Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
PROVINCIE OVERIJSSEL
MASTERPLAN TOEKOMSTPERSPECTIEF WINKELS IN KLEINERE KERNEN
STARTNOTITIE
1
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
Inleiding De afgelopen jaren is de roep om het leefbaar houden van dorpen in het landelijk gebied steeds groter geworden. In steeds meer kleine kernen sluiten niet alleen de school en het dorpshuis, maar ook winkels en soms zelfs de laatste winkel. Dit betekent dat de inwoners aangewezen zijn op omliggende dorpen en plaatsen, ook voor hun primaire (dagelijkse) aankopen. Dit levert niet alleen knelpunten op voor de minder mobiele en oudere inwoner van een dorp, maar ook dat een deel van de levendigheid en vitaliteit in het dorp verdwijnt. Het betreft in feite een sociaal bronpunt voor het dorp. Hierbij wordt steeds duidelijker dat ook winkels en zeker de ‘laatste’ winkel een belangrijke sociale functie vervult binnen een dorpsgemeenschap. Het verdwijnen van winkels vertaalt zich tevens in leegstaande panden in de dorpen, waarvoor geen invulling kan worden gevonden. Ook dit draagt niet bij tot een leefbare uitstraling van een dorp. Het ontstaan van leegstand is dan ook een belangrijke graadmeter voor de trend van ontwinkeling in de dorpen. Op verzoek van de heer drs. T. ten Vergert, Manager Regiostimulering Twente van de Kamer van Koophandel Oost Nederland, wordt in deze startnotitie ingegaan op een efficiënt onderzoeksvoorstel voor het in kaart brengen van de haalbaarheid van de instandhouding van basiswinkelvoorzieningen in de kleinere dorpen (tot ca. 5.000 inwoners in de provincie Overijssel). Juist deze bovengrens van het aantal inwoners tot ca. 5.000 personen is gekozen omdat dit kernen zijn waar het vraagstuk van de instandhouding van basiswinkelfuncties een belangrijk thema kan zijn. Dit onderzoek zal hoofdzakelijk gericht zijn op het functioneren van winkels voor de primaire levensbehoeften, zoals levensmiddelen en winkels in de sfeer van zogenaamde hoogfrequente aankopen. Deze winkels kunnen worden beschouwd als dé ‘basisvoorzieningen’ voor de kleinere dorpen. Daarbij wordt ook gekeken naar de functionele en ruimtelijke samenhang met overige winkels en overige voorzieningen voor zover die in de betrokken dorpen aanwezig zijn. Daarnaast speelt de winkelleegstand tevens een belangrijke rol. Tenslotte wordt direct ingespeeld op de cruciale vraag van de bewoners: ‘Kan ik in de toekomst in mijn dorp nog mijn dagelijkse boodschappen doen’? Dit is een vraag die de inwoners van vele kleinere dorpen zich steeds vaker zullen stellen. Voor veel dagelijkse boodschappen worden de bewoners dan gedwongen met de auto, fiets of met openbaar vervoer naar de dichtstbijzijnde grotere plaats te gaan. Daarbij komt dat met het sluiten van de winkels ook vaak een deel van de levendigheid uit het dorp verdwijnt. Het in stand houden van winkels (ook als sociaal ’bronpunt’) heeft alles te maken met het behoud van de leefbaarheid en economische vitaliteit in de dorpen! Winkels in kleinere dorpen - achtergrond In totaal zijn er in Nederland 102.728 verkooppunten (bron: Locatus Retail Facts 2012). Hiervan zijn er circa 10.058 winkels in de kleinere dorpen tot 5.000 inwoners gesitueerd, dit wil zeggen dat ca. 10% van alle winkels in Nederland gevestigd is in de kleinere dorpen tot 5.000 inwoners. Het aantal winkels in kleine kernen is derhalve een substantieel aantal winkels van het totale winkelareaal in Nederland. Het aantal winkelmeters in Nederland anno 2012 bedraagt ongeveer 27.813.000 m², in de kleine kernen is dit in totaal 2.446.000 m², hetgeen een aandeel van ca. 9% oplevert.
