PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 23 juni 2016 Verslag van de deputatie
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Agenda nr. 1/3
Telefoon: 03 240 52 65
Samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Antwerpen en de vzw Studiecentrum voor Vlaamse muziek. Goedkeuring.
In het budget 2016 wordt een nieuwe nominatimsubsidie van 22.810 EUR ingeschreven (goedkeuring provincieraad 23 juni 2016) als “Projectsubsidie aan Studiecentrum voor Vlaamse Muziek vzw”. Het betreft een subsidie voor het Spontini-project dat het Studiecentrum samen met de provincie de komende jaren uitwerkt. De provincie Antwerpen heeft van de hertog d’Ursel in 2009 duizenden boeken (de oorspronkelijke bibliotheek uit het kasteel van Hingene) en tientallen schilderijen, meubels en siervoorwerpen in langdurige bruikleen gekregen, voor onderzoek, studie, tijdelijke tentoonstellingen en de vaste opstelling in het kasteel d’Ursel. Bij de stelselmatige ontsluiting van de bibliotheek zijn eind vorig jaar 4 partituren opgedoken van de Italiaanse componist Gaspare Spontini (1774 – 1851). Het bleek te gaan om autografen van 4 verloren gewaande werken (3 opera’s en 1 cantate), waarvan het belang voor de muziekgeschiedenis niet te onderschatten is. Om rond dit specialistische onderwerp een project op te starten, werd een partner gevonden in het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek, een vzw werkzaam binnen het conservatorium van Antwerpen. Deze vzw heeft als doel het (Vlaamse) muziekpatrimonium van de 19de en de 20ste eeuw te bestuderen. Het is de bedoeling om de partituren (die ondertussen gedigitaliseerd werden) diepgaand te bestuderen, te transcriberen in wetenschappelijk verantwoorde gebruikspartituren, ze te publiceren, nationale en internationale samenwerkingsverbanden aan te gaan voor de uitvoering ervan, en ze te ontsluiten voor een ruim publiek via opnames, artikels, lezingen en een website. Om het het Studiecentrum mogelijk te maken om het project op te starten, wordt de bovengenoemde nominatimsubsidie ingeschreven. In de voorliggende samenwerkingsovereenkomst worden de modaliteiten vastgelegd voor de verdere uitwerking van het project. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 2 juni 2016. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Overwegende dat het aangewezen is om de modaliteiten van het Spontini-project vast te leggen in een samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Antwerpen en de vzw Studiecentrum voor Vlaamse Muziek;
Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Antwerpen en de vzw Studiecentrum voor Vlaamse Muziek betreffende het Spontini-project luidt als volgt:
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE PROVINCIE ANTWERPEN EN DE VZW STUDIECENTRUM VOOR VLAAMSE MUZIEK BETREFFENDE HET PROJECT GASPARE SPONTINI Tussen het provinciebestuur van Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen, vertegenwoordigd door de heer Luk Lemmens, gedeputeerde, en de heer Walter Rycquart, departementshoofd cultuur, handelend in uitvoering van de beslissing van de provincieraad van 23 juni 2016, en hierna genoemd ”de provincie” en de vzw Studiecentrum voor Vlaamse Muziek, Jan Van Rijswijcklaan 155, 2018 Antwerpen, vertegenwoordigd door de heer Jan Dewilde, en hierna genoemd “het Studiecentrum” wordt overeengekomen wat volgt: Artikel 1. Voorwerp van de overeenkomst In de bibliotheek van het kasteel d’Ursel in Hingene bevinden zich vier verloren gewaande partituren van de Italiaanse operacomponist Gaspare Spontini (17741851), die net als de hele bibliotheek door de hertog d’Ursel in langdurige bruikleen zijn gegeven aan de provincie (voor onderzoek, studie, tijdelijke tentoonstellingen en de vaste opstellling in het kasteel