RIVIERENLAND * 2003
MASTERPLAN WINKELS KLEINE KERNEN RIVIERENLAND FASE 1
ADVIESBURO KARDOL adviseurs distributie-planologie De Heurne 9 Postbus 16 7255 ZG Hengelo gld tel. 0575 463398 fax 0575 463724 e-mail
[email protected]
INHOUDSOPGAVE INHOUD
PAG.
1.
INLEIDING
3
2.
INVENTARISATIE WINKELAANBOD KLEINE KERNEN 2.1. INLEIDING 2.2. RUIMTELIJKE, DEMOGRAFISCHE EN ECONOMISCHE CONDITIES 2.3. CATEGORIEËN 2.4. BEOORDELING WINKELAANBOD PER GEMEENTE 2.4.1 INLEIDING 2.4.2 GEMEENTE BUREN 2.4.3 GEMEENTE DRUTEN 2.4.4 GEMEENTE GELDERMALSEN 2.4.5 GEMEENTE LINGEWAAL 2.4.6 GEMEENTE MAASDRIEL 2.4.7 GEMEENTE NEERIJNEN 2.4.8 GEMEENTE NEDER-BETUWE 2.4.9 GEMEENTE TIEL 2.4.10 GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL 2.4.11 GEMEENTE ZALTBOMMEL 2.5. TOT SLOT
5 5 6 7 8 8 9 11 11 12 13 14 15 16 16 17 19
3.
POSITIE REGIONALE WINKELCENTRA 3.1. INLEIDING 3.2. CULEMBORG 3.3. DRUTEN 3.4. GELDERMALSEN 3.5. TIEL 3.6. ZALTBOMMEL 3.7. TOT SLOT
20 20 20 20 21 21 21 22
4.
TOEKOMST VOORZIENINGENSTRUCTUUR 4.1. INLEIDING 4.2 WINKELVOORZIENINGEN 4.3 RIJDENDE WINKEL 4.4 AMBULANTE HANDEL 4.5 INTERNET 4.6 DOELGROEPEN 4.7 TOT SLOT
22 22 23 23 25 26 27 28
5.
HERSTRUCTURERINGOPGAVE 5.1. INLEIDING 5.2. INHOUDELIJKE ACHTERGROND 5.3. ORGANISATORISCH 5.4. DE HELPDESK 5.5. PLANNING 5.6. FINANCIEEL 5.7. TOT SLOT
28 28 29 30 30 32 32 33
6.
VERVOLGTRAJECT 6.1. INLEIDING 6.2. HERSTRUCTURERINGSKERNEN 6.3. WONINGBOUWPROGRAMMA 6.4. VERVOLG
34 34 34 36 36
7.
SLOTBESCHOUWING
39
2
1.
INLEIDING. Opdracht In opdracht van MKB-Nederland heeft Adviesburo Kardol, een inventarisatie en beoordeling van het winkelaanbod in de 86 kleine kernen van Rivierenland uitgevoerd. Dit betreft fase 1 en vormt tevens de basis van het Masterplan winkel kleine kernen Rivierenland. De opdrachtgeving is tot stand gekomen in samenwerking met de Kamer van Koophandel Tiel, de Provincie Gelderland, het StER (Stimuleringsprogramma Economie Rivierenland) en de Rabobanken Beusichem-Culemborg, Betuwe, Bommelerwaard-Noord, Bommelerwaard-Zuid, Geldermalsen en omstreken, Maasdriel en Tiel. Achtergrond van deze winkelvolume-studie is om uiteindelijk door middel van het opstellen en uitvoeren van verbetervoorstellen de basiswinkelvoorzieningen in de dorpen, het laagste niveau in de winkelhiërarchie, waar mogelijk in stand te houden of te verbeteren. Aanleiding De afgelopen jaren is de roep om het leefbaar houden van dorpen in het landelijk gebied steeds luider geworden. In steeds meer kleine kernen sluiten niet alleen de school en het dorpshuis maar ook de laatste winkel. Dit betekent dat de inwoners aangewezen zijn op omliggende dorpen en plaatsen, ook voor hun primaire aankopen. Dit levert niet alleen knelpunten op voor de minder mobiele inwoner van een dorp, maar ook een deel van de levendigheid in het dorp verdwijnt. Hierbij wordt steeds duidelijker dat de “laatste” winkel ook een sociale functie heeft binnen een dorp. De reguliere distributie-planologische onderzoeksmethoden gaan niet altijd op in deze kernen. Kunnen er nog wel winkelvoorzieningen bestaan in een niet-groeiende markt? In veel kleinere kernen is sprake van een onevenwichtige situatie, waarbij het winkelaanbod niet of nauwelijks meer kan existeren omdat de “vraagzijde” onvoldoende van volume is. Veelal betreffen de winkels familiebedrijven die toch nog kunnen bestaan vanwege het feit dat ze een eigen pand hebben en weinig investeringen. Voor nieuwe ondernemers is het echter vrijwel onmogelijk om een dergelijke winkel over te nemen, laat staan een nieuwe winkel te starten. Daarbij komt dat het proces van “ontvolking” zich blijft doorzetten wat nieuwe investeringen veelal niet meer verantwoord maakt. Daarnaast is er in veel gevallen sprake van een vicieuze cirkel, het bezoekersaantal loopt terug, daarom kan het assortiment niet op peil worden gehouden en daardoor wordt een winkel minder aantrekkelijk. Het behoud van voorzieningen is echter, gezien de geschetste sociaal-maatschappelijke functie, maar ook vanwege de economische vitaliteit van dorpen van belang. Dat dit mogelijk is blijkt wel uit de vele voorbeelden in het land, waar door middel van bijvoorbeeld het realiseren van een beperkte concentratie van winkels of het maken van courante winkelmaten, niet alleen het winkelaanbod attractiever wordt, maar tegelijkertijd meer omzet kan worden behaald.
Modern en geconcentreerd winkelbestand in Ammerzoden.
3
Om naar de toekomst de leefbaarheid te behouden in de dorpen is het toch van belang om in kernen waar dat nog mogelijk is de voorzieningenstructuur deels te versterken en in de grotere kernen zelfs uit te breiden. Dit betekent in sommige gevallen kleinschalige ingrepen die van “levensbelang” zijn. Rekening moet worden gehouden dat in de kernen onder de 1.500 inwoners winkelvoorzieningen over 5 tot 10 jaar vrijwel verdwenen zullen zijn. De vraag die ook aan de orde komt in dit rapport is hoe kan hier op worden ingespeeld met andere aankoopplaatsen. Doelstelling Met de uitvoering van fase 1 wordt de inhoudelijke basis gelegd en het benodigde inzicht verkregen in het functioneren van de winkels in de kleine kernen in het Rivierengebied. Tevens wordt gekeken naar de kansen en mogelijkheden om in de loop van het totale traject tot herstructurering aan genoemde randvoorwaarden te kunnen voldoen. Daarnaast kan dit een eerste aanzet zijn tot een draagvlak voor het vervolgtraject. Fase 1 van dit project heeft als belangrijkste doel het opstellen van een functie- of winkelsignalement per kern. Dit houdt in dat het (nog) aanwezige winkelaanbod wordt geïnventariseerd. Vervolgens worden de ruimtelijke condities van de winkelvoorzieningen of winkelclusters geanalyseerd op hun ruimtelijk risicoprofiel. Dit betekent dat het winkelaanbod wordt beoordeeld aan de hand van een lijst van kritische ruimtelijke, demografische en economische factoren. Deze “kritische vestigingscondities” zijn essentieel voor het behouden van winkelvoorzieningen. Kader De uit te voeren studie richt zich op de detailhandel in de diverse kernen. Van belang is om inzicht te verkrijgen in de ruimtelijke, economische en demografische condities die minimaal noodzakelijk zijn om de distributieve haalbaarheid van winkels in kleinere kernen duurzaam veilig te stellen. Daarnaast zal de economische samenhang tussen de diverse voorzieningen, welke binnen een basis-winkelpakket kunnen functioneren, inzichtelijk gemaakt worden. Indien aanwezig zal eveneens een link worden gelegd met aanwezige overige (aanverwante) commerciële en niet-commerciële functies. Een voorbeeld daarvan zijn eventuele aanwezige warenmarkten en rijdende winkels. De belangrijke randvoorwaarden bij het totale traject zijn: • met de winkelstudie bijdragen aan de continuering van winkelvoorzieningen en daarmee aan het behoud van de leefbaarheid in dorpen; • rekening houden met lopende initiatieven op dit vlak in de diverse kernen/dorpen; • in kernen waar dit mogelijk is de ruimtelijke en aanvullende voorwaarden/condities scheppen voor instandhouding van elementaire winkelvoorzieningen in dorpen; • ondernemers begeleiden in het proces van verbetering van hun vestigings- en commerciële randvoorwaarden om zodoende de exploitatie van hun winkels op langere termijn veilig te stellen. Nadrukkelijk dient te worden aangegeven dat er als basis voor deze rapportage géén koopstromenonderzoek is uitgevoerd. Er wordt uitgegaan van het, voor zover aanwezig, bestaande distributieve materiaal. Het is denkbaar dat in een latere fase, ten behoeve van de individuele ondernemer, zogenaamde draagvlakanalyses worden uitgevoerd, waarbij de distributieve aspecten nadrukkelijk worden vormgegeven. Voorlopig is dus volstaan met een oriëntatie, observatie en beoordeling van het basiswinkelaanbod, gecombineerd met een aantal gesprekken met “strategische” ondernemers in de kleine kernen. De insteek was hierbij de fysieke (ruimtelijke) winkelsituatie, branchering en plannen van de betrokkenen, gecombineerd met de kans op verbetermogelijkheden. Methodiek Het onderzoek in fase 1 bestaat uit de volgende onderdelen: 1) Afbakening van het onderzoeksgebied en vaststellen te beoordelen functiekernen. 2) Vaststelling pakket aan basisvoorzieningen/uitvoering winkelsignalement. 3) Vaststelling bevolkingsdraagvlak.
4
4) Inventarisatie van de woningbouwplannen. 5) Bepaling marktpositie van de winkelvoorzieningen. 6) Een en ander is samengevat in een winkelsignalement. Voor deze eerste fase in het onderzoek zijn alle dorpen bezocht. Het aanwezige winkelaanbod in de dagelijkse sector is geïnventariseerd. De zogenaamde basiswinkelvoorzieningen (supermarkt, versspecialisten, drogisterij, slijterij en tabakszaak) zijn beoordeeld op hun ruimtelijke en economische kwaliteiten. Op basis hiervan zijn de winkelsignalementen opgesteld. Om een compleet beeld te krijgen is tevens een beeld geschetst van het nog aanwezige winkelaanbod in de niet-dagelijkse sector. In deze rapportage worden de onderzoeksresultaten besproken en per kern advies gegeven over de wijze van aanpak en het vervolgtraject. Leeswijzer Na deze inleiding komt in het volgende hoofdstuk de inventarisatie van het winkelaanbod in de kernen, aan de hand van een indeling naar categorieën, aan bod. In hoofdstuk 3 wordt aandacht besteed aan de positie en het effect van de regionale winkelcentra zoals bijvoorbeeld Tiel en Zaltbommel op kleine kernen. Dit wordt gevolgd in hoofdstuk 4 door een schets van de toekomst van de winkelvoorzieningenstructuur in het Rivierengebied, inclusief aankoopalternatieven en eventuele toeristische functie. In hoofdstuk 5 wordt de herstructureringsopgave geconcretiseerd. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op het vervolgtraject na deze fase 1, hierbij is enerzijds aandacht voor de aanpak en anderzijds voor de “rollen” van de verschillende partijen in het gebied. Tot slot volgt in hoofdstuk 7 de slotbeschouwing met enkele samenvattende opmerkingen en conclusies. 2.
INVENTARISATIE WINKELAANBOD KLEINE KERNEN
2.1.
INLEIDING. Na oriëntatie en een observatie van alle winkels in de kleine kernen in het Rivierenland is een toekomstperspectief opgesteld voor de dagelijkse winkelvoorzieningen in het gebied. Daartoe is voor elke kern een zogenaamd risicoprofiel opgesteld. Dit risicoprofiel, vormgegeven in een winkelsignalement, bestaat uit een analyse van de ruimtelijke, demografische en economische condities van de verschillende winkelvoorzieningen en hun locaties in de kernen. Deze ruimtelijke, demografische en economische randvoorwaarden worden met name afgelezen aan de beoordeling van de locatie waar de aanwezige winkels of winkelconcentraties zich bevinden, maar ook op basis van de concurrentiepositie en de functie van een winkel(gebied). Aan de hand van deze toets kan een globale visie op de toekomst van het betreffende winkelaanbod per kern worden geschetst. Per kern wordt daarmee een zogenaamd “winkelsignalement” opgesteld, bestaande uit: 1. inventarisatie winkelaanbod; 2. inventarisatie demografische situatie; 3. koppeling met bestaand onderzoek; 4. observatie “concurrentie” in de regio; 5. beoordeling risicoprofiel winkelaanbod (op basis van de ruimtelijke en economische vestigingscondities); 6. inzicht in het winkelperspectief op langere termijn; 7. (indien noodzakelijk) gesprekken met “strategische” ondernemers; 8. inventarisatie en toetsing winkelalternatieven; 9. advies (ja of neen herstructurering & in welke mate); 10. voorstel ontwikkelingslocatie(s) / functionele samenhang / stappenplan per kern. Op basis van de uitkomsten van deze winkelsignalementen zijn de 86 kernen ingedeeld naar een categorie. In de meeste gevallen zal sprake zijn van een advies en toetsing “direct aan de basis”. Dit betekent dat er rekening gehouden zal moeten worden met de
5
financiële spankracht van de ondernemer. In sommige gevallen zal dit het behoud van slechts één (laatste) winkel betekenen. In dit hoofdstuk zal als eerste worden ingegaan op de achtergronden van de ruimtelijke, economische en demografische condities. Dit wordt gevolgd door de onderverdeling naar categorieën van de verschillende kernen. Vervolgens wordt het aanwezige winkelaanbod op basis van de winkelsignalementen van de kernen per gemeente besproken en geanalyseerd. 2.2.
RUIMTELIJKE, DEMOGRAFISCHE EN ECONOMISCHE CONDITIES Basis voor dit onderzoek wordt gevormd door de beoordeling van de ruimtelijke, demografische en ruimtelijke condities van de winkellocaties in de diverse kernen. Dit betekent dat weliswaar ook wordt gekeken naar het verzorgingsgebied en het draagvlak, maar zeker ook naar de ruimtelijke context van winkels. Immers, de concurrerende kracht van een winkelvoorziening én de toekomstwaarde hangt in grote mate af van vestigingscondities. Hierbij dient te worden opgemerkt dat daarnaast uiteraard niet voorbij kan worden gegaan aan de kracht en ervaring van het ondernemerschap. De ruimtelijke condities van een winkellocatie die worden onderscheiden in het kader van dit onderzoek zijn: - Omvang: hiermee wordt gedoeld op de verkoopvloeroppervlakte van de winkel oftewel de voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte. Zeker in de tijd van schaalvergroting en de toename van het aantal producten in een winkel is dit een belangrijke voorwaarde. - Vorm: voor het goed functioneren van een winkel is een, op de aard van de formule, geschikte winkelvorm noodzakelijk. - Imago: betreft de uitstraling die het winkelbeeld op de consument heeft. Als belangrijkste punt is er de vraag of een winkel een moderne of gedateerde indruk maakt. - Concurrentie: de positie (en afstand) t.o.v. de regionale concurrentie. - Toegankelijkheid: de mate waarin de locatie enerzijds centraal ligt en goed en logisch ontsloten is voor de consument. - Zichtbaarheid: hiermee wordt bedoeld in hoeverre de winkel vanaf de doorgaande weg zichtbaar is. - Herkenbaarheid: dit punt hangt samen met de uitstraling, is het pand en de winkel zelf herkenbaar als winkel. - Bereikbaarheid: in hoeverre is de winkel goed voor alle verkeerssoorten bereikbaar. - Parkeersituatie: het aantal parkeerplaatsen voor de winkel/centrum. De norm die wordt gehanteerd is 1 op 25 m² v.v.o. voor een supermarkt en 1 op 50 m² v.v.o voor een andere winkel. Opgemerkt dient te worden dat de parkeerfaciliteiten niet alleen in voldoende mate aanwezig moeten zijn, maar ook dat er een goede relatie tussen de winkelentree en het parkeren is. - Expeditie: bij voorkeur zal het laden en lossen ten behoeve van de winkel gescheiden moeten plaatsvinden, om winkelend en parkerend publiek niet te hinderen. - Schaalvergroting: tot slot wordt er aangegeven welke mogelijkheden er zijn om op de huidige locatie uit te breiden. Indien er knelpunten zijn bij één of meer van deze onderwerpen vermindert de vestigingskwaliteit van de locatie en kan het functioneren van de winkel onder druk komen te staan. Het risicoprofiel wordt dan ongunstiger. Om optimaal te kunnen functioneren zullen voor het verbeteren van het toekomstperspectief deze minpunten moeten worden verbeterd.
