RUILEN
VOOR NIEUWE KANSEN
R U I LV E R K AV E L I N G in Vlaanderen
VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ DE ZORG VOOR DE OPEN RUIMTE IN VLAANDEREN
onder welbepaalde voorwaarden een ruil kan opleggen. Ruilverkavelingen zijn dan ook langlopende projecten, waarbij de wet die de ingreep regelt veel aandacht heeft voor de voorbereiding en het overleg. Een vijfde van de landbouwoppervlakte in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is door een ruilverkaveling bewerkt. Dat is een belangrijk deel van de open ruimte in Vlaanderen. De aanpassing die ruilverkaveling aanbrengt,
Het
wordt vandaag de dag niet meer enkel geïnspireerd door de landbouw. In toenemende mate laat ruilverkaveling ook
agra r i s ch gebied h e r s ch i k t
natuur, landschap, recreatie, cultuurhistorie, archeologie, en milieuzorg tot hun recht komen. Het spreekt vanzelf dat de ruilverkaveling anno 2000 een andere zal zijn dan die van veertig jaar geleden. Het zou teleurstellen indien dat niet het geval was. De sociale, economische en landbouwkundige prioriteiten verschillen sterk. Een ecologische prioriteit stond in de jaren vijftig niet eens op het verlanglijstje, laat staan de ontwikkeling van na-
Ongeveer 150.000 hectare agrarisch gebied is in
tuurwaarden. Maar de inzichten zijn ondertussen veranderd
Vlaanderen herschikt om de landbouwactiviteit vlotter te
en de wetgeving heeft die trend gevolgd.
laten verlopen. Wie ermee te maken heeft gehad, weet dat we het hebben over gebieden waar ruilverkavelingsprojec-
De eerste wet op de ruilverkaveling werd goedgekeurd
ten zijn uitgevoerd. In bestuurlijke taal heet dat : het agra-
in 1956. De wetgever zag ruilverkaveling toen enkel als een
risch gebied is planmatig ruimtelijk geherstructureerd met
ingreep om de landbouw vooruit te helpen; een doelstelling
het oog op een efficiëntere landbouweconomie.
die toen niet in twijfel werd getrokken. De opvattingen over
Een gewijzigde structuur van het openbaar domein, het
de inrichting van het platteland zijn inmiddels grondig gewij-
grondbezit en het grondgebruik is het typische kenmerk
zigd en er wordt nu meer belang gehecht aan de inrichting.
van ruilverkaveling. Toch blijft, met alle aanpassingen en bijsturingen, de Eer grondeigenaars en grondgebruikers het eens
ruilverkaveling een krachtig middel om de landbouw in
worden om bezit en gebruik van grond te verwisselen,
Vlaanderen structureel te verbeteren. De positieve invloed
moeten zowel het gemeenschappelijke als het individuele
van die ingreep op de bedrijfsresultaten van bedrijven
voordeel van die ingrijpende ruil overtuigend zijn. Veel
gelegen in ruilverkavelingen valt niet te loochenen. De grote
democratische wil en doorgedreven inspraak zijn nodig om
verdienste van een ruilverkaveling-nieuwe-stijl is zonder
de operatie tot een goed einde te brengen. En een wet die
enige twijfel dat ze landbouweconomische voordelen
R
U
I
L
E
RUILVERKAVELING
3
koppelt aan de bescherming, het herstel of zelfs de uitbreiding van landschappelijke en ecologische waarden. Dat leidt tot meer evenwicht en harmonie in de open ruimte. Deze brochure gidst u doorheen de complexe praktijk van de ruilverkaveling, vroeger en vooral nu.
THEO KELCHTERMANS Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling
RUILVERKAVELINGEN IN VLAANDEREN Toestand 1 januari 1999
O
O
R
N
I
E
U
W
E
K
A
N
S
E
N
i n Vl aa n der e n
deden dat in hun nederzettingen langs de Rijnoevers om de landbouw doeltreffender te maken. Het waren geen ingrepen waarbij de democratische regels in acht werden genomen. De plaatselijke bewoners hadden nauwelijks zeggenschap, want de Romeinse bezetter had hen een zeer ondergeschikte rol toebedeeld. Vergelijkbare harde ingrepen hadden plaats in de Middeleeuwen. Nam de lokale bevolking er geen vrede mee, dan werd ze verjaagd en de machthebbers namen de gronden zonder meer in beslag. Een grondherverdeling was bijgevolg eenvoudig en vooral
Ru i l e n
hardhandig. De eerste ruilverkavelingen dateren uit de 16de
en
eeuw. De abdijen, die een belangrijke rol speelden in
h e rgro ep e re n
Zuid-Duitsland. Hun voorbeeld vond navolging in de
de agrarische ontwikkeling, deden aan ruilverkaveling in 18de eeuw in Groot-Brittannië en Denemarken. Hoewel het niet die indruk wekt, vindt de moderne ruilverkaveling haar oorsprong in een sociaal-economische bekommernis. In het België van 1935 kende de ruilverkaveling
De vorming van aaneensluitende en regelmatige kavels,
een voorloper met een uitgesproken sociaal-economische opdracht. De Nationale Maatschappij voor de Kleine
goed ontsloten en zo dicht mogelijk bij de bedrijfszetel, is
Landeigendom (NMKL) werd toen opgericht om, na de
geen recente betrachting in de Europese landbouw.
diepe economische crisis, de armoede op het platteland te
Frankrijk begon met ruilverkaveling in 1918, Nederland in
bestrijden door de bevordering van de sociale woningbouw
1924. Tot 1950 schommelde de gemiddelde bedrijfsopper-
en de verbetering van de landbouwstructuur.
vlakte van een landbouwexploitatie in België tussen 6 en 7 ha. Het bedrijfsareaal was dan verspreid over vele kleine
Die verbetering begon met de aankoop van onrendabe-
kaveltjes. Dit was veelal het gevolg van opeenvolgende
le en woeste gronden. Ze werden productief gemaakt door
bezitsverdelingen onder erfgenamen. Volgens de land-
cultuurtechnische werken zoals de verbetering van de wa-
bouwtelling van 1996 bedroeg de gemiddelde bedrijfsopper-
terhuishouding, de aanleg van uitbatingswegen, ontginning,
vlakte dat jaar 19,8 ha. Ruilverkaveling en bedrijfsoverna-
egalisatie, aanplantingen. De gronden werden dan afge-
mes hebben bijgedragen tot die uitbreiding.
staan aan de aangrenzende landbouwbedrijven om hun leefbaarheid te vergroten, of ze werden gebruikt om nieuwe
Aan de ruilverkaveling - we zouden het ook ruilherverka-
landbouwbedrijven op te richten.
veling kunnen noemen, want de percelen worden niet enkel geruild maar ook gehergroepeerd tot grotere kavels -
De agrarische ontwikkeling kende na de tweede wereld-
is grondherverdeling voorafgegaan. De Romeinse heersers
oorlog en vooral vanaf de jaren vijftig een snelle evolutie. In
R
U
I
L
E
RUILVERKAVELING
i n Vla a nd ere n
5
1952 bouwde de NMKL op het Kempisch Domein in Geel
Ongeveer alle denkbare kenmerken van een ongunstige
boerderijen die toen model stonden voor een gezinsuitba-
landbouwstructuur waren in België aanwezig : versnipperde
ting : stallen en bedrijfsoppervlakte voor acht melkkoeien,
gronden, geringe perceelsgrootte die de mechanisatie
tien zeugen, een honderdtal kippen en drie paarden.
belemmerde, kleine bedrijven, veel ingesloten kavels, gebrekkige waterbeheersing, veel verloren grond voor
Enkele jaren later - de eerste ruilverkavelingswet van
wegen en grensstukken. Een lage arbeidsproductiviteit,
1956 was nog gloednieuw - bouwde de NMKL in de ruilver-
wisselvallige en meestal lage inkomens, en ontoereikende
kaveling van het Zeggegebied tussen Lichtaart en Kasterlee
voedselvoorziening gingen hiermee gepaard.
boerderijen voor 15 koeien. In 1964 volgde in datzelfde gebied de bouw van een tweede reeks melkveebedrijven,
Zo startte ruilverkaveling als een ingreep in het
ontworpen voor 33 koeien. Voor de derde reeks boerderijen
agrarisch gebied met als doel de verspreide kavels te
werden in 1968 plannen gemaakt, afgestemd op een
hergroeperen, hun aantal te verminderen en ze bij voorkeur
veestapel van 64 koeien.
samen te brengen rond de bedrijfszetel. Van de andere vooroorlogse opdracht van de NMKL nam de ruilverkaveling
Op 25 juni 1956 - minder dan een jaar voor de onderte-
een reeks taken over: de aanleg en verbetering van wegen
kening van het Verdrag van Rome (25 maart 1957) en het
en afwateringen, grondverbeteringswerken zoals droogleg-
begin van een Europese landbouwpolitiek - werd in België
ging, drainering, bevloeiing, egalisatie en ontginning. De
de eerste federale wet op de ruilverkaveling van kracht. Het
ruilverkaveling had bijgevolg van bij het begin een dubbel
was niets te vroeg. De buurlanden stonden op het vlak van
kenmerk : de perceelshergroepering en de uitvoering van
ruilverkaveling een eind verder terwijl België, en dan vooral
cultuurtechnische werken.
