Collegevoorstel
Openbaar Onderwerp
Raadsbrief brand wooncentrum Notenhout Programma
BW-nummer
Veiligheid Portefeuillehouder
H.M.F. Bruls Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
Tijdens de Politieke Avond van woensdag 4 maart 2015 is bij de behandeling van het beleidskader Integrale Veiligheid 2016-2018 ook gesproken over de brand op vrijdag 20 februari in wooncentrum Notenhout. Daarbij heeft de burgemeester toegezegd dat de gemeenteraad het onderzoeksrapport van ODRN en regionale brandweer zo snel mogelijk zou krijgen toegezonden. De uitkomsten van dit onderzoek worden eerst nog gepresenteerd tijdens een bijeenkomst voor bewoners op donderdag 19 maart. Daarna kan het rapport met een korte toelichtende brief naar de Raad.
VH00, Erik Boelaars, 9145 Datum ambtelijk voorstel
18 maart 2015 Registratienummer
15.0002956
Ter besluitvorming door het college
De brief met als onderwerp: Brand wooncentrum Notenhout (OC Huismanstraat) vast te stellen.
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Steller Erik Boelaars
Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. 19 maart 2015 nummer: 3.1 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
Collegevoorstel 15.0002956.docx
Veiligheid •
•
IJ megen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
14024
Telefax
(024) Openingstijden=
E-mail
[email protected]
Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Ons kenmerk
Contactpersoon
19 maart 2015
VH10/15.0002856
Erik Boelaars
Onderwerp
Datum uw brief
Brand wooncentrum Notenhout (OC
Doorkiesnummer
(024) 3299145
Huismanstraat)
Geachte leden van de raad, In de vroege ochtend van vrijdag 20 februari vond in het wooncentrum Notenhout aan de OC Huismanstraat een brand plaats met een voor inmiddels vier bewoners noodlottige afloop. Het is daarom goed om stil te staan bij het leed voor nabestaanden en overige slachtoffers alvorens over te gaan tot de zakelijke inhoud. Voor veel mensen zal, helaas, vrijdag 20 februari 2015 onuitwisbaar in hun herinnering blijven als de dag waarop ze totaal onverwacht hun geliefden kwijtraakten, uit hun woonomgeving gerukt werden en alle heftige emoties ondergingen die bij zo'n ernstig ongeluk horen. Ook bij hulpverleners van politie, brandweer, ambulance maar ook anderen die rechtstreeks assistentie verleenden, hebben de gebeurtenissen grote indruk gemaakt. Op deze plaats past daarom in de allereerste plaats medeleven met de slachtoffers en respect voor de hulpverleners. De oorzaak van de brand is nog onopgehelderd. Uit eerste onderzoek lijken er geen aanwijzingen voor opzettelijke brandstichting. Het Openbaar Ministerie (OM) is inmiddels een vervolgonderzoek gestart, in eerste instantie gericht op het reconstrueren van de feiten. Het OM kan nu nog niet aangeven hoelang de resultaten op zich laten wachten. Evenmin is het duidelijk of hieruit uiteindelijk nog een strafrechtelijk onderzoek voortkomt. De Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) en regionale brandweer (VRGZ) hebben de vergunningverlening en handhaving onderzocht. De resultaten van dit onderzoek zijn op donderdag 19 maart in een bijeenkomst met de bewoners van de Notenhout besproken. U treft het rapport als bijlage bij deze brief. Het rapport geeft inzicht in het beleid en het handelen van
www.nijmegen.nl
Gemeente Nijmegen Veiligheid
Vervolgvel
1
de gemeente rondom de vergunningverlening en het toezicht en de handhaving op de regelgeving. En daarmee ligt in elk geval de basis voor een verantwoording tegenover uw Raad. Een aspect van bijgaande notitie die anderhalve week geleden in het college besproken is, blijkt voor meerdere interpretaties vatbaar. Daarom is opdracht gegeven dit aspect nader te laten onderzoeken. Op vervolgvel 4 van het dossieronderzoek onder het kopje OntvluchtingssituatieNiuchtwegen is te lezen dat er sprake is van een met het bouwbesluit strijdige situatie. Wij hebben besloten dit onderdeel door de Brandweeracademie nader te laten onderzoeken. Dit betekent dat op dit onderdeel binnenkort een nader standpunt volgt. De conclusie op vervolgvel 7, derde bolletje, is daarmee ook onder voorbehoud.
Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
I
drs. H.M.F.
Brul I
BIJLAGE:
rapport ODRN en VRGZ.
www.nijmegen.nl
drs. B. van der Ploeg
Memorandum ODRN Vergunningverlening 1
Aan
College van Burgemeester en Wethouders Datum
5 maart 2015 Opgesteld door, telefoonnummer
Ronald van Hal, 7735 Onderwerp
Dossieronderzoek brand O.C. Huismanstraat 268 en 70-210 Nijmegen. Hieronder vindt u het resultaat van dossieronderzoek naar aanleiding van de brand aan de OC Huismanstraat 268 en 70-210 te Nijmegen. Het betreft concreet twee bouwvergunningsdossiers: één voor de bouw van de snackbar op nummer 268 en één voor de bouw van het appartementencomplex op nummer 70-210. Beide vergunningaanvragen zijn destijds behandeld door de toenmalige afdeling Bouwen en Wonen van de gemeente Nijmegen. Bepalend voor de toepasselijkheid van voorschriften is de datum waarop een aanvraag wordt ingediend. De afdeling Bouwen en Wonen droeg zorg voor de toetsing van het bouwplan op bouwkundige, esthetische en planologische aspecten. De beoordeling op aspecten van brandveiligheid vond plaats door de Brandweer Nijmegen, destijds nog een onderdeel van de gemeente Nijmegen. Het eindresultaat van beide beoordelingen, en de in dat kader noodzakelijke voorwaarden, werd samengevoegd in één besluit: de bouwvergunning. Inmiddels is de afdeling Bouwen en Wonen van de gemeente Nijmegen overgegaan in de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) en is de Brandweer Nijmegen overgegaan in de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ). I.
Dossieronderzoek Omgevingsdienst Regio Nijmegen (bouw)
Omschrijving dossiersonderzoek ODRN (bouw) Het pand aan de O.C. Huismanstraat 268 betreft een snackbar. Deze snackbar is gebouwd in 1967-1968 (vergunning 4 oktober 1967). Vervolgens is de snackbar uitgebreid aan de straatzijde. De bouwvergunning voor de uitbreiding is aangevraagd op 15 maart 1994 en vergund op 13 juni 1994. De bouwvergunning voor het appartementencomplex aan de O.C. Huismanstraat 70210 is aangevraagd op 28 september 1992, vergund op 18 oktober 1993 en gebouwd in de periode 1994-1995. Voor de volledigheid: het winkelcentrum De Notenhout bestond al op het moment dat het appartementencomplex werd gerealiseerd.
Bijlage - rapport dossieronderzoek.docx
Memorandum
Vervolgvel
1 Controles tijdens de bouwwerkzaamheden Uit de beide vergunningendossiers blijkt dat er inspecties hebben plaatsgevonden. Tijdens de bouw van het appartementencomplex zijn er zelfs meer dan 10 inspecties uitgevoerd. Uit de inspectie-rapportages komt niet naar voren dat er is afgeweken van de (voorwaarden in de) verleende bouwvergunningen. Tussentijdse controles In het algemeen geldt dat een bouwvergunning (thans omgevingsvergunning voor de activiteit “bouwen”) eindig is: na gereedmelding houdt deze in feite op te bestaan. Na gereedmelding en oplevering van de beide voornoemde bouwwerken hebben ter plaatse geen bouwkundige controles meer plaatsgevonden. Bouwkundige controle van bestaande bouwwerken vindt namelijk alleen plaats als er sprake is van klachten óf als burgemeester en wethouders ter zake een actief handhavingsbeleid hebben vastgesteld. Klachten en eventueel daarop volgende bestuursrechtelijke handhavingsacties Uit de beschikbare gegevens blijkt dat er in 2001 een klacht is binnengekomen betreffende een doorvalbeveiliging en in 2009 betreffende tocht. De wettelijke taak om klachten te behandelen beperkt zich sec tot de betreffende concrete klacht en houdt niet in dat een pand aan een volledige bouwkundige inspectie moet worden onderworpen. Deze klachten hebben geen relatie met deze calamiteit en zijn telkens binnen de gestelde hersteltermijnen beëindigd. Constructief De snackbar mag als constructief verloren worden beschouwd. Dit geldt niet voor het appartementencomplex. Door de brand heeft de betonvloer van de eerste verdieping schade ondervonden. Het betreft een betonvloer 700 mm dik met voorspanning. Deze betonvloer is opgelegd op een verloren bekisting. De voorspanstrengen van deze verloren bekisting zijn zichtbaar doordat de beton door de hitte eraf is gespat. Deze verloren bekisting kan eventueel worden verwijderd. De randligger van deze vloerconstructie vertoont “langsscheuren” op halve hoogte. De sterkte van de randligger is constructief niet voor de lange termijn gegarandeerd en de herstelwerkzaamheden kunnen met de volgende onderhoudsronde worden meegenomen. Hiervoor zijn herstelwerkzaamheden noodzakelijk. Voorlopig is wel sprake van een stabiele situatie.