2
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
Opvallend is dat ten opzichte van 2011 het aantal winkels in kleine kernen slechts met 251 winkels ofwel 2,5% is afgenomen. De afname is met name te zien bij de kleinste dorpen (onder de 1.000 inwoners) en de dorpen tussen de 2.000 en 2.500 inwoners. De dorpen boven de 2.500 inwoners kennen overigens een lichte toename van het aantal winkels. Weliswaar lijkt de afname in de dorpen tot 1.000 inwoners met 173 winkels beperkt op het totaal aantal winkels in de dorpen onder de 5.000 inwoners. Dit betreft echter wel een afname van ca. 16% van het aantal winkels in deze dorpen. In meerdere gevallen betreft dit soms de laatste winkel in een dorp. De dagelijkse boodschappen De dagelijkse boodschappen bestaan uit de branches voedings- en genotmiddelen, aangevuld met de branche persoonlijke verzorging. Dit zijn de volgende winkels: supermarkten en speciaalzaken zoals een, bakkerij, slagerij, tabakszaak, slijterij en drogisterij. Met name in de dorpen onder de 5.000 inwoners zijn de supermarkten een belangrijk bronpunt. Daarnaast zijn er de winkels voor de hoogfrequente aankopen, die in de wat grotere kernen aansluiten op de dagelijkse boodschappenwinkels, zoals de branches huishoudtextiel, huishoudelijke artikelen, bloemen en planten en tijdschriften. Deze laatste artikelgroepen komen vaak ook voor in een soort dorpswarenhuis, maar ook als afzonderlijke winkels. Afstand tot supermarkten Het thema ‘winkels in de nabijheid van de eigen woonomgeving’ is al jaren een belangrijk maatschappelijk onderwerp. De afstand van de woning tot de dagelijkse winkelvoorzieningen loopt zeker voor inwoners in kleinere dorpen, met name in de dorpen met minder dan 1.000 inwoners, echter steeds meer op. Het op loopafstand aanwezig zijn van de dagelijkse boodschappenwinkels, zoals vroeger, is zeker in deze dorpen niet meer mogelijk. Een compleet aanbod van dagelijkse boodschappenwinkels in een kleinere dorpskern zelf is tegenwoordig beslist geen vanzelfsprekendheid meer. De dagelijkse boodschappenwinkels in de kleinere dorpen ondervinden steeds vaker concurrentie van het winkelaanbod in de omliggende grotere plaatsen, maar ook door de aankopen via internet. Overigens blijkt ook dat naast factoren van buitenaf, ook door de consumenten steeds meer eisen aan de ruimtelijke condities van dorpswinkels én het assortiment worden gesteld. Landelijk bedraagt de gemiddelde afstand van de woning tot de supermarkt 0,9 km. (bron: CBS – cijfers 2011), acht op de tien Nederlanders hebben binnen een afstand van 1 kilometer minimaal één supermarkt. De bevolking van de provincie Overijssel behoort tot de groep consumenten die rekening dient te houden met een gemiddelde afstand die hoger ligt dan het landelijk gemiddelde (bron: CBS – cijfers 2011). Hiernaast staat een overzicht van enkele gemeenten in de provincie Overijssel. Met name opvallend zijn de dorpen Dalfsen, Raalte en Olst-Wijhe, waar de gemiddelde afstand tussen de woonplek en de supermarkt vrij groot is.
3
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
De gemiddelde afstand tussen de woonplek en de supermarkt in de provincie Overijssel ligt hoger dan de landelijke ‘0,9 km-grens’, hetgeen de noodzaak onderstreept om, voor wat betreft de kleinere kernen, de belangrijke leefbaarheidsfactor ‘nabijheid & gemak’ veilig te stellen.
Provincie Overijssel met gemeenten (bron: provincie Overijssel 2011)
De winkeltrends Het gemiddelde winkelvloeroppervlak van winkels in Nederland is de laatste jaren fors toegenomen, deze trend is zichtbaar in vrijwel alle branches. Daarnaast is er, overigens niet alleen bij supermarkten, duidelijk sprake van een verdergaande filialisering en formulenetwerkverdichting. De winkeltrends in de supermarktsector zijn daarbij wel opvallend, waar ‘het gevecht’ om de consument, die uit een steeds breder assortiment wil kunnen kiezen, één van de belangrijkste oorzaken is van de schaalvergrotingstrend. Daarbij komt dat in de afgelopen jaren het aandeel van de supermarkt in de totale bestedingen aan voedings- en genotmiddelen sterk is toegenomen ten koste van (food) speciaalzaken. Naast de schaalvergroting is er in de moderne supermarkt steeds meer aandacht voor het ‘versassortiment’ (met relatief hoge marges). Een in belang toenemend aspect in de detailhandel is dat juist door de schaalvergrotingen en filialisering nieuwe kansen ontstaan voor de ‘specialisatie als tegenhanger’. Die kansen 4
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
liggen vooral voor de moderne speciaalwinkels, die kunnen fungeren als tegenhanger van de discountformules, de schaalvergrotingstrends en de branchevervaging. Ook de supermarkten in de kleinere dorpen spelen, met succes, geleidelijk in op deze trend. De klassieke dorpswinkel is in veel gevallen al getransformeerd tot een multifunctionele dorpswinkel, die inspeelt op een groter assortiment voor de dagelijkse versboodschappen (een compensatie voor het verdwijnen van andere winkels). Daarnaast worden er ook steeds meer diensten toegevoegd aan nieuwe multifunctionele dorpswinkels.
De Lutte: Spar-supermarkt
Deze basiswinkels in de kleinere kernen zullen een functie voor de eigen inwoners blijven vervullen, met soms een beperkte functie voor omringende kernen. De dorpssupermarkten fungeren daarbij als dragers voor de moderne en compacte dorpscentra. Deze supermarkten genereren gemiddeld een continue wekelijkse bezoekersstroom van ca. 4.000 tot 8.000 bezoekers per week, zeker als deze dorpssupermarkten functioneel en modern zijn uitgerust én beschikken over een courante maatvoering en voldoende parkeren. Per saldo zal het aantal supermarkten, landelijk gezien, verder af gaan nemen. Opvallend genoeg zijn er nog steeds voldoende nieuwe initiatieven voor de supermarkten onder de 500 m² w.v.o. in de kleinere dorpen. De verkoop via internet heeft reeds een klein deel van de verkoop van de gevestigde detailhandel overgenomen. Eerst was er vooral sprake van internetaankopen van vooral probleemloze en emotieloze goederen. Op dit moment wordt geleidelijk zichtbaar dat ook andere assortimenten, zoals een deel van de food-artikelen, via internet gekocht kunnen worden. Dit betekent nieuwe kansen, ook voor de dorpswinkelier. In vele dorpen wordt door de plaatselijke winkelier, veelal samen met bijvoorbeeld de supermarktorganisatie, geëxperimenteerd met internetaankopen en ‘pick-up-punten’.