Vlaanderen, nog een zeer versnipperd landbouwareaal had.
O
O
R
N
I
E
U
W
E
K
A
N
S
E
N
en een zekere verleidelijkheid hebben. Verregaande administratieve, technische en vooral financiële ondersteuning van de overheid was dus nodig. In 1956 legde de wet op de "ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet" de bevoegdheid bij de minister van Landbouw. Het platteland was op de eerste plaats een agrarische productieruimte en de ruilverkaveling een middel om de externe productiestructuur te verbeteren. De wet van 1956 bepaalde vooreerst dat er een onder-
Tot ru i l ve rk ave l i n g ve rl e i d e n
zoek naar het nut van een ruilverkaveling moest plaatshebben, waarbij van bij het begin inspraak was voorzien voor de belanghebbende eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers. Hun instemming met het project was een vereiste. Stemden zij ermee in, dan volgde de oprichting van een ruilverkavelingscomité dat verantwoordelijk was voor de uitvoering van de ruilverkaveling en waarin overheid, eigenaars en gebruikers vertegenwoordigd waren. Het comité werd bijgestaan door een commissie van advies waarvoor de minister van Landbouw leden koos die in de betrokken gemeente of streek bevoegd waren voor land-
Om met een redelijke kans op slagen de externe
bouwkundige aangelegenheden.
landbouwstructuur te verbeteren door een herschikking en hergroepering van percelen, was het nodig dat de over-
NATUUR- EN LANDSCHAPSZORG
heid ingreep. Hier en daar werd onder goede buren wel eens een ruil bezegeld, maar de kans dat een structuurver-
De Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigen-
betering van enige betekenis spontaan tot stand zou komen
dom, die later werd omgevormd tot Nationale Landmaat-
(door de ruil van eigendoms- en gebruiksrecht onder
schappij en na de regionalisering tot de Vlaamse Landmaat-
eigenaars en pachters), was gering. Ter aanmoediging
schappij, werd door de wet a.h.w. aangesteld tot de project-
van vrijwillige ruiling kwam er in 1949 een wetje dat een
manager van de ruilverkaveling om de hele onderneming
verminderd registratierecht bij een onderlinge eigendomsruil
administratief, technisch en financieel te begeleiden.
instelde. De agrarische vertegenwoordiging had de bovenhand Maar raken aan eigendoms- of gebruiksrecht is delicaat.
in de instanties die de ruilverkaveling stuurden. Toch was
Burgers zullen op dat vlak pas toegevingen doen of zich
er in de wet van 1956, zij het op een bescheiden manier,
schikken naar een stel regels, als het individuele én het
al rekening gehouden met cultuurhistorische aspecten, met
gemeenschappelijke voordeel aantrekkelijk zijn. Een wet die
natuurbescherming en met landschapsbescherming. De
ingrijpt op eigendoms- en gebruiksrecht moet omzichtig en
Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen
rechtvaardig zijn, ruim inspraak geven, doeltreffend werken
kreeg bindende inspraak onder de vorm van advies.
R
U
I
L
E
RUILVERKAVELING
i n Vl aa nde re n
7
In 1970 verving het Parlement de wet op de ruilverkaveling. De bijsturing hield in dat ruilverkaveling zich meer
landschapszorg. Het gebeurde niet in één zet. Het was een langzaam proces van bijsturingen door beleidsbeslissingen
moest inpassen in het landschap. Er moest meer rekening
en door het inpassen van nieuwe regelgeving, b.v. inzake
gehouden worden met de regels van de ruimtelijke ordening
het milieueffectrapport.
en er waren voortaan werken van openbaar nut mogelijk met het oog op de landschapszorg.
In de regelgeving duiken nieuwe begrippen op: milieueffectrapportering, planalternatieven, multidisciplinaire aan-
Toenemende stedelijke expansie en industrialisering en
pak, multifunctionaliteit van de open ruimte en vrij recent in
nieuwe verkeersinfrastructuur legden in steeds grotere mate
het Europese landbouwbeleid de multifunctionaliteit van de
beslag op de open ruimte, vooral in Vlaanderen. De maat-
landbouw. Er is vandaag bijgevolg een veel bredere des-
schappelijke belangstelling voor natuur- en landschapszorg nam toe terwijl in de landbouw het zwaartepunt verschoof van meer productie naar productiebeheersing en in een volgende fase naar kostenverlaging en duurzaamheid.
NOG MEER NIEUWE ACCENTEN De toegenomen vraag naar de bescherming van de open ruimte ging gepaard met de vraag naar de inrichting van de ruimte. Onderzoek en onderwijs in disciplines zoals milieukunde en ecologie kwamen in de jaren zeventig op gang. Biologen, landbouwkundig ingenieurs, geografen, geologen, archeologen, planologen, sociologen, economen, kortom alle soorten van deskundigen die te maken hebben met ingrepen in het landschap konden hun inzichten bijspijkeren, verruimen, nuanceren. Met de ruilverkaveling beschikte de overheid over een middel om aan actieve ruimtelijke inrichting te doen en de
kundigheid voorhanden om ruilverkavelingsprojecten voor
open ruimte te beschermen. Natuur- en landschapszorg
te bereiden en ze in te passen in de inrichting van de open
en ruilverkaveling moesten elkaar nog vinden in een door-
ruimte.
dacht, goed gepland en doeltreffend gefinancierd open ruimtebeleid. In 1978 krijgt die ontmoeting voor Vlaanderen
Het leidde tot de ruilverkaveling-met-verruimde-doelstel-
vorm door een belangrijke verandering en aanvulling van
lingen of de ruilverkaveling-nieuwe-stijl. Omdat ruilverkave-
de wetgeving inzake ruilverkaveling. Sinds 1974 kunnen
lingen langlopende projecten zijn, wordt die nieuwe stijl
de gewesten immers in bepaalde aangelegenheden een
maar geleidelijk zichtbaar in het landschap.
verschillend beleid voeren. Het is nu de ruilverkaveling die op haar beurt wordt verleid : tot meer multifunctionaliteit, tot meer natuur- en
O
O
R
N
I
E
U
W
E
K
A
N
S
E
N
geleidelijk ook een rol gaan spelen in het beslissingsproces over de inrichting en het gebruik van de open ruimte. Het werkte de verschuiving van minder landbouw naar meer andere bestemmingen bij de uitvoering van de ruilverkavelingen in de hand. Na die vooral economische groeifase kwam de staatshervorming opnieuw op de voorgrond en dat leidde in verscheide-
Een V l a a m s e visie
ne fasen tot meer delegatie van bevoegdheden naar de gewesten en de gemeenschappen. Vertrekkend van de nationale wetgeving over de ruilverkaveling, de ruimtelijke ordening en haar gewestplannen, kon dichtbevolkt Vlaanderen nu een eigen visie over de
vo r m geve n
inrichting van zijn grondgebied een wettelijke grondslag geven. Dat gebeurde precies met de wetsaanpassing van
De aanpassing in 1978 van de nationale ruilverkavelingswet
1978, die de ruilverkaveling inpaste in
aan de Vlaamse visie op de inrichting van de open ruimte was
dering. De wet ging de ruilverkaveling
het begin van een belangrijke beleidswijziging. In de jaren die
integreren in de organisatie van de
een modernere maatschappelijke bena-
voorafgingen, was zowel de structuur van de Vlaamse land-
open ruimte. Om dat waar te maken,
bouw als die van andere sectoren die op de open ruimte be-
werd landschapszorg een verplichting
slag leggen, merkbaar veranderd. De landbouw was intensief
en kreeg de ruilverkaveling de opdracht
geworden, vooral dan de veehouderij, de glastuinbouw en
bij te dragen tot andere dan landbouw-
de fruitteelt. Hoogstammige boomgaarden met weidend vee
functies, zoals recreatie of natuurbouw.
verdwenen geleidelijk uit het landschap en strak gelijnde plantages van laagstammen kwamen in de plaats.