6
Separate afwikkeling laden en lossen bij supermarkt in Deest
Bij het verbeteren van de ruimtelijke en overige condities zal, voor zover daar nog voldoende perspectief voor is, in beginsel worden ingezet op clustering van functies. Een concentratie van diverse winkels kan een versterking van het totale aanbod opleveren en een versteviging van de gezamenlijke aantrekkingskracht. Hierbij dient wel te worden gewezen op het feit dat niet “koste wat kost” zal moeten worden ingezet op concentratie. Voor veel ondernemers is het (financieel) vaak niet haalbaar om te re-alloceren. Voor de toekomst zal met name van de kracht van de bestaande locatie en aanbodstructuur uit worden gegaan. Echter, op het moment dat binnen een kern het aanbod te versnipperd is gesitueerd, kan clustering (het creëren van een winkelgebied) een goed instrument voor het blijvend handhaven van levensvatbare winkelvoorzieningen zijn. Economische randvoorwaarden hebben vooral te maken met het concurrentieprofiel. Welke concurrentie is er aanwezig in de dagelijkse sector? Dit betreft enerzijds de concurrentie vanuit andere kleine kernen, maar aan de andere kant zeker ook de reikwijdte van de regionale voorzieningencentra zoals Tiel en Geldermalsen. Voor het vervolgtraject gelden er nog enkele kritische condities, deze worden later toegelicht: lage stichtingskosten winkelmeters; lage huisvestingslasten (€ 90 à € 113 per m²/per jaar); mogelijkheden tot koop winkelruimten; inventarisatie mogelijkheden voor combinatieproject b.v. met (zorg)woningen en/of andere (dienstverlenende, sociale, maatschappelijke) functies. Tot slot zijn er de demografische factoren die een belangrijke rol spelen bij het functioneren van winkelvoorzieningen. Weliswaar is er geen distributieve meetlat, zoals later zal blijken, zijn er nog winkelvoorzieningen in kernen met nog geen 1.000 inwoners. Toch bepaalt de omvang van het primaire marktgebied en de eventuele groei daarvan voor een deel het toekomstperspectief. Zeker bij nieuwe investeringen is het draagvlak een belangrijke graadmeter. 2.3.
CATEGORIEËN Om uiteindelijk een uitspraak te kunnen doen over de stand van zaken van het winkelaanbod in de verschillende kernen zijn de kernen ingedeeld naar categorie op basis van het ruimtelijk, demografisch en economisch risicoprofiel. De verschillende categorieën zijn vervolgens gekoppeld aan een bepaalde aanpak. Op het moment dat op alle condities negatief wordt gescoord is de aanpak in de kernen vooral het zoeken naar alternatieve aankoopplaatsen. De categorieën zijn als volgt gedefinieerd:
7
Categorie I betreft dorpen waar het risicoprofiel van het winkelaanbod positief is en waar geen herstructurerende maatregelen getroffen behoeven te worden. Dit betekent in de meeste gevallen dat er onlangs een herstructurering heeft plaatsgevonden. Daarnaast komt het voor dat er sprake kan zijn van weliswaar een beperkt winkelareaal, echter wel toegesneden op de desbetreffende kern én met goede ruimtelijke en economische condities. Categorie II zijn winkelvoorzieningen in dorpen waar, om het risicoprofiel te verbeteren, maatregelen getroffen dienen te worden. Deze maatregelen kunnen van allerlei aard zijn, en van verschillende grootte qua impact: het verbeteren van parkeerfaciliteiten; schaalvergroting van (afzonderlijke) winkels; winkelconcentratie (soms in combinatie met grootschalige reconstructie). Categorie III zijn kleine kernen waar al geen winkelvoorzieningen meer aanwezig zijn of waar, binnen afzienbare tijd, het winkelaanbod verdwenen zal zijn. Voor de kernen - vallende in deze categorie - zijn geen mogelijkheden meer aanwezig om financieel verantwoorde investeringen te doen. Voor deze kernen zal wel gekeken worden naar mogelijke aankoop alternatieven voor de toekomst. Een analyse van deze factoren en indeling in categorieën, resulteert voor de verschillende kernen in een samenhangende winkelvisie/Masterplan, inclusief advies voor aanpak in diverse kansrijke kernen. In de navolgende paragraaf wordt het winkelaanbod in de diverse kernen op basis van de ruimtelijke, economische en demografische indicatoren beoordeeld en tegelijkertijd ingedeeld naar categorie. 2.4.
BEOORDELING WINKELAANBOD PER GEMEENTE
2.4.1
INLEIDING De 86 kleine kernen in het Rivierenland zijn zeer verschillend zowel qua karakter, maar ook qua ligging en omvang. Dit geeft direct de verschillende mogelijkheden en onmogelijkheden voor winkelvoorzieningen aan. Het simpelweg als ondergrens nemen van het aantal inwoners, bij het bepalen van de toekomst van commerciële voorzieningen in de kernen, is dan ook niet toereikend. Van groot belang bij de inventarisatie in dit rapport zijn de ruimtelijke kwaliteiten en de concurrentie. Onderstaand volgt een beschrijving van het winkelaanbod per gemeente. Hierbij dient nadrukkelijk te worden opgemerkt dat bij de beoordeling en de vervolgaanpak is uitgegaan van de bestaande kwaliteiten. Er zal van worden uitgegaan dat een basis-winkelmodel per kern een voldoende bedrijfseconomisch draagvlak zou moeten vertonen. Dit betekent dat de positie en het toekomstperspectief van de ondernemer het belangrijkste uitgangspunt zijn. Immers, juist het krijgen van nieuwe ondernemers is een belangrijk knelpunt. Het behoud van het bestaande veelal zeer ervaren ondernemerschap is dan ook een must. Voor een uitgebreider overzicht per kern wordt verwezen naar de bijlagen.
8
Gemeenten in het gebied van de Kamer van Koophandel Rivierenland 2002. 2.4.2
GEMEENTE BUREN De gemeente Buren is de gemeente met het grootste grondgebied en de meeste kernen van de regio Rivierenland. In totaal zijn er 15 kleine kernen. De belangrijkste kernen qua bevolkingsomvang en voorzieningenniveau zijn Lienden en Maurik. Deze kernen zijn beide aan de oostkant van de gemeente gelegen. Categorie 1 In de gemeente Buren zijn geen kernen aanwezig waar het winkelaanbod reeds een gunstig risicoprofiel en toekomstperspectief heeft. In het grootste deel van de kernen zal op korte of langere termijn een aanpak moeten worden opgestart voor een verbetering danwel handhaving van het winkelbestand. Categorie 2 De kern Beusichem (2.889 inw.) heeft ondanks de nabijheid van Culemborg voldoende distributieve mogelijkheden. De twee aanwezige winkels in de dagelijkse sector liggen verspreid. De supermarkt is een moderne winkel met een gunstig toekomstperspectief. Belangrijkste aandachtspunt is, in overleg met de slagerij, te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor verbetering van de parkeer- & verkeerssituatie ter plaatse. Aan de rand van de kern Buren (2.587 inw.) bevindt zich een moderne en nieuwe supermarkt. In de oude kern van Buren is nog een slagerij gehuisvest. Om toch te komen tot een beperkte concentratie zal, gezien de nieuwbouw van de supermarkt, de slagerij eveneens naar de rand van de kern kunnen worden verplaatst. Nadeel is dat de historische kern dan qua winkelaanbod vrijwel “ontwinkeld” is. In Eck en Wiel (1.720 inw.) is een moderne supermarkt aan de rand van de kern gesitueerd. De overige bewinkeling zal de ruimtelijke condities moeten verbeteren om te zorgen dat het risicoprofiel wordt verbeterd. Het clusteren van de winkelfuncties bij de huidige Konmar zal voor een beter ruimtelijk en economisch risicoprofiel zorgen.
9
Moderne solitaire supermarkt (Eck en Wiel).
De kern Ingen (2.221 inw.) lijkt voldoende draagvlak voor een dorpssupermarkt te hebben. Op dit moment is in de kern Ingen echter alleen een brood- en banketbakker gesitueerd. In overleg met supermarktorganisaties kan worden gekeken naar het realiseren van een complete dorpssupermarkt, mogelijk een supermarkt als “satellietwinkel” van een ondernemer elders in het gebied. In de kern Kerk-Avezaath (1.422 inw.) zal samen met de ondernemer kunnen worden gekeken naar een beperkte vergroting van de supermarkt om op termijn deze winkel te behouden en de positie te versterken. Gezien het geringe draagvlak zal dit een ingrijpende (financiële) opgave voor de ondernemer betekenen. Evenals in Buren en Eck en Wiel is in de kern Lienden (5.537 inw.) een supermarkt aan de rand van de kern gesitueerd. Het overige winkelaanbod in deze kern wordt gekenmerkt door een zeer versnipperd karakter. Om op termijn een goed en compleet winkelbestand te behouden is een clustering nabij de supermarkt van belang en de positie van met name de kleinschalige aanbieder te verbeteren. Nadeel blijft de excentrische ligging in de kern, echter de supermarkt kan gezien de omvang uitstekend als trekker fungeren. De kern Maurik (4.148 inw.) heeft voldoende draagvlak voor een compleet winkelaanbod. Om op termijn een goed en compleet winkelbestand te behouden is een (winkel) reconstructie rondom de C1000 wenselijk. Indien de reconstructie niet mogelijk is, dient in ieder geval de verkeersafwikkeling te worden verbeterd. In Zoelen (1.494 inw.) is naast een supermarkt een slagerij en een groenteboer gevestigd. De beperkte omvang van de winkels zorgt voor een hoog negatief ruimtelijk risicoprofiel. Aandachtspunt is het verbeteren danwel versterken van de positie van de dorpssupermarkt door een beperkte schaalvergroting, het verbeteren van de parkeermogelijkheden, en de zichtbaarheid. Categorie 3 In Asch (389 inw.), Erichem (527 inw.), Ommeren (764 inw.), Ravenswaaij (407 inw.), Rijswijk (681 inw.), Kapel Avezaath (pc.4016) (191 inw.) bevinden zich geen dagelijkse winkelvoorzieningen meer. Gezien het geringe aantal inwoners en dus het zeer geringe draagvlak is ook voor de toekomst de vestiging van nieuwe winkelaanbod uitgesloten. Onderzoek naar andere verkoopkanalen voor dagelijkse producten, zoals een rijdende winkel en standplaatsen, zal onderzocht moeten worden. In Zoelmond (581 inw.) is op dit moment 1 winkel, een bijzondere situatie gezien het zeer geringe draagvlak. De slager en zijn broers zijn ook in Beusichem en Culemborg gevestigd. De komende periode tot 10 jaar is handhaving van deze vestiging wellicht mogelijk. Daarna speelt het opvolgingsprobleem. Zeker in een kleine kern als Zoelmond zal dan ook gevreesd moeten worden voor sluiting van de laatste winkel (in de wat verdere toekomst).
10
2.4.3
GEMEENTE DRUTEN De gemeente Druten heeft naast de grote kern Druten (11.444 inw.) vier kleine kernen. Druten is gelegen in het Land van Maas en Waal. De kern Druten drukt met haar winkelbestand een sterk stempel op de omliggende regio. Toch is in elk van deze kleine kernen nog bewinkeling aanwezig. Het huidige winkelaanbod in met name de kernen Horssen en Afferden staat echter wel onder druk. Het winkelareaal in de kern Afferden is nog maar zeer beperkt. Categorie 1 Het winkelbestand in de dagelijkse sector in Deest (1.732 inw.) bestaat uitsluitend uit een supermarkt. De supermarkt is een moderne winkel met goede ruimtelijke condities, hoewel de ligging in het dorp niet strategisch is. Verdere uitbreiding van het aanbod is niet aan de orde gezien het beperkte marktgebied. Deze winkel is in staat de komende jaren in de huidige vorm goed haar dorpsverzorgende functie te vervullen. Categorie 2 De enige winkel in de dagelijkse sector in Horssen ( 1.554 inw.) is een supermarkt. Qua maatvoering kan deze winkel niet meer haar functie op termijn naar behoren vervullen. Er zal gestreefd moeten worden naar een vergroting van de supermarkt om op termijn deze winkel te kunnen behouden. Nadeel is het beperkte draagvlak, waardoor het zeer moeilijk is om te investeren in schaalvergroting. In overleg met de ondernemer en zijn organisatie zal gekeken moeten worden naar de mogelijkheden, bijvoorbeeld in combinatie met woningbouw. In Puiflijk (1.246 inw.) is een moderne en ruime groentezaak gesitueerd. Deze ondernemer heeft naast de winkelverkoop ook een tweetal rijdende winkels; dit maakt het voor hem mogelijk om blijvend deze winkel in Puiflijk te kunnen exploiteren. Verdere uitbreiding van het winkelaanbod lijkt gezien het beperkte draagvlak, maar zeker ook door de ligging tegen de plaats Druten, onmogelijk. Toch wil de ondernemer kijken naar de mogelijkheden voor toevoegingen van assortimenten of meters. De groentezaak verkoopt naast aardappelen, groente, fruit ook aanvullende assortimenten, waaronder brood. Categorie 3 Ten zuidoosten van Druten is het kerkdorp Afferden (1.538 inw.) gelegen. In Afferden is uitsluitend nog een slagerij gevestigd; een te kleine winkel met matige ruimtelijke condities. De vraag is hoe lang deze winkelvoorziening nog zal kunnen bestaan. Ondanks een redelijke omvang van het verzorgingsgebied zal het starten van een nieuwe winkel niet mogelijk zijn.
2.4.4
GEMEENTE GELDERMALSEN De gemeente Geldermalsen met 25.511 inwoners, omvat 10 kleine kernen, is gelegen in het centrum van de West-Betuwe en wordt in tweeën gesplitst door de rijksweg A2 (‘s-Hertogenbosch-Utrecht). Deze weg kruist de rijksweg A15 RotterdamNijmegen/Arnhem bij het knooppunt Deil. De grootste kern van de gemeente is de naamgevende plaats Geldermalsen (10.257 inw.). Categorie 1 In deze gemeente zijn geen kernen in deze categorie in te delen. Categorie 2 De kern Beesd (3.716 inw.) heeft voldoende draagvlak voor compleet winkelaanbod mede gesteund door de toeristische functie. Om op termijn een goed en compleet winkelbestand te behouden is een clustering van het versnipperde winkelaanbod aan het Dorpsplein op termijn een optie. Fysiek gezien brengt dit veel problemen met zich mee, daarnaast betekent dit een ingrijpende reconstructie en re-allocatietraject. Dit kan op bezwaren stuiten bij de ondernemers. In ieder geval zal in de huidige situatie gekeken moeten
11
worden naar de aanpak van de parkeersituatie in de Voorstraat en andere kleine ruimtelijke vraagstukken. Aan de rand van de kern Meteren bevindt zich een concentratie van enkele winkels, waaronder een discountsupermarkt en een slijterij. Deze winkels hebben grotendeels een functie voor Geldermalsen en de regio, o.a. door de supermarkt. Het verbeteren van de ruimtelijk condities kan ervoor zorgen dat het risicoprofiel positiever wordt, belangrijkste aandachtspunt hierbij is de verkeersafwikkeling en parkeren. Voor de kernen Deil (2.109 inw.) en Tricht (2.272 inw.) geldt dat het aanbod te kleinschalig is en de trekkracht te gering. Dit betekent dat de winkels op termijn dreigen gesloten te zullen worden als er geen uitbreiding plaatsvindt. Grootste knelpunt in Tricht, de parkeersituatie zal blijvend een probleem zijn.
Supermarkt met incourante maatvoering in Tricht.
Categorie 3 Het toekomstperspectief van het winkelaanbod voor de kern Rumpt (892 inw.) is door de fysieke onmogelijkheid voor uitbreiding en gebrek aan draagvlak, zeer negatief. Het basiswinkelaanbod bestaat thans nog uit een levensmiddelen- & zuivelhandel, vanuit een schuur en is niet als zodanig herkenbaar. Daarnaast is er nog een slagerij. De slijterij in de kern Rhenoy (692 inw.) heeft in de toekomst eveneens onvoldoende draagvlak en perspectief. In de kernen Acqouy (633 inw.), Buurmalsen (1.063 inw.), Enspijk (609 inw.), Gellicum ontbreken winkelvoorzieningen. Er is wel een rijdende winkel in de plaatsen Rumpt, Acqouy en Enspijk. Voor de toekomst zal ook voor Gellicum onderzocht moeten worden of deze kern kan worden opgenomen in de route van de rijdende winkel. 2.4.5
GEMEENTE LINGEWAAL De Gelderse gemeente Lingewaal is gelegen in het rivierengebied tussen de Linge en de Waal. De gemeente Lingewaal omvat vijf dorpskernen, waarvan Asperen de grootste is. De kernen zijn gelegen aan twee kanten van de autoweg A15. Uitgezonderd de kern Spijk is in alle kernen een redelijk aanbod aan winkelvoorzieningen. De ruimtelijke kwaliteit van de diverse locaties is sterk wisselend.
12
Categorie 2 De kern Asperen (3.059 inw.) heeft voldoende draagvlak voor een completer winkelaanbod, het vergroten van de supermarkt is dan ook een “must”. De kern Asperen bestaat uit twee delen (oud en nieuw), welke niet logisch aan elkaar verbonden zijn. Het verbeteren van de ruimtelijke condities van met name de supermarkt kan ervoor zorgen dat het risicoprofiel meer positief wordt. Opvallend detail binnen het oude deel van Asperen is een verkooppunt van groenten vanuit een schuur. Op termijn zal concentratie van het aanwezige dagelijkse aanbod overwogen moeten worden.
Verouderde vorm van winkelverkoop (Asperen).
