Kanaalweg 122 • 2584 CN Den Haag • tel. 070 - 352 11 31 Postbank nr. 753 66 82
R
O O K S I G N A L E N
december 2003
Geachte belangstellenden,
S
Sinds april 2002 werkt bij ons de Duitse leerling orthopedisch schoenmaker Antje Kampik. Omdat zij een aantal jaren ervaring had voor zij bij ons kwam leek het ons interessant om haar te interviewen over hoe ze zich voelt hier in Mexico in het algemeen en in de werkplaats in het bijzonder. Het is grappig te merken dat klanten lijken te denken dat het heel gewoon is voor vrouwen in Europa om schoenen te maken. Niet alleen het stikken, maar ook het ‘mannenwerk’ als op de leest monteren van het bovendeel van de schoen en het afwerken met zolen en hakken. Klanten kijken dus niet gek tegen Antje aan, ik was er immers al. Wel kunnen ze zich maar moeilijk voorstellen dat we geen familie zijn. Moeder en dochter, denken ze. Zo niet, dan moet het een zus zijn. Al vinden we zelf niet dat we op elkaar lijken, voor Mexicanen is dat anders, twee druppels water. Hieronder volgt een samenvatting van het interview dat we met haar hadden. Hoe ben je tot het vak van orthopedisch schoenmaker gekomen, had je hobbies in die richting of kende je mensen met orthopedische schoenen? Nee, geen van beiden. Na de middelbare school ging ik bij de Belastingdienst werken en volgde tegelijkertijd een opleiding voor Algemeen Belasting Inspecteur. Dat beviel me niet zo. Ik had weinig gemeen met mijn collega’s en het soort werk was onbevredigend. Ik hou er van om dingen te maken, om werk te doen dat tastbaarder is. Ik ging dus op zoek naar iets anders. Op het banenbureau vond ik diverse beroepenomschrijvingen en de beschrijving die me het meest aansprak was het beroep van orthopedisch schoentechnicus. Ik vond een baan in West Duitsland en werd toegelaten tot de vakopleiding. Ik had graag een mooier verhaal verteld maar meer zat er niet achter.
Hoe ziet in Duitsland de opleiding tot orthopedisch schoentechnicus eruit? De basisopleiding duurt 2,5 tot 3,5 jaar, hoe lang precies ligt deels aan je vooropleiding en deels aan de examenresultaten. Als je die opleiding met een diploma afsluit kun je allerlei basiswerkzaamheden zelfstandig uitvoeren. Je kunt oppennen (het op de leest monteren van het bovendeel van de schoen, red.) en de schoenen verder volledig afwerken, je kunt voetbedden voor orthopedische schoenen maken en je kunt allerlei aanpassingen aanbrengen op bestaand schoeisel. Na dit deel van de opleiding ben je in Duitsland orthopedisch schoentechnicus. Dat is dus anders dan in Nederland, waar je je pas op een veel hoger niveau orthopedisch schoentechnicus mag noemen. Na de basisopleiding moet je drie jaar praktijkervaring opdoen in een orthopedische werkplaats voordat je kunt worden toegelaten tot de vervolgopleiding tot meester orthopedisch schoentechnicus. Die opleiding duurt een jaar full time en wordt afgesloten met een examen. Een Meester Orthopedisch Schoentechnicus is wat in Nederland Orthopedisch Schoentechnicus heet. Officieel zijn de niveaus vergelijkbaar, maar ik heb sterk de indruk dat jullie in Nederland grondiger opgeleid en beter getest worden. Ik heb de basisopleiding gedaan en heb bijna drie jaar werkervaring in een orthopedische werkplaats, tenminste, als de tijd die ik nu hier in Mexico werk wordt meegeteld. Toen je eenmaal je basisdiploma had liep meteen je leer- werkovereenkomst af. Wat ging je daarna