Publieksonderzoek LUX 2002
O&S Nijmegen januari 2003
Inhoudsopgave 1
Samenvatting en conclusies
3
1.1 Aanleiding voor onderzoek 1.2 Uitvoering van LUX-publieksonderzoek 1.3 Kenmerken van de bezoekers
3 3 4
1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4
Kenmerken van de doorsnee bezoekersgroep Onderscheid tussen verschillende bezoekersgroepen Aantrekkingskracht op Nijmeegse bevolking LUX-publiek versus het oude Cinemariënburg-publiek
4 5 6 6
1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Werking van keuzegedrag Oordeel over aanbod Oordeel over accommodatie Oordeel over service Imago van LUX
7 9 10 11 11
2
Inleiding
13
2.1 2.2 2.3 2.4
Aanleiding voor onderzoek De onderzoeksvragen en de opzet De uitvoering van het onderzoek De opzet van de onderzoeksrapportage
13 14 15 18
3
Kenmerken van de bezoekers
19
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
Herkomst Leeftijd, geslacht en etniciteit Opleiding en hoofdbezigheid overdag Huishoudenssituatie en inkomen Aantrekkingskracht van LUX op Nijmegenaren Culturele belangstelling Dagbladabonnementen Kenmerken van vaste klanten De bezoekersgroepen voor andere voorstellingen
19 20 21 22 23 27 30 30 31
4
Werking van keuzegedrag
33
4.1 Redenen van bezoek 4.2 Bezoekfrequentie 4.3 Willen bezoekers vaker naar LUX komen? 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5
Belemmeringen bij de komst naar LUX Oordeel over de aanvangstijden van voorstellingen De toegangsprijzen De informatievoorziening over het programma Huishoudens met jonge kinderen
33 35 36 38 39 39 40 43
Inhoudsopgave (vervolg)
4.4 Bezoek aan andere Nijmeegse bioscopen en videotheekgebruik
43
5
45
Oordeel over aanbod
5.1 Oordeel over hoeveelheid, kwaliteit en diversiteit van het aanbod 5.2 Wensen m.b.t. het aanbod 5.3 Beeld van het aanbod
45 45 47
6
49
Oordeel over accommodatie en service
6.1 Oordeel over de accommodatie 6.2 Oordeel over service 6.3 Gebruik van horecavoorzieningen in LUX
49 51 52
7
55
Imago van LUX
7.1 Beeld van de instelling LUX 7.2 Beeld van de uitstraling van LUX
55 56
8
Bijlages
57
8.1 8.2 8.3 8.4
Wat voor voorstellingen mist men en/of wil men vaker zien in LUX? 57 Tips die ertoe bij kunnen dragen dat bezoekers vaker zullen komen dan ze nu doen59 Tips m.b.t. de informatievoorziening over de programmering 60 De vragenlijst 61
2
Publieksonderzoek LUX Samenvatting en conclusies
1
Samenvatting en conclusies
1.1
Aanleiding voor onderzoek Zowel de gesubsidieerde culturele podia in Nijmegen als de gemeente wilden meer zicht op welke groepen wel en niet bediend worden met het Nijmeegse cultuuraanbod. Ook was er behoefte aan informatie over de vraagkant: wat voor wensen hebben de podiabezoekers? Dat gaf aanleiding tot een overleggroep van de zes gesubsidieerde podia (LUX, Stadsschouwburg, De Vereeniging, Steigertheater, Doornroosje en De Lindenberg) en de afdeling Cultuur Sport en Recreatie van de gemeente Nijmegen. Het overleg heeft onder meer geleid tot de uitvoering van publieksonderzoeken bij de 6 podia in de periode maart-mei 2002. Bij deze onderzoeken gaat het om de volgende vragen: Hoe is het publiek van de podia samengesteld? Wat zijn belangrijke bezoekersgroepen? Waarom komt men naar de podia? Hoe werkt het keuzegedrag van het publiek? Hoe waardeert het publiek het programma-aanbod? Wat voor wensen heeft men op dat vlak? Hoe waardeert het publiek de accommodatie en de service? Voor het eerst hebben de podia gebruik gemaakt van dezelfde schriftelijke vragenlijst, waardoor een goede onderlinge vergelijking mogelijk is. Deze standaardvragenlijst is in samenwerking met de podia opgesteld door de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Nijmegen (O&S). De uitvoering van de veldwerken voor de publieksonderzoeken - het uitdelen van de vragenlijsten aan een doorsnee van de bezoekers en het invoeren van de antwoorden in de computer - viel onder de verantwoordelijkheid van de betrokken podia. De analyse en rapportage van de onderzoeken is door de afdeling O&S gedaan. Het feit dat de uitkomsten van alle zes de publieksonderzoeken door één onderzoeksbureau op dezelfde wijze verwerkt zijn, is - naast de gehanteerde standaardvragenlijst - een extra waarborg voor de onderlinge vergelijkbaarheid.
1.2
Uitvoering van LUX-publieksonderzoek LUX is geopend in oktober 2000 en is voortgekomen uit Filmhuis Nijmegen, beter bekend als Cinemariënburg met als nevenvestiging Scala. Net als Filmhuis Nijmegen heeft LUX twee vestigingen, te weten LUX en Cinemariënburg. LUX zet de filmprogrammering van Filmhuis Nijmegen voort waarbij tevens op eigen wijze een deel van de podiumprogrammering van het failliete podium O’42 wordt gecontinueerd. De ambitie van LUX voor de komende jaren is het realiseren van het grootste Art-house in Nederland. LUX heeft een breed programma-aanbod van film, theater, muziek, woord, debat en projecten. In 2001 trok LUX ongeveer 200.000 bezoekers. Meer dan 90% daarvan is filmbezoeker. Voor theatervoorstellingen wordt gestreefd naar 100 bezoekers per voorstelling; voor muziek ligt het streefaantal op 125 bezoekers per voorstelling. LUX gaat uit van een groeiscenario waarbij in 2003 circa 17.000 bezoekers voor theater dan wel voor muziek naar LUX komen.
3
Publieksonderzoek LUX 2002
Locatie LUX beschikt over vijf filmzalen, een multifunctionele zaal en een theaterzaal met circa 200 zitplaatsen, waarin bij concerten ruimte is voor circa 400 staanplaatsen. In LUX is als ondersteunende horeca tevens een grand café gevestigd. Tegenover LUX is Cinemariënburg gehuisvest met 2 filmzalen en de ondersteunende horeca café De Foyer. In totaal heeft LUX op twee locaties bijna 1000 zitplaatsen. In de periode 1 t/m 10 maart hebben 980 bezoekers van de locaties LUX en Cinemariënburg de schriftelijke vragenlijst gekregen. Het ging om een doorsnee van het publiek, waarbij rekening gehouden is met de verdeling naar type voorstelling, locatie en tijdstip. Voor voldoende betrouwbare en nauwkeurige resultaten waren minimaal circa 270 ingevulde en geretourneerde vragenlijsten nodig; het zijn er 501 geworden, waarmee een goede respons van 51% is gehaald. De groep van 501 respondenten moet gezien worden als een groep bezoekers die in een doorsnee week naar voorstellingen in LUX komt. Tot zo’n groep behoort een relatief groot aandeel frequente bezoekers. De kans dat frequente bezoekers een vragenlijst meegekregen hebben is immers groter dan bij de niet-frequente bezoekers. Daarmee wegen de meningen van de frequente bezoekers relatief sterk door in de onderzoeksuitkomsten1. Hieronder volgt een beknopt overzicht van de resultaten, inclusief een aantal conclusies. Met “LUX” wordt steeds bedoeld “LUX inclusief Cinemariënburg”.
1.3
Kenmerken van de bezoekers
1.3.1
Kenmerken van de doorsnee bezoekersgroep Op basis van het publieksonderzoek kunnen we concluderen dat de bezoekersgroep van LUX in een doorsnee week als volgt is opgebouwd. Ruim driekwart van de bezoekers komt uit Nijmegen. De bezoekers van buiten Nijmegen komen vooral uit Gelderland en Noord-Brabant. Bij de bezoekers zijn de vrouwen wat in de meerderheid (56%). Veel bezoekers vallen in de leeftijdscategorieën 25-39 jaar (36%) en 40-54 jaar (35%). Bijna 70% van de bezoekers heeft een hogere beroeps- of universitaire opleiding afgerond; van de overige 29% heeft circa tweederde een havo- of vwo-diploma. Zeventig procent heeft een betaalde baan van meer dan 12 uur per week; van de overige 30% is ruim de helft student. Een behoorlijke groep bezoekers is alleenstaand (44%). De meeste bezoekers hebben geen thuiswonende kinderen; 21% heeft dat wel. Bij minder dan eenderde daarvan is het jongste of enige kind jonger dan 7 jaar. 1
4
Voor een aantal uitkomsten is gecorrigeerd voor het relatief grote aandeel frequente bezoekers in de steekproef: de vergelijking tussen het Nijmeegse deel van het LUX-publiek en de Nijmeegse bevolking en de berekening van de gemiddelde bezoekfrequentie.
Publieksonderzoek LUX Samenvatting en conclusies
Circa 46% heeft een inkomen beneden modaal (netto maandinkomen lager dan 1590 euro). Ruim driekwart daarvan is alleenstaand (o.a. studenten). Ruim een vijfde van de bezoekers, waaronder relatief veel studenten en werklozen of arbeidsongeschikten, rekent zichzelf tot de groep met een laag inkomen. Eenderde meent tot de hogere inkomensgroep te behoren en 40% tot de middeninkomensgroep (5% “weet niet/geen antwoord”). Behalve voor film hebben relatief veel bezoekers belangstelling voor voorstellingen op het gebied van cabaret, toneel, klassieke muziek, popmuziek en ballet en dans. Voor meer dan de helft van de bezoekers geldt dat zij het afgelopen jaar een bezoek hebben gebracht aan museum het Valkhof (54%), bioscoop Carolus (53%) en bioscoop Calypso (eveneens 53%). Ook de Stadsschouwburg, De Vereeniging en bioscoop Centrum zijn het afgelopen jaar door tussen de 40 en 50% van de LUX-bezoekers bezocht. Van de bezoekers, die behalve voor film ook voor andere voorstellingen en evenementen naar LUX komen, hebben relatief grote percentages in het afgelopen jaar andere podia bezocht: 60% de Stadsschouwburg (tegenover 40% van de filmbezoekers), 53% De Vereeniging (tegenover 39% van de filmbezoekers), 36% Doornroosje (tegenover 25% van de filmbezoekers) en 33% Het Steigertheater (tegenover 16% van de filmbezoekers).
1.3.2
Onderscheid tussen verschillende bezoekersgroepen Van het totaal aantal bezoeken aan LUX wordt 42% gebracht door vaste klanten2. Jaarlijks komen deze vaste klanten gemiddeld bijna 17 keer naar LUX, terwijl de overige bezoekers gemiddeld 3 à 4 keer komen3. Als we de kenmerken van de vaste klanten afzetten tegen de overige bezoekers, zien we de volgende verschillen: de vaste klanten komen vaker uit Nijmegen, en binnen Nijmegen vaker uit de stadsdelen Nijmegen-Oost en Stadscentrum. Vaker ook zijn ze hoger opgeleid. Minder vaak zijn ze jonger dan 25 jaar en hebben ze thuiswonende kinderen. De vaste klanten blijken verhoudingsgewijs vaak de niet-filmvoorstellingen in LUX te bezoeken (theater, muziek en debatten). Qua samenstelling lijkt de bezoekersgroep voor deze voorstellingen dan ook op de groep vaste klanten: relatief meer Nijmegenaren en mensen met een hoge opleiding en relatief wat minder jongeren. Een meerderheid van de bezoekers, die LUX in het afgelopen jaar voor andere voorstellingen dan films bezocht hebben, heeft in die periode één ander type voorstelling in LUX bezocht: of muziekoptredens of theatervoorstellingen of debatten. De verschillen in kenmerken tussen de bezoekersgroepen voor muziekoptredens, theatervoorstellingen en debatten zijn niet groot. Het publiek voor de feesten in LUX is
2
3
De vaste klanten zijn de personen die zichzelf tot de vaste klanten van LUX rekenen. (Bij vraag 32 is gevraagd hoe vaak men het afgelopen jaar een voorstelling in LUX heeft bezocht en of men zichzelf als “vaste klant” van LUX beschouwt.) Deze gemiddelden hebben betrekking op de verschillende bezoekers. Er is gecorrigeerd voor het gegeven dat er relatief veel frequente bezoekers in de steekproef zitten, die gemiddeld vaker naar andere Nijmeegse bioscopen gaan.
5
Publieksonderzoek LUX 2002
wél duidelijk anders samengesteld: relatief meer jongeren, allochtonen, alleenstaanden, academici, studenten en mensen met een laag inkomen.
1.3.3
Aantrekkingskracht op Nijmeegse bevolking Voor enkele kenmerken is het Nijmeegse deel van het LUX-publiek vergeleken met de Nijmeegse bevolking van 16 jaar en ouder4. Bij die vergelijking is niet uitgegaan van het doorsnee LUX-publiek, maar van de verschillende Nijmeegse bezoekers, ongeacht hoe vaak men in LUX komt. Er blijken relatief veel bewoners uit de stadsdelen Oud-Oost, Stadscentrum en MiddenZuid naar LUX te gaan. De aantrekkingskracht op bewoners uit Dukenburg, Lindenholt en Waalsprong is gering. Verder trekt LUX relatief veel Nijmegenaren van 16 t/m 24 jaar en van 40 t/m 54 jaar. De aantrekkingskracht op mensen van buitenlandse herkomst is wat minder dan die op de rest van de Nijmegenaren. Wat dat laatste betreft laat ook het “Bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie 2002” zien dat LUX relatief wat minder allochtone Nijmegenaren dan autochtone Nijmegenaren trekt, maar het verschil is kleiner dan uit het publieksonderzoek naar voren komt5. Dat duidt erop dat de respons van allochtonen uit niet-rijke landen bij het publieksonderzoek relatief laag is geweest6. Voor enkele andere kenmerken is het Nijmeegse deel van het LUX-publiek van 18 jaar en ouder vergeleken met de Nijmeegse bevolking van 18 jaar en ouder7. Ook bij deze vergelijking is uitgegaan van de verschillende Nijmeegse bezoekers. LUX blijkt relatief veel hoger opgeleiden, mensen met betaald werk en studenten te trekken. Verder komen er relatief veel Nijmegenaren die zich tot de lage inkomensgroep rekenen en ook relatief veel Nijmegenaren die zich tot de hoge inkomensgroep rekenen. De aantrekkingskracht op de middeninkomensgroep is relatief klein.
