RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING ("RMO"). Gemeente Sluis.
ADVIES Onderwerp:
Betaald werk voor jongeren met een beperking in de leeftijd 12-27 jaar. Onderwijs, aanvullende opleiding, bemiddeling, begeleiding, werkvormen en beloning.
Referentie documenten:
* Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (“Wgbh/cz”) Wet maatschappelijke ondersteuning ("Wmo"). Wet sociale Werkvoorziening (“WSW”) Wet Investeren in Jongeren (“WIJ”) EU richtlijn voor het bieden van gelijke kansen voor mensen met een beperking (“2008/78/EG”) Documentatie Zorgverzekeraars Nederland (ZN Journaal nr 10, 2010); Groei gehandicaptenzorg. Publicaties SW journaal; ZLM scholen als voorbereiding op werk; Uitkering als aanvulling op zelfverdiend loon. Ministerie SZW nieuwsbericht 8 februari 2010; Werkschool biedt gehandicapte jongeren baangarantie. Werkgroepverslag: Onderzoek naar de voorbereiding van en
werk bij private werkgevers voor jongeren met een beperking in de leeftijd 12-27 jaar. Referentie gesprekken:
Gesprekken
met
belangengroeperingen,
ambtenaren
van
de
vertegenwoordigers
Gemeente van
Sluis,
professionele
organisaties, individuele burgers en betrokken ouders.
Datum:
19 november 2010
Algemeen. Dit advies is tot stand gekomen uit observaties van inwoners van de gemeente Sluis en aanvullend onderzoek. De opgedane bevindingen zijn verwerkt door een werkgroep, samengesteld uit leden van de RMO, de Koepelorganisatie Zorg en betrokken burgers. Het verslag van deze werkgroep is als bijlage toegevoegd aan dit advies. Het onderzoek is uitgevoerd voor jongeren met een lichamelijke, verstandelijke, psychische of zintuiglijke beperking in de leeftijd van 12-27 jaar, verder aangeduid als De Doelgroep. Deze bestaat in de gemeente Sluis uit ca 90 jongeren. Daarin zijn inbegrepen de jongeren die in het reguliere onderwijs, al dan niet ondersteund door begeleiders uit het speciaal onderwijs of externe specialisten, hun opleiding volgen. Ca 25 jongeren uit deze groep ondervinden, na de basis en voortgezette opleiding in het speciaal onderwijs, moeilijkheden bij vinden van betaald werk in een reguliere arbeidsomgeving.
RMO/Advies/werk en beloning voor jongeren met een beperking/definitief 19 november 2010
1
RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING ("RMO"). Gemeente Sluis.
ADVIES Tijdens het onderzoek is vast komen te staan dat de conclusies ook van toepassing kunnen zijn op andere groepen in de samenleving die, om welke reden dan ook, niet aan het reguliere arbeidsproces deelnemen. Uit het verslag en aanvullend onderzoek is komen vast te staan dat de betrokken partijen rond de Doelgroep duidelijke verschillen in opvatting hebben over de noodzaak en wenselijkheid van onderlinge samenwerking en afstemming van taken. Dit is speciaal van toepassing in de laatste fase van het speciaal onderwijs en het daarop volgende traject rond de voorbereiding op werk, het vinden van werk, de werkbegeleiding, aan te bieden aanvullende opleidingen en het beschikbaar maken van beloning ter ondersteuning van de intrede van jongeren in de arbeidsmarkt. Uit de referentiegesprekken blijkt dat er behoefte bestaat om randvoorwaarden te definiëren die samenwerking en samenhang stimuleren c.q. afdwingen. De gesprekspartners, evenals de RMO, realiseren zich dat de Gemeente Sluis niet in alle gevallen een directe bevoegdheid heeft om veranderingen door te voeren, maar meent dat de Gemeente Sluis voor alle partijen wel in de positie is om als katalysator op te treden en daarmee van doorslaggevende betekenis kan zijn bij het formuleren van de gewenste samenwerkingsconvenanten.
