Gemeenteraad
Onderwerp vGRP 2014-2018 Datum
Raadsvoorstel
7 november 2013
Afdeling Beheer Portefeuillehouder
1
drs. J.H. Reusch
Onderwerp
verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 (VGRP 2014-2018)
2
Gevraagd besluit
1. Het vGRP 2014-2018 vaststellen;
3
Aanleiding en probleembeschrijving
Een meerjarenplan riolering is een wettelijke verplichting ex artikel 4.22 wet milieubeheer. De gemeente dient ex artikel 3.5 en 3.6 Waterwet haar zorgplichten voor hemelwater en grondwater in te vullen en vast te stellen. Het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR) heeft de gemeente per brief meegedeeld dat er een achterstand is in het baggeren van tertiaire watergangen. Tertiaire watergangen zijn kleinere watergangen in beheer bij de gemeente. Deze watergangen dienen per 1-1-2016 weer op de vereiste diepte te zijn. Op grond van artikel 2.9 Buitengewoon onderhoud van de Keur van het waterschap, dienen onderhoudsplichtigen de watergangen in stand houden volgens het in de legger van de Keur bepaalde over ligging, vorm, afmeting en constructie.
4
Gewenst maatschappelijk effect
Het goed regelen van de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater.
5
6
Bestaand beleidskader
-
verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013
-
Notitie hemelwater- en grondwaterzorg gemeente Nieuwegein (2012).
Voorgestelde oplossing
Vaststellen van het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018. De notitie hemelwater- en grondwaterzorg gemeente Nieuwegein wordt in het VGRP 2014-2018 geïmplementeerd.
Bladnummer 2/3 Raadsvoorstel 7 november 2013
Op dit moment wordt in overleg met het HDSR gezocht naar een oplossing voor het inlopen van de achterstand in het baggeren van de tertiaire watergangen. Zodra meer bekend is over het benodigde budget voor het inlopen van de achterstanden en over het regulier benodigde budget om de watergangen op de vereiste diepte te onderhouden, zal hierover een voorstel aan u worden voorgelegd.
7
Alternatieven
Geen, het vaststellen van een vGRP voor afvalwaterzorg is een wettelijke verplichting.
8
Financiële aspecten
Alle maatregelen worden gedekt door de rioolheffing. Dit is exclusief de eventueel extra benodigde gelden voor het inlopen van de achterstand in het baggeren van de tertiaire watergangen.
9
Communicatie aspecten
Het vGRP 2014-2018 wordt naar de provincie Utrecht, het HDSR, de minister van I&M en gestuurd. Een samenvatting van het vGRP 2014-2018 zal naar alle deelnemers van Winnet (water innovatief netwerk van 14 gemeenten in het verzorgingsgebied van het HDSR) worden gestuurd. Het vaststellen van VGRP 2014-2018 wordt tevens in de Molenkruier en op de gemeentelijke website gepubliceerd, waarbij aangegeven wordt hoe bewoners kennis kunnen nemen van dit plan.
10 Juridische aspecten
-
Art 4.22. Wet milieubeheer schrijft voor dat de gemeente een meerjarenplan riolering opstelt.
-
Artikel 3.5 en 3.6 Waterwet schrijven voor dat de gemeente haar zorgplichten voor hemelwater en grondwater invult. Met onderhavig plan wordt aan deze verplichting voldaan.
11 Risico’s
Geen
Bladnummer 3/3 Raadsvoorstel 7 november 2013
12 Bijlagen
1. Rapport Gemeentelijk Rioleringsplan Nieuwegein 2014-2018, stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater 2. Reactie van het HDSR op het vGRP 2014-2018 3. Reactie van Rijkswaterstaat op vGRP 2014-2018 4. Brief van HDSR over achterstand in het baggeren van watergangen.
burgemeester en wethouders,
drs. P.C.M. van Elteren
F.T.J.M. Backhuijs
Secretaris
Burgemeester
Raadsbesluit De raad van de gemeente Nieuwegein; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 29 oktober 2013;
gelet op artikel 4.22 wet milieubeheer en artikel 3.5 en 3.6 waterwet;
besluit: het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 vast te stellen Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2013
de griffier,
de voorzitter,
Gemeentelijk Rioleringsplan Nieuwegein 2014-2018 Stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater
Ontwerp
Gemeente Nieuwegein
Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 7 november 2013
GM-0110119, revisie D6 Raad
Verantwoording
Titel
:
Gemeentelijk Rioleringsplan Nieuwegein 2014-2018
Subtitel
:
Stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater
Projectnummer
:
328178
Referentienummer
:
GM-0110119
Revisie
:
D6 Raad
Datum
:
7 november 2013
Auteur(s)
:
ir. Karst Jan van Esch in samenwerking met afdeling Beheer, vakgroep Riolering en Waterhuishouding Gemeente Nieuwegein
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
:
projectteam
Paraaf gecontroleerd
:
Goedgekeurd door
:
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
dr.ir. Aad J. Oomens
Grontmij Nederland B.V. De Holle Bilt 22 3732 HM De Bilt Postbus 203 3730 AE De Bilt T +31 30 220 74 44 F +31 30 220 02 94 www.grontmij.nl
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 2 van 52
Inhoudsopgave
Samenvatting................................................................................................................................. 5 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Dit Gemeentelijk Rioleringsplan .................................................................................. 13 Aanleiding ................................................................................................................... 13 Geldigheidsduur .......................................................................................................... 13 Procedures .................................................................................................................. 13 Termen en definities ................................................................................................... 14 Leeswijzer ................................................................................................................... 14
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Wat hebben we gedaan: evaluatie GRP 2009-2013 .................................................. 15 Inleiding ....................................................................................................................... 15 Rol van het GRP 2009-2013 ....................................................................................... 15 Aanleg van voorzieningen ........................................................................................... 15 Onderzoek................................................................................................................... 15 Maatregelen ................................................................................................................ 16 Milieu- / KRW maatregelen ......................................................................................... 17 Financiën..................................................................................................................... 17 Personele capaciteit .................................................................................................... 17 Conclusie .................................................................................................................... 17
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Wat willen we .............................................................................................................. 19 Algemeen .................................................................................................................... 19 Waarom rioleringszorg? .............................................................................................. 19 Ontwikkelingen (en opgaven) ..................................................................................... 19 Stedelijk afvalwater ..................................................................................................... 21 Afvloeiend hemelwater en grondwater ....................................................................... 22 Toetsingskader ........................................................................................................... 26 Voorwaarden voor effectief beheer ............................................................................. 26
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Wat hebben we nu ...................................................................................................... 29 Algemeen .................................................................................................................... 29 Totaal overzicht aanwezige voorzieningen ................................................................. 29 Stedelijk afvalwater ..................................................................................................... 31 Hemelwater ................................................................................................................. 34 Grondwater ................................................................................................................. 36 Effectief beheer ........................................................................................................... 37
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Wat gaan we doen ...................................................................................................... 39 Algemeen .................................................................................................................... 39 Stedelijk afvalwater ..................................................................................................... 39 Hemelwater ................................................................................................................. 42 Grondwater ................................................................................................................. 44 Effectief beheer ........................................................................................................... 45
6 6.1 6.2
Wat hebben we nodig ................................................................................................. 47 Organisatie .................................................................................................................. 47 Financiën..................................................................................................................... 48
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 3 van 52
Inhoudsopgave (vervolg)
6.3
Kostendekking ............................................................................................................ 49
7
Voorstel tot besluit ...................................................................................................... 51
Bijlage 1:
Doelen, eisen, maatstaven en meetmethoden
Bijlage 2:
Verklarende woordenlijst
Bijlage 3:
Financiële tabellen GRP
Bijlage 4:
Tekening overstorten en uitlaten
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 4 van 52
Samenvatting
Waarom stellen we een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op? Goede riolering is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Als gemeente hebben we de taak om voor die riolering te zorgen, we hebben de zorgplicht voor stedelijk afvalwater, voor afvloeiend hemelwater en voor grondwatermaatregelen. Dit GRP geeft aan hoe wij met deze drie zorgplichten omgaan. Wat ging er vooraf? Het huidige GRP loopt tot en met 2013. De gestelde doelen zijn in grote mate behaald: de meeste onderzoeken zijn uitgevoerd, hydraulisch (afvoercapaciteit) en milieutechnisch functioneren van ons stelsel is getoetst, overstortregistraties zijn operationeel, de diepteligging van de riolen is ingemeten, we hebben een wateroverlastlandschapskaart opgesteld en onze gegevens zijn beter op orde. Niet alle geplande maatregelen hebben we uitgevoerd. Voor uitvoering hebben we elke maatregel nogmaals beoordeeld op doelmatigheid en effectiviteit. Hierdoor is in een enkel geval een maatregel uitgesteld en eerst nader onderzoek gedaan en overleg gepleegd over de effectiviteit van de maatregel. We hebben geprobeerd zoveel mogelijk werk met werk te maken. De basisinspanning (milieutechnisch functioneren) hebben we inmiddels grotendeels behaald. De rioolheffing heeft zich ontwikkeld zoals in het vorige GRP aangegeven waarbij echter de inflatiecorrectie niet is doorgevoerd. Dit was mogelijk door de aanpassingen in de maatregelen (en daarom minder investeringen). Ontwikkeling rioolheffing 2009-2013
gepland GRP gepland GRP werkelijk pp 2009 nominaal nominaal eph mph eph mph eph mph 2009 € 75,12 € 107,16 € 75,12 € 107,16 € 75,12 € 107,16 2010 € 78,12 € 111,48 € 80,62 € 115,05 € 78,12 € 111,48 2011 € 81,24 € 115,92 € 86,52 € 123,46 € 81,24 € 115,92 2012 € 84,48 € 120,60 € 92,85 € 132,55 € 84,48 € 120,60 2013 € 87,84 € 125,40 € 99,63 € 142,24 € 87,00 € 124,20 * Voor de berekening hiervan is uitgegaan van 3,2% inflatie. Dit percentage is afgeleid uit CBS-gegevens GWW-sector.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 5 van 52
Samenvatting
Wat zijn de doelen voor de rioleringszorg in de komende planperiode? We hebben de volgende doelen voor de rioleringszorg:
1. 2. 3. 4. 5.
Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert.
De doelen concretiseren we in functionele eisen (eisen aan het functioneren van de riolering) en maatstaven zodat we kunnen toetsen of de huidige situatie aan de gestelde doelen voldoet. Zo hebben we bijvoorbeeld een maatstaf voor wateroverlast dat maximaal 1 keer in de 2 jaar er één uur water op straat mag voorkomen, uitgezonderd buitengewone omstandigheden. Waar staan we nu? Alle woningen en bedrijven in onze gemeente zijn aangesloten op riolering of een individuele kleinschalige zuivering (IBA). Hiermee voldoen we aan de wettelijke zorgplicht. We hebben vrijvervalriolering, waarbij het water door de rioolbuizen naar het laagste punt stroomt en persen drukriolering, waarbij het water door pompen door de rioolbuizen wordt geperst.
3%
4%
9%
Gemengd
14%
VGS DWA
2% 30%
1%
VGS HWA
GS DWA GS HWA Drainage Drukriolering 37%
Persleiding
We beheren onder andere 45 km gemengde riolering (verklarende woordenlijst zie hieronder), 12 km gescheiden riolering, 328 km verbeterd gescheiden riolering, 68 km drainageleiding, 34 km pers- en drukleiding, 44 gemalen, 94 drukriolering pompunits, 99 grondwaterpeilbuizen en 5 bergbezinkvoorzieningen.
Figuur 0-1: Verdeling soorten riolering
Verklarende woordenlijst figuur 0-1: verdeling soorten riolering Gemengd: VGS:
VGS DWA:
VGS HWA: GS:
GS DWA: GS HWA: Drainage:
rioolstelsel waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door 1 leidingstelsel wordt getransporteerd. gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grotere regenbuien naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilde deel van de neerslag wordt “geborgen” in de riolering en naar de zuivering afgevoerd. Verbeterd gescheiden stelsel, droogweer afvoerbuis. Een DWA buis is bestemd voor inzameling en transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag. Verbeterd Gescheiden Stelsel Hemel Water Afvoer: de HWA buis voert het hemelwater af. gescheiden stelsel: rioolstelsel waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Gescheiden Stelsel Droog Weer Afvoer, zie DWA buis; Gescheiden Stelsel Hemel Water Afvoer; de Hemel Water Afvoer buis voert het hemelwater af. buizen naast het rioolstelsel die het grondwater afvoeren.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 6 van 52
Samenvatting
Drukriolering: Persleiding: Bergbezinkvoorziening:
riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen. het afvalwater wordt onder druk door de leiding afgevoerd. reservoir voor tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden. Hiermee wordt een groot deel van het vuil uit het water afgevangen.
De gegevens van de riolen zijn opgeslagen in ons rioleringsbeheersysteem. Hierdoor zijn alle gegevens goed toegankelijk.
Figuur 0-2 Leeftijdsopbouw vrijvervalriolering
De laatste 10 jaar inspecteerden we 86% van het vrijvervalstelsel. Hiervoor zijn tv-camera inspecties ingezet. Indien uit de inspectieresultaten bleek dat ingrijpen noodzakelijk was, ondernamen we adequate actie. Door de rioolinspecties, onderzoek en binnenkomende meldingen is inzicht in het functioneren van de riolering ontstaan. Het hydraulische functioneren (de afvoercapaciteit) voldoet grotendeels. Er is wel een aantal aandachtspunten: vooral lager gelegen delen van parken en groenstroken. Hier blijft na hevige regenval het water soms te lang staan. We voeren een pilot uit met een bepaald soort regenwormen. Dit zijn wormen die bekend zijn om hun verticale manier van graven. Zij graven zowel naar beneden als naar boven en zijn
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 7 van 52
Samenvatting
daardoor in staat een harde kleilaag die geen hemelwater doorlaat te veranderen in een waterdoorlatende kleilaag. Doel van de pilot is om te bekijken of deze soort regenwormen de doorlatendheid van de bodem zodanig verbeteren, dat de problemen sterk verminderen of zelfs verdwijnen! U krijgt bericht van de resultaten.
We hebben een structureel grondwatermeetnet met 99 peilbuizen. waardoor we inzicht hebben in de grondwaterstanden. In 2012 heeft uw raad de Beleidsnotitie hemelwater- en grondwaterzorg gemeente Nieuwegein vastgesteld. De afdeling Duurzame Ontwikkeling controleert en handhaaft de vergunningen bij bedrijven, waarbij indien nodig ook de afvalwatercomponent wordt meegenomen. Verder beschikken we over een rioolheffingsverordening, een bouwverordening en is medio 2013 de ‘Riolering en drainageverordening Nieuwegein 2013 vastgesteld. Wat moeten we doen in de planperiode en daarna? Nieuwe percelen moeten we voor wat betreft huishoudelijk afvalwater aansluiten op de riolering. Hemelwater moet als dat redelijkerwijs kan op eigen terrein worden opgevangen en verwerkt (bijvoorbeeld infiltreren of afvoeren naar aangrenzend oppervlaktewater). Onze openbare ruimte gaan we meer actief benutten om hemelwater te bergen en vervolgens oppervlakkig (bovengronds) af te voeren. Daar waar dit niet mogelijk is kiezen we ondergrondse afvoer via hemelwaterriolering. Als er een gescheiden stelsel aanwezig is, moet hierop worden aangesloten. Bij nieuwbouwprojecten is de aanleg van gescheiden riolering en/of duurzaam waterbeheer het uitgangspunt. Gegevens van de riolering houden we actueel en correct. De toestand van vrijvervalriolen onderzoeken we structureel eenmaal in de 10 à 20 jaar door tv-inspectie. Inspectiegegevens slaan we in een rioleringsbeheersysteem op. We gaan hier gedifferentieerd mee om: riolen die dat nodig hebben inspecteren en reinigen we vaker dan riolen die dat niet nodig hebben. We onderzoeken het hydraulische (afvoercapaciteit) en milieutechnische functioneren. Drukriolering en de gemalen (pompen) inspecteren we regelmatig volgens een onderhoudsplan. Regelmatig onderhoud is nodig om een goede afstroming in de vrijvervalriolering te handhaven, ook gemalen en andere rioleringsonderdelen moeten één of enkele keren per jaar worden gereinigd. Reiniging vindt plaats volgens vaste onderhoudsschema’s. Het nieuwe winkelplein in het centrum is sterk verdiept aangelegd met lijngoten als afvoervoorziening voor het hemelwater naar een pompinstallatie. Deze lijngoten zijn gevoelig voor vervuiling. Om het risico van wateroverlast te minimaliseren, is extra reiniging en controle van de lijngoten en de pompinstallatie nodig.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 8 van 52
Samenvatting
Bij rioolvervanging passen we -waar mogelijk en zinvolhet relinen van oude rioolbuizen toe. Bij relinen krijgt een rioolbuis een nieuwe binnenbekleding zodat het afvalwater niet meer naar buiten lekt en wortelingroei kan worden voorkomen. Dit is goedkoper en geeft minder overlast dan rioolvervanging. Dit is mogelijk als de rioolbuis nog bruikbaar is, niet bij verzakking van de rioolbuis. Bij het vervangen van riolering, maar ook bij afkoppelen, proberen we werk-met-werk te maken, waarbij we zoveel mogelijk disciplines (wegen, groen, verkeer, etc.) betrekken. Op deze wijze besparen we geld en beperken we de overlast. De komende jaren gaan we aan de slag in Doorslag, Fokkesteeg, Batau-Zuid, Huis de Geer, Jutphaas, Vreeswijk, Hoog Zandveld en Lekboulevard. We verwachten van de particulier dat hij zijn stedelijk afvalwater loost op de gemeentelijke riolering of op een IBA. De particulier heeft een wettelijk vastgelegde eigen verantwoordelijkheid als het gaat om hemel- en grondwater. Wij willen stimuleren dat daar waar mogelijk en zinvol hemelwater van de gemengde riolering wordt afgekoppeld. Daarbij gelden wel lozingsvoorschriften. Het is Rijksbeleid dat gemeenten regionaal samenwerken om in 2020 een landelijke taakstelling te behalen van 380 miljoen euro per jaar boven op de autonome kostenontwikkeling. Deze taakstelling dient door gemeenten en waterschappen samen gerealiseerd te worden. De taakstelling voor Nieuwegein bedraagt naar voorlopige inschatting op basis van het aantal inwoners 1,2 miljoen per jaar in 2020. Nieuwegein heeft zich aangesloten bij het samenwerkingsverband Winnet. Hierin participeren 14 gemeenten in het verzorgingsgebied van het waterschap Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en het waterschap. Voor de samenwerkingsverbanden zijn drie hoofddoelstellingen afgesproken, de zogenaamde 3K’s: kwetsbaarheidsvermindering, kwaliteitsverbetering en kostenbesparing. win-win-winsituatie voor gemeente, waterschap en inwoners. De gemeente Nieuwegein en het waterschap HDSR werken al vele jaren goed samen. Begin 2007 is op basis van de optimalisatiestudie afvalwaterketen het afvalwaterakkoord tussen gemeente en waterschap gesloten. Om riolering en zuivering goed te kunnen laten blijven functioneren dienden zowel gemeente als waterschap een investering te doen. Indien gemeente en waterschap allebei apart de benodigde investeringen zouden doen, was daarmee een bedrag van 8,8 miljoen euro gemoeid. Door slim en goed samen te werken, bleek dat de benodigde verbeteringen ook konden worden gerealiseerd door een gezamenlijke investering van 1,2 miljoen. Wat gaat het kosten en hoe betalen we dat? Ten eerste is er in onze gemeente personele inspanning nodig om de ambities te realiseren. We hebben voldoende fte’s al wordt een deel van die fte’s soms op andere taken ingezet. Ten tweede is er geld nodig, om de uitvoering van de onderzoeken en maatregelen te kunnen betalen. De uitgaven voor de komende planperiode 2014-2018 hebben we begroot op circa
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 9 van 52
Samenvatting
6,75 miljoen euro aan investeringen (inclusief 1,7 miljoen overlopende investeringen uit eerdere jaren). De totale kosten in de planperiode bedragen 18,7 miljoen euro (inclusief oude en nieuwe kapitaallasten, de kosten voor rente en afschrijving van investeringen).