1.3.4
LUX-publiek versus het oude Cinemariënburg-publiek Een interessante vraag na deze beschrijving van de LUX-bezoekers is of LUX een ander publiek trekt dan Cinemariënburg dat vroeger deed. Het laatste publieksonderzoek bij Cinemariënburg is uitgevoerd in 2000. Als we het huidige LUX-publiek globaal vergelijken met het vroegere Cinemariënburg-publiek8, zien we het volgende: 4 5
6
7
8
6
Gegevens afkomstig uit bevolkingsstatistieken. Uitkomst bevolkingsonderzoek: 11% van de LUX-bezoekers behoort tot de allochtonen uit de niet-rijke landen (tegenover 13% bij alle Nijmegenaren van 16 jaar en ouder) en 7% tot de allochtonen uit de rijke landen (tegenover 10% bij alle Nijmegenaren van 16 jaar en ouder). Voor een deel van de allochtone bezoekers zal het lastig zijn om een uitgebreide Nederlandstalige vragenlijst over het bezochte podium in te vullen. Bij het bevolkingsonderzoek speelt dit probleem niet, omdat de vragenlijsten door enquêteurs afgenomen zijn. Gegevens afkomstig uit de Stadspeiling 2001. De Stadspeiling is een groot onderzoek over o.a. leefbaarheid en veiligheid onder een representatief deel van de Nijmeegse bevolking van 18 jaar en ouder. De vergelijking is globaal, omdat deze keer vanwege de standaardisering van de publieksonderzoeken veelal op een andere en meer uitgebreide manier naar de achtergrondkenmerken van de bezoekers gevraagd is dan bij de Cinemariënburg-publieksonderzoeken in 1997 en 2000. Bij de vergelijking moet bedacht worden dat ook Scala - een podium voor wat grotere films tot Cinemariënburg behoorde.
Publieksonderzoek LUX Samenvatting en conclusies
Het aandeel bezoekers van 40 jaar of ouder is gestegen van ongeveer 26% in 1997 en 34% in 2000 naar 47% in 2002. Terugkijkend naar eerdere publieksonderzoeken bij Cinemariënburg zien we dat het aandeel 40-plussers vanaf 1985 steeds groter geworden is. Tegelijk is het aandeel studenten steeds verder afgenomen, wat niet wegneemt dat LUX nog steeds een relatief grote aantrekkingskracht op studenten uitoefent. Het aandeel bezoekers van buiten Nijmegen is ongeveer hetzelfde gebleven (78% van het LUX-publiek tegenover 76% respectievelijk 77% van het Cinemariënburgpubliek in 1997 en 2000). Net als Cinemariënburg destijds, trekt ook LUX vooral hoger opgeleiden9 (88% tegenover 90% in 2000) en relatief weinig mensen uit de Nijmeegse stadsdelen die verder van het centrum afliggen. Een andere interessante vraag is of de bezoekergroep, die LUX behalve voor filmvoorstellingen ook voor andere voorstellingen en evenementen bezoekt, op de oude bezoekersgroep van O42 lijkt. Daarvoor zijn echter geen bruikbare onderzoeksgegevens over het publiek van het voormalige O42 beschikbaar. Conclusie Een behoorlijk deel van de bezoeken aan LUX (42%) wordt gebracht door een groep vaste klanten (naar schatting 13% van de verschillende LUX-bezoekers), die gemiddeld veel vaker dan de overige bezoekers naar LUX komen (bijna 17 keer per jaar). De vaste klanten bezoeken verhoudingsgewijs vaak ook de niet-filmvoorstellingen in LUX (theater, muziek, debatten, feesten). Het LUX-publiek lijkt in grote lijnen op het oude Cinemariënburg-publiek. Wel is het aandeel 40-plussers onder de LUX-bezoekers duidelijk hoger. Let wel: het gaat hier om een relatieve verschuiving. LUX trekt meer publiek dan Cinemariënburg vroeger deed.
1.4
Werking van keuzegedrag De belangrijkste redenen om voorstellingen in LUX te bezoeken zijn dat deze aansluiten bij de persoonlijke voorkeuren van bezoekers (mijn smaak, mijn genre, vanwege de regisseur, vanwege de acteurs) en goede recensies. De keuze om een voorstelling in LUX en niet elders te gaan bekijken heeft vooral te maken met het specifieke aanbod (alleen in LUX te zien) en met het positieve beeld van de sfeer en de accommodatie (ik kom hier graag, leuke sfeer, goede accommodatie, prettige zalen, goed zitplaatsen, e.d.). Bijna alle bezoekers hebben LUX in het afgelopen jaar voor het bezoeken van films bezocht. Behalve in LUX gaat 71% van de bezoekers ook films kijken in andere Nijmeegse bioscopen. Naarmate men het afgelopen jaar meer in LUX is geweest, heeft men ook vaker andere Nijmeegse bioscopen bezocht. Gemiddeld bezochten de LUX-bezoekers in het afgelopen jaar 3 keer een andere Nijmeegse bioscoop10. 9 10
Havo, vwo, hbo of universitaire opleiding afgerond. Dit gemiddelde heeft betrekking op de verschillende bezoekers. Er is gecorrigeerd voor het gegeven dat er relatief veel frequente bezoekers in de steekproef zitten, die gemiddeld vaker naar andere Nijmeegse bioscopen gaan.
7
Publieksonderzoek LUX 2002
Verder heeft 61% van de LUX bezoekers in diezelfde periode gebruik gemaakt van videotheken. Ook hiervoor geldt dat naarmate men vaker in LUX is geweest, men wat vaker videobanden heeft gehuurd. Voor 16% van de bezoekers geldt dat ze het afgelopen jaar geen andere Nijmeegse bioscoop bezocht hebben en ook geen gebruik gemaakt hebben van een videotheek. Nemen we de vaste klanten apart, dan ligt dat percentage nog iets lager (14%). Bijna tweederde van de bezoekers zou vaker naar voorstellingen in LUX willen gaan dan men het afgelopen jaar geweest is. Bij de niet-vaste klanten ligt dat percentage hoger (75%), maar ook van de vaste klanten, die gemiddeld al zo’n 17 keer per jaar komen, zou de helft nog vaker willen komen dan men nu doet. De belangrijkste redenen, waarom bezoekers toch niet vaker naar LUX komen, zijn het gebrek aan tijd (door 38% van alle respondenten genoemd) en voorkeur geven aan andere vrijetijdsbestedingen (door 16% genoemd). Nagegaan is welke andere belemmeringen bezoekers weerhouden om vaker naar LUX te gaan: 21% heeft in het afgelopen jaar problemen ondervonden bij de komst naar LUX. Het ging vooral om problemen bij het parkeren van de auto (onvoldoende of te ver weg gelegen parkeerplaatsen) en ook om problemen bij het vinden van een plek voor de fiets. Ruim eenderde van de bezoekers komt doorgaans met de auto naar LUX toe; 16% daarvan geeft aan ontevreden te zijn over de parkeergelegenheid in de buurt van LUX. Bijna zestig procent komt doorgaans met de fiets naar LUX toe; 10% daarvan is het afgelopen jaar wel eens aangelopen tegen een tekort aan fietsenstallingen. Voor 4% van alle bezoekers geldt dat de (parkeer)problemen bij de komst naar LUX hen het afgelopen jaar wel eens weerhouden hebben van een bezoek aan dit podium. Veelal gaat het om mensen die “af en toe” van een bezoek hebben afgezien. 14% is ontevreden over de toegangsprijzen van de voorstellingen. Studenten zijn verhoudingsgewijs vaker ontevreden (25%). Voor 12% van de bezoekers zijn de kosten de reden om minder voorstellingen te bezoeken dan men eigenlijk zou willen. Eenderde van die 12% ging het afgelopen jaar meer dan 1 keer per maand naar een voorstelling in LUX. 13% is niet tevreden over de aanvangstijden, maar de toelichtingen daarbij wijzen niet in dezelfde richting. Een deel heeft het over te vroege aanvangstijden, een deel over te late aanvangtijden en weer een ander deel vindt de aanvangstijden te vroeg of te laat. Voor 8% zijn ongunstige aanvangstijden de reden om minder voorstellingen te bezoeken dan men eigenlijk zou willen. Bij 3% komt het regelmatig voor dat men pas achteraf van voorstellingen in LUX hoort die men eigenlijk graag had willen zien. Bij een grotere groep van 33% komt dat af en toe voor. De belangrijkste reden daarvoor is dat men zelf het programma niet goed genoeg bijhoudt; circa 80% van de bezoekers, die achteraf van voorstellingen horen, volgt het programma niet of niet goed. Een ruime meerderheid is tevreden over de informatievoorziening over het programma; 7% is dat niet. De meest genoemde tip om de informatievoorziening te verbeteren is het meer overzichtelijk maken van de LUX-folders (alle tips staan in bijlage 8.3). Veel bezoekers blijken zich onder meer via de LUX-folders op de hoogte te houden van culturele activiteiten (94% van de vaste klanten en 72% van de overige bezoekers). Verder gebruikt een relatief groot deel regionale kranten om
8
Publieksonderzoek LUX Samenvatting en conclusies
over culturele activiteiten geïnformeerd te blijven (De Gelderlander, De Brug, De Zondagkrant). 13% van de bezoekers heeft 1 of meer kinderen van onder de 13 jaar. Bij circa eenderde van die groep (= 4% van alle bezoekers) is het moeten regelen of niet kunnen regelen van een oppas de reden om minder vaak naar LUX te komen dan men eigenlijk zou willen. 7% van de bezoekers zou bij een ander of breder programma-aanbod nog vaker naar LUX willen komen dan men nu doet. Ongeveer de helft daarvan is vaste klant.
Conclusie: Veel bezoekers komen naar LUX vanwege het specifieke aanbod, de sfeer en de aantrekkelijke accommodatie. En een deel van het publiek komt regelmatig. Toch richten veel LUX-bezoekers zich voor films niet alleen op LUX. Een meerderheid van de bezoekers heeft in het afgelopen jaar andere Nijmeegse bioscopen bezocht; vaste klanten vaker dan de niet-vaste klanten. Ook zijn er heel wat bezoekers die het afgelopen jaar videobanden hebben gehuurd. Dat bezoekers minder komen dan ze eigenlijk zouden willen, heeft vooral te maken met de eigen situatie of eigen keuzes en gedrag (niet meer tijd kunnen/willen vrijmaken, kiezen voor andere vrijetijdsbestedingen, het niet goed volgen van de programmering, het moeten regelen van een oppas vanwege jonge kinderen).
1.5
Oordeel over aanbod Veel bezoekers zijn tevreden over de hoeveelheid voorstellingen (94%) en over de kwaliteit en diversiteit ervan (93 respectievelijk 85%). Wel zou 34% bepaalde voorstellingen graag vaker geprogrammeerd willen zien; 21% in meerderheid dezelfde groep als deze 34% - mist bepaalde voorstellingen in het aanbod. In totaal 40% wil dus meer van iets en/of mist iets in de programmering van LUX (51% van de vaste klanten en 32% van de overige bezoekers). Daarbij noemt men allerlei filmgenres, muziekstijlen en soorten theater, zonder dat bepaalde zaken er duidelijk uitschieten (zie bijlage 8.1). Figuur 1 laat zien dat een kleine meerderheid van de bezoekers in LUX bij voorkeur vernieuwende en wat zwaardere voorstellingen wil zien. Maar de groep die in LUX het liefst voorstellingen, waarvoor voorkennis vereist is, of experimentele voorstellingen wil zien is een stuk kleiner. De groep die vooral voor een ontspannende voorstelling naar LUX komt is ongeveer even groot als de bezoekersgroep die wat meer wil dan ontspanning alleen.
9
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 1: wanneer ik een (film)voorstelling/evenement in LUX bezoek, wil ik graag dat het gebodene…..
vernieuw end is experimenteel is niet te zw aar is enige voorkennis vereist vooral ontspannend is 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%
eens
oneens
Om te kunnen zien wat voor beeld bezoekers van de programmering hebben, zijn 5 tegengestelde standpunten voorgelegd. Uit de reacties blijkt dat de programmering vooral als afwisselend, vernieuwend en boeiend wordt gezien. Bij de vaste klanten gaan de reacties nog wat sterker in die richting dan bij de overige bezoekers. Conclusie: De tevredenheid over het aanbod is groot. Wel is er een behoorlijke groep bezoekers met wensen ten aanzien van dat aanbod. Die wensen zijn echter zeer divers. Met het toevoegen of uitbreiden van een aanbod in bepaalde genres, zullen derhalve kleine deelgroepen publiek bediend worden, wat weer consequenties kan hebben voor de aantrekkingskracht op andere bezoekers.
1.6
Oordeel over accommodatie Zowel voor de vaste klanten als voor de overige bezoekers geldt dat een ruime meerderheid van meer dan 90% in het algemeen tevreden is over de LUXaccommodatie; 2% van de bezoekers is dat niet. Dat neemt niet weg dat bezoekers en dan met name de vaste klanten - over een aantal onderdelen van de accommodatie duidelijk ontevreden zijn. De meeste onvrede is er over de kassa’s: 44% van de bezoekers is hier ontevreden over. Men klaagt met name over de krappe ruimte waarin de kassa’s staan, waardoor men vaak buiten moet wachten. In aansluiting hierop wordt er ook geklaagd over te weinig kassa’s en de grote drukte die dat tot gevolg heeft. Zeventien procent van de bezoekers heeft uiteenlopende klachten over het zitcomfort (stoelen te hard, te zacht, te hoog, te dicht op het scherm). Vijftien procent is ontevreden over de zaaltemperatuur/-verwarming, waarbij het vaker gaat over te koude of tochtige zalen dan over te warme zalen. Elf procent is ontevreden over het beeld of zicht in de zalen (met name “eerste rij stoelen te dicht op het scherm”). Eveneens elf procent is ontevreden over de garderobe (plaats van garderobe onbekend, voorkeur voor een bewaakte garderobe). Tien procent is ontevreden over het geluid in de zalen (15%), waarbij men vaker “te hard” dan “te zacht” noemt.
10
Publieksonderzoek LUX Samenvatting en conclusies
Voor een drietal aspecten geldt dat de vaste klanten er verhoudingsgewijs vaak ontevreden over zijn: de zaaltemperatuur/-verwarming (21%), het geluid in de zalen (15%) en de kaartverkoop bij de kassa (52%). Conclusie: In het algemeen is de bezoeker tevreden over de accommodatie. Eerder is reeds opgemerkt dat de accommodatie één van de vaker genoemde redenen is om voorstellingen in LUX te bezoeken. Er is één knelpunt dat eruit springt, namelijk de onvrede over de hoeveelheid en de plaatsing van de kassa’s. .
