Raadsleden en overheidsparticipatie
Simone Kennedy (vice-voorzitter gemeenteraad Amersfoort, fractievoorzitter ChristenUnie):
[email protected])
Top-down participatie: Overheid betrekt burgers bij de politiek om • Draagvlak te creëren voor politieke besluiten • De inhoudelijke kwaliteit van besluiten te verbeteren • Tijdwinst te boeken door juridische procedures te vermijden
Waarom faalde top-down beleid? • Bewoners en vrijwilligers laten zich niet inkaderen. • Ambtenaren luisteren meer naar wethouders, dan naar bewoners. • Participatie is een intensief en tijdrovend proces. • De gemeenteraad kan de resultaten van participatietrajecten wijzigen en zich de woede van bewoners op de hals halen. • Bewoners willen niet alleen participeren, ze willen mede-ontwerpen.
Het Nieuwe Samenwerken in Amersfoort: • Het Nieuwe Samenwerken – werkgroepen met burgers, ambtenaren en raadsleden – was proces, geen instituut. • Cultuuromslag in het stadhuis en de gemeenteraad: overheid als partner van bewoners • Raadsleden en (scharrel)ambtenaren zijn zichtbaarder geworden • Ambtenaren krijgen van wethouders veel vrijheid in het contact met burgers en raadsleden • G1000 en WijkG1000 • Burgerinitiatieven schieten als paddenstoelen op • Crowdfunding • Wethouder met portefeuille ‘burgerinitiatieven’
Oude raadsopvatting botst met nieuwe ideeën (1): • De gemeenteraad is democratisch gekozen en vertegenwoordigt het algemeen belang. Maar bewonersgroepen slechts een deel van de bevolking. • De gemeenteraad stelt kaders en verordeningen om recht te doen. Maar bewoners willen ruimte om af te wijken. • De gemeenteraad voert de regie en heeft overzicht. Maar bewoners niet. • De gemeenteraad neemt formele besluiten. Maar decentralisatie kan leiden tot meer informeel overleg en minder verslaglegging.
Oude raadsopvatting botst met nieuwe ideeën (2): • De gemeenteraad stelt het budget vast. Maar bewoners kunnen ook bijdragen en willen maatschappelijke meerwaarde meetellen. • De gemeenteraad wil dat overheidsdiensten betrouwbaar en voorspelbaar zijn voor burgers. Maar de continuïteit is niet altijd aanwezig bij bewonersinitiatieven. • De gemeenteraad controleert het college en het ambtelijk apparaat. Maar meer vrijheid voor burgers betekent meer kans op fouten.
Praktische uitdagingen • Verschil in zelforganiserend vermogen tussen wijken/dorpen • Gemeenteraad worstelt met waardering maatschappelijke meerwaarde en precendentwerking. Spanning tussen flexibiliteit en rechtvaardigheid. • Politieke partijen hebben neiging om bewonersinitiatieven te kapen, waardoor bewoners speelbal worden van politieke spanningen. • Vrijwilligers doen wat ze zelf willen, niet wat de overheid wil. • Gemeente wil succesvolle bewonersinitiatieven soms overnemen en inkapselen • Vrijwilligers genoeg in crisistijd, maar continuïteit is niet gewaarborgd • Onvrede bij sommige vrijwilligers over gebrek aan betaling voor alle inspanningen
Criteria voor subsidieverlening Mogelijke criteria: • Realisatie gemeentelijke doelstellingen of doelstellingen uit dorpsvisie • Organisatiestructuur met continuïteit en democratische besluitvorming • Aangetoond draagvlak, waarbij alle inwoners zijn geïnformeerd voorafgaand aan besluitvorming • Financiële haalbaarheid van het plan • Co-financiering en zelfwerkzaamheid (%) Prioritering op basis van: • Spreiding • Urgentie • Advies commissie
(Haalbare?) voorwaarden voor succes • Gemeenteraadsleden positioneren zich als buurtmakelaars en behartigers van het algemeen belang • Gemeenteraad laat proces los na kaderstelling • Beslissingsbevoegdheid wordt zo mogelijk gedecentraliseerd • Gemeenteraad controleert, maar is vergevingsgezind bij incidenten na loslaten • De basis is een goede samenwerking tussen partijen, waarbij onderlinge afspraken zijn over politieke profilering op overheidsparticipatieprojecten • Wethouders geven ambtenaren ruimte • Gemeente stelt zich flexibel op om dorpsinitiatieven mogelijk te maken • Niet alle bewonersinitiatieven komen langs de gemeenteraad • Proces is belangrijker dan continuïteit • Gemeente blijft vangnet