122
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Wijkvoorzieningenscan
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
S
1.961
-3.163
5.225
1.961
5.225
1.961
100
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -2.745
-2.763
-2.787
-3.263
-2.745
-2.763
-2.787
-3.263
-2.745
-2.763
-2.787
-100
Wmo prestatieveld 2, preventief jeugdbeleid Jeugd thermometer (Prestatieveld 2) 2012 Prestatieveld 2 is de op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met opgroeiproblemen en van ouders met opvoedingsproblemen. Dit krijgt vorm binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Alle gemeenten hebben inmiddels een fysiek inlooppunt of spreekuur en de mogelijkheid om telefonisch of digitaal vragen over opvoeden te stellen. Een belangrijk onderdeel van een CJG is het registreren van het gebruik van opvoedondersteuning en het (fysieke, telefonische of digitale)opvoedsteunpunt. Verzuim, voortijdig schoolverlaten, jeugdcriminaliteit of het gebruik van Jeugdzorg zijn signalen van opgroei- of opvoedingsproblemen binnen een gezin. Dit onderwerp is verder opgenomen in programma 5 Jeugd en Onderwijs.
129
7. Zorg en welzijn
Wmo prestatieveld 3, informatie, advies en cliëntondersteuning
De Wmo schrijft voor dat de gemeente informatie, advies en cliëntondersteuning moet leveren. Deze taken zijn gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid van de cliënt. In sommige situaties zal ook ondersteuning geboden worden bij het maken van een keuze en/of het regelen van hulp.
Doelstelling Doelstelling is dat de burger kan beschikken over de gegevens en ondersteuning die nodig zijn om zelfstandig te zijn, keuzes te maken, zelfregie / zelf management te voeren en aanvragen te doen etc. Het hier achterliggend, meer algemene doel, is het voorkomen, verminderen of oplossen van problemen van (psycho) sociale, pedagogische of financiële aard en het beïnvloeden van maatschappelijke situaties, die dit soort problemen veroorzaken. In samenhang met de Kanteling, Welzijn Nieuwe Stijl, de implementatie van het Gesprek en de 3 decentralisaties wordt de cliëntondersteuning vernieuwd, nader ingevuld en breed vormgegeven. Daarnaast zal MEE Veluwe per 2015 onder de verantwoordelijkheid van de gemeente gaan functioneren. Het rijk zal naar verwachting in het derde kwartaal 2013 hierover meer duidelijkheid verstrekken. Begin 2014 zal een raadsopdracht hierover in procedure worden gebracht. Hierbij wordt uitgewerkt hoe het Wmo loket, de welzijnsfrontliners (beroepskrachten) en de vrijwilligers een bijdrage kunnen leveren, en zal ook aan de toekomstige positie van MEE aandacht worden besteed.
Wat gaan we daar voor doen? De gemeente draagt zorg voor informatie, advies en ondersteuning aan haar burgers. • De gemeente subsidieert maatschappelijke partners zodat zij in staat zijn in “een Gesprek” informatie en advies aan burgers te verstrekken en cliëntondersteuning aan burgers te bieden en hierbij uit te gaan van eigen kracht en zelfredzaamheid (bijvoorbeeld ouderenadviseurs). Er wordt per wijk gestreefd naar een netwerk van cliëntondersteuning. • Prestaties door Apeldoorn zelf: o Een klantvriendelijke en professionele dienstverlening; o Een onafhankelijke en volledige informatieverstrekking over een breed aanbod aan voorzieningen door een gemeentegids, een digitaal loket en beslisbomen; o Het geven van advies en informatie; gericht op bevordering van zelfredzaamheid van burgers, “het Gesprek”; o Het geven van ondersteuning aan cliënten die vragen of problemen hebben, als gevolg van beperkingen, met het zelfstandig functioneren; o Het geven van voorlichting aan maatschappelijke partners, zodat beroepskrachten en intermediairs, burgers kunnen adviseren en bijstaan om zolang mogelijk zelfstandig maatschappelijk te participeren; o Het opleiden van vrijwilligers die o.a. werken in de informatiepunten van de woon service gebieden (gericht op algemene voorzieningen). Hervorming langdurige zorg In de brief Hervorming langdurige zorg van staatssecretaris Van Rijn worden vele wijzigingen in het beleid genoemd, die in 2014 en 2015 zullen ingaan. Diverse taken worden, met een bezuiniging, aan de Wmo toegevoegd. Bij de cliëntondersteuning worden de taak en de middelen van MEE overgeheveld naar de gemeente.
130
7. Zorg en welzijn Thermometer informatie, advies en individuele voorzieningen (Prestatievelden 3 en 6) 2012 De prestatievelden 3 (informatie, advies en cliëntondersteuning) en 6 (levering van een voorziening aan mensen met een lichamelijke of psychische beperking) hebben veel raakvlakken met elkaar en zijn daarom in één thermometer weergegeven. Immers, voordat de gevraagde ondersteuning wordt geleverd, heeft de cliënt hierover informatie ontvangen of is geadviseerd in het aanvragen van de juiste ondersteuning. Maar ook kan burgers geadviseerd worden een beroep te doen op hun eigen kracht en eigen netwerk. De belangrijkste elementen voor deze thermometer zijn de tevredenheid over het aanvraagproces, de doorlooptijden, de hulp bij het huishouden, het collectief vervoer en de overige individuele voorzieningen. Het geven van informatie en advies bevat algemene activiteiten, zoals voorlichtings- en informatiebijeenkomsten en activiteiten die zijn gericht op de individuele burger, zoals persoonlijk advies of hulp bij de verheldering van een ondersteuningsvraag. In de meeste gemeenten is de informatie- en adviesfunctie ondergebracht bij een Wmo-loket. De Wmo-diensten binnen het loket, de samenwerking en uitvoeringsafspraken tussen organisaties die het loket draaien en de faciliteiten voor cliëntondersteuning komen terug in de thermometer.
Lasten en baten De subsidie aan Wisselwerk bedraagt circa € 700.000 4. De kosten die het Wmo-loket voor deze prestaties maakt op het gebied van algemene voorlichting en cliënt gerelateerde advisering kosten zijn verantwoord bij prestatieveld 5 en 6. Prestatieveld 3: Informatie, advies en clientondersteuning
Eenheid JZW
Rekening 2012 S
2013 S
Begroting 2014 L B
620
Begroting Bestaand Beleid Maatschappelijke begeleiding en advies
€
-728
-747
733
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-728
-747
733
980
Mutaties reserves
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-728
-747
733
S
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
-733
-728
-714
-725
0
-733
-728
-714
-725
0
-733
-728
-714
-725
Wmo prestatieveld 4, vrijwilligersbeleid en mantelzorg Doelstelling Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers door het versterken en instandhouden van een stevige vrijwilligersinfrastructuur en het ondersteunen van mantelzorgers om de zorg voor hun naaste zo lang en goed mogelijk vol te kunnen houden. Apeldoorn is rijk aan mantelzorgers en vrijwilligers. Deze mensen zijn van cruciaal belang voor burgers van Apeldoorn die, door deze mensen, toch nog redelijk zelfstandig kunnen functioneren. De gemeente waardeert dit zeer. Door te investeren in vrijwilligers en mantelzorgers wordt een aanspraak op een dure professionele collectieve en individuele voorzieningen voorkomen of verminderd. Voor 2014 en verder worden nieuwe kaders vastgesteld voor het vrijwilligerswerkbeleid en de mantelzorgondersteuning.
4
De helft heeft betrekking op ouderenadviseurs, de andere helft op activiteiten woonservice gebieden.
131
7. Zorg en welzijn
Wat gaan we daar voor doen? Om de doelen van dit prestatieveld te bereiken worden de volgende prestaties geleverd: • Faciliteren van de autonome, zelfredzame burgers, die zich verenigen op maatschappelijk, cultureel, ideëel of sportief gebied door waar nodig het versterken van vrijwilligersorganisaties; • Het versterken van het sociale netwerk rond de burger door de diensten van vrijwilligersorganisaties en mantelzorgondersteuning hierop te focussen; • Het bieden van algemene voorzieningen als verenigingsondersteuning of mantelzorgondersteuning, als het eigen netwerk of de eigen kracht niet voldoende zijn. Mantelzorg thermometer (Prestatieveld 4) 2012 Bij prestatieveld 4, het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers, gaat het veelal om algemene beleidsmaatregelen en minder vaak om individuele voorzieningen. Maar de Wmo biedt daartoe wel alle ruimte als de gemeente dat wenst. De opdracht aan gemeenten om intensief met mantelzorgondersteuning bezig te zijn, houdt verband met het cruciale belang van mantelzorg voor het welslagen van de Wmo. In de Wmo wordt een appel gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van burgers om zo veel mogelijk voor elkaar te zorgen. Als dat niet meer lukt, kunnen zij zich tot de gemeente wenden voor voorzieningen en diensten die onder de Wmo vallen. Ook de naderende decentralisaties van delen van de AWBZ en de invoering van de werkwijze van de Kanteling zorgen ervoor dat burgers meer een beroep moeten doen op hun eigen omgeving. Vrijwilligers thermometer (Prestatieveld 4) 2012 Door de Wmo heeft de ondersteuning van vrijwilligers een wettelijke basis gekregen. De vrijwillige inzet van burgers vormt een onmisbaar onderdeel van de civil society. Dit kan zowel in informeel verband (kleinschalig burgerinitiatief) als in georganiseerd verband, zoals sportverenigingen of vrijwilligersorganisaties. Vrijwilligers nemen zelf deel of maken het anderen mogelijk deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten, bijvoorbeeld door vrijwillige thuishulp of door het ontlasten van mantelzorgers. Een steunpunt waar vrijwilligers terecht kunnen voor vragen, advies of ondersteuning is een onmisbaar onderdeel geworden van het gemeentelijk vrijwilligersbeleid. De functies van zo’n steunpunt of andere ondersteuningsorganisaties betreffen het makelen en bemiddelen van organisaties, vrijwilligers, maatschappelijke stages, deskundigheidsbevordering en het onderhouden van netwerken en contacten. Bezuinigingsvoorstellen Maatschappelijke stage Er ligt een wetsvoorstel stopzetting bekostiging maatschappelijke stage per 2015. Onze gemeente krijgt momenteel ca € 200.000 via het Gemeentefonds. Hier wordt € 60.000 op bezuinigd. Het restant ad ca € 117.000 gaat naar Wisselwerk als subsidie voor de makelaarsfunctie. Vanaf 2015 zijn in het Gemeentefonds geen middelen voor maatschappelijke stages meer opgenomen. Dat betekent een extra taakstelling voor Wisselwerk van € 117.000..
132
7. Zorg en welzijn
Lasten en baten De gemeente doet dit niet zelf, maar subsidieert een aantal instellingen hiertoe. Voor de uitvoering van deze taken ontvangen Wisselwerk (vrijwilligers, Verenigingsburo inclusief maatschappelijke stage) ca. € 550.000 en de stichting De Kap ca. € 400.000 subsidie. Prestatieveld 4: Vrijwilligersbeleid en mantelzorg
620
Eenheid JZW
Rekening 2012 S
Begroting Bestaand Beleid Maatschappelijke begeleiding en advies
€
Bezuinigingsvoorstellen Maatschappelijke stage
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
-1.502
2013 S -1.415
Begroting 2014 L B
S
1.381
-1.381
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -1.371
-1.393
-1.415
117
117
117
€
-1.502
-1.415
1.381
0
-1.381
-1.254
-1.276
-1.298
€
-1.502
-1.415
1.381
0
-1.381
-1.254
-1.276
-1.298
Div.
Wmo prestatieveld 5 & 6, collectieve en individuele verstrekkingen
De prestatievelden 5 & 6 gaan over het bevorderen van de deelname van burgers aan het maatschappelijke verkeer, van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking en het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking.
Doelstelling De burgers van Apeldoorn zijn gezond en er zijn voor iedereen bereikbare en toegankelijke plekken voor ontmoeting. Ook alle Apeldoorners met een allochtone achtergrond kunnen volwaardig deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Mensen doen zo volwaardig mogelijk en zo zelfredzaam mogelijk mee in de samenleving met een aanvaardbare kwaliteit van leven. Dit houdt in dat de burger zo lang mogelijk zelfstandig en zelfredzaam dient te zijn (Civil Society). Indien het eigen vangnet ontoereikend is, dient eerst een beroep te worden gedaan op een algemene voorziening, dan pas op een collectieve voorziening of een collectief aanbod en daarna pas op het individueel aanbod. • Ten aanzien van algemene voorzieningen kunnen de burgers van Apeldoorn, rekening houdend met het gegeven dat oud worden normaal is, zich hierop voorbereiden. Gesubsidieerde maaltijdvoorziening en alarmering passen daarom niet meer in de filosofie van de gemeente en worden op een verantwoorde wijze afgebouwd (Voorjaarsnota 2011). De nadruk komt meer te liggen op het organiseren van algemene voorzieningen in de wijk, bij voorkeur rondom de woonservicegebieden. • Ten aanzien van de gezondheidszorg streeft de gemeente ernaar dat de verwachting van een gezond leven van Apeldoorners hoger wordt 5, iedereen een gelijke kans heeft op een optimale gezondheid, de kwaliteit van leven wordt verhoogd en dat de gemeente een bijdrage levert aan het oplossen van maatschappelijke problemen. Daarnaast zal met behulp van toekomstverkenningen voor de volksgezondheid nieuw beleid worden ontwikkeld. In de nota Op uw Gezondheid 2013-2016 staan beleidsvoornemens op het gebied van preventiebeleid waar de GGD Noord- en Oost Gelderland nauw bij is betrokken. De doelen in de concept-nota staan uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. Deze nieuwe lokale nota wordt, in het kader van de Wet publieke gezondheidszorg en de landelijke cyclus voor nota’s volksgezondheid aan de raad ter vaststelling voorgelegd.
5
In Apeldoorn ligt thans de algemene levensverwachting met 79,5 jaar iets onder het gemiddelde in Nederland (80,1 jaar).
133
7. Zorg en welzijn •
Collectieve en individuele verstrekkingen worden verleend aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer. De doelstelling van de Wmo is dat iedereen kan meedoen. Als iemand onvoldoende zelfredzaam is en/of onvoldoende een beroep kan doen op zijn omgeving (sociaal netwerk) en wanneer algemene voorzieningen geen oplossing bieden, kan de gemeente ondersteuning bieden met collectieve of individuele voorzieningen. Compensatie kan dan plaatsvinden bij het voeren van een huishouden, bij het verplaatsen in- en om de woning en in lokaal vervoer en bij het ontmoeten van andere mensen. Voorzieningen die naar de geldende maatschappelijke normen tot het gangbare gebruiks- dan wel bestedingspatroon van de belanghebbende behoren, komen niet voor compensatie in aanmerking.
Wat gaan we daar voor doen? •
•
De prestaties ten aanzien van de Gezondheidszorg zijn: o Preventiebeleid dat erop gericht is om ziekten te voorkomen of vroegtijdig op te sporen en mensen gezonder te maken door gezondheidsrisico’s weg te nemen. Hiervoor werkt de Gemeente Apeldoorn intensief samen met de GGD. Preventieve zorg wordt ook door niet (of gedeeltelijk) gemeentelijk gefinancierde organisaties verstrekt zoals de thuiszorg, jeugdzorg, GGZ en verslavingszorg; o Zorgbeleid dat ervoor zorgt dat er in de gemeente voldoende voorzieningen zijn op het gebied van zorg en dat deze aansluiten op de zorgvraag. Wanneer burgers buiten het reguliere systeem vallen moet de gemeente zorgregelend kunnen optreden (vangnetfunctie); o Facetbeleid (integraal beleid) dat er is om ook op andere gebieden dan volksgezondheid aandacht te schenken aan aspecten van gezondheid. De meeste werkzaamheden worden uitgevoerd door de GGD die daarvoor een subsidie ontvangt van circa € 2,1 miljoen. In de nota Op uw Gezondheid 2013-2016 staan beleidsvoornemens op het gebied van preventiebeleid in relatie tot het versterken van een gezonde leefstijl, het zorgen voor een gezonde wijk/buurt en de inzet op gezondheidsbescherming. De voornemens zijn uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma voor de jaren 2013-2016. Voor de prestaties ten aanzien Collectieve en Individuele verstrekkingen dragen de consulenten van het Wmo-loket zorg voor “Het gesprek” en mogelijk een aanbod op maat voor individuele en collectieve voorzieningen voor: o Huishoudelijke verzorging (1&2 incl. persoonsgebonden budget met inbegrip van de eigen bijdrage van de gebruiker) € 12,7 mln o Woonvoorzieningen (w.o. woningaanpassingen en verhuiskosten) € 1,2 mln o Rolstoelen € 1,6 mln o Vervoersvoorzieningen (w.o. scootmobielen vervoersbijdragen en taxibus) € 3,2 mln De huishoudelijke hulp is opnieuw aanbesteed. Vanaf maart 2013 zijn 14 aanbieders gecontracteerd voor huishoudelijke hulp. Daarnaast zijn 3 partijen afspraken gemaakt over bemiddeling t.b.v. inzet van zelfstandige hulpen. De belangrijkste leverancier voor rolstoelen en scootmobielen was in 2013 Harting Bank. Samen met de regiogemeenten is in 2013 een aanbesteding gestart om ook in de komende jaren burgers te kunnen ondersteunen. De taxibus is in 2013 van vervoersbedrijf Connexxion overgegaan naar Regiotaxi, na een aanbesteding met regiogemeenten en de provincie. Leverancier is nu Willemsen de Koning.
134
7. Zorg en welzijn Thermometer wonen, zorg en toegankelijkheid (Prestatieveld 5) 2012 Prestatieveld 5 heeft als doel het bevorderen van deelname aan het maatschappelijke verkeer en het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch of psychosociaal probleem. De gemeente kan dit bewerkstelligen door het inzetten van algemene maatregelen en collectieve voorzieningen die, zonder dat men zich tot de gemeente hoeft te wenden, ten goede kunnen komen aan iedereen die daaraan behoefte heeft. Beleid en afspraken over aangepast, aanpasbaar en levensloopbestendig bouwen zijn steeds meer terug te vinden in bijvoorbeeld gemeentelijke woonvisies. Het toegankelijk maken van de openbare ruimte en gebouwen voor alle burgers bevordert de deelname van inwoners met een beperking aan het maatschappelijk verkeer. De gemeente kan hierover afspraken maken en de tevredenheid over toegankelijkheid meten. Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Huishoudelijke verzorging en eigen bijdragen In de Zomernota 2012 is een taakstelling oplopend tot € 1 mln. (2016) op WMOvoorzieningen opgenomen. Een maatregel die bovenop de circa € 3 mln. bezuinigingen komt, waartoe uw raad in april 2011 heeft besloten. De bezuiniging van € 1 mln. moet voor € 750.000 gerealiseerd worden op het onderdeel huishoudelijke verzorging en voor € 250.000 op het onderdeel (collectief) vervoer. Voor de bezuiniging op het onderdeel vervoer verwachten wij geen problemen. Echter op grond van het regeerakkoord “Bruggen bouwen” komt de bezuiniging op huishoudelijke verzorging op losse schroeven te staan. De regeringspartijen sturen namelijk aan op het beperken van de doelgroep voor huishoudelijke verzorging tot alleen diegene met de laagste inkomens. In de oorspronkelijke plannen zou vanaf 2015 de rijksvergoeding voor huishoudelijke verzorging met 75% worden gekort. Voor ons zou dat betekenen dat wij nog € 4 mln. budget overhouden. Om daarop nog € 750.000 te bezuinigen is vrijwel onmogelijk. Via het Zorgakkoord is de korting op de rijksvergoeding huishoudelijke verzorging teruggebracht tot 40%. Ondanks het gedeeltelijk terugdraaien van de oorspronkelijke maatregel uit het regeerakkoord blijft realisatie van de taakstelling van € 750.000 na 2014 uitermate onzeker. Daarnaast lopen we, uitgaande van dit voornemen, een risico voor wat betreft de eigen bijdragen van de gebruikers van huishoudelijke verzorging. Hier raken wij een substantieel deel van kwijt omdat de eigen bijdragen vooral door cliënten werden betaald met hoger inkomen. Gelet op de resterende omvang na 2014 van cliënten die gebruik kunnen maken van huishoudelijke verzorging gaan wij uit van een structureel nadeel van € 1 mln. Om cumulatie van de verschillende WMO-effecten te beperken hebben wij in deze MPB vanaf 2015 rekening gehouden met een nadeel van per saldo € 1 mln. te weten: - het terugdraaien van de oorspronkelijke bezuinigingstaakstelling van € 750.000 - vervallen baten uit eigen bijdrage huishoudelijke verzorging van € 250.000. Bezuinigingsvoorstellen Compensatiemiddelen AWBZ De AWBZ-begeleiding van mensen heeft betrekking op ondermeer de volgende onderdelen. a. Dagopvang/dagverzorging voor ouderen Hiervoor is € 40.000 beschikbaar. Activiteiten op dit terrein zijn nog niet gestart. Wij hebben dit budget geschrapt. b. Huiskamerbegeleiding Het doel van deze begeleiding is het stimuleren van het samenbrengen van verschillende (AWBZ-extramuraal begeleide) doelgroepen in ontmoetingsplek De Matenhof (als huiskamer van de wijk). Dit is een experiment de beweging te maken
135
7. Zorg en welzijn van individuele begeleiding naar een collectief steunsysteem. Dit is nodig om goed voorbereid te zijn op de decentralisatie van de AWBZ extramurale begeleiding. Het vormt onderdeel van het Project Talent. Op dit onderdeel is een efficiencykorting mogelijk van € 10.000. c. Maatjesproject Maatjesprojecten zijn bijzondere vormen van vrijwilligerswerk waarbij een vrijwilliger 1-op-1 met een deelnemer met een beperking (Ggz-achtergrond, chronische ziekte etc.) optrekt en gedurende een afgebakende periode de deelnemer ondersteunt bij het ontwikkelen van vaardigheden om de participatie te vergroten. In het kader van de AWBZ decentralisatie zijn maatjesprojecten een instrument om kwetsbare doelgroepen te ondersteunen. Samenwerking en doorontwikkeling van de maatjesprojecten is daarbij van belang. Uitvoerders zijn Wisselwerk, MD Veluwe, De Kap en DaAr. Een efficiencykorting van € 10.000 is mogelijk. d. Schakelpunt Het Schakelpunt is een platform van Apeldoornse vrijwilligersorganisaties die vrijwillige hulp in de thuissituatie bieden. Er wordt kennis uitgewisseld en er is een loket waar hulpvragen van burgers doorgeschakeld worden naar één van de achterbanorganisaties. Het Schakelpunt wordt gesubsidieerd via De Kap. Ook hierop hebben we een efficiencykorting aangebracht van € 10.000. Samenvattend bedraagt de structurele besparing € 70.000, die we met een oplopende reeks hebben opgenomen. Meldpunt discriminatie De laatste jaren blijft het aantal meldingen achter bij de begroting. Gemiddeld gaat het dan om 45%. Daarom stellen wij voor deze daling te vertalen naar een bezuiniging van dezelfde omvang (structureel € 29.000). Stelpost WMO Het bedrag is door eerdere bezuinigingen van € 1 mln teruggebracht naar € 300.000. Voorgesteld wordt om dit bedrag met € 100.000 te verminderen. Het resterende budget is hard nodig t.b.v. onderzoek als gevolg van de decentralisaties AWBZ. Scootmobielen De huidige praktijk is dat een scootmobiel bij veel ouderen vaak in de plaats komt van de gebruikelijke fiets. Het aantal verstrekkingen laat de afgelopen 3 jaar een dalende trend zien. In 2010 werden er 349 scootmobielen verstrekt en in 2011 en 2012 respectievelijk 293 en 243. Wij verwachten dat deze trend zich de komende jaren nog doorzet waardoor een extra besparing op deze voorziening met toepassen van het bestaande beleid realistisch wordt geacht. De door ons ingeboekte besparing, oplopend tot € 120.000 in 2017, is alleen mogelijk als deze trend zich ook daadwerkelijk voortzet. WMO voorzieningen In de jaarrekening 2012 hebben wij u een fors voordeel op de WMO gemeld. Dit werd veroorzaakt door een aantal ontwikkelingen op deze open einde regeling die elkaar hebben versterkt, zoals de 9 bezuinigingsmaatregelen uit 2011, het lean inrichten van werkprocessen en de invoering van het gesprek/kanteling. Een deel van dit voordeel is nodig om de taakstelling van € 1 miljoen uit de Zomernota te kunnen realiseren. Voor de MPB 2014-2017 stellen wij vanuit de cijfers in de jaarrekening 2012 nog een structurele bezuiniging van € 420.000 voor. Het gaat hier om besparingen op de verhuiskosten, voordeel op de eigen bijdragen en voordeel op de vervoersbijdragen. In afwachting van meer duidelijkheid van het Rijk over de decentralisatie van AWBZtaken en verkleining van de doelgroep voor huishoudelijke verzorging zijn in deze MPB zowel de budgetten voor als de bezuinigingen op de WMO structureel opgenomen. In de loop van 2014 dient het Rijk inzicht te verschaffen hoe dit alles zich voor 2015 en verder zal ontwikkelen en wat de effecten van de decentralisatie zullen zijn.
136
7. Zorg en welzijn Rolstoelen voor incidenteel gebruik Vanaf 2010 worden er jaarlijks minder incidentele rolstoelen verstrekt (237 in 2010, 217 in 2011 en 175 in 2012). We verwachten in 2013 136 eenvoudige rolstoelen te verstrekken. Deze dalende trend zet zich naar verwachting voort, waardoor het mogelijk is om voor 2014 en verder nog eens € 30.000 op het verstrekken van rolstoelen te kunnen bezuinigen GGD Noord- en Oost Gelderland De GGD heeft de afgelopen jaren de door de deelnemende gemeenten opgedragen bezuinigingen voortvarend opgepakt en gerealiseerd. Om te voorkomen dat verdere bezuinigingen ten koste zullen gaan van de omvang en de kwaliteit van het aanbod van de GGD, stellen wij voor om de omvang van het management terug te brengen. In welke mate een bezuiniging met behulp van deze maatregel is te realiseren, is afhankelijk van verschillende factoren als rechtspositie, herplaatsingsmogelijkheden, ontslagrecht etc. Dat zal nader worden onderzocht mede in relatie tot de begrotingen van GGD en GHOR. Vooralsnog achten wij de bezuiniging met ingang van 2016 haalbaar.
Lasten en baten Prestatieveld 5 en 6: Collectieve en individuele verstrekkingen
Eenheid JZW, WA, S&R
Rekening 2012 S
2013 S
Begroting Bestaand Beleid Maatschappelijke begeleiding en advies Huishoudelijke verzorging Voorzieningen gehandicapten Openbare gezondheidszorg
€ -1.835 -2.261 € -14.500 -14.720 € -6.871 -8.064 € -2.685 -2.674
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Huishoudelijke verzorging en eigen bijdragen Bezuinigingsvoorstellen Compensatiemiddelen AWBZ Meldpunt discriminatie WMO Scootmobielen WMO-voorzieningen Rolstoelen voor incidenteel gebruik GGD Noord en Oost Gelderland 970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€ -25.891 -27.719
980
Mutaties reserves
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€ -21.594 -27.719
620 622 652 714
L
Begroting 2014 B
4.044 17.715 8.474 2.631
S
-4.044 3.835 -13.880 361 -8.113 -2.631
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -4.033 -13.815 -8.197 -2.664
-4.093 -13.960 -8.346 -2.707
-4.157 -14.204 -8.499 -2.752
€
-1.000
-1.000
-1.000
€ € € € € € €
50 29 100 90 420 30 23
70 29 100 120 420 30 23
-100 -40 -420 -30
100 40 420 30
30 15 100 70 420 30
32.274
4.196 -28.078
-29.044
-29.364
-29.819
32.274
4.196 -28.078
-29.044
-29.364
-29.819
4.297
Wmo prestatieveld 7, Vrouwenopvang en huiselijk geweld Doelstelling Het bestrijden van geweld in afhankelijkheidsrelaties door inzet op het voorkomen en het signaleren ervan en door het (acute) beschermen en ondersteunen van slachtoffers, opdat het geweld snel stopt en slachtoffers een leven zonder geweld kunnen opbouwen. Het realiseren en subsidiëren van opvang voor slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties is primair een taak van de centrumgemeente. In het kader van prestatieveld 7 van de Wmo heeft echter elke gemeente de verantwoordelijkheid om te monitoren of er voldoende opvangcapaciteit beschikbaar is voor haar eigen inwoners, zowel kwalitatief als kwantitatief.
Wat gaan we daar voor doen? De prestaties zijn: • Financiering van hulpverlening en opvang gericht op zowel mannen, vrouwen minderjarigen als ouderen. Met Moviera, een organisatie die vrouwen opvangt, zijn afspraken gemaakt voor de omslag naar resultaatgerichte trajectbegeleiding
137
7. Zorg en welzijn en trajectfinanciering vanaf 2013, met 2012 als ‘oefenjaar’. Hierbij wordt de hulp verlegd van dure opvang naar goedkoper, ambulant maatwerk en meer verantwoordelijkheid voor de cliënt. Einddoel is een snellere doorstroom en verminderen van het huidige tekort aan plaatsen. Bevorderen van de ketenaanpak door volgen van en waar mogelijk ingrijpen teneinde de hulp ‘lean’ en efficiënt te houden. De veranderingen op rijksniveau doorvertalen naar de gemeente zelf, de 12 regiogemeenten en de ketenpartners, inclusief afstemming over het belangrijkste, aanpalende beleidsveld: de (transitie van) jeugdzorg. Apeldoorn financiert ook één zogenoemde daderkamer (daders die in laatste instantie voor korte tijd een bed wordt aangeboden) Bevorderen van de doorstroming uit de opvang naar zelfstandig wonen waarbij in samenwerking met de woningcorporaties woonruimte ter beschikking wordt gesteld na de opvang. Met de portefeuillehouders Wmo in de Stedendriehoek zijn hierover afspraken gemaakt. Bestrijden begint bij weten. In 2012 is bij het Steunpunt Huiselijk Geweld het aantal meldingen opnieuw toegenomen. Hulpverleners lijken in anticipatie op de aanstaande Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling meer aandacht voor het onderwerp te hebben. In 2012 is de decentralisatie-uitkering voor het beleidsveld vrouwenopvang en huiselijk geweld verhoogd. Bestedingsdoelen voor 2012, 2013 en 2014 zijn in overleg met de regiogemeenten gekozen.
• • • •
•
•
Thermometer Vrouwenopvang Zie onder Prestatievelden 7, 8 en 9. Bezuinigingsvoorstellen Regionale vrouwenopvang Wij hebben een bezuiniging ingeboekt op vrouwenopvang waarbij het primaire proces van (acute) hulpverlening intact wordt gehouden. De bezuiniging heeft betrekking op preventieve maatregelen. Deze taak voert Apeldoorn als centrumgemeente uit. Deze bezuiniging is alleen haalbaar indien het samenwerkingsverband van de regiogemeenten er mee instemt.
Lasten en baten Moviera en MD Veluwe voeren onder meer deze taken uit. De subsidie aan Moviera bedraagt € 1,3 miljoen. MD Veluwe realiseert het steunpunt en de zorgcoördinatie voor huiselijk geweld en wordt daarvoor gesubsidieerd met circa € 990.000. De regionale taken worden gefinancierd met de daarvoor bestemde decentralisatieuitkering van het rijk. Prestatieveld 7: Regionale vrouwenopvang en huiselijk geweld
Eenheid JZW
Rekening 2012 S
Begroting Bestaand Beleid Maatschappelijke begeleiding en advies
€
Bezuinigingsvoorstellen Regionale vrouwenopvang
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-2.250
980
Mutaties reserves
€
-308
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-2.558
620
-2.250
2013 S -2.672
L
Begroting 2014 B
S
2.731
-2.731
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -2.764
-2.808
-2.853
100
150
215
-2.672
2.731
0
-2.731
-2.664
-2.658
-2.638
-2.672
2.731
0
-2.731
-2.664
-2.658
-2.638
Wmo prestatieveld 7 6, 8 & 9, Regionaal Kompas
Het Regionaal Kompas Oost-Veluwe geeft een meerjarenvisie en een plan van aanpak voor de maatschappelijke zorg in de regio Apeldoorn, Voorst, Epe, Brummen en Heerde. Daarmee wordt invulling gegeven aan drie prestatievelden van de Wmo: 7. 6
excl. vrouwenopvang en huiselijk geweld
138
7. Zorg en welzijn maatschappelijke opvang, 8. openbare geestelijke gezondheidszorg (O)GGz en 9. verslavingsbeleid. Als centrumgemeente neemt Apeldoorn de verantwoordelijkheid voor de realisatie van voldoende bovenlokale voorzieningen voor opvang, begeleiding en zorg. De regiogemeenten hebben een verantwoordelijkheid in het realiseren van (collectieve) preventie, toeleiding en nazorg.
Doelstelling De maatschappelijke zorg beoogt mensen zo volwaardig mogelijk en zo zelfredzaam mogelijk mee te laten doen in de samenleving met een aanvaardbare kwaliteit van leven door middel van preventie, toeleiding, doorstroom, rehabilitatie en herstel op de terreinen zorg, wonen, dagbesteding, financiën, sociaal netwerk en veiligheid. Het beleid is gericht op uitstroom uit de maatschappelijke zorg, naar een stabiele leef- en woonsituatie en op maximaal haalbare zelfredzaamheid.
Wat gaan we daar voor doen? De prestaties zijn: • Bieden van maatschappelijke opvang en vergroten van de weerbaarheid door: o Outreachende bemoeizorg (bijv. “Menorah” en de “De Ontmoeting”) o Ambulante begeleiding van cliënten op weg naar zelfstandig wonen Onder andere het Leger des Heils, de Stichting DaAr en ‘De Overbrugging’ voeren deze activiteiten uit en worden hiervoor gesubsidieerd met circa € 800.000; • Bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg door aan de subsidieverlening aan GGnet, Legers des Heils en Tactus de volgende voorwaarden te stellen: o Het realiseren van een samenhangende, integrale aanpak en o Het realiseren van individuele trajecten voor preventie, toeleiding opvang, zorg en nazorg voor kwetsbare mensen met meervoudige problemen die behoren tot de doelgroep maatschappelijke zorg. De subsidies aan diverse hierbij betrokken instellingen bedraagt circa € 1.5 mln.; • Bieden van verslavingszorg. Aan de subsidieverlening aan instellingen die het beleid en activiteiten uitvoeren worden o.a. de volgende voorwaarden gesteld: o Het realiseren van een samenhangende, integrale aanpak 7 o Het realiseren van individuele trajecten voor preventie, toeleiding opvang, zorg en nazorg voor kwetsbare mensen met meervoudige problemen die behoren tot de doelgroep maatschappelijke zorg (sociale verslavingszorg). Tactus, de Stichting Voorkom, IRISzorg, Omnizorg, Horeb en Leger des Heils voeren de activiteiten uit. Hiermee is een subsidie van circa € 4.5 mln gemoeid. Opvang thermometer (Prestatievelden 7, 8 en 9) 2012 De prestatievelden 7, 8 en 9 gaan over de opvang en ondersteuning van dak- en thuislozen, slachtoffers van huiselijk geweld, zorgwekkende zorgmijders en verslaafden, met als doel dat ook zij kunnen deelnemen aan de samenleving. Bij de interpretatie van de score van de opvangthermometer is het van belang om onderscheid te maken tussen centrumgemeenten en regiogemeenten. Apeldoorn is als centrumgemeente verantwoordelijk voor de coördinatie van het aanbod van de ondersteuning. Centrumgemeente Apeldoorn én regiogemeenten hebben een verantwoordelijkheid in het realiseren van (collectieve) preventie, 7
Vanuit thema veiligheid is er aandacht voor een Veilige woon- en leefomgeving. Sociale kwaliteit, onder meer woonoverlast, overlast zwervers en verslaafden.
139
7. Zorg en welzijn toeleiding en nazorg. Activiteiten die toeleiding en nazorg betreffen zijn gericht op de terugkeer naar een reguliere woning of naar een begeleide woonvorm en op reïntegratie. De gemeentelijke inzet bepaalt deels of de reïntegratie succesvol verloopt. Het is daarbij belangrijk dat wij zich hebben op de omvang en samenstelling van de doelgroepen die tot haar inwoners behoren en dat de integrale aanpak, zowel regionaal als lokaal, zorgt voor een goed vangnet en een goede registratie. Over het bieden van goede nazorg en toeleiding naar zelfstandig wonen en over de aanwezigheid van voldoende woningen voor inwoners die terugkeren uit een instelling of voorziening, maakt onze gemeente afspraken met woningcorporaties. Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Kapitaallasten Omnizorg Inzake Omnizorg heeft arbitrage plaatsgevonden tussen gemeente en de hoofdaannemer. De vonnissen hebben in 2013 geleid tot een betaling door de gemeente aan de hoofdaannemer. Het daarvoor beschikbare krediet was ontoereikend. De extra kredietkosten leiden tot een verhoging van de kapitaallasten met circa € 30.000.
Lasten en baten Prestatieveld 7, 8 en 9: Regionaal Kompas
620
Eenheid JZW
Begroting Bestaand Beleid Maatschappelijke begeleiding en advies
Rekening 2012 S €
2013 S
Begroting 2014 L B
-9.043
-8.302
7.232
€
-9.043
-8.302
€
-9.043
-8.302
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Kapitaallasten Omnizorg
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
1.506
-5.726
-30
-30
-30
-30
7.262
1.506
-5.756
-5.409
-5.479
-5.551
7.262
1.506
-5.756
-5.409
-5.479
-5.551
30
-5.379
-5.449
-5.521
Resumé programmakosten Omschrijving beleidsproduct
Dienst
Rekening 2012 S
Prestatieveld 3: Informatie, advies en cliëntondersteuning
€
-728
Prestatieveld 4: Vrijwilligersbeleid en mantelzorg
€
-1.502
Prestatieveld 5 en 6: Collectieve en individuele verstrekkingen
€ -25.891 -27.719
32.274
Prestatieveld 7: Regionale vrouwenopvang en huiselijk geweld
€
-2.250
-2.672
2.731
0
Prestatieveld 7, 8 en 9: Regionaal kompas
€
-9.043
-8.302
7.262
1.506
€ -43.761 -44.377
49.607
Saldo van baten en lasten voor bestemming Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Div.
140
€
4.308
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
€
980
-3.522
Begroting 2014 L B
Prestatieveld 1: Bevorderen sociale samenhang
970
-4.347
2013 S
5.225
1.961
-747
733
0
-733
-728
-714
-725
-1.415
1.381
0
-1.381
-1.254
-1.276
-1.298
4.196 -28.078
-29.044
-29.364
-29.819
-2.731
-2.664
-2.658
-2.638
-5.756
-5.409
-5.479
-5.551
7.664 -41.943
400
0
€ -39.453 -43.977
49.607
-3.263
-2.745
-2.763
-2.787
-41.843
-42.254
-42.818
0
0
0
0
7.664 -41.943
-41.843
-42.254
-42.818
0
Programma 8 Sport en cultuur
Beleidsproducten 480 510 511 530 531 540 541
Overige onderwijsaangelegenheden Openbaar bibliotheek Vormings- en ontwikkelingswerk Sport Groene sportvelden en terreinen Kunst Oudheidkunde en Musea
141
Doelenboom programma 8 : Sport en Cultuur
Programmadoelstelling
Hoofddoelstellingen
8.1 Bijdragen aan een stedelijk voorzieningenniveau dat Apeldoorners ruimte geeft voor ontmoeting, ontspanning, ontplooiing en actieve sport en cultuurparticipatie
Cultuur en sport geven invulling aan de maatschappelijke behoefte aan ontspanning, beweging, historisch besef, ontmoeting, ontwikkeling, ontplooiing en beleving.
Prestaties
Beleidsproduct
• Bereikbare bibliotheekvoorziening • Leesbevordering
510 Bibliotheek
• Gevarieerd aanbod van amateurkunst; • Breed aanbod cultuureducatie en activiteiten voor een breed publiek; • Stimulering jong talent;
511/540 Kunstzinnige vorming
• Het efficiënt en kwaliteitsvol beheren en exploiteren van gemeentelijke sportaccommodaties; • Optimale inzet, spreiding en benutting van gemeentelijke sportvelden;
480/530/531 Ruimte voor sport
• Vergroting van de professionaliteit en deskundigheid van sportverenigingen; • Kwaliteitsverbetering van het verenigingsaanbod; • Vergroting van de sportdeelname door mensen met een handicap, jeugd, allochtonen en ouderen; • Sportverenigingen worden versterkt met het oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk; • Het stimuleren van dagelijkse sport- en beweegaanbod op en rond scholen.
• Faciliteren van de Apeldoornse creatieve sector met ruimte voor productie, experiment, expositie en ontmoeting; • Coördineren van de plaatsing van kunst in de openbare ruimte (particulier initiatief, percentageregeling en afmaken laatste projecten); • Uitvoeren van meerjarenonderhoud van kunst in de openbare ruimte.
• Een hoogwaardig aanbod op het gebied van jong muziektalent; • Een hoogwaardig aanbod op het gebied van muziekproductie. 8.2 Bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad als woon- en vestigingsplaats en ruim baan voor talentontwikkeling met een hoogwaardig palet aan (top)sport en cultuurvoorzieningen
8.3 Behoud van het gemeentelijk cultureel erfgoed
• Een platform bieden voor de organisatie van grote topsportevenementen(zoals EK's en WK's in het Omnisport Apeldoorn; • Bijdragen aan de passieve sportbeleving door een hoogwaardig sportaanbod; • Trainingslocatie voor topsport; • Voorziening voor Apeldoornse verenigingsactiviteiten op gebied van indoor wielersport en –atletiek en voor outdoor skeeleren, schaatsen en beach-vollebal; • Voorziening voor activiteiten op gebied van bewegingsonderwijs.
530 Sportverenigingen en –activiteiten
540 Creatieve industrie
511 Kunstzinnige vorming
530 Omnisport
• Een schouwburg met een breed en divers aanbod; • Een filmhuis en poppodium met een breed en divers aanbod.
540 Podiumkunsten
• Een gevarieerd aanbod van tentoonstellingen.
541 Museum
• Inventariseren en waarderen van cultuurhistorisch erfgoed en dat integraal opnemen in ruimtelijke plannen; • Stimuleren van en bijdragen aan onderhoud en herstel van gemeentelijke monumenten; • Stimuleren en bijdragen aan (educatieve) activiteiten ter beleving van cultuurhistorie en bouwkunst (o.a. Open Monumentendag); • Het ontsluiten van kennis over het Apeldoornse verleden. Specifieke doelgroepen zijn de eigen plaatselijke bevolking, bezoekers/toeristen en in het bijzonder de schoolgaande jeugd.
541 Erfgoed en oudheidkunde
142
8. Sport en Cultuur Portefeuillehouder(s): - J. G. Kruithof - O.G. Prinsen
Wat willen we met dit programma?
Programmadoelstelling Cultuur en sport geven invulling aan de maatschappelijke behoefte aan ontspanning, beweging, historisch besef, ontmoeting, ontwikkeling, ontplooiing en beleving. Tegelijkertijd vormen deze sectoren een belangrijk deel van de vrijetijdseconomie en zijn de grote voorzieningen op deze terreinen bepalend voor het vestigingsklimaat en de aantrekkelijkheid van de stad. De gemeente is verantwoordelijk voor een infrastructuur die voldoende ruimte geeft aan deze doelstellingen. We gaan hierbij uit van een stedelijke structuur, met uitzondering van de wijkgebonden educatieve en schoolgebonden activiteiten. Orpheus en het Cultuurkwartier vormen samen met Museum Paleis Het Loo, Omnisport, Apenheul, Julianatoren, de Veluwe, Museum Kröller Müller en Radio Kootwijk belangrijke publiekstrekkers. Bezuinigingen waren echter onafwendbaar. Voor de komende jaren ligt het accent dan ook op het economisch en maatschappelijk rendement van de bestaande voorzieningen voor de Apeldoornse samenleving. Voor Cultuur is in juli 2012 de nota Spin-Off vastgesteld. Deze nota brengt de focus aan binnen bestaand cultuurbeleid met een Culturele Agenda: - Zichtbaarheid - Publieksbereik - Cultuurparticipatie - Creatieve Sector - Jong Talent - Ongekende Schoonheid Zowel voor de sport- als voor de culturele sector betekent het nieuwe gemeentelijk beleid, gekoppeld aan verlaging van de gemeentelijke financiële bijdrage, een ingrijpende overgang in activiteiten en bedrijfsvoering. Deze overgang wordt de komende programmaperiode met raad en daad ondersteund. In het strategisch kader kiest Apeldoorn ervoor zich te profileren met topsport. Hier vloeit onder andere de keuze uit voort om € 45 mln te investeren in het in 2008 geopende Omnisport Apeldoorn. In de MPB 2012-2015 staat bij programma 8 (Sport en Cultuur) ondermeer als prestatie vermeld het organiseren van topsportevenementen. Ook het college beschouwt topsport als een middel om Apeldoorn te positioneren. Op dit moment worden er echter geen budgetten vrij gemaakt om sportbonden te ondersteunen bij het naar Apeldoorn halen van sportevenementen. Deze ambitie is daarmee onder druk komen te staan.
143
8. Sport en cultuur
CODA, Markant en Gigant hebben meerjarige beleidsplannen uitgewerkt, met als vertrekpunt de opgelegde bezuinigingen. Ook zijn deze instellingen erin geslaagd om de frictiekosten op te vangen binnen het kader van hun meerjarige beleidsplannen. In de nota ‘Spin-off’ is vastgesteld dat deze instellingen hiermee een prestatie van formaat hebben geleverd, maar dat hiermee ook de meeste financiële rek uit deze organisaties is verdwenen. De beleidsplannen van de instellingen laten zien dat ze alle zeilen hebben bijgezet om de exploitatie rond te krijgen. Hogere tarieven, nieuwe producten en meer ondernemerschap. De instellingen hebben een 4-jarig traject uitgezet om de bezuinigingen te kunnen verwerken. CODA is snel van start gegaan om bestaande wijkfilialen van de bibliotheek af te stoten en filiaallocaties onder te brengen bij andere partners. Bij Markant en Gigant moet nu alles op alles worden gezet om de huidige bezuinigingstaakstellingen daadwerkelijk te realiseren. De gemeente was genoodzaakt om Orpheus financieel bij te springen (€ 0,9 mln. tot en met 2014 en € 0,45 mln. in 2015).
Hoofddoelstellingen 8.1 Bijdragen aan een stedelijk voorzieningenniveau dat Apeldoorners ruimte geeft voor ontmoeting, ontspanning, ontplooiing en actieve sport en cultuurparticipatie; 8.2 Bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad als woon- en vestigingsplaats en ruimte voor talentontwikkeling met een representatief aanbod aan (top)sport en cultuurvoorzieningen; 8.3 Behoud van het gemeentelijk cultureel erfgoed. Om deze doelstellingen te behalen hebben wij de volgende 9 domeinen benoemd: - Bibliotheek - Kunstzinnige vorming - Creatieve industrie - Museum - Podiumkunsten - Erfgoed en oudheidkunde - Sportverenigingen en -activiteiten - Ruimte voor sport - Omnisport
Hoofddoelstelling 8.1 Bijdragen aan een stedelijk voorzieningenniveau dat Apeldoorners ruimte geeft voor ontmoeting, ontspanning, ontplooiing en actieve sport en cultuurparticipatie. Met deze doelstelling willen we bereiken dat zoveel mogelijk Apeldoorners in staat worden gesteld zich (actief en passief) te ontplooien op cultureel en kunstzinnig gebied en dat zoveel mogelijk Apeldoorners actief aan sport kunnen doen of passief sport kunnen beleven. De culturele instellingen zullen hun takenpakket in verband met bezuinigingen moeten verkleinen en efficiënter aan moeten bieden. Dit raakt met name CODA en Markant. In het eerste kwartaal 2012 zijn deze organisaties begonnen met de uitwerking van de meer operationele bezuinigingstransitie. De kaderstellingen en prestatie-afspraken voor CODA, Gigant, Markant en Orpheus zijn vastgelegd in de cultuurnota Spin-Off.
144
8. Sport en cultuur
Vanuit het beginsel dat wat mensen in hun vrije tijd aan sociaal-culturele en sportactiviteiten ondernemen aan henzelf is evenals het budget dat zij daarvoor over hebben, wil de gemeente de activiteiten die mensen in hun vrije tijd ondernemen op het gebied van sport en cultuur faciliteren door middel van een basisinfrastructuur. De gebouwen en de velden financieren we wel, de activiteiten zelf financieren we niet. Subsidiemiddelen willen we vooral ook inzetten voor het behouden van de infrastructuur:
Wat gaan we daar voor doen? 510 Bibliotheek Het beschikbaar stellen van middelen voor een stedelijk instituut dat de burgers in Apeldoorn - van jong tot oud - op goed bereikbare locaties in de gemeente toegang biedt tot informatie via oude en nieuwe media. Mede op basis van de wijkvoorzieningenscan zal gekeken worden naar een andere, efficiëntere, vorm van wijkfilialen. Daarbij staat de blijvende toegankelijkheid van de bibliotheekvoorziening op wijk/stadsdeelniveau voorop. Prestaties -
Bereikbare bibliotheekvoorziening Leesbevordering
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Dekking halvering kapitaallastenvergoeding Coda voor de Stolp In het geval van wijkcentrum de Stolp en Stichting Coda is sprake van een dilemma van twee conflicterende bezuinigingsopgaven. Coda wil een deel van de aan haar opgelegde bezuinigingen realiseren door halvering van de gehuurde m2 in de Stolp. Dat leidt tot strijdigheid met de bezuinigingstaakstelling van de eenheid Vastgoed en Grond als daarbij ook de jaarlijkse kapitaallastenvergoeding die Coda aan ons betaalt, zou worden gehalveerd. Stichting Coda als rechtsopvolger van Goba betaalt al meer dan 20 jaar, naast een exploitatiebijdrage, de kapitaallastenvergoeding van ca. € 70.000. Deze loopt tot en met 2025. Wij stellen u voor om de door Coda aan ons te betalen kapitaallastenvergoeding te halveren en de inkomstenderving van € 35.000 die hierdoor ontstaat ten laste van de algemene middelen te brengen.
Lasten en baten De belangrijkste last is de subsidiebijdrage aan de bibliotheekactiviteiten van CODA van € 5,0 miljoen. 510
Openbaar bibliotheekwerk
Eenheid RL
Begroting Bestaand Beleid
€
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Dekking halvering kapitaalvergoeding CODA Stolp
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
Rekening 2012 S -5.036
2013 S -5.158
Begroting 2014 L B 5.318
S -5.318
35
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -5.406 -5.496 -5.588
-35
-35
-35
-35
-5.036
-5.158
5.353
0
-5.353
-5.441
-5.531
-5.623
-5.036
-5.158
5.353
0
-5.353
-5.441
-5.531
-5.623
511/540 Kunstzinnige vorming Het bijdragen in de kosten van muzikale en creatieve ontwikkeling in cursusverband of in binnenschools verband van de jonge burgers van Apeldoorn. Het financieren van de ondersteuning van de amateurkunst.
145
8. Sport en cultuur
Prestaties • • •
Gevarieerd aanbod van amateurkunst; Breed aanbod cultuureducatie en activiteiten voor een breed publiek; Stimulering jong talent;
Lasten en baten De belangrijkste bijdrage is € 1,4 mln aan de exploitatiekosten van Markant. 511/ 540
Kunstzinnige vorming
Eenheid RL
Rekening 2012 S
Begroting 2014 L B
2013 S
511 540
Begroting Bestaand Beleid Vormings- en ontwikkelingswerk Kunst
€ €
-545 -1.768
-537 -1.580
415 1.437
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-2.313
-2.117
1.852
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-2.313
-2.117
1.852
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S -415 -1.437
-322 -1.459
-327 -1.481
-332 -1.469
0
-1.852
-1.781
-1.808
-1.801
0
-1.852
-1.781
-1.808
-1.801
Div.
480/530/531 Ruimte voor sport Het in stand houden van breedtesportvoorzieningen voor binnensport, buitensport en voor het zwemmen, die worden benut voor bewegingsonderwijs, verenigingssport en individuele sportbeoefening. Prestaties • •
Het efficiënt en kwaliteitsvol beheren en exploiteren van gemeentelijke sportaccommodaties; Optimale inzet, spreiding en benutting van gemeentelijke sportvelden;
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn bijdragen aan Accres van € 3 miljoen voor exploitatie sporthallen en gymnastieklokalen en van € 3,1 miljoen voor exploitatie van zwembaden. Een substantieel deel van deze subsidies aan Accres is ter dekking van de aan de gemeente te betalen huur. Daarnaast zijn er bijdragen aan verenigingen zoals de rentelasten van verstrekte renteloze leningen voor kunstgrasvelden. 480/530 Ruimte voor sport 531
Eenheid JZW, V&G
Rekening 2012 S
Begroting 2014 L B
2013 S
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
480 530 531
Begroting Bestaand Beleid Overige onderwijsaangelegenheden Sport Groene velden en sportterreinen
€ € €
-661 -6.556 -1.100
-711 -7.308 -738
5.131 9.142 925
4.415 2.015 193
-716 -7.127 -732
-711 -6.670 -729
-694 -6.624 -714
-735 -6.453 -784
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-8.317
-8.757
15.198
6.623
-8.575
-8.110
-8.032
-7.972
980
Mutaties reserves Reserve topsportevenementen Reserve sportactiviteiten div Saldo van baten en lasten na bestemming
€ € € €
189 -8.128
5
5
6.628
-8.570
-8.032
-7.972
990
100 18 -8.739
15.198
-8.010
530 Sportverenigingen en –activiteiten Het over een breed front ondersteunen van het plaatselijke sportleven, zowel door subsidiëring van sportverenigingen (vooral voor instandhouding van de infrastructuur) als door het vanuit de gemeente stimuleren van (school)sport. Prestaties •
Kwaliteitsbehoud van het verenigingsaanbod en het stimuleren van vitale verenigingen;
146
8. Sport en cultuur
• • • •
Bevorderen samenwerking tussen en fusies van verenigingen; Vergroting van de sportdeelname door mensen met een handicap, jeugd, allochtonen en ouderen; Sportverenigingen worden versterkt met het oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk; Het stimuleren van dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn bijdragen in de huurlasten van zwemverenigingen, sportsubsidies (o.a. rentesubsidies) en Gelderland Sport. 530
Sport
Eenheid JZW
Begroting Bestaand Beleid
€
Rekening 2012 S -2.668
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-2.668
980
Mutaties reserves
€
40
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-2.628
Begroting 2014 L B 586
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -581 -590 -601
2013 S -695
-695
586
0
-586
-581
-590
-601
-695
586
0
-586
-581
-590
-601
S -586
540 Creatieve industrie Het stimuleren van de creatieve industrie in Apeldoorn gericht op het versterken van de vernieuwingskracht en de aantrekkelijkheid van Apeldoorn. Tot de creatieve industrie worden de kunsten, media en entertainment en creatieve zakelijke dienstverlening gerekend. Prestaties • • •
faciliteren van de Apeldoornse creatieve sector met ruimte voor productie, experiment, expositie en ontmoeting; coördineren van de plaatsing van kunst in de openbare ruimte (incidenteel particulier initiatief en kunstwerken Wilhelminaring); uitvoeren van regulier onderhoud van kunst in de openbare ruimte.
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn een bijdrage aan Accres in de exploitatielasten van de begane grond ACEC en Huis voor Schoone kunsten ad € 900.000 en een bijdrage van € 160.000 in onderhoud van en begeleiding op kunst in de openbare ruimte. 540
Kunst
Eenheid RL
Begroting Bestaand Beleid
€
Rekening 2012 S -1.326
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-1.326
-1.637
980
Mutaties reserves Reserve kunsttoepassingen
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-1.326
-1.537
147
2013 S -1.637
Begroting 2014 L B 1.594
S -1.594
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -1.618 -1.644 -1.671
1.594
0
-1.594
-1.618
-1.644
-1.671
1.594
0
-1.594
-1.618
-1.644
-1.671
100
8. Sport en cultuur
Hoofddoelstelling 8.2 Bijdragen aan de waardering, het vestigingsklimaat en de aantrekkelijkheid van de stad Met deze doelstelling wordt Apeldoorn als aantrekkelijke woon- en vestigingsstad gepresenteerd. Uit onderzoek (Atlas van Nederlandse Gemeenten) blijkt dat Apeldoorn niet hoog scoort in het aantal (boven)stedelijke voorzieningen. De afzonderlijke voorzieningen van Apeldoorn hebben wél kwaliteit. Het bovenstedelijk voorzieningenklimaat stimuleert talentontwikkeling, daar zet Apeldoorn ook op in. Wel zullen de komende periode ook hier versoberingen plaatsvinden, zoals CODA/museum, Markant, Gigant en het NJO, ISMA, Ereprijs.
Wat gaan we daar voor doen? 511 Kunstzinnige vorming Het mede financieren van professionele muziek- en orkestorganisaties die gevestigd zijn in Apeldoorn en onderdeel uitmaken van de nationale en provinciale bestel voor de podiumkunsten. Prestaties -
Een goed aanbod op het gebied van jong muziektalent; Een goed aanbod op het gebied van muziekproductie.
Lasten en baten De belangrijkste lasten zijn een bijdrage van € 104.000 voor het NJO Orkest en de Ensemble academie en van € 35.000 voor orkest de Ereprijs. 511
Vormings- en ontwikkelingswerk
Eenheid RL
Begroting 2014 L B 195
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -198 -201 -204
Begroting Bestaand Beleid
€
Rekening 2012 S -326
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-326
-190
195
0
-195
-198
-201
-204
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
-326
-190
195
0
-195
-198
-201
-204
Div.
2013 S -190
S -195
€ €
530 Omnisport Een sportvoorziening voor breedtesport, topsport en talentontwikkeling, waar internationale topsportevenementen plaats kunnen vinden, als bijdrage aan de sportieve uitstraling van Apeldoorn. Prestaties • • • • •
Een platform bieden voor de organisatie van grote topsportevenementen (zoals EK’s en WK’s) in het Omnisport Apeldoorn Bijdragen aan de passieve sportbeleving door een hoogwaardig sportaanbod Trainingslocatie voor topsport Voorziening voor Apeldoornse verenigingsactiviteiten op gebied van alle indoor zaalsporten, baanwielrennen, indooratletiek en voor outdoor skeeleren, schaatsen en beachvolleybal Voorziening voor activiteiten op gebied van bewegingsonderwijs
148
8. Sport en cultuur
Lasten en baten De belangrijkste lasten betreffen een (externe) bijdrage van circa € 708.000 in de exploitatiekosten van het Omnisportcentrum. 530
Sport
Eenheid JZW
Begroting 2014 L B 763
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -872 -785 -797
Begroting Bestaand Beleid
€
Rekening 2012 S -834
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-834
-746
763
0
-763
-872
-785
-797
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-834
-746
763
0
-763
-872
-785
-797
2013 S -746
S -763
Div.
540 Podiumkunsten Het bijdragen in de kosten van een theater, een poppodium, en een filmhuis, die voorzien in een gevarieerd aanbod van voorstellingen, art-house film en concerten voor een breed publiek. Prestaties -
Een schouwburg met een breed en divers aanbod; Een filmhuis en poppodium met een breed en divers aanbod.
Lasten en baten De belangrijkste lasten betreffen hier bijdragen van € 4,8 mln. voor schouwburg- en congrescentrum Orpheus NV en € 0,52 mln. voor popcentrum en filmhuis Gigant; 540
Kunst
Eenheid RL, V&G
Begroting Bestaand Beleid
€
Rekening 2012 S -5.480
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-5.480
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-3.557
Div.
Begroting 2014 L B 8.647 3.046
S -5.601
-5.478
8.647
3.046
-5.601
-5.226
-4.844
-4.908
-5.478
8.647
3.046
-5.601
-5.226
-4.844
-4.908
2013 S -5.478
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -5.226 -4.844 -4.908
1.923
541 Museum Een gevarieerd aanbod van tentoonstellingen, passend bij een stedelijk niveau van voorzieningen. Dit product wordt betrokken bij de totale bezuiniging op CODA (zie product 510); daarbij wordt opgemerkt dat de gemeente primair langs de lijn van het museum wil bezuinigen (dit is reeds geëffectueerd, nota Spin-Off). Ook het beheer van het gemeentelijk statisch archief en documentatiecollecties valt onder dit product. Prestaties Een gevarieerd aanbod van tentoonstellingen.
Lasten en baten Wij dragen € 1,4 mln. bij in de kosten van het CODA museum en bijna € 0,8 mln voor de dienstverlening van het statisch archief en documentatiecollecties.
149
8. Sport en cultuur
541
Musea
Eenheid RL
Begroting Bestaand Beleid
€
Rekening 2012 S -3.018
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-3.018
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting 2014 L B 2.266 79
S -2.187
-2.420
2.266
79
-2.187
-1.920
-1.951
-1.972
-2.420
2.266
79
-2.187
-1.920
-1.951
-1.972
2013 S -2.420
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -1.920 -1.951 -1.972
104 €
-2.914
Hoofddoelstelling 8.3 Behoud van het gemeentelijk cultureel erfgoed. Wat gaan we daar voor doen? 541 Erfgoed en oudheidkunde Met dit programma wil de gemeente zorg dragen voor het behoud van het historisch waardevolle erfgoed, inclusief het archeologische erfgoed. Tegelijkertijd wil de gemeente kennis van erfgoed stimuleren en de belangstelling voor de cultuurhistorie en archeologie van Apeldoorn versterken. Prestaties • • • •
Inventariseren en waarderen van cultuurhistorisch erfgoed en dat integraal opnemen in ruimtelijke plannen; Stimuleren van en bijdragen aan onderhoud en herstel van gemeentelijke monumenten; Verbinden van de cultuurhistorische beleidsdoelen met economische doelen van de gemeente ( voorbeeld, herstel historische gevels in de binnenstad m.b.v. gevelfonds) Het ontsluiten van kennis over het Apeldoornse verleden. Specifieke doelgroepen zijn de eigen plaatselijke bevolking, bezoekers/toeristen en de schoolgaande jeugd.