Het was geen eenvoudige opdracht die verruimde visie op de open ruimte vorm te geven en
De regionale economische expansiewetgeving leidde in de jaren zestig en zeventig tot het ontstaan van nieuwe in-
lang niet iedereen was op zo’n geïntegreerde vormgeving voorbereid. Overigens bleek de overheid zelf niet altijd klaar
dustriegebieden en tot de uitbreiding van de Vlaamse havens,
te zien in de wijze waarop dat moest gebeuren. Het vergde
waaraan behoorlijk wat vruchtbare landbouwgrond werd
na de wetsaanpassing van 1978 nog jaren eer Vlaanderen
opgeofferd. De groei van het verkeer vroeg om de versnelde
klaar was met het in regels en richtlijnen gieten van zijn visie
bouw van autowegen en het platteland viel bij steeds meer
op een geïntegreerde inrichting van het grondgebied :
stedelingen in de smaak als woon- en recreatiegebied.
de landinrichting.
Met die ontwikkeling moest de agrarische gemeenschap leren leven. Dat was geen vlot verlopend proces. Door de toe-
Dat de overheid de ruilverkaveling in haar doelstellingen en uitvoering stevig stuurde, lag voor de hand. Ruilverkaveling
vloed van stedelingen en door de afvloeiing van veel arbeids-
kon maar slagen doordat de overheid veruit het grootste deel
krachten uit de landbouw, verminderde de politieke invloed
van de kosten voor haar rekening nam. Die uitgaven beliepen
van de landbouwers op het platteland. Die evolutie zou
in Vlaanderen ongeveer 7,5 miljoen euro per jaar in de eerste
R
U
I
L
E
RUILVERKAVELING
i n Vl aa n der e n
9
helft van de jaren zestig (uitgedrukt in de muntwaarde van
natuur en milieu en 45 procent naar uitgaven
vandaag). Ze stegen tot zo'n 25 miljoen euro per jaar
van openbaar nut zoals verkeersinfrastructuur.
omstreeks het begin van de jaren zeventig. Soberheidsmaat-
Die verschuiving in de besteding, samen
regelen dwongen vanaf de jaren tachtig tot een inkrimping van
met de beperking van de financiering leiden
de uitgaven voor ruilverkaveling tot bijna 12,5 miljoen euro.
vandaag tot de vaststelling dat de ruilverkave-
per jaar.
ling-nieuwe-stijl meer functies en sectoren op het platteland bedient met minder middelen.
Zoals de loutere landbouweconomische benadering van ruilverkavelingsprojecten na verloop van tijd op de korrel werd
"Nieuwe stijl" slaat op een accentverschui-
genomen, was ook de niet onaardige overheidssteun voor
ving in de aanwending van de middelen en op
één sector op het platteland het voorwerp van kritiek. De aan-
een andere wijze van uitvoering. Een treffend
vankelijk vrij harde cultuurtechnische
voorbeeld is ongetwijfeld de aanpak van de
ingrepen in het landschap zoals
waterhuishouding. Voor 1990 werd vooral
nivellering, ontwatering, het rechttrek-
werk gemaakt van de waterafvoer, nogal
ken van waterlopen en het opruimen
rechttoe, rechtaan. Bij de aanleg van nieuwe
van de als teelttechnisch hinderlijk
waterlopen is nu natuurtechnische milieubouw
ervaren begroeiingen, verstoorden
aan de orde. Waar mogelijk wordt ecologisch
fauna en flora. En het was uitgerekend
beekherstel verricht en beekvalleien krijgen
de overheid die de zaak financierde.
hun natuurlijke functie als winterbedding terug.
Bijsturingen konden niet uitblijven. Schaarse middelen, bijeengebracht
Het aandeel van de landbouweconomische investeringen neemt dus af. Daarnaast
door alle burgers, en bestemd voor
is in dat aandeel een verschuiving merkbaar
het platteland, moesten op een meer
die aansluit op de gewijzigde Europese land-
genuanceerde manier worden aange-
bouwpolitiek. Vroeger waren de investeringen
wend, zodat niet alleen de landbouwers
gericht op hogere opbrengsten per hectare.
maar ook de andere bewoners er baat
Nu ligt het accent op investeringen die kosten-
bij hadden. De ruilverkaveling kreeg een multifunctionele
besparend werken, en dat past in het streven
opdracht.
naar duurzame landbouw.
Die verschuiving in de doelstellingen van de ruilverkave-
Met minder middelen meer doen verge-
ling valt af te lezen uit de besteding van de middelen. Van
makkelijkt geenszins de uitvoering van een
1956 tot 1989 had 65 procent van de overheidsuitgaven
project. Multifunctionaliteit stelt hogere eisen
voor ruilverkaveling een louter landbouweconomisch doel.
aan de voorbereiding van een ruilverkaveling.
De resterende 35 procent had te maken met verkeersinfra-
Die vereiste kwam goed uit voor de
structuur, waterbeheersing en in beperkte mate met land-
overheid die, om haar investeringen beter
schapszorg.
te verantwoorden, aanstuurde op meer planning en voorafgaande evaluatie. De
Sedert het begin van de jaren negentig heeft nog
bevoegde minister onderbouwde die aanpak
35 procent van de bestede middelen een zuiver landbouweconomische bestemming, 20 procent gaat naar landschap,
O
O
R
N
I
E
U
W
E
K
A
N
S
E
N
met een aantal richtlijnen.
Verdeling van de bestedingen van het Vlaamse Gewest voor ruilverkaveling
Het gaat hierbij om elementen zoals de landbouwkundige waardebepaling van de percelen, de bodemkartering, de ligging van de gronden t.o.v. de bedrijfszetels, de waterhuishouding. De interpretatie en de verwerking van die gegevens verschaffen inzichten over de mogelijkheden tot toebedeling van de kavels aan de bedrijven, de ontsluiting van de kavels en de bedrijfszetels, de kavelinrichtingswerken, en de afwatering. Een tweede deel van de inventarisatie gaat over het landschap. Het omvat zowel de ruimtelijke en visuele benadering als de ecologische. Ook archeologie en cultuur-
Een
historie worden in rekening gebracht.
ru i l -
EVENWICHT ZOEKEN
ve rk ave l i n g splan
Landschapselementen zoals bodemgebruik, begroeiingen en reliëf worden op gedetailleerde kaarten aangebracht. Om de historische dimensie van het landschap te achterhalen, verschaffen de oude 18de eeuwse Ferrariskaarten nuttige informatie. Uit die gegevens kan de struc-
Vooraleer vandaag een beslissing wordt genomen over de uitvoering van een ruilverkaveling, moet er meer klaarheid
tuur van het gebied worden afgeleid. De ecologische inventarisatie geeft aan wat voor natuur
zijn over de inhoud en de vorm van het totale project dan
- en hoeveel - er in het gebied aanwezig is. Op basis daar-
vroeger het geval was. Meer klaarheid komt er tijdens de
van wordt bestudeerd hoe hiermee kan worden gewerkt in
voorbereiding door het ontwerpen van een integraal ruilverka-
de ruilverkaveling en hoe er eventueel aan natuurbouw
velingsplan en door de milieueffectrapportering over dit plan.
kan worden gedaan. Onderdelen van de inventarisatie zijn een eco-hydrologische studie, een vegetatiestudie en een
In een ruilverkavelingsproject worden technische aanpas-
fauna-typering.
singen uitgevoerd in een afgebakend gedeelte van een agrarisch gebied met het oog op de verbetering van de landbouwkundige situatie. Die aanpassingen of technische ingrepen
De archeologische inventaris is een beschrijving van de evolutie van de menselijke aanwezigheid en activiteit in
hebben een wisselwerking met de omgeving. Voor men
het studiegebied, op basis van de grote chronologische
daarin inzicht probeert te verwerven, maakt men een
periodes. Bij de planvorming wordt het behoud van het
grondige beschrijving van de uitgangssituatie. Inventarisatie
archeologisch bodemarchief nagestreefd.