Gezien en overwegende het voorgaande adviseert de RMO, met betrekking tot betaald werk voor jongeren met een beperking, nieuwe standpunten te overwegen in de
sectoren
speciaal
onderwijs,
aanvullende
opleiding
&
begeleiding,
werkbemiddeling, werk bij private werkgevers en werkprojecten in sociaal ondernemerschap zoals deze hiernavolgend gespecificeerd zijn in de vorm van deeladviezen:
1. Onderwijs op speciale scholen en bij aanvullende opleidingen.
a. Hoofdinrichting van speciaal onderwijs moet zijn: Werk, al dan niet in een aangepaste omgeving. In het speciaal onderwijs en in de aanvullende opleidingen hoort de noodzaak om jongeren optimaal voor te bereiden op regulier werk, al dan niet in een aangepaste omgeving, centraal te staan. Daarmee samenhangend is het verwerven van sociale en praktische vaardigheden voor participatie in de samenleving belangrijk. De uitstroomstrategie van scholen in het speciaal onderwijs is bepalend.
RMO/Advies/werk en beloning voor jongeren met een beperking/definitief 19 november 2010
2
RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING ("RMO"). Gemeente Sluis.
ADVIES In de inclusieve maatschappij wordt verwacht dat mensen, waar mogelijk, meedoen. In de actuele politieke verhoudingen wordt er met nadruk op gewezen dat mensen, waar dat mogelijk is, moeten participeren in de samenleving. Gelijktijdig moet onderkend worden dat mensen, die niet aan het werkproces kunnen deelnemen, altijd moeten kunnen rekenen op opvang en zorg van de gemeenschap. De Rmo adviseert de gemeente Sluis te bevorderen dat bij het speciaal onderwijs, waar noodzakelijk,
de
uitstroomstrategie
wordt
bijgesteld
en
wordt
gericht
op,
voor
arbeidsparticipatie noodzakelijke, sociale en praktische vaardigheden. Het doel moet zijn de jongeren toe te rusten voor de uitvoering van regulier werk, zo nodig in een aangepaste omgeving.
b. Aanvullende opleidingen moeten zich conformeren aan dezelfde doelstelling. In gevallen waar jongeren, ter voorbereiding op werk, een aanvullende opleiding nodig hebben, zal dit optimaal moeten worden gefaciliteerd door de overheid.. In de huidige situatie is door marktwerking en spontane privé-initiatieven overaanbod ontstaan van bedrijven die aanvullende opleidingen aanbieden. Sommige van deze bedrijven voldoen niet of nauwelijks aan de criteria om jongeren doeltreffend voor te bereiden op werk in de maatschappij. De bedrijven in kwestie hebben dit onderkend en een certificeringsysteem is inmiddels van kracht na discussie tussen de sector en overheid. Gecertificeerde bedrijven voldoen aan de criteria gesteld aan opleidingen gericht op sociale en praktische vaardigheden voor deelname aan het arbeidsproces. De RMO adviseert de gemeente Sluis te bevorderen dat voor aanvullende opleidingen uitsluitend gebruik wordt gemaakt van gecertificeerde bedrijven en instellingen. Kanttekening bij deze ontwikkeling is dat er voor gewaakt moet worden dat, door de aan certificering gebonden eisen, zorgboerderijen die hier niet aan kunnen voldoen, maar wel een belangrijke functie hebben als zinvolle dagbesteding voor de Doelgroep, niet verdwijnen.
c. Samenwerking tussen het speciaal onderwijs en de instituten/bedrijven met aanvullende opleidingen. Voor de voorbereiding van jongeren op werk is een intensieve samenwerking nodig tussen het speciaal onderwijs en bedrijven/instituten met aanvullende opleiding. Het optimaal gebruiken van aanvullende opleidingen is kostbaar maar staat in geen verhouding tot de kosten van langdurige opvang in dagbesteding, etc.