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Structureel subsidie Erfgoedplatform In 2011 is door uw raad het amendement “anders betrokken “aangenomen. In dit amendement heeft u ons opgedragen om in de Voorjaarsnota 2012 een voorstel op te nemen om het subsidie aan het Erfgoedplatform structureel te maken. Vorig jaar is echter geen Voorjaarsnota verschenen. Wel is in januari 2013 door uw raad voor de jaarschijf 2013 een eenmalige subsidie ten laste van de begrotingspost ‘onvoorzien’ toegekend aan het Erfgoedplatform. Vorig najaar is door uw raad de motie ”een goed advies is het halve werk” aangenomen, waarin u ons verzoek om bij de Voorjaarsnota in 2013 de bescherming van cultuurhistorische waarden te betrekken. Een nader onderbouwd en inhoudelijk voorstel over het structureel maken van het subsidie n.a.v. een evaluatie van het functioneren van het Erfgoedplatform volgt na het zomerreces. Hierop vooruitlopend stellen we voor om een bedrag van € 45.000 structureel in de MPB 2014- 2017 voor dit doel te reserveren.
150
8. Sport en cultuur
Lasten en baten 541
Oudheidkunde
Eenheid RL, SSC V&G
Rekening 2012 S -1.471
Begroting Bestaand Beleid
€
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Erfgoedplatform
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-1.471
980
Mutaties reserves
€
59
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
-1.412
2013 S -1.117
Begroting 2014 L B 2.087 1.047
45
S -1.040
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -1.032 -968 -892
-45
-45
-45
-45
-1.117
2.132
1.047
-1.085
-1.077
-1.013
-937
-1.117
2.132
1.047
-1.085
-1.077
-1.013
-937
Voor wat betreft dit programma zijn de volgende outputgetallen van belang.
Kengetallen - % inwoners dat minimaal één keer per week sport - % inwoners beneden 18 jaar dat sport in verenigingsverband - % inwoners (18 jaar en ouder) dat tevreden is met sportmogelijkheden in de buurt - % actieve sporters dat ook in verenigingsverband sport - % van de activiteiten van het Verenigingsburo gericht op de sportsector - aantal jeugdleden sportverenigingen - oordeel inwoners van Apeldoorn over culturele voorzieningen - % inwoners dat een of meerdere keren per jaar een bezoek brengt aan de schouwburg - % inwoners dat een of meerdere keren per jaar een bezoek brengt aan Podium Gigant - % inwoners dat eens of meerdere keren per jaar een bezoek brengt aan: museum bibliotheek stadsarchief - Aantal beschermde objecten - Aantal subsidiebeschikkingen voor onderhoud monumenten
151
2009
2010
2012
Raming 2013
Raming 2014
37%
37%
44%
44%
44%
50%
50%
48%
48%
48%
70%
70%
77%
80%
80%
34%
34%
31%
33%
17% 13.820
17% 14.000
17% 12.700
18% 13.400
33% 1 8% 13.000
6,5
6,5
6,4
6,5
50%
50%
54%
50%
20%
20%
17%
17%
38% 56% 8% 898
38% 56% 8% 940
31% 56% 7% 990
32% 56% 7% 900
36
40
40
40
8. Sport en cultuur
Resumé programmakosten Omschrijving beleidsproduct
Dienst
Rekening 2012 S
2013 S
Begroting 2014 L B
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
8.1 510
Openbaar bibliotheekwerk
€
-5.036
-5.158
511/540 Kunstzinnige vorming
€
-2.313
-2.117
1.852
0
-1.852
-1.781
-1.808
-1.801
480/530 Ruimte voor sport 531
€
-8.317
-8.757
15.198
6.623
-8.575
-8.110
-8.032
-7.972
530
Sportverenigingen en activiteiten
€
-2.668
-695
586
0
-586
-581
-590
-601
540
Creatieve industrie
€
-1.326
-1.637
1.594
0
-1.594
-1.618
-1.644
-1.671
8.2 511
Kunstzinnige vorming
€
-326
-190
195
0
-195
-198
-201
-204
530
Omnisportcentrum
€
-834
-746
763
0
-763
-872
-785
-797
540
Podiumkunsten
€
-5.480
-5.478
8.647
3.046
-5.601
-5.226
-4.844
-4.908
541
Musea
€
-3.018
-2.420
2.266
79
-2.187
-1.920
-1.951
-1.972
8.3 541
Oudheidkunde
€
-1.471
-1.117
2.132
1.047
-1.085
-1.077
-1.013
-937
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-30.789
-28.316
38.586
10.795 -27.791
-26.824
-26.399
-26.486
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Div.
5.353
€
2.315
118
0
€
-28.474
-28.198
38.586
152
0
5
-5.353
-5.441
-5.531
-5.623
5
100
0
0
10.800 -27.786
-26.724
-26.399
-26.486
Programma 9 Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
Beleidsproducten 310 311 560 810 822 823 830 922
Handel en ambacht Opbrengsten warenmarkt Openluchtrecreatie Ruimtelijke ontwikkeling Overige volkshuisvesting Omgevingsvergunningen, activteit bouwen Bouwgrondexploitatie Overige baten en lasten (domeinen)
153
Doelenboom programma 9 : Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen Programmadoelstelling
Realisatie en behoud van een hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad, landelijk gebied, dorpen en regio; het scheppen van optimale condities om de bewoners te faciliteren op het gebied van wonen, werken en recreëren.
Hoofddoelstellingen
Prestaties
10.1 Ontwikkelen van visies en verkenningen op de ruimtelijke mogelijkheden voor een evenwichtig aanbod van woningen, voorzieningen, bedrijfs- en kantoorlocaties en recreatie en deze ruimtelijke planologische aspecten vertalen in bestemmingsplannen.
- Er wordt uitvoering gegeven aan de structuurvisie "Apeldoorn geeft ruimte" in vier thema's: comfortabele gezinsstad, toeristische toplandschap, veelzijdige economie; - Kookboek voor de stad wordt in 2013 ontwikkeld, als inspiratiedocument voor het bestaande stedelijke gebied, inclusief woonmilieus - Herijking van het strategisch kader; - de kadernota welstand wordt herijkt, startnotitie in 2013
10.2 Inrichten en ontwikkelen van de ruimtelijke mogelijkheden op een zorgvuldige, functionele en financieel verantwoorde wijze, rekening houdend met de kwaliteit en identiteit van Apeldoorn.
- Ontwikkeling van uitleggebieden - Stedelijke vernieuwing - Ontwikkeling van landelijk gebied - De ontwikkeling van bedrijventerreinen en kantoorlocaties – Overige ontwikkelingen; (de vaak kleine, particuliere woningbouw-initiatieven in alle wijken en dorpen).
830 Bouwgrondexploitatie
10.3 Beschermen van de ruimtelijke kwaliteit en het bieden van planologische ontwikkelingsmogelijkheden alsmede rechtszekerheid aan inwoners en bedrijven.
- Adviseren van nieuwe initiatieven, vanuit programma en vanuit ruimtelijke samenhang, kansen begeleiden voor de Buitenstad. - Actueel maken en houden van digitale bestemmingsplannen en beeldkwaliteitplannen voor de stad, het landelijk gebied en de dorpen.
810 Ruimtelijke ontwikkeling
10.4 Zorgdragen voor een aanbod van woningen dat van voldoende omvang is en een zodanig gedifferentieerd karakter heeft dat we kunnen voldoen aan de vraag van de Apeldoornse en regionale woonconsument, in zowel kwantitatief als kwalitatief opzicht.
10.5 Het waarborgen van de veiligheid van woningen en gebouwen en de ruimtelijke kwaliteit van de bebouwde omgeving door balans aan te brengen tussen vergunningverlening, controle op de afgegeven beschikking en juridische handhaving (“ketenbeheer”).
10.6 Het zorgen voor een stabiele werkgelegenheidsstructuur met een brede en evenwichtige spreiding van de werkgelegenheid over de bedrijfssectoren.
10.7 Het beschikbaar hebben van voldoende werklocaties. Dit houdt in dat er een ruim en gedifferentieerd aanbod van werklocaties beschikbaar is voor de bedrijfssectoren handel/industrie, zakelijke diensten, detailhandel en toerisme/recreatie.
- Het opstellen en uitvoeren van het meerjaren woningbouwprogramma, kwantitatief (tempo maken en prioriteiten stellen) en kwalitatief (differentiatie naar huur/koop, prijs en woningtype). Afstemming met het regionale woningbouwprogramma. - Samen met de partners in de stad de doelen m.b.t. beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit realiseren op het gebied van wonen. - Zorgen dat er voldoende woningen beschikbaar zijn voor studenten en starters. - Het faciliteren van ouderen in hun woonbehoefte waarbij we zowel inzetten op zo lang mogelijk thuis kunnen wonen als tijdige doorstroming wanneer noodzakelijk. - Bevordering van kwaliteit en duurzaamheid van de bestaande woningvoorraad.
- vanaf 2014 kunnen vergunningen niet alleen digitaal aangevraagd worden maar worden ook de interne werkprocessen gedigitaliseerd. - Het strategisch handhavingplan speelt in op de "andere overheid" en stemt de te handhaven onderwerpen af met de verschillende wijken (wijkgericht) - In 2013 wordt een plan van aanpak opgesteld waarin a.d.h.v. de "nulmeting" wordt vastgelegd of en in hoeverre wordt voldaan aan de kwaliteiscriteria 2.1 (landelijke eisen m.b.t. kwaliteit en kwantiteit voor vergunningverlening, toezicht en handhaving) en wordt 2014 gebruikt omde kwaliteitscriteria te implementeren - In 2014 worden de legestarieven niet meer bepaald aan de hand van de bouwkosten maar aan de hand van eenheidsprijzen waardoor de systematiek transparanter en eerlijker wordt en waardoor een reductie van het aantal bezwaarschriften/teruggaven wordt verwacht en dit ook een kostenbesparing oplevert -Als gevolg van de economische crisis en daarmee een verdere teruggang in leges, wordt in september 2013 een plan van aanpak opgesteld. en in 2014 een bestuurlijk besluit voorgelegd om binnen het gehele proces van de Omgevingsvergunning de kosten en inkomsten meer in balans te brengen.
-
Uitgifte bedrijfsterreinen. Versterken van de bestaande winkelstructuur. Dienstverlening naar bedrijven. Innovatie. Marketing en acquisitie. Vestigingsklimaat.
- Versterken van de vrijetijdseconomie door met bedrijven gezamenlijk (nieuwe) locaties te ontwikkelen en de samenwerking aan te gaan met sectoren als onderwijs, care en ICT. - Recreatiebedrijven begeleiden bij uitbreiding in het kader ‘Krimp en groeibeleid Veluwe’ van de provincie Gelderland.
154
Beleidsproduct
810 Ruimtelijke ontwikkeling
822 Volkshuisvesting
822/823 Volkshuisvesting
310 Handel en ambacht
560 Openluchtrecreatie
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen Portefeuillehouder(s): - O.G. Prinsen - N.T. Stukker
Wat willen we met dit programma? Apeldoorn is een gemeente waar het goed wonen, werken, winkelen en recreëren is. Mooi gelegen in het landschap van Veluwe en IJsselvallei en herkenbaar door zijn weelderige parken, lanen, beken en sprengen. Een stad die trots is op zijn erfgoed. Een stad met buurten, wijken en dorpen waar je je nog echt thuis kunt voelen. Winkelcentra en andere voorzieningen liggen binnen handbereik en de veelzijdige kantoor- en bedrijvenparken bieden volop werkgelegenheid. Bovendien is de stad goed bereikbaar. Daarmee onderscheidt Apeldoorn zich van andere steden als een echte ‘Buitenstad’. Een leefomgeving (voor wonen, werken, ondernemen en recreëren) met toekomstwaarde, gebruikswaarde en belevingswaarde is belangrijk voor onze burgers en bepaalt mede de aantrekkingskracht van onze gemeente als vestigingsklimaat. Met dit programma willen we een bijdrage leveren aantrekkelijk vestigingsklimaat. We willen (gezamenlijk met partners) komen tot realisatie en behoud van een hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad, landelijk gebied, dorpen en regio. Hiervoor willen we optimale condities scheppen voor onze bewoners, zodat zij initiatieven kunnen ontplooien op het gebied van wonen, werken, ondernemen en recreëren. De gemeente moet daarbij in staat zijn om flexibel in te spelen op een niet goed te voorspellen vraag.
Met de samenleving Wij vragen een grotere betrokkenheid van de samenleving bij de eigen leefomgeving. Zo maken we meer gebruik van de kennis en ervaring van de samenleving. Tegelijkertijd nodigen wij de samenleving op een inspirerende wijze uit om kansen te pakken om Apeldoorn aantrekkelijk en vitaal te houden. Dit is vormgegeven in vernieuwende producten en processen als de Kookboeken en de nieuwe structuurvisie en de nieuwe aanpak van het opstellen van bestemmingsplannen.
Maatwerk In het kader van ‘Apeldoorn Anders’ maakt het ruimtelijk beleid van de gemeente Apeldoorn een transitie door: van toelatingsplanologie naar uitnodigingsplanologie. Door deze koers van ‘De Andere Overheid’ is in Apeldoorn de gemeentelijke rol in de ruimtelijke ordening gewijzigd: uitnodigend, stimulerend en proactief. Daardoor wordt de verantwoordelijkheid van de samenleving groter. De rol van de gemeente verandert daarmee ook naar een ondersteunende organisatie die bewoners en bedrijven begeleidt bij het maken van inspirerende plannen voor ‘Buitenstad Apeldoorn’. Tegelijkertijd zal vanuit het algemeen belang toch ook kwaliteit door regels en handhaving worden geborgd. De afgelopen jaren heeft de gemeente Apeldoorn deze ontwikkelingen opgepakt en uitgebouwd. Risicobeheersing en meer particulier opdrachtgeverschap maken bovendien dat de schaal van ontwikkelingen kleiner zal worden. Deze kleinschalige ontwikkelingen
155
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
vragen relatief veel inzet, waarbij er een verschuiving optreedt naar de voorkant van het proces.
Apeldoorn biedt ruimte Op het gebied van ruimte vinden we het belangrijk dat onze inwoners en bedrijven weten waar zij aan toe zijn. Hiertoe is een structuurvisie opgesteld die leidend is voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Uitnodigen, ruimte bieden en inspireren zijn de kernwoorden van de nieuwe structuurvisie. Ruimte bieden is niet vrijblijvend. We bieden ruimte binnen kaders. Allereerst door voort te bouwen op de belangrijkste kwaliteiten van de gemeente. Kwaliteiten die voor Apeldoorners wellicht bijna gewoon zijn, maar die Apeldoorn wel maken tot wat het is. In ‘Apeldoorn Buitenstad’ komen ze samen. Om Buitenstad te blijven, formuleren we in de structuurvisie vier ambities. Het zijn vier ‘eerlijke’ ambities, die voortbouwen op wat Apeldoorn grotendeels al is en waar we sterk in zijn: - comfortabele gezinsstad; - toeristisch toplandschap; - veelzijdige economie; - locale duurzaamheid. Naast deze vier ambities werkt de gemeente Apeldoorn aan het strategische programma De Binnenstad.. Economie/ Veelzijdige economie We werken aan een toekomstbestendige gemeente met een sterke economische basis, goede werkgelegenheid en aantoonbare concurrentiekracht. Voldoende werklocaties, (bedrijventerreinen, kantoorlocaties, winkellocaties en ruimte voor toerisme/recreatie), een goed opgeleide beroepsbevolking, een uitstekend ondernemingsklimaat en adequate dienstverlening zijn daarbij voorwaarden. We zoeken daarbij strategische allianties met bedrijven/ bedrijvenclusters. Het vernieuwende vermogen van de Apeldoornse economie wordt in sterke mate gedragen door samenwerking tussen bedrijven. Daarbij gaat het veelal om het toepassen van kennis die elders is ontwikkeld. En om technologische kennis die permanent in beweging is. Om nieuwe (samenwerkings)kansen te ontdekken en om bij de tijd te blijven, is netwerkvorming tussen bedrijven en tussen bedrijven en kennisinstituten van groot belang. Op het gebied van werkgelegenheid willen we een brede en evenwichtige verdeling over bedrijfssectoren. Dit maakt de stad sterk en minder kwetsbaar. De nadruk komt te liggen op stuwende werkgelegenheid in kansrijke sectoren en kennisintensieve en duurzame bedrijvigheid. In de loop van 2013 zal het programma Economie worden gevormd. Daartoe zal een besluit aan de raad worden voorgelegd in het eerste kwartaal van 2014. Binnen de bestaande capaciteit zal prioriteit gevonden worden om uitvoering te geven aan de sturing van dit programma. Zodra meer zicht bestaat in de vormgeving van het integrale programma kunnen ook nadere (personele) effecten in beeld worden gebracht. Wonen/Comfortabele gezinsstad We kiezen voor wonen op maat. Dit betekent dat iedereen in Apeldoorn prettig kan wonen. We zien dat bestaand bezit veroudert. Met name in de particuliere voorraad is dit een lastig probleem. Kant en klare oplossingen hebben we nog niet. Wel willen we de mogelijkheden om ook het particuliere bezit aantrekkelijk te houden onderzoeken. We worden steeds ouder en wonen gemiddeld met steeds minder mensen in een huis. Dit heeft vooral effecten op de bestaande stad. Aanpassingen aan de bestaande
156
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
voorraad worden belangrijker, bijvoorbeeld om woningen levensloopbestendig te maken of energiezuiniger. Ook omdat het aantal toe te voegen woningen op nieuwbouwlocaties terugloopt, neemt het accent op de bestaande stad en dorpen toe. Met het recent vastgestelde meerjaren-woningbouwprogramma is een start gemaakt om, binnen algemene kwantitatieve kaders, programmering beter te stoelen op kwalitatieve afwegingen. De vraag is niet alleen ‘Bouwt Apeldoorn voldoende?’ maar vooral ook ‘Bouwt Apeldoorn het goede?’. Een adaptieve en vraaggerichte benadering horen daarbij. Recreatie/Toeristisch Toplandschap We willen zoveel mogelijk mensen laten profiteren van onze landschappen én we willen mensen verleiden om vanuit het toplandschap onze stad en onze dorpen te komen bezoeken. Wij zetten daarom in op: - het verbeteren van de verbindingen tussen stad en landschap; - het instandhouden en waar nodig versterken van landschappelijke kwaliteiten; - het versterken van de landschappelijke verbindingen tussen Veluwe en IJsselvallei. We willen het toeristische aanbod op de Veluwe bij de tijd houden en de kwaliteit ervan verhogen, door: - het vernieuwen en verbreden van het aanbod aan toeristisch recreatieve voorzieningen en verblijfaccommodatie; - het versterken van de samenhang tussen de aangeboden toeristisch recreatieve voorzieningen (arrangementen), ook in regionaal verband (Veluwe, Stedendriehoek). Wij willen de economische vitaliteit van het buitengebied versterken door: - het stimuleren van de verbreding van het economische profiel naar recreatie en toerisme kleinschalige bedrijvigheid en locale energieproductie; - het bieden van ruimte voor schaalvergroting en intensivering van agrarische bedrijven waar dat landschappelijk en milieutechnisch mogelijk is; - het bieden van beleidsruimte voor andere dan agrarische activiteiten in vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen en/of het benutten daarvan voor landelijke buitenstadse woonmilieus. Programma Binnenstad In 2013 is gewerkt aan een uitvoeringsagenda voor de binnenstad. .Uitgangspunt is werken aan de uitvoering van het regieplan Binnenstad, waarin de volgende vaste waarden worden nagestreefd. 1. De compacte en complete Binnenstad (winkelen, vrije tijd, uitgaan en wonen) 2. De bereikbare Binnenstad (voor voetganger, fiets, auto bus en vrachtverkeer) 3. De eigenzinnige Binnenstad, waarin de ruimtelijke kwaliteit, het culturele aanbod en de beleving centraal staat.
Omgevingsbeleid We zorgen voor een up-to-date planologisch juridische regime (bestemmingsplannen) voor de stad, het landelijk gebied en de dorpen, zodat door middel van onder andere digitale bestemmingsplannen een bijdrage wordt geleverd aan een goede ruimtelijke ordening. Daarbij beoordelen wij particuliere initiatieven en bieden een goede dienstverlening. De ingezette actualisatie van bestemmingplannen is nagenoeg voltooid. Tegelijkertijd is een proces ingezet naar één allesomvattend omgevingsbeleid. De invoering van de nieuwe Omgevingswet vraagt de nodige aandacht.
157
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
Als we ruimte willen bieden voor een grotere verscheidenheid aan initiatieven ‘van onderop’, zullen onze bestemmingsplannen en andere planologische regelingen ook flexibeler moeten zijn. In algemene zin betekent dit bijvoorbeeld ruimer bestemmen (meer gemengde bestemmingen), minder gedetailleerd de bebouwingsmogelijkheden vastleggen of werken met meer flexibiliteitsbepalingen. Vooral de omgevingskwaliteit moet centraal staan. Op deze manier kunnen we beter inspelen op bijvoorbeeld initiatieven voor tijdelijk gebruik van leegstaand vastgoed of braakliggende (bedrijven)terreinen. Maar een algemeen recept voor flexibeler bestemmen is niet te geven. Telkens zal aan de hand van de concrete omstandigheden en doelstellingen bezien moeten worden welke flexibiliteit gewenst is. Dit doen we samen met bewoners en belanghebbenden in het plangebied. Door de koers van de ‘Andere Overheid’ is het integrale omgevingsbeleid niet langer alleen vastgelegd in formele instrumenten zoals de structuurvisie, bestemmingsplan, strategische handhavingvisie en beeldkwaliteitplan (bestaande uit handreikingen en een Welstandskader). Nieuw zijn de informele en uitnodigende instrumenten zoals handreikingen en kookboeken.
Wat gaan we daar voor doen? De volgende beleidsproducten dragen bij aan het realiseren van de hierboven genoemde doelstellingen. 310 Handel en ambacht/311 Baten marktgelden Binnen dit beleidsproduct gaat het om het versterken en toekomstbestendig maken van de Apeldoornse economie en werkgelegenheid. Het gaat daarbij om dienstverlening, kaderstelling en economische vernieuwing van Apeldoorn (binnenstad, dorpen, landelijk gebied) en in breder verband van regio Stedendriehoek en landsdeel Oost (Overijssel en Gelderland). Onderwerpen die daarbij van belang zijn: dienstverlening en actief relatiebeheer naar bedrijven, werklocaties die aansluiten op de marktbehoefte (kwantitatief en kwalitatief), acquisitie van nieuwe investeringen en bedrijven, innovatiestimulering/ondersteuning, revitalisering van bedrijfslocaties en een goed opgeleide beroepsbevolking. Vanuit verschillende eenheden wordt hieraan gewerkt. Voor een geïntegreerde aanpak zijn er uitvoeringsprogramma’s met als accent: versterking van de onderwijsinfrastructuur (HBO), innovatie en human capital voor de stuwende bedrijfssectoren maakindustrie, care/zorg, IT en vrijetijdseconomie, en een vestigingsklimaat dat deze sectoren versterkt. Prestaties Uitgifte bedrijventerreinen Jaarlijks gemiddeld 5 tot 6 hectares bedrijventerreinen uitgeven tot 2020. Het gaat daarbij niet alleen om de uitbreiding en nieuwe investeringen van in Apeldoorn gevestigde bedrijven, maar ook om het accommoderen van regionale vraag en nieuw vestigingen van elders uit Nederland. Beschikbaar voor grootschalige logistieke en industriële bedrijvigheid en bedrijven met milieucategorie 4 en 5 is bedrijventerrein De Ecofactorij waar nog ca. 25 ha, uitgeefbaar is. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om bij voldoende vraag vanuit de markt de tweede fase van de Ecofactorij (Biezematen) te activeren vanuit de “wachtkamerstatus”. Hierdoor komt nog 35 ha. extra terrein voor deze categorie bedrijven beschikbaar. Regulier modern gemengde bedrijvigheid kan zich vestigen op Apeldoorn-Noord 2e fase met 35 ha. waarvan direct uitgeefbaar 14 ha., en Stadhoudersmolen met nog 7 ha direct uitgeefbaar.
158
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
Consumentgerichte voorzieningen (detailhandel, horeca, toerisme); Versterken van de bestaande winkel- en voorzieningen structuur: • Inhoud geven aan het Regieplan Binnenstad.. • Ontwikkeling De Voorwaarts. Omgevingsvergunning deelplan 1 is afgegeven. De bouw van deelplan 1 is in uitvoering. • Herontwikkeling buurtwinkelcentrum Orden, 2012- 2014. • Revitalisering en uitbreiding van winkelcentrum Eglantier. De uitvoering zal in 2014 worden afgerond. • Herontwikkeling en uitbreiding van winkelcentrum Anklaar (fasegewijs is deze in uitvoering) • Herijking kaders die aansluiten op marktveranderingen Dienstverlening naar bedrijven Proactief relatiebeheer naar bedrijven en instellingen en stroomlijning gemeentelijke dienstverlening. Bijzondere aandacht is er voor de grootste acht bedrijven en de top vijftig bedrijven in de stuwende sectoren. Versterking economie (overige prestaties) • Innovatie bevorderen: innovatieplannen maakindustrie en zorg/care, ondersteuning programmabureau Stedendriehoek Innoveert, inhoud geven aan de samenwerking sector energie en milieutechnologie (EMT) en kennisinstellingen • Marketing en acquisitie: promoten van vestigingsmogelijkheden in Apeldoorn • Bedrijven clusters in de sectoren maakindustrie. Care, IT en vrijetijdseconomie . • Vestigingsklimaat: monitoring leegstand en actieplannen leegstand en hergebruik. Deze prestaties worden in afstemming met de Strategische Board Stedendriehoek uitgevoerd. Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Economische Zaken (EZ) De afgelopen jaren is sterk bezuinigd op Economische Zaken. In de periode 2009 t/m 2014 is het uitbestedingsbudget EZ gedaald van ca € 165.000 naar ca € 25.000 en is ook de personele capaciteit teruggebracht. Wij willen onze ambities als economisch veerkrachtige stad nieuwe impulsen geven. De economische crisis vraagt er om hier inhoud aan te geven. Het is belangrijk voor een toekomstvaste werkgelegenheid en de versterking van het concurrentievermogen van Apeldoorn en de innovatiekracht van bedrijven en instellingen. Nieuwe allianties en samenwerkingsvormen met bedrijven, lokaal en regionaal, zullen moeten worden opgebouwd. Door de bezuinigingen is de ruimte om invulling te geven aan de ambities sterk verkleind. We hebben het voorstel van de directieraad overgenomen om 1 fte die in de vorige periode was weggevallen structureel weer toe te voegen ten behoeve van relatiemanagement EZ. Apeldoorn heeft, ondanks de financiële crisis, een sterke economische uitgangspositie. Zo is het aantal banen in 2013 nog gegroeid. Het is zaak deze positie vast te houden. Er zijn namelijk ook zorgen. De huizenmarkt ontwikkelt zich matig en landelijk zijn de economische vooruitzichten slecht. Deze ontwikkelingen raken ons, het stijgend aantal banen ten spijt, ook. Het aantal uitkeringsgerechtigden ligt per 2012 inmiddels boven de 3000. Een voor Apeldoorn ongekend aantal en de teller staat bepaald niet stil. Om de toekomst het hoofd te bieden zijn nieuwe ontwikkelingen nodig voor het bedrijfsleven, voor het onderwijs, voor de mensen met werk en voor hen die nog aan de kant staan. De sectoren waar wij op inzetten zijn maakindustrie, care, informatieen communicatie technologie (ICT) en vrijetijdseconomie. Binnen deze stuwende sectoren liggen de grootste kansen voor economische groei. Samen met het bedrijfsleven en het onderwijs proberen wij de bakens te verzetten. Daarvoor hebben wij ondermeer de denktank ‘Apeldoorn Perspectief’ ingesteld. Wij 159
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
zijn in gesprek met de BKA én met de clusters van werkgevers in de stuwende sectoren. Gezamenlijk ontwikkelen we een economische agenda. Kernpunten daarvan zijn: onderwijsarbeidsmarkt, vestigingsklimaat, versterken ondernemerschap, innovatie. Wij zijn hiermee op de goede weg, maar ons doel is nog niet bereikt. - Speerpunt sectoren en relatiemanagement Op dit moment kan er zeer beperkt worden geïnvesteerd in de speerpuntsectoren, terwijl zij de peilers zijn onder het economisch beleid van ons college. Naast personele inzet moeten activiteiten worden opgezet/ondersteund ten behoeve van de sectoren. Het gaat om versterken van de netwerken, starten van innovatie activiteiten, verbeteren relatie onderwijs arbeidsmarkt, organiseren van congressen en het verbeteren van de communicatie. Een aanvullend budget van € 22.500 is hiervoor benodigd. - Acquisitie Om meer bedrijven aan te trekken is het noodzakelijk meer in acquisitie te investeren. De meerkosten bedragen € 22.500. Congressen, zoals het Bedrijventerreinencongres, een congres over relatie IT en Zorg e.d. zorgen voor nationale bekendheid en trekken beslissers naar Apeldoorn. Daarnaast is geld nodig voor events als AFAS/tennistoernooi en deelname aan de Provada vastgoedbeurs. Daarmee worden relatienetwerken gebouwd en onderhouden. - Economische Ontwikkeling Met de BKA e.a. wordt de Economische Agenda ontwikkeld. Om deze verder vorm te geven, anderen te binden en acties op te starten is een budget van € 30.000 benodigd. Om bedrijven naar Apeldoorn te krijgen is vaak een ruimtelijk economische onderbouwing nodig in verband met de bestemmingsplanprocedure. Deze kosten kunnen en willen we niet bij het bedrijf neerleggen.
Lasten en baten 310/311 Handel en ambacht
310 311
Begroting Bestaand Beleid Handel en ambacht Baten marktgelden
Eenheid RL, POW V&R
Rekening 2012 S € €
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Economische zaken
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves
€
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
2013 S
Begroting 2014 L B
-1.723 318
-1.477 355
1.577
-1.405
-1.122
-1.405
-1.122
S
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
72 362
-1.505 362
-155
-155
-155
-155
1.732
434
-1.298
-1.305
-1.317
-1.330
1.732
434
-1.298
-1.305
-1.317
-1.330
155
-1.519 369
-1.538 376
-1.559 384
560 Openluchtrecreatie Betreft het stimuleren van recreatie en toerisme in Apeldoorn en omgeving, mede door het verstrekken van subsidies aan VVV/VBT en voor recreatieve voorzieningen. Het toeristisch product is een belangrijk onderdeel van de economie van onze gemeente. Het VVV/VBT is een belangrijke partner op het gebied van voorlichting en marketing. De kosten op dit product bestaan vrijwel volledig uit de jaarlijkse subsidie voor VVV/VBT van afgerond € 0,5 mln (2013). Prestaties • •
Versterken van de vrijetijdseconomie door met bedrijven gezamenlijk (nieuwe) locaties te ontwikkelen en de samenwerking aan te gaan met sectoren als onderwijs, care en IT Recreatiebedrijven begeleiden bij uitbreiding in het kader ‘Krimp- en groeibeleid Veluwe’ van de provincie Gelderland.
160
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
Lasten en baten 560
Openbaar groen en openluchtrecreatie
Eenheid RL
Begroting Bestaand Beleid 970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Rekening 2012 S € -165 €
Div.
2013 S -452
Begroting 2014 L B 461
S -461
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -467 -475 -484
-165
-452
461
0
-461
-467
-475
-484
-165
-452
461
0
-461
-467
-475
-484
€ €
810 Ruimtelijke ontwikkeling Dit beleidsproduct bestaat uit alle werkzaamheden die betrekking hebben op visievorming op de langere termijn voor de ontwikkeling van de regio, de stad, het landelijk gebied en de dorpen. Belangrijk onderdeel is het opstellen en actualiseren van structuur- en bestemmingsplannen, zodat het grondgebied van Apeldoorn voorzien is van een actuele juridisch planologische regeling, en het beoordelen van particuliere ruimtelijke initiatieven. In 2013 is de structuurvisie “Apeldoorn biedt ruimte” vastgesteld door de raad. De uitvoeringsagenda zal de komende periode inzet vragen. Daartoe hoort onder meer de nieuwe manier van kansen benadering door de gemeente. Er vindt een verbreding plaats naar toenemende inzet voor advisering en begeleiding van maatschappelijke initiatieven. Door de toenemende vraag naar inzet zien wij een toename van de uren op de Algemene Dienst. We zien dit proces bij het adviseren en ondersteunen en ook regie voeren op de planologische samenhang van de vele initiatieven in het buitengebied en de dorpen. Deze advisering maakt onderdeel uit van dit beleidsproduct. De kosten van dit beleidsproduct hebben betrekking op adviezen over ruimtelijke ontwikkelingen, intake externe initiatieven en begeleiden en faciliteren van deze initiatieven. Ook de kosten voor het opstellen van structuur- en bestemmingsplannen en ruimtelijke ontwikkelingsprojecten vallen onder dit beleidproduct. Tenslotte wordt er gewerkt aan particuliere planinitiatieven; deze kosten worden volledig gedekt vanuit particuliere bijdragen (anterieure contracten). Prestaties • • • • • • • • •
Adviseren van nieuwe ruimtelijke initiatieven in de projectgroep Plan Initiatieven Ontwikkelen van een planologisch kader voor deze nieuwe initiatieven. Adviseren over programma’s en grotere initiatieven in het Programma-overleg Ruimte (POR). Begeleiden en verbinden (kansen pakken) van ruimtelijke initiatieven vanuit ruimtelijke, planologische samenhang. Uitwerkingsagenda structuurvisie. Implementatie (toekomstige) Omgevingswet. Actueel maken en houden van digitale bestemmingsplannen en beeldkwaliteitsplannen voor de stad, het landelijk gebied en de dorpen. Uitvoeringsprogramma Binnenstad, waardoor met concrete acties de ambities uit het regieplan kunnen worden gerealiseerd. Woonvisie, waaronder de woonagenda monitoring, het meerjarenperspectief wonen en speerpunten in het beleid (inclusief prestatieafspraken).
Doelstelling is voor het hele grondgebied actuele en digitaal beschikbare bestemmingsplannen te hebben. Dit geeft burger en bedrijfsleven inzicht in de actuele planologische visie, geplande ruimtelijke ontwikkelingen en in de bouw- en gebruiksmogelijkheden voor ieder gebied en ieder perceel in Apeldoorn. Ook bieden actuele bestemmingsplannen duidelijkheid voor handhaving van het gemeentelijk ruimtelijk beleid..
161
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
De Wet Ruimtelijke Ordening bepaalt voorts dat bestemmingsplannen niet ouder mogen zijn dan 10 jaar. Is een bestemmingsplan wel ouder dan 10 jaar, dan geldt een financiële sanctie In dat geval kunnen voor aanvragen om een omgevingsvergunning geen leges meer in rekening worden gebracht. Om inhoud te geven aan de gemeentelijke doelstelling alsmede de wettelijke verplichting is een actualisatieprogramma opgesteld. Dit programma heeft een structureel en cyclisch karakter. In de periode tot medio 2013 is voor nagenoeg alle plangebieden waarvoor dat relevant was, een nieuw bestemmingsplan vastgesteld. Gekoppeld aan dit programma worden ook de door de Woningwet en het architectuurbeleid vereiste (gebiedsgerichte)beeldkwaliteitplannen vastgesteld. Vanaf 2013 wordt het actualisatieprogramma voortgezet. Daarbij wordt een nieuwe, stadsdeelgerichte werkwijze toegepast, conform de notitie Ruimtelijke Ordening in Apeldoorn. Samen met alle belanghebbenden in het gebied (wijkraad, bewoners, bedrijven) kijken we welke waarden in het gebied beschermd moeten worden en waar ruimte geboden kan worden c.q. wat losgelaten kan worden. Ieder jaar worden de plangebieden die dan 8 jaar oud zijn opgepakt. Dat geeft voldoende tijd om een nieuw bestemmingsplan vast te stellen voordat het oude 10 jaar oud is. Hierbij hanteren we onderstaande planning, waarmee rekening is gehouden met een goede spreiding van werkzaamheden. Overigens houdt deze planning nog geen rekening met de invoering van de Omgevingswet. Vaststelling 2013 Start 2014 Start 2015
Start 2016 Start 2017
Orden De Maten Recreatiebedrijven Hoenderloo Kanaaloevers, Stationsstraat/Molenstraat Metaalbuurt en omgeving Noordoostpoort Zuidbroek Binnenstad-West Stadsdeel Noord-West Bouwhof/De Heeze Kanaaloevers Haven Centrum Osseveld-Woudhuis Ugchelen Stadsdeel Noord-Oost
De lopende bezuinigingen zijn verwerkt in de begroting 2013. In de begroting 2014 zullen de laatste taakstellingen met betrekking tot structuur- en bestemmingsplannen, ontwikkelingsprojecten en stedelijke ontwikkeling worden verwerkt. Bezuinigingsvoorstellen Verlaging budget inhuur juristen Het aantal juristen is per 1-1-2013 sterk afgebouwd. De piek in de werkvoorraad wordt vooralsnog met extra capaciteit opgevangen. Met de bestaande vaste formatie (3 fte) moet vanaf 2015 balans ontstaan. Om die reden kan het uitbestedingsbudget m.i.v. 2015 met € 20.000 worden gereduceerd. Het resterende budget is nodig om specifiek juridisch advies in te winnen (bijvoorbeeld bij onze huisadvocaat). Debiteurenadministratie Binnen de eenheid Vastgoed en Grond houdt 1,0 fte zich bezig met debiteurenadministratie. Met het oog op kwaliteit en continuïteit wordt deze formatie ondergebracht bij de eenheid Shared Service Centrum. Tevens zal eenheidsbreed een bedrijfsbureau worden ingesteld. Hierdoor is een efficiencyslag haalbaar van ca 0,5 fte met ingang van 2016.
162
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
BROA Binnenstad (BROA, proj. 4.2) De gemeente Apeldoorn heeft de ambitie om de binnenstad van een 6,5 naar een 8 te brengen. Door het project als één van de onderdelen van het strategisch kader te benoemen is duidelijk kenbaar gemaakt dat de raad groot belang hecht aan het slagen van dit project. In het in 2009 opgestelde regieplan zijn de contouren vastgelegd waarbinnen de uitwerking zijn beslag krijgt. In 2012 is gewerkt om te komen tot contractvorming met de ontwikkelende partijen. In de zomernota 2012 is besloten om € 781.000 vrij te laten vallen. Van het resterende budget ad € 215.000 wordt € 100.000 aangewend voor verbetering van de verkeersveiligheid nabij de Veldhuislokatie. Voor gemeentelijke begeleiding van het gevelfonds is € 100.000 beschikbaar en het restant ad € 15.000 wordt besteed aan winkelstraatmanagement. Hoogspanningsleidingen (BROA, proj. 15.10) Dit project betreft het ondergronds brengen van de hoogspanningslijnen in Apeldoorn Zuid. Dit is noodzakelijk om de herstructurering in het Vogelbuurt en in Zuid en Park te kunnen realiseren. Naast de € 3,8 mln van de Gemeente hebben de Provincie en de woningcorporatie de Goede woning de overige € 4 mln beschikbaar gesteld. In 2012 zijn er kosten gemaakt voor een vooronderzoek van Tennet. Het gehele oorspronkelijke bedrag van 5.2 miljoen is vastgelegd voor de uitvoering in een college- en raadsvoorstel uit 2009. Als gevolg van herprogrammering woningbouw en bezuinigingen is de gemeentelijke bijdrage bij vaststelling van de Zomernota gedaald naar € 3.8 miljoen. Hiermee wordt een korter tracé ondergronds gebracht. De BROA bijdrage zal samen met de bijdrage van de woningcorporatie en van de Provincie voldoende dekking bieden voor de uitvoer. Voor de voorbereidingskosten in 2013 (projectleiding, juridica, communicatie etc.) zal gezocht worden naar alternatieve dekking. Kanaalzone(BROA, proj. 14.1) Het doel is om de Kanaalzone via een integrale ontwikkelings- en realisatiestrategie tot ontwikkeling te brengen, waarbij de centrale noord-zuid as getransformeerd dient te worden in een gemengd stedelijk gebied voor wonen, werken en voorzieningen. De gemeente heeft de regierol gedurende de projectperiode (tot 2025). Binnen het programma Kanaalzone zijn 35 projecten gedefinieerd. Sturing vindt plaats op twee niveaus: op programmaniveau en op projectniveau. Sturing op programmaniveau is het sturen op samenhang en prioriteiten. Het project Kanaalzone Zuid ligt op dit moment stil. Er wordt gekeken of en hoe het project verder moet. Voor het project Vlijtsepark (voorheen Diosynth) volgt in 2013 een ontwikkelingsplan. Het complex wordt dan in exploitatie genomen en alle bijdragen vanuit de gemeente worden dan in de grondexploitatie gestort. Wijken – De Maten (GSO-4) (BROA, proj. 9.4) Betreft het voorkomen van achteruitgang van buurten in het stadsdeel ZuidOost door projecten te starten die dit tegengaan en renovatie van het Matenpark Wijken – Orden en Kerschoten (GSO-4) (BROA, proj. 9.5) Betreft preventieve aanpak van wijken en buurten in stadsdeel NoordWest om achteruitgang te voorkomen. Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen (BROA, proj. 15.1) De beschikbare BROA-middelen voor het WOP Zevenhuizen zijn, in aanvulling op investeringen van corporaties en marktpartijen geheel belegd. De projecten Anklaar, 't Podium en Gentiaan worden gefaseerd uitgevoerd en de uitgaven wordt periodiek verfijnd aan de hand van het nieuwste inzicht in het uitvoeringsproces. In 2012 is het beschikbare budget als volgt besteed: voor het sociale programma en communicatie/leefbaarheid voor samen € 32.000, Anklaar € 687.000, Gentiaan € 231.000 en het Podium € 218.000. De projecten Anklaar en 't Podium worden 163
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
gefaseerd uitgevoerd de komende jaren. Deze uitgaven lopen geleidelijker dan verwacht en zullen doorlopen tot en met 2017. Wijkontwikkelingsplan Zuid (BROA, proj. 15.2) Naast investeringen van woningcorporaties, marktpartijen en gerichte inzet van reguliere middelen is het gemeentelijk Broa-budget essentieel geweest voor versterking van Apeldoorn-Zuid (Zuid Vooruit). In de Zomernota 2012 is besloten alle budgetten voor het programma Complete Wijken onderdeel Zuid Vooruit vrij te laten vallen. Het resterende bedrag is nog beschikbaar voor met name Hart van Zuid. De fysieke werkzaamheden voor de BROA projecten in Zuid betreffen in 2012 e.v. nog Hart van Zuid en de Hoogspanningsleidingen( BROAproject 15.10). De uitvoering van de openbare ruimte in Hart van Zuid vindt plaats in 2013/2014. In vervolg op het ondergronds brengen van de hoogspanningslijnen zal er nog herstructurering van de Vogelbuurt plaatsvinden Plattelandsontwikkeling (BROA, proj. 15.5)) Het restantbudget is beschikbaar voor Veluwetransferium ’t Leesten.
Lasten en baten 810
Ruimtelijke ontwikkeling
Eenheid div
Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 2013 S S € -11.200 -11.213
Bezuinigingsvoorstellen Verlaging budget inhuur juristen Debiteurenadministratie
€ €
BROA Binnenstad (BROA, proj.nr. 4.2) Binnenstad GSO-4 (BROA, proj.nr. 4.3) Hoogspanningsleidingen (BROA, proj.nr. 15.10) Kanaalzone (BROA, proj.nr. 14.1) - uitgaven - projectbureau - uitgaven t.l.v. ISV-3, storting in grondexploitatie Wijken - de Maten (BROA, proj.nr. 9.4) Wijken - Orden/Kerschoten (BROA, proj.nr. 9.5) Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen (proj.nr. 15.1) - uitgaven t.l.v. ISV-3 budget Wijkontwikkelingsplan Zuid (BROA, proj.nr. 15.2) Plattelandsontwikkeling (BROA, proj.nr. 15.5)
S -5.572
1.500
-101 0 -1.500
€ € € € € € € € €
403 102 276 200 200 1.108 504 41 132
-403 -102 -276 -200 -200 -1.108 -504 -41 -132
10.590
451 -10.139
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
980
Mutaties reserves BROA div Saldo van baten en lasten na bestemming
€ € € €
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S -5.657 -5.714 -5.815
20
€ € €
970
990
Begroting 2014 B 451
L 6.023
101
-11.200 -11.213
6.486 382 -4.332
5.993 -5.220
10.590
20 30
20 30
-15 -1.700
-137
-101 -102
-50 -102
-102
-100 -150 -1.390 -1.108 -36
-685
-88
-10.339
-6.638
-5.955
4.567
4.567
4.702
974
190
5.018
-5.572
-5.637
-5.664
-5.765
822 Volkshuisvesting Dit beleidsproduct is gericht op de ontwikkeling en uitvoering van het beleid t.a.v. wonen en de monitoring van de woningmarkt, onder andere de woningbouw. Binnen dit beleidsproduct vindt een verschuiving plaats van taakstellend bouwen naar adaptief programmeren, waarbij de gewenste toevoeging aan de woningvoorraad afgestemd wordt op een onzekere markt. Binnen deze onzekere markt is de verwachting dat de trend van de hoeveelheid woningen die toegevoegd zullen worden door de tijd heen af zal nemen. Kansen liggen er in verduurzaming en modernisering van de bestaande bouw. Apeldoorn vervult hier een koploperspositie. Daarnaast omvat dit product de cyclus van het verlenen van omgevingsvergunningen - activiteit bouwen -en de controle, toezicht en handhaving hierop. Ook de welstandadvisering volgend uit de woningwet is in dit product begrepen. Prestaties •
Het uitvoeren, bewaken en bijsturen van het vastgestelde raadskader meerjaren woningbouwprogrammering. Afstemming op regionaal niveau en met de provincie.
164
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
• • •
Het uitvoering geven aan de woonvisie. Bevordering van kwaliteit en duurzaamheid van de bestaande woningvoorraad. Samen met de partners in de stad de doelen m.b.t. beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit realiseren op het gebied van wonen, algemeen en specifiek voor huishoudens met een lager inkomen ( < € 34.000) • Samen met de partners in de stad zorgen voor voldoende huisvesting voor bijzondere doelgroepen. • Verder professionaliseren van de monitoring van de woningmarkt. • Met de woningbouwprogrammering, woonvisie en de monitor van de woningmarkt als basis vorm geven aan de strategische sturing op de woningbouw en ingrepen in de bestaande bouw. • Uitvoering geven aan nieuwe rijksregelgeving, bijvoorbeeld bij vaststelling van de wijziging van de woningwet. Specifiek is momenteel de gemeentelijke vertaling van wijzigende regelgeving op het gebied wonen en zorg aan de orde. • Zorgen dat er voldoende woningen beschikbaar zijn voor jongeren en studenten. • Het faciliteren van ouderen in hun woonbehoefte waarbij we zowel inzetten op zo lang mogelijk thuis kunnen wonen als tijdige doorstroming wanneer noodzakelijk. • Het bijhouden en (verder) optimaliseren van het bestand voor de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en het meervoudig gebruik van deze registratie bevorderen • In 2014 kunnen alle vergunningen niet alleen digitaal worden aangevraagd maar worden ook de interne werkprocessen gedigitaliseerd. Vervolgens worden de mogelijkheden van digitale verstrekking van de vergunning en de digitale archivering onderzocht. • In 2014 wordt verder gewerkt aan de implementatie van de wettelijk vastgestelde kwaliteitscriteria op grond waarvan eisen worden gesteld aan de minimale capaciteit (hoeveelheid beschikbare uren en opleidingsniveau) voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. • Toetsing van binnengekomen aanvragen omgevingsvergunning en toezicht op de uitvoering van de afgegeven beschikking vindt plaats aan de hand van een uniform toets- en toezichtprotocol, waarin per type bouwwerk is aangegeven hoe en in welke mate met name aan de technische eisen van het Bouwbesluit wordt getoetst en de wijze waarop de controle plaatsvindt. • Het uitvoeren van de toetsing ruimtelijke kwaliteit binnen vergunningverlening door de commissie ruimtelijke kwaliteit. In 2012 is de welstandscommissie in Apeldoorn als brede adviescommissie samengesteld, waarbij de Cultuurhistorische Advies Commissie is opgegaan in de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Jaarlijks wordt met een jaarverslag aan de raad verantwoord hoe de taken zijn uitgevoerd. • Het Strategisch Handhavingplan maakt deel uit van het Bouwbeleidsplan, dat ook op andere onderdelen in 2013 wordt herijkt. Niet alleen vinden we zo aansluiting bij de veranderende regelgeving, maar ook bij de veranderende sturingsopvattingen binnen de Ruimtelijke Ordening. In het najaar van 2013 wordt gestart met het herijkte Strategisch Handhavingsplan. Dit plan vormt tevens de basis voor de prioritering van taken voor 2014. De overige prestaties die geleverd worden vanuit de omgeving- vergunningbrede activiteiten zijn uitgewerkt in de paragraaf Dienstverlening. 823 Opbrengst omgevingsvergunningen, activiteit bouwen Mede als gevolg van de economische crisis staat het aantal aanvragen om vergunning en daarmee de legesinkomsten onder druk. Maar er is meer. Ook de toename van het vergunningvrij bouwen en het invoeren van algemene regels voor activiteiten waarvoor voorheen nog een vergunningplicht gold, geeft dat de werkzaamheden niet evenredig afnemen met de vermindering van inkomsten. Dit
165
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
betekent dat moet worden gezocht naar een nieuwe balans tussen inkomsten in relatie tot kwaliteitscriteria en de toekomstige omgevingswet. •
•
In 2013 wordt de gemeente geconfronteerd met een forse terugval in legesopbrengsten. Er wordt gewerkt aan maatregelen om de kosten in 2014 terug te brengen. In 2014 komen we met voorstellen bij de raad om voor de periode 2015 en 2016 te komen tot een structurele aanpak. In 2014 vindt de berekening van leges plaats aan de hand van een andere systematiek (normkosten) die objectiever is dan de huidige werkwijze met als gevolg dat er minder bezwaarschriften te verwachten zijn en de inhuur van Vastgoed verder kan worden gereduceerd.
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Aanvulling reserve bouwleges Volgens de prognose zal de opbrengst bouwleges 2013 leiden tot een negatief resultaat van ruim € 1,9 mln. Voor 2014 verwachten wij een negatief resultaat van € 1,75 mln. Voor de periode na 2014 zijn er nog te veel onzekerheden om een prognose op te kunnen stellen. Wij stellen u voor om in de MPB rekening te houden met het negatieve resultaat 2014 en de reserve bouwleges met 1,75 miljoen aan te vullen. Voor de jaren daarna hebben we volstaan met een pm-raming. Daarnaast zal later op basis van de jaarrekening 2013 de reserve bouwleges worden aangevuld. Daarop anticiperend hebben we thans rekening gehouden met een beroep op de Algemene Reserve van € 1,9 mln in 2013. Dit is verwerkt in bijlage 1 van de MPB. Voor een nader inzicht in de ontwikkeling van de bouwleges verwijzen wij u naar de paragraaf lokale heffingen.
Lasten en baten De belangrijkste lasten op deze producten betreffen: - adviezen Gelders Genootschap - doorbelaste apparaatskosten
€ 118.000 € 5.624.000
De belangrijkste baten betreffen de leges omgevingsvergunning (activiteit bouwen) van € 2.921.000. 822/823 Overige volkshuisvesting/bouwvergunningen
Eenheid RL, SSC, IV
Rekening 2012 S
2013 S
L
Begroting 2014 B
S
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
Begroting Bestaand Beleid Overige volkshuisvesting Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen
€ €
Tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen Aanvulling reserve bouwleges
€
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
-2.155
-2.578
980
Mutaties reserves Reserve bouwleges div Saldo van baten en lasten na bestemming
€ € €
-719 531 -2.343
-303
5.031
4.848
-183
38
50
93
-2.881
14.869
10.149
-4.720
-2.851
-2.887
-2.930
822 823
990
-7.348 5.193
-7.453 4.875
8.088
426 4.875
1.750 9.838
-7.662 4.875
-7.764 4.875
-7.813 4.876
-7.899 4.876
-2.889
-2.937
-3.023
-1.750 5.301
-4.537
830 Bouwgrondexploitatie Binnen het grondbedrijf ontwikkelen van projecten en zorg dragen voor het gemeentelijk grondbeleid, grondproductie en gronduitgifte. Prestaties In mei 2013 heeft uw raad het MPG 2013 vastgesteld. Met de vaststelling ervan zijn de verwachtingen t.a.v. het Grondbedrijf voor de jaarschijf 2013 en latere jaren opnieuw vastgelegd. Voor de actualisatie van deze verwachtingen in aanloop naar de
166
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
MPG 2014verwijzen zij naar de bestuursrapportage 2013. In deze MPB 2014-2017 treft u geen gedetailleerde begroting voor het Grondbedrijf voor 2014 aan. Hiervoor verwijzen wij u naar het MPG 2014 waarin een geactualiseerde begroting voor de jaarschijf 2014 aan uw raad ter vaststelling zal worden aangeboden.
Lasten en baten Begroting Bestaand Beleid
Rekening 2012 S € 31.466
2013 S -3.267
Begroting 2014 L B 50.000 50.000
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
31.466
-3.267
50.000
50.000
0
0
0
0
980
Mutaties reserves
€
-3.064
3.339
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
€
28.402
72
50.000
50.000
0
0
0
0
830
Bouwgrondexploitatie
Eenheid V&G, Proj., RL
S 0
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S 0 0 0
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Doel 2012
Doel 2013
Doel 2014
723 453
422 527
221** 455**
450 600
220 300
250*** 300***
Aandeel sociaal Aandeel middelduur Aandeel duur
36% 50% 13%
29% 34% 37%
70%** 21%** 9%**
30% 40% 30%
30% 40% 30%
30% 40% 30%
Bedrijven: Netto uitgegeven bedrijventerrein (ha)
7,8
7,7
7,7
8,5*
6,5
4,0
92.300
95.400
98.540
94.000
95.500
94.000
Outputkengetallen
Woningen: Startbouw Oplevering
Werkgelegenheid: Aantal werkzame personen
* Is o.a. afhankelijk van effectuering van reservering ** Vanwege de nu lopende omschakeling in de BAG-administratie van gemeenten zijn deze cijfers slechts voorlopig. Cijfers omtrent oplevering zijn op dit moment niet te geven. *** Betreft prognose op basis van gemeentelijke kennis over de voortgang van woningbouwprojecten. Deze prognoses zijn gebaseerd op een analyse van de kans dat een project wel of niet zal starten. Onzekerheid hierin is groot en verschuiving van projecten net over de jaargrens heen, naar voren of naar achteren kan de cijfers op jaarbasis substantieel doen veranderen.
Resumé programmakosten Omschrijving beleidsproduct
Dienst
Rekening 2012 S
2013 S
L
Begroting 2014 B
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 S S S
S
310/311 Handel en ambacht
€
-1.405
-1.122
1.732
434
-1.298
-1.305
-1.317
560
Openbaar groen en openluchtrecreatie
€
-165
-452
461
0
-461
-467
-475
-1.330 -484
810
Ruimtelijke ontwikkeling
€
-11.200 -11.213
10.590
451 -10.139
-10.339
-6.638
-5.955
822/823 Overige volkshuisvesting
€
-2.155
-2.578
9.838
5.301
-4.537
-2.889
-2.937
-3.023
830
Bouwgrondexploitatie
€
31.466
-3.267
50.000
50.000
0
0
0
0
970
Saldo van baten en lasten voor bestemming
€
16.541 -18.632
72.621
56.186 -16.435
-15.000
-11.367
-10.792
980
Mutaties reserves
990
Saldo van baten en lasten na bestemming
Div.
€
3.616
9.029
5.031
€
20.157
-9.603
77.652
167
4.384
4.740
1.024
283
65.601 -12.051
9.415
-10.260
-10.343
-10.509
168
3
Financiële beschouwingen
169
170
Hoofdstuk 3 Financiële beschouwingen
3.0
Inleiding
In de nota van aanbieding (Hoofdstuk 1) hebben we de contouren en kaders uiteengezet die wij bij de opstelling van deze MPB in acht hebben genomen. In dit hoofdstuk volstaan we met een toelichting op de financiële resultaten. Achtereenvolgens komen aan de orde een schets van het algehele financiële beeld, de Begroting Bestaand Beleid (BBB) voor de periode 2014-2017 en de financiële gevolgen van onze voorstellen, die tezamen de financiële uitkomst van de MPB bepalen. Tot slot vermelden wij de dashboardonderwerpen, die wij u conform de aanbeveling van de raadswerkgroep Controle ter vaststelling voorleggen.
3.1 Algeheel financieel beeld Het is opnieuw dat we ons geplaatst zien voor het oplossen van een meerjarig begrotingstekort. En opnieuw is het de aanhoudende economisch crisis en aanvullende rijksbezuinigingen die dit veroorzaken. Zo worden we geconfronteerd met fors oplopende uitgaven voor de bijstand. Sinds eind mei van dit jaar weten we in welke omvang de op grond van het kabinetsakkoord ‘Bruggen slaan’ overeengekomen rijksbezuinigingen doorwerken op het Gemeentefonds. Tegelijkertijd ligt er op rijksniveau een aanvullende opgave tot invulling van een extra bezuinigingstaakstelling van € 6 miljard met ingang van 2014. Ook daarvan zullen we de gevolgen ondervinden. In deze MPB hebben we daar met een inschatting op geanticipeerd. Dit alles speelt zich af in een turbulente omgeving. Ontwikkelingen volgen elkaar snel op, soms in lijn met eerdere ontwikkelingen maar soms ook daarmee tegenstrijdig. Onder deze omstandigheden is het niet vol te houden om ons trendmatig begrotingsbeleid in stand te houden. De ontwikkelingen nemen dermate grote vormen aan dat snel schakelen geboden is. Hier ligt dan ook de belangrijkste reden dat we dit jaar zijn afgeweken van de reguliere begrotingcyclus; geen Voorjaarsnota in de gebruikelijke vorm, maar een Voorjaarsbrief zonder een financieel meerjarenperspectief. Het ontbrekende financieel meerjarenperspectief illustreert dat relevante financiële informatie niet of te laat voor gemeenten beschikbaar komt. Nu we daarover recent voor een deel zijn geïnformeerd, is het vooreerst in deze MPB dat we u daarvan de gevolgen in beeld kunnen brengen. Maar daarmee is niet alles gezegd. Kijken we vooruit dan liggen er grote uitdagingen in het verschiet. De ‘grote’ decentralisaties omvatten een substantieel takenpakket dat ter uitvoering aan gemeenten wordt opgedragen. Over de inhoud en condities waaronder dit zich gaat voltrekken, tasten we deels in het duister. In financieel opzicht hebben we de decentralisaties in deze MPB dan ook volledig buiten beschouwing gelaten, mede omdat wij ons op het standpunt stellen dat we de te decentraliseren taken gaan uitvoeren binnen de budgetten die we daarvoor zullen ontvangen. Dat we de decentralisaties thans buiten beschouwing laten, wil overigens niet zeggen
171
dat we ons daarop niet prepareren. We hebben het begin van een implementatietraject al achter ons en houden ons van de verdere ontwikkelingen nauwgezet op de hoogte. Onder dit gesternte hebben wij deze MPB opgesteld, daarbij volhardend in de opdracht die uw raad ons heeft verstrekt. Dat vertaald in financiële kaders betekent dit, dat wij u een MPB voorleggen die geen structureel tekort maar een financieel overschot vertoont van afgerond € 1 mln, in combinatie met een Algemene Reserve, die in het negende jaar voldoet aan de vereiste ondergrens van € 15 mln. We hebben geanticipeerd op effecten van rijksbezuinigingen die nog gaan komen en we hebben opnieuw een opvangbuffer opgenomen, zodat ook in de komende jaren er financiële ruimte beschikbaar is voor het opvangen van tegenvallers en niet voorziene ontwikkelingen.