doen? Ik wilde niet bij mijn eerste werkgever blijven, omdat het me niet verder bracht in mijn vak. Ook was ik nieuwsgierig naar de rest van de wereld en ik wilde Engels leren. En dat het liefst in combinatie met schoenen maken. Er is een uitwisselingsprogramma voor ambachtslieden, SESAM II, dat de onderlinge eenheid in Europa wil bevorderen door uitwisselen van vakkrachten binnen de EG. Van SESAM II kreeg ik uit de gouden gids van Londen een lijst van twaalf bedrijven voor maat- en orthopedisch schoeisel die ik allemaal schreef. Enkelen schreven terug, maar slechts één toonde belangstelling. Gek eigenlijk, want ik was bijna gratis. SESAM II was goed voor zeven maanden werken bij James Taylor & Son in Londen. Hoe hoorde je over mijn werkplaats in Mexico? Ik las in het Duitse vakblad voor de orthopedische schoenenwereld (Orthopädie Schuhtechnik 2/99 Orthopädiechuhtechnik in Mexiko, p. 64-66, red.) een artikel van jouw werk in Mexico dat me trof. Het feit dat werkelijk alles binnen een werkplaats wordt gedaan, en door een persoon die alle aspecten van het vak aankan, trok me aan. Ik dacht dat leren in zo’n werkplaats veel intensiever en derhalve sneller zou gaan dan waar dan ook. Wat zeiden je familie en vrienden van je besluit om in Mexico te gaan werken? Mensen deelden mijn enthousiasme niet. Mexico? Wat ga je daar doen? Wat ga je daar verdienen? Moet je zelf je vliegticket betalen? Dat waren zoal de reacties van de mensen om me heen.
Ze konden zich niet voorstellen dat het voor mijn vorming als orthopedisch schoenmaker goed was om hier te gaan werken. Ik verdedigde mijn besluit met jouw opleiding, vakmanschap en wat je me als leermeester te bieden had. Wat heb je ondertussen bereikt met het uitoefenen van je vak in Mexico? Ik kan nu schachten maken, ik had dat nog nooit gedaan. Schachten kunnen maken was een geweldig grote stap voorwaarts voor mij: het maakte mijn vaardigheden om schoenen te maken compleet. Ik was heel erg opgetogen over het eerste paar schachten dat ik maakte. Nu ik het echt zelfstandig kan, voel ik me heel tevreden over die verworven kennis en vaardigheid. En tegelijkertijd leerde ik meteen alles over het snijden van leer en het beoordelen van de kwaliteit. Ook leerde ik allerlei kleine trucjes die je toe kunt passen om met heel weinig inspanning de schoen er mooier, minder orthopedisch uit te laten zien. Ik had niet gedacht dat ik zo ver zou komen. Ik bedoel, leesten maken is hoog niveau orthopedisch schoenmaken, Antje werkend met een klant: Ze beoordeelt de voetbedden en de passchoenen. doorgaans wordt dit De klant, een vijftienjarige scholier, heeft een heupdefect en door de meester een beenlengteverschil van 5 cm. gedaan. Ik verwachtte niet dat ik zo veel schoenen voor mezelf zou maken. Ik heb daarbij veel steun aan jou (Toos). Wat voor soort schoen ik ook wil maken, qua stijl of maakwijze, jij weet altijd hoe je het moet aanpakken om het gewenste karakter in die schoen te leggen en ik kan al die dingen uitproberen. Omdat ik altijd toegang tot de werkplaats heb kan ik veel leren en experimenteren. Ik heb allerlei technieken uitgevoerd die ik niet verwachtte ooit te doen: California, canasta, flexibel (handnaaitechnieken, red.) met leer omklede dameshakken. Tijdens de gewone werkuren heb ik veel meer routine gekregen vanwege de hoeveelheid schoenen die we maken, in mijn eigen tijd doe ik bijzondere dingen.