5
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
Kleine kernen - winkels & krimp In grote delen van Noordoost Nederland staat de bevolkingsontwikkeling onder druk. De geplande woningbouwprogramma’s zijn veelal bescheiden van omvang en kunnen nauwelijks de ‘gezinsverdunning’ en het wegtrekken van inwoners in de kleinere dorpen compenseren. Dit betekent dat de winkeliers in die kleine dorpen rekening moeten houden met een afname van de bevolkingsomvang, in het gunstigste geval met een stabilisatie van het inwonertal. Om positief in te spelen op de vraag van bewoners, maar ook van dorpsraden en gemeenten om de winkels in stand te houden, dienen deze winkeliers te investeren in een niet-groeiende markt. Dit vereist vergaande inventiviteit, creativiteit en ondernemerskwaliteiten. De maatschappelijke context Handhaving van de dagelijkse boodschappenwinkels in de kleinere dorpen draagt niet alleen bij tot instandhouding van de verzorgende functie (het doen van de dagelijkse boodschappen in het dorp - ‘nabijheid & gemak’), maar draagt tevens bij aan de maatschappelijke en sociale setting van het dorp. De maatschappelijke context hiervan is evident! De kansen Het toekomstbeeld is echter niet alleen maar negatief. Met moderne winkels én een praktisch samenwerkingstraject zijn er ruime mogelijkheden en voldoende kansen voor de instandhouding van de winkels voor de dagelijkse boodschappen in de kleinere kernen. De praktijk bewijst dit, gezien de vele verbeterplannen in meerdere kleine kernen. Er zijn voor de instandhouding van winkels in de kleinere kernen voldoende kansen. De dorpsbevolking heeft over het algemeen een grotere verbondenheid met de kleine kern en met elkaar, het probleem van de instandhouding van de winkel(s) wordt daardoor sneller onderkend én er is vaak de wil om die problemen gezamenlijk op te lossen.
6
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
Ook een moderne dorpssupermarkt kan, evenals andere dorpsvoorzieningen (zoals een basisschool, sporthal, café of dorpshuis), een ontmoetingspunt voor de bewoners zijn. Dit is een belangrijk aspect waar de creatieve ondernemer op in zal moeten spelen. Ook in enkele dorpen in Noordoost Twente, zoals Albergen, Overdinkel en Weerselo, is te zien dat de winkelstructuur gedateerd is en dat biedt voor de ondernemer nieuwe mogelijkheden om de verbeterslag te maken, zeker als er sprake is van een gezamenlijke aanpak. De bedreigingen Winkels in kleine kernen zijn kwetsbaar. Factoren zoals bijvoorbeeld de veranderende bevolkingssamenstelling, bevolkingskrimp en een gebrek aan nieuwbouwwoningen zetten een zware druk op de omzetmogelijkheden en het inkomen van de ondernemers. Maar ook ontwikkelingen in de winkelsector zelf, zoals schaalvergroting, prijzenoorlog en assortimentsomvang, dragen hieraan bij. Daarnaast is het een groot probleem dat er op veel plaatsen vooral wordt ingezet op de toevoeging van nieuwe winkelmeters in grotere steden. Voor de ondernemers ontstaat op een gegeven moment de vraag: is er nog voldoende toekomstperspectief en kan ik nog investeren? Gevolg is dat als winkels de deuren sluiten er
7
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
leegstaande panden komen, die moeilijk in te vullen zijn. De inwoners van veel kleine dorpen zien veel winkelvoorzieningen voor de dagelijkse artikelen verdwijnen. Het begint vaak met de sluiting van de foodspeciaalzaken (zoals de groenteboer, de slager en de bakker). ‘Masterplan winkels kleine kernen’ Het behoud van de leefbaarheid in het landelijk gebied staat hoog op de politieke en maatschappelijke agenda, zowel op gemeentelijk als op provinciaal niveau. De afgelopen jaren zetten veel partijen, zoals lokale en provinciale overheden, winkeliers én woningcorporaties, maar ook dorpsraden en de bewoners van de kleine dorpen, zich op de één of andere manier steeds meer in voor leefbaarheid in deze kleine kernen op het platteland. De instandhouding van de basisvoorzieningen spelen hierin een grote rol. Of het nu gaat om het behoud van een pinautomaat in het dorp, de dokter, een apotheek, een dorpshuis, een school, sportverenigingen, maar zeker ook een supermarkt of de bakker of de slager, het belang voor instandhouding wordt door iedereen erkend én ondersteund. In 1999 is, in nauwe samenwerking met de Kamers van Koophandel in Gorinchem (Tiel) en Dordrecht (Rotterdam), voor het gebied Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (Zuid-Holland) een samenhangende bovenlokale studie uitgevoerd voor de instandhouding van winkels in de kleinere kernen. Dit onderzoek was gericht op een achttal kleine dorpen in een viertal gemeenten (Giessenlanden, Graafstroom, Liesveld en Zederik).
