Dorpsraad Gaanderen
De overgang naar overheidsparticipatie Afstudeeronderzoek over de overgang van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie Geschreven door: Annemiek Huisman Studentennummer: 140795
2013
Opdrachtgever: Dorpsraad Gaanderen
1
De overgang naar overheidsparticipatie Afstudeeronderzoek over de overgang van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie
Auteur: Annemiek Huisman Studentnummer: 140795 Hbo Rechten Opdrachtgever: Dorpsraad Gaanderen Begeleiding opdrachtgever: Stef Veldkamp Begeleiding school: Meike Nijkrake Natascha Vinke-Kuipers Begeleiding Governance of the Future: Frans Jorna 2
Inhoudsopgave Samenvatting .............................................................................................................................. 5 Voorwoord ................................................................................................................................. 7 1. Inleiding ................................................................................................................................. 9 2. Aanleiding onderzoek .......................................................................................................... 10 3. Doelstelling onderzoek ......................................................................................................... 13 4. Onderzoeksopzet .................................................................................................................. 14 4.1 Centrale vraag ................................................................................................................ 14 4.2 Deelvragen ..................................................................................................................... 14 4.3 Onderzoeksstrategieën ................................................................................................... 15 4.4 Onderzoeksmethode ....................................................................................................... 15 4.4.1 Interviews ............................................................................................................................. 15 4.4.2 Inhoudsanalyse ..................................................................................................................... 16 4.4.3 Observatie ............................................................................................................................. 16
4.5 Literatuur /bronnen ......................................................................................................... 16 4.6 Begrippenlijst ................................................................................................................. 18 5.Huidige bevoegdheden .......................................................................................................... 19 6. Gebruikte bevoegdheden ...................................................................................................... 22 7.Ongebruikte bevoegdheden ................................................................................................... 23 8. Verantwoordelijkheden ........................................................................................................ 24 8.1 Opdrachtgever ................................................................................................................ 24 8.2 Verantwoordelijkheid ..................................................................................................... 25 8.3 Aansprakelijkheid........................................................................................................... 26 8.3.1 Schadeverzekering................................................................................................................ 27 8.3.2 Aansprakelijkheidsverzekering particulieren ....................................................................... 28 8.3.3Ongeval inzittendeverzekering motorrijtuig (vrijwilligers)................................................... 29 8.3.4 Schadeverzekering niet zijnde vrijwilligers ......................................................................... 29 8.3.5 Aansprakelijkheidsverzekering bedrijven ............................................................................ 29 8.3.6 Ongeval inzittendeverzekering motorrijtuig (organisatie).................................................... 30 8.3.7 Bestuursaansprakelijkheid .................................................................................................... 30 8.3.8 Rechtsbijstandverzekering.................................................................................................... 32
9. Bevoegdheidsverkrijging ..................................................................................................... 34 9.1 Attributie ........................................................................................................................ 34 9.2 Overeenkomst................................................................................................................. 34 9.3 Mandaat .......................................................................................................................... 35 9.4 Delegatie......................................................................................................................... 37 3
10. Conclusie: de overstap naar overheidsparticipatie ............................................................. 38 10.1 Bevoegdheden .............................................................................................................. 38 10.2 Achterban ..................................................................................................................... 39 10.3 Toekomstbestendige organisatie .................................................................................. 39 10.4 Samenwerking .............................................................................................................. 40 10.5 Waakzaamheid ............................................................................................................. 41 10.6 Gedragsverandering ..................................................................................................... 41 11. Advies & aanbevelingen .................................................................................................... 42 Bronnen .................................................................................................................................... 44 Bijlagen .................................................................................................................................... 48
4
Samenvatting Deze scriptie is uitgevoerd als afstudeeronderzoek ter afsluiting van de opleiding HBO Rechten. De resultaten van dit onderzoek resulteren in aanbevelingen en advies. Het onderzoek is uitgevoerd voor de dorpsraad Gaanderen. De aanleiding van het onderzoek is het feit dat de dorpsraad Gaanderen over wil gaan van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie. De doelstelling van het onderzoek is het opleveren van een adviesrapport over de bevoegdheden van de dorpsraad om de overgang van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie te bevorderen. De dorpsraad Gaanderen bezit op dit moment dezelfde bevoegdheden als een willekeurige burger uit Gaanderen. De dorpsraad Gaanderen is op de hoogte van de eigen bevoegdheden en maakt ook gebruik van deze bevoegdheden. De dorpsraad Gaanderen maakt in sommige gevallen de keuze om geen gebruik te maken van de eigen bevoegdheden. Het is een bewuste keuze van de dorpsraad Gaanderen om deze bevoegdheden niet te gebruiken. Deze keuze hangt mede samen met het feit dat de Dorpsraad Gaanderen de banden met de gemeente Doetinchem goed wil houden. Daarnaast mist de dorpsraad de bevoegdheid/mandaat om namens de burgers van Gaanderen te spreken. Dit is een groot gemis aangezien de dorpsraad op wil komen voor de belangen van het dorp Gaanderen. Doordat de dorpsraad enkel burgerbevoegdheden heeft zal het voor de dorpsraad Gaanderen noodzakelijk zijn om enkele bevoegdheden te verkrijgen. Deze bevoegdheidsverkrijging kan de dorpsraad Gaanderen niet zelf realiseren. Hiervoor heeft de dorpsraad de toestemming van de gemeente nodig. De gemeente is immers vaak de eigenaar van de grond waarop de dorpsraad projecten wil uitvoeren. De dorpsraad kan op verschillende manieren nieuwe bevoegdheden verkrijgen. Hierbij kan gedacht worden aan bevoegdheden die gemandateerd of gedelegeerde worden. Naast dat is onderzocht welke bevoegdheden de dorpsraad op dit moment heeft en hoe nieuwe bevoegdheden verkregen kunnen worden, is ook gekeken naar wie aansprakelijke en verantwoordelijk is bij de uitvoering van projecten afkomstig van de dorpsraad. De dorpsraad Gaanderen heeft middels de vrijwilligersverzekering van de gemeente Doetinchem een aansprakelijkheidsverzekering. Hierdoor is iedere vrijwilliger van de dorpsraad verzekerd als gedurende of door de vrijwilligerswerkzaamheden schade ontstaat. Tevens blijft de verantwoordelijkheid bij de gemeente liggen. Immers dient de gemeente verantwoording af te leggen aan de inwoners van Doetinchem over wat op gemeentegronden gebeurt. Dit neemt niet weg dat de dorpsraad ten opzichte van de gemeente geen verantwoording op zich neemt. De gemeente laat immers toe dat de dorpsraad projecten uitvoert op gemeentegronden. Hierdoor dient de dorpsraad aan de gemeente verantwoording af te leggen omtrent de gemaakte keuzes. Daarnaast hoort de dorpsraad Gaanderen verantwoording af te leggen aan de inwoners van Gaanderen. Immers behoort de dorpsraad op te komen voor de belangen van de inwoners van Gaanderen. De dorpsraad is wel verantwoordelijk voor het project als de dorpsraad over een mandaat of delegatie beschikt. De dorpsraad zal bij de uitvoering momenteel geen opdrachtgever zijn, simpelweg omdat de dorpsraad niet beslissingsbevoegd is om over gemeentegronden te mogen beslissen. De gemeente mag dat wel en is dus opdrachtgever bij projecten. Ook hier geldt dat de dorpsraad wel opdrachtgever kan zijn als dat via een overeenkomst, mandaat of delegatie is geregeld.
5
De dorpsraad dient om over te kunnen gaan op overheidsparticipatie enkele aanpassingen te doen. Onder meer dient de dorpsraad een achterban te krijgen. Dit kan de dorpsraad op verschillende manieren verkrijgen. Tevens dient de dorpsraad de organisatie van de dorpsraad toekomstbestendig te maken. Op dit moment hangt de dorpsraad slechts aan een paar personen, en als die wegvallen zal de dorpsraad niet het huidige niveau vast kunnen houden. Hierdoor is het van belang dat de organisatie toekomstbestendig word zodat de gemeente de dorpsraad als langdurige en betrouwbare samenwerkingspartner gaat zien.
6
Voorwoord Dit afstudeeronderzoek is uitgevoerd als afsluiting van de opleiding HBO Rechten aan de Saxion Hogescholen te Enschede. Mijn afstudeeronderzoek gaat over de overgang van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie. Dit afstudeeronderzoek is uitgevoerd voor de dorpsraad Gaanderen. Middels deze wijze wil ik graag de heer S. Veldkamp, mevrouw L. Derksen en mevrouw H. van Kessel bedanken voor hun begeleiding en ondersteuning gedurende het afstudeeronderzoek. Daarnaast wil ik iedereen van de dorpsraad Gaanderen bedanken die op enige wijze een bijdrage hebben geleverd aan dit afstudeeronderzoek. Tevens wil ik Peter van Heek, Paul van der Lee, Jan-Bart Wilschut en Coen Stevens bedanken voor de tijd die zij vrij hebben gemaakt om met mij/ons te spreken. Ook wil ik A. Hoogewijde en S. Bolhaar bedanken voor de samenwerking gedurende dit afstudeer onderzoek. Voorst, 31 mei 2013 Annemiek Huisman
7
8
1. Inleiding De overgang van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie is een nieuwe beweging binnen het bestuursrecht. Overheidsparticipatie houdt in dat de overheid bij het uitvoeren van burgerinitiatieven slechts een ondersteunende rol heeft. Burgers nemen de initiatieven en voeren deze vervolgens ook zelf uit. De overheid ondersteund hierbij middels kennis en in financieel opzicht. De dorpsraad Gaanderen wil de beweging van overheidsparticipatie naar overheidsparticipatie maken. Docht weet de dorpsraad niet welke bevoegdheden de dorpsraad op dit moment heeft. Ook weet de dorpsraad niet welke bevoegdheden zij kunnen verkrijgen en op welke wijze dit kan geschiedde. In het eerste deel van het onderzoek is gekeken naar hoe de dorpsraad Gaanderen aan haar bevoegdheden komt. Tevens is gekeken naar wat de huidige bevoegdheden van de dorpsraad Gaanderen zijn. Hierbij is teven gekeken naar welke bevoegdheden gebruikt worden door de dorpsraad Gaanderen en welke bevoegdheden ongebruikt worden gelaten. In het tweede deel van het onderzoek is onderzocht wie verantwoordelijk is bij de uitvoering van projecten. Daarnaast is gekeken wie bij de uitvoering van projecten opdrachtgever is. Tevens is gekeken wie aansprakelijk is op het moment dat er bijvoorbeeld schade ontstaat. In het laatste deel van het onderzoek is gekeken wat uiteindelijk nodig is om over te gaan naar overheidsparticipatie. Uiteindelijk heeft dit onderzoek geleidt tot aanbevelingen en advies.
9
2. Aanleiding onderzoek Dorpsraden spelen in de huidige samenleving een steeds belangrijkere rol. In deze tijd van economische crisis is het voor gemeenten lucratief om een dorpsraad te hebben. Veelal worden plannen van de dorpsraden goedkoper uitgevoerd dan wanneer de gemeente deze plannen uitvoert. Dit is voor gemeenten aantrekkelijk aangezien gemeenten steeds minder te besteden hebben1. Daarnaast staan gemeenten voor complexe problemen waarvoor oplossingen gevonden moeten worden. Bij het oplossen van deze complexe problemen kunnen dorpsraden een rol spelen2. Een aantal gemeenten staat positief tegenover het laten uitvoeren van plannen door dorpsraden. Anderzijds zijn er ook gemeenten die nog niet weten hoe ze met dorpsraden om dienen te gaan3. Het afstudeeronderzoek zal uitgevoerd worden voor de dorpsraad Gaanderen. De stichting dorpsraad Gaanderen (verder: dorpsraad) is opgericht in 1983. De dorpsraad is destijds opgericht omdat er geen riolering was aangelegd in het dorp Gaanderen. De feitelijke reden voor de oprichting van de dorpsraad was (mede) het feit dat het dorp vond dat in de stad Doetinchem alles wel goed geregeld was. Het dorp Gaanderen voelde zich achtergesteld ten opzichte van de stad Doetinchem. Om de riolering te realiseren is er een mobilisatie geweest, waarbij er een protestmars werd gelopen naar het gemeentehuis te Doetinchem. De riolering is vervolgens in Gaanderen gekomen. Uit deze protestactie is een stimuleringsgroep ontstaan, de huidige dorpsraad. Deze stimuleringsgroep hield zich in het begin vooral bezig met het oplossen van kleine problemen, zoals een kapotte lantaarnpaal die gerepareerd diende te worden. Later hield de dorpsraad zich (ook) bezig met belangrijkere problemen. Een hoogtepunt hierbij was de realisatie van een sporthal in Gaanderen. Het dorp Gaanderen (en de dorpsraad) wilde een sporthal in het dorp realiseren. De gemeente Doetinchem (verder: gemeente) vond de realisatie in van een sporthal in Gaanderen niet nodig. Vervolgens zijn de burgers van Gaanderen zelf geld in gaan zamelen om een sporthal te kunnen bouwen. De geldinzameling was een groot succes en de geldinzameling leverde genoeg financiële middelen op om een sporthal te realiseren (S. Veldkamp en L. Derksen, persoonlijk communicatie 27 februari, 2013). De dorpsraad heeft als visie het vertegenwoordigen van het algemene belang van de burgers uit het dorp Gaanderen en hierbij de gemeente te adviseren en ondersteunen. In 2009 overleed de toenmalige voorzitter van de dorpsraad. Hierna is een nieuwe lijn ingezet door de dorpsraad. De dorpsraad wilde meer slagkracht creëren, waarbij de dorpsraad een intensievere rol op zich wilde nemen (S. Veldkamp en L. Derksen, persoonlijk communicatie, 18 februari, 2013). In 2010 werd het initiatief genomen om een dorpsplan op te stellen voor het gehele dorp Gaanderen. Dit plan is ontwikkeld door de dorpsraad. In het plan is opgenomen welke ontwikkelingen de dorpsraad en zijn bewoners wenselijk achten. Het plan is gefixeerd op de toekomst van het dorp Gaanderen. In het plan is opgenomen welke visie de dorpsraad heeft voor Gaanderen en op welke wijze zij deze willen realiseren. Het dorpsplan dat de dorpsraad heeft opgesteld is door de gemeente erkend. Het dorpsplan heeft via de gemeente een officiële status gekregen4.