1.7
Oordeel over service Ruim een vijfde van de bezoekers is ontevreden over de mogelijkheden om rondom voorstellingen iets in LUX te gebruiken. Het blijkt hierbij niet zozeer om een accommodatieklacht te gaan, maar meer om serviceklachten. Men klaagt namelijk vooral over het lang moeten wachten bij de bestelling van consumpties (11%) en ook zijn er klachten over het daarbij geholpen worden door onervaren of onvriendelijk personeel (7%). Met name de vaste klanten klagen verder over de slechte telefonische bereikbaarheid (20% van de vaste klanten). De drukte bij bestellingen wordt onder meer veroorzaakt door bezoekers van voorstellingen in LUX; 69% van de bezoekers gebruikt voor, tijdens of na de voorstelling iets in LUX. Gemiddeld geeft men daarvoor 5 euro uit (= gemiddelde voor alle bezoekers, inclusief de bezoekers die niets nuttigen). Maar ook komen er mensen naar LUX om er iets te eten of drinken zonder een voorstelling te bezoeken. Van de bezoekers van voorstellingen in LUX, waaronder dit onderzoek is gehouden, zegt 59% dat wel eens te doen (77% van de vaste klanten en 49% van de overige groep)11. Conclusie: De belangrijkste serviceklachten zijn de lange wachttijden bij het bestellen van consumpties en de slechte telefonische bereikbaarheid. Niet duidelijk is wat voor invloed de wachttijden bij het bestellen van consumpties (en ook de ervarenheid en klantvriendelijkheid van het personeel) hebben op de uitgaven voor eten en drinken in LUX. Wel laat dit onderzoek zien dat een meerderheid van de bezoekers rondom een voorstelling iets in LUX gebruikt, terwijl 28% rondom de voorstelling (ook) iets in andere horecagelegenheden gebruikt.
1.8
Imago van LUX Om inzicht te krijgen in het beeld van de instelling LUX bij de bezoekers, zijn 5 tegengestelde standpunten voorgelegd. Uit de reacties blijkt dat de bezoekers LUX vooral modern, mooi en vertrouwd vinden. Voor de vaste klanten geldt dat in sterkere mate dan voor de overige bezoekers. Het minst uitgesproken zijn de reacties op de tegenstelling “voor iedereen” versus “voor een bepaalde groep”. Weliswaar kiest 48% in de richting van “voor een bepaalde 11
In hoeverre er ook nog een LUX-publiek bestaat, dat LUX wel voor de horecavoorzieningen maar nooit voor de voorstellingen bezoekt, is niet bekend.
11
Publieksonderzoek LUX 2002
groep”, maar er is ook een groep van 28% die LUX als “voor iedereen” beschouwt (naast een neutrale groep van 24%). Op vergelijkbare wijze is inzicht verkregen in de uitstraling van LUX. Bezoekers zien LUX vooral als aansprekend, grootstedelijk en toegankelijk. Bij de tegenstellingen “koel” versus “warm” en “goedkoop” versus “duur” zijn de meningen minder uitgesproken, maar wel sterker op “warm” en “duur” gericht. Conclusie: LUX heeft geen imagoprobleem. Bij de meeste van de voorgelegde tegenstellingen over de instelling LUX en de uitstraling van LUX slaat de balans duidelijk één kant op. Het meest verdeeld zijn de meningen als het gaat om of LUX er “voor een bepaalde groep” of “voor iedereen” is.
12
Publieksonderzoek LUX Inleiding
2
Inleiding
2.1
Aanleiding voor onderzoek In 2000 is door de gesubsidieerde culturele podia in Nijmegen en de gemeente vastgesteld dat er een gemeenschappelijke onderzoeksbehoefte bestaat. Het gaat niet alleen om inzicht in welke groepen met het huidige cultuuraanbod bediend worden en in de waardering van dat aanbod; er is ook behoefte aan informatie over de vraagkant: wat verwachten bezoekers van culturele instellingen van het cultuuraanbod, wat voor wensen leven er bij de niet-bezoekers, nemen de niet-bezoekers op een andere manier aan cultuur deel12 en hoe zouden nieuwe doelgroepen bereikt kunnen worden? In de gemeentelijke cultuurvisie “Cultuur aan de Waal” (2001) is het belang van nader onderzoek uitgesproken, teneinde de problematiek van vraag en aanbod goed te kunnen hanteren. Onder meer wordt in die visie gewezen op het belang van vergelijkbare publieksonderzoeken bij culturele podia als basis voor een meer vraaggerichte programmering. Een bijkomende aanleiding voor lokaal cultuuronderzoek is de deelname van Nijmegen aan het door de landelijke overheid geïnitieerde Actieprogramma Cultuurbereik 20012004. Doel van dit actieprogramma is om een gedifferentieerder, breder en jonger publiek bij cultuur te betrekken. Enkele jaren geleden is een overleggroep opgericht van de zes gesubsidieerde culturele podia in Nijmegen (LUX, Stadsschouwburg, De Vereeniging, Steigertheater, Doornroosje en De Lindenberg) en de afdeling Cultuur Sport en Recreatie van de gemeente Nijmegen (CRS). Via de afdeling CSR is de gemeentelijke afdeling Onderzoek en Statistiek (O&S) ingeschakeld voor advisering, uitwerking van de onderzoeksvragen en de onderzoeksuitvoering. In de overleggroep zijn in 2000 en 2001 de onderzoeksvragen en de onderzoeksopzet nader uitgewerkt. Dat heeft geleid tot de uitvoering voorjaar 2002 van twee type onderzoeken: 1. Publieksonderzoeken bij de zes grote podia, waarbij voor het eerst gebruik gemaakt wordt van dezelfde vragenlijst13. Daarmee is een goede vergelijking tussen de podia mogelijk. Bij de publieksonderzoeken ligt de nadruk op de samenstelling van en waardering door het publiek. 2. Een bevolkingsonderzoek naar cultuurparticipatie, dat inzicht geeft in wie wel en niet bereikt worden met het huidige cultuuraanbod. Dit onderzoek gaat onder meer over de redenen van het niet-bezoek aan de Nijmeegse culturele podia en over het gebruik van ander cultureel aanbod.
12
Zoals het bezoeken van optredens die buiten de cultuurpodia en festivals plaatsvinden, bijvoorbeeld optredens tijdens feesten die plaatsvinden in de eigen kring van familie, kennissen, vrienden, collega’s of verenigingen. 13 Bij Nijmeegse culturele podia zijn reeds eerder publiekonderzoeken uitgevoerd, maar de vragenlijsten die daarbij gehanteerd werden, waren niet onderling vergelijkbaar.
13
Publieksonderzoek LUX 2002
De onderzoeken sluiten nauw aan bij een aantal thema’s, die in de Nijmeegse cultuurvisie “Cultuur aan de Waal” (2001) aan bod komen, zoals: samenwerking tussen cultuurinstellingen, o.a. bij het op zoek gaan naar (nieuw) publiek; het werken aan een meer vraaggerichte programmering; het streven naar een bredere cultuurparticipatie; het bereiken van nieuwe doelgroepen; het werken aan een krachtig cultuurprofiel (bijvoorbeeld “Nijmegen filmstad” en “Nijmegen (pop)muziekstad”); kans geven aan nieuwe initiatieven. De uitvoering van de veldwerken voor de publieksonderzoeken valt onder de verantwoordelijkheid van de betrokken podia (uitzetten van vragenlijsten, verwerken van de ingevulde lijsten, analyseklaar maken van de gegevens). De analyse en rapportage van de publieksonderzoeken en het uitvoeren van het bevolkingsonderzoek zijn in opdracht van de gemeentelijke afdeling Cultuur Sport en Recreatie door de gemeentelijke afdeling O&S gedaan. Zowel de gemeente als de podia zien de informatieverzameling via de cultuuronderzoeken niet als een eenmalige zaak. Het is de bedoeling om de onderzoeken om periodiek uit te voeren, om ontwikkelingen in de cultuurdeelname te kunnen volgen en zicht te krijgen op verschuivingen ten gevolge van nieuw beleid. De uitkomsten van de 6 publieksonderzoeken en het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie zullen in samenhang beschreven worden in een beknopte overkoepelende rapportage.
2.2
De onderzoeksvragen en de opzet Bij de publieksonderzoeken gaat het om de volgende vragen: Hoe is het publiek van de podia samengesteld? Wat zijn belangrijke bezoekersgroepen? Waarom komt men naar de podia? Hoe werkt het keuzegedrag van het publiek? Hoe waardeert het publiek het programma-aanbod? Wat voor wensen heeft men op dat vlak? Hoe waardeert het publiek de accommodatie en de service? Om deze onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, heeft de gemeentelijke afdeling O&S in samenwerking met de podia een standaardvragenlijst voor publieksonderzoek opgesteld, die door alle zes de podia gebruikt is. Het gaat om een door de bezoekers van de podia in te vullen schriftelijke enquête. De lijst gaat over de volgende onderwerpen: bezoekredenen, bezoekfrequentie en bezoekbelemmeringen; kennis over het aanbod; hoe komt men aan informatie over het aanbod? oordeel over verschillende aspecten van het aanbod; aanbodwensen; wat mist men? oordeel over verschillende aspecten van de accommodatie en de service; imago van het podium; vervoer naar en parkeergelegenheid bij het podium; gebruik van het podium om er iets te eten of drinken;
14
Publieksonderzoek LUX Inleiding
gebruik van andere podia en andere culturele instellingen; achtergrondkenmerken (herkomst, leeftijd, geslacht, opleiding, hoofdbezigheid overdag, inkomen, huishoudenssituatie, culturele interesses, e.d.).
Bij het opstellen van de vragenlijst is gebruik gemaakt van eerdere bij de podia uitgevoerde publieksonderzoeken (toen nog niet gewerkt werd met een gemeenschappelijke vragenlijst) en van de “Handleiding publieksonderzoek voor podia en musea” (L. Ranshuysen, Amsterdam 1999). Voor een deel ook bestaat de lijst uit nieuwe vragen, die voortkomen uit de huidige lokale informatiebehoefte. Waar mogelijk is er afstemming gezocht met het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie. Het gaat dan met name om vragen over de achtergrondkenmerken. Daardoor is voor de afzonderlijke podia een goede vergelijking mogelijk tussen de welen niet-bezoekers. Deze vergelijking zal worden opgenomen in een overkoepelende rapportage met daarin de kernpunten uit de publieksonderzoeken en het bevolkingsonderzoek. De standaardvragenlijst voor de publieksonderzoeken is in overleg met de podia en na een serie proefenquêtes vastgesteld. In de vragenlijst voor het publieksonderzoek bij LUX zijn nog vier extra vragen toegevoegd.
2.3
De uitvoering van het onderzoek LUX is geopend in oktober 2000 en is voortgekomen uit Filmhuis Nijmegen, beter bekend als Cinemariënburg met als nevenvestiging Scala. Net als Filmhuis Nijmegen heeft LUX twee vestigingen, te weten LUX en Cinemariënburg. LUX zet de filmprogrammering van Filmhuis Nijmegen voort waarbij tevens op eigen wijze een deel van de podiumprogrammering van het failliete podium O’42 wordt gecontinueerd. De ambitie van LUX voor de komende jaren is het realiseren van het grootste Art-house in Nederland. LUX heeft een breed programma-aanbod van film, theater, muziek, woord, debat en projecten. In 2001 trok LUX ongeveer 200.000 bezoekers. Meer dan 90% daarvan is filmbezoeker. Voor theatervoorstellingen wordt gestreefd naar 100 bezoekers per voorstelling; voor muziek ligt het streefaantal op 125 bezoekers per voorstelling. LUX gaat uit van een groeiscenario waarbij in 2003 circa 17.000 bezoekers voor theater dan wel voor muziek naar LUX komen. Locatie LUX beschikt over vijf filmzalen, een multifunctionele zaal en een theaterzaal met circa 200 zitplaatsen, waarin bij concerten ruimte is voor circa 400 staanplaatsen. In LUX is als ondersteunende horeca tevens een grand café gevestigd. Tegenover LUX is Cinemariënburg gehuisvest met 2 filmzalen en de ondersteunende horeca café De Foyer. In totaal heeft LUX op twee locaties bijna 1000 zitplaatsen.
15
Publieksonderzoek LUX 2002
Tabel 1: aantal LUX- en Cinemariënburgbezoekers in 2001
bezoekers in LUX van: - filmvoorstellingen - concerten, theater en debatten - besloten voorstellingen filmbezoekers in Cinemariënburg totaal
absoluut
in %
163073 9643 4011 22954 199681
82% 5% 2% 11% 100%
Het publiek van LUX bestaat dus uit bezoekers van LUX en Cinemariënburg. In de periode 1 t/m 10 maart hebben 980 bezoekers, verdeeld over 200 voorstellingen in LUX en Cinemariënburg, de schriftelijke vragenlijst ontvangen; 501 personen hebben de vragenlijst ingevuld. Dat is veelal thuis gedaan. (De vragenlijsten zijn na afloop van de voorstellingen uitgedeeld.) De respons ligt dus net boven de 50%. Voor een schriftelijke enquête is dat in het algemeen een goed resultaat. Bij een onderzoekspopulatie van 30.000 of groter zijn er zo’n 270 enquêtes nodig voor voldoende betrouwbare en nauwkeurige resultaten. Vanaf circa 385 enquêtes is er sprake van een nog hogere betrouwbaarheid. We kunnen dan met 95% zekerheid zeggen dat de gevonden percentages maximaal 5% van de werkelijkheid afwijken. Er zijn bijna 1000 enquêtes uitgedeeld in de hoop dat er daarmee rond de 400 ingevulde vragenlijsten zouden binnenkomen. Het aantal van 501 ingevulde vragenlijsten is dus een goed veldwerkresultaat. Bij het uitdelen van de vragenlijsten is getracht de vragenlijsten mee te geven aan een doorsnee uit het publiek. Daarom is bij het uitdelen van de enquêtes rekening gehouden met het onderscheid tussen: filmvoorstellingen, theater-/muziekvoorstellingen en debatten/lezingen (grootste aandeel van het publiek komt voor films, dus zijn de meeste vragenlijsten - 848 van de 980 - bij filmvoorstellingen uitgedeeld); matinee- en avondfilmvoorstellingen (meer avond- dan matineevoorstellingen, dus zijn de meeste vragenlijsten - 718 van de 848 - bij avondvoorstellingen uitgedeeld); drukbezochte en minder drukbezochte voorstellingen (in het weekend komen er meer bezoekers, dus zijn de meeste vragenlijsten voor filmbezoekers - 534 van de 848 - in het weekend uitgedeeld); de zalen in LUX en die in Cinemariënburg (meer voorstellingen in LUX dan in Cinemariënburg, dus zijn er meer vragenlijsten in LUX - 885 van de 980 - dan in Cinemariënburg uitgedeeld).