Bijlage - rapport dossieronderzoek.docx
Memorandum
Vervolgvel
2 II. Dossieronderzoek Veiligheidsregio Gelderland Zuid, Brandweer cluster Nijmegen Uitbreiding Snackbar Het betreffende gebouw is nu (na de brand) voor wat betreft enkele onderdelen opnieuw beoordeeld op basis van wet en regelgeving (Woningwet, Bouwbesluit 1992, bouwverordening) die gold ten tijde van de vergunningaanvraag betreffende de uitbreiding (1994). In de vergunning zijn destijds voorwaarden gesteld. Een van deze voorwaarden was dat de dakconstructie een brandwerendheid moest bezitten van tenminste 30 minuten. Uit de naar aanleiding van de brand uitgevoerde inspectie, blijkt dat aan de eis dat de dakconstructie brandwerendheid moest bezitten van tenminste 30 minuten is voldaan (zie hieronder). De eis in de huidige wet- en regelgeving is voor wat betreft nieuwbouw op dit punt onveranderd, alleen de wijze waarop dat wordt bepaald is veranderd (op basis van gewijzigde NEN-normen e.d.). Voor wat betreft bestaande bouw is de norm voor brandwerendheid lager geworden, te weten: tenminste 20 minuten. Controles en eventueel daarop volgende bestuursrechtelijke handhavingsacties Uit de beschikbare gegevens blijkt dat er in 2004 en 2012 een controle heeft plaatsgevonden. Hierbij zijn geen gebreken geconstateerd. Bouw Appartementencomplex Notenhout Dit gebouw is nu (na de brand) opnieuw beoordeeld op basis van wet- en regelgeving (Woningwet, Bouwverordening 1992, NEN-norm 3000 serie en AROR) die gold ten tijde van de oorspronkelijke vergunningaanvraag (september 1992). Brandoverslag Tussen de snackbar en het bovengelegen appartementencomplex moet een brandwerendheid aanwezig zijn van tenminste 60 minuten. De constructie van het platte dak van de snackbar is uitgevoerd met een 30 minuten brandwerendheid. Omdat er ruimte is tussen het dak van de snackbar en de vloer van het appartementencomplex (buitenlucht) mag er echter een reductie worden toegepast op de eis van 60 minuten, naar 30 minuten. Dat betekent dus dat de brandwerende constructie tussen snackbar en appartementencomplex geen 60 maar 30 minuten hoeft te bezitten. De brandwerendheid tussen beide bouwwerken was dus - op basis van toen geldende wet- en regelgeving - voldoende.