1
Minister van binnenlandse zaken, 2010, http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/brochures/2010/11/08/werkboek-help-een-burgerinitiatief.html 2 Gerritsen, 2011, p. 20. 3 Minister van binnenlandse zaken, 2010, http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/brochures/2010/11/08/werkboek-help-een-burgerinitiatief.html 4 Dorpsraad Gaanderen, 2013, http://www.dorpsraadgaanderen.nl/?content/plannen_+_visie/3///
10
De dorpsraad bestaat uit twaalf actieve leden. Naast deze twaalf actieve leden heeft de dorpsraad uitwerkgroepen samengesteld. In deze uitwerkgroepen zitten inwoners van het dorp Gaanderen. In de uitwerkgroepen kunnen tevens deskundigen zitten5. Een doelstelling van de dorpsraad is het feit dat ze een overgang willen van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie. Dit houdt in dat de dorpsraad wil dat de burgers zelf het initiatief nemen tot het maken en uitvoeren van plannen, en dat de overheid hierbij een ondersteunende rol heeft6. Burgerparticipatie en overheidsparticipatie is ontstaan doordat de overheid zich terugtrok7. Burgerparticipatie houdt in dat burgers meedoen met de overheid. De overheid komt met een initiatief en de burger wordt gevraagd hieraan mee te denken of mee te doen (te participeren). Overheidsparticipatie is eigenlijk een nieuwe vorm van burgerparticipatie waarbij niet de overheid maar de burgers het initiatief nemen en de overheid wordt gevraagd hieraan mee te denken en mee te werken. De overheid krijgt bij overheidsparticipatie een ondersteunende rol. Hierbij kan gedacht worden aan het wegnemen van complexe regelgeving en het geven van financiële steun8. Op dit moment is er in Gaanderen sprake van burgerparticipatie. Burgerparticipatie houdt in dat de gemeente het overgrote deel van het dorpsplan uitvoert en dat de burgers hierbij participeren; zij hebben een ondersteunende rol. De dorpsraad wil dit graag veranderd zien. Zij wil dat de burgers het dorpsplan uitvoeren en dat de gemeente hier een ondersteunende rol krijgt, oftewel: overheidsparticipatie. De overheid participeert bij de uitvoering van het dorpsplan door de burgers. De dorpsraad wil de overstap maken naar overheidsparticipatie, zodat zij zelfstandig de plannen uit het dorpsplan kunnen en mogen uitvoeren. De overgang van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie is op dit moment actueel. De rijksoverheid probeert deze overgang ook te stimuleren, door onder meer informatiemateriaal aan overheidsinstanties, zoals de gemeente, te verstrekken9. Over de verandering van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie wil de dorpsraad een onderzoek uit laten voeren. Op initiatief van Stef Veldkamp (penningmeester en bestuurslid) en Lidy Derksen (voorzitter) zal dit onderzoek door studenten worden uitgevoerd. De opdrachtgever van dit onderzoek is de dorpsraad Gaanderen. In oktober 2012 is de dorpsraad begonnen met de tenuitvoerlegging van het project ‘Herinrichting bosje Rijksweg te Gaanderen’. Tijdens dit project liep de dorpsraad tegen een aantal problemen aan. Hierdoor ontstonden een aantal vragen. Een aspect hierbij was de vraag welke bevoegdheden de dorpsraad heeft. Daarbij spelen aspecten als aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid een belangrijke rol. Om over te kunnen gaan op overheidsparticipatie is het van groot belang voor de dorpsraad om te weten welke bevoegdheden de dorpsraad heeft. Doordat de dorpsraad niet duidelijk in beeld heeft welke bevoegdheden zij heeft, kan het zijn dat ze bevoegdheden hebben waarvan ze niet weten dat ze die hebben. Hierdoor kan het zijn dat ze kansen onbenut laten. Daarnaast is het voor de toekomst handig voor de dorpsraad om te weten welke bevoegdheden de dorpsraad eventueel zou kunnen verkrijgen en op welke wijze dit zou kunnen gebeuren. Hierbij speelt de vraag wat ze zelf wenselijke achten en wat er mogelijk is een belangrijke rol. 5
Dorpsraad Gaanderen, 2013, http://www.dorpsraadgaanderen.nl/?content/plannen_+_visie/3/// Rijksoverheid 2013, http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/democratie-en-burgerschap/vanburgerparticipatie-naar-overheidsparticipatie 7 Minister van binnenlandse zaken, 2010, http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/brochures/2010/11/08/werkboek-help-een-burgerinitiatief.html 8 Rijksoverheid 2013, http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/democratie-en-burgerschap/vanburgerparticipatie-naar-overheidsparticipatie 9 Rijksoverheid 2013, http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/democratie-en-burgerschap/vanburgerparticipatie-naar-overheidsparticipatie 6
11
12
3. Doelstelling onderzoek De dorpsraad wil in de toekomst graag zien dat er een verandering plaatsvindt van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie. Dit betekent onder meer dat burgers zelf met plannen komen en deze uitvoeren en dat de overheid een ondersteunende rol daarbij biedt. Hiervoor is het van belang dat de dorpsraad weet welke bevoegdheden de dorpsraad heeft. Ook is het van belang om te weten welke bevoegdheden de dorpsraad mogelijk zou kunnen verkrijgen in de toekomst. De doelstelling van dit onderzoek is het opleveren van een adviesrapport in mei 2013 over de bevoegdheden van de dorpsraad om de overgang van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie te bevorderen.
13
4. Onderzoeksopzet In dit hoofdstuk wordt uiteengezet op welke manier het onderzoek uitgevoerd zal worden en waarom voor deze wijze gekozen is.
4.1 Centrale vraag Het is voor het onderzoek van belang dat er een duidelijke hoofdvraag is welke beantwoord dient te worden10. De vraag die in het onderzoek centraal staat is: Welke bevoegdheden heeft de stichting dorpsraad Gaanderen en op welk wijze kan de dorpsraad nieuwe bevoegdheden verwerven om de overstap van burgerparticipatie op overheidsparticipatie te kunnen maken?
4.2 Deelvragen Deelvragen vormen een belangrijke basis voor het onderzoek. De deelvragen bieden structuur doordat ze het onderzoek eigenlijk opsplitsen in deelonderzoeken. Hierbij bepalen deelvragen in grote mate wat eerst onderzocht dient te worden om verder te kunnen. Daarnaast geven deelvragen sturing aan het onderzoek doordat aan de hand van deelvragen de onderzoeksstrategieën, bronnen en onderzoeksmethoden worden bepaald. De deelvragen zorgen ervoor dat de centrale vraag kan worden beantwoordt. Om antwoord te krijgen op de centrale vraag zullen de volgende deelvragen beantwoord worden 11. Per deelvraag is aangegeven waarom deze deelvraag is gekozen. . Hoe komt de dorpsraad aan zijn bevoegdheden en welke bevoegdheden heeft de dorpsraad reeds? De dorpsraad is een stichting. Een stichting heeft vanuit zichzelf geen (juridische) bevoegdheden. De bevoegdheden die de dorpsraad heeft zijn dus verkregen. Met deze deelvraag wordt duidelijkheid verkregen over hoe de dorpsraad aan haar bevoegdheden komt. Welke bronnen hebben zij hiervoor hebben en bezit de dorpsraad bevoegdheden welke voortvloeien uit de wet of jurisprudentie. Daarnaast wordt vastgesteld welke bevoegdheden de dorpsraad op dit moment heeft. Welke bevoegdheden gebruikt de dorpsraad? Met deze vraag wordt gekeken of de dorpsraad zelf weet welke bevoegdheden zij hebben. Hierbij wordt gekeken naar wat de dorpsraad feitelijk doet met de eigen bevoegdheden. Bij deze vraag wordt gekeken naar de huidige situatie. Welke bevoegdheden laat de dorpsraad ongebruikt? Met deze vraag wordt onderzocht of de dorpsraad bevoegdheden heeft welke de dorpsraad ongebruikt laat of niet kent. Hierbij wordt gekeken hoe de dorpsraad zijn bevoegdheden zou mogen gebruiken. Met deze vraag wordt gekeken naar hoe het zou kunnen of zelfs moeten zijn. Wie draagt op dit moment de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van projecten en wie zal na de overgang van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie de verantwoordelijkheid dragen voor de uitvoering van projecten? Met deze deelvraag zal nagegaan worden wie bij een project de leiding heeft. Wie draagt er bijvoorbeeld de verantwoording voor een project. Hierbij speelt aansprakelijkheid ook een rol. 10 11
Van Schaaijk 2011, p. 60. Van Schaaijk 2011, p.67 t/m 70.
14
Dit was een vraag die speelde gedurende het project ‘Herinrichting bosje Rijksweg te Gaanderen’. Hoe kan de dorpsraad nieuwe bevoegdheden krijgen? Met deze vraag wordt bekeken welke bevoegdheden de dorpsraad eventueel nog zou kunnen verkrijgen. Dit kan een belangrijk punt zijn bij de overstap van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie. Deze deelvraag is op de toekomst gericht. De beantwoording van deze vraag heeft als doel om te kijken hoe het in de toekomst zou kunnen zijn. Hoe kan de dorpsraad de overstap maken van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie? Met deze vraag wordt gekeken op welke wijze de dorpsraad een overstap kan maken naar overheidsparticipatie. Bij deze vraag wordt gekeken welke bevoegdheden de dorpsraad nodig heeft om de overstap te kunnen maken van burgerparticipatie op overheidsparticipatie.
4.3 Onderzoeksstrategieën Het is belangrijk om te weten welke onderzoeksstrategieën gebruikt gaan worden bij het afstudeeronderzoek. Het onderzoek is een kwalitatief onderzoek, immers wordt er niets gemeten. Via het onderzoek wordt geprobeerd de situatie te begrijpen12. De onderzoekstrategie die voornamelijk gebruikt gaat worden is de rechtsbronnen-en literatuuronderzoek. Door onder andere literatuur te raadplegen en te vergelijken wordt geprobeerd een breed en betrouwbaar beeld te krijgen van de bevoegdheden van de dorpsraad13. De literatuur die gebruikt zal gaan worden is vakliteratuur. Daarnaast zal de wet geraadpleegd worden. Jurisprudentie zal gebruikt worden om een verduidelijking te krijgen op het recht14.
4.4 Onderzoeksmethode Voor het onderzoek wordt gebruikt gemaakt worden van verschillende onderzoeksmethoden. Deze onderzoeksmethoden worden hieronder nader toelichten. 4.4.1 Interviews
Door middel van interviews met de verschillende personen die op enige wijze met de dorpsraad te maken hebben wordt een zo breed mogelijk beeld gecreëerd van de bevoegdheden die de dorpsraad heeft. Daarnaast verduidelijken interviews de situatie. Door verschillende personen te interviewen, van onder meer de gemeente, ontstaat er een breed beeld over de dorpsraad. De interviews worden in groepsverband afgelegd, aangezien de groep vanuit Governance of the Future een gezamenlijk belang heeft bij deze interviews. Er is gebruik gemaakt van half gestructureerde interviews. Hierbij kan de geïnterviewde zelf ook zaken inbrengen15. De interviews die voor het afstudeeronderzoek afgelegd zijn, bestaan uit leden van de dorpsraad zelf en medewerkers van de gemeente. De dorpsraad zelf is geïnterviewd en zodoende is in kaart gebracht wat ze weten over de eigen bevoegdheden en wat ze willen in de toekomst. De gemeente is geïnterviewd over het feit of de gemeente weet welke bevoegdheden de dorpsraad heeft en over de mogelijkheden om meer bevoegdheden aan de dorpsraad te geven. Tevens heeft er een interview plaatsgevonden met een medewerker 12
Van Schaaijk 2011, p.80. Van Schaaijk 2011, p. 84. 14 Van Schaaijk 2011, p. 83. 15 Van Schaaijk 2011, p. 88. 13
15
van de Stichting IJsselkring. De stichting IJsselkring heeft een dorpswerker toegewezen aan het dorp Gaanderen. De stichting IJsselkring heeft als doel de zelfredzaamheid van mensen te bevorderen16. De stichting IJsselkring is geïnterviewd over de huidige situatie als wel de gewenste toekomst van de dorpsraad. 4.4.2 Inhoudsanalyse
Bij de inhoudsanalyse wordt gebruik gemaakt van bestaand materiaal. Zo is er gebruik gemaakt van literatuur, jurisprudentie en documenten. Onder andere de dorpsraad heeft documenten aan gedragen. De inhoudsanalyse wordt gebruikt om relevante informatie te selecteren. Door middel van het analyseren van informatie is een selectie gemaakt. De geselecteerde informatie is gebruikt bij het beantwoorden van de centrale vraag en de deelvragen17. 4.4.3 Observatie
Samen met de groepsleden van Governance of the Future is een bijeenkomst bijgewoond van de dorpsraad. Hierbij zijn observaties gemaakt over de werkwijze van de dorpsraad. Dit kan bij het onderzoek gebruikt worden18.
4.5 Literatuur /bronnen Per deelvraag zal aangegeven worden welke bronnen gebruikt zijn bij de beantwoording van de deelvragen. Hoe komt de dorpsraad aan zijn bevoegdheden en welke bevoegdheden heeft de dorpsraad reeds? Rechtsbronnen, literatuur, documenten en personen. Deze deelvraag kan beantwoord worden door raadpleging van de wet. De dorpsraad kan bevoegdheden verkrijgen via de gemeente. De bevoegdheden van de gemeente liggen vastgelegd in de wet. Hierdoor is het van belang dat de wet geraadpleegd wordt. Ook is er gekeken of de dorpsraad zelf bevoegdheden heeft die voortvloeien uit de wet of jurisprudentie. Bij de beantwoording van deze vraag wordt onder meer de Gemeentewet en het arrest LJN AZ899919 gebruikt. Daarnaast is literatuur geraadpleegd omdat in literatuur een verduidelijking gegeven wordt op een wettelijke bepaling20. Ook worden er documenten gebruikt. Het belangrijkste document dat gebruikt zal worden zijn de statuten van de dorpsraad. Welke bevoegdheden gebruikt de dorpsraad Gaanderen? Documenten en personen. Om erachter te komen welke bevoegdheden de dorpsraad zelf reeds kent, heeft er een interview plaatsgevonden. Daarnaast worden documenten geraadpleegd, bijvoorbeeld convenanten en de statuten van de dorpsraad. Welke bevoegdheden laat de dorpsraad ongebruikt? Rechtsbronnen, literatuur, documenten en personen. Door de eerste twee deelvragen met elkaar te vergelijken, wordt vastgesteld welke bevoegdheden de dorpsraad ongebruikt laat. Door eerst vast te stellen welke bevoegdheden de 16
Stichting IJsselkring, 2013, http://www.ijsselkring.nl/50207-missie-en-beleid.html. Van Schaaijk 2011, p. 88. 18 Van Schaaijk 2011, p. 90. 19 Raad van State, 21 februari 2007, LJN AZ8999 20 Van Schaaijk 2011, p. 84. 17
16
dorpsraad heeft en welke bevoegdheden de dorpsraad zelf kent wordt nagegaan welke bevoegdheden de dorpsraad ongebruikt laat. Wie draagt op dit moment de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van projecten en wie zal na de overgang van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie de verantwoordelijkheid dragen voor de uitvoering van projecten? Rechtsbronnen, literatuur, documenten. Bij deze deelvraag worden rechtsbronnen geraadpleegd. De wet wordt gebruikt om te kijken wat onder opdrachtgever wordt verstaan. Daarnaast wordt aan de hand van jurisprudentie een verduidelijking gegeven op deze term. Tevens zijn documenten, zoals convenanten, geraadpleegd. Daarnaast is het Burgerlijk Wetboek gebruikt om te kijken wie aansprakelijk is bij de uitvoering van projecten. Hoe kan de dorpsraad nieuwe bevoegdheden krijgen? Rechtsbronnen, literatuur, documenten en personen. Door gebruik te maken van de verantwoordingen van de andere deelvragen wordt gekeken naar hoe het in de toekomst zou kunnen worden. Er is een interview gehouden met iemand van de gemeente. Hierbij wordt gekeken naar wat de gemeente voor een toekomst ziet voor de dorpsraad. Tevens worden de wet Algemene Wet Bestuursrecht (verder: AWB) en de Gemeentewet geraadpleegd. Hoe kan de dorpsraad de overstap maken van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie? Rechtsbronnen, literatuur en personen. Voor de beantwoording van deze vraag wordt de afgenomen interview gebruikt, aangezien in de interview(s) met de dorpsraad de wensen van de dorpsraad worden weergegeven. Tevens dient het interview met de gemeente ter verduidelijking van wat de gemeente voor toekomstbeeld heeft. Ook is literatuur geraadpleegd om een breder beeld te vormen. Rechtsbronnen zullen gebruikt worden om te onderbouwen waarom het al dan niet mogelijk is om over te stappen op overheidsparticipatie. Hierbij kan onder meer de Gemeentewet een rol spelen. Voor de beantwoording van de verschillende deelvragen worden rechtsbronnen geraadpleegd. Dit is onder andere de wet en jurisprudentie. De jurisprudentie wordt gebruikt als uitleg van het recht21. Ook wordt er literatuur geraadpleegd om een verdieping en verduidelijking te krijgen. Gedurende het onderzoek is er zoveel mogelijk literatuur geraadpleegd om zo een volledig en betrouwbaar beeld te krijgen van de bevoegdheden en mogelijkheden van de dorpsraad. Tevens is de literatuur die gebruikt is, zoveel mogelijk vakliteratuur geweest. De literatuur die gebruikt is, is zo actueel mogelijk22. Tevens zijn er documenten zoals stukken van de dorpsraad en gemeentelijke verordeningen gebruikt. Daarnaast zijn er personen geraadpleegd om informatie te vergaren. Dit heeft plaatsgevonden aan de hand van interviews23. Door de raadpleging van verschillende bronnen is een breed beeld verkregen van de bevoegdheden die de dorpsraad al dan niet heeft. Daarnaast verhoogt het aantal bronnen de betrouwbaarheid en verscheidenheid van het onderzoek24. Om het onderzoek betrouwbaar te maken dient het onderzoek controleerbaar te zijn. Door een juiste bronvermelding en gebruik
21
Van Schaaijk 2011, p. 83. Van Schaaijk 2011, p. 84. 23 Van Schaaijk 2011, p. 85. 24 Van Schaaijk 2011, p. 112. 22
17
van voetnoten zal het onderzoek controleerbaar worden voor anderen. Hierdoor is het van belang dat bij de bronvermelding de leidraad voor juridische auteurs word gehanteerd25.