RMO/Advies/werk en beloning voor jongeren met een beperking/definitief 19 november 2010
3
RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING ("RMO"). Gemeente Sluis.
ADVIES Er is dus een maatschappelijke noodzaak voor samenwerking gericht op verbeterde participatie in de samenleving (werk) maar ook een economische noodzaak om de kosten van toekomstige hulpvraag, bij non-participatie van de jongere in de samenleving, te reduceren. De RMO adviseert de gemeente Sluis de samenwerking tussen het speciaal onderwijs en instituten/bedrijven met aanvullende opleidingen te intensiveren en, waar nodig en mogelijk te faciliteren. De RMO vraagt de gemeente Sluis al haar mogelijkheden op gemeentelijk, provinciaal en rijksniveau te benutten om de adviezen uit deze paragraaf duidelijk te maken bij de partijen hierin. De adviezen zijn goed onderbouwd door de werkgroep en leiden er toe dat meer jongeren uit de Doelgroep naar een functionele plaats in de samenleving kunnen stromen.
2. De positie van de jongeren. Jongeren uit de Doelgroep hebben allen een duidelijke wens zich in de gemeenschap te bewegen. Hun wens wordt, tot op zekere hoogte, tegengewerkt door het systeem van opleiding waar vrijblijvendheid in een beschermde omgeving belangrijker is dan het toerusten van de jongere voor een plaats in een inclusieve samenleving. De jongeren zien de eer van werk, al dan niet in een aangepaste omgeving en tegen een beloning voor de geleverde prestatie, als belangrijk. Het verhoogt hun eigenwaarde/zelfvertrouwen. Jongeren accepteren dat een aanvulling op verdiend loon vanuit een uitkering misschien nodig is, maar het liefst zouden ook zij zelfverzorgend willen zijn. Het is een algemene misvatting dat jongeren uit de Doelgroep zich bij voorbaat neerleggen bij een verblijf in dagbesteding. Het is de praktijk zoals die nu wordt gehanteerd die doet geloven dat ze beter veilig kunnen worden ondergebracht in de dagbesteding. Dit blijkt ook uit een door de wetgever opgelegde keuringsmethodiek van jongeren die, na beëindiging van hun verblijf in het speciaal onderwijs, worden beoordeeld voor mogelijke deelname in het arbeidsproces. Een keuringsarts kwalificeert de jongeren als bemiddelbaar, beperkt bemiddelbaar of niet bemiddelbaar. Valt de jongere in de laatste categorie dan wordt hij/zij zonder meer uitgesloten van mogelijke inzet in het arbeidsproces en zelfs stageplaatsen. Doorverwijzing naar de dagbesteding en WAJONG uitkering is dan een feit. In de praktijk blijkt dat sommige van deze jongeren toch een (beperkte) mogelijkheid hebben tot arbeidinzet en dat zij, in een aangepaste omgeving, zeker een prestatie zouden kunnen leveren. Recent is bij de RMO gemeld dat een jongere uit de groep „niet bemiddelaar‟, botweg door het UWV is afgewezen voor het verkrijgen van een stageplaats. De vraag is dan; hoeveel van deze Wajong jongeren zitten in een kaartenbak zonder enige mogelijkheid daar ooit uit te komen?
RMO/Advies/werk en beloning voor jongeren met een beperking/definitief 19 november 2010
4
RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING ("RMO"). Gemeente Sluis.
ADVIES Aangetekend wordt dat voor jongeren die, om welke reden dan ook, niet kunnen deelnemen aan de samenleving, de dagbesteding en andere opvangcentra onontbeerlijk zijn. De RMO adviseert de gemeente Sluis om de positie van jongeren uit de Doelgroep te erkennen en alle materiële en immateriële middelen ter beschikking te stellen voor de optimale participatie van de jongeren in de samenleving. De ethiek van deze beslissing is doorslaggevend. Het economische belang op langere termijn is duidelijk door lagere zorgkosten. De RMO adviseert verder dat nader onderzoek wordt gedaan naar de categorie ‘niet bemiddelbare jongeren’, die bij het UWV als zodanig zijn geregistreerd. Door een herwaardering zouden de jongeren, die toch beperkt inzetbaar zijn, kunnen worden gerangschikt als ‘onder voorwaarden’ bemiddelbaar. Deze groep komt dan ook aan bod bij gerichte zoekopdrachten van bv. sociale ondernemers.