is immers een noodzaak voor een goede planvorming. Bij de uitwerking van het integraal ruilverkavelingsplan Het landbouwkundig gedeelte van die inventarisatie
dient een evenwicht gezocht te worden om alle facetten
behoort van oudsher tot de techniek van de ruilverkaveling.
zo goed mogelijk te respecteren en te verbeteren. Hierbij
R
U
I
L
E
RUILVERKAVELING
i n Vl aa n der e n
11
zullen er knelpunten ontstaan, naargelang het gewicht dat men toekent aan de landbouwkundige, de landschappelijke
sparing of tot kostenverlaging op het landbouwbedrijf. Een betere groepering van de kavels en perceelsvergro-
of de ecologische factor. Zo kan kavelgrootte in conflict
ting hebben invloed op de exploitatievoorwaarden omdat ze
komen met landschappelijke structuurelementen of kan
een verandering in de veestapel of in de bedrijfsvoering tot
ontwatering natuurlijke vegetaties in het gedrang brengen.
gevolg hebben. Ingrepen in de waterhuishouding hebben
Om keuzen te maken worden diverse mogelijkheden en
een invloed op de opbrengst van de gewassen.
oplossingen naast elkaar gesteld, bespreekbaar gemaakt en op haalbaarheid getoetst. Door terugkoppeling en aanpassingen aan het ruilverkavelingsplan op basis van de ver-
INSPRAAK
worven inzichten, kan de planvorming worden bijgestuurd en geoptimaliseerd. In die zin is er sprake van een cyclische planning of van evaluerend ontwerpen.
Na het zuiver landbouwkundige rekenwerk volgt nog een becijfering van de sociaal-economische effecten. De uitvoering van een ruilverkavelingsproject verhoogt voor de
De evaluatie heeft betrekking op de gevolgen voor de
duur van de werken het lokale arbeidsaanbod. Vooral de
landschapsecologie, de landbouweconomie, de ruimtelijke
wegen- en waterwerken zorgen daarvoor. Een betere
en visuele effecten en op de sociaal-economische gevol-
wegeninfrastructuur en een betere bereikbaarheid van
gen, met telkens een kostenraming. Indien nodig worden
woningen en gebouwen dragen bij tot het plaatselijke
ook milieuhygiënische en cultuurhistorische aspecten
algemeen welzijn en tot de verkeersveiligheid.
getoetst. Tijdens de fase van de inventarisatie en de planvorming Vanzelfsprekend speelt de landbouweconomische evaluatie een grote rol. Voor de representatieve bedrijfstypes
wordt voortdurend overlegd met gemeentebesturen, milieuen landbouworganisaties en andere betrokkenen. Zo heeft
van het ruilverkavelingsgebied moet het cijferwerk uitwijzen
de lokale gemeenschap inspraak bij de opmaak van het
in welke mate de investeringen in kavelwerken, in de
ruilverkavelingsplan en ontstaat er een brede instemming
(her)aanleg van wegen, in waterhuishouding of in bodem-
over het uiteindelijk uit te voeren ruilverkavelingsproject.
verbetering bijdragen tot inkomensstijging, tot arbeidsbe-
O
O
R
N
I
E
U
W
E
K
A
N
S
E
N
De grondgebruikers, in meer agrarisch woordgebruik de pachters, vormen naast de eigenaars altijd een belangrijke groep die beschikt over bijzondere rechten op grond van de pachtwet. Gemiddeld wordt in Vlaanderen twee derde van de landbouwgronden gepacht en hebben boeren en tuinders een derde van de gronden die ze bewerken in eigendom. Dat heeft voor gevolg dat ze bij een ruilverkaveling vaak én als eigenaar én als gebruiker zijn betrokken. Het is essentieel dat eigenaars en gebruikers volledig worden ingelicht over hun rechten en plichten tijdens het ver-
Pa r t n e rs
loop van een ruilverkavelingsproject. Zo zijn gedurende een bepaalde periode van het project bouwwerken, beplantingen of het plaatsen van afsluitingen onderworpen aan de vooraf-
in een
gaande goedkeuring van het ruilverkavelingscomité. Dat is
p ro j e c t
gebruikers. Andere rechten blijven onaangetast zoals de koop
een tijdelijke beperking van de rechten van eigenaars en of de pacht van gronden. Voor de volledigheid dienen onder gebruikers ook de vruchtgebruikers gerangschikt en mag bij het verlijden van de ruilverkavelingsakte de hypotheekbewaarder niet worden vergeten. Die ambtenaar moet na een ruilverkaveling in zijn akten een en ander herschikken.
Bij de voorbereiding en de uitvoering van een ruilverkaveling
De Vlaamse regering is vooral
zijn er aardig wat personen, verenigingen, besturen, commis-
in de aanloop tot de ruilverkaveling
sies en comités betrokken. De spil van het overleg is de
een belangrijke medespeler. Het is
Vlaamse Landmaatschappij. Ze vervult tegelijk de rol van
de Vlaamse minister bevoegd voor
informatieverstrekker, secretaris en projectleider. Ruim overleg
de ruilverkaveling die het initiatief
is nodig omdat een moderne ruilverkaveling voor jaren een
neemt om een onderzoek naar het
lokale ruimtelijke structuur vastlegt. Ze heeft een niet geringe
nut van een ruilverkaveling te be-
invloed op de woon- en werkvoorwaarden. Als er geen
ginnen. Komt hij tot de
algemene consensus over bestaat, kan de goede nabuur-
bevinding dat zo’n project nuttig is,
schap in een gemeente of streek in het gedrang komt.
dan zal hij besluiten de ruilverkaveling uit te voeren. Die opdracht ver-
De vele partners in een project hebben uiteenlopende hoedanigheden, bevoegdheden, taken, rechten en plichten.
trouwt hij toe aan het ruilverkavelingscomité.
Vooraan op de lijst van partners staan natuurlijk de onmiddellijk betrokken eigenaars en grondgebruikers. Ze maken niet
Het studiewerk tijdens de onderzoeksfase wordt uitge-
noodzakelijk deel uit van de lokale gemeenschap en het zijn
voerd door de afdeling Land van AMINAL (administratie voor
niet altijd natuurlijke personen. Vaak behoren OCMW’s en
milieu, natuur, land- en waterbeheer) - de dienst van de initia-
kerkfabrieken tot de belangrijkste eigenaars.
tiefnemende minister, en vooral door de Vlaamse Landmaat-
R
U
I
L
E
RUILVERKAVELING
i n Vl aa nde re n
13
schappij. Het onderzoek wordt begeleid door een coördinatiecommissie die de minister adviseert. De voorzitter van die commissie is een ambtenaar van de afdeling Land. Vier leden worden voorgedragen door de provinciale landbouwkamer. Vijf leden zijn ambtenaren van landbouw, natuurbehoud, landschapszorg, kadaster en ruimtelijke ordening en één ambtenaar vertegenwoordigt de provincie. De VLM neemt het secretariaat van de commissie voor haar rekening. Eens de voorbereiding afgerond, wordt de commissie opgeheven. Om de continuïteit van het project te behouden, worden de
uiteindelijke sluiting van de rekeningen. Ze staat in voor de
ambtenaren van de coördinatiecommissie opgenomen in het
werking van alle comités en commissies, produceert de door
ruilverkavelingscomité en worden opnieuw vier vertegenwoordi-
de wet vereiste documenten, controleert aannemers, schiet
gers van landbouwers benoemd. Het secretariaat komt eens te
geld voor en houdt de werken en de rekeningen in de gaten.
meer in handen van de VLM.