4.6 Begrippenlijst Hieronder zullen een aantal belangrijke begrippen van het onderzoek worden toegelicht. De groepsleden van Governance of the Future hebben ervoor gekozen om dezelfde begrippenlijst te hanteren. Dit om onduidelijkheid te voorkomen bij de opdrachtgever en binnen de groep. Burgerparticipatie: in 1970 werd voor het eerst gesproken over het begrip burgerparticipatie. Toentertijd werd dit begrip gekenmerkt door het inspraakmodel. Ondertussen is het vrij normaal om te kunnen reageren op het overheidsbeleid, het is zelfs vastgelegd in de wet. In 1990 ontstond er een nieuwe vorm van burgerparticipatie, namelijk de interactieve beleidsvorming en de coproductie. In deze periode kregen de burgers de optie om mee te denken binnen het overheidsbeleid. Deze manier van burgerparticipatie zien we momenteel nog steeds veel voorbij komen. Vanaf het jaar 2000 ontwikkeld het begrip burgerparticipatie zich steeds meer tot de beweging waarmee we nu nog steeds actief zijn. Burgers nemen zelf initiatieven en leggen dit voor aan de overheid.26 Vanuit dit onderzoek wordt burgerparticipatie gezien als het meewerken met de overheid. De overheid neemt nog steeds de initiatieven en de burger wordt gevraagd hieraan mee te werken of erover na te denken. Overheidsparticipatie: burgers nemen zelf het initiatief om bepaalde zaken te regelen. De overheid biedt hierbij slechts een ondersteunende rol. Hierbij kan gedacht worden aan het ter beschikking stellen van geld en het wegnemen van complexe regelgeving. De burgers nemen bij overheidsparticipatie meer verantwoordelijkheden op zich27. Dorpsraad Gaanderen: dorpsraden: organisaties die de belangen van hun dorp behartigen, zij functioneren veelal als intermediair tussen gemeente en bewoners 28. Bevoegdheden: hetgeen wat personen of instellingen kennelijk over mogen beslissen29.
25
Van Schaaijk 2011, p. 93. Custers 2012, p. 22 27 Rijksoverheid 2013, http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/democratie-en-burgerschap/vanburgerparticipatie-naar-overheidsparticipatie 28 Kooger 2004, p.15 29 De Leeuw 1994, p.48 . 26
18
5.Huidige bevoegdheden De dorpsraad bezit reeds bevoegdheden. Deze bevoegdheden vloeien voort uit wet- en regelgeving. Hieronder vallen ook de verordeningen die zijn opgesteld door de gemeente. De dorpsraad bezit geen bevoegdheden op grond van convenanten. Een bevoegdheid die dorpsraad heeft is het inspraakrecht. Dit recht vloeit voort uit titel 3:4 AWB. Hierin is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure geregeld. Op grond van artikel 150 Gemeente wet wordt inspraak door de gemeenteraad in een verordening vastgelegd. Hieruit is in de gemeente de Inspraakverordening gemeente Doetinchem 2005 voortgekomen. In artikel 1 lid 1 van de Inspraakverordening gemeente Doetinchem 2005 staat opgenomen wat de gemeente onder inspraak verstaat. Onder inspraak wordt verstaan: inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid30 In artikel 2 leden 1 en 2 van de Inspraakverordening gemeente Doetinchem 2005 staan de gevallen opgenoemd waarin inspraak wordt verleend. In het eerste lid staat opgenomen dat iedere bestuursorgaan met betrekking tot zijn eigen bevoegdheid bepaald of er inspraak wordt toegestaan. In het tweede lid staat opgenomen dat als het een wettelijke verplichting is om inspraak te verlenen, de inspraak altijd verleend dient te worden. In artikel 2 lid 3 van de Inspraakverordening gemeente Doetinchem 2005 staan de gevallen opgenoemd waarbij nimmer inspraak wordt verleend. Hierin staat onder andere dat inspraak niet wordt verleend bij de vaststelling van een begroting of als een wettelijke voorschrift inspraak verbiedt31. In artikel 3 van de Inspraakverordening gemeente Doetinchem 2005 staat opgenomen dat iedere ingezetene en belanghebbende inspraak wordt verleend32. In artikel 1:2 AWB staat opgenomen wat men onder een belanghebbende verstaat. Uit artikel 1:2 lid 1 AWB blijkt dat onder een belanghebbende wordt verstaan: Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Op grond van artikel 1:2 lid 3 AWB kunnen rechtspersonen (zoals de dorpsraad) ook belanghebbende zijn. Rechtspersonen dienen het algemene en collectieve belang te vertegenwoordigen. Dit dient uit de statuten (doelstellingen) en de feitelijke werkzaamheden te blijken. In arrest LJN AZ899933 ging het om de vraag of de dorpsraad Zwaanshoek belanghebbende was in de zin van artikel 2:1 AWB. De rechtbank had reeds besloten dat de dorpsraad Zwaanshoek geen belanghebbende was omdat er niet rechtstreeks uit de doelstellingen bleek dat de dorpsraad Zwaansbroek belanghebbende is. De Raad van State heeft het besluit van de rechtbank nogmaals bevestigd. De Raad van State gaf hierbij tevens 30
Gemeente Doetinchem Inspraakverordening, 2005 http://www.doetinchem.nl/politiek-enorganisatie/verordeningen_41653/item/inspraakverordening-gemeente-doetinchem-2005_31.html 31 Gemeente Doetinchem Inspraakverordening, 2005 http://www.doetinchem.nl/politiek-enorganisatie/verordeningen_41653/item/inspraakverordening-gemeente-doetinchem-2005_31.html 32 Gemeente Doetinchem Inspraakverordening, 2005 http://www.doetinchem.nl/politiek-enorganisatie/verordeningen_41653/item/inspraakverordening-gemeente-doetinchem-2005_31.html 33 Raad van State, 21 februari 2007, LJN AZ8999
19
aan dat de doelstellingen van een dorpsraad voldoende concreet en niet te algemeen geformuleerd mogen worden. Tevens dient een besluit rechtstreekse werking te hebben op het werkgebied van een dorpsraad om belanghebbende te mogen zijn34. Tevens is onder meer in de uitspraak van de Raad van State 24 april 2002 200105106/1, bepaalt dat de doelstellingen een boven individueel belang dienen te hebben35. Uit arrest LJN BL181736 blijkt dat het voor een dorpsraad makkelijker is om als belanghebbende te worden aangemerkt als de dorpsraad als gesprekpartner is aangewezen door de gemeente. Dit kan onder meer blijken uit gemeentelijke notities37. De dorpsraad is door de gemeente als gesprekspartner aangewezen38. Uit artikel 2 lid a van de statuten van de dorpsraad (zie bijlage 1) blijkt dat de voornaamste doelstelling van de dorpsraad het bevorderen van de leefbaarheid van het werkgebied (Gaanderen)is. De dorpsraad vertegenwoordigd het dorpsbelang van het dorp Gaanderen. Dit is ook een doelstelling van de dorpsraad en is opgenomen in de statuten39. De dorpsraad verricht tevens feitelijke werkzaamheden waaruit de doelstellingen van de dorpsraad blijken, zoals het opstellen van een dorpsplan. De dorpsraad kan doordat wordt voldaan aan alle eisen die zijn opgenomen in de wet en voortvloeien uit jurisprudentie belanghebbende zijn. Krachtens artikel 3 van de Inspraakverordening gemeente Doetinchem 2005 wordt aan zowel ingezetene als aan belanghebbende inspraakrecht verleend. Aangezien de dorpsraad een belanghebbende is heeft de dorpsraad inspraakrecht, indien dit uit de wet voortvloeit of het bestuursorgaan het inspraakrecht aan haar verleend. De dorpsraad heeft, doordat zij belanghebbende is, ook het recht om in bezwaar en in beroep te gaan. Op grond van artikel 6:4 en 6:5 AWB kan een bezwaarschrift worden ingediend door een belanghebbende. Op grond van artikel 7:1 j° 8:1 AWB mag een belanghebbende nadat er een bezwaarprocedure is gevolgd in beroep. Bezwaar kan in enkele gevallen ook worden overgeslagen op grond van artikel 7:1 AWB. Bij het overslaan van bezwaar kan gedacht worden aan een beroep dat zich richt tegen het niet tijdig nemen van een besluit (artikel 7:1 lid 1 sub f ). Daarnaast heeft de dorpsraad op grond van artikel 3:15 AWB het recht om zienswijze in te dienen. Een zienswijze mag zowel mondeling als schriftelijk gegeven worden, aldus artikel 3:15 lid 1 AWB. De periode waarin zienswijze ingediend kunnen worden bedraagt zes weken nadat het onderwerp ten inzage is gelegd, dit is bepaald in artikel 3:16 AWB. Indien over het onderwerp een besluit is genomen dient op grond van artikel 3:43 lid 1 sub B AWB een afschrift van het besluit naar de personen gestuurd te worden die een zienswijze hebben ingediend. In artikel 3:43 lid 2 AWB staan hiervoor enkele uitzonderingen opgenomen, zo is toezending van het besluit niet nodig indien het besluit naar meer dan 250 mensen gestuurd zou moeten worden. In de gemeente Doetinchem kunnen burgerinitiatieven op de agenda van de gemeente raad geplaats worden. Hiervoor is de Burgerparticipatie verordening 2005 opgesteld. Alleen initiatiefgerechtigden mogen een verzoek indienen bij de gemeente raad. Een initiatiefgerechtigde is een inwoner van de gemeente Doetinchem, aldus artikel 3 Burgerparticipatie verordening 2005. Het verzoek om voorstellen op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen dient door meerdere burgers ondersteund te worden. Voor voorstellen uit de direct woonomgeving dienen tenminste vijf mensen het voorstel te 34
Raad van State, 21 februari 2007, LJN AZ8999 Raad van State, 24 april 2002, 200105106/1 36 Raad van State, 3 februari 2010, LJN BL1817 37 Raad van State, 3 februari 2010, LJN BL1817 38 Openbare besluitenlijst College van B&W Doetinchem: 13 december 2011 39 Bijlage 1 scriptie, P. 35
20
ondersteunen. Als er voorstellen op wijkniveau worden ingediend dienen tenminste 15 personen dit voorstel te ondersteunen. Is het voorstel op stedelijk of gemeentelijk niveau dan dienen tenminste 50 mensen dit verzoek te ondersteunen. Dit staat in artikel 2 lid 2 sub 1 Burgerparticipatie verordening 200540. Op grond van de Burgerparticipatie verordening 2005 van de gemeente (Doetinchem) is de dorpsraad bevoegd om een verzoek in te dienen om een burgerinitiatief op de agenda van de gemeenteraad te zetten. Dit verzoek dient schriftelijk ingediend te worden bij de voorzitter van de gemeente raad (artikel 5 lid 1 Burgerparticipatie verordening 2005) 41. Voor de dorpsraad betekend dit dat zij op grond van artikel 3 Burgerparticipatie verordening 2005 agendapunten kunnen aanbrengen op het gebied van de directe woon en leefomgeving. Om op wijkniveau agendapunten te kunnen aanbrengen dienen tenminste 15 mensen dit voorstel te ondersteunen. De dorpsraad bestaat echter uit twaalf leden, hierdoor dienen zij nog drie extra mensen bereid te vinden om het voorstel te ondersteunen. Dit zal in de praktijk geen problemen opleveren, omdat bijvoorbeeld partners van dorpsraadleden het voorstel kunnen ondersteunen. De dorpsraad Gaanderen heeft geen convenant afgesloten met de gemeente. Overleg vindt hierdoor plaats op vrijwillige basis (L. Derksen, mondelinge communicatie, 12 april 2013, zie bijlage 3) 42. De gemeente is hierdoor niet verplicht om de dorpsraad om advies te vragen. De dorpsraad bezit voornamelijk over burgerbevoegdheden. Dit betekend dat de dorpsraad dezelfde bevoegdheden heeft als iedere ander ingezetene van de gemeente. Alleen op grond van Burgerparticipatie verordeningen hebben zij enkele rechten die niet toekomen aan “gewone” burgers. De bevoegdheden van de dorpsraad zijn afkomstig vanuit de wet. In enkele gevallen vloeien de bevoegdheden voort uit gemeentelijke verordeningen.
40
Gemeente Doetinchem Burgerparticipatie verordening, 2005 http://www.doetinchem.nl/politiek-enorganisatie/verordeningen_41653/ 41 Gemeente Doetinchem Burgerparticipatie verordening, 2005 http://www.doetinchem.nl/politiek-enorganisatie/verordeningen_41653/ 42 Bijlage 3 scriptie P.
21
6. Gebruikte bevoegdheden De dorpsraad maakt gebruik van meerdere bevoegdheden. Zo maakt de dorpsraad onder meer gebruik van het inspraakrecht. De dorpsraad gaat naar inspraakavonden en ziet plannen in. Tenminste één van de dorpsraadleden gaat naar de presentatie van de voorjaarsnota. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van het inspraakrecht. Waardoor de dorpsraad regelmatig gebruik maakt van het recht van inspraak. Tevens heeft de dorpsraad gebruik gemaakt van het recht om zienswijze in te dienen. De dorpsraad heeft in het verleden reeds zienswijze ingediend43. De dorpsraad maakt ook gebruik van de bevoegdheid tot het geven van advies. Als de gemeente de dorpsraad vraagt om advies te geven dan zal de dorpsraad dit advies ook daadwerkelijk verlenen. Dit is geen officiële bevoegdheid, doch wordt dit op basis van vertrouwen aan de dorpsraad verleend 44. De dorpsraad wordt overigens wel als gesprekspartner van de gemeente aangeduid. Dit blijkt uit een aantal stukken die het college van Burgemeester en wethouders naar de gemeenteraad van de gemeente Doetinchem heeft gestuurd45. De dorpsraad heeft zover bekent tot op heden geen gebruik gemaakt van het recht om bezwaar te maken. Dit betekend niet dat dit in de toekomst niet kan gebeuren. Echter is er tot op heden geen aanleiding geweest om in bezwaar te gaan. Een rechtelijke procedure volgen, is voor de dorpsraad ook een optie, echter verkiest de dorpsraad ervoor om de dialoog aan te gaan. Om op die manier de goede relatie met de gemeente behouden46. De dorpsraad heeft tot op heden geen agenda punten aangebracht op de agenda van de gemeente raad). De dorpsraad probeert vaak middels de inspraakprocedure, de gemeenteraad te overtuigen om amendementen aan te brengen. De dorpsraad kiest er liever voor om middels gesprekken met de gemeente agenda punten onder de aandacht te brengen47.
43
Bijlage 3 scriptie P. Bijlage 3 scriptie P. 45 Raadvoorstel Dorpsplan Gaanderen 46 Bijlage 3 scriptie P. 47 Bijlage 3 scriptie P. 44
22
7.Ongebruikte bevoegdheden De dorpsraad laat geen bevoegdheden ongebruikt. Dat de dorpsraad ervoor kiest om de bevoegdheden niet te gebruiken betekent niet dat ze ongebruikt blijven48. Het gebruik maken van de bevoegdheden is in dit geval geen verplichting, waardoor de dorpsraad de keus heeft om bepaalde bevoegdheden niet toe te passen. Het feit dat de dorpsraad op de hoogte is van de eigen bevoegdheden geeft weer dat de dorpsraad weet welke bevoegdheden zij kunnen gebruiken. Echter bestaat er een bevoegdheid die de dorpsraad heeft, doch tot op heden geen gebruik van heeft gemaakt. De dorpsraad heeft op dit moment op basis van vertrouwen het recht om advies te geven. De gemeente vraagt aan de dorpsraad regelmatig advies49. Het recht van advies vloeit niet voort uit een convenant of verordening. Hierdoor kan het recht van advies worden afgenomen zonder dat de dorpsraad daar iets aan kan veranderen. De dorpsraad heeft ooit gespeeld met de gedachte dit adviesrecht vast te leggen middels een convenant. Hier is uiteindelijk niet voor gekozen omdat de banden met de gemeente op dat moment goed waren. Op dit moment zijn de banden met de gemeente nog altijd goed50. Dit kan echter, door onder ander nieuwe verkiezingen, veranderen. Hierdoor is het raadzaam voor de dorpsraad om te proberen met de gemeente een convenant aan te gaan. Meer over een convenant staat in hoofdstuk 8 paragraaf 2. Overigens is de dorpsraad wel een officiële gesprekspartner van de gemeente51.