16
Publieksonderzoek LUX Inleiding
Tabel 2 geeft een overzicht van hoe de lijsten voor de filmbezoekers verdeeld zijn over middag- en avondvoorstellingen en over door-de-week- en weekendvoorstellingen. Tabel 2: overzicht uitgedeelde vragenlijsten bij filmvoorstellingen.
middagvoorstellingen vroege avondvoorstellingen (vanaf 19.15 uur) late avondvoorstellingen (vanaf 21.30 uur) totaal
maandag t/m donderdag 25 147
vrijdag t/m zondag 105 228
totaal 130 375
142
201
343
314
534
848
De overige lijsten zijn ’s avonds uitgezet bij muziek- en theateroptredens (82) en bij een debat (50). Tabel 3 geeft een overzicht van de respons bij de film- en de andere voorstellingen. Tabel 3: respons naar type voorstelling en tijdstip
uitgedeeld filmvoorstellingen ’s middags
130
ingevuld abs. in % 59 45%
filmvoorstellingen ’s avonds door de week filmvoorstellingen ’s avonds in het weekend (inclusief vrijdag) andere voorstellingen onbekend totaal
289
136
47%
429
251
59%
132 980
52 3 501
39% 51%
Bij de bezoekers van filmvoorstellingen ’s avonds is de respons relatief hoog (59%). Bij de bezoekers van andere dan filmvoorstellingen is de respons het laagst (39%). De groep van 501 respondenten moet gezien worden als een groep bezoekers die in een doorsnee week in de zalen van LUX zit. Tot die respondentengroep behoort een relatief groot deel frequente bezoekers. De kans dat frequente bezoekers een vragenlijst meegekregen hebben is namelijk groter dan bij de niet-frequente bezoekers. Daarmee wegen de meningen van de frequente bezoekers relatief sterk door in de onderzoeksuitkomsten. Voor een aantal uitkomsten is rekening gehouden met het relatief grote aandeel frequente bezoekers in de steekproef: de vergelijking tussen het Nijmeegse deel van het LUX-publiek en de Nijmeegse bevolking, de berekening van de gemiddelde bezoekfrequentie en het bepalen van het aandeel vaste klanten onder de verschillende LUX-bezoekers. Voor deze uitkomsten is het nodig om de doorsnee bezoekers gedurende de steekproefperiode te vertalen in een groep verschillende bezoekers. Dat is gedaan door het respondentenbestand te wegen: hoe groter de kans dat een persoon in de steekproef zit (afhankelijk van de opgegeven bezoekfrequentie), des te minder zwaar
17
Publieksonderzoek LUX 2002
wegen de antwoorden van die persoon mee in de uitkomst14. Anders zou bijvoorbeeld de hoge bezoekfrequentie van regelmatige LUX-bezoekers, die relatief veel in de steekproef zitten, zorgen voor een te hoge inschatting van het gemiddelde aantal LUXbezoeken dat alle individuele klanten per jaar aan LUX brengen.
2.4
De opzet van de onderzoeksrapportage Hoofdstuk 3 beschrijft de kenmerken van de bezoekers. Hoofdstuk 4 behandelt de bezoekfrequentie, de redenen waarom men naar LUX komt, belemmeringen die ervoor zorgen dat men minder naar LUX gaat dan men eigenlijk zou willen en de mate waarin de filmbezoekers in LUX ook klanten van de andere Nijmeegse bioscopen en videotheken zijn. Hoofdstuk 5 vervolgens gaat in op de meningen van de bezoekers over het huidige LUX-aanbod en hun wensen op dat vlak. In hoofdstuk 6 staan de accommodatie en de service centraal: wat vinden de bezoekers ervan en wat zijn de voornaamste knelpunten? Hoofdstuk 7 tenslotte geeft een beeld van het imago van LUX. Wanneer bij de analyse opvallende verschillen gevonden zijn tussen de bezoekers, die zichzelf tot de vaste klanten van LUX rekenen, en de overige bezoekers, dan wordt daar melding van gemaakt. Als in de rapportage over “LUX” gesproken wordt, wordt daarmee bedoeld locatie LUX én locatie Cinemariënburg. In de toelichting bij de vragenlijst is aan de respondenten gevraagd alle vragen voor “LUX inclusief Cinemariënburg” in te vullen.
14
Daarbij is ervan uitgegaan dat de kans om in de steekproef te zitten bij iemand, die 10 keer per jaar naar LUX gaat, 2 keer zo groot is als bij iemand, die 5 keer per jaar naar LUX gaat, enzovoorts.
18
Publieksonderzoek LUX Kenmerken van de bezoekers
3
Kenmerken van de bezoekers Trekt LUX vooral Nijmeegse bezoekers of ook bezoekers van buiten Nijmegen? Hoe ziet het publiek eruit als het gaat om kenmerken als leeftijd, etniciteit, opleiding, hoofdbezigheid overdag, inkomen en huishoudenssituatie? In wat voor cultuuruitingen zijn de LUX-bezoekers nog meer geïnteresseerd? In hoeverre bezoeken zij bijvoorbeeld ook andere Nijmeegse cultuurpodia en bioscopen? Dit hoofdstuk geeft een antwoord op deze vragen. Aan het slot van het hoofdstuk wordt kort aandacht besteed aan de bezoekers die zichzelf tot de vaste klanten van LUX rekenen. Ziet die groep vaste klanten er anders uit dan de overige bezoekers?
3.1
Herkomst Figuur 2: herkomst (in %)
Nijmegen
78%
buurgemeenten
9%
rest Gelderland
6%
Noord-Brabant Limburg elders
5% 1% 2%
0%
20%
40%
60%
80%
Ruim driekwart van de bezoekers komt uit Nijmegen. De overige bezoekers komen vooral uit Gelderland en Noord-Brabant.
19
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 3: verdeling naar stadsdeel voor de Nijmeegse bezoekers (in %)
Stadscentrum
13% 39%
Oud Oost Oud West
9% 7%
Nieuw West Midden Zuid
13%
Zuidrand
6%
Dukenburg
3%
Lindenholt
1%
Waalsprong
1%
onbekend
7%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Van de Nijmeegse bezoekers komt een relatief groot deel uit Nijmegen-Oost (39%). Het aandeel bezoekers uit Dukenburg, Lindenholt en Waalsprong is beperkt (5% in totaal).
3.2
Leeftijd, geslacht en etniciteit Bij de bezoekers zijn de vrouwen wat in de meerderheid (56%). Figuur 4: leeftijd (in %)
jonger dan 25 jr
17% 36%
25-39 jr
35%
40-54 jr 12%
55 jr en ouder 0%
10%
20%
30%
40%
Ruim eenderde van de bezoekers is 25 t/m 39 jaar (36%). Eveneens ruim eenderde is 40 t/m 54 jaar (35%). Het aandeel jongeren onder de bezoekers is met 17% wat hoger dan het aandeel ouderen (12%).
20
Publieksonderzoek LUX Kenmerken van de bezoekers
Figuur 5: etniciteit naar 3 klassen (in %)
89%
Nederland overige 'rijke' landen*
5%
niet-rijke landen
6%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
* West-Europa, VS, Canada, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland, Israël.
Elf procent van de bezoekers is van buitenlandse herkomst. Voor ruim de helft daarvan geldt dat zij zelf of (één van) beide ouders in een niet-rijk land geboren zijn. Als men zelf of de ouders in het buitenland geboren zijn, wil dat nog niet zeggen dat men zich geen Nederlander voelt. Daarom is ook gevraagd tot welke bevolkingsgroep men zichzelf rekent; 96% heeft “Nederlanders” aangekruist.
3.3
Opleiding en hoofdbezigheid overdag Figuur 6: opleiding (in%)
w etenschappelijk onderw ijs
41%
hoger beroepsonderw ijs
28%
middelbaar beroepsonderw ijs
6%
lager beroepsonderw ijs
0%
hoger algemeen VO laag en middelbaar algemeen VO lager onderw ijs
19% 3% 2%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Bijna zeventig procent van de bezoekers heeft een hogere beroeps- of universitaire opleiding afgerond. Nog eens 19% heeft een HAVO- of VWO-diploma. Het aandeel lager en middelbaar opgeleiden onder de bezoekers ligt op 11%.
21
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 7: hoofdbezigheid overdag (in %)
betaald werk (> 12 uur per week)
70%
studerend
16%
huisvro uw/huisman
3%
werklo o s/arbeidso ngeschikt
6%
gepensio neerd
5%
0%
20%
40%
60%
80%
Zeventig procent van de bezoekers heeft een betaalde baan van meer dan 12 uur per week; 16% van de bezoekers is student.
3.4
Huishoudenssituatie en inkomen Figuur 8: huishoudenssituatie (in %)
alleenstaand
44% 34%
2 vo lwassenen zo nder (thuiswo nende) kinderen 19%
2 vo lwassenen met thuiswo nend(e) kind(eren) 2%
eeno udergezin met thuiswo nend(e) kind(eren)
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Een relatief groot deel van de bezoekers is alleenstaand (44%). Ruim driekwart van de bezoekers heeft geen (thuiswonende) kinderen; 21% heeft wel thuiswonende kinderen. Bij 6% van de bezoekers is het jongste of enige kind jonger dan 7 jaar, bij 7% is het jongste of enige kind tussen de 7 en 12 jaar en bij 7% is het jongste of enige kind tussen de 13 en 18 jaar.
22
Publieksonderzoek LUX Kenmerken van de bezoekers
Figuur 9: netto maandinkomen (in %)
minder dan 775 euro (775 euro = bijstandsno rm alleenstaanden)
14%
775 to t 1090 euro (1090 euro = bijstandsno rm samenwo nenden)
9%
1090 to t 1590 euro (1590 euro = mo daal netto maandinko men)
23%
1590 to t 2770 euro (2770 euro = 2x mo daal netto maandinko men)
26%
2770 euro o f ho ger
20%
o nbekend
0%
9%
10%
20%
30%
Van de respondenten heeft 46% een inkomenscategorie aangekruist beneden de 1590 euro (1590 euro= modaal netto maandinkomen). Ruim driekwart daarvan is alleenstaand of alleenstaande ouder. Door 14% van de respondenten - veelal studenten - is een inkomen beneden bijstandniveau aangekruist. Eveneens 46% van de bezoekers heeft een modaal netto maandinkomen of hoger aangekruist. Bij ruim tachtig procent daarvan maakt de respondent deel uit van een huishouden met twee volwassenen. Omdat hoge en lage inkomens relatieve begrippen zijn, is tevens gevraagd hoe men het inkomen zelf ervaart: rekent men het huishouden tot de groep met een laag, gemiddeld of hoog inkomen? Ruim een vijfde vindt zichzelf tot de lagere inkomensgroep behoren (relatief veel studenten en werklozen/arbeidsongeschikten). Eenderde meent tot de hogere inkomensgroep te behoren en 40% tot de middengroep. (4% heeft geen antwoord gegeven.)
3.5
Aantrekkingskracht van LUX op Nijmegenaren Voor enkele bovengenoemde kenmerken kunnen we het Nijmeegse deel van het LUXpubliek vanaf 16 jaar vergelijken met de Nijmeegse bevolking vanaf 16 jaar15: leeftijd, etniciteit en het stadsdeel waarin men woonachtig is16. Voor de vergelijking met de Nijmeegse bevolking hebben we de kenmerken van de verschillende LUX-bezoekers berekend, ongeacht het aantal keer dat zij komen17.
15
Gegevens afkomstig uit bevolkingsstatistieken. De vergelijking is gemaakt voor personen vanaf 16 jaar omdat de LUXbezoekers veelal ouder dan 15 jaar zijn (van de 501 respondenten zijn er 498 ouder dan 15 jaar). 17 In de respondentengroep zitten relatief veel frequente bezoekers, omdat de kans dat zij een vragenlijst meegekregen hebben groter is dan bij de minder frequente bezoekers. Daarom is een weging toegepast, die erop neerkomt dat de kenmerken van frequente bezoekers minder zwaar meetellen dan die van de minder frequente bezoekers. 16
23
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 10: verdeling naar stadsdeel voor het Nijmeegse LUX-publiek vanaf 16 jaar en voor de Nijmeegse bevolking vanaf 16 jaar (in %)
Stadscentrum Oud Oost Oud West Nieuw West Midden Zuid Zuidrand Dukenburg Lindenholt Waalsprong 0%
10%
20%
Nijmegenaren
30%
40%
50%
Nijmeegse bezoekers
Figuur 10 moet als volgt gelezen worden. De grijze balken geven aan hoe de verschillende Nijmeegse bezoekers vanaf 16 jaar percentueel verdeeld zijn over de Nijmeegse stadsdelen. Zo woont ruim 42% in Nijmegen-Oost. Optelling van de grijze balken levert 100% op. De witte balken geven aan hoe de Nijmeegse bevolking vanaf 16 jaar over de stadsdelen verdeeld is; 18% woont in Nijmegen-Oost. Ook de optelling van de witte balken levert 100% op Ook de andere tabellen in deze paragraaf dienen zo gelezen te worden. LUX trekt naar verhouding veel bewoners van de stadsdelen Oud-Oost, Midden Zuid en Stadscentrum. De aantrekkingskracht op bewoners uit Dukenburg en vooral ook Lindenholt en Waalsprong is gering. Figuur 11: verdeling naar leeftijd voor het Nijmeegse LUX-publiek vanaf 16 jaar en voor de Nijmeegse bevolking vanaf 16 jaar (in %).
jonger dan 25 jr 25-39 jr 40-54 jr 55 jr en ouder 0%
10%
Nijmegenaren
24
20%
30%
Nijmeegse bezoekers
40%
Publieksonderzoek LUX Kenmerken van de bezoekers
LUX trekt relatief veel Nijmegenaren van 16 t/m 24 en van 40 t/m 54 jaar en relatief weinig 55-plussers. Figuur 12: verdeling naar etniciteit voor het Nijmeegse LUX-publiek vanaf 16 jaar en voor de Nijmeegse bevolking vanaf 16 jaar (in %)
Nederland overige 'rijke' landen* niet-rijke landen 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Nijmegenaren
Nijmeegse bezoekers
* West-Europa, VS, Canada, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland, Israël.
LUX trekt relatief wat minder Nijmegenaren van buitenlandse herkomst. Voor enkele andere kenmerken is het Nijmeegse deel van het LUX-publiek van 18 jaar en ouder vergeleken met de Nijmeegse bevolking van 18 jaar en ouder18. Ook bij deze vergelijking is uitgegaan van de verschillende Nijmeegse bezoekers. Figuur 13: verdeling naar opleiding voor het Nijmeegse LUX-publiek vanaf 18 jaar en voor de Nijmeegse bevolking vanaf 18 jaar (in %)
lager/middelbaar o pgeleid ho ger o pgeleid
0%
20%
40%
Nijmegenaren
60%
80%
100%
Nijmeegse bezoekers
LUX trekt vooral de hoger opgeleide Nijmegenaren. Tot de hoger opgeleiden zijn gerekend de personen met een havo- of vwo-diploma plus de personen die een hogere beroeps of universitaire opleiding hebben afgerond.
18
Gegevens afkomstig uit de Stadspeiling 2001. De Stadspeiling is een groot onderzoek over o.a. leefbaarheid en veiligheid onder een representatief deel van de Nijmeegse bevolking van 18 jaar en ouder.
25
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 14: verdeling naar hoofdbezigheid overdag voor het Nijmeegse LUX-publiek vanaf 18 jaar en voor de Nijmeegse bevolking vanaf 18 jaar (in %)
betaald werk (> 12 uur per week) studerend huisvro uw/huisman werklo o s/arbeidso ngeschikt gepensio neerd
0%
10%
20%
30%
Nijmegenaren
40%
50%
60%
70%
80%
Nijmeegse bezoekers
Lux trekt relatief veel Nijmeegse studenten en Nijmegenaren die voor meer dan 12 uur per week betaald werk hebben. De aantrekkingskracht op gepensioneerden en huisvrouwen/-mannen is relatief gering. Figuur 15: verdeling naar huishoudenssituatie voor het Nijmeegse LUX-publiek vanaf 18 jaar en voor de Nijmeegse bevolking vanaf 18 jaar (in %)
alleenstaand 2 vo lwassenen zo nder (thuiswo nende) kinderen 2 vo lwassenen met thuiswo nend(e) kind(eren) eeno udergezin met thuiswo nend(e) kind(eren)
0%
Nijmegenaren
10%
20%
30%
40%
50%
Nijmeegse bezoekers
LUX heeft een relatief wat grotere aantrekkingskracht op alleenstaande Nijmegenaren.