3.2 Financiële uitkomst MPB 2014-2017 In het volgende overzicht zijn de financiële effecten gepresenteerd die bepalend zijn voor de uitkomst van de MPB. Elk onderdeel lichten we in het vervolg van dit hoofdstuk nader toe. Omschrijving
2014
2015
2016
2017
(bedragen x € 1.000; + = voordeel; - = nadeel)
1. BBB-uitkomst excl. buffer en inschatting sept.circulaire Beschikbare buffer opvang tegenvallers/ontwikkelingen Inschatting rijkskorting € 6 mld op Gemeentefonds Inschatting voordeel uikering overschot btw-compensatiefonds Totaal BBB-uitkomst (I)
-653 -2.500 -3.000 0 -6.153
-4.423 -4.000 -3.000 2.000 -9.423
-122 -4.000 -3.000 2.000 -5.122
-2.721 -4.000 -3.000 2.000 -7.721
2. Voorstellen i.v.m. tegenvallers en overige ontwikkelingen - Beschikbaar - Gevolgen van de voorstellen Subtotaal (II)
2.500 -8.970 -6.470
4.000 -4.719 -719
4.000 -4.405 -405
4.000 -4.305 -305
3. Nieuwe opvangbuffer (III)
-1.000
-1.500
-2.000
-2.000
-13.623
-11.642
-7.527
-10.026
5. Extra bezuinigingen, w.o. - verlagen materiële kostenindex vanaf 2016 tot 0,75%
2.582
3.512
5.431 438
6.954 875
6. Totaal bezuinigingen
2.582
3.512
5.869
7.829
0
250
250
250
146
1.140
2.015
2.939
-10.895
-6.740
607
992
4. Totaal tekort (I+II+III)
7. Afroming reserve bereikbaarheid 8. Voorstel tot verhoging ozb met macronorm 9. Uitkomst MPB
Ad 1 BBB-2014-2017 Het startpunt voor de opstelling van de MPB ligt bij de BBB-uitkomst voor de nieuwe meerjarenperiode (2014-2017). De uitkomst komt tot stand via een doorrekening van inkomsten en uitgaven, onder de conditie dat het door uw raad in 2013 vastgesteld beleid, ongewijzigd in de nieuwe meerjarenperiode zou worden voortgezet. In deze doorrekening zijn de volgende ontwikkelingen verdisconteerd:
172
- de uitkomst van de meicirculaire over het Gemeentefonds (GF), waarin de doorwerking van uitsluitend de rijksbezuinigingen op grond van het kabinetsakkoord ‘Bruggen slaan’ is verwerkt; - de indexering van materiële en personele kosten en subsidies, die afgeleid zijn van prognoses van het Centraal Planbureau; - de effecten van volumeontwikkeling op de ozb-opbrengst (meer gebouwen leidt tot een hogere ozb-opbrengst), de kosten van beheer (meer wegen- en groenoppervlak leiden tegen standaardtarieven tot hogere beheerkosten) etc.; - geactualiseerde doorrekening van de rentelast, bijgesteld n.a.v. actuele rentepercentages; - de restanten van de door uw raad vastgestelde lopende bezuinigingstaakstellingen, die in deze meerjarenperiode gerealiseerd moeten worden; - de leges en belastingopbrengsten, waarop zoals gebruikelijk de inflatiecorrectie – afgeleid van prognoses van het Centraal Planbureau - is toegepast (voor 2014 2,1 %; voor 2015 1,2% en voor de jaren daarna telkens 1,6%); - de opvangbuffer die oploopt tot een structureel bedrag van € 4 mln, conform uw besluit in het kader van de Zomernota 2012, bestemd voor de opvang van eventuele tekorten verband houdend met de drie decentralisatie (de drie D’s), tegenvallers bij de invulling van de lopende bezuinigingstaakstellingen en voor overige (onontkoombare) ontwikkelingen; - de inschatting van de gevolgen van de extra rijksbezuinigingen van € 6 miljard op het GF, waarvan is aangekondigd dat gemeenten daarover in de aanstaande septembercirculaire nader over zullen worden geïnformeerd; - dat geldt ook voor het ingeschatte voordeel dat ontstaat doordat in 2015 het overschot in het btw-compensatiefonds aan gemeenten wordt uitgekeerd. Gemeentefonds Over de doorwerking van de meicirculaire 2013 over het GF kunnen we u het volgende melden. - Meicirculaire 2013 algemeen In deze circulaire zijn de effecten van het regeerakkoord VVD/PvdA voor wat betreft het GF verwerkt. Ook de financiële bijdrage die gemeenten aan het onlangs afgesloten Zorgakkoord moeten leveren (een korting van € 89 miljoen in 2014) is verwerkt; de grote weerstand van de VNG hiertegen ten spijt. Voor wat betreft de decentralisaties in het sociale domein geeft het kabinet in de meicirculaire aan, wat gemeenten voor Jeugd (zorg) op basis van historische uitgaven aan budget zouden kunnen verwachten. Voor ons ruim € 35 miljoen, overigens met een grote bandbreedte. Wat zit er niet in de circulaire? De financiële gevolgen van de decentralisaties AWBZ/WMO en Participatie blijven nagenoeg onbenoemd, het toegezegde nieuwe verdeelmodel Jeugdzorg ontbreekt en de volledige effecten van het Sociaal akkoord en Zorgakkoord worden niet duidelijk. Tevens ontbreekt inzicht in de gevolgen van noodzakelijke nieuwe bezuinigingen die het kabinet nodig zal hebben om te voldoen aan de eisen van het Europese Stabiliteits- en Groeipact (in 2014 maximaal 3% begrotingstekort, waarover verderop meer). Op hoofdlijnen levert de meicirculaire voor onze algemene uitkering in 2013 een fors nadeel op, met name veroorzaakt door onderuitputting van rijksuitgaven 2012. Voor 2014 becijferen we een fors voordeel vanwege een veel hoger accres (groei GF). Voor de jaren 2015, 2016 en 2017 is sprake van een neerwaartse ontwikkeling, overeenkomstig de verwachtingen zoals gemeld in onze Voorjaarsbrief 2013. In de Zomernota 2012 hebben we geanticipeerd op de nieuwe kabinetsmaatregelen voor een bedrag van structureel € 4 mln. De verslechtering in 2017 van de gemeentefondsuitkering t.o.v. de raming van vorig jaar bedraagt € 9 mln. Per saldo bedraagt het nadeel op het gemeentefonds dus structureel € 5 mln.
173
- Het jaar 2013 Omdat de voor het GF relevante rijksuitgaven 2012 lager uitvallen dan geraamd, wordt het GF hiervoor in 2013 gekort. Hier zit zowel een incidenteel als een structureel effect in. Per saldo komt onze algemene uitkering ten opzichte van de raming in 2013 met ca. € 2,4 miljoen lager uit. We zullen dit in de Tussentijdse Rapportage 2013 melden. Dit nadeel hebben we verrekend met de Algemene Reserve. Het kabinet voegt éénmalig € 168.000 toe ten behoeve van invoeringskosten decentralisatie Jeugd. Dit hebben we als een uitgaafstelpost opgenomen in afwachting van een nadere uitwerking, gericht op regionale afspraken over de invoering. - Het jaar 2014 Het jaar 2014 pakt gunstig uit voor gemeenten. Was het accres vorig jaar in de junicirculaire nog ruim € 500 miljoen, nu in de meicirculaire is dat bijna verdubbeld. Dit wordt vooral veroorzaakt door maatregelen uit het regeerakkoord, zoals het vergroten van investeringen in infrastructuur en aanpassingen in de huurmarkt (hogere huurtoeslagen). De circulaire meldt niet dat het hogere accres ook vanuit de financiële techniek wordt veroorzaakt doordat in 2013 sprake was van een forse teruggang. Het is dus voor een deel een kwestie van het been bijtrekken. Een tegenvaller voor ons is de afbouw van de suppletie uitkering OZB gebruikersdeel woningen, die wij als nadeelgemeente vanaf 2006 ontvangen. Nu het GF in 2014 sterk groeit, brengt het kabinet, zoals is afgesproken met de VNG, de suppletievergoeding die nadeelgemeenten ontvangen terug ten gunste van voordeelgemeenten (deze gemeenten wachten al jaren op hun voordeel). In de paragraaf weerstandsvermogen is in het verleden op dit risico gewezen. Voor ons een structureel nadeel van € 900.000. Wij ontvangen incidenteel extra gelden voor de invoeringskosten van de decentralisaties AWBZ/WMO (€ 39.000) en Jeugdzorg (€ 54.000). In lijn met de agenda voor herstel is de afspraak, dat alle extra ontvangsten ten gunste van de algemene middelen komen. In beide gevallen is sprake van compensatie van kosten vanwege een extra taak, waar de bestaande budgetten niet in voorzien. Wij hebben om die reden hiervoor in deze MPB 2014-2017 uitgavenstelposten van dezelfde omvang opgenomen. Tevens heeft het Rijk onze aanvraag gehonoreerd om het aantal buurtsportcoaches uit te breiden (zie ons besluit van 5 december 2012). Wij ontvangen structureel € 86.000 extra. Omdat hier een overeenkomst met het Rijk aan ten grondslag ligt hebben wij ook hiervoor een dienovereenkomstige uitgavenstelpost opgenomen. We worden structureel € 190.000 gekort op het onderdeel maatschappelijke opvang (Regionaal Kompas). Overeenkomstig de bestaande gedragslijn hebben wij deze korting doorgegeven aan het betrokken beleidsveld. - De jaren 2015, 2016 en 2017 De meeste bezuinigingsmaatregelen uit het regeerakkoord die betrekking hebben op het GF starten in 2015 en lopen daarna op. Dat geldt ook voor de korting van jaarlijks € 60 miljoen (voor ons ca. € 550.000) vanwege lagere apparaatskosten door opschaling van gemeenten. De oorspronkelijke koers van het kabinet om tot gemeenten van minimaal 100.000+ te komen wordt weliswaar steeds meer verlaten; de ingeboekte bezuiniging blijft staan en wordt nu over alle gemeenten generiek uitgestort. Dat betekent voor ons als 150.000+ gemeente een nadeel dat vanaf 2015 ieder jaar met € 550.000 oploopt. In 2017 is onze algemene uitkering daardoor al € 1,6 miljoen lager. Deze korting loopt voor ons gedurende 15 jaar op tot ca. € 9 miljoen. In de prognoses zoals opgenomen in de Voorjaarsbrief is hiermee geen rekening gehouden in de veronderstelling dat opschaling van kleine gemeenten niet leidt tot een generieke korting voor alle gemeenten.
174
Het Rijk heeft vanaf 2011 tijdelijke middelen beschikbaar gesteld voor het Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP) e-overheid. Deze toevoeging wordt in 2016 gecorrigeerd, waarbij de korting op het GF landelijk € 24 miljoen extra is. Het Rijk gaat er vanuit dat wij na intensivering van ons beleid op het gebied van e-overheid efficiënter kunnen werken en vertaalt dat vanaf 2016 in een korting op onze algemene uitkering van € 220.000. Ook deze korting hebben we aan het betrokken beleidsveld doorgegeven. - Wat volgt nog in september? Om het begrotingstekort van het Rijk tot maximaal 3% te beperken zal het kabinet aanvullend moeten bezuinigen. In februari jl. lagen er maatregelen tot € 4,3 miljard, waaronder een extra korting van € 200 miljoen op het GF. Voor ons bijna € 2 miljoen. De bezuinigingstaakstelling waar het kabinet nu voor staat is met ingang van 2014 becijferd op € 6 miljard. Onze inschatting is dat wij hierdoor met een korting van ca. € 3 miljoen zullen worden geconfronteerd. Vanaf 2015 zien wij binnen het GF hiervoor gedeeltelijk dekkingsmiddelen. Die komen uit een verwachte onderuitputting van het BTW-compensatiefonds (BCF). In het financieel akkoord van januari jl. tussen kabinet en VNG is niet alleen afgesproken dat het BCF blijft bestaan, maar ook dat een over- of onderschrijding van dat fonds jaarlijks zal worden verrekend met het GF. In het BCF is ca. € 3,1 miljard beschikbaar. De laatste jaren wordt door gemeenten en provincies gemiddeld € 2,8 miljard gedeclareerd. Op basis van de huidige economische situatie en het declaratiegedrag van gemeenten en provincies zou dat vanaf 2015 een vrijval van ca. € 300 miljoen ten gunste van het Gemeente- en Provinciefonds betekenen. Wij schatten ons aandeel in op maximaal € 2 miljoen (hier is de vuistregel van 1% van het GF als aandeel voor Apeldoorn niet van toepassing). Tenslotte verwachten wij dat de extra gelden die in het regeerakkoord zijn opgenomen voor intensiveren van het armoedebeleid in september beschikbaar komen. Voor ons ca. € 900.000. In principe is dit vrij aanwendbaar budget, dat niet in de meicirculaire is opgenomen omdat het Rijk zich nog buigt over de verdeelsleutels. Overigens is de kans aanwezig dat het kabinet deze middelen zal gebruiken ten behoeve van het begrotingstekort in 2014 van € 6 miljard. Overige BBB-effecten Naast de negatieve ontwikkeling van het GF is er ook een voordelige ontwikkeling te melden. Dat betreft de ontwikkeling van de rentekosten. Gemeenten kunnen leningen aantrekken tegen extreem lage rentepercentages. Dat houdt in dat wij in de BBB ten opzichte van de vorige MPB (2013-2016) rentevoordelen hebben opgenomen van € 0,6 mln in 2014, € 1 mln in 2015, € 1,1 mln in 2016 en € 0,8 mln in 2017. En in 2016 werkt ook het voordeel door van de structurele omzetting van de ozb-verhoging waartoe uw raad in het kader van de Zomernota 2012 heeft besloten. Daar staat tegenover dat we de volumeontwikkeling van de ozb neerwaarts hebben bijgesteld vanwege de achterblijvende woningbouwproductie.
Ad 2 Voorstellen voor de opvang van tegenvallers en overige ontwikkelingen
Zoals hiervoor gemeld hebben we de in de Zomernota 2012 opgenomen opvangbuffer, oplopend tot structureel € 4 mln, in de BBB gehandhaafd. Deze opvangbuffer is bedoeld voor het opvangen van tegenvallers, o.m. als gevolg van niet haalbaar blijkende lopende bezuinigingstaakstellingen en overige niet voorziene ontwikkelingen. Ten laste van deze buffer hebben wij voorstellen gebracht die we hebben samengevat in een overzicht dat aan het begin van hoofdstuk 2 van deze MPB is opgenomen. De inhoudelijke toelichtingen zijn verwerkt in de betrokken begrotingsprogramma’s van hoofdstuk 2. Naast het opvangen van tegenvallers zoals de oplopende bijstandsuitgaven, de lagere opbrengst eigen bijdrage voor huishoudelijke verzorging, enkele niet dan wel later te
175
realiseren bezuinigingstaakstellingen, negatieve bestemmingsreserves etc., hebben we ook voorstellen opgenomen in verband met ontwikkelingen die om extra budget vragen. Daartoe behoren voorstellen tot verhoging van het onderhoudsbudget voor de wegen en bruggen, verbreding en intensivering van lobbyactiviteiten. Daarnaast hebben we jaarlijks tot en met 2017 een budget van € 300.000 opgenomen, bestemd voor aanjaaggeld voor nieuwe investeringen. Zoals uit de hiervoor opgenomen tabel blijkt, overschrijden de budgettaire gevolgen van onze voorstellen de beschikbare ruimte van de opvangbuffer.
Ad 3 Nieuwe opvangbuffer
In lijn met ons financiële beleid hebben we voor toekomstige jaren opnieuw een opvangbuffer opgenomen, die oploopt tot structureel € 2 mln.
Ad 4 Totaal tekort
Het voorgaande leidt tot een tekort van afgerond € 13,6 mln in 2014, afnemend tot circa € 10 mln in 2017 e.v. jaren. Voor dit tekort hebben we naar een oplossing gezocht, die we hierna verder toelichten.
Ad 5 Extra bezuinigingen
In de Voorjaarsbrief hebben we u reeds meegedeeld dat wij aan een nieuwe bezuinigingsronde niet zullen ontkomen. De voorbereidingen daartoe zijn in een vroeg stadium in gang gezet. Door onze organisatie zijn bezuinigingsopties in beeld gebracht met een totale omvang van ruim € 10 mln. Wij hebben hieruit een keuze gemaakt tot een bedrag van afgerond € 7 mln. In het kader van onze totale afweging hebben we opnieuw gekozen voor een temporisering van de inflatiecorrectie voor de materiële kosten. In de Zomernota 2012 is een eerder besluit tot verlaging van de materiële kostenindex tot 0,75% doorgezet tot en met 2015. Dat hebben we voor de huidige BBB gehandhaafd. Voor de periode daarna is in de BBB-uitkomst gerekend met een materiele kostenindex van 2%, conform de voorspellingen van het Centraal Plan Bureau. Wij hebben voor die jaren (2016 en 2017) deze index voor de interne budgetten teruggebracht tot op het niveau van de jaren daarvoor. Ten opzichte van de BBB levert dat een voordeel op van € 438.000 in 2016, oplopend tot € 875.000 in 2017. Het is een generieke maatregel die we, gelet op de algehele financiële positie, verdedigbaar achten. Onze bezuinigingsvoorstellen hebben we samengevat in een overzicht, dat aan het begin van hoofdstuk 2 is toegevoegd; de inhoudelijke toelichtingen zijn in de betreffende begrotingsprogramma’s opgenomen.
Ad 6 Totaal bezuinigingsvoorstellen
Onze bezuinigingsvoorstellen lopen op tot een bedrag van ruim € 7,8 mln.
Ad 7 Afromen reserve Bereikbaarheid Binnenstad
Naast bezuinigingsmogelijkheden op structurele uitgaven, hebben we ook gezocht naar tekortreducerende maatregel vanuit bestemmingsreserves. Zoals bekend zijn in het kader van de Zomernota 2012 beïnvloedbare bestemmingsreserves geschrapt. Binnen het kader van de gehandhaafde bestemmingsreserve Bereikbaarheid Binnenstad doen zich mogelijkheden voor, waardoor met ingang van 2015 een structureel bedrag van € 250.000 ten gunste van de Algemene Dienst kan worden gebracht. Die mogelijkheid hebben we benut. Voor een inhoudelijke toelichting op de maatregelen verwijzen wij u naar programma 3, hoofdstuk 3.2 parkeren. Bijlage 2.2 van deze MPB betreft de doorrekening van deze bestemmingsreserve.
176
Ad 8 Voorstel tot verhoging ozb met macronorm
Zoals gebruikelijk hebben we de OZB-opbrengst in de BBB gecorrigeerd voor de inflatieontwikkeling. De hiervoor van toepassing zijnde gewogen index bedraagt 2,1% voor 2014, 1,2% voor 2015 en 1,6% voor de jaren daarna. Om met deze MPB te kunnen voldoen aan de financiële kaders, hebben we als laatste mogelijkheid besloten om u een voorstel tot verhoging van de OZB voor te leggen. De mogelijkheid tot verhoging van de OZB is door het rijk begrensd. Daartoe stelt het rijk de zogenaamde macronorm vast. Voor 2014 1 bedraagt deze norm 2,45%. Voor de jaren daarna gaan wij uit van een macronorm van 3,5%. Toepassing van deze normen leidt t.o.v. de inflatiecorrectie, zoals in de BBB is opgenomen tot een meeropbrengst, die oploopt tot structureel € 2,939 mln. Overigens merken we op dat dit de woonlastendruk voor een gemiddeld huishouden niet beïnvloed. De woonlastendruk bestaat uit de som van het rioolrecht, de afvalstoffenheffing en de OZB. Ondanks ons voorstel tot verhoging van de OZB, blijft de woonlastendruk constant. Dit wordt veroorzaakt door de verlaging van de afvalstoffenheffing als gevolg van de zeer gunstige aanbesteding voor de verwerking van afval.
Ad 9 Uitkomst MPB
De financiële uitkomst van de MPB resulteert in tekorten in de eerste twee jaren. In de jaren 2016 en 2017 slaan deze om in overschotten. Het structurele overschot bedraagt afgerond € 1 mln, waarmee aan één van de financiële kaders is voldaan. De saldi van alle jaarschijven worden verrekend met de Algemene Reserve. De doorrekening van de Algemene Reserve lichten we verderop in dit hoofdstuk nader toe.
3.3 Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) Onder bijlage 2.1 van deze MPB hebben we toegelicht op welke wijze de BROA is geactualiseerd. De daarop afgestemde meerjarendoorrekening resulteerde in een tekort. Op grond van het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) zijn tekorten niet toegestaan. Een bijdrage van € 200.000 in de jaarschijf 2014 van de BROA ten laste van de Algemene Reserve bleek toereikend om het tekort op te heffen.
3.4 Algemene Reserve (AR) Ten tijde van onze besluitvorming over deze MPB zijn - vooruitlopend op de tussentijdse rapportage (Turap) 2013, die na het zomerreces wordt opgesteld - te verwachten financiële afwijkingen in kaart gebracht. Daarbij is de focus gericht op verwachte afwijkingen van substantiële omvang (afwijkingen van enkele tonnen en meer). Deze hebben een indicatief karakter. Niet kan worden uitgesloten dat de Turap 2013 tot een andere uitkomst leidt, mede omdat daarin ook afwijkingen van een geringere omvang worden opgenomen. In totaliteit resulteren de thans in beeld gebrachte afwijkingen in 2013 in een negatief saldo van € 2,5 mln. De afwijkingen hebben onder meer betrekking op het reeds aan 1
In basis 3,5% maar door het kabinet gecorrigeerd voor de overschrijding door gemeenten van de macronorm in 2012 en in 2013.
177
uw raad gemelde nadeel op de bijstand (€ 3,8 mln), het tekort van de reserve bouwleges (€ 1,9 mln), het nadeel op de gemeentefondsuitkering (ruim € 2,4 mln), een verwacht voordeel op de WMO (€ 3 mln), een voordeel van een hogere dividenduitkering van Circulus (afgerond € 0,5 mln), de afdracht door Accres van haar onderhoudsreservering (€ 1,7 mln) en een voordelig exploitatieresultaat van de GGD (€ 350.000). Met inachtneming van dit opgenomen nadeel en de verrekening van de saldi van de MPB-jaarschijven, resulteert de AR in het negende jaar in een stand van afgerond € 15,2 mln. Daarmee voldoet deze stand aan het vereiste niveau. De meerjarendoorrekening van de AR is gevoegd onder bijlage 1 van deze MPB.
3.5 Dashboardonderwerpen Van de raadswerkgroep Controle heeft u de aanbeveling overgenomen om de dashboardonderwerpen van ons college door uw raad te laten vaststellen. De door ons gekozen dashboardonderwerpen betreffen allemaal punten uit de Agenda voor herstel, behalve de woningbouwprogrammering, die additioneel is. 1. Transitie, dienstverlening en financiën sociaal: a. De 3 d's: 1. Participatiewet 2. Jeugdzorg 3. WMO b. Financiën bijstand 2. Transitie en financiën fysiek: a. Verkoopopgave vastgoed en grond b. Woningbouwprogrammering c. Grondbedrijf in control d. Wegenonderhoud 3. Planning en Control: a. Realisering bezuinigingen b. Risicomanagement Na de verkiezingen van volgend jaar zal er een nieuw bestuursakkoord worden opgesteld. Dat kan uiteraard leiden tot andere en/of meer onderwerpen.
178
4
Paragrafen 2014-2017
179
180
4.1 Paragraaf Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan hoe solide de financiële positie van de gemeente is. Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de weerstandscapaciteit af te zetten tegen de omvang van de risico’s. De gemeente heeft een financiële buffer nodig als zich een financiële tegenvaller voordoet. Risico’s relevant voor het weerstandsvermogen zijn de risico’s die niet anderszins zijn te ondervangen. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten te dekken. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de algemene reserve, maar ook om de nog niet benutte belastingcapaciteit (mogelijkheden om de gemeentelijke belastingen te verhogen). Het mag duidelijk zijn, dat macro- economische omstandigheden invloed hebben op de financiële positie en het weerstandsvermogen van de gemeente Apeldoorn. De recessie van de laatste jaren hebben geleid tot bijstelling van ons beleid en omvangrijke bezuinigingen. Door het negatief resultaat van het grondbedrijf in 2011 hebben we vanaf 2012 een negatieve weerstandscapaciteit. Op basis van de jaarrekening 2012 kwam deze uit op -/- € 30 miljoen eind 2014. In deze paragraaf is de weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen gebaseerd op de begroting bestaand beleid en de voorstellen, die in deze begroting zijn verwerkt en toegelicht. De risico’s zijn ten opzichte van de inventarisatie in de jaarrekening 2012 geactualiseerd. Het in 2012 geactiveerde tekort van het grondbedrijf drukt onze weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit is voorlopig nog negatief en bedraagt eind 2014 -/- € 33,3. Komende jaren loopt de weerstandscapaciteit op naar -/- € 21,4 miljoen in 2017. Onze risico’s ramen wij op € 12,3 miljoen vanaf 2015, waarvan € 3,8 miljoen structureel. De 0. 1. 2. 3.
paragraaf ‘Weerstandsvermogen’ bevat: een korte toelichting op de economische ontwikkelingen een inventarisatie van de risico’s; een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s
4.1.0 Macro-economische ontwikkelingen Macro-economische ontwikkelingen hebben veel invloed op onze financiën. De ontwikkelingen zijn onzeker en de invloed op onze financiën is niet direct te kwantificeren. Een aantal van de risico’s zoals genoemd in paragraaf 4.1.1.2 hangen nauw met deze ontwikkelingen samen, zoals de risico’s van het grondbedrijf, van de Wet Werk en Bijstand, financieringsrisico’s en de omvang het gemeentefonds. Sinds 2008 is de wereldeconomie in slecht weer terecht gekomen. Ook de Nederlandse economie raakte daardoor in een recessie. Na een licht herstel in 2010 is de economie weer gekrompen. Volgens de laatste gegevens van het Centraal Planbureau (CPB) 1 zal onze economie in 2013 verder krimpen met 1,25%. In 2014 wordt een licht herstel verwacht, een groei van 0,75%. Het lijkt erop, dat het herstel van onze economie langer op zich laat wachten dan in de landen om ons heen. De werkloosheid blijft groeien. Het CPB verwacht, dat in 2013 8,5% van de beroepsbevolking werkeloos zal zijn. In 2014 zal dit percentage verder toenemen tot 9,25%. De gemiddelde koopkracht zal in 2013 met 1,25 % dalen en in 2014 gelijk blijven. De inflatie zal naar verwachting in 2013 uitkomen op 2,75% en in 2013 op 2 %. Voor de langer termijn blijft er veel 1
Bron: CPB, Kerngegevens voor de concept macro-economische verkenning 2014, 14 augustus 181
4.1 Weerstandsvermogen
onzekerheid. In de ramingen van het CPB is nog geen rekening gehouden met ombuigingen, die het kabinet bij de presentatie van de miljoenennota/ begroting 2014 in september 2013 bekend zal maken. In onze begroting hebben we voor zover mogelijk geanticipeerd op verdere rijksbezuinigingen ten bedrage van € 6 miljard in 2014. Grafiek: Economische groei in Nederland 2008-2014
Bron: CPB, juni 2013
4.1.1 Inventarisatie van de risico’s De risico-inventarisatie beoogt de risico’s die op het moment van aanbieden van deze begroting bekend zijn, te benoemen en toe te lichten. Onder een risico verstaan wij het gevaar voor schade of verlies door interne of externe omstandigheden, waarvoor geen of onvoldoende voorzieningen zijn gevormd en die van materiële betekenis zijn voor de financiële positie van de gemeente. Voor zover risico’s als concrete toekomstige financiële verplichtingen te kwantificeren zijn, zijn daarvoor voorzieningen gevormd respectievelijk in de MPB bedragen opgenomen.
4.1.1.1 Overzicht Risico’s Op de volgende pagina ziet u het overzicht van alle in deze paragraaf toegelichte risico’s. De risico’s zijn ingedeeld per begrotingsprogramma. Bij ieder risico is aangegeven wat het risicoprofiel is, wat de status is ten opzichte van de jaarrekening 2011 en of het financiële effect incidenteel of structureel is.
182
Nr.
Risico
Bandbreedte € 1.000
min
Effect Incidenteel/ Structureel I/S
Profiel Hoog/ Midden/ Laag
Status t.o.v. Jaarrekening 2012
max
Maatregel Vermijden/ Verminderen / Verzekeren/ Accepteren
Programma 1 Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën 1
Aansprakelijkheid
2
- Eigen risico WA verzekering - Schade op eigendommen Planschade
0 0 0
50 250 100
I I I
Midden Midden Midden
Ongewijzigd Ongewijzigd Ongewijzigd
Accepteren
3
Verleende rechtstreekse garanties
0
9.000
I
Laag
Ongewijzigd
4
Kredietrisico’s op beleggingen
0
418
I
Laag
Ongewijzigd
5
Renterisico’s
0
550
S
Midden
Gewijzigd
0 0
1.725 200
I I
Midden Laag
Ongewijzigd Gewijzigd
0 0 250 440 0 600 0
1.000 500 675 440 1.000 600 400
S S S S S S S
Midden Laag Midden Hoog Hoog Hoog Midden
Gewijzigd Gewijzigd Ongewijzigd Nieuw Nieuw Gewijzigd Ongewijzigd
Accepteren
0
2.300
I
Midden
Ongewijzigd
Accepteren
6
Deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen
7
Bij deelnemingen bestaat de kans op insolventie Bij gemeenschappelijke regelingen een eventueel negatief resultaat Algemene uitkering Gemeentefonds
8
Bezuinigingen na 2013 Aantal bijstandsontvangers WWB Aantal leerlingen SO en VO Suppletie uitkering OZB Herijking ca. gemeentefonds Maatschappelijke opvang (zie jaarrekening 2012, programma 7) Werkgeversaandeel pensioenpremie
9
Werkloosheidsuitkering bij contractbeëindiging
Vermijden Zie paragraaf financiering Zie paragraaf financiering Zie paragraaf financiering Verminderen
Accepteren
Programma 2 Veiligheid 10
Toezicht
0
370
S
Midden
Nieuw
Verminderen
11
BTW project Aruba ivm overgang BRW naar VNOG
0
2.000
I
Laag
Gewijzigd
Vermijden
12
BTW compensatie brandweertaken
Vervallen
Programma 3 Openbare ruimte 13
Achterstand onderhoud wegen
Verminderen
asfaltwegen
0
2.400
I
Laag
Gewijzigd
elementverhardingen
0
6.700
I
Laag
Gewijzigd
risicowegen
0
12.200
I
Hoog
Gewijzigd
0
180
S
Midden
Nieuw
Verminderen
0
5.000
S
Midden
Nieuw
Vermijden
0 0
2.200 5.000
I S
Hoog Hoog
Gewijzigd
Accepteren
p.m.
S
Hoog
Nieuw
14
Achterstand onderhoud bruggen
15
Reserve grafrechten/ exploitatie begraafplaatsen (vanaf 2015)
Vervallen
Programma 5 Jeugd en Onderwijs 16
Decentralisatie van de Jeugdzorg
Programma 6 Werk, inkomen en arbeidsmarkt 17
WWB inkomensdeel 2014 WWB inkomensdeel (vanaf 2015)
Programma 7 Zorg en welzijn 18
WMO huishoudelijke verzorging en individuele verstrekkingen
19
Hervorming langdurige zorg
Vervallen Nog te bepalen
Programma 9 Ruimtelijke ontwikkelingen, economie en wonen 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Risico’s grondbedrijf Contractuele verplichtingen woningbouw buiten Grondbedrijf Omnisportcentrum: investeringen Idem: onderhoudsvoorziening Omnizorgcentrum: arbitrage hoofdaannemer Sporthal Zuiderpark, renovatie Overige accommodaties Transferium Barnewinkel Niet realiseren vastgoedtaakstelling Afwaardering vastgoed Terughalen eigenarenonderhoud Orpheus, CODA en Omnisport Bekostiging onderhoud Accrespanden Leges omgevingsvergunning (vanaf 2015) Risico’s Algemene dienst Totaal risico’s Hoog Structureel 2014 Idem vanaf 2015 Totaal risico’s Hoog Incidenteel 2014 Idem vanaf 2015 Totaal risico’s Midden Structureel 2014 Idem vanaf 2015 Totaal risico’s Midden Incidenteel
0 pm 500 250
5.700 pm 1.000 250
I I I S
Hoog Laag Hoog
Gewijzigd Ongewijzigd Nieuw
Verminderen Verminderen Verminderen
0 pm
2.000 pm
I
Midden
Vervallen Ongewijzigd
Verminderen
500 0 pm 0 0
1.000 10.000 pm 750 1.450
S I S I S
Hoog Hoog Hoog Midden Hoog
Vervallen Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw
Verminderen Verminderen Verminderen Accepteren Verminderen
1.790
S
0
3.290 9.740 31.150 28.900 7.995 8175 7.200
0
500
S
0
11.300
I
500 250
Totaal risico’s Laag Structureel Totaal risico’s Laag Incidenteel
183
I S I
4.1 Weerstandsvermogen
Hieronder worden de risico’s toegelicht. Hoewel wij richting burgers, bedrijven en instellingen streven naar een zo groot mogelijk inzicht in onze risicopositie spreekt het voor zich, dat wij in algemene zin behoedzaam blijven omgaan met informatie over kwesties, die nog onder de rechter zijn.
4.1.1.2 Toelichting per risico (bedragen in tabellen x 1.000) 1. Aansprakelijkheid De laatste jaren worden gemeenten steeds vaker aangesproken voor schade, die door hun toedoen aan derden is veroorzaakt. Hiervoor is een aantal oorzaken aan te geven. Gemeenten worden sinds de invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek geconfronteerd met risico- in plaats van schuldaansprakelijkheid, waarbij de omgekeerde bewijslast is ontstaan. Ook heeft de Algemene Wet Bestuursrecht grotere verantwoordelijkheden bij gemeenten gelegd. Als een gemeentelijk besluit door een rechtscollege wordt vernietigd zijn wij aansprakelijk indien hieruit voor de reclamant schade voortvloeit. Uiteraard zijn wij voor wettelijke aansprakelijkheid verzekerd, maar wij dragen daarbij wel een eigen risico. Dit eigen risico is gemaximeerd en bedraagt € 12.500 per gebeurtenis. De gemeente heeft voor schade aan haar (on)roerende zaken (inventaris en opstallen) een brand- en stormverzekering. Het eigen risico bij schade bedraagt € 350.000 per verzekeringsjaar. Indien het jaar eigen risico wordt bereikt, geldt voor iedere volgende schade een eigen risico van € 2.500 per gebeurtenis. Budgettair houden we rekening met eigen risico van € 150.000 per jaar, omdat in de afgelopen 3 jaar gemiddeld € 30.000 aan eigen risico is uitgegeven. Risico Wettelijke aansprakelijkheid Schade op eigendommen
Bedrag of bandbreedte 0 - € 50
risicoprofiel Midden
0 - € 250
Midden
2. Planschade Op grond van de Wet ruimtelijke ordening is de verplichting tot actualisatie van bestemmingsplannen opgenomen met sancties. Is het plan ouder dan 10 jaar, dan kunnen er geen bouwleges meer worden geheven. Hoewel de actualisatie meestal een bestendiging van de bestaande situatie betreft, valt het risico van planschades niet geheel uit te sluiten. Verder zullen schadeclaims vooral voortvloeien uit (her)ontwikkelings- en uitleggebieden. Voor het risicoprofiel houdt dit in dat het vooral betrekking heeft op de actualisering (en actueel houden) van de bestemmingsplannen / beheersverordeningen en de initiatieven die vanuit een actieve grondpolitiek plaatsvinden. De planschaderisico’s hiervan zullen voor het overgrote deel afgedekt worden op grond van artikel 6.4a WRO door middel van overeenkomsten met initiatiefnemers. Als sprake is van ontwikkeling met grondexploitatie, worden de kosten van planschade uit de grondexploitatie gedekt. Risico Planschade
Bedrag of bandbreedte 0 - € 100
risicoprofiel Midden
3. Verleende rechtstreekse garanties In de Paragraaf Financiering wordt ingegaan op financieringsrisico’s, zoals garantieverlening. De garantieverlening ter bevordering van de sociale woningbouw is ondergebracht bij de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Gemeenten en
184
4.1 Weerstandsvermogen
Rijk hebben hierbij een achtervangfunctie. Bij dreigende liquiditeitstekorten kan het WSW een beroep doen op achtergestelde renteloze leningen van het Rijk (50%) en van de gemeenten (50%). Dit risicobedrag voor onze gemeente is per 1 januari 2013 € 471,8 miljoen. De kans dat een claim bij de gemeente terecht komt is, gelet op de omvang van het fonds, zo gering, dat hiervoor geen bedrag in het weerstandsvermogen opgenomen hoeft te worden. Daarnaast staat de gemeente rechtstreeks garant voor bepaalde leningen, zoals de lening aan de stichting Wereld Natuurhuis. Het bedrag waarvoor de gemeente rechtstreeks garant staat is € 9,0 miljoen. Risico Verleende rechtstreekse garanties
Bedrag of bandbreedte €0 - €9.000
Risicoprofiel Laag
4. Kredietrisico’s op beleggingen In de Paragraaf Financiering (paragraaf4.3) worden de beleggingen en daaraan verbonden kredietrisico’s genoemd. Zowel bij de ‘Financiële Instellingen’ als de ‘Overige Instellingen’ schatten wij het risico als laag in, te weten 1% van het uitstaande bedrag. Daarnaast heeft de gemeente zelf ook leningen verstrekt aan derden, onder andere SVN- leningen en leningen aan verbonden partijen, waaronder Natuurhuis en Orpheus. Ook daarvan schatten we het risico op 1% van het uitstaande bedrag. Risico Kredietrisico’s op beleggingen
Bedrag of bandbreedte €0 - € 418
Risicoprofiel Laag
5. Renterisico’s In de Paragraaf Financiering (paragraaf 4.3) wordt verder ingegaan op renterisico’s bij financiering. Wij schatten dit risico voor zowel de korte als lange rente op 0,5%, waarbij we er van uit gaan dat we gemiddeld ca € 40 miljoen lenen, en dat er voor lang geld een (her)financieringsbehoefte is van € 70 miljoen. Risico Renterisico’s
Bedrag of bandbreedte €0 - € 550
Risicoprofiel Midden
6. Deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen. In de paragraaf Verbonden Partijen wordt uitgebreid ingegaan op partijen waarin wij een bestuurlijk en financieel belang hebben. Dit betreft een groot aantal instellingen en vennootschappen, die zeer verschillend van aard zijn. Maar wel allen als kenmerk hebben, dat zij op enige afstand van college en raad functioneren. Uiteraard kennen de verbonden partijen elk hun eigen risico’s. De gemeenschappelijke regelingen melden deze in hun (verplichte) risicoparagraaf. De GR’s hebben ook een zeker eigen vermogen om risico’s op te vangen. Voor de GGD geldt dat deze gemeenschappelijke regeling haar weerstandsvermogen nagenoeg op peil heeft, maar dat een deel van het weerstandsvermogen bij de gemeenten zit. Het gaat om 50% van het weerstandsvermogen dat nodig is voor de basisproducten van de GGD. Het Apeldoornse aandeel daarin is circa € 55.000. Voor de volledigheid wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen, onderdeel gemeenschappelijke regelingen. Het risico van de GR’s schatten we vooralsnog op maximaal € 200.000 met een laag risicoprofiel. Hierbij hebben we nog geen rekening gehouden met het risico voor Felua-groep en de gemeente voortvloeiend uit gewijzigd rijksbeleid t.a.v. de WSW. Hierover zal in 2014 meer duidelijkheid komen.
185
4.1 Weerstandsvermogen
Formeel bedraagt ons risico in vennootschappen niet meer dan de waarde van onze aandelen. In de praktijk liggen de belangen uiteraard zodanig, dat bij financieel zwaar weer de gemeente ook bestuurlijk zal worden aangesproken om bij te dragen in mogelijke oplossingen voor deze rechtspersonen. Dit laatste geldt ook voor de gemeenschappelijke regelingen, waar de inwonerbijdrage vaak de belangrijkste inkomstenbron van de verbonden partij is. Bij de vennootschappen streven wij er naar, dat hun eigen vermogenspositie een solide omvang kent, waardoor een bedrijf in eerste instantie in staat is financiële tegenvallers zelf op te vangen. Dit lukt niet altijd, zoals vorig jaar bijvoorbeeld gebleken is in het geval van BV Parkeergarage Orpheus. Voor wat betreft de privaatpublieke samenwerking in diverse BV en CV constructies zijn statutair de zeggenschap en de winst- en verliesdeling geregeld. Risico Bij deelnemingen bestaat de kans op insolventie Bij gemeenschappelijke regelingen een eventueel negatief resultaat
Bedrag of bandbreedte € 0 - € 1.725
Risicoprofiel Midden
€ 0 - € 200
Laag
7. Algemene uitkering Gemeentefonds De omvang van het Gemeentefonds wordt in sterke mate bepaald door het uitgavenniveau van het Rijk. Indien zich bij het Rijk mee- of tegenvallers voordoen op beleidsterreinen die gekoppeld zijn aan het Gemeentefonds dan beïnvloedt dat de algemene uitkering. Een mutatie in het fonds van € 100 miljoen heeft een effect van ruim € 900.000 op onze algemene uitkering. Voor de MPB 2014 - 2017 zijn de volgende onderwerpen relevant: a. mogelijke rijksbezuinigingen na 2013 De omvang van het Gemeentefonds is gekoppeld aan de netto gecorrigeerde rijksuitgaven. Nieuwe bezuinigingen van het kabinet die nog niet in de meicirculaire 2013 zijn verwerkt kunnen leiden tot lagere netto gecorrigeerde rijksuitgaven. In de MPB 2014-2017 hebben wij geanticipeerd op € 6 miljard aan verdere bezuinigingen die noodzakelijk zijn om het tekort op de rijksbegroting 2014 terug te dringen tot rond de 3%. Op basis van het zogenaamde ‘februari pakket’ van € 4,3 miljard aan ombuigingsvoorstellen - door kabinet weer ingetrokken naar aanleiding van het Sociaal Akkoord - hebben wij rekening gehouden met een verdere korting op onze algemene uitkering van € 3 miljoen. Pas bij het verschijnen van de Miljoenennota 2014 en septembercirculaire 2013 wordt duidelijk wat het effect van nieuwe rijksbezuinigingen zullen zijn. Wij schatten ons risico op een nog groter nadeel in op maximaal € 1 miljoen. b. aantallen bijstandsontvangers De maatstaf bijstandsontvangers is een zwaarwegende parameter in het Gemeentefonds. Per bijstandsontvanger ontvangen wij ca. € 4.200. De afgelopen jaren fluctueren zowel de ramingen van het CPB als de werkelijke aantallen aanzienlijk en dat leidt tot substantiële verschillen in de algemene uitkering. Door groei van het aantal bijstandsontvangers neemt de vergoeding in de algemene uitkering op dit onderdeel toe (zgn. 1e orde effect). Het Gemeentefonds neemt in omvang echter niet toe waardoor er een herverdeling tussen gemeenten ontstaat, die afhankelijk is van de macro ontwikkeling van het aantal bijstandsontvangers (zgn. 2e orde effect). Bij 186
4.1 Weerstandsvermogen
afname van het aantal bijstandsontvangers ontstaat een spiegelbeeldig effect. Het 1e orde effect is redelijk goed vast te stellen. Het 2e orde effect wordt echter pas na enige tijd zichtbaar als het Rijk over de landelijke cijfers beschikt. Dan ontstaat duidelijkheid over het effect voor Apeldoorn. c. onderwijshuisvesting en leerlingenaantallen De inkomsten uit het Gemeentefonds ter dekking van de kosten van onderwijshuisvesting zullen de komende jaren naar verwachting dalen. Dit als gevolg van daling van het totaal aantal leerlingen binnen gemeente Apeldoorn; de komende 5 jaar zal dat ca 3% - 5% bedragen, onder andere aangegeven door de leerlingenprognoses. Daarnaast bestaat het risico van afname van het aantal leerlingen binnen het Voortgezet Speciaal Onderwijs door de invoering van passend onderwijs. Naar verwachting gaat het hier om een derving van inkomsten voor minimaal 250 leerlingen, waarbij de grootste daling wordt verwacht binnen cluster 4onderwijs waarvoor een relatief hoge vergoeding aan de orde is. Wij schatten het risico voor de rijksvergoeding onderwijshuisvesting als gevolg van daling van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs en in het (voortgezet) speciaal onderwijs in op maximaal € 675.000. d. suppletie uitkering OZB In 2005 is het gebruikersdeel van de OZB voor woningen afgeschaft en zijn de gemeenten via het Gemeentefonds hiervoor gecompenseerd. Apeldoorn behoorde tot de nadeelgemeenten en ontvangt daarom een aflopende suppletie uitkering. Deze uitkering wordt door de voordeelgemeenten ‘betaald’ die hierdoor langer op hun voordeel moeten wachten. Onze suppletievergoeding bedroeg jarenlang € 1,1 miljoen. Afspraak tussen Rijk en VNG is, dat die suppletie wordt afgebouwd als sprake is van een positief accres. In de meicirculaire 2013 is voor het eerst sinds jaren weer sprake van een positief reëel accres, wat voor het Rijk reden is geweest om onze suppletievergoeding vanaf 2014 tot € 440.000 af te bouwen. Dit restant bedrag zal nog verder worden afgebouwd als in de komende jaren opnieuw sprake zal zijn van een positief reëel accres. e. herijking Gemeentefonds incl. effecten wet BAG Het Rijk heeft de herijking van het Gemeentefonds uitgesteld tot 2015. Alle clusters in het fonds worden onderzocht op hun houdbaarheid en actualiteit. Decentralisatie van taken (AWBZ begeleiding en jeugdzorg) spelen daarbij een belangrijke rol. De herijking leidt zonder meer tot herverdeeleffecten. Eerdere herzieningen van het fonds waren voor Apeldoorn vaak nadelig: op dit moment is nog niet duidelijk hoe het nu zal uitpakken. In de herijking wordt in elk geval een andere systematiek van telling van de wooneenheden meegenomen. Dit zal vanaf 2015 gebaseerd zijn op de basis administratie gebouwen (BAG). Dat heeft vooral een effect op het aantal recreatiewoningen en bijzondere wooneenheden, zoals bedden in verpleeghuizen; deze worden via het BAG systeem voor veel beperktere aantallen meegeteld. Uit eerste inventarisatie van de VNG bleek, dat dit onderdeel voor Apeldoorn een nadeel van structureel € 850.000 zou kunnen opleveren. De uitkomst voor Apeldoorn van de integrale herijking van het Gemeentefonds is nog ongewis en per saldo ramen wij hiervoor een risico van € 1 miljoen. f. maatschappelijke opvang Apeldoorn is op het niveau van de Regio Stedendriehoek centrumgemeente voor de maatschappelijke opvang. Vanaf 2010 is de rijksvergoeding hiervoor van een doeluitkering overgeheveld naar de algemene uitkering. Tegelijk werd de verdeelsystematiek fundamenteel aangepast, waarbij een overgang plaatsvond van een historisch naar een objectief verdeelmodel. Dit zorgt voor aanzienlijke herverdeeleffecten, die grosso modo leiden tot een verschuiving van een aantal centrumgemeenten naar de G4. Onze rijksvergoeding is hierdoor de afgelopen jaren gedaald van € 6 miljoen naar € 3,5 miljoen. Een verdere daling met ca. € 600.000 vanaf 2015 behoort tot de reële mogelijkheden. Tot op heden hebben wij de afname van de rijksvergoeding kunnen opvangen door een forse verlaging van onze uitgaven
187
4.1 Weerstandsvermogen
in het Regionaal Kompas. Het is zeer de vraag of dat voor een verdere afname van de rijksvergoeding ook nog kan.
Risico Rijksbezuinigingen na 2013 Bijstandsontvangers Leerlingen SO en VO Suppletie uitkering OZB Herijking ca. Gemeentefonds Maatschappelijke opvang
Bedrag of bandbreedte € 0 - € 1.000 € 0 - € 500 € 250 - € 675 € 440 € 0 - € 1.000 € 600
Risicoprofiel Midden Laag Midden Hoog Hoog Hoog
8. Werkgeversaandeel pensioenpremie In de MPB zijn de maatregelen van het ABP voor 2013 verwerkt. Daarmee is het risico op korte termijn, zoals genoemd in de jaarrekening 2011, vervallen. Gelet op de lage rentestand blijft echter het risico aanwezig, dat het ABP aanvullende maatregelen moet nemen, die ook gevolgen hebben voor de werkgevers. In de meerjarenbegroting is al rekening gehouden met een gematigde premiestijging van 0,4% vanaf 2014. Het risico schatten we in op maximaal 0,6% van de loonsom. Risico Werkgeversaandeel pensioenpremie
Bedrag of bandbreedte € 0 - € 400
Risicoprofiel Midden
9. Werkloosheidsuitkering bij contractbeëindiging De gemeente Apeldoorn heeft met een aantal regiogemeenten een overeenkomst voor de uitvoering van de front- en backoffice voor sociale zaken. Deze contracten vertegenwoordigen een waarde van ca. € 3,5 miljoen en voor de uitvoering worden ca. 35 á 40 medewerkers ingezet. Dat contracten (met een periode van 5 jaar) verlengd worden is niet meer vanzelfsprekend. De economische situatie is voor regiogemeenten aanleiding om de uitvoeringscontracten (of onderdelen daaruit) te heroverwegen. Deze heroverweging heeft recentelijk al tot contract- aanpassingen geleid. Aangezien Apeldoorn eigen risicodrager is, wordt de gemeente bij beëindiging geconfronteerd met werkloosheidsuitkeringen. Wij hadden in voorgaande jaren een voorziening voor deze werkloosheidsuitkeringen getroffen. Omdat het risicoprofiel van een aantal contracten is gewijzigd, is deze voorziening in 2012 vrijgevallen. Het risico blijft echter in toekomstige jaren wel bestaan. Risico Werkloosheidsuitkering bij contractbeëindiging
Bedrag of bandbreedte € 0 - € 2.300
Risicoprofiel Midden
10. Toezicht De gemeente Apeldoorn ontvangt van het ministerie Veiligheid & Justitie een vergoeding voor de proces verbalen (pv-vergoeding) van € 25, resp € 40 per geconstateerde overtreding. De rest van de door het CJIB geïncasseerde verbalen vloeien in de Rijkskas. Het ministerie van V&J is voornemens om die vergoeding voor de gemeenten af te schaffen, dan wel onder druk van de VNG te wijzigen. Dit betekent voor de gemeente Apeldoorn een maximaal nadeel van ca € 370.000. Indien het ministerie van V&J dit besluit gaat nemen, kan de gemeente Apeldoorn of zich hierbij neerleggen, dan wel overgaan op het stelsel van de bestuurlijke boete. Om dat laatste stelsel in te voeren is een raadsbesluit nodig. Dit betekent dat de
188
4.1 Weerstandsvermogen
opbrengst van de boetes volledig in de gemeentekas vloeien, maar dat het ook gevolgen heeft voor de administratieve organisatie, zoals incasso, terugvordering en bezwaar & beroep. Die komen ook geheel voor rekening van de gemeente. Risico Toezicht
Bedrag of bandbreedte 0 - € 370
risicoprofiel Midden
11. Aruba/ Post Zuid De BTW op het project nieuwbouw Post Zuid is voor wat betreft het brandweergedeelte gecompenseerd. Inmiddels is door een wijziging van de wet op de veiligheidsregio’s de mogelijkheid van compensatie van BTW op de brandweertaken volledig vervallen. Dit leidde voor veel gemeenten tot hoge extra lasten omdat de gecompenseerde BTW in een aantal gevallen terugbetaald moet worden aan de fiscus. Het ministerie van Financiën heeft een tijdelijke escape geboden zoals is gepubliceerd in de Staatscourant van februari 2012. Dit komt erop neer dat indien onder voorwaarden het bij de brandweer in gebruik zijnde gebouw wordt overgedragen aan de veiligheidsregio, er geen terugbetaling van gecompenseerde BTW hoeft plaats te vinden. Het bestuur van de VNOG en de gemeenten hebben besloten om het brandweergedeelte van Post Zuid in 2013 in eigendom over te dragen aan de VNOG. Als de belastingsinspecteur hiermee instemt zal de overdracht worden geëffectueerd en vervalt het risico. Risico BTW Post Zuid vwb brandweer
Bedrag of bandbreedte € 0 - € 2.000
Risicoprofiel Laag
12. BTW Brandweertaken In 2011 is de Brandweer ontvlochten en overgegaan naar cluster Epe, Voorst, Apeldoorn (EVA). Bij de ontvlechting is aangegeven dat BTW van de brandweerkosten nog een risico is, omdat na de ontvlechting de brandweerkosten vrijgesteld zijn van BTW. De compensatie voor de gemeenten komt dan te vervallen. De VNOG zal voor deze BTW-wijziging worden gecompenseerd. Het bestuur van de VNOG heeft besloten om deze compensatie door te geven aan de gemeenten. Dit is verwerkt in de begroting 2014 van de VNOG. Het risico voor de gemeente is daarmee vervallen. Risico BTW Brandweertaken
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel Vervallen
13. Achterstand onderhoud wegen Onze gemeente loopt een groot risico op achterstallig onderhoud van onze wegen. In de beoordeling van de MPB 2013-2016 heeft de provincie de achterstand van het wegenonderhoud genoemd als een van de aandachtspunten om onze gemeente onder preventief toezicht te plaatsen. Onlangs hebben wij een herstelplan voor de wegen opgesteld. Uit het herstelplan blijkt, dat wij jaarlijks gemiddeld € 1,1 miljoen extra nodig hebben voor regulier wegenonderhoud. In deze begroting stellen we voor om het wegenbudget vanaf 2014 met dit bedrag te verhogen. In het herstelplan wordt ook ingegaan op de achterstand in het wegenonderhoud. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in asfaltverhardingen en elementverhardingen (o.a. klinkers en trottoirtegels). Om de risico’s door achterstallig onderhoud te beperken wordt voorgesteld om de komende jaren prioriteit te geven aan het onderhoud van de asfaltwegen. Wat betreft elementverhardingen zullen we het onderhoud toespitsen op
189
4.1 Weerstandsvermogen
fietspaden en trottoirs en deze tenminste zo onderhouden dat ze veilig zijn. De achterstand is gekwantificeerd op € 2,4 miljoen voor asfaltverhardingen en € 6,7 miljoen voor elementverhardingen. Als het structurele budget met € 1,1 miljoen wordt verhoogd is het risico tengevolge van de gemeten achterstand laag. Anders is dit voor de zogenaamde risicowegen. Dit zijn asfaltwegen, die al jarenlang met lapwerk berijdbaar gehouden worden. Deze wegen verouderen sneller dan gemiddeld en moeten op enig moment vernieuwd worden. Er is een risico op kapitaalvernietiging. Als het gaat om hoofdwegen en fietspaden in de hoofdfietsstructuur zal zowel de schade als het veelvuldig repareren leiden tot veiligheidsrisico’s en tot doorstromingsproblemen. Het risico is op basis van de inspectie 2013 berekend op € 12,2 miljoen en wordt hoog ingeschat. Risico asfaltwegen elementverhardingen risicowegen
Bedrag of bandbreedte € 0 - € 2.400 € 0 - € 6.700 € 0 - € 12.200
Risicoprofiel laag laag hoog
14. Achterstand onderhoud bruggen, viaducten en tunnels Ook het onderhoud van bruggen, tunnels en viaducten loopt achter. We hebben hiervoor geen reserves. In het herstelplan wegen wordt geconcludeerd, dat er € 240.000 per jaar extra nodig is om het reguliere onderhoud en groot onderhoud van de bruggen, viaducten en tunnels uit te kunnen voeren. In deze begroting stellen we voor om het onderhoudsbudget voor deze taak vanaf 2014 met dit bedrag te verhogen. Er is vorig jaar incidenteel extra geld beschikbaar gesteld voor de reparatie van drie kanaalbruggen. Wij zien op dit moment geen gekwantificeerde risico’s als het gaat om bruggen, viaducten en tunnels. In de loop van 2013 zullen de bruggen, viaducten en tunnels opnieuw worden geïnspecteerd. Risico Achterstand onderhoud bruggen, viaducten en tunnels
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel vervallen
15. Grafrechten, exploitatie begraafplaatsen Door de afname van het aantal begrafenissen is de exploitatie van onze begraafplaatsen niet meer kostendekkend. In 2013 verwachten we een tekort van ca € 180.000. De reserve afkoopsom begraafplaatsen wordt dan € 330.000 negatief. In de begroting stellen we voor om in 2014 € 350.000 in de reserve te storten. Daarmee is het risico in 2014 afgedekt. In de loop van 2013 zullen we met voorstellen komen voor verbetering van het beheer en de exploitatie. Er is een risico, dat de exploitatie niet sluitend gemaakt kan worden. Het risico vanaf 2015 schatten we in op maximaal het tekort in 2013. Risico Grafrechten, exploitatie begraafplaatsen
Bedrag of bandbreedte 0 – 180 (vanaf 2015)
Risicoprofiel Midden
16. Decentralisatie van de jeugdzorg Er is onzekerheid over de kosten die we per januari 2015 gaan verantwoorden aan Jeugdzorg en over de hoogte van de rijksvergoeding (in de algemene uitkering) ten behoeve van de decentralisatie Jeugdzorg. In de meicirculaire 2013 is een voorlopige raming van 35,7 miljoen voor 2015 opgenomen voor gemeente Apeldoorn, maar tevens wordt vermeld dat we voor de daarop volgende jaren uit zullen gaan van een objectief verdeelmodel. Dit in tegenstelling tot het historische model dat voor 2015 wordt gehanteerd. De uitkomst van een objectief model is onzeker en veelal ongunstig voor Apeldoorn.
190
4.1 Weerstandsvermogen
We kunnen de risico’s beperken door het blijven inzetten op preventie en door in te zetten op de transformatie in denken en werken door de professionals en de cliënten. Risico Decentralisatie jeugdzorg
Bedrag of bandbreedte 0 - €5.000
Risicoprofiel Midden
17. Wet werk en bijstand, inkomensdeel (BUIG) In 2013 nam als gevolg van de economische crisis de werkloosheid, evenals voorgaande jaren, sterk toe en daarmee het beroep op de gemeentelijke inkomensregelingen: WWB, IOAW, IOAZ en BBZ (BUIG). Er is geen reden om aan te nemen dat dit beeld in 2014 sterk zal veranderen. Hoe het zal gaan in 2015 en verdere jaren is moeilijk te voorspellen. Uitgaande van een pessimistisch, maar op basis van de huidige ontwikkelingen reëel, beeld moet rekening gehouden worden met tekorten op de landelijke vergoeding: het zogenaamde BUIG-budget. Het BUIG-budget vormt als het ware de landelijke koek, die via een objectief stelsel van variabelen (objectief verdeelmodel) verdeeld wordt over de gemeenten. Landelijk bedraagt dit BUIG-budget ca. €5 miljard. Apeldoorn komt op basis van het objectief verdeelmodel in aanmerking voor ongeveer 0,8% van dit budget. Wanneer een gemeente niet uitkomt met dit budget komt het tekort primair ten laste van de gemeente. Wel kan een gemeente een beroep doen op een tweetal regelingen: de Meerjarige aanvullende uitkering (MAU) en de Incidenteel aanvullende uitkering (IAU). Bij de MAU gaat het erom of er sprake is van een aanwijsbare tekortkoming in het objectief verdeelmodel. Apeldoorn heeft voor 2013 en volgende jaren een beroep gedaan op de MAU. Inmiddels is bekend dat dit verzoek is afgewezen. Men heeft geen significante afwijking geconstateerd in het verdeelmodel waardoor Apeldoorn benadeeld zou worden. Een dergelijke afwijzing lag in de lijn der verwachting, maar was noodzakelijk om een beroep te kunnen doen op de andere regeling: de IAU. De IAU wordt aangevraagd voor een specifiek jaar. Wanneer het tekort over dat jaar in verhouding tot het BUIG-budget meer dan 10% bedraagt dan kan voor het meerdere een beroep worden gedaan op de IAU. Een gemeente kan niet zondermeer rekenen op een dergelijke vergoeding. De beoordeling door de Toetsingscommissie Wwb die de minister adviseert over toekenning en afwijzing is streng en gedetailleerd. Een geconstateerde afwijking, hoe klein ook, in het gemeentelijk beleid kan leiden tot afwijzing van het verzoek 2. Nu de hierboven genoemde MAU-aanvraag over 2013 en volgende jaren is afgewezen kan Apeldoorn over 2013, en mogelijk de jaren daarna, een beroep doen op de IAU in het geval het tekort in één van die jaren groter is dan 10% van het BUIGbudget. Over 2013 wordt op het moment van dit schrijven verwacht dat een tekort gerealiseerd zal worden op het BUIG-budget van ca. €4 miljoen 3. Voor 2014 wordt verwacht dat ten opzichte van het BUIG budget een tekort gerealiseerd wordt van ca. €3,8 miljoen en vanaf 2015 een tekort van ruim € 1 miljoen. Deze zijn als verwachte tekorten opgenomen in de MPB. Het begrote tekort over 2014 en volgende jaren is berekend door enerzijds de verwachting dat het BUIG budget beter aan zal sluiten bij de bestedingen en anderzijds dat de gemeentelijke inspanningen haar vruchten af zullen werpen. Maar het blijft allemaal erg onzeker. Vandaar dat in deze paragraaf weerstandsvermogen voor alle zekerheid toch een extra risico wordt opgenomen. Dit extra risico begroten wij voor 2014 op €2,2 miljoen en voor 2015 en verdere jaren op €5 miljoen (met de in de primaire begroting opgenomen extra bijdragen telt dit op tot jaarlijks €6 2 Over 2011 heeft onze gemeente een IAU aanvraag ingediend en deze is toen gehonoreerd. Dat betekent dat de uitvoering voldeed aan rechtmatigheids- en doelmatigheidseisen. 3 In het voorjaar van 2013 werd nog een tekort verwacht van ca. €7 miljoen. Door de verhoging van de rijksbijdrage lijkt het tekort nu uit te komen op ca. €4 miljoen eindejaars.