Groot-Ammers (ca. 3.800 inwoners): nieuw dorpswinkelcentrum (opening 2002)
In de afgelopen jaren zijn, in nauwe samenwerking tussen de lokale overheden en de geïnteresseerde winkeliers in het gebied Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, geleidelijk enkele nieuwe dorpswinkelcentra gerealiseerd. Het eerste nieuwe dorpswinkelcentrum werd in het jaar 2002 geopend, in het dorp Groot-Ammers (gemeente Liesveld). Nadien is er, in de gemeente Giessenlanden, een tweetal nieuwe dorpswinkelcentra opgeleverd (Arkel en Hoornaar). Het meest recente gezamenlijke ontwikkelde nieuwe dorpswinkelcentrum is in het jaar 2011 in Ameide opgeleverd.
8
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
Ameide (ca. 2.830 inwoners) gemeente Zederik: het nieuwe dorpswinkelhart (2012)
In het jaar 2003 is, geïnitieerd door de Kamer van Koophandel, het ‘Masterplan Winkels Kleine Kernen Rivierenland’ uitgevoerd. Het betrof hier een uitgebreide studie naar de toekomstbestendigheid van de dagelijkse boodschappenwinkels in 86 dorpen (in 15 gemeenten) in het gebied Rivierenland in Gelderland. Op basis van dit Masterplan Winkels Kleine Kernen zijn in een tiental dorpen gezamenlijke initiatieven gestart voor een winkelverbeterplan.
In begin 2007 is, in opdracht van de gemeente Borger-Odoorn, het ‘Masterplan Winkels Kleine Kernen in de gemeente Borger-Odoorn’ uitgevoerd. Het betrof hier een studie naar de haalbaarheid van de instandhouding van de dagelijkse boodschappenwinkels in 24 dorpen.
9
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
Op basis van dit Masterplan Winkels Kleine Kernen zijn in een vijftal dorpen gezamenlijke initiatieven gestart voor een winkelverbeterplan.
Eveneens in 2007 is, in opdracht van het MKB-KvK Platform Detailhandel Twente, de Kamer van Koophandel Oost Nederland en de provincie Overijssel, in de kleinere kernen in Noordoost Twente een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor het behoud van de (basis)winkelvoorzieningen in de kleine dorpen (‘Masterplan Winkels Kleine Kernen Noordoost Twente’). Hierbij is ingezoomd op het huidig functioneren van met name de winkels in de dagelijkse sector in 28 kleine kernen alsmede de ruimtelijke en functionele toekomstbestendigheid van deze winkels.
Dit ‘Masterplan Winkels Kleine Kernen Noordoost Twente’ heeft impulsen gegeven aan de noodzakelijke verbeterplannen voor de winkels in een zevental kleine kernen in dit gebied. Dit zijn de dorpen Albergen, De Lutte, Langeveen, Overdinkel, Rossum, Vasse en Weerselo.
10
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
Na de presentatie van het ‘Masterplan Winkels Kleine Kernen Noordoost Twente’ (eind 2007) hebben de initiatiefnemers besloten om met de in het Masterplan aangegeven ‘pilotprojecten’ van start te gaan met de ‘Helpdesk Winkelvoorzieningen Kleine Kernen’.
Weerselo: publicatiebord bij starthandeling voor het centrumplan voor Weerselo (2012)
‘Helpdesk Winkelvoorzieningen Kleine Kernen’ De ‘Helpdesk Winkelvoorzieningen Kleine Kernen’, hét servicebureau bij de advisering voor het in stand houden van de winkels in de kleine kernen, is destijds (in 1999) gestart bij het dorpswinkelproject in Groot-Ammers (gemeente Liesveld). Sindsdien is de ‘Helpdesk Winkelvoorzieningen Kleine Kernen’, met het adviseren en begeleiden van winkeliers én de gemeentelijke overheid bij gezamenlijke winkelverbeterplannen, betrokken geweest bij een 35-tal dorpswinkelprojecten.
Helpdesk Winkelvoorzieningen Kleine Kernen
De belangrijkste taken van de ‘Helpdesk Winkelvoorzieningen Kleine Kernen’ liggen vooral bij het initiëren van het winkelonderdeel van de plannen, opstellen van winkelverbeterplannen, het bijeenbrengen van de bij het ontwikkelingsproces betrokken partijen, het leveren van de winkelexpertise én het begeleiden en adviseren van de betrokken winkeliers en winkeliersverenigingen. Behalve de bijdrage van de ‘Helpdesk Winkelvoorzieningen Kleine Kernen’ aan de gezamenlijke winkelverbeterplannen heeft de Helpdesk zich ook ingezet op het gebied van de individuele advisering aan winkeliers in de betrokken gemeenten.