Figuur 0-3: Totale kosten
De kosten dekken we door de rioolheffing. Het voorstel voor de ontwikkeling van de rioolheffing is gegeven in de hiernavolgende tabel. Tabel A: Voorstel ontwikkeling rioolheffing Jaar Eenpersoonshuishoudens € Meerpersoonshuishoudens € 2014 87,60 126,00 2015 88,80 128,40 2016 90,00 130,80 2017 92,40 134,40 2018 96,00 139,20
Stijging % 1,00 2,00 2,00 3,00 4,00
Voor 2014 ramen we de volgende opbrengst uit de rioolheffing: Netto opbrengst woningen € 3.030.215; Rioolrechten niet woningen groot verbruik € 240.800; Rioolrechten niet woningen klein verbruik € 237.500. Besluit Burgemeester en wethouders verzoeken de gemeenteraad het GRP Nieuwegein 2014 tot en met 2018 vast te stellen door in te stemmen met: 1. de in dit gemeentelijk rioleringsplan geformuleerde doelen; 2. de voorgenomen onderzoeken; 3. de voorgenomen maatregelen; 4. het voorstel voor de kostendekking. Na vaststelling, zal dit plan samen met het raadsbesluit worden toegezonden aan: Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden; Rijkswaterstaat; Provincie Utrecht; Winnet.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 10 van 52
Samenvatting
Ook maken we in één of meerdere dag- of weekbladen die in de gemeente worden verspreid, bekend hoe burgers en bedrijven kennis kunnen nemen van de inhoud van dit GRP.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 11 van 52
Samenvatting
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 12 van 52
1
Dit Gemeentelijk Rioleringsplan
1.1 Aanleiding Goede riolering is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast in onze gemeente. Aanleg en beheer van riolering zijn gemeentelijke taken die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer (art. 10.33) en de Waterwet (art. 3.5 en 3.6). We hebben als gemeente drie zorgplichten: a. Zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater; b. Zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater; c. Zorgplicht voor het grondwater. De zorgplicht grondwater is in de wet als volgt geformuleerd: “het in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort”. Het opstellen van een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is een wettelijke verplichting die is vastgelegd in de wet milieubeheer artikel 4.22. Met het aflopen van de termijn van ons vorige GRP is het nodig een nieuw GRP vast te stellen. Dit GRP geeft aan hoe wij met de drie zorgplichten omgaan. In december 2012 is de notitie hemel- en grondwaterzorgplicht vastgesteld. Deze notitie is in dit GRP geïmplementeerd. Het maken van goede beleidsafwegingen op het terrein van beheer openbare ruimte, bescherming van bodem en waterkwaliteit, en de zorg voor het totale watersysteem worden steeds belangrijker. Ook het financiële beleid, de inzet van middelen en toenemende lastendruk zijn belangrijke aandachtspunten.
1.2 Geldigheidsduur Als gemeente stellen we zelf de geldigheidsduur van dit plan vast. We hanteren een cyclus van vijf jaar. De geldigheidsduur van dit GRP van 2014 tot en met 2018. De peildatum is 1 januari 2013, alle genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2014. Evaluatie van de voortgang en eventuele bijstelling moet bij grote veranderingen plaatsvinden.
1.3 Procedures Dit GRP is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen Grontmij, wij als gemeente en het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. Vóór vaststelling door de gemeenteraad is het ontwerp-GRP officieel ter becommentariëring gezonden aan de bij wet genoemde instanties (Wm 4.23): Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden; Rijkswaterstaat.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 13 van 52
Dit Gemeentelijk Rioleringsplan
De provincie heeft in 2012 aangegeven om in lijn met de afspraken in het Bestuursakkoord Water en vooruitlopend op de wetswijziging geen actieve inzet meer te plegen op het adviseren en beoordelen van GRP's. Na de formele vaststelling door de gemeenteraad sturen we het vastgestelde plan toe aan de bovenvermelde instanties én aan de minister (van I&M). Bovendien publiceren we de vaststelling van het GRP in tenminste één dag- of nieuwsblad waarbij we aangeven hoe burgers en bedrijven kennis kunnen nemen van de inhoud van het vastgestelde GRP.
1.4 Termen en definities Dit GRP is een gemeentelijk plan, waar de gemeenteraad zich over moet uitspreken. Het is echter niet alleen voor de politiek geschreven, maar ook voor afstemming en overleg met de in de Wm genoemde instanties (zie paragraaf 1.4). Dit heeft tot gevolg dat in dit GRP vaktaal wordt gebruikt. In dit GRP is daarom een uitgebreide verklarende woordenlijst opgenomen in bijlage 2.
1.5 Leeswijzer Dit GRP is conform de aanbevelingen in de Leidraad Riolering opgezet en bestaat uit de volgende onderdelen: Samenvatting
Hoofdstuk 1 is de inleiding, met de aanleiding, de geldigheidsduur en een leeswijzer. Evaluatie huidige GRP
In hoofdstuk 2 komt de evaluatie van het gevoerde rioleringsbeleid tot en met 2013 aan de orde. De uitkomsten vormen de beginsituatie voor het GRP 2014-2018. In hoofdstuk 3 'Wat willen we’ beantwoorden we allereerst de vraag “Waarom rioleringszorg”. Het gaat hierbij om de rioleringszorg in brede zin: stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwatermaatregelen. Voor de komende planperiode (en de periode daarna) geven we ons rioleringsbeleid weer en de hieruit voortkomende doelen en functionele eisen. Dat is het toetsingskader waarmee we onder meer de gevolgen voor het milieu (Wm artikel 4.22 lid 2d) aangegeven.
Gewenste situatie/toetsingskader Wat willen we?
H2
H3
Doelen, eisen en maatstaven
Toetsing huidige situatie wat hebben we nu?
H4
De opgave wat moeten we doen?
H5
aanleg, onderzoek en maatregelen
Organisatie en financiën Wat hebben we nodig? Personeel, financieel
In hoofdstuk 4 'Wat hebben we' toetsen we de huidige situatie aan de eisen. Ook geeft dit hoofdstuk het in de wet gevraagde overFiguur 1-1: Leeswijzer GRP zicht van de aanwezige voorzieningen (Wm, artikel 4.22 lid 2a). In hoofdstuk 5 'Wat gaan we doen' geven we op hoofdlijn het onderzoek en de maatregelen die nodig zijn om onze doelen te kunnen realiseren. Daarmee geven we invulling aan lid 2b en 2c van artikel 4.22 van de Wet milieubeheer. In hoofdstuk 6 'Wat hebben we nodig’ vertalen we de opgave uit hoofdstuk 5 naar de personele en financiële middelen die we in de planperiode nodig hebben, in het licht van de langere termijn. Ook geven we aan hoe we de kosten dekken (Wm, artikel 4.22 lid e).
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 14 van 52
H6
2
Wat hebben we gedaan: evaluatie GRP 2009-2013
2.1 Inleiding De afgelopen jaren hebben we in Nieuwegein hard gewerkt aan het goed laten functioneren van de riolering. We hebben hiervoor veel werk verricht, zowel onderzoeken als maatregelen. Aan de start van een nieuwe planperiode kijken we ook terug. Zo kunnen we bekijken welke taken goed verliepen en welke taken de komende jaren meer aandacht nodig hebben.
2.2 Rol van het GRP 2009-2013 Het GRP 2009-2013 bleek de afgelopen jaren voor ons een leidraad in het uitvoeren van taken en werkzaamheden. De uit te voeren werkzaamheden waren in het GRP vastgelegd en ook de bekostiging werd geregeld. Zo ontstond voor alle betrokkenen duidelijkheid over de werkzaamheden.
2.3 Aanleg van voorzieningen Het aantal niet op riolering aangesloten percelen is teruggebracht naar 0. Alle percelen zijn op de riolering aangesloten. Tussen 1-1-2009 en 1-1-2013 zijn 618 woningen bijgebouwd (bron: Cijferwijzer Nieuwegein). Tabel B Woningbouwprognose stand 1-1-2009 stijging tot 1-1-2013 stand 1-1-2013
Werkelijk 26.567 618 27.185
Belangrijke uitbreidingsgebieden tijdens de afgelopen planperiode waren bedrijventerrein ’t Klooster, Blokhoeve en het Stadscentrum. Het aantal kilometers vrijvervalriool is met ongeveer 16 kilometer toegenomen er zijn 3 nieuwe gemalen aangelegd.
2.4 Onderzoek Voor de planperiode 2009-2013 waren verschillende onderzoeken gepland (zie Tabel C). We hebben veel tijd besteed aan het bijhouden van de data in het rioleringsbeheersysteem en het vertalen van de resultaten van de inspecties naar maatregelen. Alle gegevens zijn actueel en we hebben een goed inzicht in de toestand van het rioolstelsel.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 15 van 52
Wat hebben we gedaan: evaluatie GRP 2009-2013
Tabel C Onderzoeken opgenomen in GRP 2009-2013
Onderzoek Inventarisatie Bijwerken revisiegegevens Globale inspectie (putfoto) Gedetailleerde inspectie (camera) Kaartmateriaal vervaardigen
jaar
uitgevoerd?
jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks
Ja Nee Ja Ja
2.5 Maatregelen De in de planperiode 2009-2013 geplande maatregelen zijn grotendeels uitgevoerd, sommige maatregelen zijn in gewijzigde vorm opgepakt of uitgesteld. Als uitstel technisch mogelijk bleek, is dit ook gedaan. We hebben alleen geïnvesteerd als dat ook werkelijk nodig was. Alle onderhoudswerkzaamheden hebben we uitgevoerd zoals aangegeven in het GRP. Structureel is er gereinigd en als kleine reparaties nodig bleken, zijn deze uitgevoerd. In het vorig GRP was uitgegaan van vervanging van ongeveer 10 kilometer vrijvervalriolering. Uit nadere inspectie bleek dat er bij circa 7 km riolering ook daadwerkelijke vervanging nodig was. In Tabel D staat een overzicht van de werkzaamheden die tussen 2009 en 2013 aan de vrijvervalriolering zijn uitgevoerd. Tabel D In bestaand gebied uitgevoerde werkzaamheden vrijvervalriolering 2009-2013 (excl. grootschalige nieuwbouw) 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Aanleg km
0,04
Vervanging km
1,2
2
0,2
0,6
4,2
0,04 8,2
Renovatie km
0
0,1
0
0
0,2
0,3
Reparatie (aantal)
4
10
8
8
0
30
In Tabel E staat een overzicht van de geplande maatregelen uit het GRP 2009-2013. Te zien is dat alles volgens planning is uitgevoerd. Tabel E Maatregelen opgenomen in GRP 2009-2013 Maatregel jaar Onderhoud vrijvervalriolering Jaarlijks 25 km Reinigen kolken Jaarlijks/ 2 x per jaar Inspectie en reiniging gemalen jaarlijks en pompen drukriolering Preventief onderhoud pompen jaarlijks Vervanging mech/elek. deel ge2009-2010 2012malen 2013 Vervanging mech/elek deel druk- jaarlijks riolering Onderhoud hoofdpost jaarlijks Vervangen van vrijvervalriolering jaarlijks op basis van kwaliteit
uitgevoerd? ja, conform planning ja, conform planning ja, conform planning ja, conform planning ja, conform planning ja, conform planning ja, conform planning ja, echter minder vervanging nodig dan verwacht.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 16 van 52
Wat hebben we gedaan: evaluatie GRP 2009-2013
2.6 Milieu- / KRW maatregelen De maatregelen voor de basisinspanning zijn grotendeels behaald. Over een laatste maatregel zijn we in overleg met het waterschap HdSR. We kijken of de maatregel moet worden herzien of zelfs kan worden geschrapt. Ontwikkelingen en meer inzicht in het daadwerkelijke functioneren van ons stelsel door het gezamenlijke meten en monitoren, betrekken we hierbij. Tijdens de afgelopen planperiode is invulling gegeven aan de Kader Richtlijn Water door uitvoering van het project Galecopper Wetering. Samen met het waterschap is geconcludeerd dat er geen verdere KRW-maatregelen nodig zijn.
2.7 Financiën De ontwikkeling van de rioolheffing is terug te zien in Tabel F. Er was een jaarlijkse stijging opgenomen van 4% op het tarief, plus een inflatiecorrectie. Tabel F Ontwikkeling rioolheffing
* Voor de berekening hiervan is uitgegaan van 3,2% inflatie. Dit percentage is afgeleid uit CBS-gegevens GWW-sector.
Te zien is dat vooral de inflatiecorrectie achterwege is gebleven. . Dit was mogelijk door de aanpassingen in de maatregelen (en daarom minder investeringen).
2.8 Personele capaciteit De personele capaciteit was voldoende voor het uitvoeren van de werkzaamheden die in het GRP zijn opgenomen. Wel merken we dat de laatste jaren steeds vaker werkzaamheden voorvoorkomen die niet in het GRP waren opgenomen, maar toch veel tijd vragen. Dit zijn bijvoorbeeld de Benchmark Rioleringszorg en de samenwerking binnen de afvalwaterketen. Gedurende de planperiode bleek hier een substantiële tijdsbesteding voor nodig te zijn.
2.9 Conclusie De afgelopen jaren hebben we hard gewerkt aan het instandhouden en verbeteren van het rioolstelsel van Nieuwegein. Er is gestructureerd en planmatig gewerkt: onderzoeken en maatregelen die waren voorgenomen zijn grotendeels uitgevoerd. Hierbij is steeds bekeken of het voorgenomen onderzoek / de voorgenomen maatregel nog steeds nodig was. Als uit nadere beoordeling bleek dat het niet hoefde, is het niet uitgevoerd. Zo hebben we kosten bespaard.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 17 van 52
Wat hebben we gedaan: evaluatie GRP 2009-2013
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 18 van 52
3
Wat willen we
3.1 Algemeen Dit hoofdstuk geeft aan waar we naartoe werken, de gewenste situatie. We geven een schets van de toekomst, waarmee we duidelijk maken waarom de rioleringszorg op deze manier plaatsvindt. Zo’n schets begint bij de vraag waarom rioleringszorg nodig is. Vervolgens komt de vraag op wat er gaande is op het gebied van rioleringszorg. Daarna beschrijven we de gewenste situatie.
3.2 Waarom rioleringszorg? Van oudsher was de bescherming van de volksgezondheid de belangrijkste functie van de riolering. Door verschillende deskundigen in binnen- en buitenland wordt de aanleg van riolering zelfs gezien als de grootste bijdrage aan de volksgezondheid van de afgelopen eeuw. In de loop der jaren zijn daar de aspecten van ont- en afwatering van het stedelijk gebied en de bescherming van het milieu bij gekomen. Doel van de riolering is om: de volksgezondheid te beschermen: de aanleg en het beheer van riolering zorgt ervoor dat verontreinigd afvalwater uit de directe leefomgeving wordt verwijderd; de kwaliteit van de leefomgeving op peil te houden: de riolering zorgt voor de ontwatering van de bebouwde omgeving door naast het afvalwater van huishoudens en bedrijven ook het overtollige regenwater van daken, pleinen, wegen e.d. en overtollig grondwater in te zamelen en af te voeren; de bodem, het grond- en oppervlaktewater te beschermen: door de aanleg van riolering of individuele afvalwaterbehandelingsystemen wordt de directe ongezuiverde lozing van afvalwater op bodem of oppervlaktewater voorkomen.