48
Bijlage 3 scriptie P. Bijlage 3 scriptie P. 50 Bijlage 3 scriptie P. 51 Openbare besluitenlijst College van B&W Doetinchem: 13 december 2011 49
23
8. Verantwoordelijkheden In dit hoofdstuk worden de verantwoordelijkheden van de dorpsraad besproken. Hierbij wordt onder meer stil gestaan bij de vraag wie de opdrachtgever is. Ook wordt gekeken naar wie nou eigenlijk verantwoordelijk is voor de uitvoering van een project. Tevens wordt gekeken naar het aspect aansprakelijkheid.
8.1 Opdrachtgever Bij het uitvoeren van het project duinbos aan de Rijksweg te Gaanderen rees de vraag wie opdrachtgever was. Om rechtmatig over de grond de kunnen beslissen dient de opdrachtgever de eigenaar van de grond te zijn. In artikel 5:1 lid 1 BW is bepaald dat een het eigendom van een zaak het meest omvattende recht is wat iemand kan hebben. Dit betekend dat het meest absolute recht is wat er bestaat. Een zaak is voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten, dit staat omschreven in artikel 3:2 BW. Zaken zijn onder te verdelen in roerende en onroerende zaken. Het duinbos en alle overige gemeentegronden zijn onroerende zaken. Aangezien op grond van artikel 3:3 lid 1 BW is bepaald dat onroerende zaken grond is. Onder andere de beplanting en de duurzaam met de grond verenigde gebouwen maken deel uit van de roerende zaak. In artikel 5:20 BW staan overige bepalingen opgenomen over de omvattendheid van het grondeigendom. Zo is onder meer bepaald dat de bovengrond eigendom is van de grondeigenaar. Dit betekend dus dat zowel de grond als de bomen en overige beplanting die aanwezig is in het duinbos in eigendom zijn van de gemeente. Doordat het duinbos eigendom is van de gemeente en het eigendom het meest absolute recht is dat er is, zal de dorpsraad nooit zonder toestemming van de gemeente wijzigingen kunnen en mogen aanbrengen aan het duinbos of andere eigendommen van de gemeente. Indien de dorpsraad zonder toestemming van de gemeente wijzigingen aanbrengt zal dit een onrechtmatige daad zijn op grond van artikel 6:162 BW. Doordat slechts de eigenaar over de onroerende zaak, in dit geval de gemeentegrond, mag beslissen kan de dorpsraad zonder toestemming/medewerking van de gemeente geen opdrachtgever zijn. Immers is de gemeente, als eigenaar, slechts bevoegd om over de zaak te beslissen. Middels een overeenkomst zou de dorpsraad van de gemeente toestemming dienen te verkrijgen om als opdrachtgever te fungeren. Gedurende het project duinbos heeft de gemeente als opdrachtgever gefungeerd. Het idee kwam wel van de dorpsraad, doch heeft de gemeente toestemming gegeven om het project te starten. De dorpsraad heeft het plan uitgevoerd en zou gezien kunnen worden als opdrachtnemer. Waarbij middels een overeenkomst bepaald is wie verantwoordelijk is voor welk deel van het project. De dorpsraad is bijvoorbeeld verantwoordelijk geweest voor de herbeplanting van het gebied. Doordat de grond waarop de meest projecten worden uitgevoerd meestal van de gemeente is, zal het lastig worden voor de dorpsraad om opdrachtgever te worden. De samenwerking met de gemeente dient dan ook te worden opgezocht. De samenwerking dient echter wel van beide kanten te komen. Dit betekend dat de gemeente, en vooral de ambtenaren, open dienen te staan voor de dorpsraad en hun ideeën. Op die manier kunnen de plannen van de dorpsraad met enige compromissen doorgang krijgen. De enige wijze waarop de dorpsraad als opdrachtgever kan worden aangemerkt, is als de gemeente de dorpsraad een mandaat of delegatie verleent om over bepaalde stukken grond te beslissen. Meer over een mandaat en delegatie staat in hoofdstuk 8.
24
8.2 Verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid is de plicht om verantwoording af te leggen52. Verantwoording is het motiveren en verdedigen van keuzes die zijn gemaakt en het aantonen van de juistheid van de keuzes53. Bijvoorbeeld de verantwoording van de inkomsten en uitgaven houdt in dat gemotiveerd wordt waar het geld naartoe gaat of is gegaan. Ook de juistheid van de keuzes die zijn gemaakt dient aangetoond te worden. Doordat de dorpsraad projecten uitvoert op gronden die in eigendom zijn van de gemeente, dient de dorpsraad aan de gemeente bij de uitvoering van die projecten verantwoording af te leggen. Immers heeft een eigenaar, zoals reeds in paragraaf 7.1 is besproken, de beslissingsbevoegdheid over het eigendom. De dorpsraad hoeft verder geen verantwoording af te leggen over bijvoorbeeld het opstellen van plannen of ideeën. Echter is op grond van artikel 5 lid 2 van de uitvoeringsregeling subsidie Wijk- en dorpsraden (verder: Subsidieverordening) de dorpsraad wel verplicht om een begroting aan te leveren waarin de dorpsraad verantwoording aflegt over de besteding van de subsidie54. Deze verantwoording is echter alleen noodzakelijk om in aanmerking te komen voor subsidie. De gemeente is en blijft eigenaar van de grond, dus dient de gemeente verantwoording af te leggen over wat er op zijn grond gebeurt. De gemeente dient dus aan alle ingezetene van de gemeente verantwoording te kunnen afleggen over wat er op gemeente grond plaats vind. Dit is geen taak van de dorpsraad. Tenzij de dorpsraad in het bezit is van een gemandateerde of gedelegeerde bevoegdheid om het project uit t voeren (in hoofdstuk 8 is omschreven wat delegatie en mandaat inhoudt). De dorpsraad dient te handelen namens de burgers van Gaanderen. Doordat de dorpsraad handelt namens de burgers van Gaanderen dienen zij verantwoording af te leggen aan de burgers van Gaanderen. De dorpsraad heeft dus niet alleen een verantwoordelijkheid richting de gemeente, doch ook jegens de burgers uit Gaanderen. Doordat de dorpsraad de laatste jaren niet meer gekozen wordt55, is de controleerbaarheid van de dorpsraad door burgers in mindere mate aanwezig. Dit betekend ook dat de dorpsraad ook minder verantwoordelijkheid hoeft af te dragen aan de burgers van Gaanderen. Dit neemt niet weg dat de dorpsraad die verantwoordelijkheid niet heeft. De burgers van Gaanderen zullen echter pas aan de bel trekken als blijkt dat de dorpsraad toestemming heeft gekregen van de gemeente om een project uit te voeren (eigen observatie 8 april, 2013). Als de burgers van Gaanderen het niet eens zijn met het feit dat een project wordt uitgevoerd of de manier waarop het wordt uitgevoerd, zal de dorpsraad aan hen verantwoording af dienen te leggen over de gemaakte keuzes. Dit kan ook niet anders immers behoort de dorpsraad de belangen van het hele dorp Gaanderen te behartigen56. Dat het hele dorp achter een plan staat is in de praktijk onmogelijk. Hierdoor is het juist voor de dorpsraad belangrijk dat zij verantwoording afleggen aan de burgers. Anders bestaat het risico dat de dorpsraad een afstand creëert met de burgers.
52
Van Caspel e.a., 2008, p. 484 Van Caspel e.a., 2008, p. 484 54 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/politiek-enorganisatie/verordeningen_41653/item/uitvoeringsregeling-subsidie-wijk-en-dorpsraden_321.html 55 Bijlage 3 scriptie P. 56 Bijlage 1 scriptie P. 53
25
8.3 Aansprakelijkheid Aansprakelijkheid houdt in dat schade die is ontstaan te verhalen is op een persoon57. De gemeente heeft sinds 2009 een vrijwilligersverzekering afgesloten bij Meeus. Deze verzekering is voor vrijwilligers bij clubs, verenigingen en stichtingen58. Onder vrijwilliger wordt verstaan, volgens de vrijwilligersverzekering van de gemeente Doetinchem (verder: vrijwilligersverzekering), een persoon die vrijwillig en zonder daarvoor betaald te krijgen werkzaamheden verricht. Deze werkzaamheden dienen in het belang van anderen of de samenleving verricht te worden. Hierbij dient een maatschappelijk belang gediend te zijn. De vrijwilliger dient de werkzaamheden in enig organisatorisch verband te verrichten59. De dorpsraad is een stichting dus georganiseerd. Tevens worden de werkzaamheden door de dorpsraadleden, werkgroepen en overige vrijwilligers onbetaald verricht. Ook worden de werkzaamheden vrijwillig verricht aangezien er geen enkele verplichting vastzit aan het uitvoeren van de werkzaamheden. Ook dient de dorpsraad een maatschappelijk belang. De dorpsraad zet zich immers in voor de leefbaarheid van het gehele dorp Gaanderen. De werkzaamheden van de dorpsraad zijn dan ook gericht op de samenleving en anderen. Doordat de dorpsraad aan alle voorwaarden voldoet van de definitie vrijwilliger, uit de vrijwilligersverzekering, valt de dorpsraad onder de vrijwilligersverzekering. De aansprakelijkheid van de dorpsraad en de vrijwilligers van de dorpsraad is dus middels de vrijwilligers verzekering gedekt. In de vrijwilligersverzekering is opgenomen dat er geen leeftijdsgrens is voor vrijwilligers. Tevens is opgenomen dat organisaties zich niet hoeven aan te melden60. Dit houdt in dat de dorpsraad automatisch onder de vrijwilligersverzekering valt. Onder verzekerden wordt verstaan vrijwilligers van vrijwilligersorganisaties die zijn aangesloten bij de verzekernemer, in dit geval de gemeente61. Volgens de gemeente zijn dat alle clubs, verenigingen en stichtingen62. Aangezien de dorpsraad een stichting is valt de dorpsraad dus ook onder de vrijwilligersverzekering. De vrijwilligersverzekering is onderverdeeld in verschillende verzekeringen. Tevens is er onderscheid gemaakt in verzekeringen voor de vrijwilliger en de organisatie. Hieronder worden deze kort toegelicht. Per verzekering zullen de definitie verschillen. Dit komt omdat verschillende verzekeringen onderdeel uitmaken van de vrijwilligersverzekering. Iedere verzekeraar hanteert andere definities. Doch wordt onder verzekerde altijd de vrijwilliger verstaan en in geval van een verzekering voor de organisatie wordt, in dit geval, de dorpsraad bedoeld.
57
Van Caspel, 2008, p.8 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/internet/digitaalloket_41157/product/vrijwilligerswerk-verzekeren_1043.html 59 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 60 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 61 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 62 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/internet/digitaalloket_41157/product/vrijwilligerswerk-verzekeren_1043.html 58
26
8.3.1 Schadeverzekering
In de vrijwilligersverzekering is een schadeverzekering opgenomen. Deze verzekering is gericht op de vrijwilliger. Onder zaakschade valt ook zaakschade aan motorrijtuigen63. Onder schade wordt, volgens artikel 3.1 van de Algemene voorwaarde behorend bij de vrijwilligersverzekering (verder: Algemene voorwaarde), verstaan schade waarbij letsel is ontstaan of een benadeling van de gezondheid van de verzekerde. Het letsel dient medisch vastgesteld te worden. Ook het overlijden als gevolg van het letsel of benadeling van de gezondheid is meeverzekerd. Tevens wordt onder schade verstaan schade aan roerende zaken door beschadiging of het verloren gaan van de roerende zaak. Deze roerende zaken dienen tot de particuliere huishouding van de verzekerde behoren. Onder roerende zaken wordt niet verstaan, gemotoriseerde (lucht)vaartuigen, caravans en aanhangers en de daarmee vervoerde zaken 64. Per gebeurtenis is het verzekerde bedrag maximaal 250.0000 euro. Als er sprake is van schade aan motorrijtuigen is dat bedrag 30.000 euro en zaakschade met een maximum van 5.000 euro65. In de algemene voorwaarde is de definitie van een gebeurtenis vastgelegd. Bij letsel wordt onder een gebeurtenis verstaan een ongeval dat heeft plaatsgevonden gedurende de uitvoering van de vrijwilligerswerkzaamheden(artikel 3.2 lid a Algemene voorwaarden). Bij schade welke is ontstaan aan roerende zaken, is de roerende zaak verzekerd indien de schade is ontstaan gedurende de vrijwilligerswerkzaamheden(artikel 3.2 lid b Algemene voorwaarden). Voor zowel letselschade en schade aan roerende zaken geldt dat het komen en gaan naar de plaatsen waar de werkzaamheden worden uitgevoerd ook verzekerd zijn. Het komen en gaan dient rechtstreeks, zonder onderbreking, en via de kortste weg te geschiede. Ook is er in de algemene voorwaarden een definitie opgenomen van rechthebbende. Rechthebbende op schadevergoeding zijn verzekerden die rechtstreeks bij de gebeurtenis betrokken zijn en personen omschreven in artikel 6:108 BW (artikel 5.1 Algemene voorwaarden).Schadevergoeding voor letsel of overlijden wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. Artikel 6:107a BW wordt echter buiten beschouwing gelaten. Artikel 3.3 Algemene voorwaarden is van toepassing op de schade die is ontstaan aan motorrijtuigen. In dit artikel is onder meer bepaald dat het motorvoertuig niet onder de vrijwilligersverzekering valt indien er voor het motorvoertuig een cascoverzekering is afgesloten66. Overigens is er voor zaakschade aan motorrijtuigen een eigenrisico ten bedrage van 250 euro67. De schadevergoeding van roerende zaken wordt vastgesteld aan de hand van herstelkosten of bij verlies wordt de schadevergoeding bepaald aan de hand van de dagwaarde van de roerende zaak (artikel 5.2 Algemene voorwaarden). Voor bepaalde roerende zaken is een maximum bedrag bepaald. Zo is op grond van artikel 5.2 lid k bepaald dat voor rijwielen een maximumbedrag geldt van 750
63
Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 64 Meeus, 2009, http://www.meeus.com/Zakelijk/specialismen/Documents/Voorwaarden%20Collectieve%20schadeverzekering %20vrijwilligers%20Versie%2001-2009.pdf 65 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 66 Meeus, 2009, http://www.meeus.com/Zakelijk/specialismen/Documents/Voorwaarden%20Collectieve%20schadeverzekering %20vrijwilligers%20Versie%2001-2009.pdf 67 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719
27
euro68. De leden van de dorpsraad zijn dus verzekerd tegen schade bij de uitvoering van de werkzaamheden voor de dorpsraad. 8.3.2 Aansprakelijkheidsverzekering particulieren
De aansprakelijkheidsverzekering is een onderdeel van de vrijwilligersverzekering. De aansprakelijkheidsverzekering is voor vrijwilligers. De aansprakelijkheidsverzekering particulieren valt onder de voorwaarden AP0669. In de aansprakelijkheidsverzekering wordt onder een gebeurtenis verstaan, ieder voorval of voorvallen welke verband met elkaar houden waardoor schade is ontstaan (artikel 1.1 AP06)70. Artikel 1.2 lid a AP06 geeft de definitie van schade aan personen, deze definitie is dezelfde als die bij de schadeverzekering. Anders dan bij de schadeverzekering is de definitie van zaakschade. Artikel 1.2. lid b AP06 geeft de definitie van zaakschade deze luidt als volgt, beschadiging, vernietiging, vermissing of verdwijning van stoffelijke zaken van anderen dan de verzekerde, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade71. Zaken welke van de vrijwilligers zelf zijn vallen dus niet onder de vrijwilligersverzekering. Doch zijn vrijwilligers ten opzichte van elkaar wel verzekerd72. Dit houdt in dat een vrijwilliger verzekerd is voor de schade die hij een andere vrijwilliger berokkend. Dit staat ook omschreven in artikel 2.1 lid b sub 1 AP0673. Ook schade aan (on)roerende zaken die een verzekerde onder zich heeft is gedekt. Tevens is meeverzekerd (on)roerende zaken die iemand anders namens de verzekerde onder zich had74. Niet mee verzekerd zijn zaken die gestolen, vermist of verdwenen zijn. Ook werkzaamheden met open vuur en classificeren zijn niet mee verzekerd75. Ook aansprakelijkheid door het doen of nalaten van voor één januari 2003 zijn niet meeverzekerd76. Op grond van artikel 3.1 AP06 wordt schade niet vergoed als er sprake is van opzet. Opzet is het wederrechtelijk doen of nalaten. Opzet kan zowel gericht zijn op een persoon als op een zaak77. De leden van de dorpsraad zijn via de vrijwilligersverzekering ook verzekerd tegen aansprakelijkheid. Wel dienen dorpsraadleden de schade niet opzettelijk te veroorzaken, aangezien de schade dan niet wordt vergoed. Ook dienen dorpsraadleden op te passen dat ze niet nalatig zijn.