26
Publieksonderzoek LUX Kenmerken van de bezoekers
Figuur 16: verdeling naar inkomen voor het Nijmeegse LUX-publiek vanaf 18 jaar en voor de Nijmeegse bevolking vanaf 18 jaar (in %)
laag inko men gemiddeld inko men ho o g inko men
0%
10%
20%
30%
Nijmegenaren
40%
50%
60%
Nijmeegse bezoekers
LUX trekt relatief weinig Nijmegenaren die zich tot de middeninkomensgroep rekenen en relatief veel Nijmegenaren die zich tot de lagere en tot de hogere inkomengroep rekenen.
3.6
Culturele belangstelling Figuur 17: voornaamste interesses als het gaat om cultuurvoorstellingen (in %) (meer antwoorden mogelijk)
95%
film 42%
cabaret to neel
40%
klassieke muziek
34% 10%
o pera/o perette
24%
ballet/dans
33%
po pmuziek jazz
17% 8%
wereldmuziek dance-/ho useparty's
10%
andere muziek
11%
musical
15% 9%
multimediavo o rstellingen
16%
literaire bijeenko msten 10%
lezingen o ver (kunst)geschiedenis debatten
17%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Behalve uiteraard voor film hebben relatief veel bezoekers belangstelling voor voorstellingen op het gebied van cabaret, toneel, klassieke muziek, popmuziek en ballet/dans. Ruim de helft (55%) heeft minimaal 4 soorten voorstellingen aangekruist (en 5% één soort).
27
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 18: bezoek in afgelopen jaar aan andere cultuurpodia en bioscopen (in %)
Bioscoop Calypso Bioscoop Carolus Bioscoop Centrum Stadsschouw burg De Vereeniging museum Het Valkhof Doornroosje Steigertheater De Lindenberg 0%
10%
20%
1-2 keer
30%
40%
50%
60%
3 keer of meer
Voor museum het Valkhof, bioscoop Carolus en bioscoop Calypso geldt dat meer dan de helft van de LUX-bezoekers daar in het afgelopen jaar geweest is. Ook bioscoop Centrum, de Stadsschouwburg en De Vereeniging zijn in het afgelopen jaar door een behoorlijk aandeel LUX-bezoekers bezocht (tussen de 40 en 50%). Voor 71% van de bezoekers geldt dat ze het afgelopen jaar 1 of meer andere Nijmeegse bioscopen hebben bezocht. Gemiddeld bezoeken LUX-bezoekers in één jaar tijd 3 keer een andere Nijmeegse bioscoop19. Figuur 19: volgen van cursus(sen) op het gebied van cultuur in afgelopen jaar (in %) (meer antwoorden mogelijk)
geen cursus/w orkshop gevolgd
80%
bij De Lindenberg bij LUX elders
2% 11%
0%
19
9%
20%
40%
60%
80%
100%
Gemiddelde is berekend over alle bezoekers, dus inclusief de bezoekers die geen andere Nijmeegse bioscoop hebben bezocht. Er is gecorrigeerd voor het gegeven dat er relatief veel frequente bezoekers in de steekproef zitten, die gemiddeld vaker naar andere Nijmeegse bioscopen gaan.
28
Publieksonderzoek LUX Kenmerken van de bezoekers
Een vijfde van de bezoekers heeft in het afgelopen jaar één of meer workshops of cursussen op het gebied van cultuur gevolgd. De meesten daarvan hebben één cursus of workshop gevolgd (88%). Negen procent heeft een cursus of workshop bij de Lindenberg gevolgd en 2% bij LUX zelf. Van de bezoekers verricht 8% betaalde werkzaamheden bij een culturele instelling. Driekwart daarvan doet dat voor 12 uur per week of meer. Veertien procent heeft in de afgelopen 12 maanden onbetaald werk voor een culturele organisatie verricht: 6% minder dan twee uur per week, 7% twee tot tien uur per week en 1% tien uur per week of meer. Verder volgt 2% een opleiding die met kunst en cultuur te maken heeft. Figuur 20: gebruik van videotheek in afgelopen jaar (in %)
geen enkele keer
39% 14%
1-3 keer 4-11 keer
26%
12 keer of meer
20% 1%
onbekend 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Van de bezoekers is 61% in het afgelopen jaar naar een videotheek geweest. Een vijfde heeft dat 12 keer of meer gedaan. De bezoekers maken gemiddeld 7 keer per jaar gebruik van een videotheek20. Figuur 21: gebruik van muziekuitleen/fonotheek in afgelopen jaar (in %)
geen enkele keer
72%
1-3 keer
6%
4-11 keer
11%
12 keer of meer
9%
onbekend
1%
0%
20%
40%
60%
80%
Van de bezoekers is 28% in het afgelopen jaar naar een muziekuitleen geweest; 9% heeft dat 12 keer of meer gedaan. De bezoekers maken gemiddeld 2 keer per jaar gebruik van een muziekuitleen21. 20
Gemiddelde is berekend over alle bezoekers, dus inclusief de bezoekers die geen gebruik van een videotheek hebben gemaakt.
29
Publieksonderzoek LUX 2002
3.7
Dagbladabonnementen Figuur 22: dagbladabonnementen (in %) (meer antwoorden mogelijk)
geen dagbladabonnement
35%
De Volkskrant
33% 25%
De Gelderlander 13%
NRC-Handelsblad ander dagblad 0%
7%
10%
20%
30%
40%
De krant met de meeste abonnees onder de bezoekers is De Volkskrant, gevolgd door De Gelderlander. Ruim eenderde van de bezoekers heeft geen dagbladabonnement. Dat wil niet zeggen dat men geen dagblad leest. Men kan ook losse nummers kopen of de krant elders dan thuis lezen. Zo blijkt in paragraaf 4.3.4 dat De Gelderlander door meer dan een kwart van de bezoekers gebruikt wordt om informatie over culturele activiteiten te verkrijgen, terwijl Figuur 22 laat zien dat een kwart een abonnement op deze krant heeft.
3.8
Kenmerken van vaste klanten Van de respondenten heeft 42% aangekruist zich als vaste klant van LUX te beschouwen. De onderstaande tabel geeft een beeld van opvallende verschillen in kenmerken tussen deze vaste klanten en de overige bezoekers. Tabel 4: verschillen in kenmerken tussen vaste klanten en de overige bezoekers
uit Nijmegen aandeel Nijmeegse bezoekers uit Stadscentrum en Nijmegen-Oost jonger dan 25 jaar 25 t/m 54 jaar 55 jaar of ouder HBO- of universitaire opleiding huishoudens zonder (thuis)wonende kinderen
vaste klanten 84% 59%
rest 75% 47%
11% 78% 11% 78% 84%
21% 66% 13% 64% 76%
De vaste klanten komen relatief vaak uit Nijmegen, en binnen Nijmegen uit de stadsdelen Stadscentrum en Nijmegen-Oost. Meer dan driekwart valt in de leeftijdscategorie 25 t/m 54 jaar; een relatief klein deel is jonger dan 25 jaar. Meer dan driekwart heeft een hogere beroeps- of universitair diploma. En een relatief beperkt deel heeft (thuiswonende) kinderen.
21
Gemiddelde is berekend over alle bezoekers, dus inclusief de bezoekers die geen gebruik van een muziekuitleen hebben gemaakt.
30
Publieksonderzoek LUX Kenmerken van de bezoekers
3.9
De bezoekersgroepen voor andere voorstellingen Bijna alle respondenten zijn het afgelopen jaar voor filmvoorstellingen in LUX geweest (99%). Eenderde heeft het afgelopen jaar ook andere voorstellingen of evenementen in LUX bezocht (theater, muziek, debat, feesten). Tweederde daarvan heeft in die periode één andersoortige voorstelling in LUX bezocht: of muziekoptredens of theatervoorstellingen of debatten. Nagegaan is of er verschillen in kenmerken zijn tussen de bezoekersgroep, die uitsluitend voor de film naar LUX komt, en de bezoekersgroep, die ook voor andere voorstellingen/evenmenten naar LUX komt. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de duidelijkste verschillen. Tabel 5: verschillen in kenmerken tussen de bezoekers die uitsluitend voor films naar LUX komen en de bezoekers die ook voor andere voorstellingen en evenementen naar LUX komen
bezoekers die uitsluitend voor films komen uit Nijmegen aandeel Nijmeegse bezoekers uit Stadscentrum en Nijmegen-Oost jonger dan 25 jaar 2 volwassenen zonder kinderen academisch geschoold vaste klant van LUX
74% 48%
bezoekers die ook voor andere voorstellingen en evenementen komen 84% 58%
19% 37% 38% 35%
13% 30% 46% 55%
Tabel 5 laat zien dat tot de bezoekers van andere voorstellingen en evenementen in LUX verhoudingsgewijs veel vaste klanten behoren (55%). Dat verklaart dat het kenmerkenpatroon van de bezoekersgroep voor overige voorstellingen/evenementen in een aantal opzichten lijkt op dat van de vaste klanten: relatief meer Nijmegenaren (en binnen Nijmegen relatief meer mensen uit de stadsdelen Stadscentrum en Oud-Oost), relatief wat minder jongeren en relatief meer mensen met een hoge opleiding.
31
Publieksonderzoek LUX 2002
De bezoekersgroep die behalve voor film ook voor andere voorstellingen en evenementen naar LUX komt, bezoekt relatief vaak andere podia in Nijmegen (zie onderstaande figuur). Figuur 23: bezoek in afgelopen jaar aan andere podia, voor de bezoekers die uitsluitend voor filmvoorstellingen naar LUX komen versus de bezoekers die ook voor andere voorstellingen en evenementen naar LUX komen (in %)
Stadsschouw burg De Vereeniging museum Het Valkhof Doornroosje Steigertheater De Lindenberg 0%
10%
20%
uitsluitend film
30%
40%
50%
60%
70%
ook andere voorstellingen
Ook is gekeken naar het onderscheid tussen de bezoekersgroepen voor de verschillende typen voorstellingen en evenementen (anders dan film). Let wel: gezien het beperkte absolute aantal respondenten per type voorstelling/evenement, gaat het hier om indicaties voor werkelijk bestaande verschillen en niet om harde cijfers. De bezoekersgroepen voor theatervoorstellingen, muziekoptredens en debatten blijken niet veel af te wijken van de hierboven geschetste totale bezoekersgroep voor andere voorstellingen en evenementen. Wel behoort tot de bezoekersgroep voor debatten een wat groter aandeel academici en een wat kleiner aandeel vaste klanten. De overlap tussen de 3 bezoekersgroepen (theater, muziek, debatten) is niet zo groot. Zo heeft bijvoorbeeld 15% van de bezoekers van muziekvoorstellingen ook een debat bezocht en heeft 33% van de bezoekers van theatervoorstellingen ook een muziekvoorstelling bezocht. De bezoekersgroep voor feesten in LUX ziet er wat anders uit dan de totale bezoekersgroep voor andere voorstellingen en evenementen: relatief nog meer Nijmegenaren, vaste klanten en academici en relatief veel jongeren, allochtonen, alleenstaanden, studenten en mensen met een laag inkomen.
32
Publieksonderzoek LUX Werking van keuzegedrag
4
Werking van keuzegedrag Waarom komt men naar LUX en voor wat voor soorten voorstellingen? Hoe vaak bezoekt men LUX? Zou men eigenlijk nog vaker willen gaan en zo ja, wat houdt de bezoekers tegen? Hebben de belemmeringen om vaker naar LUX te gaan met de bezoekers zelf of meer met LUX te maken? In welke mate zijn frequente LUX-bezoekers ook klanten van de andere Nijmeegse bioscopen en videotheken? In dit hoofdstuk worden de antwoorden op deze vragen gegeven.
4.1
Redenen van bezoek Aan de respondenten is voor de laatste voorstelling, die men in LUX bezocht heeft, gevraagd waarom men naar die voorstelling is gegaan. Figuur 24: redenen van bezoek van laatst bezochte voorstelling (in %) (meer antwoorden mogelijk)
ho ud van genre/mijn smaak
39%
go ede recensie
30% 26%
avo ndje uit/gezelligheid
22%
aanbevo len do o r anderen
20%
vanwege regisseur
18%
met vrienden, bekenden etc. meegegaan vanwege acteurs, o ptredende artiesten met partner meegegaan geen bewuste keuze
0%
11% 7% 4%
10%
20%
30%
40%
50%
De belangrijkste redenen zijn dat de voorstelling aansluit bij de smaak van de bezoeker en het feit dat de voorstelling een goede recensie heeft gekregen. Ook om andere redenen kiezen de bezoekers bewust voor bepaalde voorstellingen (aanbevolen door anderen, vanwege regisseur, vanwege acteurs). Verder zijn sociale aspecten een belangrijke reden om naar voorstellingen te gaan (avondje uit/gezelligheid, met partner of andere personen meegegaan). Ook is gevraagd waarom men die laatste voorstelling in LUX en niet elders is gaan bekijken en of men misschien overwogen heeft om de betreffende voorstelling elders te gaan bekijken.
33
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 25: waarom laatst bezochte voorstelling in LUX en niet elders bezocht? (in %) (meer antwoorden mogelijk)
alleen in LUX te zien
56% 35%
ko m hier graag/ben vaste klant 26%
leuke sfeer go ede acco mmo datie
25%
dichtbij huis
25% 16%
prettige zalen go ede plaatsen, sto elen
14%
publiciteit in media
13% 11%
kwaliteit van beeld, geluid had vandaag tijd
8%
met anderen meegegaan
6%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
De belangrijkste reden waarom in LUX naar de voorstelling is gaan kijken is dat deze alleen daar te zien was. Verder geven veel bezoekers aan graag in LUX te komen (kom hier graag/ben vaste klant, leuke sfeer, goede accommodatie, prettige zalen, goede plaatsen/stoelen). Door 5% is overwogen om de voorstelling elders te gaan bekijken. Daarbij noemt men verschillende bioscopen en filmhuizen, zonder dat bepaalde instellingen eruit springen. Hierbij aansluitend is ook gevraagd of men in het afgelopen jaar instellingen buiten Nijmegen bezocht heeft, die qua aanbod vergelijkbaar zijn met LUX; 40% zegt dat in het afgelopen jaar gedaan te hebben, waarbij men behalve filmhuizen en bioscopen ook andere cultuurpodia noemt. De meest genoemde filmhuizen zijn Filmhuis Arnhem (door 2% in afgelopen jaar bezocht), ’t Hoogt in Utrecht (door 2% bezocht), Plaza Futura in Eindhoven (door 2% bezocht), Lantaren/Venster in Rotterdam (door 2% bezocht). Bijna alle LUX-bezoekers zijn filmbezoekers: 99% van de bezoekers heeft LUX in het afgelopen jaar onder andere of uitsluitend voor filmvoorstellingen bezocht. Een derde van de bezoekers is in het afgelopen jaar voor andere voorstellingen of evenementen in LUX geweest (muziek, theater, debat, feesten).