191
4.1 Weerstandsvermogen
miljoen). Stel dat deze verwachting bewaarheid wordt, dan zal natuurlijk een beroep worden gedaan op de MAU en IAU om de omvang van het tekort te verkleinen. Maar zoals gezegd: het blijft in hoge mate onzeker of dergelijke aanvragen worden gehonoreerd. Risico Toenemend beroep op WWB
Bedrag of bandbreedte € 0 - € 5.000 (vanaf 2015) (2014: € 0 – 2.200)
risicoprofiel hoog
18. Wmo huishoudelijke verzorging en individuele verstrekkingen De financieel gunstige ontwikkeling op huishoudelijke verzorging en voorzieningen, zoals in de jaarrekening 2012 toegelicht, zal zich naar verwachting ook in 2013 en 2014 voordoen. De prognose is dat de negen maatregelen worden gehaald en dat het risico ten aanzien van de herverstrekkingen beperkt blijft. Nadelig effect is de verlaging van de integratie-uitkering Wmo in de algemene uitkering 2014 met eenmalig € 0,9 miljoen. Ook zullen kosten gemaakt worden voor de afbouw van WMO Huishoudelijke Hulp en de decentralisatie van de Begeleiding (voor doelgroepscreening). Verwacht wordt dat deze tegenvallers in 2014 binnen het Wmo budget opgevangen kunnen worden. Het risico voor 2014 komt te vervallen. Risico Wmo Huishoudelijke Verzorging en voorzieningen (woon, vervoer en rolstoelen)
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel vervallen
19. Hervorming langdurige zorg. In de brief Hervorming langdurige zorg van staatssecretaris Van Rijn worden vele wijzigingen in het beleid genoemd, die in 2014 en 2015 zullen ingaan. Diverse taken worden, met een bezuiniging, aan de Wmo toegevoegd. Uitgangspunt van de raad is dat we het moeten doen met het budget dat we van het rijk daarvoor krijgen. Echter er blijven risico's aan de nieuwe taken verbonden. Bedacht moet worden dat de budgetten die bij de decentralisaties naar de gemeenten komen al zijn gekort door het Rijk. • Huishoudelijke Hulp: De rijksbijdrage wordt substantieel teruggebracht tot 60% van de huidige bijdrage. Huishoudelijke Hulp wordt beperkt tot mensen die dat echt nodig hebben en er zelf (financieel) niet in kunnen voorzien. De doelgroep is echter groter (75%) dan de nieuwe rijksbijdrage. Indien Apeldoorn deze doelgroep wil bedienen, dan levert dat inclusief derving van de eigen bijdragen van de cliënten een tekort op. (€ 3 miljoen is een ruwe aanname) De doelgroep moet worden beperkt of de regeling kan worden versoberd. • Decentralisatie Begeleiding: Er is op dit moment onzekerheid met betrekking tot zowel de kosten die Apeldoorn met ingang van 2015 gaat maken voor deze functie als de hoogte van de rijksvergoeding. Apeldoorn moet circa € 7 miljoen (25% van € 28 miljoen) bezuinigen. De verwachting is dat gemeenten de begeleiding beter en goedkoper kunnen realiseren. Anderzijds gaat het om een openeinderegeling. De risico's worden beïnvloed door de keuzes die de raad maakt over de uitvoering van begeleiding en door de wijze waarop we onze contracten met de aanbieders vormgeven. • Persoonlijke Verzorging: Ook op persoonlijke verzorging gaat het rijk bezuinigen (15% van € 20 miljoen komt neer op € 3 miljoen). Hier gelden naar verwachting dezelfde risico's als bij begeleiding, waarbij de keuzes die de raad maakt in de wijze van uitvoering van invloed zijn op de kosten. • Decentralisatie van begeleid wonen, inkomens- en cliëntondersteuning: Het begeleid en beschermd wonen gaat mogelijk naar de WMO. Voor Apeldoorn gaat het om circa € 50 miljoen. Op voorhand zijn hier geen bezuinigen op voorzien, maar het
192
4.1 Weerstandsvermogen
risico zit – zoals zich dat nu laat aanzien – in de verdeling van de gelden over de gemeenten. Samen met de ontwikkelingen voor inkomens- en cliëntondersteuning is sprake van grote financiële gevolgen en maatschappelijke risico’s. Een inschatting over de omvang van het financiële risico’s is op dit moment niet te geven. Gelet op de omvang en impact van de maatregelen voor de gemeenten kan het risico in deze paragraaf echter niet ontbreken. Bij wijze van uitzondering wordt nu nog volstaan met het noemen van het risico zonder dit te kwantificeren. Over dit onderwerp zal in het najaar 2013 een programma aan de raad worden voorgelegd. Risico Hervorming langdurige zorg
Bedrag of bandbreedte p.m.
Risicoprofiel hoog
20. Risico’s Grondbedrijf Bij de behandeling van de jaarrekening 2011 heeft uw raad de Algemene Reserve van het Grondbedrijf (ARG) vastgesteld op € 9,7 miljoen. In 2012 is de reserve gegroeid naar € 10 miljoen. In 2013 heeft uw raad bij de vaststelling van de jaarrekening 2012 de reserve aangevuld tot € 17,4 miljoen. In het Meerjarenperspectief Grondbedrijf MPG 2013 is opnieuw een inschatting gemaakt van de benodigde omvang van de reserve grondbedrijf als buffer voor het opvangen van toekomstige risico’s. De benodigde omvang van de reserve bedraagt € 26,2 miljoen. Verder verwachten we op basis van aannames in het MPG 2013 een toename van de ARG inclusief rente van € 3,1 miljoen in 2013. Een mogelijke onttrekking als gevolg van tegenvallers in 2013 hebben we PM geraamd. De ARG kan niet alle risico’s van het Grondbedrijf afdekken en kent een tekort van € 5,7 miljoen (plus PM). Dit een risico voor de Algemene Reserve. Het verloop van de algemene reserve van het grondbedrijf (ARG) is als volgt: (in miljoenen euro’s) Stand per 1 januari 2012 Saldo kleine mutaties 2012 Stand per 31 december 2012 Storting aanvullend resultaat GB boekjaar 2012 Saldo na storting aanvullend resultaat Raming mutaties 2013 Verwachte stand per 31 december 2013 Gewenste omvang ARG per 1-1-2013 Risico Risico’s Grondbedrijf
Bedrag of bandbreedte 0 – 5.700 (+ pm)
9,7 0,3 10,0 7,4 17,4 3,1 20,5 26,2 Risicoprofiel Hoog
21. Contractuele verplichtingen woningbouw buiten Grondbedrijf Het gemeentelijke woningbouwprogramma is in omvang fors neerwaarts bijgesteld als gevolg van de KWP3 richtlijnen van de provincie. Dit geldt zowel voor het Grondbedrijf (programma op eigen grond) als voor het particuliere programma (op grond van derden). Het terugschroeven van de woningbouwaantallen door de provincie is een ontwikkeling waarop de gemeente geen invloed heeft. De gemeente moet echter vanuit haar publieke rol afwegingen rond locatiekeuzes maken die onder andere te maken hebben met principes van goede ruimtelijke ordening. Voor het particuliere programma heeft de gemeente velerlei contracten afgesloten met wederpartijen. Vele contracten bevatten passages over voorziene, onvoorziene en gewijzigde omstandigheden. Dat levert een grote verscheidenheid aan situaties op. Als ontwikkelingen niet of op een later moment of op een andere manier 193
4.1 Weerstandsvermogen
doorgaan, zouden andere partijen kunnen menen hierdoor schade te ondervinden. Of schade verwijtbaar is jegens onze gemeente is de vraag. Voor dit moment is er geen aanleiding een risicovoorziening op te nemen vanwege lopende contracten. Risico Contractuele verplichtingen woningbouw buiten Grondbedrijf
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel
p.m.
Laag
22. Omnisportcentrum Het Omnisportcentrum is in 2008 opgeleverd maar kende diverse opleveringspunten. Inmiddels zijn daarvan vele opgelost. Een aantal dient echter nog opgelost te worden, waaronder het in balans krijgen van de WKO-installatie en de (gebouw)veiligheid van de wieler- en atletiekhal. Met de hoofdaannemer zijn gesprekken gestart over de genoemde opleveringspunten en reguliere gebreken aan bouwkundige- en installatieonderdelen. Hieruit volgt mogelijk een aansprakelijkheidsvraagstuk. Daarmee is het risico aanwezig dat de noodzakelijke investeringsaanpassingen voor rekening van gemeente komen. Ook Middels besluitvorming inzake de Zomernota 2012 zijn echter de restantkredieten Omnisport ingeleverd. Het uitvoeren van zowel het eigenaren- als het huurderonderhoud binnen de huidige contractuele huur- en exploitatieafspraken grotendeels belegd bij de huurder en exploitant, te weten Omnisportcentrum Exploitatiemaatschappij BV. De kosten voor integrale vervanging van bouwkundige delen en installaties zijn echter voor rekening van gemeente indien het onderhoud op een correcte wijze door de exploitant is uitgevoerd. Hiervoor wordt in 2013 een MJOP voor dit eigenarendeel opgesteld, waarna de benodigde onderhoudsbedragen kunnen worden bepaald. Tot en met 2012 zijn hiervoor geen middelen in de onderhoudsvoorziening van het Vastgoedbedrijf gestort en zijn op dit moment geen structurele middelen voorzien. Risico Bedrag of bandbreedte Omnisportcentrum: Investeringen € 500 - € 1.000 Onderhoudsvoorziening € 250 - € 250
Risicoprofiel Hoog
23. Omnizorgcentrum Inmiddels (juni 2013) is inzake de arbitrage Omnizorg door de Raad van Arbitrage een definitieve uitspraak gedaan. Dit vonnis is inmiddels betaald in 2013. Besloten is om hiertegen niet in beroep te gaan. Het risico vervalt. Risico Arbitrage hoofdaannemer (hoger beroep)
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel Vervallen
24. Vervangingsinvesteringen maatschappelijk vastgoed/sporthal Zuiderpark De gemeente houdt geen rekening met investeringen voor ingrijpend onderhoud of vervanging bij einde van de fysieke levensduur van welzijns- en sportaccommodaties. Op basis van bestaande afspraken met Accres komen de kosten van gehele of gedeeltelijke vervanging voor rekening van de gemeente. Dit geldt ook voor die accommodaties welke niet aan Accres zijn overgedragen. Te denken is hierbij aan bijvoorbeeld vervanging van het kunstgrasveld van WSV. Vanaf de MPB 2015-2018 zullen dergelijke investeringen op basis van een meerjareninvesteringsprogramma financieel worden vertaald.
194
4.1 Weerstandsvermogen
Sporthal Zuiderpark wordt meegenomen in het uitvoeringsprogramma van de wijkvoorzieningenscan waarin afstoot, krimp of herbestemming wordt afgewogen. De resultaten hiervan zullen in het 1e kwartaal 2014 beschikbaar zijn. Dan zal duidelijk worden wat er met de sporthal moet gebeuren. Tot die tijd wordt het object zo kostenbewust mogelijk onderhouden. Risico Sporthal Zuiderpark renovatie bij behoud Overige accommodaties vervanging/renovatie
Bedrag of bandbreedte € 0 - 2.000
Risicoprofiel Midden
p.m.
Midden
25. Transferium Barnewinkel Om de parkeerbehoefte van het Omnisportcentrum bij grote evenementen op te kunnen vangen en een alternatief te bieden voor de geparkeerde auto’s op het viaduct over de A50 wordt in het gebied de Barnewinkel een Transferium gerealiseerd voor circa 900 auto’s. In de begroting zijn kosten en opbrengsten opgenomen. Het risico betreft de te doorlopen bestemmingsplanprocedures. In 2011 is het bestemmingsplan Ägrifirm onherroepelijk geworden. In 2013 is het bestemmingsplan voor het Hotel vastgesteld. De gemeente heeft haar verplichting aan de ontwikkelaar ingelost en het risico is vervallen. Risico Transferium Barnewinkel
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel vervallen
26. Niet realiseren vastgoedtaakstelling De taakstellingen op vastgoed organisatiebreed zijn hoog, namelijk circa € 6 miljoen in 2015. Deze taakstellingen moeten deels worden gerealiseerd via uitvoering van de Nota Gemeentelijk Vastgoed teneinde de vastgoedportefeuille aanzienlijk in te krimpen in de komende jaren. Naast het verbeteren van de exploitatie, verminderen van het onderhoud en efficiënter beheer, is verkoop van vastgoed één van de belangrijkste instrumenten bij het realiseren van deze taakstellingen. Verkoop vastgoed We hebben echter te maken met een sterk verslechterde markt voor vastgoed, waar nog geen spoedige kentering wordt verwacht. Daarnaast is een behoorlijk deel van ons gemeentelijk vastgoed weinig courant, mede door de specifieke functionaliteiten en beperkingen vanuit het bestemmingsplan. Tenslotte worden de netto-opbrengsten van verkoop getemperd door de boekwaardes van de panden. Na realisatie van de uitvoeringsprogramma’s van verkoop van het vastgoed zal eind 2013 een eerste beeld zijn van genoemde financiële effecten van verkoop en daarmee de mogelijke risico’s. Verbeterd vastgoedbeheer Een deel van de taakstelling vastgoed moet behaald worden met een verbeterd beheer en uitbating van het vastgoed. Het bedrag bestaat uit een historische stapeling van diverse vastgoedtaakstellingen. Voor het Vastgoedbedrijf gaat het daarbij om een bedrag van jaarlijks circa € 1 miljoen. Voor het restant is het zeer de vraag of een besparing mogelijk is. Risico Vastgoedtaakstelling: verkopen, beheer en uitbating
Bedrag of bandbreedte
Risicoprofiel
€ 500 - € 1.000
Hoog
195
4.1 Weerstandsvermogen
27. Afwaardering vastgoed Vastgoedbedrijf Komende jaren zullen diverse panden hun maatschappelijke functie verliezen of worden afgestoten. Dit betreft zowel commercieel als maatschappelijk vastgoed. Voor wat betreft zeker het maatschappelijk vastgoed bestaat een risico met betrekking tot de huidige waardering van dit incourante vastgoed indien dit vastgoed haar maatschappelijke bestemming verliest. Indien de marktwaarde lager is dan de geldende boekwaarde dient bij een onttrekking aan de maatschappelijke functie en/of besluit tot verkoop afwaardering plaats te vinden naar marktwaarde. Dit risico wordt vooraf betrokken bij de afweging of het vastgoed daadwerkelijk onttrokken moet worden aan de maatschappelijke functie en/of voor verkoop in aanmerking komt. Een aantal panden binnen onderwijshuisvesting komen de komende jaren leeg te staan door het ontstaan van een capaciteitsoverschot of de opzegging van bestaande huurcontracten. Deze locaties worden voor het merendeel afgestoten of gesloopt. De boekwaarde van deze locaties is in diverse gevallen hoger dan de te verwachten verkoopopbrengst. In 2012 heeft voor 3 verhuurde panden reeds een afwaardering plaatsgevonden. Wij schatten het risico voor de komende 5 jaren voorshands op maximaal € 10 miljoen. Nadere onderbouwing is mogelijk wanneer de taxaties van deze panden zijn gedaan. Risico Afwaardering vastgoed
Bedrag of bandbreedte € 0 - € 10.000
Risicoprofiel Hoog
28. CODA, Orpheus en Omnisportcentrum terughalen eigenarenonderhoud Voor de panden CODA, Orpheus en Omnisport is het eigenarenonderhoud in het verleden belegd bij de huurder. CODA en Orpheus willen het eigenarenonderhoud overdragen aan de gemeente, gemeente wil graag vanuit haar regierol als vastgoedeigenaar deze verplichting vanuit eigen hand aansturen. Voor wat betreft Omnisportcentrum geldt hetzelfde uitgangspunt. Alleen is het terughalen van het eigenarenonderhoud pas zinvol na einde van de lopende huur- en exploitatieovereenkomst (2018) in verband met mogelijke nadelige effecten voor ons als sprake zou zijn van contractbreuk. Op basis van een uit te voeren nulmeting wordt van genoemde panden de huidige onderhoudsstaat in relatie tot het meerjarenonderhoudsplan en de financiële status in beeld gebracht. Op basis van een heldere demarcatielijst verhuurder–huurder worden de financiële consequenties en het eventuele risico bepaald. Risico Terughalen van het eigenarenonderhoud Orpheus, CODA en Omnisport
Bedrag of bandbreedte p.m.
Risicoprofiel Hoog
29. Onderhoud panden verhuurd aan Accres Vanaf 1999 werd Accres gesubsidieerd voor het eigenaren- en gebruikersonderhoud. Dit op basis van Meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) met een looptijd van 40 jaar. In 2012 is in overleg met Accres tot een wijziging van deze systematiek besloten, waarbij de planningshorizon per prestatieperiode 8 jaar is geworden. Dit is gebeurd op basis van nieuw opgestelde MJOP’s voor nagenoeg alle panden die aan Accres zijn verhuurd. Accres heeft in 2013 de bij haar aanwezige reservering (groot) onderhoud ad € 2,7 miljoen aan de gemeente teruggegeven. Hiermee heeft de gemeente 3 risico’s gekregen. Ten eerste dient nog een aantal MJOP’s te worden opgesteld, waarna bepaald kan worden of de jaarlijks gemiddelde MJOP-kosten passen binnen het jaarlijkse onderhoudsbudget van de huidige subsidievergoeding. Ten tweede zal het voorkomen dat per periode van prestatieafspraken (4 jaar) de jaarlijkse onderhoudsvergoeding aan Accres kan fluctueren. Ten derde kan het zijn dat er bij de
196
4.1 Weerstandsvermogen
teruggekomen panden van Accres in 2013/2014 sprake is van achterstallig onderhoud. Het wegwerken hiervan kan leiden tot incidenteel budgetbeslag. Dit beeld zal in 2014 duidelijk zijn geworden. Risico Bekostiging onderhoud Accres panden
Bedrag of bandbreedte € 0 - € 750
Risicoprofiel Midden
30. Leges Omgevingsvergunning, bouwen. De reserve bouwleges is negatief. De bouwmarkt stagneert. De afgelopen jaren zijn een aantal bouwactiviteiten vergunningvrij geworden. Dit betekent geen inkomsten meer uit leges. Werkzaamheden in het kader van toezicht en handhaving blijven echter in stand. Door wet- en regelgeving zijn ook nieuwe niet- legesgebonden taken toegenomen. Samenvattend hebben we te maken met minder legesopbrengsten waardoor de reserve nog negatiever dreigt te worden. Daarom stellen we in de MPB voor om de reserve bouwleges in 2013 en 2014 aan te vullen. Daarnaast hebben we een taakstelling opgenomen om de legesbekostigde formatie in drie jaar met 15 % verminderen en besparen daarmee € 300.000 in 2016. In de loop van 2014 komen we met voorstellen ter voorbereiding van de nieuwe omgevingswet. Het risico op een tekort in de reserve vanaf 2015 blijft hoog en bedraagt € 1.450.000, namelijk het tekort in 2014 minus de taakstelling van € 300.000. Risico Leges Omgevingsvergunning (bouwen)
Bedrag of bandbreedte € 0 - € 1.450 (vanaf 2015)
Risicoprofiel Hoog
4.1.2 Inventarisatie van de weerstandscapaciteit Voor het bepalen van het weerstandscapaciteit kijken we naar vier componenten, t.w.: · Het buffervermogen · Langlopende voorzieningen · Onbenutte belastingcapaciteit · Ruimte op de begroting De minimaal aan te houden weerstandscapaciteit is afhankelijk van de grootte van de gemeente, de te onderkennen financiële risico’s en het reserve- en voorzieningenbeleid.
4.1.2.1 Buffervermogen Het buffervermogen is dat deel van het eigen vermogen, dat beschikbaar is om risico’s op te vangen. We rekenen de algemene reserve en egalisatiereserves tot het buffervermogen. Het eigen vermogen is in tegenstelling tot dat wat vaak wordt verondersteld, geen fysieke pot met geld. Het is een sluitpost op de balans die bepaald wordt door de schulden in mindering te brengen op de bezittingen. Onder het eigen vermogen vallen zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves. De reserve tekort grondbedrijf, die conform de zomernota 2012 is gevormd, is opgenomen in het buffervermogen. Het buffervermogen zal komende jaren weliswaar toenemen, maar toch negatief zijn en uitkomen op -/- € 23,4 miljoen eind 2017.
197
4.1 Weerstandsvermogen
De bestemmingsreserves hebben per 1-1- 2014 een omvang van circa € 57,3 miljoen. Eind 2017 zal de omvang van deze reserves € 47,9 miljoen bedragen. De grootste mutaties vinden plaats binnen de Algemene Reserve Grondbedrijf en de BROA, de reserve huisvuilrechten en de reserve bereikbaarheid binnenstad. De bestemmingsreserves rekenen we niet direct tot het buffervermogen. Omdat aan bestemmingsreserves een bestemming is gegeven wil dat niet zeggen dat zij niet ter dekking kunnen dienen van onverwachte tegenvallers. De bestemming kan immers gewijzigd worden door uw raad. Ook wordt de hoogte van de bestemmingsreserves geregeld bijgesteld. In 2013 zal de nota reserves en voorzieningen van 2010 worden geactualiseerd. De algemene reserve blijft komende jaren positief. Met de voorstellen in de zomernota zal de algemene reserve geleidelijk toenemen en over 10 jaar ca € 15 miljoen bedragen. Onderstaand overzicht geeft het verloop van het buffervermogen weer (bedragen x € 1.000). Eigen Vermogen (einde jaar)
- Algemene Reserve - Tekort Grondbedrijf - Egalisatiereserve bouwleges en grafrechten Omvang buffervermogen
2014
7.967 -41.328 - 960 -34.321
2015
1.069 -36.310 - 953 -36.194
2016
1.967 -31.121 - 936 -30.091
2017
3.256 -25.757 - 932 -23.433
4.1.2.2 Langlopende voorzieningen Voorzieningen zijn in principe (vreemd) vermogen met een verplichte bestemming, bedoeld voor bijvoorbeeld het afdekken van risico’s of toekomstige verplichtingen (zoals groot onderhoud). Als een voorziening binnen een periode van 5 à 10 jaar niet wordt aangewend kan deze worden gebruikt ter ‘tijdelijke’ dekking van onverwachte financiële tegenvallers. Voorzieningen die een langlopend karakter hebben zijn voor onze gemeente nagenoeg nihil.
4.1.2.3 Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit van een gemeente wordt gevormd door de mogelijkheid om extra middelen te genereren door belastingen te verhogen of heffingen meer kostendekkend te maken. De onbenutte belastingcapaciteit berekenen we door de fictieve opbrengst bij de maximaal verantwoord geachte tarieven te verminderen met de huidige opbrengst. Ten aanzien van de categorie heffingen (waarvan de afvalstoffenheffing en de rioolheffing de meeste inkomsten genereren) is ons beleid gericht op 100% kostendekkendheid. De gemeente rekent de kwijtschelding van riool- en afvalstoffenheffing door in het tarief. Wat betreft de onbenutte belastingcapaciteit gaan wij uit van de macronorm. Iedere gemeente mag zelf de hoogte van de ozb-tarieven vaststellen en bovendien naar eigen goeddunken verschil maken tussen de tarieven voor woningen en die voor bedrijfspanden (tariefdifferentiatie). Om mogelijke buitensporige OZB verhogingen te voorkomen stelt het Rijk jaarlijks een zogenaamde macronorm vast. Dit is een toegestane stijging van de OZB opbrengst van alle gemeenten samen ten opzichte van de opbrengst van het jaar daarvoor. De norm is opgebouwd uit een percentage voor reële trendmatige groei bbp en een percentage voor loon- en prijsontwikkeling en bedraagt voor 2014 2,45%. Daarin zit een correctie als gevolg van eerdere normoverschrijdingen. Voor 2015 en verder gaan we uit van een macronorm van 3,5%. In de MPB wordt voorgesteld om de OZB komende jaren te verhogen met de macronorm. Er is daarom geen onbenutte belastingcapaciteit.
198
4.1 Weerstandsvermogen
4.1.2.4 Ruimte op de begroting Bij het opvangen van financiële tegenvallers kunnen de bovenstaande middelen worden ingezet om deze op te vangen. Ook de bezuinigingsmogelijkheid binnen de bestaande begroting behoort tot een van de factoren die de weerstandscapaciteit mede bepaalt. Immers wanneer het echt tegenzit, zullen de zeilen op alle fronten moeten worden bijgezet, zeker wanneer er sprake is van onvoldoende (of negatief) eigen vermogen. In de MPB worden aanvullende ombuigingen voorgesteld. We anticiperen op aanvullende bezuinigingsmaatregelen van het rijk van € 6 miljard. In de begroting hebben we ook een opvangbuffer opgenomen ten behoeve van toekomstige onontkoombare ontwikkelingen en niet haalbaar blijkende bezuinigingstaakstellingen. Daarmee creëren we een stukje weerstandscapaciteit.
4.1.2.5 Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit is te verdelen in een incidentele en een structurele component. De incidentele component bestaat uit het buffervermogen en langlopende voorzieningen. Deze kunnen immers slechts éénmalig worden ingezet. De structurele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de onbenutte belastingcapaciteit en de ruimte op de begroting. In de onderstaande tabel staat de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit, die de eerstvolgende jaren negatief is. Weerstandscapaciteit (bedragen x € 1.000) - Buffervermogen - Onbenutte belastingcapaciteit OZB - Opvangbuffer in de begroting Totaal Percentage van de begroting (totaal lasten € 447 mln.)
2013 -34.321 0 1.000 -33.321 -7,4%
2014 -36.194 0 1.500 -34.694 -7,8%
2015 -30.091 0 2.000 -28.091 -6,3%
2016 -23.432 0 2.000 -21.432 -4,8%
4.1.3 Weerstandscapaciteit en omvang risico’s In paragraaf 4.1.1 hebben wij de risico’s in beeld gebracht. De risico’s van het grondbedrijf zijn in beeld gebracht in de MPG 2013 en worden gedeeltelijk afgedekt door Algemene Reserve Grondbedrijf van € 20,5 miljoen. Het resterende risico van € 5,7 miljoen is meegenomen in deze risico-inventarisatie. In de Nota Risicomanagement 2010 zijn uitgangspunten geformuleerd om te komen tot kwantificering van de financiële risico’s. Risico’s met een hoog, midden een laag risicoprofiel worden meegewogen voor respectievelijk 50%, 25% en 10%. Inschatting risico
I/S
Bandbreedte
Gemiddeld a
b
Hoog 2014 Idem 2015 e.v. Hoog 2014 Idem 2015 e.v. Midden 2014 Idem 2015 e.v. Midden
S
2.540 5.765 15.825 14.700 4.123 4.213 3.600
50%
I
1.790 - 3.290 1.790 - 9.740 500 – 31.150 500 - 28.900 250 - 7.995 250 - 8.175 0 -7.200
25%
1.270 2.882 7.912 7.350 1.031 1.053 900
Laag
S
0 - 500
250
10%
25
Laag
I
0 - 11.300
5.650
10%
I S
Totaal
Percentage
50% 25%
2014 2014 2015 e.v. 2015 e.v.
Bedrag x € 1.000 c (= a x b)
565 2.326 9.377 3.960 8.815
S I S I
Volgens deze uitgangspunten bedraagt het risico in 2014 ca € 11,7 miljoen, waarvan € 2,3 miljoen structureel. Vanaf 2015 bedraagt het risico € 12,7 miljoen, waarvan 199
4.1 Weerstandsvermogen
bijna € 4 miljoen structureel.
4.1.4 Beleid omtrent weerstandsvermogen en risico’s In algemene zin is ons beleid er op gericht om zoveel mogelijk proactief met risico’s om te gaan en daarbij voortdurend de relatie met de aanwezige weerstandscapaciteit in het oog te houden. Doel daarbij is om niet iedere tegenvaller direct van invloed te laten zijn op het lopende beleid, waardoor de reguliere dienstverlening in het gedrang komt. Dit beleid wordt als volgt vormgegeven: a. De gemeente Apeldoorn wil een prudent financieel beleid voeren. Bij de voorbereiding van zowel de (meerjaren)programmabegroting als van separate voorstellen worden de benodigde budgetten getoetst en worden eventuele risico’s in beeld gebracht. Algemene kostenontwikkelingen (inflatie) worden vroegtijdig door begrotingsrichtlijnen vastgelegd. Omgevingsfactoren – bijvoorbeeld het rijksbeleid – worden voortdurend gesignaleerd, waarbij wij beoordelen wat de effecten hiervan voor Apeldoorn zijn. De ontwikkeling van de algemene en specifieke uitkeringen vragen in dit kader bijzondere aandacht. b. Verankering van risicomanagement in de integrale bedrijfsvoering. In het kader van versterking van de planning- en controlfunctie wordt het managen en daarmee beheersen van risico’s steeds meer een vast onderdeel binnen de bestaande cycli, processen en rapportages. In 2012 is gewerkt aan de voorbereiding van een verscherpt risicomanagement. In 2013 wordt dit geïmplementeerd. c. Door het maken van prestatieafspraken tussen college, raad en management, die specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden (SMART) zijn, wordt een beter inzicht in mogelijke risico’s bereikt.
200
4.2 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen 4.2.1 Inleiding De gemeente Apeldoorn heeft een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaal goederen in de vorm van wegen, openbare verlichting, riolering, groen, water, sportvoorzieningen, gemeentegebouwen en onderwijsgebouwen. Het onderhoud van deze goederen is van groot belang voor het zo goed mogelijk functioneren van de gemeente op vele terreinen. Vanwege het belang hiervan is dit onderhoud grotendeels vastgelegd in allerlei meerjarenplannen, nota’s, visies en regelingen. In deze paragraaf wordt per onderwerp ingegaan op de notities en plannen waarin het beleidskader is aangegeven, de stand van zaken en de voornemens voor de komende periode. Hiermee wordt getracht inzicht te geven op welke wijze inspanning wordt geleverd om het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen te waarborgen.
4.2.2 Kapitaalgoederen Integrale openbare ruimte - Naam beleidsnota: Kadernotitie beheer openbare ruimte. - Jaar van vaststelling: 2009. - Doel: De kadernotitie verschaft inzicht in de belangrijkste beheersopgaven voor de langere termijn en het bevorderen van de integraliteit van groen en grijs. - Stand van zaken: de kadernotitie is in 2009 vastgesteld. In 2010 zijn de kwaliteitsniveaus voor inrichting en beheer voorgelegd aan de raad. Daarnaast heeft de kadernotitie de financiële consequenties getoond voor beheer van openbare ruimte. In het bijzonder het onderhoud van de wegen baart zorgen. Daarom is in 2013 het herstelplan wegen opgesteld. Voorgesteld wordt om het budget voor wegenonderhoud inclusief bruggen etc. te verhogen met € 1,3 miljoen en prioriteit te geven aan het onderhoud van onze asfaltwegen. De besluitvorming over het herstelplan loopt parallel met de behandeling van deze MPB 2014-2017. Wat betreft groen is vanaf 2010 is een aantal maatregelen vanuit de kadernotitie beheer openbare ruimte geïmplementeerd. Door de bezuinigingen is het vervangingsbudget van groen, met name bomen, teruggelopen. De raad heeft ingestemd met de vorming van een reserve groot onderhoud openbare ruimte, waaruit grote onderhoudswerken worden gefinancierd. Deze reserve heeft nog geen financiële vertaling gekregen. In het herstelplan wegen wordt voorgesteld om apart een reserve groot onderhoud wegen te vormen A. Groen - Naam beleidsnota: Kadernotitie beheer openbare ruimte. - Jaar van vaststelling: 2009. - Doel: Het instandhouden van het gemeentelijke groen. - Stand van zaken: In deze begroting wordt voorgesteld om de beeldkwaliteit van groen terug te brengen tot niveau B. - Programma 2014: In 2014 wordt het onderhoud, zoals aangegeven in de nota, conform het jaarlijkse onderhoudplan uitgevoerd. B. Wegen (en bruggen, tunnels en viaducten) - Naam beleidsnota: Herstelplan wegen - Jaar van vaststelling: 2013 201
4.2 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
-
Doel: Een plan van aanpak voor het onderhoud van verhardingen (wegen en fietspaden) in de komende jaren. - Stand van zaken: Het herstelplan wegen wordt parallel met de MPB 20142017 ter behandeling aan de raad voorgelegd. Het herstelplan voorziet in aanvulling van het structurele budget voor wegenonderhoud met € 1,1 miljoen. Daarnaast wordt voorgesteld om jaarlijks € 240.000 extra uit te treken voor onderhoud van bruggen, viaducten en tunnels. Vanuit het oogpunt kapitaalvernietiging en veiligheid wordt prioriteit gegeven aan het onderhoud van asfaltwegen en fietspaden en trottoirs. Inzet is om geleidelijk de achterstand op wegenonderhoud terug te brengen. De achterstand, zoals gekwantificeerd in het herstelplan, bedraagt € 21,3 miljoen. - Programma 2014: Besluitvorming over het herstelplan wegen. Vaststelling van het uitvoeringsplan wegen 2014. Op basis van het herstelplan zal een MJOP Wegen 2014-2016 worden opgesteld. Openbare verlichting - Naam beleidsnota: concept handboek openbare verlichting. - Jaar van vaststelling: intern handboek, wordt niet vastgesteld. - Doel: Het vastleggen van lichttechnische keuze en het vastleggen van een standaardisatie voor lichtmasten en armaturen. Enerzijds om een goede beeldkwaliteit van de openbare ruimte te realiseren en anderzijds om kosten te besparen op het onderhoud. De diverse energiebesparende pilots worden opgenomen in het handboek openbare verlichting. De beleidslijn wordt in het bestedingsplan van de afdeling Beheer en Onderhoud jaarlijks vertaald naar een uitvoeringsprogramma. - Stand van zaken: Lichttechnisch voldoet de openbare verlichting in het algemeen aan de richtlijnen van de ROVL 2011 (afgeleid van de Europese norm EN 13.201). Er is echter wel een onderhoudsachterstand op mastvervanging. De komende jaren worden de technisch goede masten geschilderd en de slechte masten vervangen. Tevens worden minder energie efficiënte armaturen vervangen door een dimbare LED armatuur. De verwachting is dat we met het huidige vervangingsbudget in combinatie met de reserve schilderonderhoud de achterstanden op mastvervanging in 2020 hebben weggewerkt. - Programma 2014: Het planmatig onderhoudsbudget wordt overeenkomstig het jaarlijkse onderhoud- en vervangingsplan ingezet. Bruggen - Naam beleidsnota: Inspectierapport bruggen. - Jaar van vaststelling: 2010. - Doel: Het schetsen van de doelstellingen van de actuele situatie van het technische, constructieve onderhoud en reinigen van de Apeldoornse bruggen. De uitkomsten worden jaarlijks vertaald naar een uitvoeringsprogramma. - Stand van zaken: De bruggen voldoen aan de functionele eisen. Er is echter sprake van een onderhoudsachterstand. Vanwege de technische staat zullen drie bruggen over het Apeldoorns kanaal binnen enkele jaren constructief onderhoud moeten krijgen of vervangen moeten worden. Voor de jaren 20122015 is hiervoor in totaal € 2,25 miljoen extra beschikbaar gesteld. Daarnaast zal binnen 5 tot 10 jaar een groot aantal houten fiets- en voetbruggen in de wijken Zevenhuizen en de Maten vervangen moeten worden. De omvang van de werkzaamheden gaan het reguliere budget te boven. Vanwege het ontoereikende budget voor structureel onderhoud kunnen risico’s ontstaan voor de bruikbaarheid van bruggen. Daarom heeft de Stuurgroep Wegen die een herstelplan voor de wegen heeft opgesteld, ook de problematiek rond bruggen meegenomen. De stuurgroep doet in het Herstelplan daarom ook voorstellen om de problematiek met betrekking tot de bruggen op te lossen.
202
4.2 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
-
Programma 2014: In 2014 wordt het onderhoud en de vervanging, zoals aangegeven in de nota bruggen, conform het jaarlijkse onderhoud- en vervangingsplan uitgevoerd.
Begraafplaatsen - Naam beleidsnota: Nota begraafplaatsen. - Jaar van vaststelling: 2002 - Doel: Het formuleren van uitgangspunten voor het beheer van begraafplaatsen, waarbij de primaire functie van het voorzien in begraafmogelijkheden leidend is - Stand van zaken: De conclusies uit de nota met betrekking tot onderhoud en financieeltechnische aspecten zijn geïmplementeerd. De opbrengsten vallen de laatste jaren lager uit doordat er minder wordt begraven en verlengd. Inmiddels is door een ambtelijke werkgroep een plan van aanpak gemaakt. Dit plan van aanpak zal leiden tot een integrale visie op het beheer en de exploitatie van begraafplaatsen. Er wordt doorlopend kritisch gekeken naar de uitgaven. Ondanks de lagere lasten kan de bestemmingsreserve de tegenvallende opbrengsten op dit moment niet opvangen. - Programma 2014: In 2014 wordt het onderhoud, zoals aangegeven in de nota begraafplaatsen, conform de jaarlijkse begroting uitgevoerd. Riolering - Naam beleidsnota: Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) - Jaar van vaststelling: 2011 - Doel: Beleidsplan en programma voor het instandhouden en doelmatig laten functioneren van afvalwater- en hemelwatersystemen en invulling grondwaterzorgplicht. De maatschappelijke doelen van de gemeentelijke watertaken bestaan uit een bijdrage aan: • het beschermen van de volksgezondheid • de veiligheid door het voorkomen van wateroverlast; • de kwaliteit van de leefomgeving door voorkomen van wateroverlast, stank en waterkwaliteitsproblemen; • het beschermen van de bodem, grond- en oppervlaktewater door beperken van emissies vanuit de riolering (o.a. rioolwateroverstorten). Het GRP vormt de basis voor de doorrekening van de reserve riolering. Op basis hiervan wordt het tarief van de rioolheffing en de ontwikkeling daarvan in de planperiode vastgesteld. - Stand van zaken: De wettelijke verplichting tot het opstellen van een GRP is neergelegd in de Wet Milieubeheer. In 2011 is een nieuw GRP opgesteld. Dit plan beslaat een periode van 5 jaar (2011-2015). Het GRP is in uitvoering. - Programma 2014: Het uitvoeringsprogramma 2014 is vastgelegd in het Programma water en riolering en het Bestedingsplan Wegen en Riolering. De maatregelen variëren van het reguliere beheer en onderhoud (oplossen storingen, reiniging, inspectie en reparaties), groot onderhoud en vervangingen tot projecten (oplossen knelpunten, verbetering functioneren systeem en reconstructies) en de hiervoor noodzakelijke onderzoeken, planvorming en voorbereiding. Tevens wordt gewerkt aan een verduurzaming van de afvalwaterketen en verdere regionale samenwerking. Water -
Naam beleidsnota: Waterplan Apeldoorn Jaar van vaststelling: 2005 Doel: Het waterplan vormt de overkoepelende lange termijnvisie op water in de stad en de dorpen en beoogt het watersysteem op orde te brengen en te
203
4.2 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
-
houden. De visie is geconcretiseerd in een uitvoeringsprogramma voor het afkoppelen van regenwater, de realisatie van waterberging via beekherstel, waterkwaliteitsmaatregelen, baggeren van watergangen en gebiedsgericht grondwaterbeheer. Stand van zaken: De planperiode van het waterplan loopt van 2006-2015. Het waterplan is in uitvoering Programma 2014: Het uitvoeringsprogramma voor 2014 is vastgelegd in het Programma Water en Riolering en het Programma Beken en Sprengen. Hierin worden diverse projecten uitgevoerd. De belangrijkste zijn: maatregelen tegen wateroverlast, waterkwaliteitmaatregelen door oplossen knelpunten en verbeteringen in de riolering, diverse afkoppelprojecten en de uitvoering van de Eendrachtspreng en de Orderbeek.
Verkeersapparatuur - Naam beleidsnota: Geen separate beleidsnotitie. De basis wordt gevormd door de verkeersvisie 2010 - 2020. - Jaar van vaststelling: 2009 - Doel: Het reguleren van het verkeer, het informeren van weggebruikers en het bevorderen van de verkeersveiligheid. - Stand van zaken: Er zijn contracten gesloten met alle leveranciers van verkeersapparatuur voor het beheer en onderhoud evenals het verhelpen van storingen. Daarnaast wordt er voor de verkeersregelinstallaties een jaarlijks vervangingsprogramma uitgevoerd. Voor de vervanging van de apparatuur niet zijnde verkeersregelinstallaties zijn geen budgetten gereserveerd (bijv. voor de dynamische afsluitsystemen, camerasystemen en de dynamische reizigers informatiesystemen). - Programma 2014: In 2014 wordt het onderhoud en de vervanging conform het jaarlijkse onderhoud- en vervangingsplan uitgevoerd. Parkeren - Naam beleidsnota: Actualisatie Parkeernota. Daarnaast is in 2010 een nieuwe basis gevormd door de Verkeersvisie 2010 - 2020. - Jaar van vaststelling: De Actualisatie Parkeernota is vastgesteld in 2004. De Verkeersvisie is vastgesteld in 2009. - Doel: Het verder ontwikkelen van o.a. het parkeerbeleid. - Stand van zaken: Voor het onderhoud parkeerapparatuur, parkeergarages en maaiveld zijn contracten afgesloten. - Programma 2014: In 2014 wordt het onderhoud en de vervanging conform het jaarlijkse onderhoud- en vervangingsplan uitgevoerd. Daarnaast wordt in 2014 het parkeerbeleid geactualiseerd. Hiervoor wordt in het najaar van 2013 een startnotitie aan de raad voorgelegd. Gemeentegebouwen (inclusief in beheer bij Accres) - Naam beleidsnota: Vastgoednota Vastgoedbedrijf Apeldoorn. - Jaar van vaststelling: 2010. - Doel: In de Vastgoednota Vastgoedbedrijf Apeldoorn zijn de beleidskaders voor gemeentelijk vastgoed opgenomen en de technische kwaliteitsniveaus voor al ons vastgoed vastgelegd en door de raad begin 2011 definitief vastgesteld. Voor de kwaliteitsniveaus hanteert de gemeente een objectieve norm, de NEN2767-norm. De NEN-norm kent een verdeling in zes technische bouwkundige onderhoudsniveaus. De drie vastgestelde kwaliteitsniveaus voor de gemeente Apeldoorn zijn als volgt:
204
4.2 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Niveau 2 “Goede conditie: beginnende veroudering door gebruik, weer en wind” Op dit niveau worden geen objecten onderhouden Niveau 3 “Redelijke conditie: verouderingsproces is op gang gekomen” Betreft alle objecten, die gemeente structureel in bezit heeft en houdt Niveau 4 “Matige conditie: bouw- of installatiedelen duidelijk in greep van veroudering” Betreft tijdelijke objecten, zoals te verkopen bezit of ontwikkelingsvastgoed
-
-
De kwaliteitsniveaus zijn uitgangspunt voor de onderhoudsniveaus van en onderhoudswerkzaamheden aan het vastgoed. Accres verzorgt het onderhoud van onze (circa 65) maatschappelijke accommodaties in opdracht van de gemeente op basis van een door de gemeente vastgesteld meerjaren onderhoudplannen. Accres hanteert daarmee dezelfde onderhoudsuitgangspunten als de gemeente. De gemeente toets en stuurt op Accres als het gaat om de uitvoering, niveau en budget van het onderhoud. Stand van zaken: Gemeente Apeldoorn heeft circa 370 opstallen (exclusief onderwijsgebouwen). Voor nagenoeg alle opstallen zijn actuele meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) beschikbaar, met uitzondering voor tijdelijke – te verkopen - objecten en ontwikkelingsvastgoed. De MJOP’s zijn leidend voor het onderhoud in de komende jaren. Uitgangspunt voor MJOP’s is alleen instandhouding van het huidige onroerend goed. Als sprake is van vervanging of grootschalige renovatie is hiervoor afzonderlijk krediet nodig. Het vastgoed kent voldoet in algemene zin goed aan het gewenste onderhoudsniveau, zoals is vastgelegd in de Vastgoednota. Op enkele onderdelen is sprake van een achterstand. Het gaat om enkele objecten, waarvan de (constructieve) staat onvoldoende is en vanuit een bewuste keuze geen sprake meer is van instandhoudingonderhoud. Dit geldt onder andere voor de sporthal Zuiderpark. Tevens zijn diverse gymnastieklokalen, zoals gemeld in de kaderstelling Integraal Huisvestingsplan Onderwijshuisvesting 2012-2015, aan het einde van de theoretische levensduur van 40 jaar en aan renovatie toe. Programma 2014: Gemeente en Accres dragen zorg voor de uitvoering van het onderhoud in 2014 volgens het vigerende MJOP. Hierbij zal rekening worden gehouden met de afwegingen die gemaakt worden in kader van mogelijke afstoot van panden vanuit de uitvoeringsprogramma van de Nota Gemeentelijk Vastgoed. Voor enkele locaties zal een nieuw MJOP worden opgesteld.
Onderwijsgebouwen - Naam beleidsnota: Kaderstelling Integraal Huisvestingsplan Apeldoorn 20122015. - Jaar van vaststelling: De genoemde kaderstelling 2012-2015 is eind 2011 door de raad vastgesteld. Het programma onderwijshuisvesting 2014 zal eind 2013 ter vaststelling aan B&W worden voorgelegd. - Doel: Het zorg dragen voor kwalitatief passende onderwijshuisvesting, zodat op een goede manier onderwijs gevolgd kan worden. Scholen zijn zelf gedeeltelijk (primair en speciaal onderwijs) of geheel (voortgezet onderwijs) verantwoordelijk voor het onderhoud van schoolgebouwen. Onderhoud van schoolgebouwen en gymaccommodaties maken, voor zover dit een verantwoordelijkheid is van de gemeente, deel uit van de kaderstelling. - Stand van zaken: Als uitwerking van de zomernota 2012 is het investeringskader behorende bij de Kaderstelling onderwijshuisvesting 20122015 geparkeerd tot en met 2015. Hiermee wordt een incidentele bezuiniging geëffectueerd van € 3,5 miljoen die opgenomen is in de zomernota 2012. Er komt geen nieuw Integraal Huisvestingsplan tot stand gedurende de periode 2012-2015. Het programma onderwijshuisvesting 2014 zal eind 2013 worden 205
4.2 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
-
vastgesteld. Hierin zijn opgenomen diverse (voor rekening van gemeente) uit te voeren onderhoudswerkzaamheden aan school- en gymaccommodaties. Programma 2014: Ons college zal met in achtneming van de kaderstelling onderwijshuisvesting 2012 - 2015 en het programma 2014 vaststellen en het onderhoud aan schoolgebouwen door de schoolbesturen laten uitvoeren.
Beheer en onderhoud sportvelden - Naam beleidsnota: Als uitvloeisel van de Kerntakendiscussie Apeldoorn 2000 zijn gemeentelijke veldsportaccommodaties (velden en bijbehorende kleedgebouwen) voor een deel geprivatiseerd (verkocht) aan de verenigingen die de accommodaties in gebruik hebben. - Jaar van vaststelling: Vanaf 1998 heeft een aantal privatiseringen plaatsgevonden. Een deel (35 velden) is nog gemeentelijk eigendom. - Doel: Via verhuur en onderhoud bieden wij goede voorzieningen voor met name breedtesportbeoefening. - Stand van zaken: Het entouragegroen binnen de hekken is geïnventariseerd en de staat van onderhoud hiervan is vastgelegd samen met de verenigingen. Het onderhoud is overgenomen door de verenigingen. De overeenkomsten met de verenigingen zijn hierop nagenoeg aangepast. Ook de energielasten zijn zoveel mogelijk bij de verenigingen belegd, door aansluitingen rechtstreeks op naam van de gebruikers te stellen. - Programma 2014: Er zijn geen wijzigingen in de bestaande situatie. De gemeente heeft zich bij overeenkomst verantwoordelijk gesteld voor de vervanging van 2 kunstgrasvelden bij WSV. In 2014 is de toplaag van deze velden aan vervanging toe. WSV draagt via een vast jaarlijks bedrag bij aan de dekking van deze kosten. Wij financieren het overige deel. Omnisport Apeldoorn - Doel: Accommodatie aanbieden voor zowel top- als breedtesport. Voor de topsport heeft het Omnisport de A-status. In het kader van breedtesport wordt het Omnisport gebruikt door het ROC, enkele toonaangevende Apeldoornse sportverenigingen (Dynamo, De Adelaar en AV ’34) en als regionaal steun- en servicepunt voor sportverenigingen en individuele sporters. - Stand van zaken: Het gebouw is in 2008 opgeleverd en in exploitatie genomen door huurder Libéma BV. Omnisport kende bij oplevering een aantal restpunten, die deels inmiddels zijn opgelost. Er resteren echter nog diverse restpunten met mogelijk financiële gevolgen, waarbij de vraag is of deze kosten nog verhaald kunnen worden op de (onder) aannemer. In 2010 is de schaats- en skeelerbaan ten behoeve van DNIJ opgeleverd en in exploitatie genomen door Libéma. In 2012 zijn op het middenterrein van de schaats- en skeelerbaan 4 beachvolleybalvelden aangelegd ten behoeve van de nieuwe vereniging Apeldoorn Beach. De schaats- en skeelerbaan en beachvelden zijn sinds november 2012 niet meer in exploitatie bij Libéma vanwege te hoge kosten van het realiseren van kunstijs voor een periode van 6 weken. Op dit moment treedt de gemeente op als exploitant en is in gesprek met “buurman” WSV om de exploitatie per 1 september 2013 als huurder over te nemen. In afwijking op de huidige gemeentelijke vastgoedlijn, is zowel het opstellen van het opgestelde meerjaren onderhoudsplan (MJOP) en het uitvoeren van het eigenaren- als het verhuurderonderhoud binnen de huidige contractuele afspraken belegd bij de huurder en exploitant Omnisportcentrum BV. Het onderhoud in 2014 zal door en ten laste van de exploitant worden uitgevoerd en door gemeente op uitvoering worden getoetst. De huur- en exploitatieovereenkomst geeft aan dat gemeente de kosten voor integrale vervanging van bouwkundige delen en installaties voor zijn rekening neemt indien onderhoud op een correcte wijze is uitgevoerd 206
4.2 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
-
Programma 2014: Met de hoofdaannemer zijn gesprekken gestart over de eerder genoemde opleveringspunten en reguliere gebreken aan bouwkundigeen installatieonderdelen. Hieruit volgt mogelijk een aansprakelijkheidsvraagstuk. In 2013 wordt binnen de Vereniging Van Eigenaren nadere afspraken gemaakt over taken en verplichtingen tussen gemeente en de exploitant, waaronder afspraken ten aanzien van het onderhoud en inventaris. In 2014 zal op basis van een nog op te stellen MJOP voor het eigenarendeel middelen worden gereserveerd in de onderhoudsvoorziening van het Vastgoedbedrijf ter dekking van dergelijke - niet altijd planbare - uitgaven. Zie hiervoor tevens de paragraaf weerstandsvermogen.
4.2.3 Overzicht onderhoudsbudgetten Onderstaand vindt u een overzicht van de budgetten voor regulier onderhoud, gespecificeerd naar de in deze paragraaf vermelde kapitaalgoederen. De kosten zijn exclusief de interne uren. · · · · · · · · · · · · · · ·
Wegen (incl. vegen) Openbare verlichting Bruggen Riolering Water (vijvers, grondwater e.d.) Verkeersapparatuur/-meubilair Parkeren Groen (incl. bossen en speelvoorzieningen) Begraafplaatsen Beheer en onderhoud sportvelden Gemeentegebouwen in beheer bij Accres Gemeentegebouwen overig Onderhoud onderwijshuisvesting Sportvelden Omnisport
207
€ € € € € € € € € € € € € €
9.550.000 1.081.100 1.005.000 3.640.400 20.300 745.900 813.700 8.184.400 1.058.000 363.700 2.100.000 1.000.000 1.400.000 363.000 p.m.
208
4.3 Paragraaf Financiering 4.3.1 Algemene ontwikkelingen De economische vooruitzichten voor 2014 lijken enigszins te verbeteren. Er zijn signalen dat de belangrijkste economieën weer tekenen van groei laten zien. Amerika loopt daarin voorop en recent gaf de Europees Centrale Bank (ECB) in haar beschouwingen aan dat er aan het eind van de tunnel ook in Europa lichtpuntjes zijn. Dit betekent voor de rente dat centrale banken vroeger of later haar verruimende maatregelen op de geldmarkten zullen gaan beperken, met als gevolg uiteindelijk hogere rentes. Hoe en wanneer precies en in welke mate is niet te voorspellen. Men wil dat graag heel geleidelijk laten verlopen, maar het zou ons niet verbazen als dat met de nodige schokken gepaard gaat. De 10-jaars rente staat op een niveau van 1,99% 1. Voor 2014 houden wij rekening met een kortlopende rente tussen 0,3% en 1% en een langlopende rente 2 tussen 2,0% en 2,5%. De kans dat de feitelijke rente anders wordt, blijft altijd aanwezig, zeker gelet op het feit dat het moment van schrijven van dit stuk ruim vóór aanvang van het begrotingsjaar ligt. Dit kan tot gevolg hebben dat wij in de tussentijdse rapportages een nadeel of voordeel op de kostenplaats rente en financiering moeten melden. Voor de beeldvorming: 1% rente afwijking op de kort lopende financiering betekent circa € 400.000 resultaat op de rente en financiering. De wet betreffende schatkistbankieren is net voor de zomer 2013 door de 2de Kamer aangenomen. Deze wet brengt vooral een administratieve last voor ons mee. Verder zal mogelijk in het najaar van 2013 ook de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) als onderdeel van de Wet Financiering Decentrale Overheden worden aangepast. De kans is groot dat inzet van renteinstrumenten bij nieuwe financieringen erg moeilijk wordt, daarom houden wij in de prijzen van de nieuwe leningen rekening met een zogenaamde liquiditeitstoeslag. Voor de doorbelasting van de kapitaallasten wordt sinds 2005 gerekend met marktconforme percentages voor de nieuwe investeringen. Deze percentages zijn voor 2014; 1,75% voor activa met een afschrijvingstermijn tot en met 5 jaar, 2,50% voor 5 tot en met 10 jaar, 3,2% voor 11 tot en met 20 jaar en voor activa met afschrijvingsperiode langer dan 20 jaar is het percentage 3,6%. Indien een investering groter is dan € 2,5 mln, worden er aparte afspraken voor de rente gemaakt. Dat houdt in dat er voor die investering een exclusief rentepercentage wordt bepaald, dat gedurende de levensduur van de investering vast staat. Deze percentages zijn afgegeven midden maart 2013. De administratieve organisatie van de treasuryfunctie is georganiseerd conform het door ons in 2010 vastgestelde Treasurystatuut. Dit statuut zal in de loop van 2013 worden geactualiseerd. Het Treasurystatuut past binnen de kaders van de wet FiDO (Financiering decentrale overheden). Ons college stelt voor de bedrijfsvoering, aanvullend op deze paragraaf financiering, een Treasuryjaarplan vast, waarin de planningen nader zijn uitgewerkt. Verder is er een treasurycommissie die bestaat uit de portefeuillehouder Financiën, de concerncontroller, de manager financiën en control, een adviseur grondbeleid, de 1 2
Rente 10 jaars ruilrente per 05 augustus 2013 Het renteniveau is gebaseerd op een renteruilcontract met een looptijd van 10 jaar met aflossing ineens aan het einde van die looptijd.
209
4.3 Paragraaf financiering
teammanager financieel en bedrijfskundig advies en de treasurer. Deze commissie bespreekt aan de hand van planningen die continue worden bijgesteld de voorgestelde financieringen en stelt nadere kaders vast. Hiernaast worden afspraken gemaakt over rentes en nagedacht over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van treasury.
4.3.2
Risicobeheer
4.3.2.1 Renterisicobeheer Renterisico over de vlottende schuld De kasgeldlimiet bepaalt de maximale omvang waarvoor gemeenten kortlopende leningen (korter dan 1 jaar) mogen aangaan. Deze limiet wordt conform de Wet FiDO berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2014 is de kasgeldlimiet voorlopig berekend op € 42,8 miljoen. Zolang de korte rente lager is dan de rente voor langere looptijden zal de kasgeldlimiet optimaal worden benut. Over het moment waarop wordt geconsolideerd 3, zijn in de Treasurycommissie spelregels afgesproken. Uiteraard spelen hierbij de rentevisie en de liquiditeitsprognose een belangrijke rol. Renterisico over de vaste schuld Voor het renterisico over het begrotingstotaal geldt een norm van maximaal 20% per jaar. Kort gezegd houdt dit in dat in enig jaar niet meer dan 20% van het totaal van de begroting mag worden geherfinancierd (herfinanciering als gevolg van aflossingen dan wel renteherzieningen). Deze maximum norm is door het Rijk ingesteld om een enigszins stabiele rentelast over de jaren te bewerkstelligen. In onderstaand overzicht is dit voor onze gemeente weergegeven voor de komende 5 jaren. Renterisiconorm (bedragen x € 1 mln.) - Maximaal renterisico op vaste schuld - Renterisiconorm 4 Ruimte onder limiet
2014 74,6 100,8 26,2
2015 72,9 100,8 27,9
2016 50,7 100,8 50,1
2017 56,2 100,8 44,6
2018 71,4 100,8 29,4
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de renterisiconorm in 2014 niet overschreden gaat worden. De ruimte in 2014 en 2015 is kleiner geworden omdat we in 2013, vooruitlopend op het voorstel elders in de begroting korter lang te lenen, twee leningen met een looptijd van 1 en 2 jaar hebben aangetrokken. Tevens blijkt uit doorrekening van volgende jaren dat ook daar geen overschrijding van de renterisiconorm wordt verwacht. Naast de renterisiconorm wordt uiteraard gekeken naar de meerjarige financieringsbehoefte. Hierop wordt de looptijd van nieuwe geldleningen afgestemd. Voor 2014 houden we voorlopig rekening met € 70 miljoen aan nieuwe leningen. Het te lenen bedrag is benodigd voor herfinancieringen. Rekening houdend met enige onderuitputting, verwachten we dat de nieuwe investeringen kunnen worden betaald uit de afschrijvingen.
3 4
Consolidatie houdt in dat een kortlopende schuld wordt omgezet in langlopende schuld. Op basis inschatting begrotingstotaal 2014 op € 504 miljoen
210
4.3 Paragraaf financiering
4.3.2.2 Kredietrisico’s op beleggingen Kredietrisico op beleggingen (bedragen x € 1 mln)
- Gemeenten / provincies - Woningbouwcorporaties met garantie WSW - Semi-overheidsinstanties - Financiële instellingen met rating A, of hoger - Overige instellingen Totaal
Restant vordering Waarvan Per 1-1-2014 met Absoluut % aanvullen de zekerheid 21,7 34,2% 19,3 30,4% 12,3 19,4% 10,2 16,0% 0,7 63,5 100,0%
De beleggingen zijn oplopend gerangschikt naar risico, waarbij alle beleggingen binnen de toegestane kredietrisico’s vallen. In de wet FiDO wordt opgenomen, dat nieuwe beleggingen alleen nog bij Rijks schatkist of onder voorwaarden bij medeoverheden mogen worden gedaan. 5 De beleggingen voldoen aan de eisen gesteld door de wet FiDO en het Treasurystatuut of zijn expliciet door uw raad goedgekeurd. Dit geldt vooral voor de beleggingen in overige instellingen.
4.3.2.3 Risico’s op verstrekte gemeentegaranties De gemeenteraad heeft vooral in het verleden garanties verstrekt voor leningen die onder meer door lokale woningbouwverenigingen, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, bejaardentehuizen, sportverenigingen en dergelijke zijn aangegaan. Tegenwoordig opereren er waarborgfondsen voor woningbouw, zorg en dergelijke. Hiermee wordt een rechtstreeks beroep op de gemeente om garant te staan voor leningen, aangegaan door deze instanties, steeds kleiner. Bij de woningbouw is de gemeente nog steeds verplicht om als ‘achtervang’ garant te staan. De eerste garantstelling vindt plaats door het waarborgfonds sociale woningbouw. Ons college heeft besloten om vanaf 1-1-2011 niet meer garant te staan voor nieuwe leningen die worden verstrekt onder de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Risico op gemeentegaranties (bedragen x € 1 mln.) - Rechtstreekse garantstelling - Als achtervang met WSW-garantie Totaal
5
Restant bedrag per 1-1-2013 Absoluut % 9,0 1,9% 471,8 98,1% 480,8 100%
Een rating is een classificatie door een gespecialiseerd bureau dat min of meer aanduidt wat de kans is dat niet aan financiële verplichtingen kan worden voldaan. Voor de voor onze gemeente relevante rating gelden classificaties die lopen van AAA, AA en A. De classificatie AAA houdt het minste risico in.
211
4.3 Paragraaf financiering
4.3.3
Gemeentefinanciering
4.3.3.1 Financieringspositie De financieringsbehoefte voor de komende jaren is in de volgende grafiek weergegeven. Dit is conform bestaand beleid. Financieringsbehoefte 90.000,00 80.000,00 70.000,00 60.000,00
€ *1.000
50.000,00 40.000,00 30.000,00 20.000,00 10.000,00 0,00 2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
-10.000,00 Jaren
De jaarlijkse financieringsbehoefte wordt bepaald door een aantal elementen: · mutaties in de leningen- en beleggingenportefeuille; · de begrote besteding van de reserves en voorzieningen; · de volgende meerjarige investeringsplannen: Onderwijshuisvesting, Wegen en Rioleringsplan en overige investeringen; · het meerjarige liquiditeitsverloop van het Grondbedrijf. De boekwaarde voor de overige materiële vaste activa is constant gehouden. Omdat wij streven naar een zo gelijk mogelijke verloop van de financieringsbehoefte is de informatie over voornoemde elementen van groot belang. Op basis van deze informatie worden de looptijden van nieuwe leningen bepaald om zo ook een maximale spreiding te bewerkstelligen in het beroep dat wij moeten doen op de kapitaalmarkt.
4.3.3.2 Leningenportefeuille opgenomen gelden Mutaties leningenportefeuille
Bedrag (x € 1 mln.) 646,1 + 70,0 - 74,7 n.v.t. n.v.t. 641,4
Stand per 1 januari 2014 - Nieuwe leningen - Reguliere aflossing - Vervroegde aflossing - Renteherziening Stand per 31 december 2014
212
Gemiddelde rente 3,38 % 2,40 % 2,91 %
3,31 %
4.3 Paragraaf financiering
Zoals eerder in deze paragraaf gemeld, zal volgens de voorlopige raming in 2014 voor € 70 miljoen aan leningen moeten worden aangetrokken. Bij de looptijden van de nieuwe leningen zal nadrukkelijk rekening worden gehouden met het meerjarenfinancieringsperspectief. Het verloop van de leningportefeuille vanaf 2010 is in het volgende overzicht weergegeven.
Verloop leningportefeuille 4,50%
700
4,00%
500 400
3,50%
300 3,00%
200 100
2,50%
gemiddelde rente per 1-1
in miljoenen euros
600
0 -100
2010
2011
2012
2013
2014
2,00%
jaren stand 1-1
mutaties
gemiddelde rente per 1-1
4.3.3.3 Leningportefeuille uitgezette gelden Tot deze portefeuille behoren vooral de leningen die conform uw besluiten zijn verstrekt aan woningbouwverenigingen, Orpheus, Circulus, sportverenigingen, het Natuurhuis en dergelijke. Verder vallen hier de gelden onder die belegd zijn vanwege de verkoop van voormalige VNB-aandelen. Mutaties beleggingenportefeuille Stand per 1 januari 2014 - Nieuwe beleggingen - Reguliere aflossing - Vervroegde aflossing - Renteherziening (oud percentage) - Renteherziening (nieuw percentage) Stand per 31 December 2014
Er zijn diverse kleinere aflossingen.