3. Beschikbaarheid van werk. Na voltooiing van onderwijs en eventuele aanvullende opleidingen is de beschikbaarheid van werk een kernvraag. Sommige jongeren stromen door naar regulier werk door bemiddeling van het opleidingsinstituut, door restcontacten bij een stagebedrijf of door bemiddeling van familie, zorgboerderijen, vrienden of bekenden. Enkelen vinden werk bij private bedrijven. Het betreft meestal bedrijven die reeds ervaring hebben met jongeren met een beperking. Het aantal bedrijven dat hieraan meewerkt is klein. Het zoeken naar meer bedrijven die deze stap zouden willen zetten is problematisch. De algemene opvatting dat de Dethon deze groep jongeren voor zijn rekening neemt is wijdverbreid. De druk van regelgeving en speciale eisen in de werkomgeving helpen niet om werkgevers van de mogelijkheden te overtuigen. Een deel van de werkgevers twijfelt aan de uiteindelijke productiviteit van de werknemer . De kennis van alle mogelijkheden voor tewerkstelling van jongeren uit de Doelgroep ontbreekt vrijwel. Jongeren, die niet door bovenstaande initiatieven aan het werk komen, belanden bij het Werk Service Punt (WSP). In het WSP werken Dethon, UWV en de gemeente samen. Enkele jongeren vinden daaruit hun weg naar een werkgever. De overigen komen in de voorbereiding/test cyclus van de Dethon waaruit sommigen doorstromen naar werk in Dethon regie. Niet geplaatsten worden verwezen naar het UWV en de gemeente. In de praktijk betekent dit meestal een doorverwijzing naar het maatschappelijk werk en uiteindelijke plaatsing in de dagbesteding. Uit praktijkvoorbeelden blijkt dat de route via het WSP niet altijd tot het gewenste resultaat leidt. De verschillende instanties werken binnen hun eigen verantwoordelijkheden en communicatie tussen de partijen is onder de maat. Het is dan onvermijdbaar dat enkele jongeren buiten hun schuld aan de kant komen te staan.
RMO/Advies/werk en beloning voor jongeren met een beperking/definitief 19 november 2010
5
RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING ("RMO"). Gemeente Sluis.
ADVIES De gemeente Sluis wordt niet geacht als ondernemer op te treden en daarbij het werkprobleem voor jongeren uit de Doelgroep naar zich toe te trekken. Toch kan de gemeente een rol spelen door toepassing van creatieve oplossingen voor nieuwe vormen van werk. Werk dat nu door de gemeente Sluis en het Waterschap Zeeuws Vlaanderen wordt uitbesteed aan derden kan, in sommige gevallen, worden uitgevoerd door de jongeren uit de Doelgroep. Bij de uitvoering moet dan begeleiding door een professionele kracht plaatsvinden. Voorbeelden van dergelijke projecten zijn: Groenonderhoud in de kernen van de gemeente Sluis, opplus werkzaamheden in de kernen, onderhoud van wegbermen, het bemannen van gemeentelijke musea, administratieve of huishoudelijke werkzaamheden in zorginstellingen, bezorgdiensten van boodschappen en/of medicijnen binnen de gemeente Sluis, etc. De uiteindelijke vorm van deze werkzaamheden zou kunnen gebeuren door initiatieven van inwoners van de gemeente Sluis in een sociaal ondernemerschap. Het maatschappelijk belang van dergelijke ondernemersinitiatieven is duidelijk. Het economisch belang voor de gemeente Sluis is niet in detail onderzocht, maar voorlopig is de inschatting dat de kosten aanmerkelijk lager zullen zijn dan voor het cumulatieve bedrag van uitbesteed werk in de betreffende projecten. De vraag kan gesteld worden of werk in sociaal ondernemerschap is toegestaan volgens de wet. In principe is er sprake van een verstoring van de marktorde of vrij concurrentiebeding. De RMO stelt zich hierin op het standpunt dat het welzijn van haar inwoners prevaleert boven het vrije concurrentieprincipe. Als de discussie zich zou toespitsen op vrije concurrentie dan zou de gemeente uiteindelijk de projecten kunnen bestempelen als interne projecten. De