34
Publieksonderzoek LUX Werking van keuzegedrag
Figuur 26: voor wat voor voorstellingen zijn bezoekers het afgelopen jaar in LUX geweest (in %) (meer antwoorden mogelijk)
film
99% 13%
muziek theater
12%
debatten
13% 6%
feesten 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
Een bezoek aan LUX betekent niet automatisch het bezoeken van een film of een andere voorstelling. Bij 59% van de bezoekers komt het voor dat ze voor het café naar LUX gaan, zonder een (film)voorstelling te bezoeken. Circa een vijfde daarvan zegt dat regelmatig of vaak te doen (13% van alle bezoekers).
4.2
Bezoekfrequentie Op twee manieren is gevraagd naar de bezoekfrequentie. Er is gevraagd of men wel eens vaker in LUX komt, met als antwoordmogelijkheden “(bijna) nooit”, “af en toe”, “regelmatig” en “vaak”. En er is gevraagd om het aantal voorstellingen, dat men het afgelopen jaar in LUX bezocht heeft, te noteren. Figuur 27: antwoorden op de vraag “komt u wel eens vaker in LUX?” (in %)
21%
8%
(bijna) nooit 27%
af en toe regelmatig vaak
44%
Tweederde van de bezoekers zegt regelmatig of vaak in LUX te komen; 8% zegt er verder nooit of bijna nooit te komen. Gemiddeld blijken LUX-bezoekers 5,4 keer per jaar naar LUX te komen22.
22
Door middel van weging is er gecorrigeerd voor het relatief grote aandeel frequente bezoekers in de steekproef. (De kans dat frequente bezoekers een
35
Publieksonderzoek LUX 2002
Van het totaal aantal bezoeken aan LUX wordt 42% gebracht door vaste klanten23. Het aandeel vaste klanten onder de verschillende LUX-bezoekers, ongeacht hoe vaak men in LUX komt, is naar schatting 13%24. Figuur 28: gemiddelde jaarlijkse bezoekfrequentie onderscheiden naar wel- en niet-vaste klanten
18,0 16,0 14,0 12,0 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0
alle bezoekers vaste klanten
niet-vaste klanten
Jaarlijks komen de vaste klanten gemiddeld bijna 17 keer naar LUX, terwijl de overige bezoekers gemiddeld 3 à 4 keer komen. Van de vaste klanten bezoekt een relatief groot deel LUX ook voor andere voorstellingen dan films (45% tegenover 24% van de niet-vaste klanten).
4.3
Willen bezoekers vaker naar LUX komen? Bijna tweederde van de bezoekers zou vaker voor films of andere voorstellingen naar LUX willen gaan dan men er het afgelopen jaar geweest is. Bij de groep, die zich niet als vaste klant van LUX beschouwt, ligt dat percentage op 75%, en ook van de vaste klanten zou 50% nog vaker voorstellingen in LUX willen bezoeken dan men nu doet. Het gebrek aan tijd en/of het prioriteit geven aan andere vrijetijdsbestedingen zijn de belangrijkste redenen waarom men toch niet vaker gaat. Andere door 8 tot 12% van de bezoekers genoemde redenen om toch niet vaker te gaan zijn de kosten die dat met zich meebrengt (“te duur”), de ongunstige aanvangstijden van voorstellingen waar men naartoe wil en de behoefte aan een breder of ander aanbod.
vragenlijst meegekregen hebben, is groter dan bij de niet-frequente bezoekers.) 23 De vaste klanten zijn de personen die zichzelf tot de vaste klanten van LUX rekenen. (Bij vraag 32 is gevraagd hoe vaak men het afgelopen jaar een voorstelling in LUX heeft bezocht en of men zichzelf als “vaste klant” van LUX beschouwt.) 24 zie voetnoot 21.
36
Publieksonderzoek LUX Werking van keuzegedrag
Figuur 29: wat houdt bezoekers tegen om vaker naar LUX te gaan (in %) (meer antwoorden mogelijk)
zo u niet vaker willen gaan
36%
te weinig tijd
38%
prio riteit aan andere vrijetijdsbestedingen
16%
te duur
12%
o ngunstige aanvangstijden
9% 8%
ander, breder aanbo d gewenst jo nge kinderen, regelen van o ppas
6%
0%
10%
20%
30%
40%
Ruim een kwart van de respondenten heeft tips voor LUX, die ertoe kunnen leiden dat men vaker dan nu het geval is naar LUX komt. De tips hebben betrekking op een breed scala van onderwerpen, maar echte uitschieters ontbreken (zie bijlage 8.2 voor een overzicht van alle reacties). Figuur 30: tips voor LUX hebben betrekking op ….. (in %)
filmaanbo d
4%
info rmatieverstrekking o ver aanbo d
4%
prijzen van vo o rstellingen
3%
acco mmo datie
3%
ho recavo o rzieningen in LUX
3%
muziekaanbo d
3%
theateraanbo d
2%
service, klantvriendelijkheid
2%
aanbo d van feesten
2%
aanvangstijden, pauze in vo o rstellingen
2%
o verige tips
3%
0%
5%
De antwoorden op diverse andere vragen geven een nader beeld van de overwegingen en belemmeringen om niet vaker naar LUX te komen dan men nu doet. Hieronder volgt een overzicht daarvan.
37
Publieksonderzoek LUX 2002
4.3.1
Belemmeringen bij de komst naar LUX Gevraagd is of men in het afgelopen jaar bij de komst naar LUX problemen heeft ondervonden en zo ja of deze problemen bezoekers ervan weerhouden hebben om naar LUX te komen. In samenhang hiermee is gevraagd hoe men doorgaans naar voorstellingen in LUX toegaat. Figuur 31: hoe gaan bezoekers doorgaans naar LUX toe? (in %) (meer antwoorden mogelijk)
fiets
59%
te voet
37%
auto
35% 7%
bus trein
3%
anders
1%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
De fiets is het meest gebruikte voertuig om naar LUX te komen. In het vorige hoofdstuk zagen we al dat relatief veel bezoekers niet ver van LUX vandaan wonen (NijmegenOost, Stadscentrum). Ruim eenderde heeft doorgaans geen voertuig nodig en komt gewoon te voet. Figuur 32: problemen bij de komst naar LUX (in %)
79%
geen pro blemen bij ko mst naar LUX
auto parkeerplaatsen: o nvo ldo ende, te ver weg auto parkeertarieven te ho o g fietsenstallingen: o nvo ldo ende, te ver weg o nduidelijk waar fiets gestald kan wo rden o nveilig gevo el bij LUX, in centrum
7% 3% 6% 3% 2%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Een meerderheid van 79% heeft het afgelopen jaar bij de komst naar LUX geen problemen ondervonden. Voor zover bezoekers wel problemen ervoeren, waren dat vooral parkeerproblemen (onvoldoende of te ver weg gelegen autoparkeerplaatsen en fietsenstallingen). Ruim eenderde van de bezoekers komt doorgaans met de auto naar LUX toe; 16% daarvan geeft aan ontevreden te zijn over de parkeergelegenheid in de buurt van LUX. Bijna zestig procent komt doorgaans met de fiets naar LUX toe; 10% daarvan is het afgelopen jaar wel eens aangelopen tegen een tekort aan
38
Publieksonderzoek LUX Werking van keuzegedrag
fietsenstallingen. Twee procent van de bezoekers heeft zich bij de komst naar LUX niet altijd veilig gevoeld. Een vijfde van degenen, die het afgelopen jaar bij de komst naar LUX parkeer- of andere problemen ondervonden hebben, zegt dat dergelijke problemen hen wel eens hebben weerhouden van een bezoek aan LUX (= 4% van alle bezoekers). Veelal gaat het om mensen bij wie dat “af en toe” is gebeurd.
4.3.2
Oordeel over de aanvangstijden van voorstellingen Ook ongunstige aanvangstijden van voorstellingen, waar men naartoe wil, kunnen een reden zijn om toch niet te gaan. De respondenten konden aankruisen of ze in het algemeen ontevreden zijn over de aanvangstijden bij LUX: 13% heeft dat gedaan. Ook kon men aangeven waarom men ontevreden is over de aanvangstijden. De antwoorden wijzen niet in dezelfde richting. Een deel heeft het over te vroege aanvangstijden, een deel over te late aanvangstijden en een deel vindt de aanvangtijden te vroeg of te laat. Figuur 33: redenen van ontevredenheid over de aanvangstijden van voorstellingen (gepercenteerd over alle bezoekers)
filmvo o rstellingen te vro eg o f te laat
5,0%
te vro ege filmvo o rstellingen
3,0%
te late filmvo o rstellingen start vo o rstellingen niet vo lgens aanvangstijd
1,5%
o verige o pmerkingen
1,5%
0,0%
4.3.3
2,0%
2,5%
5,0%
De toegangsprijzen In het begin van de paragraaf zagen we dat ook de kosten een reden kunnen zijn om niet nog vaker naar LUX te gaan dan men nu doet. In dit verband zijn de antwoorden op twee vragen van belang. Ten eerste is gevraagd of men in het algemeen tevreden of ontevreden is over de toegangsprijzen van de voorstellingen. Ten tweede is voor de laatst bezochte voorstelling gevraagd of men toen gebruik gemaakt heeft van een kortingskaart of -regeling.
39
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 34: (on)tevredenheid over de toegangsprijzen (in %)
5%
tevreden
14%
tevreden noch ontevreden
10%
ontevreden 71%
weet niet
Een meerderheid van 71% is in het algemeen tevreden over de toegangsprijzen; 14% is ontevreden. Studenten zijn relatief het vaakst ontevreden (25%). Negen procent van de bezoekers heeft voor de laatst bezochte voorstelling niet betaald (gratis voorstelling of (vrij)kaartje gekregen van LUX of van een bekende). En van de betalende bezoekers heeft lang niet iedereen de volledige toegangsprijs betaald. Figuur 35 laat zien dat bijna de helft van de bezoekers bij hun laatste bezoek gebruik maakte van een kortingskaart of -regeling. Figuur 35: gebruik van kortingskaart/-regeling door betalende bezoekers bij laatst bezochte voorstelling (in %)
53%
vo lle to egangsprijs betaald ko rtingspas LUX
22%
studentenkaart
12%
Nijmegenpas
4%
CJP
4%
ko rtingspas vo o r o uderen o verige ko rtingsregelingen
2% 3%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
De meeste gebruikte kortingsmogelijkheden zijn de kortingspas van LUX en de studentenkaart.
4.3.4
De informatievoorziening over het programma Een belemmerende factor m.b.t. LUX-bezoek kan ook zijn dat men niet goed op de hoogte is van het programma. In dat verband zijn er twee vragen gesteld. Ten eerste is gevraagd hoe men zich doorgaans informeert over het waar en wanneer van culturele
40
Publieksonderzoek LUX Werking van keuzegedrag
activiteiten in het algemeen. Uit de antwoorden blijkt o.a. hoeveel bezoekers gebruik maken van het promotiemateriaal van LUX. Ten tweede is gevraagd of het wel eens voorkomt dat men pas achteraf van een voorstelling in LUX hoort die men eigelijk graag had willen zien. Figuur 36: Hoe krijgt men doorgaans informatie over het waar en wanneer van culturele activiteiten in het algemeen (in %) (meer antwoorden mogelijk)
gedrukt info materiaal LUX
79%
De Brug
44%
De Gelderlander
44%
via familie, vrienden, e.d.
44%
Zo ndagkrant
35%
affiches, uithangbo rden, po sters
30%
De Vo lkskrant
30%
internetsite LUX ik ga langs de instellingen gedrukt info materiaal Vereeniging/scho uwburg filmagenda (niet gespecificeerd)
23% 20% 19% 17%
NRC-Handelsblad
16%
Quo Vadis
16%
gedrukt info materiaal Do o rnro o sje
0%
15%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
Bijna tachtig procent van de bezoekers gebruikt het foldermateriaal van LUX om zich op de hoogte te houden van culturele activiteiten. Andere veelgebruikte kanalen zijn regionale kranten (De Brug, De Gelderlander, De Zondagskrant). Van de landelijke dagbladen springt De Volkskrant eruit, gevolgd door NRC-handelsblad. Voor de Gelderlander geldt dat niet alleen de abonnementshouders deze krant gebruiken om zich te informeren. Een kwart van de bezoekers is op De Gelderlander geabonneerd, maar een groter aandeel van 44% van de bezoekers houdt zich o.a. via deze krant op de hoogte van culturele activiteiten. Dat duidt erop dat een deel van de bezoekers losse nummers koopt of de krant elders dan thuis leest en dergelijke. Bijna een kwart van de bezoekers informeert zich ook via de internetsite van LUX. Opvallende verschillen tussen de vaste klanten en de overige bezoekers voor wat betreft de informatiekanalen zijn er niet veel: de grootste verschillen zijn dat relatief weinig niet-vaste klanten het gedrukte informatiemateriaal van LUX (68% tegenover 94% van de vaste klanten) en de Volkskrant (24% tegenover 37% van de vaste klanten) gebruiken. Veel bezoekers blijken doorgaans diverse kanalen te gebruiken om zich over culturele activiteiten te informeren; ruim de helft gebruikt 5 of meer kanalen (54%). Dat neemt niet weg dat het voor kan komen dat mensen voorstellingen missen, omdat ze niet wisten dat deze geprogrammeerd stonden.
41
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 37: hoort men pas achteraf van voorstellingen die men eigenlijk graag had willen zien? (in %)
3%
33%
regelmatig af en toe (bijna) nooit
64%
Bij 3% komt het regelmatig voor dat men pas achteraf hoort van voorstellingen die men eigenlijk graag had gezien; bij een grotere groep van 33% komt dat af en toe voor. Bij tweederde van de bezoekers komt dat nooit voor. De belangrijkste reden daarvoor is dat men zelf het programma niet goed genoeg bijhoudt; circa 81% van de bezoekers, die achteraf van voorstellingen horen, volgt het programma niet of niet goed; 13% is van mening dat de informatievoorziening over het programma onvoldoende is. Met andere woorden, de oorzaak voor het niet op de hoogte zijn van het LUX-aanbod leggen bezoekers vooral bij zichzelf. Figuur 38: (on)tevredenheid over de informatievoorziening over het programma-aanbod (in %)
7%
5%
tevreden
5%
tevreden noch ontevreden ontevreden weet niet 82%
Een ruime meerderheid van de bezoekers is in het algemeen tevreden over de informatievoorziening over wat er allemaal in LUX te doen is; 7% is dat niet (9% van de vaste klanten en 5% van de overige bezoekers). Gevraagd naar tips als het gaat om de informatievoorziening over het programma. is het meest genoemde antwoord dat men een meer overzichtelijke LUX-folder zou willen (9%). Andere door enkele procenten van de bezoekers genoemde tips zijn: verbetering van de website, verbetering van e-mail verkeer, het aanbieden van een abonnement op de programmafolder en een bredere verspreiding van de programmafolder (zie bijlage 8.3 voor een compleet overzicht van de tips).