Ze doet de voorbereidende studies en stelt het ruilverkavelingsplan op. Ze begeleidt de werken, zorgt voor de herverkaveling en voor de opstelling van een nieuw kadaster. Om dat
DE RUILVERKAVELING AANVAARDEN
aan te kunnen beschikt de VLM over een team van ingenieurs,
Het ruilverkavelingscomité gelijkt dus inzake samenstelling
en communicatiedeskundigen.
landmeters, topografen, biologen, bodemkundigen, informatici als twee druppels water op de coördinatiecommissie. Het grote verschil schuilt in de bevoegdheid en in de rechtspersoonlijkheid
Een ruilverkaveling vergt openbaar onderzoek, raadple-
van het comité. Het comité is uitvoerder van de ruilverkaveling,
ging van documenten, officiële bekendmakingen, indiening
beslist over grondbezit en grondgebruik, geeft opdrachten aan
van stukken. Daarvoor wordt een beroep gedaan op de mede-
ontwerpers, duidt aannemers aan, verdeelt de kosten van het
werking van de gemeenten. Hoewel de gemeente in de regel-
project over alle belanghebbenden en behandelt de bezwaren.
geving over de ruilverkaveling veeleer een bescheiden rol krijgt toebedeeld, is ze een belangrijke partner in een ruilver-
Het comité wordt bijgestaan door een commissie van advies
kavelingsproject. Samenspraak en samenwerking tussen de
die 10 leden telt. Ze omvat twee eigenaars en twee gebruikers
commissies en het comité van de ruilverkaveling en de ge-
betrokken bij de ruilverkaveling. De overige leden zijn personen
meente liggen trouwens voor de hand. Een ruilverkaveling is
van de streek die bijzonder bevoegd zijn op agrarisch en
een verandering van de ruimtelijke inrichting van de gemeente
landelijk gebied, met name vertegenwoordigers van gemeenten,
en het is dus onontbeerlijk dat het gemeentebestuur en de
polders, wateringen en natuurverenigingen en die niet als
bevolking die ingreep aanvaarden.
eigenaar of gebruiker bij de ruilverkaveling zijn betrokken. Het comité raadpleegt de commissie van advies bij alle belangrijke beslissingen zoals de behandeling van bezwaren, het plan voor nieuwe wegen en afwateringen, de kostenverdeling.
De gemeente wordt ook vriendelijk maar met aandrang verzocht een aantal werken van openbaar nut, zoals vernieuwingen en verbeteringen van wegen en waterwegen, samen met de provincie en het gewest te subsidiëren. Het is geen
Zowat de duivel-doet-al bij een ruilverkavelingsproject is de
onterechte vraag, want de werken komen de gemeente
Vlaamse Landmaatschappij. Deze openbare instelling is bij alle
ten goede en ze worden na de realisatie aan de gemeente
fasen van het project betrokken, van de voorbereiding tot de
overgedragen. De gemeente staat dan in voor het onderhoud.
O
O
R
N
I
E
U
W
E
K
A
N
S
E
N
1 ONDERZOEK NAAR HET NUT VAN DE RUILVERKAVELING De eerste fase is een uitgebreide onderzoeksfase naar het nut van een ruilverkaveling. Het onderzoek komt er op initiatief van de minister die bevoegd is voor de ruilverkaveling. In sommige gevallen is de minister daartoe aange-
Het ve rl o o p van een p ro j e c t : v i j f fa s e n
spoord door burgers. Zij moeten dan wel met minstens twintig in getal zijn en ze moeten grondgebruiker of -eigenaar zijn. Dat initiatief is voor de Vlaamse Landmaatschappij het sein om een schare deskundigen bijeen te brengen die beginnen met een grondige terreinstudie van een voorlopig omschreven gebied. Daarbij komen landbouw, natuur, landschap, bodem, verkeer, recreatie en zelfs archeologie aan bod. De studies moeten resulteren in een uitgebreide inventaris van het gebied.
Een ruilverkavelingsproject is een project van lange duur :
Inmiddels heeft de minister de coördinatiecommissie
het kan gemakkelijk acht jaar in beslag nemen. Een project
opgericht en begint het overleg met de lokale vertegenwoor-
verloopt in vijf fasen.
digers van de sectoren landbouw, milieu, natuur, recreatie en met de gemeente en de provincie. De resultaten van de inventarisatie en van het overleg worden samengebracht in een integraal ruilverkavelingsplan. Tijdens de opmaak van het plan worden alle maatregelen continu geëvalueerd, ook inzake milieu en wel in het vooruitzicht van het verplichte milieueffectrapport (MER) dat later bij de minister terecht moet komen. De coördinatiecommissie begeleidt dat werk en adviseert de minister over het ruilverkavelingsplan. Een wezenlijk onderdeel van dit voorbereidend werk is de afbakening van het gebied dat voor de ruilverkaveling in aanmerking komt : de vaststelling van "de blokgrens". Er is een buitenblokgrens en er zijn binnenblokgrenzen. De buitenblokgrens omkadert het volledige ruilverkavelingsgebied. De binnenblokgrenzen omringen delen binnen het ruilverka-
R
U
I
L
E
RUILVERKAVELING
15
velingsgebied die van de ruilverkaveling worden uitgesloten, zoals woonkernen, een autoweg, een militair domein, … Over de voorgestelde blokgrens ontvangt de minister advies van de coördinatiecommissie. Een belangrijke taak is de verzameling van de identiteit en het adres van alle eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers van alle kavels in het gebied en het in kaart brengen van die gegevens. Het voorlopige kavelplan bevat alle percelen betrokken bij de ruilverkaveling. Op basis van de adviezen van de coördinatiecommissie en de bijbehorende plannen en rapporten, keurt de minister het ruilverkavelingsplan voorlopig goed. Dit is doorgaans drie jaar nadat de deskundigen met de studie zijn begonnen. Eens dat is gebeurd, kan het verplichte MER-rapport over het plan worden ingediend. Het hele dossier verhuist dan van het kabinet van de minister naar het gemeentehuis voor het eerste openbaar onderzoek. Eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers kunnen zo hun zegje doen over het voorgestelde ruilverkavelingsplan. Ze kunnen hun bezwaren mondeling of schriftelijk aan het gemeentebestuur bezorgen. Het met de bezwaren aangedikte dossier maakt dan rechtsomkeert, terug naar het kabinet van de minister. Eventueel kan die tot de vaststelling komen dat er op grond van de bezwaren bijkomend onderzoek moet gebeuren. Uiteindelijk zal de minister besluiten : de voorgestelde ruilverkaveling is nuttig of ze is dat niet. In het eerste geval is het besluit meteen ook de vastlegging van de blokgrens. Om de ruilverkaveling echt in gang te zetten, moet de minister het ruilverkavelingscomité en de commissie van advies oprichten. Die twee organen kunnen rekenen op de diensten van de Vlaamse Landmaatschappij.
O
O
R
N
I
E
U
W
E
K
A
N
S
E
N
i n Vl aa n der e n
2 HET RUILVERKAVELINGSPLAN De tweede fase van het project kan beginnen: de uitvoering van het ruilverkavelingsplan. Het opstellen van een landschapsplan is de eerste opdracht van het ruilverkavelingscomité. Dat plan is af te leiden van het ruilverkavelingsplan en geeft de hoofdlijnen aan van de materiële uitvoering van het project samen met de richtlijnen voor de landschappelijke inpassing. Een uitermate belangrijk en ook vrij delicaat onderdeel van de tweede fase is de bepaling van de inbreng van de kavels. De kavels van elke eigenaar of gebruiker in de verkaveling worden geschat volgens een landbouwkundige waardebepaling. Het is dus niet de verkoopwaarde die wordt geschat. De waardebepaling omvat twee criteria: de cultuurwaarde van de grond en de bedrijfs- of exploitatiewaarde. De cultuurwaarde is afhankelijk van de bodemkundige eigenschappen van de grond : zand, leem, klei, de dikte
gelegd op het gemeentehuis. Elke belanghebbende ont-
van de bouwlaag, de doorlaatbaarheid, de grondwater-
vangt een aangetekende brief met de gegevens over zijn
stand. De exploitatiewaarde heeft te maken met de ligging
inbreng. Iedereen heeft dan 30 dagen om aan de burge-
van de grond, de helling, de bereikbaarheid. Die waarden
meester of aan de ambtenaar van de ruilverkaveling te laten
worden, rekening houdend met de oppervlakte van de
weten het er niet mee eens te zijn en bezwaar in te dienen.
kavel, uitgedrukt in punten per hectare. Het ruilverkavelingscomité onderzoekt de bezwaren en Andere elementen kunnen de waarde beïnvloeden, zoals schuilplaatsen voor vee, afsluitingen, een pacht, de
past de plannen en lijsten aan, nadat de commissie van advies de zaak heeft onderzocht. De plannen en lijsten zijn
aanwezigheid van exploiteerbare stoffen in de ondergrond
dan definitief. Maar voorzichtigheid blijft geboden; er volgt
zoals zand of grind. Ze worden later, indien ze het voorwerp
nog een tweede voorlegging. Eigenaars en gebruikers
zijn van ruil, in min- en meerwaarden vergoed.
hebben opnieuw 30 dagen om hun bezwaren kenbaar te maken. Het is ze bij die tweede poging wel iets moeilijker
De lijsten die voor elke eigenaar en gebruiker de kavels,
gemaakt : ze moeten hun bezwaren indienen bij de vrede-
de ligging, de oppervlakte en het puntenaantal vermelden,
rechter. Tegen het vonnis van de vrederechter is geen
zijn dan toe aan een openbaar onderzoek. Ze worden voor-
beroep mogelijk.