213
Bedrag (x € 1 mln) 63,5 0,0 -1,3 n.v.t. 0,6 0,6 62,2
Gemiddelde rente 4,52% 0.0% 6,3% 4,8% 4,4% 4,47%
214
4.4 Paragraaf Verbonden partijen 4.4.1 Inleiding Verbonden partijen zijn derde rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een rechtspersoon of het hebben van stemrecht. Financieel belang is er, als de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Wij hebben bestuurlijke en financiële belangen in gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en pps-constructies. Afhankelijk van onze mate van verbondenheid (bijv. geplaatst aandelenkapitaal) zijn wij in meer of mindere mate in staat om invloed op het beleid van de betreffende verbonden partij uit te oefenen. De in deze paragraaf genoemde instellingen en vennootschappen kennen hun eigen risicopositie. Waar sprake zou zijn van een aanzienlijk, niet afgedekt, risico dan nemen wij dit mee in de paragraaf weerstandsvermogen. Indien nodig dan zullen wij u separaat of via de reguliere tussentijdse rapportages over de verbonden partijen informeren.
4.4.2 Gemeenschappelijke regelingen Het gemeentebestuur van twee of meer gemeenten kunnen afzonderlijk of samen een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van één of meer belangen van die gemeenten. Hieronder volgt een toelichting op de gemeenschappelijke regelingen, waarin de gemeente Apeldoorn deelneemt.
Programma 1 Regio Stedendriehoek - Doel: Op intergemeentelijk niveau de belangen behartigen met betrekking tot gemeente overstijgende aangelegenheden op het terrein van ruimtelijke en sociale ontwikkeling, wonen, verkeer en vervoer en economische zaken. - Betrokkenen: 7 gemeenten met in totaal 414.000 inwoners - Bestuurlijk belang: Wethouder Kruithof is lid van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur. - Financieel belang: Op 13 juni 2013 heeft de raad ingestemd met de ontwerpbegroting 2014. Hierin valt te lezen dat het budget van de Regio Stedendriehoek in 2013 ruim € 1 miljoen bedraagt. De bijdrage 2014 van de Apeldoorn is geraamd op ca. € 0,38 miljoen (€ 2,42 per inwoner). - Ontwikkelingen: Met het proces ‘Re-inventing de Stedendriehoek’ heeft een herijking plaatsgevonden van het beleid van de Stedendriehoek. Gekozen is voor één centrale doelstelling, namelijk het versterken van de kwaliteit van het vestigingsklimaat in de Stedendriehoek in brede zin. Het vestigingsklimaat wordt bepaald door vier sterke troeven: een robuuste economie, grote sociale betrokkenheid (menselijke maat), goede bereikbaarheid en de hoge kwaliteit van stad en landschap. Deze troeven worden optimaal ingezet door hieraan vier opgaven te verbinden, te weten: 1. Innovatie krachtig maken 2. Sociaal kapitaal beter benutten 3. Blijven werken aan bereikbaarheid 215
4.4 Paragraaf Verbonden partijen
4. Leefomgeving met kwaliteit versterken Door de Regio Stedendriehoek is een strategisch economische board ingericht. Deze heeft tot functie om samen met externe partners, zoals provincies, bedrijfsleven, onderwijs en maatschappelijke organisaties te werken aan opgaven m.b.t. het versterken van de kwaliteit van de leefomgeving. - Informatieverstrekking aan de raad: De raad krijgt ieder jaar de gelegenheid een zienswijze in te dienen op de ontwerpbegroting. Beleidsstukken, die zijn opgesteld door bureau Regio Stedendriehoek worden in de PMA behandeld. De jaarrekening van de Stedendriehoek gaat ter kennisname naar de raad.
Programma 2 Veiligheidsregio N.O. Gelderland/GHOR - Doel: Op intergemeentelijk niveau voorkomen, beperken en bestrijden van grootschalige incidenten en rampen, coördinatie van de multidisciplinaire samenwerking van hulpverleners bij incidenten van deze omvang, het beheren van de gemeenschappelijke alarmcentrale en het sirenenet. Op basis van de Wet Veiligheidsregio’s die per 1 oktober 2010 van kracht is geworden worden de gemeentelijke brandweerkorpsen geregionaliseerd. - Betrokkenen: 22 gemeenten met in totaal 870.000 inwoners. - Bestuurlijk belang: Burgemeester Berends is voorzitter van de Veiligheidsregio. Met de burgemeesters van Doetinchem, Zutphen en Harderwijk vormt hij het dagelijks bestuur. Als portefeuillehouder openbare orde en veiligheid vormen de burgemeesters van de 22 gemeenten het algemeen bestuur. - Financieel belang: De deelnemende gemeenten betalen voor de producten van de Veiligheidsregio een inwonerbijdrage. Voor gemeente Apeldoorn bedraagt deze ca. € 11 miljoen. - Ontwikkelingen: De Wet op de Veiligheidsregio heeft twee belangrijke uitgangspunten: a. het gemeentebestuur blijft eerstverantwoordelijk voor alle lokale veiligheidsvraagstukken op het terrein van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige diensten bij rampen en handhaving openbare orde, b. het beheer over de diverse hulpverleningsdiensten wordt vanwege effectiviteitvoordelen meer op regionaal niveau georganiseerd. Met ingang van 2013 is de gemeentelijke brandweer, zowel administratief als qua personeel, volledig overgegaan naar de VNOG. De basisbrandweerzorg wordt in een brandweercluster georganiseerd onder verantwoordelijkheid van een bestuurscommissie. Apeldoorn vormt samen met Epe en Voorst het cluster EVA. Op 13 juni 2013 heeft u ingestemd met de begroting 2014 van de VNOG, waarin het budget van het cluster EVA is opgenomen. Er zijn nadrukkelijk enkele zienswijzen meegenomen om de ontvlechting uit de gemeentelijke organisatie financieel correct te verwerken. In deze MPB is het budget als deelnemersbijdrage aan de VNOG/ brandweer verwerkt. Inzichtelijk is welke component bedoeld is voor de basisbrandweerzorg en welk deel bedoeld is voor de bovenlokale organisatie. - Informatieverstrekking aan de raad: De raad is regelmatig geïnformeerd over het wetsvoorstel Veiligheidsregio’s en mogelijke gevolgen. De raad kan zijn zienswijze geven over de begroting van het brandweercluster EVA en van de Veiligheidsregio. Om vroeg in het bestuurlijk proces te kunnen sturen wordt de Kadernota VNOG wat betreft de technische en inhoudelijke uitgangspunten voor besluitvorming door het algemeen bestuur ook ter consultatie aan de raad voorgelegd. Op clusterniveau worden in een prestatiecontract afspraken gemaakt over de te leveren prestaties. Tussentijds legt de brandweer verantwoording af over de geleverde prestaties door middel van een zgn. kwaliteitskaart. De jaarrekening van de regio gaat ter kennisname naar de raad.
216
4.4 Paragraaf Verbonden partijen
Programma 4 Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ) - Doel: het behartigen van de belangen van de deelnemers ter zake van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het kader van het omgevingsrecht. Het samenwerkingsverband richt zich in eerste instantie op de uitvoering van milieutaken. De gemeente Apeldoorn heeft ook milieuadvisering over diverse thema’s (bodem, geluid etc.) bij OVIJ ondergebracht. - Betrokkenen/ deelnemers: gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst en Provincie Gelderland. - Bestuurlijk belang: Wethouder Kruithof is lid van het Dagelijks en Algemeen bestuur van de Omgevingsdienst. - Financieel belang: De deelnemers betalen voor de producten van de Omgevingsdienst naar rato van de taken, die ze bij OVIJ hebben ondergebracht. De exploitatie van OVIJ bedraagt ongeveer € 6 miljoen. Bijna 72 % van de taken van OVIJ worden voor Apeldoorn uitgevoerd. De gemeente Apeldoorn voert voor OVIJ een aantal ondersteunende bedrijfsvoeringstaken uit. Ontwikkelingen: In 2012 heeft de raad ingestemd met de gemeenschappelijke regeling OVIJ en met ingang van 2013 zijn de milieutaken van Apeldoorn bij OVIJ ondergebracht. De gemeente houdt de regie. De afspraken over de uitvoering zijn vastgelegd in een DVO. In 2013 heeft de raad ingestemd met zowel de programmabegroting 2013 als de programmabegroting 2014. De gemeentelijke bijdrage 2014 bedraagt ca € 4 miljoen. Met de deelnemers is een efficiencytaakstelling afgesproken van 10% op het primaire proces en 5% op de overhead. Dit leidt tot gemeentelijke bijdrage van € 3,75 miljoen in 2016. - Informatieverstrekking aan de raad: De raad kan zijn zienswijze geven over de begroting van OVIJ. De jaarrekening van de Omgevingsdienst gaat ter kennisname naar de raad.
Programma 6 Felua-groep Doel: Mensen die door diverse oorzaken (lichamelijk, verstandelijk, psychisch, langdurige werkloosheid) een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zoveel mogelijk begeleiden en ontwikkelen zodat zij het meeste uit zichzelf kunnen halen. Dit kan zijn door regulier werk, individuele of groepsdetacheringen, begeleid werken of werken binnen de Felua-groep. Betrokkenen: De deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling zijn Apeldoorn, Epe en Heerde. Bestuurlijk belang: De Felua-groep voert de Wet Sociale Werkvoorziening uit voor de deelnemende gemeenten. Wethouder Kruithof zit namens Apeldoorn in het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur en is tevens voorzitter. Daarnaast hebben 3 raadsleden uit Apeldoorn zitting in het Algemeen Bestuur. Financieel belang: Felua-groep heeft in 2012 een negatief resultaat behaald van € 194.000 uit de reguliere bedrijfvoering. Begroot was een verlies van € 142.000. Het exploitatieresultaat inclusief bijzondere lasten over 2012 is echter uitgekomen op ruim € 757.000 negatief. Voor dit resultaat is een aantal positieve en negatieve incidentele oorzaken aan te wijzen. Belangrijkste bate was de boekwinst op de verkoop van het voormalige Twinny Load pand. Daar stond echter een naheffing van de Belastingdienst tegenover van € 2,1 miljoen die te maken had met het vermeende eigenrisicodragerschap van Felua-groep voor de Ziektewet. De raad heeft op 27 juni 2013 zijn zienswijze over de Jaarstukken 2012 en de Meerjarenbegroting 2014-2017 gegeven. Deze begroting was gebaseerd op de financiële aannames zoals die in de Rijksbegroting 2013 en in de concept Participatiewet waren opgenomen. Door het Sociaal Akkoord dat in april 2013 is gesloten zijn er echter wijzigingen in de (voorgenomen) Participatiewet opgetreden
217
4.4 Paragraaf Verbonden partijen
waardoor de aannames uit de begroting 2014 niet meer opportuun zijn. In de loop van 2013 zal Felua opnieuw een begroting opstellen. Zoals ieder jaar krijgt Apeldoorn ook in 2013 een taakstelling van het ministerie van SZW met de daarbij behorende middelen. Het budget dat hiermee gemoeid is bedraagt € 26,2 miljoen. Felua ontvangt het budget om de Wsw voor Apeldoorn uit te voeren. Ontwikkelingen: In april 2013 is het Sociaal Akkoord tussen de sociale partners en het kabinet gesloten. Een aantal afspraken uit dit akkoord hebben gevolgen voor de Wsw en Felua-groep. Zo is afgesproken dat de instroom in de Wsw niet vanaf 1 januari 2014 zal stoppen, maar een jaar later. De aangekondigde bezuinigingen op de Wsw worden ook een jaar later, i.c. vanaf 2015, doorgevoerd. Het Sociaal Akkoord voorziet in de oprichting van Werkbedrijven in de 35 arbeidsmarktregio’s. Deze Werkbedrijven krijgen een verantwoordelijkheid in het toe leiden van arbeidsgehandicapten naar werk. Het is op dit moment nog niet geheel duidelijk hoe de Werkbedrijven er uit komen te zien en wat de positie van de SW-bedrijven hierin is. Ook de aansturing van de Werkbedrijven is nog niet duidelijk. In de concept Participatiewet was opgenomen dat gemeenten de mogelijkheid zouden krijgen om Beschut Werken aan te bieden. In het Sociaal Akkoord is afgesproken dat de Werkbedrijven dit gaan aanbieden. Informatieverstrekking aan de raad: De Jaarrekening 2012 en de Meerjarenbegroting 2014-2017 zijn aan de raad voorgelegd waarmee deze zijn zienswijze heeft kunnen geven. De gewijzigde begroting 2014 van de Felua groep zal later dit jaar voor een zienswijze naar de raad worden gestuurd.
Programma 7 GGD Noord- en Oost Gelderland - Doel: Ten behoeve van de wettelijke verplichting op het gebied van collectieve preventie volksgezondheid werken gemeenten in de Achterhoek, de Stedendriehoek en de Noord Veluwe samen. Deze samenwerking heeft geleid tot betere kwaliteit, meer specialisatie, grotere continuïteit, een verbeterde dienstverlening aan gemeenten en een efficiëntere bedrijfsvoering. - Betrokkenen: 22 gemeenten met in totaal 811.890 inwoners. - Bestuurlijk belang: Wethouder Blokhuis maakt deel uit van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. - Financieel belang: Het AB heeft in 2010 besloten tot het vormen van een weerstandsvermogen, dat is gemaximeerd op 5% van de omzet van het basisproductenpakket en 20% van de plusproducten. Het weerstandsvermogen voor de plusproducten zit voor 100% bij de GGD, dat voor de basisproducten 50% bij de GGD. De andere 50% wordt geacht aanwezig te zijn bij de gemeenten. De achtergrond van die 50% is dat gemeenten vanwege de verantwoordelijkheden t.a.v. een gemeenschappelijke regeling eventuele tekorten voor hun rekening moeten nemen. Tevens hebben gemeenten er moeite mee dat verbonden partijen een te grote reservepositie hebben en teveel gemeentelijke middelen “oppotten”. Hiermee beoogd de GGD mogelijke financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat de continuïteit van de GGD in het geding komt. De GGD heeft in haar eigen begroting een risicoparagraaf opgenomen, waarin ontwikkelingen worden genoemd die een risico vormen. Momenteel kan worden gesteld dat de financiële positie van de GGD solide is en er geen extra beroep wordt verwacht op de gemeente. Er is sprake van een sluitende exploitatie en (groei naar) een weerstandsvermogen volgens de in het AB van de GGD vastgestelde norm. - Ontwikkelingen: Voor de GGD is de Strategische Visie 2009 – 2013 en de Bestuursagenda 2012 – 2014 het inhoudelijk kader. De kern van die visie is dat de gemeenten die deelnemen in de GGD Noord- en Oost Gelderland hebben gekozen voor een organisatie die zich versterkt als gemeentelijke gezondheidsdienst. In de nota Op uw Gezondheid 2013-2016 staan beleidsvoornemens op het gebied van preventiebeleid waar de GGD Noord- en Oost Gelderland nauw bij is betrokken. De doelen in de nota staan uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. Deze nieuwe lokale 218
4.4 Paragraaf Verbonden partijen
nota wordt in het kader van de Wet publieke gezondheidszorg en de landelijke cyclus voor nota’s volksgezondheid aan de raad ter vaststelling voorgelegd. Het rijksbeleid is gericht op 25 gelijkvormige regio’s voor veiligheid en gezondheid. In verband daarmee is de gemeente Hattem per 1 januari 2013 toegetreden tot de GGD Noord- en Oost Gelderland. Daarmee is het werkgebied van de GGD volledig congruent aan de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. In verband daarmee is per 1 januari 2013 de naam van de GGD Gelre-IJssel gewijzigd in GGD Noord- en Oost-Gelderland. Een regionale bestuurlijke werkgroep onder voorzitterschap van wethouder Blokhuis heeft advies uitgebracht over de meest gewenste organisatievorm voor de integrale jeugdgezondheidszorg. De bestuurlijke werkgroep heeft de voorkeur voor het model waarbij de integrale jeugdgezondheidszorg in een nieuwe organisatie met een private rechtspersoonlijkheid wordt gepositioneerd. De gemeenten in de regio hebben verschillende opvattingen over dit onderwerp. In 2013 en 2014 zullen twee pilots worden uitgevoerd om te kunnen experimenteren op het gebied van integrale jeugdgezondheidszorg. - Informatieverstrekking aan de raad: De gemeenteraad heeft op13 juni 2013 de programmabegroting 2014 van de GGD besproken en heeft zijn zienswijze daarop in een brief aan de GGD vastgesteld.
4.4.3 Deelnemingen Vanuit het oogpunt van het behartigen van het publieke belang, is Apeldoorn deels of geheel in het bezit van de aandelen van een aantal vennootschappen Onderstaand per programma een korte toelichting op deze deelnemingen.
Programma 1 Bank Nederlandse Gemeenten - Doel: De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor maatschappelijk belang. Via financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. - Betrokkenen: Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector). - Bestuurlijk belang: Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente als aandeelhouder tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. - Financieel belang: De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. Ieder jaar wordt door de bank dividend uitgekeerd. De gemeente Apeldoorn heeft 0,24% van de aandelen. - Ontwikkelingen: Tot 2012 keerde de BNG 50% van de winst uit in dividend. Als gevolg van de Basel 3 richtlijnen hebben de aandeelhouders in 2012 ingestemd met de halvering van de dividenduitkering om zo de vermogenspositie van de bank te versterken. De nettowinst na belastingen van de BNG over 2012 was € 332 mln. (2011: € 256 mln.) De dividenduitkering over 2012 bedraagt € 1,49 per aandeel (in 2011 € 1,15 per aandeel). Voor de gemeente Apeldoorn is dit € 197.000 (2011 € 152.000). In onze begroting gaan we uit van een jaarlijkse dividenduitkering van € 150.000. - Informatieverstrekking aan de raad: De jaarrekening wordt ter inzage aan de raad voorgelegd. NV Luchthaven Teuge - Doel: Vanaf 1 mei 1996 is er sprake van een NV Luchthaven Teuge. Daarvoor was de luchthaven een gemeenschappelijke regeling. Vliegveld Teuge richt zich op het nationale en internationale particuliere vliegverkeer en daarnaast op het zakelijke vliegverkeer.
219
4.4 Paragraaf Verbonden partijen
- Betrokkenen: Aandeelhouders zijn de gemeenten Apeldoorn, Deventer, Zutphen en Voorst. - Bestuurlijk belang: De gemeente Apeldoorn is grootste aandeelhouder en heeft een belang van ruim 54% van het gestort aandelenkapitaal. Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente als aandeelhouder. - Financieel belang: De gemeente Apeldoorn heeft als aandeelhouder € 1 miljoen ingebracht in NV Luchthaven Teuge. - Ontwikkelingen: In 2011 is een nieuwe directie en Raad van Commissarissen benoemd. In het voorjaar van 2012 hebben de aandeelhouders ingestemd met het nieuwe bedrijfsplan van de NV. Het bedrijfsplan is voor onze gemeente de basis voor verdere ontwikkeling van de luchthaven. Om de financiële positie van de luchthaven te verbeteren is een stuk landbouwgrond en bedrijventerrein verkocht. Daarnaast wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor verdere privatisering van de luchthaven. De exploitatie van de luchthaven is verbeterd. In 2013 heeft de Provincie Gelderland de omgevingsvisie voor de provincie opgesteld. Daarin kondigt de provincie aan ter voorbereiding op een nieuwe luchthavenbesluit in gesprek te gaan met belanghebbenden over de geluidscontouren en de gebruikersruimte van vliegveld Teuge. Daarbij wordt ook gesproken over condities en mogelijkheden voor eventuele uitbreiding van het vliegveld. - Informatieverstrekking aan de raad: De jaarrekening wordt ter inzage aan de raad voorgelegd en de raad wordt geïnformeerd over relevante ontwikkelingen. NV Nuon Energy - Doel: Nuon Energy is het productie- en leveringsbedrijf van Nuon. In 2009 is Nuon gesplitst in een productie/leveringsbedrijf en een netwerkbedrijf (Alliander). - Betrokkenen: In 2009 hebben de publieke aandeelhouders Nuon Energy verkocht aan het Zweedse energiebedrijf Vattenfall. De laatste tranche van de aandelenoverdracht vindt plaats in 2015. - Bestuurlijk belang: Wethouders Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Apeldoorn is lid van NUVAL, de aandeelhoudersvereniging van oud Gamog-gemeenten. De voorzitter van NUVAL behartigt de belangen van de aangesloten gemeenten in de grootaandeelhoudersvergaderingen van Nuon, Alliander en Vitens. - Financieel belang: De dividenduitkering gedurende de periode van aandelenoverdracht is vastgesteld op 2% van de verkoopwaarde van de nog niet overgedragen aandelen. Over 2012 is € 30.500 aan dividend uitgekeerd. - Ontwikkelingen: In 2009 is 49% van de aandelen overgedragen en vervolgens in 2011 15%. In juni 2013 is de derde tranche van 15% van de aandelen overgedragen. Per 1 juli 2013 heeft Apeldoorn nog 12.352 aandelen A. Dit is de vierde en laatste tranche, die in 2015 wordt overgedragen. - Informatieverstrekking aan de raad: In de tussenrapportages en de jaarrekening wordt de raad geïnformeerd over de dividenduitkering van Nuon. Alliander NV - Doel: Alliander is het netwerkbedrijf van het voormalige Nuon en in 2009 afgesplitst. - Betrokkenen: Het netwerkbedrijf heeft alleen publieke aandeelhouders. De gemeente Apeldoorn heeft 0,0043% van de aandelen. - Bestuurlijk belang: Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De voorzitter van NUVAL behartigt de belangen van de aangesloten gemeenten in het grootaandeelhoudersoverleg. - Financieel belang: Het resultaat (na belastingen en correcties) van Alliander in 2012 was € 228 mln (2011: € 228 mln). Hiervan is € 74 mln als dividend uitgekeerd. De gemeente Apeldoorn heeft hiervan 0,0043% ontvangen; dat is € 32.000. - Ontwikkelingen: De verwachting is, dat het resultaat in 2013 tenminste zal stabiliseren. De omzet zal in 2013 verder groeien. De ontwikkelingen in 2014 en verder zijn nog onzeker in afwachting van het NMA-besluit inzake de tarieven voor de nieuwe reguleringsperiode (2014-2016). 220
4.4 Paragraaf Verbonden partijen
- Informatieverstrekking aan de raad: In de tussenrapportages en/of de jaarrekening wordt de raad geïnformeerd over de dividenduitkering van Nuon.
Vitens - Doel: Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf in Nederland en verzorgt de drinkwatervoorziening in de gemeente Apeldoorn. Vitens is afgelopen jaren ontstaan uit fusies van lokale en regionale drinkwaterbedrijven. In 2007 heeft de gemeente een belang in Vitens genomen. - Betrokkenen: De gemeente Apeldoorn heeft als aandeelhouder een belang van 1 aandeel. Andere aandeelhouders zijn 108 gemeenten en 5 provincies. - Bestuurlijk belang: Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. - Financieel belang: Het financieel belang is gering. Het netto resultaat van Vitens in 2012 was een winst (na belastingen) van € 29,6 mln waarvan € 14,9 mln is uitgekeerd aan dividend. Het dividend voor Apeldoorn bedroeg € 2,57. - Ontwikkelingen: In 2013 is de bezoldiging van de commissarissen van Vitens verlaagd op basis van de nieuwe Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). - Informatieverstrekking aan de raad: De jaarrekening wordt ter inzage aan de raad voorgelegd. Recreatiegemeenschap Veluwe (RGV) In 2011 is de opheffing van de gemeenschappelijke regeling RGV geëffectueerd en is de gemeente Apeldoorn aandeelhouder geworden van RGV Holding BV. - Doel: De kernactiviteit laat zich in het kort omschrijven als “het (laten) exploiteren van dagrecreatieve voorzieningen voor een breed publiek”. - Betrokkenen: RGV Holding BV, 22 gemeenten (Veluwe tot Nijmegen e.o.) zijn rechtstreeks aandeelhouder. De aandelen zijn verdeeld op basis van inwoners. - Bestuurlijk belang: De gemeente Apeldoorn heeft 17 % van de aandelen. Voor de gemeente is de laagdrempeligheid en het onderhoud van de recreatieve voorzieningen van belang. Als aandeelhouder ziet de gemeente toe op de juiste uitvoering van deze publieke taak door RGV. De gemeente kan op hoofdlijnen invloed uitoefenen op (het behouden van) de laagdrempelige toegang tot recreatievoorzieningen als bijvoorbeeld Bussloo. Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. - Financieel belang: Het financieel belang van de gemeente bestaat uit het aandelenpakket. De nominale waarde van de aandelen bedraagt € 32.604. De aandeelhouders hebben een lock up periode van 5 jaar afgesproken. Deze loopt tot en met 2015. In deze periode wordt geen dividend uitgekeerd. - Ontwikkelingen: RGV heeft zich de afgelopen jaren redelijk positief ontwikkeld in termen van eigentijds aanbod, bezoekersaantallen en operationeel resultaat. Wel heeft de RGV last gehad van de recessie, omdat een groot deel van het eigen vermogen in aandelen is belegd. Het beleggingsbeleid is aangepast. In 2011 was het resultaat € 0,7 miljoen en in 2012 € 2,3 miljoen. De solvabiliteit van RGV is gezond. - Informatieverstrekking aan de raad: De raad heeft in december 2009 ingestemd met het voorstel om de Gemeenschappelijke Regeling RGV op te heffen en aandelen te nemen in RGV. De jaarrekening wordt voor de raad ter inzage gelegd. Programma 3 Parkeergarage Orpheus BV - Doel: Het beheren en exploiteren van de parkeervoorzieningen gelegen aan het Churchillplein in Apeldoorn. - Betrokkenen: De gemeente is 100% aandeelhouder van de BV. - Bestuurlijk belang: De gemeente is gebaat bij een (betaalde) parkeervoorziening in
221
4.4 Paragraaf Verbonden partijen
de nabijheid van de schouwburg annex congrescentrum. Hierdoor wordt overlast van geparkeerde auto’s in de straten rondom Orpheus beperkt. Wethouder Cziesso vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhoudersvergadering. - Financieel belang: Als eigenaar en verhuurder van de voorziening hebben wij een financieel belang. Daarbij is in de MPB rekening gehouden met een tekort op de exploitatie, dat gedekt wordt uit de algemene middelen. - Ontwikkelingen: In 2009 zijn de aandelen van de BV van schouwburg Orpheus NV overgenomen. In de loop van 2011 is een beheerovereenkomst met Orpheus gesloten en heeft de eerste AVA plaatsgevonden. Naar aanleiding hiervan is er een raadsbesluit genomen om het incidentele extra tekort ad € 128.000 (2011/2012) van de parkeergarage vanuit de reserve Bereikbaarheid Binnenstad aan te vullen. Vanaf 2014 zal het structurele tekort van € 50.000 per jaar gedekt worden vanuit de Reserve Bereikbaarheid Binnenstad. - informatieverstrekking aan de raad: In verband met de reorganisatie wordt gewerkt aan de juridische overgang van de aansturing van de BV van (voorheen) directeur Openbare Werken naar de eenheidsmanager Ruimtelijke Leefomgeving. Nadat dit voltooid is zullen de meest actuele jaarstukken van de BV ter kennisgeving aan uw raad worden aangeboden. Programma 4 Circulus B.V. - Doel: Circulus is in hoofdzaak belast met de inzameling en de verwijdering van het huishoudelijk- en bedrijfsafval, alsmede voor de stadsreiniging. - Betrokkenen: De gemeente Apeldoorn is voor 55% aandeelhouder, de gemeente Deventer voor 32% en de gemeente Epe voor 13%. - Bestuurlijk belang: De gemeente is verantwoordelijk voor het doen inzamelen van huishoudelijk afval. Wij hechten niet alleen grote waarde aan het financieel belang maar ook aan het bestuurlijk belang. De gemeente onderhoudt als aandeelhouder (wethouder Cziesso) en als opdrachtgever (wethouder Prinsen) nauwe contacten met de directie van Circulus. Langs die weg vindt overleg plaats over de rol en de toekomst van Circulus. In 2011 is een nieuwe DVO opgesteld, een zogenaamde prestatieovereenkomst, bestaand uit een deel A (de algemene voorwaarden), deel B (de te leveren prestaties) en deel C (het kostenallocatiemodel). Duur tot 2017. - Financieel belang: Apeldoorn en Deventer zorgen voor de financiering van Circulus. Het gaat hierbij voor Apeldoorn om een lening van € 3,3 miljoen per 31 december 2012. Het ingebracht kapitaal bedraagt € 29.000. Jaarlijks ontvangen de aandeelhouders een winstuitkering. De winst in 2012 bedroeg ruim € 1,8 miljoen, waarvan 80% aan de aandeelhouders als dividend werd uitgekeerd. Het dividend 2012 voor onze gemeente was € 1,12 miljoen. Hiervan heeft € 351.000 betrekking op de publieke taak. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de reserve huisvuilrechten. - Ontwikkelingen: Diverse dossiers, waaronder de toekomstvisie Circulus, het dividendbeleid en de herijking van de dienstverleningovereenkomst, zijn in 2008 uitgewerkt en vastgesteld. Via een visiedocument van Circulus en een reactie hierop via de AvA heeft een verdieping plaatsgevonden van de weg waarlangs Circulus zich kan ontwikkelen. In 2011 is in gezamenlijkheid een proces doorlopen om de verschillende uitgangspunten nader te specificeren en uit te werken. Hiermee wordt vanaf 1 januari 2012 gewerkt. De samenwerking tussen Circulus BV en Berkel Milieu NV is afgelopen jaren geïntensiveerd. In de eerste helft van 2013 is een voorstel voor een fusie van beide vennootschappen uitgewerkt, waarover in de tweede helft van 2013 besloten zal worden. - Informatieverstrekking aan de raad: De jaarrekening wordt ter inzage gelegd. Verder wordt de raad actief geïnformeerd over belangrijke ontwikkelingen en geconsulteerd over zaken die een strategisch karakter hebben.
222
4.4 Paragraaf Verbonden partijen
Programma 7 OmniPlaza Apeldoorn B.V. OmniPlaza was de verzamelnaam voor de werkvoorziening op de begane grond (plintruimten) van Omnizorg met als doel de arbeidsgewenning en reïntegratie activiteiten t.b.v. de cliënten van Omnizorg uit te voeren. Na faillissement in 2012 is de BV in 2013 geliquideerd. De werkprojecten worden door Stichting Omnizorg en Circulus (veegproject) voortgezet. Programma 8 Stichting Exploitatiegarantiefonds OSCA - Doel: Deze stichting beheert 2 exploitatiegarantiefondsen, te weten één fonds gericht op de eerste 10 jaar en één fonds gericht op de periode nà deze 10 jaar. Op verzoek van exploitant Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum BV kan in een jaar de stichting een bijdrage verstrekken in het verlies op de exploitatie van het Omnisportcentrum, indien dit wordt veroorzaakt door een onvoorziene omstandigheid of door bijv. tekort op de participatie in een topsportevenement. - Betrokkenen: Exploitant Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum BV, dochter van Libéma, en eigenaar gemeente Apeldoorn. - Bestuurlijk belang: Het bestuur bestaat uit 3 personen, waarvan 1 benoemd is door ons college, 1 door de directie van de exploitant en 1 door ons college uit een met de directie van de exploitant opgestelde shortlist, welke tevens voorzitter is. - Financieel belang: Het exploitatiegarantiefonds kent bij de start een omvang van € 1 miljoen, gerelateerd aan de huurperiode van 10 jaar en € 0,5 miljoen in een aanvullend fonds, gerelateerd aan de optie van de exploitant voor een verlenging van de huurperiode met 5 jaar. Libéma Exploitatie BV levert haar bijdrage in de vorm van een bankgarantie van € 1,5 miljoen voor een periode van 10 jaar. Deze bankgarantie wordt gedurende de looptijd evenredig afgebouwd. De jaarlijkse uitkering bedraagt 2/3 van de bijdrage van Libéma Exploitatie BV in het tekort van de Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum BV tot een maximum van € 100.000. Aan het einde van de huurperiode zal een eventueel batig saldo van het fonds worden uitgekeerd aan de exploitant. - Ontwikkelingen: De stichting is in mei 2009 opgericht. Ons college heeft in 2010 ingestemd met de beloningstructuur van de bestuursleden. - Informatieverstrekking aan de raad: Uw raad heeft in 2008 besloten geen wensen of bedenkingen in te dienen tegen het ontwerpbesluit en het te beheren fonds. Wij informeren u zonodig via de reguliere bestuursrapportages. Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum B.V - Doel: Met exploitatiemaatschappij Omnisport B.V., een 100% dochter van Libéma Vastgoed, heeft de gemeente in 2006 een huur- en exploitatieovereenkomst afgesloten. De overeenkomst loopt tot 1 januari 2018. Libéma heeft de optie voor een verlenging van nogmaals 5 jaar onder dezelfde condities. - Betrokkenen: Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum B.V. en de gemeente. - Bestuurlijk belang: De Exploitatiemaatschappij kent 3 commissarissen, waarvan 2 benoemd zijn door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en 1 door ons college. De gemeentelijke commissaris wordt gezien als de “linking pin” in de Exploitatiemaatschappij en heeft een verantwoordelijkheid naar de aandeelhouders. Daarnaast zorgt de commissaris vanuit gemeentelijk belang voor een rendabele exploitatie van het Omnisport en tevreden vaste gebruikers (lokale verenigingen, ROC Aventus, Atletiekunie en KNWU). En speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van een evenementenkalender die aansluit bij het ambitieniveau dat de gemeente met het Omnisport voor ogen staat. De gemeente heeft als eigenaar/verhuurder een eigenstandige (privaatrechterlijke) relatie met de Exploitatiemaatschappij en in het bijzonder met de directeur hiervan. Deze relatie wordt ambtelijk en bestuurlijk onderhouden. - Financieel belang: De deelname in de raad van commissarissen heeft geen direct financieel belang. Echter de exploitatie van het Omnisport is mede gebaseerd op een 223
4.4 Paragraaf Verbonden partijen
jaarlijkse (contractueel overeengekomen) gemeentelijke bijdrage van ca. € 0,7 miljoen. - Ontwikkelingen: De exploitatiemaatschappij is operationeel. Omdat de gemeente vanaf 2013 niet meer bijdraagt aan het Topsportevenementenfonds staat de oorspronkelijk met Omnisport beoogde ambitie onder druk. De in 2013-2014 te realiseren nieuwbouw van winkels (Voorwaarts) heeft door meer toeloop van publiek mogelijk (positieve) effecten op de bedrijfsvoering van Omnisport. Vanaf oplevering tot heden blijken nog diverse openstaande bouwkundige en installatietechnische gebreken aanwezig te zijn. Deze worden nader inzichtelijk gemaakt en op oorzaak en verantwoordelijkheden geanalyseerd, waarbij tevens naar oplossingen wordt gezocht. Dit zal naar verwachting financiële consequenties met zich meebrengen. Zie hiervoor de paragraaf weerstandsvermogen. Daarnaast gaan wij in gesprek met de exploitatiemaatschappij om duidelijkheid te krijgen over de inventaris voor wat betreft eigendom, verantwoordelijkheden en kostendragerschap. - Informatieverstrekking aan de Raad: Bij majeure afwijkingen van bovenstaande wordt uw raad tussentijds geïnformeerd. NV Orpheus theater/congrescentrum - Doel: het aanbieden van een breed cultureel programma. Het bieden van accommodatie en ondersteuning voor culturele organisaties in de gemeente Apeldoorn, zowel op amateur- als op professioneel niveau. Beheer en exploitatie van de parkeergarage is per 1 juli 2008 overgenomen door de gemeente. - Betrokkenen: NV Orpheus en gemeente (meerderheidsaandeelhouder) en particuliere aandeelhouders. - Bestuurlijk belang: De gemeente wordt als aandeelhouder vertegenwoordigd door wethouder Cziesso. Wethouder Prinsen vervult de rol van opdrachtgever. - Financieel belang: Het financieel belang bestaat uit een subsidieverstrekking van € 4,8 miljoen (2014), € 4,4 (2015) en € 4,1 (2016 e.v.) en de zorg voor het innen van de huurpenningen. Het pakket aandelen van de gemeente bedraagt circa € 272.000 en dat van het bedrijfsleven tezamen met particulieren circa € 102.000. De gemeente is tevens eigenaar van gebouw, gronden en parkeergarage. - Ontwikkelingen: Orpheus heeft vanaf 2009 de gevolgen ondervonden van de economische crisis. Na een aantal jaren met een negatief bedrijfsresultaat heeft Orpheus 2012 met een positief bedrijfsresultaat afgesloten. Een extra financiële impuls van de gemeente en de eerste effecten van het nieuwe meerjarenbedrijfsplan 2012-2015 van de NV lagen hieraan ten grondslag. Tevens hebben wij nieuwe prestatieafspraken met Orpheus gemaakt. Alles is er op gericht om de NV weer financieel stabiel te maken. Tenslotte is Orpheus met ons in overleg om het eigenarenonderhoud weer onder verantwoordelijkheid van de gemeente te brengen. - Informatieverstrekking aan raad: De jaarrekening en het jaarverslag worden ter kennisname aan de raad voorgelegd. Programma’s 5, 7 en 8 Accres Apeldoorn BV - Doel: Primaire doelstelling van Accres BV is het in opdracht van de gemeente beheren en exploiteren van de gemeentelijke maatschappelijke accommodaties. - Betrokkenen: De gemeente heeft vier relaties met Accres: 1. de gemeente als 100% aandeelhouder; 2. de gemeente als primaire opdrachtgever; 3. de gemeente als eigenaar van panden die Accres huurt en beheert; 4. de gemeente als toezichthouder m.b.t. uitvoering van wet- en regelgeving. - Bestuurlijk belang: Aan de budgetsubsidie zijn voor een periode van 4 jaar prestatieverplichtingen verbonden, die door Accres dienen te worden uitgevoerd. - Financieel belang: Aan Accres wordt jaarlijks een (geïndexeerde) budgetsubsidie van
224
4.4 Paragraaf Verbonden partijen
ruim € 11 miljoen verstrekt; daarnaast betaalt Accres bijna € 6 miljoen huur aan het Vastgoedbedrijf voor de panden in haar beheer. - Ontwikkelingen: In 2009 zijn de Kaderstelling budgetsubsidie Accres 2010-2013 en de daaraan verbonden Prestatie-afspraken 2010-2013 vastgesteld. De volgende ontwikkelingen zijn relevant: • Accres dient jaarlijks 50% van het bedrijfsresultaat met een minimum van € 260.000 aan dividend uit te keren aan de gemeente. • Accres heeft de ruimte om op eigen initiatief te ondernemen, binnen en buiten Apeldoorn m.b.t.: 1. werkzaamheden op gebied van beheer en exploitatie van maatschappelijk vastgoed (binnen of buiten Apeldoorn). In 2012 heeft Accres de aanbesteding gewonnen voor de exploitatie van verschillende wijkcentra in Almelo met ingang van 2013; 2. organiseren van nieuwe evenementen (binnen Apeldoorn). • In het kader van maatschappelijk ondernemen speelt Accres waar mogelijk in op het gemeentelijke reïntegratiebeleid om als werkgever gebruik te maken van de mogelijkheden van het team werkgeversdiensten van het Werkplein Activerium. Hetzelfde geldt voor de nauwere samenwerking tussen Accres en de Felua groep. • In 2011 is de ‘Kaderstelling Maatschappelijke Tarifering’ ontwikkeld. Doel is een eenduidige lijn in de huurtarifering voor maatschappelijke doelgroepen. Gezien de uitkomsten van de wijkvoorzieningenscan zal de kaderstelling worden aangepast om - totdat de beoogde krimp van wijk- en buurtcentra is gerealiseerd - te komen tot een passend (tijdelijk) huurprijsbeleid voor maatschappelijke doelgroepen. • In 2012 is in overleg met Accres een project van start gegaan dat leidt tot een herdefiniëring van de rollen en taken binnen het gemeentelijk vastgoed, en daarmee ook de rollen en taken van Accres. Om deze reden hebben wij besloten om de prestatie-afspraken met 1 jaar te verlengen tot en met 2014. • Tevens is in 2013 een financiële analyse (marktanalyse) gestart waarin de exploitaties van Accres met een “norm”exploitatie vanuit de markt worden vergeleken. Gemeente en Accres begeleiden samen dit onderzoek. De uitkomsten worden mede gebruikt bij het eerdergenoemde project over de toekomstige taken en rollen in het vastgoed. • Accres heeft een totale taakstelling van € 2,25 miljoen in 2017. De taakstellingen 2013 ad € 0,8 miljoen wordt door Accres voor een deel gerealiseerd door deze ten laste te brengen van het jaarlijks bedrijfsresultaat. - Informatieverstrekking aan raad: Najaar 2013 zal de raad geconsulteerd worden over de toekomstscenario’s ten aanzien van de taken en rollen binnen het gemeentelijk vastgoed en de consequenties voor Accres. De jaarrekening van Accres Apeldoorn BV wordt ter kennisname aan de raad aangeboden.
4.4.4 PPS-constructies Publiek private samenwerking is een middel om beleidsdoelen te realiseren. De samenwerking met marktpartijen moet meerwaarde opleveren. Meerwaarde in de vorm van het benutten van kennis en expertise van andere partijen en het spreiden van risico’s kan leiden tot efficiëntere uitvoering van plannen en projecten. Onderstaand een korte toelichting op de PPS-constructies. Beekpark De PPS is in 2012 opgeheven. Van Wijnen Projectontwikkeling Oost BV. De PPS is in 2012 opgeheven. 225
4.4 Paragraaf Verbonden partijen
Veldekster BV - Doel: Gemeenschappelijk tot exploitatie brengen van bouwgrond gericht op de realisering van woningbouw in een deelgebied van de Zuid West Poort. - Betrokkenen: Gemeente realiseert samen met de Veldekster BV. - Bestuurlijk belang: Gezamenlijk met projectontwikkelaars die een grondpositie in het gebied hebben, ontwikkelen van een deelgebied in de Zuid West Poort. In dit samenwerkingsverband heeft de gemeente een zeggenschap van 50%. - Financieel belang: Kosten en opbrengsten met betrekking tot de grondexploitatie komen ten laste dan wel ten bate van de betrokken partijen op basis van een vastgelegde samenwerkingsovereenkomst. De gemeente neemt voor 25% deel in deze samenwerking. - Ontwikkelingen: In 2012 zijn 3 kavels verkocht. Met de huidige marktomstandigheden blijft de verkoop van kavels in deze prijsklasse moeilijk. Voor 2013 zal de ontwikkeling van het wasserijcomplex in samenwerking met de partners onderzocht worden. - Informatieverstrekking aan de raad: Als zich relevante ontwikkelingen voordoen wordt de raad via de reguliere tussentijdse rapportages geïnformeerd. Wegener - Doel: Gemeenschappelijk tot exploitatie brengen van bouwgrond gericht op de realisering van kantoren (52.000 m2 BVO) en woningen (10 kavels) in een deelgebied van de Zuid West Poort. - Betrokkenen: Gemeente Apeldoorn realiseert samen met Goudkuil en A.V.C. - Bestuurlijk belang: Door samenwerking worden de krachten van overheid en markt gebundeld en worden risico’s rond de productie en afzet van bouwrijpe grond gedeeld met marktpartijen. In dit samenwerkingsverband heeft de gemeente een zeggenschap van 50%. - Financieel belang: Kosten en opbrengsten met betrekking tot de grondexploitatie komen ten laste dan wel ten bate van betrokken partijen op basis van een vastgestelde samenwerkingsovereenkomst. De gemeente Apeldoorn neemt financieel voor 1/3 deel in deze samenwerking. - Ontwikkelingen: De Wegenerlocatie is één van de deelgebieden van de Apeldoornse kantooras. Door de economische crisis en de krimpende vastgoedmarkt voor kantoren is de productie van nieuwbouw van grote kantoren erg beperkt. In 2012 is er geen kantoorproductie op de Wegenerlocatie geweest. Ook nu zijn er geen initiatieven. Een alternatieve invulling wordt verkend. - Informatieverstrekking aan de raad: Als zich relevante ontwikkelingen voordoen wordt de raad via de reguliere tussentijdse rapportages geïnformeerd. Kanaalzone Zuid - Doel: De ontwikkeling en realisatie van de pilot in Kanaalzone Zuid. Het betreft de transformatie, met behoud van cultuurhistorische waarden, van een verouderd woonwerkgebied. Grote fabriekshallen maken plaats voor circa 250 woningen en minimaal 2.380 m2 voorzieningen. - Betrokkenen: Dit project is een samenwerking van twee woningcorporaties (Ons Huis en Woonmensen), de provincie Gelderland en gemeente Apeldoorn. - Bestuurlijk belang: De transformatie kan tot stand komen door de gebundelde krachten van partijen. - Financieel belang: Partijen nemen elk voor 1/3 risicodragend deel in de gezamenlijke grondexploitatie. - Ontwikkelingen: Conform contract is deelplan 1 ingebracht en verrekend in 2012. De verkoop van de woningen is gestagneerd. De corporaties hebben een voorstel gedaan tot planaanpassingen om daarmee de bouwstroom op gang te kunnen krijgen. Dit voorstel wordt door alle partijen verkend. - Informatieverstrekking aan de raad: Als zich relevante ontwikkelingen voordoen wordt de raad via de reguliere tussentijdse rapportages geïnformeerd.
226
4.5 Paragraaf Grondbeleid Algemeen
Grondbeleid is een geheel van hulpmiddelen (instrumenten) dat in onderlinge samenhang, en gedoseerd wordt ingezet om bestuurlijke doelen in onze gemeente te realiseren. Het is een rijk gevulde toolkit om de doelen van de gemeenteraad op het terrein van de ruimtelijke ordening te verwezenlijken. Ook wordt deze instrumentenkist ingezet om de ambities die in deze Meerjaren programmabegroting 2013 e.v. zijn verwoord, te helpen verwezenlijken. Elk jaar is de gemeente op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (afgekort BBV) verplicht om een paragraaf grondbeleid in zowel de meerjarenprogrammabegroting (vooruitblik) als de jaarrekening (terugblik) op te nemen De paragraaf grondbeleid bevat tenminste: a. De visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de gemeentelijke meerjarenbegroting; hierin komt het instrumentele karakter van het grondbeleid tot uitdrukking. b. Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert. c. Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie d. Een onderbouwing van de geraamde winstneming. e. Beleidsuitgangspunten omtrent reserves voor grondexploitatie in relatie tot de risico’s die daaraan verbonden zijn. De onderdelen c, d, en e Deze krijgen gestalte in de jaarlijkse nota Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG). Kortheidshalve wordt naar de MPG 2013 verwezen die in de gemeenteraad van 30 mei 2013 is vastgesteld. Die publicatie vormt de laatst bekende bedrijfseconomische barometerstand rond het grondbedrijf. De onderdelen a. en b. Deze onderwerpen komen uitputtend aan de orde in de Nota Grondbeleid die op 13 juni 2013 door de raad is vastgesteld. Deze nota schetst de veranderende setting waarin de ruimtelijke ontwikkeling in 2013 moet worden bedreven en de wijze waarop het grondbeleid daarin een positie inneemt en gegeven deze omstandigheden ook van kleur verschiet. In deze paragraaf willen we een aantal onderwerpen aan de orde stellen die als een uitwerking van dit grondbeleid kunnen worden gezien. In de eerste plaats is dat de verkoopversnelling. Op welke manier kan aan de verkoop van grond en vastgoed in deze lastige omstandigheden een impuls worden gegeven. De inzet van (ver)nieuw(d) instrumentarium is daarbij een belangrijk speerpunt. Naast vernieuwde instrumenten is ook de rol van de overheid in het ontwikkelveld aan vernieuwing toe. Geen blauwdrukken meer maar kansen benutten die zich voordoen. Wat vraagt deze vorm van organisch ontwikkelen van de werkwijze van de overheid in het algemeen en meer specifiek van het grondbedrijf? Naast deze onderwerpen is er in deze paragraaf kort aandacht voor de uitwerking van de bovenwijkse bijdrage in projecten en de bijdrage ruimte ontwikkelingen die wordt ingesteld voor de herinrichting openbare ruimte binnenstad. Tenslotte wordt kort stilgestaan bij de mogelijke effecten die de invoering van een nieuwe omgevingswet heeft op het grondbeleid en op het gelijke speelveld dat wordt gedefinieerd voor alle partijen die binnen de gemeente Apeldoorn optreden als zelfrealisator van ruimtelijke ontwikkelingsprojecten.
227
4.5 Paragraaf grondbeleid
Aanjagen van de verkoop van grond In de nota grondbeleid 2013 en het Achtergronddocument is aandacht besteed aan de wens om de verkoop van grond te versnellen. Dat wil zeggen: we gaan trachten om in een context dat de vraag naar bouwrijpe grond is ingezakt, kopers over de brug te trekken met bijzondere maatregelen. Het college heeft ruimte gevraagd en gekregen om aan de slag te gaan om te doen wat nodig is en gaat per geval een of meer instrumenten mobiliseren. De onderstaande gedachten zijn niet uitputtend, het is geen concrete uitwerking van de Nota Grondbeleid 2013. De maatregelen dan wel zoekrichtingen zijn louter illustratief voor het voetlicht gebracht. De gemeente beschikt over een groot areaal aan ruwe en al uitgeefbare bouwgrond dan wel bouwrijpe grond. Dat zijn grondposities waar woningen, bedrijfsopstallen, kantoren, winkels en vele andere gerealiseerd kunnen worden. In het Achtergronddocument 2013 bij de Nota Grondbeleid 2013 is geschetst door welke oorzaken de uitgifte van bouwrijpe grond stagneert. Kortheidshalve wordt verwezen naar die analyse. Het grondbedrijf ligt momenteel als het ware in een stabiele zijligging. Over actuele feiten, cijfers, verdamping van winst en afwaardering is in de MPG 2013 gerapporteerd. De schadestaat is opgemaakt. Tegelijkertijd is er de zoektocht naar mogelijkheden de uitgifte van grond aan te jagen. Realisme is evenwel geboden. De fundamentele oorzaken dat de verkoop stokt kunnen door de gemeente niet weggenomen worden. Die hebben te maken met macro-economische ontwikkelingen, met consumentenvertrouwen en zo meer. De drijfveer van de gemeente is expliciet om klanten die wel zouden willen kopen maar om de een of andere reden dat niet kunnen, tegemoet te komen. Onze ambitie is om de nog aanwezige investeringskracht bij klanten te mobiliseren. We proberen koopkrachtige vraag aan te boren, maar realiseren ons ook dat het wellicht maar om een klein volume aan grond gaat dat we daarmee extra zouden kunnen verkopen. De gemeente beschikt over een aantal kleine knoppen. Het rijk heeft de grotere knoppen in handen. Denk bijvoorbeeld aan mogelijke maatregelen om het woningmarktdossier weer vlot te trekken. De gemeente heeft in een publieke rol te maken met ontwikkeling van eigen grondposities. De gemeente faciliteert ook particuliere posities en blijft dit natuurlijk ook doen. Mits passend binnen principes van de goede ruimtelijke ordening (waaronder markstructurering) en mits economisch uitvoerbaar voor de gemeente (kostenverhaal) staat het licht op groen. Vier invalshoeken We gaan nu door op de eigen grondvoorraad. Het geheel overziende beschikt de gemeente over vier insteken om kruipolie toe te dienen aan de verkoopacties voor grond die we zelf in eigendom hebben. Deze zijn: 1. het uitgiftebeleid 2. de gronduitgifteprijs 3. de erfpachtvormen 4. het door de gemeente te financieren bedrag Voordat we de knoppen gaan verkennen markeren we de volgende zaken: • Ons handelen blijft functioneel. Gronduitgifte is en blijft dienstbaar aan ruimtelijke doelen (zie de Nota Grondbeleid 2013 en het Achtergronddocument 2013). Altijd moeten we ons kunnen verantwoorden dat gronduitgifte dienstbaar is aan ruimtelijke principes in onze stad. Met andere woorden: wat wil Apeldoorn zijn of uitstralen? De vraag is steeds: past een gronduitgifte aan de specifieke klant in de structuurvisie, de volkshuisvestelijke visie en zo meer. Ons handelen moet bijdragen
228
4.5 Paragraaf grondbeleid
•
• •
• • •
aan ons beeld hoe Apeldoorn er in pakweg 2030 uit zou moeten zien. En dat beeld ontlenen we aan visies en aan bestuurlijke doelen. We doen niet aan marktbederf. Wanneer de prijs maar voldoende wordt verlaagd dan lukt verkoop altijd, maar verkoop tegen excessief lage prijzen frustreert in de long run onze eigen positie. We blijven opereren vanuit een marktgevoel en we trachten vanuit data-mining zo goed mogelijk de analyse te doen rond grondwaarden. De uitgifteprijs volgt de grondwaarde en het geheel van krachten op de markt bepaalt deze grondwaarde We mogen geen ongeoorloofde staatssteun doen. Elke casus is maatwerk. De maatregelen die hieronder zijn opgesomd zullen uiteraard in een specifieke casus niet alle tegelijk aan de orde zijn. De accounthouder doet een voorstel en put daartoe uit de grondstoffen op de lijst. Deze laat zich voeden door een verkoopteam. De maatregelen moeten een stabiele financiële uitkomst opleveren. We maken telkens een fiscale analyse. Samenloop van bijzondere oplossingen met overdrachtsbelasting en Btw wordt scherp in beeld gebracht en er wordt geoptimaliseerd. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de maatregelen die hieronder worden ontvouwd.
Bestuurlijke en ambtelijke bandbreedtes. Vele van de hieronder vermelde maatregelen zijn budgettair neutraal ten opzichte van de MPG en grondprijsbrief. De maatregelen in de erfpachtsfeer sluiten aan op financieringsmogelijkheden en -ritmes van de klant, maar contant wordt de grondwaarde door de gemeente ontvangen. • • •
De manager van de Eenheid Grond en Vastgoed krijgt een kleine bandbreedte om in specifieke gevallen af te wijken van de MPG en grondprijsbrief. Daarboven wordt een extra bandbreedte gemarkeerd waarover het college bevoegd is te besluiten. Voorstellen buiten deze brandbreedtes worden vooraf via het college aan de gemeenteraad voorgelegd.
Hieronder volgt een pakket aan maatregelen. Het is de boodschappenlijst met grondstoffen om voor de klant een smakelijk en specifiek gerecht te bereiden. De creatieve opgave is om individuele maatregelen te laten samen smeden tot maatwerk. De lijst is niet limitatief. Dat innovatieve maatwerk moet in balans blijven. We stemmen de balans intern af. Het is een zoektocht naar een trefzekere mix. We denken op dit moment aan de volgende maatregelen die al toegepast kunnen worden. We hebben ook maatregelen in beeld die eerst onderzocht moeten worden en die pas na een collegebesluit of raadsbesluit toegepast kunnen worden. Deze zijn gemarkeerd met (*). Ad 1 Het uitgiftebeleid • Wanneer we bouwrijpe grond verkopen (tegen de grondwaarde die ontleend is aan de grondprijsbrief), dan nemen we een ruimere termijn om de bouw van de opstal te mogen starten. Er is geen bouwplicht. We nemen daarmee druk van de ketel. Maar als de bouw na 10 jaar nog niet is gestart dan heeft de gemeente een terugnamerecht tegen een prijs die we van te voren vastleggen. • We bieden uitgifte in erfpacht actief aan. • Er komen flexibele vormen voor tijdelijke uitgifte. Bijvoorbeeld: door de contractvorming op te delen in twee fasen. We werken eerst op basis van een tijdelijke uitgifte. De activiteit kan zich een bepaalde periode waar maken. Na deze periode kan tot definitieve uitgifte worden overgegaan. Daarmee wordt een initiatief de kans gegeven tot bloei te komen zonder direct de volle verplichtingen te hoeven
229
4.5 Paragraaf grondbeleid
• •
•
• • • • • • • • •
dragen. Natuurlijk maken we afspraken over onder andere aanleg en verwijdering van voorzieningen, de bodemkwaliteit. We gaan actief op zoek naar vormen van stadslandbouw, energieplantages, verbouw van biomassagewas. Onze winkel wordt open gesteld voor mensen die grond willen kopen voor latere aanwending. Bijvoorbeeld: de babyboomers die al vast een kavel kopen voor hun kinderen. Door een afspraak te maken dat pas in een bepaald jaar (conform de door de gemeente gehanteerde planning) wordt gebouwd, kan een rentekorting worden gegeven. Immers de grondwaarde is afhankelijk van wat je er mee mag. Als je pas na verloop van tijd mag bouwen is de grond minder waard en dat is de ratio voor een rentekorting. Wanneer de rentekorting groter is dan de rentevergoeding op een internetrekening ontstaat mogelijk een koopimpuls. De gemeente gaat door op de weg om in het uitgiftecontract geen fysieke eisen op productniveau (materiaalgebruik opstal) meer te stellen. Alleen de eisen uit het publieke recht blijven van toepassing. In plaats van programma’s van eisen dagen de gemeentelijke Kookboeken initiatiefnemers uit om te investeren in kwaliteit. De gemeente staat open voor uitgifte van een grote kavel met een kleine woning met een bijbetaling bij uitbreiding van de woning op een later moment. Daardoor kan een wooncarrière op dezelfde kavel plaatsvinden. We geven de grond uit aan ontwikkelaars met behulp van erfpachtpakketten. Dat verlicht de financieringsdruk bij de ontwikkelaar die het zakelijke recht met een opstal individueel overdraagt aan de klant. We verkopen grond met oude opstallen met een architectuurimpressie hoe een nieuwe opstal er uit kan zien. We maken een catalogus met zelfbouwwoningen. We geven de erfpachthouders van benzineverkooppunten een kooprecht. Het leidt tot balansverkorting en er is geen strategisch belang gediend dat het bloot eigendom bij de gemeente is. We mikken op vormen van uitgestelde eigendomsoverdracht met gefaseerde betaling. Uitgifte in erfpacht met kooprecht is een van de vormen. We gaan na in welke vorm sociale media ingezet kunnen worden bij de verkoop. Denk bijvoorbeeld aan de vorming van bewonerscollectieven die collectief willen bouwen. We zoeken naar bijzondere toevoegingen aan de aanbodkant (woon- en werkmilieus). (*)We onderzoeken een denkrichting om aan klanten een bepaald deel van de verkoopwaarde te garanderen.
Ad 2: Het gronduitgifteprijsbeleid • Voorop blijft staan dat ons gronduitgifteprijsbeleid marktconform is/was op de peildatum. We moeten ons realiseren dat de prijzen uit de grondprijsbrief en het gronduitgifteprijsbeleid een houdbaarheidsdatum hebben die beperkt kan zijn. We tornen niet aan marktconformiteit maar de vraag is: wat is marktconform? We blijven de marktontwikkelingen volgen. De markt dicteert de waarde. Wanneer expliciet blijkt dat de markt een ander prijsniveau aangeeft, dan is de gemeente waardevolgend. Het kan zijn dat de markt in een specifieke casus eist dat we meebewegen. Echter, we gaan niet mee in een wedloop waarbij andere grondverkopers (dat kunnen ook andere gemeenten zijn) om hun moverende redenen, een fancy aanbod doen. De eenheidsmanager Vastgoed en Grond heeft een beperkte ruimte conform de grondprijzenbrief. Wanneer een grotere korting aan de orde is, dan is een collegebesluit nodig • De bedenktijd (de optietermijn) wordt opgerekt en in de bedenktijd geldt er geen reserveringsvergoeding. Alle prijsaanbiedingen zijn schriftelijk met een expliciete vermelding van de geldigheidstermijn, indexering etc. • We staan open voor de afspraak tot een bepaald bedrag een leegstandsgarantie te geven bij gestapelde bouwvormen, verhuur boven de huurtoeslaggrens, mits in tact blijft dat er incentive is voor de wederpartij zoveel mogelijk te verhuren.
230
4.5 Paragraaf grondbeleid
• •
• • •
Onderzocht wordt of er een systeem kan komen waarbij een kleine woning op een relatief grote kavel wordt gerealiseerd en waarbij er wordt bijbetaald als er wordt bijgebouwd. We verkopen voor sociale huur of beleggingshuur en delen mee in een latere uitponding. We leggen daartoe in een uitgiftecontract vast dat er een uitgifteprijs A is (marktconform bij verkoop) en een uitgifteprijs B (de lagere uitgifteprijs) en het verschil A minus B wordt – verhoogd met een index - bijbetaald op het moment van uitponding. We hanteren een pionierskorting in een nieuw gebied. We geven een opruimkorting voor de laatste stukken uit te geven grond in een gebied. We geven geen kwantumkorting want dat is in strijd met het bestuurlijke doel een compacte stad te willen.
Ad 3: Erfpachtvormen • We gaan erfpachtvormen creatief toepassen. Dat komt erop neer dat we mikken op een spreiding van lasten in de tijd en een contante waarde is tenminste de gronduitgifteprijs is die onder ad 2 is bedoeld. De onderstaande erfpachtvormen zijn tenminste budgettair neutraal. • Altijd is er een kooprecht waarbij het principe van budgettaire neutraliteit geldt. • We hebben in de aanbieding: een systeem van klimerfpacht. Dat houdt in: starten met een lage (instap) canon en die canon groeit (de groeiperiode is maatwerk) en aan het eind van de looptijd wordt een hogere canon betaald om de korting in het begin te neutraliseren. • We hebben in de aanbieding: een systeem van uitgestelde erfpacht. Dat houdt in: de eerste jaren geen canon en in de jaren erna een hogere canon om de korting in het begin te neutraliseren. • We hebben in de aanbieding: een systeem waarbij de canon wordt afgeleid van een rente op de kapitaalmarkt, waarbij de onderliggende grondwaarde groeit met een index (bijvoorbeeld CPI). • We hanteren flexibele afkoopvarianten. • Bij wijze van uitzondering: we gebruiken omzetgerelateerde varianten: de canon wordt afgeleid van de omzet op het perceel waarbij een bodemprijs wordt gehanteerd. • We promoten een systeem van omgekeerde erfpacht. De klant koopt bij ons maar geeft de grond in erfpacht uit aan een belegger die de woning bouwt. De gemeentelijke rol is om innovatieve vormen te promoten. • We hanteren een systeem van geïndexeerde canons. We starten met een lage canon en die stijgt met de inflatie. • We maken een spaarsysteem: de klant neemt een terrein in erfpacht en betaalt iets meer canon. Die is fiscaal aftrekbaar. De gemeente spaart het extra deel van de canon en geeft dat in de vorm van een korting op de grond na verloop van tijd terug aan de koper. Dit heet grondlease. • (*) Er wordt gemikt op productvernieuwing: we gaan een SVn (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten) lening creatief mixen met erfpacht. Ad 4: Het te financieren bedrag • (*)We gaan de volgende denkrichting onderzoeken: veel huizen staan onder water. De restschuld is een probleem in de verhuisbeweging. De gemeente is bereid om een restschuld van ten hoogste een bepaald percentage van de grondwaarde van het te verkopen perceel mee te nemen als verhoging van de grondwaarde. De gemeente betaalt dat bedrag aan de bank en verhoogt daarmee de koopsom waarover bijvoorbeeld een canon wordt betaald. • (*)We gaan ook onderzoeken of er meerwaarde is hypotheekleningen vanuit de Stadsbank aan te bieden.