3.3 Ontwikkelingen (en opgaven) Er zijn veel ontwikkelingen gaande binnen de rioleringszorg. Een aantal belangrijke ontwikkelingen benoemen we hier. Klimaatverandering Ons klimaat is duidelijk aan het veranderen. Nut en noodzaak om het klimaatvraagstuk aan te pakken staan politiek eigenlijk niet meer te discussie. Het KNMI heeft in 2006 een viertal klimaatscenario’s gepresenteerd. In elk van deze scenario’s is een aantal gemeenschappelijke kenmerken te zien: de opwarming zet door en zorgt voor zachtere winters en warmere zomers; de winters worden gemiddeld natter en ook extreme neerslaghoeveelheden komen vaker voor; de hevigheid van buien in de zomer neemt toe, maar het aantal regendagen daalt; perioden van langdurige droogte zullen vaker voorkomen. De capaciteit van de ondergrondse leidingsystemen is beperkt. Tijdelijke opvang van extreme neerslag vraagt steeds meer om oplossingen in de openbare ruimte en in het watersysteem. Dit proces wordt adaptatie aan klimaatverandering genoemd. Vragen die hierbij spelen zijn:
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 19 van 52
Wat willen we
zijn onze systemen voorbereid op (grote) veranderingen in neerslag? symptoombestrijding of structurele oplossingen. Zijn aanpassingen van het ontwerp van de openbare ruimte nodig om gevolgen van de klimaatverandering op te vangen? systeemkeuze of verandering: zorgt vervanging van het huidige rioolstelsel ervoor dat er nooit een andere oplossing wordt toegepast?; rol particulier. Het stedelijk gebied is maar voor 45-50% in handen van overheid, de rest is particulier bezit. Welke rol moeten particulieren krijgen? Duurzaamheid De kijk op afvalwater is aan het veranderen. Tot voor kort werd al het afvalwater gezien als afvalstof die we, met het oog op de volksgezondheid, snel uit onze directe leefomgeving moeten verwijderen. Dit beeld verandert, maar leidt overigens op korte termijn niet tot ingrijpende wijzigingen. In afvalwater zitten nuttige grondstoffen en energie die kunnen worden gebruikt. Zo wordt er onderzoek gedaan naar de RWZI als “Energiefabriek”. Rioolwaterzuiveringen (RWZI’s) ontvangen grote hoeveelheden afvalwater, waar veel energie in zit. Deze energie kan eruit worden gehaald en worden gebruikt voor de zuiveringsprocessen en andere zaken. Het waterschap kan zo in haar eigen energiebehoefte voorzien en nog overhouden voor energielevering. Gescheiden sanitatie wordt onderzocht in pilotprojecten, waarbij fosfaat uit urine wordt teruggewonnen en bijvoorbeeld verwerkt in kunstmest. Ook zijn er projecten waarbij met warmtewisselaars in de riolering thermische energie uit afvalwater wordt gehaald. Samenwerking in de afvalwaterketen Vanuit de Rijksoverheid wordt steeds sterker aangegeven dat overheidsorganisaties een bepaalde omvang moeten hebben om zelfstandig goed werk te kunnen leveren tegen redelijke kosten. Samenwerking tussen overheden, binnen vakdisciplines, wordt sterk gepromoot. Het idee is dat zo met een lagere inzet een hogere kwaliteit kan worden bereikt. Binnen de afvalwaterketen is deze samenwerking uitgewerkt in de verschillende bestuursakkoorden water. Hierin is aangegeven dat gemeenten en waterschappen een besparing op de verwachte uitgaven in 2020 willen bereiken (‘minder meer’), de kwaliteit van de afvalwaterketen willen verbeteren en de kwetsbaarheid van de rioleringszorg willen verminderen door meer te gaan samenwerken. Landelijk moet er in 2020 jaarlijks 380 miljoen euro ‘minder meer’ worden uitgegeven, dit is ongeveer 22 euro per inwoner. Voor Nieuwegein zou dit (naar rato van inwoneraantal) een bedrag van 1,2 miljoen euro betekenen. Wij zijn actief in de samenwerking Winnet, zie paragraaf 4.6. We staan ook open voor andere samenwerkingen. Integrale kijk op de afvalwaterketen De afvalwaterketen is de laatste jaren complexer geworden. Bijvoorbeeld grondwater en hemelwater zijn nadrukkelijker een rol gaan spelen. Het aantal afvoersystemen is uitgebreid, waardoor we naast de gemengde riolen o.a. ook DWA-riolen, HWA-riolen, wadi’s en watergangen hebben die belangrijk zijn voor het functioneren van het gehele systeem. Over al deze systemen is informatie beschikbaar.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 20 van 52
Wat willen we
Ondertussen willen we werkzaamheden integraal uitvoeren, dus er moet regelmatig overleg zijn met andere disciplines binnen de eigen organisatie en binnen de afvalwaterketen. Steeds vaker voeren we rioleringswerkzaamheden uit in samenhang met weg- en wijkvernieuwing. Bij verbouwing of vernieuwing van de RWZI wordt gekeken naar het functioneren van alle omliggende rioolstelsels om tot een goede afweging te komen.
3.4 Stedelijk afvalwater Stedelijk afvalwater is huishoudelijk afvalwater of een mengsel van huishoudelijk afvalwater met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. We dragen zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij percelen binnen onze gemeente. De zorgplicht voor stedelijk afvalwater is vanuit de Wet milieubeheer (Wm art. 10.33) een resultaatsverplichting. Hoe we deze resultaatsverplichting invullen is onze keuze. In plaats van een openbaar vuilwaterriool zijn andere systemen toegestaan mits daarmee minstens een zelfde graad van milieubescherming wordt bereikt (een voorbeeld hiervan is een systeem voor Individuele Behandeling Afvalwater (IBA)). De effecten op het milieu en de kosten van de maatregel zijn bepalend voor deze afweging. Aansluiting op (druk)riolering Vanuit milieuoogpunt willen we en moeten we alle lozende percelen aansluiten op (druk) riolering of op een voorziening die een vergelijkbaar milieurendement biedt. Een uitzondering hierop zijn de niet-aangesloten percelen die hier een ontheffing voor hebben ontvangen (dit is er 1, op Rijkswater). Bij grootschalige nieuwbouw worden woningen aangesloten op een (verbeterd) gescheiden stelsel. Dit betekent dat stedelijk afvalwater en hemelwater van daken en wegen apart worden ingezameld en afgevoerd. Bij kleinschalige inbreidingen wordt aangesloten op het bestaande stelsel. Hierbij moeten de eigenaren hun afvalwater gescheiden aanleveren op de perceelgrens, zodat bij toekomstige veranderingen van het rioolstelsel in dit gebied hun leidingen gemakkelijk kunnen worden aangesloten op een gescheiden stelsel. In het buitengebied worden nieuwe percelen aangesloten op drukriolering. Voor de percelen waar de gemeente reeds een ontheffing heeft gekregen voor het voldoen aan de zorgplicht verandert er in principe niets. Overstortingen op oppervlaktewater Overstortingen op oppervlaktewater vinden plaats als de riolering al het hemelwater en vuile water niet kan bergen en afvoeren. Op een aantal locaties in het rioolstelsel zijn overstorten aangelegd, waardoor het teveel aan water op zo’n moment in oppervlaktewater kan stromen. Hierdoor wordt de riolering ontlast en komt het water niet via toiletten en straatkolken naar boven. Overstorten hebben hiermee een belangrijke functie voor de volksgezondheid. Overstortingen hebben wel een negatief effect op het milieu, daarom willen we het aantal zoveel mogelijk verminderen. Indien het zonder nadelige effect op de volksgezondheid mogelijk is om het aantal overstorten op een doelmatige manier te verminderen, dan zullen we deze aanpassingen aan het stelsel uitvoeren. Het aandachtspunt is altijd de invloed van de overstorting op de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater. Wij zullen altijd in nauwe samenspraak met de beheerder van het oppervlaktewater beoordelen of en hoe overstorten worden aangepast, het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en/of Rijkswaterstaat zullen hierbij dus worden betrokken. In de afweging zal worden meegenomen wat het beleid van het waterschap, de provincie, Rijkswaterstaat, de Rijksoverheid en de EU is.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 21 van 52
Wat willen we
Duurzame sanitatie en decentrale zuivering Duurzaamheid en de veranderende kijk op afvalwater (afvalwater wordt steeds meer gezien als bron van grondstoffen en energie) hebben geleid tot nieuwe ideeën over de afvalwaterketen. Waarom zou je afvalwater over grote afstanden transporteren om het op een centrale plek te zuiveren, terwijl je het misschien ook direct bij huis/bedrijf kunt doen? En er zitten veel belangrijke grondstoffen in afvalwater, dus waarom gooien we het allemaal door elkaar? Je kunt ook proberen alles apart in te zamelen (urine, feces, hemelwater, enzovoort), zodat de grondstoffen die in de verschillende waterstromen zitten ‘puurder’ zijn. De technieken voor duurzame sanitatie en decentrale zuivering bestaan al enige tijd, maar worden nog niet op grote schaal toegepast. Dit heeft verschillende redenen, waaronder enige terughoudendheid tot toepassing van nieuwe technieken zolang ze niet bewezen zijn. Een andere reden is dat het pas nuttig wordt om aanpassingen te doen aan het gemeentelijke rioolstelsel als het waterschap op de RWZI een techniek beschikbaar heeft om grondstoffen terug te winnen. Investeringen in een andere vorm van inzameling van stedelijk afvalwater hebben alleen nut als er op de zuivering ook veranderingen plaatsvinden. Daarom moeten we in samenwerking met het waterschap hier invulling aan geven. Zodra de technieken voldoende bewezen zijn zullen we nader onderzoek gaan doen naar de toepassing van duurzame sanitatie en decentrale zuivering. Tot het moment dat de technieken voldoende bewezen worden geacht zullen we de ontwikkelingen volgen, maar er niet actief in participeren. Onderzoek naar en toepassing van duurzame sanitatie en decentrale zuivering zal altijd in samenspraak met het Hoogheemraadschap gebeuren, indien mogelijk worden omliggende gemeenten betrokken, al dan niet via Winnet.
3.5 Afvloeiend hemelwater en grondwater Oktober 2012 is een beleidsnotitie Hemelwater- en grondwaterzorg Nieuwegein verschenen. In deze notitie, 28 november 2012 vastgesteld door de Raad, is het hemel- en grondwaterbeleid beschreven, dat we ook in dit GRP voor de periode 2014-2018 overnemen. De zorgplicht voor hemelwater heeft het karakter van een inspanningsverplichting. Dit houdt in dat wij als gemeente zorg dienen te dragen voor een doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater (Ww art. 3.5). Dit geldt niet in situaties waarin de particulier redelijkerwijs kan worden gevraagd zelf het afvloeiende hemelwater in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. Voorzieningen voor inzameling en verwerking van hemelwater (voorkeursvolgorde) We hebben een verplichting om ons in te spannen om afvloeiend hemelwater in te nemen en te verwerken, als een perceeleigenaar redelijkerwijs niet zelf het hemelwater kan verwerken. We voldoen aan deze inspanningsverplichting, door aan particulieren een voorziening aan te bieden om het hemelwater in te lozen. Welke voorziening dit is, maakt voor de zorgplicht niet uit, hoewel wij een voorkeur hebben voor (verbeterd) gescheiden rioleren. Wij zullen per geval beoordelen welke voorziening past bij de situatie.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 22 van 52
Wat willen we
In de wet (Wm art. 10.29a) is de voorkeursvolgorde voor de omgang met afvalwater (waaronder ook hemelwater valt) vastgelegd en deze zullen wij ook hanteren, deze is: 1. Het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt. 2. Verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt. 3. Afvalwaterstromen worden gescheiden gehouden, tenzij het niet gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater. 4. Huishoudelijk afvalwater en afvalwater wat qua biologische afbreekbaarheid hiermee overeenkomt wordt ingezameld en naar een RWZI getransporteerd. 5. Ander afvalwater dan bedoeld Figuur 3-1: Voorkeursvolgorde Wm bij 4 wordt, zo nodig na retentie of zuivering aan de bron, hergebruikt. 6. Ander afvalwater dan bedoeld bij 4 wordt, zo nodig na retentie of zuivering aan de bron, teruggebracht in het milieu. 7. Ander afvalwater dan bedoeld bij 4 wordt naar een RWZI getransporteerd. Grondwater Er is sprake van structurele grondwateroverlast of -onderlast als nadelige gevolgen voor de perceelsfunctie optreden als gevolg van een structureel te hoge of structureel te lage grondwaterstand. Wij verstaan onder nadelige gevolgen voor de perceelsfunctie: dat naar het oordeel van de gemeente de gebruiksmogelijkheden en/of de waarde van een perceel of pand aantoonbaar worden verminderd. Er moet dus een probleem zijn. Voorbeelden: bomen vallen om, de openbare weg verzakt, schimmels op de muren in woonkamers, te hoge luchtvochtigheid in de woonkamer door grondwater, aantasting houten constructievloer, droogstand van houten paalfundering, zetting van de grond, et cetera. Een natte kruipruimte op zich wordt niet als belemmering van de functie wonen beschouwd als dit geen gevolgen heeft voor de verblijfsruimtes erboven. Een lekkende kelder wordt als bouwkundig probleem beschouwd, niet als grondwaterprobleem. Wij beoordelen of er sprake is van structurele grondwateroverlast en -onderlast door eventuele nadelige gevolgen te relateren aan metingen van structureel te hoge of structureel te lage grondwaterstanden Particulieren met aantoonbare grondwateroverlast, welke het teveel aan grondwater redelijkerwijs niet zelf kunnen afvoeren, kunnen dit aanbieden aan ons als gemeente. Als bouwkundige maatregelen, het ophogen van het terrein of de afvoer van overtollig grondwater naar een aangrenzende watergang geen realistische oplossingen zijn, nemen wij het overtollig grondwater in ontvangst op de perceelgrens. De aansluitkosten zijn op rekening van de aanvrager. Wij actualiseren de aansluitverordening zodat aansluiting op riolering en drainage in één document zijn vastgelegd.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 23 van 52
Wat willen we
Definitie structureel te hoge grondwaterstand Een grondwaterstand wordt als structureel te hoog gedefinieerd als deze, ten minste voor drie opeenvolgde jaren, voor meer dan 30 aaneengesloten dagen per jaar het criterium overschrijdt of uit grondwateronderzoek naar de oorzaak van grondwateroverlast blijkt dat de grondwaterstand structureel te hoog zal zijn. Als criterium voor de grondwaterstand worden de waarden uit Tabel G gehanteerd. Definitie structureel te lage grondwaterstand Een grondwaterstand wordt als structureel te laag gedefinieerd als deze, ten minste voor drie opeenvolgende jaren, voor meer dan 10% van de tijd per jaar het criterium onderschrijdt of uit grondwateronderzoek naar de oorzaak van grondwateronderlast blijkt dat de grondwaterstand structureel te laag zal zijn. Als criterium voor de grondwaterstand worden de waarden uit Tabel G gehanteerd. Tabel G: Streefwaarden grondwaterstand Gebruiksfunctie
Maximale grondwaterstand*
Minimale grondwaterstand**
Bebouwing met kruipruimte
0,9 m onder vloerpeil, uitgaande van een kruipruimte tot 0,5 m onder vloerpeil 0,5 m onder vloerpeil 0,5 m onder maaiveld 0,5 m onder vloerpeil
0,3 m onder het oppervlaktewaterpeil in de wijk
Bebouwing zonder kruipruimte Idem Tuinen Idem Industriegebieden Idem Wegen: Primair 1,0 m onder wegas Idem Secundair 0,7 m onder wegas Idem Overig verhard openbaar gebied 0,5 m onder maaiveld Idem Openbaar groen en parken 0,4 m onder maaiveld Idem Overige perceelsfuncties Maatwerk Maatwerk * Maatstaf voor overlast: grondwaterstand is gedurende minstens 30 aangesloten dagen per jaar hoger dan de streefwaarde. ** Maatstaf voor onderlast: grondwaterstand onderschrijdt de streefwaarde ten minste voor drie opeenvolgende jaren, voor meer dan 10% van de tijd per jaar.
Verantwoordelijkheid perceeleigenaren Particulieren zijn in beginsel zelf verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater op eigen terrein. In Nieuwegein zijn echter beperkte mogelijkheden om afstromend hemelwater naar de bodem af te voeren. Daarom wordt in Nieuwegein op nieuwbouwlocaties in de meeste gevallen het afstromend hemelwater van particulier terrein in ontvangst genomen. Met maatwerk beoordeelt de gemeente of bij uitzondering van bewoners en bedrijven redelijkerwijs verwacht mag worden dat zij het hemelwater op eigen terrein verwerken, door afvoer naar de bodem of afvoer op een aangrenzende watergang. Dit beleid geldt niet voor bestaande aansluitingen op het gemeentelijk riool waar geen nieuwbouw plaatsvindt. Bij grondwateroverlast en -onderlast op particulier terrein, zijn bewoners en bedrijven zelf verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen op eigen terrein tegen grondwaterproblemen. De perceeleigenaar draagt er verantwoordelijkheid voor dat hij daarbij geen overlast of onderlast veroorzaakt op naastgelegen percelen. Om grondwateronderlast (ook bij derden) te voorkomen is de voorwaarde dat geen onderbemaling plaatsvindt.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 24 van 52
Wat willen we
Hemel- en grondwaterbeleid bij nieuwbouw Bij nieuwbouw leggen we een (verbeterd) gescheiden stelsel aan of sluiten we aan op bestaande stelsels. Hier hierboven aangegeven maatwerk passen we ook bij uitbreidingen toe. Op nieuwbouwlocaties wordt grondwater afkomstig van particulier terrein in ontvangst genomen als uit grondwateronderzoek blijkt dat afvoer van grondwater nodig is en het ophogen van het maaiveld of de aanleg van drainerende oppervlaktewater binnen de wijk geen reële opties zijn. Uitgangspunt hierbij is dat geen onderbemaling van drainagesystemen wordt toegepast. Afkoppelen (ontvlechten) Het scheiden van hemelwater en stedelijk afvalwater biedt voordelen in de waterkwaliteit. Het voordeel zit in het niet onnodig transporteren van relatief schoon hemelwater naar de RWZI en het verminderen van het aantal overstortingen. Vanwege deze positieve effecten kan het voordelig zijn om bij bestaande rioolbuizen een extra buis aan te leggen, waardoor hemelwater wordt afgevoerd. Dit wordt afkoppelen van verhard oppervlak genoemd. Voor de komende jaren zullen we per locatie beoordelen of afkoppelen van verhard oppervlak mogelijk en doelmatig is. Kosten en baten zullen we altijd goed afwegen en we zullen proberen ‘werk met werk’ te maken door geplande rioolvervanging, afkoppelen en vernieuwing van wegdek te combineren. Voorbereiding op klimaatverandering Hevige regenbuien hebben nu al een grote invloed op het functioneren van het rioolstelsel en dit zal door klimaatverandering alleen maar sterker worden. Op dit moment komt het al voor dat het rioolstelsel zware buien niet aankan, we verwachten dat dit vaker gaat gebeuren. Er is sprake van hemelwateroverlast als nadelige gevolgen voor de gebruiksfunctie van de grond optreden als gevolg van overtollig hemelwater. We verstaan onder nadelige gevolgen voor de gebruiksfunctie: dat naar het oordeel van de gemeente de gebruiksmogelijkheden van een gebied of pand aantoonbaar worden verminderd. Er moet dus (materiële) schade ontstaan als gevolg van overtollig hemelwater. Voorbeelden: hemelwater dat op het openbaar terrein valt, kan niet snel genoeg naar het riool worden afgevoerd, waardoor het hemelwater huizen of bedrijven instroomt, belemmering van hulpdiensten, een ernstige (economische) belemmering van het verkeer veroorzaakt. Specifiek ten aanzien van openbare speelvelden of paden is een nadelig gevolg door de gemeente gedefinieerd als de situatie waarbij op de speelvelden of paden gedurende meer dan twee dagen na de laatste neerslag hemelwater blijft staan en de speelvelden of paden daardoor buiten gebruik zijn. Het kortstondig optreden van water-op-straat in de openbare ruimte (tussen de wegbanden) gedurende maximaal enkele uren wordt als hinder beschouwd. Hinder van hemelwater wordt geaccepteerd. Bij eventuele schade kan een schadeclaim bij de gemeente worden ingediend.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 25 van 52
Wat willen we
3.6 Toetsingskader Het toetsingskader is bedoeld om een oordeel te kunnen vormen over het functioneren van de rioleringszorg in onze gemeente. De gewenste situatie (zoals omschreven in hoofdstuk 3.4 tot en met hoofdstuk 3.6) is vertaald in doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden. Riolering is aangelegd om a. de volksgezondheid te beschermen; b. droge voeten te houden en c. een goede leefomgeving te bevorderen. De gewenste situatie is uitgewerkt en toetsbaar gemaakt in de DoFeMaMe (Doelen, Functionele eisen, Maatstaven en Meetmethoden). Op basis van de visie, ambities en de geformuleerde uitgangspunten kunnen de doelen voor de rioleringszorg beschreven worden. Door aan deze doelen functionele eisen en maatstaven te koppelen wordt de rioleringszorg toetsbaar gemaakt, zie figuur 3-2.
figuur 3-2 Toetsingskader rioleringszorg Binnen de (brede) rioleringszorg kennen we de volgende doelen: 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater. 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater. 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert. Met behulp van de Leidraad Riolering is een set van functionele eisen, maatstaven en meetmethoden geformuleerd die aangeven waaraan het rioolstelsel dient te voldoen om de gewenste situatie te bereiken. Deze DoFeMaMe zijn opgenomen in bijlage 1.
