Protocol voor beweegprogramma Voor patiënten met een Totale Heup Prothese (THP) en/of Totale Knie Prothese (TKP)
Werktitel project: Opdrachtgever: Projectuitvoerders:
Senioronderzoeker: Onderwijseenheid: Datum:
Het ontwikkelen van groepstrainingen voor orthopedische postoperatieve patiënten Maikel Korbmacher Sophia Beckmann 430629 Marcella van den Brink 429927 Sarah Terhart 429720 Dieuwertje de Vree 429247 Joost de Beer Toegepast Onderzoek, Kwaliteitszorg en Ondernemen (TOKO) 10-06-2010
HOOFDDOEL 1. De patiënt heeft voldaan aan de voorwaarden voor gedragsverandering waarbij de patiënt zelfstandig overwegingen kan maken tussen belasting en belastbaarheid en zodoende een actieve bijdrage kan leveren aan zijn/haar gezondheid. De patiënt weet hierbij de juiste leefregels in acht te nemen en kan deze toepassen in zijn/haar ADL. Subdoelen Middel Criteria Strategie Voorlichting De patiënt moet zich bewust zijn dat zijn/haar gedrag invloed heeft op zijn/haar De patiënt staat 1. gezondheid/ herstel. open voor De patiënt is zich er van bewust De therapeut zal door middel van een PowerPoint presentatie voorlichting geven verandering dat zijn/haar gedrag invloed aan de groep. Onderwerpen in deze presentatie zijn: uitoefent op zijn/haar De patiënt begrijpt Doelen en opbouw van het beweegprogramma revalidatieproces. Hiervoor heeft het hij/zij inzicht in het verloop van het voorlichtingsbericht Informatieverstrekking over artrose, soorten protheses, operatie methodes van beweegprogramma en ziekenhuizen in de regio Berghem “aandoening”, specifieke kennis Leefregels over zijn of haar prothese, o Belasting-belastbaarheid m.b.t. bewegen herstelfase en leefregels. o Risicobewegingen en transfers o Huishouden Voorlichting De patiënt moet binnen deze fase afwegen of hij/zij het gedrag daadwerkelijk wil De patiënt wil 2. en veranderen. veranderen De patiënt is gemotiveerd en in aanmoedigen De patiënt is in De therapeut zal de patiënt communicatief begeleiden en aanmoedigen en staat zijn/haar gedrag te van de overtuigen zijn/haar gedrag te veranderen. veranderen tot staat om het patiënt gezondheidsbevorderend/ gewenste gedrag tijdens het adequaat gedrag. uit te voeren beweegprogr amma Voorlichting, Trainen van fysieke en cognitieve vaardigheden. De patiënt heeft 3. oefenDe cognitieve vaardigheden traint de therapeut door te motiveren en door besloten zijn/haar De patiënt voert de theoretische therapie en ondersteuning te bieden. Echter, de centrale taak vormt het trainen van ADLgedrag te kennis over training vaardigheden, zodat de patiënt ook in staat is de gevraagde veranderen gezondheidsbevorderende gezondheidsbevorderende activiteiten op een bewuste manier uit te voeren. Deze activiteiten bewust uit in zijn/haar De patiënt is in ADL- vaardigheden. staat om gewenste vaardigheden worden binnen het beweegprogramma in doel 2 tot en met 5 getraind. activiteiten/ vaardigheden uit te voeren. Voorlichting, Binnen deze fase wordt getracht de vaardigheden die de patiënt in de Voorafgaande 4. oefenfases zijn afgerond: voorafgaande fase heeft geleerd te automatiseren, zodat de patiënt deze De patiënt voert de theoretische onbewust kan uitvoeren. de patiënt wil
kennis over gezondheidsbevorderende activiteiten onbewust uit in zijn/haar ADL- vaardigheden.
therapie en training
5. De patiënt kan de geleerde vaardigheden en theoretische kennis blijven toepassen in zijn/haar ADL en sport.
Voorlichting
de patiënt wil veranderen, weet wat hij/zij moet veranderen en hoe hij/zij dit kan veranderen. De patiënt heeft geleerd de gezondheidsbevorderende vaardigheden uit te voeren.