De kern Heukelum (2.375 inw.), bestaat evenals Asperen uit twee delen (oud en nieuw). De vestiging van de supermarkt is in het nieuwe deel gelegen. De bakkerij is gesitueerd in het oude gedeelte. Een groter aanbod is niet (meer) haalbaar, mogelijk dat de bakkerij kan worden verplaatst. De kern Vuren (1.977 inw.) biedt net voldoende draagkracht voor haar dorpsfunctie. Toch hebben de supermarktorganisatie en ondernemer plannen voor uitbreiding van de supermarkt. Dit is een gunstig signaal, waar, op korte termijn, op ingespeeld zou kunnen worden. Binnen de kern Herwijnen (2.414 inw.) is in enige mate sprake van een concentratie van de winkels rondom het dorpsplein. De kern beschikt over een redelijk compleet en eigentijds winkelaanbod. Aandachtspunt binnen de kern Herwijnen is de solitair gelegen drogist die in de huidige situatie te weinig ruimte heeft. Het verbeteren van de ruimtelijk condities van de drogist, mogelijk in combinatie met een re-allocatie, kan ervoor zorgen dat het risicoprofiel wordt verbeterd. Categorie 3 In de kern Spijk (852 inw.) ontbreekt elke vorm van winkelvoorzieningen. Voor de toekomst zal moeten worden ingezet op de mogelijkheden voor alternatieven voor aankoopkanalen. 2.4.6
GEMEENTE MAASDRIEL De gemeente Maasdriel omvat 13 kernen, welke ten oosten en westen van de snelweg A2 zijn gesitueerd. De grootste kernen zijn Hedel en Kerkdriel. Directe regionale concurrentie wordt ondervonden van zowel Zaltbommel als ’s-Hertogenbosch.
13
Categorie 1 Succesvolle voorbeelden van concentratie van winkelvoorzieningen in het Rivierenland zijn te zien in de kernen Ammerzoden (3.635 inw.) en Hedel (4.682 inw.). In beide plaatsen zijn winkelcentra ontwikkeld met een complete dagelijkse branchering, goede ruimtelijke condities en een courante maatvoering. Voor de toekomst is het van belang om te inventariseren of eventueel ondernemers elders uit het dorp nog willen re-alloceren. Dit kan leiden tot uitbreiding op termijn. Van belang is dat eventuele uitbreiding gelimiteerd en distributief verantwoord is. Voorkomen zal moeten worden dat ontwikkelingen elders niet meer mogelijk zijn. In Rossum (2.486 inw.) is de supermarkt een moderne ruime winkel met een gunstig toekomstperspectief. Op termijn zal het kleinschalig aanbod het zeer moeilijk krijgen. Gezien de beperkte omvang van het marktgebied en de sterke positie van de supermarkt wordt re-allocatie niet aannemelijk geacht. Categorie 2 In Kerkdriel (7.106 inw.) zijn voldoende kansen voor herstructurering van het winkelaanbod. Er is in deze grootste kern van de gemeente een zeer ruim winkelaanbod, echter de samenhang is als zeer slecht te bestempelen. Het versnipperde winkelbestand zal moeten worden geconcentreerd. Weliswaar wordt reeds jaren gewerkt aan de totstandkoming van een winkelcentrum aan het Mgr. Zwijsenplein, echter tot nu toe zonder resultaat. Om ook op termijn een gezond winkelaanbod te behouden en de huidige ondernemers meer kansen te geven, zullen snel keuzes gemaakt moeten worden. Dit betekent dat ook naar alternatieve locaties gekeken zal moeten worden. Van belang is dat er een goed winkelcentrum met courante maten en gunstige financiële condities moet worden opgezet. Hierbij dient te worden uitgegaan van de gevestigde ondernemers. In het nabijgelegen Velddriel (1.546 inw.) is een supermarkt gesitueerd. Theoretisch gezien is schaalvergroting niet aan de orde, gezien het aantal inwoners en de directe ligging tegen Kerkdriel. Toch zal in overleg met de ondernemer naar de toekomst moeten worden gekeken, om te bezien welke maatregelen genomen zouden kunnen worden. Categorie 3 Gezien de ligging nabij een grotere kern én het eigen zeer beperkte draagvlak is zowel nu alsook voor de toekomst een winkelvoorziening voor de kernen Well en Hurwenen uitgesloten. Well is door haar ligging nabij Ammerzoden, volledig op het nieuwe winkelcentrum georiënteerd. De inwoners van Hurwenen zijn daarentegen op Rossum en Zaltbommel gericht. In de buurtschappen Hoenzadriel, Slijkwell, Wellseind en Wordragen is geen winkelaanbod aanwezig. In Alem (680 inw.) is op dit moment een supermarkt gesitueerd als enige winkelvoorziening. Een bijzondere prestatie gezien de omvang van het verzorgingsgebied. Deze ondernemer heeft ook de supermarkt in Velddriel. In overleg met de ondernemer zal naar het toekomstperspectief moeten worden gekeken. Het aanbod in Heerenwaarden (1.366 inw.) is dit jaar nog verder teruggelopen, ondanks het feit dat de concurrentie op enige afstand is gesitueerd. De ruimtelijke condities van de bakkerij zijn matig. Alternatieven voor aankoop, zoals de rijdende winkel of uitbreiding van het aantal standplaatsen, kunnen soelaas voor de toekomst brengen. 2.4.7
GEMEENTE NEERIJNEN De gemeente Neerijnen bestaat uit 10 kernen. De kernen zijn aan twee zijden van de autosnelweg A2 gesitueerd. De grootste kernen zijn Haaften en Waardenburg, deze hebben ook een functie voor de kleinschalige kernen uit de omgeving. Categorie 2 De kernen Haaften (2.649 inw.) en Waardenburg (2.283 inw.) bieden, gezien het draagvlak, nog mogelijkheden voor structurele instandhouding van
14
basiswinkelvoorzieningen, waarbij ingezet moet worden op structuurverbetering op basis van een relatief laag investeringsbedrag. Haaften en Waardenburg vervullen beide nog een redelijke verzorgende functie voor de omgeving. Het dagelijkse aanbod in beide kernen is toch niet geheel compleet. Om het huidige winkelareaal, qua omvang, te behouden is een snelle herontwikkeling een vereiste. Voor de kern Ophemert ( 1.602 inw.) zal uitbreiding op termijn noodzakelijk zijn. Echter, de vraag is of er voldoende investeringsmogelijkheden zijn gezien het geringe draagvlak. De ondernemer zal de komende jaren zijn winkel nog kunnen continueren. Categorie 3 Het toekomstperspectief voor instandhouding van het basiswinkelaanbod in de kernen Est (558 inw.), Opijnen (961 inw.) en Varik (897 inw.) is gezien het beperkte inwonertal niet rooskleurig. Toch is voortzetting van de winkels (resp. slagerij en supermarkten) de komende jaren nog gewaarborgd. Bij de ondernemer in Opijnen is er zelfs nog de wens tot schaalvergroting. De supermarkt in Varik is nu al een moderne en complete dorpssupermarkt. De overige kernen van de gemeente Neerijnen, te weten Heesselt, Hellouw, Neerijnen en Tuil ontberen winkelvoorzieningen. Het in beeld brengen van alternatieve verkoopkanalen is gewenst. 2.4.8
GEMEENTE NEDER-BETUWE De gemeente Neder-Betuwe (voorheen Kesteren) bestaat uit enkele grotere kernen, rond de 5.000 inwoners, met een hoog voorzieningenniveau. Toch zal in enkele kernen de structuur moeten worden verbeterd om klaar te zijn voor de toekomst. Categorie 1 In Dodewaard ( 4.491 inw.) is de belangrijkste aanbieder de supermarkt. Een moderne winkel met goede ruimtelijke randvoorwaarden. Overig aanbod is deels geregeld via standplaatsen en een rijdende winkel. Voor de toekomst is het voorzieningenaanbod hiermee gegarandeerd. Categorie 2 In Ochten (4.446 inw.) speelt al langere tijd de noodzaak tot concentratie. De Super de Boer als trekker ligt nu op enige afstand van de Molendam, waar de overige winkels zijn gevestigd. De Super de Boer is sterk gedateerd qua uitstraling en kan onvoldoende trekkracht opbrengen. Het overige aanbod is veelal te beperkt van omvang. Op dit moment worden er plannen gemaakt voor een modern winkelgebied rond het Van Drielplein, waar de huidige Super de Boer is gesitueerd. Deze plannen betekenen een sterke reconstructie en zullen zeker 4 jaar in beslag nemen.
Gedateerde supermarkt Ochten
15
Ook het aanbod in Kesteren ( 5.078 inw.) is over een drietal concentraties verspreid. Heroverweging van deze winkelstructuur is gewenst, met name in het licht van de afmetingen van de winkels. Er zal minimaal één supermarkt met een goede omvang aanwezig moeten zijn om in de toekomst ook als volwaardige winkeltrekker voor het kleinschalige aanbod te kunnen dienen. In Opheusden (5.946 inw.) is eveneens sprake van een versnipperd winkelbestand. Wel biedt Opheusden een ruim en aantrekkelijk aanbod. Concentratie en herstructurering is op termijn wenselijk, met name in het kader van het behoud van winkels zoals de versspecialisten. Belangrijkste aandachtspunten zijn de parkeerproblematiek en schaalgrootte winkels. Op dit moment wordt reeds gewerkt aan plannen voor een herontwikkeling. Een goede begeleiding van de ondernemers is hierbij gewenst. Categorie 3 In de kern Hien is geen winkelvoorziening aanwezig, deze kern is volledig georiënteerd op Dodewaard, wat betreft dagelijkse goederen. Het winkelaanbod in Echteld ( 1.189 inw.) bestaat uitsluitend uit een slagerij. Wel zijn er enkele standplaatsen in het dorp. Verdere versterking van het aanbod is niet meer mogelijk. Toevoeging van een rijdende winkel lijkt wenselijk. In het dorp IJzendoorn (1.118 inw.) is geen winkelaanbod meer aanwezig. Wel is er een rijdende winkel aanwezig voor de dagelijkse aankopen. 2.4.9
GEMEENTE TIEL De gemeente Tiel bestaat voornamelijk uit de gelijknamige plaats. Onder de “rook” van Tiel zijn een drietal kleine kernen gesitueerd. Door de ligging op beperkte afstand van Tiel zijn de mogelijkheden voor winkelvoorzieningen sterk gelimiteerd. Categorie 2 Tussen de dorpen Kapel-Avezaath en Wadenoijen is een supermarkt gevestigd. Ondanks het beperkte draagvlak (samen 2.000 inw.) heeft deze supermarkt een gunstig toekomstperspectief. Dit is met name te herleiden tot het goede ruimtelijke risicoprofiel. Voor handhaving van deze winkel is uitbreiding gewenst. De betreffende supermarktorganisatie en de ondernemer staan positief t.o.v. het vergroten en moderniseren van deze winkel. Na uitbreiding is het toekomstperspectief gunstig. Categorie 3 Het buurtschap Zennewijnen is te beperkt van omvang en zal ook in de toekomst gericht zijn op winkelaanbod in Tiel.
2.4.10 GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL De grote gemeente West Maas en Waal kent als grootste kern Beneden-Leeuwen, met bijna 6.000 inwoners. In totaal zijn er 8 kernen. Categorie 1 Het winkelaanbod in de dagelijkse sector in Boven-Leeuwen (2.159 inw.) wordt gevormd door een goed uitgeruste supermarkt. Deze scoort goed qua kritische condities en heeft derhalve een gunstig toekomstvooruitzicht. Categorie 2 Bij categorie 2 in West Maas en Waal dient onderscheid te worden gemaakt tussen de grotere kernen zoals Dreumel en de kleinere kernen zoals Maasbommel. In feite is het marktgebied in Maasbommel, Alphen en Wamel te beperkt voor een supermarkt of winkelvoorziening. Toch zal om de supermarkten als laatste
16
basisvoorziening te behouden een kwantiteits- en kwaliteitsslag moeten worden gemaakt. De bereidheid tot investeren is bij de meeste ondernemers ook aanwezig. Specifiek voor Maasbommel (1.283 inw.) geldt dat, om een verbeteringsslag te kunnen maken, ingezet zal moeten worden op het inspelen op de toeristische sector. Hiervoor is een strategische locatie van de supermarkt van groot belang. De re-allocatie zal moeten worden gecombineerd met een modernisering en mogelijk beperkte schaalvergroting van de supermarkt. Indien verplaatsing niet mogelijk is, zal op de bestaande locatie een modernisering moeten plaatsvinden. In Wamel (2.373 inw.) heeft de ondernemer behoefte aan zowel een uitbreiding als modernisering van zijn supermarkt. De huidige groei wordt belemmerd door de beperkte omvang. Van belang is een studie uit te voeren naar de mogelijkheden voor de toekomst in combinatie met een nieuwe locatie. De supermarkt in Alphen (1.785 inw.) zal een moderniseringsslag moeten maken om te kunnen blijven bestaan. De huidige winkel voldoet niet meer aan de eisen van de tijd. Gezien de relatief solitaire ligging en omvang van het verzorgingsgebied moeten er meer mogelijkheden aanwezig zijn. Verplaatsing van de bakkerij is, gezien het beperkte marktgebied, niet meer mogelijk. In Dreumel (3.325 inw.) is sprake van een extreem verspreid winkelbestand. Daarnaast zijn de trekkers – supermarkten - op termijn beide te beperkt van omvang. Het aanbod in de kern heeft zowel een lokale als bovenlokale verzorgende functie. De omvang van de kern biedt kansen voor blijvend behoud van de winkelvoorzieningen, echter er zal ingezet moeten worden op een concentratie van winkels. Zonder winkelconcentratie zal het met name voor de kleinschalige aanbieders problematisch worden. De twee supermarkten zullen kunnen groeien, mits gelimiteerd en rekening houdend met ontwikkelingen elders in de regio. Allereerst zal ingezet moeten worden op het vinden van een strategische locatie. Tot slot Beneden-Leeuwen (5.920 inw.), de grootste kern van de gemeente West Maas en Waal. Deze kern heeft een aanzienlijk winkelaanbod. Deze kern heeft een aantrekkingskracht op de hele gemeente. Hoewel er overwegend sprake is van kwalitatief goed aanbod, wat betreft de afzonderlijke winkels is de samenhang tussen de winkels zeer matig. Weliswaar is het grootste deel van het aanbod gesitueerd rondom de Zandstraat, toch is er geen herkenbaar “hart”. Daarnaast bevindt de grootste winkeltrekker zich aan de rand van de kern. De aanpak van de winkelstructuur in deze kern zal moeten geschieden rondom de bestaande clusters. Het meest kansrijk is een herontwikkeling met de twee supermarkten in het centrum. Categorie 3 De nog aanwezige winkel in Appeltern (834 inw.) betreft een dorpssupermarkt. Het toekomstperspectief voor instandhouding van het basiswinkelaanbod is niet rooskleurig. Gevreesd wordt dat bij de betrokken winkelier geen investeringsmogelijkheden voorhanden zijn om een kwaliteitsverbetering van zijn winkel vorm te geven. Gezien de geringe omvang van de kern is dit ook niet meer haalbaar. De ondernemer zal begeleid moeten worden bij eventuele afbouw en ingezet zal moeten worden op andere verkoopkanalen. Altforst (523 inw.) ontbeert winkelvoorzieningen, hier is wel een rijdende winkel. Op termijn zal, gezien het beperkte inwonertal, een nieuwe winkelvoorziening onmogelijk zijn. 2.4.11 GEMEENTE ZALTBOMMEL Naast de plaats Zaltbommel (11.891 inw.) zijn er 12 kleine kernen. De gemeente (in totaal 26.000 inw.) ligt ten westen van de A2 in de Bommelerwaard. In een groot aantal van de kernen is het winkelaanbod reeds verdwenen. Categorie 1 Ondanks enkele aandachtspunten bij de supermarkt heeft het aanbod in Aalst (1.927 inw.) een gunstig toekomstperspectief. Uitbreiding van het aanbod op bestaande aanbieders is niet aan de orde. Ditzelfde geldt voor het aanbod in Bruchem (1.621 inw.), ondanks het
17
feit dat de ruimtelijke condities niet optimaal zijn en er sprake is van een versnipperd winkelbestand, is dit het maximaal haalbare. De winkels leveren een goede prestatie. Categorie 2 Voor Brakel (2.900 inw.) zijn reeds lang plannen in ontwikkeling voor een uitbreiding van de reeds moderne supermarkt en bouw van een slagerij bij deze winkel. Enige jaren geleden is de supermarkt verplaatst naar de rand van het dorp. Het overige versaanbod is toen in de dorpskern “achtergebleven”. Op dit moment wil één slager de stap naar een nieuwe winkel bij de supermarkt nemen. De huidige plannen behelzen tegelijkertijd een beperkte uitbreiding van de supermarkt. Verdere concentratie lijkt niet mogelijk, echter voor het behoud van met name de bakkerij zal toch nog een poging moeten worden gedaan om een verdere clustering tot stand te brengen.
Moderne supermarkt in Brakel.