Bijlage - rapport dossieronderzoek.docx
Memorandum
Vervolgvel
3 Uit de naar aanleiding van de brand uitgevoerde inspectie, blijkt dat het platte dak van de snackbar aan de brandwerendheidseis van 30 minuten voldeed. Een deel van dit dak was namelijk nog intact. Op basis van de vergunning uit 1994 (uitbreiding snackbar naar straatzijde) zou er steenwol in het gehele dak worden verwerkt. Omdat een deel van dit dak nog intact was was de opbouw van de dakconstructie nog te herleiden. Bij voornoemde inspectie is een laag steenwol aangetroffen in het oorspronkelijke gedeelte van de snackbar. Daaruit blijkt dat er destijds dus inderdaad is voldaan aan de vergunning voorwaarden. De eis op in de huidige wet- en regelgeving (Woningwet, Bouwbesluit 2012 e.d.) is voor wat betreft niveau nieuwbouw op dit punt onveranderd, alleen de wijze waarop dat wordt bepaald is veranderd (op basis van gewijzigde NEN-normen e.d.). Voor wat betreft niveau bestaande bouw is de norm voor brandwerendheid tenminste 20 minuten. Branddoorslag De snackbar was voorzien van een afvoerkanaal voor bakdampen. Dit ventilatiekanaal was gesitueerd in het platte dak en liep vervolgens door een schacht in de galerij van het appartementencomplex. Dit ventilatiekanaal was middels een brandwerende constructie (schacht) afgescheiden van de galerij. Een dergelijke schacht moet zijn samengesteld uit onbrandbaar materiaal en een brandwerendheid bezitten die ten minste gelijk is aan de helft van de brandwerendheid die vereist is voor de wand en/of vloer waar deze schacht doorheen wordt gevoerd, met een minimum van 20 minuten. Op de bij de bouwvergunning behorende en gewaarmerkte tekeningen is aangegeven dat het ventilatiekanaal een brandwerendheid dient te bezitten van 30 minuten. Deze voorwaarde in de oorspronkelijke vergunning komt overeen met wet- en regelgeving die destijds gold. Of de vergunningvoorwaarden ook praktisch in de bouw zijn toegepast is niet met zekerheid aan te geven. Tijdens de naar aanleiding van de brand uitgevoerde inspectie bleek namelijk dat ter plaatse niet meer te herleiden was of hier destijds bij de bouw ook aan de toepassingseisen is voldaan. De schade als gevolg van de brand was hiervoor simpelweg té groot. De betreffende eis is in de thans geldende wet- en regelgeving (Woningwet, Bouwbesluit 2012) voor het niveau nieuwbouw aangescherpt naar tenminste 60 minuten. Voor wat betreft niveau bestaande bouw is de norm voor brandwerendheid tenminste 20 minuten.
Bijlage - rapport dossieronderzoek.docx
Memorandum
Vervolgvel
4 Ontvluchtingssituatie Vluchtwegen: De ontvluchtingssituatie is opnieuw beoordeeld op basis van de wet en regelgeving die ten tijde van de oorspronkelijke aanvraag bouwvergunning gold (Woningwet, bouwverordening 1992, NEN-norm 3000 serie en AROR). Bij een calamiteit moesten personen te allen tijde de mogelijkheid hebben om vanuit het appartement twee kanten op te vluchten (dus: twee vluchtwegen). En deze vluchtwegen moesten leiden naar een veilige plaats. Hieraan werd destijds dus inderdaad voldaan, omdat de vluchtwegen leidden naar een ander brand- en/of rookcompartiment. Zie tekening 1. Vóór in werking treden van het Bouwbesluit 1992 moest een vluchtweg lopen naar een veilige plaats. Hierop is het appartementencomplex beoordeeld. Na in werking treden van Bouwbesluit 1992 en vóór de herziening van het Bouwbesluit in 2003 moest een vluchtweg leiden tot het aansluitende terrein. Vanaf de herziening van het Bouwbesluit in 2003 moet een vluchtweg lopen naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg. Volgens de huidige wet- en regelgeving (Woningwet, Bouwbesluit 2012, NEN-norm 6000 serie) geldt, zowel voor nieuwbouw als voor bestaande bouw, dat het noodtrappenhuis aan de korte zijde van het complex dient door te lopen tot het aansluitende terrein én de openbare weg. Dat is op dit moment echter niet het geval. Als gevolg van de brand werd het centrale trappenhuis onbruikbaar en ontstond er in de rechtervleugel van het complex een probleem bij het vluchten. Zie tekening 2. Omdat niet wordt