PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 mei 2015 Verslag van de deputatie
Bevoegd deputatielid: Peter Bellens Agenda nr. 10/1
Telefoon: 03 240 52 40
Europa. Beheers- en uitvoeringsovereenkomst Samenwerkingsprogramma Europese Territoriale Samenwerking 2014-2020 Interreg VA VlaanderenNederland. Project Technische Bijstand en samenwerkingsovereenkomst Samenwerkingsprogramma Europese Territoriale Samenwerking 2014-2020 Interreg VA VlaanderenNederland. Goedkeuring.
Interreg V Vlaanderen - Nederland is een Europees programma dat de regionale ontwikkeling in de grensregio Vlaanderen - Nederland stimuleert in het kader van de Europese Territoriale Samenwerking (ETS). Het vijfde programma loopt gelijk met de Europese beleidscyclus en meerjarenbegroting in de periode 2014-2020. De concrete uitvoering kan echter doorlopen tot 2023. De uitvoering, en daarmee ook de financiering, van de Europese programma’s is dus vanuit provinciaal perspectief legislatuuroverschrijdend. Gebied, partnerschap en sturing: uitvoeringsovereenkomst Het programmagebied bestaat uit de Vlaamse provincies West- Vlaanderen (arrondissementen Brugge, Oostende, Diksmuide, Tielt, Roeselare, Kortrijk), OostVlaanderen, Vlaams Brabant (arrondissement Leuven), Limburg en Antwerpen. Langs Nederlandse zijde bestaat het programmagebied uit de Nederlandse provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. Naast deze Vlaamse en Nederlandse provincies zijn ook de Vlaamse overheid (Agentschap Ondernemen) en het Nederlandse Rijk (Ministerie van Economische Zaken) programmapartners in dit programma. De programmapartners sluiten bij aanvang van de programmaperiode een uitvoeringsovereenkomst. Deze overeenkomst regelt de verbindende politieke en bestuurlijke afspraken in het kader van de uitvoering van het Samenwerkingsprogramma en regelt met name de toewijzing van de autoriteitsfuncties, samenstelling en werking van het Comité van Toezicht, Gemeenschappelijk Secretariaat, overlegorganen en aansprakelijkheden. Het ontwerp van uitvoeringsovereenkomst vindt u als bijlage. Een formele ondertekening van de overeenkomst door de programmapartners is gepland op het Comité van Toezicht van 03 juni 2015. De Provincieraad wordt gevraagd in te stemmen met de inhoud en ondertekening van deze overeenkomst. De inhoudelijke sturing van het programma gebeurt door het Comité van Toezicht, waarin de programmapartners stemgerechtigd zijn. De provincie Antwerpen wordt hierin vertegenwoordigd door de gedeputeerde voor Europa.
In het 1° 2° 3° 4° 5° 6° 7° 8° 9°
Comité van Toezicht zetelen ook vertegenwoordigers met adviesrecht vanuit: de gemeenten; de economische en sociale partners; milieuorganisaties; niet-gouvernementele organisaties; instanties die tot taak hebben sociale inclusie, gendergelijkheid en nondiscriminatie te bevorderen. het gemeenschappelijk secretariaat; de managementautoriteit; de certificeringsautoriteit; de auditautoriteit.