onbewust kan uitvoeren. Positieve feedback verstrekken is een belangrijk middel om het gedrag van de patiënt te helpen veranderen. Samen met de patiënt werkt de therapeut hier aan het verminderen of elimineren van eventuele barrières of het leren omgaan met deze. Aan het eind van het beweegprogramma wordt er gewerkt aan gedragsbehoud. Om het risico tot terugval op oud gedrag te verminderen zal de fysiotherapeut samen met de patiënt risicofactoren in diens omgeving opsporen en analyseren, door bijvoorbeeld gemaakte fouten te bespreken. Daarnaast kan de patiënt worden aangeraden om een logboek bij te houden. Het is belangrijk dat de patiënt zelf moet blijven bewegen. Hiervoor zal de therapeut de patiënt motiveren om te gaan sporten. Geadviseerd wordt: Fietsen Wandelen Croquet Dansen Golf Zwemmen Double tennis Roeien (alleen TKP) Low impact aerobics Bowling Paardrijden
Niet aan te raden zijn: Contact sport (basketbal, voetbal, handbal, hockey) Honkbal Squash en single tennis High impact aerobics Gymnastic Lacrosse Joggen
Opmerkingen/toelichtingen De subdoelen zijn gekoppeld aan de fases van gedragsverandering volgens Gerards 1997: 1. Bewustwording 2. Afweging en besluitvorming 3. Vaardigheidstraining 4. Gedragsverandering 5. Gedragbehoud en omgaan met terugval Er wordt geadviseerd om gebruik te maken van de “General Self-Efficacy Scale” (GSE). Dit meetinstrument wordt gebruikt als hulpmiddel om te inventariseren of voldaan is aan de criteria die horen bij hoofddoel 1. Voor een specifieke opbouw, verdere onderbouwing en criteria, zie het document “Onderbouwing van en toelichting op het beweegprogramma”
HOOFDDOEL 2. De patiënt kan binnen 10 weken zonder hulpmiddel veilig en zelfstandig de voor de patiënt benodigde transfers binnen- en buitenshuis uitvoeren. Criteria Strategie Middel De patiënt kan de transfer Functioneel oefenen: Oefentherapie en training veilig en zonder De fysiotherapeut geeft uitleg over de uitvoering, doet het voor en laat de patiënt riscicobewegingen de transfer uitvoeren Functioneel oefenen van de volgende uitvoeren De fysiotherapeut geeft feedback op de uitvoering en corrigeert indien nodig transfers De patiënt heeft Bukken, iets oprapen van de grond Het trainen van de transfers is afhankelijk van het niveau van de patiënt voldoende kracht In/uit bed Er moet gekeken worden wat de patiënt wel en niet kan en er moet rekening (minimaal MRC 4), worden gehouden met bevorderende en belemmerende factoren Toiletgang mobiliteit en coördinatie De oefeningen kunnen makkelijker gemaakt worden indien een patiënt over Zitten- staan om de transfer veilig uit te minder kracht beschikt Autorijden kunnen voeren Door de patiënt af te laten zetten met de armen scheelt dit in de kracht die de Fiets op- en afstappen patiënt moet leveren vanuit de benen Opstaan vanaf de grond De belasting kan ook verlaagd worden door gebruik te maken van een hogere Eventueel nog individuele transfers zitting van een stoel. Dit vergemakkelijkt de vorlage tijdens het gaan staan. Trainen van de grondmotorische eigenschappen: Intensieve oefeningen die maximaal 10 seconden duren Oefeningen waarin concentrische en excentrische contracties worden getraind o Gecombineerde oefeningen o Fast twitch spiervezels aanspreken bij trainen van volgende spiergroepen: heup- en knieextensoren, rompmusculatuur. Ter ondersteuning kan ook de armmusculatuur getraind worden. Bewegingen met lage snelheid uitvoeren. De heup en knie maken een hoek van ongeveer 90° Stap voor stap coördinatietechnieken trainen Door bepaalde onderdelen de nadruk te geven en eventueel geïsoleerd (makkelijk- moeilijk) te oefenen wordt overload gegeven. Dit kan als volgt gedaan worden: Voor kracht: o Spieren trainen die de patiënt nodig heeft om de transfer te kunnen uitvoeren o Lichaamsgewicht zwaarder te maken o Zithoogte aan te passen (lager maken)
o
Ondersteuning van de armen te verminderen