voldaan aan genoemd voorschrift, is er formeel sprake van een met het bouwbesluit strijdige situatie, op basis waarvan het college van burgemeester en wethouders een grondslag heeft om handhavend op te treden. Andere voorschriften die gelden voor vluchtroutes: Artikel 2.111, lid 1 Bouwbesluit 2012 (aansturingsartikel): een bestaand bouwwerk heeft zodanige vluchtroutes dat bij brand een veilige plaats kan worden bereikt. Artikel 2.112 lid 1 Bouwbesluit 2012: op elk punt van een voor personen bestemd gedeelte van een vloer begint een vluchtroute die leidt naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg. Artikel 2.117 lid 1 Bouwbesluit 2012: de volgens NEN 6075 bepaalde weerstand tegen rookdoorgang tussen een besloten ruimte waardoor een beschermde route of extra beschermde vluchtroute voert en de in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte is ten minste 20 minuten. Artikel 2.117 lid 2 Bouwbesluit 2012: de volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen twee vluchtroutes, is ten minste 20 minuten. Artikel 2.112 lid 4 Bouwbesluit 2012: een vluchtroute heeft een vrije doorgang met ten minste 0,5 meter breed en een hoogte van 1,7 meter. Artikel 2.112 lid 6 Bouwbesluit 2012: een niet besloten ruimte waardoor een vluchtroute voert heeft een zodanige capaciteit voor de afvoer van warmte en rook, en de toevoer van verse lucht dat die ruimte tijdens brand gedurende langere tijd kan worden gebruikt om te vluchten en voor het uitvoeren van reddings- en bluswerkzaamheden.
Bijlage - rapport dossieronderzoek.docx
Memorandum
Vervolgvel
5
Artikel 7.12 lid 1 Bouwbesluit 2012: een deur op een vluchtroute is bij aanwezigheid van personen in het bouwwerk uitsluitend gesloten indien die deur tijdens het vluchten, zonder gebruik te moeten maken van een sleutel onmiddellijk over de ten minste vereiste breedte kan worden geopend.
Brand- en rookscheidingen : Tijdens de naar aanleiding van de brand uitgevoerde inspectie bleek dat niet alle brand- en/of rookscheidingen aan de eisen voldeden. De brandwerende deuren nabij de trappenhuizen voldeden wél. De rookwerende deuren op de galerijen in het appartementengebouw zijn wel aangebracht, maar zijn niet allemaal deugdelijk uitgevoerd. Dat komt doordat aan de bovenzijde van sommige deuren kabelgoten zijn aangebracht en er dus openingen boven deze deuren zijn ontstaan. Deze zijn niet overal op een correcte manier dichtgezet, met rookverspreiding als gevolg. Tot slot zijn niet alle deuren zelfsluitend uitgevoerd (voorzien van deurdrangers e.d.). Zorgplicht voor eigenaar en gebruiker op basis van de Woningwet. De wetgever heeft in de Woningwet willen neerleggen dat niet alleen eigenaar zélf, en - onder omstandigheden – zelfs de gebruiker van een bouwwerk, verantwoordelijk is voor de (controle op) naleving van voorschriften en een eigen verantwoordelijkheid heeft om het ontstaan of voortduren van een onveilige of ongezonde situaties, als gevolg van de staat of het gebruik van een bouwwerk, te voorkomen. Artikel 1a Woningwet: Lid 1. De eigenaar van een bouwwerk (…..), of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het daaraan treffen van voorzieningen, draagt er zorg voor dat als gevolg van de staat van dat bouwwerk (….) geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt; Lid 2. Een ieder die een bouwwerk (….), gebruikt, laat gebruiken (….) draagt er, voor zover dat in diens vermogen ligt, zorg voor dat als gevolg van dat (…..) gebruik (….) geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt. Artikel 1b Woningwet: Lid 2. Het is verboden een bestaand bouwwerk (….) in een staat te brengen, te laten komen of te houden die niet voldoet aan de op de staat van dat bouwwerk (….) van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel b (….). Artikel 2 lid 1 Woningwet: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (= Bouwbesluit 2012) worden technische voorschriften gegeven omtrent: a. het bouwen van een bouwwerk; b. de staat van een bestaand bouwwerk; c. het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk.