Inhoud: Dit programma wenst Vlaams - Nederlandse samenwerkingsprojecten te stimuleren rond de volgende thema’s:
Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie Steun voor de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken Bescherming van het milieu en bevordering van efficiënte omgang met hulpbronnen Bevordering van werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit
Een meer uitgebreide versie van het Samenwerkingsprogramma is te vinden via: http://www.grensregio.eu/wp-content/uploads/2014/05/publieksversieOP.pdf In totaal is een budget van 152.575.615,00 Euro aan Europese subsidie voorzien. Naast de rol als programmapartner treedt Provincie Antwerpen ook op als managementautoriteit van dit programma, dit op vraag van de lidstaat Vlaanderen. Dit betekent dat zij eveneens instaat voor het beheer van dit programma. Hiertoe werd een onafhankelijk secretariaat opgericht onder de organisatievorm van een APB, met name het APB PSES (Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen). Beheersovereenkomst Interreg V Vlaanderen- Nederland Op verzoek van de programmapartners en in overleg met het Koninkrijk der Nederlanden, wijst de Vlaamse Regering het Provinciebestuur van Antwerpen aan als managementautoriteit in de zin van artikel 123, lid 1 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Het provinciebestuur nam deze verantwoordelijkheid ook in eerdere programmaperiodes op zich. Voor de financiële afwikkeling van het Samenwerkingsprogramma ‘Grensregio Vlaanderen – Nederland 2014-2020’ wijst de opdrachtgever de Provincie OostVlaanderen aan als certificeringsautoriteit in de zin van artikel 123, lid 2 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Conform artikel 123, lid 4 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wijst de opdrachtgever de Vlaamse Audit Autoriteit Europese Structuurfondsen aan als auditautoriteit. De voorwaarden en modaliteiten van deze opdrachtverlening maken het voorwerp uit van de beheersovereenkomst (bijlage). De functie van managementautoriteit (in vroegere periode beheersautoriteit genoemd), vloeien voort uit de Verordeningen en staan vermeld in artikels 3-5 van de beheersovereenkomst.
Namens het Provinciebestuur wordt het Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid (DWEP) aangewezen om de functie van managementautoriteit te vervullen. Binnen het departement zal dit worden opgenomen door de dienst Europa. DWEP zal ondersteund worden door Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen (APB PSES), waarin het Gemeenschappelijke Secretariaat wordt ingebed. Deze ondersteuning kan in de loop van het programma worden aangepast om redenen van efficiënt beheer. De besluitvorming binnen het programma wordt genomen door het Comité van Toezicht, of door de autoriteiten in de specifieke uitoefening van hun functies. De besluitvorming van het Comité van Toezicht dient te worden geformaliseerd door de managementautoriteit. Dit betekent dat het provinciebestuur van Antwerpen, in haar hoedanigheid van managementautoriteit, ook optreedt als het bestuursrechtelijke orgaan van het Comité van Toezicht. Concreet betekent dit een gebonden besluitvorming, volgend op die van het Comité van Toezicht. Met name de formalisering van de beslissing tot projectselectie zal geschieden via een gebonden besluit van de deputatie. De Provincieraad wordt gevraagd in te stemmen met de inhoud en ondertekening van de beheersovereenkomst. Concrete programma-voering: project Technische Bijstand Interreg V VlaanderenNederland Het provinciebestuur vervult 3 hoedanigheden in het programma: - Programmapartner/projectpartner technische bijstand: inhoudelijke sturing in het Comité van Toezicht en detachering van een projectadviseur vanuit de dienst Europa naar het Gemeenschappelijk Secretariaat; - Managementautoriteit: specifieke functie ten aanzien van de organisatie en werking van het programma; - Gastorganisatie Gemeenschappelijk Secretariaat: voor de dagdagelijkse uitvoering van het programma en de ondersteuning van de managementautoriteit en het Comité van Toezicht, wordt de verderzetting van het Gemeenschappelijk Secretariaat in APB PSES voorzien. Dit secretariaat bestaat uit een aantal vaste medewerkers voor de administratieve, financiële en regeltechnische zaken, en een aantal projectadviseurs die worden ingezet vanuit de programmapartners. Het Gemeenschappelijk Secretariaat is verantwoordelijk voor de uitvoering en coördinatie van het project Technische Bijstand. Voor de personele en administratieve uitvoering van het programma, m.n. de invulling van het Gemeenschappelijk Secretariaat en de autoriteitsfuncties, en de financiering daarvan, wordt een project Technische Bijstand ingesteld, waarbij de programmapartners en autoriteiten optreden als projectpartner. De inhoudelijke en financiële beschrijving van het project en de Europees verplichte samenwerkingsovereenkomst treft u als bijlage. De samenwerkingsovereenkomst in het kader van het project “Technische Bijstand Interreg V” wordt voorgelegd aan uw raad vanuit de hoedanigheid van programmapartner/projectpartner Technische Bijstand. Deze overeenkomst wordt tevens voorgelegd aan de Raad van Bestuur van APB PSES in haar hoedanigheid van projectverantwoordelijke voor het project Technische Bijstand De inbedding van het Gemeenschappelijk Secretariaat in het APB PSES is budgetneutraal voor het provinciebestuur. Met de programmapartners werden ook afspraken gemaakt om te voorzien in voldoende prefinanciering van het project Technische Bijstand.
