PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 november 2013 Verslag van de deputatie
Bevoegd deputatielid: Bruno Peeters Agenda nr. 8/1
Telefoon: 03 240 52 60
Provinciepersoneel. Wijziging rechtspositieregeling. Goedkeuring.
Zoals uw raad weet bevat de rechtspositieregeling van het provinciepersoneel (RPR) de rechten en plichten van het personeel en regelt onder andere de werving, de vorming, de evaluatie, de verloning en de afwezigheids- en verlofstelsels van het provinciepersoneel. Deze RPR wordt regelmatig gemoderniseerd en aangepast ingevolge wettelijke evoluties of HR-evoluties. Heden worden aan uw raad een aantal wijzigingen aan de RPR voorgelegd. AANPASSING BEVORDERINGSVOORWAARDEN De artikelen 115 en volgende van de bevorderingsvoorwaarden per niveau en rang.
RPR
bevatten
de
algemene
Vanuit een ‘historische’ context bestaan er in de huidige RPR typische bevorderingsgraden met beperkte toegang. Zo bijvoorbeeld hebben tot D4 enkel toegang: een graad van D1-3, tot C4 enkel een graad van C1-3 en tot B4 enkel een graad van B1-3. Daar waar er vroeger wettelijke belemmeringen waren, kan het bestuur nu zelf accenten leggen in haar promotiebeleid, binnen de perken van de redelijkheid. De deputatie is naar aanleiding van de aanpassing van de organisatiestructuur van de suppoostenwerking tot de conclusie gekomen dat er inderdaad andere accenten aangewezen zijn. Immers, suppoosten (graad D1-D2-D3) kunnen niet meer bevorderen naar de functie van hun directe leidinggevende (werkleider C4). Naar aanleiding van dit dossier stelde de deputatie vast dat er nog andere gevallen zijn waar er nood is aan een uitbreiding: bijvoorbeeld van werkman (E-niveau) naar ploegbaas (D4), of van ploegbaas (D4) naar werkleider (C4). Daarnaast leiden de huidige bevorderingsvoorwaarden van de lagere niveaus soms tot onlogische gevolgen. Een werkman E kan bijvoorbeeld niet bevorderen naar ploegbaas D4, maar wel naar sectorverantwoordelijke C. Door het uitbreiden van de bevorderingsvoorwaarden verdwijnen deze onlogische gevolgen, komt er een meer fair loopbaanbeleid en ontstaan er meer doorgroeikansen voor het personeel. De deputatie is vervolgens van mening dat men zich best concentreert op leidinggevende functies.
Het accent dat de provincie legt op de competentie ‘leidinggeven’ vertrekt onder andere van de idee dat een medewerker de noodzakelijke competenties om leiding te geven niet alleen uit kennis of diploma’s haalt, maar dat succesvolle leidinggevenden de stiel dikwijls verworven hebben uit ervaring (ook buiten de werkcontext), intrinsieke motivatie om leiding te geven, en waarbij de literatuur zelfs spreekt over een gedeeltelijk aangeboren talent. Medewerkers met een potentieel als leidinggevende krijgen van een goed bestuur best maximaal de kans om door te groeien. Dit kan door enerzijds de bevorderingsvoorwaarden te verruimen voor leidinggevende functies waardoor er een grotere groep medewerkers toegang krijgt tot de bevordering. Anderzijds kan men met een professionele en zwaardere procedure (intern assessment) een beter selectieproces garanderen met een duidelijk advies rond leidinggevende capaciteiten, waarbij aandachtspunten voor de kandidaat nadien in de job zelf beter kunnen opgevolgd en ontwikkeld worden. De deputatie stelt tenslotte voor om de A-niveau’s buiten scope te houden, vermits er voor de A-niveau’s al andere stappen gezet werden inzake loopbaanmogelijkheden (functieweging), er voor hen meer extern wordt gepubliceerd, er de complexe materie is van de technische graden en leidinggeven op A-niveau ook managementsvaardigheden inhoudt. Concreet houdt het