3.7 Voorwaarden voor effectief beheer Om de gewenste situatie te kunnen bereiken is ook een aantal voorwaarden aangegeven. Wanneer niet aan die voorwaarden wordt voldaan is een effectieve besturing niet mogelijk en
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 26 van 52
Wat willen we
kan de doelmatigheid van de inzameling en het transport niet worden gewaarborgd. Hier ligt ook de relatie met de eis uit de Wet Milieubeheer (art. 4.22) dat bekend moet zijn wat er aan rioleringsvoorzieningen aanwezig is en in welke staat zij verkeren. Ook deze voorwaarden zijn opgenomen in bijlage 1.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 27 van 52
Wat willen we
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 28 van 52
4
Wat hebben we nu
4.1 Algemeen Welke voorzieningen hebben we en voldoen deze aan de eisen? In dit hoofdstuk vindt de toetsing aan de gewenste situatie plaats. Deze toetsing is het uitgangspunt voor het bepalen van de benodigde maatregelen.
4.2 Totaal overzicht aanwezige voorzieningen In Tabel H is een overzicht opgenomen van de in onze gemeente aanwezige voorzieningen. Figuur 4-2 toont de leeftijdsopbouw van de vrijvervalriolering. Gegevens over de voorzieningen worden bewaard in de digitale gegevensbestanden. Tabel H Overzicht aanwezige voorzieningen (2013) Voorziening eenheid aantal Vrijvervalriolering - gemengd km 45 - DWA gescheiden km 4 - HWA gescheiden km 8 - DWA verb. gesch. Km 147 - HWA verb. gesch. Km 181 - Drainageleiding km 68 Drukriolering - leiding km 14 - pompunits
aantal
94
Persleiding
km
20
3%
4%
Voorziening Rioolgemalen Peilbuizen Drainagegemalen Hemelwateruitlaten Overstorten Bergbezinkbassins Bergbezinkleidingen
eenheid aantal aantal aantal aantal aantal aantal
aantal 44 99 4 221 15 3 2
Straat- en trottoirkolken
aantal
26.997
9%
Gemengd
14%
VGS DWA
2% 30%
1%
VGS HWA
GS DWA GS HWA Drainage Drukriolering 37%
Persleiding
Figuur 4-1: Aandeel per type riolering
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 29 van 52
Wat hebben we nu
Figuur 4-2 Leeftijdsopbouw vrijvervalriolering
Onze riolering is met een gemiddelde leeftijd van 31 jaar relatief jong. In onderstaande figuur is een plattegrond weergegeven van de riolering, onderverdeeld naar leidingtype zoals die in het beheersysteem zijn opgenomen. Het beheersysteem wordt continu geactualiseerd.
Gedetailleerde informatie over de lay-out van de stelsels is opgenomen in het rioleringsbeheersysteem en vastgelegd in de hydraulische berekeningen en basisrioleringsplannen, waaronder de stelselgegevens en gegevens van de overstorten van waaruit (incidenteel) wordt geloosd. Wijzigingen t.o.v. de situatie in de BRP’n zullen met de waterbeheerder(s) worden overlegd en vice versa.
Figuur 4-3 Plattegrond riolering
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 30 van 52
Wat hebben we nu
4.3 Stedelijk afvalwater Wij zorgen voor de aansluiting van alle percelen op riolering of op een voorziening die het afvalwater zuivert tot een niveau dat vergelijkbaar is met het zuiveren van afvalwater op een RWZI (IBA). Wij werken al vele jaren aan het opzetten, in stand houden en waar nodig uitbreiden van het stelsel aan voorzieningen dat hiervoor nodig is. Hieronder beschrijven wij hoe we dit doen. 4.3.1 Nog niet aangesloten bestaande bebouwing In 2013 zijn de laatste panden aangesloten op de riolering, alle ongezuiverde lozingen zijn daarmee gesaneerd. Vier woonboten zijn niet aangesloten, omdat deze zonder vergunning/toestemming van de gemeente liggen. De eigenaren van de woonboten dienen bij de Provincie ontheffing aan te vragen en zorg te dragen voor eigen opvang en lozingsmogelijkheden. Sinds 1 januari 2009 is een sanitaire opvangvoorziening aan boord van de pleziervaart verplicht. Gezien het grote aantal pleziervaartuigen dat door onze gemeente vaart, is dit nog steeds een aandachtspunt. Rijkswaterstaat is in het hele land bezig om het aantal vuilwaterafgiftepunten uit te breiden. 4.3.2 Afvoer en behandeling van stedelijk afvalwater Het merendeel van het stedelijk afvalwater wordt getransporteerd naar de RWZI Klaphek in IJsselstein. Daarnaast zijn enkele woningen (Overeindseweg) en bedrijventerrein ’t Klooster aangesloten op de zuivering van de Gemeente Houten. Een deel van het bedrijventerrein Laagraven is aangesloten op de zuivering van de Gemeente Utrecht. Als we een ongewenste lozing op de riolering constateren, treffen we direct maatregelen. Daarom moeten gebruikers en geloosde stoffen bekend zijn. Niet alle stoffen, -in soorten, concentraties en hoeveelheden- mogen op de riolering geloosd worden. Er kan aantasting van de buizen plaatsvinden, er kan een negatief effect optreden in het zuiveringsproces op de RWZI of het oppervlaktewater kan vervuilen bij overstortingen. De afdeling Duurzame Ontwikkeling registreert lozingen op de riolering en verleent vergunningen. Op grond van het Activiteitenbesluit is een groot aantal vergunningen vervangen door een zogenoemde melding. De afdeling Toezicht, Veiligheid en Leefbaarheid handhaaft zowel de meldingen als de vergunningen. Bij de verbeterd gescheiden stelsels zijn er enkele ongewenste hemelwateraansluitingen op de vuilwater riolering. Inzicht in de relatie tussen neerslag en draaiuren van dwa-gemalen ontbreekt echter. Deze relatie geeft een indicatie van het aantal hemelwateraansluitingen op de dwa-riolering. 4.3.3 Toestand van de objecten De kwaliteit van de riolering beoordelen we primair op veiligheid, duurzaamheid en storingsgevoeligheid. Beoordelingscriteria hierbij zijn waterdichtheid, stabiliteit en afstroming.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 31 van 52
Wat hebben we nu
De riolen worden geïnspecteerd conform de NEN 3398. Er wordt gekeken naar verschillende toestandsaspecten (zoals bijvoorbeeld lekkage of scheurvorming). Het merendeel van de toestandsaspecten is onderverdeeld in vijf klassen, waarbij klasse 1 staat voor ´prima in orde´ tot klasse 5 ´ernstig, ingrijpen is geboden. We hebben inzicht in de kwaliteit van 86% van onze riolen. De beoordeling conform de NEN 3398 vindt plaats op basis van inspectiebeelden en foto´s die gemaakt worden vanuit de putten. Het percentage riolen dat de ingrijpmaatstaf heeft bereikt of overschreden is in tabel 6 weergegeven. Het betreft een percentage van de totale hoeveelheid geïnspecteerde riolen. Tabel I: Resultaten inspectie Overzicht toestand Waterdichtheid [%] Stabiliteit [%] Afstroming [%]
Gemengd 3,2 1,0 9,4
Vuilwater 2,6 0,7 3,7
Een klein percentage van het stelsel is niet waterdicht. (Doordat het stelsel onder het grondwater ligt lekt grondwater het riool binnen. Hierna gaan rioolpompen het (grond)water verpompen naar de RWZI). De stabiliteit is over het algemeen goed, met uitzondering van enkele zettingsgevoelige gebieden, zoals Doorslag en Fokkesteeg waar betonbuizen zijn toegepast. In deze gebieden zijn diverse riolen verzakt waardoor het afvalwater te lang in het rioolstelsel verblijft. Hierdoor raakt het beton aangetast. De afstroming van rioolwater wordt belemmerd door wortelingroei. Met name in gebieden met een gemengd rioolstelsel zoals Wijkersloot. Wortelingroei wordt veelal veroorzaakt door bomen die op het riool zijn geplant. 4.3.4 Hydraulisch functioneren Elk stelsel is/wordt getoetst op het hydraulisch functioneren door middel van een rekenmodel. Maximaal 1 keer in de 2 jaar mag één uur water op straat voorkomen, uitgezonderd buitengewone omstandigheden. Het vrijvervalstelsel voldoet hier grotendeels aan. Door toepassing van RTC (Real Time Control, sturing met gemalen) zijn in Batau-Zuid de problemen bij extreme regenval opgelost. Om de afstroming van rioolwater te waarborgen moeten de riolen voldoende schoon zijn. Bij inspecties is vaak vervuiling aangetroffen. Ook boomwortels werken belemmerend. Afgelopen periode hebben we een WaterOverlastLandschapsKaart (WOLK) laten maken. Hiermee worden de locaties zichtbaar die gevoelig zijn voor wateroverlast. Bij de inrichting van de openbare ruimte houden we daar rekening mee.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 32 van 52
Wat hebben we nu
Figuur 4-4: Wateroverlastlandschapskaart
Met ons gemaalbeheersysteem Mous AquaWeb monitoren we het functioneren van de gemalen. Het systeem registreert de waterstand, de storingen en draaiuren van de pompen. Inmiddels zijn al onze gemalen voorzien van een telemetriesysteem. Deze gemalen zijn hierdoor op afstand te bedienen en storingen worden automatisch doorgegeven aan de storingsdienst. 4.3.5 Afvalwaterakkoord Met het HDSR is, zoals eerder aangegeven, begin 2007 een afvalwaterakkoord gesloten. Doel is het bereiken van een optimaal afvalwatersysteem tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Het is een uitvloeisel van de uitgevoerde Optimalisatiestudie Afvalwatersysteem Nieuwegein. We zijn over een aantal maatregelen nog in overleg met het hoogheemraadschap. 4.3.6 Milieutechnisch functioneren De kwaliteit van het oppervlaktewater en de waterbodems wordt op verschillende plaatsen door de waterkwaliteitsbeheerder bemonsterd. Uit deze metingen zijn nog geen conclusies beschikbaar over het lozen van verontreinigd afvalwater uit de gemengde stelsels. Er zijn op dit moment ook geen problemen bekend. Samen met HdSR hebben we regels opgesteld voor de manier waarop we groene daken meenemen in de milieutechnische berekeningen. De komende planperiode dienen systematisch onderdelen van gemalen vervangen te worden. Dit betreft veelal elektrische en/of mechanische onderdelen die aan het eind van hun levensduur zijn. De levensduur van de bouwkundige onderdelen kan middels renovatietechnieken worden verlengd. 4.3.7 Conclusie We voldoen eind 2013 voor 100% aan de gestelde eis voor inzameling van stedelijk afvalwater. Door middel van handhaving en waarnemingen worden ongewenste lozingen verminderd. Door inspecties hebben we inzicht in de kwaliteit van het overgrote deel van onze riolering. Een aantal riolen voldoet niet aan de eisen. Daar zijn maatregelen nodig.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 33 van 52
Wat hebben we nu
We beschikken over een goed functionerend rioleringsstelsel, dat voldoet aan de normen. Er wordt grotendeels voldaan aan de emissie-eisen (basisinspanning). We hebben een WOLKstudie uitgevoerd om de gevoeligheid voor wateroverlast in beeld te brengen. De komende planperiode dienen systematisch onderdelen van gemalen vervangen te worden. Dit betreft veelal elektrische en/of mechanische onderdelen die aan het eind van hun levensduur zijn.
4.4 Hemelwater We vangen hemelwater op als dit op openbaar terrein terechtkomt, we voeren al het hemelwater af dat niet op eigen terrein verwerkt kan worden. Op deze manier voorkomen we al vele jaren wateroverlast in onze gemeente, hier hebben we een uitgebreid systeem van voorzieningen voor opgezet. Hieronder beschrijven we hoe wij deze voorzieningen onderhouden. 4.4.1 Afvoer en behandeling van hemelwater We zamelen hemelwater in door middel van straat- en trottoirkolken, vaak is de regenpijp ook direct aangesloten op de riolering. Afvoer van hemelwater vindt plaats via gemengde en gescheiden riolen. Bij afvoer via een gemengd riool wordt het water getransporteerd naar de RWZI in IJsselstein, bij afvoer via een gescheiden riool wordt hemelwater via een lamellen afscheider geloosd in het open water. We kennen de volgende aandachtsgebieden met betrekking tot hemelwater: Tabel J: Aandachtsgebieden hemelwater (bron: hemel- en grondwaternotitie 2012)
Wat?
Waar?
Oorzaak?
Gevolg?
Mogelijk hemelwateroverlast
Lager gelegen delen maaiveld, voornamelijk parken en groenstroken
Hemelwater zakt slecht in de bodem, beperkte afvoer
Risico op hinder door “waterop-straat”
In de aandachtsgebieden (parken) zijn paden vaak opgehoogd en geasfalteerd. Naast de paden blijft na buien soms hemelwater staan. Ook bij speelplaatsen in de parken blijft soms water staan waardoor deze tijdelijk niet bruikbaar kunnen zijn. Een nieuw aandachtspunt is het nieuwe winkelplein in het centrum. Dit is sterk verdiept aangelegd met lijngoten als afvoervoorziening voor het hemelwater naar een pompinstallatie. Deze lijngoten zijn gevoelig voor vervuiling en daardoor voor verstopping. Dat kan tijdelijke hinder door wateroverlast veroorzaken. Om het risico van wateroverlast te minimaliseren, is extra reiniging en controle van de lijngoten en de pompinstallatie nodig. Bij “gewone” gescheiden riolering komt het ingezamelde regenwater direct in het oppervlaktewater terecht. Stoffen die met het hemelwater afspoelen naar de kolken komen ook in het oppervlaktewater terecht. In gebieden met gescheiden riolering moeten “gedragsregels” gelden voor de bewoners/gebruikers in dat gebied. Het gaat om de toepassing van bouwmaterialen, het autowassen op straat, en het foutieve gebruik van kolken (bijvoorbeeld afgewerkte olie lozen via een regenwaterkolk). Bij inspectie wordt zo mogelijk gecontroleerd op foutieve aansluitingen.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 34 van 52
Wat hebben we nu
4.4.2 Toestand van de objecten De stabiliteit van de regenwaterriolen is over het algemeen zeer goed. Gebreken zijn er maar in zeer geringe mate. De afstroming van de regenwaterriolen is goed. Verzakkingen in regenwaterstelsels leiden niet altijd tot maatregelen. In een gemengd stelsel ontstaat H2S gas (rotte eierengeur), in een regenwaterstelsel niet. 4.4.3 Hydraulisch functioneren Elk stelsel is/wordt getoetst op het hydraulisch functioneren met behulp van een rekenmodel. Water op straat mag maximaal 1 keer in de 2 jaar voorkomen, uitgezonderd buitengewone omstandigheden. Het hemelwaterstelsel voldoet hier aan. Om de afstroming van het rioolwater te waarborgen moeten de riolen voldoende schoon zijn. Riolen dienen periodiek gereinigd te worden. Het gemaalbeheersysteem monitort het functioneren van de gemalen. Het systeem registreert de waterstand, de storingen en draaiuren van de pompen. Afkoppelen vindt plaats aan de hand van de beslisboom van het Hoogheemraadschap, zo wordt voorkomen dat verontreinigd water via een gescheiden rioolstelsel in het oppervlaktewater terecht kan komen. Er zijn op enkele locaties lamellenafscheiders geplaatst, om het hemelwater extra te zuiveren. Op een aantal plaatsen bleef het hemelwater op het maaiveld staan, het zakte daar niet weg. We hebben een pilot gehouden met het uitzetten van wormen op een aantal groene stukken waar het water niet wilde infiltreren. Nadat we de wormen of pieren hadden uitgezet, bleek het water veel beter in de grond weg te zakken. De problemen in het betreffende gebied lijken daarmee opgelost!
Figuur 4-5: tijgerwormen
4.4.4 Meldingen en klachten Meldingen van wateroverlast komen binnen via servicelijn, internet, brieven, mails, telefoontjes of wijkplatforms. Meldingen wateroverlast worden afgehandeld door een beheerder van de buitendienst die jarenlang opzichter riolering is geweest. Hij zet deze meldingen zo nodig door naar de beheertechnisch medewerkers riolering. Alle meldingen, dus ook de melding over wateroverlast wordt vastgelegd in het systeem Meldingen Openbare Ruimte (MOR). Norm tijd voor het afhandelen van een melding is 14 dagen. Deze meldingen analyseren we regelmatig om onze bedrijfsvoering zo nodig bij te stellen. We voeren een visuele inspectie uit op locatie, bepalen of het hemelwater- en grondwateroverlast betreft en bespreken de overlastsituatie daarna op locatie met de bewoners. Als er aanleiding toe is, beoordelen we de situatie nader op basis van metingen uit het grondwatermeetnet. Ook beoordelen we of overlast structureel is, wat de oorzaak is en welke oplossingen mogelijk zijn. Bevindingen verwerken we in de MOR-database en koppelen we terug aan de indiener van de melding.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 35 van 52
Wat hebben we nu
4.5 Grondwater Het grondwaterbeleid is vastgelegd in de in 2012 vastgestelde hemel- en grondwaternotitie. Hieronder beschrijven we welke voorzieningen aanwezig zijn binnen onze gemeente en hoe wij hiermee omgaan. 4.5.1 Inzameling en afvoer van grondwater Met betrekking tot het grondwater kennen we de volgende aandachtsgebieden: Tabel K: Aandachtsgebieden grondwater (bron: hemel- en grondwaternotitie 2012)
Wat?
Waar?
Oorzaak?
Gevolg?