231
4.5 Paragraaf grondbeleid
Gewijzigde ontwikkelstrategieën; Uitnodigingsplanologie – faciliteren – organisch ontwikkelen. Inleiding Alle partijen binnen het werkterrein ruimtelijke ontwikkelingen worden hard geraakt sinds het uitbreken van de (financiële) crisis en bovendien is de samenleving sterk aan het veranderen. Dat noopt tot een andere aanpak. Een omslag in het denken is onontkoombaar. In de Nota Grondbeleid 2013 en het Achtergronddocument 2013 is stilgestaan bij deze veranderende rol van ‘regisseren’ naar ‘faciliteren’. De overheid faciliteert en biedt daarbij ruimte aan ondernemerschap. In de Nota Grondbeleid 2013 zijn de verschillende ontwikkellijnen opgenomen. Ontwikkellijnen Regie
Actief Reactief
Productie Actief Lijn 1 Lijn 4
Samen Lijn 2 Lijn 5
Facilitair Lijn 3 Lijn 6
Tabel 1 – ontwikkellijnen Waar in het verleden de actieve grondpolitiek (lijn 1) dominant was zal nu meer en meer worden gekozen voor de lijnen 3 en 6. Deze faciliterende rol is niet nieuw. Ook in het verleden vervulde de gemeente deze rol. De focus is echter geheel verschoven van actief naar facilitair. Uitnodigingsplanologie, faciliteren en organisch ontwikkelen passen prima binnen deze ontwikkellijnen. Onze werkwijze zal hier in mee moeten gaan. Een vraag die bij de actuele ontwikkelpraktijk hoort is of het geen stap verder gaat dan faciliteren? Naast het faciliteren en het centraal stellen van de klant, moet de markt ‘uitgenodigd’ worden om met initiatieven te komen. ‘Faciliteren’ en ‘uitnodigen’ zijn verschillende activiteiten. Om te kunnen faciliteren moet er een initiatief zijn en als dit zich niet spontaan aandient, is het noodzaak om te verleiden. Andersom geldt dat als er initiatieven zijn, het van belang is om deze initiatieven ook goed te faciliteren. Uitnodigen en faciliteren zijn essentieel bij een gewijzigde ontwikkelstrategie (figuur 1) 1. Uitnodigen
2. Faciliteren
Aantrekkelijk, attractief Gastvrij, hartelijk, open Verlokkend Gemakkelijk maken Ondersteunen Mogelijk maken
Fig. 1. Elementen uitnodigingsplanologie
(S. Groot Jebbink, 2012 - MCD scriptie ‘Het vraagstuk van uitnodigingsplanologie’)
Wat doen wij hier in Apeldoorn op dit moment al aan? Ruimte geven en faciliteren van particuliere initiatieven doen wij in Apeldoorn al geruime tijd. Denk hierbij aan de Projectgroep Planinitiatieven (PPI). Iedereen kan een verzoek indienen bij de gemeente als een initiatief voor een bepaalde locatie niet past binnen het bestemmingsplan. Het voorstel wordt in de PPI in één keer integraal beoordeeld op mogelijkheden en haalbaarheid. De aanvrager ontvangt daarna een concreet, integraal en bestuurlijk afgestemd besluit over het voorgenomen initiatief. Uit de praktijk blijkt dat particuliere aanvragen voor de PPI veelal om kleine kansrijke ontwikkelingen gaan. Andere aanpak ook voor grotere (projectmatige) ontwikkelingen? Als een uitnodigende en faciliterende overheid bij kleine ontwikkelingen succesvol is, zijn er dan parallellen te trekken voor grotere (projectmatige) ontwikkelingen? Tot voor kort werden consumenten met verleidelijke eindbeelden, tastbaar gemaakt in maquettes, warm gemaakt voor grote nieuwbouwontwikkelingen. De tafels waren te klein om de blauwdrukplannen op uit te leggen. De ontwikkeling van de stad werd bedacht op
232
4.5 Paragraaf grondbeleid
het stadhuis en ‘verkocht’ aan consumenten. Deze werkwijze is tot stilstand gekomen en klaar om in een museum voor ruimtelijke ontwikkeling te worden opgenomen. Welke ontwikkelstrategie past voor grote ontwikkelingen dan wel in de huidige tijd? Er is ruimte genoeg. Voormalige bouwgrond ligt afgewaardeerd te wachten op een nieuwe bestemming. De traditionele rollen van partijen en financiële middelen zijn gewijzigd. Er is een focus op binnenstedelijke ontwikkelingen met veel complexe (f)actoren. Dit alles vraag om een andere aanpak. Een aanpak waarbij de overheid uitnodigt en faciliteert. Bij deze andere rolneming buitelen gevleugelde termen als ‘uitnodigingsplanologie’, ‘faciliteren’ en ‘organisch ontwikkelen’ over elkaar. Stuk voor stuk omschrijvingen voor: ‘een geleidelijke vorm van ontwikkelen, zonder eindbeeld, met als bouwstenen kleinschalige initiatieven die worden genomen door veelal anderen dan grote professionele partijen’. Welk etiket er ook opgeplakt wordt, het is een perspectief waar flexibiliteit het toverwoord is. De overheid stapt af van haar actieve rol en stuurt meer op het proces. Er wordt meer gestuurd op een visie en op principes. Kansen creëren en pakken en tegelijkertijd zorgen dat er geen barrières worden opgeworpen voor gewenste ontwikkelingen in de toekomst. Actief op zoek gaan naar partijen die mede invulling kunnen geven aan deze visie in plaats van sturen op eisen en producten. Er wordt – in een verregaande variant van organisch ontwikkelen - niet vooraf bepaald hoe een gebied eruit komt te zien en welke functies waar moeten komen. Het initiatief wordt overgelaten aan de markt en particulieren. Er wordt ruimte gecreëerd voor een meer geleidelijke ontwikkeling, waarbij partijen door de overheid actief ‘uitgenodigd en verleid’ worden. Het initiatief verschuift naar de eindgebruikers. Deze initiatiefnemers hebben veelal een langdurige binding met het gebied en leveren duurzame en vaak onverwachte planconcepten. Vaak zijn dit ook tijdelijke initiatieven als overbruggingsperiode, die ook tot een definitieve invulling kunnen komen. Gebieden worden toegankelijk, levendigheid in het gebied wordt gecreëerd wat bijdraagt aan het verbeteren van het imago. Waardecreatie van onderop. Wat vraagt die andere aanpak van de overheid? Gemeenten kunnen organische gebiedsontwikkeling op verschillende wijzen faciliteren en de duidelijke condities scheppen, die initiatiefnemers verlangen. Het planbureau voor de leefomgeving (2012, Vormgeven aan de Spontane Stad), draagt hier een aantal suggesties voor aan: - Communicatief: Door visies te ontwikkelen en uit te dragen kunnen gemeenten partijen ‘verleiden’ tot ruimtelijke en sociale initiatieven. Hierbij horen meer procesgerichte plannen en kunnen ook alternatieve communicatiemiddelen, zoals sociale netwerken, worden ingezet. - Organisatorisch: gemeenten kunnen ruimtelijke ontwikkeling meer als een proces dan project beschouwen. Dit betekent een meer externe oriëntatie – richting initiatief nemende partijen – en intern betekent het minder projectmatig werken. - Juridisch-planologisch: gemeenten kunnen onder meer proberen meer flexibiliteit in bestemmingsplannen in te bouwen. Wat betekent dit voor financiële planbegeleiding vanuit eigen grondexploitaties? Nieuwe, binnenstedelijke ontwikkelingen zullen naar verwachting ontwikkeld worden met het hierboven beschreven ‘open einde’ karakter. Met een open einde wordt het instrument grondexploitatie, sturing vanuit programma’s, kosten en grondopbrengsten in de tijd, in een ander perspectief geplaatst. Om hieraan invulling te geven, worden voor de financiële planbegeleiding vanuit eigen grondposities, de volgende suggesties aangedragen: - Sturing op afzonderlijke exploitaties: Integrale gebiedsexploitaties met een doorgerekend eindbeeld zullen minder aan de orde zijn. In deze aansturing zitten te veel afhankelijkheden die ontwikkelingen belemmeren. Integrale exploitaties zullen ruimtelijk opgeknipt worden in ‘rendabele’ en ‘minder rendabele’ onderdelen. Hierbij kan gedacht worden aan duidelijke strategie voor investeringen (timing), het benutten van aanwezige structuren in het gebied (bijvoorbeeld het aanhaken op bestaande energie- en 233
4.5 Paragraaf grondbeleid
-
-
vervoersstromen). Mogelijk nog veel belangrijker is het opknippen van de gebiedsexploitatie in verschillende deelexploitaties. Hierbij zal de focus komen te liggen op het individueel sluitend maken van deze onderdelen. Denk hierbij aan het sluitend maken van een (tijdelijk)beheer exploitatie (tijdelijk gebruik, verhuur, sloop etc). Ook kan er gekeken worden naar het op een andere wijze organiseren en bekostigen van infrastructuur (groen, grijs, blauw), bijvoorbeeld via Meerjaren investeringsprogramma’s voor wegen, externe dekkingen of andere algemene middelen. Ook het sluitend maken van een communicatie/ gebiedsmarketingstrategie valt hier onder. Kasstroomsturing: Eenvoudig gezegd komt het erop neer dat het ‘huishoudboekje’ op orde moet zijn. Investeringen in het gebied worden alleen gedaan als er een reëel onderbouwde verwachting bestaat dat deze binnen een afzienbare periode geld genereren. Binnen het Grondbedrijf wordt hierbij gemikt op de term Cash out – Cash in binnen een termijn van 3 jaar. Bandbreedte benadering: Bij een organische ontwikkeling, met een open eind, zal het accent verschuiven van het concreet ‘bouwen van x-aantal woningen’ naar het formuleren van een ‘bestuurlijk doel’ (bijvoorbeeld een duurzame woon-werkomgeving’, waarbij aangesloten wordt de omliggende gebieden. Bij deze benadering kan geen exact financieel resultaat worden voorspeld. Het financiële resultaat is namelijk sterk afhankelijk van de wijze waarop het gebied zich zal ontwikkelen. Wel kan het resultaat uitgedrukt worden in een bandbreedte waartussen het resultaat zich zal bewegen. Deze bandbreedtes zijn gebaseerd op aannames van mogelijke ontwikkelrichtingen. Bij een bandbreedte benadering is het direct aanhaken van het bestuur op verschillende ontwikkelingen van groot belang.
Samengevat: we markeren hier een ontwikkelstrategie die gericht zal zijn op een andere manier van het voeren van overheidsregie. Een proces dat wij de komende jaren zullen verkennen. In onderstaande tabel wordt een organische manier van ruimtelijke ontwikkeling ten opzichte van integrale gebiedsontwikkeling samengevat. Vakmatig zijn er vele vormen van organisch ontwikkelen. Bijvoorbeeld vanuit eigen eigendom of vanuit particulier eigendom. En daarbinnen zijn er ook weer vele types. De onderstaande tabel 2 geeft een indeling op hoofdlijnen, waarbij voorbijgegaan wordt aan vele onderverdelingen. Organische (her)ontwikkeling Geleidelijk Kleinschalig Open einde Strategisch Particulier initiatief Uitnodigend, Faciliterend Financieel Sturing op afzonderlijke exploitaties Bandbreedte benadering, Tabel 2 - (Grondzaken in de Praktijk/ Planbureau voor de Leefomgeving, 12-2012) Ruimtelijk neerslag Schaal Plan Proces Type ontwikkelaar Rol gemeente
Integrale gebiedsontwikkeling In een keer Grootschalig Projectmatig Eindbeeld Professionele ontwikkelaars Sturend vanuit een eigen visie Integrale gebiedsexploitatie
234
4.5 Paragraaf grondbeleid
Evaluatie bijdrage Bovenwijks Bij de invoering van de Grondexploitatiewet in 2008 is het kostenverhaal voor de particuliere ontwikkelingen verbeterd. Eén element in dit kostenverhaal is de bijdrage Bovenwijks. Ook al voor die tijd kende de gemeente een tarief Bovenwijks. Aan zelf realiserende partijen wordt sinds 2010 een bijdrage gevraagd van € 3.926,- (prijspeil 2013) per netto toe te voegen woningequivalent. Deze wordt verankerd in een grondexploitatieovereenkomst (artikel 6.24 Wro) of in een exploitatieplan (artikel 6.12 Wro). De bijdrage wordt ingezet voor de realisatie van openbare werken op stedelijk niveau. Denk hierbij aan groenstructuren, waterhuishouding en de aanleg van radialen. De werkwijze voor het heffen van het tarief is beschreven in de paragraaf grondbeleid in de MPB 2012-2015. Uitgangspunt is dat de gemeente Apeldoorn een tarief Bovenwijks in rekening brengt volgens de wettelijke mogelijkheden die daarvoor bestaan. In het MPG 2013 is aangekondigd dat in 2013 een evaluatie van de huidige werkwijze en van de hoogte van het tarief voor de te vragen bijdrage zal plaatsvinden. In 2013 zullen de volgende zaken in kaart worden gebracht: • Een systeemdiscussie: welke systemen voor het heffen van een bijdrage Bovenwijks zijn er mogelijk en welke keuze wordt daaruit gemaakt; • Het in kaart brengen van een investeringsoverzicht en de toerekening daarvan naar het aandeel Bovenwijks. Dit is inclusief kosten van voorzieningen die nu in complexen van het Grondbedrijf zijn opgenomen; • Het nieuwe tarief bepalen aan de hand van het investeringsoverzicht en het nieuw aan de stad toe te voegen programma; • Het presenteren van een dekkingsplan voor de investeringen die nodig zijn voor het realiseren van de Bovenwijkse voorzieningen die kunnen worden toegerekend aan de bestaande stad. Over zowel het systeem, het investeringsoverzicht, de hoogte van het tarief én de dekking van de investeringen als totaal, is politieke besluitvorming nodig. Wanneer daar overeenstemming over bestaat zijn de volgende acties een logisch vervolg: • Het instellen van een Reserve Bovenwijks door de raad; • Het vaststellen van een Nota Bovenwijks door de raad met daarin de spelregels voor de toevoeging van de bijdragen aan de Reserve en de bestedingen uit de Reserve; • Een jaarlijks te actualiseren investeringsoverzicht moet onderdeel gaan vormen van de Nota Bovenwijks. Aandachtspunt is dat op dit moment onze gemeente deze bijdrage wel vraagt aan zelfrealisatoren, maar ons eigen Grondbedrijf betaalt deze bijdrage niet. De bijdrage Bovenwijks moet ook als kostprijselement in onze eigen bouwgrondexploitatie worden opgenomen. Dat is tot dusver niet gedaan omdat dit een herschikking geeft van veel getallen waardoor de leesbaarheid van de effecten van de crisis zou zijn gefrustreerd. De grondexploitatiecomplexen kennen aan de kostenkant wél vele bovenwijkse investeringen, zodat de eigen grondproductie langs andere manier wel degelijk wordt belast. De verwerking van de bijdrage bovenwijks in de complexen van het Grondbedrijf is noodzakelijk vanuit het oogpunt dat het Grondbedrijf ook gezien kan worden als een zelfrealisator. Hiervoor is het nodig dat de grondexploitaties worden ontrafeld wat zijn weerslag krijgt in het MPG. Dit kan ook gevolgen hebben voor de Algemene Dienst hetgeen inzichtelijk moet worden gemaakt. Na het afronden van de inhoudelijke discussies en besluitvorming over dit onderwerp, kan de verwerking in alle grondexploitatiebegrotingen en daarmee in het MPG plaatsvinden.
235
4.5 Paragraaf grondbeleid
Bijdrage herinrichting openbare ruimte binnenstad i.h.k.v. bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen (art 6.24 Wro) De bijdrage ten behoeve van de herinrichting van de openbare ruimte in de binnenstad is gebaseerd op Wro artikel 6.24.1.a. en wordt aangeduid als de bijdrage ruimtelijke ontwikkeling. De gemeente kan op basis van een vastgestelde structuurvisie deze bijdrage vragen in een anterieure grondexploitatieovereenkomst. Binnen onze gemeente kennen we inmiddels een tweetal van dergelijke bijdragen, de bijdrage deficit sociaal en de bijdrage in landschapsversterking buitengebied: 1. Bijdrage deficit sociaal: Vastgelegd in de structuurvisies voor de Apeldoornse dorpen. De methodiek ter bepaling van deze bijdrage is door de gemeenteraad vastgesteld bij de vaststelling van het MJB 2012 (paragraaf 4.5.4). 2. Bijdrage in landschapsversterking buitengebied: Vastgelegd in de Aanvulling Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2013. De methodiek ter bepaling van deze bijdrage is door de gemeenteraad vastgesteld bij de vaststelling van het MJB 2012 (paragraaf 4.5.5). Nu volgt dan als derde de methodiek waarmee een de bijdrage in de herinrichting van de openbare ruimte in de binnenstad wordt gevraagd. Op 18 februari 2010 is door de gemeenteraad het Regieplan Binnenstad vastgesteld. Dit betreft een structuurvisie voor de herontwikkeling van de binnenstad van Apeldoorn. In hoofdstuk 5 van deze structuurvisie is het financieel en juridisch kader verwoord. Onderdeel hiervan is de bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen: ‘De gemeente zal aan de ontwikkelende partijen een bijdrage vragen in de kosten van de herinrichting van de openbare ruimte in de binnenstad. De titel waarop deze kosten verhaald worden is artikel 6.24 Wro (bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen) en artikel 6.13.7 (bovenplanse kosten). ’ Het gaat hierbij om een aandeel in de kostendekking van de uitvoering van het Masterplan Openbare Ruimte Binnenstad. Eigenaren binnen het plangebied kunnen binnen de kaders van het Regieplan Binnenstad een verzoek indienen voor herontwikkeling van hun perceel. Op dit moment zijn er met verschillende eigenaren gesprekken gaande. Deze gesprekken gaan ook over een bijdrage ruimtelijke ontwikkeling. Om te zorgen dat iedere eigenaar op eenzelfde wijze door de gemeente wordt behandeld, wordt voorgesteld een methodiek vast te stellen die voor elke eigenaar gebruikt gaat worden ten behoeve van de vaststelling van de bijdrage ruimtelijke ontwikkeling. Uitgangspunt hierbij is dat wordt bijgedragen in een investeringsopzet en de bijdrage wordt afgestemd op de financiële mogelijkheden naar draagkracht. De hier aan de orde zijnde bijdrage ruimtelijke ontwikkeling is bestemd voor herstructurering van de openbare ruimte in het gebied van het Regieplan Binnenstad. Daartoe is er een investeringsprogramma opgesteld. De inkomsten en uitgaven worden geadministreerd in een Bestemmingsreserve Bijdragen R.O.
Berekeningsmethodiek: We nemen als opbrengst: • De door de gemeente conform het gronduitgifteprijsbeleid bepaalde grondwaarde per functie, die wordt gerealiseerd door de particuliere zelfrealisator. We nemen als kosten (prijspeil 2013, index 2%): • De WOZ-waarde van de betreffende percelen.
236
4.5 Paragraaf grondbeleid
• • • • • • •
Een bedrag voor het bouw- en woonrijpmaken van de percelen voor de nieuwe bouwplannen ter grootte van €61,- p/m2 perceeloppervlakte. Dit bedrag is gebaseerd op kengetallen van de gemeente Apeldoorn. De gerealiseerde en nog te realiseren sloopkosten van de opstallen ter grootte van €46,- p/m2 footprint. Dit bedrag is gebaseerd op kengetallen van de gemeente Apeldoorn. Een bedrag voor door de eigenaar te maken onderzoek en advieskosten ter grootte van €20,p/m2 bouwkavel. Dit bedrag is gebaseerd op kengetallen van de gemeente Apeldoorn. Een bedrag voor projectbegeleiding en advisering door de gemeente ter grootte van €8,- p/m2 bouwkavel. Dit bedrag is gebaseerd op kengetallen van de gemeente Apeldoorn. De bestemmingsplankosten conform de gemeentelijke normering (ontleend aan de tarievenlijst behorende bij de Legesverordening). Eventuele andere kosten conform Bro 2008 onder 6.2.4 en artikel 6.2.5, waaronder planschade. Een tarief bovenwijks van €3.926,- p/woningequivalent.
Wanneer de opbrengsten worden verminderd met de kosten dan wordt over een positief saldo 25% bijdrage gevraagd voor herstructurering van de openbare ruimte in de binnenstad.
De nieuwe omgevingswet Het voornemen is er dat deze wet onder meer in de plaats komt van de Wet ruimtelijke ordening. Het grondbeleid instrumentarium bij facilitaire grondproductie zoals we dat nu kennen, komt - naar zich laat aanzien - terug in de Omgevingswet. Dat houdt in dat het exploitatieplan en de anterieure grondexploitatieovereenkomst in tact zullen blijven. Wel zal er rond het Exploitatieplan meer stroomlijning komen in de wetteksten, die niet tornen aan het gedachtegoed dat in de Wro zat. Wel is er discussie over de reikwijdte en overname van de bovenplanse kosten (wro 6.13.7) en de bijdrage ruimtelijke ontwikkeling (wro 6.24.1.a). Rond beide onderwerpen is de huidige Wro niet glashelder. Er zijn veel vragen rondom toepassingsmogelijkheden. Het is in ons gemeentelijke belang dat we ook in het verplichte/publieke spoor ook een bijdrage kunnen vragen voor bijvoorbeeld bevolkingsvolgende voorzieningen (zoals investeringen in maatschappelijk vastgoed). We kunnen ons voorstellen dat het een forfaitaire bijdrage wordt. De insteek is dat de nieuwe Omgevingswet wat meer mogelijkheden biedt om in te spelen op nieuwe vormen van gebiedsontwikkeling.
Gelijkwaardig Speelveld Het is van belang dat een initiatiefnemer (zelfrealisator) er zeker van kan zijn dat het door hen ingebracht initiatief op een transparante en consistente wijze wordt beoordeeld en dat bij de contractering eveneens volgens de regels die een gelijkwaardig speekveld garanderen wordt overeengekomen. De gemeente heeft daartoe een aantal basisregels geformuleerd die te maken hebben met principes van goede ruimtelijke ordening. Daar waar wordt gesproken over een zelfrealisator wordt een eigenaar (rechtspersoon, natuurlijke persoon) bedoeld die een ruimtelijke maatregel (een bestemmingswijziging) nodig heeft om een grondpositie te ontwikkelen. Het kan ook een wederpartij zijn die over onherroepelijke leveringsrechten beschikt. Een ruimtelijk ontwikkelingsproject of project is de door de zelfrealisator aan snee te brengen locatie. Ruimtelijk kader en programma 1. de zelfrealisator respecteert de basisprincipes (ruimtelijk programmatisch kader, verstedelijkingsprincipe, floor space index, normering en vormgeving van het parkeren; kwaliteit van de openbare ruimte en dergelijke ) die in een gemeentelijke structuurvisie, gebiedsvisie of kookboek zijn neergelegd bij het aan de orde zijnde specifieke ruimtelijke ontwikkelingsproject. 2. de zelfrealisator conformeert zich aan het gemeentelijke ruimtelijke programma dat antwoord geeft op de vraag hoe en wanneer een ruimtelijke ontwikkeling ter hand wordt genomen (fasering, uitvoeringsregels, assortiment en financieringscategorieën) 237
4.5 Paragraaf grondbeleid
3.
4.
startpunt bij het project is een door de gemeente gemaakt beknopte lijst met principes rond de bouwvorm (gestapeld, grondgebonden), functiemenging (wonen, niet wonen), materiaalgebruik in de openbare ruimte, financieringcategorieën (woningbouw) parkeereisen, dat de zelfrealisator verwerkt in een ontwikkelingsplan de zelfrealisator realiseert zich dat de gemeente in de met hem te sluiten overeenkomst bijdragen ruimtelijke ontwikkeling wro 6.24.1.a opneemt.
Integrale gebiedsontwikkeling 5. een zelfrealisator neemt de hele ontwikkelvlek ter hand; het principe van integrale planontwikkeling met vereffening van zoet en zuur is inzet; minimaal is dat de initiatiefnemende zelfrealisator een ontwikkelingsplan maakt voor de gehele door de gemeente te definiëren vlek. Ondernemersrisico 6. de zelfrealisator draagt ten principale het ondernemersrisico binnen de ontwikkelvlek (ontwikkelt voor eigen rekening en risico) Ambities rond duurzaamheid 7. per ruimtelijk ontwikkelingsproject kan door de gemeente een voorstel gemaakt worden hoe deze ambities naar het betreffende project worden vertaald; het minimum ambitieniveau is conform bouwbesluit. Contractvorming en afdeling 6.4. Wro (grondexploitatiewet) 8. bij contractsvorming is uitgangspunt te streven naar “maatwerkafspraken” met de zelfrealisator; contracten zijn bedoeld om in het proces te komen tot stedelijke nieuwbouw/ herontwikkeling, te ondersteunen én de gemeentelijke randvoorwaarden tot gelding te brengen; bij (her)ontwikkeling van particuliere locaties kan geopteerd worden voor een vorm van samenwerking of voor de bij de grondexploitatiewet behorende twee sporen, het private (voorkeurs)spoor, of zonodig het exploitatieplan 9.
de gemeente zal steeds beoordelen of het project economisch uitvoerbaar is vanuit het blikveld van de financiële positie van de gemeente; de gemeente doet een transparante kostenopgave
10. de gemeente toetst ook of het project levensvatbaar is vanuit het blikveld van de zelfrealisator om bijvoorbeeld leegstand etc te beteugelen 11. bij inhuur door de zelfrealisator van deskundigheid bij de gemeente wordt een marktconform tarief in rekening gebracht op basis van een door de gemeente uit te brengen offerte; de te maken afspraken worden contractueel vastgelegd. Grondrouting 12. de gemeente is bereid tot grondrouting via gemeente mits dit tenminste budgettair neutraal is en voldoende zekerheid en fiscale risico’s zijn afgedicht (econoom vermijden) en daarboven logistieke voordelen verschaft en of financieringsvoordelen met zich meebrengt. Ook moet er voldoende zekerheid zijn rond de terugname van deze percelen. Samen inkopen 13. gezamenlijke inkoop (gemeente en zelfrealisator) van een grondpositie is mogelijk indien de betreffende gronden ook (gedeeltelijk ) nodig zijn voor de aanleg van de hoofdinfrastructuur: aankoop gaat dan pro rata ten laste van de infrastructuurvlek en t.l.v. het project per geval worden afspraken gemaakt Inbreng gemeentegrond 14. de gemeente brengt eigen vrije grondposities (dat wil zeggen waaromtrent geen bouwclaim of contractuele afspraken bestaan) onder marktconforme en concurrentie 238
4.5 Paragraaf grondbeleid
stimulerende condities ( al dan niet tendering) op de markt wanneer het gaat om een totale ontwikkelvlek; wanneer het gaat om een grondpositie op een locatie waarbij een of meer andere partijen gaan ontwikkelen dan is er bereidheid dat eigendom (met inbegrip van bestaande openbare ruimte) in te brengen (tegen een nader vast te stellen waarde) in de ontwikkeling van die ander Nieuwe openbare ruimte 15. nieuwe secundaire en tertiaire openbare ruimte in op of boven de grond in de ontwikkelvlek wordt betaald door de zelfrealisator en na gereedkomen inclusief ondergrond om niet overgedragen aan de gemeente tenzij het logisch is dat deze wordt ingebracht in een Vereniging Van Eigenaren Tempo 16. de zelfrealisator erkent dat start en doorlooptijd van de ontwikkeling van het ruimtelijk ontwikkelingsproject mede afhankelijk zijn van start en doorlooptijd van eventuele aanpalende majeure infrastructuur; het tempo van aanleg infrastructuurvlekken in de nabijheid van projecten is mede afhankelijk van door de gemeente te verwerven subsidies; prioriteitstelling is afhankelijk van integrale bestuurlijke afweging en beschikbaarstelling van algemene middelen en van prioriteitstelling binnen de verkeerskaart van Apeldoorn; de gemeente is de regisseur bij de stelselmatige stadsuitleg en planmatige stedelijke herontwikkeling. Inzet grondbeleidinstrumentarium 17. de gemeente voert regie over de inzet van haar ten dienste staande grondbedrijfinstrumenten; de gemeente is – binnen de kaders van de Nota Grondbeleid 2013 - bereid om middelen uit de gereedschapskist grondbeleid in te zetten ten behoeve van de zelfrealisator mits dat wettelijk mogelijk is; bij te maken afspraken zal in ieder geval steeds een toetsing plaatsvinden op de aspecten van mededinging, aanbesteding van werken/ diensten en staatssteun; Parkeren 18. startpunt bij de gebiedsontwikkeling is dat een zelfrealisator van sociale woningbouw ook de kostprijs voor eventueel gebouwd parkeren betaalt Subsidieacquisitie 19. de gemeente is bereid subsidieacquisitie (zowel intern als bij andere overheden) te verrichten en beschikbaar te stellen onder voorbehoud van kredietverlening door de raad en onder voorbehoud dat er geen sprake mag zijn van staatssteun Disclaimer 20. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de bovenstaande beleidsinzet.
239
240
4.6 Paragraaf Lokale heffingen 4.6.1 Inleiding Deze paragraaf bevat informatie en voorstellen over de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen en gaat in op de consequenties daarvan voor de inwoners. In hoofdstuk 3, de financiële beschouwingen, worden de uitgangspunten geformuleerd, die resulteren in de in deze paragraaf vermelde tarieven. Allereerst wordt stilgestaan bij de belastingen die kunnen worden gerangschikt onder de zogeheten woonlasten. Dit zijn de volgende belastingen: • • •
Onroerende-zaakbelastingen; Afvalstoffenheffing; Rioolheffing.
Daarna komen de overige heffingen aan bod. Vervolgens vergelijken wij de geraamde inkomsten 2014 met die van 2013 en zullen de geraamde kosten 2014 vergelijken met de geraamde opbrengsten 2014. De hoogte van de woonlasten in Apeldoorn wordt vervolgens vergeleken met die in omliggende steden. Tenslotte besteden wij aandacht aan kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, waarbij wij aangeven wat de financiële gevolgen van het gevoerde kwijtscheldingsbeleid zijn. De baten van de gemeente bedragen voor 2014 ruim € 439, exclusief verrekening met reserves. Bijna de helft daarvan wordt ontvangen van het Rijk via de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en specifieke uitkeringen (bijv. sociale zekerheid, maatschappelijke dienstverlening). Bij de overige baten moet u denken aan bouwgrondexploitatie, interne verrekeningen en eigen belastingen (heffingen, rechten en leges). Bij de heffingen is de onroerende-zaakbelastingen de belangrijkste component.
4.6.2 Beleidsuitgangspunten Uw raad heeft een grote mate van vrijheid bij het vaststellen van de belastingtarieven. De opbrengsten van de belastingen en overige heffingen worden in 2014 alleen aangepast aan de inflatiecorrectie. Deze bedraagt 2,1%. Uitzondering hierop zijn de onroerende- zaakbelastingen (ozb), waar de tarieven met 2,45% stijgen. De opbrengststijging ozb blijft hiermee binnen de macronorm 1. De volledig kostendekkende tarieven zijn verhoogd met een gewogen index van 2,0% waarbij rekening is gehouden met de voor de gemeentelijke budgetten geldende verlaagde materiële kostenindex. De tarieven afvalstoffenheffing vastrecht stijgen met 3,69% als gevolg van de doorrekening van kwijtschelding in het tarief vanaf 2013. De tarieven afvalstoffenheffing variabel dalen naar het niveau van 2012 (-1,2%). Daarnaast wordt deze last voor de burger lager, omdat meer mogelijkheden voor scheiding van afval worden aangereikt waardoor minder restafval overblijft. 1
De OZB-opbrengst wordt op macroniveau gemaximeerd door jaarlijks een percentage vast te stellen waarmee de som van de OZB-opbrengsten van alle gemeenten mag groeien. De reële macronorm voor het begrotingsjaar 2014 is 2,45%.
241
Paragraaf 4.6 Lokale heffingen
4.6.3 Overzicht belastingen en heffingen Gemeenten zijn beperkt in de soorten belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet. Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. Voordat tarieven worden gecorrigeerd voor inflatie, wordt gecontroleerd of dit niet leidt tot meer dan 100% kostendekking De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen), waarvan de ozb de omvangrijkste is. De gemeentelijke belastingen en retributies die in 2014 in Apeldoorn worden geheven zijn: Ongebonden belastingen: • Onroerende- zaakbelastingen • Hondenbelasting • Parkeerbelastingen • Precariobelasting • Toeristenbelasting Gebonden belastingen: • Afvalstoffenheffing • Rioolheffing • Diverse leges en rechten
4.6.4 Voorstel per belastingsoort Onroerende- zaakbelastingen
De ozb wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De verwachte opbrengst ozb wordt als percentage van de totale WOZwaarde (inclusief areaaluitbreiding en waardeontwikkeling) van alle onroerende zaken in Apeldoorn uitgedrukt. Dit percentage is, afhankelijk van eigenaar/gebruiker niet-woning en eigenaar woning, bepalend voor de hoogte van elke individuele aanslag ozb. De nieuwe vastgestelde WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2013 zijn bepalend voor het belastingjaar 2014. In 2014 worden voor alle onroerende zaken binnen de gemeentegrenzen nieuwe WOZ-beschikkingen afgegeven die het hele jaar 2014 geldig zijn. De waarde van een woning in Apeldoorn is ten opzichte van het vorige tijdvak, waarvoor als waardepeildatum 1 januari 2012 gold, gemiddeld met 7,25% gedaald. De waarde van een niet-woning is gemiddeld gedaald met 4,25%. Om bij deze dalingen van de WOZ-waarden tot dezelfde ozbopbrengst te komen moeten de tarieven ozb verhoogd worden. Om daarnaast de inflatie (2,1%) te compenseren en een benodigde meeropbrengst te behalen, waarbij een boveninflatoire tariefstijging nodig is van 0,35%, zullen de tarieven gecorrigeerd worden. De gemiddelde aanslag ozb wordt in 2014 dus verhoogd met 2,45%.
242
Paragraaf 4.6 Lokale heffingen
Voornoemde wijzigingen leiden tot de percentages zoals genoemd in de volgende tabel. Percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voor berekening ozb: 2013
2014
Gebruikersbelasting: niet-woningen
0,2301%
0,2461%
Eigenarenbelasting: woningen niet-woningen
0,1218% 0,2853%
0,1346% 0,3052%
Bijvoorbeeld 1: Eigenaar Woning In 2013 was het tarief voor woningen (eigenaren) 0,1218% van de waarde. De eigenarenaanslag ozb voor een woning met een waarde van € 230.900 2 bedroeg dus € 281,24. Met een waardedaling van 7,25% wordt de nieuwe waarde (afgerond) € 214.100. Met een tarief in 2014 van 0,1346% van de waarde zal de aanslag ozb in 2014 € 288,13 bedragen. Dit komt neer op een verhoging van 2,45%. Eigenaar niet-woning In 2013 was het tarief voor niet-woningen (eigenaren) 0,2853% van de waarde. De eigenarenaanslag ozb voor een niet-woning met een waarde van € 921.000 bedroeg dus € 2.627. Met een waardedaling van 4,25% wordt de nieuwe waarde in 2014 afgerond € 882.000. Met een tarief van 0,3052% voor eigenaren nietwoningen wordt de aanslag ozb € 2.692. Dit is een verhoging van 2,45%. Gebruik niet-woning In 2013 was het tarief voor niet-woningen (gebruikers) 0,2301% van de waarde. De gebruikersaanslag ozb voor een niet-woning met een waarde van € 921.000 bedroeg dus € 2.119. Met een waardedaling van 4,25% wordt de nieuwe waarde in 2014 € 882.000. Met een tarief van 0,2461% voor gebruikers niet-woningen wordt de aanslag ozb € 2.171. Dit is een verhoging van 2,45%.
Rioolheffing
Naast de zorg voor inzameling en transport van afvalwater hebben gemeenten ook een regenwaterzorgplicht en hebben zij een duidelijke rol als regisseur bij de aanpak van grondwaterproblemen. De gemeente is dus niet alleen verantwoordelijk voor het onderdeel afvalwater, maar voor de gehele gemeentelijke waterhuishouding. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op gebruikers van woningen en niet-woningen. De aanslagen rioolheffing worden berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Ook voor de rioolheffing geldt dat, door de waardedaling van de onroerende zaken, de tarieven verhoogd moeten worden om tot eenzelfde belastingopbrengst te komen. Daarnaast zullen de tarieven verhoogd worden met de in 4.6.2. genoemde gewogen index van 2,0%. Dit betekent dat de gemiddelde aanslag rioolheffing in 2014 dus wordt verhoogd met 2,0%.
1 Omdat de tarieven voor ozb en rioolheffing worden afgerond, kunnen geringe verschillen ontstaan in de berekening van de aanslagen ozb en rioolheffing.
2
Bron: COELO Atlas van de lokale lasten.
243
Paragraaf 4.6 Lokale heffingen
Voornoemde wijzigingen leidt tot het percentage zoals genoemd in de volgende tabel. Percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voor berekening rioolheffing: gebruikers
2013 0,0602%
2014 0,0662%
Bijvoorbeeld: Gebruik Woning In 2013 was het tarief 0,0602% van de waarde. De aanslag rioolheffing voor een woning met een waarde van € 230.900 1 bedroeg dus € 139,00. Met een waardedaling van 7,25% wordt de nieuwe waarde (afgerond) € 214.100. Met een tarief in 2014 van 0,0662% van de waarde wordt de aanslag rioolheffing € 141,78. Dit is een verhoging van 2,0%.
Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast en een variabel gedeelte. Elk huishouden is het vaste gedeelte verschuldigd. Het variabele gedeelte wordt in rekening gebracht op basis van de hoeveelheid afval, die de burger ter verwijdering aanbiedt. De kosten van kwijtschelding komen sinds 2013 ten laste van het budget voor afvalverwijdering. In 2013 kon deze kostenverhoging worden opgevangen binnen de reserve afvalstoffenheffing. Vanaf 2014 volgt geleidelijk doorberekening in de heffing, waardoor deze in 2016 op volledig kostendekkend niveau komt. Dit heeft tot gevolg dat het vastrechttarief in 2014 nog met 3,69% stijgt en vervolgens geleidelijk egaliseert. Per 2016 is de verwerking van restafval opnieuw aanbesteed. Dit heeft geleid tot een goedkoper contract met als gevolg een verlaging van het vastrechttarief tarief vanaf 2017. De variabele tarieven afvalstoffenheffing dalen naar het niveau van 2012 (- ca 1,2%). Daarnaast krijgt de burger meer mogelijkheden voor scheiding van afval, waardoor hij minder restafval ter verwijdering hoeft aan te bieden. Voor meerpersoonshuishoudens gaan we uit van een daling van gemiddeld 14,3 naar gemiddeld 13,6 containers van 240 liter restafval per jaar. Het gevolg daarvan is, dat de gemiddelde kosten van afvalverwijdering voor de burger daalt. Voor meerpersoonshuishoudens ziet het plaatje er als volgt uit: Meerpersoonshuishoudens
2013
2014
2015
2016
2017
Tarieven vastrecht € 167,29 € 173,46 € 175,50 € 175,87 € 165,63 Procentueel vastrecht 3,69% 1,17% 0,21% -5,82% Tarief variabel 240 l € 7,59 € 7,50 € 7,50 € 7,50 € 7,50 Variabel tarief x ledigingen* € 108,71 € 102,29 € 102,29 € 102,29 € 102,29 Procentueel variabel - 5,91 % 0% 0% -0 % *) Uitgaande van een daling van het gemiddeld aantal ledigingen naar 13,6 (in 2013 14,3) voor een 240 liter container.
Ontwikkeling woonlasten
Normaliter worden de tarieven elk jaar verhoogd met inflatie. De geraamde inflatie voor 2014 bedraagt 2,1%. De volledig kostendekkende tarieven worden verhoogd met een gewogen index van 2,0%.
1
Bron: COELO Atlas van de lokale lasten.
244
Paragraaf 4.6 Lokale heffingen
In onderstaande tabel wordt een totaalbeeld gegeven van de ontwikkeling van de woonlasten voor een huishouden met een gemiddelde woningwaarde van € 230.900. Woonlasten afval vastrecht afval variabel rioolheffing ozb Totaal
2013 € 167,29 € 108,71 € 139,00 € 281,24 € 696,24
2014 € 173,46 € 102,29 € 141,78 € 288,13 € 705,66
% ontw. 3,69% -5,91% 2,00% 2,45% 1,35%
Op totaalniveau stijgen de woonlasten met 1,35%. Dit is 0,75% minder dan de voor 2014 geraamde inflatie.
Parkeerbelastingen
In de gemeente Apeldoorn worden de parkeertarieven gebruikt om de kosten voor parkeervoorzieningen te bestrijden en om het parkeren binnen de gemeente te reguleren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen parkeren voor bewoners, bezoekers en woon- werk parkeren. Het streven is zo min mogelijk auto’s langs de openbare weg te laten parkeren en het gebruik van de auto voor woonwerkverkeer te ontmoedigen. De parkeertarieven worden met het inflatiepercentage geïndexeerd.
Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het gebruik van gemeentegrond. Hieronder valt niet alleen het plaatsen van containers langs- of op de openbare weg, maar bijvoorbeeld ook lichtbakken aan winkels die boven gemeentegrond hangen. Precariobelasting is een ongebonden belasting, waarbij de gemeente volledige vrijheid heeft in de vaststelling van de hoogte van de tarieven. Voorgesteld wordt de tarieven voor de precariobelasting te verhogen met het inflatiepercentage.
Hondenbelasting
Hondenbelasting is een algemene belasting. Dat houdt in dat de raad vrij is in de bepaling van de opbrengst: er hoeft geen relatie met de kosten te zijn. Uw raad heeft bij de invoering van de hondenbelasting besloten dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten van de maatregelen om de overlast van honden te beperken. Deze kosten betreffen voornamelijk de kosten voor het onderhoud van de hondenuitlaatplaatsen. De prijsverhoging vanwege inflatie kan binnen het budget worden opgevangen. Voorgesteld wordt de tarieven voor hondenbelasting te handhaven op het niveau van 2013.
Toeristenbelasting
Voor de toeristenbelasting heeft uw raad in het verleden besloten dat de tarieven worden aangepast overeenkomstig het consumentenprijsindexcijfer (voorheen: prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie) van het CBS. Voorgesteld wordt deze lijn voort te zetten en de tarieven voor de toeristenbelasting overeenkomstig dit indexcijfer (2,0%) aan te passen.
Marktgelden
Voorgesteld wordt om de tarieven marktgelden te verhogen met de gewogen index van 2,0% en zoveel mogelijk af te ronden op hele bedragen.
Grafrechten
Met ingang van 2009 is een boveninflatoire tariefstijging benodigd van 1,5%, wat in lijn ligt met uw besluit uit 2006. De grafrechten zijn volledig kostendekkend.
245
Paragraaf 4.6 Lokale heffingen
Hierbij wordt gerekend met een gewogen index van 2,0%. Voorgesteld wordt dan ook de tarieven van de begraafplaatsenrechten te verhogen met 3,5%,
Leges omgevingsvergunning
In 2013 hebben we het tarief verhoogd naar 3,3%. We hadden de verwachting dat de reserve dan geleidelijk weer positief zou worden. De ontwikkelingen in 2013 laten echter zien, dat het tekort verder toeneemt. De recessie houdt aan en de bouwmarkt is verder verslechterd. De begrote woningbouw loopt terug tot 150 woningen. De afgelopen jaren zijn een aantal bouwactiviteiten vergunningvrij geworden. Dit betekent geen inkomsten meer uit leges. Werkzaamheden in het kader van toezicht en handhaving blijven echter in stand. Door wet- en regelgeving zijn ook nieuwe niet-legesgebonden taken toegenomen. Samenvattend hebben we te maken met minder legesopbrengsten, terwijl we de kosten maar beperkt kunnen terugbrengen. We hebben een taakstelling opgenomen om de legesbekostigde formatie in drie jaar met 15 % te verminderen en besparen daarmee € 300.000 vanaf 2016. Daarnaast zullen we in de loop van 2014 met voorstellen komen ter voorbereiding van de nieuwe omgevingswet. We stellen nu voor om het tarief 2014 voor de bouwleges te handhaven op het huidige niveau. Het tarief is al hoger dan het landelijk gemiddelde en met een verdere verhoging zenden we een verkeerd signaal uit richting de bouwmarkt. De reserve bouwleges is negatief. Om verdere daling van de reserve te voorkomen worden in de MPB voorstellen gedaan om het tekort in 2013 en 2014 uit algemene middelen te dekken.
Diverse leges en rechten
De verschillende leges en rechten die worden geheven, worden in principe verhoogd met de inflatiecorrectie van 2,0%. Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals de kansspelautomaten, is rekening gehouden met wettelijk vastgestelde tarieven.
4.6.5 Geraamde opbrengsten 2014 ten opzichte van 2013 In de tabel hieronder zijn, met inachtneming van de voorstellen uit hoofdstuk 3, de geraamde opbrengsten voor 2014 vergeleken met de geraamde opbrengsten van 2013. Voor een toelichting op de hierna vermelde bedragen verwijzen wij u naar voornoemd hoofdstuk over de financiële beschouwingen. (bedragen in €) - OZB - Afvalstoffenheffing - Rioolheffing - Parkeerbelasting - Precariobelasting - Hondenbelasting - Toeristenbelasting - Begraafrechten * - Omgevingsvergunning (bouwen)* - Leges burgerzaken - Leges vergunningen publiek domein - Marktgelden Totaal
2013 41.202.000 16.692.000 11.554.000 4.255.000 649.200 771.000 1.582.700 1.644.200 3.128.100 2.238.900 239.400 408.900 84.365.400
2014 42.785.000 17.126.000 11.874.000 4.246.000 662.200 771.000 1.614.400 1.496.600 3.281.100 2.466.800 220.600 361.700 86.905.400
* betreft de werkelijk opbrengst, exclusief dekking uit algemene middelen
246
Paragraaf 4.6 Lokale heffingen
4.6.6 Geraamde kosten 2014 ten opzichte van geraamde opbrengsten 2014 In de tabel hierna zijn van de gebonden belastingen (zie 4.6.3) de geraamde kosten 2014 vergeleken met de geraamde opbrengsten 2014. (bedragen in €) -
Geraamde kosten 2014
Afvalstoffenheffing Rioolheffing Begraafrechten Omgevingsvergunning (bouwen) Leges burgerzaken Leges vergunningen publiek domein Marktgelden
18.225.000 11.567.000 1.569.600 4.748.000 2.456.300 280.500 398.500
Geraamde opbrengsten 2014 17.126.000 11.874.000 1.496.600 3.281.100 2.466.800 220.600 361.700
4.6.7 Lokale lastendruk Huidige positie ten opzichte van omliggende gemeenten. 1 Uit onderstaande tabellen blijkt dat de totale woonlasten van zowel een éénpersoonshuishouden als een meerpersoonshuishouden in Apeldoorn in 2013 op gelijk niveau liggen als die van omliggende gemeenten van vergelijkbare grootte. Momenteel is nog niet duidelijk welke tarieven volgend jaar in de omliggende gemeenten gaan gelden. Eénpersoonshuishouden (bedragen in €) Gemiddelde woningwaarde OZB eigendom woning Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal Meerpersoonshuishouden (bedragen in €) Gemiddelde woningwaarde OZB eigendom woning Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
1
Apeldoorn
Ede
Nijmegen
Arnhem
230.900 281,24 189,41 139,00
254.400 268,90 192,96 166,49
202.100 397,20 95,68 133,21
185.200 357,58 148,20 152,22
609,65
628,35
626,09
658,00
Apeldoorn
Ede
Nijmegen
Arnhem
230.900 281,24 276,64 139,00
254.400 268,90 234,36 166,49
202.100 397,20 155,98 133,21
185.200 357,58 200,04 152,22
696,88
669,75
686,39
709,84
Bron: COELO Atlas van de lokale lasten en gemeentelijke internetpagina’s.
247
Paragraaf 4.6 Lokale heffingen
4.6.8 Kwijtscheldingsbeleid Apeldoorn hanteert als kwijtscheldingsnorm 100% van de bijstandsuitkering. Apeldoorn maakt daarmee, net als in het overgrote deel van de andere gemeenten in Nederland, gebruik van het recht dat lokale overheden hebben om de landelijke norm van 90% van het bijstandsniveau te verhogen tot maximaal 100% van die norm. Dit houdt in dat als men onder de norm komt, men in aanmerking komt voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Niet voor alle heffingen wordt kwijtschelding verleend. De afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting (voor 1 hond) en een gedeelte van de onderhoudsrechten graven komen in Apeldoorn in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking. Voor het onderhoudsrecht van graven wordt slechts zeer beperkt kwijtschelding aangevraagd en verleend. Voor de overige heffingen zijn voor 2014 de kosten van kwijtschelding geraamd op: Hondenbelasting: Afvalstoffenheffing Rioolheffing
€ 40.000 € 977.000 € 268.000
Voor de afvalstoffenheffing wordt beperkt kwijtschelding (vastrecht en een maximaal aantal ledigingen) verleend, zodat er ook voor de minima een prikkel blijft bestaan om zorgvuldig met hun huishoudelijke afvalstoffen om te gaan. Het maximaal kwijt te schelden bedrag is zodanig vastgesteld dat dit bij “normaal afvalgedrag” toereikend is. Gemiddeld wordt een 240 liter container door een meerpersoonshuishouden 14 maal per jaar ter lediging aangeboden. Vandaar dat het maximaal kwijt te schelden bedrag voor 2014 wordt verlaagd van € 135,- (18 ledigingen) naar € 105,- (14 ledigingen).
4.6.9 Samenvatting Bovenstaande voorstellen zijn hieronder puntsgewijs weergegeven: • ozb Berekeningspercentage eigenaren woningen vaststellen op 0,1346% van de waarde. Berekeningspercentage eigenaren niet-woningen vaststellen op 0,3052% van de waarde. Berekeningspercentage gebruikers niet-woningen vaststellen op 0,2461% van de waarde. • Rioolheffing Berekeningspercentage vaststellen op 0,0662% van de waarde • Afvalstoffenheffing Tarieven vastrecht verhogen met 3,69% en tarieven variabel verlagen naar niveau 2012 (-1,2%). • Marktgelden Tarieven verhogen met gewogen index van 2,0%. • Parkeerbelastingen Tarieven verhogen met inflatiepercentage van 2,1%. • Precariobelasting Tarieven verhogen met inflatiepercentage van 2,1%. • Hondenbelasting Tarieven handhaven. • Toeristenbelasting Tarieven verhogen met 2,0% • Grafrechten Tarieven verhogen met 3,5%. • Tarief bouwleges Tarieven handhaven • Leges en Rechten Over het algemeen corrigeren met gewogen index van 2,0%.
248
4.7 Paragraaf bedrijfsvoering 4.7.1 Inleiding De gemeente Apeldoorn levert een scala aan producten en diensten. Daarbij is een goede bedrijfsvoering van essentieel belang. In deze paragraaf geven wij inzicht in ontwikkelingen m.b.t. de bedrijfsvoering voor zowel de ambtelijke als de bestuurlijke organisatie.
4.7.2 Ontwikkelingen bedrijfsvoering in de ambtelijke organisatie Personeel en organisatie Deze paragraaf is onderverdeeld in twee subonderdelen. Als eerste de organisatieontwikkeling. Dit is met name op de organisatiestructuur gericht. Waar komen we vandaan en wat moet hier nog aan worden gedaan? Een van de redenen voor de organisatieontwikkeling is geweest dat er een cultuurverandering binnen de gemeente Apeldoorn moet plaatsvinden. Dit wordt verder toegelicht bij de HRM visie. Als tweede de HRM visie. Waar gaan we naar toe? Hier wordt aangegeven waar de energie en inspanningen de komende jaren op gericht is van team HRM in samenwerking met management en medewerkers van de organisatie. - Organisatieontwikkeling Op 1 januari 2013 is de nieuwe organisatie formeel gestart en zijn we de volgende fase van de reorganisatie ingegaan. In 2013 en 2014 worden de losse eindjes ten aanzien van de reorganisatie afgewikkeld. Gedurende het reorganisatieproces zijn afspraken gemaakt over onderdelen die in een later stadium zouden worden opgepakt. Een voorbeeld hiervan is de verdere doorontwikkeling van de eenheid Shared Service Center. Deze eenheid zal op onderdelen nog een ontwikkeling door moeten maken. Dit kan leiden tot een reorganisatie binnen deze eenheid. Deze zal in 2013 en 2014 worden opgepakt en afgerond. De personele effecten die hier mogelijk mee gemoeid zijn, zijn al in het Sociaal Plan opgenomen. Dit is slechts een voorbeeld. Hiernaast wordt alles op alles gezet om de medewerkers die in de reorganisatie geen vaste functie hebben gekregen binnen of buiten de gemeente Apeldoorn te plaatsen in een structurele functie. Het organisatieonderdeel Mobiliteit en Ontwikkeling samen met team HRM zijn hier volop mee aan de slag. Contacten in de regio worden benut om mogelijkheden te verkennen en te realiseren die tot uitstroom van medewerkers van de gemeente Apeldoorn kunnen leiden. - HRM visie De reorganisatie heeft een kleinere organisatie met een nieuwe structuur opgeleverd, maar daarmee zijn we er nog niet. Om de veranderdoelen te realiseren, is ook ander gedrag nodig.
‘Apeldoorn wil een andere gemeente zijn. Een gemeente die opereert vanuit vertrouwen. Die vanuit burgers, bedrijven en instellingen kan denken. Die aanwezig is in de wijken. Die stuurt vanuit samenhang. Die zuinig en efficiënt werkt. Die intern en
249
4.7 Paragraaf bedrijfsvoering
extern opereert vanuit waarden. Die de andere overheid tot haar belangrijkste drijfveren rekent. ‘Apeldoorn wil een organisatie zijn waarin mensen ingezet worden op hun kracht en energie krijgen van hun werk. Waarin inhoud en professionaliteit voorop staan. Waarin mensen nieuwsgierig zijn naar wat de ander beweegt en collega’s elkaar inspireren. Waarin men elkaar aanspreekt op wat goed en wat niet goed gaat. Waarin het belang van het geheel boven het individuele belang staat en dat van het concern boven de eenheden’. Deze ambitieuze doelstellingen vragen veel van de kwaliteit en inzet van onze mensen. Hoe realiseren we een cultuur waarin eigen verantwoordelijkheid nemen en gezamenlijk werken aan resultaat de realiteit van alledag is? Waarin feedback als normaal en opbouwend wordt ervaren? Waarin op een prettige en veilige maar ook kritische manier met elkaar wordt samengewerkt? In de fase van organisatieontwikkeling waar we ons nu in bevinden, richten we ons met name op de organisatiecultuur en bijbehorende gedragsverandering. Thema’s die rechtstreeks raken aan Human Resource Management (HRM). HRM betreft ‘alle activiteiten van een organisatie om het menselijk kapitaal in de organisatie gewenst gedrag te laten vertonen met als doel het behalen van organisatiesucces’. Om de doorontwikkeling van de organisatie te kunnen realiseren, is het dan ook noodzakelijk het HRM-beleid af te stemmen op de veranderdoelen van de organisatie. We hebben als organisatie veel in huis aan talent, creativiteit en professionaliteit van medewerkers. We maken een stevige ontwikkeling door op het gebied van ondersteunende systemen en instrumenten. Wat echter mist is samenhang vanuit een gezamenlijke HRM-visie op de toekomst. Vanuit samenhang kunnen de instrumenten die er al zijn effectiever en efficiënter worden ingezet; vanuit de visie op de toekomst kunnen nieuwe ontwikkelingen gestart worden die leiden tot een vitale organisatie die op de toekomst is voorbereid en gedragen wordt door competentie, gedreven medewerkers met hart voor Apeldoorn en hart voor de organisatie. Kijken we naar de uitdagingen die vanuit de externe en interne context op ons afkomen, dan staat de gemeente Apeldoorn voor een enorme opgave. We moeten investeren in de kwaliteit en flexibiliteit van medewerkers om de veranderdoelen van de andere overheid vorm te geven en om medewerkers in alle leeftijdscategorieën zo productief mogelijk in te zetten. We moeten ook investeren in ons imago van aantrekkelijk werkgever en jonge, hoogopgeleide mensen binnenhalen om te werken aan een evenwichtige personeelssamenstelling die op de toekomst is voorbereid. Maar tegelijkertijd is er sprake van forse bezuinigen op zowel taken als formatie. Investeren in kwaliteit en ontwikkeling èn continue kostenbeheersing dienen de komende periode hand in hand te gaan. Een lastige opgave maar niet onmogelijk. Het vraagt om een betrokken, creatieve houding: welke mogelijkheden zien we voor ontwikkeling, hoe kunnen we zoveel mogelijk rendement halen met beperkte middelen? Het vraagt om zakelijkheid: doen we de juiste dingen, zetten we onze mensen en middelen op de juiste manier in? En het vraagt om ‘gewoon doen’: het gesprek met elkaar aan gaan of elkaar feedback geven, kost niets maar levert enorm veel op. De HRM-visie formuleren we als volgt: ‘Onze organisatie ziet wat je waard bent en geeft je ruimte om die prestaties te leveren die de organisatie van je vraagt’ Met deze uitspraak willen we expliciet twee kanten belichten. Ja, de organisatie heeft oog voor het talent en de kwaliteiten van medewerkers. En ja, van 250
4.7 Paragraaf bedrijfsvoering
leidinggevenden wordt verwacht dat ze medewerkers ondersteunen, enthousiasmeren en inzetten op hun kracht binnen de mogelijkheden die er zijn. Maar er liggen ook hoge verwachtingen bij de medewerker. Dat er daadwerkelijk waarde wordt toegevoegd en de kwaliteiten op een proactieve manier worden ingezet om de afgesproken resultaten te behalen. De komende jaren ligt de focus van HRM beleid op: RESULTAAT
•
•
WAARDERING
•
•
DYNAMIEK
•
•
WAARDEN
•
We zijn een resultaatgerichte organisatie waarin het management vanuit organisatiedoelen stuurt op output en kwaliteit door ruimte te bieden aan vakmanschap, innovatief vermogen en professionaliteit van medewerkers. We verwachten van medewerkers dat ze hun kwaliteiten proactief inzetten, verantwoordelijkheid nemen voor eigen resultaten en die van hun team/eenheid en hier op een transparante manier verantwoording over afleggen. We zijn een organisatie waarin het management de prestaties van medewerkers beloont naar wat ze waard zijn en deze waardering op verschillende manieren uit binnen evenwichtige en eerlijke kaders. We verwachten van medewerkers dat ze verantwoordelijkheid nemen voor de afgesproken resultaten en de bijbehorende positieve dan wel negatieve waardering voor hun rekening nemen. We zijn een dynamische, vitale organisatie waarin het management structureel in gesprek is met de medewerker over kwaliteit, inzetbaarheid en ontwikkeling en de flexibele inzetbaarheid zoveel als mogelijk ondersteunt en stimuleert. We verwachten van medewerkers dat ze verantwoordelijkheid nemen voor hun loopbaan en zich proactief, flexibel en ondernemend opstellen. We werken in een organisatiecultuur waarin de kernwaarden betrokken, uitnodigend en slagvaardig geïntegreerd zijn in houding en gedrag van medewerkers, waarin op alle niveaus en tussen alle niveaus in een veilige omgeving het gesprek gevoerd wordt over wat goed en niet goed gaat en waarin feedback geven en ontvangen de praktijk van alledag is.
Planning en control - Inrichting van de organisatie en het instrumentarium Per 1 januari 2013 is de organisatie opnieuw ingericht. Ook heeft uw raad in het voorjaar van 2013 ingestemd met de rapport “Dualisme en controle 2.0” van de raadswerkgroep Controle. Een en ander heeft geleid tot tal van ontwikkelingen. Zo is de capaciteit voor Planning en Control in de eenheid Financiën en Control geconcentreerd. De concerncontroller en de controller van het Grondbedrijf vallen beide onder deze eenheid. In 2013 zijn de administratie, de managementinformatie, de interne controle en het risicomanagement opnieuw opgezet. Uw raad stelt de dashboardonderwerpen vast en een oplegvel vervangt bij de Voorjaarsnota de 1e TURAP. Kortom, in 2014 zullen wij voortdurend moeten evalueren of de in 2013 gekozen opzet goed werkt, of dat aanpassingen nodig zijn. Met name moet hier gedacht worden aan de verankering van (de acties op basis van) het risicomanagement in de diverse P&C documenten.