R
U
I
L
E
RUILVERKAVELING
i n Vl aa n der e n
17
of een teveel in punten wordt voor eigenaars en vruchtge-
3
bruikers verholpen met een opleg in geld. Die is zonder schriftelijke toestemming beperkt tot 5% van de waarde van de kavels die men had moeten krijgen. Voor de
UITVOERING VAN DE WERKEN
pachters is er een vergoeding wegens gebruiksverlies indien de toebedeelde waarde 2% of meer afwijkt van de
Wanneer alle betwistingen zijn uitgeklaard, kan de
inbreng. De pachters moeten in principe zoveel mogelijk
derde fase van het project beginnen : de uitvoering van de
gronden toebedeeld krijgen van dezelfde hoedanigheid,
werken. Die hebben betrekking op algemene infrastructuur
dezelfde oppervlakte en geschikt voor dezelfde teelt.
en afwatering, grondverbetering, landschapsinrichting,
Bovendien tracht het ruilverkavelingscomité ervoor te
beplanting, kavelinrichting, natuurbehoud en - eventueel
zorgen dat elke pachter in de toekomst minder verpachters
met instemming van eigenaars en pachters - werken voor
heeft.
water- en elektriciteitsvoorziening. Voor maatregelen tot landinrichting mag het ruilverkaveIndien wijzigingen aan wegen en waterlopen (d.i. open-
lingscomité maximaal 2% van de waarde van de kavels
baar domein) noodzakelijk zijn, dan voorziet de wet dat
gebruiken op voorwaarde dat ze de eigenaars daarvoor een
daarvoor gronden, zonder vergoeding, van het ruilverkave-
vergoeding toekent.
lingsblok mogen worden afgenomen.
Als al dit zorgvuldig wikken en wegen achter de rug is,
De gronden van het afgeschafte openbare domein
krijgt het herverkavelingsplan vaste vorm en kan het voorlo-
moeten bij het blok worden gevoegd. Alle eigenaars dienen
pig afpalen van de kavels beginnen. Van die paaltjes houdt
procentueel evenveel grond bij te dragen tot het nieuwe
u best de handen af !
openbare domein. De herverkaveling zorgt daarvoor. Het wordt opnieuw druk op het gemeentehuis. De lijsten van de toedeling, met vermelding van oppervlakte en de
4
verrekening van min- en meerwaarden zijn op hun beurt onderworpen aan een openbaar onderzoek. Na de eerste voorlegging, behandelen het ruilverkavelingscomité en de commissie van advies de bezwaren. Dat leidt tot
DE HERVERKAVELING
aanpassingen. Er volgt een tweede voorlegging voor een tweede openbaar onderzoek. Wie dan nog klachten heeft,
De vierde fase van het project, de herverkaveling, is
klopt aan bij de vrederechter. Die kan de herverkaveling
zonder twijfel de belangrijkste voor alle eigenaars en
niet meer veranderen, hij kan enkel vergoedingen in geld
gebruikers. De vorming van aaneensluitende, regelmatige
toekennen.
kavels zo dicht mogelijk bij de bedrijfszetel en met een eigen uitweg, staat in deze fase centraal.
Eindelijk is het dan zover: het herverkavelingsplan is definitief en de bijbehorende afpaling van de kavels even-
Bij de toebedeling van de kavels geldt de volgende
zeer. Meteen is een nieuw kadaster tot stand gekomen. De
regel : wat men krijgt toebedeeld, moet in principe gelijk
vierde fase wordt besloten met het ietwat plechtige verlijden
zijn aan wat men inbrengt min wat men afstaat aan het
van de ruilverkavelingsakte die aan eigenaars en gebruikers
openbaar domein. Het ligt echter niet voor de hand dat die
hun nieuwe bezittingen en rechten toekent.
volkomen gelijkwaardigheid altijd bereikbaar is. Een tekort
O
O
R
N
I
E
U
W
E
K
A
N
S
E
N
5 DE KOSTENVERDELING De vijfde en laatste fase van het project regelt de kostenverdeling. Een belangrijk gedeelte van de kosten wordt door de overheid betaald. De eigenaars moeten ongeveer 10% van de kosten van de werken onder elkaar verdelen in functie van de waarde van hun nieuwe kavels. Ook deze kostenverdeling is onderworpen aan een openbaar onderzoek. Wie het oneens blijft met het ruilverkavelingscomité, moet opnieuw bij de vrederechter langs. Ten slotte regelt een aanvullende ruilverkavelingsakte de
HET RECHT VAN VOORKOOP Sommige ingrepen in een ruilverkavelingsgebied zijn gemakkelijker uitvoerbaar wanneer de overheid tijdens de uitvoering zelf over gronden beschikt die verruilbaar zijn of die een bepaalde bestemming kunnen krijgen. Bij wet heeft de overheid daarom aan de Vlaamse Landmaatschappij in de afgebakende ruilverkavelingsgebieden een recht van voorkoop toegekend. Dit recht van voorkoop is echter ondergeschikt aan het gelijkaardige recht dat de pachtwet aan de pachter toekent of is niet van toepassing wanneer de verkoop gebeurt tussen echtgenoten of hun afstammelingen of tussen mede-eigenaars.
financiële rechten en plichten. Het project is daarmee rond. Het ruilverkavelingscomité heeft zijn taak volbracht en het wordt ontbonden.
Evolutie van het recht van voorkoop
Aanvankelijk werd dit recht enkel gezien als een bijkomend middel om de landbouweconomische voorwaarden te verbeteren. Met de verruiming van de doelstellingen heeft die grondverwerving een meervoudige functie gekregen. De grondverwerving was in het begin bescheiden. In de jaren tachtig beliep ze gemiddeld 35 ha per jaar. Sedert de jaren negentig zijn de aankopen zowat verdubbeld. Op 20 april 1998 kwam de VLM in het nieuws met de aankoop van een aaneengesloten blok landbouwgrond van 88 ha in een ruilverkavelingsgebied. Het gaat over gronden van de voormalige strafinrichting van Merksplas. De verkoper was het federale ministerie van Financiën : Vlaanderen kocht van België een brok open ruimte.
R
U
I
L
E
RUILVERKAVELING
i n Vla a nd ere n
19
MAATREGELEN TOT LANDINRICHTING Sommige vormen van grondoverdracht en inrichting ten behoeve van niet-landbouwkundige functies, b.v. de aanleg van poelen, houtkanten, archeologische sites, bebossing,… worden "maatregelen tot landinrichting" genoemd. Dergelijke maatregelen houden in dat gronden aan een openbaar bestuur of een openbare instelling worden toegewezen. Als zij akkoord gaan, worden de gronden hun eigendom zonder dat ze vooraf een inbreng in de ruilverkaveling hebben gedaan. Doorgaans worden de gronden voor maatregelen tot landinrichting overgedragen aan het Vlaamse Gewest. Volgens de ruilverkavelingswet mag het ruilverkavelingscomité daarvoor grond gebruiken van al de
O
O
R
N
I
E
U
W
E
K
A
N
S
E
N
eigenaars op voorwaarde dat ze een vergoeding krijgen. In de praktijk echter worden deze gronden zoveel mogelijk ter beschikking gesteld uit de grondreserve van de Vlaamse Landmaatschappij. Die reserve bestaat uit gronden die tijdens het project vrijwillig aan de VLM voor aankoop worden aangeboden of die de VLM d.m.v. het recht van voorkoop verwerft. De wetgever legde evenwel beperkingen op aan deze specifieke vorm van grondoverdracht. De totale afhouding van gronden mag maximaal 2 % van de waarde van de kavels bedragen. Daarnaast mag binnen het agrarisch gebied volgens het gewestplan de oppervlakte van alle gronden voor maatregelen van landinrichting samen niet meer dan 2 % van de totale oppervlakte van de gronden bedragen. Deze oppervlakte mag bovendien niet groter zijn dan de voordien niet-landbouwkundig gebruikte oppervlakte.