voorstel in dat men -mits men voldoet aan minimale voorwaarden zoals: aangesteld na een vergelijkend examen, gunstig geëvalueerd, en minimum 4 jaar anciënniteit- kan bevorderen: - binnen zijn eigen niveau - binnen zijn eigen niveau +1 - binnen zijn eigen niveau +2 in de eerste graad Dit wil zeggen dat bevordering naar een hogere leidinggevende functie mogelijk is volgens volgend schema: E1-3 D1-3, D4(*), C1-3 D1-3 D4, C1-3, C4-5 (*), B1-3 (*) D4 C1-3, C4-5 (*), B1-3 (*) C1-3 C4-5, B1-3, B4-5 (*), A1a-3a C4-5 B1-3, B4-5 (*), A1a-3a (*) De graden in het vet zijn een uitbreiding. Dit is een logische keuze, vermits dan volgende bevorderingen wel kunnen die in de huidige RPR niet mogelijk zijn: - Van werkman E naar ploegbaas D4 - Van suppoost D2 naar werkleider C4 - Van chauffeur D2 naar dossierbeheerder wagenpark B1 (leidinggevende functie) - Van ploegbaas D4 naar werkleider C4 In de marge van voorliggende aanpassingen aan de RPR wordt voorgesteld om de vormingsvoorwaarde te laten vallen voor de bevordering naar Cx (C4) indien het gaat om een leidinggevende functie. Deze voorwaarde in artikel 118 1° c) RPR [minimaal 100 uren relevante vorming gevolgd hebben, nader te bepalen door de aanstellende overheid], werd opgenomen ingevolge de historische context van het examen van hoofd administratief medewerker. Voor een leidinggevende is een zwaarder selectieproces (assessment) echter relevanter dan het aantonen van vormingsuren. Indien er immers uit een assessment verbeterpunten komen, kan men net meer vorming stimuleren door de leidinggevenden een ontwikkelplan op maat aan te bieden. MATERIËLE RECHTZETTINGEN
1) In artikel 20 RPR staat dat kandidaat-personeelsleden ten minste veertien dagen op voorhand geïnformeerd worden over plaats, dag en uur waarop de eerste selectieproef wordt afgenomen. Deze termijn wordt in de praktijk niet meer gevolgd. Meestal worden deze gegevens vermeld in de vacaturefiche zodat de kandidaten bij inschrijving voor een selectie meteen op de hoogte zijn van de datum van de eerste selectieproef. Soms is dit minder dan veertien dagen vooraf. Er bestaan geen dwingende bepalingen van een hogere overheid die deze termijn opleggen, dus stelt de deputatie voor om deze termijn te schrappen en enkel te vermelden dat het op voorhand moet gebeuren. 2) In artikel 250 §1 eerst lid van de RPR is nog sprake van een VTO-initiatief, terwijl de term VTO elders in de RPR werd vervangen door vorming. Bijgevolg wordt uw raad voorgesteld om hiervan vormingsinitiatief te maken. 3) In artikel 289 al. 2 RPR staat hoe het verlof deeltijdse prestaties van een personeelslid wordt opgenomen. Volgens de huidige bewoordingen kan wie vermindert presteert met 10% of 20% niet pro rata werken via vermindering met uren, maar enkel met minimum halve dagen. Ondertussen is de praktijk anders geëvolueerd. Daarom stelt de deputatie voor om dit artikel aan te passen. 4) In artikel 301 RPR, dat gaat over het ouderschapsverlof, ontbreekt een verduidelijking. Immers, het aantal maanden dat de RVA vergoedt, hangt af van de datum dat het kind geboren is. 5) In de artikelen 294 en 336 RPR staat tweemaal hetzelfde. Met name dat een personeelslid afwezig mag zijn wegens deelname aan een assisenjury en wegens oproeping als getuige voor een rechtbank. Vermits artikel 294 RPR gebaseerd is op de bepalingen van een besluit van de Vlaamse regering en artikel 336 RPR niet, stelt de deputatie voor om de dubbele bepalingen in artikel 336 RPR te schrappen. INDEXERING KILOMETERVERGOEDING Artikel 246 RPR bepaalt de vergoedingen voor dienstreizen. kilometervergoedingen worden jaarlijks aangepast aan de index.