Voor de inzet van een projectadviseur gedurende de programmaperiode wordt aan de provincie een vergoeding betaald van 492.200 EUR. Voor de uitoefening van de managementautoriteit wordt een vergoeding betaald van 908.500 EUR. Deze vergoedingen worden ingezet voor de financiering van de personeelsinzet vanuit de dienst Europa. Elke programmapartner wordt gevraagd via cofinanciering bij te dragen aan deze taak. Provincie Antwerpen wordt gevraagd 554.817,19 Euro cofinanciering bij te dragen. Dit komt neer op 3,125% van de totale uitvoeringskosten. Deze cofinanciering zal worden aangevraagd via het provinciaal cofinancieringsfonds voor Europese projecten van APB PSES. Gelet op de uitvoeringsperiode van het programma en het legislatuuroverschrijdend karakter ervan, zal ook de cofinanciering gedeeltelijk op het budget van de volgende legislatuur worden benomen. De Provincieraad wordt gevraagd in te stemmen met het project Technische Bijstand en de samenwerkingsovereenkomst in het kader van het project “Technische Bijstand Interreg V”. Overzicht bijlagen: 1) overeenkomst inzake de uitvoering van het Samenwerkingsprogramma Europese Territoriale Samenwerking 2014-2020 Interreg VA VlaanderenNederland 2) Beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Provinciebestuur Antwerpen en het Provinciebestuur Oost - Vlaanderen met betrekking tot het beheer en de uitvoering van het Samenwerkingsprogramma Europese Territoriale Samenwerking 2014-2020 Interreg VA Vlaanderen-Nederland 3) Technische bijstand a. Projectaanvraag b. Kosten- en financieringplan c. samenwerkingsovereenkomst in het kader van het project “Technische Bijstand Interreg V” Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 7 mei 2015. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op: Verordening (EU) Nr.1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking”, hierna te noemen ‘Verordening (EU) Nr.1299/2013’; Verordening (EU) Nr.1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling “Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006, hierna te noemen ‘Verordening (EU) Nr.1301/2013’; Verordening (EU) Nr.1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor
maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr.1083/2006 van de Raad, hierna te noemen ‘Verordening (EU) Nr.1303/2013’; Gedelegeerde Verordening (EU) Nr.240/2014 van de Commissie van 7 januari 2014 betreffende de Europese gedragscode inzake partnerschap in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) Nr.240/2014’; Gedelegeerde Verordening (EU) Nr.480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr.1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) Nr.480/2014’; Gedelegeerde Verordening (EU) Nr.481/2014 van de Commissie van 4 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr.1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot specifieke regels betreffende de subsidiabiliteit van de uitgaven voor samenwerkingsprogramma’s, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) Nr.481/2014’; Uitvoeringsverordening (EU) Nr.821/2014 van de Commissie van 28 juli 2014 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr.1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens; het Samenwerkingsprogramma Europese Territoriale Samenwerking 20142020 Interreg VA Vlaanderen-Nederland, hierna te noemen ‘het Samenwerkingsprogramma’ BESLUIT:
Artikel 1: Goedgekeurd wordt de overeenkomst inzake Samenwerkingsprogramma Europese Territoriale Interreg VA Vlaanderen-Nederland.
de uitvoering van het Samenwerking 2014-2020
Artikel 2: Goedgekeurd wordt de Beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Provinciebestuur Antwerpen en het Provinciebestuur Oost - Vlaanderen met betrekking tot het beheer en de uitvoering van het Samenwerkingsprogramma Europese Territoriale Samenwerking 2014-2020 Interreg VA Vlaanderen-Nederland. Artikel 3: Goedgekeurd wordt Technische Bijstand project “Technische Europese Territoriale
de deelname van de provincie Antwerpen aan het project en de samenwerkingsovereenkomst in het kader van het Bijstand Interreg V” van het Samenwerkingsprogramma Samenwerking 2014-2020 Interreg VA Vlaanderen-Nederland.