251
4.7 Paragraaf bedrijfsvoering
- (Actieve) informatievoorziening In de volgende tabel staat een overzicht van de documenten die uw raad in ieder geval in het kader van de actieve informatievoorziening zal ontvangen. Onderwerp Omschrijving / Mijlpaal Uw raad ontvangt de volgende producten: - concernjaarrekening 2013 - nota MPG 2014 - voorjaarsnota 2015, inclusief oplegvel voortgang 2014 - bestuursrapportage 2014 - meerjarenprogrammabegroting 2015 – 2018
Planning april april 2e kwartaal september september
2014 2014 2014 2014 2014
In de nota actieve informatieplicht staan spelregels over wanneer ons college tussen deze rapportagemomenten aanvullende informatie aan uw raad moet verstrekken. - Interne controle en accountantscontrole Wij zijn er tot nu toe in geslaagd een goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekening te verkrijgen. Het blijft een uitdaging dit te continueren, zonder te vervallen in een overmatige check- en controlecultuur. Daartoe is in 2013 een nieuw gemeentebreed IC-plan opgezet. Begin 2014 wordt geëvalueerd of de gekozen opzet voldoet en welke accenten voor de interne controle 2014 relevant zijn. De accenten worden gezet op basis van een risico-inschatting. Onderwerp Omschrijving / Mijlpaal Interne controle en accountantscontrole - herijking Interne controleplan 2014 - ambitie: goedkeurende accountantsverklaring voor zowel rechtmatigheid als getrouwheid bij de jaarrekening 2013 - uitvoeren van interne controleplannen 2014 Doelmatigheid en rechtmatigheid (Collegeonderzoeksplan, art 213a GW) - uitvoeren collegeonderzoeksplan 2014 - opstellen collegeonderzoeksplan 2015
Planning voorjaar 2014 april 2014 gedurende jaar
gespreid over jaar december 2014
- Audit In 2013 is gewerkt aan een nieuwe visie auditing. Het is de bedoeling dat we het instrument auditing breder gaan inzetten, dan nu nog het geval (alleen voor de collegeonderzoeken). We willen auditing als instrument van het risicomanagement gaan inzetten, zowel op proces als op inhoud. De te kiezen onderwerpen cq. bedrijfsvoeringsthema’s willen we onafhankelijker gaan wegen op basis van een risico-analyse. Veel meer zal de onderzoeksagenda ad hoc worden gevuld zodat bijvoorbeeld als het risicomanagement daarom vraagt direct een audit of review op één of meer thema’s kan worden uitgevoerd. Voor 2014 zal de concerncontroller hiertoe een onderzoeksprogramma opstellen. Vervolgens zal deze met de Rekenkamer worden afgestemd. Het onderzoeksprogramma 2014-2015 zal uiterlijk in december aan ons college ter besluitvorming worden voorgelegd en daarna ter kennisname aan de raad worden toegestuurd.
Facilitaire dienstverlening - Huisvesting De eenheid Shared Service Center beheert het Stadhuis, het Raadhuis, het Activerium, het Portaal en deels het recent opgeleverde Werkgebouw Zuid. 252
4.7 Paragraaf bedrijfsvoering
Concentratie van dienstverlening en terugbrengen van huisvestingskosten door het reduceren van het aantal panden is een belangrijk thema. Eind 2012 is er afscheid genomen van het CentrePoint-gebouw. In 2015 loopt de huurovereenkomst met Het Portaal af. Dit betekent dat meer collega’s zullen worden gehuisvest in het Stadhuis. In 2020 loopt de huurovereenkomst voor het Activerium af. Ook hier doet zich een vraagstuk voor rondom het dienstverleningsconcept. Dit kan gevolgen hebben voor de huisvesting en tevens (her-)inrichting van het Stadhuis. De focus ligt voorts op de technische staat van onderhoud van het Stadhuis. De technische installaties (verwarming, koeling) zijn de komende 2 jaren afgeschreven. Dit betekent dat er beleid wordt ontwikkeld over het tijdstip van vervanging en de relatie tussen de diverse installaties. Het opnieuw inrichten van de ruimten in het Stadhuis qua werkplekken en faciliteiten heeft volop de aandacht. De nieuwe eenheden zijn gehuisvest en voor de OVIJ zijn in juni 2013, conform de afspraak flexibele werkplekken ingericht. - Professionaliseren en regionaliseren van de inkoop Professionaliseren Op 1 april 2013 is de nieuwe aanbestedingswet ingevoerd. Een van de hoofddoelstellingen van deze wet is het MKB meer kansen te bieden om overheidsopdrachten binnen te halen. Een gevolg van deze wet is dat de gemeente zich meer moeten verantwoorden over het aanbestedingsproces en onze uiteindelijke keuze van de leverancier. Dit betekent dat het inkoopproces beter geborgd en verder geprofessionaliseerd moet worden, dit doen we door o.a.: - bijeenkomsten te organiseren waarin de werking van de nieuwe aanbestedingswet wordt uitgelegd; - de managementteams van alle eenheden te bezoeken en informeren; - via de Apeldoorn Academie workshops aan te bieden; - samen met de eenheden een inkoopbehoefteplan op te stellen. Regionaliseren Inkoop is één van de onderwerpen die uitgewerkt wordt in het PIOFACH onderzoek met de gemeenten Brummen, Zutphen, Lochem, Voorst en Epe. Hierbij wordt verdere samenwerking gezocht op het gebied van inkoopadvisering. De gemeente Voorst is de trekker van deze opdracht. Verder loopt er een onderzoek naar een informelere vorm van samenwerking op het gebied van “Ondernemend Aanbesteden”. Hierbij zijn naast een aantal gemeenten ook partijen als Bouwend Nederland betrokken om zodoende meer aansluiting met de markt te realiseren. - Digitalisering van de documentenhuishouding Het documentair proces wordt zodanig ingericht dat inkomende en interne papieren documenten worden vervangen door digitale met behoud van hun authenticiteit. Uitgaande documenten worden digitaal van een handtekening voorzien. Opslag van de digitale documenten gebeurt op een wijze dat deze gedurende hun bewaartermijn gemakkelijk door alle bevoegde gebruikers kunnen worden gearchiveerd, teruggevonden en beschikbaar zijn voor de uitvoering van de werkprocessen. Vanaf begin 2011 werkt de afdeling Milieu, in 2013 overgegaan in de regionale uitvoeringsdienst OVIJ, als eerste afdeling binnen de organisatie volledig met digitale documenten, gevolgd door de afdeling Interne Dienstverlening van de dienst Samenleving. In 2013 is de eenheid Beheer en onderhoud overgegaan. De factuurafhandeling wordt ook al volledig digitaal uitgevoerd. Eind 2013 zal de eenheid Projecten digitaal werken. De verwachting is dat in 2015 de hele organisatie de post digitaal afhandelt en dat een groot deel van de post ook digitaal naar de burgers en bedrijven wordt verstuurd. 253
4.7 Paragraaf bedrijfsvoering
Communicatie Op 3 juli 2012 heeft het college van B en W de communicatieve verkenning ‘Taal van Herstel’ vastgesteld. Met dit besluit ligt de door het college te hanteren ‘tone of voice’ voor het restant van deze bestuursperiode (2012-2014) vast. Centraal in de communicatie staat de uitvoering van de ‘Agenda voor Herstel’ (maart 2012). Zowel binnen het college als binnen de directieraad is communicatie als aandachtsgebied de laatste maanden geregeld voorbij gekomen. Tegen dit decor en de komende verkiezingen heeft de eenheid Personeel, Communicatie en Bestuursondersteuning (PC&B) de afgelopen periode benut om nader zicht te krijgen op de actuele en mogelijk gewijzigde wensen die er zowel bij college als directieraad leven op communicatief terrein. Als college staan wij het volgende voor:: • in deze gure tijden meer warmte uitstralen en zich meer ‘tussen de Apeldoorners’ laten zien • een efficiëntere en een effectievere lobby richting medeoverheden voeren; dit als onderdeel van een corporate public affairs beleid • een dominantere positie van de gemeente Apeldoorn op het landelijke niveau • Apeldoorn méér vanuit de gebeurtenis én minder vanuit de regel besturen. De omgevingssensitiviteit van zowel het college als het ambtelijke apparaat moet omhoog. Dit heeft geleid tot de verkenning ‘Taal van herstel, de bijzinnen’ (door ons vastgesteld in mei 2013). Communicatie gaat handen en voeten geven aan de volgende items. a. representatieagenda wordt relatieagenda; b. opstellen corporate ‘onheilskalender’; c. opstellen corporate lobby agenda, onderzoek public affairs; d. een meer offensieve strategie gericht op de landelijke en vakpers; e. opstellen wekelijkse omgevingsanalyse. Naast de lopende en genoemde nieuwe acties vanuit ‘Taal van herstel, de bijzinnen’ wordt het plan van aanpak ‘Social media’ in juli 2013 vastgesteld door de directieraad. Diverse acties zijn inmiddels in gang gezet, zoals verdere uitwerking webcare, invulling en beheer facebookpagina. Gezien de snelle ontwikkelingen in dit vakgebied staat het permanent op de agenda van Communicatie. Een concept notitie over ‘Interne communicatie’ wordt in september 2013 door de directieraad vastgesteld. Deze notitie moet in het laatste kwartaal van 2013 leiden tot een uitvoeringsplan dat doorloopt in 2014. Het doel is om enkele quick wins in 2013 te behalen.
Informatievoorziening Voor gemeenten is ICT een belangrijk bedrijfsmiddel geworden en wordt het steeds minder gezien als ‘overhead’, zoals regelmatig nog wordt beweerd. Vrijwel al onze bedrijfsprocessen worden ondersteund met informatiesystemen. Een gemeente is bij uitstek een informatieorganisatie en veel van deze kennis ligt opgeslagen in onze systemen, zodat het traceerbaar en reproduceerbaar is. Het onderkennen van het belang van ICT als bedrijfsmiddel is essentieel voor de aanwending van middelen voor (door)ontwikkeling en vernieuwing. - ICT slimmer inzetten ICT is een investeringsmiddel met een zekere mate van hefboomwerking. Met andere woorden: een investering in de ICT kan een positieve bijdrage leveren aan een structurele bezuiniging. Het slimmer inzetten van ICT oplossingen zal bijdragen aan
254
4.7 Paragraaf bedrijfsvoering
efficiëntere bedrijfsprocessen. Bij verdergaande automatisering van bedrijfsprocessen neemt het aantal handelingen binnen het bedrijfsproces doorgaans af. Maar het onderhoud en de ontwikkeling van informatiesystemen neemt doorgaans toe. We kunnen immers niet meer zonder een informatiesysteem en het kost de nodige inspanning om deze in lucht te houden. Een beschikbaarheidpercentage van 99,9% is tegenwoordig een heel normale gebruikerseis. Als systemen traag zijn of erger, uitvallen, levert dat veel kritiek op van zowel medewerkers als burgers. We kunnen niet meer zonder. Ter illustratie: 70% van de banken gaat failliet als de ICT langer dan 3 dagen niet beschikbaar is. We hebben IT professionals nodig om onze informatiesystemen up-to-date te houden en belangrijker nog, te blijven doorontwikkelen. - Digitale Overheid De digitale wereld staat niet stil en ontwikkelt zich exponentieel. Ook het kabinet is zich daarvan bewust. Onder de titel “Digitale overheid levert gemak en besparingen op”, maakte minister Plasterk onlangs bekend dat de overheid € 300 tot € 350 miljoen per jaar kan besparen door zoveel mogelijk digitaal af te handelen. De focus ligt daarbij op 2017. Wie iets met de overheid wil regelen, doet dat over vier jaar bij voorkeur elektronisch. In de Visiebrief digitale overheid 2017, schrijft Plasterk dat niet alleen het Rijk maar ook provincies, waterschappen, gemeenten en overheidsdiensten uiterlijk in 2017 hun schriftelijke contacten met inwoners bij voorkeur digitaal laten verlopen. Naast bovenstaande loopt ook nog het landelijke programma iNUP, dat ervoor moet zorgen dat alle gegevens tussen overheidsinstanties worden gedeeld door middel van het stelsel van basisregistraties. Samengevat: eenmalige vastlegging, meervoudig gebruik. Daarmee willen we bereiken dat burgers en bedrijven niet iedere keer, wanneer zij diensten van de overheid afnemen, hun gegevens hoeven aan te leveren. Privacy en Security zijn ook hot issues op dit moment. Denk aan de DDos aanvallen, Lectober en het Dorifelvirus waar diverse instellingen de dupe van zijn geworden. Het Kwaliteit Instituut voor Nederlandse Gemeenten (KING) en de VNG hebben de informatiebeveiligingsdienst, de IBD, in het leven geroepen om overheidsinstanties te wijzen op de risico’s en te nemen maatregelen. Vanaf 2013 moeten gemeenten slagen voor een ICT-beveiligingsassessment om hun aansluiting op DigiD te behouden. En tot slot hebben we ook onze eigen wensen nog ten aanzien van de inzet van ICT. Apeldoorn heeft de afgelopen jaren al behoorlijke slagen gemaakt op het gebied van digitalisering, maar we blijven innoveren. Het digitale loket voor burgers en bedrijven, het digitaliseren van raadsstukken, het digitaliseren van inkomende post, het digitaliseren van de factuurafhandeling. Allemaal ontwikkelingen die er voor zorgen dat we aansluiting houden bij de digitale revolutie. Want die ontwikkeling zal voorlopig nog wel doorgaan. Sterker nog, deze zal nooit meer eindigen. De vraag: “Kan er nog meer bezuinigd worden op ICT?” zou ook kunnen luiden: “Hoeveel willen we investeren om aan de wensen van de verdergaande digitalisering invulling te kunnen geven?” Of in andere bewoordingen: “Hoe kunnen we ICT slimmer inzetten om effectiever en daar waar mogelijk efficiënter te werken?” - Speerpunten Investeringen in de ICT staan over het algemeen niet op zichzelf. Ze houden verband met elkaar en volgen elkaar op. Het ene projectresultaat is nodig om een ander project tot een succes te kunnen maken. Er is sprake van een continu ontwikkel- en innovatieproces. Belangrijke onderwerpen voor de komende jaren zijn: • Implementatie van de bouwstenen van het Nationaal UitvoeringsProgramma Dienstverlening en eOverheid (iNUP); 255
4.7 Paragraaf bedrijfsvoering
• • • • • •
Doorontwikkelen van onze infrastructuur in relatie tot onderwerpen als Het Nieuwe Werken, de werkplek van de toekomst en mobiliteit en Andere Overheid; Informatiebeveiliging; Digitalisering van werkprocessen: 3 decentralisaties, postverwerking en archivering van documenten; Ontsluiten van zaak- en productinformatie uit onze bedrijfsapplicaties aan medewerkers van het klantcontactcentrum zodat zij in staat zijn om vragen bij het eerste contact te kunnen beantwoorden; Verdere doorontwikkeling van de elektronische dienstverlening aan burgers en bedrijven; Intergemeentelijke samenwerking op ICT gebied.
4.7.3 Ontwikkelingen bedrijfsvoering m.b.t. de bestuurlijke organisatie Gemeentelijke overheid: Sturen op kerntaken en andere rolneming
Januari 2011 heeft de raad de raadsopdracht kerntaken vastgesteld. Naar aanleiding van de Agenda voor Herstel heeft de raad deze kaderstelling in 2012 kritisch herijkt. De uitgangspunten voor de rolverandering van 'de Andere Overheid' zijn leidend voor het beleid en de uitvoering ervan.eTegelijk heeft de raad zich gebogen over het Strategisch Kader. Conclusie is dat de ambities in grote lijnen gehandhaafd blijven en dat het bereiken van sommige doelen in de komende jaren getemporiseerd wordt. Het college heeft de herijking van het Strategisch Kader en de raadsopdracht Kerntaken nadrukkelijk betrokken bij het opstellen van de begroting MPB 2014-2017. Het functioneren van de raad en zijn ondersteuning is gerelateerd aan de ambitie, de werkwijze van de gemeenteraad en de invulling van het dualisme in Apeldoorn. Uiteraard ligt bij de ondersteuning de nadruk op het regelen van en adviseren over de procedures en processen, maar tevens op advisering en ondersteuning met een meer inhoudelijk karakter. Daarbij hecht de raad eraan om betrokken, vooruitstrevend en innovatief zijn werk te kunnen doen. Van de griffie wordt verwacht daar in belangrijke mate aan bij te dragen, zodat de raad goed, behapbaar en autonoom zijn werk kan doen. Essentiële voor de nieuwe manier van werken is de verdere optimalisering en digitalisering van de stukkenstroom (papierloos werken), waarmee ook voor burgers de stukken zijn ontsloten. - Planning en control Met de Agenda voor Herstel staat alles de komende jaren in het teken van het op orde brengen van de gemeentelijke financiën. De raad hanteert met betrekking tot de planning en controlcyclus de zogenaamde omkering van de begrotingscyclus. Het belangrijkste aspect daarvan is dat de raad in een vroeg stadium daadwerkelijk sturing geeft en niet pas bij de behandeling van de meerjaren programmabegroting. In 2013 heeft de gemeenteraad het rapport van de raadswerkgroep Controle (Dualisme en Controle 2.0) vastgesteld. Tevens heeft een optimaliseringslag plaatsgevonden van de stukkenstroom door onder meer het introduceren van nieuwe formats voor raadsvoorstellen en collegevoorstellen. Verder zal de raad vaker gaan werken met startnotities om daarmee vroegtijdig in het proces sturing te geven en daarbij ook de burgers te kunnen betrekken. De aanzetten tot verbetering van de eigen controle van de raad worden eind 2013 geëvalueerd en krijgen in 2014 een vervolg. Zo moet in het voorjaar van 2014 een verbeterplan van de begroting uitgewerkt zijn zodat we het nieuwe model bij de MPB 2015 kunnen invoeren.
256
4.7 Paragraaf bedrijfsvoering
In 2014 zal de gemeenraad zich intensief bezig houden met de invoering van de grote decentralisaties (Participatiewet, begeleidingstaken vanuit de AWBZ en Wet op de jeugdzorg). De rekenkamercommissie staat met een beperkter onderzoeksbudget de gemeenteraad bij in zijn controlerende rol. - Politieke Markt, interactie en communicatie De Politieke Markt Apeldoorn blijkt een beproefde manier van werken die optimaal kansen geeft om de lokale democratie goed te laten functioneren. Met ingang van maart 2013 werkt de gemeenteraad met een gewijzigd vergaderschema. Om de week vinden raadsvergaderingen en PMA’s plaats. Op de raadsavond wordt dit voorafgegaan door een laagdrempelige mogelijkheid voor burgers en organisaties om onderwerpen te agenderen dmv ‘In gesprek met de raad’. Doel van de optimalisering is om de werkwijze van het vergadersysteem 'Politieke Markt' verder te verbeteren. Eind 2013 wordt deze optimalisering van de Politieke Markt geëvalueerd. De gemeenteraad zal de samenleving opnieuw betrekken bij de voorstellen tot verdergaande bezuinigingen. De uitwerking van de besluiten zal een grote inspanning vragen omdat nog indringender gevraagd wordt wat de samenleving zelf kan doen. De raad hecht sterk aan optimale communicatie met burgers. De Politieke Markt is en blijft het centrale punt voor raadscommunicatie. Daarom worden burgers actief betrokken bij de Politieke Markt Apeldoorn en gevraagd in te spreken of op een andere manier mee te doen. Dit kan op onderwerpen die zijn geagendeerd of door zelf te agenderen, onderwerpen aandragen via petities.nl of via ‘In gesprek met de raad’. Het presidium van de gemeenteraad heeft in 2012 het communicatiebeleid van de gemeenteraad herijkt en opnieuw de doelstellingen van de raadscommunicatie vastgesteld. De nadruk ligt daarbij in het komende jaar op de basiscommunicatie. • De gemeenteraad is zichtbaar, herkenbaar, bereikbaar en toegankelijk voor burgers en pers • De gemeenteraad informeert over zijn activiteiten en legt verantwoording af over besluitvorming • De gemeenteraad verschaft goede informatie en communiceert met Apeldoorners voor, tijdens en na besluitvorming • De gemeenteraad zet bij grote, belangrijke onderwerpen (bijvoorbeeld de kerntakendiscussie) een hoog participatieniveau in (advies, coproductie of meebeslissen) - Inbreng van buiten Meer inbreng “van buiten” ziet de raad als versterking van de democratie, wat bijdraagt aan een betere kwaliteit van de besluitvorming. Het oogmerk is niet alleen buiten naar binnen te brengen maar het stadhuis (raad, college en organisatie) ook meer naar buiten zodat meer en beter inzicht bestaat in de wensen, belangen en opvattingen van de burgers. Daaraan wordt onder meer inhoud geven door regulier als raad en college de burgers op gaan zoeken. Dit gebeurt door het bijwonen van bijeenkomsten en onder andere door bij gebiedsgerichte onderwerpen ook daadwerkelijk een Politieke Markt op de betreffende locatie te organiseren. Ook hebben raadsleden in de afgelopen periode bijgedragen aan de nationale vrijwilligersdag, zijn ze een avond met dakloze jongeren de straat op gegaan en hebben ze de rolstoelvriendelijkheid van diverse voorzieningen in de gemeente getest. - Internet-tv Een divers medialandschap is belangrijk. De raad heeft gekozen voor het webcasten van de Politieke Markt Apeldoorn in vier vergaderzalen. Hierdoor worden alle 257
4.7 Paragraaf bedrijfsvoering
vergaderingen zowel live als in het archief thuis of waar dan ook toegankelijk gemaakt. In 2012 is het webcasten door de gemeenteraad opnieuw aanbesteed. Hierbij is een nieuwe webcastleverancier uit de bus gekomen: Notubiz. De overstap naar dit bedrijf heeft onder andere tot gevolg dat alle uitzendingen via vrijwel alle mobile devices (tablets en mobiele telefoons) te bekijken zijn. Met de webcast van deze leverancier kan ook makkelijker een link worden gelegd van het digitale Raadsinformatiesysteem (ook van de firma Notubiz) naar de webcast. Het raadplegen van de raadsagenda, de stukken én de internet-tvuitzendingen worden zo overzichtelijker. - Bezuinigingen De gemeente bevindt zich in financieel zwaar weer. Ook de Raadsgriffie heeft een bijdrage aan de bezuinigingen moeten leveren, onder andere door een beperking van het communicatiebudget. Deze beperking heeft tot gevolg dat een aantal ‘extra’s’ en een basiscommunicatie-uiting als de wekelijkse advertentie in De Stentor zijn geschrapt. De focus zal ook de komende jaren meer komen te liggen op slimme marketing en free publicity, bijvoorbeeld via social media. - Social Media In 2012 hebben social media als Facebook en Twitter een prominentere plek gekregen in de communicatie door de raad, raadsfracties en individuele raadsleden. Verschillende raadsfracties zijn een eigen Facebookpagina gestart. 23 Raadsleden zijn inmiddels actief op twitter.
258
5
Bijzondere paragrafen 2014-2017
259
260
Paragraaf 5.1 Dienstverlening
Paragraaf 5.1 Dienstverlening: de relatie met burgers en bedrijven Apeldoorn heeft Antwoord@ In de afgelopen jaren is niet alleen de inhoud van de relatie tussen de gemeente en de samenleving in ontwikkeling geweest, ook de aandacht voor de kwaliteit van het contact is toegenomen. Overheidsloket 2000 introduceerde de één loket gedachte. Burgers en bedrijven niet langer van het kastje naar de muur sturen. De commissie Jorritsma verbreedde in 2005 dit gedachtegoed naar wat nu het Antwoord concept heet. Betere dienstverlening met duidelijke servicenormen erbij, minder administratieve lasten en een grotere inzet op de elektronische overheid zijn de ingrediënten van dit concept. In Apeldoorn heeft Antwoord is dit concept vertaald in een visie, doelstellingen en acties die van toepassing zijn op ieder contact van de gemeente. De doelstelling: De burgers en bedrijven in Apeldoorn herkennen en erkennen de gemeente als een vertrouwde dienstverlener. De dienstverlening van de gemeente Apeldoorn is gastvrij en pro-actief, kan makkelijk via meerdere kanalen worden afgenomen, is eenduidig en transparant, en wordt kostenbewust en zorgvuldig uitgevoerd. We willen een excellente dienstverlener zijn in die zin dat er niemand tussen wal en schip terecht komt; door standaardoplossingen aan te bieden waar die volstaan, zoveel mogelijk digitaal om de kosten laag te houden, en maatwerk te bieden aan hen die met standaardoplossingen niet uit de voeten kunnen en de digitale weg niet kunnen hanteren. Een persoonlijke overheid zijn als het type contact daarom vraagt. Kunnen omgaan met de paradox tussen het toepassen van regels en de individuele situatie. Om de “droom” van Antwoord waar te maken bleek een grote investering in informatievoorziening en automatisering nodig. ”De basis in orde” wordt dit vaak genoemd. Het rijk heeft hier een Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP) aan verbonden met 18 bouwstenen; inmiddels heeft het Rijk dit omgedoopt in iNUP, implementatie NUP, om de overgang naar de implementatie te markeren. In Apeldoorn is en wordt ook aan deze 18 bouwstenen gewerkt via het informatieplan dat ieder trimester wordt geactualiseerd. De uitgangspunten van Antwoord zijn van toepassing op alle gemeentelijke contacten en de 223 “transactie producten” (van Aanslagbiljet gemeentelijke belastingen tot en met bijdrage aan zwemles diploma A) en laten zich niet aan een begrotingsprogramma of een gemeentelijke dienst verbinden. Deze paragraaf maakt inzichtelijk bij welke producten en diensten van de gemeente de principes van Antwoord worden toegepast. Programma Middelen Antwoordt@ De toenmalige dienst Middelen is in 2008 gestart met het verder moderniseren van de interne dienstverlening door het programma Middelen Antwoordt@. Daarbij wordt aangehaakt bij de landelijke ontwikkeling (Antwoordprogramma) om als overheden klantgerichter en meer elektronisch te gaan werken. De eenheid SSC neemt het interne dienstverleningstokje over. In 2013 is de interne variant op een KCC (Klantcontactcentrum) gevormd: het Servicepunt. De medewerkers van de gemeente Apeldoorn kunnen hier terecht met hun vragen en meldingen. Het Servicepunt integreert de eerste lijnvragen over personeelszaken, facilitaire ondersteuning en automatisering/informatievoorziening. We werken met een frontoffice en een backoffice. In de frontoffice wordt de telefoon beantwoord en vindt in
261
Paragraaf 5.1 Dienstverlening 2013/2014 de eerste integratie tussen HRM en facilitaire ondersteuning plaats. De integratie en ontwikkeling wordt gefaseerd aangepakt. Focus ligt op excellente interne diensverlening De kwaliteit van de interne dienstverlening is over vier speerpunten verdeeld: • Snelheid in dienstverlening, hoe snel wordt de telefoon opgepakt en worden digitale meldingen verwerkt. Doel is om 80% van de gesprekken binnen 30 seconden op te pakken • Kwaliteit in oplossingen. Meteen de vraag beantwoorden of het probleem oplossen. Zoveel mogelijk zelf oplossen of slechts één keer doorverwijzen voor het goede antwoord. Het principe “in één keer goed” hanteren. De doelstelling is om 80% van de vragen/klachten direct te beantwoorden. • Tevredenheid over de dienstverlening. Hoe tevreden zijn onze collega-klanten. En ook hoe tevreden zijn de medewerkers van het Servicepunt. Tevreden medewerkers dragen bij aan tevreden klanten. • Kwaliteit in antwoorden. Hetzelfde antwoord op dezelfde vraag. De medewerker van het Servicepunt is gespreksvaardig en zoekt de vraag achter de vraag. We leiden onze collega-klanten bewust naar onze e-dienstverlening, en het kanaalsturing principe is click-call-face. Dit sluit aan bij de ontwikkelingen om ons heen zoals e-HRM en de uitrol van MSS. We ontvangen onze klanten ook nog steeds aan de balie. Hierin wordt op efficiency gestuurd door op afspraak te werken zodat men niet hoeft te wachten op het inrichten van bijvoorbeeld zijn/haar i-pad.
Wat gaan we daar voor doen? Voor onze dienstverlening gelden de volgende prestaties: -
-
-
We streven er naar telefoontjes binnen 30 seconden op te nemen. De medewerkers beantwoorden de vraag in de meeste gevallen direct. Dit lukt in 80% van alle telefoongesprekken, de overige gesprekken worden doorverbonden met de juiste persoon in de back office. We verbinden niet vaker dan twee keer door. De ontvangst van een brief of fax wordt binnen vijf dagen bevestigd. Brieven en faxen worden binnen 4 weken beantwoord, of er volgt bericht wie met de vraag bezig is en binnen welke termijn antwoord mag worden verwacht. 80% van onze klanten aan de balie wordt binnen maximaal 15 minuten geholpen. Klanten die op afspraak komen worden direct geholpen. Het digitale loket is zeven dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar. Op onze website www.apeldoorn.nl treft men ook informatie aan over gegevens die wij nodig hebben om de dienst goed te leveren. Zo komen de burgers goed voorbereid naar de gemeente, als een product of dienst niet via internet beschikbaar is. Burgers kunnen via DigiD inloggen in hun persoonlijke internetpagina (PIP). Daarop kunnen zij producten aanvragen, betalen alsmede de status van hun aanvraag volgen. Vragen kunnen worden gesteld via
[email protected]. Mailberichten aan dit adres worden direct gevolgd door een ontvangstbevestiging. Vragen die per mail worden gesteld worden zo mogelijk nog dezelfde werkdag beantwoord. Burgers kunnen afspraken maken als ze gebruik willen maken van de loketten in het stadhuis of het Activerium en worden dan direct geholpen. Vergunningaanvragen worden binnen de wettelijke termijnen afgehandeld. 99% van de klachten en bezwaarschriften wordt binnen de wettelijke termijn afgehandeld. 90% van de WWB aanvragen wordt binnen 4 weken afgehandeld. 50% van de bijstandsaanvragen wordt binnen 2 werkdagen afgehandeld.
262
Paragraaf 5.1 Dienstverlening Bovenstaande prestaties zijn verdeeld over meerdere hoofdstukken in deze programmabegroting. Zo staat binnen programma 1 de juridische kwaliteitszorg mede in het teken van Antwoord. In eerste instantie wordt altijd geprobeerd via persoonlijk contact een dreigend conflict te voorkomen. Zo wordt enerzijds gestuurd op korte termijnen voor het afwikkelen van bezwaren en klachten en anderzijds wordt bewust een langere doorlooptijd genomen om tegemoet te komen aan bezwaren of voor mediation. Daarnaast wordt door het beschikbaar stellen van digitale aanvraagformulieren op de website, het indienen van bezwaren en klachten gemakkelijker gemaakt. Naast bovengenoemde prestaties zijn in 2013 de volgende zaken in ontwikkeling of gerealiseerd: Vorming KCC Dit is een doorontwikkelde versie van de frontoffice, waarbij medewerkers van de frontoffice aanzienlijk meer vragen in één keer kunnen afwikkelen. De ICT-structuur - de invoering van een klantvolgsysteem - is hierbij de ruggengraat. Vergunningverlening In 2013 wordt het digitaal kunnen afhandelen van de omgevingsvergunning ingevoerd. Dit betekent naast een grote ict-technische operatie een ingrijpende verandering voor de wijze van werken van alle betrokken medewerkers. Een enorme uitdaging die als “verbouwing” wordt uitgevoerd terwijl onze winkel open blijft. Zorgloket: Het WMO-loket werkt met een digitaal contactformulier waarop burgers hun vragen en opmerkingen met betrekking tot ondersteuning in het kader van de WMO kunnen stellen. Binnen 24 uur (op werkdagen) wordt met de vrager contact opgenomen. Aanvragen leerlingenvervoer en gehandicaptenparkeerkaart kunnen digitaal worden ingediend. Het WMO-loket is via meerdere kanalen bereikbaar: de website, telefonisch en in het Portaal. Waar nodig worden huisbezoeken gebracht. Afhandelingtermijnen gehandicaptenparkeerkaart en leerlingenvervoer zijn ook opgenomen in het gemeentelijk kwaliteitshandvest. Onderstaand overzicht geeft een weergave van de programma’s en producten waar dienstverlening een belangrijke rol speelt. Transactie /activiteit Documenten Burgerzaken Aanvragen vergunningen
Programma Bestuur, burgerzaken, organisatie en financiën (1) Veiligheid (2) Openbare Ruimte (3) Duurzame milieubescherming (4) Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen (9)
Aanvragen uitkeringen, schuldhulpbemiddeling
Werk, inkomen en arbeidsmarkt (6)
Behandelen klacht of bezwaarschrift Bedrijvenloket
Bestuur, burgerzaken, organisatie en financiën (1) Ruimtelijke ontwikkeling, economie en Wonen (9)
Beleidsproduct Burgerzaken (003) Brandweer en rampenbestrijding (120) Openbare Orde en veiligheid (140) Parkeren (214) Milieubeheer (723) Openbaar groen (560) Overige volkshuisvesting (822) Schuldhulpverlening (310) Werkgelegenheid (611) Participatie (623) Bestuursondersteuning (002) Handel en ambacht (310)
In de begrotingsprogramma’s 1, 2, 3, 4, 6 en 9 spelen specifieke normen voor de dienstverlening van burgerzaken, de vergunningverlening, zorg, werk en inkomen en het bedrijvenloket. Voor al deze vormen van zogenaamde transactiedienstverlening tussen de
263
Paragraaf 5.1 Dienstverlening gemeente Apeldoorn en burgers en bedrijven geldt dat er zoveel mogelijk via digitale dienstverlening wordt gewerkt, dat er kwaliteitsnormen aan het telefoonverkeer van de klantencontactcentra (KCC stadhuis, ISP Activerium) evenals voor het e-mail- en postverkeer worden gesteld. Ook wordt er gestuurd op zo kort mogelijke doorlooptijden, zo mogelijk beperkt tot 1 dag of direct klaar producten. Het Werkplein Activerium Het werkplein in Apeldoorn wordt in de komende jaren het regionale werkplein binnen de arbeidsmarktregio en zal het voortouw nemen in de re-integratie van werkzoekenden vanuit de WWB en deels de WW. Er zal nauw worden samengewerkt met het te vormen Werkbedrijf ten behoeve van de doelgroep met een beperking (nu wajong en wsw). Daar waar het UWV zich voor 90% concentreert op digitale dienstverlening kenmerkt zich de dienstverlening van het werkplein in een intensieve en activerende aanpak onder de noemer ‘Direct Actief’. Hierbij worden werkzoekenden vanaf de start intensief ondersteund in het zoeken naar werk. Lukt het niet gelijk om aan regulier werk te komen (en daarmee een beroep op een uitkering te voorkomen), dan worden mensen in een trainingscentrum getraind in effectief solliciteren (2 dagdelen per week) en in werknemersvaardigheden door gedurende 4 weken in een bedrijfsmatige omgeving in samenwerking met de Felua te werken (4 dagdelen per week). Als het ook in deze periode niet lukt aan regulier werk te komen gaan deelnemers gedurende maximaal 3 maanden stagelopen bij instellingen en bedrijven. Als ook dit niet tot regulier werk leidt, kan aansluitend nog gedurende circa een haljaar deelname aan een leerwerksetting worden geboden. Al met al beschikt de gemeente daarmee over een activerende aanpak van ongeveer 1 jaar. Het is de bedoeling dat in de toekomst ook mensen die al langer een uitkering ontvangen gaan instromen in dit programma. Op de dienstverlening aan werkgevers is ook enorm geïntensiveerd. Om werkgevers te boeien en te binden worden, in samenwerking met de bedrijfscontactfunctionarissen Economische Zaken (Eenheid Publiek, Ondernemen en Wijken) en het UWV ontbijtsessies georganiseerd met werkgevers Vaak in aanwezigheid van een wethouder. Hier wordt gekeken wat gemeenten voor werkgevers kunnen betekenen voor hun personeelsvoorziening, maar ook wordt er een beroep gedaan op de maatschappelijke betrokkenheid van werkgevers ten aanzien van mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Om te voorkomen dat werkgevers telkens worden benaderd door accountmanagers van diverse organisaties wordt er intensief samengewerkt. Zo werken de werkgeversdienstverlening van het werkplein en de Felua samen binnen één team. Via een bedrijvenscan kan de werkgeversdienstverlening adviseren over diverse verschillende manieren om mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt met en zonder beperking effectief in te zetten. Door sociaal aanbesteden en de certificering via de prestatieladder sociaal ondernemen (PSO) worden ondernemers gestimuleerd hieraan hun medewerking te verlenen. Ook in regionaal verband wordt samen met werkgevers en het onderwijs geïnvesteerd in het verbeteren van de regionale arbeidsmarkt. Door middel van het Akkoord van Beekbergen wordt met ondersteuning van onder andere provinciale middelen binnen een 13-tal projecten hieraan concreet uitvoering gegeven. Daar waar schulden een belemmering zijn bij maatschappelijke participatie, bieden wij schuldhulpverlening aan. Voorwaarde is wel dat de betrokkene gemotiveerd is. Ook een sociaal krediet behoort tot de mogelijkheden. Hiermee wordt voorkomen dat inwoners zich moeten wenden tot woekeraars en van de regen in de drup terecht komen.
264
Paragraaf 5.2 Veiligheid
Paragraaf 5.2 Veiligheid gemeentebreed
Veiligheid is een breed en complex begrip. De vijf veiligheidsvelden zijn: Veiligheidsveld veilige woon- en leefomgeving
Veiligheidsthema's
sociale kwaliteit (zoals woonoverlast, overlast zwervers en verslaafden) fysieke kwaliteit (zoals vernieling, graffiti, zwerfvuil) objectieve veiligheid/veel voorkomende criminaliteit (zoals woninginbraak, fietsendiefstal, geweldsdelicten) subjectieve veiligheid/veiligheidsgevoel
bedrijvigheid en veiligheid
veilige winkelgebieden veilige bedrijventerreinen veilig uitgaan veilige evenementen veilig toerisme
jeugd en veiligheid
overlastgevende jeugd criminele jeugdgroepen/individuele probleemjongeren jeugd, alcohol en drugs veilig in en om de school
fysieke veiligheid
verkeersveiligheid brandveiligheid externe veiligheid voorbereiding op de rampenbestrijding
integriteit en veiligheid
polarisatie en radicalisering georganiseerde criminaliteit ambtelijke en bestuurlijke integriteit
Veiligheid ontstaat in samenwerking met andere organisaties, waarbij de gemeente de regie voert en veelal preventief bezig is, terwijl de partners veelal zorg dragen voor repressie en nazorg. Eigenlijk draagt ieder begrotingsprogramma bij aan veiligheid. Enkele voorbeelden: bouwvergunningen worden ook getoetst op de veiligheid van de constructie, gemeentelijk toezicht op peuterspeelzalen is ook gericht op de veiligheid van de peuters, bij het stedenbouwkundig ontwerp van woongebieden vormt veiligheid één van de ontwerpcriteria. Het programma Veiligheid beperkt zich tot brandweer en rampenbestrijding, explosievenopruiming, het integrale veiligheidsplan, de veiligheidskamer, vergunningen openbare ruimte, toezicht en handhaving. Om de bijdrage van andere programma’s meer inzichtelijk te maken, presenteren we onderstaand overzicht van onderdelen in andere beleidsprogramma’s, die ook voor het realiseren van het veiligheidsbeleid van belang zijn. Beleidsproducten waar het veiligheidsaspect budgettair van ondergeschikt belang is, zijn grijs gemarkeerd.
265
Paragraaf 5.2 Veiligheid
BELEIDSPRODUCT 1 Nr. Naam 001 Bestuursorganen 005 Bestuurlijke samenwerking 120 Brandweer en rampenbestrijding 140
Openbare orde en veiligheid
160 210
Opsporing en ruiming conventionele explosieven Wegen, straten en pleinen
211
Verkeersmaatregelen
214 310
Parkeren Economische ontwikkeling
480
Overige onderwijsaangelegenheden (niet huisvesting) Bossen Openbaar Groen
550 560
580 620
Overige recreatieve voorzieningen Maatschappelijke begeleiding en advies
630
Sociaal Cultureel Werk
650 723
Kinderopvang Milieubeheer
822
Overige volkshuisvesting
BEHEERTAAK 2 NR. Naam 001.03 Wijkzaken 005.01 Regionale samenwerking 120.03 Rampenbestrijding 120.05 Regionale brandweer 120.99 Vastgoed RO (huisvesting brandweer) 140.02 Toezicht en handhaving openbare orde 140.03 Vergunningen publiek domein 140.04 Veiligheidsbeleid / Actieplan Integrale Veiligheid 160.01 Opsporing en ruiming conventionele explosieven 210.13 210.16 210.17 210.18 211.11 211.15 211.16 214.13 310.03 310.13 310.12 480.10 480.12
Beheer en onderhoud wegen, straten en pleinen Beheer en onderhoud openbare verlichting Gladheidbestrijding Reinigen van wegen, straten en pleinen Advisering verkeer Regulering verkeer mobiliteit Bevordering langzaam verkeer Parkeren Ambulante handel: weekmarkten Ambulante handel: commerciële standplaatsen Economische dienstverlening Leerplicht algemeen Opvang risicoleerlingen
550.12 560.22 560.24 560.04 560.20 580.13
Beheer en onderhoud bossen Beheer en onderhoud Openbaar Groen Wijkbeheer Stimulering recreatie en toerisme, waaronder subsidie VVV Projecten Beheer en onderhoud speelvoorzieningen
620.02
Subsidiering maatschappelijke dienstverlening – subsidie antidiscriminatie voorzieningen Vrijwilligers in de zorg - Bureau slachtofferhulp Sociale verslavingszorg Regionale vrouwenopvang Sociaal cultureel opbouwwerk Sociaal-culturele accommodaties Minderheden en emancipatie Kinderopvang Uitvoering Milieu Projecten externe middelen Bouwbeschikkingen Handhaving en controle bouwbeschikkingen Bouwbeschikkingen
620.03 620.06 620.08 630.02 630.06 630.07 650.02 723.12 723.09 822.03 822.04 822.13
Opmerking Producten 723.06 ‘Vergunningen Milieu’ en 723.07 ‘Handhaving en toezicht Milieu’ zijn overgeheveld naar de OVIJ een daarmee in kader van dit overzicht vervallen.
1
Van belang voor de raming van de projectgelden in kader van BROA e.d. Grijs gemarkeerde beheertaken (en bedragen) zijn veiligheid gerelateerd, maar het veiligheidsaspect is budgettair ondergeschikt aan andere beleidsdoelen 2
266
Paragraaf 5.3 Vastgoed
Paragraaf 5.3 Vastgoed Inleiding De Gemeente Apeldoorn is eigenaar van veel kadastrale eigendommen. Daarbinnen maken we onderscheid in de gebruiksportefeuille die hoofdzakelijk is ondergebracht bij het Vastgoedbedrijf en de ontwikkelportefeuille die valt onder het Grondbedrijf. In de gebruiksportefeuille zitten naast de openbare ruimte circa 370 percelen (grond met opstallen). Daarnaast heeft de gemeente een economisch claimrecht op circa 100 schoolgebouwen, waarvan het (juridisch) eigendom voor het merendeel bij de schoolbesturen ligt. Tenslotte huurt de gemeente enkele gebouwen voor met name eigen bedrijfsvoering. Het vastgoed in kader van onderwijshuisvesting wordt aan het einde van deze paragraaf Vastgoed toegelicht. Het gemeentelijk vastgoed wordt primair ingezet om de gemeente zelf te huisvesten of beleidsdoelstellingen te realiseren. Hierbij kan gedacht worden aan het inzetten van beleid op het gebied van bijvoorbeeld veiligheid, welzijn, sport, leefbaarheid, ontmoeting in de wijk, cultuur, educatie of ruimtelijke ontwikkelingen. Daarnaast is er vastgoed dat niet bijdraagt aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen.
aantallen panden gemeentelijk vastgoed naar beleidsdoelen medio 2013
10 65
21
Openbare orde en veiligheid (bijv brandweer) 10 5
6
Wijkcentra, pnvodb en MFC's 21 Kunst en cultuur (bijv CODA, ACEC, Orpheus) 5 Parkeren en rijwielstallingen 6 Ruimtelijke ontwikkeling (Grondbedrijf) 121
55 121
Overige beleidsdoelen, diversen en commercieel 69 Eigen (gemeentelijk) gebruik (incl. te verkopen wijkposten) 16
16
Te verkopen oneigenlijk woningbezit 55 Sport en recreatie (sporthallen, zwembaden, gymzalen, kleedkamers, kinderboerderijen) 65
69
Het gemeentelijk Vastgoedbedrijf is ondergebracht bij de Eenheid Vastgoed en Grond. Het Vastgoedbedrijf wordt aangestuurd door het team Vastgoed en dat team vervult ook taken voor het Grondbedrijf en onderwijshuisvesting. Vanuit de eigenaarrol zet het Vastgoedbedrijf het gemeentelijk vastgoed, onze vastgoedkennis en vastgoedorganisatie primair in om gemeentelijke (beleids)ambities en doelstellingen te faciliteren. De reorganisatie, bestuurlijke kaders m.b.t. de nieuwe overheid, de huidige taakstellingen op vastgoed, én de verkoopopgave zijn aanleiding voor actualisering en verankering van de rollen binnen het Vastgoedbedrijf als vastgoedeigenaar, portefeuillemanager, vastgoedbeheerder en vastgoedontwikkelaar. Dit doen we vanuit een nieuwe zakelijkheid, waarin bedrijfsmatige afwegingen bijdragen aan een optimaal resultaat, en waarbij
267
Paragraaf 5.3 Vastgoed maatschappelijk- en financieel rendement meer in balans zijn, en de bedrijfseconomische sturing op het Vastgoedbedrijf kan worden geborgd. Deze kerntaak vervult het Vastgoedbedrijf vanuit een tweeledige doelstelling: 1. Zorgdragen voor weloverwogen toekomstbestendige huisvesting- en vastgoedoplossingen, vanuit een vastgoedeconomisch oogpunt en met aandacht voor de sociaal-maatschappelijke context 2. Als eigenaar de rol van ‘goed rentmeester’ met betrekking tot onze gemeentelijke vastgoedeigendommen vervullen; Het team Vastgoed vervult hier de rol van strategisch vastgoedadviseur en maakt bedrijfseconomische afwegingen in relatie tot toekomstperspectieven inzichtelijk. Financiële context Vastgoedbedrijf Financieel gezien loopt het Vastgoedbedrijf door bijna alle beleidsprogramma’s en vele beleidsproducten heen. Daarbij is het eerder genoemde onderscheid tussen vastgoed inzake onderwijshuisvesting en het overig gemeentelijk vastgoed van het Vastgoedbedrijf aan de orde. Vanuit het Vastgoedbedrijf worden kosten doorbelast aan de beleidsproducten. Hierbij is een onderscheid te maken tussen enerzijds het vastgoed waarvan het saldo van baten en lasten voor rekening van de algemene dienst komt en anderzijds het vastgoed waarvan de baten en lasten worden verrekend met andere eenheden. Dit betreft voor het merendeel de functies/producten welke gerelateerd zijn aan een reserve. Te denken valt aan Circulus, begraafplaatsen, parkeergarages en fietsenstallingen, onderwijshuisvesting en het Grondbedrijf. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de financiën van het gemeentelijk vastgoed gebaseerd op de Begroting Bestaand Beleid 2014. Vastgoed Vastgoedbedrijf (excl. onderwijshuisvesting); bedragen * € 1.000
Prg Product
Boekwaarde ultimo 2012
Produkten Vastgoedbedrijf saldo t.l.v. algemene dienst eenheid Vastgoed en Grond *) Stadhuis/vm Postkantoor/Activerium/Portaal 1 002 22.912 Oneigenlijk/te verkopen vastgoed/algemeen 1 922 15.170 Brandweer 2 120 3.406 Parkeergarage Orpheus 3 214 p.m. Wijkposten, kinderboerderijen & Berg en Bos 3 560 505 Onderwijs advies 5 480 0 Omnizorg 7 620 11.779 Wijkcentra, MFC's, pnvodb, Kristal 7 630 18.767 Sporthallen, zwembaden, Omnisport 8 530 48.905 Sportvelden 8 531 2.929 Huis voor Schoone Kunsten, ACEC, Orpheus 8 540 44.212 CODA 8 541 18.686 Historische gebouwen/objecten 8 541 60 187.331 Produkten Vastgoedbedrijf saldo te verrekenen met andere eenheden **) Rijwielstallingen 3 211 Parkeergarages 3 214 Hapshutten/bosbeheer 3 550 Volkstuinen, bos- & landbouwgronden, snippergroen 3 560 Gemalen 3 722 Begraafplaatsen 3 724 Circulus 4 721 Onderwijs/Sport gymzalen 5 480 Totaal
p.m.
Kapitaallasten 2014
Overige lasten 2014
Baten 2014
Resultaat 2014
2.201 983 232 327 1.135 0 717 1.267 3.459 259 2.685 1.237 6 14.508
2.523 886 162 47 293 195 209 296 327 403 138 64 35 5.578
4.526 1.781 271 374 1.593 0 906 1.961 2.014 193 2.684 1.032 0 17.335
-198 -88 -123 0 165 -195 -20 398 -1.772 -469 -139 -269 -41 -2.751
241 439 339 0 1.084 274 0 2.377
35 238 21 21 0 108 29 0 452
32 207 65 138 3 50 142 237 874
0 0 13 69 0 0 632 2.730 3.444
-67 -445 -73 -90 -3 -158 461 2.493 2.118
189.708
14.960
6.452
20.779
-633
*) exclusief produkt 810 (Ruimtelijke Ordening) en 830 (Grondbedrijf, inclusief door Vastgoedbedrijf beheerd vastgoed voor grondexploitaties) **) exclusief interne huur/bijdragen en verrekening met andere eenheden
De lasten en baten van de door het Vastgoedbedrijf te beheren panden binnen de grondexploitaties worden sinds 2013 direct in de begroting van het Grondbedrijf opgenomen. Uit bovenstaande tabel blijkt dat het Vastgoedbedrijf voor rekening van de eenheid Vastgoed en Grond een begroot toegestaan nadelig saldo kent van circa € 2,75 miljoen. Hierin zijn de lopende taakstellingen voor het Vastgoedbedrijf ad € 1,5 miljoen verwerkt, welke inmiddels voor structureel € 0,4 miljoen zijn gerealiseerd.
268
Paragraaf 5.3 Vastgoed De in de tabel genoemde lasten en baten zijn overigens vertekend vanwege onder meer de onderstaande effecten: • Voor panden verhuurd aan Accres wordt het eigenarenonderhoud bekostigd vanuit de subsidierelatie van de eenheden JZW en RK met Accres. In de huurprijs is ook de component eigenarenonderhoud niet opgenomen. • Voor wat betreft het Omnisportcentrum is met de exploitant naast een exploitatievergoeding in het verleden een huursom van € 1 afgesproken. • Voor wat betreft de panden Orpheus, CODA en het Omnisportcentrum is met de huurder afgesproken dat de verantwoordelijkheid van het eigenarenonderhoud bij hen ligt met een bekostiging via de subsidierelatie met verschillende eenheden. Daarnaast heeft het Vastgoedbedrijf lasten en (externe) baten die worden verrekend met andere eenheden. De soms aanwezige interne huurvergoeding wordt ook bij deze verrekening betrokken, welke daarom niet is opgenomen in het overzicht. In kader van de bestuursopdracht Vastgoed in één hand wordt overigens voorgesteld om deze interne huurvergoeding te laten vervallen. Het geraamde saldo lasten minus baten bedraagt in 2014 € 2,1 miljoen positief, wat wordt verrekend met andere eenheden. De boekwaarde van de bestaande opstallen van het Vastgoedbedrijf daalt jaarlijks met circa € 5 miljoen vanwege afschrijving. Uitzondering hierop is het vastgoed behorende tot het Grondbedrijf en het oneigenlijk woningbezit. De bijbehorende kapitaallasten dalen jaarlijks met circa € 0,30 miljoen indien op lineaire basis wordt afgeschreven of na einde van de afschrijvingsperiode. Op enig moment zullen dan vervangingsinvesteringen aan de orde zijn. In lijn met zoals in de Nota Vastgoed is aangegeven, rust op het totale “vastgoed” een taakstelling van circa € 6 miljoen in 2017, welke als volgt op hoofdlijnen is opgebouwd: • Accres (eenheden Jeugd, Zorg en Welzijn en Ruimtelijke Leefomgeving) € 2,3 miljoen • Onderwijshuisvesting (eenheid Jeugd, Zorg en Welzijn) € 1,4 miljoen € 1,2 miljoen • Vastgoedbedrijf (eenheid Vastgoed en Grond) • Overig (eenheden Jeugd, Zorg en Welzijn en Ruimtelijke Leefomgeving) € 1,0 miljoen *) *) betreft m.n. zwembaden Sprenkelaar en Loenen, wijkvoorzieningenscan, buurthuizen Wisselwerk
Binnen deze totale taakstelling moet circa € 1 miljoen vanuit het Uitvoeringsprogramma van de Nota Gemeentelijk Vastgoed worden gerealiseerd door met name afstoot van vastgoed. Daarnaast zijn een aantal taakstellingen (bijvoorbeeld zwembaden, kinderboerderijen, sportstimulering) die vanuit een verbeterd exploitatiemodel moeten worden ingevuld door de hiervoor gesubsidieerde partijen. Courantheid en waardering Vastgoed kent verschillende financiële waarderingen. Naast de boekwaarde en WOZwaarde speelt de marktwaarde een zeer belangrijke rol. De WOZ-waarde is geen goede richtlijn voor de feitelijke marktwaarde van ons - vooral maatschappelijk- vastgoed. De marktwaarde is immers voortdurend onderhevig aan een veranderende economische situatie. Deze zal zich daarmee steeds anders verhouden tot de aanwezige boekwaarden. Indien een pand leeg komt te staan en haar bestemming verliest, mag in lijn met de BBVregels de boekwaarde niet hoger zijn dan de marktwaarde. Indien de boekwaarde hoger is, ontstaan er 2 bewegingen: • een incidenteel negatief verkoopresultaat of afwaardering, • maar ook een structureel (relatief hoge) vrijval van kapitaallasten, • en na feitelijke verkoop een structurele vrijval van overige vastgoedlasten. Wanneer is afgewaardeerd naar marktwaarde zal bij feitelijke verkoop tegen marktwaarde geen voor- of nadeel meer ontstaan. Een en ander maakt het op lange termijn begroten en daadwerkelijk inboeken van verkoopopbrengsten complex. In de paragraaf weerstandsvermogen is het risico van mogelijke afwaardering van vastgoed opgenomen.
269
Paragraaf 5.3 Vastgoed
Ons huidig vastgoed is daarbij weinig flexibel of aanpasbaar om in te spelen op de veranderende vraag vanuit de organisatie of de markt. Een accommodatie wordt vaak voor langer dan 20 of 40 jaar gebouwd, en beleid is doorgaans veel sneller aan ontwikkelingen onderhevig. De gemeentelijke vastgoedportefeuille is daarom veelal incourant, dat wil zeggen op de vrije markt niet of nauwelijks verhandelbaar. Kaderstelling Nota Gemeentelijk Vastgoed Onze gemeente staat voor de opgave om een fors deel van de gemeentelijke vastgoedportefeuille af te stoten. Middels de kaderstelling van de Nota Gemeentelijk Vastgoed is in november 2012 door de raad onder meer bepaald dat vastgoed niet meer bijdraagt aan het realiseren van de gemeentelijk beleidsdoelstellingen als oneigenlijk vastgoed ten principale kan worden afgestoten op een bedrijfseconomisch goed moment. Oneigenlijk vastgoed betreft niet alleen een groot aantal woningen en overig commercieel vastgoed, maar ook voor een belangrijk onderdeel ons maatschappelijk vastgoed, zoals wijk- en buurtcentra. De komende jaren zullen dan ook in het teken staan van de afstoot ervan. Uitgangspunt bij de verkoopopgave is een zo’n optimaal financieel rendement, waarbij we oog houden voor de maatschappelijke afwegingen of context, die daarmee annex zijn. Dit betekent dat het goede moment van verkoop gezocht moet worden. Taakstellingen op het vlak van sociaal-culturele accommodaties, sportaccommodaties en wijkvoorzieningenscan zullen - naast de taakstellingen op het oneigenlijk (woning)bezit grotendeels moeten worden ingevuld door verkoop, afstoot, herbestemming of sloop. Na realisatie van de uitvoeringsprogramma’s maatschappelijk en commercieel vastgoed zal in 2014 meer zicht zijn op de mogelijke verkoopopbrengst en het bijbehorende (incidentele) verkoopresultaat en de structurele effecten als subsidiebeperkingen en vrijvallende vastgoedlasten en –baten. Onderhoud en investeringen Zoals in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen is aangegeven wordt voor het onderhoud ten aanzien van het vastgoed van het Vastgoedbedrijf gewerkt met de kwaliteitsniveaus zoals vastgesteld in de Vastgoednota Vastgoedbedrijf Apeldoorn (VGA). Dit betreft met name een sober maar doelmatig kwaliteitsniveau (niveau 3). Het vastgoed voldoet in algemene zin goed aan dit onderhoudsniveau. Het kwaliteitsniveau en het onderhoudsbudget dat de gemeente Apeldoorn hanteert, is laag in vergelijkbaar met andere gemeenten zoals blijkt uit de resultaten van de benchmark gemeentelijk vastgoed voor Apeldoorn d.d. augustus 2012 over 2011. Voor vastgoed wat meerjarig in de gemeentelijke vastgoedportefeuille blijft, is met ingang van 2011 een onderhoudsvoorziening getroffen. Hier wordt vanaf 2013 jaarlijks € 1,2 miljoen in gestort. De werkelijke onderhoudskosten worden jaarlijks met deze voorziening verrekend. De stand van de onderhoudsvoorziening fluctueert tussen de € 2 en € 3 miljoen. Voor panden die in de vastgoedportefeuille zitten, maar dienen te worden afgestoten (bijvoorbeeld verkoop woningen) of in de categorie overige beleidsdoelen vallen is deels geen Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) aan de orde. Deze worden ook niet betrokken bij de genoemde onderhoudsvoorziening.
270
Paragraaf 5.3 Vastgoed Daarnaast geldt voor de panden Omnisportcentrum, CODA en Orpheus en de aan Accres verhuurde panden dat het eigenarenonderhoud is belegd bij de huurder, die hiervoor wordt gesubsidieerd. Voor de aan Accres verhuurde panden geldt dat met ingang van de nieuwe prestatieafspraken ingezet wordt op een nieuwe systematiek van de aan hen te verstrekken onderhoudsgelden. Uitgangspunt is geen jaarlijkse bekostiging op basis van een 40-jarig MJOP maar een jaarlijkse bekostiging op basis van nieuwe MJOP’s met een planningshorizon van 8 jaar. Naast regulier onderhoud zullen door beleidskeuzes of grootschalige upgrading periodieke investeringen (vervanging, renovatie) nodig zijn in ons vastgoed. De structurele onderhoudsbudgetten voorzien in het langjarig in stand houden van het opstal. Echter investeringen, die noodzakelijk zijn om een gebouw functioneel te houden, zijn niet opgenomen in de huurprijzen en MJOP’s en daarmee in de onderhoudsbudgetten. Naar de toekomst toe vraagt dit bewustzijn en vooral vroegtijdige signalering en reservering van middelen hiervoor. Opgemerkt dient te worden dat de gemeente op dit moment voor vervangingsinvesteringen vrijwel niet reserveert. Dit onderwerp is ook als risico opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Het gaat hierbij om: • Investeringen voor functiewijzigingen of -verbeteringen • Investeringen voor aanpassingen door wijzigingen in wet- en regelgeving • Investeringen voor (grootschalige) renovatie • Upgrading van vastgoed door ouderdom • Investeringen in vastgoed (bijvoorbeeld nieuwbouw) die volgen uit beleidskeuzes. Op basis van een Meerjareninvesteringsprogramma (MIP) kunnen dergelijke investeringen worden opgenomen, zodat na besluitvorming middelen ter beschikking kunnen worden gesteld. De noodzakelijke investeringen in het vastgoed voor de eerstvolgende 5 tot 8 jaar worden in de eerstvolgende MPB in deze paragraaf opgenomen. De eerste MIP-versie wordt ter bestuurlijke besluitvorming aangeboden voorafgaand aan de Voorjaarsnota 2014. Vastgoed en ontwikkelingen Veranderende wet- en regelgeving, trends en marktontwikkelingen op het gebied van vastgoed vragen een toenemende accuraatheid en professionaliteit op financieeleconomisch en juridisch vlak. Dit zeker in relatie tot de complexiteit en omvang van onze vastgoedportefeuille (denk aan bijvoorbeeld Omnisport, Omnizorg en Orpheus). Dit vraagt sturing en regie vanuit een stringent opdrachtgeverschap, maar ook inventiviteit en flexibiliteit naar onze huurders, gebruikers, marktpartijen en relaties. Er zal situationeel en vanuit een bedrijfseconomische bril moeten worden gedacht en gewerkt. Het accent zal steeds meer komen te liggen op pragmatisch handelen vanuit het streven naar transparantie, efficiency, effectiviteit en last but not least klanttevredenheid. Het beheersen van financiële risico’s op gebouw- en portefeuilleniveau zal steeds meer de focus krijgen. Het team Vastgoed stuurt het Vastgoedbedrijf bedrijfseconomisch aan. We staan voor een grote verkoopopgave. De bereidwilligheid van de markt om ons overtollig vastgoed op te nemen speelt een bepalende rol voor het al dan niet behalen van de verkooptaakstellingen. De vastgoedmarkt kenmerkt zich op dit moment als een vragersmarkt. De marktwaarde is onderhevig aan een neerwaartse economische situatie en is - nog steeds - dalende. Daarbij is onze vastgoedportefeuille incourant en op de vrije markt niet of zeer lastig verkoopbaar. Wij zullen alles uit de kast moeten halen om de doelstellingen op het gebied van afstoot van ons oneigenlijk vastgoed te realiseren. Dat doen we door onze organisatie goed te outilleren. Vanuit een centraal verkooploket gaan we voor innovatieve doelmatige oplossingen en bedenken verkoopversnellende instrumenten. Wij zoeken de oplossing op het gebied van financiële arrangementen, het inzetten van creatieve instrumenten zoals veilingen en het op maat aanbieden van combinaties in de te
271
Paragraaf 5.3 Vastgoed verkopen objecten. Dit doen wij door bereidheid en flexibiliteit te tonen in mogelijkheden om nieuwe of tijdelijke bestemmingen toe te voegen. Maar ook door bekendheid te geven aan objecten die wij willen verkopen, via onze website, winkel of door een prikkelende verbeelding met een ‘art impression’. De verkooptaakstelling is geen sinecure gelet op het incourante karakter van de voorraad en de gure weersomstandigheden op de vastgoedmarkt. We beschouwen de opgave niet vanuit 'beperkingen’, maar vanuit ‘kansen'. We verkennen nieuwe oplossingsrichtingen die een meerwaarde hebben voor de gemeente, voor onze klanten en de samenleving: ruimtelijk, maar óók financieel. In 2013/2014 staan de komende ontwikkelingen centraal voor wat betreft het gemeentelijk vastgoed: 1. Doorontwikkelen van het vastgoedinformatiesysteem 2. Het opstellen van het eerste Meerjareninvesteringsprogramma (MIP) 3. In het licht van het bestuursakkoord doorgroeien naar een centrale vastgoedorganisatie, met inachtneming van het gekozen scenario ten aanzien van taken en rollen van de gemeentelijke vastgoedorganisatie 4. Realiseren van de taakstellingen op gemeentelijk vastgoed. Voor de gemeentelijke organisatie ligt in 2014 een taakstelling gerelateerd aan “vastgoed” van ca. € 6 miljoen. Ten aanzien van deze taakstellingen zijn haalbaarheidsrisico’s aanwezig, onder meer vanwege de eerder genoemde moeilijke verkoopcondities (marktsituatie, incourantheid). Zie tevens hiervoor de paragraaf weerstandsvermogen. Onderwijshuisvesting Ten aanzien van onderwijshuisvesting geldt een afwijkende situatie. De gemeente Apeldoorn is geen eigenaar, dat zijn de schoolbesturen. De gemeente heeft alleen een economisch claimrecht. De schoolbesturen gaan over het onderhoud en de instandhouding van de scholen. De gemeente heeft nu nog een verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud. De voor rekening van de gemeente komende onderhoudsverplichting wordt verrekend met de reserve onderwijshuisvesting. Voor schoolgebouwen is de voorziening onderhoud daarom niet aan de orde. Hierbij is de verdeling van de verantwoordelijkheid tussen gemeente en schoolbesturen als juridisch eigenaar aan de orde. De verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud gaat in 2015 over naar de schoolbesturen. De gemeente houdt een gedeelde verantwoordelijkheid met de schoolbesturen waar het gaat om renovatie, uitbreiding en (ver)nieuwbouw. Gedeeltelijk komen keuzes daarbij tot stand vanuit onderwijskundige (beleids)ontwikkelingen die plaatsvinden zoals bijvoorbeeld het passend onderwijs. Voor wat betreft de lasten en baten van onderwijshuisvesting wordt verwezen naar programma 5.