Coördinatie: nadruk leggen op de technische handelingen. De handelingen worden verdeeld in subhandelingen en deze worden stap voor stap geoefend. Als de subhandelingen vloeiend en veilig worden uitgevoerd, dan worden de subhandelingen achter elkaar geoefend. Alle subhandelingen bij elkaar vormen de uiteindelijke transfer. Opmerkingen/toelichtingen Voor een specifieke opbouw, verdere onderbouwing en criteria voor het funcioneel trainen van transfers en het trainen van kracht, coördinatie en mobiliteit, zie het document “Onderbouwing van en toelichting op het beweegprogramma”
HOOFDDOEL 3. De patiënt kan na minimaal 3 maanden meer dan 30,5 meter veilig en zelfstandig lopen zonder hulpmiddel binnen- en buitenshuis onder invloed van externe omstandigheden. Er wordt gestreefd naar de maximale afstand voor de patiënt die binnen de norm valt van de 6 minuten wandeltest. Middel Criteria Strategie Subdoelen Leefregels en adviezen Voorlichting, De patiënt doorloopt 1. de stappen voor Aandachtspunten lopen met krukken De patiënt kan na 8 weken veilig looptraining, training gedragsverandering en zelfstandig binnen- en grondmotorische Looptraining met krukken (voorlichting) buitenshuis 30,5 meter lopen zonder hulpmiddel in een rustige eigenschappen De patiënt kent de Looppatroon patiënt bekijken (wat heeft de patiënt geleerd vanuit het omgeving. leefregels die ziekenhuis) belangrijk zijn tijdens Let op aandachtspunten het lopen Afhankelijk van soort prothese en belastbaarheid de belasting van de De patiënt heeft patiënt gedurende acht weken langzaam opbouwen door looppatroon te voldoende armkracht wijzigen: om te lopen met o 2 krukken hulpmiddel 3- puntsgang zonder doorstappen, lage belasting De volgende 2- puntsgang meer dynamisch, met doorstappen, hogere grondmotorische belasting eigenschappen zijn 4- puntsgang nog dynamischer, meeste belasting met 2 krukken o 1 kruk geoptimaliseerd: o Mobiliteit 3- puntsgang zonder doorstappen o Kracht 2- puntsgang meer dynamisch, met doorstappen o Coördinatie Training grondmotorische eigenschappen Kracht, mobiliteit, coördinatie en uithoudingsvermogen voor heup en knie. De volgende bewegingen worden getraind: Knie: trainen flexie en extensie Heup: trainen anteflexie, retroflexie, abductie Kracht: o Armkracht Minimaal MRC 4 Indien onvoldoende armkracht kan dit getraind worden middels een arm- ergometer
2. Optimaliseren looppatroon binnen 3 maanden zonder hulpmiddel.
Voorlichting, looptraining, functionele oefenvormen en training
De patiënt loopt veilig en zelfstandig zonder loophulpmiddel De patiënt kent de leefregels die belangrijk zijn tijdens het lopen De patiënt mag het geopereerde been na 8 weken volledig belasten De volgende grondmotorische eigenschappen moeten getraind worden om het looppatroon zonder hulpmiddel te optimaliseren: o Mobiliteit o Kracht
Criteria: 3 keer per week 30 minuten, 6x5 minuten Indeling 5 minuten: eerste 4 minuten lage weerstand, laatste minuut hoge weerstand o Beenkracht M.n. quadricepstraining Mobiliteit o Actief mobiliseren Coördinatie o Tijdens looptraining o Aparte oefeningen Uithoudingsvermogen Leefregels Instructies en adviezen lopen zonder hulpmiddel Idem als subdoel 1. De fysiotherapeut attendeert de patiënt op eerder genoemde leefregels en adviezen. Indien de patiënt dreigt deze regels te vergeten of niet weet toe te passen tijdens het lopen zonder krukken. Looptraining Aandachtspunten voor heup en knie: Belasting en belastbaarheid Compensaties vanuit heupextensoren en knieflexiemomenten Looptempo Nadruk afwikkeling voet: “heel strike”, “foot flat”, “mid stance”, “heel off”, “toe off”. Tijdens de volgende fases aandacht voor: o Standfase Is er sprake van knieflexie aan het begin van deze fase? Is er sprake van een verkorte standfase? o Afzetfase Afzetten hak, laterale voetrand, voorvoet, tenen o Zwaaifase Zwaait het contralaterale been op de juiste manier voorbij het standbeen? Let op paslengte en pasbreedte
o
Coördinatie
Verschil links/rechts? Valangst (zie hoofddoel 5) Houding Functionele oefenvormen Grote passen maken Snel lopen Op de tenen lopen Op de hakken lopen Training grondmotorische eigenschappen Idem subdoel 1+ uitbreiding, vergroten belasting, afstemmen op belastbaarheid en prothese patiënt.