42
Publieksonderzoek LUX Werking van keuzegedrag
4.3.5
Huishoudens met jonge kinderen In hoofdstuk 3 zagen we dat circa een vijfde van de bezoekers thuiswonende kinderen heeft en dat dit aandeel bij de vaste klanten lager is. In hoeverre zorgt de gezinssituatie met kinderen ervoor dat men minder naar LUX gaat dan men zou willen? Van de bezoekers heeft 13% één of meer kinderen van onder de 13 jaar. Bij circa eenderde van die laatstgenoemde groep (= 4% van alle bezoekers) is het moeten of niet kunnen regelen van een oppas de reden om minder vaak naar LUX te komen dan men eigenlijk zou willen. Bij de bezoekers met oudere thuiswonende kinderen speelt deze belemmering veel minder.
Zoals in het begin van deze paragraaf al is opgemerkt, spelen ook wensen m.b.t. het aanbod een rol bij de gewenste bezoekfrequentie. Meer over die wensen staat in het volgende hoofdstuk.
4.4
Bezoek aan andere Nijmeegse bioscopen en videotheekgebruik Veel bezoekers kiezen voor LUX omdat de vertoonde voorstellingen alleen daar te zien zijn, omdat het aanbod aansluit bij hun smaak en omdat ze de sfeer en accommodatie prettig vinden. Gemiddeld hebben de vaste klanten van LUX het afgelopen jaar bijna 17 bezoeken aan LUX gebracht. Dergelijke gegevens zouden erop kunnen wijzen dat een deel van het LUX-publiek een apart groep vormt, die weinig naar andere bioscopen gaat en weinig video’s huurt. In dit verband is gevraagd in welke mate LUX-bezoekers in de andere Nijmeegse bioscopen komen en in welke mate ze gebruik maken van de videotheek. Bij de analyse van de antwoorden is onderscheid gemaakt tussen de meer en minder frequente LUXbezoekers. Van de bezoekers die het afgelopen jaar maximaal 3 keer in LUX zijn geweest, heeft 53% in diezelfde periode 1 of meer andere Nijmeegse bioscopen bezocht. Van de bezoekers die het afgelopen jaar vaker dan 3 keer in LUX zijn geweest, heeft bijna driekwart in diezelfde periode 1 of meer Nijmeegse bioscopen bezocht.
43
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 39: gemiddeld aantal keer dat LUX-bezoekers in afgelopen jaar andere Nijmeegse bioscopen hebben bezocht (naar bezoekfrequentie LUX)
12 of meer keer LUX bezocht 4-11 keer LUX bezocht 1-3 keer LUX bezocht 0
1
2
3
4
5
Figuur 39 laat zien dat naarmate LUX-bezoekers het afgelopen jaar vaker in LUX geweest zijn, zij in diezelfde periode ook vaker naar andere Nijmeegse bioscopen zijn geweest. De groep bezoekers die in het afgelopen jaar minimaal 12 keer in LUX is geweest, is in diezelfde periode gemiddeld bijna 5 keer naar andere Nijmeegse bioscopen geweest. Het beeld voor wat betreft de gebruikmaking van videotheken vertoont dezelfde lijn. Van de bezoekers, die het afgelopen jaar maximaal 3 keer in LUX zijn geweest, heeft 52% in diezelfde periode 1 of meer gebruik gemaakt van een videotheek. Van de bezoekers, die het afgelopen jaar vaker dan 3 keer in LUX zijn geweest, heeft 60% in diezelfde periode gebruik gemaakt van een videotheek. Figuur 40: gemiddeld aantal keer dat LUX-bezoekers in afgelopen jaar gebruik gemaakt hebben van videotheken (naar bezoekfrequentie LUX)
12 of meer keer LUX bezocht 4-11 keer LUX bezocht 1-3 keer LUX bezocht 0
1
2
3
4
5
6
7
8
Figuur 40 laat zien dat naarmate LUX-bezoekers het afgelopen jaar vaker dan 3 in LUX geweest zijn, zij in diezelfde periode iets vaker gebruik gemaakt hebben van videotheken. Voor 16% van de bezoekers geldt dat ze het afgelopen jaar geen andere Nijmeegse bioscoop bezocht hebben en ook geen gebruik gemaakt hebben van een videotheek. Bij de vaste klanten ligt dat percentage nog iets lager (14%).
44
Publieksonderzoek LUX Oordeel over aanbod
5
Oordeel over aanbod Zijn de bezoekers tevreden over het huidige aanbod aan voorstellingen, optredens en evenementen in LUX? Komen bepaalde dingen te weinig aan bod of - sterker nog - mist men deze in de programmering? Wat voor aanbod verwacht men eigenlijk: wil men bijvoorbeeld graag vernieuwend aanbod? En wat voor beeld hebben bezoekers eigenlijk bij het aanbod? Dat zijn de vragen, die in dit hoofdstuk beantwoord worden.
5.1
Oordeel over hoeveelheid, kwaliteit en diversiteit van het aanbod Voor de volgende drie aspecten van het aanbod is gevraagd of men er in het algemeen tevreden of ontevreden over is: de hoeveelheid voorstellingen, de kwaliteit van de geboden voorstellingen en de diversiteit van de geboden voorstellingen. Figuur 41: (on)tevredenheid over 3 aspecten van het aanbod (in %)
hoeveelheid
94% 1%
kw aliteit
diversiteit 0%
93% 2% 85% 5% 20%
40%
ontevreden
60%
80%
100%
tevreden
Een grote meerderheid van de bezoekers is tevreden over de hoeveelheid voorstellingen. Datzelfde geldt voor de kwaliteit van de voorstellingen. Ook de diversiteit wordt door velen goed beoordeeld, maar daar zien we ook een aandeel van 5% ontevredenen.
5.2
Wensen m.b.t. het aanbod Op drie manieren is gevraagd naar de wensen van bezoekers m.b.t. het aanbod. Ten eerste zijn 5 uitspraken voorgelegd met de vraag om aan te geven of men het daarmee eens of oneens is (bijvoorbeeld: “wanneer ik een voorstelling in LUX bezoek, wil ik graag dat het gebodene vernieuwend is”). Ten tweede is gevraagd of men vindt dat bepaalde voorstellingen te weinig aan bod komen. En tenslotte is gevraagd of men bepaalde voorstellingen in het aanbod mist. Figuur 42 geeft een overzicht van de reacties op de uitspraken.
45
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 42: wanneer ik een (film)voorstelling/evenement in LUX bezoek, wil ik graag dat het gebodene…….(in %)
vernieuw end is experimenteel is niet te zw aar is enige voorkennis vereist vooral ontspannend is 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%
eens
oneens
Een meerderheid van de bezoekers wil graag dat het gebodene vernieuwend is. Voor experimentele voorstellingen is er minder belangstelling: 24% vindt dat de voorstellingen experimenteel moeten zijn en 32% vindt van niet. Verder komt een meerderheid voor wat zwaardere voorstellingen naar LUX (56% oneens met de uitspraak dat men graag wil dat het gebodene niet te zwaar is). Maar een minderheid van 17% vindt dat er voor de voorstellingen enige voorkennis vereist moet zijn. Over of de voorstellingen al dan niet vooral ontspannend moeten zijn, zijn de meningen sterk verdeeld: 38% vindt dat de voorstellingen in LUX vooral ontspannend moeten zijn en 34% vindt van niet. De vaste klanten kiezen verhoudingsgewijs vaak voor vernieuwend aanbod (66%), zwaardere kost (61%) en experimentele voorstellingen (28%). Eenderde van de bezoekers is van mening dat bepaalde voorstellingen, optredens of evenementen vaker geprogrammeerd zouden mogen worden (44% van de vaste klanten en 26% van de overige bezoekers). Figuur 43: zijn er bepaalde soorten voorstellingen die LUX wat vaker zou mogen programmeren? (in %) (meer antwoorden mogelijk)
66,0%
nee
16,0%
filmgenres
8,0%
muziekvo o rstellingen
7,0%
theatervo o rstellingen
4,0%
feesten debatten/lezingen
1,5%
o verige
0,0%
46
3,0% 20,0%
40,0%
60,0%
80,0%
Publieksonderzoek LUX Oordeel over aanbod
Het gaat dan in de eerste plaats om meer aanbod binnen specifieke filmgenres. Opvallend daarbij is dat er geen enkel filmgenre duidelijk uitspringt. Ook is er enige behoefte aan muziek- en theatervoorstellingen, maar ook hierbij geldt dat geen enkel genre duidelijk vaker is genoemd (zei bijlage 8.1 voor een overzicht van alle reacties). Behalve dat men bepaalde voorstellingen wat vaker in LUX zou willen zien, kan het ook zijn dat een bepaald aanbod tot dusver wordt gemist. Figuur 44: zijn er bepaalde soorten voorstellingen die men mist in het aanbod van LUX? (in %) (meer antwoorden mogelijk)
79,0%
niets
12,0%
filmgenres muziekvo o rstellingen
5,0%
theatervo o rstellingen
5,0%
feesten
1,5%
o verige
2,0%
0,0%
20,0%
40,0%
60,0%
80,0%
100,0%
Door 21% van de bezoekers worden bepaalde voorstellingen, optredens of evenementen in het LUX-aanbod gemist (29% van de vaste klanten en 16% van de overige bezoekers). Voor 70% gaat het om bezoekers die tevens aangeven dat bepaalde voorstellingen vaker geprogrammeerd zouden mogen worden. Datgene wat bezoekers in het aanbod missen, is in grote lijnen hetzelfde als wat men vaker geprogrammerd zou willen zien. Ook bij de vraag wat men mist, zijn er geen film-, muziek- of theatergenres die er duidelijk uitspringen (zie bijlage 8.1 voor een overzicht van alle reacties).
5.3
Beeld van het aanbod Ook op een andere manier is naar het aanbod gevraagd. Er zijn 5 aan elkaar tegengestelde standpunten over de programmering voorgelegd met daarbij de vraag om het vakje aan te kruisen dat het beste de eigen mening weergeeft. Vindt men de programmering bijvoorbeeld meer traditioneel of juist vernieuwend. Figuur 45 geeft een overzicht van de reacties van de bezoekers.
47
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 45: reacties op 5 tegengestelde standpunten over de programmering (in %)
78%
bo eiend
3%
saai
eenzijdig
4%
afwisselend
75% 5%
traditio neel
68%
vernieuwend
33%
o o k vo o r kinderen
16%
niet vo o r kinderen
17%
mo eilijke o nderwerpen makkelijke o nderwerpen
0%
9% 20%
40%
60%
80%
De reacties op de 3 tegengestelde standpunten laten een duidelijk beeld zien: de programmering wordt vooral als boeiend, afwisselend en vernieuwend gezien. Voor de vaste klanten geldt dat nog wat sterker (84% “boeiend”, 79% “afwisselend” en 74% “vernieuwend”). Bij 2 tegengestelde standpunten kiezen veel bezoekers geen van beide standpunten en wijzen de meningen ook niet duidelijk in één richting. Vooral als het gaat om “moeilijke onderwerpen versus makkelijke onderwerpen” zijn de meningen weinig uitgesproken: 17% kiest voor “moeilijke onderwerpen” en 9% voor “makkelijke onderwerpen”. Verder beschouwt 33% de programmering als “ook voor kinderen”, terwijl 16% de tegenovergestelde mening heeft. Overigens maakt een minderheid van de bezoekers deel uit van huishoudens met thuiswonende kinderen (21%).
48
Publieksonderzoek LUX Oordeel over accommodatie en service
6
Oordeel over accommodatie en service In dit hoofdstuk staan de antwoorden op de volgende vragen centraal: Is men in het algemeen tevreden over de LUX-accommodatie? Zijn er aspecten of onderdelen van die accommodatie waar bezoekers veel klachten over hebben? Heeft men opmerkingen bij zaken die met de service aan het publiek te maken hebben? In de laatste paragraaf wordt nader ingegaan op het gebruik van de horecavoorzieningen in LUX.
6.1
Oordeel over de accommodatie Gevraagd is of men in het algemeen tevreden of ontevreden is over de totale accommodatie van LUX. Figuur 46: algemeen oordeel over de accommodatie van LUX (in %)
2% 4%
tevreden tevreden noch ontevreden ontevreden 94%
Een ruime meerderheid van de bezoekers is tevreden of zeer tevreden over de LUXaccommodatie (94%); 2% is er ontevreden over (3% van de vaste klanten en 2% van de overige bezoekers). Bij diverse onderdelen of aspecten van de accommodatie konden bezoekers aankruisen of ze daar ontevreden over zijn.
49
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 47: aandeel ontevreden bezoekers voor diverse aspecten van de accommodatie (in %)
zitco mfo rt in zalen
17%
verwarming, ventilatie, temperatuur in zalen
15% 11%
beeld, zicht in zalen
10%
geluid in zalen to tale uitstraling zalen
5%
(kaartverko o p bij) kassa
43% 11%
gardero be sanitair
0%
6%
10%
20%
30%
40%
50%
De meeste ontevredenheid is er over de kaartverkoop bij de kassa (43%). In de eerste plaats vindt men dat de kassa’s in een te kleine ruimte staan. Daardoor moeten bezoekers vaak buiten wachten. Ook wordt er geklaagd over te weinig kassa’s en de grote drukte die dat tot gevolg heeft. Met betrekking tot de zalen is er wat meer ontevredenheid over het zitcomfort en de zaaltemperatuur-/verwarming dan over het beeld en geluid, maar een ruime meerderheid blijkt niet ontevreden over deze zaken. Over de garderobe is 11% ontevreden. Een deel van deze groep mist een bewaakte garderobe, een ander deel weet niet waar de garderobe is. Voor een drietal aspecten geldt dat de vaste klanten er verhoudingsgewijs vaak ontevreden over zijn: de zaaltemperatuur/-verwarming (21%), het geluid in de zalen (15%) en de kaartverkoop bij de kassa (52%). Bij alle aspecten en onderdelen van de accommodatie, waar bezoekers ontevreden over zijn, konden zij een toelichting geven. Deze toelichtingen zijn verwerkt in de Figuur 48.
50
Publieksonderzoek LUX Oordeel over accommodatie en service
Figuur 48: overzicht van belangrijkste accommodatieklachten op basis van toelichtingen bij de aangekruiste punten van ontevredenheid (in % van alle bezoekers)
kassa's staan in te kleine ruimte, buiten wachten
30%
te weinig kassa's, lang wachten, te druk
9%
te ko ud, to chtig in zalen
9%
geluid in zalen te hard
7%
sto elen in zalen te hard, te zacht
7%
eerste rij sto elen te dicht o p scherm
6%
geen bewaakte gardero be
5%
te warm in zalen
4%
plaats gardero be o nbekend
4%
te weinig beenruimte in zalen
4%
sto elen in zalen te ho o g
3%
te weinig WC's
3%
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35%
Opvallende zaken zijn dat er wat meer over koude en tochtige zalen dan over de warmte in de zalen wordt geklaagd. Verder zijn er uiteenlopende klachten over de stoelen: te hard, te zacht, te hoog, te weinig beenruimte, te dicht op het scherm.