Mogelijk grondwateroverlast
Hoog Zandveld, Vreeswijk, Doorslag, Batau Noord
Onvoldoende afvoer van grondwater, slecht doorlatende bodem
Risico op schade aan verharding, overlast woningen, beperking van de aan de grond gegeven bestemming
In de aandachtsgebieden zijn grondwaterstanden dicht onder het oppervlak gemeten. De problematiek in de gebieden is bekend. In het verleden is in deze gebieden drainage aangelegd, waarvan onbekend is of deze overal nog goed functioneert. In de gebieden zijn de afgelopen jaren overigens weinig meldingen gedaan over grondwateroverlast. In de wijken langs de Lek kunnen mogelijk (structurele) veranderingen in de grondwaterstanden optreden als gevolg van het project Ruimte voor de Lek van Rijkswaterstaat. In samenspraak met Rijkswaterstaat meet de gemeente de grondwaterstanden. Indien daar aanleiding voor is, zullen, in overleg met Rijkswaterstaat, maatregelen worden getroffen om overlast zoveel mogelijk te beperken of te voorkomen. 4.5.2 Aanwezige voorzieningen De aanleg van drainage heeft grotendeels plaatsgevonden in combinatie met de aanleg van de stadsverwarming. Verspreid door onze gemeente is drainage aangelegd. Het bestaande peilbuizennet hebben we de afgelopen jaren weer operationeel gemaakt en waar nodig uitgebreid. De maandelijkse aflezingen verschaffen ons waardevolle informatie over de grondwaterstanden. In totaal zijn er 99 peilbuizen aanwezig die verspreid door onze gemeente staan opgesteld. Elf peilbuizen worden telemetrisch bemeten. In Hoog Zandveld en ’t Klooster hebben we in het najaar van 2012 peilbuizen toegevoegd. We slaan de meetgegevens op in databestanden en maken jaarlijks een ontwateringskaart. Daarmee kunnen we de grondwaterstanden analyseren en koppelen aan eventueel binnengekomen meldingen. 4.5.3 Toestand van de objecten De toestand van de objecten voldoet niet overal aan de functionele eisen. Met name de oudere kokosdrains zijn aan het einde van de technische levensduur. 4.5.4 Functioneren van de voorzieningen Een groot deel van de drainage functioneert nog niet optimaal. Het peilbuizennet functioneert goed. In april 2007 hebben we in samenwerking met HDSR een onderzoek uitgevoerd naar mogelijke locaties van grondwateroverlast. Het blijkt dat met name in Batau veel overlast is berekend. Dat wordt in de praktijk ook herkend.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 36 van 52
Wat hebben we nu
4.6 Effectief beheer Effectief beheer van de riolering is belangrijk om de goede dingen te kunnen doen, op het juiste moment. We hebben hier de afgelopen jaren aandacht aan besteed. Hieronder beschrijven we hoe wij invulling hebben gegeven aan effectief beheer. 4.6.1 Samenwerking Winnet In het Bestuursakkoord Water van 2011 is afgesproken dat er meer moet worden samengewerkt in de afvalwaterketen. Samenwerking met het waterschap, en tussen gemeentes onderling. Doel hiervan is kostenbesparing, kwaliteitsverbetering en kwetsbaarheidsvermindering. We werken onder andere samen in het samenwerkingsverband Winnet voor een beter afvalwaterketenbeheer. In het samenwerkingsverband zijn we bezig om gezamenlijk afvalwaterketenbeleid op te stellen. In dit beleid staan de visie en gezamenlijke ambities centraal en leggen we gezamenlijke afspraken vast. Waar mogelijk en tijdig beschikbaar hebben we de input vanuit de samenwerking in dit GRP meegenomen. figuur 4-6: Doelen van samenwerking 4.6.2 Incidentenplan In WINNET-verband hebben we een incidentenplan opgesteld, samen met HDSR en de VeiligheidsRegio Utrecht. Dit plan is up-to-date.
4.6.3 Duurzaamheid Op nationaal niveau is beleid opgesteld voor meer duurzaamheid in de bouwsector, het Nationaal pakket duurzaam bouwen. Wij volgen dit beleid voor duurzaam bouwen boven de grond (woningen, kantoren en bedrijven). Dit pakket gaat niet in op duurzaamheid voor bouwwerken onder de grond. Wij zien zelf toe op de duurzaamheid van deze projecten, onder andere door voorwaarden op te nemen in Programma’s van Eisen. Bij een bouwproject worden in het programma van eisen opgenomen voor duurzaam bouwen (bijvoorbeeld goten, afvoerpijpen). De projectontwikkelaar moet aan de eisen voldoen om het project te mogen uit voeren. 4.6.4 Inventarisatie en registratie De voorzieningen voor inzameling, transport en verwerking van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater dienen goed onderhouden te worden. Het noodzakelijke onderhoud dient goed te worden geregistreerd. Wij hebben een uitgebreid registratiesysteem opgezet om bij te houden welke werkzaamheden er worden verricht aan ons rioolstelsel. 4.6.5 Klachten en meldingen Burgers en bedrijven dienen bij meldingen correct te worden geholpen. Meldingen gaan meestal over verstopping of stankoverlast, ook komen meldingen over grondwateroverlast voor. Al deze meldingen worden in ons meldingen registratiesysteem vastgelegd (MOR).
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 37 van 52
Wat hebben we nu
4.6.6 Stankoverlast Een aantal gemalen binnen onze gemeente is voorzien van een geurfilter. Daarnaast worden maatregelen getroffen om betonaantasting tegen te gaan. 4.6.7 Voorlichting Wij passen de voorlichting aan bij de doelgroep die we willen bereiken. De verschillende media die we gebruiken zijn onze gemeentelijke website, lokale media, buurtberichten, de Molenkruier en websites van buurtplatforms. Voorlichting is speciaal belangrijk rondom rioleringsprojecten, omdat deze veel invloed kunnen hebben op de woonomgeving. Ons Ingenieursbureau begeleidt deze rioleringsprojecten. Zij dragen ook zorg voor de communicatie naar buiten toe. Voorlichting over het goed gebruik van de riolering is een ander aandachtspunt. Onder andere op onze gemeentelijke website leggen we uit welke stoffen wel en niet door het riool kunnen worden gespoeld. Op de website staat ook Figuur 4-7: M. van Rossum daalt af in een riool in Vreeswijk, uitleg over de hemel- en grondwa- Nieuwegein terzorgplicht van de gemeente, en hoe wij hier invulling aan geven. Zo willen we onze inwoners helpen bij een verantwoord gebruik van de riolering. 4.6.8 Vergunningen en verordeningen De afdeling Duurzame Ontwikkeling registreert lozingen op de riolering en verleend vergunningen. Bij vergunningsplichtige bedrijven worden vergunningsvoorschriften opgesteld voor indirecte lozingen. Het waterschap geeft advies op deze vergunningsvoorschriften, dat nemen we in de regel één op één over. De afdeling Toezicht, Veiligheid en Leefbaarheid handhaaft de vergunningen en meldingen. Het omgaan met bronneringswater gebeurt conform het Besluit lozen buiten inrichtingen (BLBI). Hierover vindt ook overleg plaats met het waterschap. De voorwaarden voor aansluiting op het gemeentelijk riool- en drainagestelsel worden geregeld in twee aparte verordeningen (Verordening aansluitvoorwaarden riolering 2005 en Verordening aansluitvoorwaarden drainage 2005).
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 38 van 52
5
Wat gaan we doen
5.1 Algemeen We werken de komende periode aan het instandhouden en verbeteren van ons rioolstelsel. Hiervoor voeren we verschillende onderzoeken en maatregelen uit. In dit hoofdstuk geven we een overzicht van alle acties die we de komende periode gaan uitvoeren. De kosten zijn opgenomen in de tabel in de bijlage, zijn op prijspeil 2013 en exclusief BTW.
5.2
Stedelijk afvalwater
5.2.1 Aansluiten bestaande bebouwing Alle percelen zijn aangesloten op riolering. 5.2.2 Aansluiten nieuwbouw Voor nieuwbouw wordt een duurzame ontwikkeling nagestreefd. In nieuwbouw is omgaan met schoon hemelwater belangrijk. Hierbij zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van duurzame materialen, maar een financiële afweging speelt ook een rol. Alle plannen hebben een door het HDSR goedgekeurd rioleringsplan nodig. Hiervoor zal onder andere worden gekeken naar de mate waarin gescheiFiguur 5-1 Beslisschema HDSR den riolering wordt aangelegd, de berging van hemelwater en de omgang met grondwater. Het beslisschema van HDSR zal worden gebruikt om te bepalen hoe de riolering moet worden aangelegd (Figuur 5-1). Er is nieuwbouw gepland op de volgende locaties, waar nodig leggen we daar riolering aan. We merken op dat niet alle plannen concreet zijn en dat het momenteel onzeker is of deze plannen deze GRP-periode tot uitvoering komen. Locaties: A: tijdelijke invulling Galecopperzoom, waarschijnlijk geen woningen; B: totale renovatie Remise terrein, geen woningen; C: woningen op voormalige hockeyvelden, ca 90 woningen; D: woningen op Juko terrein, 60 woningen; E: woningen in groengebied Rijnhuizen zuid-west, onbekend aantal woningen; F: woningen in westelijke punt Meentwal, onbekend aantal woningen, geen plan op dit moment; G: woningen in zuidelijk deel Park Oudegein, ca 100 woningen;
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 39 van 52
Wat gaan we doen
H: sportvelden worden vervangen door kunstgrasvelden in Park Oudegein, geen woningen. 5.2.3 Onderzoek We voeren de komende planperiode regulier onderzoek uit om inzicht te houden in de toestand en het functioneren van onze riolering. Ook voeren we een aantal specifieke onderzoeken uit. Deze beschrijven we hierna. O1) Monitoring overstorten In de voormalige WVO vergunning van het HDSR was het monitoren van de overstorten van het gemengde stelsel opgenomen. Na het vervallen van deze vergunning behouden we het monitoren, omdat we hiermee inzicht krijgen in het functioneren van ons rioolstelsel. Er wordt inzichtelijk wanneer een overstorting optreedt en hoeveel afvalwater wordt geloosd in het oppervlaktewater. De sensoren van de overstorten geven via elektronische weg de data door aan een centraal station. Wij kunnen de resultaten van de metingen via een website grafisch raadplegen. Overstortingen komen voor bij hevige neerslag. Om een relatie met neerslag te kunnen leggen maken wij gebruik van radarbeelden, die aangeven hoeveel neerslag er is gevallen. O2) Metingen en berekeningen hydraulisch en milieutechnisch functioneren Het hydraulisch functioneren van ons rioolstelsel is opgenomen in een rioleringsmodel. Bij significante wijzigingen van ons rioolstelsel updaten wij het rioleringsmodel en berekenen wij opnieuw het hydraulisch functioneren. Wij voeren indien nodig elke vijf jaar een herberekening uit, verdeeld over de jaren. Hiermee toetsen wij welk effect vele kleine veranderingen hebben gehad op het hydraulisch functioneren. Deze herberekening voeren we uit voor de VGS stelsels in de wijken Batau Noord, Hoog Zandveld, Lekboulevard en Zuilenstein. In 2014 worden de gemengde stelsels hydraulisch doorgerekend waarbij we ook het milieutechnisch functioneren meenemen. Eenmaal per 2 jaar wordt de capaciteit van de hoofdrioolgemalen in gemengde stelsels gemeten. Zo zien we of de werkelijke capaciteit overeenkomt met de benodigde capaciteit. O3) Rioolinspectie Door onze vrijvervalriolen regelmatig te inspecteren houden we inzicht in hun toestand. De gemengde stelsels inspecteren we nu nog eens in de 14 jaar, de DWA-stelsels inspecteren we eens in de 10 jaar. Zo inspecteren we gemiddeld 16,5 km per jaar. We zijn nu rond zijn met inspectie en reiniging. Deze periode gaan we over naar een meer gedifferentieerde reiniging en inspectie: we gaan alleen dáár inspecteren en reinigen waar het nodig is. Sommige riolen zullen we vaker dan nu reinigen en inspecteren, andere minder vaak. Als uit inspecties blijkt dat er foutieve aansluitingen zijn, zullen we deze verhelpen. Bij klachtenstellen we hiernaar een onderzoek in en herstellen we de aansluiting. O4) Dieptemetingen vrijvervalriolering Om inzicht te verkrijgen in de precieze diepteligging van onze riolen wordt jaarlijks een gedeelte van het stelsel ingemeten. De resultaten verwerken we in ons beheersysteem. Onderzoek O1) Monitoring overstorten O2) Metingen en berekeningen hydraulisch functioneren O3) Rioolinspectie (incl. reiniging) 16,5 km. O4) Dieptemetingen vrijvervalriolering
Jaar jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 40 van 52
Wat gaan we doen
5.2.4 Maatregelen Om de riolering in goede staat te brengen en te houden moeten we maatregelen uitvoeren. De belangrijkste beschrijven we hierna. M1) Reiniging vrijvervalriolering Door onze rioolstelsels regelmatig te reinigen blijft de afstroming voldoende. De gemengde stelsels reinigen we nu nog eens in de 14 jaar, de DWA-stelsels reinigen we eens in de 10 jaar. Ook hier gaan we over naar een meer gedifferentieerde manier van werken, zie ook O3). M2) Reiniging gemalen Om de gemalen goed te laten functioneren, laten we ze eenmaal per jaar reinigen. Eventueel in combinatie met reparaties. M3) Reiniging persleidingen Persleidingen laten we niet stelselmatig reinigen. Reiniging vindt plaats op basis van informatie waaruit wij een verminderde afvoer afleiden. M4) Reparaties gemalen Elektrische, mechanische en bouwkundige onderdelen van de gemalen kunnen door slijtage slechter gaan functioneren. Indien nodig worden deze onderdelen gerepareerd of vervangen. M5) Reparaties/renovatie/vervanging vrijvervalriolen Na beoordeling van de video-inspecties stellen we zo nodig maatregelen op om het oorspronkelijk functioneren te herstellen. Dit verwerken we in een operationele planning, die we afstemmen op overige werkzaamheden in de openbare ruimte (waaronder het wegonderhoud). In 2014 is Batau-Zuid aan de beurt, waar we in diverse straten de riolering gaan vervangen of renoveren. Renoveren is relatief nieuw, hierbij wordt in de bestaande buis een kous gebracht, die na uitharding de functie van de oude buis overneemt. Zo hoeft de straat niet te worden opengebroken, wat veel geld bespaart. We renoveren als het riool dat nodig heeft en de wegverharding nog goed is of graven geen reële optie is. M6) Verbeteringen Afvalwaterakkoord In het afvalwaterakkoord zijn de maatregelen vastgelegd die voortvloeien uit de optimalisatiestudie. Deze maatregelen zullen het milieutechnisch functioneren van de riolering verbeteren. De maatregelen voor de gemeente bestaan nog uit: • uitbreiden capaciteit gemaal Jutphaas; • vergroten persleiding Jutphaas. Het afvalwaterakkoord moeten we actualiseren en de maatregelen optimaliseren zodat we geen onnodige investeringen doen.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 41 van 52
Wat gaan we doen
Maatregelen M1) Reiniging vrijvervalriolering M2) Reiniging gemalen M3) Reiniging persleidingen M4) Reparaties gemalen M5) Reparaties/renovatie/vervanging vrijvervalriolen M6) Verbeteringen
5.3
Jaar jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks Z.s.m.
Hemelwater
5.3.1 Aanleg nieuwe voorzieningen Bij in- en uitbreidingsplannen streven wij naar een duurzame ontwikkeling. In overleg met stedenbouwkundigen, de afdeling Duurzame Ontwikkeling, het Grondbedrijf, externe partijen (provincie, waterschap en projectontwikkelaars) zullen nieuwe inzichten op het vlak van wel of niet afkoppelen verhard oppervlak, afkoppelen van huizen, vasthouden van gebiedseigen water, verder worden uitgewerkt. Het inzamelen en transporteren van relatief schoon hemelwater wordt hierdoor beperkt. Ook maken we zoveel mogelijk gebruik van duurzame materialen, maar hierbij speelt ook een financiële afweging een rol. De nieuwbouwplannen staan al vermeld in paragraaf 5.2.2. Voor deze locaties geldt dat het schone hemelwater, indien mogelijk, niet wordt aangekoppeld op de vuilwater riolering. Hierbij gebruiken we de beslisboom van het Hoogheemraadschap (zie paragraaf 5.2.2). De kosten van nieuwe aanleg zijn opgenomen in de exploitatieopzet van het betreffende gebied. 5.3.2
Onderzoek
O5) Aanvullend onderzoek stedelijke wateropgave In de komende planperiode wordt het onderzoek Stedelijke wateropgave riolering uitgevoerd. Onderzocht wordt hoe het rioolstelsel reageert op hevige en/of elkaar opvolgende buien. Hierna zal bekeken worden of nog aanvullend onderzoek nodig is. O6) Inspectie Om inzicht te krijgen in de toestand van de riolen worden de hemelwaterriolen tot nu toe eens in de 20 jaar geïnspecteerd. Indien bij inspectie foutieve aansluitingen worden waargenomen, worden die zo snel mogelijk hersteld. Ook hier gaan we over naar een meer gedifferentieerde manier van inspectie en reiniging. Onderzoek O5) Aanvullend onderzoek stedelijke wateropgave O6) Rioolinspectie (incl. reiniging)
Jaar jaarlijks jaarlijks
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 42 van 52
Wat gaan we doen
5.3.3 Maatregelen Om de hemelwaterriolering in goede staat te brengen en te houden, zijn maatregelen nodig. M7) Onderhoud, exploitatie riolen Om de afstroming van het hemelwater te waarborgen, wordt de hemelwaterriolering periodiek gereinigd. We gaan over naar een meer gedifferentieerde manier van reiniging. De totale hoeveelheid zal daarbij naar verwachting niet spectaculair dalen. De lijngoten bij het verdiepte nieuwe winkelplein bij het stadskantoor zullen we regelmatig reinigen en de pompen controleren om het risico van wateroverlast te minimaliseren. M8) Straatreiniging Straten worden regelmatig gereinigd, dit draagt bij aan het verminderen van de hoeveelheid straatvuil in de regenwaterkolken. M9) Lamellenafscheiders De afscheiders moeten 2 x per jaar gereinigd worden conform de gebruikershandleiding van de leverancier. M10) Wadi In Blokhoeve ligt een Wadi. Deze Wadi is bestemd voor de berging en infiltratie van afvloeiend hemelwater. Deze Wadi heeft speciaal onderhoud nodig. Zo moet het dichtslibben van de toplaag worden voorkomen. Betreding van de Wadi dient te worden beperkt. M11) Reparatie/renovatie/vervanging vrijvervalriolen Na beoordeling van de video-inspecties worden er maatregelen opgesteld die het oorspronkelijk functioneren herstellen. We spelen in op klimaatverandering door waar nodig de rioolbuizen extra te dimensioneren of afvoer via het oppervlak mogelijk te maken. M12) Afkoppelen Voor het afkoppelen van het schoon hemelwaterafvoer is het volgende beleid geformuleerd: In bestaand gebied wordt voor het afkoppelen van schoon hemelwater van de riolering meegelift met rioleringswerken; Indien particulieren het initiatief nemen om af te koppelen, is het mogelijk dat de gemeente daaraan mee werkt, ook al is voldaan aan de basisinspanning; In nieuwbouw gebieden wordt de afvoer van het schone hemelwater, daar waar mogelijk, niet aangekoppeld op de riolering, een en ander volgens het beslisschema van het hoogheemraadschap. M13) Baggeren Om de watergangen op peil te houden en het hemelwater goed uit de bebouwde omgeving af te kunnen blijven voeren, moeten we de diepte van de watergangen op peil houden. In 2016 vindt daarom een profiel- en diepteschouw plaats. Vooruitlopend hierop gaan we de watergangen baggeren. Eind 2013 hebben we een baggerplan voor alle tertiaire watergangen.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 43 van 52
Wat gaan we doen
Maatregelen M7) Reiniging 8,5 kilometer riolering M8) Straatreiniging M9) Lamellenafscheiders M10) Wadi M11) Reparaties/renovatie/vervanging vrijvervalriolen M12) Afkoppelen M13) Baggeren
Jaar jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks
5.3.4 Wat verwachten we van de particulier Particulieren zijn in beginsel zelf verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater op eigen terrein. In Nieuwegein zijn echter beperkte mogelijkheden om afstromend hemelwater in de bodem te infiltreren. Daarom wordt op nieuwbouwlocaties in de meeste gevallen het afstromend hemelwater van particulier terrein in ontvangst genomen en afgevoerd. Met maatwerk beoordelen we bij nieuwbouw of van bewoners en bedrijven redelijkerwijs verwacht mag worden dat zij het hemelwater op eigen terrein verwerken, door afvoer op een aangrenzende watergang.