Het aanbod in Gameren (2.144 inw.) is verspreid over de kern. Concentratie wordt zeer moeilijk en is zeer ingrijpend, maar vergroting van de supermarkt is met het oog op de toekomst wenselijk. De organisatie onderstreept ook het belang hiervan. Tegelijkertijd zal ingezet moeten worden op een verbetering van de parkeersituatie en een modernisering van het dagelijkse aanbod. In Nederhemert Noord (1.472 inw.) zijn eveneens drie winkels in de dagelijkse sector. Ambities op het gebied van concentratie van winkels zijn gezien de omvang niet aan de orde. Knelpunt hier is met name de uitstraling van de supermarkt. De ondernemer en supermarktorganisatie zullen dit probleem aanpakken. Het basisaanbod in Zuilichem (1.566 inw.) is onder één dak vormgegeven (drogist, bakkerij, supermarkt). Knelpunt is de beperkte afmeting van de winkel, dit kan in de toekomst problemen geven wat betreft de concurrentiekracht. De verschillende artikelgroepen in de winkel komen onvoldoende uit de verf. In overleg met de ondernemer zal bestudeerd moeten worden op de investeringsmogelijkheden, om op korte termijn toch een schaalvergroting door te voeren. Categorie 3 In de kernen Bern, Kerkwijk, Nederhemert Zuid en Nieuwaal is geen winkelaanbod in de dagelijkse sector. Gezien de omvang van de kernen is een winkel ook niet meer mogelijk. In Poederooijen en Delwijnen is nog wel sprake van andere verkoopkanalen zoals een rijdende winkel, standplaatsen en een venter. Voor de overige kernen zal eveneens moeten worden gekeken naar dergelijke oplossingen. Onderzocht zal moeten worden in hoeverre er kansen liggen en de mogelijkheden er zijn om deze kernen op te nemen in de route van een rijdende winkel.
18
2.5.
TOT SLOT Uit de categorie-indeling (zie paragraaf 2.3.) blijkt dat 7 dorpen vallen in categorie I en circa 34 kernen zijn opgenomen in categorie II. Categorie III telt een lijst van in totaal 45 kleine kernen. Opvallend is dat er in sommige kernen, onder de 1.000 inwoners, nog steeds winkelvoorzieningen aanwezig zijn. Weliswaar zijn er verklaringen te geven, zoals het lage kostenpatroon en het hebben van nevenactiviteiten. Toch staat juist in deze kernen het winkelaanbod op de tocht, enerzijds door de leeftijd van de ondernemer en anderzijds door het nog verder teruglopende draagvlak. De vrees is dan ook dat in deze kernen tussen de 3 en max.10 jaar, hier geen winkel meer aanwezig zal zijn. Verwacht wordt dat de groei van het aantal inwoners van de dorpen in Rivierenland zeer beperkt is. Zoals eerder aangegeven, is in een niet-groeiende markt de mogelijkheid voor ondernemers om te investeren zeer moeilijk. Er kan worden geconstateerd dat in het overgrote deel van de kernen de ruimtelijke condities van de afzonderlijke winkels onvoldoende zijn. Belangrijkste aandachtspunten zijn hierbij de omvang van de winkels en de uitstraling. Gezien het feit dat het voor een deel oude en kleinschalige kernen betreft, is herstructurering een zeer ingrijpende aangelegenheid, maar wel veelal noodzakelijk. Om de “ontwinkeling” tegen te gaan zullen ondernemers dus toch moeten investeren. Zoals nu uit enkele gesprekken met ondernemers en supermarktorganisaties verspreid over het gebied blijkt, is deze investeringsbereidheid toch wel aanwezig, zelfs in enkele kernen onder de 2.000 inwoners. In hoofdstuk 5 zal de herstructureringsopgave voor kernen in de categorie II worden besproken. Benadrukt dient te worden dat de aanpak in deze kernen en tevens het ambitieniveau danig verschilt van een schaalvergroting tot grootschalige reconstructie. Deze aanpak heeft een aanzienlijk effect op zowel de kern als de ondernemer. In het merendeel van de kernen behorende tot categorie III, is verbetering of uitbreiding van de winkelvoorzieningen, distributief en financieel gezien, niet meer mogelijk. In de plaatsen onder de 1.000 inwoners, waar op dit moment nog wel winkels zijn, zal op middellange termijn het winkelaanbod niet behouden kunnen worden. Dit betekent echter niet dat hier niets meer kan worden gedaan ten aanzien van het aanbieden van dagelijkse producten, denk hierbij aan de rijdende winkel, standplaatsen of internet. Hierover volgt in hoofdstuk 4 meer informatie. Tot slot kan nog worden ingegaan op de noodzaak tot verbetering van de winkelstructuur om de leefbaarheid te bevorderen. Er is een discussie gaande of bij het behouden van de leefbaarheid in kleine kernen de aanwezigheid van winkels noodzakelijk is. Uit recent onderzoek van Ecorys in het Rivierenland blijkt ook dat de consument niet altijd geneigd is hieraan prioriteiten toe te kennen. Zoals in de rapportage van Ecorys (Leefbaarheid in Rivierenland) naar de leefbaarheid wordt aangegeven, bestaat leefbaarheid uit een meting wat er aanwezig is in een kern en de ervaren leefbaarheid. In de kernen onder de 1.000 inwoners is reeds geaccepteerd dat er geen commerciële voorzieningen meer aanwezig zijn (categorie 3 uit dit Masterplan). De voorzieningen ontwikkelen zich meer regionaal. Er zal inzet gepleegd moeten worden om juist in de kernen vanaf 1.000 inwoners de afkalving van het aanbod tegen te gaan. Ecorys beveelt aan, in de kernen tussen de 1.000 en 4.000 inwoners, de commerciële voorzieningen te behouden, zodat deze ook een functie kunnen vervullen voor de “allerkleinste” kernen. Deze aanbeveling komt grotendeels overeen met de bevindingen uit dit Masterplan, immers in deze categorie kernen zijn ook vanuit ondernemersperspectief nog economische mogelijkheden. Immers, op het moment dat er sprake is van een moderne winkel met goed ondernemerschap zal dit voor de consument een grote waarde hebben. Hierbij dient tevens te worden opgemerkt dat vanuit de kant van de lokale overheden ook de zorg speelt van een bereikbare winkelvoorziening voor minder mobiele of oudere doelgroepen.
19
Het is van belang dat er in een kern levendigheid is en sprake van economische vitaliteit. De detailhandel is hierbij een belangrijke schakel. Uiteraard zal niet koste wat kost moeten worden ingezet op behoud van winkelvoorzieningen. Een ondernemer zal zelf zorg moeten dragen voor een rendabele bedrijfsvoering van zijn winkel. Het behoud van winkels door middel van vestrekking van subsidies strookt niet met een gezonde concurrentie ten opzichte van winkels in andere kernen. 3.
POSITIE REGIONALE WINKELCENTRA
3.1.
INLEIDING In het Rivierenland zijn naast de kleine kernen ook een vijftal regionaal verzorgende plaatsen gesitueerd, te weten Culemborg, Druten, Geldermalsen, Tiel en Zaltbommel. Deze kernen hebben een groot aanbod aan winkelvoorzieningen zowel in de dagelijkse als niet-dagelijkse sector. Dit aanbod heeft ook een sterke aantrekkingskracht op de inwoners van de omliggende kleine kernen. Veranderingen of toevoegingen in het winkelareaal van deze regionaal verzorgende plaatsen heeft dan ook een grote impact op de handhaving van aanbod in de omliggende kleine kernen.
3.2.
CULEMBORG Het winkelaanbod in Culemborg (26.437 inw.) in de dagelijkse sector omvat een totale oppervlakte van ca. 7.773 m² v.v.o.. Het aanbod in de niet-dagelijkse sector van Culemborg bestaat uit een totale verkoopruimte van 57.003 m² v.v.o.. Culemborg heeft een winkelaanbod dat qua omvang overeenkomt met dat in vergelijkbare plaatsen qua bevolkingsomvang. De verwachting is, dat de winkelvoorzieningen in de binnenstad van Culemborg tot het jaar 2008 fors uitgebreid worden. Het precieze aantal meters en uitbreiding in welke branches is nog niet bekend. In Culemborg zijn in de afgelopen jaren veel wijzigingen geweest in het winkelaanbod, terwijl ook in de naburige winkelgebieden (zoals Utrecht, Nieuwegein, Leerdam en Tiel) forse uitbreidingen hebben plaatsgevonden Dit alles heeft zijn invloed op het aanbod van de winkelvoorzieningen en op het functioneren van deze voorzieningen. De realisatie van de wijk Parijsch in de afgelopen periode heeft tot de ontwikkeling van een wijkwinkelcentrum geleid. De uitgifte van dit centrum verloopt voorspoedig. Daarnaast is het Chopinplein herontwikkeld. Dit centrum is begin 2003 opnieuw opgeleverd en staat nog voor een deel leeg. Recente koopstromencijfers zijn niet aanwezig voor Culemborg. De aantrekkingskracht op de regio, o.a. richting Zoelmond en Beusichem is te verwachten. Dit geldt zeker voor de niet-dagelijkse sector, maar ook de grote supermarkten en het discountaanbod heeft een functie voor de regio. Precieze percentages zijn onbekend.
3.3.
DRUTEN De huidige aanbodstructuur van de dagelijkse artikelen van de kern Druten (11.444 inwoners) bestaat uit ca. 21 vestigingen, met een totale oppervlakte van 5.371 m² v.v.o.. De non-foodsector in de kern Druten omvat 29 vestigingen met een totale verkoopruimte van 17.282 m² (bron Seinpost 2002). Dit is voornamelijk terug te voeren op een groot aanbod (zowel in aantal winkels als in m² v.v.o.) in de branchegroep woninginrichting. In het centrum valt de omvang van de modische sector op. Momenteel zijn er in het centrum van Druten een tweetal concentratie-gebieden die weinig samenhang vertonen. Door o.a. clustering moet er tot een verdichting van het centrum gekomen worden. De komende jaren – tot 2010- zal er een toevoeging plaatsvinden in zowel de dagelijkse als niet-dagelijkse sector, respectievelijk 800 tot 1.200 m² v.v.o. in de dagelijkse en 800 à 1.250 m² v.v.o. in de niet-dagelijkse sector. Druten moet dan ook meer
20
een toeristische rol in haar omgeving krijgen, mede door toevoeging van meer horeca in het centrum Het winkelaanbod van de kern Druten speelt ook een belangrijke rol voor de regio. Dit is te zien aan de toevloeiing in de dagelijkse sector. Uit een onderzoek uit 1997 blijkt dat circa een kwart van de omzet in de foodsector –supermarkten en versspecialisten- in Druten momenteel van buiten komt. Ca. 65% hiervan bestaat uit bestedingen van inwoners van Horssen, Deest en Afferden. De overige 35% bestaat voornamelijk uit bestedingen van consumenten die elders in het Land van Maas en Waal wonen. Van de omzet in de non-foodsector in Druten komt bijna 45% van buiten het primaire verzorgingsgebied. Circa 40% hiervan is afkomstig van inwoners Horssen, Deest en Afferden. De overige 60% bestaat uit bestedingen van consumenten die elders in het Land van Maas en Waal wonen. 3.4.
GELDERMALSEN De kern Geldermalsen (10. 272 inwoners) heeft anno 2003 in de foodsector een winkelvloeroppervlakte van 3.453 m² v.v.o. en voor de branche non-food 10.936 m² v.v.o. beschikbaar. Geldermalsen heeft nog steeds een sterke positie in de regio, zowel in de dagelijkse als niet-dagelijkse sector. Er is geen recent onderzoek op het gebied van de toevloeiing vanuit de regio. Geschat wordt dat in de dagelijkse sector een toevloeiing is in de richting van ca. 30 tot 40%. Inwoners van de gemeente Geldermalsen zelf gebruiken de steden Tiel, Den Bosch en Utrecht als uitvalbasis voor winkelen in o.a. de modische sector. De winkelstructuur ontwikkelde zich de afgelopen jaren niet optimaal, o.a. door een toenemende verlenging van het winkelgebied en van uitwaaiering. Anno 2003 wordt er een onderzoek opgestart dat moet leiden tot een nieuwe ‘Centrumvisie’ voor de kern Geldermalsen. Cijfers over het uitbreiden van het winkelbestand zijn nog niet bekend.
3.5.
TIEL De totale omvang van het winkelaanbod in Tiel (ca. 38.799 inw.) bedraagt volgens de meest recente gegevens 57.397 m² v.v.o.. De dagelijkse sector in Tiel heeft een totale verkoopruimte van ca.10.905 m² v.v.o.. In de niet-dagelijkse sector beslaat het v.v.o. ca. 46.492 m². In vergelijking tot het landelijk gemiddelde, blijkt dat Tiel in oppervlakte verhoudingsgewijs veel aanbod qua vierkante meters in de modische sector heeft. Het aantal vestigingen ligt wel op het landelijke niveau (bron Seinpost 1997). Tiel dankt haar regionale aantrekkingskracht nog altijd voor een belangrijk deel aan de aanwezigheid van vele landelijke winkeltrekkers. Door de huidige recessie is het merkbaar dat er knelpunten ontstaan binnen de winkelstructuur van Tiel, wat voornamelijk naar voren komt in de leegstand van panden in het centrumgebied. Er zijn op dit moment geen plannen bekend voor uitbreiding van het winkelgebied. Tiel heeft een zeer sterke aantrekkingskracht op de regio, zowel in de dagelijkse maar zeker in de niet-dagelijkse sector.
3.6.
ZALTBOMMEL Het winkelaanbod in Zaltbommel (11.891 inw. ) telt op dit moment een totale verkoopruimte van 18.439 m² v.v.o.. Het aanbod in de dagelijkse sector omvat een totale omvang van 4.794m² v.v.o.. Het aanbod in de niet-dagelijkse sector beslaat een totale verkoopruimte van 13.645 m² v.v.o.. In Zaltbommel is de meerderheid van de non-foodzaken in het kernwinkelgebied gevestigd. Hier bevinden zich een groot aantal filiaalbedrijven. De aanwezigheid van deze
21
ketenbedrijven en de metrage van de winkels zorgen voor een grote trekkracht naar Zaltbommel. Er is geen recent distributief materiaal beschikbaar, echter van oudsher heeft Zaltbommel een sterke positie in de regio. Geconcludeerd kan worden dat het aanbod van Zaltbommel overeenkomt met dat van streekverzorgende centra. Het centrum van Zaltbommel wordt veelvuldig bezocht, zowel door eigen inwoners als door bewoners uit de regio. De koopavond daarentegen wordt matig bezocht. Over het algemeen wordt het centrum vrij goed gewaardeerd door de consument. Met name de keuze aan levensmiddelen en de goede service en bediening scoren hoog. Daarentegen blijft de verkeers- en parkeersituatie altijd een knelpunt. 3.7
TOT SLOT Op dit moment zijn er, voor zover bekend, in de grote regionale kernen nog weinig concrete plannen voor substantiële uitbreiding in de dagelijkse sector. Toch zal bij de plannen die worden opgesteld voor de toekomst ermee rekening moeten worden gehouden dat het effect van grootschalige toevoeging van nieuwe winkelmeters in de dagelijkse sector voor omliggende kleine kernen al groot kan zijn. De winkelstructuur in de kleine kernen is zeer kwetsbaar en de consument is reeds voor een deel op de grote kernen georiënteerd. De niet-dagelijkse sector kan al niet meer met een goede exploitatie in de dorpen worden aangeboden, maar het primaire aanbod wat nu nog aanwezig is, zal “gekoesterd” moeten worden. Bij het berekenen van de distributieve ruimte in de grotere regionaal verzorgende kernen zal voor de nabije toekomst, bij het tot stand brengen van nieuwe winkelplannen, scherp gelet moeten worden op de effecten van deze plannen op de omliggende kleine kernen. Weliswaar kunnen de grotere gemeenten niet volledig in het concurrentieproces tussen verschillende winkels gaan staan, maar voor het behoud van het winkelaanbod in kleine kernen zal ook, vanuit regionaal perspectief, een verantwoorde afweging gemaakt dienen te worden.
4.
TOEKOMST VOORZIENINGENSTRUCTUUR
4.1
INLEIDING In deze rapportage is, in hoofdstuk 2, per kern in het Rivierenland aangegeven wat het toekomstperspectief voor (de nog aanwezige) winkelvoorzieningen is. Het grote vraagstuk is, of het mogelijk en commercieel haalbaar is, om het winkelvoorzieningenniveau te versterken of te stabiliseren, danwel dat een verdere verschraling van het detailhandelsaanbod en uiteindelijk “ontwinkeling” op termijn onvermijdelijk is. Op het moment dat de levenscyclus voor winkelvoorzieningen in een dorp op termijn eindig is, of dat de laatste winkel reeds gesloten is, zal gekeken moeten worden naar alternatieve aankoopplaatsen voor de primaire aankopen. Indien er sprake is van de nabijheid van een andere (grotere) kern met winkelvoorzieningen, blijkt dat de consument zich al tot die centra heeft gericht. Echter, er blijft een doelgroep die of niet in staat is om naar andere voorzieningen te gaan (ouderen / gehandicapten) of doordeweeks niet over een auto beschikt. Bij alternatieve aankoopplaatsen wordt gedoeld op (tijdelijke) voorzieningen in een dorp. Hierbij kan worden gedacht aan: rijdende winkels; ambulante handel (standplaatsen, ventvergunning, warenmarkten); en internet. In de kernen waar nog wel winkelvoorzieningen kunnen blijven bestaan is ook een verandering gaande. Het beeld van de traditionele dorpskruidenier is vrijwel verdwenen.
22
De laatste winkel is meestal een kleinschalige supermarkt, die niet alleen een functie heeft voor de aankoop van levensmiddelen, maar in veel gevallen ook andere assortimenten en/of diensten aanbiedt. Dit komt in de volgende paragraaf aan de orde. Aan het einde van dit hoofdstuk wordt, naast de aankoopalternatieven, ook ingezoomd op de doelgroepen van de winkelvoorzieningen. Specifieke aanleiding hiervoor is de rol van toeristen en recreanten in het gebied. Welke bestedingen doen zij in de regio en hoe kan de winkelier in een kleine kern hiervan meeprofiteren en hier op inspelen? 4.2.