Er zijn door de jaren heen immers culturele, recreatieve, ecologische, natuurlijke en landschappelijke aspecten toegevoegd aan ruilverkavelingsprojecten. Door die brede opdracht en het ruime overleg dat eraan verbonden is, voelt de VLM zich als Vlaamse overheidsinstelling het best in wat ze "het middengebied" noemt. D.w.z. het operationele gebied dat verbonden is met de praktijk, maar dat toch ook wetenschappelijk onderbouwd is. Het werk in het middengebied is beleidsoriënterend en
We rken aan
beleidsuitvoerend, en het is een aanspreekpunt voor soms strijdige maatschappelijke belangen. Veelal willen de landbouw- en de natuursector op een verschillende manier gebruik maken van de open ruimte, en
we l va a r t en we l z i j n
is er dus sprake van tegenstrijdige belangen. Juist hier kan de ruilverkaveling een oplossing brengen en speelt de VLM een belangrijke rol als bemiddelaar en katalysator. Ook met verruimde doelstellingen blijft de ruilverkaveling in de eerste plaats een beleidsinstrument voor de landbouw. Het eerste doel is een productiever landbouwareaal. Een leefbare
De Vlaamse Landmaatschappij heeft als motto "de zorg
landbouw biedt immers de beste garanties voor het behoud van de open ruimte.
voor de open ruimte in Vlaanderen". Met veertig jaar ruilverkaveling achter de rug mag de VLM zich inderdaad
Naast landbouw hebben ook de natuur, het landschap
sterk maken dat ze de vrijwaring van die in Vlaanderen
en andere maatschappelijke functies heel wat bij ruilverka-
toch voortdurend bedreigde open ruimte ter harte nam.
veling te winnen. Vlaanderen kan het zich niet veroorloven
Volgens haar statuten heeft de VLM tot doel "haar medewerking en diensten te verlenen bij de voorbereiding en uitvoering van ruilverkavelingen van landeigendommen met inachtneming van de wettelijke bepalingen". Die doelstelling heeft in de praktische uitvoering een heel menselijke, zeer democratische vorm aangenomen. Dat komt doordat ruilverkaveling een sociaal-economische doelstelling heeft, nl. de creatie van meer welvaart op het platteland. Het komt ook doordat de creatie van meer welzijn een doelstelling is geworden van ruilverkaveling.
R
U
I
L
E
RUILVERKAVELING
i n Vla a nd ere n
21
nog meer natuur te verliezen. Binnen de ruilverkavelings-
meentebesturen, de gemeentelijke landbouwraden, milieu-
projecten moet daarom worden gestreefd naar win-winsitua-
raden, belangengroepen en individuele belanghebbende
ties. Zo ontstaat een breder maatschappelijk draagvlak voor
burgers. Om zowel groepen als individuele burgers bij de
de ruilverkaveling. De ervaring wijst uit dat overleg in ruilver-
evolutie van het project te betrekken en degelijk in te lich-
kavelingsprojecten in zowat 97% van de gevallen tot een
ten, organiseert de VLM voorlichtingsvergaderingen, info-
akkoord leidt.
sessies, zitdagen, verspreidt ze folders, krantjes, brochures,
Overleg vergt tijd en veel communicatie. Een communicatiestrategie en communicatie "op het veld" zijn voor de
persmededelingen, en maakt ze gebruik van tentoonstellingen, video’s, kaarten, luchtfoto’s, en computerpresentaties.
VLM belangrijke prioriteiten. De doelgroepen bij een ruilverkaveling zijn nogal verscheiden: grondeigenaars en pachters, andere inwoners van het projectgebied, sociaal-cultu-
Gezien het groot belang dat de VLM hecht aan overleg en communicatie, heeft ze zowel op haar hoofdzetel als in
rele organisaties, gemeente- en provinciebesturen… De
de provinciale kantoren communicatiedeskundigen in
VLM is meestal de gangmaker van het overleg met de ge-
dienst.
O
O
R
N
I
E
U
W
E
K
A
N
S
E
N
projecten vrij sterk. Kleine ruilverkavelingen zijn die van Mettekoven (748 ha) en Groot-Loon (862 ha) in ZuidLimburg. Het grootste project in onderzoek is het WestVlaamse Zandleemplateau van Izenberge dat zich uitstrekt over de gemeenten Lo-Reninge, Alveringem en Veurne en dat 6.000 ha beslaat, een veeleer uitzonderlijke omvang.
…in Antwerpen… Met het Kempense project Lille-Vorselaar, dat niet
Ru i l ve r-
minder dan zeven gemeenten bestrijkt, Lille, Vorselaar, Malle, Zoersel, Beerse, Zandhoven en Rijkevorsel, heeft Antwerpen de tweede grootste ruilverkaveling in onderzoek.
k ave l i n gen
Eveneens in onderzoek zijn de ruilverkavelingen Heist-op-
in alle
Merksplas, Turnhout, Baarle-Hertog en Hoogstraten),
p rov i n c i e s
den Berg, Zondereigen (verspreid over de gemeenten Rijkevorsel-Wortel en Herenthout-Bouwel. In de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel kocht de Vlaamse Landmaatschappij in 1997 de voormalige Rijksweldadigheidskolonie van Wortel. Dit vrij unieke gebied be-
In Vlaanderen zijn er eind 1998 128 ruilverkavelingsprojec-
staat uit 675 kadastrale percelen, landerijen, weilanden, tuinen, bossen, poelen, woeste gronden, een kerkhof,
ten afgewerkt voor een totale oppervlakte van 156.000 ha.
dreven, grachten, een boerderij, een feestzaal en sportter-
Dit is één vijfde van het bruto landbouwareaal opgenomen
reinen met een totale oppervlakte van 463 ha. Met een
in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en bijna één
ministerieel besluit is de kolonie voorlopig beschermd als
vierde van het gebruikte areaal volgens de jaarlijkse land-
landschap.
bouwtelling. Jaarlijks worden 4 ruilverkavelingen afgewerkt, wat overeenkomt met ongeveer 6.000 ha. Er zijn eind 1998 12 projecten met een gezamenlijke
Twee ruilverkavelingen zijn in Antwerpen in uitvoering: Weelde en Merksplas.
oppervlakte van 18.500 ha in uitvoering en 23 projecten met een oppervlakte van 56.000 ha zijn in onderzoek. Het maakt dat nagenoeg 230.500 ha bij een ruilverkaveling hoort, of
…in Vlaams-Brabant…
17% van de totale oppervlakte van het Vlaamse Gewest. In één blok samengebracht zou dit een gebied zijn van 46
In Vlaams-Brabant zijn er vier ruilverkavelingen in
op 50 km, op weinig na de oppervlakte van de provincie
onderzoek: Vissenaken, Willebringen, Elingen en Londer-
Limburg.
zeel. Twee ruilverkavelingen zijn in uitvoering: Hoegaarden en Bollebeek (in de gemeenten Asse en Merchtem). Melk-
In alle Vlaamse provincies zijn ruilverkavelingen in onderzoek en in uitvoering. In oppervlakte variëren de
wezer (in Linter, Zoutleeuw en Tienen) is op de aanplanting van enkele bomen en heesters na zo goed als voltooid.
R
U
I
L
E
RUILVERKAVELING
in Vla a nde re n
23
Dat een project veel tijd in beslag kan nemen, is
Afgewerkte ha / Provincie
alvast voor Melkwezer het geval. De bevoegde minister gaf op 18 januari 1983 het groen licht voor dit project. Op 28 november 1997 had de aanbesteding plaats voor de erfbeplantingwerken. Het laatste boompje komt zo ...