d’Ursel). Spontini is een van de grote namen uit de operageschiedenis: in de vroege 19de eeuw domineerde hij in Parijs en Berlijn de ‘grand opéra’ en zijn werk is nog altijd relevant voor de muziekgeschiedenis. De vier teruggevonden partituren zijn de autografische handschriften van een cantate en drie opera’s, die in alle gespecialiseerde publicaties (bijv.: The New Grove Dictionary of Music and Musicians) als verloren worden opgegeven. Het betreft: - Il quadro parlante (melodramma buffo, 1800) - Il geloso e l’audace (drama giocoso, 1801) - Le metamorfosi di Pasquale ossia Farsa (farsa giocosa, 1802) - L’eccelsa gara (cantate, 1806) Deze vier werken dateren uit een, door gebrek aan beschikbare bronnen, minder bestudeerde periode uit Spontini’s leven, namelijk de overgang tussen zijn vroege carrière in Italië en zijn activiteiten in Parijs, waar hij werd gesteund door keizerin Joséphine (en dus door Napoleon). Deze vier teruggevonden werken, helpen dus een lacune vullen in de biografie en de artistieke productie van Spontini. Daar waar de drie opera’s (respectievelijk gecomponeerd voor Palermo (1800), Rome (1801) en het carnaval in Venetië (1802)) belangrijke schakels zijn in zijn operaproductie, reveleert de cantate L’eccelsa gara meer informatie over Spontini’s nauwe contacten met Napoleon en Joséphine (Spontini was kort voordien ‘compositeur particulier de la chambre’ van Joséphine geworden en werd door het bewind stevig ondersteund). Het betreft dus vier definitief verloren gewaande werken uit een minder gedocumenteerde, maar cruciale periode uit het leven van een van de belangrijkste operacomponisten uit het begin van de 19de eeuw. Deze partituren zijn dan ook van groot internationaal muziekhistorisch en artistiek belang. Bovendien vertellen ze ook een stuk geschiedenis van de familie d’Ursel en dus van het kasteel van Hingene.
Het is de finale bedoeling om deze werken aan een zo breed mogelijk internationaal publiek te laten kennen via uitvoeringen en opnamen. Artikel 2. Taakomschrijving van het Studiecentrum Het Studiecentrum zal het met dit project mogelijk maken om deze finale doelstelling te realiseren en zal daarom: - de vier partituren diepgaand bestuderen, analyseren en hun artistieke merites evalueren, i.s.m. de multidisciplinaire onderzoeksgroep Labo XIX&XX (AP Hogeschool Antwerpen); - op basis van het voorbereidend onderzoek, in een eerste fase (opstart in 2016) twee partituren transcriberen in een wetenschappelijk verantwoorde gebruikspartituur, nl. L’eccelsa gara en Le metamorfosi di Pasquale ossia Farsa; - de partituren van L’eccelsa gara en Le metamorfosi di Pasquale ossia Farsa publiceren, voorzien van een meertalige wetenschappelijke inleiding (voor het editeren en publiceren wordt samengewerkt met Musikproduktion Höflich in München of een andere internationale uitgeverij); - In een tweede fase (opstart in 2017) de partituren van de twee grote opera’s, Il quadro parlante en Il geloso e l’audace transcriberen in een wetenschappelijk verantwoorde gebruikspartituur; - de partituren van Il quadro parlante en Il geloso e l’audace publiceren, voorzien van een meertalige wetenschappelijke inleiding (i.s.m. Musikproduktion Höflich in München of een andere internationale uitgeverij); - nationale en internationale samenwerkingsverbanden zoeken om deze werken uitgevoerd te krijgen (bijv. deFilharmonie en de Fondazione Pergolesi Spontini); - naar een uitvoering toewerken van de cantate L’eccelsa gara i.s.m. deFilharmonie, en eventueel van Le metamorfosi di Pasquale ossia Farsa; - deze vondst en het belang van de werken communiceren via: * een persconferentie, met een uitvoering van enkele representatieve fragmenten * een lezing op een internationaal muziekcongres * artikels in tijdschriften zoals