Rmo adviseert de Gemeente Sluis om de actuele methodiek voor werkbemiddeling te bestendigen en gelijktijdig krachtig op te treden tegen het gebrek aan samenwerking en communicatie tussen de betrokken instituten, organisaties en overheid. De RMO adviseert de Gemeente Sluis om de projecten die worden uitbesteed aan derden te inventariseren inclusief de totale kosten die ten laste komen van de gemeente. Uit deze inventarisatie zou een lijst kunnen worden opgesteld met projecten die zich kwalificeren voor sociaal ondernemerschap. De RMO adviseert de gemeente Sluis om een passende beschrijving van het hier bedoelde sociaal ondernemerschap te doen opstellen , waarna de uiteindelijke praktische uitvoerbaarheid van dergelijke projecten kan worden onderzocht. Noot: De RMO stelt haar Koepelorganisatie Zorg en haar expertisegroep in deze materie ter beschikking om de fase ‘praktische uitvoerbaarheid’ verder mede gestalte te geven.
RMO/Advies/werk en beloning voor jongeren met een beperking/definitief 19 november 2010
6
RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING ("RMO"). Gemeente Sluis.
ADVIES 4. Stimulering van maatschappelijk ondernemen bij private werkgevers. Om een private werkgever te overtuigen van het tewerkstellen van jongeren met beperkingen is meer nodig dan een folder en een websitevermelding. Zoals eerder is geconstateerd, heerst onverkort de opvatting dat jongeren met een beperking door de Dethon worden opgevangen. Het wordt ook algemeen aangenomen dat tewerkstelling van een jongere met een beperking moeilijk is in verband met ziekte, verzekeringen, noodzakelijkheid van intensieve begeleiding, omgang met ander personeel, etc. Om private werkgevers te overtuigen, zal een intensieve campagne nodig zijn waarin, behalve folders en een website, gearrangeerde bijeenkomsten voor ondernemers een onderdeel zullen zijn. Bijeenkomsten, met als titel “Maatschappelijk Ondernemen” moeten tot stand komen via de verenigingen van ondernemers. Inhoudelijk dient daarbij aandacht gegeven te worden aan doelstelling, maatschappelijke relevantie, wet en regelgeving en korte voordrachten door private werkgevers die reeds ervaring hebben met tewerkstelling van jongeren met beperkingen. Voorafgaande aan deze bijeenkomsten kan mogelijk in een mediacampagne belicht en toegelicht worden wat verstaan wordt onder het begrip maatschappelijk ondernemen. Werkgevers ontvangen graag aandacht en publiciteit. De gemeente Sluis kan hierop inspelen door bijvoorbeeld een perscampagne met een advertentie in de lokale bladen waarin ze een keurmerk “Maatschappelijk Ondernemen” introduceert. Een keurmerk, gebaseerd op een puntensysteem voor sponsoring van verenigingsleven en/of lokale culturele evenementen, inzet van medewerkers bij maatschappelijk relevante acties (sponsorlopen, lezingen op scholen, ondersteuning bij excursies voor ouderen e d.) en het in dienst nemen van jongeren met beperkingen of het bieden van stageplekken. Een dergelijk keurmerk met de daaraan gekoppelde publiciteit is voor ondernemers commercieel interessant (naamsbekendheid, profilering, klantenbinding e.d.) en kan een stimulans zijn zich te gaan inzetten voor de doelgroep. Extra publicitaire aandacht kan worden gegenereerd door in de voornoemde bijeenkomsten de keurmerken feestelijk uit te reiken en de ontvangende ondernemers daarbij in het zonnetje te zetten. De
RMO
adviseert
de
Gemeente
Sluis
om,
samen
met
het
UWV,
Dethon,
werkgeversorganisaties, etc., een bijeenkomst te organiseren om private werkgevers te overtuigen van het belang van maatschappelijk ondernemen en daarbij tewerkstelling van jongeren met een beperking te overwegen. Voorafgaande aan deze bijeenkomst kan als erkenning voor hun inzet een speciale advertentie worden geplaatst over private werkgevers die reeds jongeren met een beperking in dienst hebben.