3. De patiënt kan binnen 3 maanden veilig en zelfstandig zonder hulpmiddel lopen onder invloed van verschillende externe omstandigheden.
Voorlichting, looptraining, functionele oefenvormen, training grondmotorische eigenschappen
De patiënt loopt veilig en zelfstandig zonder loophulpmiddel De patiënt kent de leefregels die belangrijk zijn tijdens het lopen De patiënt mag het geopereerde been volledig belasten De volgende grondmotorische eigenschappen moeten getraind worden om het looppatroon zonder hulpmiddel
Valpreventie Zie hoofddoel 5. Idem vanuit subdoel 2, maar er worden meer externe omstandigheden worden aangebracht. Leefregels Idem subdoel 2 Looptraining Binnen- en buitenshuis Er kan geoefend worden met de verschillende externe omstandigheden: o Op verschillende ondergronden o Tijdens verschillende verkeerssituaties o Wisselende weersomstandigheden Functionele oefenvormen Idem subdoel 2, met uitbreiding in moeilijkheidsgraad. Trainen grondmotorische eigenschappen Idem subdoel 2, met uitbreiding in moeilijkheidsgraad.
4. De loopafstand van de patiënt is binnen 3 maanden buitenshuis uitgebreid. De afstand valt binnen de norm van de 6 minuten wandeltest.
Voorlichting, looptraining, functionele oefenvormen en training grondmotorische eigenschappen
te optimaliseren o Mobiliteit vergroten o Kracht o Coördinatie De patiënt loopt veilig en zelfstandig zonder loophulpmiddel De patiënt kent de leefregels die belangrijk zijn tijdens het lopen De volgende grondmotorische eigenschappen moeten getraind worden om het looppatroon zonder hulpmiddel te optimaliseren o Mobiliteit vergroten o Kracht o Coördinatie
Idem subdoel 2 Leefregels Idem subdoel 2 Looptraining Idem subdoel 3 met uitbreiding van externe omstandigheden. Meerdere (onverwachte) externe omstandigheden toevoegen Grenzen opzoeken, hoogst haalbare niveau patiënt bereiken. Functionele oefenvormen Idem subdoel 2, mogelijk met uitbreiding in moeilijkheidsgraad, hoogst haalbare niveau proberen te bereiken. Trainen grondmotorische eigenschappen Idem subdoel 2, hoogst haalbare niveau proberen te bereiken.
Opmerkingen/toelichtingen Met name subdoel 1 en 2 geven de rode draad aan voor het trainen van het lopen. Vanaf subdoel 3 wordt er veelal doorgegaan met dezelfde interventies, echter deze worden verder uitgebreid door gebruik te maken van externe omstandigheden. De grenzen van de patiënt worden opgezocht. Er wordt gestreefd naar het hoogst haalbare niveau voor de patiënt. Voor een specifieke opbouw, verdere onderbouwing en criteria, zie het document “Onderbouwing van en toelichting op het beweegprogramma”
HOOFDDOEL 4. De patiënt kan binnen 3 maanden veilig en zelfstandig aan één stuk de trap op en af zonder loophulpmiddel met een minimaal aantal treden van 25. Middel Criteria Strategie Subdoelen Functioneel oefenen: Oefentherapie Voldoende 1. en training mobiliteit van de Gelijk op normale manier de trap op en af, waarbij er steeds één voet op een De patiënt kan na 8 weken veilig gewrichten in de trede staat. en zelfstandig 12 treden de trap onderste op en af met loophulpmiddel. De voeten en de elleboogkruk worden volledig op de traptrede gezet. extremiteit Trainen van grondmotorische eigenschappen: Voldoende uithoudings Trainen van mobiliteit in de onderste extremiteit vermogen om 12 o Maximale dorsaalflexie van de enkel treden met o Maximale plantairflexie van de enkel loophulpmiddel o Flexie knie minimaal 100° gelijk op of af te o Extensie knie minimaal 0° kunnen o Anteflexie heup minimaal 75° Voldoende kracht o Retroflexie heup minimaal 0° in