Zijn er verschillen met de werkplaatsen waar je hebt gewerkt? In deze werkplaats is er een grotere keus in stijl en kleur en de schoenen zijn mooier. Verder heb ik de indruk dat wat we hier maken meer beantwoordt aan het voetprobleem en aan de wensen van de klant. Jij experimenteert, je begint niet met de zwaarste oplossing. Dat werkt wel altijd, maar stelt nog intacte functies buiten werking. Jij respecteert deze functies en gaat alleen naar een zwaardere oplossing als dat nodig is. Jij zoekt een compromis met de klant. Het voelt aan als meer tijd besteden aan de klant maar hem tegelijkertijd een groot plezier doen. De passchoenen zijn heel anders dan wat ik gewend was. Het verbaasde me dat de klant er een week op moet lopen en dat ook doet. In de werkplaats komen vaak klanten met een groot voetprobleem. Wat denk je als je met zo’n klant geconfronteerd wordt? Ik probeer erachter te komen hoe het zover is gekomen, door jou te vragen of naar de klant te luisteren. Ik heb dit soort ernstig beschadigde voeten nooit eerder gezien. Het is in Duitsland niet gebruikelijk dat leerlingen van mijn niveau met klanten werken. Iets anders is dat bij ons deze problemen, voetzweren en wonden, genezen zijn voordat ze bij de schoenmaker komen. Ik vind het bevredigend om te zien dat ze de werkplaats verlaten zonder de hulp van looprek of familie. Het is leuk om daar aan bij te dragen. Wat me verbaasd heeft is dat je een behandeling kunt geven die de doktersbehandeling ondersteunt om de wonden en zweren te laten genezen. Zoals die halve schoen van laatst, die vrouw van wie de gehele voorvoetzool een diepe open wond was. Een wond die een paar jaar heeft bestaan, gaat dan in een paar maanden dicht. Ik had geen idee dat je dat met dit vak kon doen.
De zgn. “halve schoen”: met deze beogen we ernstige voetzoolzweren volledig vrij te leggen. De klant is een suikerpatiënte met extreem grote voeten.
In hoeverre heeft de ervaring die je hier hebt opgedaan je vaktechnisch gevormd? Ik houd meer van het vak. Ik ben een beetje bang om terug te gaan naar saaie zwarte en bruine schoenen. Ik weet nu meer. En ik weet vooral ook wat ik nog niet weet. Deze Mexicaanse ervaring heeft mijn horizon verlegd. Al die nieuwe vaardigheden en routine die ik nu heb maken dat ik anders in mijn vak sta. Je woont nu anderhalf jaar in Mexico. Wat is je beeld over Mexico en hoe de mensen leven? Ik had niet verwacht dat het stadsleven zo lijkt op dat bij ons. Er zijn allerlei winkelcentra en bioscopen, en mensen gebruiken veel hun auto. Ik verwachtte dat het heel anders aan zou voelen. Het leven ziet er niet zo anders uit. Naar het uiterlijk te oordelen lijkt het alsof het de mensen vrij goed gaat. Maar dan staat er een deur van een huis open en kun je naar binnen kijken. Wat je dan ziet is armoe. De mensen in de hogere middenklasse zijn min of meer goed af, maar in vergelijking met bij ons zijn er niet veel mensen in die klasse. Er zijn heel veel, heel arme mensen. De bedelende kinderen die we zagen toen we de berg Cristo Rey opgingen, die zondag kort na mijn aankomst, schokten me. Hoe bevalt het om in Mexico te wonen? Ik vind het leuk en niet leuk. Ik houd van de natuur, het klimaat, het eten. De mensen, daar heb ik moeite mee. Ik heb moeite met hun mentaliteit van te laat komen of helemaal niet komen opdagen zonder af te zeggen. Ik ben gewend dat mensen doen wat ze zeggen en dat is hier heel anders. Het kost me moeite dat te accepteren, maar ik heb niet zo veel keus als ik niet al te alleen wil zijn. Wat zijn je plannen voor de toekomst? Dat weet ik nog niet precies, ik heb verschillende plannen eigenlijk: Eén optie is de meesteropleiding volgen in Duitsland om daarna te werken in mijn geboortestreek (rond Dresden in Oost Duitsland) in een groter bedrijf met interessante problematiek. En ja, ik zou wel graag een gezin willen als de juiste man komt opdagen. Hier is wat haast bij, volgend jaar word ik dertig. Maar ik ben ook dol op het vak en ik wil het wel blijven uitoefenen. Wat vind je van de doelstelling van de werkplaats, in principe schoenen maken voor iedereen, ongeacht of de klant kan betalen of niet? Dat vind ik natuurlijk heel goed omdat juist deze klanten ernstiger voetproblemen hebben, ik bedoel, niet ‘alleen maar’ hamertenen. Het is heel bevredigend om schoenen voor deze mensen te maken opdat ze zelfstandiger kunnen doorleven, kunnen blijven werken enz. Er is een heel scala van oplossingen waaruit gekozen wordt in overeenstemming met de zwaarte van het probleem en de beurs van de klant. Het is heel bijzonder dat er ook mogelijkheden zijn voor mensen met onvoldoende geld, een klant wordt niet weggestuurd als hij het niet kan betalen. Het voelt goed om iedereen te helpen.