5. Bemiddelen bij werk.
RMO/Advies/werk en beloning voor jongeren met een beperking/definitief 19 november 2010
7
RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING ("RMO"). Gemeente Sluis.
ADVIES Het is duidelijk dat bij de bemiddeling van werk niet alle mogelijkheden optimaal worden benut. Afgezien van de rol van begeleiders binnen het speciaal onderwijs en de aanvullende opleidingen en de belangrijke rol van familieleden, kennissen en vrienden blijkt toch dat de overheid achterblijft in efficiëntie, door een vergaande bureaucratisering van de verschillende diensten. Er is geen gecoördineerd beleid om nieuwe private werkgevers te overtuigen van de inzetbaarheid van jongeren met een beperking. Nieuwe werkgevers worden uitsluitend toegevoegd door individuele initiatieven van bv. zorgboerderijen met een leer/arbeidstraject, speciale scholen in hun zoektocht naar stage plaatsen of andere privé initiatieven. Er is geen beleid om private arbeidsbemiddelaars/uitzendbureaus in het circuit van werkbemiddeling te betrekken. De bereidheid om dossiers van werkzoekenden uit de Doelgroep ter beschikking van de private arbeidsbemiddelaars/uitzendbureaus te stellen is niet of slechts beperkt aanwezig. Gelijktijdig heeft het Werk Service Punt (WSP = het bestaande bemiddelingscircuit voor de Doelgroep) beperkingen in de vorm van beschikbaar budget en beperkte taakstelling. De RMO adviseert de gemeente Sluis om te bevorderen dat het UWV en WSP de private werkbemiddelaars in de gemeente betrekken bij de plaatsing van jongeren uit de Doelgroep. Dit kan door uitwisseling van dossiers voor werkzoekenden. Noot: Deze wens past in het landelijk beleid voor uitwisseling van dossiers tussen UWV en de uitzendbureaus.
6. Begeleiding van jongeren tijdens hun werkzaamheden. Jongeren uit de Doelgroep zijn kwetsbaar. Er zijn talloze voorbeelden van jongeren die bij de werkgever weliswaar het opgedragen werk kunnen uitvoeren maar emotioneel het werkklimaat of de werkomgeving als zwaar beschouwen. Het uitval percentage is hierdoor hoog. Te weinig of te laat worden deze problemen onderkend. Het gevolg daarvan is een nieuw beroep op de gemeente en mogelijk een levenslange uitkering en/of dagbesteding. Het is een verlies aan een potentieel inzetbare werkkracht. Er zijn via UWV en gemeente aanvullende begeleidingstrajecten die hier een rol in kunnen spelen. Private, gespecialiseerde job coach- en re-integratiebedrijven, zijn beschikbaar. Een meer gerichte inzet zou het uitvalpercentage aanmerkelijk kunnen beperken. Ook hier geldt dat de investering in deze begeleiding aanmerkelijk minder kost dan de langdurige kosten voor zorg in dagbesteding, etc.
RMO/Advies/werk en beloning voor jongeren met een beperking/definitief 19 november 2010
8
RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING ("RMO"). Gemeente Sluis.