68
Meeus, 2009, http://www.meeus.com/Zakelijk/specialismen/Documents/Voorwaarden%20Collectieve%20schadeverzekering %20vrijwilligers%20Versie%2001-2009.pdf 69 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 70 Meeus/Reaal, 2013, http://www.meeus.com/zakelijk/specialismen/documents/ap06.pdf 71 Meeus/Reaal, 2013, http://www.meeus.com/zakelijk/specialismen/documents/ap06.pdf 72 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 73 Meeus/Reaal, 2013, http://www.meeus.com/zakelijk/specialismen/documents/ap06.pdf 74 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 75 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 76 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 77 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719
28
8.3.3Ongeval inzittendeverzekering motorrijtuig (vrijwilligers)
Bij de vrijwilligersverzekering is een ongeval inzittendeverzekering opgenomen. Deze verzekering is om schade te vergoeden aan inzittenden in een motorvoertuig van de verzekerde vrijwilliger. Het motorrijtuig dient eigendom te zijn van de vrijwilliger. Op deze verzekering zijn de Algemene Voorwaarden Ongevallen Inzittenden 2010-07 (verder:AVOI2010-07) van toepassing78. Artikel 1.3 AVOI2010-07 geeft de definitie van de verzekerde. In dit artikel staat onder meer dat om verzekerd te zijn de persoon met toestemming van de eigenaar zich in het voertuig bevind. In artikel 5 ev. staan enkele uitzonderingen die niet binnen de verzekering vallen. Artikel 5.8 AVOI2010-07 geeft bijvoorbeeld aan dat een ongeluk ontstaan vanuit een (al dan niet deelgenomen) misdrijf of een poging daartoe, niet is meeverzekerd79. Deze verzekering geldt dus voor inzittende van een motorvoertuig die in eigendom is van een lid van de dorpsraad. Leden van de dorpsraad vallen hier zelf dus niet onder. De verzekering is slechts geldig bij de uitvoering van de vrijwilligerswerkzaamheden. Ook het reizen van en naar de plaats waar de werkzaamheden worden uitgevoerd is meeverzekerd. Hierbij dient de reis echter wel rechtstreeks en onderbroken te zijn. Tevens dient de kortste weg genomen te worden80. 8.3.4 Schadeverzekering niet zijnde vrijwilligers
Deze schadeverzekering is voor de organisatie, in dit geval de dorpsraad. Voor deze schadeverzekering zijn dezelfde Algemene voorwaarden/regels van toepassing als die van de schadeverzekering van vrijwilligers. Echter dient het bij deze schadeverzekering niet te gaan om een vrijwilligers maar om een werknemer, althans niet zijnde vrijwilliger, van de organisatie81. 8.3.5 Aansprakelijkheidsverzekering bedrijven
In de vrijwilligersverzekering is een aansprakelijkheidsverzekering bedrijven opgenomen. Deze verzekering is voor de organisatie, de dorpsraad in dit geval. Op deze verzekering zijn de Nederlandse Beurspolis voor aansprakelijkheid 2007(verder: NBA 2007) van toepassing82. Ook in de NBA 2007 is een definitie van schade opgenomen. Schade aan personen wordt ook hier weer omschreven als letsel en-of aantasting van de gezondheid van een persoon. Hieronder valt ook het overlijden van een persoon. Hierbij is inbegrepen de met geld waardeerbare gevolgen hiervan (artikel 1.5.1 NBA 2007). Artikel 5.2 NBA 2007 geeft een definitie van zaakschade. Zaakschade wordt volgens de NBA 2007 aangemerkt als verlies, vernietiging of beschadiging van zaak behorende tot een derde. Hierbij zit inbegrepen de op geld waardeerbare gevolgen van het verlies, vernietiging of beschadiging (artikel 5.2.1 NBA 2007). Tevens wordt onder zaak schade verstaan het vuil of verontreinigen van zaken. Ook 78
Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 79 Meeus/Chartis, 2013, http://www.meeus.com/zakelijk/specialismen/documents/ongevallen%20inzittenden%202010-07.pdf 80 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 81 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 82 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719
29
het bevinden van vreemde stoffen in zaken wordt gezien als zaakschade83. In artikel 1.10 NBA 2007 wordt omschreven wat doen en nalaten inhoudt. Onder doen en nalaten wordt verstaan, een gedraging van de verzekerde waaruit een aanspraak voortvloeit84. Tevens is meeverzekerd schade die is ontstaan aan (on)roerend zaken85. Artikel 2 van de NBA 2007 geeft de dekking van deze verzekering weer. Onder andere is in artikel 2 NBA 2007 opgenomen dat aansprakelijkheid onder de dekking valt. Mits er sprake is van schade aan derden door het doen of nalaten van de verzekerde. In artikel 3 NBA staan de gevallen opgenomen die uitgezonderd, en dus ook niet zijn meeverzekerd. Niet mee verzekerd zijn onder meer kosten die ontstaan doordat werkzaamheden opnieuw verricht dienen te worden. Echter dienen deze werkzaamheden wel door de verzekerde of onder verantwoordelijkheid van de verzekerde te zijn uitgevoerd (artikel 3.5.3 NBA 2007) 86. Anders dan dat in de NBA 2007 is bepaald is niet meeverzekerd aansprakelijkheid ten opzichte van de vrijwilliger indien de schade gedekt wordt door de Schadeverzekering voor vrijwilligers. Tevens is niet meeverzekerd de diefstal, verdwijning of vermissing van zaken. Ook werkzaamheden met open vuur en classificeren zijn niet verzekerd middels deze verzekering 87. In artikel 4 NBA 2007 is opgenomen wat de verplichtingen zijn van de verzekerde bij het ontstaan van schade. Zo is de verzekerede verplicht om zo spoedig mogelijk te melden dat er sprake is van schade aan de verzekeraar. Op de schade dient wel een schadeplicht van de verzekerde te zitten en een uitkeringsplicht voor de verzekeraar (artikel 4.1.1 NBA 2007) 88. In deze verzekering is de verzekerde de stichting dorpsraad Gaanderen. Onder meer schade die is ontstaan door de uitvoering van werkzaamheden van de stichting zijn middels deze verzekering gedekt. 8.3.6 Ongeval inzittendeverzekering motorrijtuig (organisatie)
Deze verzekering is bedoeld voertuigen behorende tot de vrijwilligersorganisatie89. De stichting dorpsraad is niet in het bezit van een voertuig90. Hierdoor zal niet verder ingegaan worden over deze verzekering. In de toekomst zou de stichting dorpsraad wel in het bezit kunnen komen van een motorvoertuig vandaar dat er kort melding van wordt gemaakt. 8.3.7 Bestuursaansprakelijkheid
In de vrijwilligersverzekering is een bestuursaansprakelijkheidsverzekering opgenomen 91. Bestuursaansprakelijkheid vloeit voort uit artikel 2:9 BW. Doordat de dorpsraad een stichting is, is artikel 2:9 BW van toepassing. In dit artikel is opgenomen dat het bestuur zich, bij de 83
Meeus/ NBA, 2007, http://www.meeus.com/Zakelijk/specialismen/Documents/NBA%202007.pdf 84 Meeus/ NBA, 2007, http://www.meeus.com/Zakelijk/specialismen/Documents/NBA%202007.pdf 85 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 86 Meeus/ NBA, 2007, http://www.meeus.com/Zakelijk/specialismen/Documents/NBA%202007.pdf 87 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 88 Meeus/ NBA, 2007, http://www.meeus.com/Zakelijk/specialismen/Documents/NBA%202007.pdf 89 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 90 Bijlage 3 scriptie P. 91 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719
30
uitvoering van zijn taken, als behoorlijk bestuurder tegenover de rechtspersoon (stichting) dient te gedragen. Bij taken waar meerdere bestuursleden verantwoordelijk voor zijn, is iedere van hen in het geheel aansprakelijk voor een eventuele tekortkoming. Onder de aansprakelijkheid kan worden uitkomen als blijkt dat het niet aan de bestuurder te wijten is en de bestuurder niet nalatig is geweest bij het nemen van maatregelen om de tekortkoming af te wenden. Uit artikel 2:9 BW blijkt dat als er sprake is van onbehoorlijk bestuur ,een bestuurder hoofdelijk aansprakelijk kan zijn voor de tekortkoming die is ontstaan. Hierom is in de vrijwilligersverzekering een bestuursaansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Deze verzekering is bedoeld voor bestuursleden en toezichthouders van vrijwilligersorganisaties. De vrijwilligersorganisaties dienen onder toezicht te staan van de gemeente92. Het maximale bedrag dat de vrijwilligersorganisatie aan baten mag hebben is 500.000 euro per jaar. Op deze verzekering zijn de Algemene Voorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering voor Bestuurders en Commissarissen BusinessGuard D&O 2006N (MM) (verder: AVABCB) 93. De AVABCB dekt de onderzoekskosten en verweerkosten nadat een bestuursfout is ontstaan. Tevens dekt de AVABCB de schade en boetes die zijn ontstaan door de bestuursfout. Deze dekking geldt voor het bestuurslid dat de fout heeft gemaakt, bestuursleden die wettelijk mede aansprakelijk zijn en de organisatie(artikel 1 AVABCB). In heel artikel 2 AVABCB staan definities opgenomen. Zo wordt onder een bestuursfout verstaan een niet-nakoming van een feitelijke of beweerde verplichting, fout, nalatigheid, vertrouwensbreuk, misleiding, verzuim, laster of een onjuiste voorstelling van zaken. Alsmede een andere daad van een bestuurder of andere zaak geclaimd vanwege die hoedanigheid, aldus artikel 2.6 AVABCB94. Een claim is volgens artikel 2.8 AVABCB een uitdrukkelijk schriftelijke aanspraak waarbij een geldbedrag of iets anders jegens een bestuurder wordt gevorderd. Hierbij kan het bedrijf/organisatie geen aanspraakmaker zijn. Ook wordt onder een claim verstaan een procedure waarbij de bestuurder op de wettelijke verplichtingen wordt aangesproken. De procedure kan strafrechtelijk, civiel, administratiefrechtelijk of arbitraal zijn. Tevens kan een claim een kennisgeving zijn van een onderzoek waarbij de rol van de bestuurder (mede) wordt onderzocht. Uit artikel 3 blijkt dat eventuele dochterondernemingen ook onder deze verzekering valt. Bestuurders zijn dus ook verzekert tegen mogelijk bestuursfouten die betrekking hebben op dochterondernemingen95. Indien een organisatie een aanspraak doet staat daar per aanspraak een maximum voor van 500.000 euro. Per organisatie is er een maximum van 1.000.000 euro per jaar waarop zij aanspraak kunnen doen. De gemeente is verzekerd voor een maximum van 5.000.000 euro per jaar. Voor boetes is een limiet ingesteld van 150.000 euro. Bij een boete is een bedrag tot 150.000 euro verzekerd96. Zoals bij iedere verzekering zijn er ook gevallen die uitgesloten zijn, deze staan genoemd in artikel 4 AVABCB. Onder andere het verkrijgen van inkomen of voordeel waarop een bestuurder geen aanspraak maakt, is niet meeverzekerd. Ook het opzettelijk of bewuste overtreding van de wet, door bijvoorbeeld frauduleuze of strafbare handelingen, zijn niet meeverzekerd. Artikel 5 92
Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 93 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 94 Meeus/ Chartis, 2007, http://www.meeus.com/zakelijk/specialismen/documents/businessguard%20deno%202006.pdf 95 Meeus/ Chartis, 2007, http://www.meeus.com/zakelijk/specialismen/documents/businessguard%20deno%202006.pdf 96 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719
31
AVABCB geeft aan hoe een claim wordt ingediend en aan welke voorwaarde de indiening van een claim dient te voldoen. Onder ander dient een schriftelijke kennisgeving van de claim naar de verzekeraar gestuurd te worden (artikel 5.1 AVABCB). In artikel 6 AVABCB staan de voorwaarden voor het voeren van verweer opgenomen. De verzekeraar heeft bijvoorbeeld het recht om een raadsman aan te stellen indien zij dit nodig achten om bijvoorbeeld dubbelwerk te voorkomen. Het aanstellen dan deze raadsman mag niet leiden tot tegenstrijdige belangen van de bestuurder waartegen de claim is ingediend97. 8.3.8 Rechtsbijstandverzekering
De laatste verzekering welke is opgenomen in de vrijwilligersverzekering is de rechtsbijstandverzekering. De rechtsbijstandverzekering is bedoeld voor vrijwilligers. Op deze verzekering zijn de Algemene voorwaarden DAS Rechtsbijstand (AV DAS) en de Bijzondere Polisvoorwaarde DAS Rechtsbijstand(Verder: Polisvoorwaarde) van toepassing98. Artikel 3 Polisvoorwaarde geeft aan dat het belang van het verzoek minstens 225 euro dient te zijn, om aanspraak te kunnen doen op de rechtsbijstandsverzekering. Artikel 2 Polisvoorwaarde geeft aan bij welke activiteiten de vrijwilliger aanspraak kan maken op de rechtsbijstandsverzekering. Schade die de vrijwilliger zelf heeft geleden, tenminste als het niet gaat om schade aan de in eigendom zijnde voertuigen of vaartuigen, bij de uitvoering van zijn werkzaamheden (artikel 2.1 Polisvoorwaarde). Ook een strafvervolging die tegen de vrijwilliger is ingesteld vanwege veronderstelde strafrechtelijke handelingen die verricht zijn gedurende de vrijwilligerswerkzaamheden, worden vergoed (artikel 2.2 Polisvoorwaarde). In artikel 4.1 Polisvoorwaarde staat dat voor de uitkering van de rechtsbijstand de AV DAS van toepassing is. Doch geeft artikel 4.2 Polisvoorwarde aan dat een er een maximum bedrag van 35.000 euro is voor externe kosten 99. Rechtsbijstand is het behartigen van juridische belangen van de vrijwilliger (in dit geval), die in een juridisch geschil betrokken is geraakt. Hiermee wordt mede bedoeld het adviseren over de mogelijke resultaten van het geschil en de rechtspositie waarin de vrijwilliger zich op dat moment bevind. Ook het voeren van verweer valt hieronder. Het indienen van vorderingen, bezwaarschriften en verzoekschriften vallen hier ook onder. Tevens valt het ten gelden maken van een vordering onder rechtsbijstand. Ook het verdedigen van bezwaarschriften en verzoekschriften als mede het ten uitvoerleggen van vonnissen wordt gezien als rechtsbijstand. De kosten omtrent de hierboven genoemde activiteiten kunnen voorgeschoten of vergoed worden, dit valt ook onder de definitie rechtsbijstand. Deze definitie van rechtsbijstand staat in artikel 1.3 AV DAS. Een definitie van een gebeurtenis is opgenomen in artikel 3.2 AV DAS. Onder een gebeurtenis wordt aldus artikel 3.2 AV DAS verstaan een voorval die heeft geleid tot het ontstaan van het conflict. Ook een feitelijke gebeurtenis kan worden gezien als de oorzaak van het conflict. Artikel 3.2 AV DAS geeft tevens aan dat de oorzaak van een geschil geen gebeurtenis kan zijn waarvan de verzekerde niet hoefde te weten of niet op de hoogte was van deze gebeurtenis. De verzekerde vrijwilliger dient bij twijfel aan te tonen dat hij daadwerkelijk op de hoogte behoorde te zijn of wist van de gebeurtenis. In artikel 5 AV DAS staan alle voorwaarde voor de verlening van rechtsbijstand opgenomen. Onder ander is bepaald dat rechtsbijstand niet 97
Meeus/ Chartis, 2007, http://www.meeus.com/zakelijk/specialismen/documents/businessguard%20deno%202006.pdf 98 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab514785fafe5c&attachm ent=0&c=33719 99 Meeus/DAS, 2008, http://www.meeus.com/Zakelijk/specialismen/Documents/Clausuleblad%204.pdf
32
langer verleend wordt indien het resultaat niet (redelijkerwijs) meer behaald kan worden (artikel 5.2 AV DAS) of de kosten niet (langer) opwegen tegen het belang (artikel 5.4 AV DAS). Hoe de kosten worden vergoed staat opgenomen in artikel 6 AV DAS. Zo staat in artikel 6.1 lid A AV DAS dat alle interne kosten worden vergoed. Interne kosten zijn kosten gemaakt door deskundige in loondienst van de verzekeraar. Artikel 6.1 lid B AV DAS geeft aan welke externe kosten vergoed worden. In dit artikel staat onder meer dat de kosten voor extern ingehuurde deskundige door de verzekeraar worden vergoed. In artikel 7 AV DAS staan de eisen waaraan de verzekerde vrijwilliger dient te voldoen bij het beroepen op de rechtsbijstandsverzekering. Onder meer is bepaald dat de verzekerde vrijwilliger zo snel mogelijk moet laten weten aan de verzekeraar dat hij een beroep wil doen op de rechtsbijstand. Dit beroep dient zo snel mogelijk gedaan te worden nadat het geschil is ontstaan (artikel 7.1 AV DAS). In artikel 8 AV DAS staan de omstandigheden omschreven waarin de verzekeraar niet uitkeert. Onder ander is bepaald dat indien een geschil is ontstaan door bijvoorbeeld een natuurramp of terrorisme de verzekeraar geen rechtsbijstand verleend (Artikel 8.2 AV DAS). Mocht er een conflict ontstaan tussen bijvoorbeeld de gemeente en een vrijwilliger dan zal de verzekeraar alleen de gemeente bijstaan, dit is bepaald in artikel 9 lid A AV DAS. De gemeente zal alleen vertegenwoordigd worden aangezien de gemeente de verzekernemer is. Immers is het de gemeente die de verzekering heeft afgesloten. Indien binnen dezelfde polis twee verzekerde vrijwilligers in conflict met elkaar komen, dan zal alleen de door de gemeente aangewezen vrijwilliger rechtsbijstand verleend krijgen. Dit is bepaald in artikel 9 lid B AV DAS100. De vrijwilligers die werkzaamheden uitvoeren voor de dorpsraad hebben dus via de vrijwilligers verzekering ook een rechtsbijstandsverzekering. Echter bij het ontstaan van een conflict met de gemeente zal deze rechtsbijstandsuitkering niet op de vrijwilliger van toepassing zijn.