de bovenste Trainen van totaal uithoudingsvermogen extremiteit voor het o Aeroob uithoudingsvermogen gebruik van het Trainen van kracht in de bovenste extremiteit loophulpmiddel o Minimaal MRC 4 nodig voor het gebruik van een loophulpmiddel op de trap. Voldoende kracht Trainen van kracht in de onderste extremiteit in de onderste o Krachtuithoudingsvermogen extremiteit o Concentrisch Voldoende o Excentrisch coördinatie in de Verbeteren van de coördinatie onderste Verbeteren van de stabiliteit extremiteit Voldoende stabiliteit in de onderste extremiteit Functioneel oefenen: Oefentherapie Voldoende 2. en training mobiliteit van de Steeds één voet per traptrede. De patiënt kan binnen 3 maanden gewrichten in de veilig en zelfstandig aan één stuk Bij onzekerheid patiënt, gebruik trapleuning. onderste 25 treden op en af lopen zonder
25 treden op en af lopen zonder loophulpmiddel.
extremiteit Voldoende uithoudingsvermogen om, zonder loophulpmiddel, 25 treden achtereen op en/of af te kunnen Voldoende kracht in de onderste extremiteit Voldoende coördinatie in de onderste extremiteit Voldoende stabiliteit in de onderste extremiteit
Het gebruik van de trapleuning afbouwen. Trainen van de grondmotorische eigenschappen: Verbeteren van de mobiliteit o Zie voor benodigde mobiliteit subdoel 1. Verbeteren van de kracht in de onderste extremiteit. o Krachtuithoudingsvermogen o Concentrisch o Excentrisch Verbeteren van het aeroob uithoudingsvermogen naar 25 treden. Verbeteren van de coördinatie Verbeteren van de stabiliteit
Opmerkingen/toelichtingen ” Voor een specifieke opbouw, verdere onderbouwing en criteria, zie het document “Onderbouwing van en toelichting op het beweegprogramma”
HOOFDDOEL 5. Binnen 3 maanden heeft de patiënt een score van minder dan 20 seconden op de “Timed- up and Go test” om te kunnen spreken van een verminderd valrisico. Middel Criteria Strategie Subdoelen Voorlichting Aan de patiënt wordt de relatie tussen belasting en belastbaarheid uitgelegd. Ook Voorwaarden 1. voor gedrags- wordt inzicht gegeven in mogelijke riscofactoren voor het vallen. Tenslotte worden De patiënt is zich bewust van adviezen gegeven om risicofactoren te herkennen en uit te schakelen. verandering zijn/haar eigen vermogen met zijn aanwezig betrekking tot belasting en belastbaarheid. De patiënt kent de De patiënt kan risicofactoren voor het vallen en geleerde past indien nodig zijn/haar kennis bewust handelen en/of omgeving daarop in het ADL aan. toepassen Training Om het vallen effectief te verminderen wordt aangeraden om de grondmotorische De patiënt 2. eigenschappen minimaal drie maanden te trainen, drie keer per week. heeft subdoel De grondmotorische 1 bereikt eigenschappen van de patiënt zijn Trainen grondmotorische eigenschappen: geoptimaliseerd om het valrisico De patiënt Kracht: zowel binnen- en buitenshuis te heeft een Het is aan te raden om de krachttraining op beperkingen in spierfuncties te richten. verminderen. score van Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van “ankle cuff weights”, dynabands en minder dan 20 isokinetische oefeningen. seconden op de “Timed- up Balans/ evenwicht: and Go test” Voor de volgende oefeningen is het essentieel om het belastbaarheidsniveau met De patiënt betrekking tot evenwicht van de patiënt te kunnen inschatten om de oefeningen heeft hierop aan te passen. voldoende Het wordt aangeraden om met de volgende oefeningen “makkelijk” te beginnen en balans/ evenwicht, dan langzamerhand naar “moeilijk” te gaan. kracht en o Gewichtsverplaatsing uithoudingso Zit- naar stand oefeningen vermogen om o Tandem-walking (een voet meteen voor de andere voet zetten) het vallen te o Zijwaarts lopen vermijden o Achterwaarts lopen (MRC: 4) o Op een been staan o Op de tenen lopen