WINKELVOORZIENINGEN De dorpssupermarkt, maar ook bijvoorbeeld een laatste verswinkel in de kern, is veelal een winkel met een veelzijdige functie. Deze dorpswinkel heeft niet alleen een functie voor de dagelijkse boodschappen (met name vers en “vergeten producten”), maar ook voor postzaken, en diensten als stomerij, bloemist, fotokopieerzaak, fotozaak en drogisterij. In feite functioneert een dergelijke winkel als “dorpsvoorzieningencentrum” (een basiswinkelfunctie) met zowel een commerciële als vaak ook sociale functie.
Meerdere winkels onder één dak, Zuilichem
Naast het verbeteren van de ruimtelijke en economische vestigingscondities van de supermarkt (zoals gelimiteerde schaalvergroting en uitbreiding parkeergelegenheid etc.) zal, daar waar de mogelijkheden ervoor zijn, moeten worden ingezet op concentratie van zoveel mogelijk aanwezige andere functies en diensten. Aan de supermarkt moeten de aanwezige dagwinkels en winkels met hoogfrequente aankopen op termijn geleidelijk worden toegevoegd. Waar mogelijk onder één dak, in de vorm van concessionairs, maar anders als afzonderlijke winkel in de nabijheid van de supermarkt. De vorm van concessionair biedt veel voordelen, vooral wat betreft het ruimtebeslag, en daarmee samenhangende investeringen. Daarnaast moet in de “veelzijdige” supermarkt, voorzover dat noodzakelijk en mogelijk is, een bankbalie en postagentschap worden gesitueerd. Het “basiswinkelaanbod” in de kernen van rond de 5.000 inwoners of meer, zoals bijvoorbeeld Beneden-Leeuwen, Opheusden en Kerkdriel, is breder. Naast de supermarkt zijn er diverse andere winkels zoals de versspecialisten, drogist, bloemist en dierenspeciaalzaak. Daarnaast is er nog een groot aanbod in de niet-dagelijkse sector van mode tot woninginrichting. Afhankelijk van het draagvlak (primair en omgeving) worden winkels toegevoegd. Daarover meer in paragraaf 5.2. 4.3.
RIJDENDE WINKEL Reeds op veel plaatsen in het Rivierengebied vervult de rijdende winkel een belangrijke functie. Soms aanvullend, maar veelal ook als enige voorziening in een dorp. Aangezien in een groot aantal van de kernen in het Rivierenland uiteindelijk de toekomst, wat betreft winkelvoorzieningen, zorgelijk is, zal de rol van de rijdende winkel groter kunnen worden.
23
Hierbij dient wel te worden aangetekend dat het aantal rijdende winkels de afgelopen jaren geleidelijk afneemt. Om meer te kunnen inzetten op deze manier van verkoop zal door de organisaties en ondernemers een flinke kwaliteitsslag gemaakt moeten worden.
De kosten van een winkel inclusief bijv. huisvestingslasten zijn vaak dermate hoog dat het zeker voor jonge ondernemers vrijwel onmogelijk is om te starten. Zeker de kernen onder de 2.000 inwoners, waarbij sprake is van een niet-groeiende markt, hebben te maken met een continuïteitsprobleem. Op het moment dat de laatste winkel haar deuren sluit, zal gekeken moeten worden naar andere aankoopalternatieven. De rijdende winkel heeft nog steeds een gedateerd imago, echter vanuit de diverse branches zoals groente & fruit en zuivel & levensmiddelen, wordt steeds meer gewerkt aan het opzetten van moderne en complete rijdende winkelvoorzieningen. De rijdende winkel heeft als voordeel zeer flexibel te zijn en heeft door haar actieradius een veel groter verzorgingsgebied dan een kleinschalige gevestigde winkel in de dorpen kan hebben.
Combinatie rijdende winkel en groentezaak in Puiflijk.
Een rijdende winkel heeft vaste routes (vanaf 10 km) en kan meerdere kernen op een dag aandoen. Voordeel voor de ondernemer is dat hij in bijv. vijf kernen een beperkt aantal klanten kan hebben om toch een goede basis voor een bedrijf te hebben.
24
Toch kennen de rijdende winkels ook enkele nadelen wat betreft de inzet ervan. Zeker het kostenaspect is hierbij belangrijk. De investeringen voor een rijdende winkel zijn zeer hoog (aanschaf van de wagen) en ook in deze sector is er sprake van een opvolgingsprobleem. Daarnaast hebben de rijdende winkels een vaste route en zijn er weinig startende ondernemers in het vak die kunnen inspelen op bestaande witte vlekken, bijvoorbeeld in het gebied Rivierenland. Reeds op korte termijn speelt bij een aantal dorpen een urgente vraag tot het aanbieden van een voorziening. Daartoe is nader onderzoek naar het alternatief rijdende winkel noodzakelijk De aandachtspunten bij dit onderzoek zijn: “openingstijden/ rijtijden”; nieuwe doelgroepen; inpasbaarheid in routes; reclame en promotie; en startkapitaal. Om op termijn in Rivierenland, als het gevestigde winkelaanbod verdwijnt, toch de rijdende winkel meer te kunnen inzetten, zullen in samenwerking met de brancheorganisaties en de ondernemers directe oplossingen voor deze kernen gevonden moeten worden. 4.4.
AMBULANTE HANDEL Binnen de detailhandel wordt onderscheid gemaakt tussen winkelverkoop en nietwinkelverkoop. Op dit moment vervult, evenals de rijdende winkels, ook de ambulante handel (als niet-winkelverkoop) al een belangrijke aanvullende rol binnen de voorzieningenstructuur van meerdere kleine kernen in Rivierenland. In diverse kernen zijn warenmarkten, solitaire standplaatsen of venters actief. Juist de ambulante handel kan inspelen op het aanbod van verse producten. De venters zijn zelf een “uitstervend” beroep en zijn op vele plekken reeds verdwenen. Echter, de eerste twee genoemde verkoopkanalen kunnen wel degelijk een rol spelen in de toekomstige voorzieningenstructuur van de regio. Belangrijke insteek van de rijdende winkel en de markt is het versaanbod. Juist deze artikelgroepen, brood, vlees en groente behoren tot de primaire aankopen. De consument wil deze producten dicht bij huis aankopen. Deze verkoopkanalen kunnen voor een deel de voorzieningenstructuur invullen. Voordeel van de ambulante handel in kleine kernen is dat de kostenstructuur van deze ondernemingen relatief gunstig is. De ondernemers kunnen in de week verspreid over enkele dagdelen meerdere kernen aandoen. Wel dient te worden opgemerkt dat marktkooplieden veelal een “drukke agenda” hebben en reeds alle dagdelen een standplaats hebben. Daarnaast geldt dat voor de zeer kleine kernen zelfs op een dagdeel te weinig omzetmogelijkheden zijn.
Warenmarkt in Maurik
25
De uitgifte van vergunning voor standplaatsen verloopt via de gemeenten. Van belang is om in het kader van een goede voorzieningenstructuur, de standplaatsen wel als een aanvulling te zien. Het wordt vrijwel algemeen erkend dat de ambulante handel en het gebied waar de markt is gesitueerd het overig winkelaanbod kan versterken en aanvullen. Desondanks zijn gemeenten in de regel redelijk terughoudend met het verlenen van vergunningen voor ambulante straathandel. Zeker in de kleine kernen is dit terecht, weliswaar zijn de standplaatsen een totaal ander verkoopkanaal, in de kleine kernen zijn de distributieve marges zo beperkt dat er dan de reguliere detailhandel aangetast kan worden. Met een goed sturingsinstrument kan echter de reguliere detailhandel, die het in de kleine kernen al moeilijk heeft, beschermd worden. De ruimte die gemeenten hebben om straathandel (standplaatsen en venten) te ordenen is wettelijk geregeld en komt erop neer dat de gemeente bij haar uitgiftebeleid het maximum aantal af te geven vergunningen kan vaststellen, alsook het aantal vergunningen per branche. Dit wordt het zogenaamde “maximumstelsel” genoemd. Evenals bij de sedentaire detailhandel zijn goede ruimtelijke condities voor straathandel zeer essentieel. Facetten zoals een strategische ligging, parkeren, bereikbaarheid en zichtbaarheid zijn aspecten die ook spelen bij de instelling van markten en toewijzen van locaties voor standplaatsen. 4.5
INTERNET Het kopen via internet oftewel home-shopping behoort steeds meer tot de mogelijkheden voor de consument. Klanten kunnen bij bepaalde bedrijven of winkelformules na een elektronische bestelling de goederen thuis ontvangen. De veranderingen in de samenstelling van de samenleving hebben ook invloed op de behoefte aan bepaalde levensmiddelen en diensten en de wijze van aankopen. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de verkoop van dagelijkse goederen via Internet nog steeds een beperkte omvang heeft. Voor- en nadelen Consumenten vragen zich vaak, terecht, af of het winkelen via internet veilig is en wat er met de gegevens gebeurt. Levering, betaling en voornamelijk garantie zijn aspecten van het winkelen die meestal niet duidelijk zijn voor de consument en deze weerhouden van het bestellen van een product via een internetwinkel. Ook voor winkeliers rijzen een aantal vragen. Steeds vaker wordt misbruik gemaakt van het vertrouwen dat winkeliers via internet aan hun klanten geven. Daarnaast betekent een internetwinkel in de meeste gevallen een enorme wijziging in de bedrijfsvoering en worden de winkeliers geconfronteerd met de factor “prijs-concurrentie”, hetgeen op gespannen voet kan staan met zijn winkelformule. Toch brengt het winkelen via internet meer voordelen dan nadelen met zich mee. Zo kan de consument op elk gewenst moment van de dag, elke dag, vanuit thuis - “de luie stoel”een winkel bezoeken. Voornamelijk het makkelijk vergelijken met andere winkels is een aspect van internet dat de consument niet alleen prijsbewuster heeft gemaakt, maar ook meer inzicht geeft in de mogelijkheden van winkelen via internet. Bij de verkoop via internet kan een belangrijk onderscheid worden gemaakt: Kopen van regionale of lokale ondernemers via internet. Kopen via landelijke organisaties op internet. Regionale of lokale ondernemers Internet kan dienen als commercieel voorportaal voor winkeliers in de omgeving. Elektronisch bestellen moet ook bij hen mogelijk zijn en levering van elektronische bestellingen zal dan ook vanuit hun winkels moeten plaatsvinden. Een eigen internetsite die up-to-date is met de wekelijkse aanbiedingen zou een mogelijkheid zijn. Bestelde boodschappen kunnen worden afgehaald bij leveringsdepots, maar kunnen in de toekomst bijv. ook worden bezorgd door de rijdende winkel in het gebied. De boodschappen kunnen
26
via een website besteld worden en vervolgens door bijv. de rijdende winkel bezorgd worden. Voordeel van deze manier van internetgebruik is dat lokale of regionale ondernemers ook andere doelgroepen kunnen bereiken, bijv. de tweeverdieners of alleenstaanden. Dit vereist echter wel deskundigheid bij de ondernemer. Dit is een traject dat nog volledig een onontgonnen gebied is. Het is van belang dat ook de zelfstandige ondernemers in Rivierenland hiervan de “vruchten plukken” en überhaupt een kans krijgen om zich te oriënteren op deze manier van verkoop. Bij een grote groep ondernemers in het MKB ontbreekt op dit moment de kennis om aan de verkoop op internet te kunnen deelnemen. Kennisvergaring is voor deze groep van groot belang om zich niet “de kaas van het brood te laten eten”. Anders bestaat het gevaar dat zij in een achterstandspositie worden gesteld, indien e-commerce uitsluitend door de commerciële organisaties, fabrikanten en filialen van het GWB wordt gebruikt. Landelijke organisaties Landelijk zijn er drie bekende internetsupermarkten, te weten: Albert.nl, Schlecker en Wehkamp.
Albert.nl Albert.nl is de bekendste online supermarkt in ons land. Het aanbod is enorm, ruim 9.000 artikelen worden er geleverd. Niet alleen uit het assortiment van Albert Heijn, maar ook van Gall & Gall, Etos, De Tuinen en van Deli XL Shop. Bij Albert kun je terecht voor de volledige wekelijkse boodschappen. Ook verse groenten, vlees en brood kun je hier krijgen. De levertijd is één werkdag, betalen kan bij aflevering met pinpas of via een machtiging. Schlecker Bij de discountdrogisterij Schlecker kan iedereen terecht. Deze winkel biedt landelijke dekking. Via een pakketdienst worden de boodschappen tot in alle uithoeken gebracht. Bezorgkosten worden niet berekend, en de prijzen liggen erg laag. Schlecker is zondermeer de goedkoopste online supermarkt. Helaas is het aanbod een stuk beperkter. Schlecker is van huis uit een drogisterij, dus met verzorgingsmiddelen zit het wel goed. Groente, aardappelen, vlees worden niet aangeboden en ook in blik of pot zijn deze niet leverbaar. Hierdoor kan Schlecker de wekelijkse gang naar de supermarkt niet vervangen, hoogstens “het boodschappenkarretje wat lichter maken”. Wehkamp Ook Wehkamp levert landelijk. Het dagelijkse aanbod is evenals dat van Schlecker echter beperkt. Daarbij ben je bij veel producten verplicht grote hoeveelheden te bestellen.
Opgemerkt dient te worden dat op dit moment nog met name voor de oudere consument het kopen via internet een grote barrière is en het bereik van de internet-winkels nog niet volledig landelijk dekkend is. Toch kan worden aangenomen dat de elektronische levensmiddelenmarkt zich, op de langere termijn, via e-commerce en internet verder zal verspreiden. De komende periode zal met name onderzocht moeten worden wat de rol van de lokale ondernemer kan zijn bij internetverkoop én wat dit betekent voor de ondernemer. 4.6.
DOELGROEPEN Gezien het feit dat er in deze rapportage wordt ingezoomd op de primaire aankopen, is de belangrijkste doelgroep voor de winkelvoorzieningen de bewoners van de kern zelf of een kleine straal daaromheen. Toch is er juist in het Rivierenland ook een andere doelgroep te onderscheiden, te weten: de bezoekers van het gebied. Zowel landschappelijk, watersport als vanuit cultuurhistorisch oogpunt is het Rivierenland (bijv. Buren, de Linge etc.) een interessant gebied voor toeristen en dagrecreanten. In sommige kernen kan daardoor tijdens het seizoen het aantal consumenten in het primaire marktgebied sterk toenemen. Toch zal de ondernemer in zijn marktstrategie zich primair moeten richten op de vaste bewoners in het verzorgingsgebied. Het gemiddeld bestedingsniveau van de lokale
27
consument is veelal hoger. Daarbij zijn de toeristische bestedingen slechts in een deel van het jaar aanwezig. Een uitbreiding of investering realiseren mede op basis van koopkrachttoevloeiing van “elders”, kan de winkel zeer kwetsbaar maken. Het is immers een doelgroep die sterk kan veranderen o.a. door weersinvloeden en / of trekkracht van concurrerende toeristische gebieden elders in Nederland. Daarnaast hebben veel campings en / of andere toeristische voorzieningen vaak een eigen (beperkte) winkelvoorziening. Echter, gezamenlijk met een lokale ondernemer kan een campingeigenaar meer kwaliteit aan een dergelijke voorziening toevoegen. Toch kan er door de ondernemers, lokale overheden en andere betrokkenen meer worden ingespeeld op andere doelgroepen. Hierbij kunnen een aantal voorbeelden worden genoemd, het belangrijkste aandachtspunt hierbij is dat de contacten tussen toeristische organisaties en jachthavens met lokale middenstand worden verstevigd: VVV-steunpunt of folders kan bij een lokale winkel worden geïntegreerd/verspreid; verhuur van fietsen via lokale ondernemers; bezorgen van lokale ondernemers bij campings of andere toeristische trekpleisters; etc. In overleg tussen MKB-Nederland, de Kamer van Koophandel en de toeristische organisaties kan mogelijk leiden tot meer “distributieve koppelingen”, waardoor de toeristische meerwaarde voor de winkelier toe kan nemen.
4.7.
TOT SLOT Op het moment dat in de kernen onder de 2.000 inwoners winkels verdwijnen en het verspreidingsgebied van overblijvende winkelvoorzieningen groter wordt, zal er naar aankoopalternatieven gezocht moeten worden om toch het facet “leefbaarheid”op peil te houden. Dit onderdeel van de leefbaarheid kan zeker voor een deel worden behouden als de minder mobiele consument bediend kan worden via andere verkoopkanalen. De producten in de dagelijkse sector kunnen ook via alternatieve verkoopkanalen gekocht worden zoals de markt, rijdende winkel of internet. Aan al deze alternatieven voor de gewone “dorpswinkel” kleven voor- en nadelen, waaronder het kostenaspect. Om toch de komende jaren te kunnen inspelen op het verdwijnen van winkels in de kernen (de beschreven categorie 3) zal er nader onderzoek moeten komen naar de kansen van deze alternatieven. Uitgangspunt zal in ieder geval moeten zijn dat in beginsel de lokale en regionale ondernemers worden betrokken bij het uitwerken van de alternatieven.
5.
HERSTRUCTURERINGSOPGAVE
5.1.
INLEIDING In een aantal kernen in het Rivierengebied, zoals in deze rapportage benoemd in categorie II, kan en moet de winkelstructuur worden verbeterd. Met andere woorden: de kwaliteit van het (nog) aanwezige aanbod in de dagelijkse sector en de situatie in de “markt” bieden mogelijkheden tot ruimtelijke en commerciële versterking, zodat het huidige winkelareaal gehandhaafd kan blijven, danwel dat er sprake kan zijn van versterking van het aanwezige aanbod. De herstructurering van het winkelaanbod in deze kernen kan verschillende typen ingrepen inhouden en tevens een totaal verschillende impact hebben voor de ondernemer. In de navolgende paragrafen wordt zowel de inhoudelijke, organisatorische als financiële kant van het herstructureringsproces belicht. Tevens wordt aandacht besteed aan de lengte en duur van een traject tot herstructurering.