Deze
WIJZIGING FUNCTIEBENAMINGEN IN BIJLAGE II RPR 1) In bijlage II van de RPR ontbreekt in rang Az (A10) een functie van algemeen directeur. Nochtans heeft het bestuur een algemeen directeur bij het Interreg-Secretariaat in dienst. Bijgevolg dient deze wordt functienaam te worden toegevoegd. 2) In dezelfde bijlage wordt voorgesteld om een functiebenaming voor leidinggevende C4-C5 toe te voegen. Dit kadert in voormeld voorstel tot aanpassing van de bevorderingsvoorwaarden. Om het onderscheid tussen een leidinggevende C4-C5 en een niet-leidinggevende C4-C5 duidelijk te maken, is het aangewezen om de leidinggevende een andere functiebenaming te geven. In plaats van ‘hoofd administratief medewerker’ wordt ‘hoofd administratie’ voorgesteld. 3) In dezelfde bijlage moet in rang Av “1e Monumentenwachter” en in rang Cx “Monumentenwachter” worden toegevoegd. De reden is dat op 1 januari 2014 de vzw Monumentenwacht met al haar personeelsleden overkomt naar het provinciebestuur. Deze personeelsleden krijgen een arbeidscontract van het bestuur. Een aantal van deze personeelsleden zijn monumentenwachters. De functie van monumentenwachter is op dit moment echter niet ingeschreven in de RPR. De deputatie stelt daarom voor om bij twee salarisschalen een nieuwe functienaam toe te voegen. Met name op Av-niveau de 1e monumentenwachters. Dit zijn zowel de
monumentenwachters Interieur als Bouwkunde, die op Av-niveau gewogen werden. Daarnaast dient de functie van monumentenwachter ingeschreven te worden in rang Cx. Deze schaal wordt toegewezen aan de 2e monumentenwachters Dit zijn de monumentenwachters die in afwachting van een examen op A-niveau een inschaling krijgen op C-niveau omdat ze niet voldoen aan de diplomavereiste van de provincie. Uw raad gelieve navolgend besluit goed te keuren. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 14 november 2013. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de rechtspositieregeling van het provinciepersoneel (RPR) die op 27 november 2008 werd goedgekeurd door de provincieraad, nadien gewijzigd; Gelet op de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 (BVR-RPR) houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Overwegende dat het aangewezen is om de bevorderingsvoorwaarden aan te passen zodat meer graden in aanmerking komen voor lagere leidinggevende functies; Overwegende dat de bedragen in artikel 246 §1 RPR dienen te worden aangepast aan de index; Overwegende dat in de artikelen 250 §1, 301 en 336 RPR een materiële rechtzetting dient te gebeuren; Overwegende dat om diverse redenen enkel functiebenamingen dienen aangepast te worden; Overwegende dat voorliggend voorstel werd besproken in het managementteam; Overwegende dat de voorgestelde wijzigingen werden onderhandeld met de representatieve vakbonden (protocol d.d. 26 november 2013); Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: In de tekst van artikel 20 van de RPR worden de woorden: “ten minste veertien kalenderdagen” geschrapt. Artikel 2: De tekst van de artikelen 117 tot en met 119 van de RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst:
Art. 117. Niveau B De voorwaarden voor een bevordering zijn: 1° voor een niet-leidinggevende functie van een graad van rang Bx, schalen B4-B5 a) titularis zijn van een graad van rang Bv; b) tenminste 4 jaar niveauanciënniteit hebben in een graad van rang Bv, schalen B1-B3; c) als de functie een beschermde titel betreft of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de vacante functie; d) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie; e) slagen voor de selectieprocedure. 1°bis: voor een leidinggevende functie van een graad Bx, schalen B4-B5 a) titularis zijn van een graad van rang Bv, Cx of Cv; b) ten minsten 4 jaar niveauanciënniteit hebben in een graad van rang Bv, Cx of Cv, schalen B1-B3, C4-C5 of C1-C3; c) als de functie een beschermde titel betreft of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de vacante functie; d) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie; e) slagen voor de selectieprocedure. 2° voor een niet-leidinggevende functie van een graad van rang Bv, schalen B1-B3 a) titularis zijn van een graad van rang Cx of Cv; b) tenminste 4 jaar niveauanciënniteit hebben in een graad van rang Cx of Cv, schalen C4-C5 of C1-C3; c) als de functie een beschermde titel betreft of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de vacante functie; d) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie; e) slagen voor de selectieprocedure. 2°bis: voor een leidinggevende functie van een graad van rang Bv, schalen B1-B3 a) titularis zijn van een graag van rang Cx, Cv, Dx of Dv; b) ten minste 4 jaar niveauanciënniteit hebben in een graad van rang van Cx, Cv, Dx of Dv; c) als de functie een beschermde titel betreft of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de vacante functie; d) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie; e) slagen voor de selectieprocedure. Art. 118. Niveau C. De voorwaarden voor bevordering zijn: 1° voor een niet-leidinggevende functie van een graad van rang Cx, schalen C4-C5 a) titularis zijn van een graad in rang Cv; b) ten minste 4 jaar niveauanciënniteit hebben in een graad van rang Cv, schalen C1-C3;