11
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
De ‘Kopgroep’ Een cruciaal moment in het voortraject bij een winkelverbeterplan is de inpassing van de individuele plannen van de winkeliers in een totaal winkelverbeterplan. Bij dit onderdeel kunnen de betrokken winkeliers, gezamenlijk & individueel, de input leveren voor de haalbaarheidsstudie én de daaropvolgende uitwerking van de winkelplannen. Hier komt de taak van de ‘Kopgroep van geïnteresseerde winkeliers’ in beeld. De Kopgroep van geïnteresseerde winkeliers, die wordt begeleid en aangestuurd door de ‘Helpdesk Winkelvoorzieningen Kleine Kernen’, heeft het onmiskenbare voordeel van een bundeling van de winkelexpertise van de gevestigde winkeliers én enthousiasme voor het opzetten van een aantrekkelijk winkelplan. Deze Kopgroep zal, vanuit de daarin aanwezige verzamelde winkelkennis, de ontwerpers van het winkelonderdeel van het Centrumplan kunnen adviseren over de meest efficiënte winkelsetting. Hierbij dient bijvoorbeeld gedacht te worden aan belangrijke winkelfacetten zoals een compacte winkelsetting, strategische ligging supermarkten, courante winkelmaten & winkelvormen, voldoende strategisch gesitueerde parkeerfaciliteiten, logische én veilige bereikbaarheid voor alle verkeerssoorten, een aangenaam en veilig verblijfsgebied, een haalbare financiële exploitatie (sober & doelmatig winkelsetting), maar ook aspecten zoals branchering én assortimenten, de samenhang met andere voorzieningen in het dorp en ten slotte het vinden van een praktische oplossing voor de leegstaande winkelpanden. De basis voor een winkelverbeterplan in een kleinere kern dient een fundament te zijn bestaande uit een gedegen en op de praktijk gericht onderzoek, gecombineerd met een duidelijk inzicht in de functionele, financiële en markttechnische haalbaarheid van de 12
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
plannen. Deze methodiek is ook bij de kleinere dorpen in Noordoost Twente toegepast. De basis van deze aanpak is uitsluitend maatwerk, toegespitst op de instandhouding van de (laatste) winkel, en rekening houdend met de achtergronden van het betrokken dorp (het verzorgingsgebied). Van belang is hierbij dat, waar mogelijk, ingezet wordt op samenwerking met de diverse sectoren die betrokken zijn bij de leefbaarheid en voorzieningen in de kleine kern en omgeving. Maatwerk De ene kleine kern is letterlijk de andere niet. Hierbij speelt niet alleen de belangrijke factor van het aantal inwoners, maar ook aspecten zoals de afstand tot grotere kernen, zelfstandig ondernemerschap, de geschiedenis van een dorp, trekkracht op andere kleine kernen, etc. Het aantal inwoners is niet simpelweg als maat aan te geven voor de aanwezigheid en mogelijkheid voor instandhouding van winkelvoorzieningen. Voorkomen dient te worden dat in de allerkleinste kernen zoals bijvoorbeeld rond de 1.000 à 1.500 inwoners geen energie meer wordt gestoken wat betreft winkelvoorzieningen. De nieuwe multifunctionele dorpssupermarkt De ouderwetse dorpswinkel met een beperkt assortiment en veelal een gedateerd in-/ exterieur redt het niet meer. Weliswaar kennen winkels in dorpen veelal een hoge ‘gunfactor’ én het voordeel van de factor ‘nabijheid & gemak’, door de aanlokkende moderne winkels in de omliggende grotere plaatsen zal er door de dorpswinkelier een extra slag gemaakt moeten worden. Dit betekent veelal dat er een omslag in de denkwijze bij de ondernemer moet plaatsvinden, veelal gecombineerd met een forse investering (in een niet-groeiende markt). De omslag in die denkwijze zal zich vooral moeten uiten in het toekomstgericht denken: ‘hoe, en met welke middelen, kan ik mijn winkel(setting) efficiënt én toekomstbestendig maken waardoor uiteindelijk mijn concurrentiepositie wordt verbeterd’. Overigens zal het dorpswinkelaanbod altijd een aanvullende functie blijven vervullen, de consument zal veelal een deel van de boodschappen (de weekendboodschappen) elders gaan doen, alleen al om het feit dat de consument voor o.a. het ‘winkelen’ naar grotere winkelgebieden gaat, maar vaak ook om factoren als ‘prijs’ & ‘assortiment’. Masterplan winkels kleine kernen in Overijssel: de aanpak De ervaring bij de onderzoeken in de afgelopen jaren naar de instandhouding van winkels in ruim 150 kleinere kernen heeft vooral geleerd dat een praktische en efficiënte aanpak bij een winkelverbeterplan veruit de voorkeur verdient. Daarom ligt het, bij de opzet van een ‘Masterplan winkels in kleine kernen’, voor de hand om op basis van beschikbaar distributiefplanologisch materiaal én detailhandelsvisies, de actuele aanbodgegevens, een demografische signalement én een observatie van de winkels per kleinere kern een quickscan op te stellen van het haalbare toekomstperspectief voor de basiswinkelvoorzieningen. Hierbij wordt een beeld geschetst van het huidige winkelaanbod per kleine kern en wordt aangegeven welke ruimtelijke ingrepen er nodig zijn voor voldoende levensvatbaar/ perspectiefvol draagvlak voor een toekomstbestendige setting van de winkelvoorzieningen in de betrokken dorpen. Met andere woorden: per kleine kern wordt concreet aangegeven of het mogelijk en commercieel haalbaar is om het niveau van de basiswinkels te versterken of te stabiliseren, danwel dat een verdere verschraling van het winkelaanbod en uiteindelijk ‘ontwinkeling’ onvermijdelijk is. 13
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
In dit laatste geval zal het adviestraject zich gaan richten op de mogelijkheden van alternatieve aankoopfuncties voor de bewoners van de betrokken kleine kern.