Forum+, Kasteel d’Ursel Magazine en in internationale muziektijdschriften; * een website waarop de vorderingen van dit project te volgen zijn. Artikel 3. Inbreng van de provincie Binnen de perken van de kredieten die op het goedgekeurde budget van de provincie worden voorzien, verleent de provincie in 2016 een nominatimsubsidie van 22.810 EUR en in 2017 een nominatimsubsidie van 55.000 EUR (bedragen gerelateerd aan het aantal pagina’s van de betreffende autografen, respectievelijk van L’eccelsa gara en Le metamorfosi di Pasquale en van Il quadro parlante en Il geloso e l’audace). De provincie staat in voor de digitalisering van de genoemde partituren. De provincie stelt het kasteel d’Ursel ter beschikking voor de uitwerking van het project (bv. persconferentie, concerten, …). De provincie coördineert het project vanuit het Departement Cultuur. Artikel 4. Afspraken van het Studiecentrum ten aanzien van de provincie 4.1 Rapportering Het studiecentrum rekent de in artikel 3 genoemde subsidies af aan de hand van een werkingsverslag en een financieel verslag, in te dienen uiterlijk 31 augustus van het daaropvolgende jaar. 4.2 Communicatie Het Studiecentrum vermeldt de samenwerking met de provincie en het kasteel d’Ursel in alle communicatie over het project; dit in overleg met het departement Cultuur van de provincie en het kasteel d’Ursel.
Het Studiecentrum vermeldt in de communicatie over de partituren dat zij behoren tot de collectie van de hertog d’Ursel. 4.3 Inbedding van het project in het Koninklijk Conservatorium Antwerpen/de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Het Studiecentrum zorgt voor de logistieke ondersteuning van de onderzoekers. Het Studiecentrum werkt intens samen met studenten en docenten van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Het Studiecentrum streeft ernaar om van het Spontini-project een onderzoeksproject te maken binnen het Conservatorium/de AP Hogeschool. De website zal (ook na afloop van het project) worden onderhouden door het Studiecentrum, i.s.m. Labo XIX&XX. Artikel 5. Duur van de overeenkomst Deze overeenkomst loopt voor de hele duur van het project, d.w.z. tot de finale doelstelling is bereikt. Deze overeenkomst wordt jaarlijks geëvalueerd. Herziening ervan is mogelijk op gemotiveerde vraag van één van beide partijen. Als binnen de looptijd van deze overeenkomst de bevoegdheden van de provincie wijzigen als gevolg van het Vlaams regeerakkoord 2014-2019, dan gaat deze overeenkomst en de coördinatie van het project, binnen de provincie over van het Departement Cultuur naar het kasteel d’Ursel zelf (en het departement waaronder het ressorteert). Artikel 6. Einde van de overeenkomst Indien het Studiecentrum zijn verplichtingen uit deze overeenkomst niet nakomt, kan de provincie deze overeenkomst onmiddellijk opzeggen zonder hiervoor enige schadevergoeding verschuldigd te zijn. Het subsidiebedrag kan in dat geval geheel of gedeeltelijk worden geschrapt; reeds uitbetaalde subsidies kunnen geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd. Artikel 7. Juridische context Alle vigerende toepasselijke wet- en regelgevingen gelden voor deze overeenkomst. Meer specifiek, maar niet-limitatief wordt verwezen naar de volgende wet- en regelgeving: - het Provinciedecreet van 9 december 2005 (en latere wijzigingen); - de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen; - het provinciaal reglement van 16 december 2010 betreffende de subsidiëringen en het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers. Opgemaakt te Antwerpen op …. in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben. Namens het Studiecentrum, Namens de provincie Antwerpen, De secretaris De gedeputeerde Jan Dewilde
Luk Lemmens Het departementshoofd Walter Rycquart