c) op het moment van de indiening van zijn kandidatuur een relevante vorming hebben gevolgd van minimaal 100 uren, nader te bepalen door de aanstellende overheid; d) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie; e) slagen voor de selectieprocedure. 1°bis: voor een leidinggevende functie van een graad van rang Cx, schalen C4-C5 a) titularis zijn van een graad in rang Cv, Dx of Dv; b) ten minste 4 jaar niveauanciënniteit hebben in een graad van rang Cv, Dx of Dv, schalen C1-C3, D4-D5 of D1-D3; c) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie; d) slagen voor de selectieprocedure. 2° voor een graad van rang Cv, schalen C1-C3 a) titularis zijn van een graad in rang Dx, Dv of Ev; b) ten minste 4 jaar niveauanciënniteit hebben in een graad van rang Dx, Dv of Ev, schalen D1-D3, D4-D5 of E1-E3; c) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie; d) slagen voor de selectieprocedure. Art. 119. Niveau D. De voorwaarden voor bevordering zijn: 1° voor een niet-leidinggevende functie van een graad van Dx, schaal D4-D5 a) titularis zijn van een graad in rang Dv; b) ten minste 4 jaar niveauanciënniteit hebben in een graad van rang Dv, schalen D1-D3; c) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie; d) slagen voor een selectieprocedure. 1°bis: voor een leidinggevende functie van een graad van rang Dx, schaal D4-D5 a) titularis zijn van een graad in rang Dv of Ev; b) ten minste 4 jaar niveauanciënniteit hebben in een graad van rang Dv of Ev, schalen D1-D3 of E1-E3; c) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie; d) slagen voor een selectieprocedure. 2° voor een graad van rang Dv, schalen D1-D3 a) titularis zijn van een graad van rang Ev; b) ten minste 4 jaar niveauanciënniteit hebben in een graad van rang Ev, schalen E1-E3; c) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie. d) slagen voor een selectieprocedure. Artikel 3: De eerste zin van artikel 246§1 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst: “Het personeelslid dat voor dienstreizen van zijn eigen motorvoertuig gebruik maakt, heeft recht op een vergoeding van 0,3389 euro per kilometer (1 juli 2013 - 30 juni 2014).”
De eerste zin van het derde lid van artikel 246§1 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst: “Bij carpooling kan de vergoeding voor de bestuurder worden verhoogd met 0,1695 euro (1 juli 2013 - 30 juni 2014).” Het laatste lid van artikel 246§1 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst: “Het personeelslid dat voor dienstreizen van de eigen fiets gebruik maakt, ontvangt 0,1729 euro per kilometer (1 juli 2013 - 30 juni 2014).” Artikel 4: In lid 1 van artikel 250 §1 RPR wordt het woord “VTO-initiatief” geschrapt en vervangen door “vormingsinitiatief”. Artikel 5: De tekst van artikel 289 al. 2 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst: “Het personeelslid kan een vermindering van zijn gebruikelijke prestaties vragen met 50 procent, 20 procent of 10 procent. Deze prestaties worden in principe volgens een vaste verdeling over de week of over de maand verricht. De vermindering wordt in dagen of halve dagen genomen. Ze kan ook in uren volgens een vast verdeling genomen worden indien dit overeenstemt met de goede werking van de dienst.” Artikel 6: In artikel 301 RPR wordt een tweede alinea toegevoegd die luidt als volgt: “De laatste maand (eerste streepje), respectievelijk laatste twee maanden (tweede streepje), respectievelijk laatste vijf maanden (derde streepje), worden alleen door de RVA vergoed als het kind geboren is vanaf 8 maart 2012.” Artikel 7: In artikel 336 RPR worden volgende punten geschrapt: “-om voor het gerecht te getuigen; -om als gezworene te zetelen in het Assisenhof;” Artikel 8: In bijlage II van de RPR (uitgewerkte salarisschalen) worden volgende wijzigingen aangebracht aan de functiebenamingen: 1) In rang Az (A10) wordt in de kolom van de huidige situatie volgende functienaam toegevoegd: “Algemeen directeur”. 2) In rang Av (A1) wordt in de kolom van de huidige situatie volgende functienaam toegevoegd: “1ste monumentenwachter”. 3) In rang Cx (C4-C5) worden in de kolom van de huidige situatie volgende functienamen toegevoegd: “Hoofd administratie” “Monumentenwachter”.