Bij het uitvoeren van de quick scans per kleinere kern, waarin zicht zal moeten komen op de haalbaarheid van een toekomstbestendige winkelsetting, wordt uitgegaan van een regionale aanpak waarbij het distributieve en ruimtelijke perspectief per kern wordt getoetst aan de mogelijkheden binnen een groter verzorgingsgebied. Bij het bepalen van het winkelverbeterplan zal bij de keuze van de verbetering van de ruimtelijke en aanvullende condities voor de dorpswinkel duidelijk dienen te zijn dat de gewenste haalbaarheid van instandhouding van de dorpswinkelvoorzieningen voor een periode van minimaal 8 tot 10 jaar gefixeerd zal moeten worden. Hierbij wordt rekening gehouden met toevloeiing vanuit andere kernen, de toeristische invloed, plannen voor versterking van het winkelaanbod in de omliggende grotere kernen en steden en tot slot de woningbouw en bevolkingsontwikkeling. De grote steden zoals Almelo, Hengelo, Enschede en Zwolle spelen een belangrijke rol in de winkelstructuur van de provincie. De trekkracht op de consument is groot en wordt door een toenemend winkelaanbod in wijkcentra en binnensteden steeds groter. Een gedegen functionele afstemming met de plannen in de dorpen is noodzakelijk. Echter, van belang is te onderkennen dat de plannen voor de dorpen uitsluitend uitgaan van een aanvullende winkelfunctie. Dit wil zeggen dat bij de totstandkoming van winkelplannen in de kleinere dorpen alsmede de beoordeling van het toekomstperspectief van deze kleinschalige dorpswinkelprojecten, rekening moet worden gehouden met een structurele koopkrachtafvloeiing. Samenwerking Het ‘toverwoord’ van het Masterplan én het vervolgtraject is het woord ‘samenwerking’. Dit betreft de samenwerking tussen ondernemers onderling in de dorpen, samenwerking tussen ondernemers en de gemeenten (bijv. wettelijke en beleidskaders), samenwerking tussen
14
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
gemeenten en provincie. De provincie kan hierbij ook een regiefunctie hebben in het kader van de afstemming van winkelplannen in zowel steden als dorpen. De Kamer van Koophandel en de ‘Helpdesk Winkelvoorzieningen Kleine Kernen’ spelen in al deze trajecten een belangrijke rol als verbindende schakel als kenniscentrum in dit type projecten. Zoals eerder aangegeven in deze notitie draait het Masterplan om maatwerk per dorp en per gemeente, waarbij soms duidelijke keuzes gemaakt zullen moeten worden. Immers, soms kunnen niet alle beoogde winkeluitbreidingen gerealiseerd worden, vooral vanwege concurrentie (marktverhoudingen) tussen de dorpen en de plannen die er voor grotere dorpen en steden liggen. Belangrijk is dan de vraag: is het van belang dat elke bewoner van de provincie op korte afstand haar dagelijkse voorzieningen behoudt? Het Masterplan winkels kleine kernen in Overijssel: stapsgewijs Het Masterplan winkels kleine kernen in Overijssel kan, desgewenst, uit een vijftal stappen bestaan: • stap 1 – afbakening onderzoeksgebied & voorbereiding - voor welke dorpen in de 25 Overijsselse gemeenten wordt een quick scan uitgevoerd? Hierbij wordt aanbevolen om de gemeenten per regio te onderzoeken; - inventarisatie demografische situatie voor de dorpen die in dit onderzoek vallen; - inventarisatie ‘aanbodzijde’, inventarisatie winkelaanbod per kleine kern; - 1e selectie te onderzoeken kleine kernen; - opstellen onderzoekplanning per gemeente. • stap 2 – het veldwerk - functionele beoordeling aanbodsituatie ter plaatse per winkel / per kleine kern; - beoordeling ruimtelijke setting van het aanwezige winkelaanbod; - informatief overleg met strategische winkeliers. • stap 3 – het ‘winkelsignalement’ Per relevante kleinere kern wordt een zogenaamd ‘winkelsignalement’ opgesteld, bestaande uit een twaalftal onderdelen: 1. inventarisatie winkelaanbod (dagelijkse - / niet-dagelijkse winkels); 2. inventarisatie demografische situatie (zoals b.v. de bevolkingsomvang, samenstelling van de bevolking, woningbouwprogramma én bevolkingsprognoses); 3. inventarisatie leegstaande winkelpanden; 4. raming lokale koopkrachtbinding, de koopkrachttoevloeiing vanuit andere kernen en de toeristische factor; 5. koppeling met bestaand distributie planologisch en ruimtelijk onderzoek; 6. beoordeling relevante ‘concurrentie’ in de regio (zowel kleine kernen als grote steden), alsmede een beeld van de versterking van deze concurrentie; 7. raming huidige marktpositie van het lokale winkelaanbod; 8. inventarisatie kansen en bedreigingen per kern; 9. beoordeling toekomstig risicoprofiel winkelaanbod (op basis van de ruimtelijke en economische vestigingscondities); 10. inzicht in het winkelperspectief op langere termijn; 11. eventuele lopende plannen of wensen van winkeliers in het dorp; 12. inventarisatie en toetsing van mogelijke winkelverbetersuggesties of winkelalternatieven; 13. kansen op een toekomstbestendige winkelsetting; 14. suggesties voor leegstaande of achter te laten winkelpanden;
15
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
15. advies (ja of neen verbetersuggesties & in welke mate).