272
Bijlage 1
Doorrekening Algemene Reserve
273
274
Algemene reserve Stand per 31-12-2012
28.855.880
Resultaat rekening 2012 Bestemmingsvoorstellen rekening 2012 Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012 Stand per 1-1-2013 Rente 2013 2,50% Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Beleidswijzigingen t/m 2012 - Archeologisch onderzoek Beleidswijzigingen 2013 - Bijdrage van BROA projecten - Storting voorfinanciering NUP gelden (algemene uitkering) - Bijdrage aan reserve onderwijshuisvesting i.v.m. vervroegde uitname € 3,5 mln - Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012 - Resultaat 1e begrotingswijziging eenheidsplannen 2013* - Prognose jaarrekening 2013 Bijdrage aan de Algemene Dienst 2013
Stand per 01-01-2014
Rente 2014 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves - Bijdrage van BROA projecten - Storting voorfinanciering NUP gelden (algemene uitkering) - Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012 - Bijdrage aan BROA - Voordeel WMO 2014 Bijdrage aan de Algemene Dienst 2014
Stand per 01-01-2015
Rente 2015 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves - Onttrekking voorfinanciering NUP gelden (algemene uitkering) - Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012 Bijdrage aan de Algemene Dienst 2015
Stand per 01-01-2016
8.900.000 -8.900.000 300.000 29.155.880 728.897 449.000 -99.952 175.000 295.000 -153.000 300.000 -451.000 -2.500.000 -11.993.084
15.906.741 278.368 302.000 480.000 295.000 300.000 -200.000 1.500.000 -10.895.181
7.966.928 139.421 288.000 -885.000 300.000 -6.740.162
1.069.187
Rente 2016 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Bijdrage van de Algemene Dienst 2016
18.711 272.000 606.845
Stand per 01-01-2017
1.966.743
Rente 2017 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Bijdrage van de Algemene Dienst 2017
34.418 263.000 992.181 3.256.342 56.986 256.000 500.000 992.181 5.061.510 88.576 200.000 1.200.000 992.181 7.542.268 131.990 200.000 1.200.000 992.181 10.066.439 176.163 200.000 1.200.000 992.181 12.634.783 221.109 200.000 1.200.000 992.181 15.248.073
Stand per 01-01-2018
Rente 2018 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting Bijdrage van de Algemene Dienst 2018
Stand per 01-01-2019
Rente 2019 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting Bijdrage van de Algemene Dienst 2019
Stand per 01-01-2020
Rente 2020 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting Bijdrage van de Algemene Dienst 2020
Stand per 01-01-2021
Rente 2021 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting Bijdrage van de Algemene Dienst 2021
Stand per 01-01-2022
Rente 2022 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting Bijdrage van de Algemene Dienst 2022
Stand per 31-12-2022 * in deze begrotingswijziging is ook een rentevoordeel van € 0,5 mln voor 2013 verwerkt
275
276
Bijlage 2
Doorrekeningen Bestemmingsreserves
277
278
2.1 Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn
279
280
Toelichting doorrekening Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) 1. Inleiding In de Zomernota 2012 is een meerjarendoorrekening gepresenteerd van de lopende BROA-projecten. Door te schrappen in de fysieke en niet-fysieke projecten zijn er in 2012 budgetten vrij gevallen in de BROA. Daarnaast is de vrije ruimte ad € 1,25 miljoen vrijgevallen ten gunste van de algemene middelen
2.
Financieel-technische actualisatie meerjarendoorrekening BROA
2.1 Financieel technische actualisatie De BROA is in het kader van de BBB 2014-2017 in financieel-technische zin geactualiseerd. Hierbij zijn de rekeningcijfers 2012 verwerkt. Deze actualisatie heeft plaatsgevonden onder handhaving van bestaand beleid, conform de door de raad laatst vastgestelde BROA (Zomernota 2012 en MPB 2013-2016). Per project is nagegaan - wat er moet gebeuren met in 2012 niet bestede budgetten; - in hoeverre de fasering van de opgenomen budgetten over de verschillende jaarschijven op basis van actuele inzichten bijgesteld moet worden. De vertraging in de uitvoering heeft in veel gevallen een herverdeling van de budgetten over de jaarschijven tot gevolg gehad; - in welke IPOR-fase het project zich bevindt (IPOR staat voor Initiatief-, Plannings-, Ontwikkelings- en Realisatiefase van het project. Dit onderscheid is van belang om meer inzicht te krijgen in de financiële risico’s; - in hoeverre de budgetten aangepast moeten worden aan het huidige prijspeil. De BROA is opgesteld op basis van het prijspeil 2013, waarbij uitsluitend projecten die zich in de ontwikkelings- of realisatiefase bevinden worden geïndexeerd; Daarnaast is de actualisatie toegelicht en zijn de rekeningcijfers 2012 in de financiële doorrekening verwerkt. 2.2 Storting vanuit de algemene dienst De economische crisis heeft tot gevolg gehad dat de financiële positie van het Grondbedrijf verder is verslechterd. De winstafdracht van het Grondbedrijf aan de algemene dienst is in de MPB 2011-2014 tot nihil teruggebracht. Om het saldo van de BROA positief te houden, heeft uw raad besloten om vanuit de algemene dienst tot en met 2014 een bijdrage te doen. Deze bijdragen ad € 1,4 mln (2013) en € 1 mln (2014) worden verantwoord in de algemene voeding van de BROA. De stortingen zijn in de Begroting Bestaand Beleid (BBB) opgenomen. 2.3 Percentage onderuitputting Sinds enkele jaren wordt er op de BROA-ramingen een percentage onderuitputting toegepast. De reden hiervoor was, dat planningen van projecten in de praktijk uitlopen, waardoor aan het eind van het jaar niet alle beschikbaar gestelde
281
budgetten zijn uitgegeven. In de MPB 2013-2016 gingen we uit van 70% uitgaven in het eerste jaar. Gezien de werkelijke uitgaven van 2012 zien we geen aanleiding om de onderuitputting aan te passen. In de huidige doorrekeningen hebben we gerekend met de volgende percentages: 70% in het 1e jaar, 15% in het 2e jaar en 15% in het derde jaar.
3. Resultaten financieel technische actualisatie De financieel technische actualisatie heeft geleid tot een actuele doorrekening van de BROA. De actualisatie van de projecten heeft ertoe geleid dat de fasering van de meeste projecten is gewijzigd en enkele BROA-projecten financieel zijn afgerond. Er is een aanvullende storting van € 200.000 ten laste van de algemene reserve nodig om het saldo van de BROA in 2022 positief te houden. Zoals bekend, mogen reserves op grond van het landelijk geldende Besluit Begrotings- en Verantwoordingsvoorschriften (BBV) in geen van de jaarschijven een negatieve stand vertonen. De doorrekening van BROA voldoet aan dit criterium.
4. Toelichting restant budgetten 2012 Om meer inzicht te geven in het verloop van de BROA projecten wordt ook een toelichting gegeven op de projecten die in het lopende begrotingsjaar zijn (of worden) afgerond. Van deze projecten is een toelichting opgenomen na het overzicht van de projecten. De lopende en de nieuwe BROA projecten worden evenals in vorige MPB’s toegelicht bij de betreffende begrotingsprogramma’s.
282
283
Reserve per 1-1
Saldo per 31-12 (excl. 'pm')
Verwacht uitgavenpatroon - verwachte uitgaven 1e jaar - verwachte uitgaven 2e jaar - verwachte uitgaven 3e jaar 70% 15% 15%
Programma 1: Groene Mal Programma 2: Duurzaamheid Programma 3: Veiligheid Programma 4: Binnenstad Programma 5: Recreatie en toerisme Programma 7: Woningbouwproductie Programma 8: Kanaalzone Programma 9: Complete wijken Programma 10: Alle jeugd telt Programma 11: Vermaatschappelijking Programma 12: Meedoen Programma 13: Economie Programma 14: Verkeer Programma 15: Milieu Programma 16: Overige Totaal netto onttrekkingen lopend en lopend nieuw beleid
Totaal algemene voeding (excl. 'pm')
3) Investeringsbudget GSO3, te ontvangen 7.000 - ontvangen in 2008 t/m 2012 -7.000 nog te ontvangen 0 4) Investeringsbudget ISV3, te ontvangen 3.320 - ontvangen in 2010 en 2012 -2.118 nog te ontvangen 1.202 5) Investeringsbudget GSO4, te ontvangen 11.000 tgv. complexen GB -5.000 - ontvangen in 2012 -600 nog te ontvangen 5.400 6) Extra bijdrage uit Algemene Middelen 7) Bijdrage van de algemene dienst tbv investeringen
Rentevoet (vlgs richtlijnen MPB) 1) Rente over het saldo van de BROA per 1-1 2 Bijdragen uit Algemene Middelen
Algemene voeding
Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
(bedragen x € 1.000)
Doorrekening BROA tbv. de MPB 2013-2016
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
-3.366 -343 -780 -9.531
-3.031 382 -179 -14.040
14.045
9.414
-2.106 -6.672
-1.500 -781 -2.185 -400
-500 -6.355 -1.265 -513
-9.828
-101
-75
-2.100
-479
4.147
1.800 200 300
1.200
3.937
601
246 1.000
601
1,75%
736 1.400
14.045
2014
2,50%
19.936
2013
4.472
-2.106 -1.430 -3.971
0 -200 -300 -5.673
-1.700 -203 -2.784 -400
-15
-71
1.838
-1.430 -851 -1.032
0 -200 -300 -1.474
-137 -152 -685 0
0
0
678
300
300 2.565
300
78
1,75%
4.472
2016
2.100
165
1,75%
9.414
2015
633
-851 -221 -465
0 -174 -300 -664
0 -102 -88 0
0
0
332
300
32
1,75%
1.838
2017
252
-221 -100 -71
0 0 0 -102
0 -102 0 0
0
0
11
11
1,75%
633
2018
-15 -16 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0
0
1
1
1,75%
69
2020
0 0 0 0
0 0 0 0
0
0
1
1
1,75%
39
2021
-16 0 0 69 39 24 Uitgaven na 2022 Eindsaldo
-100 -15 -73
0 0 0 -104
0 -104 0 0
0
0
4
4
1,75%
252
2019
0 0 0 25 0 25
0 0 0 0
0 0 0 0
0
0
0
0
1,75%
24
2022
284
Totaal A-projecten programma 4
Binnenstad GSO-4 (€ 1 mln uitgaven bij Brinkpark)
Lopende projecten Binnenstad
Totaal A-projecten programma 7
Lopende projecten 15.10 Hoogspanningsleidingen
Programma 7: Woningbouwproductie
4.3
4.2
Programma 4: Binnenstad
Totaal A-projecten programma 1
3.13 Projecten beken en sprengen; herstel Eendrachtspreng
Lopende projecten 3.11 Herinrichting Brinkpark (Cath. Amaliapark) incl. aanleg Grift
Programma 1: Groene Mal
(bedragen x € 1.000)
MOP- programma's Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
Overzicht BROA-projecten
RL
PJ
PJ
RL
RL
Eenheid
prog. 9/ 810
prog.9/ 810 prog.9/ 810
prog. 3/ 722
prog. 3/ 560
MPB progr. en prod
-500
-500
-2.100
-2.000
-100
-479
-100
-379
Restant t/m 2013
-1.500
-1.500
-101
-101
-75
-75
2014
-1.700
-1.700
-15
-15
-71
-71
2015
0
0
-137
-137
2016
2017
0
0
0
2018
0
0
0
2019
0
0
0
2020
0
0
0
2021
0
0
0
2022
0
0
0
285
PJ
Kanaalzone, ISV-3-subsidie - storting in grondexploitatie
Totaal A-projecten programma 9
prog. 9/ 810
-1.265
-100
-2.185
-132
RL
-1.108
15.5 Plattelandsontwikkeling
-810
-725
-41
prog. 9/ 810
prog. 9/ 810
-200
RL
JZW
15.1 Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen
-316
-200
-781
-276
-102
-403
2014
15.2 Wijkontwikkelingsplan Zuid
JZW
9.5 Wijken - Orden/Kerschoten (GSO-4)
-400
1.086
-6.355
-431
-187
-5.737
Restant t/m 2013
-504
JZW
9.4 Wijken - De Maten (GSO-4)
prog. 9/ 810 prog. 9/ 810 prog. 9/ 810
prog. 9/ 810
prog. 9/ 810 prog. 9/ 810
MPB progr. en prod
Uitgaven t.l.v. ISV-3 budget
JZW
Lopende projecten 9.1 Tijdelijke onderwijsaccommodatie Zuidbroek - taakstellende bijdrage van het grondbedrijf
Programma 9: Complete Wijken
Totaal A-projecten programma 8
PJ
RL
Eenheid
Kanaalzone projectbureau
Lopende projecten 14.1 Kanaalzone
ISV-3 subsidie: € 1,7 mln
GSO-3 subsidie: € 6 mln
ISV-2-subsidie: € 3,573 mln
Programma 8: Kanaalzone
(bedragen x € 1.000)
MOP- programma's Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
Overzicht BROA-projecten
-2.784
-36
-1.108
-1.390
-150
-100
-203
-102
-101
2015
-685
-685
-152
-102
-50
2016
-88
-88
-102
-102
2017
0
-102
-102
2018
0
-104
-104
2019
2020
0
0
2021
0
0
2022
0
0
286
Totaal A-projecten programma 10
Lopende projecten Wijken - Uitvoeren jeugdbeleid (GSO-4)
Totaal A-projecten programma 14
RL
RL
24.3/ Onderzoek light rail en voorstadshalte/ 25.4 verbetering auto-infrastructuur
25.9 Verkeersvoorzieningen Beekbergen - bijdrage reserve riolering
RL
JZW
Eenheid
Lopende projecten 11.0 Infrastructuur Oostzijde stad/Omnisport
Programma 14: Verkeer
10.3
Programma 10: Alle Jeugd Telt
(bedragen x € 1.000)
MOP- programma's Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
Overzicht BROA-projecten
prog. 3/ 211 prog. 3/ 211
prog. 3/ 211
prog. 5/ 630
MPB progr. en prod
-3.031
-359 400
-pm
-3.072
-513
-513
Restant t/m 2013
-3.366
-3.366
-400
-400
2014
0
-400
-400
2015
2016
0
0
2017
0
0
2018
0
0
2019
0
0
2020
0
0
2021
0
0
2022
0
0
287
Lopende projecten Sanering geluidsbelaste woningen
prog. 1/ 922
TOTAAL
Totaal A-projecten programma 16
S&R
30.4 Bijdragen aan de algemene dienst (ivm vervallen budgetten beken en sprengen en Ecofactorij) 30.5 Investeringen MPB 2014-2017 S&R
S&R
prog. 1/ 002 prog. 1/ 002 prog. 1/ 922
prog. 4/ 723 prog. 4/ 723
MPB progr. en prod
S&R
RL
RL
Eenheid
30.3 Werkbudget Meerjarenontwikkelingsplan
Lopende projecten 29.5 Leefbaarheidsonderzoek
Programma 16: Overige
Totaal A-projecten programma 15
27.1 Bodemmodule - bijdrage ISV 2/VINAC - restant bijdrage afkoopsom Felua
15.0
ISV subsidie 2005-2007: € 0,254 mln
Programma 15: Milieu
(bedragen x € 1.000)
MOP- programma's Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
Overzicht BROA-projecten
-14.040
-179
-175
-4
-pm
382
-571 660 301
-8
Restant t/m 2013
-9.531
-780
-300
-480
-343
-793 450
2014
-5.673
-300
-300
-pm
-200
-200
2015
-1.474
-300
-300
-200
-200
2016
-664
-300
-300
-174
-174
2017
0
0
-102
2018
0
0
-104
2019
2020
0
0
0
2021
0
0
0
2022
0
0
0
Toelichting in 2013 af te ronden A-projecten BROA Programma 1: Groene Mal
3.11 Herinrichting Brinkpark (Cath. Amaliapark) inclusief aanleg Grift Het project Brinkpark is inmiddels uitgevoerd en er zijn geen verdere ontwikkelingen te melden.
Programma 4: Binnenstad
4.3 Binnenstad GSO-4 Dit project betreft de herinrichting van het Caterplein en omgeving. Hiervoor is GSO-4 subsidie beschikbaar gesteld. De werkzaamheden zijn in 2012 gestart. De eerste uitgaven die zijn gedaan, zijn ten laste gebracht van de overige beschikbare budgetten (o.a. Montfransgelden). De verwachting is dat in 2013 de werkzaamheden tbv de herinrichting worden afgerond. Verwacht wordt dat de nazorg in 2014 zal doorlopen.
Programma 9: Complete wijken
9.1 Tijdelijke onderwijsaccommodatie Zuidbroek Conform besluitvorming wordt – ondanks de financiële situatie van het Grondbedrijf - de bijdrage van het Grondbedrijf aan de BROA met betrekking tot de gerealiseerde noodschool Zuidbroek vooralsnog gehandhaafd.
Programma 14: Verkeer
24.3/25.4 Onderzoek light rail en voorstadshalte/verbetering auto-infrastructuur In het verleden zijn hiervoor gelden beschikbaar gesteld om knelpunten in het hoofdwegennet te kunnen oplossen. In 2012 heeft de raad dit project pm geraamd. 25.9 Verkeersvoorzieningen Beekbergen Betreft werkzaamheden aan de Dorpstraat, Kerkweg, Kerkallee, parkeerterrein achter Super in Beekbergen. In 2013 zullen de laatste werkzaamheden worden uitgevoerd en zal de financiële afronding plaatsvinden.
Programma 15: Milieu
15.0 Sanering geluidsbelaste woningen Het project de Sikkel - 10 flatwoningen is in 2012 afgerond en akkoord bevonden. De kosten voor dit project bedroegen € 3.150. Het restantbudget van € 7.850 wordt besteed aan het saneringsproject Eerbeekseweg te Loenen.
Programma 16: Overige
30.3 Werkbudget Meerjarenontwikkelingsplan Voor ondersteunende activiteiten die nodig zijn om de provinciale subsidie veilig te stellen en andere subsidies te verkrijgen, is een jaarlijks budget van belang. In 2013 is nog een restant BROA-budget beschikbaar van € 4.000. Dit budget wordt besteed aan diverse lobbyactiviteiten om subsidies binnen te halen.
288
2.2 Doorrekening Reserve Bereikbaarheid Binnenstad
289
290
RESERVE BEREIKBAARHEID BINNENSTAD 2013 t/m 2023
(bedragen * 1.000 euro)
DOORREKENING 2013 - Indexering vlg BBB 2013 en BBB2014 - m.i.v. 2013 extra bijdrage aan parkeergarage Orpheus • 50.000. - onderzoek naar digitalisering parkeren - m.i.v. 2013 verbetering brandveiligheid, extra onderhoudsposten vervallen, alleen iom prog.manager
Bruto reserve per 1 januari algemene rentevoet indexeringspercentage kosten indexeringspercentage opbrengsten VOEDING 1 Rentetoevoeging 2 Parkeerbijdragen 3 Parkeervergunningen (maaiveld+garages) 4 a. Meters/automaten maaiveld b. bijdrage AD in kader Brinkpark en Orpheus 5 Exploitatiebijdrage Pris 6 a. Stelpost: tariefsaanpasingen b. voorstel MPB 2014-2017 7 Parkeergarage Marktplein 8 Parkeergarage Koningshaven 9 Parkeergarage Brinkpark
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
1.218 1,75% 0,75% 1,50%
946 1,75% 2,00% 2,00%
488 1,75% 2,00% 1,20%
57 1,75% 2,00% 1,60%
-92 1,75% 2,00% 1,60%
-249 1,75% 2,00% 1,60%
-304 1,75% 2,00% 1,60%
-352 1,75% 2,00% 1,60%
-296 1,75% 2,00% 1,60%
-211 1,75% 2,00% 1,60%
4 1,75% 2,00% 1,60%
21 50 531 1.351 378 45
17 50 541 1.378 313 46
9 50 547 1.395 274
1 50 555 1.417 220
-2 50 563 1.440 166
-4 50 572 1.463 111
-5 50 580 1.486 55
-6 50 589 1.510
-5 50 598 1.534
-4 50 607 1.559
0 50 616 1.584
250 1.780 196 377
250 1.808 197 383
150 250 1.837 196 389
150 250 1.866 196 395
300 250 1.896 196 401
300 250 1.926 196 408
400 250 1.957 196 414
400 250 1.988 196 421
1.698 195 359
1.732 198 366
250 1.752 196 371
5.847
5.586
5.331
4.904
4.763
4.764
4.720
4.835
4.961
5.218
5.509
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
KOSTEN ALGEMEEN 9 Parkeeradvisering / ondersteuning 10 Bijdrage btw comp.fonds (t/m 2013)
35 175
36
36
37
38
39
39
40
41
42
43
KOSTEN BEHEER EN ONDERHOUD 11 Parkeeronderzoek 12 Parkeercontrole 13 Parkeervergunningen (maaiveld+garages) 14 Parkeervergunningensysteem (PVS4U) 15 Afbreken PRIS 16 a. Fysieke afsluiting binnenstad b. Digitalisering parkeren 17 Meters en automaten maaiveld 18 Parkeergarage Marktplein 19 Parkeergarage Koningshaven 20 Parkeergarage Brinkpark 21 Bijdrage aan exploitatietekort pg Orpheus 22 Diversen
19 768 133 68 55 41 30 280 616 210 200 300 6
19 784 135 69 54 41 38 285 628 214 204 300 6
19 799 132 71
19 547 127 71
19 528 122 72
19 508 117 74
19 487 112 74
19 466 110 76
19 459 112 78
19 468 114 78
19 478 117 80
42 38 290 640 218 208 300 6
43 50 222 653 222 212 300 6
43 51 225 666 227 216 300 6
44 51 230 679 231 221 300 6
45 51 235 693 236 225 300 6
46 51 239 707 241 230 300 6
47 52 244 721 245 234 300 6
48 52 248 735 250 239 300 6
49 52 252 750 255 244 300 6
440 6
6
6
6
5
5
5
5
5
55
37
37
37
37
37
25
25
25
25
25
Netto beschikbaar
Netto onttrekkingen
INVESTERINGEN parkeergarages/-terreinen 23 Reservering investering Brinkparkgarage 23 Reservering Carpoolplaats zuid parkeerregulering 24 Diverse wijken openbaar vervoer 25 toegankelijkheid OV verkeersbeleid 26 Verkeerskaart: ondersteunend beleid diversen 27 Apeldoorn 2000 onderhoud infra BS 28 Onttrekking t.g.v. algemene reserve 29 Voorstel MPB 2014-2017 KAPITAALLASTEN 30 Aanleg en bouw p-garage Brinkpark 2013 31 Renovatieonderhoud p-garage Marktplein 2004 32 Verbetering brandveiligheid 2012/2013 33 Renovatieonderhoud p-garage Koningshaven 2013 34 Renovatieonderhoud p-garage Koningshaven 2023 35 Renovatieonderhoud p-garage Brinkpark 2023 36 Vervanging p-apparatuur maaiveld 2014 37 Vervanging p-apparatuur p-garages 2014 38 Zomernota (PRIS)
-505 25
25
25
25
25
25
25
25
25
25
25
409 300
409 300
409 300 250
409 300 250
409 300 250
409 300 250
409 300 250
409 300 250
409 300 250
409 300 250
409 300 250
116 99 146 37
116 96 146 37
116
116
116
116
116
116
116
116
116
146 37
146 37
146 37
146 37
146 37
146 37
146 37
146 4
146
137 127 25
137 127 50
137 127 50
137 127 50
137 127 50
137 127 50
137 127 50
137 127 50
137 127 50
35 29
STIMULERINGSMAATREGELEN jaarlijks wordt een bedrag van 25% van de parkeeropbrengsten gereserveerd voor uitvoering van deze stimuleringsmaatregelen openbaar vervoer en fiets. 39 Maatregelen fiets / OV 40 Fiets - gratis stallen 41 Zomernota (FDA)
261 474 105
340 483
339 493
342 503
345 513
385 523
388 534
428 544
430 555
458 566
461 578
Totaal projecten en kapitaallasten
4.901
5.099
5.273
4.995
5.012
5.067
5.072
5.130
5.172
5.213
5.018
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
-273
-458
-430
-149
-157
-54
-48
57
86
216
487
Jaarresultaat
291
292
2.3 Doorrekening Reserve Riolering
293
294
Meerjarenexploitatie doorrekening Rioolfonds 2013 t/m/ 2023
- kostenindex 2%, gewogen kostenontwikkeling 2014, 2,0%; 2015, 1,2%; 2016ev, 1,6% - incl. kwijtschelding restant rioolrecht - incl. onderhoud wadi's € 30.000
Bedragen x 1000 in euro's
raming 2013
STAND VAN DE RESERVE OP 1/1 Opbrengst van O.Z.B./rioolrecht Rentebijschrijving Beschikbaar
Verwachte uitgaven Overlopende kosten post 5, 10
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
4.209
1.446
1.789
1.913
2.002
1.690
1.374
1.045
910
1.268
1.761
11.554
11.874
12.064
12.305
12.549
12.798
13.050
13.306
13.567
13.832
14.100
130
36
31
33
35
30
24
18
16
22
31
15.893
13.357
13.885
14.251
14.586
14.517
14.448
14.369
14.493
15.122
15.892
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
1.234
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.495
1.440
1.488
1.485
1.507
1.517
1.533
1.546
1.561
1.576
1.591
2.267
2.267
2.267
2.267
2.267
2.267
2.267
1.965
1.611
1.567
1.439
295
301
307
313
319
326
332
339
346
353
360
TOEGEREKENDE KOSTEN 1 Doorber. Kostenplaatsen/ uren inzet
KAPITAALLASTEN 2 Riolen en randv.
OVERIGE KOSTEN Riolen 3 Dagelijks beheer 4 Groot onderhoud riolen
471
481
490
500
510
520
531
541
552
563
575
2.932
1.392
1.420
1.448
1.807
1.843
1.880
1.918
1.956
1.995
2.035
6 Onderzoek en meten
281
283
285
291
297
303
309
315
321
328
334
7 Inspectieputten en kolken
537
541
545
556
567
578
590
602
614
626
639
50
50
51
52
53
54
55
250
255
260
265
441
450
459
468
478
487
497
507
517
527
538
210
210
210
210
214
218
223
227
232
236
241
11 Diversen
147
150
153
156
159
162
165
169
172
175
179
12 Kwijtschelding rioolrecht
270
277
285
292
301
309
317
326
335
344
354
13 Perceptiekosten
235
239
244
249
254
259
264
269
275
280
286
14 BTW-compensatiefonds
1.644
1.349
1.394
1.436
1.547
1.591
1.637
1.659
1.626
1.654
1.666
15 veegkosten 50%
1.058
1.079
1.100
1.122
1.145
1.168
1.191
1.215
1.239
1.264
1.289
16 Afkoppelen
652
731
890
888
888
888
888
888
888
888
888
17 Beken en sprengen
230
326
383
516
584
653
723
723
723
723
723
14.447
11.567
11.972
12.250
12.896
13.144
13.403
13.459
13.224
13.361
13.401
5 Vervanging riolen
8 inspecteren + schoonmaken riolen Gemalen en mech. riolering 9 Dagelijks beheer 10 Groot onderhoud en vervanging Diverse overige kosten
Programma "actief duurzamer" Kapitaalslasten
TOTAAL UITGAVEN
295
296
2.4 Doorrekening Reserve Huisvuilrechten
297
298
RESERVE HUISVUILRECHTEN (bedragen * 1.000 euro)
MPB 2014-2017 DOORREKENING 2013 - 2017
Kostenindex 2,00% conform BBB 2014 - 2017, dekkingspercentage kosten kwijtschelding in 2014 20% Dekkingspercentage kosten kwijtschelding in 2015 20%, 2016 80% dekking, vanaf 2017 100 %. Areaalaccres 100 aansluitingen per jaar conform BBB 2014-2017 Tarieven
2013
2014
2015
2016
2017
Tarieven vastrecht (per huishouden): 1-persoonshuishoudens 2-persoonshuishoudens 3- of meerpersoonshuishoudens
152,96 160,09 167,29
158,84 166,11 173,46
160,70 168,06 175,50
160,84 168,31 175,87
150,47 158,06 165,74
Stijging (of daling) t.o.v. voorgaand jaar: 1-persoonshuishoudens 2-persoonshuishoudens 3- of meerpersoonshuishoudens
1,20% 1,20% 1,20%
3,84% 3,76% 3,69%
1,17% 1,17% 1,18%
0,09% 0,15% 0,21%
-6,45% -6,09% -5,76%
Tarieven variabel recht (per aanbieding): 120-liter container (restafval) 140-liter container (restafval) 240-liter container (restafval) 40-literzak (restafval) 1100-liter container (restafval)
3,80 4,43 7,59 1,27 34,79
3,75 4,38 7,50 1,25 34,38
3,75 4,38 7,50 1,25 34,38
3,75 4,38 7,50 1,25 34,38
3,75 4,38 7,50 1,25 34,38
Reserve Stand van de reserve op 1 januari Opbrengst afvalstoffenheffing Bij: overige baten Af: lasten Teruggave surplus reserve Stand van de reserve op 31 december
2013
2014
6.246 16.692 22.938 2.824 -20.427 0 5.335 Minimum
299
2015
2016
2017
5.335 1.936 716 1.630 17.126 17.310 17.405 16.803 22.461 19.247 18.121 18.433 2.513 2.552 2.592 2.633 -20.738 -21.083 -19.082 -19.436 -2.300 0 0 0 1.936 716 1.630 1.630 = € -600.000; maximum = € 3.600.000
Lasten en baten
2013
2014
2015
2016
2017
Lasten eenheid Ruimtelijke Leefomgeving: Grofvuil Restafval Groente-, fruit- en tuinafval Kunststoffen Overig afval Regie Beheer inzamelmiddelen Hoofd- en wijkposten Overige kosten Investering terrein Aruba brengstation Beleidswijziging 1 Beleidswijziging 2 Beleidswijziging 3 Beleidswijziging 4 Beleidswijziging 5
1.096 4.784 2.269 318 1.540 583 1.835 2.268 4.185 20 0 0 0 0 0
1.119 4.891 2.318 325 1.573 594 1.867 2.309 4.357 0 0 0 0 0 0
1.143 5.000 2.368 332 1.607 604 1.873 2.328 4.443 0 0 0 0 0 0
933 3.371 2.419 339 1.641 616 1.896 2.361 4.121 0 0 0 0 0 0
953 3.445 2.471 346 1.677 629 1.926 2.396 4.207 0 0 0 0 0 0
Lasten overige eenheden: B&O: Reiniging om ondergr. containers SSC: Kosten kwijtschelding SSC: Kosten aanslag afvalstoffenheffing V&R: Kosten afvalcontrole POW: Kosten informatieverstrekking afval Totaal lasten
41 957 453 66 11 20.427
41 957 308 66 11 20.738
41 957 308 66 12 21.083
41 957 308 66 12 19.082
41 957 308 66 12 19.436
Baten: Kunststoffen Overig afval Regie Hoofd- en wijkposten Overige baten Dividend 2012 Totaal baten
-766 -744 -15 -658 -292 -350 -2.824
-781 -760 -15 -659 -298
-797 -776 -15 -659 -305
-813 -793 -15 -660 -311
-829 -810 -15 -661 -318
-2.513
-2.552
-2.592
-2.633
-16.692
-17.126
-17.310
-17.405
-16.803
0
1.100 1.200 3.399
0
0
0
1.221
-915
0
Opbrengst afvalstoffenheffing Incidentele lasten of baten: Teruggave resultaat 2011 Bestemming resultaat 2012 Jaarresultaat product afval
910
300
Bijlage 3
Overige bijlagen
301
302
3.1 Overzicht baten en lasten 2014 (x € 1.000) Programma: 1 2 3 4 5 6 7 8 9
lasten
Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën Veiligheid Openbare ruimte Duurzame milieubescherming Jeugd en onderwijs Werk en inkomensvoorziening Zorg en welzijn Sport en cultuur Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
Subtotaal programma's
baten
saldo
40.174 15.323 63.820 26.379 42.088 99.294 49.607 38.586 72.621
235.943 1.942 26.029 20.689 5.795 73.776 7.664 10.795 56.186
195.769 -13.381 -37.791 -5.690 -36.293 -25.518 -41.943 -27.791 -16.435
447.892
438.819
-9.073
1 Onvoorzien
178
Saldo voor bestemming
448.070
Programma:
lasten
-178 438.819
baten
-9.251
saldo
Toevoegingen en onttrekkingen reserves: 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën Veiligheid Openbare ruimte Duurzame milieubescherming Jeugd en onderwijs Werk en inkomensvoorziening Zorg en welzijn Sport en cultuur Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
Totaal mutaties reserves Saldo na bestemming
303
12.086 0 19.794 19.062 286 0 0 0 5.031
12.223 0 21.995 21.222 650 0 0 5 9.415
137 0 2.201 2.159 364 0 0 5 4.384
56.259
65.509
9.250
504.328
504.328
0
304
305
715
980
614
630
980
980
5
6
7
8
8
960
1
5
922
1
div.
922
1
5
922
1
980
003
1
3
Beleids product
Programma
1.750
4.608
Totaal
100
375
40
105
350
250
295
1.000
343
Lasten
Reserve bouwleges
Reserve sportactiviteiten
Wijkvoorzieningenscan
Heroverwegen bezuiniging minimabeleid
Reserve onderwijshuisvesting
Centrum Jeugd en Gezin decentralisatie jeugdzorg
Doorschuiven bezuiniging uitvoering decentralisaties
reserve afkoop onderhoud graven
Bijdrage Alg Reserve ivm I-NUP (algemene uitkering) Digitaliseren informatievoorziening
Bijdrage van de BCF-reserve
Storting in de BROA t.l.v. A.D.
Verkiezingen
Omschrijving
2014
885
285
600
Baten
1.452
942
210
125
175
Lasten
2015
1.265
5
885
375
Baten
342
167
175
Lasten
2016
215
215
Baten
117
102
15
Lasten
2017
bedragen x € 1.000
In dit overzicht zijn de incidentele baten en lasten vermeld. Deze baten en lasten hebben betrekking op de exploitatiebegroting, zijn in de programma's opgenomen en beïnvloeden eenmalig het begrotingsresultaat.
3.2 Overzicht incidentele baten en lasten
-
Baten
306
3.3 Overzicht jaarlijks terugkerende arbeidskosten 2014 Op basis van de primaire begroting - exclusief nieuw beleid en heroverwegingen Loonkosten, Totaal Dienst uitkeringen, aantal vergoedingen fte's in €
Huidig personeel
Raadsleden Bestuur (incl lasten APPA)
Loonsom per fte in €
981.319 1.144.622
Griffie
810.057
9,89
81.907
Organisatie-eenheden Directieraad Strategie en regie Publiek, ondernemen en wijken Shared service center Ruimtelijke leefomgeving Jeugd, zorg en welzijn Werkplein Activerium Beheer en onderhoud Vastgoed en grond Veiligheid en recht Projecten Personeel en communicatie Financiën en control Informatievoorziening
438.504 1.493.257 4.948.466 5.971.207 8.860.711 4.555.184 11.007.474 9.395.817 2.420.288 4.126.500 5.301.152 4.062.487 4.996.785 5.540.063
3,00 14,79 83,64 102,69 112,18 65,83 183,64 172,54 31,63 57,31 58,90 54,47 64,22 73,42
146.168 100.989 59.162 58.146 78.990 69.199 59.941 54.456 76.524 72.009 90.004 74.586 77.805 75.458
Totaal huidig personeel
76.053.893
Voormalig personeel
Uitkeringen wethouders Pensioenen wethouders Wachtgeld en WW-uitkeringen (totale concern)
429.352 241.378 245.830
Totaal voormalig personeel
916.560
Totaal personele lasten
76.970.453
307
1.088,13
308
309
Omschrijving
JZW
BO IV/FC/SSC
- Apparatuur parkeergarages
- Automatisering
BO
- Routine investeringen 2014
* exclusief bouwrente
Totaal materiële activa
IV
- Basisadministratie bevolking
Specificatie vermeerdering:
B0107 Overige materiële vaste activa
VG
- Brandbeveiliging parkeergarage
Specificatie vermeerdering:
B0106 Machines/apparaten/installaties
573.536
12.278
23.080
15.792
886
62
948
2.263
2.340
500
5.103
2.912
B0105 Vervoermiddelen
1.064
3.976
4.765
1.000
- Beken en sprengen 3.242
59.644
429.669
4.720 5.765
(investering)
1-1-2014 40.903
Vermeerdering
Boekwaarde
- Diverse (riolerings)werkzaamheden
Specificatie vermeerdering:
B0104 Grond- weg- en waterbouwk.werken
BO
- Huisvesting scholen
Eenheid
- Rennovatie parkeergarage marktplein
Specificatie vermeerdering:
B0103 Bedrijfsgebouwen
B0102 Woonruimten
B0101 Gronden en terreinen
nr.
Balans
Bedragen * € 1.000
3.4 Kapitaallasten en nieuwe investeringen 2014
0
Verminderingen
17.436
0
6
1.275
198
110
64
3.221
540
15
10
2.174
99
41
10.226
0
0
Afschrijving
571.892
886
56
11.951
2.065
2.230
436
24.962
2.702
2.897
1.054
61.446
4.666
959
425.208
4.720
40.903
31-12-2014
Boekwaarde
44.126
7
7 26.690
7
1.808
219
150
136
4.147
672
72
58
4.979
338
53
30.473
217
1.830
kapitaallasten
Totaal
1
533
21
40
72
926
132
57
48
2.805
239
12
20.247
217
1.830
Rente*
Cursief = investeringen 2014
310
311
0 -18.900
-6.071.300
57.291.200
Totaal Bestemmingsreserves
-5.000 0
50.000 2.040.300
191.200 208.500
-56.400
0
-259.000 13.300
-3.399.000
343.000
-459.000
3.320.900 -/- pm
0
Bedrijfsvoeringsreserve griffie Concernreserve bedrijfsvoering
Sportactiviteiten Topsportevenementen
3.151.000
100.000
Kunsttoepassingen
Reserve Onderwijshuisvesting
781.500 392.700
5.334.500
Huisvuilrechten
Schildersonderh. openb. Verlichting Vernieuwen bomenbestand
1.446.500
946.000
20.522.100 -/- pm
1.800.000
2.000
-337.300
2.098.500
116.300
76.600 -600.000 -4.631.200
-61.300
1.862.500
1.019.800 1.184.100 14.045.700
4.852.900 283.100 271.800 -2.532.000
-7.939.800
Mutaties 2014
-46.180.900 -1.216.200 -298.600 -31.788.700
15.907.000
Boekwaarde 01-01-2014
Riolering
Bereikbaarheid binnenstad
Algemene reserve Grondbedrijf
Reserve de Haere
Stelpost lok. woonw.bew./kerm.
Reserve aandelenkap. Teuge BCF-reserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) Kapitaallasten gedane investeringen met economisch nut
Reserve inlopen tekort grondbedrijf Egalisatiereserve bouwleges Afkoopsommen begraven Totaal buffervermogen 202 B. Bestemmingsreserves Huisvesting
Bal. Omschrijving nr 201 Eigen vermogen Algemene reserve
Doorrekening reserves
3.5 Doorrekening reserves en voorzieningen
1.370.500
0 0
0 0
55.100
0
0 0
0
36.000
17.000
820.900
72.000
2.000
90.100
31.600 0 245.800
0
-1.570.100 0 -5.200 -994.900
580.400
Vermeerdering wegens rente
44.003.400
0 33.100
0 0
438.500
0
0 13.300
19.639.000
11.874.000
4.623.000
3.400.000 -/- pm
0
0
0
45.000 0 3.901.000
36.500
6.423.000 5.031.100 1.846.600 15.875.700
2.575.000
Overige vermeerdering
51.445.200
0 52.000
5.000 0
550.000
0
259.000 0
23.038.000
11.567.000
5.099.000
900.000
72.000
0
427.400
0 600.000 8.778.000
97.800
0 4.748.000 1.569.600 17.412.800
11.095.200
Vermindering
51.219.900
50.000 2.021.400
186.200 208.500
3.094.700
100.000
522.500 406.000
1.935.500
1.789.500
487.000
23.843.000 -/- pm
1.800.000
118.300
1.761.100
1.096.400 584.100 9.414.500
1.801.200
-41.328.000 -933.000 -26.900 -34.320.900
7.967.000
Boekwaarde 31-12-2014
47.579.500
50.000 2.093.100
186.200 108.500
3.540.700
100.000
263.500 419.400
714.500
1.912.500
58.000
27.296.700 -/- pm
1.800.000
120.400
1.409.300
1.085.400 209.100 4.472.300
1.739.900
-36.310.200 -870.700 -83.000 -36.194.500
1.069.400
Boekwaarde 31-12-2015
48.043.800
50.000 2.093.100
186.200 108.500
3.185.100
100.000
4.500 433.000
1.629.500
2.000.500
-91.000
30.788.600 -/- pm
1.800.000
122.500
1.042.200
1.074.000 0 1.838.500
1.678.600
-31.121.700 -820.500 -116.000 -30.091.200
1.967.000
Boekwaarde 31-12-2016
46.912.800
50.000 2.093.100
186.200 108.500
2.888.600
100.000
4.500 446.700
1.629.500
1.688.500
-249.000
32.020.100 -/- pm
1.800.000
124.600
659.400
1.062.200 0 633.700
1.666.200
-25.756.900 -813.700 -118.800 -23.432.800
3.256.600
Boekwaarde 31-12-2017
Doel en bijzonderheden
50.000 Waarborgen continuïteit bedrijfsvoering 3.950.000 Waarborgen continuïteit bedrijfsvoering
26.200.000 Gebaseerd op MPG 2013, het weerstandsvermogen van het grondbedrijf wordt jaarlijks geactualiseerd. In deze doorrekening zijn toekomstige verliezen nog niet meegenomen. 3.000.000 Parkeervoorzieningen en stimulering fiets en OV ter ontsluiting binnenstad n.v.t. Onderhoud, vervanging verouderde rioolstelsels en waterberging 1.200.000 Egalisatie tariefsaanpassingen. Overschrijding toegestaan voor deel efficiencykorting (Essent). 1.000.000 Reservering voor werkzaamheden 1 maal per 7 jaar 750.000 Aanplant nieuwe bomen ter compensatie gekapte bomen 600.000 Het "aankleden" van gemeentelijke gebouwen en openb.ruimte met kunstwerken van hoge kwaliteit n.v.t. Fluctuaties in lasten en baten (egalisatiefunctie) en spaarfunctie voor toekomstige investeringen 600.000 Ondersteuning van sportevenementen n.v.t. Ondersteuning van topsportevenementen
geen
geen Dekking optredende tekorten
n.v.t. Dekking kapitaallasten
n.v.t. Egalisatiereserve om fluctuaties in huisvestingskosten op te vangen n.v.t. Deelneming in NV luchthaven Teuge n.v.t. Opvang structureel nadeel btw compensatiefonds n.v.t. Gecombineerde reserve voor diverse doeleinden
n.v.t. Buffer t.b.v. rekening-uitkomsten; wordt ook wel gebruikt ter dekking van incidentele uitgaven. 0 Reserve tbv inlopen tekort grondbedrijf n.v.t. Bestemd voor continuïteit in tariefstelling bouwleges n.v.t. Afkoop tijdelijke expl.tekorten a.g.v. onderhouds-
Maximum
312
Dienst
Boekwaarde 01-01-2014
FC SSC
FC
FC FC
V&G
RL
voorziening Wachtgelden voorziening Onderhoud stadhuis
voorziening Vorderingen/zaken onder rechter
voorziening Frictiekosten voorziening Renterisico
voorziening Onderhoud VGA
voorziening Bestemmingsplannen
Totaal
POW
voorziening Wijkzaken
11.017.485
392.139
1.381.329
5.035.945 1.000.000
1.000.000
230.799 1.831.550
145.723
5.770
5.770
2.260.968
1.565.476
645.492
50.000
4.009.068
150.000
1.565.476
1.697.000
113.631 407.961
75.000
Vermeerdering Overige Vermindering wegens rente vermeerdering
Uitgaven worden vanwege BBV rechstreeks ten laste geboekt van de betreffende voorziening
Omschrijving
Doorrekening voorzieningen
9.275.155
242.139
1.381.329
3.338.945 1.000.000
1.000.000
122.938 2.069.081
120.723
Boekwaarde 31-12-2014
7.829.191
242.139
1.381.329
1.891.945 1.000.000
1.000.000
82.320 2.135.735
95.723
Boekwaarde 31-12-2015
7.288.815
242.139
1.381.329
1.417.945 1.000.000
1.000.000
69.427 2.107.252
70.723
Boekwaarde 31-12-2016
Doel en bijzonderheden
5.806.285
1.381.329 ter dekking toekomstig groot onderhoud gemeentelijk vastgoed 242.139 te dekking kosten opstellen bestemm.pl. waarvan opbrengsten al zijn ontvangen
1.000.000 ter dekking (toekomstige) vorderingen n.a.v. rechterlijke uitspraken 34.945 ter dekking frictiekosten agv reorganisatie 1.000.000 ter dekking van een renterisico
45.723 ter dekking van kosten voor spec. wijkontwikkelingsproj. die reeds zijn toegezegd aan de wijkraden 59.977 ter dekking kosten voormalig personeel 2.042.172 ter dekking toekomstig groot onderhoud
Boekwaarde 31-12-2017
3.6
Enkele kerngegevens
Omschrijving 2013
Begroting 2014
A. Belangrijkste maatstafgegevens voor uitkering Gemeentefonds 1. 2. 3. 4. 5.
Waarde woningen (x € 1.000) Waarde niet woningen (x € 1.000) totale waarde onroerende zaken binnen de gemeente conform de WOZ Inwoners Jongeren Ouderen Huishoudens met een laag inkomen
15.716.000 4.193.000 19.909.000 156.872 36.184 27.563 21.125
14.402.000 3.996.000 18.398.000 157.841 35.845 29.902 20.911
2.802 12.951
2.952 13.155
7.343
7.588
163.823
164.848
248.155
249.481
11.784
11.853
33.988 75.119 1.237
33.988 75.578 1.262
9.377 922 724 198
10.336 964 746 218
466 815 1.281 1.155 580
466 817 1.283 1.160 585
(het aantal huishoudens met een inkomen tussen een bepaalde onder- en bovengrens)
6. 7.
Bijstandsontvangers (o.b.v. ABW, IOAW, IOAZ) Uitkeringsontvangers (als 6 plus militairen, WSW, WAO-jong, WAO, WAZ en WIW)
8.
Minderheden Zelf of één van de ouders geboren in Suriname, Nederlandse Antillen, Aruba, Turkije of Marokko en vluchtelingen overeenkomstig artikel 9 of artikel 10 Vreemdelingenwet
9.
Lokaal klantenpotentieel (klantenkring van de lokale gemeentelijke voorzieningen in kring van 20 km)
10. Regionaal klantenpotentieel (klantenkring van de regionale gemeentelijke voorzieningen in kring van 60 km)
11. Leerlingen voorgezet onderwijs (leerlingen worden geteld in de gemeente waar zij naar school gaan)
12. Oppervlakte gemeente 13. Woonruimten 14. Omgevingsadressendichtheid (x 100) (aantal woningen in duizendtallen, gewogen voor de gemidd. Omgevingsadressendichtheid van de locaties binnen de gemeente, het is indicatie van stedelijkheid)
15. 16. 17. 18.
Bedrijfsvestigingen (bron: CBS) Totale oppervlakte bebouwing (in ha) Oppervlakte bebouwing in de bebouwde kom (in ha) Oppervlakte bebouwing buiten de bebouwde kom (in ha)
B. Overige fysieke structuurgegevens 1. 2. 3.
Lengte van de wegen (km): buiten de bebouwde kom binnen de bebouwde kom totaal Lengte van de riolering (km) Oppervlakte openbaar groen excl. bossen en begraafplaatsen (in ha) (1 ha = 10.000m2)
313
314
Bijlage 4
Trefwoordenlijst
315
316
Trefwoordenlijst Onderwerp
Programma
A
Aandeelhoudersschap Aandelen Aanvraagformulieren Accres Apeldoorn B.V. ACEC Activering Activerium Aftelfeest Afval Alarmcentrale Algemene baten en lasten Algemene uitkering Allochtonen Amateuristische kunstbeoefening Amateurkunst Ambulante handel Anklaar Anklaar, Multifunctioneel centrum CODA Apeldoorn Academie Apeldoorn heeft Antwoord Apeldoorns belang Arbeidsmarkt Arbo Archeologie Archief Archiefbeheer Architectuur Atletiek Auto-infrastructuur AWBZ
1 1 1 1/5/7/8 8 6 6 1 4 2 1 1 7 8 8 9 9 7 8 1 1 1 6 1 8 8 1 8 8 3 7
B
Bank voor de Nederlandse Gemeenten N.V. (BNG) Basisbrandweerzorg Bedrijfsrestaurant Bedrijfsvoering Begraafplaatsen Beken en sprengen Belastingen Belastingverordening Beleggingen Beleggingsbeleid Beleidsvoorbereiding en verantwoording Bereikbaarheid Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Bestemmingsplannen Bestuursondersteuning Beveiliging Bevolkingsadministratie
317
1 2 1 1 3 3 1 1 1 1 1 3 1 9 1 1 1
Onderwerp
Programma
Bezwaarschriften Bezwaarzaken Bibliotheek Bijzondere bijstand Bodemmodule Bodemprogramma (ISV) Bodes Bomen Bouwbeleidsplan Bouwhuis, Stichting Bouwstoffenbesluit Bouwvergunningen Brandveiligheid Brandverzekering Brandweerzorg Brede school Breedtesport Brinkpark Brugerzakensysteem Bureau HALT Bureau Jeugdzorg Burgemeester en wethouders Burgerjaarverslag Burgerlijke stand Burgerzaken Buurtparticipatie
1 1 8 6 4 4 1 3 9 8 4 9 2 1 2 5 8 4 1 5 5 1 1 1 1 1
C Catering
1 8 5 1/4 8 5 7 8 8 8 8 1 8
Centrum voor beeldende kunst Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Circulus CODA Combinatiefunctionarissen Comité Maatschappelijk Ondernemen Cultuurbeleid Cultuureducatie Cultuurhistorisch beleid Cultuurkwartier Cultuurverandering Cultuurvisie Apeldoorn
D
Daklozen Decentralisaties Detailhandelsvisie Dienstverlening Dierenasiel DIGID Digitale loket Digitale reisinformatiesysteem (DRIS) Discriminatie Dividend Documentaire Informatievoorziening Dorps- en wijkraden
7 5 9 1 2 1 1 3 7 1 1 1
318
Onderwerp
Programma
Duurzaamheid
4/9
E
Ecofactorij Economische visie Economischie Zaken Eikenprocessierups Energiegebruik Ereprijs, Orkest de Erfgoed Erfgoedplatform Evenementen Explosievenopruiming Kroondomein
9 8 9 3 4 8 8 8 1/9 2
F
Feluagroep Fiets Fietsdoorstroomassen Fietsenstallingen
6 3 3 3
G
GBA Gebiedsgericht werken Gebiedsverantwoordelijkheid Geestelijke gezondheidszorg Gehandicapten Geldleningen Geluidshinder Gemeentebestuur Gemeentefonds Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) Gemeentelijke Belastingen Gemeenteraadsverkiezingen Geneeskundige Hulp Ongevallen en Rampenbestrijding (GHOR) Gezondheidscentra Onder Eén Dak (GOED) Gezondheidszorg GGD Gigant, Stichting Griffie Grift Groene Mal
H
Handel en ambacht Handhavingsbeleidsplan HBO/ WO onderwijs Heffingen Herstructureringsgebieden Herstructureringsprogramma Hondenbelasting Hoogspanningsleidingen Horeca HOV-assen Huis voor de Schoone Kunsten
1 1/3 1 7 7 1 4 1 1 5 1 1 1 2 7 7 7 8 1 3 3 9 9 5 1 9 9 1 9 9 3 8
319
Onderwerp
Programma
Huishoudelijke verzorging Hulpverlening
7 7
I
ICT-taken IJs- en skeelerbaan Inburgering Incidenten Infrastructuur Infrastructuur Oostzijde stad / Omnisportcentrum Inkomensondersteuning Inkomensvoorziening (IOAW/IOAZ) Integratie Integriteit Interactief besturen Inzamelen / verwerking afval Isolement, sociaal IZA bedrijfszorgpakket
J
Jaarrekening Jeugd Jeugd- en jongerenwerk Jeugdbeleid Jeugdcriminaliteit Jeugdgezondheidszorg Jeugdmonitor Jeugdprostitutie Jeugdzorg Jong Talent Jonge Vlucht Jongeren Jump Juridische kwaliteitszorg Jurische beleidsadvisering
1 8 6 2 3 3 6 6 7 1 1 4 7 1 1 5 5 5 5 5 5 5 5 8 5 5 5 1 1
K
Kanaaloevers Kanaalzone Kantoorlocaties Kap, Stichting De Kerntakendiscussie Kindercentra Kinderopvang Klachtenprocedures kLeef Stichting Klimaatprogramma Koninklijk Apeldoorn Kroondomein Kunst Kunst in de openbare ruimten
9 9 9 7 1 5 5 1 7 4 1 2 8 8
320
Onderwerp
Programma
L
Langzaam verkeer Leefbaarheidsonderzoek Leerlingenvervoer Leerplichtwet Lobby Lobbynota Logopedie Louise de Brauwprijs Luchthaven Teuge B.V. Luchtkwaliteit
3 1 5 5 1 1 7 7 1 4
M Maatjesproject
Maatschappelijk Ondernemen, Stichting Comité Maatschappelijke ondersteuning, Wet Maatschappelijke stage Maatschappelijke zorg Mantelzorg Markant, Stichting Markten Masterplan Zuid Milieubeleid Milieubescherming Milieubeschikkingen Milieuhandhavingsamenwerking Milieumonitor Milieurisico's Milieuvergunningen Milieuzoneringadviezen Minimabeleid Mobiliteit Mobiliteitsbevorderende maatregelen Mondial, St. Monitor, Apeldoorn Monumenten Museum
N
Nationaal Jeugd Orkest (NJO) Nationale Ombudsman Natuurhuis, De @aart Noordelijke ontsluitingsweg NUON
7 7 7 7 7 7 8 9 9 4 4 4 4 4 4 4 4 6 3 1 1 1 8 8 8 1 3 9 1
O Ondernemingsraad
1 8 7 1 9 5 5 5 5
Omnisport(centrum) Omnizorg(centrum) Onafhankelijke Bezwaarschriftcommissie Ondernemersklimaat Onderwijs Onderwijsachterstandenbeleid Onderwijshuisvesting Onderwijsinstellingen
321
Onderwerp
Programma
Onroerende zaakbelasting (OZB) Onvoorziene uitgaven Oost Veluweweg Openbaar groen Openbaar onderwijs Openbaar vervoer Openbare orde en rampenbestrijding Openbare ruimte Openbare verlichting Opvangvoorzieningen Opvoeden Orpheus Ouderen Ouderenadviseurs Overheidsdocumenten
1 1 3 3 5 3 2 3 3 5 5 1/8 7 7 1
P
Park Berg en Bos Parkeergarage Parkeergelegenheid Parkeernota Parkeren Participatie Participatieplaatsen Particulier opdrachtgeverschap Personeelsmanagement Persoonsgegevens Perspectief, Stichting Peuterspeelzalen c.a. Planschade Platform informele zorg Plattelandsontwikkeling Portaal Post onvoorzien Premie op actie Publicatie
9 3 3 3 3 6 6 9 1 1 5 5 1 7 9 1 1 1 1
R Rentekosten
Raad Raadsleden Raadsmonitor Radio en TV Apeldoorn Rampenbestrijding Rampenbestrijdingsplannen Rampenplan Real-X Receptie Reconstructieplan Veluwe Recreatie Regeldruk RegelRecht Regio Stedendriehoek Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) Regionale brandweer
322
1 1 1 1 1 2 2 2 5 1 9 9 1 6 1/9 5 2
Onderwerp
Programma
Regionale samenwerking Regionale Structuurvisie Stedendriehoek Reïntegratie Rekenkamer Rekenkamercommissie Rente Riolering Rioolbeheer Risico inventarisatie Risicokaart Rolstoelen Ruimtelijke ontwikkelingsvisie Apeldoorn
1 2 6 1 1 1 3 3 2 2 7 9
S
Sanering Schakelpunt Schoolbegeleiding Schoolverlaters Schoolverzuim Schoolzwemmen Schuldhulpverlening Scootmobielen Servers Servicecentrum Sirenenet Sluitende buurtaanpak Snippergroen Sociaal isolement Sociale huurwoningen Sociale Monitor Sociale Veiligheid Sport- en speluitleen Sportaanbod Sportaccommodaties Sportdeelname Sportfondsenbad, Zwembad De Sporthallen Sportnota Sportraad, Vereniging Sportstimulering Sportsubsidie Sportvelden Sportverenigingen Sprenkelaar, Zwembad De Stadhoudersmolen Stadsbank Stadsdeelaanpak Stadsdeelplan Stadswarenhuis Startersleningen Stedelijk gebied Stedelijke vernieuwing Stedendriehoek Stolp
4 7 5 5 5 5 6 7 1 1 2 7 3 7 9 7 2 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 9 6 1 1 1 9 3/9 9 1/9 8
323
Onderwerp
Programma
T
Taxibus WMO Teuge B.V., Luchthaven THOR Toerisme en Recreatie Topsport Traineeprogramma Transferium Treasurystatuut Trendbrief Turap
7 1 2 9 8 1 3 1 1 1
U
UITburo
1
V
Vastgoed Veilige school, Convenant Veiligheidsbeleid, integraal Veiligheidsmonitor Veiligheidsplan Veiligheidsregio N.O.-Gelderland Veiligheidsregio's, Wet Veiligheidsrisico's Verenigingsburo Verenigingsondersteuner Verkeer Verkeerbeleid Verkeerskaart Verkeersmaatregelen Verkeersprojecten Verkeersslachtoffers Verkeersveiligheid Verordening Stimuleringsregeling Apeldoorn Verslaafden Verslavingszorg Voortijdig schoolverlaten Vrijetijdsbesteding Vrijwilligers Vrijwilligers brandweer Vrijwilligerswerk Vrouwenopvang
W
Waardepapieren Waterhuishouding Waterplan Wegen Welzijnsaccommodaties Welzijnswet Werkgelegenheid Werklocaties Wet GHOR Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Wet Publieke Gezondheid (WPG)
324
9 5 2 2 2 2 2 2 7 7 3 3 3 3 3 3 3 9 7 7 5 5 7 2 7 7 1 3 3 3 7 7 6/9 9 2 7 7
Onderwerp
Programma
Wet Ruimtelijke Ordening Wet Sociale Werkvoorzieningen (WSW) Wet Voorziening Gehandicapten (WVG) Wet Werk en Bijstand (WwB) Wielerbaan Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen Wijkontwikkelingsplan Zuid Wijkraden Wijkvoorzieningenscan Winkelcentra, Revitalisering van Winkellocaties Wisselwerk, Stichting Wonen Woningbouw Woningbouwcorporaties Woningbouwproductie Woningbouwprogramma Woonbeleid Woonruimteverdeling Woonservicegebied+B262 Woonvoorzieningen Woonwagenzaken WOZ-beschikkingen
9 7 7 6 8 9 9 1 7 9 9 5/7 9 9 9 9 9 9 9 7 7 9 1
Z
Zelfredzaamheid Zevenhuizen, Wijkontwikkelingsplan Zonnehoeve Zorgloket Apeldoorn Zuid, Wijkontwikkelingsplan Zuidbroek Zwembaden
7 9 9 7 9 9 8
325