Bijlage - rapport dossieronderzoek.docx
Memorandum
Vervolgvel
6 III. Dossieronderzoek Omgevingsdienst Regio Nijmegen (milieu) Wet milieubeheer / Activiteitenbesluit Informatie betreffende een horecagelegenheid op het adres Otto C. Huismanstraat 268 Nijmegen (Bron: digitaal dossier gemeente Nijmegen) Vergunningen Hinderwet (nu: Wet milieubeheer) en meldingen Besluit horecabedrijven milieubeheer (nu: Activiteitenbesluit) In 1982 is een (revisie-) hinderwetvergunning verleend voor een snackbar annex eetgelegenheid. In 1996 is een schriftelijke melding gedaan op grond van het (toen van toepassing geworden) ‘Besluit horecabedrijven milieubeheer’ omdat vastgesteld werd dat nog niet aan de administratieve verplichting was voldaan om deze veranderingen (naar aanleiding van de in 1994 verleende bouwvergunning voor die veranderingen) te melden. Controles en eventueel daarop volgende bestuursrechtelijke handhavingsacties Uit de beschikbare gegevens blijkt dat vanaf 1996 vijf controles hebben plaatsgevonden, namelijk in 1996, 2002, 2005, in 2008 en in 2010. Tijdens de controles in 1996 en 2005 zijn enkele (kleine) overtredingen vastgesteld op het vlak van (het ontbreken van een volledige) administratie, het nalaten van het doen van een melding, afvalwaterbehandeling en het (niet tijdig) keuren van brandblusmiddelen. Deze overtredingen zijn telkens binnen de gestelde hersteltermijnen beëindigd. Tijdens de overige controles werden geen overtredingen vastgesteld.
Bijlage - rapport dossieronderzoek.docx
Memorandum
Vervolgvel
7
Samenvatting/conclusie • Uit bovenstaande blijkt niet dat niet voldaan is aan de voorschriften op basis van de destijds geldende wet- en regelgeving. (zowel voor wat betreft milieu als voor wat betreft brandveiligheid); • Voor wat betreft de brandwerendheid kan worden gesteld dat aan de thans geldende wettelijke eisen wordt voldaan voor het niveau bestaande bouw; • Voor wat betreft de vluchtroutes moet worden vastgesteld dat één van de drie trappenhuizen niet geheel voldoet aan de huidige voorschriften: een vluchtweg moet nu zowel voor het niveau nieuwbouw als het niveau bestaande bouw, leiden naar het aansluitende terrein en de openbare weg. Aan de korte zijde van het appartementencomplex is dat op dit moment niet het geval. Hier is formeel sprake van een met de voorschriften strijdige situatie, op basis waarvan het college van burgemeester en wethouders een grondslag heeft om handhavend op te treden. • Gemeente Nijmegen heeft geen actief opsporings- en handhavingsbeleid ten aanzien van bestaande appartementencomplexen (zie hierboven onder “Bouw appartementencomplex Notenhout). • De eigenaar (of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het treffen van voorzieningen) van een bestaand gebouw heeft een plicht om er voor te zorgen dat er geen gevaar ontstaat (of voortduurt) voor de veiligheid of gezondheid, als gevolg van de staat van dat gebouw of het gebruik daarvan (= zorgplicht). • Ook een ieder die een bouwwerk (….), gebruikt (….) draagt er, voor zover dat in diens vermogen ligt, zorg voor dat als gevolg van dat (…..) gebruik (….) geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt. • Het is verboden om een bestaand bouwwerk in een staat te laten komen (of te houden) die niet voldoet aan de op de staat van dat bouwwerk van toepassing zijnde voorschriften in het Bouwbesluit 2012. Dit is een rechtstreeks werkend verbod, gericht aan de eigenaar van dat bouwwerk (of degene die uit anderen hoofde bevoegd is).
Bijlage - rapport dossieronderzoek.docx