• stap 4 – het Masterplan De vierde stap is het opstellen van de rapportage ‘Masterplan winkels kleine kernen Overijssel’. In dit Masterplan wordt ingegaan op: • het leveren van een praktische bijdrage aan een toekomstbestendige setting van de basiswinkelvoorzieningen en daarmee aan het behoud van de leefbaarheid in die kleinere dorpen; • het inspelen op ‘lopende’ particuliere winkelinitiatieven én ideeën in de kleinere dorpen; • het schetsen van de ruimtelijke en aanvullende voorwaarden/condities voor de instandhouding van basiswinkelvoorzieningen; • advisering in de vorm van een praktisch ‘stappenplan’ voor de lokale winkeliers en overheden in het proces van verbetering van hun vestigings- en commerciële
16
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
randvoorwaarden om zodoende de exploitatie van hun winkels op langere termijn veilig te stellen. Hierbij staat maatwerk per dorp en gemeente voorop.
Na het uitbrengen van de rapportage ‘Masterplan winkels kleine kernen Overijssel’ zal per gemeente een deelrapportage worden uitgebracht waarin per kern gedetailleerd de huidige en de toekomstige winkelsituatie zal worden beschreven. Met name voor de dagelijkse boodschappenwinkels in de kleinere kernen waar een solide en zelfstandige toekomst kan worden verwacht (‘de kansrijke kernen’) zullen in de deelrapportages, voor zover dat relevant is, de belangrijkste aandachtspunten worden opgesteld (‘de boodschappenlijst’) die als plan van aanpak kunnen dienen bij de haalbaarheidsstudie naar de instandhouding van de dagelijkse verzorgende winkels in een kleine kern. • stap 5 – toelichting & overleg De werkzaamheden voor het ‘Masterplan winkels kleine kernen Overijssel’ zullen uiteindelijk afgerond worden met een overleg- en presentatietraject naar de opdrachtgevers en de betrokken gemeenten. Daarnaast zal, in de vorm van een serie brainstormsessies, gecommuniceerd gaan worden met de betrokken ondernemers en/of ondernemersverenigingen.
17
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
Kostenindicatie Bij het bepalen van de kostenindicatie voor het uit te voeren Masterplan Kleine Kernen in Overijssel wordt uitgegaan van een vijftal stappen: • stap 1 – afbakening onderzoeksgebied & voorbereiding • stap 2 – het veldwerk • stap 3 – het ‘winkelsignalement’ • stap 4 – het Masterplan • stap 5 – toelichting & overleg De stappen 1, 2 en 3 vormen het fundament van het uit te voeren onderzoek, hierbij wordt de basis gelegd voor de overige twee stappen (4 & 5). Stap 1. De afbakening van het onderzoeksgebied betreft met name het inventariseren van het aantal winkelkernen op basis van de inwoneraantallen en de aanwezigheid van winkels. Juist door de diversiteit van het winkelaanbod in de kleine kernen én het maatwerk dat noodzakelijk is voor de rapportage in stap 4, is de keuze voor het type winkelkernen en de aanwezigheid van het soort winkels van belang. Het winkelaanbod in de kernen onder de 5.000 inwoners is divers van omvang en aard. Zo kunnen sommige buurtschappen onder de 1.000 inwoners nog over één of meerdere (dagelijkse) winkels beschikken, deze kunnen niet zomaar buiten beschouwing worden gelaten. Daarom worden ook deze kernen bij deze fase onderzocht. Voorgesteld wordt om de kernen als volgt te verdelen: • kleine kernen met een inwonertal tot ca. 1.000 personen; • kernen met een inwonertal van ca. 1.000 tot 2.500 personen; • kernen met een inwonertal van ca. 2.500 tot 5.000 personen. Er zal op basis van de winkeldatabestanden van Locatus een eerste schifting worden gemaakt van kleine kernen waar nog dagelijkse winkelvoorzieningen aanwezig zijn. Dit betekent dat na de 1e selectie een deel van de kleine kernen zal afvallen. De kosten voor de fase voor de 1e selectie van het onderzoek (stap 1) bedragen € 9.000,(exclusief b.t.w.): • dit betreft een bureaustudie; • er wordt uitgegaan van een aanneemsom; • het offertebedrag is exclusief b.t.w.; • en exclusief de databestanden van Locatus; • inclusief de geoffreerde overleg- en vergadermomenten; • het offertebedrag is inclusief reis- & verblijfskosten; In overleg met de opdrachtgever zal het bureau de databestanden van Locatus voor winkels in de dagelijkse sector in de kleine kernen aanvragen. Stap 2, 3 en 4. Bij de stappen 2 en 3 zal het veldwerk (de winkelinventarisatie én de gesprekken met strategische ondernemers) worden uitgevoerd, zoals hiervoor is beschreven. Vervolgens zullen de winkelsignalementen per dorp worden opgesteld. Deze stappen vormen de basis voor fase 4, de rapportfase.