…in Limburg… Behalve de kleinere ruilverkaveling in onderzoek, Groot-Loon, telt Limburg nog de projecten Jesseren, Wellen en Veldhoven-Kreiel. De ruilverkavelingen Jesseren en Grootloon grenzen aan elkaar en liggen in het overgangsgebied van lemig
akkerbouwpercelen geen afdoende bescherming. De weg-
Droog-Haspengouw in het zuiden naar zandlemig Vochtig-
spoeling van de vruchtbare bovenlaag samen met de mest-
Haspengouw in het noorden. Het is een glooiend,
en sproeistoffen is er een probleem. In de ruilverkaveling
gevarieerd landschap met boomgaarden, akkerbouw,
Groot-Loon plant men het bosuitbreidinggebied op de
weiland en bossen. Hier is nog een belangrijke concentratie
meeste erosiegevoelige hellingen, de landbouwkundig
van hoogstamboomgaarden bewaard gebleven. De twee
minder geschikte gronden. Ook in de ruilverkaveling
projecten zijn er dan ook op gericht zoveel mogelijk hoog-
Mettekoven is een specifiek erosieonderzoek uitgevoerd.
stamboomgaarden te behouden.
De erosiebestrijding gebeurt er door de kavels een geschikte oriëntatie te geven en grasbermen aan te leggen.
Om dit te realiseren worden die percelen behandeld als vaste kavels. Het betekent dat men niet de eigendoms-
…in Oost-Vlaanderen…
situatie als vast beschouwt, maar de perceelsgrenzen. Wie positief staat tegenover het behoud van de hoogstamboomgaarden, krijgt ze later toebedeeld. Afhankelijk van de
In Oost-Vlaanderen zijn zes projecten in onderzoek. Het gaat om Sinaai, Horebeke-Schorisse, Lokeren, Scheldekant
beschikbare middelen zal de ruilverkaveling het behoud
(Nazareth, De Pinte en Gent), Sint-Lievens-Houtem en
van de boomgaarden ondersteunen of ze zelfs aankopen.
Stekene.
Hier zoekt de ruilverkaveling partners, zowel in de openbare als in de private sector.
In uitvoering zijn Hamme en Sint-Gillis-Waas.
Limburg, of beter het Limburgse Haspengouw, telt
De uitbouw van voorzieningen voor zachte recreatie is
drie ruilverkavelingen in uitvoering. Het zijn Vliermaalroot,
een belangrijk aspect dat de ruilverkaveling meer maat-
Rijkhoven en Mettekoven. Ze sluiten aan bij of liggen in de
schappelijke ondersteuning kan geven. Zo werden er in de
buurt van Jesseren, Grootloon en Wellen.
ruilverkaveling Wontergem 6,3 km wandel- en fietspaden aangelegd. Ook inzake verkeersveiligheid zal de ruilverka-
De hellende leembodems van het Haspengouwse
veling Wontergem een en ander bijgedragen hebben. Op
akkerland zijn erosiegevoelig. Van mei tot augustus, de
verschillende plaatsen werd een van de weg afgescheiden
erosiegevoelige maanden, biedt de bodembedekking op de
fietspad van 2,5 m breedte aangelegd.
O
O
R
N
I
E
U
W
E
K
A
N
S
E
N
…in West-Vlaanderen
Samen met een betere kavelstructuur voor de grondgebruikers, is ook voor de grondeigenaars een schaalvergro-
De projecten in onderzoek in West-Vlaanderen zijn geconcentreerd in de Westhoek. Het zijn, naast het reeds
ting tot stand gekomen omdat ze minder, maar grotere percelen in eigendom hebben.
eerder vermelde grootste project van het Zamdleemplateau van Izenberge, de projecten Reninge, Woesten en Adinkerke-Oostduinkerke.
Dat bij grotere kavels de akkerbouwer gevoelige besparingen kan realiseren, ligt voor de hand : machines moeten minder worden gedraaid, er zijn minder verloren hoeken en
In hetzelfde gebied zijn drie ruilverkavelingen in uitvoe-
perceelsranden, en er is minder verlies van gewassen,
ring : Fortem, ’s Heerwillemskapelle en Stuivekenskerke. In
meststoffen en bestrijdingsmiddelen aan de perceelsran-
de zopas afgewerkte ruilverkaveling Eggewaartskapelle, die
den. De betere benutting van de landbouwmachines en
161 landbouwbedrijven telde, kan de vergelijking voor en na
de lagere kosten verbeteren het landbouwinkomen. De tijd-
worden gemaakt. De vier landbouwbedrijven van meer dan
besparing biedt de landbouwer meer kansen om andere
50 ha in die ruilverkaveling beschikken nu gemiddeld over
taken aan te pakken.
3 kavels van gemiddeld 21,4 ha, terwijl ze voordien over gemiddeld 4 kavels beschikten van gemiddeld 16,8 ha.
De besparingen zijn reëel. Bij becijfering voor een ruilverkaveling van 1.000 ha gericht op akkerbouw met een op-
Treffender is de nieuwe toestand voor de 21 bedrijven in
De gekleurde vlakken zijn de percelen van drie landbouwers. De kaart links toont de toestand vóór de ruilverkaveling. De kaart rechts toont de toestand erna.
timale verkaveling, bedraagt de totale besparing aan motor-
de oppervlakteklasse van 20 tot 50 ha. Voor de ruilverkave-
brandstof 70.000 liter per jaar. De bemesting daalt er met
ling hadden de landbouwers gemiddeld 4,5 kavels van
35.000 eenheden stikstof, of de stikstofbehoefte van 100 ha
gemiddeld 7,2 ha; nu bewerken ze gemiddeld 2,48 kavels
grasland. Ruilverkaveling draagt bijgevolg bij tot de vermin-
met een oppervlakte van 12,8 ha. De schaalvergroting van
dering van de emissies van stikstofoxiden, nitraten, zwavel-
een kavel bedraagt gemiddeld 78%.
verbindingen en roetdeeltjes naar lucht, water en bodem.
Een voorbeeld van perceelverdeling: Eggewaartskappelle
R
U
I
L
E
2 Woord vooraf Het agrarisch gebied herschikt
4 Ruilen en hergroeperen
6 Tot ruilverkaveling verleiden
8 Een Vlaamse visie vorm geven
10 Een ruilverkavelingsplan
12 Partners in een project
14 Het verloop van een project: vijf fasen
20 Werken aan welvaart en welzijn
22 Ruilverkavelingen in alle provincies
RUILVERKAVELING
i n Vl aa n der e n
A D R E S S E N ■ Vlaamse Landmaatschappij
■ AMINAL Afdeling Land
Centrale directie
Hoofdbestuur
Vlaamse Landmaatschappij
AMINAL Afdeling Land
Gulden-Vlieslaan 72
Graaf de Ferrarisgebouw
1060 Brussel
Emile Jacqmainlaan 156 bus 8
tel. 02/543.72.00
1000 Brussel
fax 02/543.73.99 (Algemeen nummer)
tel. 02/553.82.37
02/543.73.97 (Ruilverkaveling en
fax 02/553.80.25
Landinrichting)
Provinciale afdelingen
Buitendiensten
Provinciale afdeling Brugge
AMINAL Afdeling Land West-Vlaanderen
E. de Neckerestraat 5
Zandstraat 255
8000 Brugge
8200 Brugge
tel. 050/45.81.00
tel. 050/45.42.16
fax 050/45.81.99
fax 050/45.42.19
Provinciale afdeling Diest
AMINAL Afdeling Land Oost-Vlaanderen
Leuvense Straat 86a
Gebr. Van Eyckstraat 2-6
3290 Diest
9000 Gent
tel. 013/35.87.00
tel. 09/265.46.34
fax 013/35.87.99
fax 09/265.46.37
Provinciale afdeling Gent
AMINAL Afdeling Land Antwerpen-Limburg
Ganzendries 149
Taxandria Center
9000 Gent
Gouverneur Roppesingel 25
tel. 09/244.85.00
3500 Hasselt
fax 09/244.85.98
tel. 011/26.44.62 fax 011/26.44.69
Provinciale afdeling Herentals
AMINAL Afdeling Land Vlaams-Brabant
Cardijnlaan 1
Waaistraat 1
2200 Herentals
3000 Leuven
tel. 014/25.83.00
tel. 016/21.12.85
fax 014/25.83.99
fax 016/21.12.89 Het adres van de buitendienst is telkens ook het adres van de voorzitter van de ruilverkavelingscomités van die provincie.
O
R
N
I
E
U
W
E
K
A
N
S
E
N