100
Meeus/Das, 2010, http://www.meeus.com/Zakelijk/specialismen/Documents/DAS%20Algemene%20vwrd%20Particulier%20012010.pdf
33
9. Bevoegdheidsverkrijging De dorpsraad heeft verschillende mogelijkheden om nieuwe bevoegdheden te verkrijgen. Het verkrijgen van bevoegdheden kan de dorpsraad echter niet zelfstandig. De gemeente dient bereid te zijn om bevoegdheden over te dragen aan de dorpsraad. De wet geeft een bestuursorgaan, in dit geval de gemeente, de mogelijkheid om bevoegdheden over te dragen.
9.1 Attributie Attributie is een bevoegdheidsverkrijging op grond van wet- of regelgeving aan bestuursorganen101. Artikel 10: 22 AWB bepaald dat attributie bevoegdheidsverkrijging is op grond van een wettelijk voorschrift, waarbij de persoon of college waaraan de bevoegdheden zijn toebedeeld onder de verantwoordelijkheden valt van een bestuursorgaan. Artikel 1:1 AWB geeft de wettelijke definitie van bestuursorganen. Onder een bestuursorgaan wordt op grond van artikel 1:1 lid 1 AWB verstaan: een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld of een ander persoon of college dat met enig openbaar gezag is bekleed. De dorpsraad is niet ingesteld op grond van artikel 83 Gemeentewet, dit zou publiekrechtelijk zijn. De dorpsraad is door particulieren opgericht, dus privaatrechtelijk. Hierdoor is de dorpsraad wel een rechtspersoon doch niet ingesteld krachtens publiekrecht. De dorpsraad zou wel onder het eerste deel van artikel 1:1 lid 1 AWB vallen indien zij waren ingesteld volgens artikel 83 Gemeentewet. Daarnaast heeft de dorpsraad geen openbaar gezag. Openbaar gezag houdt in dat er sprake is van een duidelijke opdrachtomschrijving voor het uitvoeren van een bepaalde bestuurstaak. Hieruit kan een bindend besluit volgen voor burgers102. De dorpsraad heeft geen duidelijke opdracht omschrijving voor het uitvoeren van bestuurstaken. Aangezien de dorpsraad slechts bezit over de eigen statuten, waarin de doelstelling van de dorpsraad zijn omschreven. Daarnaast kan de dorpsraad geen bindende besluiten nemen voor burgers. Hierdoor is de dorpsraad geen bestuursorgaan. De dorpsraad kan op grond van attributie geen nieuwe bevoegdheden verkrijgen aangezien de dorpsraad geen bestuursorgaan is. Tenzij de wet wordt gewijzigd.
9.2 Overeenkomst De dorpsraad kan middels een privaatrechtelijke overeenkomst (verder: convenant) met de gemeente bevoegdheden verkrijgen. Deze vorm van een overeenkomst wordt ook wel bevoegdhedenovereenkomst genoemd103. Voorbeelden van bevoegdheden die kunnen worden overgedragen zijn het recht van advies en het recht op informatie. Een convenant is een overeenkomst. Dit houdt in dat het verbintenissenrecht op het convenant van toepassing is. De gemeente is gebonden aan het convenant. Van het convenant kan echter worden afgeweken indien door onvoorziene omstandigheden het algemene belang in gevaar is gebracht. De onvoorziene omstandigheden dienen van dien aard te zijn dat het niet redelijk en billijk is om het convenant voort te zetten, dit is bepaald in artikel 6:258 lid 1 BW. Het algemene belang dient de afwijking van het convenant noodzakelijk te maken104. Dit dient de gemeente echter wel goed te onderbouwen. Als deze onderbouwing niet juist of onvoldoende is zal de gemeente als contractpartij in gebreke zijn105. Een overeenkomst, in dit 101
H.C.M. Smeets e.a., 2007, p. 49. H.C.M. Smeets e.a., 2007, p. 44. 103 G.A.C.M. van Ballegooij,e.a.,2008, p. 275. 104 H.C.M. Smeets e.a., 2007, p. 210. 105 G.A.C.M. van Ballegooij,e.a.,2008, p. 278. 102
34
geval een convenant, is wederkerig. De wederkerigheid van een overeenkomst houdt in dat beide partijen rechten en plichten hebben jegens elkaar, aldus artikel 6:261 BW. Voor de dorpsraad is dit een eenvoudige manier om nieuwe bevoegdheden te verkrijgen. Middels een convenant kunnen tevens afspraken gemaakt worden over de taakverdeling bij bijvoorbeeld het uitvoeren van een project. Een convenant kan bij niet nakoming worden ontbonden, op grond van artikel 6:265 BW. Alleen de wederpartij van de partij die niet is nagekomen mag ontbinding eisen artikel 6:265 lid 1 BW. Het convenant kan ook gedeeltelijk ontbonden worden, dit is bepaald in artikel 6:270 BW. De ontbinding van een overeenkomst kan op twee manieren plaats vinden. De partij die gerechtigd is om het convenant te ontbinden, kan dit schriftelijk doen middels een verklaring (artikel 6:267 lid 1 BW). Ook kan de gerechtigde partij via de rechter het convenant laten ontbinden (artikel6:267 lid 2 BW). Komt dus bijvoorbeeld de dorpsraad de afspraken die vast zijn gelegd in het convenant niet na, dan kan de gemeente het convenant laten ontbinden. Omgekeerd is dit ook het geval.
9.3 Mandaat Een mandaat geeft de bevoegdheid om besluiten te nemen in naam van het bestuursorgaan, in dit geval zou dat de gemeente zijn, dit staat omschreven in artikel 10:1 AWB. Dat een besluit in naam van de mandaatgever wordt genomen blijkt ook uit artikel 10:10 AWB. In dit artikel is bepaald dat in het gemandateerde besluit moet staan namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen. Onder een besluit wordt volgens artikel 1:3 lid 1 AWB verstaan een door een bestuursorgaan genomen schriftelijk besluit betreffende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Een rechtshandeling is een handeling waarbij een rechtsgevolg beoogd wordt. Een rechtsgevolg brengt rechten en plichten met zich mee106. Artikel 1:3 lid 2 AWB geeft aan wat een beschikking is. Een beschikking is een besluit, daarbij inbegrepen de afwijzing van een aanvraag, die niet van algemene strekking is. Bij een beschikking dient er sprake te zijn van een concreet geval of persoon107. Iemand die een mandaat geeft wordt ook wel mandaatgever genoemd108. Bij de gemeente kunnen zowel het college van Burgemeester en wethouders als de gemeenteraad mandaatgever zijn. De ontvanger van het mandaat wordt mandataris genoemd109. In de wet wordt de ontvanger van het mandaat de gemandateerde genoemd. Hierdoor zal in dit stuk de term gemandateerde gebruikt worden. Uit artikel 10:7 AWB blijkt dat ondanks dat een bevoegdheid gemandateerd is de mandaatgever bevoegd blijft om de gemandateerde bevoegdheid uit te voeren. In artikel 10:2 AWB staat omschreven dat als een gemandateerde binnen de gemandateerde bevoegdheid een besluit neemt, dit besluit wordt gezien als een besluit van de mandaatgever. Uit artikel 10:2 AWB blijkt dus dat de mandaatgever de verantwoordelijkheid blijft dragen over de gemandateerde bevoegdheid, ondanks dat de gemandateerde de bevoegdheid uitvoert110. Een mandaat mag niet altijd verleent worden. Een mandaat mag niet verleend worden indien blijkt dat een wettelijk voorschrift heeft bepaald dat de bevoegdheid niet gemandateerd mag worden, dit staat omschreven in artikel 10:3 lid 1 AWB. In artikel 10:3 lid 2 AWB staan bevoegdheden opgenoemd welke niet overgedragen mogen worden. Een beslissing op een beroepschrift is een voorbeeld van een bevoegdheid die niet overgedragen mag worden (artikel 10: 3 lid 2 sub c AWB). Als de gemandateerde een besluit heeft genomen waar op grond van artikel 7:1a AWB bezwaar voor is gemaakt, dan mag de gemandateerde niet zelf over het bezwaar beslissen, dit staat omschreven in artikel 106
H.C.M. Smeets e.a., 2007, p. 68. H.C.M. Smeets e.a., 2007, p. 39. 108 H.C.M. Smeets e.a., 2007, p. 52. 109 H.C.M. Smeets e.a., 2007, p. 52. 110 H.C.M. Smeets e.a., 2007, p. 52. 107
35
10:3 lid 3AWB. In artikel 7:1a AWB staat de mogelijkheid om middels een bezwaarschrift een verzoek in te dienen om rechtstreeks in beroep te gaan. Over deze bezwaarvorm mag een gemandateerde dus niet zelf beslissen. Als de gemandateerde niet onder de verantwoordelijkheid van de mandaatgever valt, dan dient voor de mandaatverlening toestemming te zijn van de gemandateerde, dit is opgenomen in artikel 10:4 lid 1 AWB. Hierop is slechts één uitzondering gemaakt, namelijk als uit een wettelijk voorschrift blijkt dat er een bevoegdheid bestaat om te mandateren (artikel 10:4 lid 2 AWB). Voor de dorpsraad zal een mandaatverlening dus altijd schriftelijk plaatsvinden, aangezien de dorpsraad niet werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. De AWB kent een bestuursorgaan, gemeente, twee soorten van mandaat toe. Namelijk een algemeen mandaat of een mandaat voor een bepaald geval (artikel 10: 5 lid 1). Artikel 10:5 lid 2 AWB bepaald dat bij de verlening van een algemeen mandaat, deze schriftelijk dient te worden aangegaan. Bij de mandaatverlening voor een bepaald geval is er een keuze vrijheid hoe de mandaatverlening wordt aangegaan. Tenzij de gemandateerde niet onder de verantwoordelijkheid valt van het bestuursorgaan, dan is er een verplichting om de mandaatverlening schriftelijk aan te gaan (artikel 10:5 lid 2). Uit artikel 10:6 lid 1 AWB blijkt dat de mandaatgever algemene instructies mag geven omtrent de gemandateerde bevoegdheden. De gemandateerde is verplicht de mandaatgever van inlichtingen te voorzien als de mandaatgever hierom vraag, dit blijkt uit artikel 10:6 lid 2 BW. Voor de dorpsraad kan dit betekenen dat de dorpsraad inlichtingen dient te verstrekken aan de gemeente. Ook zou de dorpsraad naar instructies van de gemeente moeten luisteren. Een mandaat mag op grond van artikel 10:8 lid 1 AWB op ieder gewenst moment ingetrokken worden. Een algemeen mandaat dient, op grond van artikel 10:8 lid 2 AWB, schriftelijk ingetrokken te worden door de mandaatgever. Mocht de dorpsraad gemandateerde bevoegdheden, van de gemeente, verkrijgen dan zal dorpsraad onder toezicht van de gemeente staan. Immers blijft de gemeente de verantwoordelijkheid dragen. Mocht de dorpsraad om enerlei wijze niet goed functioneren dan zal de gemeente de gemandateerde bevoegdheid in kunnen trekken. Anderzijds kan de gemeente de bevoegdheid ook terugnemen als de dorpsraad wel goed functioneert. Een goede verhouding met de gemeente blijft hierdoor van belang. Gemandateerde bevoegdheden blijven vallen onder de verantwoordelijkheid van de mandaatgever. De dorpsraad kan ook gemandateerde bevoegdheden verkrijgen voor een bepaald geval. Hierbij kan gedacht worden aan bevoegdheden die nodig zijn om een bepaald project uit te voeren. Voor de dorpsraad kan dit een voordeel zijn, aangezien ze slecht die bevoegdheden verkrijgen die ze nodig hebben voor de uitvoering van een project. Tegen beschikkingen die door de mandataris zijn genomen mag bezwaar gemaakt worden. Een bezwaar dient echter gericht te worden aan de mandaatgever. De mandaatgever, in dit geval de gemeente, dient te zorgen voor een juiste afhandeling van het bezwaar111. Hieruit blijkt overigens ook dat de beslissingen die de mandataris neemt dient te voldoen aan de eisen die in de AWB worden gesteld, immers wordt bij de bezwaarprocedure het besluit mede getoetst aan de eisen die zijn gesteld in de AWB112. De mandataris dient zich te houden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (verder: ABBB) 113. Hierbij kan gedacht worden aan de eis dat de besluitnemer onpartijdig dient te zijn. Dit is bepaald in artikel 3:2 AWB114. Mocht de dorpsraad gemandateerde bevoegdheden verkrijgen waarbij zij beslissingen nemen, dan dienen zij deze beslissingen te onderbouwen zoals artikel 3:47 AWB van hen eist. Dit is overigens ook een ABBB. Onderbouwd de dorpsraad het besluit niet of gebrekkig dan zullen de beslissingen van de dorpsraad door bezwaar- beroepsprocedures van tafel worden geschoven. De dorpsraad kan gemandateerde 111
G.A.C.M. van Ballegooij,e.a.,2008, p. 44. G.A.C.M. van Ballegooij,e.a.,2008, p. 197. 113 G.A.C.M. van Ballegooij,e.a.,2008, p. 87. 114 G.A.C.M. van Ballegooij,e.a.,2008, p. 89. 112
36
bevoegdheden verkrijgen, echter dient zij rekening te houden met het feit dat iedere gemandateerde beslissing dient te voldoen aan de ABBB. Het nemen van besluiten en de onderbouwing hiervan kan heel wat tijd kosten. Op grond van artikel 4:13 AWB dient een besluit binnen een redelijke termijn genomen te worden. Een redelijke termijn is na acht weken nadat een verzoek of een vraag om een besluit te nemen is ingediend. De dorpsraad kan dit op zich nemen maar dient hierbij wel rekening te houden met het feit dat zij gebonden zijn aan alle eisen die gesteld worden in de AWB omtrent het nemen van besluiten. Dit kan de dorpsraad en daarmee de vrijwilligers van de dorpsraad heel wat tijd gaan kosten. Het is aan de dorpsraad om de afweging te maken of zij dit aankunnen.