28
5.2.
INHOUDELIJKE ACHTERGROND Het belangrijkste aandachtspunt bij de herstructureringsaanpak is het verbeteren van de ruimtelijke condities en daarmee het ruimtelijk risicoprofiel. Hierdoor kan de concurrentiekracht worden verhoogd en daarmee het risicoprofiel worden verbeterd. Bij deze aanpak wordt gezocht naar een, qua samenstelling, voldoende aantrekkelijk winkelaanbod dat op basis van de verwachte bestedingen uit het (primaire) verzorgingsgebied op een duurzame wijze kan blijven functioneren. De concrete aanpak betekent: verbeteren van parkeerfaciliteiten; verbeteren andere ruimtelijke condities (zichtbaarheid, bereikbaarheid, toegankelijkheid, parkeren etc.); schaalvergroting van (afzonderlijke) winkels; heroverweging van de ruimtelijke structuur; re-allocatie van (enkele) winkels om te komen tot clustering; winkelconcentratie (soms in combinatie met grootschalige reconstructie). In alle gevallen zal, waar mogelijk, gestreefd worden naar het tot stand brengen of houden van een basiswinkelmodel. Het “basiswinkelmodel” betreft een “service-module” waarbij wordt uitgegaan van: een supermarkt met een omvang die is toegesneden op de marktsituatie in de betrokken kern; aanvullende dagwinkels, zoals bakker, slager, groenteboer; winkelvoorzieningen zoals bloemisterij, drogisterij, boekhandel/kadoshop; baliefuncties, zoals post- 1& bankzaken, en diensten als stomerij, fotokopieer, fotozaak; (semi) medische functies, zoals huisarts, apotheek, fysiotherapeut; overige baliefuncties, zoals makelaar, uitzendbureau; “wonen” boven de winkels, bij voorkeur in de sfeer van “zorgwoningen”(huur & koop).
Supermarkt Maasbommel met pin-automaat Rabobank.
Al naar gelang de feitelijke situatie ter plaatse (de beschikbaarheid van de functies, de omvang van de kern en de toekomstige demografische situatie) kan het “basiswinkelmodel” worden aangepast en waar mogelijk uitgebreid. Overigens wordt in de meeste gevallen uitgegaan van een herstructureringmodel gebaseerd op de plaatselijke aanwezigheid van bovengenoemde functies. Toevoeging van
1
Rekening moet worden gehouden met het feit dat een groot deel van de nog bestaande postkantoren in de regio zullen worden omgezet in een servicebalie of agentschap. Dit heeft consequenties voor de diensten die door de betrokken ondernemer kunnen worden aangeboden.
29
nieuwe functies is in de meeste gevallen, vanwege de smalle distributieve marges, vrijwel uitgesloten. In enkele gevallen is er uitsluitend sprake van schaalvergroting of verbetering van de ruimtelijke condities van de supermarkt in de kleinere kern. Hier komt het begrip “veelzijdige supermarkt” nadrukkelijk aan de orde. Opgemerkt dient te worden dat de navolgend beschreven processen vooral de winkelconcentratie betreft. Toch geldt dat voor de verbetervoorstellen zoals schaalvergroting van winkels en het aanpakken van de parkeer- & verkeerssituatie ook lange trajecten, met bijv. bestemmingsplanwijzigingen, moeten worden doorlopen. 5.3
ORGANISATORISCH De belangrijkste basis voor het inzetten van het herstructureringtraject (van een winkeluitbreiding tot een totale reconstructie) wordt gevormd door het ondernemerschap”. Op individueel niveau zal met ondernemers moeten worden gekeken naar het functioneren en verbeteren van de winkels. Ondernemers kunnen dit echter veelal niet alleen. Zowel procedureel als financieel is samenwerking met de lokale overheid van belang. Een faciliterende inzet van de gemeente is van groot belang voor de slagingskans van een project. De lokale overheid kan een aantal verschillende soorten van inzet plegen: goede en snelle begeleiding van procedures (bestemmingsplanwijzigingen); aanpassen infrastructuur en openbare ruimte; ambtelijke ondersteuning. Zonder de medewerking en enthousiasme van ambtenaren en bestuurders hebben voorgenoemde gewenste aanpassingen aan de winkelstructuur minder kans van slagen. In het vervolgtraject zal uiteindelijke binnen het herstructureringstraject (per kern) door MKB-Rivierenland en de Kamer van Koophandel Rivierenland een structuur worden opgezet, gericht op: • overleg met individuele ondernemers; • overleg met de lokale overheid; • informatietraject richting gemeenteraad, ondernemersverenigingen en bevolking; • speciaal overlegtraject met supermarktorganisaties; • overleg met “derden” (o.a. woningbouwcorporaties, e.d.); • overleg met banken (i.v.m. financieringsarrangementen). Bij het realiseren van een winkelconcentratiemodel is er sprake van de betrokkenheid van een groot aantal ondernemers. Uit ervaringen elders kan worden aangegeven dat er in ieder geval één vertegenwoordiger van de ondernemers moet zijn, die zitting kan nemen in werkgroepen én het woord kan doen voor alle betrokken ondernemers. Daarnaast zullen de andere betrokken ondernemers regelmatig bijeen moeten worden geroepen voor informatie en om “de neuzen dezelfde kant op te krijgen”. Nogmaals, de ondernemers vormen de basis voor het plan, MKB Nederland en de Kamer van Koophandel kunnen als partijen ondernemers motiveren en steunen bij het proces. Zij kunnen tevens een belangrijke rol spelen richting gemeente. Een van de instrumenten hiervoor is de zogenaamde helpdesk (zie paragraaf 5.4.). Diverse partijen die betrokken zijn bij het tot stand brengen van het winkelplan zullen gezamenlijk in een werkgroep moeten plaatsnemen, bij voorkeur onder leiding van een wethouder uit de betrokken gemeente.
5.4
DE HELPDESK Een adequate methode om het proces van herstructurering van basiswinkelvoorzieningen in de kleinere kernen tot stand te brengen, is de instelling van de zogenaamde helpdesk.
30
De helpdesk zou aangestuurd kunnen worden door het “Projectteam Winkelvoorzieningen kleine kernen Rivierenland” . De taak van de helpdesk zou kunnen bestaan uit een aantal functies: • het adviseren van de lokale overheden ten aanzien van de herstructurering van de winkelvoorzieningen in de kleinere kernen; • het adviseren en begeleiden van de betrokken winkeliersverenigingen in het herstructureringsproces; • het adviseren van individuele ondernemers bij verplaatsing, schaalvergroting en overige zaken waarmee de individuele ondernemer bij een herstructurering wordt geconfronteerd. DE LOKALE OVERHEDEN. De ervaringen bij de winkelherstructureringsprogramma’s in kleinere kernen in de Alblasserwaard / Vijfheerenlanden hebben geleerd dat de lokale overheden graag gebruik wensen te maken van de aldaar functionerende helpdesk. Dit betreft met name facetten zoals locatiestudies, beknopte distributieve analyses, het opzetten van programma’s van eisen (ten behoeve van winkels), begeleiding in het planproces almede de financiële aspecten, zoals gewenste huur- en koopprijzen etc. DE WINKELIERSVERENIGINGEN Voor de winkeliersvereniging in de kleinere kernen is de steun van de helpdesk vrijwel onontbeerlijk. Niet alleen worden de winkeliersverenigingen geconfronteerd met mogelijk ingrijpende winkelherstructureringsprocessen, zij dienen ook om te gaan met ingrijpende problemen zoals de “achterblijvende winkeliers”, het formuleren van een helder standpunt ten aanzien van een herstructureringsontwikkeling, informatieoverdracht in de richting van hun leden en het op een adequate wijze voeren van overleg met de lokale overheden. Vanuit de Alblasserwaard / Vijfheerenlanden is gebleken dat de winkeliersverenigingen in een dergelijk winkelherstructureringsproces grote behoefte hebben aan directe steun van een helpdesk die in het gehele planproces die nadrukkelijk is ingevoerd. DE INDIVIDUELE WINKELIERS. Om een winkelherstructureringsproces op een juiste wijze vorm te geven, de belangen van de winkeliers veilig te stellen en zorg te dragen voor tijdige informatie voor individuele winkeliers, is het van belang om inzicht te verkrijgen van het huidige functioneren van de onderscheidenlijke winkels, de plannen van betrokkenen en de investeringsmogelijkheden van deze winkeliers. Hierin kan de helpdesk een uitstekende functie vervullen, ervan uitgaande dat er tussen de helpdesk en de individuele winkelier een vertrouwensband ontstaat, waardoor de informatieoverdracht op een juiste wijze kan plaatsvinden en de begeleiding van de betrokken winkelier op de juiste momenten vorm gegeven kan worden. Voor winkeliers is het van belang dat zij zicht krijgen op de marktverhouding in zijn / haar branche over een periode van circa 5 à 10 jaar. Dit impliceert dat in het overleg met de individuele winkelier facetten aan de orde komen die enerzijds gericht zijn op het commercieel functioneren van de betrokken winkel, anderzijds zich richt op ruimtelijke aspecten, zoals de strategische ligging van de winkel en de factor “infrastructuur”. De commerciële situatie en de ruimtelijke aspecten zijn voor betrokken winkeliers van groot belang om in het proces van winkelherstructurering op het juiste moment de juiste keuzes te maken. Daarbij spelen facetten een rol zoals: • beoordeling huidige en toekomstige marktpositie; • confrontatie van de marktpositie met winkelontwikkelingen elders; • raming van het geraamde toekomstige omzetpotentieel (op basis van de nieuwe distributieve figuur) geconfronteerd met het noodzakelijke winkelvolume; • branche gericht adviezen. De helpdesk zou in fase 4 (de “planfase”) ingesteld kunnen worden.
31
Vanaf dat moment kan de helpdesk bij de informatieronde langs de winkeliersverenigingen een nuttige functie vormen, gevolgd door de uitvoering van een individueel spreekuur voor ondernemers per functiekern. 5.5
PLANNING Herstructureringsprojecten nemen veel tijd in beslag, dit geldt vooral voor herstructurering van winkelvoorzieningen in kleinere kernen. Enerzijds is er het tot overeenstemming komen tussen verschillende betrokkenen over de juiste invulling en aanpak. Daarnaast is er het gehele procedurele traject (bestemmingsplannen etc.). Bij de naar verhouding kleinschalige ingrepen, waarbij uitsluitend sprake is van individuele ondernemers (de uitbreiding van een enkele winkel), kan dit vrij snel worden ingezet. Echter, de projecten waar sprake zou kunnen zijn van concentratie van meerdere winkels vergen veel inventiviteit en tijd. Nog los van de (lokale) beschikbaarheid om een winkelconcentratie tot stand te brengen, is veelal de beperkte distributieve ruimte een belangrijke hindernis om snel een samenbundeling van winkels tot stand te brengen. Veelal zullen individuele ondernemers belangrijke investeringsbeslissingen moeten nemen, terwijl er sprake is van een “niet-groeiende markt”. Dit vergt een zorgvuldige afstemming tussen de financiële, ruimtelijke en commerciële mogelijkheden. Toch is juist het tijdsaspect ook een knelpunt, de snelle realisatie van een winkelcentrum of winkeluitbreiding is voor sommige ondernemers urgent. Aangezien men vaak te maken heeft met opgeschorte investeringen en de beperkte financiële manoeuvreerruimte, zal een lang proces en uitstel van realisatie kunnen leiden tot zeer knellende situaties. Ervaring bij een aantal herstuctureringsprojecten in de Alblasserwaard / Vijfheerenlanden heeft geleerd dat de duur van een herstructureringsproject (waarbij sprake is van het realiseren van een klein compact winkelcentrum) een looptijd vergt van minimaal circa 5 jaar. Ruwweg bestaat een dergelijk herontwikkelingstraject uit de volgende onderdelen: • overleg met winkeliers, winkeliersvereniging en lokale overheid ca. 1 jr; • locatiekeuze, draagvlakanalyses, beslissing gemeenteraad ca. 1 jr; • ontwikkelen winkelmodel, financiering, keuze ontwikkelaar ca. 1 jr; • planologische aanpassingen / keuze traject winkeliers ca. 1 jr; • bouwtijd / functiewijziging “oude” locatie ca. 1 jr. Dit is uiteraard een indicatie van het herstructureringsproces, afhankelijk van de lokale omstandigheden kan de planning verder uitlopen. Normaliter is gezien de procedures het verkorten van het tijdsbestek vrijwel onmogelijk. Wel zijn er natuurlijk tussentijdse stappen mogelijk. Een dergelijk proces van ongeveer 5 jaar is lang, zeker voor een ondernemer. Deze heeft te maken met investeringen die moeten worden opgeschort en daarnaast afschrijving op het bestaande pand en inventaris. Betrokken ondernemers zullen zorgvuldig moeten worden geïnformeerd over het project en eventuele uitloop. Hierbij dient te worden opgemerkt dat een deel van de ondernemers in de regio al “in de 50” is. Dit betekent dat hij aan het nadenken is over opvolging of beëindigen van de winkel, veelal binnen een periode van 10 jaar. Om de winkel voor het dorp te behouden is een verbetering van de ruimtelijke setting ook zeer wenselijk. Immers, met een courante winkelmaat en moderne uitstraling is de kans van verkoop van de winkel groter. Dit draagt bij tot verbetering van de “oudedagsvoorziening” voor de ondernemer.
5.6
FINANCIEEL Een herstructurering van het lokale winkelareaal in kleinere kernen is, voor de winkeliers, een kostbare operatie.
32
Dit geldt vooral omdat er in vrijwel alle gevallen geen sprake van een (substantiële) omzettoename zal zijn. Veelal zal een herstructureringsoperatie voor de winkeliers slechts gemotiveerd kunnen worden vanuit het perspectief om de huidige lokale marktpositie te handhaven. De smalle distributieve marges en de beperkte financiële middelen vereisen in ieder geval: • lage verwervingkosten (aankoop nieuwe locaties); • sober en doelmatig bouwen; • combinatie “winkels” en “wonen”. Naast de kritische ruimtelijke condities (zie het basiswinkelmodel in § 2.2 en 5.2) zijn de huisvestingslasten voor de winkelruimten één van de meest essentiële parameters voor het welslagen van een gecombineerd winkelproject. Om het welslagen van een winkelproject in een kleine kern te optimaliseren zal het van belang dienen te zijn om de huisvestingslasten van de winkelruimten te confronteren met de omzetverwachtingen (de z.g. “huurquote”). Hiermee kan de ondernemer de complexe stap naar een nieuw en groot winkelpand toch maken. Ervaringen elders hebben geleerd dat het gemiddeld huurniveau bij nieuwbouwprojecten in kleine kernen zich beweegt binnen een bandbreedte van € 90,- à € 113,- per m², exclusief b.t.w. (prijspeil 2003). De haalbaarheid van een dergelijk ontwikkelingsproject neemt overigens toe, wanneer er een “koopoptie” mogelijk wordt gemaakt. Juist voor winkeliers geldt dat het winkelpand dient als zekerheid voor het pensioen. In een dergelijke situatie dient in het algemeen uitgegaan te worden van een koopprijs binnen een bandbreedte van € 1.000,- à € 1.100,- per m², exclusief b.t.w. (prijspeil 2003). Van belang is om hier aan te geven dat de financiële bijdrage van de overheid met name te maken heeft met een faciliterende rol, zoals aanpassingen in de infrastructuur en de openbare ruimte. Verder zal een project zich zoveel mogelijk zelf moeten “bedruipen”. 5.7
TOT SLOT Om te komen tot het behoud en versterking van gezonde en levensvatbare winkelvoorzieningen in het Rivierenland zal in een aantal kernen gekozen moeten worden voor herstructurering. Hiertoe zullen de ondernemers gezamenlijk met lokale overheden zich dienen in te zetten voor een herstructureringsplan per kern. Hierbij dient te worden opgemerkt dat voor de kernen waar geen winkelvoorzieningen meer zijn of deze binnen afzienbare termijn zullen verdwijnen, de mogelijkheden voor aankoopalternatieven worden onderzocht. Bij de nu uitgevoerde winkelinventarisatie is tevens rekening gehouden met aanwezige detailhandelsvisies van de verschillende gemeenten, en de mogelijkheden van de verschillende kernen. Bij het vervolgtraject zal wat betreft het bepalen van de distributieve mogelijkheden, zoveel mogelijk moeten worden uitgegaan van het primaire draagvlak. Dan blijven er ook voor de kernen met minder inwoners mogelijkheden om winkels te behouden. Dit zal in sommige gevallen betekenen dat de uitbreidingswensen van enkele (supermarkt)ondernemers getemperd moeten worden. Een goede afstemming op lokaal, regionaal en eventueel ook op provinciaal niveau lijkt onontbeerlijk. Hierbij dient overigens te worden opgemerkt dat een overall-visie op provinciaal niveau op de winkelstructuur op dit moment ontbreekt. Om een goede afstemming, niet alleen op regionaal, maar ook op provinciaal niveau te verkrijgen, lijkt een totaalvisie op de detailhandel wenselijk. Zeker om het beleid van de grotere kernen in de provincie en de impact daarvan op de kleine dorpsvoorzieningen beter af te stemmen. Tot slot: het succes van de beschreven herstructurering en schaalvergrotingen staat of valt met de bereidheid van de ondernemer om te investeren. Uit de gesprekken zoals tot nog toe gevoerd in het gebied, maar ook op basis van ervaringen elders, blijkt dat ondernemers
33
enthousiast zijn over een dergelijke aanpak. Met de eigen wens tot verbetering van hun marktpositie en met medewerking van de overheid kunnen de winkelvoorzieningen in de kleinere kernen deels versterkt worden. Dit enthousiasme en de investeringsbereidheid van de ondernemers moet echter wel “gekoesterd” worden. Hierbij speelt het tijdsaspect een belangrijke rol. Indien het te lang duurt voordat de partijen komen tot keuzes en concrete uitvoering van plannen zal de ondernemer minder makkelijk kunnen participeren in een herstructureringsproces. 6.