5.4
Grondwater
5.4.1 Aanleg van nieuwe voorzieningen Bij het civieltechnische werken onderzoeken we of het nodig is om grondwatervoorzieningen (i.c. drainage) aan te brengen om zo grondwateroverlast te voorkomen. Bij aanleg moet bij nieuwbouw worden voldaan aan de maatstaven voor drooglegging. Indien nieuwe drains worden aangelegd, moet dat gebeuren conform het standaard dwarsprofiel. Daarbij moeten nieuwe drains onder de grondwaterstand aangelegd worden met een regelbare voorziening in de putten. Hiermee kan het grondwaterniveau naar behoefte bijgesteld worden. Daarnaast is de aangroei van ijzerafzetting in de drains niet meer mogelijk doordat ze continu onder water staan. De reinigingsfrequentie kan hiermee in de toekomst worden verlaagd. Indien er in bestaand gebied grondwaterproblemen zijn, zal bij vervanging van riolering drainage worden meegelegd. Naar verwachting wordt de komende planperiode jaarlijks circa 0,5 km drainage aangelegd. 5.4.2 Onderzoek De huidige drainagesystemen laten we reinigen en indien nodig inspecteren, te beginnen in de aandachtsgebieden. Op basis hiervan, en door metingen van de grondwaterstand, wordt beoordeeld of de drains naar behoren functioneren. Voor het verdere onderhoud en de beoordeling van de drainagesystemen in de toekomst stellen we een operationeel onderhoudsplan op. O7) Inspecteren en onderhouden grondwatermeetnet Het grondwatermeetnet moeten we inspecteren en onderhouden. Het betreft de peilbuizen en bijbehorende onderdelen. O8) Opstellen operationele onderhoudsplannen Jaarlijks stellen we plannen op om de hoofdlijn uit dit GRP in te vullen.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 44 van 52
Wat gaan we doen
Onderzoek O7) Inspectie en reiniging drainagesystemen O8) Opstellen operationele onderhoudsplannen 5.4.3
Jaar Jaarlijks Jaarlijks
Maatregelen
M14) Reiniging drains De drains dienen 1 x per 5 jaar gereinigd te worden. Op basis van de totale lengte (61 km) dient circa 12 km per jaar gereinigd te worden. M15) Onderhoud drainagegemalen De drainagegemalen dienen 1 x per jaar geïnspecteerd en gereinigd te worden waarbij kleine gebreken direct gerepareerd worden.
M16) Onderhoud peilbuizen Het doorspuiten van de peilbuizen is alleen noodzakelijk als we bij het opnemen van de grondwaterstand constateren dat de peilbuis niet meer goed toegankelijk is. Indien nodig repareren of vervangen we onderdelen. M17) Renovatie/reparatie/vervanging drains De komende planperiode dienen drains die niet meer functioneren te worden vervangen. Dit betreft voornamelijk de oudere kokosdrains. De nadere invulling hiervan nemen we mee in de operationele (jaar)plannen. M18) Verbeteringen Bij vervanging dienen drains duurzamer uitgevoerd te worden. Drains moeten voldoen aan de eisen voor nieuw aanleg. Maatregelen M14) Reiniging 12 kilometer drains M15) Onderhoud drainagegemalen M16) Onderhoud peilbuizen M17) Reparatie/renovatie/vervanging drains M18) Verbeteringen
5.5
Jaar jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks
Effectief beheer
5.5.1 Calamiteiten Het incidentenplan is up tot date. We blijven het actueel houden. 5.5.2 Rioolaansluitverordening Medio 2013 hebben we ter vervanging van de verouderde aansluitverordeningen de ‘Riolering en drainageverordening Nieuwegein 2013‘ ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad. Hierin staan regels voor het aansluiten op onze riolering en drainage. 5.5.3 Duurzaamheid Het duurzaamheidsbeleid zoals in hoofdstuk 4 verwoord, zetten we voort.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 45 van 52
Wat gaan we doen
5.5.4 Inventarisatie en registratie De nieuw aangelegde voorzieningen in het kader van inzameling, transport en verwerking van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater nemen we op in het rioleringsbeheersysteem. 5.5.5 Meldingenregistratie Meldingen van burgers en bedrijven worden geregistreerd en afgehandeld. Deze meldingen zijn voor ons een belangrijke informatiebron over het functioneren van de riolering. Ook meldingen over grondwater leggen we in het meldingen registratiesysteem vast. 5.5.6 Stankoverlast Bij stankklachten voeren we altijd onderzoek uit. Bij gemalen wordt indien mogelijk een geurfilter geplaatst Daarnaast nemen we maatregelen om betonaantasting tegen te gaan. 5.5.7 Voorlichting Het huidige communicatiebeleid zoals in hoofdstuk vier verwoord zullen we voortzetten. Jaarlijks zal via de media aandacht worden besteed aan het goed gebruik van de riolering.
Figuur 5-2: Henk Westbroek en RTV Utrecht bij het Nieuwegeins riool
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 46 van 52
6
Wat hebben we nodig
6.1 Organisatie Om alle verbrede rioleringstaken goed uit te kunnen voeren en de doelen uit dit GRP te kunnen bereiken, is natuurlijk personele inzet nodig. In de Leidraad Riolering van Stichting RIONED is de verbrede rioleringszorg opgedeeld in vijf deeltaken: Planvorming, Onderzoek Onderhoud Maatregelen Facilitair. Met deze vijf deeltaken is de hele verbrede rioleringszorg afgedekt. Met behulp van een eenvoudig model kan de benodigde personele inzet worden geschat. Dit gebeurt aan de hand van de omvang van de gemeente, de omvang van de riolering en de omvang van de investeringen in de planperiode. Voor Nieuwegein komt de schatting van de benodigde jaarlijkse inzet voor de komende planperiode uit op minimaal 4 fte en maximaal 14,5 fte, afhankelijk van de mate van uitbesteding. Tabel L: Benodigde personele inzet
Momenteel zijn in Nieuwegein in de buitendienst 5 personen werkzaam (5 fte) en in de binnendienst 7 personen (6,9 Fte), in totaal bijna 12 fte. We doen ook veel zelf. We hebben bijvoorbeeld ook eigen projectleiders bij het IB. De personele bezetting komt overeen met de eerste schatting op basis van de kengetallen uit de Leidraad. In de praktijk blijkt dat deze fte’s soms voor een (klein) deel worden ingezet op andere werkvelden. Dat veroorzaakt dan een tekort aan inzet op het werkveld riolering. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat met extra inhuur de rioleringstaken goed kunnen worden ingevuld. Structurele uitbreiding van de personele bezetting is niet nodig.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 47 van 52
Wat hebben we nodig
6.2 Financiën Om de doelen zoals in dit GRP aangegeven te kunnen halen, moeten we onderzoek en maatregelen uitvoeren, zoals in het vorige hoofdstuk aangegeven. In deze paragraaf geven we een resumé van de uitgaven die daarvoor moeten worden gedaan. De op langere termijn grootste kostenpost zijn de vervangingsuitgaven. Deze zijn in de volgende figuren weergegeven voor de planperiode tot en met 2018 en zo mogelijk vijf jaren daarna. De totale lasten zijn inclusief inflatie en BTW. De financiële gegevens staan ook in bijlage 3. De komende jaren voorzien we de volgende investeringen (waarbij 2014 bestaat uit overlopende budgetten uit eerdere jaren).
Figuur 6-1: Investeringen planperiode (2013 is ook overloop van eerdere jaren)
De investeringen leiden tot nieuwe kapitaallasten. Daarnaast zijn er ook uitgaven voor kapitaallasten verleden en onderzoeks- en exploitatie-uitgaven. In de figuur hieronder zijn deze weergegeven. De stijging wordt mede veroorzaakt door de inflatiecorrectie.
Figuur 6-2: Totale lasten komende tien jaar
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 48 van 52
Wat hebben we nodig
6.3 Kostendekking In Nieuwegein heffen we rioolheffing volgens de “Verordening rioolheffing 2013”. Er wordt één heffing geheven ter bestrijding van de kosten voor de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwatermaatregelen. De belasting wordt geheven van een gebruiker van een perceel, van waaruit direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De belasting wordt geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd. Het tarief voor 2013 is vastgesteld op: indien de hoeveelheid water 300 m³ of minder bedraagt: vanuit een perceel dat in hoofdzaak tot woning dient € 124,20 in afwijking van onderdeel a voor tot woning dienende percelen, die op 1 januari van het belastingjaar of bij aanvang van de belastingplicht door één persoon worden gebruikt € 87,00 vanuit een perceel dat niet in hoofdzaak tot woning dient € 124,20 indien de hoeveelheid water meer dan 300 m³ bedraagt € 124,20 en voor elke volle eenheid van één kubieke meter afvalwater > 300 m³ € 0,60 Per 1-1-2013 zijn in Nieuwegein naar schatting • 8.143 eenpersoonshuishoudens; • 18.388 meerpersoonshuishoudens. Ook voor rioolheffing geldt de gemeentelijke kwijtscheldingsregeling. In totaal wordt gemiddeld aan ca. 1.600 huishoudens kwijtschelding verleend. Om alle kosten voor de uitvoering van dit GRP te dekken heffen we rioolheffing. . Het voorstel voor de ontwikkeling van de rioolheffing is gegeven in de hiernavolgende tabel, dit is inclusief inflatiecorrectie, die wordt ingeschat op 0% voor 2014 en 2% voor de jaren daarna. Tabel M: Voorstel ontwikkeling rioolheffing Jaar Eenpersoonshuishoudens € Meerpersoonshuishoudens € 2014 87,60 126,00 2015 88,80 128,40 2016 90,00 130,80 2017 92,40 134,40 2018 96,00 139,20
Stijging % 1,00 2,00 2,00 3,00 4,00
Voor 2014 ramen we de volgende opbrengst uit de rioolheffing: Netto opbrengst woningen € 3.030.215; Rioolrechten niet woningen groot verbruik € 240.800; Rioolrechten niet woningen klein verbruik € 237.500.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 49 van 52
Wat hebben we nodig
Figuur 6-3: Voorgestelde ontwikkeling rioolheffing
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 50 van 52
7
Voorstel tot besluit
Burgermeester en wethouders verzoeken de gemeenteraad om het gemeentelijk rioleringsplan 2014 – 2018 vast te stellen door in te stemmen met: 1. de in dit gemeentelijk rioleringsplan geformuleerde doelen; 2. de voorgenomen onderzoeken; 3. de voorgenomen maatregelen; 4. het voorstel voor de kostendekking. Het raadsbesluit maakt onderdeel uit van het rioleringsplan. Na vaststelling van dit GRP zal dit plan worden toegezonden aan het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, de provincie Utrecht en Rijkswaterstaat. Ook zullen we na vaststelling in één of meerdere dag- of weekbladen die in onze gemeente worden verspreid bekend maken hoe burgers kennis kunnen maken van de inhoud van dit GRP.
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 51 van 52
Voorstel tot besluit
GM-0110119, revisie D6 Raad Pagina 52 van 52
Bijlage 1
Doelen, eisen, maatstaven en meetmethoden
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 1 : Doelen, eisen, maatstaven en meetmethoden
Doel 1. 1a.
Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater Functionele eisen Maatstaven Bij alle percelen op het gemeentelijk grondgebied waar Alle percelen moeten kunnen aansluiten op riolering afvalwater wordt geproduceerd, moet een acceptabele Maatstaven of op een systeem voor lokale behandeling voorziening voor inzameling aanwezig zijn.
1b.
Alle onderdelen riolering moeten in goede staat zijn
1c.
Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering plaats te vinden.
Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit (conform Visuele inspectie met classificatie volgens NEN NEN 3398) mogen niet voorkomen. 3399. Geen overtredingen van de Lozingsvoorwaarden bij of Controle, handhaving en registratie krachtens de Wet milieubeheer en geen foutieve aansluitingen.
Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Functionele eisen De afstroming dient gewaarborgd te zijn
Maatstaven Ingrijpmaatstaven voor afstroming mogen niet voorkomen.
Doel 2. 2a. 2b.
2c.
2d.
Doel 3. 3a.
3b.
3c. 3d.
Doel 4. 4a.
4b.
4c. 4d.
4e. 4f.
De afvoercapaciteit van de riolering voor afvalwater moet toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij bepaalde buitengewone omstandigheden, zoals extreme buien Beperken verblijftijd van afvalwater in het riool gedurende transport naar de RWZI
Gemiddeld maximaal éénmaal per twee jaar water op straat gedurende één uur (theoretisch).
- de ledigingstijd van het stelsel (in onderbemaalde gebieden) is maximaal 10 uur - Maximaal 100 meldingen over riolering Gemalen en overige kunstwerken moeten in voldoende - gemalen dubbelpomps uitvoeren voorzien van automatische mate gebruikszeker zijn storingsmelding - maximale responstijd, na binnenkomst storingsmelding, 12 uur - adequaat meldingensysteem Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier) Functionele eisen Maatstaven Voor zover rendabel afkoppelen van schoon Afkoppelen indien technisch uitvoerbaar, toelaatbaar voor het hemelwater zonder wateroverlast en ongewenste milieu en kosteneffectief. milieuverontreiniging te veroorzaken. Hemelwater dient op nieuwbouwlocaties op het eigen In beginsel schoon hemelwater lokaal verwerken. Indien niet perceel te worden verwerkt, of in de directe omgeving mogelijk, gescheiden aanbieden aan riolering. Hemelwater op daarvan. Als dit niet kan, dient er een aansluiting op eigen terrein verwerken als: de riolering te zijn. - het perceel grenst aan oppervlaktewater; of - de ondiepe bodem uit zand bestaat en - de ontwateringsdiepte groter is dan 1 m en - het infiltreren van hemelwater niet leidt tot overlast bij aangrenzende percelen. De instroming in riolen via de kolken dient ongehinderd Maximaal 250 meldingen per jaar over kolken plaats te vinden. Geen afvoer van drainagewater via gemengde en/of Drains zijn niet op gemengde en/of dwa-riolen aangesloten. dwa riolen.
Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Functionele eisen Maatstaven De afvoercapaciteit van de riolering voor afvalwater Gemiddeld maximaal éénmaal per twee jaar water op straat moet toereikend zijn om het aanbod bij hevige gedurende één uur (theoretisch). neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij bepaalde buitengewone omstandigheden, zoals extreme buien De vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater Bij een reeksberekening (10 jaar) mag de gemiddelde CAVdient beperkt te zijn. emissie niet méér bedragen dan 50 kg CZV/ha/jaar, uitgaande van een vaste concentratie van 250 mg CAV/l in (stedelijk) afvalwater. De vervuilingstoestand van de riolering dient Ingrijpmaatstaven voor afstroming (conform NEN 3398) mogen acceptabel te zijn. niet voorkomen. Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid in- en uittredend rioolwater beperkt blijft, behalve bij infiltratievoorzieningen
Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen.
Meetmethoden Registratie van lozingssituatie van de percelen binnen en buiten de bebouwde kom.
Meetmethoden Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3399 Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering C2100 bij een gebeurtenis met een herhalingstijd van T=2 jaar (bui08)
Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering C2100 Registratie van meldingen Registratie en waarnemingen Registratie en waarnemingen Registratie en waarnemingen
Meetmethoden Optimalisatie milieurendement, conform beleid waterschap Hollandse Delta. Omgevingsvergunning, bestemmingsplan, onderzoek en watertoets
Servicelijn en waarnemingen ter plaatse Waarneming en metingen.
Meetmethoden Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering C2100 bij een gebeurtenis met een herhalingstijd van T=2 jaar (bui08)
Monitoren overstorten en gemalen
Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3399 en hydraulische berekening. Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3399.
Geen grondwaterstandsverlaging tot meer dan 0,3 m onder het Grondwatermeetnet oppervlaktewaterpeil als gevolg van lekke riolering Voldoen aan de eisen uit de afkoppelbeslisboom
Af te koppelen verhard oppervlak dient voldoende schoon te zijn Zoveel mogelijk beperken van aantoonbare Openbare parken, groenstroken en speelvelden zijn niet langer Onderzoek, dimensionering vermindering van de gebruiksmogelijkheden of waarde dan twee dagen onbruikbaar als gevolg van water-op-straat van een gebied of pand door water-op-straat in de openbare ruimte geen aansprakelijkheidsstelling voor wateroverlast op Visuele waarnemingen, servicelijn particulier terrein door toestroom hemelwater uit openbaar terrein
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 1 : Doelen, eisen, maatstaven en meetmethoden (Vervolg 1)
Doel 5. 5a.
5b.
5c. 5d.
5e.
Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Functionele eisen Maatstaven er wordt een grondwaterregime nagestreefd dat is Streefwaarden worden niet lager dan 30 aaneengesloten dagen afgestemd op de gebruiksfunctie van het perceel of overschreden. gebied. Het grondwaterregime dient de gebruiksfuncties van een gebied en de gezondheid van de omwonenden niet nadelig te beinvloeden. Streefwaarden voor lage grondwaterstanden worden niet langer dan 10% van de tijd per jaar onderschreden. Tenzij op basis van grondwateronderzoek onderbouwd hiervan wordt afgeweken. Doelmatige afvoer overtollig grondwater van openbaar Overtollig grondwater op openbaar terrein wordt afgevoerd door en particulier terrein middel van een gemeentelijk drainagesysteem indien kan worden voldaan aan de volgende voorwaarden: - er treden aantoobare nadelinge gevolgen voor de bestemming (functie) op als gevolg van grondwater; - grondwaterstand is gedurenden minstens 30 aaneengesloten dagen per jaar hoger dan de streefwaarden; - de maatregel is kosteneffectief, dat wil zeggen dat de kosten van de maatregel lager zijn dan de kosten van niets doen en eventuele (schade) kosten die daaruit volgen. Overtollig grondwater van percelen wordt afgevoerd via een gemeentelijk drainagesysteem of riolering als aan de bovenstaande voorwaarden kan worden voldaan en daarbij: - afvoer van grondwater naar een aangrenzend oppervlaktewater geen reële optie is; - bouwkundige maatregelen geen reële optie zijn; - de grondwaterstnadsverlaging op particulier terrein niet leidt tot grondwateronderlast bij aangrenzende percelen. Voldoende ontwatering bij nieuwbouw Voldoen aan de streefwaarden
Meetmethoden grondwateronderzoek conform Leidraad Riolering module C2500
grondwatermeetnet
grondwateronderzoek conform Leidraad Riolering module C2500
Aansluitverordening voor het aansluiten van particuliere afvoerleidingen op het openbare riool.
Grondwatermeetnet, watertoets en bestemmingsplan Voorkomen dat ingrepen in de bodem, met een Aansprakelijkheidsstelling voorkomen voor omgevingsschasde Bemalingsplan met risico-inventarisatie conform grondwaterstandsverlaging leiden tot schade na ingrepen door gemeente BRL 12000 In gebieden met kwetsbare (vaak vooroorlogse) bebouwing mag Monitoring grondwaterstand de grondwaterstand niet worden verlaagd tot onder de laagst voorkomende grondwaterstand, tgenzij onderzoek heeft aangetoond dat geen schade is te verwachten De fluctuatie van de grondwaterstand mag na aflooop van de ingrepen niet nadeling zijn veranderd ten opzichte van de normale fluctuatie van de afgelopen jaren. Een duurzame werking van (huidige) Een ontwerplevensduur van drainagevoorzieningen die gelijk is Eisen checklist in het onderhoudsplan grondwaterstandsregulerende voorzieningen (drainage) aan de levensduur van de riolering drainagesystemen beschikbaarheid en toegangkijkheid van drainagesysteemgegevens Streefwaarden grondwaterregime Gebruiksfunctie
Maximale grondwaterstand
Bebouwing met kruipruimte
Minimale grondwaterstand
0,9 m onder vloerpeil, uitgaande van een kruipruimte tot 0,5 m onder vloerpeil
0,3 m onder het oppervlaktewaterpeil in de wijk
Bebouwing zonder kruipruimte
0,5 m onder vloerpeil
Idem
Tuinen Industriegebieden
0,5 m onder maaiveld 0,5 m onder vloerpeil
Idem Idem
Wegen Primair Wegen Secundair
1,0 m onder wegas 0,7 m onder wegas
Idem Idem
Overig verhard openbaar gebied
0,5 m onder maaiveld
Idem
Openbaar groen en parken
0,4 m onder maaiveld
Idem
Maatwerk
Maatwerk
Overige perceelsfuncties
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 1 : Doelen, eisen, maatstaven en meetmethoden (Vervolg 2)
6 Voorwaarden 1 Het rioleringsbeheer dient zo goed mogelijk te worden afgestemd op andere gemeentelijke taken
Maatstaven 1a. In Marap en Berap samenhang aangeven.
2 De gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen.
2a. Naleving en actueel houden vergunningen (Wvo- en aansluitvergunningen). 2b. Eenmaal per jaar rioleringsbestand controleren. 2c. Geen illegale of foutieve aansluitingen. 2d. Actueel overzicht van de aansluitingen op de riolering.
3 Inzicht in kosten op langere termijn
3a. Alle kosten van de rioleringszorg minimaal één keer in beeld .
4 Er dient inzicht te bestaan in de toestand en het functioneren van de riolering (onderscheiden in gemengde en gescheiden riolering).
4a. Direct toegankelijkheid en beschikbaarheid riolerings gegevens. 4b. De riolering dient eenmaal in de 10 jaar geïnspecteerd te worden. 4c. Verwerking revisiegegevens binnen 3 maanden. 4d. Periodieke hydraulische controle, eenmaal per 5 jaar mits dit zinvol is bijvoorbeeld bij wijzigingen van verhard oppervlak of grootschalige nieuwbouw. 4e. Verwerken van meetgegevens riolering.
5 Er dient zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzame en milieuvriendelijke materialen
5a. Toepassing van o.a. nationaal pakket Duurzaam Bouwen wordt aanbevolen.
6 Er dient een klantvriendelijke benadering te worden nagestreefd.
6a. Meldingen dienen snel en effectief afgehandeld te worden. 6b. Voldoende voorlichting en informatie naar belanghebbenden.
7 De samenwerking tussen de gemeente en het waterschap dient effectief ingericht te worden
7a. Periodiek overleg tussen gemeente en waterschap.
8 Gemalen en overige kunstwerken moeten in voldoende mate gebruikszeker zijn
8a. gemalen dubbelpomps uitvoeren 8b. gemalen voorzien van automatische storingsmelding 8c. maximale responstijd, na binnenkomst storingsmelding, 12 uur 8d. adequaat meldingensysteem
9 Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn.
9a. Goede afstemming van rioolwerken op werkzaamheden andere diensten en nutsbedrijven, bereikbaarheid percelen zoveel mogelijk handhaven. 9b. Minder dan 25 meldingen per jaar
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 2
Verklarende woordenlijst
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 2 : Verklarende woordenlijst
De woorden en verklaringen in deze lijst zijn (voor een groot deel) afkomstig uit de NEN 3300 Buitenriolering Termen en definities en de publicatie “Ontwatering in stedelijk gebied”. AFKORTINGEN AMvB BBB BBL BRP GRP bob DWA fte HWA IBA NEN NPR RWA RWZI Wm
Algemene Maatregel van Bestuur bergbezinkbassin bergbezinkleiding basisrioleringsplan gemeentelijk rioleringsplan binnenonderkant buis droogweerafvoer full time equivalent (1 voltijds personeelsplaats) hemelwaterafvoer installatie voor individuele behandeling van afvalwater Nederlandse norm Nederlandse praktijkrichtlijn regenweerafvoer rioolwaterzuiveringinrichting Wet milieubeheer
TERMEN EN DEFINITIES stedelijk afvalwater en hemelwater aangroei
verzameling van organismen die zich op de buiswand hebben vastgehecht of in slierten aan de buiswand hangen
aansluitvergunning
vergunning op grond van de aansluitverordening en de Wvo die wordt afgegeven door het zuiveringsschap voor de aansluiting op de rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI)
aantasting
een wijziging van de structuur van de buiswand als gevolg van (bio)chemische of mechanische processen
afkoppelen
het niet meer inzamelen en naar de RWZI transporteren van hemelwater
afvalwater
alle water waarvan de houder zich met het oog op de verwijdering daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen (opmerking: hieronder wordt dus ook afvloeiend regenwater begrepen)
afvoerend oppervlak
het naar de riolering afwaterende oppervlak
afzetting
aankoeking van slib, vet en kalk op de buiswand; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur
basisinspanning
Term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren
basisrioleringsplan
document (tekening + toelichting en berekeningen) met de huidige situatie van de riolering en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen
beheer
zie rioleringsbeheer
bemalingsgebied
een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt verwijderd
beoordelen
het toetsen van een parameter aan de bijbehorende maatstaf en het geven van een oordeel over de uitkomsten van de toetsing
bergbezinkkelder
reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden
berging
de inhoud van de riolering uitgedrukt in m 3 of mm/ha
bergingsverlies
de vermindering van berging door permanente vulling in de riolering als gevolg van verzakkingen
beslisboom aan- en afkoppelen verhard oppervlak
hulpmiddel voor gemeenten en particulieren om verantwoorde beslissingen te nemen bij het aan- en afkoppelen van verhard oppervlak in West-Nederland op wijk- en straatniveau
classificatie
de indeling van toestandsaspecten in klassen
controleren
controle, toezicht houden op (bijvoorbeeld op de naleving van voorschriften, op het beheer van een zaak, op de werking van een machine
droogweerafvoer (dwa)
de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd
drukriolering
riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 2 : Verklarende woordenlijst (Vervolg 1)
dwa-rioolstelsel
zie vuilwaterrioolstelsel
emissiespoor
onderdeel van het tweesporenbeleid van waterkwaliteitsbeheerders gericht op het tot een bepaald niveau terugbrengen van de emissies (vuiluitworp) uit een rioolstelsel, ongeacht de werkelijke waterkwaliteit
externe overstort
rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel, meestal op oppervlaktewater
gemengd rioolstelsel
rioolstelsel, waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door 1 leidingstelsel wordt getransporteerd
gescheiden rioolstelsel
rioolstelsel, waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd
hydraulisch
waarbij van de leer van de praktische toepassing van waterbeweging gebruik wordt gemaakt
hydraulische berekening
het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel
ingrijpmaatstaf
grenstoestand waarbij ingrijpen in de actuele toestand noodzakelijk is en waarbij maatregelen moeten worden opgesteld
inhangend voegmateriaal
voegmateriaal (kit, bitumineuze profielstrip) dat uit de voeg in het doorstroomprofiel is gezakt of gedrukt
inhangende rubberring
een niet gescheurde rubberring die zichtbaar is of een gescheurde rubberring waarvan een gedeelte in het doorstroomprofiel hangt
inspectie
het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand
lekkage
het intreden of uittreden van water via voegen, scheuren, langs inlaten of door de buiswand
maatstaf
grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan
obstakels
voorwerpen in het riool die geen functie in rioleringstechnische zin hebben en geen deel uitmaken van een normale afvalwaterstroom
onderhoud
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt
onderzoek
het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering
overstorting
de lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater
overstortput
rioolput voorzien van een overstortdrempel
pompovercapaciteit
(poc) het deel van de pompcapaciteit dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer
randvoorziening
vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel die als doel heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen
regenwaterriool
riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag
regenwaterrioolstelsel
rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag
renovatie
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een ingrijpende toestandswijziging wordt doorgevoerd; evenaren technische staat van nieuwaanleg
reparatie
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een beperkte toestandswijziging wordt doorgevoerd
riolering
het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater
rioleringsbeheer
zorg voor het functioneren van de buitenriolering
riool
samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater
rioolput
constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg)
rioolwaterzuiveringsinrichting
het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater (RWZI)
rwariool
zie regenwaterriool
rwarioolstelsel
zie regenwaterrioolstelsel
scheuren
het geheel van scheuren, barsten en breuken
verbeterd gescheiden rioolstelsel
gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grotere regenbuien naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilde deel van de neerslag wordt 'geborgen' in de riolering en naar de zuivering afgevoerd.
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 2 : Verklarende woordenlijst (Vervolg 2)
verbeteren
het aanpassen van het oorspronkelijke functioneren
vervangen
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst
visuele inspectie
het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren van de toestand
vrijvervalriool
riool waardoor afvalwater door middel van de zwaartekracht wordt getransporteerd
vuilemissie
zie vuiluitworp
vuiluitworp
het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel op het oppervlaktewater via overstorten . Hierbij kan gedacht worden aan biologisch afbreekbare stoffen die bij afbraak in het water zuurstof verbruiken (BZV), aan stikstof en fosfaten en aan zware metalen
vuilwaterriool
riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag
vuilwaterrioolstelsel
rioolstelsel voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag
Waarschuwingsmaatstaf
grenstoestand waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek nodig is
wadi
systeem voor hemelwater afvoer door drainage en infiltratie
waterkwaliteitsdoelstelling
doelstelling voor de kwaliteit van een oppervlaktewater nodig om dat water een bepaalde functie te kunnen laten vervullen
water op straat
het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau
wateroverlast
het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of schade wordt ondervonden
wortelingroei
de wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid
zandinloop
het intreden van zand via buisverbindingen of scheuren
zand en vuilophoping
opgehoopt materiaal met een losse structuur
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 2 : Verklarende woordenlijst (Vervolg 3)
TERMEN EN DEFINITIES grondwater Afsluitende laag:
Laag in de bodem die zo wordt genoemd vanwege zijn eigenschap dat hij grondwater slecht doorlaat.
DINO
Digitale Informatie Nederlandse Ondergrond, een direct benaderbare databank voor grondwatergegevens in beheer bij TNO Grondwater en Geo-Energie in Delft
Doorlatendheid
Het vermogen van de grond om water en/of lucht door te laten
Drainage
De afvoer van water over en door de grond en door het waterlopenstelsel
Drooglegging
De afstand tussen het oppervlaktewaterpeil en het maaiveld
Freatisch grondwater
Het grondwater in de bovenste bodemlaag, dat (indirect) in contact staat met de atmosfeer. De freatische grondwaterstand is een andere term voor grondwaterspiegel
Geohydrologie
De leer van de grondwaterstroming en de -dynamiek in samenhang met de structuur en de opbouw van de ondergrond.
GHG
Gemiddeld hoogste grondwaterstand. Dit is het gemiddelde van de drie hoogste grondwaterstanden van de afgelopen 8 jaren, gebaseerd op maandelijkse metingen.
Grondwater
Water beneden het grondoppervlak, meestal beperkt tot het water beneden de Grondwaterspiegel
Grondwaterisohypse
Hoogtelijn voor de grondwaterstand of voor de stijghoogte van het grondwater. Een grondwaterisohypsenkaart geeft met lijnen (isohypsen) punten aan met gelijke stijghoogte. De kaart geeft onder andere informatie over de stromingsrichting van het grondwater
Grondwateronderlast
Problemen die zich voordoen als gevolg van lage grondwaterstanden. Bijvoorbeeld aantasting van houten funderingen als gevolg van droogstand
Grondwateroverlast
Wateroverlast door hoge grondwaterstanden. Bijvoorbeeld plasvorming op binnenterreinen of vocht in kruipruimten
Infiltratie
Intreding van water in de bodem
Kruipruimte
Ruimte onder de beganegrondvloer in gebruik voor het bereiken van leidingen voor inspectie, onderhoud of reparatie, en voor ventilatie van de vloer en eventuele houten constructiedelen onder de woning
Kwel
Het uittreden van grondwater
Ontwatering
De afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een stelsel van grote waterlopen, met als functie afwatering
Ontwateringsdiepte
De afstand tussen de hoogste grondwaterstand tussen twee ontwateringsmiddelen (sloot, drain) en het maaiveld.
Onverzadigde zone
Deel van de grond boven de grondwaterspiegel, waarin de bodemporiën zowel water als lucht bevatten. De verzadigde zone is het deel waar de poriën geheel gevuld zijn met water.
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 2 : Verklarende woordenlijst (Vervolg 4)
Opbolling
Het maximale hoogteverschil tussen de grondwaterspiegel en de waterstand in de drainagebuizen en/of watergangen
Peilbuis
Algemene term voor een buis of soortgelijke constructie met een kleine diameter waarin een grondwaterstand c.q. stijghoogte kan worden gemeten
REGIS
Regionaal Geohydrologisch Informatiesysteem, een interactief informatiesysteem dat beschikt over voor het waterbeheer relevante en actuele gegevens. REGIS wordt beheerd door TNO.
Stijghoogte
Hoogte boven een referentievlak tot waar het water in een peilbuis stijgt. Deze stijghoogte is afhankelijk van de druk van het grondwater ter plaatse van de opening onder in de peilbuis
Wadi
Voorziening voor de opvang, berging en afvoer van neerslag. In een komvormige greppel kan het regenwater infiltreren. Vervolgens kan infiltratie naar het grondwater plaatsvinden of afvoer via een drain.