9.4 Delegatie Onder delegatie wordt verstaan het overdragen van beslissingsbevoegdheden door het bestuursorgaan aan een ander. De ander voert de gedelegeerde bevoegdheden onder eigen verantwoording uit. Deze definitie staat omschreven in artikel 10:13 AWB. Het bestuursorgaan dat de bevoegdheden overdraagt word delgans genoemd115. De ontvanger van delegatie wordt delegataris genoemd116. Delegatie dient voort te vloeien uit de wet. Enkel bevoegdheden die in de wet staan omschreven kunnen gedelegeerd worden, dit staat in artikel 10:15 AWB. Niet alle bevoegdheden van een bestuursorgaan, zoals bijvoorbeeld de gemeente, kunnen worden overgedragen. Anders dan bij een mandaat kan de delegans de gedelegeerde bevoegdheden niet meer zelf uitvoeren (artikel 10:17 AWB). Doch kan de delegans op ieder gewenst moment het delegatiebesluit intrekken, dit staat omschreven in artikel 10:18 AWB. Zoals staat omschreven in artikel 10:16 lid 1 AWB kan de delegans zich slechts bemoeien met de gedelegeerde bevoegdheden door het uitschrijven van beleid. Ook mag de delegans inlichtingen verzoeken aan de delegataris over de uitvoering van de gedelegeerde bevoegdheden, de delegataris dient deze inlichtingen te verschaffen, dit vloeit voort uit artikel 10:16 lid 2 AWB. Op grond van artikel 10:19 AWB dient bij de besluiten van de delegataris melding te worden gemaakt van het delegatiebesluit en de vindplaats van het delegatiebesluit dient vermeld te worden. De dorpsraad kan op grond van delegatie nieuwe bevoegdheden verkrijgen. Door delegatie wordt de dorpsraad beslissingsbevoegd over bepaalde onderwerpen. Dit houdt ook in dat er door de dorpsraad zelf beleid uitgeschreven dient te worden over deze onderwerpen. Doordat de dorpsraad enkel en alleen uit vrijwilligers bestaat is het de vraag of het verstandig is om gedelegeerde bevoegdheden op zich te nemen. Immers zal bij delegatie de verantwoordelijkheid geheel over gaan op de dorpsraad. Dit houdt ook in dat de procedures uit de AWB van toepassing zijn op de dorpsraad. De dorpsraad dient dan bijvoorbeeld zelf bezwaar- en beroepsprocedures af te handelen. Naast dat de gemeente dit niet wil (zie bijlage: 2) 117, zal de belasting van vrijwilligers erg hoog worden. Het kan vermoedelijk niet van vrijwilligers verwacht worden dat zij deze verantwoordelijkheden op zich nemen. Daarnaast bestaat het gevaar dat de dorpsraad als nieuwe bestuurslaag wordt gezien. Hierbij schiet de dorpsraad het doel voorbij aangezien de dorpsraad juist wil dat burgers zelf initiatieven ondernemen en de dorpsraad daarbij een faciliterende rol speelt (S. Veldkamp, persoonlijke communicatie, ). Tevens dient de dorpsraad bij delegatie te waken dat zij niet worden ingezet om moeilijke bezuinigingen door te voeren, waarbij de dorpsraad wordt gebruikt om politiek gevoelige kwesties op te lossen. Hierbij zou de dorpsraad als zondebok aangewezen kunnen worden. Dit betekend echter niet dat de dorpsraad niet ingezet kan worden om bezuinigingen te verzachten.
115
H.C.M. Smeets e.a., 2007, p. 51. H.C.M. Smeets e.a., 2007, p. 51. 117 Bijlage 2 Scriptie 2013, p. 35 116
37
10. Conclusie: de overstap naar overheidsparticipatie De dorpsraad wil graag overgaan van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie. Om deze overstap te kunnen maken dient de dorpsraad enige aanpassingen te doen. Dit kan geconcludeerd worden uit de beantwoording van overige deelvragen van dit onderzoek.
10.1 Bevoegdheden De dorpsraad behoeft niet zozeer nieuwe formele bevoegdheden om over te kunnen gaan naar overheidsparticipatie. Formele bevoegdheden brengen immers verplichtingen met zich mee. Deze verplichtingen kunnen zeker voor vrijwilligers een zware last zijn om te dragen. Immers zal de gemeente van de dorpsraad verlangen dat de nieuwe bevoegdheden ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Ook de burgers van Gaanderen zullen verwachten dat de dorpsraad deze bevoegdheden op de juiste wijze uitvoert. Als dit niet gebeurt brengt dat de reputatie van de dorpsraad in gevaar. Immers zullen de gemeente en burgers minder of geen vertrouwen meer hebben in de dorpsraad, als blijkt dat de dorpsraad niet op de juiste manier omgaat met deze bevoegdheden. Naast dat het voor de dorpsraad zelf niet wenselijk is om formele bevoegdheden te verkrijgen, zal de gemeente op dit moment niet bereid zijn om formele bevoegdheden af te staan (zie bijlage 2) 118. De dorpsraad kan wel middels een convenant bepaalde bevoegdheden verkrijgen119. Hierbij valt te denken aan de bevoegdheid tot het geven van advies aan de gemeente. Ook kan middels een convenant afspraken gemaakt worden welke projecten de dorpsraad zelfstandig uit kan en mag voeren. De dorpsraad dient om over te gaan op overheidsparticipatie een goede samenwerking te hebben met de gemeente. Deze samenwerking is van belang omdat de gemeente vaak gewoonweg eigenaar is van de grond waarop de dorpsraad projecten wil uitvoeren. Het eigendom is het meest absolute vermogensrecht dat er is. De eigenaar van een zaak of goed is als enige beslissingsbevoegd over de zaak of goed, tenzij door een convenant, attributie of delegatie de beslissingsbevoegdheid al dan niet geheel wordt overgedragen. De gemeente dient de beslissingsbevoegdheden over te willen dragen en hierbij is wederzijds vertrouwen van belang. Daarnaast zit er een verschil tussen officiële en feitelijke bevoegdheden. In sommige gevallen zijn er geen officiële bevoegdheden aan organisatie, zoals de dorpsraad geven, doch worden bepaalde bevoegdheden wel gebruikt. Zoals bijvoorbeeld het Naoberteam in Winterswijk, waarbij werkelozen en gepensioneerde mensen de wijk intrekken om bepaalde problemen op te lossen. Hierbij kan gedacht worden aan het recht leggen van een losliggende stoeptegels. Officieel hebben ze niet de bevoegdheid om de stoeptegel recht te leggen, doch wordt dit in de praktijk wel gedaan en toegestaan120. De reikwijdte van deze feitelijke bevoegdheden kent natuurlijk wel grenzen, zo zou de openbare orde nooit in gevaar gebracht mogen worden. In dit geval blijft de gemeente Winterswijk wel de verantwoording dragen voor het Noaberteam, hierdoor is er tussen de gemeente Winterswijk en het Naoberteam ook overleg121. Het verkrijgen van een eigen budget is niet noodzakelijk om over te gaan naar overheidsparticipatie. Het zal wel gemakkelijker zijn voor de dorpsraad om een eigen budget te hebben, zodat zij zelfstandiger projecten kunnen uitvoeren. Echter heeft de dorpsraad op dit moment niet de deskundigheid om dusdanig budget te beheren122. Daarnaast dient de 118
Bijlage 2 scriptie P. G.A.C.M. van Ballegooij,e.a.,2008, p. 275. 120 Bijlage 5 scriptie P. 121 Bijlage 5 scriptie P. 122 Bijlage 3 scriptie, P. 119
38
dorpsraad prioriteringen te maken omtrent welke projecten voorrang hebben op andere projecten. Deze prioritering dient onderbouwd te worden door de dorpsraad, immers dienen de burgers van Gaanderen te weten waarom iets wel of niet gebeurt. Daarnaast kan een eigen budget zoveel tijd en moeite kosten voor een dorpsraad, waardoor dat de initiatieven achterwegen blijven123.
10.2 Achterban De dorpsraad mist op dit moment om over te kunnen gaan naar overheidsparticipatie een achterban. Op dit moment bestaat de dorpsraad uit zelf gekozen leden. De leden worden niet gekozen zoals in de statuten staat omschreven, doordat er te weinig kandidaten zijn om deel te nemen aan deze bestuursverkiezingen124. Hierdoor is er weinig draagkracht vanuit de inwoners van Gaanderen. Om ten opzichte van de gemeente en andere organisaties, zoals woningcorporaties, sterker te staan, dient de dorpsraad aan te kunnen tonen dat waar zij zich op dat moment voor inzetten, de burgers van Gaanderen achter ze staan. Dit zal lastig zijn als burgers geen invloed kunnen uitoefenen op het bestuur van de dorpsraad. Zeker als in sommige gevallen burgers van Gaanderen niet weten dat de dorpsraad bestaat. Ook om het vertrouwen van de burgers van Gaanderen te behouden dient de dorpsraad opener en toegankelijker te worden voor burgers. Op dit moment worden de bestuursleden van de dorpsraad niet gekozen. De bestuursleden van de dorpsraad worden door het bestuur zelf uitgekozen. Dit kan door de burgers van Gaanderen geïnterpreteerd worden als vriendjespolitiek. Hierdoor kan weerzin worden gewekt bij de burgers. Doordat de dorpsraad op komt voor de belangen van het gehele dorp Gaanderen dient de dorpsraad iedere vorm van vriendjespolitiek of belangenverstrengeling te vermijden. Wordt de schijn van vriendjespolitiek of belangenverstrengeling gewekt dan zal de dorpsraad het vertrouwen van burgers uit Gaanderen verliezen. Het gevoel van vriendjespolitiek en belangenverstrengeling kan versterkt worden door het feit dat burgers op dit moment geen enkele invloed kunnen uitoefenen op de dorpsraad. De burgers van Gaanderen kunnen een openbare dorpsraadvergadering bijwonen. Echter komen bij deze openbare vergadering nauwelijks burgers opdagen (eigen observatie 8 april 2013). Hierdoor is het voor de dorpsraad van belang dat de dorpsraad zelf het contact met de burgers zoekt. Hierbij dient de dorpsraad zich ook te realiseren dat de dorpsraad de overgang naar overheidsparticipatie niet alleen kan maken. De dorpsraad heeft daarbij de burgers nodig, immers de burgers dienen de plannen van de dorpsraad uit te voeren. De rol van de dorpsraad zal niet langer alleen uitvoerder zijn van projecten, doch vooral aanjager. Waarbij de dorpsraad vrijwilligers werft en de banden met de gemeente en andere organisaties onderhoudt.
10.3 Toekomstbestendige organisatie De dorpsraad dient ervoor te zorgen dat de organisatie van de dorpsraad toekomstbestendig wordt. Op dit moment valt of staat de dorpsraad met een aantal personen. Als deze personen wegvallen zal de dorpsraad het huidige niveau verliezen. Hierdoor is het van belang dat de dorpsraad een organisatie wordt die niet persoonsgebonden is. De organisatie dient onafhankelijk te worden van de personen die in de dorpsraad zitten. De gemeente gaat in de toekomst verder met de organisatie niet met de personen die erin zitten. Hierdoor is het raadzaam voor de dorpsraad om ervoor te zorgen dat de organisatie en niet de personen die erin zitten toekomstbestendig is. Dit is ook van belang als de gemeente op enig moment wel formele bevoegdheden wil overdragen. De bevoegdheden van de gemeente zullen immers niet over gedragen worden aan individuele personen, doch aan de rechtspersoon, namelijk de 123 124
Custers 2012, p. 68 Bijlage 3 scriptie, P.
39
dorpsraad. Hierom is het van belang dat de dorpsraad een toekomstbestendige organisatie wordt voordat de overtap wordt gemaakt naar overheidsparticipatie. De dorpsraad dient te beseffen dat de overstap naar overheidsparticipatie niet door de dorpsraad alleen gezet kan worden. De dorpsraad is afhankelijk van zowel de burgers van Gaanderen als de gemeente. De burgers van Gaanderen zullen de plannen van de dorpsraad mede gaan uitvoeren. Burgers kunnen niet gedwongen worden om bijvoorbeeld vrijwilligers werk te doen. Dit is niet mogelijk omdat dit dwangarbeid zou zijn. Dwangarbeid is onder meer op grond van artikel 19 lid 3 Grondwet verboden. Daarnaast wekt het weerstand op. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat er inmiddels al online petities de ronden gaan omtrent het verplicht inzetten van vrijwilligers125. Het is aan de dorpsraad om voldoende vrijwilligers bij elkaar te krijgen om plannen van de dorpsraad uit te voeren. Daarnaast is de dorpsraad afhankelijk van de gemeente. Het is de taak van de gemeente om burgers meer los te durven laten. Waarbij de gemeente burgerinitiatieven dient te faciliteren. Hierbij dient de gemeente mee te denken met de initiatiefnemers, in dit geval de dorpsraad, van het plan126. Hierdoor wordt het praktisch onmogelijk voor de dorpsraad om de overstap naar overheidsparticipatie zelfstandig te maken.
10.4 Samenwerking Als de dorpsraad een faciliterende rol wil innemen, waarbij de dorpsraad de verandering van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie begeleid, dient de dorpsraad zowel goede banden te hebben met de gemeente als met de burgers van Gaanderen. Hierbij mag de dorpsraad niet uit het oog verliezen waarom ze deze verandering willen. Ook dient de dorpsraad duidelijk te communiceren met de bewoners van Gaanderen. Hierbij is het van belang om duidelijk te maken waarom de dorpsraad dingen doet. Hierbij kan de dorpsraad gebruik maken van de golden circle (zie bijlage: 6). De golden circle is een initiatief van Simon Sinek. Het idee achter de golden circle is dat een organisatie van binnenuit de boodschap overbrengt. De valkuil waarin de dorpsraad kan trappen is het feit dat ze alleen communiceren wat ze gaan doen en hoe ze het willen doen. Hiermee wordt voor burgers niet duidelijk waarom de dorpsraad het doet. Pas als burgers weten waarom de dorpsraad doet wat zij doen en willen doen, zullen ze het belang van de dorpsraad inzien. Het hoe en wat volgen vaak vanzelf127. Om een achterban te kunnen krijgen is het voor de dorpsraad dus belangrijk om duidelijk met zowel de gemeente als de burgers te communiceren. Tevens dient de dorpsraad, om de overgang van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie te kunnen maken, rekening te houden met het feit dat bij de gemeente meerdere belangen spelen. De gemeente biedt bij burgerinitiatieven enerzijds ondersteuning, anderzijds dient de gemeente het algemene belang te waarborgen en het gemeentelijk beleid in de gaten houden. Hierdoor kan de gemeente burgerinitiatieven verbieden. Het is aan de gemeente (ambtenaar) de taak om te kijken hoe het wel zou kunnen128. De dorpsraad dient in eerste instantie bij de gemeente aan te dringen om achter deze mogelijkheden te komen. Ook dient de dorpsraad bereid te zijn om compromissen te sluiten. De dorpsraad heeft reeds laten zien dat zij hiertoe in staat zijn, doordat zij
125
Petitie, 2013, http://petities.nl/petitie/maak-van-vrijwilligerswerk-geen-verkapte-vorm-van-slavernij Minister van binnenlandse zaken, 2007, http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/brochures/2010/11/08/werkboek-help-een-burgerinitiatief.html 127 Hess, 2012, P. 54 128 Minister van binnenlandse zaken, 2007, http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/brochures/2010/11/08/werkboek-help-een-burgerinitiatief.html 126
40
gedurende het project duinbos aanpassingen hebben gedaan om het project toch door te laten gaan129.