VERVOLGTRAJECT
6.1
INLEIDING Na afronding van deze fase 1 wordt aangeraden over te gaan tot een traject van overleg. Gezien de huidige stand van het winkelareaal in de diverse kernen dient te worden opgemerkt dat snelheid geboden is. Zoals blijkt uit het onderzoek zal in een groot deel van de kernen een proces van herstructurering en schaalvergroting moeten worden ingezet. In enkele kernen is de situatie zeer urgent. In kernen zoals bijv. Tricht en Horssen zal op korte termijn reeds actie moeten worden ondernomen om het winkelaanbod te behouden. In andere kernen zal ook niet te lang moeten worden gewacht, omdat er reeds lang sprake is van concentratie en er is nog steeds geen stap ondernomen. Dit betekent dat de ondernemers af en toe het ” geloof” in concentratie verliezen. Het gevolg is dat er investeringen in de huidige winkels worden gedaan met als gevolg dat een winkelcentrum op één locatie nog ver weg komt te liggen. Van belang is nu om met betrokkenen om de tafel te gaan zitten. Deze fase 2 bestaat uit de volgende onderdelen: • vaststelling / bepaling herstructureringskernen op basis van de bevindingen uit de inventarisatie; • overleg met lokale overheden over de mogelijkheden en onmogelijkheden van eventuele herstructurering of aanpak van de ruimtelijke condities; • overleg met winkeliersverenigingen en andere betrokken partijen, zoals plaatselijke woningcorporaties of dorpshuizen etc.
6.2
HERSTRUCTURERINGSKERNEN Binnen de categorie II zijn een aantal verschillende soorten aanpak mogelijk. Onderstaand worden de verschillende kernen onderverdeeld en ontstaat een beeld van de opgave voor Rivierenland de komende jaren: Tabel 1
Rivierenland * 2003 Masterplan winkels kleine kernen fase 1 Aanpak per kern Type verbetervoorstel Kernen Ruimtelijke verbeteringen inzake parkeren, Beusichem, Beesd, Meteren. Nederhemert. verkeerscirculatie, uitstraling winkel Re-allocatie 1 of enkele winkeliers in Buren, Eck en Wiel, Lienden, Maurik, Herwijnen, combinatie met vergroting Waardenburg, Maasbommel, Brakel. Uitbreiding individuele winkel (supermarkt) Kerk-Avezaath, Zoelen, Horssen, Tricht, Asperen, Vuren, Velddriel, Haaften, Opijnen, Wamel, KapelAvezaath, Gameren, Zuilichem. Grootschalige winkelconcentratie (in Kerkdriel, Ochten, Opheusden, Benedencombinatie met nieuwbouw) Leeuwen, Dreumel. Nieuwe winkel Ingen Aftasten toekomstmogelijkheden Deil, Alphen Heroverweging winkelstructuur Kesteren.
In totaal zijn er voor 34 kernen verbetervoorstellen. Zoals blijkt uit de tabel 1. Het ambitieniveau van de aanpak verschilt sterk. In het grootste deel van de kernen is er
34
sprake van uitbreiding van een individuele winkel. In veel gevallen betekent dit een schaalvergroting van de aanwezige supermarkt. De maatvoering van winkels en zeker supermarkten is de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden. Het aantal producten is sterk toegenomen en daarnaast zal bij een moderne winkel ook voldoende ruimte voor de klant aanwezig moeten zijn, de zogenaamde circulatieruimte.
AH supermarkt te Dreumel
Een tweede veel voorkomend advies is de re-allocatie van 1 of meerdere winkeliers. Dit houdt in dat winkels binnen de kern worden verplaatst, ofwel om een cluster te vormen met andere winkels ofwel omdat uitbreiding op de bestaande locatie fysiek onmogelijk is. In 5 van de 86 kernen is het mogelijk om, gezien het nog aanwezige aanbod en het marktgebied, een hoger ambitieniveau na te streven. In kernen zoals Kerkdriel en Ochten is het winkelaanbod dermate versnipperd dat het combinatiebezoek voor de klant wordt bemoeilijkt. Het streven naar een modern en compleet winkelcentrum is de enige methode om de klant beter te binden en zeker het kleinschalig aanbod te behouden. Tot slot kunnen nog een tweetal kernen worden genoemd. In Kesteren is sprake van een aantal concentratiegebieden. In feite zal voor de toekomst er moeten worden gestreefd naar één volwaardig winkelgebied met winkels met een courante maatvoering. Dit heeft echter een enorme impact op het aantal aanwezige aanbieders. Dit vereist een goed draagvlak bij de ondernemers. Een andere bijzondere kern is Ingen. In feite is er distributie-planologisch enige ruimte voor een kleine dorpssupermarkt. In overleg met supermarktorganisaties kunnen de mogelijkheden hiervoor worden afgetast. Dit is echter een aanzienlijke opgave, aangezien de consument zich opnieuw op de kern zal moeten oriënteren wat betreft de primaire boodschappen. Voorgesteld wordt om een tweetal projecten met verschillende typen verbetervoorstellen voor te dragen als proefproject. Deze proefprojecten kunnen als voorbeeld dienen voor de aanpak en tegelijkertijd kan hiermee een versnelling in de herstructurering in die kernen worden aangebracht.
35
Voor de aanwijzing proefprojecten wordt gedacht aan: • Waardenburg (verplaatsing en schaalvergroting supermarkt). • Dreumel (winkelconcentratie). Deze proefprojecten zouden in een eerdere fase ter hand genomen kunnen worden, bijvoorbeeld in het voorjaar van 2004. Het inzetten van de aanpak voor de andere kernen in categorie II, zoals het verkrijgen van draagvlak en opstarten procedures kan en moet tegelijkertijd plaatsvinden, om zo min mogelijk tijd te verliezen. De factor “tijd” is een essentieel begrip voor de winkelvoorzieningen in Rivierenland. Bij een deel van de kernen is er vrijwel geen tijd meer aanwezig, aangezien het sluiten van de winkel dreigt. Vooral de voorzieningen in kernen rond de 2.000 inwoners staan sterk onder druk. Parallel aan de aanpak voor de verbetervoorstellen in de diverse kernen zal voor de kernen in categorie III ook een traject moeten worden opgezet voor het ontwikkelen en uitwerken van alternatieve aankoopplaatsen zoals aangegeven in hoofdstuk vier. Hierbij kan worden opgemerkt dat er zeker in de kernen waar onlangs winkels zijn gesloten, er sprake kan zijn van een urgente situatie. 6.3
WONINGBOUWPROGRAMMA Herstructurering van winkels betekent in alle gevallen een investering in een licht groeiende of zelfs stabiliserend marktgebied. Dit betekent voor ondernemers dat de investeringen slechts moeizaam kunnen worden terugverdiend. Toch is in deze rapportage duidelijk naar voren gekomen, dat zonder herstructurering en investeringen, de winkels in de kleine kernen steeds kwetsbaarder worden. Er is in veel gevallen sprake van een vicieuze cirkel. Aangeraden wordt om de woningbouw die nog past binnen de toegewezen contigenten voor het Rivierenland, zoveel mogelijk moet worden toebedeeld aan de zogenaamde kansrijke kernen. Juist in de kernen waar wel moet worden geïnvesteerd voor het behoud van de winkels, is een beperkte toename van het draagvlak zeer wenselijk. Dit betekent dat per gemeente moet worden gekeken waar een toename van het inwonertal én dus toename van de bestedingen het meest noodzakelijk is.
6.4
VERVOLG Na afronding van fase 1 “inventarisatie & beoordelingsfase” ziet het vervolg van het traject fase 2 t/m 5 ziet er als volgt uit: Fase 2 overlegfase • • • •
vaststelling / bepaling herstructureringskernen nader onderzoek alternatieve aankoopplaatsen overleg met lokale overheden overleg met winkeliersverenigingen + andere partijen, zoals woningcorporaties etc.
36
Tabel 2
Rivierenland * 2003 Masterplan winkels kleine kernen fase 1 Rol van de partijen, tijdsaspect en kosten Aanpak Partijen Tijdsaspect Ruimtelijke Plan van de Max. 1 jr verbeteringen ondernemer Medewerking overheid Re-allocatie & Plan van de Ca. 2 tot 3 vergroting ondernemer jr. Begeleiding helpdesk Ondersteuning overheid Inzet projectontwikkelaar Uitbreiding individuele Plan ondernemer Ca. 1,5 jr. winkel Begeleiding helpdesk Grootschalige winkelconcentratie (in combinatie met nieuwbouw)
Financiën Ondernemer en gemeente Ondernemer
Ondernemer
Aandachtspunten Deze items kunnen relatief snel worden opgepakt. In kernen onder de 2.500 inwoners is snelheid geboden
In kernen onder de 2.500 inwoners is snelheid geboden Onderzoek naar combinatie met andere functies (zoals “wonen”)
Plan Winkeliersvereniging. Begeleiding helpdesk: bij ontw.proces en herinvulling achterblijvende panden. Initiatief en ondersteuning overheid Inzet projectontwikkelaar Toevoeging nieuwe Plan ondernemer (of winkel zijn organisatie) Aftasten Overleg ondernemer, toekomstmogelijkheden gemeente & helpdesk. in kernen met beperkt toekomstperspectief
Ca. 5 jr
Ondernemers & gemeente
Ca. 2 tot 3 jr. N.v.t.
Ondernemer / organisatie N.v.t.
Beperkte kans van slagen N.v.t.
Heroverweging winkelstructuur
Overleg ondernemersvereniging, gemeente, MKB, KVK en helpdesk.
N.v.t.
N.v.t.
Individuele gesprekken met ondernemers over toekomstperspectief.
Algemene detailhandelsstructuur opstellen
N.v.t.
Afstemming tussen regio’s en grotere kernen.
Coördineren van het planproces Herinrichting openbare ruimte, infrastructuur, warenmarkten, snelle afwikkeling procedures Organisatie van de ondernemers Het institutionaliseren van het overleg met overheden Plannen voor toekomst opstellen Begeleiding lokale overheid, ondernemersvereniging en individuele ondernemer
N.v.t.
Subsidieregeling voor nader onderzoek (o.a. rijdende winkels, etc.) Bij herinrichting openbare ruimte en infrastructuur + subsidiemogelijkheden t.b.v. onderzoek Onderzoek naar mogelijkheden voor subsidie
n.v.t.
Investeringen
n.v.t.
n.v.t.
Investeren in een vaak niet groeiende markt. Begeleiding op maat.
Algemeen Provincie
Lokale overheid (bestuurders en ambtelijke staf)
MKB en KvK
Ondernemer Helpdesk
N.v.t
Informatie aan bevolking
Het vervullen van de centrale rol in het herontwikkelingsproces
37
Fase 3 besluitvormingsfase • • •
presentatie “Masterplan winkels kleine kernen Rivierenland” bestuurlijke besluitvorming (op basis van “Masterplan winkels kleine kernen Rivierenland”) start proefprojecten
Fase 4 planfase • • • • • • •
instelling helpdesk info-ronde langs de winkeliersverenigingen instelling overlegtraject per gemeente uitvoering spreekuur per functiekern opzetten lokale werkgroep (winkelherstructurering) opzet actieplan per functiekern + fasering model draagvlakanalyses t.b.v. (individuele) winkeliers en ontbrekende branches
Fase 5 ontwikkelingstraject per functiekern •
ontwikkelingstrajecten per kern, met begeleiding van de helpdesk.
Zoals aangegeven zal het ontwikkelingstraject in fase 5 per functiekern sterk verschillen. Uiteraard dienen zaken die eerder kunnen worden opgepakt zoals verbeteren verkeers- & parkeersituatie en kleinschalige uitbreidingen op de huidige locatie eerder moeten worden aangepakt. Gepleit wordt voor het coulant omgaan met aanvragen tot uitbreiding en eventuele andere vragen, mits deze binnen het redelijke liggen. -------------------------
38
7.
SLOTBESCHOUWING In opdracht van MKB Nederland heeft Adviesburo Kardol, een inventarisatie en beoordeling van het winkelaanbod in de 86 kleine kernen van Rivierenland uitgevoerd. Dit betreft fase 1 van een onderzoeks- en begeleidingscyclus en vormt tevens de basis van het Masterplan winkels kleine kernen Rivierenland. De winkelstructuur in het Rivierenland is zeer divers van opzet. Het basisvoorzieningenniveau in de kernen is verschillend qua kwantiteit en kwaliteit, maar zeker ook qua slagkracht. Dat het winkelaanbod in de kleine kernen onder druk staat is op diverse plaatsen zichtbaar. Onder andere is dit waar te nemen door het achterblijven van investeringen, gedateerde uitstraling en leegstand. Daarnaast zijn de ruimtelijke condities van de verschillende winkels (ligging, omvang en parkeren) af en toe als zeer matig te karakteriseren. Het is opvallend dat veel van de distributie-planologische kengetallen niet zondermeer kunnen worden toegepast op de huidige winkelsituatie en toekomstige winkelmogelijkheden in deze kernen. Op dit moment zijn er in een aantal kleine kernen nog voldoende mogelijkheden aanwezig en is het soms opvallend hoe ondernemers in krimpende marktgebieden de exploitatie van hun winkels kunnen continueren. Wel kan worden vastgesteld dat over het algemeen het winkelaanbod in de kernen onder de 1.000 inwoners vrijwel overal is verdwenen. De winkels die nog wel aanwezig zijn kampen met een afnemende marktpositie en kennen veelal een opvolgingsprobleem en zullen binnen een periode van maximaal 5 à 10 jaar hun deuren moeten sluiten. De winkels in de kernen tussen de 1.000 en 2.000 inwoners hebben nog kansen, echter dit is sterk afhankelijk van de ruimtelijke condities, het marktgebied, toeristische potentie en de kracht en eventuele nevenactiviteiten van de ondernemer. Met een moderne winkel, voldoende winkeloppervlakte, aangepaste formule-technische aspecten en een goede commerciële instelling, kan de consument in deze kernen de komende jaren op handhaving van een deel van het winkelaanbod rekenen. In de kernen boven de 2.000 tot 3.000 inwoners is het basiswinkelaanbod, vrijwel altijd in de vorm van een supermarkt aangevuld met één of meerdere winkels in de dagelijkse sector, ondanks de redelijke bevolkingsomvang, toch nog kwetsbaar. Indien de kritische ruimtelijke condities onvoldoende blijven, zal de consument toch moeten uitwijken naar elders. Kortom, ook voor de winkels in kernen van 2.000 à 3.000 inwoners is het van groot belang dat de kritische ruimtelijke condities worden geoptimaliseerd. In veel gevallen zijn hiervoor de (distributieve) mogelijkheden aanwezig. Concentratie van (winkel)functies is, waar mogelijk, wenselijk. Tot slot is er in de kernen met 3.000 inwoners of meer een nog compleet winkelaanbod aanwezig of zeker ook mogelijk. Grootste knelpunt hier is in een groot deel van de kernen het feit dat de winkels zeer verspreid liggen binnen deze kernen, de zogenaamde “pepernotenstructuur”. De verbetering van de marktpositie van de winkels in deze kernen richt zich vooral op het clusteren van winkels op een strategische locatie, gecombineerd met het verbeteren van de kritische ruimtelijke condities. Bij het beoordelen van het nog aanwezige winkelaanbod in de 86 kernen in Rivierenland is uitgegaan van de beoordeling van de kwaliteit van de ruimtelijke, economische en demografische factoren van deze winkelvoorzieningen. Dit wil zeggen dat analyse van de winkelstructuur is gestart bij de “basis”. Wat is de slagkracht van de ondernemer, en hoe kan de locatie worden beoordeeld? Kernwoorden hierbij zijn met name: omvang, vorm, ligging, bereikbaarheid, parkeren en uitstraling van de winkel. Om goed voorbereid te zijn op de toekomst en de moderne consument in de dorpen blijvend te kunnen bedienen, is aantrekkingskracht een “toverwoord”. Dit vereist in veel gevallen aanpassing van de ruimtelijke en commerciële aspecten.