ADVIES Ook hier zal mogelijk sprake zijn van een goede afstemming tussen alle partijen. Werkgevers, overheden en publiek moeten het idee loslaten dat deze jongeren toch niet kunnen werken en ze daarom gewoon door de gemeente onder de arm moeten worden genomen. De RMO adviseert de gemeente Sluis dat vormen van begeleiding in ruime mate beschikbaar worden gesteld voor jongeren uit de Doelgroep. Ook hier geldt dat de investering in deze begeleiding aanmerkelijk minder kost dan de langdurige kosten voor zorg in dagbesteding, etc.
7. Beloning van werknemers uit de Doelgroep. Bij plaatsing van jongeren uit de doelgroep is een van de punten de beloning. De jongeren zullen bijna altijd in de laagste schalen ingedeeld moeten worden, om het de werkgever mogelijk te maken met deze werknemer te starten. Dat betekent dat bij het verrichten van hetzelfde werk de jongere misschien toch minder verdient, omdat deze zeker in het begin meer begeleiding nodig heeft en nog moet aantonen hoe zelfstandig deze zal kunnen werken. Bewustwording van wat de jongere kan presteren moet een duidelijke relatie hebben met de beloning voor het werk dat hij verricht. De ondernemer zal bij het aannemen van de jongeren zich laten leiden door het principe van „maatschappelijk ondernemen‟. Overheden zijn bereid om de werkgever te compenseren voor verlies van arbeidspotentieel als gevolg van het tewerkstellen van
de jongere. In geen geval mogen overheden loon compenseren dat
uitsluitend resulteert in een hogere winst voor de werkgever. Aanvulling van loon door een overheid zou bij voorkeur moeten plaatsvinden op basis van een door de partijen (werkgever en bemiddelaar) vastgestelde compensatie voor verlies van arbeidspotentieel, veroorzaakt door de beperking van de jongere uit de Doelgroep. De aanvulling van loon zou bij voorkeur en voor zo ver mogelijk moeten worden uitbetaald aan de werkgever die, op zijn beurt, een marktconform loon betaald aan de jongere. Deze methode wordt gezien als stimulering van de motivatie van de jongere die dan zijn eigen normale loon verdient en niet is aangewezen op een (directe) uitkering of loonaanvulling door een uitkering. De RMO adviseert de Gemeente Sluis te bevorderen dat in alle gevallen van een werkrelatie, voor de Doelgroep een werkovereenkomst wordt vastgesteld waarin de partijen, op basis van vastgestelde beperkingen van de werknemer, het loonaandeel van de werkgever en het aanvullende uitkeringsdeel van de overheid vastleggen. De RMO adviseert verder dat de Gemeente Sluis onderzoekt of de loonsuppletie, voorkomend uit de overeenkomst bij een werkgever, aan de betrokken werknemer kan worden uitbetaald via de werkgever.
RMO/Advies/werk en beloning voor jongeren met een beperking/definitief 19 november 2010
9
RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING ("RMO"). Gemeente Sluis.
ADVIES 8. Bijzondere gevallen. De RMO onderkent dat er een groep jongeren met beperkingen zal zijn die, zelfs na uitvoering van alle plannen met betrekking tot onderwijs, begeleiding en werk, moeilijkheden zal ondervinden om zich vrij te bewegen in de samenleving. Deze personen vallen in de categorie waarvoor, door de aard van hun beperking, de deelname aan het arbeidsproces niet (meer) haalbaar is. Voor deze groep personen zal ook in de toekomst speciale zorg nodig zijn in de vorm van dagbesteding, actieve begeleiding, etc. Deze zorg kan plaatsvinden in de bestaande, goedgeoutilleerde dagbestedingcentra of zorgboerderijen voor uitsluitend dagbesteding. De Rmo adviseert de gemeente Sluis om haar ondersteuningsbeleid te bestendigen en de voornoemden ook in de toekomst met alle ter beschikkingen staande zorgmaatregelen te ondersteunen. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling 19 november 2010
RMO/Advies/werk en beloning voor jongeren met een beperking/definitief 19 november 2010
10