10.5 Waakzaamheid De dorpsraad dient waakzaam te zijn op het feit dat de overheid middels overheidsparticipatie het eigen imago probeert te verbeteren. Nu dat het privatiseren min of meer niet werkt, wordt de burger nu zelf ingezet om zaken te regelen, zoals in het interview met Paul van der Lee naar voren is gekomen130. Hierbij zou de overheid gebruik, misschien wel misbruik, kunnen maken van de dorpsraden. De gemeente zou bijvoorbeeld de dorpsraad kunnen vragen om impopulaire maatregelen te nemen. Waarbij de dorpsraad als zondebok dient. De dorpsraad behoort zich hierdoor continue af te vragen of wat ze wordt gevraagd te doen in belang van de burgers van Gaanderen is of in het belang van de gemeente. De belangen van de burgers van Gaanderen dienen, mede door de eigen doelstellingen (artikel 2 van de statuten131), altijd voorop te staan.
10.6 Gedragsverandering Om de overstap te kunnen maken naar overheidsparticipatie dient er bij zowel de gemeente als bij de burgers van Gaanderen een gedragsverandering plaats te vinden. De gemeente dient bij het niet kunnen van burgerinitiatieven mee te denken met de burger over hoe het wel zou kunnen. Nu wordt slechts gekeken door de gemeente of een plan al dan niet kan132. Voor burgers van Gaanderen geldt dat zij zich, bij de overgang naar overheidsparticipatie, in dienen te zetten voor het dorp Gaanderen. Dit betekend dat burgers zich dienen te begrijpen waarom ze zich in dienen te zetten voor het dorp. Hierna zullen de burgers van Gaanderen hun gedrag hierop aan moeten te passen. Gedragsveranderingen zijn lastig om door te voeren. Dit komt vooral omdat mensen het moeilijk vinden om het gedrag voor de langere termijn aan te passen. Een directe beloning of consequentie is veel effectiever133. Dit betekend ook dat de dorpsraad de burgers van Gaanderen voor dient te bereiden op de overstap naar overheidsparticipatie en de burgers van Gaanderen hiervoor te enthousiasmeren. Daarnaast kan de dorpsraad niet te veel, te snel van de burgers van Gaanderen verwachten, immers kost een gedragsverandering tijd134. Hierdoor kunnen als de dorpsraad te snel te veel wil de burgers van Gaanderen afhaken, zij kunnen immers niet meekomen in deze overgang.
129
Bijlage 3 scriptie P. Bijlage 5 scriptie P. 131 Bijlage 1 scriptie P. 132 Minister van binnenlandse zaken, 2007, http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/brochures/2010/11/08/werkboek-help-een-burgerinitiatief.html 133 Van Dooren, 2004, P. 93 134 Van Dooren, 2004, P. 93 130
41
11. Advies & aanbevelingen In dit hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan en advies gegeven. Achterban De dorpsraad geeft zelf aan dat zij geen mandaat hebben van de bewoners van Gaanderen. De dorpsraad heeft wel een achterban nodig , aangezien zij spreken namens het dorp Gaanderen. De dorpsraad dient zelf uit te maken hoe zij deze achterban willen verkrijgen. De dorpsraad dient echter wel zoveel mogelijk burgers bij de dorpsraad te betrekken. Immers wil de dorpsraad namens het gehele dorp spreken. Hierbij heeft de dorpsraad een achterban nodig. Hiervoor dient de dorpsraad zelf ook moeite te doen. De dorpsraad kan niet continue wachten tot burgers naar hen toekomen, de dorpsraad dient zelf het contact opzoeken met burgers. Dit is voornamelijk van belang omdat sommige burgers niet de mogelijkheid hebben om bijvoorbeeld een dorpsraadvergadering bij te wonen. Ook kunnen er burgers zijn die niet weten dat de dorpsraad bestaat. Als belangenbehartiger van de inwoners van Gaanderen behoort de dorpsraad zich dan ook actief in te zetten om zoveel mogelijk burgers bij de dorpsraad te betrekken. Dit kan de dorpsraad mogelijk doen door van rechtsvorm te veranderen. Convenant De dorpsraad heeft momenteel geen convenant met de gemeente. De gemeente verzoekt de dorpsraad wel om advies te geven, maar de gemeente hoeft dit niet te doen. Om ervoor te zorgen dat de dorpsraad nu en in de toekomst advies kan blijven geven aan de gemeente, is het raadzaam om een convenant met de gemeente hierover af te sluiten. Immers kunnen de banden met de gemeente op enig moment bekoelen of op enige wijze verslechteren. Om te zorgen dat de dorpsraad niet zondermeer aan de kant geschoven kan worden door de gemeente, aangaande het geven van advies, is het van belang dat de dorpsraad het adviesrecht op enige wijze vastlegt. Een convenant biedt hiervoor een uitkomst. Het is geen formele bevoegdheid doch zal de gemeente gebonden worden om aan de dorpsraad advies te vragen. Organisatie Het is raadzaam voor de dorpsraad om ervoor te zorgen dat de organisatie van de dorpsraad toekomstbestendig wordt. Hierbij dient de organisatie niet aan een aantal personen te hangen. Het niveau van de organisatie dient niet in gevaar te komen als bepaalde personen uit het bestuur van de dorpsraad stappen. Het is aan de dorpsraad om hier op enige wijze verandering in te brengen. Ondernemingsvorm Het is raadzaam voor de dorpsraad om van ondernemingsvorm te veranderen. Het merendeel van de dorpsraden zijn al verenigingen (zie bijlage 5). Een vereniging geeft leden en dus ook een achterban. Deze achterban ontstaat doordat een vereniging anders dan bij een stichting personen aan zich bindt. Tevens zorgt het voor een eigen inkomen. Een eigen inkomen maakt het voor de dorpsraad gemakkelijker om projecten zelfstandiger uit te voeren. Daarnaast kan een vereniging bijdragen aan de toekomstbestendigheid van de dorpsraad. Controleerbaar De dorpsraad dient op enige wijze de eigen werkzaamheden controleerbaar te maken voor de burgers van Gaanderen. Dit kunnen zij doen door bijvoorbeeld het ontwikkelen van een maandelijkse nieuwsbrief of tijdschriftje waarin zij meedelen waar zij op dat moment mee bezig zijn. Voor burgers is het dan duidelijk wat de dorpsraad aan het doen is en burgers 42
kunnen op enig moment zich met de plannen bemoeien. Hierdoor zouden weer nieuwe ideeën, initiatieven of een andere wijze van inbreng kunnen ontstaan, wat ten goede kan komen voor het dorp Gaanderen. Gedragsverandering Uit onder meer de interviews met Jan-Bart Wilschut (Bijlage 2), Lidy Derksen (Bijlage 3) en Peter van Heek(Bijlage 5) blijkt dat overheidsparticipatie vooral een gedragsverandering is 135. Hierbij dienen zowel de burgers als de gemeente het gedrag aan te passen. Gedragsveranderingen kosten vaak veel tijd. Het is voor veel mensen moeilijk om gedrag aan te passen voor op de langere termijn. Een gedragsverandering vindt sneller plaats als er sprake is van een directe beloning of een consequentie. Inzichten en overtuigingen zullen minder snel leiden tot een gedragsverandering136. Het is dan ook van belang voor de dorpsraad om niet te snel te veel te willen. Als de dorpsraad meer wil dan dat de burgers van Gaanderen op dat moment aan kunnen of willen dan ontstaat er een afstand tussen de dorpsraad en de burgers. De dorpsraad kan alleen functioneren als de burgers van Gaanderen achter hen staan en mee kunnen en willen in de beweging van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie. De dorpsraad dient hierom ook rekening te houden met het feit dat de inwoners van Gaanderen misschien helemaal niet over willen gaan naar overheidsparticipatie. De dorpsraad dient ook te beseffen dat overheidsparticipatie zover gaat als de burgers van Gaanderen willen. Immers zullen de plannen van de dorpsraad mede door de burgers van Gaanderen uitgevoerd worden. Vrijwilligers De dorpsraad is afhankelijk van vrijwilligers. Vrijwilligers zijn nodig om de werkzaamheden van de dorpsraad uit te voeren. De dorpsraad dient in het oog te houden dat mensen, en dus ook de burgers uit Gaanderen, niet gedwongen kunnen en mogen worden om vrijwilligers werk te verrichten. Het zou dus kunnen betekenen dat de dorpsraad hele mooie plannen heeft, doch weinig mensen deze plannen kunnen of willen uitvoeren. De dorpsraad dient hierom genoeg vrijwilligers te werven. De dorpsraad mag niemand dwingen om zich in te zetten voor de samenleving, al dan niet middels vrijwilligerswerk. Dit zou immers dwangarbeid zijn en dat is op grond van onder andere artikel 19 lid 3 Grondwet verboden. Bevoegdheden De dorpsraad behoeft niet zozeer nieuwe formele bevoegdheden. Het is voor de dorpsraad praktischer om per project, middels een overeenkomst of via een mandaat voor een bepaald geval, bevoegdheden op zich te nemen. Aangezien de dorpsraad dan slechts die bevoegdheden verkrijgt die zij nodig hebben voor de uitvoering van een project. Hierdoor kan de dorpsraad zelfstandig projecten uitvoeren, doch is de dorpsraad niet voor een langere termijn gebonden om deze bevoegdheden uit te voeren. Bevoegdheden verkregen door mandaten en delegatie brengen verplichtingen met zich mee. De verplichtingen kunnen voor een vrijwilliger erg zwaar wegen. Daarnaast is het voor nieuwe vrijwilligers afschrikwekkend om zulke bevoegdheden op zich te nemen. Zeker als bijvoorbeeld gedelegeerde bevoegdheden gespecialiseerd werk met zich mee brengt.
135 136
Scriptie Bijlagen, P. Van Dooren, 2004, P. 93
43
Bronnen Literatuur Ballegooij, van. e.a.,2008 G.A.C.M. van Ballegooij, T. Barkhuysen, W. den Ouden, J.E.M. Polak, Bestuursrecht in het AWB-tijdperk, Deventer: Kluwer, 2008 Boonstra e.a., 2005 N.G.J Boonstra, M. Jager-Vreugdenhil, C.A. Hazeu, P. Winsemius, Buurtinitiatieven en buurtbeleid anno 2004, Amsterdam: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid/Pallas publications, 2005. Brederveld, 2005 E. Brederveld, Gemeenterecht, Deventer: Kluwer, 2005. Caspel, van. e.a. , 2008 R.D.J van Caspel, H.R.W. Gokkel, C.A.W. Klijn, Juridisch woordenboek, Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff, 2008 Custers&Schmitz, 2012 J. Custers, G. Schmitz, Zelfsturende vitale gemeenschappen, ervaringen van proeftuin zelfsturing, Delf: Eburon, 2012. De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, 2000 De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling(RMO), Ongekende aanknopingspunten, strategieën voor de aanpassing van de sociale infrastructuur, Den Haag: SDU uitgevers, 2000. Gerritsen, 2011 E. Gerritsen, De slimme gemeente nader beschouwd, Hoe de lokale overheid kan bijdragen aan het oplossen van ongetemde problemen, Amsterdam: Amsterdam University Press, 2011 Hess, 2012 M.J. Hess, Shine, Healthcare leadership distilled, Bloomington: Authorhouse, 2012 Kooger, 2004 E. Kooger, Gemeenten en dorpsraden: werken aan samenwerking. Handreikingen, bruikbare instrumenten en tips voor een succesvolle samenwerking. Tilburg: PON, 2004. Schaaijk, van., 2011 G.A.F.M. van Schaaijk, Praktijkgericht juridisch onderzoek. Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2011. Van Dooren, 2004. H. Van Dooren, Maatschappelijk werk tussen burger en samenleving , Apeldoorn-Antwerpen: Garant, 2004. Van Leeuwen, 1994 44
A.C.J. van Leeuwen, Besturen van veranderingsprocessen, Assen: Van Gorcum &Comp B.V., 1994. Verhoeven, 2007 N. Verhoeven, Wat is onderzoek?, Amsterdam: Cunera, 2007 H.C.M. Smeets e.a. H.C.M. Smeets, P.M.B. Schrijver, Y.M. Visscher, Praktisch bestuursrecht, Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff B.V., 2007
Jurisprudentie Raad van State, 21 februari 2007, LJN AZ8999 Raad van State, 3 februari 2010, LJN BL1817 Raad van State, 24 april 2002, 200105106/1 Gemeentelijke stukken Raadvoorstel Dorpsplan Gaanderen Raadvoorstel Dorpsplan Gaanderen, Gemeente Doetinchem (datum onbekend) College van B&W, 2011 Openbare besluitenlijst College van B&W Doetinchem: 13 december 2011.
Internetbronnen Dorpsraad Gaanderen 2013 Dorpsraad Gaanderen 2013, http://www.dorpsraadgaanderen.nl/?content/home/2/// Dorpsraad Gaanderen 2013 Dorpsraad Gaanderen 2013, http://www.dorpsraadgaanderen.nl/?content/plannen_+_visie/3/// Gemeente Doetinchem, 2013 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/politiek-enorganisatie/verordeningen_41653/item/uitvoeringsregeling-subsidie-wijk-endorpsraden_321.html Gemeente Doetinchem 2013 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/internet/digitaalloket_41157/product/vrijwilligerswerk-verzekeren_1043.html Gemeente Doetinchem 2013 Gemeente Doetinchem, 2013, http://www.doetinchem.nl/document.php?m=1&fileid=7257&f=366a7cc46759a6b56dab5147 85fafe5c&attachment=0&c=33719
45
Inspraakverordening gemeente Doetinchem, 2005 Inspraakverordening gemeente Doetinchem, 2005, http://www.doetinchem.nl/politiek-enorganisatie/verordeningen_41653/item/inspraakverordening-gemeente-doetinchem2005_31.html Meeus, 2009 Meeus, 2009, http://www.meeus.com/Zakelijk/specialismen/Documents/Voorwaarden%20Collectieve%20s chadeverzekering%20vrijwilligers%20Versie%2001-2009.pdf Meeus/ Chartis, 2007 Meeus/ Chartis, 2007, http://www.meeus.com/zakelijk/specialismen/documents/businessguard%20deno%202006.pd f Meeus/Chartis, 2013 Meeus/Chartis. 2013, http://www.meeus.com/zakelijk/specialismen/documents/ongevallen%20inzittenden%202010 -07.pdf Meeus/DAS, 2008 Meeus/DAS, 2008, http://www.meeus.com/Zakelijk/specialismen/Documents/Clausuleblad%204.pdf Meeus/Das, 2010 Meeus/Das, 2010, http://www.meeus.com/Zakelijk/specialismen/Documents/DAS%20Algemene%20vwrd%20P articulier%2001-2010.pdf Meeus/ NBA, 2007 Meeus/ NBA, 2007, http://www.meeus.com/Zakelijk/specialismen/Documents/NBA%202007.pdf Meeus/Reaal, 2013 Meeus/Reaal, 2013, http://www.meeus.com/zakelijk/specialismen/documents/ap06.pdf Minister van binnenlandse zaken, 2010 Minister van binnenlandse zaken, 2010, Help een burgerinitiatief!, verkregen op 25 februari 2013, http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/brochures/2010/11/08/werkboek-help-een-burgerinitiatief.html Overheid, 2013 Overheid, 2013, http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Actueel/Ede/3467.html Petitie, 2013 Petitie, 2013, http://petities.nl/petitie/maak-van-vrijwilligerswerk-geen-verkapte-vorm-vanslavernij
46
Rijksoverheid, 2013 Rijksoverheid, 2013, http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/democratie-enburgerschap/van-burgerparticipatie-naar-overheidsparticipatie Stichting IJsselkring, 2013 Stichting IJsselkring, 2013, http://www.ijsselkring.nl/50207-missie-en-beleid.html7
47
Bijlagen
48
Verklaring gebruikte Hulpmiddelen
49