39
Zeker in kleine kernen, waar veel consumenten gewend zijn om de auto te gebruiken, is het uitwijken naar andere (regionale) winkelgebieden zeer gemakkelijk. Dit brengt het nog aanwezige winkelaanbod in een vicieuze cirkel; de ondernemers hebben te weinig draagvlak en daardoor minder financiële armslag om te investeren. De manoeuvreerruimte om te investeren om zodoende de klanten te blijven binden is zeker in de kleine kernen, met minder dan 1.500 inwoners, niet meer aanwezig. Om toch naar de toekomst het winkelaanbod attractief te houden, zodat een brede doelgroep bereikt kan worden, zullen in meerdere gevallen ingrijpende herstructureringsmaatregelen genomen moeten worden. Dit betekent het verbeteren van de kritische ruimtelijke condities en (soms) aanpassing van de commerciële aspecten. Dit vergt veel inventiviteit en kwaliteit van de betrokken ondernemer. Hierbij kan tevens worden gedacht aan het aanboren van nieuwe doelgroepen, aanbieden van nieuwe artikelengroepen, nevenassortimenten en/of andere activiteiten (bijv. een bakker die ook een broodjescorner of lunchroom heeft). Voor de kernen onder de ca. 1.500 inwoners zal, uiteraard is elke situatie uniek, vrijwel in alle gevallen rekening moeten worden gehouden met uiteindelijke complete reductie van het winkelbestand. Hier zal moeten worden ingespeeld op alternatieve verkoopkanalen zoals de rijdende winkel, internet of de warenmarkt. Aan deze alternatieve aankoopkanalen kleven vele voor- en nadelen, echter de beschikbaarheid van de dagelijkse boodschappen wordt deels gewaarborgd. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat bij het nadere onderzoek naar die aankoopalternatieven voor de reguliere winkelverkoop in beginsel uit zal moeten worden gegaan van inschakeling van ondernemers in het dorp of omgeving. Indien met landelijke organisaties wordt gewerkt zal het belang van de winkelier “één dorp verderop” mogelijk ernstig worden geschaad. Op basis van de toetsing in categorieën aan de hand van de “score” op de ruimtelijke en economische kwaliteiten kan worden geconstateerd dat slechts in een beperkt aantal van de kernen (7) het winkelaanbod compleet is (passend bij de kern) en tegelijkertijd qua ruimtelijke condities voldoet aan de moderne eisen. Met andere woorden: het risicoprofiel van de winkelvoorzieningen in deze 7 dorpen kan als positief worden beschouwd en zullen geen herstructureringsmaatregelen genomen behoeven te worden. In een 34-tal dorpen is sprake van een winkelsituatie waarvoor maatregelen getroffen dienen te worden om zodoende de levensvatbaarheid van de winkels in deze dorpen voor langere tijd veilig te kunnen stellen. Bij het beoordelen van de kernen op basis van een ruimtelijk en economisch risicoprofiel blijkt dat, na ingrepen in de winkelstructuur of bij een solitaire winkel, een beter en gezonder toekomstperspectief kan worden gegeven. Dit betekent dat met herstructurering het risicoprofiel wordt verbeterd. Deze herstructureringsvoorstellen zijn zeer uiteenlopend: van een verbetering van de parkeerfaciliteiten tot een complete herschikking van de winkelstructuur in het dorp. Een aantal aspecten zijn bij elke vorm van herstructurering en herontwikkeling van belang: Tijdsaspect: de winkelstructuur staat veelal sterk onder druk; de kans op afvloeiing en daarmee het verliezen van de consument is groot; het te lang wachten met komen tot plannen kan leiden tot reductie van het aantal ondernemers. Ingezet zal moeten worden op een “reconstructietijd” binnen een periode van 5 jaar. Financiële achtergronden: gezien de veelal zeer gelimiteerde distributieve ruimte en afwezigheid van bevolkingsgroei is de financiële bandbreedte van beperkte aard. Dit vereist een goed uitgekiend winkelconcept met goede ruimtelijke condities en sober en doelmatig bouwen. Huur- en koopprijzen bij (her)ontwikkeling zullen moeten worden afgestemd op de mogelijkheden in de markt. Kritische ruimtelijke condities: vertrekpunt bij de aanpak moet zijn het verbeteren van de ruimtelijke condities, niet alleen om de winkel te behouden, maar ook om de consument een goede en complete winkel te kunnen aanbieden.
40
Organisatie: het proces van herstructurering moet goed worden begeleid om soepel te verlopen. Dit vereist inzet van betrokken gemeenten, ondernemers, en partijen als MKB-Nederland, de Kamer van Koophandel, lokale overheden, winkeliersverenigingen, banken, woningcorporaties. Het instellen van een helpdesk, aangestuurd door MKB-Nederland, kan dit proces ondersteunen. Deze helpdesk kan zowel lokale overheden, winkeliersverenigingen als individuele ondernemers adviseren en begeleiden in het traject van herstructurering. Bij de herontwikkeling en aanpak van de winkelstructuur, met welke achtergrond en ambitie dan ook, zal de ondernemer zelf initiatief moeten tonen en bereid zijn tot investeren. Daarnaast speelt de (lokale) overheid een belangrijke rol in dit proces. Met name in de zin van het faciliteren bij de uitvoering van de plannen. -
In 45 kleinere kernen in Rivierenland is sprake van een afnemend winkelaanbod, danwel dat de winkels reeds volledig zijn verdwenen. Voor deze kernen zijn geen mogelijkheden meer aanwezig om de winkels te handhaven, danwel nieuwe winkels in deze kernen te ontwikkelen. Hiervoor ontbreken de mogelijkheden om financieel verantwoorde investeringen te doen. Tot slot, het behoud van winkelvoorzieningen in een aantal van de kernen van het Rivierenland vereist een grote inzet zowel qua tijd als financieel van alle betrokkenen. Gezien het huidige aanwezige aanbod liggen er echter nog veel kansen. Indien deze niet tussen nu en 5 jaar benut worden, kan het zeker voor de kleinste kernen (qua bevolkingsomvang) betekenen dat de “laatste winkel” zal moeten sluiten. Voorgesteld wordt om een tweetal projecten als voorbeeld te laten dienen en deze op korte termijn te laten starten. Hierbij kan worden gedacht aan Waardenburg (schaalvergroting en re-allocatie supermarkt) en Dreumel (winkelconcentratie). Dit wil overigens niet zeggen dat de situatie in andere kernen minder urgent is. Parallel aan de proefprojecten zou de voorbereiding voor uitwerking van de verbetervoorstellen in de andere kansrijke kernen plaats moeten vinden. Aan de hand van de inventarisatie kunnen gemeenten ervoor kiezen om in overleg te gaan met ondernemers. Van belang is dat er een goede afstemming is, niet alleen binnen de gemeenten, maar ook met het overig deel van het onderzoeksgebied. Een te grote schaalvergroting (meer dan distributief voor de kern verantwoord is) kan effecten hebben op de mogelijkheden elders in de omgeving. Dit laatste geldt overigens ook voor substantiële versterking van de dagelijkse sector in regionaal verzorgende kernen zoals Tiel en Zaltbommel. Opvallend was tijdens het onderzoek het feit dat in slechts zeven dorpen de winkelvoorzieningen qua uitstraling en ruimtelijke condities voldoen aan de eisen van de moderne consument. Een ander opmerkelijk punt is dat ondernemers in meerdere kernen bereid zijn om verbeterplannen op te stellen en nog voldoende mogelijkheden hebben om te investeren. Het enthousiasme is, zo blijkt uit vele gesprekken, tamelijk groot. Aangeraden wordt om op basis van de inventarisatie uit deze rapportage in overleg te gaan met betrokken partijen (individuele ondernemers, winkeliersverenigingen en lokale overheden) over het aftasten van de mogelijkheden voor de toekomst. Daarna zal een plan van de aanpak voor de verschillende kernen moeten worden opgesteld. Deze aanpak betekent per kern maatwerk, van een beperkte schaalvergroting tot grootschalige reconstructie. De tijd dringt! Op meerdere plaatsen in het onderzoeksgebied Rivierenland is een geleidelijke “ontwinkeling” zichtbaar.De haalbaarheid van instandhouding van winkels in de 34 dorpen, (categorie II) wordt vergroot indien de winkelplannen binnen afzienbare tijd, bij voorkeur binnen vijf jaar, uitgevoerd worden. Dit Masterplan winkels kleine kernen Rivierenland kan een krachtige impuls geven bij de noodzakelijke herstructureringsprocessen in deze 34 dorpen.
41
Deze, op zich moeizame, herontwikkelingsoperaties vergen veel tijd, energie en forse investeringen. Hierin spelen winkeliers, organisaties zoals MKB-Nederland en de Kamer van Koophandel en de lokale overheden een belangrijke rol. Duidelijk is dat zij allen hun verantwoordelijkheid ten volle moeten nemen, zowel in beleidsmatige als in financiële zin. De opstellers van dit rapport hebben respect voor de winkeliers in de kleinere dorpen. Beseft wordt dat deze ondernemers, in een niet-groeiende lokale markt en met toenemende slagkracht van de winkels in de stedelijke gebieden, blijvend inventief en creatief moeten zijn om de exploitatie van hun winkel positief te houden. En dat zij, binnen afzienbare tijd, in veel gevallen fors moeten investeren bij verplaatsing en schaalvergroting van hun winkel. Dit vergt een grote mate van ondernemerschap! --------------------------------
42
BIJLAGEN
43
RIVIERENLAND * 2003 MASTERPLAN WINKELS KLEINE KERNEN BEGRIPPENLIJST Dagelijkse sector
Dagelijkse sector / voedings- & genotmiddelen Bestaande uit branches brood en banket, vlees & vlees- waren, zuivel en kaas, groente en fruit, vis en visprodukten, alcoholische dranken, delikatessen, poeliersprodukten, supermarkten/kruidenierswaren en tabaksartikelen.
V.v.o.
:
verkoopvloeroppervlakte; de voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte.
B.v.o.
:
bedrijfsvloeroppervlakte; bestaande uit de verkoopruimte en/of alle voor de bedrijfsvoering benodigde overdekte ruimte.
Vloerproductiviteit
:
omzet per vierkante meter v.v.o. (per jaar/per week).
Kooporiëntatie
:
de mate waarin de consument uit een bepaald woongebied voor hun detailhandelsaankopen zijn gericht op een bepaald winkelgebied.
Koopkrachtbinding
:
de mate waarin de consumenten binnen een bepaald woongebied voor hun detailhandelsaankopen zijn gericht op de winkels binnen dat gebied.
Koopkrachttoevloeiing :
(i.c. “Vreemde koopkracht”) de mate waarin de consumenten buiten een bepaald woongebied (i.c. onderzoeksgebied) voor hun detailhandelsaankopen zijn gericht op de winkels binnen dit (onderzoek)gebied.
Koopkrachtafvloeiing
:
de mate waarin de consumenten binnen een bepaald woongebied (i.c. onderzoeksgebied) voor hun aankopen zijn gericht op winkels buiten dat gebied.
Bestedingspotentieel
:
de maximaal te realiseren omzet binnen het onderzoek/ verzorgingsgebied.
BIJLAGE I 44
RIVIERENLAND * 2003 MASTERPLAN WINKELS KLEINE KERNEN
LIJST VAN KERNEN
In het onderzoek in het gebied Rivierenland zijn inventarisaties en observaties uitgevoerd in alle kernen in Gelders gedeelte KvK Rivierenland, exclusief Tiel, Culemborg, Geldermalsen, Zaltbommel en Druten. In totaal betreft dit 86 kernen. Gemeente Buren: Asch, Beusichem, Buren, Eck en Wiel, Erichem, Ingen, Kapel-Avezaath (postcode 4016), Kerk-Avezaath, Lienden, Maurik, Ommeren, Ravenswaaij, Rijswijk, Zoelen, Zoelmond. Gemeente Nederbetuwe: Dodewaard, Hien, Echteld, IJzendoorn, Kesteren, Ochten, Opheusden Gemeente Druten: Afferden, Deest, Horssen, Puiflijk. Gemeente Geldermalsen: Acquoy, Beesd, Buurmalsen, Deil, Enspijk, Gellicum, Meteren, Rhenoy, Rumpt, Tricht. Gemeente Lingewaal: Asperen, Herwijnen, Heukelum, Spijk en Vuren. Gemeente Maasdriel: Alem, Ammerzoden, Hedel, Heerewaarden, Hoenzadriel, Hurwenen, Kerkdriel, Rossum, Slijkwell, Velddriel, Well, Wellseind, Wordragen. Gemeente Neerijnen: Est, Haaften, Heesselt, Hellouw, Neerijnen, Ophemert, Opijnen,Tuil, Varik, Waardenburg Gemeente Tiel: Kapel-Avezaath (postcode 4013), Wadenoijen, Zennewijnen Gemeente West Maas en Waal: Alphen, Althorst, Appeltern, Beneden-Leeuwen, Boven-Leeuwen, Dreumel, Maasbommel en Wamel. Gemeente Zaltbommel: Aalst , Bern, Brakel, Bruchem, Delwijnen, Gameren, Kerkwijk, Nederhemert, Nieuwaal, Poederoijen, en Zuilichem.
BIJLAGE II
45
RIVIERENLAND * 2003 MASTERPLAN WINKELS KLEINE KERNEN
BRONNEN
Bronnen Ten behoeve van de bepaling van het risicoprofiel en het toekomstperspectief zijn de volgende bronnen geraadpleegd en uitgangspunten gehanteerd: •
Demografische gegevens en woningbouwprogramma’s van de diverse gemeenten (peildatum 1-1-2003)
•
Ontwikkelingen in de regio (informatie betrokken gemeenten, opname sept. 2003)
•
Leefbaarheid in Rivierenland, Ecorys, 2003.
•
www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html
•
www.emerce.nl/archives/nieuws/Business/14610.html
•
www.cbl.nl/branche/branche3.htm
•
Structuurvisie winkelapparaat, kern Buren, BRO adviseurs, 1994.
•
Ruimtelijk economische visie op de detailhandel Culemborg, IMK, 1997.
•
Ontwikkelingsvisie Centrum Druten, IMK, 2002.
•
Winkelplan Ochten, versterking centrumpositie! Seinpost 1997.
•
Beesd, positie en toekomstperspectief winkelapparaat, IMK, 1994.
•
Geldermalsen centrum, KNOV, 1991.
•
Consumentenonderzoek Opheusden, Linn, 1994.
•
De grenzen voorbij? Lingewaal en Neerijnen, Seinpost 1997.
•
DPO: de voorzieningen in Lingewaal, Seinpost, 2000.
•
DPO gemeente Maasdriel, Seinpost, 1999.
•
Boodschap met een toekomst (Neerijnen) Seinpost, 2001
•
Visie Winkelstructuur Neerijnen, Adviesburo Kardol, 2002.
•
Toekomst voor het Tielse centrum, Seinpost, 1997
•
Detailhandelsvisie West Maas en Waal, Seinpost, 1999.
•
Toekomstvisie detailhandel, gemeente Brakel, Seinpost, 1998.
BIJLAGE III
46
RIVIERENLAND * 2003 MASTERPLAN WINKELS KLEINE KERNEN
OVERZICHT GESPREKKEN MET STRATEGISCHE ONDERNEMERS
Dhr. van Brakel Dhr. de Bruin Dhr. W. Duyzer Dhr. R.J. Gaastra Dhr. P. van Moerkerk Dhr. H. van Noord Dhr. W.M.N. van Oord Dhr. Tijssen
Voorzitter ondernemersvereniging Ochten Slagerij de Bruin Zoelmond Golff supermarkt te Brakel Coöperatieve Samenwerkende Ambulante Melkhandel U.A. Spar supermarkt te Maasbommel Ondernemersvereniging Beesd MCD supermarkt te Kerkdriel en Ammerzoden AGF Tijssen te Puiflijk
Dhr. W. v.d. Boom Dhr. J.H. van Maren Dhr. Berends Dhr. Jonkers Dhr. B. Kiviet Dhr. Kieviet Dhr. Klop Dhr. Mijdam Dhr. Van Mook Dhr. Van Ooijen Dhr. Trigt Mevr. De Wit Dhr. Van Willigen
C1000 supermarkt in Haaften Spar supermarkt in Varik Troefmarkt te Opijnen Slagerij te Est Kiviet Mode en woninginrichting Haaften Bloemist te Waardenburg Bakkerij Klop te Haaften Groenrijk te Haaften Dingen te Tuil Attent in Ophemert Topslagerij Trigt te Waardenburg Witte bloem te Haaften Audio/video te Haaften
CoopCodis CoopCodis CoopCodis Prisma Food Retail Prisma Food Retail Prisma Food Retail Prisma Food Retail Prisma Food Retail Prisma Food Retail Prisma Food Retail Prisma Food Retail Prisma Food Retail Prisma Food Retail Groothandel Boon Groothandel Boon Groothandel Boon
Coop supermarkt in Heukelum Coop supermarkt in Waardenburg Coop supermarkt in Rossum Golff supermarkt in Doodewaard Golff supermarkt in Brakel MeerMarkt supermarkt in Wamel MeerMarkt supermarkt in Vuren MeerMarkt supermarkt in Gameren MeerMarkt supermarkt in Nederhemert Attent supermarkt in Tricht Attent supermarkt in Asperen Attent supermarkt in Kapel-Avezaath Attent supermarkt in Ophemert MCD supermarkt in Aalst MCD supermarkt in Beesd MCD supermarkt in Buren
BIJLAGE IV 47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
BIJLAGE V
57
58
BIJLAGE VI
59
VERANTWOORDING
Titel
:
RIVIERENLAND * 2003 MASTERPLAN WINKELS KLEINE KERNEN FASE 1: INVENTARISATIE
Opdrachtgever
:
MKB-Nederland
Uitgevoerd door
:
Adviesburo Kardol
Auteurs
:
Drs. A.J. Kardol, Ing. V. Modderkolk S.H. Kardol
Doc. nr.
:
Rl.028.doc.
Datum
:
27 oktober 2003
Status
:
Definitieve-rapportage
Opmerking
:
Inventarisatie en beschrijving toekomstperspectief winkelvoorzieningen in 86 kleine kernen in het Rivierenland.
Aantal blz.
:
60
Informatie
:
Adviesburo Kardol De Heurne 9 postbus 16 7255 ZG Hengelo gld tel. 0575 46 33 98 fax. 0575 46 37 24 e-mail
[email protected]
BIJLAGE VI
60