6.2
Oordeel over service Ook voor diverse aspecten van de service konden bezoekers aankruisen of ze daar ontevreden over zijn. Figuur 49: aandeel ontevreden bezoekers voor diverse aspecten van de service (in %)
mo gelijkheden vo o r eten en drinken
22%
telefo nische bereikbaarheid
14% 7%
klantvriendelijkheid perso neel
6%
bestellen kaartjes in vo o rverko o p bereikbaarheid via internet
5%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
Ruim een vijfde is ontevreden over de mogelijkheden om vooraf, in de pauze of achteraf iets in LUX te eten of drinken. Het blijkt hierbij niet zozeer om een accommodatieklacht te gaan - een beperkt percentage vindt dat het café te weinig zitplaatsen biedt - maar
51
Publieksonderzoek LUX 2002
meer om serviceklachten, zoals het lang moeten wachten bij de bestelling van consumpties en het daarbij geholpen worden door onvriendelijk of onervaren personeel. Verder blijkt 14% ontevreden over de telefonische bereikbaarheid. Voor alle in Figuur 49 genoemde aspecten geldt dat de vaste klanten er vaker ontevreden over zijn dan de niet vaste klanten. De klacht dat men lang moet wachten bij de bestelling van consumpties roept vragen op over het gebruik van de horecavoorzieningen in LUX. Meer daarover staat in de volgende paragraaf. Bij alle aspecten van de service, waar men ontevreden over is, kon men een toelichting geven. Deze toelichtingen zijn verwerkt in de onderstaande tabel. Figuur 50: overzicht van belangrijkste serviceklachten op basis van toelichtingen bij de aangekruiste punten van ontevredenheid (in % van alle bezoekers)
slechte telefo nische bereikbaarheid, geen geho o r
11%
lang wachten bij bestelling van co nsumpties
11%
geen leuk perso neel
5%
te weinig/o nervaren perso neel
3%
website niet go ed/o verzichtelijk/actueel
3%
geen pauze in vo o rstelling
0%
6.3
2%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
Gebruik van horecavoorzieningen in LUX Gevraagd is of men rondom de laatst bezochte voorstelling iets in LUX gegeten of gedronken heeft en wat men daaraan besteed heeft. Bijna 70% van de bezoekers blijkt iets in LUX te hebben gegeten of gedronken.
52
Publieksonderzoek LUX Oordeel over accommodatie en service
Figuur 51: aandeel bezoekers dat voor, tijdens of na de laatst bezochte voorstelling iets in LUX gegeten en/of gedronken heeft (in %) (meer antwoorden mogelijk)
niets gegeten en gedro nken
31%
vo o r vo o rstelling
47%
tijdens vo o rstelling
12%
na vo o rstelling
38%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Gemiddeld gaven de bezoekers bij hun laatst bezochte voorstelling tegen de 5 euro aan eten en drinken uit in LUX (gemiddelde voor alle bezoekers, inclusief de bezoekers die rondom de voorstelling niets in LUX gebruikten). Niet alleen de bezoekers van voorstellingen gebruiken de horecavoorzieningen van LUX. Er komen ook mensen naar LUX om er iets te eten of drinken zonder een voorstelling te bezoeken. Van het LUX-publiek blijkt 59% dat wel eens te doen (77% van de vaste klanten en 49% van de overige bezoekers); 13% zegt dat regelmatig of vaak te doen (zie Figuur 52). Figuur 52: gaat het LUX-publiek wel eens voor het café naar LUX zonder een voorstelling te bezoeken (in %)
2%
11%
vaak 41%
regelmatig af en toe nooit 46%
In hoeverre er ook nog een LUX-publiek bestaat dat LUX uitsluitend voor de horecavoorzieningen bezoekt, is niet bekend. Het publieksonderzoek is verricht onder bezoekers van voorstellingen. Behalve in LUX zelf kunnen bezoekers voor of na de voorstelling ook in andere horecagelegenheden iets gaan gebruiken. Voor de laatst bezochte voorstelling is gevraagd of men dat gedaan heeft; 28% heeft hier bevestigend op geantwoord. Een meerderheid van die 28% heeft tevens in LUX geld uitgegeven voor eten of drinken, zoals Figuur 53 laat zien.
53
Publieksonderzoek LUX 2002
Figuur 53: aandeel bezoekers dat rondom de laatst bezochte voorstelling in LUX en/of in andere horecagelegenheden iets gegeten of gedronken heeft (in %)
niets gegeten o f gedro nken
20%
alleen in LUX
52%
zo wel in LUX als in andere ho recagelegenheid
17%
alleen in andere ho recagelegenheid
11%
0%
10% 20% 30% 40% 50% 60%
Ruim de helft (52%) heeft uitsluitend iets in LUX gebruikt, 17% zowel in LUX als elders en 11% uitsluitend elders. Gemiddeld gaven de LUX-bezoekers voor en na de laatst bezochte voorstelling tegen de 5 euro aan eten en drinken uit in andere horecagelegenheden (gemiddelde voor alle bezoekers, inclusief de bezoekers die niets in andere horecagelegenheden uitgaven). In totaal geeft een LUX-bezoeker rondom een bezochte voorstelling naar schatting dus gemiddeld tegen de 10 euro aan eten en drinken uit. Daarbij worden in LUX vaker kleine bedragen besteed, zoals Figuur 54 laat zien. Figuur 54: uitgaven voor eten en drinken in LUX en andere horecagelegenheden rondom de laatst bezochte voorstelling in LUX.
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% niets
minder dan 5 euro
LUX
54
5 tot 10 euro
andere horeca
10 euro of meer
Publieksonderzoek LUX Imago van LUX
7
Imago van LUX In de voorgaande hoofdstukken is beschreven hoe bezoekers aankijken tegen aspecten van de programmering, accommodatie en service bij LUX. Al dat soort zaken draagt bij aan het beeld van de instelling LUX en van de uitstraling ervan. Over dat beeld zijn aan de bezoekers vragenreeksen voorgelegd. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de reacties daarop.
7.1
Beeld van de instelling LUX De respondenten is gevraagd om bij 5 tegengestelde standpunten over de instelling LUX die vakjes aan te kruisen die het beste de eigen mening weergeven. Dat leidt tot het volgende overzicht. Figuur 55: de reacties op 5 tegengestelde standpunten over de instelling LUX (in %)
84%
mo dern traditio neel
4%
80%
mo o i lelijk
4%
o nbekend
6% 76%
vertro uwd
verwarrend
11% 60%
o verzichtelijk
28%
vo o r iedereen
48%
vo o r bepaalde gro ep
0%
20%
40%
60%
80%
100%
De bezoekers vinden LUX vooral modern, mooi en vertrouwd. Verder is er een behoorlijke groep die bij de tegenstelling “verwarrend versus overzichtelijk” voor “overzichtelijk” kiest (60%). Voor de vaste klanten geldt dit nog in een sterkere mate (67% “overzichtelijk”, 87% “mooi”, 89% “modern” en 91% “vertrouwd”). Het minst uitgesproken zijn de reacties op de tegenstelling “voor iedereen versus voor een bepaalde groep”. Weliswaar kiest 48% in de richting van “voor een bepaalde groep” (54% van vaste klanten), maar er is ook een groep van 28% die LUX als “voor iedereen” beschouwt, naast een neutrale groep van ongeveer een kwart.
55
Publieksonderzoek LUX 2002
7.2
Beeld van de uitstraling van LUX De bezoekers is gevraagd om bij 5 tegengestelde standpunten over de uitstraling van LUX die vakjes aan te kruisen die het beste de eigen mening weergeven. Dat leidt tot het volgende overzicht. Figuur 56: de reacties op 5 tegengestelde standpunten over de uitstraling van LUX (in %)
85%
aansprekend afsto tend
1%
75%
gro o tstedelijk pro vinciaal
4% 74%
to egankelijk
8%
o nto egankelijk
go edko o p
5% 47%
duur
ko el
18% 46%
warm
0%
20%
40%
60%
80%
100%
De uitstraling van LUX wordt vooral als aansprekend, grootstedelijk en toegankelijk gezien. Bij het tegengestelde standpunt “duur versus goedkoop” valt op dat een grote groep geen van beide standpunten kiest (bijna de helft). Degenen die wel een standpunt kiezen, beoordelen de uitstraling van LUX in ruime meerderheid als “duur”. Bij de tegenstelling “warm versus koel” zijn de reacties het minst uitgesproken: 46% kiest voor “warm”, 18% voor “koel” en ruim eenderde heeft geen van beide standpunten aangekruist. Voor de 5 uitspraken over de uitstraling van LUX zijn de verschillen in reactie tussen de vaste en niet-vaste klanten klein.
56
Publieksonderzoek LUX Bijlages
8
Bijlages
8.1
Wat voor voorstellingen mist men en/of wil men vaker zien in LUX? Hieronder staat een overzicht van alle reacties op de vragen: Mist u bepaalde soorten (film)voorstellingen of evenementen in het aanbod van LUX? Zijn er bepaalde soorten (film)voorstellingen of evenementen die LUX wat u betreft vaker zou mogen programmeren? Ook meegenomen zijn tips voor LUX voor zover die het aanbod betreffen (Heeft u tips voor LUX, waardoor u er misschien vaker naartoe zou gaan dan u nu doet?) De meeste van de onderstaande genres zijn door 1 of enkele respondenten genoemd. Geen enkel genre is door meer dan 2% van de respondenten genoemd. Film Nederlandse films buitenlandse films Japanse films Aziatische films Spaanse films Franse films Italiaanse films films uit niet-westerse landen films voor kinderen films voor jongeren homo/lesbische films vrouwvriendelijke films films van nieuwe regisseurs (samenwerking met) filmfestivals festivalfilms reprises klassieke films klassiekers op vaste avonden klassiekers op gunstige tijdstippen klassiekers op zaterdag- en zondagmiddag meezingfilms niet-commerciële films vernieuwende films artistieke films experimentele films cultfilms cultfilms langer draaien commerciële films luchtige films komische films avonturenfilms spektakelfilms fantasyfilms
57
Publieksonderzoek LUX 2002
psychologische films historische films culturele films religieuze films documentaires korte films animatiefilms verzamelprogramma totaalfestival filmnachten themafilms (diverse regisseurs) cursussen over films, themacursussen inleiding, uitleg bij film films overdag
Muziek meer muziek in het algemeen blues jazz singer/songwriters chansons wereldmuziek flamenco klassieke muziek kleine klassieke concerten koffieconcerten moderne muziek experimentele muziek Debatten, lezingen politieke debatten literaire bijeenkomsten lezingen Theater meer theater in het algemeen toneel cabaret inhoudelijk theater amateurtheater theatercursussen ballet, dans Feesten meer (dans)feesten in het algemeen dance, DJ’s themafeesten boekenbal skate-dancing disco
58
Publieksonderzoek LUX Bijlages
Overige O’42-repertoire kunstexposities beeldende kunst regionale kunst buitenvoorstellingen open podium meer voor minderheden meer voor ouderen breder aanbod multimedia afstudeerprojecten
8.2
Tips die ertoe bij kunnen dragen dat bezoekers vaker zullen komen dan ze nu doen Hieronder staat een overzicht van de verschillende reacties op de vraag: “Heeft u tips voor LUX, waardoor u er misschien vaker naartoe zou gaan dan u nu doet?” (althans voor zover de tips betrekking hebben op andere zaken dan aanpassing van het aanbod; de tips m.b.t. het aanbod zijn verwerkt in bijlage 8.1.) De meeste van de onderstaande reacties zijn door 1 of enkele respondenten genoemd. Geen enkele reactie is door meer dan 2% van de respondenten genoemd.
beter horecabeleid meer mogelijkheden om iets te eten betere muziek in café multiculturele horeca tochtvrij café terras eerder/vaker open sushibar terug leestafel meer gezelligheid latere sluitingstijden beter barpersoneel klantvriendelijk personeel meer personeel meer toiletten grotere foyer rookvrije ruimte betere accommodatie hogere temperatuur kortere rijen bij kassa’s meer kassa’s kassa ’s middags open reductieavonden lagere prijzen (dan de andere bioscopen) filmabonnement korting voor studenten kortingskaart voor de niet-filmvoorstellingen
59
Publieksonderzoek LUX 2002
8.3
andere aanvangstijden aanvangstijd films circa 19.45 uur na aanvang van de voorstelling mensen binnenlaten pauze in film langere pauzes laatste draaiweek films aangeven draaiperiode verlengen betere PR programma via e-mail bekend maken abonnement op programmaboekje betere informatievoorziening over het programma ruimere verspreiding van de informatie (o.a. regio Arnhem) programma’s buiten ophangen druk bezochte films in meer zalen oppascentrale aan LUX koppelen
Tips m.b.t. de informatievoorziening over de programmering Hieronder staan de reacties op de vraag “Heeft u nog tips als het gaat om het geven van informatie over wat er allemaal in LUX te doen is?” Enkele reacties zijn door minimaal 2% van de respondenten genoemd. In het onderstaande overzicht staan bij die reacties de percentages vermeld.
60
meer overzichtelijke folders (9%) betere lay-out van de folders meer uitgebreide folders folders met het programma voor 2 weken maken prijzen in folders vermelden meer informatie over de films recensies publiceren correcte informatie over data en aanvangstijden draaitijd van films aangeven tijdige folderbezorging folders ruim verspreiden (2%) huis-aan-huis-verspreiding van de folders (2%) een abonnement op de programmafolders kunnen nemen (2%) folders neerleggen op bibliotheken in de regio betere, meer informatie in De Brug en De Zondagkrant de bezorging van De Brug moet verbeteren een overzicht op laten nemen in Quo Vadis programma-informatie eerder in De Gelderlander laten zetten het programma in de Volkskrant laten zetten het programma in de Volkskrant bij de grote steden zetten de regio beter informeren informatie in Arnhemse media laten opnemen posters in cafés, op de KUN, in mupi’s informatie in studentenbladen informatie op de jeugd richten informatie op doelgroepen richten
Publieksonderzoek LUX Bijlages
8.4
SMS-berichten versturen internet meer gebruiken betere website (2%) website op tijd actualiseren meer informatie over de inhoud van het programma op de site e-mail berichten over de programmering versturen (3%) informatiebord in het LUX-gebouw lichtkrant op het dak meer informatie bij de kassa’s leggen mensen in de pauze informeren een totaaloverzicht geven meer informatie over de niet-filmvoorstellingen posters over de niet filmvoorstellingen ophangen aansluiting zoeken bij de Belbios monitoring beter gebruiken meer publiciteit, reclame betere telefonische bereikbaarheid meer aandacht in de media
De vragenlijst Zie vanaf volgende bladzijde.
61