Zetting
Bodemdaling als gevolg van inklinking, van krimp, door de bouw van kunstwerken, het ophogen van de grond of het aanbrengen van andere materialen
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 3
Financiële tabellen GRP
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 3 : Financiële tabellen GRP
Jaarlijkse investeringen 2014 (oud geld uit GRP 2009-2013) Diverse rioolvervanginen (Doorslag en Fokkesteeg)
€ 1.700.000,00
Rioolvervanging Batau Zuid: - Hoevedrift - Kasteeldrift - Kloosterdrift - Opaaldrift - Perzikgaarde - Kruisbesgaarde - Batauweg (oversteek) Rioolvervanging Fokkesteeg Noord: - Laarderschans
€
735.000,00
Relinen riolering Diverse locaties
€
200.000,00
Rioolgemaal Jutphaas en persleiding (diverse aanpassingen)
€
aanleg/vervangen drainage
€
65.000,00
Nieuwe investeringen planperiode 2014-2018 2015 Rioolvervanging Doorslag Noord (boven de Randijk):
€
650.000,00
Relinen: diverse locaties
€
300.000,00
aanleg/vervangen drainage
€
50.000,00
2016 Rioolvervanging Doorslag Noord (boven de Randijk):
€
750.000,00
Relinen: diverse locaties
€
200.000,00
aanleg/vervangen drainage
€
50.000,00
2017 Rioolvervanging Huis de Geer , Jutphaas en Vreeswijk (oudere riolen)
€
750.000,00
Relinen: diverse locaties
€
200.000,00
Waterhuishouding aanleg/vervangen drainage
€
50.000,00
2018 Rioolvervanging (Hoog)Zandveld en Lekboulevard
€
750.000,00
Relinen: diverse locaties
€
200.000,00
Waterhuishouding aanleg/vervangen drainage
€
50.000,00
55.000,00 renovatie gemaal en aanpassing persleiding
vloeit voort uit afvalwaterakkoord met HdSR
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 3 : Financiële tabellen GRP (Vervolg 1)
Totaallasten rioleringen Beleidsveld 430
Omschrijving Kapitaallasten oud Kapitaallasten nieuw
2013 685.085
Exploitatie (exclusief huisaansluitingen) Aandeel straatreiniging BTW component diverse aanvullingen monitoring overstorten hydraulisch functioneren onderhoud gemalen opstellen VGRP 2019-2023 Structurele vervangingen Ombouw vaste telefoonlijnen naar GPRS
Exploitatie (exclusief huisaansluitingen) BTW component waterhuishouding (onderhoud duikers) onderhoud schuiven en stuwen Tertiaire wateren baggeren (nav peil en diepteschouw HDSR) Totaal lasten hemelwaterafvoer
2,00% 2017
2,00% 2018
2,00% 2019
2,00% 2020
2,00% 2021
2,00% 2022
2,00% 2023
676.143 20.000
660.198 49.600
644.198 78.800
628.198 107.600
612.198 136.000
596.198 164.000
580.198 191.600
564.198 218.800
548.198 245.600
1.651.501 187.977 186.784
1.684.500 187.977 190.520
1.718.200 187.977 194.330
1.752.600 187.977 198.217
1.787.700 187.977 202.181
1.823.500 187.977 206.225
1.860.000 187.977 210.350
1.897.200 187.977 214.557
1.935.100 187.977 218.848
1.973.800 187.977 223.225
2.823.569 359.746
Inflatie (personeel + budgetderden) 2,00% 2,00% 2015 2016
692.307 0
10.000 15.000 50.000 0 30.000
Totaal lasten afvalwater Kapitaallasten oud Kapitaallasten nieuw
0,00% 2014
10.000 15.300 51.000 0 30.600 15.000
0 15.600 52.000 0 31.200
0 15.900 53.000 0 31.800
0 16.200 54.100 20.000 32.400
0 16.500 55.200 0 33.000
0 16.800 56.300 0 33.700
0 17.100 57.400 0 34.400
0 17.400 58.500 0 35.100
0 17.700 59.700 20.000 35.800
2.881.040
2.909.105
2.962.492
3.036.356
3.070.600
3.125.325
3.180.432
3.235.923
3.312.000
356.840 0
350.734 20.000
344.627 49.600
313.143 78.800
305.195 107.600
297.195 136.000
289.195 164.000
281.195 191.600
273.195 218.800
265.195 245.600
381.261 36.941 15.000 10.000 50.000
388.900 37.680 15.300 10.200 51.000
396.700 38.434 15.600 10.400 52.000
404.600 39.203 15.900 10.600 53.000
412.700 39.987 16.200 10.800 54.100
421.000 40.787 16.500 11.000 55.200
429.400 41.603 16.800 11.200 56.300
438.000 42.435 17.100 11.400 57.400
446.800 43.284 17.400 11.600 58.500
455.700 44.150 17.700 11.800 59.700
850.042
873.814
907.361
915.246
946.582
977.682
1.008.498
1.039.130
1.069.579
1.099.845
Kapitaallasten oud Kapitaallasten nieuw
17.506
17.221 0
16.937 2.000
16.652 4.960
16.352 7.880
16.052 10.760
15.752 13.600
15.452 16.400
15.152 19.160
14.852 21.880
14.552 24.560
Exploitatie BTW component
33.558 3.162
33.558 3.162
34.200 3.225
34.900 3.290
35.600 3.356
36.300 3.423
37.000 3.491
37.700 3.561
38.500 3.632
39.300 3.705
40.100 3.779
25.000 22.000
25.000 22.400
10.000 22.800
10.200 23.300
10.400 23.800
10.600 24.300
10.800 24.800
11.000 25.300
11.200 25.800
11.400 26.300
100.941
103.762
92.602
96.688
100.735
104.743
108.713
112.744
116.737
120.691
3.774.553
3.858.616
4.083.673
4.153.025
4.242.536
4.332.306
4.422.239
4.532.536
Automatisering Peilbuizen meetnet (peilbuizen) Totaal lasten grondwaterafvoer Totaallasten
3.909.068
3.974.426
Aantal Eénpersoonshuishoudens Meerpersoonshuishoudens aantal woningen rioolhefffing
8.143 18.388 26.531
8.143 18.388 26.531
8.143 18.388 26.531
8.143 18.388 26.531
8.143 18.388 26.531
8.143 18.388 26.531
8.143 18.388 26.531
8.143 18.388 26.531
8.143 18.388 26.531
8.143 18.388 26.531
8.143 18.388 26.531
Tarief éénpersoonshuishoudens Tarief meerpersoonshuishoudens
87,00 124,20
87,60 126,00
88,80 128,40
90,00 130,80
92,40 134,40
96,00 139,20
100,80 146,40
105,60 153,60
110,40 159,60
115,20 165,60
117,60 169,20
Tariefstijging Incidentele inkomsten (afkoppelen) Netto opbrengst woningen Rioolrechten niet woningen groot verbruik Rioolrechten niet woningen klein verbruik Totaal opbrengst Manco / Surplus Stand reserve Netto opbrengst 2012 woningen Netto opbrengst 2012 niet woningen klein verbruik groot verbruik
1,00%
240.770 237.524
-181.915 1.696.471
3.030.215 240.800 237.500 3.508.515 -266.038 1.430.433
2,00%
3.084.118 245.600 242.300 3.572.018 -286.598 1.143.835
2,00%
3.138.020 250.500 247.100 3.635.620
3,00%
3.223.760 255.500 252.000 3.731.260
4,00%
3.341.338 260.600 257.000 3.858.938
5,00%
3.512.818 265.800 262.100 4.040.718
-273.448
-243.166
-224.735
-112.307
870.387
627.222
402.486
290.179
5,00%
3.684.298 271.100 267.300 4.222.698 -19.838 270.340
4,00%
3.833.712 276.500 272.600 4.382.812 50.506 320.846
4,00%
3.983.126 282.000 278.100 4.543.226 120.987 441.834
2.851.940,00
234.014 237.212
GM-0110119, revisie D6 Raad
2,00%
4.068.866 287.600 283.700 4.640.166 107.630 549.464
Bijlage 3 : Financiële tabellen GRP (Vervolg 2)
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 4
Tekening overstorten en uitlaten
NB: de gegevens in dit vGRP zijn van 6-11-2013. Dit is een dynamisch bestand. De actuele gegevens zijn beschikbaar bij de vakgroep Riolering, telefoon 14030.
GM-0110119, revisie D6 Raad
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 4: Tekening overstorten en uitlaten (Vervolg 1)
INSTEEKMAPJE VOOR RIOLERINGSTEKENING
GM-0110119, revisie D6 Raad
Bijlage 4: Tekening overstorten en uitlaten (Vervolg 2)
GM-0110119, revisie D6 Raad
Untvarigen d.d.
Zaaknummer
HOOGHEEMRAADSCHAP
DE STICHTSE RIJ N LAN DEN
24 3S)2o
Berlchunummer Afdeling Gedeponeerd d.d.
1
veilige dijken . droge voeten • schoon water
Gemeente Nieuwegein t.a.v. de heer P.W. van der Woude Postbus 1 3430 AA NIEUWEGEIN
VERZONDEN 21JUNI2013 Datum 21 juni 2013
Contactpersoon H.J.M. van Rooijen
Uw brief d.d.
Uw kenmerk
Onderwerp
Doorkiesnummer (030) 634 58 54 Ons kenmerk 644897 Bijlage(n)
achterstallig onderhoud watergangen
Geachte heer Van der Woude, Met deze brief willen wij de gemeente attent maken op grote achterstand in onderhoud in de gemeentelijke watergangen en informeren wij u over de profiel-diepteschouw in 2016. In het gemeentelijk waterplan is het voornemen opgenomen om het maaionderhoud van primaire en tertiaire watergangen door het waterschap in één bestek uit te laten voeren. Afgesproken is dat de legger van watergangen het uitgangspunt blijft. Kosten voor de uitvoering van het bestek worden op basis van de legger over beide partijen verdeeld. Tijdens een veldbezoek in het kader van dit project is in sloten, in onderhoud bij uw gemeente, veel achterstallig maai- en baggeronderhoud geconstateerd. Het waterschap is pas bereid het onderhoud van de tertiaire watergangen aan te gaan sturen, nadat het achterstallig onderhoud is weggewerkt. Ook is gebleken dat veel tertiaire watergangen slecht bereikbaar zijn door de aanwezigheid van veel bomen en struiken in de oever. Overhangend hout zorgt niet alleen voor een slechte bereikbaarheid voor onderhoud, maar veroorzaakt ook veel baggeraangroei en een beperking van licht in het water. Dit veroorzaakt een slecht watermilieu met soms stankoverlast en vissterfte tot gevolg. Wij vragen daarom niet alleen aandacht voor het overhangend hout wat zich boven de tertiaire watergangen bevindt, maar ook boven onze primaire watergangen. In het kader van de KRW hebben waterschappen en gemeenten in Nederland de gezamenlijke zorgplicht voor het bereiken van ecologisch gezond water in de stad. Wij doen daarom een dringend beroep om het achterstallig onderhoud weg te werken. In het eerste kwartaal van 2016 is er voor de regio Leidsche Rijn, waarbinnen Poldermolen Nieuwegein valt, een profiel-diepteschouw gepland. Wij vertrouwen er op dat de Postbus 550 watergangen, waarvoor de gemeente de onderhoudsplicht heeft, weer voldoen aan 3990 GJ Houten T (030) 634 57 00 de minimale onderhoudsprofielen conform onze legger. F (030) 634 59 99
Wilt u bij beantwoording van deze brief de datum en ons kenmerk vermelden.
[email protected] www.destichtserijnlanden.nI
Er is door het waterschap nu geen uitgebreide inventarisatie uitgevoerd, maar slechts door een visuele inspectie geconstateerd dat veel sloten te ondiep zijn. Mocht u meer informatie willen over de gewenste onderhoudstoestand neem dan contact op met Winfried van Leeuwen, (tel.: 06 15068472 e-mail:
[email protected] ) Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en vertrouwen er op dat het achterstallige onderhoud wordt weggewerkt voor onze schouw in 2016. Mocht u nog vragen hebben neem dan contact op met Herman van Rooijen, (tel.: 06-15068417, e-mail:
[email protected]) Hoogachtend, Dijkgraaf en hoogheemraden, namenjs hen,
'R. Bronda hoofd afdeling Watersysteembeheer
-2-
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Retouradres Postbus 600 8200 AP Lelystad
Gemeente Nieuwegein t.a.v. de heer P. van der Woude Postbus 1 3430 AA NIEUWEGEIN
RWS Midden-Nederland
24 OI(T 2013
knumrnr
-
3&932-
"Smedinghuis Zuiderwagenplein 2 8224 AD Lelystad Postbus 600 8200 AP Lelystad T 0320-299111 F 0320-234300 www. rijkswaterstaat. nI Contactpersoon
Henk de Heer
medewerker advisering T 0611526477
[email protected]
Datum 23 oktober 2013 Onderwerp concept ontwerp-GRP 2014-2018
Ons kenmerk
RWS-2013/54012 Bijlage( n)
Geachte heer van der Woude, Op 2 september heb ik van Grontmij Nederland namens de gemeente Nieuwegein het concept van het ontwerp-GRP voor de periode 2014-2018 ontvangen. Rijkswaterstaat Midden Nederland is één van de wettelijk adviseurs, als bedoeld in artikel 4.23 van de Wet milieubeheer. Algemeen Het plan verdient complimenten ten aanzien van leesbaarheid en duidelijkheid. Het concept ontwerp-GRP is inhoudelijk een compleet verhaal. De gemeente geeft hierin duidelijk aan hoe zij haar verantwoordelijkheid voor de afvoer van stedelijk afvalwater vorm geeft. Niettemin wil ik enkele opmerkingen maken, welke volgen in onderstaand advies. Daarnaast heb ik in de bijlage bij deze brief een aantal meer gedetailleerde vragen en opmerkingen opgenomen. Besluit lozen buiten inrichtingen (Bibi) en emissies. Na de inwerkingtreding van het BIbi zijn emissies uit rioolstelsels toegestaan indien de lozingen zijn opgenomen in het GRP of een daaraan gerelateerd document. Uitgangspunt hiervan is dat de waterbeheerder is betrokken bij het opstellen van het GRP. Hierdoor is voor alle relevante lozingen vastgelegd hoe daarmee wordt omgegaan. Als er wordt gehandeld buiten de in het GRP vastgelegde afspraken of buiten de in het Bibi vastgelegde regels kan hier door mijn dienst handhavend tegen worden opgetreden. Zorgplicht voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater In het GRP wordt aangegeven dat er rekening wordt gehouden met de verwachte klimaatverandering. Door deze klimaatverandering kan het onregelmatiger en harder gaan regenen. Hierdoor kan er in de toekomst vaker water op straat optreden. Het is goed dat hier nu al rekening mee wordt gehouden. Door het stelsel door te rekenen met een extreme bui zou een nog beter beeld kunnen worden verkregen van de te verwachten probleemlocaties.
Pagina 1 van 2
Gevolgen voor het milieu en de basisinspanning RWS Midden-Nederland Het is niet geheel duidelijk of volledig wordt voldaan aan de basisinspanning, maar het overgrote deel van de maatregelen daartoe is volgens de toelichting in het Ons kenmerk GRP inmiddels gerealiseerd. De bestaande uitlaten en overstorten zijn opgenomen RwS2013/54012 in bijlage 3 van het GRP. Naast de hierin opgenomen gegevens zou ik graag een beeld krijgen van de theoretische overstortingshoeveelheden en frequenties. Dit oktober 2013 op basis van artikel 4.22.2.d van de Wm waarin is vastgelegd dat het GRP de milieugevolgen van de voorzieningen voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater bevat. Wijzigingen in de planperiode Ik verzoek u om eventuele voorzienbare wijzigingen in de lozingssituatie op Rijkswater, die gedurende de planperiode worden gerealiseerd, zoveel mogelijk op te nemen in het GRP. Voor wijzigingen, die na vaststelling van het GRP duidelijk worden, verzoek ik u om deze schriftelijk aan mijn dienst voor te leggen. Ten slotte Ik wens u veel succes met het opstellen van het definitieve GRP. Mocht u naar aanleiding van deze brief en de bijlage nog vragen hebben, dan kunt u rechtstreeks contact opnemen met de in het briefhoofd vermelde contactpersoon. Hoogachtend, DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, HOOFD VERGUNNINGVERLENING
mr. ].A. van der Werf
Pagina 2 van 2
Bijlage bij advies over het concept-ontwerp GRIP 2014-2018 Nieuwegein. -Op blz. 7 en 31 wordt melding gemaakt van het toepassen van tijgerpieren om de bodem beter doorlatend te maken. Wat zijn de ervaringen met deze methodiek en worden de resultaten van deze methodiek verder uitgewerkt en bekend gemaakt?; -Op blz. 8 wordt gesteld dat bij nieuwbouwprojecten gescheiden riolering en/of duurzaam waterbeheer het uitgangspunt is. Wordt er hierbij uitgegaan van verbeterd gescheiden stelsels of wordt ervan uitgegaan dat een gescheiden stelsel duurzamer is.; -Op blz. 15 is vermeld dat één maatregel om te voldoen aan de basisinspanning nog niet is uitgevoerd. In overleg met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wordt nagegaan of deze maatregel moet worden herzien of kan worden geschrapt. Om welke maatregel gaat het hier en hoe wordt voorzien in eventuele compensatie voor het niet uitvoeren van deze betreffende maatregel; -Op blz. 18 wordt ingegaan op de overstorten. Graag een specificatie van de overstorten die lozen op rijkswater. -Verder wordt er op blz. 18 gesteld dat er voor de percelen waar de gemeente reeds een ontheffing heeft gekregen voor het voldoen aan de zorgplicht in principe niets verandert. Wat is het beleid van de gemeente. Wordt het afvalwater van deze percelen in het kader van verbrede zorgplicht door de gemeente afgevoerd of zijn de bewoners hier zelf verantwoordelijk voor. -Worden er in de gemeente Nieuwegein IBA's toegepast en indien dit het geval is door wie worden deze onderhouden en wat zijn de ervaringen met IBA's?; -Op blz. 22 wordt als uitgangspunt gesteld dat er geen onderbemaling van drainagesystemen wordt toegepast. Wat wordt daar precies mee bedoeld?; -Op blz. 27 wordt toegelicht dat er vier woonboten niet zijn aangesloten op het rioolstelsel. Voor deze woonboten geldt dat ze zonder toestemming/vergunning van de gemeente liggen. Kan hieruit worden geconcludeerd dat de gemeente ervan uitgaat dat deze woonboten ook niet op de riolering worden aangesloten?. Wordt er door de gemeente ook actie ondernomen om wat aan deze niet vergunde situatie te doen?; -Op blz 27 wordt gesproken over hwa-aansluitingen op de vuilwaterriolering bij verbeterd gescheiden stelsels. Is er ook zicht op evt. foutaansluitingen van vuilwater op hwa-stelsels? -Op blz. 29 wordt ingegaan op het afvalwaterakkoord. Is RWS hier ook bij betrokken? -Met I-IdSR zijn regels opgesteld voor de manier waarop groene daken worden meegenomen in de milieutechnische berekeningen. Welke regels zijn dit? Is dit uitsluitend een afspraak tussen HdSR en Nieuwegein of worden deze regels ook verder verspreid en breder toegepast? -Op blz. 15 staat dat de basisinspanning grotendeels is behaald; op de blz. 30 en 39 staat dat er wordt voldaan aan de basisinspanning. Hoe zit dit precies?; Kan de realisatie van de basisinspanning worden onderbouwd? -Op blz. 31 is spraken van afkoppelen volgens de bes lisboom van HdSR. Wordt deze beslisboom uitsluitend toegepast door HdSR of wordt het breder gedragen?; -Op blz. 34 wordt ingegaan op de handelwijze bij indirecte lozingen in relatie tot EIdSR. Is er ook sprake van indirecte lozingen in relatie met rijkswater?;
-Volgens blz. 37 is renoveren van riolen afhankelijk van de vragen of de wegverharding nog goed is en of graven een reële optie is. Spelen hierbij ook nog andere afwegingen een rol, zoals de vraag of het wenselijk is om af te koppelen; Bijlagen: 1.1 .c Hoe wordt gecontroleerd op verkeerde aansluitingen?; 1 Zijn er geen maatstaven vastgesteld voor IBA's of wordt dat ook in de genoemde NENs geregeld?; 3a De beslissing om af te koppelen is afhankelijk van het beleid van het Ws. Hollandse Delta. Is dit algemeen vastgesteld beleid dat ook geldt voor HdSR?; 4b De vuiluitworp uit overstorten moet beperkt zijn en dat wordt gemeten door het monitoren van overstorten en gemalen. Ligt hier een bepaald meetplan aan ten grondslag?; Wordt dit criterium ook beoordeeld op basis van modelberekeningen? 4e Is er geen meetmethode om te beoordelen of afgekoppeld verhard oppervlak voldoende schoon is?; Bij vervolg 2 van doelen, eisen, maatstaven en meetmethoden ontbreekt de kolom meetmethoden. Hoe wordt voor de verschillende maatstaven bijgehouden in hoeverre eraan wordt voldaan? 2a gebeurt het actueel houden van de Wvovergunningen in samenwerking met de waterbeheerder?; 2c wordt er actief op illigale of foutieve aansluitingen gecontroleerd of gebeurt dat alleen naar aanleiding van problemen of klachten? Bij 4 mis ik het actueel houden van een overzicht van het verhard oppervlak en het uitvoeren van modelberekeningen op basis van dat verhard oppervlak.