B
E S T U U R S M E D E D E L I N G E N
H
Hierbij een bericht van onze stichting over de activiteiten in Mexico. Daarmee gaat het uitzonderlijk goed. Het bedrijf van Toos en Pierre is in staat veel mensen te helpen en ontwikkelt daarbij interessante nieuwe orthopedische produkten. Eén zo’n produkt is een goedkope instelbare stevige schoen voor suikerpatienten. Het is belangrijk dat de schoen robuust is, omdat in de dorpen de straten slecht zijn. Diabetes is een groeiend probleem, ook in Nederland. De ziekte leidt dikwijls tot voetproblemen, die zeer ernstig kunnen zijn en soms leiden tot amputatie van de voet. In Mexico is diabetes een volksziekte van verontrustende omvang. Toos heeft zich tijdens haar verblijf in Mexico, door het grote aantal ernstige vervormingen als gevolg van suikerziekte, ontwikkeld tot een expert op dit gebied en een ontwerp gemaakt voor een gestandaardiseerde schoen voor patiënten met suikerziekte. Een orthopedisch hulpmiddel dat relatief goedkoop kan worden geproduceerd. De stichting LOW COST ADVANCED ORTHOPAEDIC SUPPORT ondersteunt dit streven en financiert deze schoen, zodat die aantrekkelijk is geprijsd en iedereen die zo'n schoen nodig heeft, die ook kan kopen. Als wij zeggen dat Toos en Pierre in Mexico stevig in de schoenen staan, moet er helaas ook geconstateerd worden, dat het met de financiën minder goed gaat. Onze stichting doet wat zij kan, maar kan helaas minder dan zij zou willen. Op dit moment missen wij dan ook het geld om een nog veel grotere groep Mexicanen goede orthopedische zorg te waarborgen, speciaal die mensen die anders nooit op adequaat schoeisel zouden komen te lopen. Daarom het herhaalde verzoek om donaties en nieuwe donateurs. Laat deze Rooksignalen aan
familie, vrienden en kennissen lezen en laat ze ook wat overmaken op onze rekening. Alle kleine beetjes helpen! Een goed idee is om bijvoorbeeld rond een verjaardag of andere festiviteit geld op te halen voor de stichting. Bij de viering van een persoonlijke mijlpaal vroeg een aantal donateurs om een donatie voor de stichting i.p.v. cadeaus. Namens de stichting heel veel dank voor deze enthousiaste acties. Ander positief nieuws is dat the International Women’s Conference in Nederland vorig jaar Toos' werk als project heeft gekozen om geld voor in te zamelen. Daar hebben wij in een vorige Rooksignalen al over gemeld, wij zijn blij te melden dat hierdoor een aanzienlijk bedrag is bijgeschreven. Om meer mensen bij het werk van Toos en de stichting te betrekken, proberen wij met een media-offensief in het komend voorjaar aandacht te trekken en zo meer donateurs en extra geld te verkrijgen. Onze grootste troef is de mogelijke komst van Toos naar Nederland. Dat is op zich niet makkelijk, want de reis kost geld en als Toos in Nederland is, dan kan zij geen schoenen maken, wat een reëel offer is voor het bedrijf. Maar wij hopen toch, dat wij gezamenlijk in staat zijn om samen met Toos rond Pasen in Nederland bekendheid te vragen voor het werk van de stichting. Iedereen die meer wil weten over de manier van werken en de aangeboden produkten adviseren we om een kijkje te nemen op de website van het bedrijf van Toos en Pierre: www.orto-elegante.com. Daar vindt u in drie talen veel inhoudelijke informatie over hun werk. Rest ons nog al onze donateurs goede feestdagen te wensen en een gelukkig 2004, ook namens Toos en Pierre uit Mexico.