18
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
In totaal zijn er op basis van een eerste inschatting circa 114 kleine(re) kernen in de provincie Overijssel die voor het onderzoek voor het Masterplan Kleine kernen in aanmerking komen: • 63 kleine kernen en buurtschappen met een inwonertal tot ca. 1.000 personen; • 38 kernen met een inwonertal van ca. 1.000 tot 2.500 personen; • 13 kernen met een inwonertal van ca. 2.500 tot 5.000 personen. Stap 4 is het opstellen van het Masterplan waarin de alle daarvoor in aanmerking komende winkelkernen per gemeente beoordeeld worden, gecombineerd met een voorstel voor een verbeterplan. Hierbij dient te worden opgemerkt dat op basis van stap 1 (de voorselectie) een deel van de kernen tot 1.000 inwoners zonder winkels direct zal afvallen. De werkzaamheden wat betreft de inventarisatie, opstellen winkelsignalementen en het uitwerken van het toekomstperspectief in het Masterplan zijn verschillend naar de bevolkingsomvang per kern of buurtschap, maar ook qua winkelaanbod. De gemiddelde kosten kunnen per type kern (naar grootte) worden omgerekend voor het uit te voeren veldwerk, de winkelsignalementen én het opstellen van het Masterplan: • kleine kernen met een inwonertal tot ca. 1.000: per kern € 600,-, exclusief b.t.w.; • kernen met een inwonertal van ca. 1.000 tot 2.500: per kern € 1.500,-, exclusief b.t.w.; • kernen met een inwonertal van ca. 2.500 tot 5.000: per kern € 3.000,-, exclusief b.t.w. Op basis van stap 1 (de inventarisatie) zal bekend zijn welke dorpen en buurtschappen in aanmerking komen voor het winkelsignalement. De maximale kosten voor de stappen 2, 3 en 4 kunnen per kern worden omgerekend voor het ‘veldwerk’, de ‘winkelsignalementen’ én het opstellen van het Masterplan: 63 kernen met een inwonertal tot ca. 1.000 (raming 4 relevante kernen) € 2.400,39 kernen met een inwonertal van ca. 1.000 tot 2.500 à € 1.500,€ 58.500,13 kernen met een inwonertal van ca. 2.500 tot 5.000 à € 3.000,€ 39.000,De totale kosten voor de stappen 2,3 en 4 bedragen maximaal, exclusief b.t.w. € 99.900,Achtergronden bij deze kostenindicatie: • er wordt uitgegaan van een aanneemsom; • de bedragen per kern zijn exclusief b.t.w.; • exclusief de kosten van de winkeldatabestanden van Locatus1; • inclusief de geoffreerde overleg- en vergadermomenten; • het offertebedrag is inclusief reis- & verblijfskosten. Stap 5. Voor de werkzaamheden voor stap 5 (toelichting & overleg) wordt in een later stadium, in overleg met de Kamer van Koophandel, een separate offerte opgesteld. Hengelo(Gld.), 12 november 2012 ADVIESBURO KARDOL Wkk.009
1
in overleg met de opdrachtgever zal het bureau de databestanden van Locatus voor de winkels in de dagelijkse sector in de 114 kleine kernen aanvragen
19
Adviesburo Kardol
Overijssel * 2012 Toekomstperspectief winkels in kleinere kernen Startnotitie
PROVINCIE OVERIJSSEL * 2012 MASTERPLAN WINKELS KLEINE KERNEN - WINKELSIGNALEMENT Naam kern Gemeente Vraagzijde Inventarisatie demografische Inwonertal situatie Woningbouwprogramma (periode 3, 5 en 10 jaar) Bevolkingsprognose (stabilisatie, groei, krimp) Raming aantal inwoners anno 2015 & 2020 Aanbodzijde Inventarisatie winkelaanbod Basiswinkelaanbod Aanvullend winkelaanbod Overige functies Beoordeling lokale marktomvang Bijv. voldoende voor handhaving van het huidige en versterking van het aanbod Toeristische invloed Functie voor bovenlokale marktpotentie Overige informatie (aanbodzijde) Koppeling met bestaand onderzoek . Detailhandelsvisies, DPO’s, etc. Observatie ‘concurrentie’ in de regio Indicatie distributieve situatie: koopkrachtbinding en toevloeiing (indicatie) Typering ruimtelijke condities aanbodzijde Ligging winkels in het dorp Plek van de dorpssupermarkt Ruimtelijke samenhang tussen de winkels compact winkelgebied of verspreide setting Winkelimago / winkelbeeld Winkelvolumes (omvang en vorm) Ruimtelijke condities: toegankelijk, zichtbaar, herkenbaar en bereikbaar Parkeervoorzieningen Beoordeling winkelmaat supermarkt Leegstaande winkelpanden? Gesprekken met ‘strategische ondernemers’ Items gesprekken ‘strategische ondernemers’ Wensen en lopende plannen van gevestigde of nieuwe ondernemers Ideeën voor nieuwe winkelplek? e 1 beoordeling risicoprofiel winkelaanbod Kansen en bedreigingen? Mogelijkheden voor winkelconcentratie? (clustering dagelijkse functies) Inzicht in het winkelperspectief langere termijn Schaalvergroting dorpssupermarkt? Inventarisatie en toetsing winkelalternatieven Advies ja of neen herstructurering Supermarkt Overige winkels Andere verbeteringsmaatregelen Voorstel ontwikkelingslocatie(s) / functionele samenhang / stappenplan Opmerking Categorie toekomstperspectief- 1,2,3 (goed, matig, zwak toekomstperspectief) Plattegrond Foto’s
20
Adviesburo Kardol