o Op de hakken lopen Uithoudingsvermogen (met betrekking tot lopen en fietsen): > 30 minuten, 3 keer per week Treadmill walking (loopbandtraining) Fietsergometer Opmerkingen/toelichtingen Voor een specifieke opbouw, verdere onderbouwing en criteria voor het trainen van kracht, coördinatie en uithoudingsvermogen, zie het document “Onderbouwing van en toelichting op het beweegprogramma”
HOOFDDOEL 6. Na 3 maanden heeft de individuele patiënt voldoende zelfmanagement en vaardigheden ontwikkeld om zijn/haar gezondheidsgedrag te bevorderen en verdere persoonlijke doelen te bereiken op het gebied van sport, hobby’s en andere vormen van recreatie. Criteria Strategie Middel De patiënt wordt geadviseerd om te blijven bewegen en eventueel te gaan sporten Voorwaarden voor Voorlichting en advies gedragsverandering zijn aanwezig om zo de balans tussen belasting en belastbaarheid te behouden. Zodoende zal de levenskwaliteit van de patiënt geoptimaliseerd worden. Het is van belang dat de Patiënt heeft voldoende vaardigheden ontwikkeld om veilig patiënt weet dat hij/zij moet blijven bewegen om de geleerde vaardigheiden niet te verleren en de resultaten van de grondmotorische eigenschappen te behouden. De en zelfstandig binnen zijn/haar behandelend fysiotherapeut kan in overleg met de patiënt bepalen of fysiotherapie na ADL te kunnen functioneren drie maanden beweegprogramma geïndiceerd is om te werken aan specifiekere persoonlijke doelen. Geadviseerd Fietsen Wandelen Croquet Dansen Golf Zwemmen Double tennis Roeien (alleen TKP) Low impact aerobics Bowling Paardrijden
Opmerkingen/toelichtingen Voor verdere onderbouwing, zie het document “Onderbouwing van en toelichting op het beweegprogramma”
Niet aan te raden Contact sport (basketbal, voetbal, handbal, hockey) Honkbal Squash en single tennis High impact aerobics Gymnastic Lacrosse Joggen
Bijlage 1.
Informed Consent Ondergetekenden gaan akkoord dat de studenten: Sarah Terhart, Sophia Beckmann, Marcella van den Brink en Dieuwertje de Vree, vierdejaars studenten fysiotherapie van de HAN te Nijmegen, informatie gebruiken van de deelnemer aan de beweeggroep voor mensen met een nieuwe knie of heup voor hun afstudeerproject. In de documentatie voor het afstudeerproject worden geen persoonsgegevens van de deelnemer gebruikt om zo de anonimiteit te waarborgen.
Datum:
Handtekening deelnemer beweeggroep
……………………………………………. Handtekening Sarah Terhart
……………………………………………. Handtekening Sophia Beckmann
……………………………………………. Handtekening Marcella van den Brink
……………………………………………. Handtekening Dieuwertje de Vree
…………………………………………….
Bijlage 2.
Intakeformulier Beweegprogramma THP en TKP Datum: Persoonsgegevens Naam: Geboortedatum: Telefoonnummer: Verzekering: Algemene gegevens Soort prothese + zijde: Datum operatie: Datum ontslag ziekenhuis:
Functies en anatomische eigenschappen
Externe factoren
Activiteiten
Participatie
Interne factoren
Bijlage 3.
Evaluatieformulier Beweegprogramma THP en TKP Persoonlijke doelen vanuit Patient Specific Functional Scale (PSFS): Doel 1:
Doel 2:
Doel 3:
Doel 4:
Doel 5:
Evaluatie meetinstrumenten Meetinstrument
Score
Patient Specific Functional Scale (PSFS) Doel 1 Doel 2 Doel 3 Doel 4 Doel 5 Western Ontario and McMaster Universities (WOMAC) 6- minuten- wandeltest (6 MWT)
Datum:
Timed- up- and- go- test (TUG)
Opmerkingen/bijzonderheden/conclusie Datum:
Datum: